Docentenhandleiding
orgaan r e v o e t dul voor he Lesmo e i t a n fseldo en wee erwijs. d n o t eze voortg
NEDERLANDS NEDERLANDS BIOLOGIE er/ jle pi ap ch ts aa M BIOLOGIE -wetenschappen Maatschappijleer/
NEDERLANDS
Docentenhandleiding - DonorWise
1
Colofon DonorWise DonorWise is ontwikkeld in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) door de Nederlandse Transplantatie Stichting en Podium Bureau voor Educatieve Communicatie bv. De lesmodule DonorWise is tot stand gekomen in samenwerking met docenten uit het voortgezet onderwijs en onderzoekers van het UMC Groningen.
Het lesmateriaal is kosteloos beschikbaar op www.donorwise.nl.
Nederlandse Transplantatie Stichting Postbus 2304, 2301 CH Leiden 071 - 579 84 42
[email protected] www.transplantatiestichting.nl
2
DonorWise - Docentenhandleiding
Inhoudsopgave: Inleiding
Achtergrondinformatie over DonorWise Opbouw
5
6
Module 1
4
12
Het lichaam: organen en weefsels
Module 2
14
Donatie en transplantatie in de praktijk
Module 3
18
Het donorregistratiesysteem
Module 4
22
Een keuze maken
Module 5
25
Jouw kijk op orgaandonatie
Module 6
27
Persoonlijke keuze
Module 7
29
Jouw blik op donatie
Module 8
31
Profiel- en sectorwerkstuk
Docentenhandleiding - DonorWise
3
Inleiding DonorWise is een digitaal lespakket over orgaan- en weefseldonatie voor leerlingen in het voortgezet onderwijs. Op www.donorwise.nl komen biologische, maatschappelijke en persoonlijke aspecten van orgaan- en weefseldonatie aan bod. Donorregistratie is een belangrijk maatschappelijk onderwerp dat iedereen aangaat. Jaarlijks ontvangen alle jongeren die 18 zijn geworden een brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. In deze brief wordt hen gevraagd een keuze te maken over orgaandonatie en hun keuze vast te leggen in het Donorregister. Uit onderzoek blijkt dat zo’n 40% van de jongeren op dat moment nog niet weet welke keuze hij wil maken. Het innemen van een standpunt over deze vraag is een proces dat tijd vraagt. Om een weloverwogen keuze te kunnen maken is het belangrijk dat je over voldoende kennis beschikt, het onderwerp bespreekt met je directe omgeving en een persoonlijke afweging maakt. DonorWise helpt jongeren bij dit keuzeproces. DonorWise bestaat uit zeven modules: module 1 tot en met 5 voor de onderbouw en module 6, 7 en 8 voor de bovenbouw. Bij elke module horen filmpjes en verschillende soorten opdrachten. DonorWise is flexibel opgezet, u kiest zelf welke accenten u wilt leggen en hoeveel tijd u aan de verschillende onderdelen besteedt. In deze handleiding vindt u handvatten voor het gebruik van DonorWise in uw lessen en beschrijvingen van de modules.
4
DonorWise - Docentenhandleiding
Achtergrondinformatie Doelgroep DonorWise is bedoeld voor leerlingen in het voort-
Aansluiting bij domeinen
gezet onderwijs. Op de homepage maakt u een
Mens en Natuur
keuze voor vmbo of havo/vwo.
34. De leerling leert hoofdzaken te begrijpen van bouw en functie van het menselijk lichaam, verbanden te leggen met het bevorderen van lichamelijke en psychische gezondheid, en daarin een eigen verantwoordelijkheid te nemen. 35. De leerling leert over zorg en leert zorgen voor zichzelf, anderen en zijn omgeving, en hoe hij de veiligheid van zichzelf en anderen in verschillende leefsituaties (wonen, leren, werken, uitgaan, verkeer) positief kan beïnvloeden.
Algemene doelstelling DonorWise bereidt leerlingen voor op het maken van een weloverwogen eigen keuze over orgaanen weefseldonatie. Om dit te bereiken staan kennisopbouw en meningsvorming in de lesmodule centraal. DonorWise biedt betrouwbare informatie en afwisselende werkvormen.
Aansluiting bij domeinen Het onderwerp orgaan- en weefseldonatie is vakoverstijgend. Er zijn inhoudelijke aanknopingspunten met de leerdomeinen Mens en Maatschappij en Mens en Natuur (zie kader). Enkele werkvormen sluiten goed aan bij de kerndoelen van Nederlands. Ook kan het onderwerp gebruikt worden als case in het kader van burgerschapsvorming. Vanwege het vakoverstijgende karakter is DonorWise zeer geschikt voor samenwerking tussen verschillende docenten.
Mens en Maatschappij 36. De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan. 39. De leerling leert een eenvoudig onderzoek uit te voeren naar een actueel maatschappelijk verschijnsel en de uitkomsten daarvan te presenteren. 43. De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in verband te brengen, en leert de betekenis voor de samenleving te zien van respect voor elkaars opvattingen en leefwijzen.
Aansluiting bij eindtermen Met DonorWise oefent u verschillende eindexamenvaardigheden voor de vakken Nederlands en Maatschappijleer. In het docentendeel op www.donorwise.nl staat een overzicht van de eindtermen waar u met DonorWise aan kunt werken. Het onderwerp orgaan- en weefseldonatie is daarnaast een geschikt onderwerp voor het sector- of profielwerkstuk voor Biologie, Maatschappijleer of Maatschappijwetenschappen. In deze handleiding staat per module bij welk domein of vak de module het beste aansluit.
Docentenhandleiding - DonorWise
5
Achtergrondinformatie over DonorWise
Opbouw lespakket
Huiswerkopdracht
Een volledig overzicht van de inhoud van de
De Huiswerkopdracht kan op elk gewenst moment
modules vindt u op pagina 8 en 9 van deze
ingezet worden. De Huiswerkopdracht is een middel
docentenhandleiding.
om het onderwerp donorregistratie binnen het gezin bespreekbaar te maken. Meer over de
Onderbouwprogramma
Huiswerkopdracht vindt u op pagina 26 van deze
In de onderbouwmodules staan kennisopbouw en
handleiding.
meningsvorming centraal. De leerlingen komen in deze modules onder andere te weten welke organen
Niveauaanduiding
en weefsels getransplanteerd kunnen worden, hoe de
DonorWise kent twee niveaus: vmbo en havo/vwo.
donatie- en transplantatieprocedures werken en hoe
De opzet en inhoud van beide niveaus zijn groten-
donorregistratie in Nederland wettelijk geregeld is.
deels gelijk. Het verschil zit met name in de teksten
Ook ontdekken zij waarom het belangrijk is om je
en aard van de opdrachten. Op www.donorwise.nl
keuze vast te leggen en discussiëren ze over diverse
[kleur] vindt u links bovenin naast het DonorWise-
dilemma’s rondom donatie.
logo de niveauaanduiding. In het hoofdmenu, met het overzicht van de modules, kunt u switchen tus-
Bovenbouwprogramma
sen onderen bovenbouwniveau. Klik op de niveau-
In de bovenbouwmodules komen geen nieuwe ken-
aanduiding en het modulemenu verandert.
nisdoelen aan bod. Meningsvorming en het toepassen van belangrijke examenvaardigheden staan centraal in modules 6 en 7. Hier oefenen leerlingen eindtermen voor Nederlands en Maatschappijleer/ Maatschappijwetenschappen aan de hand van de inhoudelijke case orgaan- en weefseldonatie. Module 8 biedt handvatten voor het schrijven van een profiel- of sectorwerkstuk over orgaan- en weefseldonatie voor biologie of maatschappelijke vakken.
6
DonorWise - Docentenhandleiding
Achtergrondinformatie over DonorWise
Aansluiting op vakgebieden Biologie Met DonorWise onderzoeken leerlingen de werking van het lichaam en ontdekken ze meer over orgaandonatie en transplantatie. De
Onderbouw
Module 1 en 2
lesmodule sluit aan op de actualiteit en vervangt de stof uit de
w Bovenbou
lesmethode voor biologie: •
Module 8
informatie over de functie van organen en weefsels en de plaats in het lichaam
•
afwisselende werkvormen
•
proefjes over hartslag en longinhoud
•
tips voor een profiel- of sectorwerkstuk
Maatschappijleer Voortdurend vindt er in de samenleving discussie plaats over het
Onderbouw
Nederlandse donorregistratiesysteem. Ook politieke partijen
Module 3, 5 en 5
spreken zich uit over een systeemwijziging. DonorWise informeert jongeren over het donorregistratiesysteem en daagt hen vervolgens Voor maatschappijleer lessen biedt DonorWise: •
prikkelende discussiestellingen
•
quizvragen die meningsvorming stimuleren
•
profiel- of sectorwerkstuk: stappenplan met
Bovenbouw
Module 6, 7 en 8
uit om na te denken over de voor- en nadelen.
onderzoekssuggesties •
aansluiting bij de actualiteit
Nederlands Orgaandonatie is een boeiend onderwerp dat veel discussie oproept. Iedereen heeft een andere kijk op orgaandonatie, en daar kun je uitgebreid over discussiëren. Bij het vak Nederlands: •
oefenen leerlingen schrijfvaardigheden met een betoog of beschouwing
•
trainen leerlingen spreek- en discussievaardigheden met prikkelende stellingen
Onderbouw
Module 5 w Bovenbou
Module 7 Docentenhandleiding - DonorWise
7
Inhoud van de modules Module 1 Het lichaam: organen en weefsels Domein Mens en Natuur Hoofddoel Kennisuitbreiding Specifieke leerdoelen De leerlingen: • weten welke organen en weefsels getransplanteerd kunnen worden en waar in het lichaam deze organen en weefsels zitten; • weten wat de functie is van de organen en weefsels die getransplanteerd kunnen worden; • weten wat het voor iemand betekent als een orgaan of weefsel niet goed functioneert.
Module 3 Het donorregistratiesysteem Domein Mens en Maatschappij / Nederlands Hoofddoel Kennisuitbreiding Meningsvorming Specifieke leerdoelen De leerlingen: • weten hoe het donorformulier er uit ziet; • weten hoe donorregistratie in Nederland wettelijk geregeld is; • weten wat dit voor hen persoonlijk betekent; • weten wat andere mogelijke registratiesystemen zijn.
Module 5 Jouw kijk op donatie Domein Mens en Maatschappij / Nederlands Hoofddoel Meningsvorming Specifieke leerdoelen De leerlingen: • maken een persoonlijke afweging over donatie; • discussiëren over diverse dilemma’s rondom donatie.
8
DonorWise - Docentenhandleiding
Module 2 Donatie en transplantatie in de praktijk Domein Mens en Maatschappij / Nederlands Hoofddoel Kennisuitbreiding Inleven in situatie van wachtlijstpatiënt en getransplanteerde. Specifieke leerdoelen De leerlingen: • weten hoe de donatieprocedure in zijn werk gaat; • weten hoe de transplantatieprocedure in zijn werk gaat.
Module 4 Een keuze maken Domein Mens en Maatschappij Hoofddoel Meningsvorming Specifieke leerdoelen De leerlingen: • beseffen waarom het belangrijk is om je keuze vast te leggen in het Donorregister; • begrijpen dat mensen verschillende visies op donatie hebben; • bedenken welke factoren voor hen belangrijk zijn bij het maken van hun keuze.
Huiswerk Huiswerkopdracht • Handvatten voor een DonorWisegesprek Hoofddoel Onderwerp bespreekbaar maken binnen het gezin.
Module 6 Persoonlijke keuze Vak:
Maatschappijleer/
Maatschappijwetenschappen Godsdienst/Levensbeschouwing Hoofddoel: Inzicht in eigen positie in keuzeproces Meningsvorming Specifieke leerdoelen: De leerlingen: •
beseffen waarom het belangrijk is om je keuze
Module 7
vast te leggen in het Donorregister; •
bedenken welke onderwerpen voor hen belangrijk zijn bij het maken van hun keuze;
Jouw blik op donatie
•
bespreken met hun klasgenoten welke vragen
Vak: Nederlands
ze hebben over deze onderwerpen;
•
weten waarom ze eventueel nog geen keuze
Maatschappijwetenschappen
hebben kunnen maken en wat ze kunnen doen
Hoofddoel: Meningsvorming
om wel tot een keuze te komen.
Specifieke leerdoelen:
Maatschappijleer/
De leerlingen: •
schrijven een ingezonden stuk over (hun persoonlijke afweging over) donatie (vmbo);
Module 8 Module 8 Profiel- of sectorwerkstuk Vak:
Biologie
•
schrijven een betoog of beschouwing over (hun persoonlijke afweging over) donatie (havo/vwo);
•
voeren een discussie of een debat over diverse dilemma’s rondom donatie (vmbo en havo/ vwo).
Maatschappijleer/
Maatschappijwetenschappen Hoofddoel: Ontwikkelen en toepassen van onderzoeksvaardigheden Specifieke leerdoelen: De leerlingen: •
weten welke stappen ze moeten zetten bij het maken van een profiel- of sectorwerkstuk;
•
weten waar ze terecht kunnen voor informatie over orgaan- en weefseldonatie;
•
analyseren, interpreteren, verwerken en vormen een mening over de informatie;
•
maken een profiel- of sectorwerkstuk over (een deelaspect van) orgaan- en weefseldonatie.
Docentenhandleiding - DonorWise
9
Opbouw www.donorwise.nl Het is raadzaam de site vooraf zelf goed door te nemen zodat u bekend bent met vorm en inhoud van de site. De verschillende onderdelen op de startpagina worden hier nader toegelicht.
Niveau: Hier wisselt u van vmbo naar havo/vwo en terug.
Contact: Gegevens over de makers inclusief contactmogelijkheden.
Alle filmpjes uit de module inclusief extra materialen De Huiswerkopdracht en alle werkbladen Links: Interessante links over orgaan- en weefseldonatie.
Docenten: Speciaal deel voor docenten met docentenhandleiding en toelichting op aansluiting bij diverse domeinen.
Alle computeropdrachten Terug naar de home-page Het scherm vergroten
Elke module start met een korte animatie waarin het onderwerp van de module wordt geïntroduceerd. Daarna volgt het modulemenu. Een module bestaat uit verschillende onderdelen.
Flash orWise is in Let op Don dat de nt it beteke gebouwd. D ser ow br van uw vorige-knop op Met de kn niet werkt.
Terug
Titel van het onderdeel
Computeropdracht
rige
g naar de vo
kunt u teru pagina.
Werkblad
Elk onderdeel start met een kort filmpje
10
DonorWise - Docentenhandleiding
Achtergrondinformatie over DonorWise
Meer over orgaan- en weefseldonatie U vindt de benodigde achtergrondinformatie in deze handleiding bij de betreffende opdrachten. Voor meer informatie over orgaan- en weefseldonatie kunt u terecht op www.transplantatiestichting.nl. Hier bestelt u ook de folder Zo zit het, alles over doneren en registreren.
Gebruik van de computer Voor klassikaal gebruik van www.donorwise.nl heeft u een groot scherm met internetverbinding nodig, bijvoorbeeld met een beamer of digitaal schoolbord. Voor diverse opdrachten hebben de leerlingen individueel of in kleine groepjes een computer nodig. Wanneer er een werkblad bij een opdracht zit, kunt u dit van tevoren printen.
Aanvullende suggesties Ervaringsdeskundige in de klas Als aanvulling op het lespakket kunt u een ervaringsdeskundige gastspreker uitnodigen bij de NTS. Deze gastsprekers zijn vaak zelf getransplanteerd of nabestaanden van een donor. Ze verzorgen indrukwekkende gastlessen over orgaandonatie en -transplantatie en vertellen hun eigen ervaringsverhaal. Via
[email protected] nodigt u een gastspreker uit.
NTS DonorWise is ontwikkeld door de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS). De NTS verzorgt in opdracht van het ministerie van VWS de voorlichting over orgaan- en weefseldonatie. De NTS doet dit via verschillende kanalen: via het onderwijs, jongerencampagnes, social media en door met jongeren in gesprek te gaan tijdens beurzen en evenementen. Voor het onderwijs zijn materialen voor diverse doelgroepen ontwikkeld. Bij de ontwikkeling van DonorWise is gebruik gemaakt van inzichten en kennis uit recente onderzoeken. Het gaat daarbij om promotie-onderzoek van M. Siebelink (UMC Groningen) en NTS-onderzoeken naar lesmateriaal over orgaandonatie in het voortgezet onderwijs en houding en interesse van jongeren in het algemeen. Leerlijn orgaandonatie De lesmodule DonorWise is onderdeel van een breed aanbod van lesmateriaal over orgaandonatie voor jongeren van 10 jaar tot en met 20 jaar. Uitgangspunt in deze leerlijn is dat de lesstof in verschillende fases steeds terugkomt, op een hoger abstractieniveau en met andere accenten. Daardoor wordt de bestaande kennis opgehaald, uitgebreid en verdiept. Dit leidt tot begrip; het toepassen van kennis en uiteindelijk tot het vormen van een eigen mening over orgaandonatie. Lesproducten over orgaan- en weefseldonatie: • DonorDenkers: voor kinderen uit groep 7 en 8 van het basisonderwijs: www.donordenkers.nl; • DonorWise: voor jongeren uit het voortgezet onderwijs, vijf modules voor de onderbouw en drie aanvullende modules voor de bovenbouw: www.donorwise.nl; • Xtralife voor jongeren op het MBO: www.xtralife.nl.
Interactieve tentoonstelling De NTS biedt scholen de mogelijkheid om een tijdelijke interactieve tentoonstelling over orgaan- en weefseltransplantatie aan te vragen. Meer informatie: www.transplantatiestichting.nl.
Docentenhandleiding - DonorWise
11
Module 1
Het lichaam: organen en weefsels Sluit aan bij het domein
klassikaal zodat de leerlingen zien welke mogelijkhe-
Mens en Natuur
den er zijn. Stimuleer de leerlingen eerst zelf aan te geven wat ze weten over het orgaan of weefsel. Laat
Leerdoelen
daarna de informatie van de site zien. Vervolgens
De leerlingen:
maken de leerlingen de opdrachten:
• weten welke organen en weefsels getransplanteerd kunnen worden en waar in het lichaam
Word een expert Wat hoort waar?
deze organen en weefsels zitten; • weten wat de functie is van de organen en weef-
Met het werkblad
Word een expert werken de
sels die getransplanteerd kunnen worden. Het
leerlingen in expertgroepen samen om de informatie
hart en de longen krijgen extra aandacht;
over alle organen en weefsels met elkaar te delen.
• weten wat het voor iemand betekent als een
Voor deze opdracht zijn zes computers met internet-
orgaan of weefsel niet goed functioneert.
toegang nodig. Nummer de leerlingen van één tot en met zes net zolang totdat alle leerlingen een num-
1a. Organen en weefsels
mer hebben. Alle leerlingen met nummer één gaan
Bij dit onderdeel staan de organen en weefsels die
bij elkaar zitten, alle leerlingen met nummer twee
getransplanteerd kunnen worden centraal. Bekijk
enzovoorts. Elke groep onderzoekt een orgaan en
klassikaal het filmpje
. Dennis Storm krijgt tij-
dens het hardlopen last van zijn hart. Hierdoor be-
weefsel. U kunt bijvoorbeeld de volgende indeling gebruiken:
seft hij dat het niet vanzelfsprekend is dat je organen en weefsels altijd goed functioneren. Voer een
1. Hart + hartklep
kort klassikaal gesprek over falende organen en
2. Longen + lichaamsslagader
weefsels. Herkennen de leerlingen het gevoel van
3. Nieren + huid
Dennis die tijdens het sporten last krijgt van steken?
4. Lever + bot
Kennen de leerlingen iemand waarbij organen of
5. Alvleesklier + hoornvlies
weefsels niet goed functioneren? Eventueel kunt u
6. Dunne darm + huid
een link leggen met roken. Zijn er leerlingen die merken dat roken invloed heeft op het functioneren van
De informatie over de organen en weefsels vinden
hun longen?
de leerlingen bij het onderdeel
Ontdek het
lichaam. De leerlingen beantwoorden gezamenlijk de Bekijk vervolgens klassikaal het digitale lichaam bij het onderdeel
vragen over hun orgaan en weefsel op het werkblad. Als alle groepjes de vragen over hun deelonderwerp
chaam staan de organen en weefsels die getrans-
hebben beantwoord, gaan de leerlingen weer terug
planteerd kunnen worden. Wanneer een orgaan of
naar hun eigen plek. Ze vormen nu gemengde groep-
weefsel wordt aangeklikt kun je kiezen voor een
jes zodat elk groepje bestaat uit een nummer één,
filmpje
12
Ontdek het lichaam. In het li-
of een tekst. In de filmpjes en teksten
nummer twee, tot en met nummer zes. Binnen deze
wordt informatie gegeven over de functie, het falen
groep vertellen de leerlingen elkaar vervolgens over
en de transplantatie van het betreffende orgaan of
hun orgaan en weefsel. Zo krijgen alle leerlingen de
weefsel. Behandel één of twee organen of weefsels
informatie over alle organen en weefsels.
DonorWise - Docentenhandleiding
Module 1 Het lichaam: organen en weefsels
Bij de computeropdracht
Wat hoort waar? moe-
1c. Longen en ademhalingsstelsel
ten de leerlingen de organen en weefsels naar de
Laat het startfilmpje
en de animatie
juiste plek in het digitale lichaam slepen. Zo leren ze
Longen en ademhaling zien. De animatie is een
herkennen waar de organen en weefsels zich in het
visuele weergave van de informatie over longen en
lichaam bevinden. Deze computeropdracht kunnen
ademhaling in de reguliere biologiemethoden.
de leerlingen individueel doen, of in groepjes.
Daarna voeren de leerlingen met het werkblad Test je longinhoud proefjes uit over hun eigen longin-
1b. Hart en bloedsomloop
houd. Ze meten hun longinhoud en vergelijken deze
Bekijk het startfilmpje
met andere leerlingen. Ook ervaren ze hoe het is om
en de animatie
Hart en bloedsomloop. De animatie is een visuele
een beperkte longinhoud te hebben en denken ze na
weergave van de informatie in de reguliere biologie-
over factoren die invloed hebben op je longinhoud.
methoden. Na het bekijken van de animatie voeren
Bespreek de resultaten klassikaal.
de leerlingen individueel of in groepjes de opdracht Red de patiënt uit. Door de juiste keuzes te
1d. Test je biologische kennis Biologische quiz toetsen de leerlin-
maken proberen de leerlingen een patiënt in leven te
Met deze
houden. Vervolgens voeren de leerlingen in groepjes
gen hun kennis over organen en weefsels. U kunt
van vier met het werkblad
Test je hartslag proef-
deze quiz zowel individueel als klassikaal doen.
jes uit. Ze meten elkaars hartslag, denken na over factoren die de hartslag beïnvloeden en ervaren en verklaren de invloed van inspanning en muziek op de hartslag. Bespreek de resultaten klassikaal.
pdracht
Huiswerko
staat een erkbladen w e d ij b l erlingen norwise.n uleert de le m ti s Op www.do t h c ra opd dracht. Deze eldonatie. Huiswerkop n- en weefs a a rg o r ve praten o over de om thuis te informatie r e e m t a 26 sta Op pagina pdracht. Huiswerko
Docentenhandleiding - DonorWise
13
Module 2
Donatie en transplantatie in de praktijk Sluit aan bij de domeinen • Mens en Maatschappij • Nederlands
Factoren die bepalen of een potentiële donor daadwerkelijk donor wordt:
Leerdoelen
• plaats van overlijden: Voor de meeste organen is het noodzakelijk dat een donor op de intensive care van een ziekenhuis overlijdt. Na het overlijden van de patiënt hebben de organen namelijk zuurstofrijk bloed nodig om geschikt te blijven voor een transplantatie. Daarom wordt de patiënt na overlijden kunstmatig beademd. Dit gebeurt pas als de arts heeft vastgesteld dat de donor hersendood is. Er is dan onherstelbaar en volledig functieverlies van de hersenen en de persoon kan niet meer zelfstandig ademhalen; • overlijdensoorzaak: na een auto-ongeluk zijn sommige organen en weefsels te veel beschadigd. Ook sommige ziektes maken een transplantatie niet mogelijk; • leeftijd: voor sommige organen en weefsels is een minimale en/of maximale leeftijdsgrens bepaald; • tatoeages en piercings: vormen geen belemmering.
De leerlingen: • weten hoe de donatieprocedure in zijn werk gaat; • weten hoe de transplantatieprocedure in zijn werk gaat.
2a. Donor worden Bekijk klassikaal het filmpje
. Dennis Storm en
Nicolette Kluijver bespreken in dit filmpje onder andere dat een registratie als donor niet automatisch betekent dat je organen en weefsels na je dood daadwerkelijk gebruikt worden voor transplantatie. Of iemand die geregistreerd staat als donor na overlijden daadwerkelijk donor wordt, hangt onder andere af van de plaats en omstandigheden van overlijden. Leg uit dat je wanneer je donor wilt worden, je dit moet laten vastleggen in het Donorregister (dit komt aan bod in module 3). Een registratie als donor betekent dus niet dat je 100% zeker weet dat je ook
de organen en weefsels geschikt zijn voor
echt donor zult worden. Stimuleer de leerlingen eerst
transplantatie.
zelf te bedenken onder welke omstandigheden je daadwerkelijk donor wordt. Vul hun bijdragen aan
2b. Van donatie naar transplantatie
met de informatie uit het kader.
Bekijk het filmpje
Orgaandonatie Hoe gaat dat?
over de procedure in het ziekenhuis. Daarna maken Laat de leerlingen daarna individueel of in kleine groepjes de quiz
Hoe zit dat? doen. Met deze
de leerlingen individueel of in groepjes de opdrachten:
Wat eerst? en
Een longarts vertelt.
Wat eerst? zetten de leerlingen stappen uit
quiz ontdekken de leerlingen aan de hand van waar/
Bij
niet-waar vragen aan welke lichamelijke en procedu-
de procedure in het ziekenhuis in de juiste volgorde.
rele voorwaarden een donor moet voldoen.
Bij
Een longarts vertelt beantwoorden de leerlin-
gen vragen bij een artikel uit de Donorkrant. In het
14
Licht toe dat iedereen, jong, oud, gezond of ziek, zijn
artikel vertelt een kinderlongarts over de transplan-
keuze om donor te worden kan vastleggen in het
tatie van een long. De antwoorden van deze op-
Donorregister. Na overlijden onderzoeken artsen of
dracht staan op pagina 12.
DonorWise - Docentenhandleiding
Antwoorden
Een longarts vertelt
1. Leg in je eigen woorden uit waarom dokter Rottier aan het begin van het interview opgewonden is. Eigen antwoord 2. Er bestaan verschillende redenen waarom sommige kinderen nieuwe longen nodig hebben. Welke twee noemt dokter Rottier? - longen werken niet goed door een ziekte bijvoor- beeld taaislijmziekte - aangeboren afwijking: te kleine of beschadigde longen. 3. Wat doet de organisatie Eurotransplant? Omcirkel het goede antwoord. b. houdt precies bij waar in Europa een long beschikbaar is en waar er één nodig is. 4. Vmbo Een transplantatiecoördinator begeleidt een donatie van begin tot eind. Kleur de taken van een transplantatiecoördinator. - Een transplantatiecoördinator praat met de nabestaanden voor, tijdens en na de donatieprocedure. - Een transplantatiecoördinator controleert of aan de regels is voldaan. havo/vwo Een transplantatiecoördinator begeleidt een donatie van begin tot eind. Bedenk vier taken die een transplantatiecoördinator uitvoert. Probeer je voor te stellen wat de rol van een transplantatiecoördinator inhoudt. Een transplantatiecoördinator: - zorgt voor de nabestaanden voor, tijdens en na de donatieprocedure - meldt alle belangrijke informatie over de donor aan het orgaancentrum - controleert of aan de schriftelijke regels is voldaan voor orgaandonatie - controleert of het donororgaan wel geschikt is voor donatie - is verantwoordelijk voor een zo goed mogelijke behandeling van de orgaandonor 5. Wanneer is een donorlong niet geschikt voor transplantatie? Als de borstkas van de gever en ontvanger niet ongeveer even groot zijn en/of als de bloedgroep niet overeenkomt. 6. Bedenk welke medische handelingen er allemaal uitgevoerd moeten worden tijdens een longtransplantatie. Je kunt het antwoord niet in het artikel vinden. Probeer zelf te bedenken wat er tijdens
een longtransplantatie allemaal moet gebeuren. Verdoven van patiënt, verwijderen oude long, vastmaken nieuwe long. 7. Wat vertelt dokter Rottier over de periode tussen de operatie en het moment dat de patiënt weer naar huis mag? Na één of twee weken worden de slangen uit de borstkas verwijderd. Daarna moet de patiënt weer opnieuw leren ademen. 8. Nadat de patiënt is ontslagen uit het ziekenhuis, moet hij/zij nog regelmatig terugkomen. Wat doet/onderzoekt dokter Rottier bijna bij ieder bezoek bij de patiënt? Omcirkel het goede antwoord. Dokter Rottier.. a. neemt bloed af. b. maakt een röntgenfoto van de longen. c. doet een longfunctieonderzoek. d. a. en b. e. b. en c. f. a., b. en c. 9. De onderstaande zes zinnen beschrijven het proces van transplantatie van begin tot eind. Zet ze in de goede volgorde. a. Donororgaan wordt opgehaald en onderzocht; ondertussen wordt de patiënt in het ziekenhuis onderzocht: is hij/zij niet te ziek om geopereerd te worden? b. Transplantatie vindt plaats. c. Telefoontje aan kinderlongarts: er is een orgaan. d. Patiënt mag naar huis: nog één keer in drie maanden terug komen. e. Ouders van ontvanger worden gebeld. f. Overleg transplantatiecoördinator en chirurg: long geschikt voor kind?
Juiste volgorde: f, c, e, a, b, d
10. ‘Het is een beroep waarbij vreugde en verdriet dicht bij elkaar liggen’. Waarom vindt dokter Rottier dat? Vind jij dat ook? Eigen antwoord 11. Zou je zelf longarts willen zijn? Waarom wel/niet? Eigen antwoord 12. ‘Het allerleukste is om te zien dat kinderen weer gewoon naar school kunnen, gaan sporten en alles doen wat ze willen doen’. Kun je je voorstellen hoe het is om niet naar school te kunnen? Of om niet meer te kunnen sporten. Hoe zou je dat vinden? Wat zou je het meeste missen? Eigen antwoord
Docentenhandleiding - DonorWise
15
Module 2 Donatie en transplantatie in de praktijk
2c. Wachten op een orgaan Bekijk eerst het introductiefilmpje
met het werkblad een interview voor met iemand die . Bespreek
op de wachtlijst staat. Zo leven de leerlingen zich in,
kort of de leerlingen zich kunnen voorstellen hoe het
in het leven van een wachtlijstpatiënt. Bespreek
is om op de wachtlijst te staan. Licht dan de op-
waar je op moet letten bij het houden van een inter-
dracht
Interview toe. De leerlingen bereiden
view. Voordat de leerlingen het interview voorbereiden, bekijken ze de filmpjes
. Verschillende
mensen vertellen waarom ze op de wachtlijst staan
Wachten op een orgaan
voor een donororgaan en hoe dat voor hen (en hun
• wanneer je op de wachtlijst staat voor een orgaan
omgeving) is.
betekent dit vaak dat je een ernstige/levensbedreigende ziekte hebt. Dit beperkt je enorm in je dagelijks
Na het bekijken van de filmpjes bereiden de leerlin-
leven. Je kunt dan niet hetzelfde leven leiden als leef-
gen het interview voor en spelen het interview ver-
tijdsgenoten. Wanneer je op de wachtlijst staat voor
volgens klassikaal of in kleine groepjes na. Neem
een weefsel kun je meestal nog wel redelijk tot zeer
zelf de rol van wachtlijstpatiënt op u of laat een van
goed functioneren in het dagelijks leven;
de leerlingen dit doen. Bereid dit met de leerling
• de wachttijd voor een donororgaan kan erg lang zijn. De gemiddelde wachttijd voor een donornier is bij-
voor. Zorg dat de aspecten in het kader hierboven aan bod komen.
voorbeeld 4,5 jaar. Op www.transplantatiestichting.nl onder het kopje cijfers en feiten kunt u zien hoeveel mensen op de wachtlijst staan voor een bepaald orgaan of weefsel; • als je op de wachtlijst staat, moet je altijd bereikbaar zijn omdat je ieder moment gebeld kunt worden dat er een orgaan voor jou beschikbaar is. Hierdoor kun je niet op vakantie naar het buitenland als je op de wachtlijst staat; • patiënten op de wachtlijst fantaseren veel over hoe het met ze zal gaan na de transplantatie. Veel mensen maken reisplannen, maar fantaseren juist ook over alledaagse dingen die ze dan weer kunnen doen zoals fietsen of uitgaan; • een naderende transplantatie is erg spannend. Het is vaak een zware operatie. Daarom kunnen wachtlijstpatiënten gemengde gevoelens hebben als het eindelijk zover is. Er heerst opluchting, maar tegelijkertijd ook angst of spanning voor de toekomst. En medeleven met de nabestaanden van de donor.
16
DonorWise - Docentenhandleiding
Een ingenieus computersysteem bepaalt naar wie een orgaan of weefsel gaat. De computer doet dit op basis van een aantal vastgestelde medische criteria: • overeenkomst in bloedgroep tussen de donor en de ontvanger; • overeenkomst in weefselkenmerken van de donor en de ontvanger; • lengte en gewicht van de donor en de ontvanger. Dit geldt bij transplantatie van een hart, longen en lever; • medische urgentie; • als er twee “gelijkwaardige” patiënten op de wachtlijst staan, dan gaat het donororgaan naar de patiënt die het langst op de wachtlijst staat; • praktische aspecten zoals afstand, beschikbare tijd en mogelijkheden voor transplantatie kunnen een rol spelen bij de toewijzing van een orgaan. Dit komt omdat vitale organen buiten het lichaam beperkt houdbaar zijn.
Module 2 Donatie en transplantatie in de praktijk
Na het interview voeren de leerlingen in kleine groepjes de opdracht
Match de donor uit. Ze
maakt het meeste indruk op de leerlingen? Waarom? Laat de leerlingen daarna individueel of in Uit het leven van …
proberen door logisch te redeneren vast te stellen
kleine groepjes de opdracht
welke wachtlijstpatiënt een beschikbaar donoror-
maken. De leerlingen bekijken eerst het fictieve
gaan ontvangt. Zo krijgen ze inzicht in de complexi-
weblog en maken daarna de vragen bij het weblog.
teit van het matchen. Bespreek na afloop dat ieder-
Laat bij de nabespreking de volgende aspecten aan
een volgens de wet op de orgaandonatie als gelijke
bod komen:
behandeld wordt en dus evenveel recht heeft op een donororgaan. Hierbij komen vaak medisch-ethische
Het eerste jaar is voor een getransplanteerde vaak
dilemma’s bij de leerlingen naar boven zoals de
een jaar met gemengde gevoelens:
vraag: ‘Hoe weet je dat de donorlongen niet naar een
• euforie vlak na de operatie: blijdschap dat het
roker gaan?’. Dit en andere morele dilemma’s komen
wachten op een geschikt orgaan is afgelopen en
in module 5 aan bod. Bespreek de opdracht na met
dat de operatie geslaagd is
behulp van de informatie in het kader op pagina 13.
• dankbaarheid richting donor • ook op lange termijn blijdschap over wat hij/zij
2d. Na de transplantatie In het startfilmpje
allemaal nu wel kan en voorheen niet kon
vertelt Rene Oud hoe zijn
• maar ook teleurstelling: ook na een transplanta-
leven veranderde na de transplantatie. Kunnen de
tie blijven veel mensen patiënt. Ze moeten medi-
leerlingen zich voorstellen hoe het is om een nieuw
cijnen slikken in verband met afstotingsgevaar,
orgaan te krijgen? Hoe verandert dit je leven?
herstellen van de operatie en ze hebben toch nog steeds een andere levensstijl dan gezonde
Bekijk vervolgens ook klassikaal de overige filmpjes bij het onderdeel
vrienden.
Meer filmpjes. Welk verhaal
Huiswerkopdracht
staat een den Op www.donorwise.nl bij de werkbla stimuleert de leerlinHuiswerkopdracht. Deze opdracht en weefseldonatie. gen om thuis te praten over orgaantie over de Op pagina 26 staat meer informa Huiswerkopdracht.
Docentenhandleiding - DonorWise
17
Module 3
Het donorregistratiesysteem Sluit aan bij de domeinen
3a. Het donorformulier
Mens en Maatschappij Nederlands
In het filmpje
Leerdoelen
vertelt Dennis Storm dat je je
keuze over donatie moet registreren met het donorformulier. Laat de leerlingen individueel, in kleine groepjes of klassikaal het donorformulier inclusief
De leerlingen:
toelichtingen bekijken. Het is zeker niet de bedoeling
• weten hoe het donorformulier er uit ziet;
dat de leerlingen tijdens deze les een formulier in-
• weten hoe donorregistratie in Nederland wette-
vullen. Het gaat er om dat ze het formulier een keer
lijk geregeld is; • weten wat dit voor hen persoonlijk betekent.
hebben gezien en dat ze weten waar ze tijdens het invullen op moeten letten.
Namelijk dat het belangrijk is om je keuze vast
3b. De vier keuzes
te laten leggen in het Donorregister omdat je
In het filmpje
alleen dan zeker weet dat daadwerkelijk gebeurt
zes op het donorformulier toegelicht. Daarna maken
wat jij wil en omdat je dan je nabestaanden niet
de leerlingen de opdracht
confronteert met de donorvraag na je overlijden;
Bij deze opdracht staat het vergelijken van de vier
• weten wat andere mogelijke registratiesystemen zijn.
met Dennis worden de vier keuKwestie van kiezen.
keuzes centraal. De leerlingen inventariseren de vier mogelijkheden en de daarbij behorende voor- en nadelen. Hoewel dit waarschijnlijk al persoonlijke
Keuze 1
dat de leerlingen (uitgebreid) nadenken over hun
Ja, ik geef toestemming
persoonlijke keuze. Het gaat er bij deze opdracht om
Je organen en/of weefsels kunnen na je overlijden gebruikt worden voor transplantatie. Je kunt bij deze optie aankruisen welke organen of weefsels je niet wil doneren.
kennis te nemen van alle mogelijke argumenten zon-
Keuze 2
informatie in de kaders. De eerste twee kaders kunt u
Nee, ik geef geen toestemming Je wordt geen orgaan- of weefseldonor na je dood.
Keuze 3
der hier expliciet persoonlijke conclusies aan te verbinden. Bespreek de opdracht na met behulp van de gebruiken wanneer leerlingen inhoudelijke (leeftijdsgerelateerde) vragen hebben over de keuzes. In het derde kader vindt u voorbeeldargumenten.
Mijn nabestaanden beslissen
Aandachtspunten tijdens bespreking:
Als de overlijdensomstandigheden daarvoor geschikt zijn, beslist je familie of je eventuele partner of je organen of weefsels gebruikt worden voor transplantatie.
• Je keuze is niet definitief. Je kunt je keu-
Keuze 4 Een specifieke persoon beslist Je kiest een specifieke persoon die beslist of je organen en weefsels gebruikt mogen worden voor transplantatie.
18
argumenten oproept, is het nog niet de bedoeling
DonorWise - Docentenhandleiding
ze altijd wijzigen; • Je kunt je keuze ook digitaal vastleggen met een DigiD-code; • Registratie in het Donorregister is niet hetzelfde als je lichaam ter beschikking stellen van de wetenschap.
Module 3 Het donorregistratiesysteem
Leeftijd Ook de leeftijd heeft invloed op wat er gebeurt als iemand overlijdt. In de volgende tabel staat wat er op welke leeftijd gebeurt als je je wel of niet registreert in het Donorregister. * = Geregistreerd betekent dat je een van de vier keuzes hebt vastgelegd in het Donorregister
Jonger dan 12 jaar
12 t/m 16 jaar
Vanaf 16 jaar
Je kunt nog geen officiële keuze vastleggen in het Donorregister. Je ouders of voogd beslissen over wel/geen donatie.
Niet geregistreerd*?
Niet geregistreerd*?
Je ouders of voogd beslissen over wel/geen donatie. Zij moeten het met elkaar eens zijn.
Je partner beslist. Als er geen partner is, beslist je familie.
Wel geregistreerd*
Wel geregistreerd*
Je keuze in het Donorregister is officieel geldig. Keuze JA: je ouders kunnen dit tegenhouden. Keuze NEE: je ouders kunnen dit niet wijzigen.
Keuze 1
Je keuze op het donorformulier is geldig.
Argumenten voor en tegen de vier keuzes
Ja, ik geef toestemming Argumenten voor: • Naastenliefde: Ik wil graag iets voor een ander doen; • Ik heb na mijn dood zelf toch niets meer aan mijn organen en weefsels; • Wederkerigheid: als ik zelf een orgaan of weefsel nodig zou hebben, vind ik het ook fijn dat mensen zich als donor hebben opgegeven; • Geloof: goed voor andere mensen zorgen is een belangrijk uitgangspunt van mijn geloof; • Principe: ‘dat doe je gewoon’. Argumenten tegen: Veel argumenten tegen orgaandonatie komen voort uit angstgevoelens zoals bijvoorbeeld:
• Ik ben bang dat mijn ziel niet goed terecht komt; • Ik ben bang dat ik het toch nog voel; • Dan voel ik me niet meer compleet. Andere argumenten tegen orgaandonatie komen voort uit onwetendheid zoals bijvoorbeeld: • Ik ben bang dat ze me eerder dood laten gaan; • Ik ben bang dat mijn nabestaanden niet goed afscheid kunnen nemen. Andere argumenten zijn: • Geloofsovertuiging: dat mag niet van mijn geloof; • Ik wil heel mijn graf in; • Ik vind het niet fijn voor mijn nabestaanden; • Ik vind dat je ziel dan een beetje dood gaat.
Keuze 2 Ik geef geen toestemming Zie keuze 1. Argumenten die bij keuze 1 voorargumenten zijn, zijn bij keuze 2, tegenargumenten. Argumenten die bij keuze 1 tegenargumenten zijn, zijn bij keuze 2 voorargumenten.
Docentenhandleiding - DonorWise
19
Module 3 Het donorregistratiesysteem
Keuze 3 Mijn nabestaanden beslissen Argumenten voor: • Voor mij maakt het niet meer uit wat er na mijn dood met me gebeurt, voor mijn nabestaanden wel, daarom vind ik dat zij de keuze moeten maken; • Ik heb er wel met nabestaanden over gepraat maar kon (nog) geen keuze maken. Daarom laat ik de beslissing aan een ander over; • Ik wil nu zelf geen beslissing nemen. Argumenten tegen: • Onzekerheid: ik vind het niet fijn dat ik niet weet wat er na mijn dood met mijn organen en weefsels gaat gebeuren; • Ik wil mijn nabestaanden niet met een moeilijke beslissing opzadelen.
Keuze 4 Een specifieke persoon beslist Zelfde argumenten als bij drie. Het verschil is dat je hier een expliciete keuze maakt wie mag beslissen. Als je bijvoorbeeld geen goede band hebt met je officiële nabestaanden kun je voor deze optie kiezen. Een tegenargument is dat je relatie met deze specifieke persoon kan veranderen, je krijgt bijvoorbeeld ruzie. Als je vergeet je keuze te wijzigen kan deze persoon dus alsnog over jouw organen en weefsels beslissen.
3c. Verschillende registratiesystemen Laat het startfilmpje
zien. Vertel dat de leerlin-
gen bij dit onderdeel meer te weten komen over het Nederlandse registratiesysteem en over hoe het registreren in andere Europese landen is geregeld. Bespreek bij het onderdeel
Registratie in
Europa de toelichting op de twee belangrijkste systemen: het toestemmingssysteem, het systeem dat we
Bij dit systeem bepaal je zelf of je je keuze laat vastleggen. Als je je als donor registreert, kunnen je organen en weefsels na je dood gebruikt worden voor transplantatie. Als je aangeeft dat je geen donor wil zijn, mogen je organen en weefsels niet gebruikt worden. Als je niet geregistreerd staat, moeten je nabestaanden na je overlijden beslissen of je donor wordt of niet.
in Nederland hebben, en het geen-bezwaar systeem.
Geen-bezwaarsysteem
Bespreek wat het toestemmingssysteem voor een
Bij een geen-bezwaarsysteem ben je automatisch orgaan- en weefseldonor. Tenzij je hebt laten vastleggen dat je dit niet wilt. In sommige landen wordt, als je dood gaat, eerst nog aan de familieleden gevraagd of zij het ermee eens zijn dat je organen of weefsels voor donatie gebruikt worden.
individu betekent. Als je wilt dat er na je dood daadwerkelijk gebeurt wat jij wilt en als je je nabestaanden na je dood niet wilt confronteren met de donorvraag dan moet je je keuze vastleggen in het Donorregister. Ook wanneer je geen donor wilt zijn. Dit komt in module 4 uitgebreider aan bod.
20
Toestemmingssysteem
DonorWise - Docentenhandleiding
Module 3 Het donorregistratiesysteem
Politieke informatie
Bekijk vervolgens klassikaal of in kleine groepjes de kaart van Europa. Wanneer je op een land klikt, zie
In Nederland heeft het kabinet in 1998 gekozen voor een
je welk registratiesysteem dat land hanteert. De
toestemmingssysteem. De regering is van mening dat met
leerlingen maken daarna de computeropdracht
dit systeem op evenwichtige wijze recht wordt gedaan aan
Zoek het systeem. Ze slepen uitspraken naar
het zelfbeschikkingsrecht, de positie van de nabestaan-
het juiste systeem. Sluit dit onderdeel af met een
den en het (verhogen van het) aanbod van organen. Voor
Lagerhuisdebat over de twee systemen.
een systeemwijziging is een wetswijziging nodig. Het is niet de verwachting dat een dergelijke wetswijziging op
Debatteren
korte termijn plaats zal vinden.
Verdeel de klas in drie groepen: een jury, een groep die het toestemmingssysteem verdedigt en een groep die het geen-bezwaarsysteem verdedigt. De
als op proces: naar elkaar luisteren, respectvol met
verschillende groepen bereiden het debat eerst in
elkaar omgaan).
kleine subgroepjes voor. De groepen die een systeem verdedigen bedenken argumenten voor hun
Let op!
systeem en bedenken hoe ze mogelijke tegenargu-
De discussie is niet bedoeld om één systeem
menten kunnen weerleggen. Maak de leerlingen
als beste aan te wijzen. Het gaat er om dat de
duidelijk dat het mogelijk is dat ze een systeem moe-
leerlingen beide systemen beter leren begrijpen
ten verdedigen waar hun voorkeur niet naar uit gaat.
en inzien dat beide systemen voor- en nadelen
De jury bedenkt op welke punten ze tijdens de dis-
hebben.
cussie gaat letten. Voer het debat. Neem zelf de rol van discussieleider Zet de stoelen zo neer dat de twee groepen leerlin-
op u. Zorg dat u indien nodig de toelichtende teksten
gen die de systemen vertegenwoordigen tegenover
op de systemen uit het onderdeel
elkaar zitten. De jury zit daar achter.
Europa kunt tonen.
Bespreek na tien minuten voorbereiding de opzet
Bespreek het debat na. Wie heeft volgens de jury het
van het debat. De jury geeft aan waar ze op gaat
best gedebatteerd? De jury beoordeelt zowel de
letten (zowel op inhoud: wie geeft beste argumenten,
inhoud als de debatvaardigheden.
Registratie in
Huiswerkopdracht
Op www.donorwise.nl bij
de werkbladen
staat een Huiswerkopdra
stimuleert de leerlingen
orgaan- en weefseldon
cht. Deze opdracht
om thuis te praten over
atie. Op pagina 26 sta at meer informatie over de Huiswerkopdracht.
Docentenhandleiding - DonorWise
21
Module 4
Een keuze maken Sluit aan bij het domein
overleden zijn zij geschikt als donor. Daarom wordt
Mens en Maatschappij
in alle gevallen aan hun nabestaanden gevraagd of de organen en weefsels gebruikt mogen worden
Leerdoelen
voor transplantatie. Maar de slachtoffers hebben
De leerlingen:
nooit met hun nabestaanden gepraat over het on-
• beseffen waarom het belangrijk is om je keuze
derwerp orgaandonatie en hun wensen. Kunnen de
vast te leggen in het Donorregister (namelijk
leerlingen zich voorstellen hoe het voor de nabe-
omdat je dan je familie niet voor een lastige
staanden is om op zo’n verdrietig moment een be-
keuze stelt op een verdrietig moment en omdat
slissing te nemen over iets persoonlijks als orgaan-
je dan zeker weet dat er na je dood gebeurt wat
donatie? Kom samen tot de conclusie dat het be-
jij zelf wil);
langrijk is om je keuze vast te leggen. Alleen dan kun
• begrijpen dat mensen verschillende visies op donatie hebben;
je er voor zorgen dat er daadwerkelijk gebeurt wat jij zelf wilt en dat je nabestaanden geen moeilijke be-
• bedenken welke factoren voor hen belangrijk zijn bij het maken van hun keuze.
slissing hoeven te nemen op een verdrietig moment. Voor meer informatie over donorregistratie in Nederland, kunt u de informatie op pagina 15, 16 en
4a. Waarom een keuze maken? Bespreek kort het filmpje
17 gebruiken.
. In het filmpje vertel-
len een moeder en zus van een overleden jongen
4b. Wat beïnvloedt de keuze?
over de dag van zijn overlijden. Toen duidelijk werd
Bekijk het introductiefilmpje
dat de jongen een verkeersongeluk niet zou overle-
gen daarna via de links bij het onderdeel
ven, kreeg de moeder van de arts de vraag of zijn
vinden anderen? naar fragmenten op YouTube gaan
organen en weefsels gebruikt mochten worden voor
waarin mensen vertellen welke keuze ze hebben
transplantatie. Kunnen de leerlingen zich voorstellen
gemaakt en waarom ze deze keuze hebben ge-
hoe het is om op zo’n moeilijk moment hierover na
maakt. Op het kanaal van Donorvoorlichting zijn dit
te denken?
de filmpjes met als titel ‘Is … donor ja of nee?’. Op Ja
. Laat de leerlinWat
of Nee gaat het om interviews van Willy Wartaal met Laat de leerlingen vervolgens de krantenberichten bij de opdracht
diverse bekende Nederlanders.
Uit het nieuws lezen. Bespreek
klassikaal de overeenkomsten tussen de verschil-
Bepaal of de leerlingen zelf mogen kiezen welke
lende krantenberichten. In alle berichten gaat het
filmpjes ze willen bekijken of dat u dit wilt sturen. In
om mensen die op de intensive care van een zieken-
het schema op de volgende pagina ziet u de belang-
huis zijn overleden. Vertel dat de slachtoffers nog
rijkste informatie van enkele geschikte fragmenten.
meer gemeenschappelijk hebben: alle slachtoffers
Laat de leerlingen tijdens het kijken opschrijven
staan niet geregistreerd in het Donorregister. Dit
welke argumenten ze horen.
betekent dus dat zij tijdens hun leven geen keuze
22
hebben vastgelegd over donatie. Doordat de slacht-
Bespreek de fragmenten na. Wat vonden de leerlin-
offers op de intensive care van het ziekenhuis zijn
gen van de gegeven argumenten? Welke factoren
DonorWise - Docentenhandleiding
Module 4 Een keuze maken
Erman YouTube
Kanaal Donorvoorlichting Ja Keuze Motivatie Erman is arts en wil graag mensen helpen. Door een orgaan te doneren kun je mensen helpen. “De blik in de ogen van een patiënt die net een orgaan heeft ontvangen zegt alles. Daarom ben ik Citaat donor.”
Lisa YouTube Keuze Motivatie Citaat
Kanaal Donorvoorlichting Ja Wil andere mensen helpen “Ik vind het logisch dat als je gezond bent, je andere mensen kan helpen na je dood. Waarom niet?”
Joanna YouTube Keuze Motivatie Citaat
Kanaal Donorvoorlichting Nee, nog niet maar is wel van plan een ja te registeren. Heeft van dichtbij meegemaakt hoe het is om langdurig op de wachtlijst te staan. “Als je het zelf zou willen krijgen, gun het dan ook aan anderen.”
Wubbo Ockels YouTube Keuze Motivatie Citaat
Kanaal JaofNee Ja Als jij of iemand waar je omgeeft een donororgaan nodig heeft, vind je het ook fijn als dat beschikbaar is. “Donorschap betekent voor mij dat mocht één van de mensen die mij lief zijn iets krijgen waardoor ze een donor nodig hebben, incl. mijzelf, dan wil ik wel heel graag dat er donors zijn.”
Charly Luske YouTube Keuze Motivatie Citaat
Kanaal JaofNee Nee, maar is het wel van plan Het is er nog niet van gekomen. “Ik ben nog geen donor. Dit komt door laksigheid. Pure laksigheid. Ik weet niet wat een reden is om het niet te doen. Ik heb niets aan m’n lever als ik dood ben. Ze mogen alles van me hebben. Ik word bij deze donor.”
Docentenhandleiding - DonorWise
23
Module 4 Een keuze maken
Dries Roelvink YouTube Kanaal JaofNee Keuze Nee Motivatie Twijfelt nog Citaat “Ik wil het nog eens overleggen met mijn dierbaren. Het zou best eens kunnen dat ik daardoor overstag ga.”
ar Jasmine Send YouTube Kanaal JaofNee Keuze Nee Motivatie Ze wil zich er eerst meer in verdiepen voordat ze keuze maakt. Citaat “Ik ben ook een beetje bang gemaakt vroeger denk ik, door die orgaanmaffioso. Dat is de angst, je gaat voor een heel simpel iets, bijvoorbeeld een blinde darmontsteking naar het ziekenhuis. Straks doen ze dan niet hun best omdat je donor bent.”
vinden de leerlingen zelf belangrijk bij het maken
vragenlijst denken de leerlingen na over welke facto-
van hun keuze? Bespreek dit kort en laat de leerlin-
ren invloed hebben op hun keuze over orgaandona-
Wat vind jij
gen daarna individueel de opdracht
belangrijk? maken. Aan de hand van een digitale
tie. Afhankelijk van de sfeer in de groep bepaalt u of u de resultaten klassikaal wilt bespreken of niet.
Huiswerkopd
Op www.donor
racht
wise.nl bij de
werkbladen staat een cht. Deze opdr ac ht st imuleert de le lingen om thui ers te praten ov er orgaan- en natie. Op pag weefseldoina 26 staat meer inform Huiswerkopd atie over de racht. Huiswerkopdra
24
DonorWise - Docentenhandleiding
Module 5
Jouw kijk op orgaandonatie Sluit aan bij de domeinen
eindmening vormt maar wel dat iedereen het dilem-
Nederlands Mens en Maatschappij
ma herkent en kan benoemen. De stellingen verschijnen één voor één op het scherm. Bepaal of u van tevoren een of meerdere
Leerdoelen
stellingen wilt selecteren of dat de leerlingen de
De leerlingen:
stellingen mogen kiezen. Gebruik één van de vol-
• maken op basis van de opgedane kennis en
gende discussievormen:
ervaringen uit de vorige modules een persoon• Spreektijd per groepje
lijke afweging over donatie; • discussiëren over diverse dilemma’s rondom donatie.
Verdeel de klas in groepjes. De groepjes discussiëren eerst onderling vijf minuten over de stelling en proberen tot een groepsmening te komen.
5a. Jouw visie op orgaandonatie
Vervolgens krijgt elk groepje een minuut de tijd om
De leerlingen schrijven aan de hand van het werkblad
hun groepsreactie op de stelling toe te lichten. Er
Persoonlijke note een betoog waarin ze hun visie
mag nog niet op elkaar gereageerd worden. Als alle
op (een aspect van) donatie behandelen. Stimuleer
groepjes hun reactie hebben gegeven, volgt er een
de leerlingen de schrijfvaardigheden toe te passen
open discussie. Sluit de discussie als u het gevoel
die ze bij Nederlands hebben geleerd. Bepaal zelf of u
heeft dat er geen nieuwe argumenten meer worden
de betogen klassikaal bespreekt of niet. Dit is afhan-
gegeven. Vervolgens bespreekt elk groepje onderling
kelijk van de sfeer in de groep en de manier waarop u
of ze hun aanvankelijke mening hebben herzien. Tot
met privacy van de leerlingen om wilt gaan.
slot krijgt elk groepje weer 1 minuut om hun eindconclusie te verwoorden.
5b. Moeilijke kwesties De leerlingen bespreken diverse
Stellingen over
• Brillen
morele en ethische dilemma’s rondom orgaandona-
Verdeel de klas in groepjes. Elk groepje bekijkt de
tie. Het is niet noodzakelijk dat iedereen een
stelling of vraag door een andere bril. Zo bekijken ze
opdracht Huiswerk e.nl bij de werkbladen
staat een de leerlin onorwis stimuleert t h c Op www.d ra d p . Deze o eldonatie opdracht. - en weefs n a a rg Huiswerk o r ten ove e uis te pra tie over d gen om th r informa e e m t a a 26 sta Op pagin opdracht. Huiswerk
Docentenhandleiding - DonorWise
25
Module 5 Jouw kijk op orgaandonatie
het onderwerp vanuit een ander perspectief en ver-
donor, ontvanger, nabestaande, iemand op de
plaatsen ze zich in een ander. Mogelijke rollen zijn:
wachtlijst. De discussie verloopt als volgt: 1. Introduceer de stelling en wijs de verschillende rollen toe;
De stellingen • Je moet ook een orgaan of weefsel kunnen ontvangen als je zelf geen donor wil worden. • De beslissing over donatie moet altijd aan de nabestaanden worden overgelaten. • Ik wil alleen donor worden als mijn organen of weefsels naar bekenden gaan. • Een rookverslaafde heeft geen recht op donorlongen. • Ik wil alleen donor zijn als je zelf mag bepalen wie de ontvanger is. • Jij of je nabestaanden moeten geld ontvangen als je donor bent/ wordt. • Een moordenaar heeft geen recht op een donororgaan of donorweefsel. • Iedereen moet automatisch donor zijn, tenzij je aangeeft dat je dat niet wil. • Ik wil alleen donor worden als allebei mijn ouders het met die beslissing eens zijn.
2. De leerlingen overleggen in hun groepje; 3. Discussie; 4. Afsluiting • Lucifergesprek Geef elke leerling drie lucifers (of iets anders). Spreek met de leerlingen af dat ze elke keer als ze iets zeggen, een lucifer moeten inleveren. Dit dwingt de leerlingen om zuinig met hun spreekmogelijkheden om te gaan. Met Wat vindt de klas? kunt u inventariseren hoeveel leerlingen het met de stelling eens zijn en hoeveel leerlingen het niet met de stelling eens zijn. Doe dit voorafgaand aan de discussie en achteraf.
Huiswerk
Opdracht De Huiswerkopdracht vindt u bij het werkbladenoverzicht op www.donorwise.nl. De Huiswerkopdracht is niet gekoppeld aan een bepaalde module. De opdracht kan op elk gewenst moment ingezet worden. Het doel van de Huiswerkopdracht is om het onderwerp orgaan- en weefseldonatie thuis aan de keukentafel bespreekbaar te maken. Om het onderwerp Hoe zit op een interactieve manier thuis te introduceren kunnen de leerlingen eerst de quiz dat? uit module 1 met hun gesprekspartner doen. Met de quiz ontdekken ouders en leerlingen hoeveel de ouders over het onderwerp weten. Daarna volgt een gesprek over orgaan- en weefseldonatie. De leerlingen bepalen zelf of ze het uitsluitend over de feitelijke kant van donatie willen hebben en/of over de persoonlijke kant. De leerlingen bereiden het gesprek voor met . Van het gesprek maken ze een verslag. het werkblad
26
DonorWise - Docentenhandleiding
Module 6
Persoonlijke keuze Sluit aan bij:
hij/zij achttien wordt een brief krijgt van de minister
Maatschappijleer/ Maatschappijwetenschappen Godsdienst / Levensbeschouwing
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met de vraag
Leerdoelen:
De leerlingen bekijken het filmpje
een keuze te maken over orgaandonatie en deze keuze ook vast te leggen in het Donorregister. en schrijven
De leerlingen:
op hun werkblad
•
beseffen waarom het belangrijk is om je keuze
niet je keuze zou moeten vastleggen. Daarna bekij-
vast te leggen in het Donorregister (namelijk
ken ze de link met meer informatie en formuleren ze
omdat je dan je familie niet voor een lastige
of zij het zelf belangrijk vinden om hun keuze vast te
keuze stelt op een verdrietig moment en om-
leggen. Benadruk in de nabespreking dat je alleen
dat je dan zeker weet dat er na je dood ge-
wanneer je je keuze vastlegt er voor kunt zorgen dat
beurt wat jij zelf wil);
er daadwerkelijk gebeurt wat jij zelf wilt na je overlij-
•
bedenken welke onderwerpen voor hen be-
den. Ook hoeven je nabestaanden dan geen moei-
langrijk zijn bij het maken van hun keuze;
lijke beslissing te nemen op een verdrietig moment.
•
bespreken met hun klasgenoten welke vragen
Op pagina 19 van deze docentenhandleiding kunt u
ze hebben over deze onderwerpen;
zien wat de consequenties zijn van wel of niet regi-
weten waarom ze eventueel nog geen keuze
streren op verschillende leeftijden. Bespreek ook
hebben kunnen maken en wat ze kunnen
dat elke keuze over orgaandonatie een juiste keuze
doen om wel tot een keuze te komen.
is, als je maar een keuze maakt.
•
argumenten waarom je wel of
Let op! Het is niet de bedoeling dat de leerlingen
6c. Hoe maak jij een keuze?
tijdens deze les een keuze maken en een donorfor-
In het filmpje
mulier invullen. Het gaat erom dat ze kennis nemen
langrijk is om je keuze vast te leggen en met andere
van de mogelijkheden en inzicht krijgen in hun ratio-
mensen te praten voordat je een keuze maakt.
nele en emotionele overwegingen.
Bespreek kort klassikaal welke onderwerpen een rol
vertelt Dennis Storm dat het be-
kunnen spelen bij het maken van je keuze. Laat de
6a. De vier keuzes
leerlingen daarna de filmpjes bekijken van het on-
Indien nodig bekijken de leerlingen bij de
derdeel Wat vinden anderen? In deze fragmenten
Basiskennis eerst Module 3a Het donorformulier uit
vertellen mensen welke keuze ze hebben gemaakt
de onderbouwmodule. Daarna bekijken ze het
en waarom. De leerlingen maken daarna individueel
filmpje
met Dennis Storm over de vier keuzes.
de opdracht
Wat vind jij belangrijk?. Aan de
Bij elke keuze legt een jongere uit waarom hij/zij
hand van een digitale vragenlijst denken zij na over
deze keuze heeft gemaakt.
onderwerpen die invloed hebben op hun eigen keuze over orgaandonatie. De uitslag vormt het uit-
6b. Waarom een keuze maken? (herhaling onderbouwmodule 4b)
gangspunt voor Module 6e.
Vertel dat in Nederland iedereen in het jaar nadat
Docentenhandleiding - DonorWise
27
Module 6 Persoonlijke keuze
6d. Wijze lessen Laat het filmpje
Strengere stromingen in verschillende religies staan zien. Zijn er leerlingen voor wie
vaak negatiever tegenover orgaan- en weefseldona-
het geloof een belangrijk onderwerp is? Sommige
tie dan minder strenge stromingen. Die zijn vaak
mensen denken bijvoorbeeld dat ze geen orgaando-
positief over orgaan- en weefseldonatie.
nor kunnen zijn omdat hun geloof orgaan- en weefseldonatie niet goedkeurt. Inventariseer welke religies
6e. Things to do
de leerlingen hebben. Weten ze wat de opvattingen
Met deze opdracht krijgen de leerlingen inzicht in
van hun religie zijn over orgaan- weefseldonatie? Met
hun rationele en emotionele overwegingen ten aan-
de opdracht
Wijze lessen maken de leerlingen
zien van orgaandonatie. Zorg voor een veilige sfeer
kennis met mogelijke opvattingen en worden ze gesti-
in de klas. Voordat de leerlingen dit onderdeel kun-
muleerd na te denken over hun eigen opvattingen.
nen doen moeten ze onderdeel 6c hebben gemaakt.
Het onderdeel Wijze lessen bestaat uit tegelwijshe-
Vraag uw leerlingen wie al een keuze gemaakt heeft,
den. Een tegel bestaat uit een opvatting en een toe-
en wie nog geen keuze heeft kunnen maken.
lichting op deze opvatting. Door op een digitale tegel
Maak gemengde groepjes met leerlingen die nog
te klikken of gebruik te maken van de ‘draai om’-knop
geen keuze gemaakt hebben en leerlingen die dat al
verschijnt de toelichting. Van elke religie bestaan twee
wel gedaan hebben: ‘de helpers’. Leerlingen die nog
tegels: een tegel waaruit je kunt concluderen dat de
geen keuze hebben gemaakt gaan aan de slag met
religie positief staat tegenover orgaan- en weefseldo-
de opdracht
natie én een tegel waaruit je kunt concluderen dat de
keuze hebben gemaakt doen de opdracht
religie orgaan- en weefseldonatie afkeurt.
een klasgenoot. Ook leerlingen die nog geen keuze
Things to do. Leerlingen die wel een Help
gemaakt hebben, kunnen elkaar uiteraard helpen. De leerlingen bekijken individueel alle tegeltjes. Elke leerling kiest er twee: een tegel waarvan de inhoud
De leerling die zelf nog geen keuze heeft gemaakt
hem of haar het meest aanspreekt en een tegel
volgt de aanwijzingen op het scherm. De onderwer-
waarvan de inhoud hem of haar het minst aan-
pen die hij of zij belangrijk vond in de test van 6c
spreekt. De leerlingen schrijven op waarom ze het
komen één voor één langs. Met het werkblad
wel of niet met de teksten eens zijn.
Onderwerpen brengt de leerling in kaart wat nog een
Eventueel bedenken ze zelf ook nog een tegeltekst.
rol speelt bij het maken van een keuze.
Bespreek de opdracht klassikaal na. Kom samen tot
De helpers gaan in gesprek met hun klasgenoot om
de conclusie dat over orgaan- en weefseldonatie
de onderwerpen bespreekbaar te maken, vragen te
verschillend wordt gedacht. Ook binnen een religie
stellen en tips te geven. Hierbij gebruiken zij het
zijn er meestal zowel voor- als tegenstanders van
werkblad
orgaan- en weefseldonatie. Voor veel gelovigen
Things to do vult de leerling die nog geen keuze
speelt het dilemma onaantastbaarheid van het li-
gemaakt heeft in wat hij of zij gaat doen om een
chaam tegenover naastenliefde. Eigenlijk kun je niet
keuze te kunnen maken.
beweren dat alle mensen binnen één levensbeschouwing ‘voor’ of ‘tegen’ orgaandonatie zijn.
28
DonorWise - Docentenhandleiding
Gesprekstips. Op het werkblad
Module 7
Jouw blik op donatie Sluit aan bij:
Vmbo: Ingezonden stuk
Nederlands Maatschappijleer / Maatschappijwetenschappen
Kenmerken ingezonden stuk: • gericht op groot publiek; • schrijfdoel: mening geven en eventueel tot handelen aansporen; • pakkende kop; • naam en eventueel functie vermelden.
Leerdoelen: De leerlingen: •
schrijven een ingezonden stuk over (hun persoonlijke afweging over) donatie (vmbo);
•
•
schrijven een betoog of beschouwing over (hun persoonlijke afweging over) donatie (havo/
Havo /vwo: betoog of beschouwing
vwo);
Kenmerken betoog: • bevat duidelijk standpunt dat voorzien is van voldoende objectieve argumenten; • heeft een consistente opbouw en is controleerbaar; • bevat geen drogredenen; • argumenten van tegenstanders komen aan bod en worden weerlegd; • de schrijver wil met behulp van argumenten de lezer overtuigen van zijn mening.
voeren een discussie of een debat over diverse dilemma’s rondom donatie (vmbo en havo/ vwo).
7a. Jouw visie op donatie De leerlingen schrijven aan de hand van het werkblad
Write it down een ingezonden stuk (vmbo)
of een betoog of beschouwing (havo/vwo). Bespreek eventueel vooraf klassikaal wat de belangrijkste tekstkenmerken zijn.
7b. Dilemma’s De leerlingen bespreken diverse
Stellingen
Kenmerken beschouwing: • mogelijke verklaringen en verschillende meningen worden belicht; • de schrijver wil het publiek aan het denken zetten over verschillende kanten van een onderwerp; • mening van de schrijver komt wel aan bod maar zonder dat de schrijver probeert de lezer te overtuigen van zijn mening.
over morele en ethische dilemma’s rondom orgaandonatie. De stellingen verschijnen één voor één op het scherm. Bepaal of u van tevoren één of meerdere stellingen wilt selecteren of dat de leerlingen de stellingen mogen kiezen. Kies van tevoren of de leerlingen een discussie of een debat voeren. Bespreek eventueel klassikaal wat de verschillen tussen een debat en discussie zijn. Afhankelijk van de keuze voor een discussie of debat vervullen de leerlingen verschillende rollen (zie het schema op pagina 10). Wijs deze rollen van tevoren aan de leerlingen toe.
Docentenhandleiding - DonorWise
29
Module 7 Jouw blik op donatie
De stellingen: • • • • • • • • • •
Als je zelf geen donor wilt worden mag je ook geen orgaan of weefsel ontvangen. De beslissing over donatie moet altijd aan de nabestaanden overgelaten worden. Ik wil alleen donor worden als ik zelf mag bepalen wie mijn organen en weefsels ontvangen. Een rookverslaafde heeft geen recht op donorlongen. Een moordenaar heeft geen recht op een donororgaan of donorweefsel. Jij of je nabestaanden moeten geld ontvangen als je donor bent / wordt. Iedereen moet automatisch donor zijn tenzij je aangeeft dat je dat niet wil. Orgaandonatie past niet binnen mijn geloofsopvatting. Als je je aanmeldt als donor moet je een beloning krijgen. Voorlichting over orgaan- en weefseldonatie moet verplicht worden op scholen.
Discussie
Debat
Kenmerken
Kenmerken
• De leerlingen richten zich tot elkaar en proberen elkaar te overtuigen;
• De leerlingen richten zich tot het publiek en proberen het publiek te overtuigen van hun gelijk;
• Het doel is om uiteindelijk consensus te bereiken;
• Het doel is om het publiek te overtuigen;
• Leerlingen kunnen hun standpunt tijdens • Leerlingen blijven tijdens een debat bij hun de discussie veranderen; standpunt en verdedigen dit;
30
• Oplossingsgericht;
• Gericht op tegenstellingen;
• Medeleerlingen vormen publiek en observatoren bepalen eindconclusie.
• Medeleerlingen vormen publiek en jury. Jury bepaalt de winnaar van het debat.
Rollen
Rollen
• Voorzitter
• Voorzitter
• Deelnemer aan discussie
• Deelnemer aan discussie
• Observator
• Jury
• Notulist
• Notulist
• Publiek
• Publiek
DonorWise - Docentenhandleiding
Module 8
Profiel- of sectorwerkstuk Sluit aan bij: Biologie Maatschappijleer/ Maatschappijwetenschappen
Leerdoelen: De leerlingen: •
weten welke stappen ze moeten zetten bij het maken van een profiel- of sectorwerkstuk;
•
weten waar ze terecht kunnen voor informatie over orgaan- en weefseldonatie;
•
analyseren, interpreteren, verwerken en vormen een mening over de informatie;
•
maken een profiel- of sectorwerkstuk over (een deelaspect van) orgaan- en weefseldonatie.
8a. Wat en hoe? Tips Orgaan- en weefseldonatie is een geschikt onderwerp voor een profiel- of sectorwerkstuk voor Biologie of een maatschappelijk vak. In hun werkstuk belichten de leerlingen een deelaspect van orgaan- en weefseldonatie. Ze kunnen bijvoorbeeld ingaan op het biologisch proces bij de transplantatie van een bepaald orgaan. Of ze bespreken hoe het registratiesysteem in Nederland geregeld is en waarom en hoe dit systeem aangepast zou kunnen worden. Op het
Stappenplan worden meer onder-
werpen besproken. Het stappenplan helpt de leerlingen bij de voorbereiding en uitvoering van het profiel- of sectorwerkstuk. Vul de informatie op het stappenplan eventueel aan met schoolspecifieke eisen voor het profiel- of sectorwerkstuk.
8b. Beeldbank De beeldbank bestaat uit filmpjes en afbeeldingen die de leerlingen kunnen gebruiken voor hun werkstuk.
Docentenhandleiding - DonorWise
31
www.donorwise.nl
32
DonorWise - Docentenhandleiding