VOORBEELD
AAN:
WEBSITE EFFECTIEVE ARBEIDSTOELEIDING
Werk loont Beschrijving van de interventie
Datum beoordeling panel: Datum eerste herziening: Datum tweede herziening:
[03-07-2008] [dd-mm-jjjj] / nvt [dd-mm-jjjj] / nvt
1
Inhoudsopgave 1
Beschrijving van de interventie ....................................................................................................... 3 1.1 Toelichting op de naam van de interventie............................................................................. 3 1.2 Doel van de interventie........................................................................................................... 3 1.3 Doelgroep van de interventie ................................................................................................. 3 1.4 Omschrijving van de interventie ............................................................................................ 4 1.4.1 Methodiek .......................................................................................................................... 4 1.4.2 Onderbouwing: Probleem- of risicoanalyse....................................................................... 5 1.4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak............................................................ 5 1.4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en borging........................................................................... 8 1.5 Beschrijving onderzoek effectiviteit ...................................................................................... 8 1.6 Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit ......................................................... 10 1.7 Overige voorwaarden voor toepassing ................................................................................. 11 1.8 Overige informatie ............................................................................................................... 11
2
1
Beschrijving van de interventie
1.1
Toelichting op de naam van de interventie Algemeen geaccepteerde arbeid is een opstap naar passende arbeid Werk loont verwijst naar het belang van de klant om ander werk of werk op een lager niveau aan te nemen, dan dóór te zoeken naar (nog) passender kansen die misschien toch níet voorbij zullen komen. Een specifiek Work First project, waarin aan de poort een baan van 3 maanden aangeboden wordt bij WSW/UW, en ingezet wordt op ontwikkeling en behoud van werknemersvaardigheden. Tevens wordt deze werknemers parallel gerichte zoek- en bemiddelingsbegeleiding aangeboden.
1.2
Doel van de interventie Betaald regulier werk is het hoofddoel van deze aanpak Positieve en respectvolle eenduidige benadering van de klant De toegang tot de WWB wordt bemoeilijkt; verwachte percentage klanten dat afziet van de aanvraag uitkering en dus niet deelneemt aan Werk Loont bedraagt tussen de 10 en 15%. Dit is gebaseerd op landelijke ervaringscijfers. Bij de effectmeting wordt ook de koppeling met de bestandsinformatie UWV en CWI meegenomen. Zichtbare implementatie van de cultuur: werk boven uitkering Minimaal 35% van de gestarte werknemers stroomt uit in een reguliere baan en 20% naar gesubsidieerde baan. Het realiseren van een sluitende aanpak aan de “achterkant’’. Verbreding van kennis en werkzaamheden van haar klantmanagers met uitstroomgerichte activiteiten.
Toets Theoretisch Effectief Zijn er expliciete doelen geformuleerd?
1.3
Ja X
Nee
Doelgroep van de interventie
Voor wie is de interventie bedoeld? Alle nieuwe aanvragers van een WWB uitkering in de doelgroepen 1 t/m 4 vanaf 27 jaar die zich melden voor een WWB uitkering. Binnen een pilot heeft verfijning plaatsgevonden met een aanpak voor (1) Niet-Willers, (2) Taal op de Werkvloer voor werknemers met taalachterstand en (3) een Succesteam voor hoogopgeleiden. De verwachte totale instroom bedraagt circa 75 werknemers per maand. Prevalentie Het gaat om alle nieuwe instroom in de bijstand.
3
Spreiding De doelgroep is over het gehele land te vinden. Contra-indicatiecriteria Personen die niet kunnen werken en/of waarvan voor de kinderen geen kinderopvang beschikbaar is Toets Theoretisch Effectief Bevat de documentatie een definitie van de doelgroep met demografische kenmerken en/of aard van de problematiek?
1.4
Ja X
Nee
Omschrijving van de interventie
1.4.1 Methodiek Selectie, intake en diagnostiek Bij de poort is er een intensieve samenwerking tussen het CWI en SoZaWe. De klant wordt in een korte doorlooptijd gescreend op rechtmatigheid en doelmatigheid. Daarnaast is het de taak van de poortwachter de registratie zo vast te leggen dat gegevens beschikbaar zijn voor draaideur werknemers en juiste managementinfo. Uitvoering en activiteiten Deelnemers komen na intake maximaal drie maanden in dienst bij Apprenti. Dit bedrijf wordt bemand door de gemeente Utrecht, Alexander Calder en UW bedrijven (sociale werkvoorziening). Apprenti biedt werk, werktraining en een inkomen net boven het minimumloon. De eerste maand doen de werknemers drie dagen per week meestal eenvoudig productiewerk. Na de eerste maand wordt ander werk aangeboden waarbij ook een detachering bij een externe werkgever tot de mogelijkheden behoort. Een dag per week volgen de werknemers re-integratieactiviteiten waarbij ook diagnose instrumenten worden ingezet. Apprenti heeft continu 150 tot 200 deelnemers in dienst. (totaal van 900 in 2007) Voor iedere deelnemer staat uitstroom naar werk vanaf de start centraal. Na negen weken traject krijgt iedere deelnemer een trajectadvies zodat sluitende aanpak naar een vervolgtraject (zorg, korte activering, lange activering). Sanctiebeleid Ten onrechte werk weigeren leidt tot een maatregel. Locatie van uitvoering Een bij de fase in het traject passende omgeving (school, opleidingscentrum, werkkring, reintegratie-instituut). Toets Theoretisch Effectief Bevat de methodiek een protocol dat / een handleiding die de benodigde handelingen
Ja X
Nee
4
(volgorde, duur, frequentie, intensiteit) en materialen aangeeft?
1.4.2 Onderbouwing: Probleem- of risicoanalyse Kenmerken risico of probleem Reïntegratie draait in de gehanteerde optiek in feite om een verandering in doen én denken waarbij oude, inefficiënte denk- en gedragssjablonen vervangen worden door nieuwe, doelmatige. Marie Jahoda is sinds de jaren '70 één van de meest gerespecteerde auteurs over de gevolgen van werkloosheid. Het model dat ze ontwikkelde om de gevolgen van werkloosheid in kaart te brengen inspireerde een groot deel van de werkloosheidsstudies. Haworth (1986) gaf het een naam, het 'Latente Deprivatie Model'. De centrale idee van dit model is dat institutionele of bezoldigde arbeid een aantal essentiële functies vervult in het leven van individuen. Arbeid is bovendien de enige instelling in onze geïndustrialiseerde samenlevingen die het geheel van deze functies samen vervult. Jahoda maakt hierbij een onderscheid tussen de manifeste en latente functies van het werk. De manifeste functies van arbeid zijn bewust gewild. Zij vormen de reden waarom men arbeid verricht. Deze functies van arbeid (bezoldiging en andere materiële voordelen) worden als een normaal onderdeel van het arbeidsproces beschouwd. In die zin is een rechtvaardige bezoldiging geen directe aanleiding tot arbeidsvreugde. De latente functies zijn niet bewust gewild en worden niet als een essentieel onderdeel van het arbeidsproces gepercipieerd. Ze komen vooral tot uiting wanneer ze niet langer vervuld worden. Bij werklozen blijkt hoe belangrijk deze functies zijn, niet alleen in het arbeidsproces zelf - waar ze verantwoordelijk zijn voor de positieve motivaties maar voor de totale gedragsoriëntatie van individuen. Jahoda onderscheidt vijf latente functies van bezoldigde arbeid: 1. arbeid structureert de tijd van individuen; 2. arbeid is een belangrijke bron van sociale contacten en sociale ervaringen; 3. arbeid verbindt een individu met doeleinden die zijn of haar persoonlijke preferenties overstijgen; 4. arbeid levert status en identiteit en draagt op die manier bij tot de definitie van iemands positie in de samenleving; 5. arbeid dwingt tot activiteit en biedt kansen om handelingen te stellen met zichtbare consequenties en tot het ontwikkelen en uitdrukken van competenties en vaardigheden. Toets Theoretisch Effectief Is het probleem duidelijk omschreven? Is duidelijk wie het probleem heeft? Is er een analyse gemaakt van de met het probleem samenhangende oorzakelijke, risico-, in stand houdende of verzachtende factoren?
Ja X X
Nee X
1.4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak Koppeling risico/probleem - doelen - aanpak
5
Gedragsverandering centaal Om gedrag te veranderen willen ’we’ de klant veel zien, hem structuur en regelmaat bieden, contacten met anderen en vooral een positieve, op werk gerichte omgeving. Het opdoen van positieve ervaringen in een werkomgeving versnelt de gedragsverandering en dus de kans op plaatsing in regulier werk. De visie is gestoeld op een rationeel en positief mensbeeld. In dit mensbeeld is een van de uitgangspunten dat mensen altijd een keuze hebben, en dat het maken van keuzes een bijdrage levert aan de persoon. Deze keuzes zijn een gevolg van en ook weer voorwaarden tot het leveren van een inspanning en het realiseren van een prestatie. De visie wordt in vijf stappen uitgewerkt: Er zijn meer kansen dan plaatsingen. Zelfs in tijden van laagconjunctuur zijn er voor werkzoekenden veel kansen voor het verkrijgen van reguliere arbeid. Getallen kunnen mensen eerder demotiveren dan activeren. Als er 200.000 vacatures openstaan en er zijn 400.000 werkzoekenden, lijkt het alsof er slechts een kans van een op twee is. Als echter blijft dat er jaarlijks één miljoen “verborgen” vacatures zijn die ook opgevuld worden, zijn er plotsklaps 1.400.000 mensen die 1.200.000 vacatures kunnen vervullen. Een kans van 1 op 1,1 …. Kansen missen is gedrag. Werkloosheid is op dit moment nog steeds het gevolg van gemiste kansen. En het missen van kansen is één op één gerelateerd aan gedrag. Overigens is dit niet altijd het gevolg van verwijtbaar gedrag van de cliënt. Als werkende heeft het missen van kansen veel minder ingrijpende gevolgen dan als werkloze. Het is niet vreemd dat niet onmiddellijk alle kansen worden benut. Daarnaast is de “energiehuishouding” van een werkloze bijna altijd véél lager dan van een werkende. Ook dit gedrag is niet altijd verwijtbaar. De meeste werknemers hebben een werkstructuur nodig om tot een optimale prestatie te komen. Gedrag kun je beïnvloeden. Het voortduren van werkloosheid is het gevolg van gedrag. Het prettige van gedrag is dat je het kunt veranderen. Er is een eeuwige discussie over het aangeboren zijn of aangeleerd zijn van gedrag. Aangeboren gedrag is niet of nauwelijks te beïnvloeden, zo wordt gezegd. Arbeidsmarktgedrag is echter niet aangeboren, het is nauwelijks voorstelbaar dat de mens een gen ontwikkeld heeft om de arbeidsmarkt passief te benaderen. Het niet grijpen van kansen is aangeléérd gedrag. Gedrag wat je aangeleerd is, kun je met ander aangeleerd gedrag “overschrijven”. Dit heet gedragsverandering. Beïnvloeding is effectiever in een sociale omgeving. Door met anderen over zoekgedrag te communiceren verandert dit gedrag. Opdrachten om bijvoorbeeld in groepen alle positieve eigenschappen van elkaar te omschrijven werkt inzichtelijk naar meerdere kanten. Zo krijgen nieuwe gedachten en gedrag een relevante bedding. Dit impliceert een snellere mogelijkheid en rechtvaardiging tot verandering. Beïnvloeding is duurzamer wanneer gebruik wordt gemaakt van een dynamisch cognitief model. In de operationalisering van dit dynamisch cognitief model spelen de volgende aspecten een rol: Algemeen geaccepteerde arbeid is een opstap naar passende arbeid Het is belangrijker om ander werk of werk op een lager niveau aan te nemen, dan dóór te zoeken naar (nog) passender kansen die misschien toch níet voorbij zullen komen (het ideaal of wensberoep). Aan de aanvaarding van algemeen geaccepteerd werk gaat het onderkennen door de klant van deze realiteit vooraf Re-integratie naar regulier werk gaat voor productieactiviteiten Doel van Werk Loont is regulier werk en blijvend uit de uitkering. Regulier werk gaat daarom altijd voor. Er wordt uitstroombegeleiding georganiseerd op aparte dagdelen maar het kan altijd voorkomen dat een concrete kans op werk zich voordoet op een werkdag. 6
Sluitende aanpak aan de “achterkant” Voorkomen moet worden dat werknemers de tijd gaan ‘uitzitten’ omdat ze denken dat ze na drie maanden met rust gelaten worden. Een vervolgtraject op maat (via de reguliere werkwijze van de gemeente) is bij medewerkers die niet doorstromen naar de reguliere arbeidsmarkt een automatisch vervolg. De werknemers weten dit vanaf het begin. Direct werk Reïntegratie draait in de optiek van deze interventie om een verandering in doen én denken waarbij oude, inefficiënte denk- en gedragssjablonen vervangen worden door nieuwe, doelmatige. Om gedrag te veranderen wordt de klant veel gezien, wordt hem structuur en regelmaat geboden, alsmede contacten met anderen en vooral een positieve, op werk gerichte omgeving. Het opdoen van positieve ervaringen in een werkomgeving versnelt de gedragsverandering en dus de kans op plaatsing in regulier werk. Commitment De overtuiging is dat ieder mens in de kern gemotiveerd is voor werk. De kenmerken van betaalde arbeid – een inkomstenbron, zelfstandigheid, structuur, sociale contacten, succeservaringen – beïnvloeden elkaar in positieve zin en leiden tot zelfontplooiing, voldoening, eigenwaarde. Kortom: werken loont, letterlijk en figuurlijk! Uitgangspunt is dat eenieder uiteindelijk voor zichzelf het beste wil, namelijk geen uitkering maar een baan. Duale aanpak: werk en Bemiddeling De Werkactiviteiten verbeteren niet alleen algemene werknemersvaardigheden maar ook (functiegerichte) vaardigheden zoals de arbeidsmarkt die vraagt. Door de bemiddeling naar regulier werk vanaf dag 1 parallel in te zetten, krijgt de klant naast een tijdelijke baan ook concrete hulp bij het vinden van een duurzame plek op de arbeidsmarkt. Eén Serviceloket voor de klant Werknemers ervaren belemmeringen voor en tijdens dit traject. Daarom is het Servicebureau ingericht voor alle werknemers. Daarin is de dienstverlening rondom de arbeidsovereenkomst, schuldhulpverlening, kinderopvang gebundeld. Hulp op deze terreinen wordt gewaardeerd door de werknemers en beïnvloedt kansen op werk positief. Kinderopvang beschikbaar Er zijn concrete kinderopvangplekken voor de eerste opvang beschikbaar vanaf dag één. Het betreft professionele kinderopvang. Tegelijk wordt gestart met de aanvraag van een reguliere kinderopvangplek. Motivatie en druk Motivatie is een belangrijke voorwaarde voor een succesvol traject. Werknemers zullen het aanbod van direct een baan als externe druk ervaren. Er kan weerstand ontstaan en aan de andere kant besef dat weigeren niet kan zonder het recht op WWB te verspelen. Druk ontstaat tijdens de werk- en bemiddelingsperiode omdat de klant feitelijk ander werk wil. Die druk wordt positief aangewend. Verzuimbegeleiding Verzuim en ongewenst gedrag worden aangepakt zoals dat in een bedrijf hoort. Kordaat optreden is essentieel, omdat de effecten van negatief gedrag op de andere werknemers ook meteen merkbaar zijn. “Ontsnappen” door je ziek te melden is de meest voorkomende manier. Arbo-dienstverlening maakt integraal onderdeel uit van de aanpak. Werkzame ingrediënten Werk loont hanteert een dynamisch cognitief model van gedragsverandering vanuit een positieve klantbenadering.
7
Dit model is geoperationaliseerd in een ‘werksetting’. De klant kan niet anders dan aan de slag gaan. Daarin wordt hij gewezen op zijn eigen keuzeverantwoordelijkheid. Binnen de methodiek wordt gezocht naar positieve aangrijpingspunten in het werken met de klant. Die vormen het kader voor de ontwikkeling van langer lopende werk- en leerlijnen. Toets Theoretisch Effectief Is de verantwoording gebaseerd op een samenhangend betoog (een theorie) over met het probleem samenhangende factoren en de veronderstelde werkzame ingrediënten in de interventie (er wordt méér beschreven dan een algemene verwijzing naar een theorie zoals “De interventie is gebaseerd op de sociale leertheorie”)? Sluit de keuze van de doelen van de interventie aan bij de probleemanalyse? Is aannemelijk gemaakt dat de veronderstelde werkzame factoren in de methodiek leiden tot het bereiken van de genoemde doelen (uit onderzoek, theorie en / of praktijk blijkt dat de methodiek de beoogde doelen bij de doelgroep kan bereiken)?
Ja X
Nee
X
X
1.4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en borging Eisen uitvoerders en begeleiders Niet bekend.
Borging: Voortgang- en kwaliteitbewaking Niet bekend.
1.5
Beschrijving onderzoek effectiviteit
Procesevaluatie en resultaatevaluatie De effectiviteitsmeting en een beperkte inhoudelijke procesevaluatie van Werk Loont is gebaseerd op een uitgebreide analyse. De analyse begint bij het volgen van unieke personen. Op basis van de registraties die worden bijgehouden, is bekend dat personen in de periode november 2006 tot en met januari 2008 soms meer dan één keer langskwamen aan de poort bij SoZaWe om een uitkering aan te vragen dan wel om opnieuw te starten met een traject Werk Loont! De analyse is overzichtelijk gepresenteerd. Bij de beschrijving is uitgegaan van het eerste moment waarop de persoon zich voor een uitkering meldt bij SoZaWe. Vanaf dat moment is beschreven wat er met die persoon gebeurt. Wordt hij of zij doorverwezen naar Werk Loont! Of niet? Heeft hij of zij het traject daarna afgerond? En met succes? Ontvangt de persoon sindsdien bijstand? Antwoorden die als resultaatevaluatie in de eindtekst zijn opgenomen. Procesevaluatie Er heeft een beperkte inhoudelijke procesevaluatie plaatsgevonden tijdens de ontwikkelfase van de methodiek. Wel wordt de procesgang van de deelnemers beschreven, echter inhoudelijk wordt niet
8
duidelijk gevolgd hoe de methodiek aangrijpt op de deelnemers. Beschreven wordt het moment waarop mensen bij SoZaWe een aanvraag doen voor een uitkering. Steeds wordt aangegeven hoeveel personen langskwamen met de aanvraag voor een uitkering en wie van hen zijn doorverwezen naar Werk Loont! Bovendien is aandacht voor de redenen waarom mensen niet zijn doorverwezen naar Werk Loont! Vervolgens wordt aandacht besteed aan de personen die zijn doorverwezen naar Werk Loont! Antwoord wordt gegeven op de vraag hoeveel mensen het arbeidscontract hebben getekend. Ook wordt de reden geschetst waarom mensen hun handtekening niet hebben gezet. Uiteindelijk wordt gevolgd hoeveel personen uitstromen naar werk en hoeveel mensen het traject niet succesvol hebben afgerond. Ten slotte, wordt een koppeling gemaakt met de bijstand. Nagegaan wordt in hoeverre Werk Loont! heeft geholpen om de instroom in de bijstand te beperken. Dit door zowel de algemene instroom in de bijstand te presenteren in 2006 en 2007, als ook de instroom te tonen van personen die van november 2006 tot en met januari 2008 bij de poort langs kwamen. Een van de vragen die daarbij benantwoord wordt is in hoeverre personen die werk hebben gevonden uit de bijstand blijven. Resultaatevaluatie De doelstellingen van Werk Loont! worden zonder meer gerealiseerd. Dit blijkt uit de deelconclusies, die in de effectevaluatie zijn benoemd. De conclusies zijn uitgesplitst naar de beperking van instroom in de bijstand en de succesvolle re-integratie. Succes van de re-integratie: 1. 39% van de 717 personen die daadwerkelijk start met Werk Loont! vindt een reguliere baan, al dan niet met loonkostensubsidie. Dit percentage ligt boven de begrote 35%. 2. 91% van de groep die Werk Loont! meer dan zes maanden geleden met werk heeft verlaten heeft geen bijstandsuitkering meer ontvangen. Beperking van de instroom: 3. Werk Loont! heeft tot een sterke daling van het aantal toegekende WWB-uitkeringen geleid. De instroom in de bijstand tot november 2006 lag rond de 150 personen per maand; vanaf 2006 stabiliseert dit zich rond de 100 personen per maand. 4. Van de in totaal 1987 aanmeldingen voor een WWB-uitkering in de periode van november 2006 tot en met januari 2008 is bijna de helft aangemeld voor Werk Loont!. 5. Eén op de zeven personen (14%) van de 1046 personen die niet bij Werk Loont! wordt aangemeld wil niet deelnemen. Van deze groep besluit tweederde zelf werk te zoeken. Vaak behoren deze personen tot de meest kansrijke groep (doelgroep 1). 6. 24% van de personen die bij Werk Loont! is aangemeld tekent het contract niet (=125 personen) en krijgt evenmin een bijstandsuitkering. 76% tekent het contract (=716 personen) wel. 7. Slechts de helft van de 354 personen die Werk Loont! niet succesvol (met een betaalde baan) afrondt, krijgt een bijstandsuitkering. De andere helft vraagt geen uitkering aan, trekt de bijstandsaanvraag in, verhuist, heeft geen recht op een uitkering of doet om een andere reden geen beroep op de WWB. Conclusies • Sinds de invoering van Werk Loont! in november 2006 is de instroom gedaald van 150 naar 100 nieuwe bijstandsuitkeringen per maand. • Werk Loont! houdt veel personen die werk hebben gevonden uit de uitkering. Slechts 9% die werk als resultaat had, ontvangt bijstand na beëindiging van het traject. • Personen die werk hebben gevonden na deelname aan Werk Loont! blijven een lange periode uit de bijstand. Maar liefst 91% komt een half jaar na succesvolle afronding van Werk Loont! niet als nieuwe cliënt in de bijstand.
9
1.6
Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit
Inhoudelijk gezien wordt gezocht naar onderbouwing van de hypothese dat Work First met een positieve modelmatige invalshoek de juiste gedragsverandering oplevert. Oude onproductieve gedragsmechanismen moeten worden vervangen door nieuw, meer productief gedrag. Verondersteld wordt dat dit nieuwe gedrag aan te leren is met gehanteerde methodiek, waarbij een positieve klantbenadering een van de centrale aspecten is van het gehanteerde dynamisch cognitieve model. Niet alle klanten aan de onderkant hebben het zelfde type zelfde problemen. Het gaat immers b.v. om (1) niet willers, (2) mensen met taalachterstand en (3) hoogopgeleiden. De eendimensionale indruk wordt bij deze interventie ten onrechte gewekt dat alle betrokken klanten dezelfde gedragsproblemen hebben. Er is echter behoefte aan een meerdimensionaal analysemodel. Dat ontbreekt nu nog. Het advies is dat de interventie aan overtuigingskracht zou winnen door nauwkeuriger en inhoudelijk consistent na te gaan welk gedrag waarom problematisch is en op welke wijze veranderbaar. Vervolgens hoe de verschillende werkende bestanddelen van Werk Loont uitwerken op de verschillende deelnemers. Kwalificatie Theoretisch onderbouwd
Keuze
Operationalisering niveaus Een adequate theoretische onderbouwing ontbreekt
X
Er is een probleemanalyse en een duidelijke en expliciete redenering op welke factoren de interventie aangrijpt en waarom deze zou werken Deze redenering is bovendien gebaseerd op (getoetste) wetenschappelijke inzichten / theorieën, c.q. er worden technieken gebruikt die in de literatuur bekend staan als bewezen effectief.
Toelichting De hypothese - Work First levert met een positieve modelmatige invalshoek de juiste gedragsverandering op - wordt slechts gedeeltelijk onderbouwd met het model van Marie Jahoda. Niet helemaal duidelijk wordt gemaakt welke aspecten van het oude gedrag improductief zijn en welke oorzaken daaraan ten grondslag liggen. Snel wordt de aanpak vooral instrumenteel oplossingsgericht ingevuld, waarbij het model van Jahoda niet meer terugkomt. Daardoor ontbeert de interventie inhoudelijke consistentie. Bovendien zijn doelgroep en problematiek erg ruim gedefinieerd. De interventie moet dan ook eerder worden gezien als een ‘paardenmiddel’ dan als een specifiek toegesneden remedie.
Procesevaluatie
Een adequate procesevaluatie ontbreekt
10
X
De werking van de interventie zelf en de uitwerking op de doelgroep zijn duidelijk in kaart gebracht In het onderzoek zijn bovendien de organisatorische voorwaarden en de organisatorische context betrokken
Toelichting Hoewel onderscheid gemaakt wordt tussen (1) niet willers, (2) mensen met taalachterstand en (3) hoog opgeleiden, wordt in de procesevaluatie niet gedifferentieerd welke methodiek nu precies op welke wijze voor wie werkt.
Resultaatevaluatie
Een adequate effectevaluatie ontbreekt X
Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden zonder controlegroep of er heeft een voor- en nameting plaatsgevonden. Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden waarin gebruik is gemaakt van een experimentele groep en een controlegroep
Toelichting In de resultaatevaluatie lijkt gedrag van de klant soms gelijkgesteld te worden met schadelastbeperking: de klant vertoont goed gedrag als hij geen uitkering (meer) aanvraagt. Klant- en organisatieperspectief lopen hier ten onrecht door elkaar. Met de resultaatevaluatie wordt de werking op meerdere locaties niet geheel overtuigend aangetoond (vooral in termen van geen uitkering). Bij nadere analyse blijkt het grootste deel van het aan de interventie toegeschreven effect op de WWB-instroom al bereikt te zijn voordat de interventie is geïntroduceerd.
1.7
Overige voorwaarden voor toepassing
Kosteneffectiviteit Voor zover bekend zijn er geen gegevens beschikbaar over de kosteneffectiviteit.
Overige voorwaarden voor toepassing Nvt
1.8
Overige informatie
Uitvoerende organisatie
11
Gemeenten Utrecht, UW bedrijven, Alexander Calder www.Werk loont.nl Projectmanager: Beleidsmedewerker Werk Beleid & Juridische Zaken Sociale Zaken en Werkgelegenheid Tel. 030 - 286 5167 Fax. 030 - 286 5370
[email protected] Postbus 8029 3503 SB Utrecht
Overeenkomsten met andere interventies Werk Direct Rotterdam
Overige informatie Voor het realiseren van Werk Loont wordt samengewerkt door de volgende vier partijen: 1. DMO gemeente Utrecht, als opdrachtgever, poortwachter, regisseur en werkcoach 2. UW bedrijven, als onderaannemer, werkgever en werktrainer 3. Alexander Calder als hoofdaannemer, ervaringsdeskundige en werkcoach en werkgeversnetwerk 4. CWI, als samenwerkingspartner van de gemeente, poortwachter, werkgeversnetwerk
Lijst met aangehaalde literatuur Het Latente Deprivatie Model van Marie Jahoda, Haworth (1986) Visie van Alexander Calder op re-integratie Effectiviteitsmeting, Werk Loont; uitgebreide analyse van trajecten Werk Loont! notitie van Bestuursinformatie, Robin Tromp, mei 2008
12