BELASTINGGIDSOPMAAT
De wijzigingen per 1 januari 2009 Ieder jaar opnieuw worden er wijzigingen aangebracht in de belastingwetgeving. De cijfers worden aangepast voor de inflatie, maar de regering verzint ook nieuwe regelingen. Het is een hele toer om dat allemaal bij te houden. U krijgt van de belastinggidsopmaat deze cijfers helemaal voor niks op een rij. Dat is handig gedurende het jaar, bijvoorbeeld bij het kopen van een huis, het nemen van ondernemersbeslissingen, het gaan samenwonen of trouwen en nog veel meer zaken. De belastinggidsopmaat is dé moderne belastinggids. U bestelt alleen modules die u nodig heeft, waardoor hij lekker goedkoop is en u niet wordt opgezadeld met allerlei overbodige informatie. Bovendien wordt er geen papier verspild omdat u uw gids in pdf-formaat krijgt toegestuurd of kunt downloaden. Als u wilt, kunt u hem uitprinten, maar dat hoeft niet. De gids is geschreven in toegankelijke taal en bevat vele tips en voorbeelden. En: u kunt vragen stellen via de email-helpdesk. Daarmee is de belastinggidsopmaat de enige gids die u na aanschaf niet in de steek laat. Als Fiscalertlezer krijgt u op de toch al voordelige prijs ook nog eens 35% korting. Als u de gids bestelt, komt u vanzelf terecht op de afrekenpagina. Als u daar de kode 8820 invult, wordt er automatisch rekening gehouden met deze korting. U bestelt de gids door naar www.belastinggidsopmaat.nl te gaan. Daarna wijst alles zich vanzelf. Wij wensen u veel plezier met deze nieuwe cijfers én met de belastinggidsopmaat.
BELASTINGGIDSOPMAAT
WWW.BELASTINGGIDSOPMAAT.NL 1
De nieuwe cijfers voor het jaar 2009 ............................. 4
Tarieven in box 1.................................................................................. 4 Tarief als u nog geen 65 jaar bent ......................................................... 4 Tarief als u 65 jaar bent ....................................................................... 4 Tarief in het jaar van 65 worden ........................................................... 4 Tarief in box 2 ...................................................................................... 5 Tarief in box 3 ...................................................................................... 5 Winst uit onderneming ......................................................................... 5 Zakelijke kilometers met privé auto ....................................................... 5 Afschrijving bedrijfsmiddelen ................................................................ 5 Willekeurige afschrijving milieubedrijfsmiddelen ...................................... 6 Investeringsaftrek ............................................................................... 6 Bijtelling ondernemingsauto ................................................................. 6 Bijtelling wonen in bedrijfspand............................................................. 6 Verhuizen voor de onderneming ............................................................ 7 Ondernemersaftrek ............................................................................. 7 Zelfstandigenaftrek ............................................................................. 7 Startersaftrek ..................................................................................... 7 Aftrek speur- en ontwikkelingswerk ....................................................... 7 Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid ................................................. 7 MKB-winstvrijstelling ........................................................................... 8 Oudedagsreserve ................................................................................ 8 Extra lijfrentepremieaftrek stakende ondernemer .................................... 8 Loon ..................................................................................................... 8 Reisaftrek .......................................................................................... 8 Onbelaste reiskostenvergoeding van uw werkgever.................................. 9 Verhuiskostenvergoeding ..................................................................... 9 Bijtelling auto van de zaak ................................................................... 9 Personeelsleningen.............................................................................. 9 Eigen woning...................................................................................... 10 Eigenwoningforfait ............................................................................ 10 Kapitaalverzekering eigen woning........................................................ 10 Banksparen voor aflossing eigenwoningschuld ....................................... 10 Vrijstelling kamerverhuur ................................................................... 10 Aftrekbare lijfrentepremies ................................................................ 10 Niet-aftrekbare lijfrentepremies ........................................................ 11 Buitengewone uitgaven ...................................................................... 11 Drempel .......................................................................................... 12 Aftrekbare uitgaven........................................................................... 12 Beperking uitgaven ........................................................................... 12 Giftenaftrek ........................................................................................ 12 Weekenduitgaven gehandicapten....................................................... 13 Aftrek levensonderhoud voor kinderen .............................................. 13 Sparen en beleggen............................................................................ 13 Heffingvrij vermogen ......................................................................... 13 Ouderentoeslag ................................................................................ 13 Kindertoeslag ................................................................................... 13 Schuldendrempel .............................................................................. 13 Vrijstelling maatschappelijke beleggingen ............................................. 13 Vrijstelling beleggingen in durfkapitaal ................................................. 13 2
Heffingskortingen .............................................................................. 14 Teruggave algemene heffingskorting aan minstverdienende partner ......... 15 Arbeidskorting .................................................................................. 15 Ouderenkorting ................................................................................ 15 Combinatiekorting ............................................................................. 15 Inkomensafhankelijke combinatiekorting .............................................. 15 Doorwerkbonus ................................................................................ 15 Ouderschapsverlofkorting ................................................................... 15 Aanslaggrens ..................................................................................... 15 Heffings- en invorderingsrente .......................................................... 16 Inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet ........................ 16 Maximum bijdrage-inkomen ............................................................... 16 Percentage inkomensafhankelijke bijdrage............................................ 16
3
De nieuwe cijfers voor het jaar 2009 U heeft de belastinggidsopmaat besteld en ontvangen. Deze handelt over het jaar 2008, waarvoor u binnenkort de aangifte moet doen. Ieder jaar per 1 januari worden de tarieven en ook een aantal andere regelingen gewijzigd. En er worden nieuwe regelingen ingevoerd. Ook zo per 1 januari 2009. Deze wijzigingen zijn weliswaar niet van belang voor de aangifte die u binnenkort gaat doen, maar u kunt deze informatie gedurende het jaar wel gebruiken, bijvoorbeeld bij de berekening van het belastingvoordeel bij de aankoop van een huis, of voor de gevolgen van samenwonen, trouwen of scheiden. Als service krijgt u van ons dan ook een overzicht van de wijzigingen die per 1 januari 2009 zijn ingevoerd. U kunt dit ieder jaar van ons verwachten, want helaas zijn er ook ieder jaar wijzigingen te melden.
Tarieven in box 1 De tarieven in box 1 wijzigen ieder jaar. Het gaat daarbij niet alleen om het tarief zelf, maar vooral ook om de schijven waarin de tarieven van toepassing zijn. U vindt hieronder de gewijzigde tarieven. Tarief als u nog geen 65 jaar bent bij een belastbaar inkomen uit werk en woning van meer dan 0 € 17.878 € 32.127 € 54.776
maar niet meer dan € 17.878 € 32.127 € 54.776
totaal tarief
heffing over totaal van de schijven
33,50% 42,00% 42,00% 52,00%
€ 5.989 € 11.973 € 21.485
Tarief als u 65 jaar bent bij een belastbaar inkomen uit werk en woning van meer dan 0 € 17.878 € 32.127 € 54.776
maar niet meer dan € 17.878 € 32.127 € 54.776
totaal tarief
heffing over totaal van de schijven
15,60% 24,10% 42,00% 52,00%
€ 2.788 € 6.222 € 15.734
Tarief in het jaar van 65 worden In het jaar dat u 65 wordt, gelden in de eerste twee schijven gemiddelde tarieven, afhankelijk van de maand waarin u 65 wordt. De tarieven in de derde en vierde schijf zijn 42%, en 52%.
4
maand percentage percentage waarin u in schijf 1 in schijf 2 65 wordt januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december
15,60% 17,09% 18,58% 20,08% 21,57% 23,06% 24,55% 26,04% 27,53% 29,03% 30,52% 32,01%
24,10% 25,59% 27,08% 28,58% 30,07% 31,56% 33,05% 34,54% 36,03% 37,53% 39,02% 40,51%
Tarief in box 2 Het tarief in box 2 (winst uit aanmerkelijk belang) bedraagt 25%.
Tarief in box 3 Het tarief in box 3 bedraagt 30% over een vast inkomen van 4% van uw belaste vermogen.
Winst uit onderneming Zakelijke kilometers met privé auto Voor zakelijke kilometer die worden gereden met de privé auto mag een bedrag van €0,19 per kilometer ten laste van de winst worden gebracht. Afschrijving bedrijfsmiddelen Bepaalde investeringen die plaatsvinden in 2009 mogen in twee jaar worden afgeschreven. Dit mag (onder andere) niet voor gebouwen, grond-, weg- en waterbouwkundige werken, dieren, immateriële aktiva (waaronder software), bromfietsen, motorrijwielen en personenauto’s. Deze willekeurige afschrijving mag wel worden toegepast op taxi’s en zeer zuinige personenauto’s (CO2-uitstoot van maximaal 95 gr/km voor dieselauto’s en 110 gr/km bij andere personenauto’s). Uitgesloten zijn ook bedrijfsmiddelen die hoofdzakelijk bestemd zijn voor het ter beschikking stellen aan derden (verhuur). Als investeren geldt het aangaan van een verplichting of het maken van voortbrengingskosten. De willekeurige afschrijving kan niet hoger zijn dan de het bedrag dat is betaald of de voortbrengingskosten die zijn gemaakt.
5
Willekeurige afschrijving milieubedrijfsmiddelen De beperking voor afschrijving van gebouwen vindt geen toepassing voor gebouwen die kwalificeren als milieubedrijfsmiddel. De boekwaarde van dergelijke gebouwen mag dalen beneden de bodemwaarde. Investeringsaftrek De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek is als volgt aangepast.
Bij een investeringsbedrag van meer dan maar niet meer dan € 2.200 € 37.000 € 37.000 € 71.000 € 71.000 € 104.000 € 104.000 € 138.000 € 138.000 € 172.000 € 172.000 € 205.000 € 205.000 € 240.000 € 240.000 -
aftrek percentage 25% 21% 12% 8% 5% 2% 1% 0%
Bijtelling ondernemingsauto Er geldt een bijtelling van 14% voor het privégebruik als er sprake is van een geringe CO2-uitstoot. Daarvan is sprake als deze niet hoger is dan 95 gr/km voor dieselauto’s en niet hoger dan 110 gr/km voor benzine-, LPG- en aardgasauto’s. Dan is er nog een middentarief voor auto’s met een CO2-uitstoot van meer dan 95 maar maximaal 116 gr/km voor dieselauto’s en meer dan 110 maar maximaal 140 gr/km voor benzine-, LPG- en aardgas auto’s. Voor deze auto’s geldt een bijtelling van 20%. Voor auto’s die hieraan niet voldoen is de bijtelling 25%. Bijtelling wonen in bedrijfspand Woont u in een pand dat op uw ondernemingsbalans staat, dan moet u het volgende bedrag bij uw winst tellen. Bijtelling woongedeelte ondernemingspand als de WOZ- maar niet waarde meer dan meer is dan
bedraagt het percentage
€ € € €
0,75%, minimaal €100 0,95% 1,05% 1,15% 1,30%
12.500 25.000 50.000 75.000
€ 12.500 € 25.000 € 50.000 € 75.000 en hoger
6
Verhuizen voor de onderneming Wie voor zijn onderneming verhuist mag onder omstandigheden verhuiskosten ten laste van de winst brengen. De verhuizing moet dan “zakelijk” zijn. Dat is in ieder geval zo als u verhuist binnen 2 jaar na het verplaatsten van de onderneming naar een woning binnen een afstand van 10 kilometer van de nieuwe vestigingsplaats van de onderneming terwijl u eerst op een afstand van meer dan 25 (was 10) kilometer van deze vestigingsplaats woonde. Voldoet u niet aan deze voorwaarden, dan is daarmee niet gezegd dat er geen kosten ten laste van de winst mogen komen, maar dan moet u op een andere manier de zakelijkheid aantonen. Ondernemersaftrek Voor de ondernemersaftrek gelden de volgende bedragen. Zelfstandigenaftrek Bij een winst van Gelijk aan of meer dan maar minder dan bedraagt de zelfstandigenaftrek € 13.695 € 9.251 € 13.695 € 15.890 € 8.600 € 15.890 € 18.080 € 7.953 € 18.080 € 51.765 € 7.087 € 51.765 € 53.955 € 6.470 € 53.955 € 56.150 € 5.785 € 56.150 € 58.340 € 5.106 € 58.340 € 4.488 Startersaftrek De startersaftrek bedraagt €2.070. Ondernemersaftrek voor 65-plussers Ondernemers die bij het begin van het kalenderjaar 65 jaar of ouder zijn, en die overigens ook voldoen aan de voorwaarden voor de zelfstandigenaftrek, hebben recht op de helft van bovenstaande bedragen. Aftrek speur- en ontwikkelingswerk De S- & O-aftrek bedraagt €11.806, voor starters verhoogd met €5.904. Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid Een ondernemer die vanuit een arbeidsongeschiktheidsuitkering een onderneming start, heeft recht op de startersaftrek voor arbeidsongeschikten van €12.000, €8000 en €4000 in het eerste, tweede respectievelijk derde jaar van ondernemerschap (maar niet meer dan de winst) bij een verlaagd urencriterium van 800 uur. U moet dan starter zijn, dat wil zeggen in één van de vijf voorafgaande jaren geen ondernemer zijn geweest, en een uitkering genieten op grond van de WIA, WAO, WAZ of Wajong. Als u meer dan 1225 uur in de
7
onderneming werkt, vervalt de startersaftrek voor arbeidsongeschikten en heeft u recht op de MKB-winstvrijstelling. MKB-winstvrijstelling Een ondernemer die aan het urencriterium voldoet, heeft recht op een aftrek van 10,5% van de winst na aftrek van de ondernemersaftrek. Dit heet de MKB(midden en kleinbedrijf)-winstvrijstelling. Als u recht heeft op de stakingsaftrek, en u voldoet in dat jaar niet aan het urencriterium, dan heeft u ook recht op de MKB-winstvrijstelling als u in drie van de vijf voorafgaande jaren wel ondernemer was en aan het urencriterium voldeed. Oudedagsreserve De toevoeging aan de oudedagsreserve bedraagt 12% van de winst, maar niet meer dan €11.590. Extra lijfrentepremieaftrek stakende ondernemer De stakende ondernemer mag voor maximaal het volgende bedrag een lijfrente bedingen van zijn stakingswinst: - €424.978 als - U bij het staken 60 jaar of ouder was; of - U bij het staken 45% of meer arbeidsongeschikt was en de lijfrentetermijnen binnen zes maanden na het staken ingaan; of - De staking het gevolg is van overlijden van de ondernemer (dan mag uitsluitend een nabestaandenlijfrente worden bedongen; - €212.495 als - U bij het staken 50 jaar of ouder bent; of - De lijfrentetermijnen direct na het staken ingaan; - €106.253 in overige gevallen. U moet wel andere opgebouwde voorzieningen in mindering brengen. Zie module ‘Winst uit onderneming’.
Loon Reisaftrek De bedragen voor de reisaftrek voor het woon-werkverkeer met openbaar vervoer kunt u in de navolgende tabel vinden. reisafstand in kilometers meer dan niet meer dan reisaftrek 10 15 20 30 40 50 60 70 80 -
10 15 20 30 40 50 60 70 80
€ € € € € € 8
€ 417 € 557 € 933 1.156 1.508 1.678 1.862 1.925 1.951
Deze tabel geldt voor reizen op vier dagen per week of meer. Als u drie, twee of één dag reist, moet u de bedragen evenredig verminderen. Als de enkele reisafstand groter is dan 90 kilometer, bedraagt de aftrek €0,22 per kilometer vermenigvuldigd met het aantal dagen waarop wordt gereisd, maar maximaal €1951. Onbelaste reiskostenvergoeding van uw werkgever Uw werkgever mag u voor alle reiskosten een vergoeding van €0,19 per kilometer geven. Dat geldt niet alleen voor zakelijke kilometers, maar ook voor het woon-werkverkeer. Als u met het openbaar vervoer reist, mag uw werkgever u hiervoor de werkelijke kosten vergoeden bovenop de €0,19 per kilometer voor het vervoer van en naar het station of bushalte met eigen vervoer. Verhuiskostenvergoeding Onder omstandigheden mag uw werkgever u een onbelaste vergoeding geven voor uw verhuizing in het kader van uw dienstbetrekking. Een verhuizing wordt geacht in ieder geval in het kader van dienstbetrekking te hebben plaatsgevonden als u binnen twee jaar na de aanvaarding van de nieuwe baan verhuist naar een huis op minder dan 10 kilometer afstand van uw werk en u daarvóór op meer dan 25 (was 10) kilometer van uw nieuwe werk woonde. Bijtelling auto van de zaak De bijtelling voor het privégebruik bedraagt 14% van de cataloguswaarde als er sprake is van een geringe CO2-uitstoot. Daarvan is sprake als deze niet hoger is dan 95 gr/km voor dieselauto’s en niet hoger dan 110 gr/km voor benzine-, LPGen aardgasauto’s. Dan is er nog een middentarief voor auto’s met een CO2uitstoot van meer dan 95 maar maximaal 116 gr/km voor dieselauto’s en meer dan 110 maar maximaal 140 gr/km voor benzine-, LPG- en aardgas auto’s. Voor deze auto’s geldt een bijtelling van 20%. Voor auto’s die hieraan niet voldoen wordt de bijtelling verhoogd tot 25%. Personeelsleningen De rente op personeelsleningen wordt tot het loon gerekend als deze minder bedraagt dan 4,9%. Als de lening wordt gebruikt voor de eigen woning en de rente in de inkomstenbelasting aftrekbaar zou zijn, hoeft er geen voordeel tot het loon te worden gerekend.
9
Eigen woning Eigenwoningforfait U kunt de bedragen van het eigenwoningforfait in de tabel hieronder vinden. als de WOZmaar niet bedraagt het waarde meer is meer dan percentage dan € 12.500 nihil € € € €
12.500 25.000 50.000 75.000
€ 25.000 € 50.000 € 75.000 en hoger
0,20% 0,30% 0,40% 0,55%
Het maximum van het eigenwoningforfait is vervallen. Voor het jaar 2009 moet u uitgaan van de WOZ-waarde per 1 januari 2008. Kapitaalverzekering eigen woning De vrijstellingen voor een kapitaalverzekering eigen woning zijn als volgt aangepast: - bij een premiebetaling van ten minste twintig jaar waarbij de hoogste premie niet meer dan tien keer zo hoog is als de laagste, bedraagt de vrijgestelde uitkering €147.500; - bij een premiebetaling van ten minste vijftien jaar waarbij de hoogste premie niet meer dan tien keer zo hoog is als de laagste, bedraagt de vrijgestelde uitkering €33.500. Banksparen voor aflossing eigenwoningschuld De vrijstellingen voor het banksparen eigen woning bedragen €33.500 bij een inleg van minimaal 15 jaar en €147.500 bij een inleg van minimaal 20 jaar. Vrijstelling kamerverhuur De kamerverhuurvrijstelling is verhoogd tot een bedrag van €4144.
Aftrekbare lijfrentepremies U kunt premies voor een lijfrente aftrekken tot de volgende bedragen: - Ingevolge de jaarruimte maximaal €26.491. De AOW-franchise bedraagt €11.345. - De reserveringsruimte bedraagt maximaal 17% van de premiegrondslag met een maximum van €6703 en als u op 1 januari 2009 55 jaar of ouder bent, maximaal €13.238. Bij de berekening van de jaarruimte moet u uitgaan van de inkomensgegevens over het jaar 2008 en ook van de pensioenaangroei over 2008. Premies en de inleg op een lijfrentespaarrekening of lijfrentebeleggingsrecht ingevolge de jaarruimte en de reserveringsruimte mogen voor 1 april 2010 worden betaald en over 2009 in aftrek worden gebracht. Voor for-lijfrentes en stakingswinstlijfrente mag de premie voor 1 juli worden betaald om over het voorafgaande jaar te worden afgetrokken. 10
Niet-aftrekbare lijfrentepremies Vanaf 1 januari 2001 is het mogelijk dat een lijfrente (deels) in box 3 wordt belast. Dat is het geval als de premies niet aftrekbaar zijn wegens gebrek aan jaarruimte of reserveringsruimte. Maar ook als u er voor koos om de premies niet af te trekken, viel de lijfrente in box 3. In beide gevallen moest de lijfrente (deels) in box 3 worden aangegeven als bezitting, en waren de uitkeringen onbelast. De problemen van deze methodiek voor verzekeringsmaatschappijen, belastingplichtigen en de belastingdienst waren niet gering en er is daarover dan ook vaak aan de bel getrokken. Dat heeft geleid tot een nieuw systeem dat per 1 januari 2009 in werking treedt. Dat werkt als volgt. Alle lijfrentes die qua vorm voldoen aan de wettelijke omschrijving van een lijfrente worden in box 1 belast, ongeacht of de premie aftrekbaar is of niet. Het is uw eigen verantwoordelijkheid om niet méér premie te betalen dan de wet aan aftrek toestaat. Dat is erg streng en er is dan ook een uitzondering voor kleine niet-aftrekbare premies. Voor zover de niet-aftrekbare premie in een jaar niet méér bedraagt dan €2269, mag voor de uitkering de saldomethode worden gebruikt. Dat houdt in dat de uitkeringen pas belast zijn nadat zij deze nietaftrekbare premie overtreffen. Voorbeeld U betaalt in 2009 lijfrentepremies waarvan €1500 niet aftrekbaar is. In 2010 is het niet-aftrekbare bedrag €4000. De totale niet aftrekbare premies bedragen daarmee €4500, maar de saldo methode mag alleen worden toegepast op €1500 voor het jaar 2009 en €2269 voor het jaar 2010, dat is in totaal voor €3769. Uw uitkeringen starten in 2011, de jaarlijkse termijnen zijn €3500. In het eerste jaar hoeft u geen belasting te betalen, omdat u €3500 niet aftrekbare premie in mindering mag brengen op de uitkering. In het tweede jaar mag u echter nog maar €269 aftrekken, zodat er belasting wordt geheven over (€3500 - €269 =) €3231. Niet-ingegane lijfrentes met een waarde van maximaal €4000 per contract mogen worden afgekocht zonder dat er revisierente is verschuldigd. Uiteraard is er wel normaal inkomstenbelasting verschuldigd over de afkoopsom. Verschillende lijfrentes bij eenzelfde instelling worden bij elkaar geteld voor het bepalen van het maximum. Hetzelfde geldt voor lijfrentebeleggingsrechten en lijfrentespaarrekeningen. Voor de grens van €4000 worden deze vormen allemaal bij elkaar geteld als ze bij eenzelfde financiële instelling lopen. Ook lijfrentes die vóór 1 januari 2009 zijn afgesloten vallen onder de nieuwe regels, hetgeen inhoudt dat de belastingheffing in box 1 plaatsvindt. Daar geldt echter een volledige saldomethode zonder het maximum van €2269 per jaar. Ook zullen er in de uitvoeringssfeer maatregelen worden getroffen om dergelijke lijfrentecontracten te kunnen splitsen in een box 1 en een box 3 gedeelte.
Buitengewone uitgaven De regeling voor de aftrek van buitengewone uitgaven is drastisch gewijzigd. Hij heet vanaf 1 januari 2009 Uitgaven voor specifieke zorgkosten. Een groot deel van de aftrekposten is verdwenen: kosten ter zake van invaliditeit, bevalling, adoptie en overlijden en de vaste aftrek voor ouderdom, chronische ziekte, chronisch zieke kinderen en invaliditeit. 11
Drempel Tot een drempelinkomen van €38.000 bedraagt de niet-aftrekbare drempel 1,65% van uw verzamelinkomen vóór aftrek van persoonsgebonden aftrekposten met een minimum van €118 . Voor het inkomen boven deze €38.000 bedraagt de drempel 5,75%. Als u het hele jaar een fiscale partner heeft, wordt het minimumbedrag van de drempel verhoogd tot €236 en wordt de niet-aftrekbare drempel berekend over het verzamelinkomen vóór aftrek van persoonsgebonden aftrekposten van u en uw partner samen. Aftrekbare uitgaven De volgende uitgaven zijn aftrekbaar: • Kosten van genees- en heelkundige behandeling, met uitzondering van de kosten van ooglaserbehandeling ter vervanging van bril of contactlenzen; • Medicijnen, mits door een arts voorgeschreven; • Hulpmiddelen met uitzondering van brillen, contactlenzen en overige hulpmiddelen ter ondersteuning van het gezichtsvermogen. Voor blinden zijn de kosten ter ondersteuning van het gezichtsvermogen wel weer aftrekbaar; • Extra gezinshulp. De kosten zijn ‘extra’ als het drempelinkomen lager is dan €28.852, bij een inkomen tussen €28.852 en €43.279 voor zover ze meer bedragen dan 1% van het inkomen, bij een inkomen dat hoger is dan €43.279 maar lager dan €57.703 voor zover ze meer dan 2% van dat inkomen bedragen en bij hogere inkomens is er geen aftrekmogelijkheid; • Dieetkosten volgens de bekende tabel; • Extra kleding en beddengoed; • Reiskosten ziekenbezoek volgens de bekende regels. Deze kosten, met uitzondering van de kosten van genees- en heelkundige behandeling, mogen met 113% worden verhoogd als het (gezamenlijke) drempelinkomen lager is dan €32.128. Beperking uitgaven De volgende uitgaven zijn niet meer aftrekbaar: • Premies voor ziektekostenregelingen; • Eigen bijdragen op grond van de AWBZ; • Eigen bijdragen op grond van de WMO; • Uitgaven die ten laste komen van een verplicht of vrijwillig eigen risico; • Uitgaven die vallen onder het verplicht te verzekeren eigen risico ingevolge de zorgverzekeringswet. Eigen bijdragen AWBZ en WMO die betrekking hebben op de jaren tot en met 2008, maar die na 1 november 2008 in rekening zijn gebracht en in 2009 zijn betaald of verrekend, kunnen in 2009 (deels) als uitgaven voor specifieke zorgkosten in aanmerking worden genomen en tellen ook mee voor de vermenigvuldigingsfaktor.
Giftenaftrek Als uw gift bestaat uit het afzien van declareren of innen van autokosten, mag u hiervoor een bedrag van €0,19 (was €0,20) per kilometer aftrekken.
12
Weekenduitgaven gehandicapten De aftrek van de reiskosten voor het halen en brengen van de gehandicapte zijn van €0,20 per kilometer omlaag gegaan naar €0,19 per kilometer.
Aftrek levensonderhoud voor kinderen U voldoet aan de onderhoudseis als u per kwartaal minimaal €408 bijdraagt aan het onderhoud van het kind.
Sparen en beleggen Heffingvrij vermogen Het heffingvrije vermogen bedraagt in 2009 €20.661. Voor gehuwden is het heffingvrije vermogen €41.322. Ouderentoeslag De bedragen voor de ouderentoeslag kunt u in de volgende tabel vinden. bij een inkomen in box 1 van meer dan
maar niet bedraagt de meer dan ouderentoeslag € 13.978 € 27.350 € 13.978 € 19.445 € 13.675 € 19.445 nihil
Uw saldogrondslag (gemiddelde vermogen na aftrek van het heffingvrije vermogen) mag voor de ouderentoeslag niet hoger zijn dan €273.391. Als u het hele jaar dezelfde partner heeft, of kiest voor het hele jaar partnerschap, is de ouderentoeslag afhankelijk van uw beider saldogrondslag. De grens voor de ouderentoeslag wordt in dit geval verhoogd naar €546.782. De ouderentoeslag kan vervolgens naar één van u beiden worden overgeheveld, zodat slechts deze persoon aangifte hoeft te doen om uw beider ouderentoeslag te gebruiken. Kindertoeslag De kindertoeslag bedraagt €2762 per minderjarig kind. Schuldendrempel Schulden worden pas in aanmerking genomen als zij meer bedragen dan €2900. Als u het hele jaar dezelfde partner heeft, is deze drempel €5800. Vrijstelling maatschappelijke beleggingen Maatschappelijke beleggingen zijn vrijgesteld tot een bedrag van €55.145. In 2009 geldt ook nog steeds de vrijstelling voor groene beleggingen die u op 31 december 2000 al in uw bezit had. Vrijstelling beleggingen in durfkapitaal De vrijstelling voor beleggingen in durfkapitaal bedraagt in 2009 €55.145.
13
Heffingskortingen In onderstaande tabel vindt u de wijzigingen in de bedragen van de heffingskortingen. jonger dan 65 ouder dan 65 jaar jaar Algemene heffingskorting € 2.007 € 935 Arbeidskorting inkomens tot €42.509 (maximaal) - tot 57 jaar € 1.504 - 57, 58 of 59 jaar € 1.762 - 60 of 61 jaar € 2.018 - 62 jaar of ouder € 2.274 € 1.059 Arbeidskorting inkomens vanaf €42.509 (maximaal) - tot 57 jaar € 1.480 - 57, 58 of 59 jaar € 1.738 - 60 of 61 jaar € 1.994 - 62 jaar of ouder € 2.250 € 1.048 Combinatiekorting is vervallen Inkomensafhankelijke € 1.765 € 823 combinatiekorting Alleenstaande-ouderkorting € 902 € 421 Aanvullende alleenstaande€ 1.484 € 692 ouderkorting (maximaal) Jonggehandicaptenkorting Ouderenkorting Alleenstaande ouderenkorting Doorwerkbonus 62 jaar (5%) 63 jaar (7%) 64 jaar (10%) 65 jaar (2%) 66 jaar (2%) 67 (e.v.) jaar (1%) Levensloopverlofkorting (per jaar van deelname)
€ 678 € 661 € 410 € 2.296 € 3.214 € 4.592 € 918 € 918 € 459 € 195
Ouderschapsverlofkorting (per verlofuur) Korting maatschappelijke beleggingen Korting beleggingen in durfkapitaal *) van het vrijgestelde bedrag in box 3
€ 3,99 1,3% *)
1,3% *)
1,3% *)
1,3% *)
14
Teruggave algemene heffingskorting aan minstverdienende partner Wie minimaal 6 maanden in een jaar een fiscale partner heeft komt onder voorwaarden in aanmerking voor een teruggave van de algemene heffingskorting. U kunt dat nalezen in het algemene deel. Vanaf 2009 wordt deze teruggave afgebouwd in 15 jaar tijd. Over 2009 kunt u nog maar €1.873 terugkrijgen van de belastingdienst. Alleen als u bent geboren vóór 1 januari 1972 of als er in uw huishouden kinderen van 5 jaar of jonger zijn, kunt u wel de hele algemene heffingskorting terugkrijgen. Arbeidskorting De arbeidskorting is inkomensafhankelijker geworden. Voor inkomens boven de €42.509 is het maximum €24 lager dan bij inkomens beneden deze grens. Ouderenkorting U heeft recht op de ouderenkorting als u op 31 december 2009 65 jaar of ouder bent en uw verzamelinkomen niet hoger is dan €34.282. Combinatiekorting Deze is opgegaan in de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Inkomensafhankelijke combinatiekorting Als u alleenstaande ouder bent of u verdient minder dan uw partner, heeft u recht op deze korting als u zorgt voor een kind dat op 1 januari nog geen 12 jaar is. Bovendien moet u met werken buiten de huishouding minimaal €4619 verdienen of u moet recht hebben op de zelfstandigenaftrek. Het basisbedrag van deze korting is €770. Voor elke euro die meer wordt verdiend dan €4619 krijgt u 3,8% combinatiekorting. De maximale inkomensafhankelijke combinatiekorting bedraagt €1765. Dat wordt bereikt bij een inkomen uit werk van €30.800. Doorwerkbonus Dit is een nieuwe heffingskorting om u te stimuleren om langer door te gaan met werken. Het is een percentage van uw arbeidsinkomen afhankelijk van uw leeftijd. Het gaat er daarbij om dat u in een jaar een bepaalde leeftijd bereikt. De bonus wordt niet tijdsevenredig aangepast naar de maand waarin u die leeftijd bereikt. Wordt u bijvoorbeeld op 31 december 64 jaar, dan heeft u voor dat jaar recht op 10% doorwerkbonus. De doorwerkbonus wordt berekend over het inkomen uit werk tussen €8860 en €54.776. De maxima staan in de tabel genoemd. Ouderschapsverlofkorting Voor deze korting is niet meer vereist dat u deelneemt aan de levensloopregeling. Iedereen met ouderschapsverlof komt hiervoor in aanmerking. Het wettelijke ouderschapsverlof is van 13 naar 26 weken verlengd.
Aanslaggrens De aanslaggrens voor 2009 bedraagt €43. Aanslagen worden tot dat bedrag niet opgelegd.
15
Heffings- en invorderingsrente De heffingsrente en invorderingsrente bedragen per 1 januari 2009 4,9%.
Inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet Maximum bijdrage-inkomen Het maximum inkomen waarover premies zorgverzekering verschuldigd zijn, bedraagt in 2009 €32.369. Percentage inkomensafhankelijke bijdrage Het percentage inkomensafhankelijke bijdrage is in 2008 6,9% als u een inhoudingsplichtige heeft. Voor inkomsten zonder inhoudingsplichtigen bedraagt het percentage 4,8. Ook als u directeur groot aandeelhouder bent en u werkt voor uw BV, bedraagt de bijdrage 4,8%.
16