AANTEKENEN Stichting Samenwerkende Publieke Omroepen Midden Nederland T.a.v. het bestuur Postbus 1012 3500 BA UTRECHT
Datum
Onderwerp
11 december 2012
Nevenactiviteit - toestemming
Uw kenmerk
Ons kenmerk
Contactpersoon
Doorkiesnummer
27979/2012015751
Geacht bestuur, Op 2 augustus 2012 heeft de Stichting Samenwerkende Publieke Omroepen Midden Nederland (hierna: SSPOMN) namens RTV Utrecht de nevenactiviteit “Het ontwikkelen en produceren van AV materiaal voor FC Utrecht B.V. ten behoeve van Eredivisie Live” gemeld. Bij brieven van 10 augustus 2012 (kenmerk: 27979/2012010487) en 9 oktober 2012 (kenmerk: 27979/2012012861) heeft het Commissariaat SSPOMN verzocht aanvullende informatie te verstrekken. Bij brieven van 11 september 2012 en 24 oktober 2012, en per e-mail van 20 november 2012, heeft SSPOMN nadere informatie over deze nevenactiviteit verstrekt. Tevens heeft SSPOMN op 5 november 2012 in een telefoongesprek een mondelinge toelichting op de voorgenomen activiteit gegeven. Op grond van de hiernavolgende toetsing wordt u toestemming verleend voor de nevenactiviteit “Het ontwikkelen en produceren van AV materiaal voor FC Utrecht B.V. t.b.v. Eredivisie Live”.
A.
De activiteit
1.
De nevenactiviteit van SSPOMN bestaat uit “Het ontwikkelen en produceren van AV materiaal voor FC Utrecht B.V. t.b.v. Eredivisie Live”. SSPOMN wil ongeveer veertig maal per jaar een item produceren voor FC Utrecht B.V. De items worden in opdracht van FC Utrecht B.V. geleverd aan Eredivisie Live.
B.
Relevante bepalingen
2. 1.
Artikel 2.132 Mediawet 2008 De publieke media-instellingen mogen alleen na voorafgaande toestemming van het Commissariaat nevenactiviteiten verrichten. Nevenactiviteiten zijn activiteiten, directe of indirecte deelnemingen in rechtspersonen daaronder begrepen, die niet rechtstreeks verband houden met of ten dienste staan van de uitvoering van de publieke media-opdracht, met uitzondering van verenigingsactiviteiten. Toestemming kan alleen worden gegeven als een nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht en direct gerelateerd is aan het media-aanbod van de publieke omroep, op marktconforme wijze wordt verricht en ten minste kostendekkend is.
2.
3.
3.
Voorts wordt verwezen naar de Regeling van het Commissariaat voor de Media van 10 april 2009 houdende beleidsregels omtrent nevenactiviteiten publieke mediainstellingen (hierna: Beleidsregels nevenactiviteiten 2009).
C.
Status
4.
Volgens artikel 2, onderdeel c, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 is een nevenactiviteit een activiteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008.
5.
Op grond van artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008, worden alle activiteiten, directe of indirecte deelnemingen in rechtspersonen daaronder begrepen, die niet rechtstreeks verband houden met of ten dienste staan van de uitvoering van de publieke media-opdracht, met uitzondering van verenigingsactiviteiten, aangemerkt als nevenactiviteiten.
6.
Het verhuren van personeel en middelen houdt niet rechtstreeks verband met en staat niet rechtstreeks ten dienste van de uitvoering van de publieke media-opdracht van de publieke media-instelling en is evenmin een verenigingsactiviteit.
7.
De activiteit is derhalve een nevenactiviteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008.
D.
Toetsing
8.
Op grond van artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008 kan toestemming alleen worden gegeven als een nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht en direct gerelateerd is aan het media-aanbod van de publieke media-instelling, op marktconforme wijze wordt verricht en ten minste kostendekkend is.
Relatietoets 9.
Op grond van artikel 4, eerste lid, sub b, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009, staat een nevenactiviteit op andere wijze ten dienste van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht indien er sprake is van verhuur van personeel of middelen op voorwaarde dat dit personeel of deze middelen niet zijn verworven met het oogmerk om te verhuren en een beperkte omvang hebben.
10.
Bij de vaststelling van beperkte omvang kan er van uitgegaan worden dat er geen sprake is van een capaciteit die groter is dan noodzakelijk om de publieke mediaopdracht ook onder bijzondere omstandigheden te kunnen verwezenlijken. Het uitgangspunt is voorts dat het verhuren geen grootschalige vorm mag aannemen. Verder mogen personeel en middelen niet zijn verworven met het oogmerk deze te verhuren.
11.
De voor het vervaardigen van AV materiaal voor FC Utrecht B.V. benodigde personeel en middelen staan primair ter beschikking van de publieke media-instelling ten behoeve van het verzorgen van de publieke media-opdracht. De nevenactiviteit ziet op een beperkt deel van de beschikbare middelen die onbenut blijft, waarbij camjo’s worden ingezet teneinde deze middelen te bedienen. Van het verwerven van personeel en middelen met het oogmerk daarmee AV materiaal voor FC Utrecht B.V. te vervaardigen is het Commissariaat niet gebleken.
12.
Verder is het aannemelijk dat geen sprake is van de inzet van een capaciteit die groter is dan noodzakelijk om de publieke media-opdracht ook onder bijzondere omstandigheden te kunnen verwezenlijken. De omvang van het vervaardigen van AV materiaal voor F.C. Utrecht B.V. is ten opzichte van de omvang van eigen contentproductie van RTV Utrecht gering.
13.
De onderhavige nevenactiviteit voldoet derhalve aan de voorwaarden van artikel 4, eerste lid, sub b, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009.
14.
Het Commissariaat is dan ook van oordeel dat de nevenactiviteit – in geval van gelijkblijvende omstandigheden – verband houdt met of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008.
Marktconformiteit 15.
Overeenkomstig artikel 7, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 wordt bij de beoordeling of het verrichten van de nevenactiviteit marktconform is, de verkoopprijs als uitgangspunt genomen. Een publieke media-instelling dient voor haar nevenactiviteiten een marktconforme verkoopprijs te hanteren. De publieke mediainstelling heeft derhalve een zorgplicht om deze eis van marktconformiteit mee te nemen in de onderhandelingen voorafgaand aan de totstandkoming van de nevenactiviteit.
16.
Het Commissariaat is vooralsnog van oordeel dat de nevenactiviteit, op basis van de nu bekende feiten en omstandigheden, aan deze voorwaarde voldoet. Hierbij heeft het Commissariaat het volgende overwogen.
17.
In de door SSPOMN overgelegde begroting wordt aangegeven wat de kosten zijn voor de productie. Het Commissariaat acht de kostprijs niet onredelijk.
Daarnaast heeft het Commissariaat de tarieven die SSPOMN hanteert voor de inzet van personeel en middelen vergeleken met de tarieven van vergelijkbare aanbieders. Deze vallen binnen de range van deze prijzen. Het Commissariaat acht, op basis hiervan en mede in het licht van eerder bij het Commissariaat aangemelde nevenactiviteiten, de vergoeding voor het vervaardigen van AV materiaal voor FC Utrecht B.V. vooralsnog marktconform. 18.
Het Commissariaat is vooralsnog dan ook van oordeel dat de nevenactiviteit – in geval van gelijkblijvende omstandigheden – marktconform wordt verricht zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008.
Kostendekkendheid 19.
Overeenkomstig artikel 11 van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009, is er geen sprake van kostendekkendheid indien de nevenactiviteit direct of indirect wordt bekostigd uit of anderszins ten laste komt van de publieke omroepmiddelen.
20.
Het Commissariaat is van oordeel dat de nevenactiviteit aan de voorwaarde van kostendekkendheid voldoet. Hierbij heeft het Commissariaat het volgende overwogen.
21.
De door SSPOMN overgelegde begroting en de hierop door SSPOMN gegeven toelichting geeft aanleiding te veronderstellen dat de nevenactiviteit minimaal kostendekkend kan worden verricht.
22.
Het Commissariaat is dan ook van oordeel dat de nevenactiviteit kostendekkend wordt verricht zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008.
23.
Het Commissariaat zal de kostendekkendheid jaarlijks controleren aan de hand van de jaarrekening.
E.
Besluit
24.
Op grond van bovenstaande toetsen is de nevenactiviteit “Het ontwikkelen en produceren van AV materiaal voor FC Utrecht B.V. t.b.v. Eredivisie Live” toegestaan op grond van artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008.
F.
Register
25.
De nevenactiviteit is als “Het ontwikkelen en produceren van AV materiaal voor FC Utrecht B.V. t.b.v. Eredivisie Live” opgenomen in het openbare Register nevenactiviteiten, te vinden op de internetsite van het Commissariaat (www.cvdm.nl).
G.
Publicatie
26.
Op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur besluit het Commissariaat de volledige tekst van dit besluit twee weken na bekendmaking daarvan op zijn website te publiceren. Het Commissariaat heeft het algemeen belang bij onverkorte openbaarmaking van het besluit afgewogen tegen het belang van SSPOMN. Aan het algemeen belang dat door (onverkorte) openbaarmaking wordt gediend, komt een groot gewicht toe.
Mede gelet hierop is het Commissariaat van oordeel dat de belangen van SSPOMN door onverkorte openbaarmaking van dit besluit niet onevenredig worden benadeeld.
Hilversum 10 december 2012
COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,
mr. Suzanne Poelmann hoofd Handhaving
Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het Commissariaat voor de Media, Postbus 1426, 1200 BK te Hilversum.