Bedankt voor het downloaden van dit artikel. De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd.
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro). No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
[email protected] www.boomuitgeversamsterdam.nl
70
boekenessay
The Collected Works of Edward Schillebeeckx marijn de jong
De honderdste geboortedag van Edward Schillebeeckx (1914-2009) is niet onopgemerkt voorbijgegaan in de Lage Landen; integendeel. Afgelopen zomer vond in Nijmegen een internationaal congres plaats rondom de theologie van Schillebeeckx met een groot aantal binnenlandse en buitenlandse sprekers. Er was een gedachtenisviering in de Dominicuskerk en er werd een tentoonstelling over het leven en werk van Schillebeeckx geopend, die zowel Nijmegen als Leuven aandeed. Als bekroning van al deze activiteiten werd in 2014 ook The Collected Works (cw) van Edward Schillebeeckx gepresenteerd. Het is een fris ogend verzamelwerk dat een herziene (en gedeeltelijk nieuwe) vertaling in het Engels biedt van de belangrijkste werken van de bekendste Nederlandstalige katholieke theoloog van de twintigste eeuw. In deze bijdrage zal ik stilstaan bij het belang van deze publicatie voor de actuele en toekomstige theologiebeoefening. Om te beginnen is het noodzakelijk om het perspectief te verbreden en het internationale belang van het gedachtegoed van Schillebeeckx in ogenschouw te nemen. De cw is immers niet primair gericht op het Nederlandstalige publiek dat de werken van Schillebeeckx natuurlijk in de originele taal ter beschikking heeft, maar op een internationaal, Engelstalig publiek. De theologie van Schillebeeckx kan wereldwijd nog altijd op levendige belangstelling rekenen.1 Een recente inventarisatie door Robert Schreiter toont dat sinds 2000 meer dan dertig dissertaties over Schillebeeckx werden geschreven.2 Interessant is ook om te zien dat na een periode van relatieve schaarste het Schillebeeckxonderzoek in Nijmegen en Leuven weer in de lift zit. De 1 Voor een overzicht van recente ontwikkelingen in Schillebeeckxonderzoek zie c. alpers/ d. minch, ‘Edward Schillebeeckx in de hedendaagse theologie’, Tijdschrift voor Theologie 54 (2014) 398-409.
2 r. schreiter, ‘De invloed van Edward Schillebeeckx: De dissertaties over zijn werk’, Tijdschrift voor Theologie 50 (2010) 153-165.
tijdschrift voor theologie jaargang 56 nummer 1 lente 2016 pagina 70–82
TvT_01_2016_bw_DEF.indd 70
15-03-16 10:26
the collected works of edward schillebeeckx nieuwe generatie theologiestudenten is minder bepaald door de polarisatie die het Nederlandse katholieke landschap lange tijd tekende. Deze temporele distantie schept ruimte voor een nieuwe en onbevangen kennismaking met de theologie van Schillebeeckx. Net zoals de receptie van het Tweede Vaticaans Concilie vijftig jaar na dato van het concilie een nieuwe fase ingaat, zo komt er nu ook ruimte voor nieuwe wegen in de receptie van Schille beeckx’ werk. De publicatie van de cw vormt een uitgelezen gelegenheid om zowel deze nieuwe ‘lokale’ initiatieven als de internationale aandacht voor het werk van Schillebeeckx te vitaliseren en met elkaar in gesprek te brengen. Zo bezien is de nieuwe Engelstalige publicatie van Schillebeeckx’ werk een belangrijke aanwinst voor het Nederlandse taalgebied. In de navolgende bespreking van de cw zal ik eerst ingaan op enkele technische en praktische zaken. Daarna zal ik kort de inhoud van de verschillende delen van de cw bespreken, met bijzondere aandacht voor het elfde deel. Tot slot schets ik aan de hand van één onderzoeksthema het blijvende belang van Schillebeeckx’ werk voor de actuele theologie.
71
a Opzet van de nieuwe editie De Collected Works omvat elf delen die niet alleen als gedrukte maar ook als digitale editie zijn uitgebracht.3 De nieuwe editie is onder de naam The Collected Works uitgebracht. Hoewel het gebruik van het lidwoord ‘The’ anders
3 e. schillebeeckx, The Collected Works of Edward Schillebeeckx, 11 Volumes, ed. T.M. Schoof/C. Sterkens with E. Borgman/R.J. Schreiter, London 2014. De Engelse titels van sommige vertalingen zijn soms aanmerkelijk anders dan het Nederlandse origineel. Ik beschrijf daarom kort hoe de afzonderlijke delen corresponderen met de Nederlandse originelen. Vol. i: Christ the Sacrament of the Encounter with God, London, Bloomsbury, 2014; 192 blz., £ 54.–, isbn 9780567417237 = Christus sacrament van de Godsonmoeting, Bilthoven 1959; Vol. ii: Revelation and Theology, London, Bloomsbury, 2014; 352 blz., £ 54.–, isbn 9780567653086 = Openbaring en theologie (Theologische peilingen, 1), Bilthoven 1964; Vol. iii: God the Future of Man, London, Bloomsbury, 2014; 144 blz., £ 54,–, isbn 9780567450319, werd onder deze titel gepubliceerd in 1968 en bevat de vertaling van een zestal artikelen die in het Nederlands werden gepubliceerd in 1967-1968; Vol. iv: World and Church, London, Bloomsbury, 2014; 272 blz., £ 54.–, isbn 9780567054227 = Wereld en kerk
(Theologische peilingen, 4), Bilthoven 1966, m.u.v. de eerste twintig pagina’s; Vol. v: The Understanding of Faith, London, Bloomsbury, 2014; 176 blz., £ 54.–, isbn 9780567172556 = Geloofsverstaan: Interpretatie en kritiek (Theologische peilingen, 5), Bloemendaal 1972, m.u.v. het eerste hoofdstuk dat is opgenomen in God the Future of Man; Vol. vi: Jesus: An Experiment in Christology, London, Bloomsbury, 2014; 704 blz., £ 54.–, isbn 9780567014825 = Jezus het verhaal van een levende, Baarn 1975; Vol. vii: Christ: The Christian Experience in the Modern World, London, Bloomsbury, 2014; 912 blz., £ 54.–, isbn 9780567224606 = Gerechtigheid en liefde: Genade en bevrijding, Baarn 19822; Vol. viii: Interim Report on the Books Jesus and Christ, London, Bloomsbury, 2014; 144 blz., £ 54.–, isbn 9780567148544 = Tussentijds verhaal over twee Jezusboeken, Baarn 1978; Vol. ix: The Church with a Human Face, London, Bloomsbury, 2014; 304 blz., £ 54,–, isbn 9780567105059 = Pleidooi voor mensen in de kerk: Christelijke identiteit en ambten in de kerk, Baarn 1985;
→
tijdschrift voor theologie jaargang 56 nummer 1 lente 2016
TvT_01_2016_bw_DEF.indd 71
15-03-16 10:26
marijn de jong doet vermoeden, is het belangrijk om te vermelden dat deze collectie niet het volledige oeuvre van Schillebeeckx bevat. Gezien zijn enorme productiviteit zou dit een schier onmogelijke opgave zijn geweest. De redacteurs hebben daarom voor een pragmatische aanpak gekozen en een selectie gemaakt van Schillebeeckx’ belangrijkste en meest invloedrijke werken. Deze selectie is desalniettemin behoorlijk omvangrijk. De vierduizend pagina’s van de cw beslaan circa zestig procent van Schillebeeckx’ gepubliceerde werk. Opvallend detail is dat het uitsluitend academisch werk betreft; Schille beeckx’ homiletisch werk is niet opgenomen in de cw.4 Met uitzondering van het laatste deel xi, bevat de cw geen integrale nieuwe vertalingen. Er is gekozen voor een herpublicatie van eerdere vertalingen, waarbij sommige vertalingen intensief zijn geredigeerd en gecorrigeerd. In een korte algemene inleiding van de hand van Nico Schreurs, die is opgenomen in ieder deel, worden summier de gehanteerde aanpak en de belangrijkste redactionele beslissingen toegelicht.5 Daarnaast bevat ieder afzonderlijk deel een specifieke inleiding door een theoloog die bijzonder vertrouwd is met de betreffende tekst. Deze deskundige en informatieve inleidingen bevatten aanvullende redactionele informatie. Sommige delen bevatten een behulpzame index. Helaas is dit alleen het geval bij de werken die in de oorspronkelijke uitgave al een dergelijke index hadden. Het ontbreken van een volledig en consistent indexapparaat lijkt een gemiste kans voor een publicatie van dit formaat. Wat wel handig is, is dat de nieuwe editie ook de paginering van de oorspronkelijke vertalingen bevat. Ieder deel bevat een ‘How to use this book’ sectie waarin telkens een specifieke wijze van citeren wordt aangeraden. Maar hoewel dit tegemoetkomt aan de specificiteit van de bestaande vertalingen, zou een uniform referentiesysteem wellicht duidelijker zijn. Op basis van het gehanteerde redactieproces zijn de elf delen grofweg in drieën op te delen. Ten eerste zijn daar de delen i-v. Blijkens de algemene introductie zijn deze delen relatief licht geredigeerd. Het betreft in feite integraal de tekst van eerder uitgebrachte vertalingen. De redacteurs waren van mening dat de kwaliteit van deze vertalingen afdoende was geborgd door degenen die
72
→
Vol. x: Church: The Human Story of God, London, Bloomsbury, 2014; 288 blz., £ 54.–, isbn 9780567355843 = Mensen als verhaal van God, Baarn 1989; Vol. xi: Essays: Ongoing Theological Quests, London, Bloomsbury, 2014; 240 blz., £ 54,–, isbn 9780567641540, bevat acht artikelen die (m.u.v. hoofdstuk 2) niet eerder in het Engels werden vertaald. Deze artikelen verschenen oorspronkelijk tussen 1980 en 2000. 4 De twee eerste publicaties van Schillebeeckx’ preken (Evangelie verhalen en Om het behoud
van het evangelie) zijn wel eerder vertaald in het Engels. Het derde deel (Verhalen van een levende) is pas dit jaar in het Nederlands verschenen en kon daarom logischerwijze niet worden opgenomen in de cw. 5 Voor nadere tekst en uitleg omtrent het redactieproces, zie de terugblik van Ted Schoof op de website van de Edward Schillebeeckx Stichting: <schillebeeckx.nl/wp-content/uploads/2014/08/Terugblik-TS-CWSxnederlandse-versie.pdf>.
tijdschrift voor theologie jaargang 56 nummer 1 lente 2016
TvT_01_2016_bw_DEF.indd 72
15-03-16 10:26
the collected works of edward schillebeeckx destijds bij het vertaalproces betrokken waren.6 Zij hebben daarom besloten deze vertalingen niet meer te controleren of te herzien. Ik onthoud mij van een beoordeling van deze redactionele beslissing, maar wil wel een kritische opmerking maken die een beperking van deze aanpak toont. Een specifiek gevolg dat voortvloeit uit deze beslissing is dat minder rekening wordt gehouden met genderinclusief taalgebruik. Voor zover Schillebeeckx’ werk een afspiegeling van zijn tijd vormt, is het natuurlijk onvermijdelijk dat zijn teksten vaak mannelijke in plaats van genderinclusieve taal bevatten. Maar zoals nieuwere vertalingen (bijvoorbeeld de vertalingen opgenomen in deel xi) aantonen, bestaan er wel degelijk mogelijkheden om sommige teksten inclusief in plaats van exclusief te vertalen, zonder onrecht te doen aan de oorspronkelijk tekst. Een voorbeeld hiervan is de vertaling van ‘mens’ door ‘man’ ofwel ‘human’. In tegenstelling tot hedendaagse vertalingen opteren oudere vertalingen doorgaans voor de eerste versie. Door de oorspronkelijke vertalingen van de delen i-v niet te herzien, wordt dit taalgebruik gecontinueerd. Deel iii is dus nog altijd getiteld God the Future of Man, terwijl dit evenwel God the Future of Humankind had kunnen zijn. Het heeft als gevolg dat de ‘nieuwe’ versie van 2014 soms meteen al gedateerd klinkt. De delen ii-v omvatten een aanzienlijk deel van het werk dat in het Nederlands in vijf boeken onder de naam Theologische peilingen (tp) verscheen. De Engelse edities corresponderen echter niet precies met de Nederlandse originelen. Voor de duidelijkheid licht ik daarom kort toe wat precies is opgenomen en wat niet. Openbaring en theologie (tp 1) werd eerst vertaald in twee boeken maar is nu als één deel opgenomen in deel ii. Van God en mens (tp 2) is enkel hoofdstuk 2 opgenomen in deel xi. Dit is opvallend, gezien het feit dat recentelijk juist de vroege antropologie van Schillebeeckx – die onder meer wordt uitgewerkt in God en mens – opnieuw in de belangstelling is gekomen.7 Wereld en kerk (tp 3) is dan weer bijna volledig opgenomen in deel iv, met uitzondering van het eerste essay, terwijl Zending van de kerk (tp 4) in zijn geheel ontbreekt in de cw. Ten slotte is de inhoud van Geloofsverstaan te vinden in twee verschillende delen. Het eerste essay over de hermeneutiek is te vinden in God the Future of Man. De overige essays zijn opgenomen in deel v. Dat de Engelse ordening van teksten afwijkt van de Nederlandse is waarschijnlijk te verklaren vanuit het feit dat de redacteurs van de cw de volgorde van de oorspronkelijke vertalingen hebben gevolgd met het oog op de continuïteit van verwijzingen in de Engelstalige literatuur. De delen vi-x hebben daarentegen een intensiever redactieproces ondergaan. De originele vertaling door Hubert Hoskins van deel vi, Jesus: An Exper
6 Deel i werd vertaald door P. Barrett en L. Bright en de delen ii-v werden vertaald door N.D. Smith. Deze vertalingen zijn indertijd gecontroleerd door Ted Schoof.
73
7 Zie bijvoorbeeld j. cooper, Humanity in the Mystery of God: The Theological Anthropology of Edward Schillebeeckx, London 2011.
tijdschrift voor theologie jaargang 56 nummer 1 lente 2016
TvT_01_2016_bw_DEF.indd 73
15-03-16 10:26
marijn de jong
74
iment in Theology, is eerst herzien en geredigeerd door Joanna Dunham en daarna nog eens gecontroleerd en herzien door Marcelle Manley. Het betreft de herziene editie uit 1975 waaraan Schillebeeckx, naar aanleiding van de ontstane commotie in reactie op dit baanbrekende werk, enkele belangrijke pagina’s (vi, 605-610) over de opstanding als werkelijkheidservaring én ervaringswerkelijkheid toevoegde. De delen vii-x werden oorspronkelijk vertaald door John Bowden. Ted Schoof heeft deze vertalingen nagekeken en waar nodig gecorrigeerd of aangepast. Dit was naar zijn oordeel vooral noodzakelijk bij Church: The Human Story of God. Met het oog op deze herzieningen zijn deze vertalingen omgedoopt tot ‘authorised translations’. Een vermeldenswaardig detail is dat dankzij de nieuwe vertalingen Schillebeeckx’ eigen exegese van het Nieuwe Testament beter tot zijn recht komt. In de eerdere vertalingen werd namelijk vaak verwezen naar de Standard Revised Edition van de Bijbel, waarmee de nuance en onderscheidenheid van Schillebeeckx’ eigen vertalingen verloren ging. De vertaling Christ: The Christian Experience in the Modern World is voor het eerst wel gebaseerd op de tweede uitgebreide editie van Schillebeeckx’ tweede Jezusboek uit 1982 en bevat daarom nu ook de herschreven passage over de bevrijdingstheologie die hij hieraan toevoegde (vii, 753-759). Hier en daar zijn toch nog wat foutjes in de nieuwe vertaling geslopen. Afgezien van kleine drukfouten wijs ik bijvoorbeeld op een passage in Church (x, 26-27). Hier schept de Engelse vertaling onduidelijkheid met betrekking tot een belangrijk onderscheid dat Schillebeeckx aanbrengt in zijn uitleg van het begrip openbaring. Het laatste en elfde deel tot slot verdient een aparte behandeling. In dit deel zijn verschillende teksten van Schillebeeckx opgenomen die niet eerder in het Engels zijn vertaald. Enkel het tweede hoofdstuk, de inaugurele rede ‘Op zoek naar de levende God’ die Schillebeeckx bij zijn aantreden als hoogleraar in Nijmegen in 1958 hield, is eerder in Engelse vertaling gepubliceerd. De nieuwe vertalingen van de overige essays zijn van de hand van Marcelle Manley.8 Aangezien de opname van deze artikelen de grootste noviteit van de cw is, zal ik dit deel in de volgende sectie in meer detail bespreken.
b De ‘nieuwe’ essays: Deel xi van de Collected Works Zoals Ted Schoof en Carl Sterkens beschrijven in hun inleiding (xi, xiii-xviii) behoort Schillebeeckx tot de groep theologen wiens theologische productiviteit niet enkel beslag vond in boeken, maar vooral ook in een groot aantal kortere artikelen in tijdschriften en verzamelwerken. De redacteurs hebben
8 Met uitzondering van het tweede hoofdstuk, de oratie, die door E. Fitzgerald en P. Tomlinson werd vertaald.
tijdschrift voor theologie jaargang 56 nummer 1 lente 2016
TvT_01_2016_bw_DEF.indd 74
15-03-16 10:26
the collected works of edward schillebeeckx acht van dit soort kortere bijdragen opgenomen in deel xi onder de titel Essays: Ongoing Theological Quests. De ondertitel duidt erop dat Schillebeeckx in deze bijdragen thema’s behandelt die hem tot laat in zijn leven bezighielden. Dit blijkt ook uit het feit dat het achtste en meest recente artikel oorspronkelijk werd gepubliceerd in het jaar 2000, Schillebeeckx was toen al 86 jaar. Het eerste essay, getiteld ‘Experience and Faith’, is de vertaling van een artikel dat Schillebeeckx schreef voor de 37-delige Duitse encyclopedie Christlicher Glaube in moderner Gesellschaft.9 De inhoud van dit artikel is niet geheel nieuw, maar herneemt en bouwt voort op Schillebeeckx’ discussie over ervaring, zin, en openbaring in Jezus (vi, 559-586) en Gerechtigheid en liefde (vii, 17-50). Belangrijke passages keren ook letterlijk terug in het latere Mensen als verhaal van God (x, 14-27). Volgens Schillebeeckx is menselijke ervaring het noodzakelijke medium van goddelijke openbaring. Via een analyse van de algemene menselijke ervaring presenteert hij een model van geloofservaring dat recht tracht te doen aan zowel de objectieve als de subjectieve dimensie van ervaring. Hierbij schenkt Schillebeeckx in het bijzonder aandacht aan de rol van traditie, de noodzaak van een hermeneutiek van ‘kritiek’ en ‘verdenking’, en het belang van praxis voor de interpretatie van geloofservaring. Hij wijst tegelijkertijd voortdurend op het belang van de objectieve dimensie, dit wil zeggen op de fundamentele gegevenheid van de geloofservaring die in de eerste plaats altijd een initiatief van God is. Dit facet wordt met name benadrukt in de laatste paragraaf over de essentiële rol van de heilige Geest in geloofservaring. Het tweede en derde artikel betreffen respectievelijk Schillebeeckx’ inaugurele rede, ‘Op zoek naar de levende God’, en zijn afscheidsrede, ‘Theo logisch Geloofsverstaan anno 1983’, beide gehouden aan de universiteit in Nijmegen. Het na elkaar opnemen van deze programmatische en terugblikkende redes biedt bij uitstek de gelegenheid om een beeld te vormen van de ontwikkeling in Schillebeeckx’ theologie tussen 1958 en 1983. Wat opvalt is dat Schillebeeckx al in 1958 de positieve kanten van de secularisatie benadrukt: ‘want deze secularisering betekent slechts dat de kérn van de godsdienstigheid elders ligt’.10 Voor zover secularisering duidelijk maakt dat God geen grijpbaar onderdeel van de werkelijkheid is, ontstaat er opnieuw ruimte voor het beeld van de levende God die via heilshistorisch handelen in dialoog met de mensheid treedt. Theologie is voor Schillebeeckx ‘een heilshistorische wetenschap op christologische basis’.11 Maar zoals uit de
9 Christliche Glaube in moderner Gesellschaft, Hg. F. Böckle e.a., Freiburg 1980-1987. Schillebeeckx’ bijdrage is opgenomen in deel 25, maar de Engelse vertaling is gebaseerd op het niet eerder gepubliceerde Nederlandse manuscript dat de grondslag vormt voor dit artikel.
75
10 schillebeeckx, God en mens, 22 (xi, 37). Ik citeer navolgend de originele teksten van Schillebeeckx, maar geef daarbij tussen haakjes ook de verwijzing naar de betreffende locatie in de cw. 11 schillebeeckx, God en mens, 34 (xi, 48).
tijdschrift voor theologie jaargang 56 nummer 1 lente 2016
TvT_01_2016_bw_DEF.indd 75
15-03-16 10:26
marijn de jong
76
rede van 1983 blijkt, wordt Schillebeeckx zich in toenemende mate bewust van de gegroeide kloof tussen actuele ervaring en de heilshistorische boodschap van de christelijke traditie. Om deze reden begint hij in de jaren zeventig met een nieuwe hermeneutiek van deze traditie, die start bij de geloof stichtende historische ervaring van Jezus. Schillebeeckx bepleit een theologische ‘correlatie’ of ‘interrelatie’ van actuele situatie en traditie. Dit is een onderneming ‘die enerzijds hermeneutisch, anderzijds juist in haar theologische theorie betrokken is op een bepaalde praxis van verlossing en bevrijding’.12 Enkel door een dergelijke dialectiek van verleden en heden, die nadrukkelijk vertrekt vanuit de particulariteit van de geloofservaring, kan de universaliteit van het heil van Godswege tot uitdrukking worden gebracht. Dit heeft als gevolg dat christelijke identiteit niet langer moet worden begrepen als het ‘gelijke’ maar eerder als het ‘proportioneel gelijke’: ‘In het geding is de christelijke identiteit in culturele breuken of verschuivingen’.13 Het is dus in de veranderlijke historiciteit dat de universele levende God van het heil zich kenbaar maakt. Particulariteit is constitutief voor universaliteit. In het hoofdstuk ‘Liberating Theology’ gaat Schillebeeckx via een reflectie op de bevrijdingstheologie dieper in op de gerichtheid van zijn theologie op de heilshistorisch handelende God. Dit artikel verscheen oorspronkelijk als bijdrage voor een Festschrift voor Johann Baptist Metz. Het begrip van de negatieve contrastervaring vervult hierbij een sleutelrol. Dergelijke contrastervaringen zetten ons aan tot een bevrijdende praxis en het is in deze praxis dat bij uitstek sporen van Gods handelen zichtbaar worden voor ons. Theorie alleen is niet genoeg, maar ondanks het belang van praxis moet de rol van de mens niet verabsoluteerd worden. Schillebeeckx benadrukt dat goddelijke ervaring niet tot menselijke praxis kan worden gereduceerd, maar hij stelt tegelijkertijd dat zonder een ‘corresponderende’ praxis het koninkrijk Gods nooit zal komen (xi, 83). Het vijfde hoofdstuk snijdt een thema aan dat voortdurend terugkeert in Schillebeeckx’ werk, namelijk de spanning tussen continuïteit en discontinuïteit.14 Schillebeeckx schreef dit artikel bij gelegenheid van het afscheid van zijn collega Ted Schoof in Nijmegen. Zich afzettend tegen oudere opvattingen over dogmaontwikkeling – die hij zelf ook huldigde, zie ii, 201-205 – benadrukt Schillebeeckx de historiciteit van openbaring, geloof en dogma. Dit impliceert volgens hem de noodzakelijkheid van openheid en dynamiek in geloofsexpressies. In het geloof hebben we te maken ‘met het absolute, maar nooit op absolute wijze, en dus steeds slechts op historische en betrek-
12 e. schillebeeckx, Theologisch geloofsverstaan anno 1983, Baarn 1983, 8 (xi, 55). 13 schillebeeckx, Theologisch geloofsverstaan, 16 (xi, 63). 14 Voor een recente reflectie op deze spanning
tussen continuïteit en discontinuïteit zie m. poulsom, ‘New Resonances in Classic Motifs: Finding Schillebeeckx’s Theology in Translation’, Louvain Studies 38 (2014) 370381.
tijdschrift voor theologie jaargang 56 nummer 1 lente 2016
TvT_01_2016_bw_DEF.indd 76
15-03-16 10:26
the collected works of edward schillebeeckx kelijke, op corrigeerbare en voltooibare wijze’.15 Vanuit dit perspectief beschouwt hij kritisch de recente ontwikkelingen in pauselijke leeruitspraken die volgens hem al te snel onfeilbaarheid pretenderen. Tegenover een beroep op onfeilbaarheid stelt Schillebeeckx de noodzaak om te erkennen dat
77
elk dogma telkens opnieuw door de menselijke ervaring heen moet gaan en nooit voorbij kan gaan aan de geloofservaring van de gelovige gemeenschap, op straffe van bij de gelovigen over te komen als een doods museumstuk.16 Het zesde essay ‘Theological Quests’, dat een belangrijk deel van Theologisch Testament bevat, bouwt voort op deze thematiek. In dit essay geeft Schillebeeckx kernachtig zijn visie op verschillende centrale theologische thema’s, zoals schepping, openbaring, genade, triniteit, eschatologie, en ecclesiologie. Het geeft daarmee een uitzonderlijk systematisch overzicht van het werk van een theoloog die niet altijd even systematisch te werk ging. Met name de laatste paragraaf is interessant. Schillebeeckx stelt hier dat ‘Als achtergrond van mijn denken, alsook van heel dit boek ligt er wat ik de laatste decenniën geleidelijk met grotere helderheid ben gaan noemen een radicale grondervaring’.17 Deze contrastervaring speelt een essentiële rol in de correlatie tussen ervaringstraditie en actuele ervaring. Voor Schillebeeckx is christelijke identiteit onlosmakelijk verbonden met menselijke integriteit. In de reflectie op het religieuze karakter van een dergelijke ervaring keert de verhouding tussen ervaring en interpretatie terug. Spelen de religieuze tradities hierin een noodzakelijke rol? Schillebeeckx’ antwoord is ambigue; het toekennen van een expliciete religieuze betekenis aan contrastervaring is een universeel fenomeen, een ‘niet dwingend maar een zinvol menselijke, ook legitieme mogelijkheid, en feitelijk ook een universeel gegeven in onze mensengeschiedenis’.18 De laatste twee artikelen maken nogmaals duidelijk dat Schillebeeckx voortdurend nieuwe dialogen zocht met andere academische disciplines. In ‘Culture, Religion and Violence’ en ‘Towards a Rediscovery of the Christian Sacraments’ zijn dit respectievelijk de culturele studies en de rituele studies. Schillebeeckx ziet een gemeenschappelijk element in de variëteit van culturele expressies, namelijk een ervaring van ‘weerbarstigheid’ of ‘vreemdheid’, een ervaring van een waarheid ‘aan de taal voorbij’ die aan onze controle ont-
15 e. schillebeeckx, ‘Breuken in christelijke dogma’s’, in: Breuklijnen: Grenservaringen en zoektochten. 14 Essays voor Ted Schoof bij zijn afscheid van de theologische faculteit Nijmegen, red. E. Schillebeeckx e.a., Baarn 1994, 19 (xi, 88). 16 schillebeeckx, ‘Breuken in christelijke
dogma’s’, 38 (xi, 102). 17 e. schillebeeckx, Theologisch testament: Notarieel nog niet verleden, Baarn 1994, 128 (xi, 154). 18 schillebeeckx, Theologisch testament, 132 (xi, 157).
tijdschrift voor theologie jaargang 56 nummer 1 lente 2016
TvT_01_2016_bw_DEF.indd 77
15-03-16 10:26
marijn de jong
78
snapt.19 Actuele ervaringen mogen dan worden gekenmerkt door particulariteit en fragmentariteit, Schillebeeckx blijft niettemin zoeken naar ‘universeel-menselijke trekken’ in deze fragmenten, naar ‘de christelijke boodschap die álle mensen kan aanspreken’.20 Hij contrasteert hierbij zijn eigen formele benadering, gericht op de onderliggende universaliteit en continuïteit, met de benadering van Erik Borgman die zich meer richt op materiële en concrete fragmentarische contexten. Volgens Schillebeeckx vormt de formele benadering een ‘prologomenon’ voor de materiële benadering en zijn beide benaderingen daarom veeleer complementair. In het laatste artikel ‘Towards a Rediscovery of the Christian Sacraments’ keert Schillebeeckx terug naar het thema van de sacramenten waarmee hij zijn theologische loopbaan begon. De rituele studies tonen de lichamelijke, biologische, en sociale dimensie van rituelen aan de hand van empirische analyse. Deze inzichten zijn volgens Schillebeeckx noodzakelijk voor een actueel verstaan van de rituelen van de ‘historische religies’. Maar naar christelijke overtuiging hebben christelijke rituelen – sacramenten – niet enkel een antropologische dimensie, maar ook een ‘theologale’, op God gerichte dimensie (xi, 205). Dat roept de vraag op naar de verhouding tussen beide dimensies, wat in feite opnieuw de problematiek van hermeneutische correlatie aan de orde stelt. Begrijpen we de antropologische dimensie vanuit de theologale dimensie, of wordt hier de antropologische benadering richtinggevend voor de theologale dimensie? Deze spanning, die voortdurend in Schillebeeckx’ werk besloten ligt, diep ik wat verder uit in het laatste deel van deze bespreking.
c Toekomst voor Schillebeeckxonderzoek De nieuwe uitgave van de Collected Works van Edward Schillebeeckx is een omvangrijk en ambitieus project. Een project dat van bijzondere waarde is voor de actuele theologie. In een reflectie op de moeizame verhouding tussen de katholieke kerk en de moderniteit verwees David Tracy vijfentwintig jaar geleden naar een enigszins tragische observatie van Schillebeeckx: ‘Na twee eeuwen van verzet omarmden katholieken de moderne wereld, juist op het moment dat de moderne wereld zichzelf begon te wantrouwen’.21 Juist toen het Tweede Vaticaans Concilie uiteindelijk een dialoog tussen kerk en
19 e. schillebeeckx, ‘Cultuur, godsdienst en geweld: “Theologie als onderdeel van een cultuur”’, Tijdschrift voor Theologie 36 (1996) 387-404, 393-394 (xi, 171-172). 20 schillebeeckx, ‘Cultuur, godsdienst en geweld’, 398 (xi, 176). 21 ‘After two centuries of resistance, Catholics
embraced the modern world just at the moment when the modern world began to distrust itself’, zie d. tracy, ‘The Uneasy Alliance Reconceived: Catholic Theological Method, Modernity, and Postmodernity’, Theological Studies 50 (1989) 556.
tijdschrift voor theologie jaargang 56 nummer 1 lente 2016
TvT_01_2016_bw_DEF.indd 78
15-03-16 10:26
the collected works of edward schillebeeckx wereld sanctioneerde, werd dit dialogale project zwaar op de proef gesteld door de opkomst van de postmoderniteit. Maar recentelijk lijkt er na een periode van aandacht voor alteriteit, pluraliteit, en particulariteit opnieuw aandacht te komen voor verbondenheid, eenheid, en universaliteit. De postmoderniteit is zichzelf gaan betwijfelen, wat zowel nieuwe uitdagingen als mogelijkheden biedt voor de theologie die worstelt met actuele vragen en problemen. De theologie van Schillebeeckx kan ons hierbij een dienst bewijzen. In Schillebeeckx’ oeuvre treffen we een bijzonder perspectief aan op de worstelingen van de katholieke theologie in de vorige eeuw. Gevormd in een periode die gekarakteriseerd werd door kerkelijke afkeer jegens de moderniteit werd Schillebeeckx een van de wegbereiders en pleitbezorgers van het aggiornamento binnen de katholieke kerk. Maar Schillebeeckx maakte ook het groeiende wantrouwen ten aanzien van de moderniteit mee. Zijn theologie weerspiegelt deze verschillende theologische contexten en tracht in deze veranderende contexten telkens opnieuw een eigen theologisch antwoord te bieden. Dit kan worden verhelderd aan de hand van een specifiek probleem. Lapidair gesteld wordt de theologie van iedere tijd opnieuw geconfronteerd met de vraag hoe de objectieve dimensie van geloof zich verhoudt tot de subjectieve dimensie. Met andere woorden: hoe denken we de verhouding tussen de zich openbarende God en het gelovige subject? Schillebeeckx’ werk biedt ons een aantal inzichten om deze thematiek te verhelderen. De vroege Schillebeeckx schrijft in een tijd waarin de neoscholastiek de katholieke theologie domineerde. De neoscholastiek richt zich nadrukkelijk op de objectieve dimensie van de geloofswaarheid en benadrukt dat de geloofstaal – filosofische concepten en dogmatische formuleringen – een werkelijke verwijzing naar deze objectieve waarheid inhoudt. Het probleem van deze benadering is dat in haar verzet tegen een moderne ‘subjectivering’ van geloof de subjectieve geloofsdimensie onderontwikkeld blijft. Bouwend op de inzichten van zijn leermeester Dominicus De Petter introduceert Schillebeeckx een epistemologisch model dat scherper aandacht heeft voor deze subjectieve dimensie. Hij stelt dat het gelovige antwoord op de openbaring bestaat uit twee onlosmakelijk verbonden momenten: een ‘ervarings moment’ en een ‘begripsmoment’. Via het model van het ‘niet-begrippelijk kenmoment’ probeert hij te verklaren dat onze ervaring een ‘voor-begrippelijke’ objectieve dynamiek bevat die ons een openheid naar het transcendente verschaft. Dit niet-begrippelijk element is enkel aanwezig in onze concepten die gezien onze historiciteit noodzakelijk een betrekkelijk karakter hebben. Tegelijkertijd vormt dit element de grondslag voor het waarheidsgehalte van onze concepten. Onze inadequate begrippen worden gedragen door een objectieve dynamiek en dit garandeert dat deze begrippen de objectieve waarheid raken. Of, zoals Schillebeeckx schrijft:
79
tijdschrift voor theologie jaargang 56 nummer 1 lente 2016
TvT_01_2016_bw_DEF.indd 79
15-03-16 10:26
marijn de jong
80
De typische kenwaarde van onze begrippelijke kennis van God ligt daarom in een projectieve akt waarin wij via de begripsinhouden God in-tenderen, Hem nochtans niet conceptueel kunnen vatten, maar wel weten dat God precies in die objectieve, bepaalde richting aanwezig is welke door de begripsinhouden wordt aangeduid.22 Door de aandacht te vestigen op het perspectivistische karakter van menselijk kennen en menselijke concepten probeert Schillebeeckx dus meer recht te doen aan de subjectieve dimensie van geloofswaarheid zonder de objectieve dimensie uit het oog te verliezen. In de jaren rondom het Tweede Vaticaans Concilie intensiveert Schillebeeckx zijn ‘moderne wending naar het subject’. Zijn uitvoerige verkenningen van de hermeneutiek en de kritische theorie uit deze tijd getuigen van zijn groeiende aandacht voor de subjectieve dimensie (zie deel v). Zij vormen een voorbereiding op zijn nieuwe theologische aanzet die concreet gestalte krijgt in zijn twee eerste ‘Jezusboeken’. Wanneer Schillebeeckx in Tussentijds verhaal de balans opmaakt, blijkt dat hij nu een duidelijke hermeneutische visie vertolkt op de relatie tussen object en subject. Het probleem concept – ervaring is verworden tot het probleem ervaring – interpretatie. Open baring manifesteert zich in de menselijke ervaring, maar mensen kunnen enkel interpreterend ervaren. Om een dualistische visie te voorkomen en juist de intrinsieke verbinding tussen ervaring en interpretatie te tonen, introduceert Schillebeeckx een onderscheid tussen ‘interpretatie-elementen die hun grond en bron rechtstreeks in het ervarene zelf vinden’ en ‘interpretatie-elementen die buiten althans deze ervaring ons worden aangereikt van elders’.23 De menselijke ervaring als interpretatieve ervaring is het samenspel van deze objectieve en subjectieve dynamiek. Om dit samenspel te ontwaren en te begrijpen is een hermeneutiek van de ervaring onontbeerlijk. Enerzijds lijkt de epistemologische focus hiermee naar de subjectieve pool te zijn verschoven. Anderzijds houdt Schillebeeckx nadrukkelijk vast aan de fundamentele gegevenheid van iedere ervaring: De interpretatieve ervaring behoort wezenlijk bij het begrip openbaring. Maar als er met Jezus zelf werkelijk niets aan de hand zou zijn geweest en we in het nieuwe testament alleen subjectieve oordelen over hem zouden horen, dan valt m.i. de basis weg om christen te worden of het te blijven.24 Dit kan gezien worden als een vroegtijdige decentrering van het moderne subject. 22 schillebeeckx, Openbaring en theologie, 194-195 (i, 199). 23 schillebeeckx, Tussentijds verhaal, 21 (viii, 11).
24 schillebeeckx, Tussentijds verhaal, 19-20 (viii, 10).
tijdschrift voor theologie jaargang 56 nummer 1 lente 2016
TvT_01_2016_bw_DEF.indd 80
15-03-16 10:26
the collected works of edward schillebeeckx In Mensen als verhaal van God komt opnieuw de vraag van objectiviteitsubjectiviteit aan de orde. Schillebeeckx ziet zich genoodzaakt zijn visie nog eens uit leggen, omdat deze door sommigen als ‘subjectivistisch’ en door anderen als ‘objectivistisch’ wordt geïnterpreteerd. Hij stelt nog eens nadrukkelijk dat iedere openbaring historisch wordt bemiddeld via het medium van cultuurhistorisch geconditioneerde ervaring. Dit maakt dat geloofs interpretatie altijd varieert afhankelijk van contextuele plaats en tijd. Maar de aandacht voor deze subjectieve dimensie mag niet ten koste gaan van de objectieve dimensie. Het openbaringsaanbod is geen product van het subject, geloofsinterpretatie is niet louter projectie.25 Schillebeeckx werkt dit uit met behulp van een concept van ‘radicale contingentie-ervaring’ of ‘contrastervaring’. In dergelijke ervaringen van contingentie, in confrontaties met ellende en lijden, toont zich de weerbarstigheid van de werkelijkheid die tegelijkertijd een openbarende kracht heeft. Schillebeeckx wijst hier opnieuw op de objectieve dynamiek en ‘pre-linguïstische aspecten’ van ervaring die de basis vormen voor iedere interpretatie.26 De term ‘pre-linguïstisch’ lijkt een ongelukkige woordkeuze voor een theoloog die benadrukt dat alle ervaring interpretatief is, maar het kan ook worden gezien als een correctie van Schillebeeckx’ eigen moderne antropologische wending. Tegen een verabsolutering van de menselijke subjectiviteit vestigt Schillebeeckx opnieuw aandacht op de ongrijpbaarheid en onmaakbaarheid van de objecten die zich manifesteren in onze ervaring. Tegelijkertijd houdt hij zo ook de mogelijkheid open van een universaliteit die de menselijke contextuele particulariteit overstijgt. De reeds besproken artikelen uit deel xi tonen dat Schillebeeckx tot laat in zijn leven bleef worstelen met het probleem van objectiviteit en subjectiviteit. Voorbeelden hiervan zijn te vinden in zijn reflecties over de ontwikkeling en interpretatie van dogma, of in zijn analyse van sacramenten in termen van antropologische en theologale dimensies. Tegenover een objectivistisch dogmatisme benadrukt Schillebeeckx de noodzakelijke bemiddeling van geloof en openbaring. Tegenover subjectief reductionisme benadrukt hij de voorgegevenheid en soevereiniteit van het openbaringsaanbod dat tot ons komt in ervaring. Navigerend tussen de polen van subjectivisme en objec tivisme probeert hij Gods heilsactiviteit in de geschiedenis en Gods heils activiteit vandaag inzichtelijk te maken. In hoeverre hij hierin adequaat slaagt, blijft een open vraag. Maar met het verschijnen van de Collected Works hebben we een belangrijk nieuw instrument voorhanden om deze vraag verder uit te diepen. ‘God is ieder ogenblik nieuw’, zo luidt een bekende uitspraak van Schillebeeckx. Dat maakt dat ons spreken over God en Gods relatie tot mensen – theologie – ook altijd nieuw moet zijn. Maar dit betekent niet
25 schillebeeckx, Mensen als verhaal van God, 56-57 (x, 37-38).
81
26 schillebeeckx, Mensen als verhaal van God, 96-98 (x, 75-78).
tijdschrift voor theologie jaargang 56 nummer 1 lente 2016
TvT_01_2016_bw_DEF.indd 81
15-03-16 10:26
marijn de jong
82
dat het oude spreken over God simpelweg vergeten kan worden. Het is eerder op basis van en dankzij deze ‘oude’ theologie dat nieuwe theologie geschreven kan worden. Dankzij de Collected Works kan een nieuwe generatie theologen lering trekken uit Schillebeeckx’ poging om in nieuwe contexten het christelijke geloof verstaanbaar te maken. Zo kan het werk van Schillebeeckx een voorbeeld en een inspiratie zijn voor de recontextualisering van geloof en theologie vandaag.
marijn de jong, te Tilburg geboren in 1985, is als aspirant van het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen (fwo) verbonden aan de onderzoekseenheid Systematische Theologie en Religiewetenschap van de Faculteit Theologie en Religiewetenschap van de Katholieke Universiteit Leuven. Hij bereidt een proefschrift voor over de combinatie van hermeneutiek en transcendentaliteit in de theologie van Karl Rahner en Edward Schillebeeckx. Recentelijk publiceerde hij ‘Theology after the Hermeneutical Turn: Francis Schüssler Fiorenza and the Contemporary Prospects of Transcendental Theology’, Ephemerides Theologicae Lovanienses 90 (2014); ‘“Mediated Immediacy”: Karl Rahner and Edward Schillebeeckx on the Non-Reflective Element in Experience’, in: Interpreting Experience – Experiencing Interpretation: Towards a Hermeneutics of Religious Experience, ed. U. Schmiedel e.a. (forthcoming); en ‘Metaphysical Theology in Hermeneutical Times? Lessons from Edward Schillebeeckx’, in: At the Crossroads: Edward Schillebeeckx and the Frontiers of Public Theology, ed. S. van Erp e.a. (forth coming). Zijn adres is: Sint-Michielsstraat 6 – bus 3101, 3000 Leuven, be; e-mail marijn.
[email protected].
tijdschrift voor theologie jaargang 56 nummer 1 lente 2016
TvT_01_2016_bw_DEF.indd 82
15-03-16 10:26