2580754 NL 1502
HANDLEIDING Adiabatisch luchtbevochtigingsysteem Condair DL
Humidification and Evaporative Cooling
Hartelijk bedankt dat u Condair heeft gekozen Installatiedatum (DD/MM/YYYY): Inbedrijfnamedatum (DD/MM/YYYY): Locatie: Model: Serienummer:
Producent Condair Ltd. Talstrasse 35-37, CH-8808 Pfäffikon Ph. +41 55 416 61 11, Fax +41 55 416 62 62
[email protected], www.condair.com Eigendomsrechten Dit document en de daarin aanwezige informatie zijn eigendom van Condair AG. De distributie en verveelvoudiging van de handleiding (ook gedeeltelijk) evenals de toepassing en verspreiding van de inhoud aan derden zijn zonder schriftelijke toestemming van de producent niet toegestaan. Overtredingen zijn strafbaar en verplichten tot schadevergoeding. Aansprakelijkheid Condair AG is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van slecht uitgevoerde installaties, onvakkundige bediening of door gebruik van componenten of uitrusting die niet zijn toegestaan door Condair AG. Copyright Copyright 2014, Condair AG, alle rechten voorbehouden Technische wijzigingen voorbehouden
Inhoud 1 Introductie 1.1 Helemaal aan het begin! 1.2 Opmerkingen over de handleiding
5 5 5
2
7
Voor uw veiligheid
3 Overzicht producten 3.1 Overzicht modellen 3.2 Benaming van het model / Welk model heeft u 3.3 Constructie van het luchtbevochtigingssysteem Condair DL 3.4 Functiebeschrijving 3.5 Hydraulisch diagram 3.6 Overzicht systeem Condair DL 3.7 Overzicht bevochtigings-unit Condair DL 3.8 Overzicht besturingsunit Condair DL 3.9 Overzicht centrale unit Condair DL
9 9 9 11 12 15 16 17 18 19
4 Gebruik 4.1 Eerste inbedrijfstelling 4.2 Display en bedieningselementen 4.3 Herstarten na onderbreking 4.4 Opmerkingen over het functioneren 4.4.1 Belangrijke opmerkingen over het functioneren 4.4.2 Bedrijfs- en storingsmelding op afstand 4.4.3 Controles tijdens bedrijf 4.4.4 Handmatige spoeling uitvoeren 4.4.5 Drukvermindering 4.5 Buiten bedrijf stellen
20 20 21 22 23 23 23 23 24 25 25
5 5.1 5.1.1 5.1.2 5.2 5.3 5.3.1 5.3.2 5.4 5.4.1 5.4.2 5.4.3 5.4.4 5.4.5
Werken met de Condair DL besturingssoftware 27 Standaard bedrijfsweergave 27 Weergave bedrijfsstatus 28 Weergave over onderhoud en storingen 29 Navigatie/bediening van de Condair DL-besturingsoftware 30 Informatie functies 31 Supportinformatie vragen 31 Bedrijfsstatus vragen 31 Configuratie 34 Submenu's oproepen “Configuration” 34 Systeemfuncties activeren/deactiveren en configureren – submenu “Function” 34 Instellingen vochtregeling – Submenu “Control Settings” 35 Basisinstellingen – Submenu “General” 36 Communicatie-instellingen – Submenu “Communication” 37
Inhoud
3
5.5 Functies voor onderhoud 39 5.5.1 Submenu oproepen “Service” 39 5.5.2 Onderhoudsfuncties uitvoeren – Submenu “Service” 39 5.5.2.1 Diagnosefuncties in het submenu “Input Diagnostics” 41 5.5.2.2 Diagnosefuncties in het submenu “Output Diagnostics” 43 5.5.2.3 Relaisdiagnose in het submenu “Relay Diagnostics” 43 5.6 Beheerdersfuncties 44 5.6.1 Submenu oproepen “Administrator” 44 5.6.2 Wachtwoordbeveiliging in-/uitschakelen en software-update-functies submenu “Administrator” 44 6 6.1 6.2 6.2.1 6.2.2 6.3 6.4 6.4.1 6.4.2 6.4.3 6.5 6.6 6.7 6.8
4
Onderhoud en vervanging van componenten Belangrijke opmerkingen over onderhoud Hygiëne en onderhoud volgens VDI 6022 blad 1 Periodieke controle Compleet systeemonderhoud Instructies voor de reiniging en de reinigingsmiddelen Installeren en verwijderen van de componenten Installeren en verwijderen van de keramische platen Monteren en demonteren van de verstuivers Installeren en verwijderen van de verstuiverhouder Zilverionisatiepatroon “Hygieneplus” vervangen Vervangen van de optionele steriele filter en ontluchten van de filterbehuizing Onderhoudsteller terugzetten Software actualiseren
46 46 47 48 49 51 52 52 54 55 56 57 58 59
7 Storingen opheffen 7.1 Storingsmeldingen 7.2 Storingslijst 7.3 Storingen zonder storingsmelding 7.4 Lijsten van storings- en onderhoudsgebeurtenissen opslaan op een USB-stick 7.5 Aanwijzingen voor opheffen van storingen 7.6 Zekeringen en back-upbatterij in de besturingsunit vervangen 7.7 Foutweergave terugzetten
60 60 61 66 67 67 68 69
8 8.1 8.2
70 70 70
Buiten bedrijf stelling/Afvalverwerking Buiten bedrijf stelling Afvalverwerking/recycling
9 Producten 9.1 Technische informatie 9.2 Opties
71 71 72
10 Bijlage 10.1 CE-conformiteitsverklaring 10.2 Elektrisch schema Condair DL 10.3 Bedradingsplan Condair DL
73 73 74 75
Inhoud
1
Introductie
1.1
Helemaal aan het begin! Hartelijk bedankt dat u het adiabatische luchtbevochtigingssysteem Condair DL heeft gekozen. Het luchtbevochtigingssysteem Condair DL is gebouwd volgens de huidige stand der techniek en de erkende veiligheidstechnische regels. Er kunnen echter door onvakkundige bediening van het luchtbevochtigingssysteem Condair DL gevaren voor de gebruiker en/of derden ontstaan en/of waardevol materiaal worden beschadigd. Om een veilig, correct en economisch bedrijven van het luchtbevochtigingssysteem Condair DL te garanderen, bestudeert u alle informatie en volgt u alle veiligheidsinstructies op die in deze documentatie en in de handleidingen van de ingebouwde componenten van het bevochtigingsysteem zijn beschreven. Als u vragen heeft die in deze documentatie niet of niet voldoende worden beantwoord, dan neemt u contact op met uw locale Condair-partner. Wij helpen u graag.
1.2
Opmerkingen over de handleiding Afgrenzingen Deze handleiding beschrijft het adiabatische luchtbevochtigingssysteem Condair DL. Optionele apparatuur en toebehoren zijn zo beschreven dat het voldoende is voor een correct functioneren. Meer informatie over de opties en toebehoren vindt u in de betreffende handleidingen. De toelichtingen in deze handleiding beperken zich tot de inbedrijfstelling, de operationele status, het onderhoud en het opheffen van storingen van het adiabatische luchtbevochtigingssysteem Condair DL en richten zich tot het opgeleide en voor de taken in kwestie voldoende gekwalificeerde personeel. De handleiding wordt aangevuld met diverse andere documentaties (montagehandleidingen, lijst met reserveonderdelen enz.) die eveneens zijn meegeleverd. Waar nodig vindt u in de handleiding betreffende verwijzingen naar deze publicaties.
Introductie
5
Gebruikte symbolen Opgelet! Het signaalwoord “OPGELET” samen met het gevaarsymbool in de cirkel beschrijven instructies in deze handleiding die bij niet-navolging een beschadiging en/of storing van het apparaat of ander materiaal tot gevolg kunnen hebben. WAARSCHUWING! Het signaalwoord “Warning” samen met het algemene gevaarsymbool beschrijven veiligheidsinstructies in deze handleiding die bij niet-navolging verwondingen van personen tot gevolg kunnen hebben. GEVAAR! Het signaalwoord “GEVAAR” samen met het algemene gevaarsymbool beschrijven veiligheidsinstructies in deze handleiding die bij niet-navolging ernstige verwondingen of zelfs de dood tot gevolg kunnen hebben.
Opbergen De handleiding moet op een veilige plaats worden opgeborgen waar hij steeds bereikbaar is. Als het bevochtigingssysteem naar een nieuwe eigenaar gaat, moet de handleiding aan de nieuwe eigenaar worden overhandigd. Bij verlies van de handleiding neemt u contact op met uw Condair-partner. Talen Deze handleiding is verkrijgbaar in diverse talen. Neemt u hiervoor contact op met uw Condair-partner.
6
Introductie
2
Voor uw veiligheid Algemeen Iedere persoon die met het luchtbevochtigingssysteem Condair DL werkt, moet deze handleiding vóór begin van het werk met het apparaat hebben gelezen en begrepen. Kennis van de inhoud van de handleiding is een basisvoorwaarde om het personeel tegen gevaren te beschermen, foute bediening te voorkomen en zo met het luchtbevochtigingssysteem Condair DL veilig en vakkundig te werken. Alle aan de componenten van het luchtbevochtigingssysteem Condair DL aangebrachte pictogrammen, plaatjes en beschrijvingen moeten ter kennis worden genomen en zich in een leesbare toestand bevinden. Kwalificatie van het personeel Alle in deze handleiding beschreven werkzaamheden mogen uitsluitend door opgeleid en voldoende gekwalificeerd personeel dat door het management is geautoriseerd worden uitgevoerd. Alle andere handelingen mogen om veiligheidsredenen en vanwege de garantie uitsluitend door geautoriseerd vakpersoneel worden uitgevoerd. Voorwaarde is dat alle personen die met het luchtbevochtigingssysteem Condair DL werken de voorschriften over de bedrijfsveiligheid en het voorkomen van ongevallen kennen en opvolgen. Het luchtbevochtigingssysteem Condair DL mag niet worden gebruikt door personen (inclusief kinderen) met fysieke, zintuiglijke of geestelijke beperkingen of door personen met gebrek aan ervaring of vakkennis, mits een voor de veiligheid verantwoordelijke persoon toezicht houdt of aanwijzingen geeft aan deze personen over hoe het systeem moet worden gebruikt. Kinderen moeten onder toezicht staan om veilig te stellen dat zij niet met het luchtbevochtigingssysteem Condair DL spelen. Reglementair gebruik Het adiabatische luchtbevochtigingssysteem Condair DL is uitsluitend voor luchtbevochtiging in een luchtkanaal of een monoblok conform de gespecificeerde bedrijfsvoorwaarden (zie hoofdstuk 9.1 – Technische informatie) bedoeld. Ieder ander gebruik zonder schriftelijke toestemming van de producent geldt als niet-reglementair gebruik en kan ertoe leiden dat het luchtbevochtigingssysteem Condair DL een gevaar vormt. Tot het reglementair gebruik hoort ook de kennisname van alle informatie in deze handleiding (vooral alle veiligheidsinstructies en opmerkingen over gevaren).
Voor uw veiligheid
7
Gevaren die van het adiabatische luchtbevochtigingssysteem Condair DL kunnen uitgaan GEVAAR! Elektrische schok De besturingsunit van het adiabatische luchtbevochtigingssysteem Condair DL werkt met netspanning. Bij geopende besturingsunit kunnen onderdelen die onder stroom staan worden aangeraakt. Het aanraken van onder stroom staande onderdelen kan tot ernstige verwondingen of zelfs tot de dood leiden. Daarom: Voor begin met werken aan het luchtbevochtigingssysteem Condair DL moet de besturingsunit worden uitgeschakeld, via de netschakelaar worden gescheiden van het stroomnet en de netschakelaar worden beveiligd tegen onbedoeld inschakelen. GEVAAR! Gevaar voor de gezondheid door onvoldoende hygiëne Onvakkundig bediende of slecht onderhouden adiabatische luchtbevochtigingssystemen kunnen een gevaar zijn voor de gezondheid. Bij onvakkundige bediening of onvoldoende onderhoud kunnen ziekmakende bacteriën (zoals bijv. legionella die de veteranenziekte veroorzaken) zich in het watersysteem en in de omgeving van de bevochtiger van het luchtbevochtigingssysteem Condair DL vermenigvuldigen en in de omgeving verspreiden. Daarom: Het luchtbevochtigingssysteem Condair DL moet, zoals in deze handleiding is beschreven, correct worden bedreven en onderhouden.
Voorkomen van gevaarlijke bedrijfssituaties Als wordt vermoed dat een veilig en hygiënisch werken niet meer mogelijk is, dan moet het luchtbevochtigingssysteem Condair DL zoals beschreven in hoofdstuk 4.5 – Buiten bedrijf stellen direct buiten bedrijf worden gesteld en tegen onbedoeld inschakelen worden beveiligd. Dit kan onder de volgende omstandigheden het geval zijn: – als componenten van het luchtbevochtigingssysteem Condair DL niet correct geplaatst, vastgezet en afgedicht zijn. – als het luchtbevochtigingssysteem Condair DL beschadigd is. – als het luchtbevochtigingssysteem Condair DL niet meer correct functioneert. – als aansluitingen of leidingen ondicht zijn. – als elektrische installaties beschadigd zijn. Alle personen die met het luchtbevochtigingssysteem Condair DL werken zijn verplicht om veranderingen aan het systeem, die de veiligheid in gevaar brengen, onmiddellijk te melden aan de verantwoordelijke persoon van het management. Niet-toegestane wijzigingen aan het systeem Zonder schriftelijke toestemming van de producent mogen aan het luchtbevochtigingssysteem Condair DL geen bouwtechnische veranderingen worden aangebracht. Voor het vervangen van defecte componenten van het systeem uitsluitend originele toebehoren en reserveonderdelen van uw Condair-partner gebruiken.
8
Voor uw veiligheid
3
Overzicht producten
3.1
Overzicht modellen Het luchtbevochtigingssysteem Condair DL is leverbaar in twee basismodellen type A (met boosterpomp) en type B (zonder boosterpomp) voor verschillende afmetingen van de kanalen. Condair DL . Type A (met boosterpomp)
Type B (zonder boosterpomp)
Binnenbreedte van het kanaal “W” [mm]
450 ... 4200 **
Binnenhoogte van het kanaal “H”
450 ...4000 **
Bevochtigingscapaciteit
[l/h]
[mm] 2 ...1000 **
2 ...1000 **
** Grotere installaties op verzoek
Beide basismodellen kunnen met verschillende opties hun functie uitbreiden. Bovendien zijn er verschillende toebehoren leverbaar.
3.2
Benaming van het model / Welk model heeft u De benaming van het product en de belangrijkste gegevens van het systeem vindt u op het typeplaatje dat rechts aan de besturingsunit is aangebracht (zie onderstaand voorbeeld): Apparatenreeks
Aansluitspanning Capaciteit van de bevochtiger Toegestane druk van de watertoestroom Keurmerkveld Type code
Serienummer
Productiedatum maand/jaar
Condair Ltd. CH-8808 Pfäffikon Type: DL Serial: XXXXXXX 09.14 Voltage: 230V 1~ / 50...60Hz Power: 0.55 kW Humidifier capacity: 100 kg/h Code: DL A 1800 2000 100 R 7 75 0 5 21 Water flow pressure: 2...7 bar
Made in Switzerland
Stroomverbruik
Overzicht producten
9
Type code
Voorbeeld: Condair DL A 1800 2000 100 R 7 75 0 5 21 Apparatenreeks Type: A: Standaarduitvoering met boosterpomp B: Uitvoering zonder boosterpomp Monoblok/kanaal binnenbreedte in mm Monoblok/kanaal min. binnenhoogte in mm Bevochtigingscapaciteit in kg/h Plaatsing wateraansluiting aan het rooster (in de richting van de luchtstroom): R: rechts L: links Aantal regeltrappen: 7: 7-trappen 15: 15-trappen Lengte gaten in de wand in mm: 45: 45 mm 75: 75 mm 125: 125 mm Booster: 0: zonder booster (luchtsnelheid ≤3m/s) 1: met booster (luchtsnelheid >3m/s) Type verstuiver: 1: 1.5 l/h 2: 2.5 l/h 3: 3.0 l/h 4: 4.0 l/h 5: 5.0 l/h Aantal verstuivers
10
Overzicht producten
3.3
Constructie van het luchtbevochtigingssysteem Condair DL 1
31
32
2 3
26
27
28
30
4
U1
29
5 6 7 9
8
10
M1
PS2
PS5
11
25
25
12
13 17
14
PS4 Y1
15 A3
Lf1
16 18
19 20 Y9
Y8
Y7
Y6
Y5
Y10 (NO)
22 21 23
1 Besturingsunit 2 Besturingsprint 3 Regelprint met touchscreen 4 Schakelaar
5 Frequentie-omzetter voor boosterpomp (type A) 6 Schakelaar 7 Stroomvoorziening via netschakelaar 8 Stroomvoorziening motor boosterpomp 9 Bedrading sensoren en ventielen 10 Optie steriele filter met drukschakelaar PS2 (type A) of optie steriele filter zonder drukschakelaar PS2 (type B) 11 Boosterpomp (type A) 12 Druksensor druk op de verstuiver PS5 (bij installaties type B zonder optie steriele filter niet aanwezig) 13 Inlaatklep Y1 14 Druksensor ingangsdruk PS4 15 Zilverionisatie A3 16 Richtwaardesensor Lf1
24
17 18 19 20 21
Centrale unit Afsluitventiel demi-watertoevoer (taak van de klant) Waterfilter (taak van de klant, maaswijdte 0.005 mm) Testkraan afvlambaar (taak van de klant) Ventielblok met sproeiventielen Y5-Y9 en sproeiventiel Y10 22 Waterstraalpomp (legen van de sproeileidingen) 23 Spoelproces met sifon (taak van de klant) 24 Waterreservoir of bodem-afvoer met sifon (taak van de klant) 25 Kanaalafvoeren met sifon (taak van de klant) 26 Luchtfilter min. F7 c.q. EU7 (taak van de klant) 27 Verstuivers 28 Naverdampings-elementen (poreuze keramiek) 29 Vochtigheidssensor (taak van de klant) 30 Temperatuur- en vochtigheidssensor (taak van de klant) 31 Externe continuregelaar (taak van de klant, bijv. enthalpieregelaar) 32 Luchtkanaal/monoblok
Afb. 1: Schema constructie luchtbevochtigingssysteem Condair DL
Overzicht producten
11
3.4
Functiebeschrijving Van de omgekeerde osmose-installatie komt het demi-water (ook DI-water of permeaat genoemd) via een afsluitventiel (18, taak van de klant) en een waterfilter (19, taak van de klant) naar de centrale unit (17). In de centrale unit wordt het demi-water via inlaatklep Y1 (13), de meting van de geleidbaarheid Lf1 (16), de zilverionisatie voor het desinfecteren van het water (15) en de optionele steriele filter (10) naar het ventielblok (21) met de sproeiventielen Y5-Y7 (7-trappen), Y5-Y7+Y9 (7-trappen met dubbele stap), Y5-Y8 (15-trappen) of Y5-Y8+Y9 (15-trappen met dubbele stap) en het sproeiventiel Y10 geleid. Bij type A is in de centrale unit een boosterpomp (11) ingebouwd (geregeld via frequentie-omzetter), waarmee de waterdruk vanaf een bepaalde vraag wordt verhoogd tot een werkdruk van ca. 7-9 bar. Bij vochtvraag gaan open, afhankelijk van de benodigde prestatie: – een, twee of alle drie sproeiventielen (bij 3 sproeileidingen: Y5-Y7), – een, twee of alle vier sproeiventielen (bij 3 sproeileidingen met dubbele stap: Y5-Y7+Y9) of – een, twee, of alle vier sproeiventielen (bij 4 sproeileidingen, Y5-Y8) of – een, twee, drie of alle vijf sproeiventielen (bij 4 sproeileidingen met dubbele stap, Y5-Y8+Y9). Het water stroomt vervolgens naar de betreffende verstuivers (27) en wordt daar in fijne druppeltjes verspreid. De voorbijstromende lucht absorbeert de druppeltjes en wordt daardoor vochtig. Nietgeabsorbeerde druppeltjes blijven in de naverdampings-elementen achter. Daardoor wordt de door de naverdampings-elementen stromende lucht nog eens bevochtigd. Het teveel aan water vloeit in de naverdampings-elementen naar beneden en wordt via de afvoer in het waterreservoir met sifon (25) in een open afvoertrechter van de aanwezige rioolbuis geleid. Besturing De installatie wordt via een externe regelaar bestuurd (bijv. enthalpie-regelaar) of de in de besturingsunit geïntegreerde P/PI-regelaar. Bij het model met 3 sproeileidingen wordt dit via 7-trappen geregeld, dus 1/7, 2/7, 3/7, 4/7, 5/7, 6/7 en 7/7 prestatie. Bij installaties met 4 sproeileidingen wordt dit via 15-trappen geregeld met bijbehorende prestatievermindering. Bij type A wordt vanaf ca. 60-70 % vraag (inschakelpunt afhankelijk van de ingangsdruk) de boosterpomp ook ingeschakeld en de prestatie via het toerental traploos tot 100% vraag geregeld.
12
Overzicht producten
Trappen 1 tot 7 (met boosterpomp) 3 1 1 0
4 0 0 1
5 1 0 1
6 0 1 1
7 1 1 1
Y5 (1/15) Y6 (2/15) Y7 (4/15) Y8 (8/15)
100
Regelsignaal [%]
Regelsignaal [%]
0 1 2 Y5 (1/7) 0 1 0 Y6 (2/7) 0 0 1 Y7 (4/7) 0 0 0
Trappen 1 tot 15 (met boosterpomp)
0 0
Beoogde prestatie [%]
0 0 0 0 0
1 1 0 0 0
2 0 1 0 0
3 1 1 0 0
4 0 0 1 0
5 1 0 1 0
6 0 1 1 0
7 1 1 1 0
8 0 0 0 1
9 1 0 0 1
10 11 12 13 14 0 1 0 1 0 1 1 0 0 1 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1
15 1 1 1 1
100
0
100
0
100
Beoogde prestatie [%]
Afb. 2: Besturingsdiagrammen luchtbevochtigingssysteem Condair DL type A met boosterpomp Trappen 1 tot 7 (zonder boosterpomp) 1 1 0 0
2 0 1 0
3 1 1 0
4 0 0 1
5 1 0 1
6 0 1 1
7 1 1 1
100
Y5 (1/15) Y6 (2/15) Y7 (4/15) Y8 (8/15)
Regelsignaal [%]
Regelsignaal [%]
0 Y5 (1/7) 0 Y6 (2/7) 0 Y7 (4/7) 0
Trappen 1 tot 15 (zonder boosterpomp)
0 0
Beoogde prestatie [%]
100
0 0 0 0 0
1 1 0 0 0
2 0 1 0 0
3 1 1 0 0
4 0 0 1 0
5 1 0 1 0
6 0 1 1 0
7 1 1 1 0
8 0 0 0 1
9 10 11 1 0 1 0 1 1 0 0 0 1 1 1
12 0 0 1 1
13 1 0 1 1
14 0 1 1 1
15 1 1 1 1
100
0 0
Beoogde prestatie [%]
100
Afb. 3: Besturingsdiagrammen luchtbevochtigingssysteem Condair DL type B zonder boosterpomp Opmerking: Afhankelijk van de configuratie van de besturing (drukadaptie) kunnen de individuele schakelmomenten en trappen vroeger of later eveneens worden geactiveerd. Bewaking De ingangsdruk en de sproeidruk worden met de analoge druksensoren “PS4” en “PS5” bewaakt. Bij installaties van het type B (zonder boosterpomp) zonder optionele steriele filter komt de sproeidruk overeen met de ingangsdruk, daardoor valt druksensor “PS5” weg. De druk na de optionele steriele filter wordt bij installaties van het type A (met boosterpomp) met de drukschakelaar “PS2” bewaakt en bij installaties van het type B (zonder boosterpomp) met de druksensor “PS5”, omdat de druk na de steriele filter overeenkomt met de sproeidruk. De richtwaarde van het demi-water wordt continu gecontroleerd. Als de toegestane richtwaarde (max. 15 μS/cm) van het demi-water hoger is, gaat het spoelventiel Y10 van het ventielblok open en het demiwatersysteem wordt zolang gespoeld totdat de toegestane richtwaarde weer is bereikt. Als de toegestane richtwaarde in een bepaalde tijd niet wordt bereikt, verschijnt een betreffende foutmelding of de bevochtiger wordt uitgeschakeld (richtwaarde >100 µS/cm).
Overzicht producten
13
Hygiënefunctie/Spoeling Om te voorkomen dat water blijft staan, wordt iedere sproeileiding die niet actief is automatisch via het bijbehorende sproeiventiel geleegd (de sproeiventielen zijn in stroomloze toestand verbonden met de afvoer). Als de geleidbaarheid in de toevoerleiding te hoog is of het bevochtigingssysteem langer dan 23 uur geen vraag ontvangt, gaat het spoelventiel Y10 open en de demi-watertoevoer en de leidingen in de centrale unit worden een bepaalde tijd gespoeld met vers demi-water. Tijdens de spoeling wordt bovendien via de ingebouwde waterstraalpomp (22) eventueel restwater uit de sproeileidingen weggezogen.
14
Overzicht producten
3.5
Hydraulisch diagram Optie steriele filter
Druksensor Ingangsdruk PS4
Inlaatklep Y1
Zilver-ionisatie Richtwaardesensor Lf1
A3 PS2 Drukschakelaar
Boosterpomp met frequentie-omzetter (Type A) Druksensor Sproeidruk PS5
1
M1
Y8 en Y9 Dubbele stap
2 3
1
Type A zonder optie steriele filter
2
Type A met optie steriele filter
3
Type B met optie steriele filter
4
Type B zonder optie steriele filter
4
Y7 en Y9 Dubbele stap Luchtkanaal
Y9
Y8
Y7
Y6
Y5 Y10 (NO)
Ventielblok (sproeiventielen Y5-Y9, spoelventiel Y10)
Waterstraalpomp
Afvoer 3 sproeileidingen: Y5, Y6 en Y7 (7-trappen) 3 sproeileidingen met dubbele stap: Y5, Y6, Y7 en Y9 (7-trappen) 4 sproeileidingen: Y5, Y6, Y7 en Y8 (15-trappen) 4 sproeileidingen met dubbele stap: Y5, Y6, Y7, Y8 en Y9 (15-trappen, vanaf 500 kg/h)
Afb. 4: Hydraulisch diagram luchtbevochtigingssysteem Condair DL
Overzicht producten
15
3.6
Overzicht systeem Condair DL
12
13
.3
min
m
1
2 11 10 3
4 6
5
7 8
9
1 Netschakelaar stroomvoorziening 2 Besturingsunit 3 Centrale unit 4 Aansluiting watertoevoer (stekkerverbinding ø10/12 mm of G 1/2" buitendraad) 5 Testkraan afvlambaar (aanbevolen, taak van de klant) 6 Waterfilter (aanbevolen, taak van de klant) 7 Afsluitventiel watertoevoer (verplicht, taak van de klant)
Afb. 5: Overzicht systeem Condair DL
16
Overzicht producten
8 9 10 11 12 13
Slang voor waterafvoer (rubberen slang ø10/12 mm) Open trechter met sifon (taak van de klant) Gaten in de wand voor sproeileidingen (ø 8/10 mm) Rooster met verstuivers Naverdampingsunit Vochtregelaar (bijv. enthalpieregelaar) of vochtigheidssensor
3.7
Overzicht bevochtigings-unit Condair DL
3
4
5
2 6
3
7 1
8
1 Draagconstructie verstuiverunit 2 Verstuivers 3 Zijwaartse afdekplaten 4 Bovenste afdekplaten
5 6 7 8
Draagconstructie naverdampingsunit Keramische platen Afsluitrubber kanaalbodem Gaten in de wand voor sproeileidingen (ø 8/10 mm)
Afb. 6: Overzicht bevochtigings-unit Condair DL
Overzicht producten
17
3.8
Overzicht besturingsunit Condair DL 4 5 6 7 8 3
9
2
1
10 11 13
12
14 15
1 Frequentie-omzetter 2 Lekkagebewaking (optie) 3 Bedrijfs- en storingsmeldingsprint op afstand 4 Besturingsprint 5 Printplaat zilverionisatie 6 Printplaat voor bewaking van de richtwaarden 7 BMS-printplaat voor interfaces (optie LonWorks of BACnet) 8 Geheugenkaart
9 10 11 12 13 14 15
Afb. 7: Overzicht besturingsunit Condair DL (zonder bedrading)
18
Overzicht producten
Backup batterij (CR 2032, 3V) RJ45-aansluiting ethernet-interface USB-aansluiting Schakelaar Aansluitklemmen stroomvoorziening Ferritkern stroomvoorziening Schakelaar
3.9
Overzicht centrale unit Condair DL
9
8
10 11
12 13 7 14
6
15
5
16
4
17
3
18 19
2
20 21
1
1 2 3
Slang voor waterafvoer Inlaatklep Aansluiting watertoevoer - stekkerverbinding ø12 mm of G 1/2" buitendraad-adapter (bijgevoegd) 4 Aansluiting sproeileiding 1 (Y5) 5 Aansluiting sproeileiding 2 (Y6) 6 Aansluiting sproeileiding 3 (Y7+Y9) 7 Aansluiting sproeileiding 4 (Y8+Y9) 8 Zilverionisatiepatroon 9 Boosterpomp (alleen type A) 10 Drukschakelaar PS2 (alleen type A met steriele filter)
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Steriele filter (optie) Terugslagsventiel (alleen type A) Spoelventiel Y10 Druksensor PS5 Sproeiventiel Y5 Sproeiventiel Y6 Sproeiventiel Y7 Sproeiventiel Y8 Waterstraalpomp Manometer ingangsdruk Druksensor PS4
Afb. 8: Overzicht centrale unit Condair DL
Overzicht producten
19
4
Gebruik Het adiabatische luchtbevochtigingssysteem Condair DL mag uitsluitend in bedrijf worden genomen door personen die goed met het luchtbevochtigingssysteem Condair DL bekend zijn en voor dit werk voldoende gekwalificeerd. De betreffende kwalificatie van het personeel is de verantwoordelijkheid van het management.
4.1
Eerste inbedrijfstelling De eerste inbedrijfstelling moet altijd door een onderhoudstechnicus van uw Condair-partner of een opgeleide en voor dit werk geautoriseerde onderhoudstechnicus van de klant worden uitgevoerd. Daarom wordt hier afgezien van een gedetailleerde beschrijving van de werkzaamheden voor de inbedrijfstelling. Bij de eerst inbedrijfstelling worden door de onderhoudstechnicus de volgende werkzaamheden in onderstaande volgorde uitgevoerd:
20
Gebruik
•
Controleer de correcte montage van de bevochtigingsunit, de besturingsunit en de centrale unit.
•
Controleer de elektrische installatie.
•
Controleer de water-installatie.
•
Spoel de watertoevoerleiding en controleer de waterkwaliteit.
•
Controleer de draairichting van de pomp inclusief de instelling van het overdrukventiel van de pomp.
•
Controleer of de sproeileidingen aan de juiste sproeiventielen zijn aangesloten en alle verstuivers correct sproeien.
•
Configureer de besturingsunit en het luchtbevochtigingssysteem Condair DL.
•
Ga proefdraaien.
•
Vul het bericht over de inbedrijfstelling in Opmerking: Een sjabloon voor kopiëren van het bericht over de inbedrijfstelling is bijgevoegd of kan bij uw Condair-partner worden aangevraagd.
4.2
Display en bedieningselementen
1 r ige cht evo b t h Luc
Externe netschakelaar Opmerking: De netschakelaar is bijgevoegd en moet in de stroomvoorziening worden ingebouwd met een maximale afstand van 1 m tot de besturingsunit!
2 Touchscreen
3
Status LED – brandt groen: Condair DL bevochtigt – knippert groen: Condair DL stand-by – brandt oranje: Waarschuwing actief of onderhoud is nodig – brandt rood: Foutmelding is aan
4
Schakelaar Opmerking: Met deze schakelaar kan de bevochtiging worden geactiveerd en gedeactiveerd. De functies die de hygiëne betreffen (regelmatig het watersysteem spoelen) blijven ook bij gedeactiveerde bevochtigingsfunctie steeds actief.
5
Schakelaar (onder aan het apparaat) Opmerking: Met deze schakelaar schakelt u de besturingsunit aan en uit. Als de besturingsunit is uitgeschakeld, zijn alle functies (incl. hygiënefuncties) van het luchtbevochtigingssysteem Condair DL gedeactiveerd.
Afb. 9: Display en bedieningselementen GEVAAR! Gevaar van elektrische schok! Omdat de stroomvoorziening naar de besturingsunit door uitschakelen met de schakelaar niet wordt onderbroken en ook door uitschakelen met de schakelaar binnen in de besturingsunit nog steeds stroom aanwezig is, moet voor het openen van de besturingsunit de stroomvoorziening naar de besturingsunit via de externe netschakelaar worden uitgeschakeld.
Gebruik
21
4.3
Herstarten na onderbreking Hieronder is beschreven hoe een herstart na een onderbreking (bijv. na een onderhoudsbeurt) moet worden aangepakt. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de eerste inbedrijfstelling door de onderhoudstechnicus van uw Condair-partner correct werd uitgevoerd en het systeem correct werd geconfigureerd. Om het adiabatische luchtbevochtigingssysteem Condair DL in bedrijf te nemen, gaat u als volgt te werk: 1. Systeemcomponenten en installaties controleren op beschadigingen. GEVAAR! Beschadigde bevochtigingssystemen of bevochtigingssystemen met beschadigde installaties kunnen een gevaar zijn voor het leven van personen of tot ernstige materiële schade leiden. Beschadigde bevochtigingssystemen of bevochtigingssystemen met beschadigde installaties mogen nooit in bedrijf worden genomen. 2. Controleren of de keramische platen van de naverdampingsunit correct geplaatst en correct afgedicht zijn. WAARSCHUWING! Een ondichte naverdampingsunit kan tot ernstige schade aan het materiaal leiden. Bevochtigingssysteem alleen in bedrijf nemen als de keramische platen van de naverdampings-unit correct geplaatst en correct afgedicht zijn. 3. Netschakelaar in de stroomtoevoer (stroomverzorging naar de besturingsunit) op “On” zetten. 4. Afsluitventiel in de watertoevoerleiding openen als hij gesloten is. 5. De schakelaar en aan de besturingsunit op “On” zetten en de besturingsunit indien nodig via de externe vrijgave activeren. 6. Als het adiabatische luchtbevochtigingssysteem Condair DL langer dan 48 uur niet aan het stroomnet was aangesloten, verschijnt de melding “Commissioning”. Ga in dit geval te werk als volgt: •
Schakel de besturingsunit weer uit met de schakelaar .
•
Sluit het afsluitventiel in de demi-watertoevoerleiding.
•
Koppel de demi-watertoevoerleiding van de aansluiting aan de centrale unit af.
•
Leid het open einde van de demi-watertoevoerleiding naar een open afvoer (gebouwzijde).
•
Open het afsluitventiel in de demi-watertoevoerleiding en spoel de toevoerleiding minstens 5 minuten. Sluit het afsluitventiel weer, sluit de demi-watertoevoerleiding weer aan de toevoeraansluiting van de centrale unit aan en open het afsluitventiel.
•
Schakel de besturingsunit weer in via de schakelaar .
Opmerking: Na het inschakelen van de besturingsunit verschijnt de melding “Commissioning” opnieuw. Zet de melding terug via de functie “Commissioning Reset” in het submenu Onderhoud (zie hoofdstuk 5.5.2 – Onderhoudsfuncties uitvoeren – Submenu “Service”). Of nu de melding terug is gezet of niet, na 5 minuten gaat de Condair DL automatisch over in de regulaire bedrijfsmodus. 7. Als de steriele filter werd vervangen, ontlucht u de steriele filter zoals beschreven in Hoofdstuk 6.6.
22
Gebruik
Het adiabatische luchtbevochtigingssysteem Condair DL bevindt zich vervolgens in de regulaire bedrijfsmodus en de standaard bedrijfsstatus wordt weergegeven. Opmerking: Meer informatie over de bediening van de besturingssoftware vindt u in hoofdstuk 5 – Werken met de Condair DL besturingssoftware.
4.4
Opmerkingen over het functioneren
4.4.1
Belangrijke opmerkingen over het functioneren – Vanwege de hygiëne wordt in de stand-bystand één keer per 23 uur het spoelventiel ca. 300 seconden geopend en daarmee de toevoer van permeaat gespoeld. – Bij een vochtvraag van minder dan 11% (bij 3 sproeileidingen) resp. minder dan 5,8 % (bij 4 sproeileidingen) wordt de bevochtiging niet geactiveerd.
4.4.2
Bedrijfs- en storingsmelding op afstand Via het relais op de printplaat van de bedrijfs- en storingsmelding op afstand worden de volgende bedrijfsomstandigheden weergegeven: Geactiveerd
Wanneer?
Relais voor weergave op afstand
4.4.3
“Storing”
Er is een storing opgetreden. Het systeem functioneert niet meer of nog maar voor een korte tijd.
“Service”
Een van de onderhoudstellers is afgelopen. De betreffende onderhoudsbeurt moet worden uitgevoerd.
“Bevochtigen”
Vraag aanwezig/bevochtiging
“Ingeschakeld”
Bevochtigingssysteem is ingeschakeld en staat onder spanning
Controles tijdens bedrijf Tijdens bedrijf moet het adiabatische luchtbevochtigingssysteem Condair DL regelmatig worden gecontroleerd. Controleer het volgende: •
De waterinstallatie op lekkages.
•
De componenten van het luchtbevochtigingssysteem op correcte bevestiging en op beschadigingen.
•
De elektrische installatie op beschadigingen.
•
De display van de besturingsunit op eventuele onderhouds- of storingsmeldingen.
Als u onregelmatigheden (bijv. lekkages, storingsmelding) of beschadigde componenten vaststelt, moet het adiabatische luchtbevochtigingssysteem Condair DL zoals beschreven in hoofdstuk 4.5 – Buiten bedrijf stellen buiten bedrijf worden gesteld en de betreffende storing worden opgeheven of de defecte componenten worden vervangen met behulp van een gekwalificeerde specialist of een onderhoudstechnicus van uw Condair-partner.
Gebruik
23
4.4.4
Handmatige spoeling uitvoeren Opmerking: Bij een actieve foutmelding kan geen handmatige spoeling worden uitgevoerd. Om een handmatige spoeling van het watersysteem uit te voeren, gaat u als volgt te werk:
1. Druk in de standaard bedrijfsweergave op de knop . Het submenu “Manual” verschijnt. 2. Druk in het submenu “Manual” op de knop . Het bevestigingsvenster verschijnt. 3. Druk op de knop , om de spoeling te starten. Een eventueel lopend bevochtigingsproces wordt onderbroken. Als uw systeem voorzien is van het optionele externe spoelventiel Y4 wordt eerst de watertoevoerleiding gespoeld. Daarna gaat de inlaatklep Y1 open en het watersysteem van de centrale unit wordt gespoeld via het spoelventiel Y10 (normaal open). Als uw systeem is voorzien van het optionele perslucht-spoelventiel Y3 dan worden aan het eind de sproeileidingen na elkaar doorgeblazen voorzover er geen vraag is en de veiligheidsketen en de externe vrijgave gesloten zijn. De voortgangsbalk voor het spoelproces toont de stand van de spoeling. Na afloop van de spoeling keert de weergave naar het submenu “Manual” terug . Om het spoelproces af te breken, drukt u in de weergave met de voortgangsbalk van het spoelproces op de knop . Het spoelproces wordt automatisch gestopt en de weergave keert naar het submenu “Manual” terug.
24
Gebruik
4.4.5
Drukvermindering Opmerking: De druk kan ook bij een actieve foutmelding worden verminderd. Om de druk in het watersysteem van de centrale unit te verminderen, gaat u te werk als volgt:
1. Sluit de afsluitkraan in de demi-watertoevoerleiding naar de centrale unit. 2. Druk in de standaard bedrijfsweergave op de knop . Het submenu “Manual” verschijnt. 3. Druk in het submenu “Manual” op de knop . Het bevestigingsvenster verschijnt. 4. Druk op de knop om de drukvermindering te starten. De inlaatklep Y1 en het spoelventiel Y10 worden 10 minuten lang geopend. Vervolgens keert de weergave naar het submenu “Manual” terug. Opmerking: Wilt u het drukverminderingsproces afbreken, druk dan in de weergave met de voortgangsbalk op de knop . Het drukverminderingsproces wordt automatisch gestopt en de weergave keert naar het submenu “Manual” terug.
4.5
Buiten bedrijf stellen Om het adiabatische luchtbevochtigingssysteem Condair DL bijv. voor onderhoudswerkzaamheden buiten bedrijf te stellen, gaat u te werk als volgt: 1. Afsluitventiel in de watertoevoerleiding sluiten. Opmerking: Als u werkzaamheden aan het watersysteem wilt uitvoeren, start u een handmatige drukvermindering (zie hoofdstuk 4.4.5 – Drukvermindering). Zodra de foutmelding “E22 Water Miss ing” verschijnt, stopt u het proces. 2. De schakelaar en aan de besturingsunit op “Off” zetten en indien nodig de besturingsunit via de externe startknop deactiveren. 3. Besturingsunit van de stroomvoorziening afkoppelen: Netschakelaar in de stroomtoevoer op “Off” zetten en de schakelaar beveiligen tegen onbedoeld inschakelen. 4. Hygiëne! Laat de ventilator van de ventilatie-unit zo lang geactiveerd tot de bevochtiger droog is. 5. Als u onderhoudswerkzaamheden aan de bevochtiger wilt uitvoeren, schakelt u de ventilatie-unit uit en beveiligt u deze tegen onbedoeld inschakelen.
Gebruik
25
Belangrijke opmerkingen bij langere tijden van buiten bedrijf Belangrijk! Vanwege de hygiëne adviseren wij in periodes zonder vochtvraag de besturingsunit en het voedende omgekeerde-osmose-systeem ingeschakeld te laten en alleen de bevochtigingsfunctie via de schakelaar uit te schakelen. Daardoor wordt het systeem ook verder regelmatig gespoeld en er ontstaat geen bacteriënconcentratie. Als u het adiabatische luchtbevochtigingssysteem Condair DL evengoed langere tijd buiten bedrijf moeten stellen, let u dan op de volgende items: – Hygiëne! Laat alle waterleidingen leeglopen. Opmerking: Voor het legen van de watertoevoerleiding van het omgekeerde-osmose-systeem naar de centrale unit volgt u de instructies van de producent van het systeem op. – Demonteer de steriele filter, laat het water uit de filterbehuizing lopen, droog de filterbehuizing en installeer een nieuwe filterpatroon. – Leeg de zilverionisatiepatroon. – Om veiligheidsredenen moeten de naverdampings-elementen ook bij langere tijd buiten bedrijf op hun plaats blijven. Zo wordt voorkomen dat bij een onbedoelde start van het luchtbevochtigingssysteem water direct in het kanaal wordt gestoven.
26
Gebruik
5
Werken met de Condair DL besturingssoftware
5.1
Standaard bedrijfsweergave Na de inbedrijfstelling van het systeem en het automatische proefdraaien bevindt zich het systeem in de regulaire bedrijfsstatus en de standaard bedrijfsweergave wordt weergegeven. Opmerking: De weergave van de standaard bedrijfsweergave is afhankelijk van de actuele bedrijfsstatus en de configuratie van de regeling van het systeem en kan van onderstaand voorbeeld afwijken. De standaard bedrijfsweergave is opgebouwd als volgt:
Veld voor bedrijfsstatus (zie hoofdstuk 5.1.1 – Weergave bedrijfsstatus) Weergave vochtregeling Veld voor weergave van onderhoud en storingen (zie hoofdstuk 5.1.1 – Weergave bedrijfsstatus)
Oproep hulp Handmatige spoel-, drukverminderings- en ventilatiefuncties Oproep informatie weergeven Oproep hoofdmenu Afb. 10: Standaard bedrijfsweergave
Werken met de Condair DL besturingssoftware
27
5.1.1
Weergave bedrijfsstatus De volgende bedrijfsstatussen kunnen worden weergegeven: Weergave bedrijfsstatus
Beschrijving De besturing wordt geïnitialiseerd. Het bevochtigingssysteem is gespoeld en gereed om bij een vochtvraag direct te bevochten. Het bevochtigingssysteem had langer dan 60 minuten geen vochtvraag meer. Het watersysteem wordt voor de volgende bevochtiging eerst automatisch 300 seconden lang gespoeld. Het watersysteem wordt gespoeld. Het bevochtigingssysteem bevochtigt. Het bevochtigingssysteem wordt vanwege een tekort aan water bijgevuld en ontlucht. De richtwaarde van watertoevoer is buiten het toelaatbare bereik, het watersysteem wordt een bepaalde tijd gespoeld. Het bevochtigingssysteem werd via de vrijgave (in- en uitschakelen op afstand) gestopt. De bevochtigingsfunctie werd via de schakelaar aan de voorkant van de besturingsunit uitgeschakeld. De hygiënefuncties (regelmatig spoelen van het watersysteem) zijn nog steeds actief. Het bevochtigingssysteem werd gestopt vanwege een storing die een verder functioneren onmogelijk maakt. Bovendien wordt in het veld voor onderhoud en storingen “Warning” of “Fault” weergegeven.
28
Werken met de Condair DL besturingssoftware
5.1.2
Weergave over onderhoud en storingen De volgende weergaven over onderhoud en storingen kunnen tijdens bedrijf verschijnen: Weergave bedrijfsstatus
Beschrijving Geen storing Door te drukken op het weergaveveld wordt het weergaveniveau van het servicemenu opgeroepen. Deze melding verschijnt na het inschakelen als de besturingsunit langer dan 48 uur niet aan de stroomvoorziening was aangesloten. Het bevochtigingssysteem wordt nu 5 minuten geblokkeerd. Voor de herstart moet de demi-watertoevoerleiding naar de centrale unit worden gespoeld. De melding wordt na 5 minuten automatisch teruggezet of kan in het submenu “Service” worden teruggezet (zie hoofdstuk 5.5.2 – Onderhoudsfuncties uitvoeren – Submenu “Service”). Systeem-service is nodig. Als de systeem-service niet binnen 7 dagen wordt uitgevoerd en de servicemelding niet wordt teruggezet, wordt het bevochtigingssysteem gestopt. De zilver-ionisatie-patroon is leeg en moet worden vervangen. Als de zilver-ionisatie-patroon niet binnen 7 dagen wordt vervangen en de service-melding niet wordt teruggezet, wordt het bevochtigingssysteem gestopt. Een storing met de status “Warning” is actief. Bovendien brandt het gele ledlampje. Afhankelijk van de storing wordt het bevochtigingssysteem gestopt of het bevochtigingssysteem kan nog een bepaalde tijd verder bevochtigen. Een storing met de status “Fault” is actief. Bovendien brandt het rode ledlampje. Afhankelijk van de storing wordt het bevochtigingssysteem gestopt of het bevochtigingssysteem kan nog een bepaalde tijd verder bevochtigen.
Werken met de Condair DL besturingssoftware
29
5.2
Navigatie/bediening van de Condair DL-besturingsoftware Navigatie-element
Actie Oproep hoofdmenu Oproep informatie weergeven Handmatige spoeling/drukvermindering uitvoeren Oproep hulp Als u in een veld met een blauw pijlsymbool drukt, verschijnt meestal een nieuw venster met extra informatie of instellingen
Dit symbool links in het veld voor de bedrijfsstatus en in het veld voor de weergave van onderhoud en storingen geeft aan dat alles in orde is. Dit symbool links in het veld voor onderhoud en storingen geeft aan dat er een waarschuwing is. Druk op het veld voor meer informatie. Dit symbool links in het veld voor de bedrijfsstatus en in het veld voor onderhoud en storingen geeft aan dat er een fout is opgetreden (tegelijk brandt het ledlampje rood). Druk op het veld voor meer informatie. Terug naar het vorige venster (afbreken en terug) In het weergegeven venster naar boven/beneden bladeren Aangegeven waarde verhogen/verlagen
Aangegeven waarde/getal verwijderen Ingestelde waarde of keuze bevestigen
30
Werken met de Condair DL besturingssoftware
5.3
Informatie functies
5.3.1
Supportinformatie vragen Druk in de standaard bedrijfsweergave op de knop . Het venster met informatie over technische ondersteuning verschijnt.
5.3.2
Bedrijfsstatus vragen Druk in de standaard bedrijfsweergave op de knop .
De pagina met de systeeminformatie verschijnt. Met de pijltoetsen kunt u op de pagina met de systeeminformatie naar boven en naar beneden bladeren en de verschillende bedrijfsgegevens bekijken. Service – Hours of Operating: Totaal aantal bedrijfsuren vanaf de eerste inbedrijfstelling. – Next Service: Resttijd in uren tot de volgende onderhoudsbeurt. – Remaining AgIon Capacity: Restcapaciteit van de zilver-ionisatie-patroon in Ah.
Werken met de Condair DL besturingssoftware
31
Operating Data – Conductivity: Actuele geleidbaarheid van het ingangswater in µS/cm. – Lower Limit: Ingestelde grenswaarde voor de geleidbaarheid in µS/cm. – AgIon Current: Actuele stroom van de zilverionisatie in mA. – Target AgIon Current: Ingestelde beoogde waarde van stroom voor de zilver-ionisatie in mA.
– Capacity: Actuele prestatie van het bevochtigingssysteem in kg/h. – Max. Capacity: Maximale prestatie van het systeem in kg/h. – Manual Capacity A: Ingestelde prestatie-begrenzing in % van de maximale prestatie. – PS2: Actuele status van de optionele drukschakelaar PS2 tijdens bedrijf van het bevochtigingssysteem Condair DL type A met steriele filter (On= druk aanwezig, Off= geen druk aanwezig).
– PS4: Actuele druk bij de watertoevoer in bar. – PS5: Actuele druk van het water in de verstuiver in bar (alleen bij type a met boosterpomp). – Pump current: Actuele stroom van de boosterpomp in A. – Y1: Actuele bedrijfsstatus van de inlaatklep “Y1”.
– Y2: geen functie. – Y3: Actuele bedrijfsstatus van het optionele perslucht-spoelventiel “Y3”. – Y4: Actuele bedrijfsstatus van de optionele externe watertoevoer-spoelventiel “Y4”. – Y5: Actuele bedrijfsstatus van het sproeiventiel “Y5”.
32
Werken met de Condair DL besturingssoftware
– Y6: Actuele bedrijfsstatus van het sproeiventiel “Y6”. – Y7: Actuele bedrijfsstatus van het sproeiventiel “Y7”. – Y8: Actuele bedrijfsstatus van het sproeiventiel “Y8”. – Y9: Actuele bedrijfsstatus van het sproeiventiel “Y9” (dubbele stap met "Y7 of "Y8".
– Y10: Actuele bedrijfsstatus van het sproeiventiel (stroomloos open). – Y11: geen functie
General – Humidifier Model: Benaming van het type bevochtiger. – Device Type: Type apparaat (“Hum”= Bevochtiger zonder boosterpomp, “Hum+FC”= Bevochtiger met boosterpomp) – Software Version: Actuele versie van de besturingssoftware. – Driver A.DB.A Version: Actuele softwareversie van de driverprint.
– Ext. A.DB.A 1 Version: Actuele softwareversie van de bewakingsprintplaat voor de richtwaarde (richtwaarde watertoevoer). – Ext. A.DB.A 2 Version: Actuele softwareversie van de zilver-ionenprintplaat. – Ext. A.DB.A 3 Version: Geen functie – Serial Number: Serienummer van het bevochtigingssysteem.
Werken met de Condair DL besturingssoftware
33
5.4
Configuratie
5.4.1
Submenu's oproepen “Configuration”
Wachtwoord: 8808
5.4.2
Systeemfuncties activeren/deactiveren en configureren – submenu “Function” In het submenu “Function” kunt u functies van apparaten activeren/deactiveren en configureren. Drain Timer – Function: Met deze instelling kunt u de klokgestuurde spoeling van het watersysteem activeren (“On”) en deactiveren (“Off”). Opmerking: Bij de klokgestuurde spoeling wordt, als uw systeem voorzien is van het optionele externe spoelventiel Y4, eerst de watertoevoer-leiding gespoeld. Daarna gaat de inlaatklep Y1 open en het watersysteem van de centrale unit wordt gespoeld via het spoelventiel Y10 (normaal open). Als uw systeem is voorzien van het optionele perslucht-spoelventiel Y3 worden aan het eind de sproeileidingen na elkaar doorgeblazen. – Start Time: Met deze instelling bepaalt u het tijdstip waarop de klokgestuurde spoeling van het watersysteem moet plaatsvinden. Opmerking: Als op het tijdstip waarop de klokgestuurde spoeling moet plaatsvinden een vochtvraag aanwezig is, wordt de spoeling van het watersysteem niet uitgevoerd.
34
Werken met de Condair DL besturingssoftware
5.4.3
Instellingen vochtregeling – Submenu “Control Settings” In het submenu “Control Settings” bepaalt u de instellingen voor de regeling van het bevochtigingssysteem Condair DL. De te selecteren instelparameters zijn afhankelijk van de gekozen signaalbron en de gekozen besturingsmodus. Basic – Source: Met deze instelling bepaalt u of het regelsignaal van een analoge bron “Analog” (vochtvoeler, vraagsignaal van een externe vochtregelaar) of van een modbus-signaal “Modbus” uit moet gaan. Fabrieksinstelling: Analog Keuze: Analog of Modbus – Control Mode: Met deze instelling bepaalt u met welk soort regelaar het bevochtigingssysteem moet worden bestuurd. Fabrieksinstelling: Demand Keuze: On/Off (externe Aan/Uit-hygrostaat), Demand (externe continu-regelaar), RH P (Interne P-regelaar) RH PI (Interne PI-regelaar) – Manual Capacity A: Met deze instelling bepaalt u de prestatiebegrenzing in % in verhouding tot de maximale bevochtigingsprestatie. Fabrieksinstelling: 100 % Keuze: 20 ... 100 % – Signal type Channel 1: Met deze instelling bepaalt u met welk regelsignaal het bevochtigingssysteem moet worden bestuurd. Opmerking: Dit menu-item verschijnt alleen als de signaalbron op “Analog” is ingesteld en het soort regeling“Demand”, “RH P” of “RH PI” is geactiveerd. Fabrieksinstelling: 0-10 V Keuze: 0-5V, 1-5V, 0-10V, 2-10V, 0-20V, 0-16V, 3.2-16V, 0-20mA, 4-20mA
Werken met de Condair DL besturingssoftware
35
– Setpoint: Met deze instelling bepaalt u de beoogde waarde van het vocht voor de interne P/PI-regelaar in %rF. Opmerking: Dit menu-item verschijnt alleen als de interne P- of PI-regelaar is geactiveerd. Fabrieksinstelling: 40 %rF Keuze: 0 ... 95 %rF – P-Band Channel 1: Met deze instelling bepaalt u het proportionele gebied voor de interne P- of PI-regelaar in %rF. Opmerking: Dit menu-item verschijnt alleen als de interne P- of PI-regelaar is geactiveerd. Fabrieksinstelling: 15 %rF Keuze: 6 ... 65 % rF – Integral Time Channel 1: Met deze instelling bepaalt u de integrale tijd voor de interne PI-regelaar. Opmerking: Dit menu-item verschijnt alleen als de interne PI-regelaar geactiveerd is. Fabrieksinstelling: 5 Minuten Keuze: 1 ... 60 Minuten
5.4.4
Basisinstellingen – Submenu “General” In het submenu “General” bepaalt u de instellingen voor de bediening van de besturingssoftware. Basic Opmerking: De datum en het tijdstip moeten absoluut correct worden ingevuld omdat deze worden gebruikt voor de fouten- en onderhoudsgeschiedenis. – Date: Met deze instelling bepaalt u de actuele datum volgens het vastgelegde datumformaat (”MM/TT/JJJJ” of “TT/MM/JJJJ”). Fabrieksinstelling: 00/00/0000 – Time: Met deze instelling bepaalt u de actuele tijd volgens het vastgelegde tijdformaat (”12H” of “24H”). Fabrieksinstelling: 12:00 – Language: Met deze instelling bepaalt u de taal voor de dialogen. Fabrieksinstelling: afhankelijk van het land Keuze: verschillende dialoogtalen – Units: Met deze instelling bepaalt u het gewenste unitsysteem. Fabrieksinstelling: afhankelijk van het land Keuze: metrisch of imperiaal
36
Werken met de Condair DL besturingssoftware
– Contrast: Met deze instelling bepaalt u de gewenste waarde voor het contrast van de weergave. Fabrieksinstelling: 8 Keuze: 1 (weinig contrast) ... 31 (veel contrast) – Brightness: Met deze instelling bepaalt u de gewenste waarde voor de helderheid van de weergave. Fabrieksinstelling: 52 Keuze: 1 (donker) ... 100 (wit)
Time/Date – Date Format: Met deze instelling bepaalt u het gewenste datumformaat. Fabrieksinstelling: TT/MM/JJJJ Keuze: TT/MM/JJJJ of MM/TT/JJJJ – Clock Format: Met deze instelling bepaalt u het gewenste tijdformaat. Fabrieksinstelling: 24H Keuze: 24H (Weergave 13:35) of 12H (Weergave: 01:35 PM)
5.4.5
Communicatie-instellingen – Submenu “Communication” In het submenu “Communication” bepaalt u de instellingsparameters voor de communicatie. Modbus parameters Opmerking: Wijzigingen aan de modbus-instellingen worden pas van kracht na een nieuwe start van de besturingsunit. – Modbus: Met deze instelling activeert “On” of deactiveert “Off” u de communicatie via een modbus-netwerk. Fabrieksinstelling: Off Keuze: Off of On De volgende instellingen verschijnen alleen als de modbus-functie geactiveerd is. – Modbus Address: Met deze instelling bepaalt u het modbus-adres voor de Condair DL voor de communicatie via een modbus-netwerk. Fabrieksinstelling: 10 Instelbereik: 1 ... 247 – Parity: Met deze instelling bepaalt u de pariteitsbit voor de gegevenstransmissie. Fabrieksinstelling: Even Keuze: Geen, Even of Oneven
Werken met de Condair DL besturingssoftware
37
– Baud Rate: Met deze instelling bepaalt u de baudrate voor de gegevenstransmissie. Fabrieksinstelling: 9600 Keuze: 9600, 19200, 39400, 115200 – BMS Timeout: Met deze instelling bepaalt u de time-out-tijd voor de gegevenstransmissie. Fabrieksinstelling: 300 seconden Instelbereik: 0 ... 300 seconden Safety Loop – Weergave: Met deze instelling bepaalt u of alleen meldingen over onderhoudsbeurten via het service-relais van de storingsprintplaat op afstand moeten worden gestuurd (“Service”) of ook de overige waarschuwingen (“Warning”). Fabrieksinstelling: Service Keuze: Service of Warning – Veiligheidsketen: Met deze instelling bepaalt u of bij een open veiligheidsketen een storing (“On”) of een waarschuwing (“Off”) moet worden gestuurd. Fabrieksinstelling: Off Keuze: Off of On
38
Werken met de Condair DL besturingssoftware
5.5
Functies voor onderhoud
5.5.1
Submenu oproepen “Service”
Wachtwoord: 8808
5.5.2
Onderhoudsfuncties uitvoeren – Submenu “Service” In het submenu “Service” kunt u de activeringscode invullen, de fouten- en onderhoudsgeschiedenis opvragen en terugzetten en verschillende diagnose-functies toepassen. General Service – Activation Code: Opmerking: Dit menu-item verschijnt alleen als bij het inschakelen de activatie-melding wordt weergegeven. Via de functie “Activation Code” kunt u het luchtbevochtigingssysteem Condair DL ontsluiten als het in de fabriek met een activatiecode geblokkeerd is. Zodra de activatiecode een keer is ingevoerd, verschijnt dit menu-item niet meer. Na drukken op het keuzeveld “Activation Code” verschijnt eerst een bevestigingsdialoog en vervolgens kunt u de viercijferige code invullen en bevestigen. Opmerking: De activatiecode ontvangt u van uw Condair-partner.
Werken met de Condair DL besturingssoftware
39
General Service – Commissioning Reset: Met de functie “Commissioning Reset” kunt u de melding “Commissioning” terugzetten die verschijnt als de besturingsunit langer dan 48 uur zonder stroom was. Na drukken op het keuzeveld verschijnt een bevestigingsdialoog waarin u het terugzetten nogmaals moet bevestigen. Opmerking: De besturingsunit moet daarna minstens 15 minuten met de stroomvoorziening zijn verbonden. Zo niet, dan verschijnt de melding “Commissioning” bij de volgende herstart opnieuw. – Ag Reset: Met de functie “Ag Reset“ kunt u de zilver-onderhoudsweergave en/of de zilver-onderhoudsteller terugzetten. Na drukken op het keuzeveld verschijnt een bevestigingsdialoog waarin u het terugzetten nogmaals moet bevestigen. – System Service Reset: Met de functie “System Service Reset” kunt u de systeem-onderhoudsweergave en/of de systeem-onderhoudsteller terugzetten. Na drukken op het keuzeveld verschijnt een bevestigingsdialoog waarin u het terugzetten nogmaals moet bevestigen.
Fault/Service History Opmerking: De opgeslagen fouten-en onderhoudsgebeurtenissen kunnen alleen worden beoordeeld als de datum en het tijdstip correct werden ingesteld. – Fault History: Met de functie “Fault History” kunt u de lijst met de laatste 40 storingen laten weergeven. Na drukken op het keuzeveld verschijnt de lijst met de storingen. – Service History: Met de functie “Service History“ kunt u de lijst met de laatste 40 onderhoudsgebeurtenissen laten weergeven. Na drukken op het keuzeveld verschijnt de lijst met de onderhoudsgebeurtenissen. – Reset Fault History: Met de functie “Reset Fault History” kunt u de lijst met de opgeslagen storingen terugzetten. Na drukken op het keuzeveld verschijnt een bevestigingsdialoog waarin u het terugzetten nogmaals moet bevestigen. – Reset Service History: Met de functie “Reset Service History” kunt u de lijst met de opgeslagen onderhoudsgebeurtenissen terugzetten. Na drukken op het keuzeveld verschijnt een bevestigingsdialoog waarin u het terugzetten nogmaals moet bevestigen. – Export History: Met de functie “Export History” kunt u de lijsten met de opgeslagen storingen en onderhoudsgebeurtenissen opslaan op een USBstick via de USB-interface op de regelprint (zie hoofdstuk 7.4 – Lijsten van storings- en onderhoudsgebeurtenissen opslaan op een USB-stick).
40
Werken met de Condair DL besturingssoftware
Diagnostics – Input Diagnostics: Met de functie “Input Diagnostics” roept u het submenu “Input Diagnostics” op waarmee u verschillende inputwaarden kunt opvragen die door het systeem worden gebruikt voor de besturing. Gedetailleerde informatie over de diverse diagnosefuncties van de input vindt u in hoofdstuk 5.5.2.1 – Diagnosefuncties in het submenu “Input Diagnostics”. – Output Diagnostics: Met de functie “Output Diagnostics” roept u het submenu “Output Diagnostics” op waarmee u de diverse output voor een diagnose van het systeem kunt activeren of deactiveren. Opgelet! De bediening van het submenu “Output Diagnostics” vereist uitstekende kennis van de besturingssoftware en mag alleen door geautoriseerd en hiervoor gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd, omdat een foute bediening tot schade aan de systeemcomponenten kan leiden. – Relay Diagnostics: Met de functie “Relay Diagnostics” roept u het submenu “Relay Diagnostics” op waarmee u het relais van de storingsmeldeprintplaat op afstand kunt activeren of deactiveren. Gedetailleerde informatie over de diverse relais-diagnosefuncties vindt u in hoofdstuk 5.5.2.3 – Relaisdiagnose in het submenu “Relay Diagnostics”. Opmerking: Bij het oproepen van het submenu ”Relay Diagnostics” wordt het bevochtigingssysteem automatisch in de stand-bybedrijfsmodus geschakeld.
5.5.2.1 Diagnosefuncties in het submenu “Input Diagnostics” De volgende inputwaarden kunt u na het oproepen van het submenu “Input Diagnostics” laten weergeven. Opmerking: De inputwaarden kunt u ook via de knop “Service Info” in de standaard bedrijfsweergave oproepen en bekijken. Control – Humidity Control: Actueel vraagsignaal in % – Safety Loop: Actuele status van de veiligheidsketen (“Off”= veiligheidsketen open, “On”= veiligheidsketen gesloten) – Control Enable: Actuele status van de externe vrijgave, indien aanwezig (“Off”= contact open, “On”= contact gesloten).
Werken met de Condair DL besturingssoftware
41
Hydraulic – FU Error: Actuele status van het foutenrelais aan de frequentie-omzetter (“Off”= frequentie-omzetter uitgeschakeld of er een fout is opgetreden, “On”= frequentie-omzetter is ingeschakeld en er is geen fout opgetreden) – CS1: Actuele status van het externe spoelcontact (contact K2 op het elektrische schema) van de optionele persluchtspoeling (“Off”= extern spoelcontact open, “On”= extern spoelcontact gesloten). – PS2: Actuele druk-status na de steriele filter (“Off”= geen druk aanwezig, “On”= druk aanwezig). – PS4: Actuele druk van de watertoevoer in bar. – PS5: Actuele sproeidruk in bar. – Pump current: Actuele stroom van de boosterpomp.
Conductivity – Conductivity: Actuele geleidbaarheid van de watertoevoer in µS.
AgIon – AgIon Current: Actuele stroom van de zilverionisatie in mA.
42
Werken met de Condair DL besturingssoftware
Hygiene&Safety – 24V External Supply: Actuele spanning van de externe 24 V-voeding. – 10V External Supply: Actuele spanning van de externe 10 V-voeding. – 5V Peripheral Supply: Actuele spanning van de externe 5 V-voeding.
5.5.2.2 Diagnosefuncties in het submenu “Output Diagnostics” Opgelet! De bediening van het submenu “Output Diagnostics” vereist uitstekende kennis van de besturingssoftware en mag alleen door geautoriseerd en hiervoor gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd, omdat een foute bediening tot schade aan de systeemcomponenten kan leiden.
5.5.2.3 Relaisdiagnose in het submenu “Relay Diagnostics” De volgende relaisdiagnosefuncties zijn na het oproepen van het submenu “Relay Diagnostics” beschikbaar. General – Running: Met deze functie kunt u het relais “Running” (running) op de bedrijfs- en storingsmeldeprint op afstand activeren (On) en deactiveren (Off). – Service: Met deze functie kunt u het relais “Service” (service) op de bedrijfs- en storingsmeldeprint op afstand activeren (On) en deactiveren (Off). – Fault: Met deze functie kunt u het relais “Fault” (error) op de bedrijfs- en storingsmeldeprint op afstand activeren (On) en deactiveren (Off).
Werken met de Condair DL besturingssoftware
43
5.6
Beheerdersfuncties
5.6.1
Submenu oproepen “Administrator”
Wachtwoord: 8808
5.6.2
Wachtwoordbeveiliging in-/uitschakelen en software-update-functies submenu “Administrator” In het submenu “Administrator” kunt u het invullen van het wachtwoord voor het hoofdmenu en de beoogde waarde activeren en deactiveren. Ook kunt u de software voor opties en software-update via een USB-stick aan de USB-interface laden. Password Settings – Setpoint Password: Via de functie “Setpoint Password” kunt u het invullen van de beoogde waarde met het gebruikerswachtwoord (“8808”) tegen onbevoegde toegang beschermen (“Yes”) of niet (“No”). – Main Menu Password: Met de functie “Main Menu Password” kunt u het hoofdmenu tegen onbevoegde toegang met het gebruikerswachtwoord (“8808”) beschermen (“Yes”) of niet (“No”).
44
Werken met de Condair DL besturingssoftware
Software Settings – Enable Added Option: geen functie – Software Update: Met de functie “Software Update” kunt u de besturingssoftware actualiseren (zie hoofdstuk 6.8 – Software actualiseren). Opmerking: Om de besturingssoftware te actualiseren, moet aan de USBaansluiting op de driverprint een USB-stick met een geldige software-update zijn aangesloten (actualisatie-bestanden moeten zich op het bovenste niveau buiten een map bevinden). Zo niet, dan verschijnt bij het toepassen van de functie een betreffende foutmelding. Na een software-update moet de besturingsunit via de netschakelaar aan- en weer uitgeschakeld worden. – Ext.A.DB.A Update: Met de functie “Ext.A.DB.A Update” kunt u de software van de driverprint actualiseren. Opmerking: Het updateproces van de software van de driverprint komt overeen met het updateproces van de besturingssoftware. – Ext.A.DB.A.1 Update: Met de functie “Ext.A.DB.A.1 Update” kunt u de software van de richtwaarde-bewakingsprintplaat actualiseren. Opmerking: Het updateproces van de software van de richtwaardebewakingsprintplaat komt overeen met het update-proces van de besturingssoftware. – Ext.A.DB.A.2 Update: Met de functie “Ext.A.DB.A.2 Update” kunt u de software van de zilver-ionisatie-printplaat actualiseren. Opmerking: Het updateproces van de software van de zilver-ionisatieprintplaat komt overeen met het update-proces van de besturingssoftware. – Ext.A.DB.A.3 Update: Functie nog niet geïmplementeerd.
Werken met de Condair DL besturingssoftware
45
6
Onderhoud en vervanging van componenten
6.1
Belangrijke opmerkingen over onderhoud Kwalificatie van het personeel Alle onderhoudswerkzaamheden mogen uitsluitend door voldoende gekwalificeerd en door het management geautoriseerd personeel worden uitgevoerd. De controle op de kwalificatie is taak van het management. Algemeen De instructies en informatie over onderhoudswerkzaamheden moeten heel zorgvuldig worden gelezen en nagevolgd. Alleen onderhoudswerkzaamheden die in deze documentatie worden beschreven, mogen worden uitgevoerd. Het adiabatische luchtbevochtigingssysteem Condair DL moet in de voorgeschreven intervallen worden onderhouden en de onderhouds- en reinigingswerkzaamheden moeten correct worden uitgevoerd. Voor de vervanging van defecte componenten mogen uitsluitend originele Condair reserveonderdelen worden gebruikt. Veiligheid GEVAAR! Gevaar door elektrische schok Voor begin van de werkzaamheden aan de componenten van het luchtbevochtigingssysteem Condair DL het systeem volgens hoofdstuk 4.5 – Buiten bedrijf stellen buiten bedrijf stellen (besturingsunit uitschakelen en van de stroomvoorziening scheiden en de watertoevoer naar de centrale unit sluiten) en tegen onbedoeld inschakelen beveiligen. Bovendien moet het ventilatiesysteem volgens de handleiding van het ventilatiesysteem buiten bedrijf worden gesteld en ook worden beveiligd tegen onbedoeld inschakelen. Opgelet! De elektronische modules binnen in de besturingsunit zijn erg gevoelig voor elektrostatische ontladingen. Daarom: Voor begin van de onderhoudswerkzaamheden aan de elektrische apparatuur van de besturingsunit moeten maatregelen tegen beschadiging door elektrostatische ontlading (ESD–beveiliging) worden genomen.
46
Onderhoud en vervanging van componenten
GEVAAR! Gevaar voor de gezondheid door onvoldoende hygiëne Onvakkundig bediende of slecht onderhouden adiabatische luchtbevochtigingssystemen kunnen een gevaar zijn voor de gezondheid. Bij een onvakkundige bediening of onvoldoende onderhoud kunnen zich in het watersysteem en in de omgeving van de bevochtiger van het luchtbevochtigingssysteem bacteriën vermenigvuldigen en zich in de omgevingslucht verspreiden. Daarom: Het luchtbevochtigingssysteem Condair DL moet, zoals in hoofdstuk 4 – Gebruik en hoofdstuk 6 – Onderhoud en vervanging van componenten beschreven, correct worden bediend, volgens de voorgeschreven intervallen worden gereinigd en de reiniging moeten correct worden uitgevoerd.
6.2
Hygiëne en onderhoud volgens VDI 6022 blad 1 Het luchtbevochtigingssysteem Condair DL is geconstrueerd volgens de nieuwste stand der techniek en zo vormgegeven dat bij navolging van de bedrijfsvoorwaarden een hygiënisch perfect functioneren gewaarborgd is. De hygiëne tijdens bedrijf werd in een langlopend onderzoek gecontroleerd door het instituut SGS-Fresenius, met feiten gestaafd en met het SGS-Fresenius-Hygiëne-certificaat bekroond. Om de bedrijfsveiligheid te handhaven en de hygiëne op lange termijn te garanderen is het onderhoudsconcept van Condair DL op twee niveaus opgebouwd. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de periodieke controle en de uitvoering van een compleet systeemonderhoud. Om het systeem volgens de voorschriften “geoptimaliseerde luchtbevochtiging DGUV” te kunnen gebruiken, is een onderhoud volgens de instructies in hoofdstuk 6 – Onderhoud en vervanging van componenten en een documentatie over het uitvoeren van het onderhoud dringend noodzakelijk. Systeemonderhoud Voor het uitvoeren van het complete systeemonderhoud biedt uw Condair-partner u een servicecontract aan. De gekwalificeerde Condair-service-technici beschikken over de nodige uitrusting en voeren het systeemonderhoud geroutineerd en volgens de nieuwste stand der techniek uit. De geldige technische richtlijnen worden hierbij in acht genomen. Neemt u hiervoor contact op met uw Condair-partner.
Onderhoud en vervanging van componenten
47
6.2.1
Periodieke controle De periodieke controle moet maandelijks worden uitgevoerd en omvat de volgende werkzaamheden: Benaming
Uit te voeren werkzaamheden
Sproeisysteem
–
– Naverdampingsunit
–
Keramische platen controleren op breuken. Beschadigde platen moeten worden vervangen (zie compleet onderhoud). Opmerking: Een grijze verkleuring van de keramische platen is normaal. Het gaat hier om aanslag van de zilver-ionisatie.
Centrale unit
–
Zilver-ionisatie: Instructies in hoofdstuk 6.5 – Zilverionisatiepatroon “Hygieneplus” vervangen opvolgen. Slangen, aansluitingen, druksensoren (PS4 en PS5), ventielen enz. in de centrale unit controleren op dichtheid, indien nodig defecte componenten vervangen. Belangrijk: Druksensoren (PS4 en PS5) eens per 3 jaar vervangen.
–
48
Individuele sproeileidingen via de diagnosefunctie handmatig inschakelen (zie hoofdstuk 5.5.2.2 – Diagnosefuncties in het submenu “Output Diagnostics”) en sproeibeeld van de verstuivers controleren (sproeikegel: 60° nog toelaatbaar). Verstuivers met een ongelijkmatig sproeibeeld demonteren en reinigen ( zie 6.4.2 – Monteren en demonteren van de verstuivers). Slangen en aansluitingen controleren op dichtheid, indien nodig defecte componenten vervangen.
Behuizing van de evochtiger/ b waterreservoir
–
Controleblad Onderhoud
–
–
Waterreservoir en behuizing van de bevochtiger controleren op verontreiniging (roest, slijm, stof) en indien nodig reinigen (zie compleet onderhoud). Waterreservoir achter de naverdampings-unit controleren op restwater . Is er restwater aanwezig, dan moet de waterafvoer en de naverdampings-unit worden gecontroleerd. Bedrijfsparameter incl. “Foutengeschiedenis” op informatie-niveau aflezen en de waarden en de vier laatste fouten in het Controleblad Onderhoud invullen. Opmerking: Een kopieersjabloon van het controleblad onderhoud is bijgevoegd of kan worden opgevraagd bij uw Condair-partner.
Onderhoud en vervanging van componenten
6.2.2
Compleet systeemonderhoud De frequentie waarin een compleet systeemonderhoud moet worden uitgevoerd, moet worden aangepast aan de bedrijfsomstandigheden. De hygiënische toestand van het luchtbevochtigingssysteem en zijn componenten hangt in hoge mate af van de kwaliteit van het bevochtigingswater, van de ervoor aangebrachte luchtfilter en de navolging van de intervallen voor vervanging, de luchttemperatuur, de stroomsnelheid van de lucht en de microbiologische en chemische samenstelling van de aangevoerde lucht. Principieel geldt: Bij het verschijnen van de melding “Syst.Service” of minstens één keer per jaar moet een compleet systeemonderhoud worden uitgevoerd. Terugzetten van de melding “Syst.Service” Na voltooiing van het complete systeemonderhoud kan de onderhoudsmelding via het service-menu worden teruggezet (zie hoofdstuk ).6.7 Onderhoudsteller terugzetten Benaming
Uit te voeren werkzaamheden
Sproeisysteem
–
– – –
Naverdampingsunit
– – –
–
–
Individuele sproeileidingen via diagnosefunctie handmatig inschakelen (zie hoofdstuk 5.5.2.2 – Diagnosefuncties in het submenu “Output Diagnostics”) en sproeibeeld van de verstuivers controleren (sproeikegel: 60° nog toelaatbaar). Verstuivers met ongelijkmatig sproeibeeld demonteren en in een ultrasoonbad of met ontkalkingsmiddelen reinigen. Slangen en aansluitingen op dichtheid controleren. Defecte componenten vervangen. Verstuivers controleren of ze vast zitten. Losse verstuivers met de hand vastdraaien. Draagconstructie, rooster en verstuivers met een gecombineerd reinigingen desinfectiemiddel reinigen (toepassing volgens instructie van de producent) en aansluitend alle componenten met hygiënisch zuiver water (demi-water) afspoelen. Als de naverdampings-unit voor reiniging van de kant van de luchtafvoer niet toegankelijk is, moeten de keramische platen worden gedemonteerd. Keramische platen controleren op breuken. Beschadigde platen moeten worden vervangen. Keramische platen controleren op verontreiniging. Stof moet met een waterstraal worden afgespoeld. Platen die niet meer kunnen worden gereinigd, moeten worden vervangen. Opmerking: Een grijze verkleuring van de keramische platen is normaal. Dit heeft te maken met aanslag van de zilver-ionisatie. Als op de keramische platen veel stof is verzameld, moet de luchtfilter van het ventilatiesysteem worden gecontroleerd op scheuren, reinheid en filterkwaliteit (min. F7 resp. EU7) en de verontreinigde keramische platen moeten worden gereinigd. Draagconstructie en afdichtplaten met een gecombineerd reiniging- en desinfectiemiddel reinigen (toepassing volgens instructie van de producent) en aansluitend alle componenten met hygiënisch zuiver water (demi-water) afspoelen. Draagconstructie, keramische platen en afdichtplaten controleren op een correcte montage en dat de schroefverbindingen goed vast zitten. Indien nodig foutief ingebouwde componenten correct monteren en losse schroefverbindingen vastdraaien.
Onderhoud en vervanging van componenten
49
Benaming
Uit te voeren werkzaamheden
Centrale unit
– – –
Behuizing van de bevochtiger/ waterreservoir
–
–
Waterreservoir achter de naverdampingsunit controleren op restwater. Is er veel restwater aanwezig, dan moet de waterafvoer en de naverdampingsunit worden gecontroleerd. Opmerking: Waterdruppels en kleine waterplasjes in het waterreservoir achter de naverdampingsunit zijn meestal veroorzaakt door het systeem. Waterreservoir en het natte gebied van de behuizing van de bevochtiger (ook achter de na-verdampings-unit) reinigen met een gecombineerd reinigings- en desinfectiemiddel. Vervolgens alle componenten met hygiënisch zuiver water (demi-water) afspoelen droogwrijven.
Vóór de watertoevoer aangebrachte componenten
–
Om de hygiëne te garanderen moeten de in de watertoevoer aangebrachte componenten (bijv. waterfilter, omgekeerd-osmose-systeem enz.) volgens de instructies van de producent in regelmatige afstanden worden gereinigd en onderhouden.
Elektrische installatie
–
Aansluitingen en kabels controleren. Defecte installaties door een gekwalificeerde technicus laten repareren.
Water voor de bevochtiger
–
Concentratie van bacteriën in het water voor de bevochtiger aan de watertoevoer naar de centrale unit bepalen. Bij een concentratie van bacteriën van meer dan 100 kbE/ml moeten de watertoevoer en de waterleidingen microbiologisch worden onderzocht en direct de nodige maatregelen worden genomen (neemt u hiervoor contact op met uw Condair-partner). Concentraties van bacteriën die boven de toegestane grens liggen, kunnen een teken zijn voor een beginnende besmetting van de watervoorziening. Voer dan ook een microbiologische inspectie uit op het water en de waterleidingen.
Systeemlucht
–
– Controleblad Onderhoud
50
Zilver-ionisatie: Instructies in hoofdstuk 6.5 – Zilverionisatiepatroon “Hygieneplus” vervangen opvolgen. Behuizing van de filter van de optionele steriele filter reinigen en de steriele filterpatroon vervangen. Slangen, aansluitingen, druksensoren (PS4 en PS5), ventielen enz. in de centrale unit controleren op dichtheid, indien nodig defecte componenten vervangen. Belangrijk: Druksensoren (PS4 en PS5) eens per 3 jaar vervangen.
–
Aantal bacteriën in de luchttoevoer bij ingang in de bevochtiger bepalen. Bij een concentratie van bacteriën van meer dan 1000 kbE/m³ moet het ventilatiesysteem (filter, ventilatiekanalen) microbiologisch worden onderzocht en direct de nodige maatregelen worden genomen ter bestrijding (neemt u hiervoor contact op met uw Condair-partner). Concentraties van bacteriën die aan de bovenste toelaatbare grens liggen, kunnen een teken zijn voor een beginnende besmetting van het ventilatiesysteem. Voer dan ook een microbiologische inspectie uit op het ventilatiesysteem. Concentratie van bacteriën in de lucht bij de uitgang van de bevochtiger bepalen ter bevestiging van het hygiënisch functioneren van de luchtbevochtiger. Na het complete onderhoud bedrijfsparameter incl. “foutengeschiedenis” in het informatie-niveau aflezen en de waarden en ook de vier laatste fouten in het Controleblad Onderhoud invullen. Vervolgens de onderhoudsweergave en de onderhoudsteller terugzetten. Opmerking: Een kopieersjabloon van het controleblad onderhoud is bijgevoegd of kan worden opgevraagd bij uw Condair-partner.
Onderhoud en vervanging van componenten
6.3
Instructies voor de reiniging en de reinigingsmiddelen Voor de reiniging van ieder systeemcomponent van de Condair DL en het daarvoor te gebruiken reinigingsmiddel is een aparte reinigings-handleiding beschikbaar. Condair AG adviseert het gebruik van “Condair Clean” als reinigingsmiddel. Neemt u hiervoor contact op met uw Condair-partner. De toepassingsvoorschriften en veiligheidsinstructies van de producent van de gebruikte reinigingsmiddelen moeten goed worden gelezen en in acht worden genomen. Met name: Informatie over bescherming van personen en van de omgeving en over toepassingsbeperkingen. Opgelet! Voor de reiniging geen oplosmiddelen, gearomatiseerde of gehalogeniseerde koolwaterstoffen of andere agressieve stoffen gebruiken omdat daardoor componenten van het systeem kunnen worden beschadigd. GEVAAR! Voor de reiniging geen reinigingsmiddelen gebruiken die giftige sporen achterlaten. Deze kunnen later na een herstart in de omgeving terecht komen en de gezondheid van personen in gevaar brengen. In ieder geval moeten de componenten na de reiniging grondig worden gespoeld met demi-water.
Onderhoud en vervanging van componenten
51
6.4
Installeren en verwijderen van de componenten
6.4.1
Installeren en verwijderen van de keramische platen Verwijderen van de keramische platen
Start demontage
Afb. 11: Verwijderen van de keramische platen Om de keramische platen te verwijderen, gaat u te werk als volgt: 1. Bovenste afdichtplaten verwijderen. 2. Begin boven rechts de keramische platen van rechts naar links te verwijderen. Belangrijk: Positie van de keramische platen vóór de verwijdering markeren voor het later correct terugplaatsen. 3. Stap 2 voor alle rijen keramische platen herhalen.
52
Onderhoud en vervanging van componenten
Plaatsen van de keramische platen
Start montage
Afb. 12: Plaatsen van de keramische platen Controleer vóór het plaatsen alle keramische platen op beschadigingen. Beschadigde keramische platen mogen niet meer gebruikt worden. De keramische platen worden in de omgekeerde volgorde weer teruggeplaatst (zie ook het punt “Keramische platen installeren” in de montagehandleiding). Belangrijk! Let erop dat de platen weer op dezelfde plaats komen en de bovenste afdichtplaten links en rechts tot het uiterste aan de zijwaartse afdichtplaten worden geschoven.
Onderhoud en vervanging van componenten
53
6.4.2
Monteren en demonteren van de verstuivers
A
C
B
A
Afb. 13: Monteren en demonteren van de verstuivers Demonteren van de verstuivers 1. Verstuiver “A” met de hand losmaken en samen met o-ring “B” er uitnemen. Opmerking: Noteer vóór het uitnemen de positie en de kleurmarkering van de verstuiver. 2. Indien nodig neemt u de verstuiver uit elkaar volgens de afbeelding. Montage van de verstuivers 1. Verstuiver en o-ringen “B” en “C” voor het monteren controleren op beschadigingen. Beschadigde verstuivers en beschadigde o-ringen moeten worden vervangen. 2. Indien nodig de verstuiver in elkaar zetten volgens de tekening. 3. Voor het monteren van de verstuiver in de verstuiverhouder de betreffende sproeileiding door openen van het betreffende sproeiventiel in het submenu “Output Diagnostics” spoelen. 4. Gereinigde en nieuwe verstuivers met o-ring in de verstuiverhouder schroeven en tot het uiterste met de hand goed vastdraaien (geen gereedschap gebruiken). Opmerking: Let erop dat de verstuiver weer op de juiste plaats en in de juiste richting in het rooster wordt teruggeplaatst.
54
Onderhoud en vervanging van componenten
6.4.3
Installeren en verwijderen van de verstuiverhouder
D
B
A
Afb. 14: Installeren en verwijderen van de verstuiverhouder Verwijderen van de verstuiverhouder 1. Verstuiver “A” met o-ring “B” zoals in Hoofdstuk 6.4.2 beschreven er uitnemen. 2. Gekleurde ring "D" uit de verstuiverhouder nemen. 3. Slang(en) naar de verstuiverhouder verwijderen (klemring tegen aansluitnippel drukken en slang(en) er voorzichtig uittrekken). 4. Aansluitnippel verwijderen (klemring tegen de aansluitnippel drukken en de aansluitnippel voorzichtig wegtrekken). 5. Springslot van de verstuiverhouder dichtdrukken en de verstuiverhouder demonteren. Opmerking: Noteer vóór het demonteren de richting van de verstuiverhouder (recht, naar links enz.) Monteren van de verstuiverhouder 1. Controleer vóór het in elkaar zetten alle onderdelen (incl. o-ringen) op beschadigingen. Beschadigde onderdelen moeten worden vervangen. Belangrijk! Spoel de waterleidingen voor de montage door met demi-water. 2. Het monteren gebeurt in de omgekeerde volgorde van het demonteren. – Let erop dat de verstuiverhouder weer op de juiste plaat en in de juiste richting in het rooster wordt gemonteerd. – Controleer na het monteren dat alle slangenverbindingen goed vast zijn gedraaid. Correct gemonteerd slangen kunnen er zonder druk op de klemring niet worden uitgetrokken.
Onderhoud en vervanging van componenten
55
6.5
Zilverionisatiepatroon “Hygieneplus” vervangen Als de patroon van de zilverionisatie moet worden vervangen, verschijnt in de standaard bedrijfsweergave in het onderhoud- en storingsweergaveveld een desbetreffende onderhoudsmelding. Bovendien wordt via het relais "Service" op de bedrijfs- en storingsmeldeprint op afstand een dringend verzoek om onderhoud weergegeven. Als de patroon voor de zilverionisatie niet binnen 7 dagen wordt vervangen en de teller en/of de melding niet wordt teruggezet, wordt een desbetreffende foutmelding weergegeven en de bevochtiger gestopt. Bovendien wordt via het relais “Error” op de bedrijfs- en storingsmeldeprint op afstand een storing gemeld. Patroon van de zilverionisatie vervangen 1. Het adiabatische luchtbevochtigingssysteem Condair DL, zoals in hoofdstuk 4.5 – Buiten bedrijf stellen beschreven, buiten bedrijf stellen en de druk in het watersysteem verminderen. 2. De twee aansluitstekkers uit de aansluitingen aan de patroon van de zilverionisatie trekken. 3. Slangenaansluitingen bij de in- en uitgang losmaken en beide schroefnippels er uitdraaien. Opgelet! De patroon van de zilverionisatie is gevuld met demi-water. Plaats voor het losmaken van de schroefverbinding een reservoir onder de patroon. 4. De vier schroeven losdraaien waarmee de patroon voor de zilverionisatie aan de houder is bevestigd en de patroon demonteren. Opgelet! De patroon van de zilverionisatie weegt ca. 3 kg. 5. Nieuwe patroon voor de zilverionisatie weer monteren in de omgekeerde volgorde. Belangrijk: Gebruikte patroons voor de zilverionisatie moeten voor vakkundige afvalverwerking aan uw Condair-partner worden teruggestuurd.
56
Onderhoud en vervanging van componenten
6.6
Vervangen van de optionele steriele filter en ontluchten van de filterbehuizing De steriele filter vervangen Als de fout “E66” wordt weergegeven of voor de inbedrijfstelling voor ieder nieuw bevochtigingsseizoen, moet de patroon van de steriele filter worden vervangen. 1. Het adiabatische luchtbevochtigingssysteem Condair DL, zoals in hoofdstuk 4.5 – Buiten bedrijf stellen beschreven, buiten bedrijf stellen en de druk in het watersysteem verminderen. 2. Filterhouder losmaken, demonteren en de filterpatroon verwijderen.
3. Filterhouder en bovenste gedeelte van de filter reinigen. 4. Nieuwe filterpatroon in de filterhouder plaatsen. Belangrijk! Alleen originele fillterpatronen van uw Condair-partner gebruiken. 5. Filterhouder met nieuwe filterpatroon er weer inschroeven en met de hand vastdraaien.
Filterbehuizing ontluchten Nadat de steriele filterpatroon is vervangen en na ieder openen van de filterbehuizing moet de filterbehuizing absoluut worden ontlucht. Ga als volgt te werk: 1. Het adiabatische luchtbevochtigingssysteem Condair DL, zoals in hoofdstuk 4.3 – Herstarten na onderbreking beschreven, inbedrijfstellen. Belangrijk: De waterdruk in de toevoerleiding moet minimaal 3 bar zijn. 2. Een handmatige spoeling uitvoeren (zie hoofdstuk 4.4.4 – Handmatige spoeling uitvoeren). Zodra een ruisen van het water hoorbaar is, drukt u de rode knop aan de deksel van de filterbehuizing zo lang in, tot er alleen nog water (zonder lucht) uit komt. Opmerking: Als er een foutmelding is, moet de storing eerst worden opgeheven en de foutmelding worden teruggezet, voordat met een handmatige spoeling kan worden begonnen. 3. Indien nodig de handmatige spoeling beëindigen.
Onderhoud en vervanging van componenten
57
6.7
Onderhoudsteller terugzetten Als het systeemonderhoud werd uitgevoerd of de zilver-ionisatie-patroon werd vervangen, moet de betreffende onderhoudsmelding en/of de betreffende onderhoudsteller worden teruggezet. Ga als volgt te werk: 1. Selecteer in het submenu “Service” de betreffende terugzetfunctie (“System Service Reset” of “Ag Reset”)
Wachtwoord: 8808 2. Er verschijnt een terugzetdialoog:
58
•
Druk om de betreffende onderhoudsteller (“System Service Reset” of “Ag Reset”) terug te zetten. De betreffende onderhoudsmelding en de betreffende onderhoudsteller worden teruggezet.
•
Druk als het onderhoud nog niet werd uitgevoerd en u het terugzetproces wilt afbreken. De besturingsunit keert naar het submenu “Service” terug.
Onderhoud en vervanging van componenten
6.8
Software actualiseren Om de software van de besturingsunit of een printplaat (driverprint, zilver-ionisatie-printplaat enz.) te actualiseren, gaat u te werk als volgt: 1. Stroomvoorziening naar de besturingsunit via de netschakelaar uitschakelen en de netschakelaar in de uit-positie beveiligen tegen onbedoeld inschakelen. 2. Het frontpaneel van de besturingsunit ontgrendelen en het frontpaneel verwijderen. 3. Zwenkplaat voorzichtig oplichten, 90° naar rechts draaien en terughangen in het behuizingframe. 4. USB-stick (max. lengte 75 mm) met het update-programma aansluiten aan de USB-interface op de driverprint. 5. Zwenkplaat voorzichtig oplichten, 90° naar links draaien en in terughangen in het behuizingframe. 6. Frontpaneel van de besturingsunit terugplaatsen en met de schroef vastdraaien. 7. Stroomvoorziening naar de besturingsunit via de netschakelaar inschakelen. 8. Hoofdmenu oproepen en in het submenu “Administrator” de gewenste updatefunctie selecteren (bijv. “Software Update”) en bevestigen. Volg dan de instructies op in de weergave van de besturingsunit. 9. Tijdens het actualiseren verschijnt een voortgangsbalk in de weergave. Als het proces voltooid is, verschijnt de standaard bedrijfsweergave weer. 10. Herhaal de stappen 1 tot 6 om de USB-stick te verwijderen.
Onderhoud en vervanging van componenten
59
7
Storingen opheffen
7.1
Storingsmeldingen Storingen die door de besturingsunit worden opgespoord, worden door een betreffende waarschuwing (functioneren nog mogelijk) of foutmelding (functioneren is beperkt of niet meer mogelijk) weergegeven in het veld voor onderhoud en storingen van de standaard bedrijfsweergave. Waarschuwing
Korte storingen tijdens bedrijf (bijv. korte onderbreking van de watertoevoer) of storingen die in het systeem geen schade kunnen veroorzaken, worden door een waarschuwing weergegeven. Verdwijnt de oorzaak van de storing binnen een bepaalde tijd, dan wordt de waarschuwing automatisch teruggezet, in het andere geval heeft dit een foutmelding tot gevolg. Opmerking: Waarschuwingen kunnen ook via het servicerelais van de bedrijfs- en storingsmelding op afstand worden gegeven. Daarvoor moet in het communicatie-menu van de besturings-software de waarschuwing via het service-relais worden geactiveerd (zie hoofdstuk 5.4.5 – Communicatieinstellingen – Submenu “Communication”).
Fouten Bedrijfsstoringen die het verdere functioneren onmogelijk maken of tot schade aan het systeem kunnen leiden, worden met een foutmelding weergegeven. Bovendien brandt het rode ledlampje onder de weergave. Als zo een storing optreedt, is het verdere functioneren van de Condair DL slechts nog beperkt mogelijk of de Condair DL wordt gestopt. Druk op het weergaveveld voor onderhoud en storingen, dan wordt de foutenlijst met de momenteel actieve storingsmeldingen weergegeven. Druk op de betreffende fout, dan krijgt u uitgebreide informatie over de storing (zie afbeelding helemaal rechts).
60
Storingen opheffen
7.2
Storingslijst De meeste storingen wordt niet veroorzaakt door defecte apparatuur maar door incorrect uitgevoerde installaties of door het negeren van de ontwerprichtlijnen. Bij het zoeken naar mogelijke oorzaken voor de storing moet daarom ook het systeem worden gecontroleerd (bijv. slangenverbindingen, vochtregeling enz.). Code
Message
Waarschuwing W02
Fouten –––
BMS Timeout
W20
E20
Safety Loop
–––
E22
Water Missing!
–––
E24
Pump Current
W28
E28
Sys Service
–––
E32
Demand Snsr
Informatie Mogelijke oorzaken
Hulp
BMS (Modbus, BACnet, LonWorks) zendt geen signaal meer voor vocht of vraag daarnaar. Signaalkabel van BMS is niet correct Signaalkabel correct aansluiten of aangesloten of beschadigd. vervangen. Er is een stoorsignaal. Oorzaak van het stoorsignaal zoeken en verwijderen. Adresconflict met andere apparaten Apparaat-adressen correct invullen. in het traject. Externe veiligheidsketen open, bevochtiging werd gestopt! Opmerking: Zodra de veiligheidsketen weer wordt gesloten, functioneert het luchtbevochtigingssysteem Condair DL weer normaal. Grendel van de ventilator open. Ventilator controleren/inschakelen. Debietschakelaar is aangesproken. Ventilator/filter van de ventilatie-unit controleren. Veiligheids-hygrostaat is aangesproWachten, eventueel veiligheids-hyken. grostaat controleren/vervangen Zekering “F2” op de driverprint Zekering “F2” op de driverprint defect. vervangen. Waterdruk aan de ingang te laag of niet aanwezig! Opmerking: Zodra de waterdruk weer boven de minimale waarde stijgt, functioneert het luchtbevochtigingssysteem Condair DL weer normaal. Afsluitkraan in de watertoevoerleiding Afsluitkraan openen. gesloten. Omgekeerd osmosesysteem herstelt Wachten of omgekeerd osmosesyszich of is uitgeschakeld. teem inschakelen. Inlaatklep Y1 defect of verstopt. Inlaatklep Y1 controleren/vervangen. Druksensor PS4 defect. Druksensor PS4 vervangen. Stroom van de pomp niet in het geldige bereik, bevochtiging werd gestopt! Verstuivers verstopt of defect. Verstuivers reinigen of vervangen. Verkeerd type verstuiver gemonteerd. Correcte verstuivers monteren. Sproeiventielen zijn in gesloten toeSproeiventielen controleren/vervanstand geblokkeerd gen. Frequentie-omzetter fout geprogram- Neem contact op met uw Condairmeerd. partner. Overdrukventiel aan de pomp te Neem contact op met uw Condairhoog ingesteld. partner. Interval voor het systeemonderhoud afgelopen. Als binnen 1 week na het verschijnen van de waarschuwing de onderhoudsbeurt aan het systeem niet wordt uitgevoerd en de onderhoudsteller niet wordt teruggezet, verschijnt de foutmelding! Systeemonderhoud noodzakelijk. Systeemonderhoud uitvoeren en onderhoudsteller terugzetten. Vraagsignaal ongeldig, bevochtiging gestopt! Vochtvoeler of externe regelaar niet of Vochtvoeler/externe regelaar controleniet correct aangesloten. ren/correct aansluiten. Sensor/regelaar fout geconfigureerd. Sensor/regelaar via het configuratiemenu correct configureren. Sensor/regelaar defect. Sensor/regelaar vervangen.
Storingen opheffen
61
Code
62
Message
Waarschuwing –––
Fouten E50
Commissioning
–––
E51
Level Disinf.Pump
–––
E54
Leak Sensor
–––
E55
Ag-Ion Service
–––
E57
Activation
–––
E58
Pr.Sens.Inlet
–––
E59
Sensor NozzPress
Storingen opheffen
Informatie Mogelijke oorzaken
Hulp
De melding verschijnt bij de herstart als het systeem of de besturingsunit langer dan 48 uur zonder stroom was. Het systeem blijft nu 5 minuten geblokkeerd en start dan automatisch met een spoelcyclus. De besturingsunit was langer dan 48 Wij adviseren om de watertoevoeruur zonder stroom. leiding van het omgekeerde osmosesysteem aan de aansluiting aan de centrale unit te demonteren en de watertoevoerleiding 5 minuten in een aparte afvoer te spoelen. Vervolgens de melding over bedrijfsonderbreking, zoals in Hoofdstuk 5.5.2 beschreven, terugzetten of wachten tot de melding automatisch na 5 minuten wordt teruggezet. Opmerking: De besturingsunit moet vervolgens minstens 15 minuten zijn ingeschakeld. Anders verschijnt de melding bij de volgende inbedrijfstelling opnieuw. Vulniveau van het desinfectiemiddel te laag. Bevochtiging is nog korte tijd mogelijk! Desinfectiemiddel in de tank is Desinfectiemiddel bijvullen. opgebruikt. Niveausensor niet of niet correct aan- Niveausensor controleren/correct aangesloten. sluiten. Niveausensor defect. Niveausensor vervangen. Beveiliging op lekkage is aangesproken, bevochtiging gestopt! Watertoevoerleiding en/of sproeisys- Watertoevoerleiding, sproeisysteemleidingen naar het kanaal en/of teemleidingen en waterafvoerleiding controleren/afdichten. waterafvoerleiding ondicht. Componenten in de centrale unit (lei- Componenten in de centrale unit condingen, ventielen, zilver-patronen enz.) troleren/afdichten/vervangen. ondicht. Zekering “F2” op de driverprint Zekering “F2” op de driverprint defect. vervangen. Zilverpatroon is opgebruikt en moet worden vervangen. Bevochtiging nog korte tijd mogelijk! Zilverpatroon vervangen en zilverZilverpatroon niet vervangen of zilver-onderhoudsteller na vervanging onderhoudsteller terugzetten. van de zilverpatroon niet teruggezet. Activatiecode werd nog niet ingevuld. Activatiecode werd nog niet ingevuld. Activatiecode (verkrijgbaar bij uw Condair-partner) invullen. Ongeldig signaal aan de druksensor PS4 voor de ingangsdruk! Druksensor PS4 niet of niet correct Druksensor PS4 controleren/correct aangesloten. aansluiten. Druksensor PS4 fout geconfigureerd. Druksensor PS4 correct configureren. Druksensor PS4 defect. Druksensor PS4 vervangen. Ongeldig signaal aan de druksensor PS5 voor de sproeidruk! Druksensor PS5 niet of niet correct Druksensor PS5 controleren/correct aangesloten. aansluiten. Druksensor PS5 fout geconfigureerd. Druksensor PS5 correct configureren. Druksensor PS5 defect. Druksensor PS5 vervangen.
Code Waarschuwing –––
Message
Fouten E62
Informatie Mogelijke oorzaken
Nozzle Pressure
–––
E63
AgIon Broken
–––
E64
AgIon Shortcut
–––
E65
AgIon Test
–––
E66
Sterile filter
–––
E67
No pressure
–––
E70
Conduct. Sensor
–––
E71
Limite Permeate
Sproeidruk is te hoog! Verkeerd type verstuiver gemonteerd. Verstuivers verstopt. Max. sproeidruk te hoog ingesteld.
Hulp
Correcte verstuivers monteren. Verstuivers reinigen/vervangen. Neem contact op met uw Condairpartner. Sproeileidingen correct aansluiten.
Verkeerde volgorde van de sproeileidingen of ventielen. Overdrukventiel van de pomp te Neem contact op met uw Condairhoog ingesteld. partner. Er kan niet meer voldoende stroom in de zilverpatroon worden opgebouwd! Zilverpatroon opgebruikt of defect. Zilverpatroon vervangen. Elektrische toevoerleiding naar zilver- Zilverpatroon correct aansluiten. patroon onderbroken. Te kleine zilverpatroon geïnstalleerd. Correcte zilverpatroon installeren. Zilver-printplaat defect. Zilver-printplaat vervangen. Zilverpatroon heeft kortsluiting! Zilverpatroon heeft vanwege een Zilverpatroon vervangen. materiaalfout of -moeheid binnenin een kortsluiting. Dagelijkse zilver-ionisatie-test is mislukt. Zilverpatroon is niet meer in staat de Zilverpatroon vervangen. benodigde maximale stroom voor het systeem te leveren. Einde van de levensduur bereikt of eventueel fout type patroon geïnstalleerd. Druk na steriele filter te laag Filter verstopt. Demi-watertoevoerleiding desinfecteren en steriele filter vervangen. Drukschakelaar PS2 na filter defect. Drukschakelaar PS2 controleren/ vervangen. Druksensor PS5 defect. Druksensor PS5 controleren/vervangen. Luchtdruk van de optionele persdruk-spoeling te laag of geen druk aanwezig. Persdrukregelaar fout ingesteld. Persdrukregelaar correct instellen (4...5 bar). Kraan in de persdruk-aanvoerleiding Kraan in de persdruk-aanvoerleiding gesloten. openen. Persdruk-spoelventiel Y3 verstopt of Persdruk-spoelventiel Y3 controleren/ defect. vervangen. Signaal van geleidbaarheid-sensor ongeldig! Geleidbaarheid-sensor correct aanGeleidbaarheid-sensor er uitgenomen of verbindingskabel onderbrosluiten. ken. Beveiliging geleidbaarheid fout geBeveiliging geleidbaarheid correct conconfigureerd. figureren. Geleidbaarheid-printplaat defect. Geleidbaarheid-printplaat vervangen. Geleidbaarheid van het water in het omgekeerde-osmose-systeem ligt onder de minimale grenswaarde! Bevochtiging op dit moment nog mogelijk. Omgekeerd osmosesysteem defect Omgekeerd osmosesysteem controleof fout ingesteld of service is nodig. ren/onderhoud/repareren. Geleidbaarheidsensor fout ingesteld. Neem contact op met uw Condairpartner.
Storingen opheffen
63
Code
64
Message
Waarschuwing –––
Fouten E72
Condu Permeate
–––
E74
Keep Alive
E80
USB Logger
–––
E82
Driver Missing
–––
E84
Driver defective
–––
E85
Driver ID wrong
–––
E86
Driver Incompatible
–––
E87
Local 24VSupply
–––
E88
Local 5V Supply
–––
E89
Local Ref Supply
–––
E91
Pressure Instable
Storingen opheffen
Informatie Mogelijke oorzaken
Hulp
Geleidbaarheid van het water in het omgekeerde osmosesysteem ligt boven de maximale grenswaarde, bevochtiging gestopt! Omgekeerd osmosesysteem fout Omgekeerd-osmosesysteem correct ingesteld. instellen. Permeator (membranen) van het Omgekeerd osmosesysteem controleomgekeerde osmosesysteem defect ren/onderhoud/repareren. of service is nodig. Printplaat voor geleidbaarheid fout Neem contact op met uw Condairingesteld of defect. partner. Geleidbaarheid-sensor verontreinigd Geleidbaarheidsensor vervangen. of defect (kortsluiting). Communicatie tussen regelprint en driverprint onderbroken. Driverprint niet aangesloten. Driverprint correct aansluiten. Foute driverprint aangesloten. Correcte driverprint monteren en aansluiten. Driverprint defect. Driverprint vervangen. Fout USB-datalogger. USB-datalogger is er niet ingestoken USB-datalogger controleren/vervanof defect. gen. Communicatie met de driverprint onderbroken. RS485 bus naar driverprint onder- Neem contact op met uw Condairbroken. partner. Onbekende fout aan de driverprint. Driverprint defect. Driverprint vervangen. Driverprint ID past niet. Foute driverprint aangesloten of fouten Neem contact op met uw CondairSAB-adres. partner. Foute versie van de driverprint. Foute versie van de driverprint. Neem contact op met uw Condairpartner. Locale 24v spanning op driverprint buiten geldig waardebereik! Kortsluiting op voedingsmodule of voe- Neem contact op met uw Condairdingsmodule defect. partner. Locale 5v spanning op driverprint buiten geldig waardebereik! Kortsluiting op voedingsmodule of voe- Neem contact op met uw Condairdingsmodule defect. partner. Locale referentie-spanning buiten geldig waardebereik! DC-voeding fout of toevoerleiding on- Neem contact op met uw Condairderbroken. partner. Ingangsdruk van het water is instabiel! Afsluitventiel in de watertoevoerleiAfsluitventiel controleren/helemaal ding niet helemaal open. openen. Druk in het omgekeerde-osmoseOmgekeerd osmosesysteem controsysteem te laag. leren. Diameter van de toevoerleiding te Watertoevoerleiding met grotere diaklein. meter monteren (min. ø10/12 mm). Steriele filter verstopt. Behuizing steriele filter reinigen en steriele filterpatroon vervangen.
Code
Message
Waarschuwing –––
Fouten E93
FC Error
–––
E94
FC Current
–––
E96
Per. 5V Supply
–––
E97
Ext. 24V Supply
–––
E98
Ext. 10V Supply
–––
E100 tot E107
DO Yx (e.g. DO Y5)
–––
E110
DO Y10
–––
E111
Y4
–––
E113
Y3
Informatie Mogelijke oorzaken
Hulp
Beveiliging van de frequentie-omzetter is aangesproken. Frequentie-omzetter overbelast, te Neem contact op met uw Condairheet of te hoge stroomsterkte aange- partner. sproken. Foutcode kan worden afgelezen aan de frequentie-omzetter. Zekering “F1” op de driverprint is Zekering “F1” op de driverprint defect. vervangen. Overdrukventiel van de pomp te Neem contact op met uw Condairhoog ingesteld. partner. Stroom van de frequentie-omzetter is te hoog! Boosterpomp of pompmotor geblokBoosterpomp of pompmotor vervankeerd. gen. Foute instelling in de frequentieInstellingen controleren en indien nodig omzetter of in de besturing. correct instellen. Sproeiventielen verstopt of defect. Sproeiventielen controleren/vervangen. Verstuivers of sproeisysteemleidinVerstuivers en sproeisysteemleidingen gen verstopt. controleren/reinigen/vervangen. Overdrukventiel van de pomp te Neem contact op met uw Condairhoog ingesteld. partner. Perifere 5V voeding buiten geldig waardebereik. Voeding 5V onderbroken. Zekering “F2” op de driverprint Zekering “F2” op de driverprint defect. vervangen. Overbelasting bij de externe aanslui- Belasting bij de aansluiting X16 afting. klemmen. Overbelasting door defecte druksensor. Druksensor vervangen. Externe voeding defect. Te hoge of te lage spanning. Zekering “F2” op de driverprint Zekering “F2” op de driverprint defect. vervangen. Kortsluiting bij de externe aansluiting Kortsluiting opheffen. Overbelasting bij de externe aanslui- Belasting bij de aansluiting X16 afting. klemmen. Externe voeding defect. Te hoge of te lage spanning. Zekering “F2” op de driverprint Zekering “F2” op de driverprint defect. vervangen. Kortsluiting bij de externe aansluiting Kortsluiting opheffen. Overbelasting bij de externe aanslui- Belasting bij de aansluiting X16 afting. klemmen. Fout bij het bijbehorende sproeiventiel (Y5 tot Y9). Ventiel elektrisch niet aangesloten of Ventiel correct aansluiten of spoel verspoel defect. vangen. Fout bij het spoelventiel Y10. Ventiel elektrisch niet aangesloten of Ventiel correct aansluiten of spoel verspoel defect. vangen. Fout bij het optionele externe spoelventiel Y4. Ventiel elektrisch niet aangesloten of Ventiel correct aansluiten of spoel vervangen. spoel defect. Fout bij het optionele perslucht-spoelventiel Y3. Ventiel elektrisch niet aangesloten of Ventiel correct aansluiten of spoel verspoel defect. vangen.
Storingen opheffen
65
7.3
Storingen zonder storingsmelding Hieronder zijn de storingen genoemd die zonder foutmeldingen kunnen optreden en informatie over oorzaak en aanwijzingen voor het opheffen van de storing. Storing
Oorzaak
Hulp
Restwater in het deel van het kanaal in de omgeving het waterreservoir.
Afdichtelementen niet correct gemonteerd of defect.
Afdichtelementen correct monteren resp. vervangen.
Keramische platen niet correct gemonteerd of keramische platen gebroken.
Keramische platen correct monteren en indien nodig vervangen.
Te hoge luchtsnelheid in het kanaal (systemen zonder booster >3.0 m/s, systemen met booster >4 m/s).
Indien mogelijk de luchtsnelheid in het kanaal reduceren of booster monteren (op aanvraag bij uw Condair-partner).
Beoogde hoeveelheid vocht te hoog ingesteld.
Beoogde hoeveelheid vocht correct instellen.
Luchtvochtigheid zeer laag.
Afwachten.
Condair DL bevochtigt continu
De interne regelaar is geactiveerd hoe- Interne regelaar deactiveren. wel een externe regelaar is aangesloten. Sproeiventielen openen en sluiten continu
Schommelend regelsignaal.
Regelaar-instellingen controleren of regelaar correct instellen.
Maximale bevochtigingsprestatie wordt niet bereikt
Capaciteitsbegrenzing geactiveerd.
Capaciteitsbegrenzing deactiveren (instelling: 100%).
Systeem verkeerd berekend (te lage capaciteit).
Neem contact op met uw Condairpartner.
Boosterpomp defect (permeaatdruk te laag).
Boosterpomp vervangen.
Overdrukventiel van de boosterpomp is niet correct ingesteld.
Neem contact op met uw Condairpartner.
Capaciteitsbegrenzing geactiveerd.
Capaciteitsbegrenzing deactiveren (instelling: 100%).
Boosterpomp niet geactiveerd.
Neemt u contact op met uw Condairpartner.
Softstart-functie actief.
Wacht tot de ingestelde tijd is afgelopen en de softstart-functie wordt beëindigd.
Sproeiventiel Y5 (stand 1) en/of sproeiventiel Y6 (stand 2) en/of Sproeiventiel Y7 (stand 3) gaan niet open
Sproeiventiel Y5 en/of sproeiventiel Y6 en/of sproeiventiel Y7 defect.
Sproeiventielen vervangen.
Capaciteitsbegrenzing geactiveerd.
Capaciteitsbegrenzing deactiveren (instelling: 100%).
Sproeiventiel Y8 en/of Y9 (stand 2) gaan ook bij 100% vochtvraag niet open.
Sproeiventiel Y8 en/of sproeiventiel Y9 defect of in de besturing niet geactiveerd.
Neem contact op met uw Condairpartner.
Foute aansturing van de stand (7-trappen in plaats van 15 trappen)
Neem contact op met uw Condairpartner.
De bevochtiger gaat steeds na ca. een week buiten bedrijf
Zilverionisatie defect of opgebruikt. Capaciteitsteller afgelopen.
Patroon voor de zilverionisatie vervangen en capaciteitsteller terugzetten.
Boosterpomp schakelt te laat of helemaal niet in.
66
Storingen opheffen
7.4
Lijsten van storings- en onderhoudsgebeurtenissen opslaan op een USB-stick De lijsten met de opgeslagen storings- en onderhoudsgebeurtenissen van de Condair DL kunnen voor een bericht en verdere analyse worden opgeslagen op een USB-stick. Ga als volgt te werk: 1. Stroomvoorziening naar de besturingsunit via de netschakelaar uitschakelen en de netschakelaar in de uit-positie beveiligen tegen onbedoeld inschakelen. 2. Het frontpaneel van de besturingsunit ontgrendelen en het frontpaneel verwijderen. 3. Zwenkplaat voorzichtig oplichten, 90° naar rechts draaien en terughangen in het behuizingframe. 4. USB-stick (max. lengte 75 mm) aansluiten aan de USB-interface op de regelprint. 5. Zwenkplaat voorzichtig oplichten, 90° naar links draaien en in terughangen in het behuizingframe. 6. Frontpaneel van de besturingsunit terugplaatsen en met de schroef vastdraaien. 7. Stroomvoorziening naar de besturingsunit via de netschakelaar inschakelen. 8. Hoofdmenu oproepen en in het submenu “Service” de functie “Export History” selecteren. Na bevestiging van de exportfunctie worden de gegevens als CSV-tabel opgeslagen op de USB-stick. De CSV-tabel kan met een tabellencalculatie-programma worden bewerkt op een pc. 9. Zodra de gegevens zijn opgeslagen, herhaalt u de stappen 1 tot 6 en dan kunt u de USB-stick verwijderen.
7.5
Aanwijzingen voor opheffen van storingen – Voor het opheffen van storingen moet het adiabatische luchtbevochtigingssysteem Condair DL buiten bedrijf worden gesteld (zie hoofdstuk 4.5 – Buiten bedrijf stellen) en van het stroomnet worden gescheiden. GEVAAR! Controleer dat de stroomtoevoer naar de besturingsunit onderbroken is (met spanningsmeter controleren) en dat de afsluitkraan in de watertoevoerleiding gesloten is. – Storingen mogen uitsluitend door bevoegd en gekwalificeerd personeel worden verholpen. Storingen in de elektrische installatie mogen uitsluitend door bevoegd personeel worden verholpen. Opgelet! Elektronische modules zijn zeer gevoelig voor elektrostatische ontladingen. Ter beveiliging van deze modules moeten voor alle reparaties aan de besturingsunit passende maatregelen (ESDbescherming) worden genomen. – Reparaties aan de boosterpomp mogen uitsluitend door uw Condair-partner worden uitgevoerd.
Storingen opheffen
67
7.6
Zekeringen en back-upbatterij in de besturingsunit vervangen Zekeringen en de back-upbatterij in de besturingsunit mogen uitsluitend door gekwalificeerd en geautoriseerd personeel (bijv. elektricien) worden vervangen. Gebruik als vervanging van de zekeringen in de besturingsunit uitsluitend exemplaren van het aangegeven type met de passende nominale stroomsterkte. Het gebruik van gerepareerde zekeringen of het kortsluiten van de zekeringhouder is niet toegestaan. Als u zekeringen of de back-upbatterij wilt vervangen, gaat u te werk als volgt: 1. Stroomvoorziening naar de besturingsunit via de netschakelaar uitschakelen en netschakelaar in de uit-positie beveiligen tegen onbedoeld inschakelen. 2. Het frontpaneel van de besturingsunit ontgrendelen en het frontpaneel verwijderen. 3. Zwenkplaat voorzichtig oplichten, 90° naar rechts draaien en terughangen in het behuizingframe. 4. Gewenste zekering of back-upbatterij plaatsen. GEVAAR! De contactbescherming van de zekering “F1” moet absoluut weer aan de zekeringhouder worden aangebracht. 5. Frontpaneel van de besturingsunit terugplaatsen en met de schroef vastdraaien. 6. Stroomvoorziening naar de besturingsunit via de netschakelaar inschakelen.
F2= 630 mA, traag
Back-upbatterij 3V (CR 2032)
F1= 6,3 A, traag
Contactbescherming
68
Storingen opheffen
7.7
Foutweergave terugzetten Om de foutmelding (rood ledlampje brandt, weergave bedrijfsstatus toont “Stop”) terugzetten: 1. Besturingsunit via de schakelaar (onder aan het apparaat) of de netschakelaar uitschakelen. 2. 5 Seconden wachten en de besturingsunit weer inschakelen via de schakelaar of de netschakelaar. Opmerking: Werd de oorzaak van de storing niet opgeheven, verschijnt de foutmelding na korte tijd opnieuw.
Storingen opheffen
69
8
Buiten bedrijf stelling/Afvalverwerking
8.1
Buiten bedrijf stelling Als het luchtbevochtigingssysteem Condair DL wordt vervangen of het luchtbevochtigingssysteem is niet meer nodig, gaat dan te werk als volgt: 1. Luchtbevochtigingssysteem Condair DL buiten bedrijf stellen, zoals in hoofdstuk 4.5 – Buiten bedrijf stellen beschreven. 2. Luchtbevochtigingssysteem Condair DL (en indien nodig alle overige systeemcomponenten) laten demonteren door een service-technicus.
8.2
Afvalverwerking/recycling Componenten die niet meer worden gebruikt, mogen niet bij het huisvuil terecht komen. Breng de installatie en de diverse componenten volgens de locale voorschriften naar een geautoriseerd verzamelpunt. Bij eventuele vragen neemt u contact op met de locale autoriteiten of met uw Condair-partner. Hartelijk bedankt voor uw bijdrage aan een schoon milieu.
70
Buiten bedrijf stelling/Afvalverwerking
9
Producten
9.1
Technische informatie Condair DL Type A
Type B
(met boosterpomp)
(zonder boosterpomp)
Afmetingen/Gewicht Totale lengte in het monoblok/kanaal (minmax)
600 - 900 mm 1)
Breedte monoblok/kanaal (min-max)
450 - 4200 mm 2)
Hoogte monoblok/kanaal /min-max)
450 - 4000 mm 2)
Afmetingen centrale unit HxBxD
800 x 500 x 250 mm
Gewicht centrale unit
ca. 50 kg
Afmetingen besturingsunit HxBxD
450 x 315 x 190 mm
Gewicht besturingsunit
ca. 20 kg
Gewicht naverdamper nat
ca. 55 kg/m bevochtiger-oppervlakte
Gewicht naverdamper droog
ca. 40 kg/m2 bevochtiger-oppervlakte
2
Hydraulisch Bevochtigingscapaciteit
10 ... 1000 l/h 3)
Sproeidruk
10 ... 1000 l/h 3) 3 ... 7 bar
Verstuivermaten
5 (1.5, 2.5, 3, 4, 5 l/h bij 4 bar)
Sproeiventielen
3/2 Wegen NO (normaal open)
Elektrisch Aansluitspanning/stroom besturingsunit Regeling pompenmotor Motorcapaciteit boosterpomp
200 ... 240 VAC / 50..60 Hz, max. 6 A met frequentie-omzetter ca. 10 VA pro 10 kg/h sproei-prestatie
Spanning magneetventielen (Y5-Y10) Frequentie-omzetter Regelsignalen
––– –––
24 V DC Ja
Nee
0-20VDC, 0-10VDC, 0-8.25VDC, 1-5VDC, 0-5VDC, 0-1VDC, 0-20mA, 4-20mA
Regelnauwkeurigheid 4)
7-trappen: ±3 %rF en15-trappen: ±2 %rF
Aantal trappen (vochtregeling)
7-trappen (3 sproeileidingen) en 15-trappen vanaf 30 kg/h (4 sproeileidingen)
7-trappen: ±4 %rF en15-trappen: ±3 %rF
Geluidshinder Geluidsniveau
ca. 51 dB(A)
ca. 41 dB(A)
Hygiëne Zilver-ionisatie-patroon “Hygiëneplus”
Ja
Communicatie Bedrijfs- en storingsmeldeprint op afstand
Ja
Modbus
Ja
BACnet
Ja
Producten
71
Interfaces Ethernet
Ja
USB
Ja
RS 485
Ja
Lucht Drukverlies (2 m/s)
ca. 40 Pa
Max. luchtsnelheid
3 m/s (zonder booster), 4 m/s (met booster)
Luchtfilter-kwaliteit voor bevochtiger-unit
F7 (EU7) of beter
Max. aanbevolen luchttemperatuur
60°C (voor bevochtigerunit)
Water Aansluiting watertoevoer
ø12 mm stekkerverbinding of G 1/2" buitendraad-adapter (bijgevoegd)
Aansluiting waterafvoer
ø10 mm slangenaansluiting (aan waterpomp in de centrale unit)
Toelaatbare wateraansluitdruk
Waterdruk 3... 7 bar
Toelaatbare watertemperatuur Eisen aan waterkwaliteit Bewaking demi-water
Waterdruk 3 ... 7 bar max. 45 °C
Demi-water van een omgekeerd osmosesysteem met 0,5 ... 15,0 µS/cm zonder additieven, max. 100 kbE/ml Minimale druk, maximale druk, druk na steriele filter, richtwaarde
Soort beveiliging Besturingsunit
IP22
Centrale unit
IP22
Keurmerk-certificaten Keurmerk-certificaten 3) 4) 1) 2)
5)
9.2
CE, DGUV, EAC
Langere exemplaren op verzoek Langere exemplaren op verzoek Kleinere en grotere capaciteiten op verzoek Het bereiken van de aangegeven regelnauwkeurigheid is niet altijd mogelijk omdat verschillende factoren (temperatuurregeling, waterterugwinning, regelklep enz.) de regelnauwkeurigheid negatief kunnen beïnvloeden. Hogere temperatuur op verzoek
Opties Condair DL Type A
Type B
(met boosterpomp)
(zonder boosterpomp)
Opties
72
Lekkagebewaking
x
Steriel filter
x
Aansluitset voor luchtspoeling
x
BMS-interfaceprintplaat (LonWorks of BACnet)
x
Frame voor de bevestiging van de centrale unit en de besturingsunit
x
Aansluitset voor desinfectiesysteem
x
Producten
10
Bijlage
10.1
CE-conformiteitsverklaring
Bijlage
73
F3
1 2 3
M1
L1 L2 L3 PE M 3~
1 2 3
Z
Z
U V W PE
U1
Ferritkern: Litzen 2x door de boring van de ferritkern leiden
Q
S3
Veel lekstroom! 2x beschermingsgeleider aansluiten
PE PE L N
SF
N
L1
L N
N
L1
H
PS4
Y3 PS5
Y4
PS2 P<
Y1
S1
Y10
Centrale unit
B6 B5 Geen externe spanning met K1 aanleggen!
K1
X1
X2
X3
B7
K2
F2 (630 mAT)
X17
B1
X12
X18
T1
X11
M2 B3
X10
X19 X4
X20
F1 (6.3 AT)
X9
X8
Y5 Y6 Y7 Y8 Y9
X5
X6
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Error Service Running Unit On
X7
GND LEVEL/T PS3 PS2 PS1 24V P
PE N/GND L/24V P
Besturingsunit
PE PE PMP N PMP L PE UV– UV+ PE DOSP– DOSP+ Y3 Y4 Y11 24V P
GND PS4 PS5 24V P 5V P GND 24V P 24V P 24V SCA 24V SCB
AG+ AG– GND GND GND 24V 1 24V 2 24V 3
Cnd W1 Cnd W2 Tmp W1 Tmp W2 GND SC1 SC2
GND 24V P
M
D– D+ GND
D– D+ GND
24V E 24V E GND GND
A3
J3
B2
S2
A2
BAT
Regelprint
3V CR2032
J7
LS1-LS4
B4
sensorsignaal
– + Analoog regel- of
Y
24V+ GND
– + GND
– + GND
– + GND
RJ45
J4
SD
Externe Stroomvoorziening 10V/24V max. 300 mA (JP4=24V, JP5= 10V)
LS1
Geen externe spanning met S2 aanleggen!
24/10 V TMP HUM GND 24V E Enable
J1
A1 Driverprint
GND 24V IC
JP5: 10V JP4: 24V
24V P ERR FQ EN FQ1 EN FQ2 GND FQ+
Y2 Y1 Y10 Y9 Y8 Y7 Y6 Y5
24V E LVL DP 24V E CS1 24V E LEAK 24V E GND X13 X14 JP/TR X15.2 X15.1 X16
Elektrisch schema Condair DL
RJ45 Etnernet
10.2
J14
J12
J10
J6
J2
J14
J12
J10
J6
LinkUp RS485
Bijlage BMS RS485
74 Driverprint Regelprint (CPU) met display Zilverionisatie Printplaat geleidbaarheidsmeting Sensor geleidbaarheidsmeting Niveausensor desinfectiepomp (optie) Vraag- of vochtsignaal Vergrendeling ventilator Veiligheids-hygrostaat Debietschakelaar Zekering 230V voeding Zekering 10V / 24V voeding Zekering stroomvoorziening 10AT Bedrijfs- en storingsmeldeprint op afstand Kabelbrug als geen externe vrijgave wordt aangesloten J3 Kabelbrug als geen bewakingsapparaten aan SC1 en SC2 worden aangesloten J4 Jumper voor activatie van de afsluitings-weerstand voor het modbusnetwerk (jumper moet worden aangesloten als Condair DL het laatste apparaat in het modbus-netwerk is) J7 Jumper aangesloten: Modbus-communicatie via RS 485-interface (J6) JP4 Jumper aangesloten = 24V aan X16, JP5 geen jumper! JP5 Jumper aangesloten = 10V aan X16, JP4 geen jumper! JP/TR Jumper aan de laatste driverprint aangesloten K1 Externe veiligheidsketen Geen externe spanning met K1 aanleggen K2 Externe spoelcontact of start persluchtspoeling (optie) LS1 Besturing lekkagebewaking LS2-4 Bodemsensoren voor de lekkagebewaking, max. 3 M1 Boosterpomp (alleen type A) M2 Desinfectiepomp (optie) PS2 Drukschakelaar (optie steriele filter) PS4 Druksensor ingangsdruk PS5 Druksensor sproeidruk Q Netschakelaar (bijgevoegd) S1 Schakelaar (in het frontpaneel van de besturingsunit) S2 Externe vrijgave bevochtiging S3 Schakelaar (in de bodemplaat van de besturingsunit) SF Ferritkern voor stroomtoevoerleiding, litzen 2x door het boorgat van de ferritkern leiden T1 Regelprint zilverionisatie U1 Frequentie-omzetter (alleen type A) Y1 Veiligheidsventiel ingang Y3 Ventiel voor persluchtreiniging (optie) Y4 Extern spoelventiel watertoevoer (optie) Y5-9 Sproeiventielen Y10 Sproeiventiel Z EMV-kabelwartels, Afdekking hier vrijmaken
A1 A2 A3 B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 F1 F2 F3 H J1
Legende
Bijlage
75
PE U V W
Analog Eingang
X6 16 purpur 17 pink / braun 18 weiss / blau
X5 14 grau/braun 14a weiss/pink 15 schwarz
X4 6 weiss 7 braun 8 grün 9 gelb 10 grau 11 pink 12 blau 13 rot
X3 1 braun/grün 1 weiss/gelb 2 grau/pink 2 rot/blau 2 weiss/grün 3 gelb/braun 4 weiss/grau
Kabelfarben
braun
geschl. falls ok.
N L1
L1'
L1
braun
blau
N EMV Kabelverschraubung N’ 1 2 3
1 2 3
doppelt isoliert
P<
A2
A1
14
DruckluftSpülventil (Option)
18 17
X6
13
14a
15
WasserzulaufSpülventil
Y4
14
16
X9
X10
X5
X19
10 9
Y1
8
Einlassventil
Y10 Spülventil
Y5
Y6
Y7
Y8
Y9
12 11 7
Düsendruck Sensor PS5 0.5 - 4 V
X4
6
Sicherheitskette
Schalter Frontabdeckung
Sicherungen : Achtung: F1 = 6.3AT Nach Austausch 110 39 01 Schutzkappe F2 = 630mAT wieder aufstecken
F1
X8
Eingang 230V
Betriebs- und Störungsfernmeldeplatine
H
StromSensor UV
PS2 Druckschalter Y3 Filter (Option)
- Sicherung F1 ers. - Schutzkappe inst. - Jumper auf 10V
Vorbereitung Treiberplatine
StromSensor Pumpe
X7
11
PE
PE,L1,L2,L3
PE GND
1 GND 2 0-10V 4
PE LEVEL/T
41 42
DesinfektionsPumpe (Option)
PE
M 3~
PMP N PS3
gelb grau
DOSP – Y4
Motor mit Pumpe 3x230V
Y11
braun
DOSP +
Eingangsdruck Sensor PS4 0.5 - 4 V
Y1
9 (<-- +24V) 10 11 (enable) 12 (forward) 13
grün
L/24VP
blau braun PMP L PS2
PS4
DrosselSpule (Option)
Y10
4
Niveausensor Desinfektion (Option)
3
X3
X2 24V,1-3
X20
X11
2
X18
X2
Abschirmung
-V -V PE AC N 230V L
24V +V DC +V
braun
braun
X17
B1
Luftdruck Druckluftspülung
Leitfähigkeit Wassertemp.
X1
230V
gelb / grün 230V
Sicherheitskette
orange
Spannungsversorgung L = braun N = blau PE verbunden mit -V
1
T1 Ag-Ionisierung
F2
X12
CS1
Bedradingsplan Condair DL
UV –
PS1
N’
L’
weiss
GND 24V IC
TMP
Netzfilter L = braun N = blau
Enable
24V E
GND
HUM
N
L
braun
GND
6
braun 11
IC
SD
1
USB
3
RJ45
+ GND GND +24V
–
+ GND
–
+ GND
–
Sensor 1
J10
J6
J14
J12
N
L1
N
L1
L1 N
EMC Ferrit 2 Windungen
Spannungsversorgung 230V Treiberplatine
grau gelb grün braun weiss
J2
RS 485
2 Drahtbrücken trennen
+24V
A1 (+) 2
4
Ethernet
J4
Batterie
3V
CPU
Speicherkarte
J7
5
Schaltet, wenn Leck vorhanden
9 A2 (–) 10
8
– 7 + Minus
orange Freigabe
grün
D+
24/10V
grau gelb
D–
GND
D+
D–
GND
GND
24V E
24V E
SD-Card 257 02 74
+24V
LeckageÜberwachung (Option)
braun
10.3
Y9
UV +
24V P
GND weiss Y8
pink weiss
PE 24V P
EN FQ1 GND
blau braun N/GND Y2
Stufenventile
Y3
24V P braun Y7
FQ +
gelb, A weiss – braun + GND Y5
SW IN 24V P LED 24V P
PS5 GND GND
LEAK
grün, A grau – pink + 24V P AIRT 24V P
GND
weiss grau gelb grün Y6
5V P SHIELD 24V P
24V P 24V SCA
LVL DP Cnd W1
ERR FQ
24V SCB
EN FQ2 GND
Sensor 2 1 Drahtbrücke trennen
SilberIonisierung
Leitwertsensor
gelb
weiss grün weiss
pimk braun pimk weiss braun grün gelb grau GND
Ag+
weiss
Ag–
braun
GND
weiss
24V 1
24V E Cnd W2 SC 1
grün
24V E 24V 2
24V E
Tmp W1 SC 2
gelb 24V 3
24V E
GND
braun
weiss braun grün Tmp W2
X13 X14 X15.1 X15.2 Jumper JP5=10V setzen JP4=24V X16
grün L1 N
Externer Netztrennschalter
braun weiss
Aantekeningen
Aantekeningen
Aantekeningen
ADVIES, VERKOOP EN SERVICE:
Nederland: Condair B.V. Gyroscoopweg 21, 1042 AC, Amsterdam Tel: +31 (0)20 705 8200 [email protected] - www.condair.nl België: Condair N.V. De Vunt 13 bus 5, 3220 Holsbeek Tel: +32 (0)225 71003 [email protected] - www.condair.be
Condair Ltd. Talstrasse 35-37, CH-8808 Pfäffikon Ph. +41 55 416 61 11, Fax +41 55 416 62 62 [email protected], www.condair.com