Nieuwsbrief van d.d. 21-04-2005 Nummer: 06-2005
1) Belastingcontrole. Vaak komt de vraag naar voren of de belastingdienst ook vragen mogen stellen aan derden betreffende uw belastingplicht. Hof Den Haag (3 juli 1989) was daar duidelijk in en gaf aan dat op grond van het zorgvuldigheidsbeginsel de inspecteur geen beroep mag doen op artikel 47 AWR om informatie van een belastingplichtige te vragen als het hem daarbij eigenlijk te doen is om de belastingplicht van een derde te controleren. Terwijl hij niet de bevoegdheid heeft om diezelfde informatie voor dat doel van betrokkene te verlangen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan uitbetaalde reisgeldvergoedingen en andere onkostenvergoedingen aan werknemers. P.s. artikel 47 AWR zegt: ieder is gehouden desgevraagd aan de inspecteur de gegevens en inlichtingen te verstrekken welke voor de belastingheffing te zijnen aanzien van belang kunnen zijn etc. etc.
2)
Nieuwe WW maakt ontslag makkelijker
De WW gaat op de schop. Hoe de nieuwe wet er precies uit komt te zien, is nog niet duidelijk maar enkele plannen kunnen we u wel alvast meedelen. De Sociaal-economische Raad (SER) heeft onlangs een unaniem advies over de nieuwe WW vastgesteld, te vinden op de website van de SER. De plannen zouden het ontslaan van werknemers makkelijker maken. Dit nieuwe advies heeft de SER vastgesteld nadat minister Zalm van Financiën het met de oude plannen niet (helemaal) eens was, omdat deze volgens hem te weinig besparingen opleverden. De SER wil, in tegenstelling tot het kabinet, niet dat de ontslagvergoeding gekort wordt op de WW omdat dit ten koste zal gaan van de ontslagpraktijk en de arbeidsmarktdynamiek. Werknemers zullen bij een dreigende korting op hun WW-uitkering minder snel instemmen met hun ontslag en de ontslagpraktijk zal daardoor aan flexibiliteit inboeten. Verder
worden ontslagvergoedingen nu voor diverse doeleinden gebruikt, zoals schadevergoeding of als lijmmiddel om tot een ontslag te komen. Het verrekeningsvoorstel van het kabinet treft álle ontslagvergoedingen, ongeacht wat de achtergrond of functie ervan is. Gekort Verder verdwijnt de verwijtbaarheidtoets, die inhoudt dat een werknemer moet kunnen aantonen dat hij niet verwijtbaar werkloos is geworden omdat hij anders gekort wordt op zijn WW-uitkering. Nu is het voor werknemers vaak niet duidelijk of zij verwijtbaar werkloos zijn geworden waardoor er veel pro-formaprocedures worden opgestart om de WWuitkering veilig te stellen. Het vervallen van deze toets bespaart veel procedures en dus kosten. De SER stelt voor de verwijtbaarheidtoets te beperken tot situaties van ontslag op staande voet. Toekomstbestendige WW Het kabinet heeft enkele beleidsrichtingen aan de SER voorgelegd. Hiertoe behoren onder meer de aanpassing van de hoogte en/of duur van de WWuitkering en van de referte-eisen en de aanpassingen in de financiering (premiedifferentiatie) van de WW. Referte-eis en kortdurende WW-uitkerng De SER adviseert ten aanzien van de referte-eis om het recht op een WWuitkering te koppelen aan de eis dat de werkloze in de 39 weken direct voorafgaand aan de werkloosheid ten minste 27 weken heeft gewerkt. Het kabinet wenst deze eis aan te scherpen tot 39 van de 52 weken. Verder moet de werknemer onder de nieuwe regeling minimaal 5 uren per week hebben gewerkt om voor een WW-uitkering in aanmerking te komen. Onder de huidige regels moet een werknemer daarvoor minimaal 1 uur per week hebben gewerkt. Tot nu toe komt het nogal eens voor dat iemand 1 uur per week in loondienst werkt om zo verzekerde te zijn/worden voor het Ziekenfonds. Als de werkloze aan de voorwaarden voldoet, dan heeft hij (zij) recht op een loongerelateerde WW-uitkering van in elk geval 3 maanden. Als hij (zij) tevens aan de jareneis (4 van 5 aan de werkloosheid voorafgaande jaren gewerkt) voldoet, dan neemt de maximale uitkeringsduur met 1 maand per gewerkt jaar toe, waarbij een maximum van 38 maanden (3 jaar en 2 maanden) geldt. In de eerste 2 maanden bedraagt de uitkering 75% van het laatstgenoten loon, daarna is dat 70%. Oudere werklozen De oudere werkloze neemt volgens de SER een relatief zwakke positie in op de arbeidsmarkt. Daarbij gaat het om werknemers van 50 jaar en
ouder die bovendien langer dan 6 maanden recht op een WW-uitkering hebben gehad. De SER adviseert om voor hen een afzonderlijke inkomensvoorziening voor ouderen (IOW) te creëren. Deze inkomensvoorziening gaat in na afloop van de maximumuitkeringsduur van de WW. De SER maakt in het ontwerpadvies onderscheid tussen 50-plussers en 60-plussers. De eerste groep krijgt een aanvulling op het gezinsinkomen tot het relevante sociale minimum, met partnertoets maar zonder vermogenstoets. De werkloze 50-plussers moeten beschikbaar blijven voor algemeen geaccepteerde arbeid. De tweede groep krijgt volgens het ontwerpadvies een uitkering van 70% van het minimumloon zonder vermogenstoets en zonder partnertoets. De werkloze 60-plussers moeten in beginsel wel solliciteren, maar gemeenten kunnen in individuele gevallen vrijstelling verlenen en de werkloze in plaats daarvan stimuleren om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer. In verband hiermee wijzen we u nog op twee flankerende maatregelen die hiermee samenhangen. Ten eerste heeft Minister de Geus in reactie op een motie uit de Tweede Kamer bekendgemaakt dat WWers van 57,5 jaar of ouder die vrijwilligerswerk of mantelzorgtaken verrichten, onder voorwaarden kunnen worden vrijgesteld van sollicitatieplicht en bovendien recht krijgen op 65 vakantiedagen per jaar. De nieuwe regeling geldt voor iedereen die op 31 december 2003 57,5 jaar oud is, mits hij/zij gedurende 3 maanden minimaal 20 uur per week vrijwilligerswerk of mantelzorgtaken heeft verricht. Voor werknemers die in 31 december 2003 57,5 jaar of ouder waren en in die datum werkloos zijn geworden, geldt dat zij eerst 2 jaar naar een baan moeten hebben gezocht, voordat zij voor de regeling in aanmerking komen. De tweede maatregel houdt een verscherping van het toetsen van de sollicitatieplicht in. Tot nu toe keek het UWV vooral naar de kwantiteit van de sollicitaties, maar het ligt in de bedoeling dat het UWV meer gaat controleren op de kwaliteit van de sollicitatieactiviteiten. Daarnaast moeten er dit jaar reïntegratie coaches komen om sollicitatieplichtigen te begeleiden. De tweede maatregel geldt overigens zowel voor oudere als voor jongere werklozen. De financiering In het ontwerpadvies wordt een onderscheid gemaakt tussen de financiering van de WW-uitkeringen van de eerste 6 maanden en van die erna. De premie voor de uitkeringen van de eerste 6 maanden moet gezamenlijk door werkgevers en werknemers ieder voor 50% worden betaald. De WW-uitkeringen daarna komen voor rekening van de landelijke premies en de algemene middelen waarbij werkgevers, werknemers en de overheid ieder eenderde van de lasten dragen. De SER
stelt verder voor om de franchise voor het Algemeen Werkloosheidsfonds (de AWF-franchise) af te schaffen en het percentage te verlagen. Ontslagpraktijk en WW De SER is geen voorstander van korting van de ontslagvergoeding op de WW-uitkering. De SER stemt wel in met het kabinetsvoorstel om de toets op verwijtbare werkloosheid te beperken. Het UWV moet onder de huidige regelgeving bij elke WW-aanvraag of de werknemer zijn mogelijkheden om zijn baan te behouden voldoende heeft benut. Als dat niet het geval is, dan is de werkloosheid verwijtbaar en ontvangt de werknemer geen WW uitkering. Het voorstel is om de toets te beperken tot gevallen waarin de werknemer zelf ontslag neemt of wordt ontslagen als voorzienbaar gevolg van zijn gedrag tegenover de werkgever. Hierdoor zal het aantal pro-forma ontslagprocedures bij de rechter of het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) worden teruggedrongen. Deze doelstelling moet overigens ook via de verzwaarde pro-forma motivering worden bereikt. Dit houdt in dat de werknemer in een pro-forma procedure tegen zijn ontslag verweer moet voeren. Commentaar Het ontwerpadvies pakt met name voor jongeren, starters, flexwerkers en herintreders beter uit dan de voorstellen van het kabinet, die de kortdurende WW-uitkering wilde afschaffen en de referte-eis wilde aanscherpen. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft al laten weten dat het de toegevoegde waarde van de SER-voorstellen niet ziet en heeft inmiddels vragen aan de SER gesteld die tijdens het SERoverleg van 15 april aan te orde zijn gekomen. Over de uitkomst van dat overleg was ten tijde van het schrijven van deze bijdrage nog niets bekend. Overigens hebben FNV en CNV inmiddels hun akkoord voor het SER-ontwerpadvies gegeven, met name omdat het voorstel een verbetering inhoudt ten opzichte van de kabinetsplannen. Het is nu nog afwachten in hoeverre met de voorstellen van de SER de plannen van het kabinet van tafel zullen gaan. Wordt vervolgd.
3) Belastingplan 2005 In het Belastingplan 2005 is de periode waarover heffingsrente moet worden berekend, gewijzigd. Deze wijziging gaat er van uit dat de belastingschuld materieel aangroeit gedurende het belastingjaar. Er wordt voor gekozen om voortaan ook heffingsrente in rekening te brengen en te vergoeden over deze aangroei van de belastingschuld. Om de regeling uitvoerbaar en doelmatig te houden wordt uitgegaan van de fictie dat het belastbaar inkomen c.q. de belastbare winst en daarmee de belastingschuld gelijkmatig aangroeit gedurende het gehele
jaar. Ook is in het belastingplan 2005 de heffingsrente verhoogd. Geld verdienen met de heffingsrente Wij zijn dan ook van mening dat het voordelig kan zijn om voor het jaar 2006 géén voorlopige teruggaaf voor de inkomstenbelasting aan te vragen. In veel gevallen wordt er een hogere rente ontvangen dan als het geld op een spaarrekening wordt gezet.
4) bezwaar b.t.w. per regel. Alléén voor de inspectie Rotterdam/Alkmaar en Goes hebben wij nogmaals bezwaar gemaakt tegen de aangifte 1e kwartaal 2005. Van de overige inspecties hebben wij een brief ontvangen dat zij de eventueel teveelbetaalde omzetbelasting zullen restitueren indien de procedure wordt gewonnen. Het verschil voor onze cliënten over het 1e kwartaal bedraagt in totaal ± Hoogachtend, R.A.M. van der Velden Hoewel aan de inhoud van deze nieuwsbrief de uiterste zorg wordt besteed, kunnen wij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor onverhoopte onjuistheden.