Nieuwsbrief. Privacy en bescherming van persoonsgegevens. Inhoud

Juli 2011 Jaargang 1

Nieuwsbrief Privacy en bescherming van persoonsgegevens

Inhoud ZIENSWIJZE Cbp: De Nederlandse Vereniging van Handelsinformatiebureaus en de Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen hebben het Cbp een ontwerp “voorkomen van overkreditering” voorgelegd met een viertal vragen. HOOFDLIJNEN uit het Jaarverslag 2010 Cbp. LEIDRAAD afstemmen van wetgeving op de Wet bescherming persoonsgegevens.

IN DIT NUMMER Overkreditering zienswijze Cbp ……………………………..2 Hoofdlijnen Jaarverslag Cbp……………………………...2 Leidraad Wbp….…………..9

Graven Juridisch Advies Bongaertslaan 22 6417 BB Heerlen [email protected] 045-5716391

Zienswijze Cbp over ontwerp voor schuldendetectie; voorkomen van overkreditering (NVH/NVI); 7 juni 2011: “Het terugdringen van problematische schulden en het voorkomen van overkreditering bij consumenten”. Het College bescherming persoonsgegevens heeft in een zienswijze vier vragen van de Nederlandse Vereniging van Handelsinformatiebureaus en de Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen (NVH/NVI) beantwoord over een door NVH/NVI voorgelegd ontwerp van een systeem voor schuldendetectie. Het doel van het voorgelegde ontwerp is het voorkomen van overkreditering. De nadelige effecten van overkreditering en problematische schulden kunnen groot zijn, voor de schuldenaar zelf, voor zijn directe omgeving en ook voor de maatschappij als geheel. In de zienswijze concludeert het Cbp dat het voorgelegde ontwerp in een aantal opzichten niet voldoet aan de eisen van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp).

Zo ontbreekt een objectieve onderbouwing van een verband tussen de door NVH/NVI beoogde gegevensverwerking en het doel van het voorkomen van overkreditering. Dit brengt het risico met zich mee dat van veel meer mensen gegevens worden verwerkt dan noodzakelijk is voor het doel.

“Dit brengt het risico met zich mee dat van veel meer mensen gegevens worden verwerkt dan noodzakelijk is voor het doel”.

Hoofdlijnen Cbp jaarverslag 2010.

Cbp:“Iedereen heeft recht op een zorgvuldige omgang met zijn of haar persoonsgegevens. Door toenemende digitalisering en globalisering is het aantal gegevensverwerkingen explosief gegroeid. In dit licht is het des te belangrijker dat bedrijven en overheden persoonsgegevens van burgers slechts in overeenstemming met de wet verzamelen en gebruiken”. Uit het Jaarverslag 2010 Bedrijven en overheden moeten kunnen aantonen dat zij de persoonsgegevens van hun klanten en van de burgers zorgvuldig en volgens de regels van de wet verzamelen en gebruiken. Het Cbp bepaalt op basis van risicoanalyses waar het onderzoek naar doet. In welke sectoren lopen veel burgers een hoog risico om op ernstige en structurele overtredingen van de Wbp te stuiten? Om antwoord te krijgen op die vraag wordt mede gebruik gemaakt van de signalen die burgers aan het Cbp geven via de website www.mijnprivacy.nl. Via deze site en via www.cbpweb.nl geeft het Cbp van zijn kant burgers informatie opdat zij zelf in actie kunnen komen als zij menen dat hun persoonsgegevens onrechtmatig worden verwerkt. Daarnaast draagt het Cbp in zijn adviezen over voorgenomen wetgeving eraan bij dat nog in de ontwerpfase van wetsvoorstellen bescherming van persoonsgegevens wordt gewaarborgd.

2

Registratie van etniciteit Registratie van etnische persoonsgegevens is verboden, enkele in de Wbp specifiek omschreven uitzonderingen daargelaten. Goede bedoelingen, zoals het uitvoeren van beleid ten behoeve van groepen in de samenleving die extra aandacht vragen, zijn niet voldoende als grondslag voor registratie. Het Cbp ziet scherp toe op naleving van een van de kernbepalingen van de wet. Het registreren van etniciteit is in de Wbp verboden. Op dit verbod is in een beperkt aantal gevallen een uitzondering mogelijk. Voor een beroep op de uitzonderingsgrond ‘verwezenlijking van voorkeursbeleid’ moet aan een aantal randvoorwaarden zijn voldaan. Zo moet onder meer de achterstand duidelijk aantoonbaar zijn aan de hand van bijvoorbeeld statistische gegevens en moet de voorkeursbehandeling geschikt zijn om het beoogde doel te verwezenlijken. Handel en diensten De persoonsgegevens van de gemiddelde burger komen voor in duizenden bestanden. De toenemende digitalisering maakt het voor burgers nagenoeg onmogelijk om hun rechten op inzage, correctie en verwijdering te kunnen uitoefenen. Het Cbp benadrukt dat het aan bedrijven en overheden is om goede informatie te verstrekken en om aan te tonen dat zij de persoonsgegevens van hun klanten en burgers zorgvuldig en volgens de regels van de wet verzamelen en gebruiken. Gezamenlijke PIA afgeblazen Eind 2010 heeft het Cbp de Tweede kamer laten weten een punt te zetten achter het ontwikkelen van een gezamenlijke Privacy Impact Assessment (PIA). Het Cbp nam deze stap nadat de belangrijkste partijen VNO/NCW en MKB-Nederland hadden besloten zich uit het project terug te trekken. Werk en inkomen Of het nu gaat om het koppelen van bestanden met het oog op fraudebestrijding in de sociale zekerheid, het uitwisselen van gegevens bij samenwerking tussen instanties in de keten werk en inkomen of het verstrekken van persoonsgegevens door arbodiensten aan werkgevers, alle verwerkingen van persoonsgegevens bergen voor werknemers en uitkeringsgerechtigden risico’s in zich. De verwerkingen moeten dus volledig in overeenstemming met de eisen van de Wbp plaatsvinden. Fraudebestrijding mag niet leiden tot een disproportionele inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van burgers. Er moet evenwicht zijn tussen het belang van fraudebestrijding en het belang van bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Voorkomen moet worden dat burgers die een uitkering aanvragen of ontvangen, worden behandeld als potentiële fraudeurs die onbeperkt mogen worden gecontroleerd. De Wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen (SUWI) beschrijft de taken en verantwoordelijkheden van de verschillende partijen die werkzaam zijn op het terrein van werk en inkomen. Het Cbp heeft advies uitgebracht over twee voorgestelde wijzigingen van het bijbehorende Besluit SUWI. De eerste wijziging maakt gegevensuitwisselingen ook mogelijk met betrekking tot zorgindicaties en tot voortijdige schoolverlaters. Om helderheid te scheppen in het bredere wettelijke kader waarin de nu voorgestelde wijzigingen vallen heeft het Cbp aanbevolen om in de toelichting aandacht te besteden aan de achtergrond van het ontwerpbesluit. Duidelijk zou moeten worden gemaakt waarom de gegevensuitwisseling noodzakelijk is voor het beoogde doel, specifiek en ondubbelzinnig zou moeten worden omschreven om welke gegevensuitwisseling het gaat. Ook de taken en bevoegdheden van de betrokken partijen en de rechten en plichten die daaruit voortvloeien zouden helder omschreven moeten zijn. Dit laatste heeft het Cbp bevolen om het risico van verschuivende juridische rollen te vermijden. Het doel van het tweede ontwerpbesluit was enerzijds om het proces waarin de geïntegreerde dienstverlening door gemeenten en UWV op de zogeheten werkpleinen tot stand komt (bij) te sturen. Anderzijds moet het voor de ketenpartners en burgers inzichtelijk maken welke taken op die werkpleinen worden uitgevoerd en wie waarvoor verantwoordelijk is. Het Cbp heeft geadviseerd om duidelijk aan te geven welke vorm van gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de gegevensverwerkingen door UWV en gemeenten van toepassing is en om meer aandacht te besteden aan de beveiliging van de persoonsgegevens. Dit advies is opgevolgd.

Fraudebestrijding mag niet leiden tot een disproportionele inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van burgers.

3

Jaarverslag 2010 Cbp

Verkeer en vervoer Gegevens over het reisgedrag van mensen, maar ook kilometerstanden van auto’s zijn persoonsgegevens. Als deze gegevens worden geregistreerd, dient steeds duidelijk te zijn waarom dat gebeurt en welke waarborgen zijn getroffen om de persoonlijke levenssfeer te beschermen. Zware alcoholovertreders in het verkeer kunnen worden verplicht een alcoholslot als startonderbreker in hun auto te laten inbouwen en deel te nemen aan een educatief begeleidingsprogramma. Zij krijgen ook tijdelijk een speciaal rijbewijs. Bepaalde gegevens over het alcoholslotprogramma worden opgenomen in het rijbewijzenregister. Het Cbp heeft hierbij specifiek aandacht gevraagd voor de bewaartermijnen van de daarin opgeslagen gegevens. Het moet duidelijk zijn waarom, en voor welke gegevens, een bewaartermijn van tien jaar na beëindiging van het alcoholslotprogramma gerechtvaardigd is, en wie en voor welke doeleinden toegang hebben tot de gegevens. Gezondheidszorg Registratie van gegevens betreffende de gezondheid vereist voortdurende aandacht en alertheid. Wie hebben toegang tot patiëntgegevens en met welk doel? Worden de gegevens afdoende beveiligd (risicoanalyse)? Is er helderheid over de gegevensstromen bij de uitwisseling daarvan tussen verschillende instanties? Het Cbp onderzocht in 2008 samen met de Inspectie voor de Gezondheidszorg de informatiebeveiliging in twintig ziekenhuizen. Het Cbp had vervolgens aan een viertal ziekenhuizen een last onder dwangsom opgelegd wegens het niet op orde hebben van zijn informatiebeveiliging. Eén van de ziekenhuizen die een last onder dwangsom opgelegd had gekregen, heeft in 2010 alsnog een adequate risicoanalyse uitgevoerd en heeft daarmee zijn informatiebeveiliging in overeenstemming gebracht met de eisen van de Wbp. Politie en Justitie

4

Juist bij gevoelige gegevens als justitiële en politiegegevens dienen de waarborgen voor gegevensverzameling en het gebruik en doorgeven van die gegevens in orde te zijn. Het moet glashelder zijn waarom en waarvoor gegevens worden verstrekt en aan wie. Ook de kwaliteit van de te verwerken gegevens verdient extra aandacht. Technische ontwikkelingen maken het steeds eenvoudiger vertrouwelijke informatie uit een computer over te nemen en op internet te zetten. Dat is schadelijk voor de persoonlijke levenssfeer van de betrokken personen. De minister van Justitie acht verruiming van de strafrechtelijke bescherming daarom noodzakelijk. Het Cbp heeft de minister geadviseerd over een concept wetsvoorstel dat deze verruiming beoogt. Dit brengt wederom aan het licht dat het treffen van adequate beveiligingsmaat-

regelen onontbeerlijk is. De voorgestelde regeling ontslaat verantwoordelijken niet van hun verplichtingen dit te doen. Terugkeer ex-gedetineerden De minister van Veiligheid en Justitie stelt voor het mogelijk te maken om justitiële gegevens van ex-gedetineerden die terugkeren in hun gemeente te verstrekken aan de burgemeester en aan de politie, als verwacht wordt dat de terugkeer van de ex-gedetineerde (veroordeeld geweest voor een ernstig gewelds of zedenmisdrijf) in de gemeente leidt tot onrust. Het Cbp heeft kritiek op een aantal onderdelen van de voorgestelde wijzigingen van het Besluit justitiële gegevens. Het afgelopen jaar heeft een (beperkte) pilot plaatsgevonden met het verstrekken van deze gegevens. Het Cbp wijst op punten die, zo blijkt uit de evaluatie van de pilot, aanleiding geven tot kritiek. Onder meer is naar voren gekomen dat onderdelen van het informatieproces nog kwetsbaar zijn. Het gaat hierbij ten eerste om de kwaliteit van de informatie. Persoonsgegevens moeten juist en nauwkeurig zijn; dat bepaalt mede de effectiviteit van de verstrekking en daarmee ook de effectiviteit van het voorstel. Daarnaast vereisen aandacht de hoeveelheid informatie en het delen daarvan. Uit de evaluatie blijkt dat in de praktijk wordt getornd aan het doelbindingsprincipe, een belangrijke privacywaarborg. De voorgestelde verstrekking mag slechts plaatsvinden ten behoeve van de handhaving van openbare orde en niet voor andere doeleinden. Ook blijkt uit de evaluatie dat de bewaartermijn van de gegevens die gemeenten hanteren sterk uiteenloopt en niet altijd wordt nageleefd. Het Cbp heeft aangegeven dat de nota van toelichting op dit punt dient in te gaan en waarborgen te treffen.

Verstrekking strafrechtelijke antecedenten vreemdelingen Bij de uitzetting van uitgeprocedeerde vreemdelingen heeft een aantal landen aangegeven geïnformeerd te willen worden over eventuele strafrechtelijke antecedenten van hun onderdanen. De verstrekking daarvan wordt door de autoriteiten als voorwaarde gesteld voor medewerking aan gedwongen terugkeer. Het Cbp heeft de minister van Justitie geadviseerd over een voorstel tot wijziging van het Besluit justitiële gegevens met een regeling waarin wordt vastgelegd aan wie, wanneer welke informatie kan worden verstrekt en welke waarborgen de gegevensverstrekking omgeven. Geadviseerd is, het wijzigingsvoorstel niet aldus in te dienen. Bij de voorgestelde verstrekking van gegevens komt de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene in het geding. Dat betekent dat een dergelijke verstrekking moet voldoen aan de normen van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dat artikel eist dat iedere beperking van het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer op een wettelijke grondslag berust die is gebaseerd op een van de beperkingsmogelijkheden die het artikel bevat. Artikel 10 van de Grondwet scherpt deze bepaling aan en verlangt voor elke beperking een grondslag in de formele wet. Daaraan wordt niet voldaan door het opnemen van de verstrekking in een Algemene Maatregel van Bestuur, het Besluit justitiële gegevens (Bjg). Het Bjg ziet immers op verstrekking van justitiële gegevens binnen Nederland en niet op een derdenverstrekking aan buitenlandse autoriteiten, waarvan bij uitzetting van vreemdelingen sprake is. Voorts heeft het Cbp bezwaar tegen het ontbreken in de tekst van het besluit van een aantal passende waarborgen rond de gegevensverstrekking.

“Het verstrekken van toegangspassen is een privaatrechtelijke taak waarvoor het gebruik van het BSN niet is toegestaan”.

Openbaar bestuur Het CBP wijst regelmatig op het gevaar van function creep; het gebruik van persoonsge gevens voor een ander doel dan waarvoor zij oorspronkelijk zijn verzameld. Het burgerservicenummer is bijvoorbeeld niet bestemd voor het aanmaken van toegangspasjes voor rijksgebouwen. En als het niet noodzakelijk is voor het doel van de gegevensverwerking om persoonsgegevens te publiceren op een website, moet dat niet gebeuren.

Voor het verwerken van het BSN is dan ook een belangenafweging op het niveau van een formele wet vereist.

Gebruik BSN voor Rijkspas is in strijd met de wet De minister van Verkeer en Waterstaat handelt in strijd met de wet door het burgerservicenummer (BSN) van medewerkers te gebruiken voor het aanmaken van hun toegangspas, de zogeheten Rijkspas. Dat heeft het Cbp na onderzoek geconcludeerd. In dit geval is geen sprake van het uitoefenen van een publiekrechtelijke taak waarvoor het ministerie van VenW als overheidsorgaan het BSN zou mogen verwerken. Het verstrekken van toegangspassen is een privaatrechtelijke taak waarvoor het gebruik van het BSN niet is toegestaan. Een overheidsorgaan verschilt hierin niet van andere werkgevers die toegangspassen verstrekken aan hun medewerkers. Het gebruik van het BSN is aan strenge wettelijke eisen verbonden. Het staat vast dat het BSN de koppeling van verschillende bestanden aanzienlijk vergemakkelijkt, met risico’s voor de persoonlijke levenssfeer.

5

Publicatie persoonsgegevens op VNG-site Op de - algemeen toegankelijke - website van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn bij behandeladviezen aan gemeenten onder meer de naam en de woonplaats gepubliceerd van indieners van Wob-verzoeken. Het Cbp heeft de VNG laten weten dat dit in strijd is met de Wbp. De vermelding van persoonsgegevens op de VNG-site is niet noodzakelijk voor het doel dat de VNG met bovengenoemde publicaties nastreeft. Gemeenten kunnen ook met minder gegevens (bijvoorbeeld adviezen zonder vermelding van persoonsgegevens) of langs een andere, voor betrokkenen minder ingrijpende, weg (bijvoorbeeld via een afgeschermd deel op de website voor leden) geïnformeerd worden over de afhandeling van verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Het Cbp heeft met instemming kennisgenomen van het feit dat na telefonisch contact met de VNG de namen van indieners van Wob-verzoeken van deVNG-site zijn verwijderd en dat deVNG werkt aan beoordeling van publicatie van indirect identificerende gegevens als woonplaats en functie. Verruiming werkingssfeer Wet BIBOB De minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hebben het Cbp advies gevraagd over de wijziging van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet BIBOB) en de Wet op de Kansspelen. Het wetsvoorstel beoogt de werkingssfeer van de Wet BIBOB te verruimen. Enerzijds gebeurt dit door de vastgoedsector en de exploitatie van kansspelautomaten aan de wet toe te voegen en anderzijds door een sluitingsbevoegdheid in het leven te roepen op grond waarvan tegen andere niet-vergunningplichtige criminogene sectoren kan worden opgetreden. Het Cbp heeft onder meer geadviseerd de privacyparagraaf over de sluitingsbevoegdheid aan te vullen, zodat bij elk onderwerp uit het wetsvoorstel (en niet alleen bij de sluitingsbevoegdheid) aandacht wordt geschonken aan de Wbp-normen voor de verwerking van persoonsgegevens. Ook heeft het Cbp aandacht gevraagd voor de waarborgen voor de uitwisseling van informatie op regionaal niveau en voor de kenbaarheid voor betrokkenen van de beleidslijn waarnaar bij de onderwerpen uitbreiding naar de vastgoedsector en de sluitingsbevoegdheid wordt verwezen.

6

Basisadministratie personen Bij het wetsvoorstel Basisregistratie personen (wet BRP), die in de plaats zou moeten komen van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (Wet GBA) die sinds 1994 van kracht is, heeft het Cbp bij essentiële onderdelen kritische opmerkingen geplaatst. Om te voorkomen dat begrippen niet eenduidig worden gehanteerd en dat ongewenste verschillen in lokale verstrekkingsvoorwaarden ontstaan, acht het Cbp het noodzakelijk dat het wettelijk kader voor de nadere invulling van de lagere regelgeving in de wet zelf wordt opgenomen. Van de nieuwe bevoegdheid die het Cbp in dit wetsvoorstel is toegekend om de minister of het college van B&W te verzoeken de verstrekking van gegevens aan derden voor een bepaalde termijn te weigeren of deze te beëindigen indien de derde die eerder verstrekte gegevens onrechtmatig heeft verwerkt, is niet duidelijk hoe deze moet bijdragen aan de juiste naleving van de wet. Het Cbp adviseert het betreffende artikel te heroverwegen. Voorts adviseert het Cbp een aparte privacyparagraaf op te nemen in de memorie van toelichting, aandacht te besteden aan de afbakening tussen de wet BRP en de Wbp en de noodzaak van het gebruik van het burgerservicenummer door niet-overheidsorganen adequaat toe te lichten. Het wetsvoorstel is te algemeen geformuleerd om als wettelijke grondslag voor de verwerking van het BSN door niet-overheidsorganen te kunnen worden aangemerkt.

Jongeren en onderwijs Goede bedoelingen, zoals het ontwikkelen van beleid om probleemkinderen te herkennen en ondersteunen, rechtvaardigen niet het opzij zetten van de eisen die de Wbp stelt aan het verzamelen, verwerken en uitwisselen van persoonsgegevens. Zo moeten scholen rekening houden met alle relevante privacybepalingen, net als instanties die controleren of er fraude wordt gepleegd bij het opstrijken van een uitwonendenbeurs. Beleidsinformatie jeugdzorg Voor het opstellen van een samenhangend jeugdzorgbeleid is beleidsinformatie nodig van onder meer de Bureaus jeugdzorg en de Raad voor de kinderbescherming. In het ontwerpbesluit beleidsinformatie jeugdzorg 2011 is geregeld welke persoonsgegevens daartoe moeten worden vastgelegd. Het Cbp heeft over het ontwerpbesluit geadviseerd. Het acht ondanks versleuteling toch een verhoogd risico aanwezig dat de gegevens kunnen worden herleid tot de jongere, vanwege de introductie van een cliëntvolgend systeem. Verder maakt het ontwerpbesluit niet duidelijk dat rekening is gehouden met de grenzen die de Wet op de jeugdzorg stelt aan de verwerking van persoonsgegevens ten behoeve van beleidsvorming. Evenmin is concreet geregeld hoe lang de gegevens worden bewaard. Het Cbp heeft de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport geadviseerd in de toelichting bij het besluit aan deze punten de nodige aandacht te besteden. Gebruik BSN in de jeugdzorg Het Cbp heeft aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een advies uitgebracht over het conceptwetsvoorstel Gebruik van het burgerservicenummer (BSN) in de jeugdzorg. Het Cbp constateert dat in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel niet is aangetoond dat voor invoering van het BSN in de jeugdzorg een maatschappelijke noodzaak als bedoeld in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens bestaat. Het Cbp heeft daarom bezwaar tegen het voorstel.

Verwerking persoonsgegevens door scholen Bij alle vormen van verwerking van gegevens dienen scholen rekening te houden met relevante privacybepalingen. Dit geldt bij de verplichting tot samenwerking van scholen met instanties in de jeugdketen voor vroegtijdige signalering van problemen bij leerlingen, bij het registreren van incidenten die op school plaatsvinden en ook bij het verlengen van de bewaartermijn van examengegevens door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Ten aanzien van deze drie onderwerpen uit de concept Verzamelwet 2010 van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft het Cbp de minister geadviseerd de ontwerptekst van de wet en de toelichting aan te passen.

7

Aanpak misbruik uitwonendenbeurs

Jaarverslag 2010 Cbp

8

Onrechtmatige vermenging van taakuitoefening en daarmee van doeleinden waarvoor gegevens worden verwerkt, dient te worden voorkomen. Dat is de strekking van het advies van het Cbp aan de staatssecretaris van OCW over een voorgenomen wijziging van de Wet studiefinanciering (WSF) in verband met het bestrijden van misbruik van de uitwonendenbeurs door studenten. De gemeenten, die verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA), worden in het wetsvoorstel bij het opsporen van fraude met de beurs belast met het adrestoezicht. Dit adrestoezicht geschiedt op grond van de WSF en niet op basis van de Wet Gemeentelijke Basisadministratie. Het risico van onrechtmatige vermenging van taakuitoefening blijkt aanwezig als het gaat om de financiering van het uitvoeren van de adrescontrole. Het is de bedoeling van het wetsvoorstel dat de gemeente een adrescontrole uitvoert, zodat door DUO bepaald kan worden dat de studerende, aan wie - naar DUO vermoedt ten onrechte - een uitwonendenbeurs is toegekend, wel of niet aan de voorwaarde met betrekking tot het adres voldoet. De gemeente als toezichthouder doet derhalve in het kader van dit wetsvoorstel onderzoek naar de naleving van een deel van de WSF. Het gemeentelijk onderzoek dient echter gericht te zijn op het verifiëren van het adres van studerenden met studiefinanciering en niet op het vaststellen of terecht studiefinanciering is verleend; dat is aan DUO. Het Cbp acht het noodzakelijk dat de memorie van toelichting op dit punt heel duidelijk is. De uitwisseling van gegevens tussen de gemeente als toezichthouder op grond van de WSF en DUO, die namens de minister van OCW beslist of iemand studiefinanciering wordt toegekend, dient als elke gegevensverwerking proportioneel te zijn en passend bij het beoogde doel. Het Cbp heeft overigens met instemming geconstateerd dat in de memorie van toelichting een aparte paragraaf gewijd is aan de uitwisseling van persoonsgegevens.

Leidraad afstemmen van wetgeving op de Wet bescherming persoonsgegevens: Leidraad opgesteld op initiatief van het Ministerie van Justitie.

LEIDRAAD afstemmen van wetgeving op de Wbp

Waarom deze leidraad? De laatste jaren is sprake van een sterke belangstelling voor gegevensverwerking als instrument van overheidsbeleid. Bestuursorganen, toezichthouders en rechtshandhavers hebben persoonsgegevens nodig om hun zaken op een voor de samenleving zo min mogelijk belastende wijze uit te kunnen oefenen. Niet zelden is daarvoor een wetsvoorstel nodig waarin informatieverwerking als beleidsinstrument regeling vindt, en dat moet worden afgestemd op de Wet bescherming persoonsgegevens. Het Cbp heeft over deze leidraad een positief advies uitgebracht. Waar gaat de leidraad over en voor wie is deze bestemd? De leidraad gaat over de Wet bescherming persoonsgegevens. De leidraad poogt twee wetgevingsvragen te beantwoorden, namelijk hoe stem je wetgeving af op de Wbp en welke consequenties zijn er verbonden aan de toepassing van die wet waarmee rekening moet worden gehouden. Die laatste vraag maakt dat de leidraad ook op de inhoud van de Wbp ingaat. De leidraad is in de eerste plaats voor de wetgevingsjuristen die werkzaam zijn op de wetgevingsafdelingen van de ministeries en de Raad van State. De leidraad bevat raadgevingen die voor beleidsambtenaren nuttig zijn, maar ook voor degenen die werkzaam zijn bij instanties die door middel van een adviserende of toezichthoudende rol invloed uitoefenen op de keuzes die aan nieuwe regelgeving ten grondslag liggen (bijv. Cbp, OPTA en AFM). Het feit dat de leidraad op de inhoud van de Wbp ingaat, weliswaar geen oplossing poogt te bieden voor de vele praktijkvragen rondom de Wbp in individuele gevallen, maakt deze zeker ook interessant voor ambtenaren werkzaam in de gemeentelijke organisatie. De leidraad is in elektronische vorm beschikbaar via de website van het Kenniscentrum Wetgeving.

9

Opdrachtgevers privacy gemeenten Graven Juridisch Advies is een zelfstandig en onafhankelijk adviesbureau op het gebied van privacy en bescherming van persoonsgegevens. Voor meer informatie neem contact op met mr. Charlotte Graven op 06-22778091 of stuur een e-mail naar [email protected]

- Gemeente Sittard-Geleen - Gemeente Valkenburg aan de Geul - Gemeente Maastricht - Gemeente Vaals - Gemeente Venlo - Gemeente Simpelveld - Regionale Sociale Dienst Pentasz Mergelland - Gemeente Eijsden-Margraten - Gemeente Gulpen-Wittem - ISD BOL (Intergemeentelijke Sociale Dienst Brunssum Onderbanken Landgraaf) - Gemeente Beek - Gemeente Roermond - RIEC Limburg - Gemeente Kerkrade - Gemeente Onderbanken - Gemeente Brunssum - Gemeente Stein - Gemeente Schinnen

Graven Juridisch Advies Bongaertslaan 22 6417 BB Heerlen Telefoonnummer: 045-5716391 of 06-22778091 emailadres: [email protected] www.gravenadvies.nl

Disclaimer: De inhoud van deze Nieuwsbrief is van informatieve aard en kan niet worden beschouwd als een juridisch advies in welke vorm dan ook. Ondanks de zorgvuldige samenstelling van de inhoud van deze nieuwsbrief kan Graven Juridisch Advies geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor schade, direct dan wel indirect, ten gevolge van eventuele fouten of vergissingen. Dit geldt zowel ten aanzien van de eigen content als ten aanzien van de door Graven Juridisch Advies aangeboden content die afkomstig is van derden.

10