Nieuwsbrief november 2015 Het jaar 2015 nadert zijn einde. Daarom geven wij u in deze nieuwsbrief enkele eindejaarstips en belangrijk fiscaal nieuws. Wat kunt u beter dit jaar nog regelen en wat kunt u beter laten wachten tot volgend jaar? De belastingplannen zijn inmiddels door de Tweede Kamer aangenomen, maar de Eerste Kamer moet er nog mee instemmen. Er kunnen dus nog wijzigingen plaatsvinden. Wij houden u uiteraard op de hoogte van de ontwikkelingen.
Tips voor particulieren Kijk goed naar uw voorlopige aanslag of voorlopige teruggaaf De berekening van belastingrente (voorheen heffingsrente) vindt plaats vanaf 1 juli volgend op het belastingjaar. Daarom raden wij u aan om uw voorlopige aanslag of voorlopige teruggave voortdurend kritisch te bekijken en tijdig wijzigingen door te geven. Hierdoor komt u na afloop niet voor verrassingen te staan en kunt u heffing van belastingrente zoveel mogelijk voorkomen danwel beperken. Betaal uw lijfrentepremie op tijd Uw lijfrentepremie moet uiterlijk op 31 december 2015 zijn betaald om de premie nog in 2015 in aftrek te brengen. Dus bekijk uw lijfrentemogelijkheden op tijd. Bereken uw pensioentekort met de juiste gegevens Als u een pensioentekort heeft, kunt u premies voor lijfrenten ten laste van uw inkomen brengen op grond van de jaar- en/of reserveringsruimte. Voor de pensioentekortberekening over 2015 moet u uitgaan van de gegevens (pensioenaangroei en inkomen) uit het voorafgaande kalenderjaar (2014). Wij kunnen u uiteraard van dienst zijn bij deze berekeningen. Afkoop lijfrente: premies hoger dan de uitkering Denk hierbij aan een woekerpolis. Het kan voordeliger zijn een lijfrentepolis af te kopen na 1 januari 2016. De uitkering is belast in box 1, mits de eerder ingelegde premies zijn afgetrokken in de belastingaangifte. Vanaf 2016 wordt bij afkoop van een lijfrente waarbij de ingelegde premies hoger zijn dan de uitkering, alleen de feitelijke afkoopsom belast en wordt niet langer het totaal van de in aftrek gebrachte premies in de belastingheffing betrokken via de minimumwaarderingsregel. Mocht u overwegen om een lijfrente af te kopen, dan kan het dus raadzaam zijn om dit uit te stellen tot na 1 januari 2016. Afkoopmogelijkheid levenslooptegoed: 80%-regeling Heeft u nog levenslooptegoed? Dan is het wellicht raadzaam deze nog in 2015 af te kopen. Bij een volledige opname van het tegoed in 2015 is slechts 80% van de waarde per 31 december 2013 belast. Het na 31 december 2013 opgebouwde tegoed is wel volledig belast. Kinderalimentatie 2015 Vanaf 1 januari 2015 zijn uitgaven voor levensonderhoud van kinderen niet meer aftrekbaar. De regeling voor ouders die hun kind in belangrijke mate onderhouden en bepaalde vaste bedragen voor de betaalde kinderalimentatie in aftrek kunnen brengen, vervalt. Dat is van belang voor vastgestelde kinderalimentatieverplichtingen. Nu de alimentatieplichtige geen belastingvoordeel meer heeft, kan zijn/haar bijdrageverplichting te hoog zijn vastgesteld. Dit zou een omstandigheid kunnen zijn welke aanleiding geeft voor het aanpassen van de kinderalimentatie. Bespreek dit met uw ex-partner of dien een verzoek in bij de rechtbank.
Wemmenhove & Pol - Kerklaan 33 - 7311 AB - Apeldoorn
Tel: +31 (0) 55 529 52 22
Internet: www.wempol.nl
Indien u een kinderalimentatieverplichting heeft, dan kunt u daar in 2015 en 2016 een schuld voor opnemen in box 3. Het samenhangende recht op kinderalimentatie was al eerder uitgezonderd in box 3 en per 1 januari 2017 geldt dezelfde uitzondering in box 3 voor de kinderalimentatieverplichting. In het jaar 2014 was het opnemen van een schuld in box 3 nog niet mogelijk omdat de kinderalimentatie betalingen toen in aanmerking moest worden genomen als persoonsgebonden aftrekpost. Betaal uw hypotheekrente t/m juni 2016 vooruit U kunt de hypotheekrente over het eerste halfjaar van 2016 vooruitbetalen in 2015 en in 2015 in aftrek brengen. Dat kan een belastingvoordeel opleveren als uw inkomen in 2015 hoger is dan in 2016. Als uw inkomen tegen het hoogste tarief wordt belast, profiteert u bovendien van een lagere beperking van de hypotheekrenteaftrek. De aftrek van hypotheekrente in het toptarief wordt namelijk jaarlijks beperkt met 0,5% per jaar. Door rente vooruit te betalen in 2015 kunt u de aftrek nog tegen maximaal 51,0% verwezenlijken en houdt u dus een half procent extra over. Daarnaast wordt de derde schijf langer, zodat u in 2016 minder snel in het toptarief zult uitkomen. Al met al kan dit ertoe leiden dat de aftrek in 2015 u meer oplevert. Er kan alleen maximaal zes maanden rente vooruit worden betaald indien uw leningsvoorwaarden dit toestaan. Doe tijdig opgave bij de belastingdienst van uw hypotheek Heeft u een eigenwoninglening niet bij een bank of een andere financiële instelling afgesloten, maar bijvoorbeeld bij een familielid of bij een B.V., dan moet u sinds 2013 zowel bij het afsluiten van de lening als bij tussentijdse wijzigingen gegevens over deze lening doorgeven aan de belastingdienst. Doet u dit niet (tijdig), dan heeft u geen recht op hypotheekrenteaftrek voor deze lening. Let hier goed op! Desgewenst kunnen wij u hierbij uiteraard van dienst zijn. Rente op restschulden langer aftrekbaar Verkoopt u uw woning en blijft u met een restschuld zitten, dan komt de belastingdienst u tegemoet. De rente die u betaalt op een restschuld die is ontstaan na 29 oktober 2012, kunt u onder voorwaarden nog in aftrek blijven brengen. De maximale periode voor aftrek van rente op restschulden is per 2015 zelfs verlengd van tien naar vijftien jaar. Driejaarstermijn verhuisregelingen eigen woning Is uw leegstaande woning nog niet verkocht of woont u nog niet in uw aangekochte woning? Dan heeft u gedurende drie jaar recht op de zogenoemde verhuisregelingen. Dit betekent bijvoorbeeld dat uw eigen woning die sinds 2013 leegstaat en voor verkoop is bestemd, in 2016 nog steeds wordt gezien als eigen woning en daarmee in aanmerking komt voor de hypotheekrenteaftrek. Voor de woning die u in 2013 hebt gekocht of sindsdien in aanbouw is, kunt u ook nog in 2016 hypotheekrenteaftrek genieten, mits u de woning uiterlijk in 2016 betrekt als hoofdverblijf. Gebrek aan liquiditeiten? Doe een papieren schenking Bij een papieren schenking (een schuldigerkenning uit vrijgevigheid) kunt u het geschonken bedrag schuldig blijven. U krijgt een schuld aan uw kind(eren) welke in beginsel pas opeisbaar is bij het overlijden van de langstlevende ouder. Om toekomstige erfbelasting te voorkomen, moet er wel jaarlijks 6% rente betaald worden door de ouder. Voor ouders-kinderen geldt een jaarlijkse schenkvrijstelling van € 5.277 (2015) en de eenmalig verhoogde schenkvrijstelling (€ 25.322 in 2015). Deze eenmalig verhoogde vrijstelling kan slechts eenmalig worden benut voor een kind tussen de 18 en 40 jaar. Schenking in verband met een eigen woning kan een hogere vrijstelling opleveren (zie volgend artikel). Voor overige verkrijgers (zoals bijvoorbeeld kleinkinderen) geldt een jaarlijkse vrijstelling van € 2.111 (2015). Let op! Hebt u in 2015 een schenking ontvangen? Vergeet dan niet vóór 1 maart 2016 aangifte te doen. Dit geldt voor alle belaste schenkingen (voor zover meer wordt geschonken dan de jaarlijkse vrijstelling) en voor schenkingen waarvoor in 2015 een beroep is gedaan op de eenmalig (aanvullende) verhoogde vrijstelling.
Wemmenhove & Pol - Kerklaan 33 - 7311 AB - Apeldoorn
Tel: +31 (0) 55 529 52 22
Internet: www.wempol.nl
Schenkvrijstelling in verband met de eigen woning De schenkbelasting kent een aantal vrijstellingen. In de eerste plaats is er de hiervoor benoemde reguliere jaarlijkse vrijstelling van € 2.111, waarbij het niet uitmaakt van wie de schenking wordt ontvangen. Daarnaast geldt een aantal vrijstellingen specifiek voor schenkingen van ouders aan hun kinderen. Een daarvan is de verhoogde vrijstelling van € 52.752 voor een schenking in verband met de eigen woning. Van die vrijstelling kan ook gebruik worden gemaakt indien het bedrag wordt aangewend voor een dure studie van het kind. De vrijstelling geldt alleen voor schenkingen aan kinderen in de leeftijd tussen 18 en 40 jaar. Een kind kan maar één keer van de vrijstelling gebruikmaken. In het Belastingplan 2016 wordt voorgesteld om de vrijstelling van € 52.752 ten behoeve van de eigen woning structureel te verhogen naar € 100.000. De wetswijziging moet ingaan per 1 januari 2017. De voorgestelde verruimde vrijstelling sluit grotendeels aan bij de bestaande vrijstelling voor de eigen woning. Zo moet de schenking worden aangewend voor: • • •
de verwerving of verbouwing van een eigen woning; de afkoop van rechten van erfpacht, opstal of beklemming met betrekking tot die woning; of de aflossing van de eigenwoningschuld of een restschuld van de vervreemde eigen woning van de begiftigde.
Een belangrijk verschil is dat de voorgestelde vrijstelling niet beperkt is tot schenkingen van ouders aan kinderen. Dat betekent dat het niet uitmaakt van wie de schenking wordt ontvangen, mits de begiftigde tussen de 18 en 40 jaar oud is. Wel blijft de voorwaarde gelden dat in de relatie tussen degene die schenkt en degene die de schenking ontvangt, slechts eenmaal een beroep op de vrijstelling mag worden gedaan. Vorig jaar gold ook al een vrijstelling van € 100.000 voor eigenwoningschenkingen. Destijds werd de vrijstelling als tijdelijke maatregel ingevoerd en per 1 januari 2015 weer afgeschaft. Belastingplichtigen die in 2015 of 2016 gebruikmaken van de verhoogde vrijstelling van € 25.322 of de extra verhoogde vrijstelling van € 52.752 kunnen vanaf 2017 nog een aanvullende schenking doen totdat zij de volledige vrijstelling van € 100.000 (vrijstelling 2017) hebben benut. Dit geldt niet voor belastingplichtigen die al gebruik hebben gemaakt een verhoogde vrijstelling. Hun kans is al ‘verspeeld’. Met dit overgangsrecht wil de regering waarborgen dat iedereen in de gelegenheid is gesteld om van de € 100.000-vrijstelling gebruik te maken. Vanaf 2019 vervalt deze ‘inhaalmogelijkheid’. Verlagen grondslag box 3 De peildatum voor de grondslag van box 3 is 1 januari. De te betalen belasting over het jaar 2016 kan worden verminderd als deze grondslag voor 1 januari 2016 wordt verlaagd. Deze grondslag bestaat uit de waarde van de bezittingen verminderd met de waarde van de schulden. U kunt deze grondslag bijvoorbeeld verminderen door een aankoop en betaling voor het einde van het jaar te doen van een goed dat niet tot de bezittingen behoort of waarvoor een vrijstelling geldt. Hierbij kunt u denken aan de aanschaf van een auto (consumptiegoed) of het doen van een groene belegging voor een bedrag van in totaal maximaal € 56.928 (€ 113.856 bij fiscaal partnerschap). Benut uw fiscale partner De inkomstenbelasting is in beginsel verschuldigd over uw individuele inkomen. Op dit uitgangspunt wordt bij fiscale partners een uitzondering gemaakt voor de zogenoemde gezamenlijke inkomensbestanddelen, zoals de inkomsten uit eigen woning. In dat geval mag het inkomen of de aftrekpost naar keuze worden verdeeld tussen de fiscale partners. Dit kan voordelig zijn. Een aftrekpost levert namelijk veelal meer op als deze benut kan worden door de partner met het hoogste inkomen. Het is nuttig om nog voor het einde van het jaar te bekijken of het fiscale partnerschap wel of niet mogelijk is. Het fiscaal partnerschap werkt ook door naar allerlei andere wettelijke regelingen, zoals bijvoorbeeld de kinderopvangtoeslag. Wemmenhove & Pol - Kerklaan 33 - 7311 AB - Apeldoorn
Tel: +31 (0) 55 529 52 22
Internet: www.wempol.nl
Voor de inkomstenbelasting is sprake van fiscaal partnerschap bij: • • •
Echtgenoten/geregistreerd partners. Ongehuwd samenwonenden die gezamenlijk staan ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie én een notarieel samenlevingscontract hebben. Ongehuwd samenwonenden die gezamenlijk staan ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie zonder een notarieel samenlevingscontract, die: o samen een eigen woning hebben; o samen een kind hebben; o een partner hebben die het kind van de andere partner heeft erkend; o een minderjarig kind hebben (waarbij zowel de ouder als degene met wie wordt samengewoond meerderjarig is), dat bij hen woont; o aangewezen zijn als partner voor de pensioenregeling; o het vorige kalenderjaar fiscale partner waren.
Aanschaffen zeer zuinige personenauto of auto van de zaak Indien u van plan bent een zeer zuinige personenauto of auto van de zaak in 2016 aan te schaffen, laat u dan goed informeren over de bpm, motorrijtuigenbelasting (mrb) en bijtellingsgevolgen. Het kan namelijk aantrekkelijk zijn om nog in 2015 een auto aan te schaffen. Vanaf 1 januari 2016 worden de CO2-grenzen in de tariefschijven van de bpm verder aangescherpt. Ook veranderen de bijtellingspercentages. Zo is voor een auto met een CO2-uitstaat van 1 tot 50 gr/km (bijv. plug-in hybride auto’s) vanaf 01-01-2016 een bijtelling van 15% van toepassing (terwijl vanaf 01-01-2015 de bijtelling 7% bedroeg). Ook de vrijstelling van mrb voor auto’s met een zeer lage CO2-uitstoot (0 tot 50 gr/km) komt per 01-01-2016 te vervallen. In plaats daarvan is het halve tarief aan mrb van toepassing. De mrb-vrijstelling blijft alleen in stand voor auto’s met een elektromotor danwel zgn. waterstofauto’s.
Tips voor ondernemers Plan van aanpak afschaffing VAR De Verklaring arbeidsrelatie (VAR) wordt zo goed als zeker in de loop van 2016 afgeschaft. Om er zeker van te zijn dat u geen loonheffingen hoeft in te houden en af te dragen moet u met uw opdrachtnemer een door de belastingdienst goedgekeurde (model-)overeenkomst afsluiten. Op 1 april 2016 start de implementatiefase. U kunt dan geen VAR meer krijgen en uw bestaande VAR biedt geen vrijwaring meer. U moet uw werkwijze dus op tijd aanpassen en zo mogelijk op basis van een afgestemde voorbeeldovereenkomst gaan werken. Verplicht is dat niet, wel raadzaam. Tussen 1 april 2016 en 1 januari 2017 hebben opdrachtgevers en opdrachtnemers daarbij een inspanningsverplichting. U moet dus uw best doen. De belastingdienst houdt toezicht, gaat niet repressief optreden (behalve bij fraude), geeft voorlichting en helpt bij de implementatie. De nieuwe werkwijze geldt per 1 januari 2017. Beoordeel uw (gebruikelijk) loon Als DGA wordt u geacht minimaal een gebruikelijk loon te genieten (2015: € 44.000). De regels met betrekking tot het vaststellen van het gebruikelijk loon zijn dit jaar op een aantal punten veranderd. Is het gebruikelijk dat anderen bij de meest vergelijkbare werkzaamheden een hoger loon krijgen? Dan stelt de belastingdienst het loon op het hoogste van de volgende bedragen: • • •
75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking; het loon van de meestverdienende werknemer of van de meestverdienende werknemer van een verbonden vennootschap; € 44.000 (bedrag 2015).
Wemmenhove & Pol - Kerklaan 33 - 7311 AB - Apeldoorn
Tel: +31 (0) 55 529 52 22
Internet: www.wempol.nl
Als u aannemelijk kunt maken dat het gebruikelijk loon lager moet zijn, mag u het loon op dit lagere bedrag stellen. Hierbij moet u een vergelijking maken met de meest vergelijkbare werkzaamheden uit loondienst waarbij een aanmerkelijk belang geen rol speelt. Voor meer informatie kunt u uiteraard contact met ons opnemen. Maak gebruik van de investeringsaftrekken Een energie-investering levert u een extra aftrek op van 41,5%. Een milieu-investering levert u een extra aftrek op van 13,5%, 27% of zelfs 36%. Ook kunt u mogelijk de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek benutten. Een dergelijke extra aftrekpost zorgt derhalve voor meer liquiditeit voor uw onderneming. Maak optimaal gebruik van de fiscale innovatievoordelen De fiscale stimuleringsmaatregelen voor innovatie kunnen u veel liquiditeit opleveren. Het is daarom goed om er optimaal gebruik van te maken. U kunt hierbij denken aan bijvoorbeeld de innovatiebox, de Research & Developmentaftrek (RDA) en de afdrachtvermindering voor speur- en ontwikkelingswerk (S&O-regeling). Voorkom desinvesteringsbijtelling De desinvesteringsbijtelling is een bijtelling bij de jaarwinst van de onderneming. De desinvesteringsbijtelling moet plaatsvinden bij vervreemding van bedrijfsmiddelen waarvoor eerder een investeringsaftrek ten laste van de winst is gebracht. Een dergelijke vervreemding wordt een desinvestering genoemd. De desinvesteringsbijtelling is van toepassing als de vervreemding plaatsvindt binnen vijf jaar na het begin van het kalenderjaar waarin de investering heeft plaatsgevonden. In bepaalde gevallen kunt u deze bijtelling voorkomen door de desinvestering uit te stellen tot 2016. Voorkom verdamping van verliezen Bedrijfsverliezen zijn niet onbeperkt verrekenbaar met bedrijfswinsten. Een verlies kunt u in de vennootschapsbelasting verrekenen met de belastbare winst uit het voorafgaande jaar (carry-back) of met winsten uit de komende negen jaar (carry-forward). Bent u ondernemer in de inkomstenbelasting, dan kunt u een verlies verrekenen in box 1 met positieve inkomsten uit de drie voorgaande jaren en de negen volgende jaren. Heeft u in 2006 een verlies geleden en is dit verlies nog niet (volledig) verrekend, dan is verrekening alleen nog mogelijk met de winst die u dit jaar behaalt. Laat dit verlies niet ongemerkt verdampen. Er zijn verschillende mogelijkheden om deze verliesverdamping te voorkomen. Denk hierbij aan het realiseren van stille reserves en het optimaliseren van het tijdstip waarop winst en kosten in aanmerking mogen worden genomen. Zorg voor een leningsovereenkomst De laatste jaren is veel jurisprudentie verschenen over de onzakelijke lening. Een dergelijke lening wordt geacht te zijn verstrekt onder voorwaarden die alleen een aandeelhouder zou overeenkomen. Denk hierbij aan het verstrekken van een lening zonder zekerheden. Een afwaarderingsverlies op een dergelijke lening is niet aftrekbaar op het moment dat de vordering oninbaar wordt geacht. Om te voorkomen dat een lening wordt aangemerkt als een onzakelijke lening, is de eerste stap dat een zakelijke leningsovereenkomst wordt opgesteld. Zorg dus voor een leningsovereenkomst en voor een onderbouwing van de voorwaarden waaronder de lening is aangegaan. Uitstel van betaling bij betalingsproblemen Verwacht uw vennootschap betalingsproblemen? Dan kunt u voor schulden tot € 20.000 telefonisch tot maximaal vier maanden uitstel van betaling vragen. U blijft wel invorderingsrente verschuldigd. B.V. of eenmanszaak? Bij inkomstenbelastingondernemers is de winst effectief belast tegen maximaal 44,72%. Dit komt doordat 14% van de fiscale winst is vrijgesteld (mkb-winstvrijstelling). Door de vele faciliteiten, zoals de zelfstandigenaftrek en de FOR (Fiscale Oudedagsreserve), wordt de belastingdruk verder verlaagd. Alle winst, of dit nu voortvloeit uit de arbeidsinspanning of uit kapitaal, wordt in de inkomstenbelasting hetzelfde belast. Wemmenhove & Pol - Kerklaan 33 - 7311 AB - Apeldoorn
Tel: +31 (0) 55 529 52 22
Internet: www.wempol.nl
In de B.V. bedraagt de gecombineerde inkomsten- en vennootschapsbelastingdruk 40% - 43,75%. Dit betreft echter de winst na aftrek van het loon van de DGA. Dat loon wordt belast tegen maximaal 52%. De totale belastingdruk in de B.V. is hierdoor veelal hoger dan bij ondernemers in de inkomstenbelasting. Uiteraard zijn er vele andere, niet-fiscale overwegingen om te (blijven) ondernemen in een B.V.. Bij winsten tussen de € 150.000 en € 250.000 kan het raadzaam zijn om de B.V. fiscaal te heroverwegen. Verhuurt u belast met btw? Controleer of uw huurder voldoet aan de eisen Als u onroerende zaken belast met btw verhuurt, is het belangrijk om te controleren of uw huurder nog voldoet aan de eisen. Op die manier weet u of u nog met btw belast kunt verhuren. Het is van belang dat uw huurder de btw voor 90% of meer kan aftrekken, maar in sommige situaties is een aftrekrecht van 70% ook voldoende. Let op btw-schulden op de balans die zien op voorgaande jaren De belastingdienst heeft bekend gemaakt dat zij controleert op openstaande btw-schulden uit voorgaande jaren. Er wordt een vergelijking gemaakt tussen de btw-aangiften en de aangiften inkomstenbelasting/ vennootschapsbelasting. Als op de balans een te betalen btw-bedrag open staat en deze nog niet is betaald door middel van een suppletie, zal de belastingdienst hiernaar een controle instellen en eventueel een naheffingsaanslag opleggen. Ondernemers met een btw-schuld hoger dan € 50.000 kunnen volgens de belastingdienst rekenen op een boekenonderzoek. Daarbij wordt vooral gekeken naar de schuldvraag voor het betalingsverzuim en de vraag of is voldaan aan de suppletieverplichting. Vernietig uw oude administratie (maar niet te snel) Ondernemers en belastingplichtigen die resultaat uit overige werkzaamheden genieten, zijn wettelijk verplicht tot het voeren en bewaren van hun administratie. De wettelijke bewaartermijn van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers bedraagt in het algemeen zeven jaar. Deze bewaarplicht geldt voor alle basisgegevens (zoals het grootboek, de facturen van debiteuren en crediteuren, de in- en verkoopadministratie, de voorraadgegevens en de loonadministratie) en de overige gegevens die van belang kunnen zijn bij een belastingcontrole. Deze algemene wettelijke bewaartermijn van zeven jaar is korter dan de BTW-herzieningstermijn voor onroerende zaken en rechten waaraan deze zijn onderworpen. De BTW-ondernemer blijft daarom verplicht om te bewaren: alle boeken, bescheiden en gegevens (betreffende deze zaken en rechten) gedurende negen jaar volgend op het jaar waarin de BTW-ondernemer het goed is gaan gebruiken (= herzieningstermijn). Ook bij het inlenen van personeel is het raadzaam om stukken die op deze inlening zien (bijv. ID-bewijzen of manurenstaten) langer dan zeven jaar te bewaren. Dit heeft te maken met een mogelijke aansprakelijkstelling die nog vele jaren na het verstrijken van de bewaartermijn kan plaatsvinden.
Voor meer informatie kunt u uiteraard contact met ons opnemen. Wemmenhove en Pol, Belastingzaken en Accountancy Telefoon: +31 (0) 55 529 52 22 E-mail:
[email protected]
Indien u geen prijs (meer) stelt op toezending van de nieuwsbrief, dan kunt u dit melden bij bovenstaand mailadres.
Wemmenhove & Pol - Kerklaan 33 - 7311 AB - Apeldoorn
Tel: +31 (0) 55 529 52 22
Internet: www.wempol.nl