Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
Februari 2005
Nieuwsbrief
46
Nieuwsbrief no 46 pag. 1
Februari 2005
Beste mensen Allereerst weer wat voor de adressenlijst.Heel wat mensen zijn nu elektronisch te bereiken, hiervan het resultaat. Netty Kil=
[email protected] Frans Banning =
[email protected] Henriette v.Raalte =
[email protected] Harry v.d.Putte is verhuisd naar Watercirkel 42 1186 LV Amstelveen Hierbij ook de nieuwe adressenlijst van 2005 met de e-mails. Dan wil Dane Beerling niet meer vermeld worden op de lijst omdat hij via ons bijna geen gastlessen meer krijgt.Wel een laatste noodkreet.. Dan hebben we de NOT achter de rug. Mijn dank aan de vele mensen die hulp boden. Het was geslaagd en mijn zuster en ik gingen moe en voldaan zaterdag naar huis. Er was een behoorlijke toeloop zoals jullie zien. De webmaster heeft er al profijt van en ook ik word wel eens gebeld om een gastdocent te bemiddelen. Natuurlijk zijn onze gedachten nog steeds bij de tsunami slachtoffers en een artikel daarover vind je hierbij. Ook nog een blad over het Peutjut-Fonds dat ik meenam tijdens de begrafenis van de heer C. Heshusius. De tentoonstelling “Nederlands Indië in de Tweede Wereldoorlog”van het Museon was te zien in de SG de Breul te Zeist. Leraren en leerlingen hebben zich enorm ingezet zie het krantenartikel. Op de open dagen van de school was er voor publiek de kans om naar de tentoonstelling te gaan. Het onderzoek van de leerlingen was gericht op oorlog en bezetting en niet alleen van Nederland. Dan nog een mededeling over deze tentoonstelling. De tentoonstelling zal ook in Leiderdorp te zien zijn en wel van 18 April t/m 29 April in het ROC Leiden, gebouw 4.2 Leidsedreef ingang Rietschans te Leiderdorp. Open werkdagen 9-17 uur info Herman Harmsen en Aldert de Haan. Deze heren zullen de dichtsbijzijnd wonende mensen hieromtrent berichten.
De tentoonstelling komt ook nog in het Mariniersmuseum Wijnhaven 7-13 te Rotterdam.Ze is dan te zien van 19 September tot 31 Oktober. Hiervoor is de contactpersoon Mieke Huysman. Ook zij zal de gastdocenten hiervoor benaderen.
Een reactie op het boek Unjust Enrichment van Linda G. Holmes. Het spreekt voor zich. Een artikel “Wachten op Jack” en inderdaad de weduwe is inmiddels overleden. “Het Onze Vader” is op een CD-single te bestellen .Gezongen door Aïs Lawa-lata. Te bestellen bij de vriendenclub : Aïs Lawa-lata tel. 0229-572134 of via www:got.to/lawa-lata. Prijs 4.99 euro Mede namens het bestuur hartelijke groeten,
Inhoud: Unjust Enrichment ........................................................................................ 2 De vaderlandse geschiedenis bestaat niet? ................................................... 2 Wachten op Jack .......................................................................................... 3 Stichting peutjut-fonds ................................................................................... 4 H3 leerlingen Breul onderzoeken oorlog ........................................................ 6 Krakatau-tsunami uit 1883 veroorzaakte hardnekkige Atjeh-oorlog. ................ 7 DaneBeerling Nieuwjaar '05 ........................................................................10 Contacten op de Nederlandse Onderwijs Tentoonstelling ..............................10
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Wommels)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
Unjust Enrichment How Japan's Companies Built Postwar Fortunes Using American ………… Beste Joop en Boudewijn, Ik heb inmiddels het boek van Linda G. Holmes " unjust enrichment" gelezen en ben op de pag. 123-124 e.v. tegengekomen de copiëen van de Japanse instructie : " Kill all the prisoners ". Het is dus helemaal waar dat wij op het nippertje aan de dood zijn ontsnapt! Direct onder het Japanse Ministerie van oorlog , was er een aparte afdeling die zich bezig hield met alle POWs én burger geïnterneerden en die viel onder de bekende generaal TOJO. In Taiwan is het door de Japanners niet vernietigde document teruggevonden. Daarnaast heeft Linda G. Holmes in de " Top Secret" berichten ontdekt (die na 50 jaar zijn vrijgegeven) van de amerikaanse inlichtingendienst over door hun gedecodeerde Japanse berichten , die bevestigen dat inderdaad door TOJO de instructie is gegeven om alle POWs en burger geïnterneerden te doden zodra de kampen bevrijd dreigden te worden , óf zodra er een bevel uit Tokyo zou komen. (zie hoofdstuk 12 van het boek "Unjust enrichment") De 2 A-bommen hebben ons dus gered ! Toch denk ik persoonlijk dat er nog andere overwegingen zijn geweest om die 2 bommen af te werpen :
Februari 2005
Nieuwsbrief no 46 pag. 2
Reactie : ingezonden naar NRC Opinie, voor plaatsing onder rubriek lezers reageren.
De vaderlandse geschiedenis bestaat niet?
Uit vroegere gegevens meen ik te weten dat het " The other holocaust" bestaat. (ook van Linda G. Holmes ? ? )
In het artikel" dé vaderlandse geschiedenis bestaat niet", stelling van Peter W. Klein, NRC van zondag 30 januari, staat vermeld dat de hoogleraren Bank en de Rooy een aanzet hebben gegeven voor het samenstellen van een vaderlandse canon, in opdracht va de Nationale onderwijsraad. In het tv- programma " het Buitenhof' van dezelfde dag, vond een discussie plaats over dit thema waar ook de heer de Rooy een bijdrage aan leverde. In uw artikel stelt de heer Klein dat de heren Blank en de Rooy niet zo naïef zijn om te denken dat "door een vaderlandse canon de nationale identiteit daardoor sterker wordt". Een uitlating van de heer de Rooy, in het interview van het programma Buitenhof, toont echter het tegendeel. De heer de Rooy weet niet waarover hij praat. Zijn uitlating dat de Nederlanders in Nederlands Indië "filthy rich " waren geworden en daarna met de staart tussen de benen, na 1945 in Nederland zijn teruggekeerd, toont een schrikbarend gebrek aan historisch besef. Deze uitlating kan niet anders dan te zijn voortgekomen uit een gebrek aan kennis, een ongefundeerd vooroordeel en de behoefte om een omvangrijke groep Nederlanders heel diep te kwetsen. Het is de heer de Rooy kennelijk niet bekend dat ca. 140 000 Nederlanders in 83 concentratie- kampen van de Jappen hebben gezeten en al hun bezittingen zijn kwijtgeraakt, met uitzondering van wat als handbagage mee de kampen is ingegaan. Dat het restant van 80 % van deze Nederlanders na de oorlog, de Bersiap- periode niet hebben afgewacht en als vluchtelingen naar Nederland zijn gerepatrieerd, de overtocht en kleren in Attaka, achteraf zelf hebben betaald. Dat er daarna een stroom van ca. 300 000 "spijtoptanten", Indische Nederlanders en Molukkers ook naar het vaderland zijn uitgeweken. Dit alles typeert de heer de Rooy als" met gevulde zakken en de staart tussen de benen" Dit incident typeert op een ontluisterende manier het gebrek aan historisch besef en de vooringenomen standpunten in Nederland omtrent de geschiedenis van Nederlanders in het voormalige Nederlands Indië. De afscheidswoorden van professor F.M.C. Berkhout,, hoogleraar irrigatie TUD zo'n 40 jaar geleden, waren profetisch: In Nederland heeft men nooit begrepen wat daar is gepresteerd en men zal het ook nooit begrijpen. Het is treurig voor de kwaliteit van het onderwijs en voor de mentaliteit in dit land dat de Nationale onderwijsraad niet in staat is geweest een betere selectie te maken uit de kring van historici voor het maken van een canon voor de vaderlandse geschiedenis.
Groeten Johan .
B. van der Woerd
1. de oorlogsverklaring door Stalin aan Japan . (communistisch gevaar, nà de capitulatie van Duitsland ) 2. de te verwachten grote verliezen aan amerikaanse soldaten bij de invasie op Japan , op basis van de ervaringen bij de landingen op Okinawa en Iwo Jima . In haar boek beschrijft (en verklaart waarom) Linda G. Holmes dat het document 2701 tijdens het Tokyo tribunal gewijzigd werd in document 2015 op uitdrukkelijke instructies van het US State Department ( ! ) om de Japanse keizer én de " saibatsu " ( industriële machthebbers) uit de wind te houden van het proces. Die zijn dus ook nooit gestraft , de " saibatsu " hebben nl. hun veronderstelling uitgesproken aan de vertegenwoordiger van het US State Dept. (tevens adviseur voor generaal Mac Arthur) dat Japan best wel eens communistisch zou kunnen worden indien zij en de keizer voor het tribunaal zouden moeten komen. Voor deze dreiging zijn de Amerikanen gezwicht. Dit is één van de felle aanklachten van Linda G. Holmes .
====================
gastdocent werkgroep ZO- Azië
==============================
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Wommels)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
Wachten op Jack Op de elfde verdieping van een groot flatgebouw in Capelle aan den IJssel ligt een doodzieke vrouw" Ze weet dat de dokters niets meer voor haar kunnen doen en dat haar dagen geteld zijn. Maar dat jaagt haar geen vrees aan. Ze wacht op de liefde en de held van haar leven: haar man, Jack Boer, die in 1993 overleed. Die wacht haar zeker op aan gene zijde om haar eindelijk naar huis te brengen. En onder 'huis' verstaat Willemien Frederiek Boer (88) de plaats in de eeuwigheid waar geen pijn, verdriet of eenzaamheid meer zal zijn en waar alle tranen van haar ogen zullen worden afgewist zoals beloofd is in de Openbaringen van Johannes. Het zal niet de eerste keer zijn dat Jack Boer, oud-kapitein bij het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger, ervoor zorgt dat mensen thuiskomen. Hij deed dat in 1945 al bij enige duizenden Nederlanders die met de dood bedreigd werden. Onderbroek Jack en Willemien, die altijd 'Onna' genoemd werd, woonden voor de oorlog in Nederlands-Indië. Jack werkte voor de BPM, de Bataafse Petroleum Maatschappij. Toen in 1942 de oorlog met Japan uitbrak, werd Jack als 31-jarige reservekapitein opgeroepen in militaire dienst, Nadat de Japanners Indië hadden bezet, verdwenen Jack en Onna in de beruchte Japanse concentratiekampen. Jack wist te ontsnappen en sloot zich aan bij het verzet. Toen Japan zich in augustus 1945 aan de geallieerden had overgegeven, meldde Jack Boer, slechts gekleed in een linnen onderbroek, zich aan bij de Engelse bevelhebber te Soerabaja. Omdat hij de stad op zijn duimpje kende en vloeiend Maleis en Engels sprak werd hij aangesteld als intelligence officer. Inmiddels was de situatie in Nederlands-Indië uiterst verwarrend geworden. De Indonesiërs onder leiding van Soekarno riepen de onafhankelijke republiek uit. De Nederlanders, officieel nog de baasr waren veelal uitgeput, uitgehongerd en ziek. De Britten moesten orde op zaken stellen, maar waren te gering in aantal. Onder de jongere Indonesiërs, de zogenaamde pemoeda's, heerste een zeer antiwesterse geest en vooral de Nederlanders, als 'oudkolonialen', waren gehaat Gewapend met bamboesperen, kapmessen, knuppels, krissen, bijlen en van de Japanners buitgemaakte vuurwapens terroriseerden zij de juist uit de kampen bevrijde Nederlanders, vooral vrouwen en kinderen. Er vonden weerzinwekkende slachtpartijen plaats. Soms moesten de vroegere Japanse kampbewaarders als beschermers van hun ex-gevangenen optreden. In die zogenaamde 'bersiap-periode' raasden waanzinnige en allesvernietigende benden pemoeda's over Java, met als epicentrum de havenstad Soerabaja. Daar wist Jack Boer in allerlei vermommingen en met spectaculaire acties enige duizenden vrouwen en kinderen dwars door levensgevaarlijke stadsdelen in veiligheid te brengen binnen de muren van een door Brits-Indische
Februari 2005
Nieuwsbrief no 46 pag. 3
troepen bewaakte wijk. Hij hield er de bijnaam van 'Soerabajase Pimpernel' aan over. In de nacht van 9 op 10 november 1945 kwam een loyale en dappere Ambonees met de naam Pattiradjawani hem in het geheim vertellen dat er in de grote gevangenis aan de Werfstraat, genaamd Kali Sosok, 2384 Nederlanders onder afschuwelijke omstandigheden door de pemoeda's waren opgesloten. Ze zaten soms met 35 personen in een cel die voor vijf gevangenen was bedoeld. De stakkerds hadden in drie dagen niet te eten gehad en velen waren ziek of gewond door mishandelingen. Ze zouden de volgende ochtend massaal worden afgemaakt. Jack Boer wist midden in de nacht van de Engelse commandant één oude Stewart-tank los te krijgen en tien Ghurka's, Brits-Indische elitesoldaten. Met de tank werd een gat in de gevangenismuur geschoten waarna de meer dan honderd Indonesische bewakers werden uitgeschakeld. Daarbij sneuvelde slechts één Ghurka" Die dappere soldaat ving met zijn eigen lichaam het mitrailleursalvo op dat voor Jack Boer was bedoeld. Met zijn kaliber 45 pistool schoot kapitein Boer alle sloten van de cellen stuk en bevrijdde zo bijna tweeë nhalfduizend mensen en bracht ze naar de veilige haven. Allen bereikten levend ons land. Daar kregen ze kinderen en kleinkinderen. De groep van 2384 mensen die door Jack gered is, is thans vermoedelijk vele malen zo groot geworden. Velen van hen schreven hun herinneringen op. In bijna alle verslagen staat te lezen dat daar na een heftig vuurgevecht opeens een lange, knappe en jonge officier in een Engels uniform stond die zei: " Ik ben Jack Boer. U bent thans vrij. Volgt u mij snel. Ik breng u in veiligheid" En ze volgden hem door het gat in de muur tot ze de tropische sterrenhemel konden zien. Onwil Meer dan vijftig jaar wordt tevergeefs getracht voor de exKNIL-kapitein een Militaire Willemsorde te verkrijgen. Maar iedere poging daartoe loopt stuk o| ambtelijke en wellicht ook politieke onwil. Dit dagblad De Telegraaf, heeft er reeds enige malen over bericht. Vooraanstaande Nederlanders zoals bijvoorbeeld de oud-premiers Van Agt en De Jong, de generaal b.d. Huyser, oud-minister De Grave en last but not least wijlen prins Bernhard en koningin Juliana hebben gepleit voor een officiële erkenning van Jack Boer, de militair die bijna 2500 mensenlevens redde. Maar het Kapittel der Nederlandse Orden vindt nog steeds dat er niet aan de vereiste ambtelijke voorwaarden is voldaan. En dat niettegenstaande tientallen onder ede afgelegde verklaringen van ex-Werfstraat-gevangenen. Nog steeds doen enige vasthoudende militairen en burgers pogingen om voor Jack postuum de Militaire Willemsorde te verkrijgen. Het zou voor zijn stervende weduwe de langverwachte officiële erkenning zijn van de held van haar leven. Maar haar ziekte vordert helaas sneller dan het Kapittel der Nederlandse Orden. En dus is de dag niet ver meer dat Jack, wiens portret aan het voeteneind van haar bed staat, haar zal komen halen, Wellicht zal hij dan ongeveer hetzelfde zeggen als op 10 november 1945 tegen de gevangenen in Soerabaja: " Onna, ik ben Jack. Je bent thans vrij. Volg mij snel. Ik breng je in veiligheid."
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Wommels)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
Februari 2005
Nieuwsbrief no 46 pag. 4
Peutjut kenden of sympathie opbrachten voor onze inspanningen de nagedachtenis van zovelen in ere te houden. Dat aantal loopt helaas snel in aantal terug. Jaarlijks legt het bestuur, d.m.v. eenjaarverslag, rekening en verantwoording af van alle activiteiten m.b.t. Peutjut en m.b.t. het Centrum voor Documentatie en Informatie (PDIA) in de hoofdstad Banda Aceh, onze 2e doelstelling, (het jaarverslag wordt verstrekt op basis van een jaarlijkse donatie van tenminste 15 euro). Jarenlang ontvangt dit Centrum van onze leden en het bestuur een veelheid aan foto's, boekwerken, kaarten uit de periode 1873 - 1942. Jaarlijks doet het bestuur een oproep deze zaken te schenken. Atjehse studenten t/m de universiteit bezoeken dagelijks dit kenniscentrum en het kleine museum. De Heer C.A. Heshusius heeft altijd een uitermate grote belangstelling aan de dag gelegd voor Peutjut. Hij heeft er vele malen over gepubliceerd en de royalties van door hem geschreven boeken afgestaan aan onze stichting. Ook de giften t.g.v. zijn verjaardag vonden een bestemming naar onze stichting. Hij was een Vriend van Peutjut in de ware betekenis van het woord. Nog in 2001 konden, dankzij hem, tenminste 100 zeldzame groot-formaat foto's uit Atjeh worden overhandigd aan het PDIA. Het Bestuur gedenkt hem met grote eerbied en dankbaarheid. In 2000 werd de hoofdstad Peutjut, tijdens het weekend, getroffen door een allesverwoestende modderstroom (bandjir). Deze richtte een enorme schade aan aan zowel de Erebegraafplaats als het (één etage hoge) PDIA. Ook een muur langs het kerkhof werd, over een lengte van ca 70m, vernield. Veel graven liepen bij die gelegenheid schade op; alle nog leesbare namen en teksten moesten opnieuw worden aangebracht. Deze ramp betekende een extra inspanning voor het bestuur alsmede een financiële aderlating. Dankzij enkele donaties (o.a. van de Indische Pensioen Bond ) kon het bestuur zijn activiteiten voortzetten. Sinds kort werden plannen uitgewerkt om de toegankelijkheid van de Erebegraafplaats en de informatieve waarde van bepaalde monumenten en graven te verbeteren, door het verstrekken van historische gegevens over de betreffende personen. Een zeer zware zeebeving en de daaropvolgende vloedgolven hebben, op 26 december 2004, zeer zware schade toegebracht aan de Erebegraafplaats en de zich aldaar bevindende graven en monumenten. Een natuurramp van ongekende omvang heeft volk en land van Atjeh getroffen. Waarschijnlijk zijn op die dag meer dan 100.000 mensen gedood. Banda Aceh zou voor tenminste 50% van de aardbodem zijn verdwenen. Op bovenstaande foto ziet u de enorme ravage, die werd aangericht voor de erepoort. In hoeverre daaraan en aan de marmeren gedenktafels schade is ontstaan, staat op dit moment nog niet vast. Enkele mensen hadden het geluk op het dak van de erepoort te kunnen klimmen, waardoor hun levens werden gespaard. Dat was ook het geval met enkele mensen die op, de in 2001 herbouwde, kerkhofmuur waren geklommen. Tot de doden, die het bestuur betreurt behoren, naast de twee families (waarbij ook kleine kinderen) wonend links en rechts van de erepoort, onze steun,
STICHTING PEUTJUTFONDS Postbus 2152 - 2800 BH Gouda Postgiro: 3 56 46 00 L.S., Na het einde van de Tweede Atjeh-Expeditie in januari 1874 en het besluit het Nederlands-Indisch bestuur blijvend in Atjeh te vestigen, werd besloten tot aanleg van de Erebegraafplaats Peutjut (spreek uit Peutjoet). De naam is afgeleid van de eveneens daar begraven zoon van Sultan Iskander Muda, Prins Phoë-teu-tjoet, d.w.z. Jonge Vorst in het Atjehs. Zijn graf bestaat nog steeds. De afmeting van de Erebegraafplaats is ca 400 x 300 m. Muren omgeven de begraafplaats. De eerste begrafenis vond plaats op 28 juni 1874 (le luitenant Baron Sloet van Zwanenburg, postuum Ridder MWO 3e klasse). Sedertdien werden hier tenminste 2.200 overleden militairen aan de aarde toevertrouwd, van Inheems c.q. Europees soldaat t/m generaal en o.a. oud-gouverneur van Aken, die hier wilde rusten. Zijn graf werd mede bekostigd uit spontane giften van de bevolking, waarbij hij zeer geliefd was. Ook zeer veel echtgenotes en kinderen van militairen en civiele personen, die bezweken aan het voor hen moordend klimaat of die slachtoffer werden van aanslagen etc, vonden hier hun laatste rustplaats. De Atjeh-Oorlog was de op een na langste (1873-1942) en duurste oorlog ooit door ons land gevoerd. In 1893 werd de begraafplaats voorzien van een fraaie monumentale erepoort. Boven de ingang werd de tekst aangebracht: 'Aan onze kameraden, gevallen op het veld van eer', in het Nederlands, Arabisch en Maleis-Javaans. Gaandeweg werden in het portaal tegen beide wanden, later ook tegen de twee zijwaarts lopende vleugelmuren, metershoge marmeren naamtafels van lichte kleur aangebracht. In totaal zijn het er uiteindelijk 100 geworden. Op deze tafels staan de jaartallen en de namen van de door gevechtshandelingen omgekomen militairen. Bij de souvereinteitsoverdracht in december 1949 aan Indonesië werd de Erebegraafplaats Peutjut alsmede een aantal andere monumenten, in en buiten de hoofdstad Banda Aceh, opgenomen op de Indonesische Monumentenlijst. Middelen ter plaatse om dit monument van historische betekenis voor Atjeh en Nederland in goede staat te brengen (verwaarloosd sedert de Japanse inval in 1942) en te houden, ontbraken. Opgemerkt wordt, dat de Erebegraafplaats niet valt onder de werkingssfeer van de Wet op de Oorlogsgraven. Die wet werkt slechts terug tot 10 mei 1940. Daarom werd in 1976 de Stichting Peutjut-Fonds opgericht onder voorzitterschap van luitenant-generaal b.d. F. van der Veen en met kolonel b.d. J.H.J. Brendgen als secretaris; beiden oud-officieren-Korps Marechaussee van Atjeh. Vanaf dat moment werden restauratie en onderhoud structureel ter hand genomen. Dat was mogelijk dankzij een eenmalige subsidie van de overheid en de jaarlijkse donaties van voornamelijk hen die Atjeh en/of
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Wommels)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
vriend en toeverlaat de Heer Sulaiman Daud en zijn gezin. Hij bezocht ons land nog in februari 2004. Jarenlang kon het bestuur een beroep op hem doen. Mogen allen die zijn omgekomen rusten in vrede. De aftredende directeur van het PDIA, de Hr drs Adnan Hanafiah en zijn opvolger, de Hr drs Rusdi Sufi, zijn beiden gered. Laatstgenoemde reist veelvuldig op en neer van Banda Aceh naar Medan om het bestuur vanaf deze plaats te informeren over de toestand in Banda Aceh (telefoonverkeer en e-mail zijn vanuit Banda Aceh nog niet mogelijk). Via hem heeft het bestuur reeds noodhulp, in de vorm van geld, kunnen verlenen. Dat geld is/zal ten goede (ge)komen aan/van die mensen, waarmede het bestuur op jaarbasis samenwerkt in Banda Aceh. Dankzij hem, en onze defensieattaché in Jakarta, kon worden verhinderd, dat het gouvernement bulldozers zou inzetten om de chaos op te ruimen op en nabij de Erebegraafplaats. Bovendien werden, op onze kosten, reeds een tiental arbeiders ingezet, die onmiddellijk met opruimingswerkzaamheden zijn begonnen. Waar nodig en mogelijk zal dit aantal nog worden uitgebreid. Bovenstaande foto is afkomstig van de Hr Rusdi Sufi. Het Centrum voor Documentatie en Informatie alsmede de bibliotheek en het kleine museum zijn door de golven verzwolgen,
Februari 2005
Nieuwsbrief no 46 pag. 5
alsmede enkele huisjes van medewerkers, woonachtig achter het PDIA. Gaandeweg hoopt het bestuur meer en gedetailleerde informatie te verkrijgen over de omgekomen contact-personen etc en van de omvang van de schade. Vervolgens zullen ter plaatse, in samenwerking met de auto-riteiten van gouvernement en gemeente , een plan van aanpak worden opgesteld alsmede de noodzakelijke afspraken terzake worden gemaakt. Bevindingen en reddingsplan worden opgenomen in het jaarverslag over 2005. Het bestuur heeft met zeer grote erkentelijkheid en dankbaarheid kennisgenomen van de laatste wens van de Heer C.A. Heshusius, om - instede van bloemen - een gift aan de Stichting Peutjut-Fonds te doen die ten goede zal komen aan het werk van onze stichting. Het bestuur zal bezien in hoeverre het mogelijk zal zijn op Peutjut een kleine gedenkplaat aan te brengen ter nagedachtenis van onze dierbare overledene, bij wie allen die op Peutjut rusten altijd zo'n grote plaats hebben ingenomen. Eerder geschiedde dat voor wijlen kolonel Brendgen. Uw bijdragen zijn van harte welkom op girorekening: 3564600 ten name van de Stichting Peutjut-Fonds te Gouda. Het adres van ons secretariaat is Postbus 123, 6980 AC - Doesburg, t.a.v. de Heer R.W.V. Rhemrev. ========================
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Wommels)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
Februari 2005
Nieuwsbrief no 46 pag. 6
Projectgroepen van scholieren houden binnenkort hun presentaties.
H3 leerlingen Breul onderzoeken oorlog Nieuwsbode (Zeist) – 8-2-2005 ZEIST - "Het begint als een opdracht voor school, maar daar stopt het niet mee". Dat zegt Ramon Servaas, een van de Havo 3 leerlingen van De Breul die zich bezighouden met een project over de Tweede Wereldoorlog. Alle leerlingen houden de komende tijd presentaties naar aanleiding van het onderzoek dat ze uitvoerden. Shamanou van Leeuwen en Yuklam Wong hebben zich verdiept in de gebeurtenissen in Nederlands Indië. Over de oorlog in dit deel van de wereld is bij Nederlanders vaak niet zo veel bekend, ook al behoorde het gebied toen nog bij het koninkrijk. Daarom zorgt de werkgroep Zuidoost Azië van de Stichting Gastdocenten WO II dat mensen die zelf hier de oorlog hebben meegemaakt, "ervaringsdeskundigen", hierover vertellen aan de jonge generatie, op scholen. De Zeisterse Irene Mouwen-Oost is zo'n ervarings-deskundige. Als klein meisje zat zij gevangen in een "Jappenkamp". Zij vertelde over haar ervaringen aan de leerlingen van De Breul. En beantwoordde vele vragen van de scholieren. Over een half jaar, op 15 augustus 2005, is het zestig jaar geleden dat de Tweede Wereldoorlog in dit deel van de wereld ten einde kwam, na de capitulatie van Jappen. De Indonesische onafhankelijkheidsstrijd begon. Het Museon in Den Haag heeft met een subsidie van Stichting Het Gebaar en samen met het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie en de Stichting Gastdocenten WO II hierover een reizende tentoonstelling ontwikkeld. Ook die tentoonstelling was te zien op De Breul. Daar heeft Mouwen-Oost voor gezorgd.
Shamanou en Yuklam brachten ook een bezoek aan het monument voor de oorlogsslachtoffers in Nederlands Indië, in het Walkart-park. En natuurlijk spraken ze met I. Mouwen-Oost. Verzet Ramon Servaas, Ilona Vermeulen en Rene van Heukelom hielden zich bezig met het verzet in Zeist en omstreken. Zij hebben geen gelegenheid gevonden om met "echte" verzetsstrijders te spreken. Wel hebben ze, met behulp van gemeentearchivaris Rhoen, onderzoek gedaan. Ze onderzochten onder meer enkele verhalen van mensen naar wie na de oorlogeen straat werd genoemd in de Verzetswijk. Ze lazen stukken uit de verzetskrant Vrij Nederland, onderzochten maatregelen van de Duitse bezetters en keken op welke manier daarop in deze regio daartegen werd geprotesteerd. Ze onderzochten de lotgevallen van de Duits-joodse broers Walter en Ernst Maas, die in 1933 naar Nederland waren gevlucht en hier tijdens de bezetting opnieuw voor hun leven moesten vrezen. Ze bezochten de plek aan de Soestdijkerweg in Den Dolder, waar nog in de laatste weken voor de bevrijding tien mannen werden gefusilleerd door de Duitsers, als vergelding op een aanslag van een verzetsgroep op een of twee Duitsers. Rene vindt het belangrijk dat deze lessen plaatsvinden, juist omdat er steeds minder zijn die de oorlog nog hebben meegemaakt, die nog hun verhaal kunnen vertellen. Russen Wouter van Eijkelenburg en Nikolaj Balakirsky deden onderzoek naar de geschiedenis van de Russen die gevangen waren gezet in kamp Amersfoort. Ze vertellen: "Het was een propagandastunt die voor de Duitsers verkeerd uitpakte. De bedoeling van de Duitsers was om hier Russen gevangen te zetten, zodat Nederlanders konden zien dat het "Untermenschen" waren. Maar de Russen werden zo slecht behandeld dat de Nederlanders zich juist met de Russen solidair voelden." Wouter vindt het een boeiend onderwerp, juist omdat hij er niets vanaf wist. "Hoe meer je erbij betrokken wordt, hoe interessanter het wordt." De jongens brachten een bezoek aan het kamp en zagen onder meer de gedenkplaat én het oude lijkenhuis. Mouwen-Oost is trots op de scholieren die zich met zoveel overgave hebben beziggehouden met hun projecten. Ramon antwoordt: "Het is mooi dat u erover durft te vertellen. U hebt iets meegemaakt dat niet veel mensen meemaken." ===============
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Wommels)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
Februari 2005
Nieuwsbrief no 46 pag. 7
Krakatau-tsunami uit 1883 veroorzaakte hardnekkige Atjeh-oorlog. “Stagneren hulp drijft bevolking in armen Bin Laden-achtige figuren.” Recent boek voorspelde met macabere precisie kerstvloedgolf. door MARIE-THÉRÈSE ROOSENDAAL
DE VLOED GOLF OP tweede kerstdag is niet de eerste die in Indonesië tienduizenden levens heeft gekost. Op 27 augustus 1883 explodeerde het vulkaaneiland Kraka-tau, tussen Java en Sumatra. De tsunami die daardoor werd veroorzaakt, bereikte een hoogte tot veertig meter, waardoor 36.000 kustbewoners omkwamen. In 2003 kwam het boek Kraka-toa uit waarin auteur Simon Winchester deze natuurramp tot in detail beschrijft. Huiveringwekkend zijn de parallellen met de zee-beving nu én de waarschuwingen voor naderende catastrofes. Indonesië-deskundige Nico Schutte Nordholt verdiepte zich in het boek en vertelt welke les we van het verleden kunnen leren.
ENSCHEDE, zaterdag Nico Schulte Nordholt had de pocket sinds augustus op de plank staan; "Bij een gelegenheid gekregen van iemand die vond dat ik het moest lezen." Wuift achteloos naar de schappen aan de muur van zijn werkkamer; "Zoals u ziet heb ik wel meer boeken. Ik heb Krakatoa toen doorgebladerd. Een veelzijdig boek, het interesseerde me wel, op de technische details na." Dat laatste veranderde toen de Indonesië-deskundige op tweede kerstdag het nieuws hoorde: "Dat woord, 'tsuna-mi', ik wist dat ik het ergens gelezen had. Toen heb ik het boek gefascineerd uitgelezen, de haren rezen me te
berge", zegt proldr. Schulte Nordholt (64), verbonden aan de Universiteit Twente, faculteit Bedrijf Bestuur en Technologie. Krakatoa, the day the world exploded, van Simon Winchester, uitgegeven in 2003, was al wereldwijd een bestseller. De Nederlandse vertaling moet overigens nog verschijnen. Krakatoa gaat over een eerdere tsunami in 1883. In augustus van dat jaar explodeerde het vulkaaneiland Krakatau, tussen Java en Sumatra. Het veroorzaakte een vloedgolf van 40 meter hoog die aan 36.000 kustbewoners het leven kostte. De schrijver brengt het verhaal van die Apocalyps gedetailleerd, de paralellen met nu zijn huiveringwekkend. Net zo kippenvelveroorzakend zijn de alinea's over komende natuurrampen op dezelfde breuklijn van de aarde, die 'voorspelling' uit 2003 kwam navrant snel uit. Breuklijn Schulte Nordholt: "Winchester legt precies het hoe en
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Wommels)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
waarom van zo'n aardverschuiving uit. De breuklijn is al in 1936 door Nederlanders in kaart gebracht. Van alle grote vulkanische rampen ooit vonden er drie plaats op die lijn. En nu de vierde, precies bij dat pijltje op het kaartje op pagina 320 van het boek. Al had het ook iets verderop kunnen gebeuren." Hij kijkt op van de vraag: "Natuurlijk blijven mensen daar wonen. Wij leven toch ook tegen beter weten in onder het niveau van de zeespiegel? Maar dat waarschuwingssysteem moet er komen, het had duizenden mensenlevens kunnen sparen. En het zal er nu wel komen. Als het kalf verdronken is..." Epidemieën Eerder sprak hij het vermoeden en de vrees uit dat het aantal slachtoffers uiteindelijk vele malen hoger zal uitkomen dan dat nu bekend is: "Afgezien van de nog Tos te barsten epidemieën. Als ik naar hét inwonertal van de getroffen districten in Atjeh kijk, zoals geregistreerd tijdens de, afgelopen verkiezingen: dat waren er 300.000. Hoeveel mensen zijn er nog over? Veel lijken zijn weggespoeld, het juiste aantal slachtoffers zal pas veel later blijken, als iedereen terug is uit de bergen." Terug naar 130 jaar geleden, uit het hoofd vat hij alinea's uit het boek samen; "Na de uitbarsting van het vulkanische eiland Krakatau en de vloedgolf kwam er a! snel hulp aan West-Java op gang. Nederlanders kwamen de kolonie te hulp, begroeven lijken, stookten ontsmetten-de vuren. De Nederlandse koning opende een fonds, Nederlandse moeders stuurden dekens, tenten, voedsel. Precies dezelfde menselijke reactie als nu, ja. Een circus gaf in Batavia benefietvoorstellin-gen, mét het olifantje dat kort voor de tsunami ongewoon gedrag vertoonde, net als veel dieren. Knap overigens, al die details in het boek. Goed, er werd geruimd. Wetenschappers onderzochten, brachten rapporten en adviezen uit. Tot alle hulpverleners, voor de wederopbouw een feit was, terug naar huis gingen, hun aandacht afgeleid door andere, nieuwe problemen." Winchester schrijft dat de achtergebleven, ongelukkige kustbewoners hun heil meer en meer bij de islam zochten en een politiek en religieus antwoord vonden op hun behoeften. Schulte Nordholt kent die achtergrond: "Door de uitblijvende structurele hulp en het gevoel dat de ramp een gesel was van Allah, kwam men toen tot een islamitisch geïnspireerde opstand met funda-
Februari 2005
Nieuwsbrief no 46 pag. 8
mentalistische trekken. Een fel verzet tegen het Westen. Er kwamen krachten los die erger en groter waren dan de gram. Vijf jaar na 1883 brak een revolte uit." Gevaar Het verleden is een les, een waarschuwing die niet in de wind valt te slaan, vindt hij. "We kunnen de ogen niet sluiten voor een herbeleving. De Indonesische regering moet nu het hart van de Atjeh'ers winnen, anders wordt onvermijdelijk de rekening gepresenteerd. Nu is er hulp. Maar het gevaar bestaat dat de wederopbouw faalt. Dat de boot voor de visser uitblijft, de agrariër over een jaar nog geen boerderij heeft. Dan groeien de frustraties en dat kan de religieuze bevolking van Atjeh in de armen drijven van Osama bin Laden-achtige figuren. Ook nu wordt de ramp beschouwd als straf van Allah, en dat kan leiden tot extreme vroomheid en fel verzet. En dat zou meer rampspoed kunnen brengen dan de tsunami. Winchester noemt op de laatste bladzijden de bomaanslagen op Bali in 2002 een echo van Krakatau." "Ik ben ervan overtuigd dat de Indonesische regering doordrongen is van het gevaar. De VNtsunami-toi" was niet voor niets in Jakarta en niet in bijvoorbeeld Hongkong. Er moeten overbruggingskredieten komen, systemen daartoe worden ontwikkeld. Overigens is men in Indonesië geroerd door alle hulp uit het Westen. Niet alleen door de bedragen, maar ook door de manier waarop het geld wordt ingezameld." Van de hak op de tak maakt hij meteen een aantekening: "Als over een paar maanden bekend wordt dat het geld, evenals dat wat voor Iran werd ingezameld na de aardbeving op tweede kerstdag in 2003, niet op de goede plaats terecht is gekomen, zal de compassie van het Westen omslaan in cynisme." Explosie Schutte Nordholt verklaart waarom de inzameling zo'n megasucces is: "Destijds was Krakatau de eerste ramp waarbij de aardbol een Global Village was: binnen 24 uur was de omvang ervan wereldwijd bekend. Dankzij het feit dat er net telegraafkabels in alle zeeën lagen en het persbureau Reuter in Londen gestart was gingen de verslagen meteen naar alle windstreken. Op schepen die de golf doorstonden, waren er genoeg ooggetuigen. De hulp kwam op gang. Deze keer is het, voor het eerst, de digitale videocamera die voor de snelle nieuwsverspreiding zorgde, anders hadden we 24 uur op pro-
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Wommels)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
Februari 2005
Nieuwsbrief no 46 pag. 9
Aswolk na vulkaanuitbarsting verduisterde hele aardbol fessionele filmploegen moeten wachten. Badgasten die bij toeval aan het filmen waren registreerden de tsunami en de gevolgen." EXPLOSIE VAN EMOTIES "Via internetcafés werden de beelden a la minute wereldkundig gemaakt. Nota bene op tweede kerstdag, een dag waarop iedereen thuis voor de televisie zit. Daarom kwam die explosie van emoties los." Naast de zegeningen constateert hij tegelijkertijd nadelen van het digitale tijdperk: "Ik heb een foto gezien die getrukeerd was: een stadsgezicht waar een metershoge golf tegenaan beukt. Deskundigen ontdekken de manipulatie wel. Ik wil ermee zeggen dat de digitale techniek een januskop is. Via sms'jes zijn nu kindersmokkelaars actief. Het is naïef om niet in kindersmokkel te geloven in Phuket, het Sodom en Gomorra van de kinderprostitutie en seksindustrie. Er zijn in Atjeh 35.000 wezen, één procent daarvan is 350 kinderen... Er zijn mensen die misbruik maken van de situatie. Net als de plunderaars: als je zelf niets meer hebt en een winkelpui ligt eruit dan neem je de apparatuur mee." Krakatau toen, had daarmee niets van doen. Het boek geeft andere schokkende details: de tsunami gooide toen het Nederlandse marineschip 'Berouw' twee kilo-
meter landinwaarts. De deining die tot in het Kanaal tussen Frankrijk en Engeland werd geregistreerd, hield vijftien dagen aan. Puim spoelde her en der op alle kusten aan. Na de explosie rees een aswolk die tot 50 kilometer steeg, de aardbol verduisterde en een bijzondere gloed veroorzaakte en die nog jaren voor vreemdkleurige zonsondergangen zorgde. In Amerika nam men een opmerkelijke daling van de temperatuur waar. De knal van de explosie was hoorbaar tot in Australië en vlakbij Afrika. De Krakatau verdween voor het grootste gedeelte oner de zeespiegel, maar in 1932 herrees op die plek een nieuwe berg, Anak (kind) Krakatau, die as en zwavel spuwt. Nico Schulte Nordholt leest hardop de achterflap-tekst van het boek voor: 'Winchester maakt dat je haren recht overeind gaan staan, vooral met zijn voorspellingen over naderende catastrofes.' "Daar is niets te veel mee gezegd. Op tv vertelde een overlevende dat hij vlak voor de tsunami op het Phuket-strand een man in Kraka-toa zag zitten lezen. Misschien was die man net op bladzijde 231, waar die aanrollende watermuur beschreven staat, toen de vloedgolf kwam, en dacht hij: lees ik het nou of zie ik het echt?" De telegraaf ==============================
secretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Wommels)
Stichting GASTDOCENTEN WO II Werkgroep ZUIDOOST AZIË
Februari 2005
Nieuwsbrief no 46 pag. 10
DaneBeerling Nieuwjaar '05 Ik ga me zo langzamerhand behoorlijk ongelukkig voelen, nu het in Holland steeds vervelender voor allochtonen wordt. En ik kan hier niet eens wég! Mijn moeder, een Indo-Europese, was Katholiek, mijn vader, een volbloed Hollander, was Protestants. Kebon, een Madoereesen, en Kokkie, een Javaanse, waren Mohammedaan, Onze kinderjuf, een Ambonese (zie foto), was Protestants, We aten Arabisch, ‘Brits-lndisch', Chinees, Frans, Hollands, Indisch, Japans, Javaans... Veel Nederlanders groeiden op in het voormalige Nederlands-Indië, in een omgeving waar het Boeddhisme, het Hindoeïsme, het Katholicisme, het Mohammedanisme, het Protestantisme, het animisme en welke andere ismen niet nog meer?, werden beleden. In hun oren echoën de klanken van vele talen nog na: Arabisch, Balinees, Chinees, Engels, Frans, Hollands, Japans, Javaans, Maleis, Soendanees, Sumatraans.Kunnen de ginds opgedane ervaringen niet gebruikt worden om ook in Holland elkaar beter te verstaan? We zouden dan, zoals de bekende Indo-auteur wijlen Tjalie Robinson al veronderstelde, inderdaad meer meegebracht hebben dan alleen maar bami- en nasi ballen.
Verder nog: Contacten op de Nederlandse Onderwijs Tentoonstelling, Jaarbeursgebouw Utrecht. 25/2 t/m 29/2 2005 Contacten Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag totaal
61 85 108 115 94 463
gespecificeerd Voortgezetonderwijs 50 PABO 20 ROC 17 Basisschool 256 VMBO 21
50 kaarten met webadres
Mode en Kleding, Univ. A'dam. Milleniumdoelen, Uitgeverij Lenthe, Bibl. Vlissingen. ABOP, Museumgroep, Intraquest, Ver. geschiedenis Leraren, Volw. Educatie,Kinderpsychiatrie, Wilde Ganzen,Praktijkschool,Asylzoekersonderwijs,useum Overloon,Wereldomroep, Centr.Educ. Dienst Rotterdam, CNV, Begeleidingsdienst R'dam,VO in oprichting, Kennisnet, Jeugdgevangenis Groningen, WEthouder v.Onderwijs Terneuzen, L;euterdagverblijf,Bedrijfs HBO,Educ.Uitgeverij,Lesontwikkelaar,Histocasa,Account Manager,Gem. Onderwijs, Ministerie v.Onderwijs, Onderwijs Inspectie, GG en GD Utrecht,Bureau Beeldende Educatie. Militaire Gesecretariaat: Mw. C.E. Suverkropp - Bosdrift 148 - 1215 AR Hilversum - tel. (035) 624 96 08 - e-mail:
[email protected] K.v.k. Centr. Gelderland reg. nr. 41053164 Banknummer: 60.17.24.070 (t.n.v. penningmeester Wommels)