Nieuwe verkeersregels Kampioen september 2015
Nieuwe regels 2008-2016 23 december 2015 - De afgelopen jaren zijn er heel wat nieuwe verkeersregels bijgekomen in Nederland. Van regels voor het doorkruisen van een uitvaartstoet tot het instellen van je parkeerschijf, en van tot wetten tegen ‘huftergedrag’ tot regels over bellen op je snorfiets. De spelregels van het verkeer veranderen constant. Dat veel mensen dat lastig vinden, blijkt wel uit de uitslag van het Nationaal Kampioen Verkeersexamen. 78% van de deelnemers zakte, en vooral nieuwe regels en borden vond men lastig. Sommige vragen werden zelfs door meer dan de helft van de deelnemers fout beantwoord. Er komen dan ook elk jaar weer nieuwigheden bij. Zo zijn er alleen al sinds 2008 tientallen nieuwe regels bijgekomen. Hieronder zie je een greep uit de regels en wetten die sinds 2008 zijn ingevoerd. Op de hoogte blijven? De komende tijd zal in de Kampioen meer aandacht worden besteed aan nieuwe verkeersregels.
Diverse regels (o.m. parkeerschijven, uitrijstroken, puntstukken, woonerven& uitvaartstoeten)
Uitrijstroken (ook wel uitvoegstroken genoemd) Strafbaar stellen ter voorkoming van uitvoegen en verderop weer invoegen Sinds 1 mei 2009 moet je als je na het verlaten van de doorgaande rijbaan op een uitrijstrook (uitvoegstrook) rijdt, deze uitrijstrook blijven volgen. Je mag dus niet meer de doorgaande rijbaan verlaten, via de uitrijstrook een file op de doorgaande rijbaan inhalen en vervolgens weer invoegen. Regels voor een ‘Puntstuk’ In de verkeersregels komt een nieuw woord voor: ‘puntstuk’. Dit is een vlak op het wegdek op de plaats waar wegen zich splitsen of bij elkaar komen. Puntstukken mogen, net als verdrijvingsvlakken, niet gebruikt worden. Daarop is één uitzondering. Als een puntstuk in een spitsstrook ligt, mogen de bestuurders die deze spitsstrook volgen, over het puntstuk heen rijden. Reden: het gebruik van puntstukken, zoals voor parkeren of voor gebruik bij het in- en uitvoegen op de autosnelweg kan onveilige situaties opleveren.
Wetswijziging doorkruisen van uitvaartstoet Per 1 juli 2010 is de regeling rond rouwstoeten gewijzigd. - Een rouwstoet mag op een gelijkwaardige kruising niet doorsneden worden. Dit betekent dat weggebruikers op kruispunten zonder verkeerslichten, voorrangsborden of haaientanden de volgauto’s van een rouwstoet voorrang moeten verlenen, ongeacht van welke kant de rouwstoet komt. Dit geldt alleen voor rouwstoeten die herkenbaar zijn aan speciale (officiële) vlaggen. Het eerste voertuig van de rouwstoet moet zich aan de normale voorrangsregels houden. - Een voetganger of een bestuurder van een gehandicaptenvoertuig die bij een zebrapad wil oversteken, moet een naderende rouwstoet die de officiële vlaggen voert, voor laten gaan. - De bestuurder van een autobus die van een bushalte binnen de bebouwde kom wil wegrijden, moet een officiële rouwstoet die van achteren nadert, voor laten gaan. Buiten de bebouwde kom gold dit al. Erf – van stapvoets naar 15 km per uur Sinds 1 juli 2012 is het de wegbeheerder/gemeente toegestaan het verkeersbord A1 met een aanduiding van een maximum toegestane snelheid van 15 km per uur bij een erf te plaatsen. Nu nog geldt in een erf (vroeger woonerf genoemd) een niet nader omschreven snelheid van ‘stapvoets’. Uitspraak van de Hoge Raad heeft de maximum snelheid in een erf in het verleden al eens op 15 km/u gesteld. Deze nieuwe regel -die in het RVV 1990 opgenomen is- neemt nu alle twijfels weg en geeft duidelijkheid. Ook als het verkeersbord A1 met “15” niet is geplaatst, geldt de maximum toegestane snelheid van 15 kilometer per uur. Matrixborden gelijk aan gewone verkeersborden Elektronische verkeersborden (matrixborden) boven of naast de weg die bijvoorbeeld een maximumsnelheid aangeven, hebben voortaan dezelfde betekenis als ‘gewone’ verkeersborden. Staat er op het matrixbord een andere maximumsnelheid dan op het verkeersbord, dan geldt het bord met de laagste maximumsnelheid. Tijdelijke verkeerstekens gaan voor Tijdelijke verkeerstekens op het wegdek gaan boven de andere verkeerstekens op het wegdek. Bij wegwerkzaamheden staan vaak tijdelijke verkeerstekens op het wegdek. Die gaan dan boven andere verkeerstekens op de weg.
Nieuwe regels voor bromfietsen & snorfietsen Bromfietsers en gemotoriseerde gehandicaptenvoertuigen mogen sinds 1 januari 2008 45 km per uur rijden op de rijbaan. Let wel op, want op het (brom)fietspad blijft de maximumsnelheid voor bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen 30 km per uur binnen de bebouwde kom en 40 km per uur daarbuiten. De maximumsnelheid van de snorfiets blijft 25 km/uur. Kentekenbewijs opgevoerde brommers De politie kan het kentekenbewijs invorderen als wordt geconstateerd dat een brommer of scooter is opgevoerd. Zonder kentekenbewijs mag er niet met de brommer op de weg worden gereden. Indien men dit toch doet kan de brommer direct in beslag worden genomen. In het verleden kon het kentekenbewijs alleen nog worden ingevorderd als een brom- of snorfiets met meer dan 15 km/u is opgevoerd.
Snorfiets en mobiele telefoon Het vasthouden van een mobiele telefoon is verboden voor bestuurders van een snorfiets. Handheld bellen op een snorfiets brengt immers dezelfde veiligheidsrisico’s met zich mee als op een bromfiets. Voor bromfietsen en brommobielen gold dit verbod al, net als voor andere gemotoriseerde voertuigen.
Nieuwe regels tegen ‘huftergedrag’ op de weg Sinds 1 januari 2015 zijn 23 verkeersovertredingen die nu nog vallen onder de wet Mulder bij het strafrecht ondergebracht. Het gaat vooral om ‘hufterregels’ die de verloedering in het verkeer moeten tegengaan. Door 23 ernstigste overtredingen onder te brengen bij het strafrecht worden overtreders uit de anonimiteit gehaald omdat de overtreder altijd voor de rechter moet verschijnen. Hierbij kan dan ook rekening worden gehouden met iemands verkeersverleden. Bovendien biedt het strafrecht een breder arsenaal aan sancties. De overtredingen die bij het strafrecht worden ondergebracht zijn: - Als weggebruiker niet opvolgen van aanwijzingen gegeven door middel van verlichte transparant op personen-, bedrijfsauto of motorfiets van politie. - Als weggebruiker niet stoppen voor een stopteken; gegeven door middel van een rode lamp. - Als weggebruiker niet stoppen voor een stopteken; gegeven met een aan een politievoertuig aangebrachte verlichte transparant. - Als bestuurder een bestuurder van een gehandicaptenvoertuig, die op een voetgangersoversteekplaats oversteekt of kennelijk op het punt staat over te steken, niet voor laten gaan. - Als bestuurder een voertuig inhalen vlak voor of op een voetgangersoversteekplaats. - Als bestuurder een andere bestuurder die links heeft voorgesorteerd en een teken geeft linksaf te willen slaan, links inhalen. - Als bestuurder een voetganger, die op een voetgangersoversteekplaats oversteekt of kennelijk op het punt staat over te steken, niet voor laten gaan. - Als bestuurder een persoon die zich moeilijk voortbeweegt niet voor laten gaan. - Behoudens in noodgevallen als weggebruiker op een autosnelweg; over de vluchtstrook of vluchthaven rijden. - Als weggebruiker bij verlicht rood kruis een rijstrook gebruiken. - Als bestuurder een blinde, voorzien van een blindenstok niet voor laten gaan. - Als weggebruiker geen gevolg geven aan een door een opsporingsambtenaar ter zake van het verkeer op de weg gegeven aanwijzing. - Als bestuurder van een motorrijtuig dat motorrijtuig niet op eerste vordering stilhouden. - Anders dan als bestuurder van een motorvoertuig waarmee sneller mag en kan worden gereden dan 60 kilometer per uur, een autosnelweg gebruiken. - Als bestuurder van een motorvoertuig op een autosnelweg keren. - Als bestuurder van een motorvoertuig op een autosnelweg achteruitrijden. - Als bestuurder van een motorvoertuig op een autosnelweg deze op de rijbaan laten stilstaan. - Anders dan als bestuurder van een motorvoertuig waarmee sneller mag en kan worden gereden dan 50 kilometer per uur, een autoweg gebruiken.
Nieuwe regels voor rijden met o.m. caravans en aanhangwagens Met een caravan rijden Volgens de nieuwe richtlijn is er een aantal dingen veranderd. Zo hoeven personen met alleen het rijbewijs B sinds 2013 bij het berijden van een BE-combinatie niet meer naar het ledig gewicht van het trekkend voertuig te kijken. Voorwaarde is wel dat de toegestane maximum massa van de combinatie onder de 3500 kg blijft en het trekkend voertuig de aanhangwagen inclusief lading op basis van het kentekenbewijs technisch mag trekken. Als de toegestane maximum massa boven de 3500 kg uitkomt en onder de 4250 kg blijft moet de bestuurder naast het rijbewijs B nog een aparte toets of examen afleggen voor het nieuwe zogenaamde B+ rijbewijs. Bestuurders die in 2013 of later hun E achter het rijbewijs B hebben gehaald mogen geen aanhangwagen trekken die een toegestane maximum massa van meer dan 3500 kg heeft. Voor een aanhangwagen boven de 3500 kg moet de E achter het rijbewijs C1 worden behaald. Voor alle duidelijkheid, bestuurders die voor 2013 hun rijbewijs BE hebben behaald krijgen deze beperking niet opgelegd Maximum snelheid (Auto, Motorfiets en T100 Bus met lichte aanhangwagen) Sinds 1 mei 2009 mag je met een personenauto of bestelauto die een lichte aanhangwagen met een toegestane maximum massa van niet meer dan 3500 kilo trekt, op autowegen en autosnelwegen 90 kilometer per uur rijden. Tot 1 mei 2009 was de maximumsnelheid van 80 kilometer per uur. Zware kampeerauto’s 80 kilometer per uur. Sinds 1 mei 2009 mag je met een zware kampeerauto met een toegestane maximum massa van meer dan 3500 kilo die afgeleid is van een vrachtwagen, op autowegen en autosnelwegen niet harder rijden dan 80 kilometer per uur. Vanwege de verkeersveiligheid geldt voor dit soort zware campers dezelfde maximumsnelheid als voor gewone vrachtwagens.
Nieuwe regels voor jongeren die hun rijbewijs willen halen Begeleid autorijden 17-jarigen, 2 to drive Wat is het begeleid rijden experiment 2toDrive? Jongeren kunnen met 17 jaar hun rijbewijs (categorie B) halen. Tot hun 18e jaar mogen zij dan onder begeleiding van een coach autorijden. Dit tijdelijke experiment heet 2toDrive. 2toDrive: theorie-examen vanaf 16 jaar Jongeren kunnen zich vanaf 16 jaar inschrijven voor het theorie-examen bij het CBR. Voorheen was de minimumleeftijd 18 jaar. Bij 2toDrive zijn de exameneisen hetzelfde als bij de reguliere examens. Jongeren kunnen vanaf 16,5 jaar starten met rijlessen via een rijschool naar keuze. Ook kunnen zij een tussentijdse toets afleggen. Voorheen was de minimumleeftijd voor het volgen van rijlessen 18 jaar. Jongeren kunnen zich vanaf hun 17e inschrijven voor het praktijkexamen van het CBR. Voorheen was de minimumleeftijd hiervoor 18 jaar. Om rijexamen te mogen doen, moeten ze wel een theoriecertificaat hebben. Bij 2toDrive zijn de exameneisen hetzelfde als bij normale examens. Het rijbewijs kan in Nederland worden gebruikt, maar niet in het Caribische deel van het Koninkrijk. Het rijbewijs geldt niet in het buitenland, totdat de jongere de leeftijd
van 18 jaar heeft bereikt. De bestuurder moet na het slagen voor het praktijkexamen tot zijn 18e jaar: - voldoen aan de gebruikelijke eisen die aan een bestuurder worden gesteld; - in het bezit zijn van een geldig rijbewijs en een begeleiderspas; - minimaal 1 geregistreerde begeleider (coach) hebben. Jongeren vanaf 17 jaar kunnen maximaal 5 personen opgeven als coach. De coaches komen op 1 begeleiderspas te staan. Tot hun 18e jaar mogen de jongeren alleen autorijden als 1 van deze coaches naast hen zit. Ook de coaches moeten aan eisen voldoen. 2toDrive is per 1 november 2011 ingevoerd als experiment. Het experiment duurt 6 jaar. Als rijden onder begeleiding van een coach een positief effect heeft op de verkeersveiligheid kan het systeem een definitieve wettelijke status krijgen.
Nieuwe regels voor het besturen van een trekker: Invoering trekkerrijbewijs (T-rijbewijs) vanaf 2015 De overheid voert op 1 juli 2015 het T-rijbewijs in. Alle bestuurders van een landbouwtrekker moeten dan dit rijbewijs hebben om de openbare weg op te mogen. Dit moet onder andere zorgen voor minder verkeersongevallen. Bovendien zijn de eisen aan de rijvaardigheid voor iedereen gelijk en sluit het T-rijbewijs beter aan op andere rijbewijzen, zoals die voor de auto. Een 16- of 17-jarige heeft nu al een trekkercertificaat nodig. Een trekkercertificaat is geen echt rijbewijs, maar een bewijs van vaardigheid. Het heet officieel: Certificaat voor vakbekwaamheid. Overgangsfase naar tractorrijbewijs. Voor bepaalde werktuigen is geen rijbewijs of trekkerrijbewijs jeugdigen nodig. Het gaat om: zelfrijdende werktuigen, zoals een rooimachine voor bieten en aardappelen; langzaam rijdende werktuigen (16 tot 25 kilometer per uur). Wie jonger is dan 18 jaar mag deze werktuigen alleen onder deskundig toezicht besturen. Het T-rijbewijs wordt vanaf 1 juli 2015 ook voor deze voertuigen (MMBS’en) verplicht. T-rijbewijs ook voor motorrijtuigen met beperkte snelheid. Het T-rijbewijs geldt ook voor bijna alle motorrijtuigen met beperkte snelheid (MMBS’en). Je kunt wel zonder rijbewijs op bijvoorbeeld een akker rijden.
Nieuwe regels voor: Herkenbaarheid van wegtypen Wat betekenen de strepen op de weg? Strepen op de weg kunnen een rijbaan in rijstroken verdelen of aangeven wat de maximumsnelheid is. Het is niet altijd duidelijk op wat voor soort weg je rijdt. Daarom komen er in Nederland nieuwe strepen op de weg. De nieuwe strepen heten ook wel essentiële herkenbaarheidskenmerken (EHK). Alle wegen buiten de bebouwde kom krijgen nieuwe strepen, met uitzondering van de autosnelwegen. Dit soort werkzaamheden zorgen vaak voor hinder voor het verkeer. Daarom worden de strepen aangebracht tijdens periodiek onderhoud of bij de aanleg van nieuwe wegen. De nieuwe strepen geven aan wat de maximumsnelheid is die je op die weg mag rijden: - dubbele witte middenstrepen met groene kleur ertussen: 100 kilometer per uur; - dubbele witte middenstrepen zonder groene kleur: 80 km/uur; - geen middenstreep: 80 km per uur, behalve als er langs de weg een bord staat met een lagere maximum snelheid.
De nieuwe strepen veranderen niets aan de bestaande verkeersregels en maximumsnelheden op wegen buiten de bebouwde kom. Verkeersborden gaan voor strepen op de weg. Aan de strepen kun je zien hoe hard je normaal gesproken mag rijden. Soms past een lagere snelheid beter bij de situatie. Staat er een verkeersbord met een lagere maximumsnelheid? Dan moet je zich aan de op het verkeersbord aangegeven snelheid houden.
Nieuwe regels voor verlichting van & zitplaatsen in voertuigen Goedgekeurde verlichting op het voertuig Vanaf 1 mei 2009 mogen de lichtarmaturen van een auto alleen het type lamp hebben waarvoor ze zijn goedgekeurd. Gasontladingslampen (xenonlampen) geven veel meer licht dan halogeenlampen. Om te zorgen dat er geen weggebruikers door worden verblind, is het zeker voor gasontladingslampen van belang dat zij alleen worden gebruikt in speciaal daarvoor bestemde armaturen. Mistlampen Als de mistlampen aan de voorzijde van het voertuig branden, hoeft het dimlicht niet gebruikt te worden. Als de mistlampen en de dimlichten aan de voorzijde van de auto tegelijk branden, bestaat de kans dat je verblind wordt door de reflectie van je eigen dimlicht. Alleen passagiers vervoeren op échte zitplaats Je mag passagiers in de auto alleen vervoeren op een échte zitplaats, die gemaakt is voor het gebruik door volwassenen tijdens het rijden. Passagiers mogen dus tijdens het rijden niet zitten op een geïmproviseerde zitplaats of een zitplaats voor gebruik bij stilstand, zoals een zitbank in een camper. Er zijn uitzonderingen, bijvoorbeeld het vervoer van kinderen tot 1,35 meter op een standaard of achteraf ingebouwd bankje in een stationwagen en passagiers die gebruikmaken van een rolstoel. Gordels Per 1 mei 2008 is van kracht: in auto’s die op alle zitplaatsen gordels hebben, mogen niet méér inzittenden worden vervoerd dan er gordels zijn. Heb je dus maar twee gordels op de achterbank, dan mogen er geen drie personen zitten.
Regels over milieuzones Milieuzones uitbreiden Een milieuzone is belangrijk voor de verbetering van de lokale luchtkwaliteit. Binnen een milieuzone zijn alleen vrachtwagens met roetfilter toegestaan. In steden voldoet gemiddeld 50% aan de emissie-eisen van een milieuzone. In 2015 zal ongeveer 80% voldoen aan de emissie-eisen. De gemeenten die een milieuzone bezitten zijn: Breda, Eindhoven, Arnhem, Delft, Amsterdam, ‘s Hertogenbosch, Maastricht, Utrecht, Rotterdam, Tilburg, Rijswijk, Den Haag en Leiden. Deze gemeenten hanteren dezelfde toegangsregels en ze hebben dezelfde regels met betrekking tot ontheffing verlening. Het gaat hier om een toegangsbeperking voor specifieke typen oude motorvoertuigen. De beperking geldt uitsluitend na een verkeersbesluit daarover van de gemeente.
Onder de regeling vallen in ieder geval geen bestelauto’s: - die op benzine rijden, of - die op diesel rijden als ze van na 2005 dateren. En verder vallen onder de regeling ook geen personenauto’s: - die op benzine rijden en van na 30 juni 1992 dateren. - die op diesel rijden en van na 2005 dateren. Er heeft ook een verandering plaats gevonden bij de verkeersborden C22a en C22b, hier zal ‘vrachtauto’ worden vervangen door ‘motorvoertuigen. Wanneer gemeenten willen vast houden aan het weren van uitsluiten vrachtverkeer, dan zal er onder de milieuzoneborden een onderbord moeten worden geplaatst met het symbool van de categorie voertuigen waarvoor het milieuzonebord bedoeld is. In het geval van vrachtauto’s zal het vrachtwagensymbool geplaatst worden, dit in plaats van de tekst ‘alleen vrachtwagens’, wat verwarring brengt bij het internationale vrachtverkeer.
Nieuwe regels voor parkeerschijfzones Parkeerschijfzone Het is verboden in een parkeerschijfzone te parkeren, behalve op parkeerplaatsen die als zodanig zijn aangeduid of aangegeven of plaatsen die zijn voorzien van een blauwe streep. Op plaatsen die zijn voorzien van een blauwe streep is het parkeren van een motorvoertuig op meer dan twee wielen slechts toegestaan indien het motorvoertuig overeenkomstig het bij ministeriële regeling bepaalde is voorzien van een duidelijk zichtbare parkeerschijf. Indien het motorvoertuig is voorzien van een voorruit, wordt de parkeerschijf achter de voorruit geplaatst. Op de parkeerschijf staat het tijdstip aangegeven waarop met parkeren is begonnen. Een parkeerschijf voorzien van een mechanisme dat tijdens het parkeren het tijdstip van aankomst automatisch verschuift, mag niet worden gebruikt. Bij het instellen mag het tijdstip van aankomst naar boven worden afgerond op het eerstvolgende hele of halve uur. De toegestane parkeerduur mag niet zijn verstreken. Indien op een onderbord dagen of uren zijn vermeld, gelden het tweede tot en met het vierde lid slechts gedurende die dagen of uren. Instellen parkeerschijf alleen nog handmatig Sinds 1 mei 2009 mag je het tijdstip van aankomst op de parkeerschijf alleen nog handmatig instellen. Een parkeerschijf met een mechanisme dat het tijdstip van aankomst automatisch verschuift, mag je dus niet meer gebruiken. Ook moet je vanaf 1 mei 2009 de parkeerschijf achter de voorruit van de auto plaatsen. De parkeerschijf moet van buitenaf duidelijk zichtbaar zijn.
Bronnen: o.m. www.rijksoverheid.nl, www.cbr.nl, Veilig Verkeer Nederland, Europese Commissie & Uitgeverij Smit.