Neurologie
Lumbale laminectomie
Binnenkort wordt u geopereerd aan uw rug in verband met een kanaalstenose (vernauwing van het wervelkanaal). In deze brochure vindt u informatie over deze operatie en een aantal richtlijnen en adviezen die kunnen bijdragen aan een sneller herstel.
Wat wordt er onder de rug verstaan? Het skelet van onze rug wordt gevormd door de wervelkolom. De menselijke wervelkolom bestaat van boven naar beneden uit: 7 halswervels, 12 borstwervels, 5 lendenwervels, het heiligbeen en de stuit. Alle wervels hebben een boog met daarin een holte. Deze holtes vormen tezamen het wervelkanaal. In het wervelkanaal bevindt zich het ruggenmerg met zenuwwortels. Tussen de wervels liggen de tussenwervelschijven, ook wel discus genoemd.
Wat is een lumbale laminectomie? Laminectomie is het verwijderen van één of meerdere wervelbogen om ruimte te creëren voor de zenuwwortels. Lumbale laminectomie wil zeggen dat het de wervelbogen van de lendenwervels betreft. De wervelbogen dienen verwijderd te worden wanneer het wervelkanaal vernauwd is geraakt door artrose van de wervels. Door veroudering worden de wervels minder flexibel en de bindweefselbanden, die de rugspieren aan de wervels hechten, verdikken. Hierdoor ontstaat vernauwing in het wervelkanaal. De zenuwwortels en de zenuwen komen klem te zitten wat bij het lopen pijn, gevoelloosheid en zwakte in de rug en benen veroorzaakt.
1
De operatie De operatie wordt uitgevoerd door een neurochirurg. Hij maakt in de huid van de rug een verticale snee op de plaats waar de zenuwwortels bekneld zijn. Als de lange rugspieren opzij geschoven zijn, worden de wervelbogen weggehaald. Ook de dikker geworden bindweefselbanden worden weggenomen. Overtollig weefsel dat het wervelkanaal vernauwt, wordt ook weggehaald. Op deze manier komen de zenuwwortels weer vrij te liggen en kunnen de klachten afnemen.
2
Het verblijf op de afdeling Afhankelijk van het tijdstip van de operatie wordt u één dag voor de operatie of de dag van operatie opgenomen op de afdeling. Om trombose te voorkomen geeft de verpleegkundige u ± 1 uur voor de operatie een injectie met een bloedverdunnend middel in de buik of in het bovenbeen. Deze injectie krijgt u na de operatie dagelijks, tot de dag van ontslag. Na de operatie heeft u een infuus en mogelijk een blaaskatheter en een wonddrain. Voor de wondgenezing moet u zes uur plat op uw rug liggen. De functie van de benen wordt gecontroleerd en de pols en de bloeddruk gemeten. Als de zes uur zijn verstreken mag u afwisselend op de linker- en op de rechterzijde gaan liggen. Bij het kantelen helpen desgewenst verpleegkundigen totdat u zelf kunt draaien (op de wijze zoals u voor de operatie geleerd is). Vooral de eerste twee dagen kunt u een stijf en pijnlijk gevoel in de rug hebben en een doof gevoel in de benen. Deze pijn kan per dag wisselen en wordt meestal veroorzaakt door irritatie van de zenuw. De zenuw kan de eerste 3 tot 5 dagen na de operatie zwellen als gevolg van irritatie tijdens de operatie. Dit kan pijn, dove gevoelens of tintelingen veroorzaken, die na een week geleidelijk minder moeten gaan worden. Eerste dag na de operatie (vrijdag): U mag weer normaal eten en drinken. ’s Morgens worden de wonddrain en het infuus verwijderd. Hierna wordt u onder begeleiding van de fysiotherapeut(e) uit bed geholpen en mag u even lopen. U mag niet zitten. Mits er geen complicaties zijn, mag u vandaag onderbegeleiding naar het toilet lopen. Loop ’s avonds nog een rondje over de afdeling met een verpleegkundige.
3
Tweede dag na de operatie (zaterdag): U wordt begeleid door een fysiotherapeut(e). Deze dag is er aandacht voor het in en uit bed komen, opstaan en gaan zitten en enkele eenvoudige oefeningen; verder krijgt u instructies over wat u deze dag wel en niet mag doen. Als u er behoefte aan heeft mag u douchen. Loop ’s avonds nog een rondje over de afdeling. Derde dag na de operatie (zondag): Deze dag mag u naar huis, mits er geen complicaties zijn Er wordt deze dag aandacht besteed aan het bukken en het traplopen. Ook het in en uit de auto stappen en het zitten in de auto wordt geoefend. Deze dag krijgt u geen spuitje meer tegen trombose. Ontslag uit het ziekenhuis: In de wond zitten oplosbare hechtingen, deze hoeven dus niet verwijderd te worden. Het kan wel zo zijn dat aan de boven- en onderkant lusjes zitten, als u hier last van heeft kunnen deze ongeveer 1 week na de operatie doorgeknipt worden door de huisarts. Als dit het geval is, hoort u dit van de verpleegkundige. Laat thuis uw familie de wond in de gaten houden. Bij veranderingen aan de wond, zoals bijvoorbeeld pijn en roodheid, kunt u de huisarts raadplegen. In principe zal na ontslag de fysiotherapeut(e) van het ziekenhuis u niet langer behandelen. U krijgt een aanvraag mee naar huis voor een fysiotherapeut(e) in de buurt van waar u woont of naar eigen keuze in het ziekenhuis, die u zes weken lang twee à drie keer per week moet bezoeken. Als u al voor de operatie door een fysiotherapeut(e) behandeld werd, dan kunt u gewoon weer bij hem of haar in behandeling. Ongeveer zes weken na uw ontslag uit het ziekenhuis wordt u verwacht bij de neurochirurg die u geopereerd heeft. U kunt dan bijvoorbeeld met hem bespreken wanneer u uw werk kunt hervatten en welke sporten u (weer) kunt beoefenen.
4
Mogelijke problemen Bij elke operatieve ingreep bestaat het risico op mogelijke problemen. Uw behandelend arts heeft mogelijke problemen al met u besproken. Als u hierover nog vragen hebt, kunt u deze altijd aan uw behandelend arts stellen.
Doof gevoel of verlies van kracht Een doof gevoel of verlies van kracht komt meestal doordat de zenuw is geïrriteerd tijdens de operatie en daardoor wat opgezwollen raakt. De irritatie wordt veroorzaakt door manipulatie aan de zenuwwortels die al lang in de knel hebben gezeten. Het dove gevoel en verlies aan kracht gaan meestal weer vanzelf over in de weken tot maanden na de operatie. Een doof gevoel of verlies van kracht dat al voor de operatie bestond, vertoont meestal een minder goed of zelfs geen herstel. Tevens duurt het vaak veel langer voordat een eventueel herstel bemerkt wordt. Een doof gevoel kan onaangenaam zijn maar het beïnvloedt het functioneren van het been niet.
Nabloeding Een nabloeding komt zeer zelden voor. Het kan zich uiten doordat de wond zeer dik en pijnlijk wordt in één van de eerste uren na de operatie of doordat de wond lang bloed of bloederig vocht blijft lekken. Soms kan er, als gevolg van een nabloeding, druk op zenuwen ontstaan. Hierdoor kunt u pijn, tintelingen en een doof gevoel en/of verlies van kracht in de benen ervaren.
5
Wondproblemen Er kunnen ontstaan.
op
verschillende
plaatsen
wondproblemen
Infectie van de wond Dit kan het geval zijn als het litteken niet goed geneest of als er steeds weer gelig vocht of pus uit de wond komt. Infectie van de tussenwervelruimte en/of wervel Dit komt zelden voor en geeft, als het optreedt, vooral veel klachten in de rug en/of de buik. Loslaten wondranden Als de wondranden een klein beetje loslaten kan dit geen kwaad en groeit het gewoon weer dicht. Loslatende wondranden kunnen echter duiden op een beginnende infectie. Als de wondranden over meer dan 1 centimeter loslaten moet u contact opnemen met uw huisarts. Lekkage hersenvocht Lekkend hersenvocht treedt op bij een paar procent van de geopereerde patiënten. Het kan ontstaan omdat het vlies om de zenuw(en), dat soms heel erg dun is, als gevolg van het vrijmaken van de zenuw een kleine beschadiging oploopt. Hierdoor kan er vocht, dat zich om de hersenen, ruggenmerg en zenuwen bevindt, gaan lekken. Dit is meestal maar een heel klein beetje. Indien mogelijk wordt de beschadiging gehecht, anders wordt het op een andere wijze dichtgemaakt. Zelden is het nodig enkele dagen een draintje te plaatsen via een ruggenprik. Meestal is het gaatje zo klein dat u er geen last van zult hebben, maar soms kunt u er (wat) hoofdpijn van hebben. Als er veel vocht weggelopen is, zult u het advies krijgen ongeveer 1 liter vocht extra per dag te drinken en een paar dagen bedrust te houden. 6
Instabiliteit van de wervels Na een lumbale laminectomie kan er een lichte speling tussen de wervels ontstaan, waardoor er weer last van rug of benen ontstaat.
Vorming van littekenweefsel rond de zenuw Hierover bestaan vele misvattingen. Littekenweefsel ontstaat bij elke operatie en het levert meestal geen enkel probleem op. Tegenwoordig kan littekenweefsel bij MRI onderzoek zichtbaar gemaakt worden, waardoor een onbegrepen last al snel, ten onrechte, hieraan toegeschreven wordt. Littekenweefsel kan problemen geven. Het littekenweefsel kan de zenuw gaan beknellen.
Recidief Een echt recidief (het terugkomen van de klachten), zoals bij een hernia, is hier in feite onmogelijk omdat het verwijderde bot niet weer aangroeit. Het weer optreden van klachten blijkt dan meestal erop te berusten dat op aangrenzende niveaus, die bij de vorige operatie niet in aanmerking kwamen voor verruiming, de stenose nu zover is gevorderd dat een heroperatie nodig is om ook hier de vernauwing te verhelpen.
7
Enkele adviezen mee naar huis Zitten: Zeker de eerste tijd na de operatie is het verstandig om niet te lang achtereen stil te zitten. Maak er een gewoonte van ieder (half) uur even rond te lopen. Het is raadzaam om op een stoel te zitten met een hoge rugleuning die zowel hoog als laag in de rug steun geeft. Daarnaast moet u voldoende zithoogte hebben, waardoor de benen naar uw gevoel op een natuurlijke wijze op de grond rusten. Liggen: Zorg dat u niet op een doorzakkend bed slaapt. Eventueel kunt u planken of een spaanplaat onder het matras laten aanbrengen. Overdag is het belangrijk dat u uw rug kunt ontlasten door regelmatig te gaan liggen. Het heeft dus de voorkeur om in de huiskamer een bed te plaatsen. Bukken: Het is verstandig om tijdens het bukken door de knieën te gaan. Zorg er in ieder geval voor de rug recht te houden. Dit geldt ook voor het verrichten van werkzaamheden in bukkende houding. Probeer echter zwaar tillen te vermijden. Werken: Lichte werkzaamheden (werken aan een bureau), kunt u na 6 à 8 weken hervatten. Het is verstandig om na een (half) uur zitten, even rond te lopen. De zwaardere werkzaamheden (werk waarbij veel getild moet worden) mogen na ongeveer 3 maanden worden hervat. Huishoudelijk werk: 4 à 6 weken na de operatie kunnen lichte huishoudelijke werkzaamheden worden hervat, mits u goed oplet met bukken en tillen. Na 3 maanden kunnen alle werkzaamheden weer worden uitgevoerd. 8
Fietsen: 4 à 6 weken na ontslag mag u op vlakke wegen weer fietsen. Omdat u voorzichtig moet zijn met op- en afstappen is het verstandig om op een damesfiets te fietsen. Autorijden: 4 à 6 weken na ontslag mag u over korte afstanden weer autorijden. Sportbeoefening: 4 à 6 weken na ontslag mag u weer zwemmen. Het zwemmen is vooral bedoeld om uw rug weer soepel en beweeglijk te maken. Na ongeveer 6 maanden kunnen alle sporten worden hervat, maar probeer wel rustig uit, wat wel en niet goed gaat. Seks: Seksuele gemeenschap is niet bezwaarlijk, mits u verstandig met uw rug omgaat. Wees verstandig en respecteer uw eigen grens. Te flauw zijn is niet goed, maar ook te fanatiek niet. Belangrijk is om eventuele uitstralende pijn zoveel mogelijk te vermijden, door houding en belasting aan te passen. Denk altijd aan uw houding ook al is de operatie jaren geleden en heeft u geen klachten meer.
9
Oefenschema voor de patiënt Activiteiten Datum Informatie gehad over: - de operatie - houding in bed - oefeningen in bed - in en uit bed komen Voeten bewegen Bovenbenen aanspannen Voeten bewegen over het bed Omdraaien naar zijligging 6 uur na ok Uit bed onder begeleiding van fysiotherapeut of verpleegkundige Lopen onder begeleiding Informatie en oefenen zithouding Zittend eten maximaal 15 minuten 3x 5 minuten zitten Zelfstandig lopen Douchen Mobiliseren zenuw 5x 15 minuten zitten Info in en uit de auto Traplopen Ontslag
Dag voor ok /
10
Dag Dag Dag Dag 0 1 2 3 /
/
/
/
Heeft u nog vragen? Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, kunt u deze gerust stellen aan uw arts op de afdeling of aan de arts die u spreekt bij het eerste polikliniekbezoek na ontslag. Hij zal graag bereid zijn uw vragen te beantwoorden. Wij wensen u een spoedig herstel toe. Belangrijke telefoonnummers: Lievensberg ziekenhuis: secretariaat polikliniek neurologie: afdeling neurologie:
0164 278000 0164 278330 0164 278666
mei 2010
11