Network Speed Dome
Gebruikershandleiding UD.6L0201D1827A01
1
Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome
Gebruikershandleiding COPYRIGHT © 2015 Hangzhou Hikvision Digital Technology Co., Ltd. ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN. Alle gegevens, inclusief, maar niet beperkt tot teksten, afbeeldingen en grafieken, zijn het eigendom van Hangzhou Hikvision Digital Technology Co., Ltd of haar dochterondernemingen (hierna Hikvision genoemd). Deze gebruikershandleiding (hierna de Handleiding genoemd) mag op geen enkele wijze geheel of gedeeltelijk worden gereproduceerd, gewijzigd, vertaald of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van Hikvision. Tenzij anderszins aangegeven, verleent Hikvision geen impliciete of expliciete garanties of verklaringen met betrekking tot de Handleiding. Over deze Handleiding Deze handleiding is van toepassing op de volgende typen network speed domes: 5-inch, 6,5-inch, 7-inch IR en 8-inch IR. Deze handleiding bevat instructies voor het gebruik en beheer van het product. Afbeeldingen, grafieken en alle andere informatie in dit document zijn alleen bedoeld voor beschrijvings- en uitlegdoeleinden. De informatie in deze Handleiding kan zonder kennisgeving via firmware-updates of om andere redenen worden gewijzigd.
U vindt de meest recente versie op de
bedrijfswebsite (http://overseas.hikvision.com/en/). Gebruik deze gebruikershandleiding onder begeleiding van professionals. Kennisgeving met betrekking tot handelsmerken en andere handelsmerken en logo's van Hikvision zijn het eigendom van Hikvision in verschillende rechtsgebieden. Andere handelsmerken en logo's die hieronder worden vermeld, zijn het eigendom van de respectieve eigenaars. Wettelijke vrijwaring VOOR ZOVER WETTELIJK IS TOEGESTAAN DOOR HET TOEPASSELIJK RECHT, WORDT HET BESCHREVEN PRODUCT, INCLUSIEF HARDWARE, SOFTWARE EN FIRMWARE, GELEVERD IN DE HUIDIGE STAAT ('AS IS'), INCLUSIEF GEBREKEN EN FOUTEN. HIKVISION VERLEENT GEEN GARANTIES, HETZIJ EXPLICIET, HETZIJ IMPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT VERKOOPBAARHEID, VOLDOENDE KWALITEIT, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL EN NIET-INBREUKMAKENDHEID. IN GEEN GEVAL KUNNEN HIKVISION, HAAR DIRECTEURS, BESTUURSLEDEN, WERKNEMERS OF AGENTEN AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD DOOR U VOOR BIJZONDERE SCHADE, GEVOLGSCHADE, SCHADE DOOR ONGEVALLEN OF INDIRECTE SCHADE, WAARONDER SCHADE DOOR VERLIES VAN BEDRIJFSWINST, BEDRIJFSONDERBREKINGEN EN VERLIES VAN GEGEVENS OF DOCUMENTATIE, DIE HET GEVOLG IS VAN HET GEBRUIK VAN DIT PRODUCT, ZELFS WANNEER HIKVISION OP DE HOOGTE WAS VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE. WAT BETREFT HET PRODUCT MET INTERNETTOEGANG, GELDT DAT HET PRODUCT GEHEEL OP EIGEN RISICO WORDT GEBRUIKT. HIKVISION KAN NIET VERANTWOORDELIJK WORDEN GESTELD VOOR INCORRECTE WERKING, PRIVACYLEKKEN OF ANDERE SCHADE DIE HET GEVOLG IS VAN CYBERAANVALLEN,
HACKERSAANVALLEN,
VIRUSCONTROLES
OF
ANDERE
INTERNETBEVEILIGINGSRISICO'S. HIKVISION ZAL ECHTER TIJDIGE TECHNISCHE ONDERSTEUING BIEDEN © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
2
INDIEN DEZE VEREIST IS. DE SURVEILLANCEWETGEVING VERSCHILT PER RECHTSGEBIED. CONTROLEER ALLE TOEPASSELIJKE WETGEVING IN UW RECHTSGEBIED VOORDAT U DIT PRODUCT GEBRUIKT OM ERVOOR TE ZORGEN DAT UW GEBRUIK CONFORM HET TOEPASSELIJK RECHT IS. HIKVISION KAN NIET VERANTWOORDELIJK WORDEN GESTELD WANNEER HET PRODUCT VOOR ONRECHTMATIGE DOELEINDEN WORDT GEBRUIKT. IN HET GEVAL VAN CONFLICTEN TUSSEN DEZE HANDLEIDING EN HET TOEPASSELIJK RECHT, HEEFT HET TOEPASSELIJK RECHT VOORRANG.
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
3
Regelgevingsinformatie FCC-informatie FCC-naleving: Deze apparatuur is getest en voldoet aan de grenswaarden voor een digitaal apparaat, conform deel 15 van de FCC-regelgeving. Deze grenswaarden zijn ontworpen om redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie wanneer de apparatuur in een commerciële omgeving wordt gebruikt. Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie-energie, en kan deze uitstralen. Als de apparatuur niet wordt geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de instructiehandleiding, kan de apparatuur schadelijke interferentie veroorzaken aan radiocommunicatie. Het gebruik van deze apparatuur in een woonwijk kan schadelijke interferentie veroorzaken. In dat geval moet de gebruiker de interferentie op eigen kosten verhelpen. FCC-voorschriften Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regelgeving. Het gebruik is onderworpen aan de volgende twee voorschriften: 1. Dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken. 2. Dit apparaat moet ontvangen interferentie accepteren, inclusief interferentie die kan leiden tot ongewenste werking. EU-conformiteitsverklaring Dit product en (indien van toepassing) de meegeleverde accessoires zijn gemarkeerd met CE. Dit houdt in dat ze voldoen aan de toepasselijke algemene Europese standaarden onder EMC-richtlijn 2004/108/EC en RoHS-richtlijn 2011/65/EC.
2012/19/EU (WEEE-richtlijn): Producten met dit symbool mogen in de Europese Unie niet worden weggegooid als ongesorteerd restafval. Retourneer de batterij aan uw leverancier of een van de speciale inzamelingspunten voor deskundige recycling. Raadpleeg de volgende site voor meer informatie: www.recyclethis.info. 2006/66/EC (batterijrichtlijn): Dit product bevat een batterij die in de Europese Unie niet mag worden weggegooid als ongesorteerd restafval. Raadpleeg de productdocumentatie voor informatie over deze specifieke batterij. De batterij is gemarkeerd met het volgende symbool. Het symbool kan afkortingen bevatten waarmee cadmium (Cd), lood (Pb) en kwik (Hg) worden aangeduid. Retourneer de batterij aan uw leverancier of een van de speciale inzamelingspunten voor deskundige recycling. U vindt meer informatie op www.recyclethis.info. Naleving van Industry Canada ICES-003 Dit apparaat voldoet aan de vereisten voor de standaarden van CAN ICES-3 (A)/NMB-3(A).
© Hikvision
4
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Veiligheidsinstructies Deze instructies zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat de gebruiker het product op de juiste wijze kan gebruiken, en om gevaar en verlies van eigendommen te voorkomen. De voorzorgsmaatregelen zijn gemarkeerd als Waarschuwing of Let op: Waarschuwing: Als deze waarschuwingen worden genegeerd, kan dit leiden tot ernstig letsel of overlijden. Let op: Als deze meldingen worden genegeerd, kan dit leiden tot letsel of beschadigde apparatuur.
Waarschuwing Volg deze veiligheidsmaatregelen
Let op
op om ernstig letsel of overlijden te voorkomen.
Volg deze voorzorgsmaatregelen op om mogelijk letsel of materiaalbeschadiging te voorkomen.
Waarschuwing:
Gebruik een voedingsadapter die voldoet aan de SELV-standaard (veiligheidsstandaard voor extra lage spanning). Het energieverbruik mag niet lager zijn dan de vereiste waarde.
Sluit niet meerdere apparaten aan op één voedingsadapter. Overbelasting van de adapter kan leiden tot oververhitting en brandgevaar.
Wanneer het product op een muur of plafond wordt geplaatst, moet het apparaat stevig worden vastgezet.
Stel het binnen gebruikte product niet bloot aan regen of vocht om het risico op brand en elektrische schokken te voorkomen.
De installatie moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde servicemedewerker en de installatie moet voldoen aan alle lokale regelgeving.
Installeer apparatuur voor stroomstoringen in het voedingscircuit om problemen bij stroomonderbrekingen te voorkomen.
Als het product niet naar behoren werkt, neemt u contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum. Probeer nooit zelf het product uit elkaar te halen. (Wij nemen geen verantwoordelijkheid voor problemen die zijn veroorzaakt door ongeautoriseerde reparaties
of onderhoudswerkzaamheden.) Kijk niet rechtstreeks in het laserlicht vanaf een afstand van minder dan 6 meter, aangezien laserlicht schadelijk kan zijn voor mensen.
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
5
Let op:
Zorg dat de voedingsspanning correct is voordat u het product in gebruik neemt.
Laat het product niet vallen en stel het niet bloot aan elektrische schokken. Installeer het product niet op trillende ondergronden of locaties.
Stel het product niet bloot aan omgevingen met sterke elektromagnetische straling.
Richt de lens niet op een sterke lichtbron, zoals de zon of een gloeilamp. Het sterke licht kan leiden tot onherstelbare schade aan het product.
De sensor kan worden uitgebrand met een laserstraal. Als er laserapparatuur wordt gebruikt, moet het oppervlak van de sensor niet worden blootgesteld aan de laserstraal.
Raadpleeg de specificatiehandleiding voor meer informatie over de bedrijfstemperatuur.
Goede ventilatie is vereist om hitte weg te voeren en een correcte werkomgeving te garanderen.
Het product moet tijdens verzending in de originele verpakking worden ingepakt.
Gebruik de meegeleverde handschoen om de productcover te openen. Raak de productcover niet direct met uw vingers aan, aangezien de zuurgraad van het zweet op uw vingers de oppervlaktecoating van de productcover kan aantasten.
Gebruik een zachte en droge doek om het binnen- en buitenoppervlak van de productcover schoon te maken. Gebruik geen basische schoonmaakmiddelen.
Onjuist gebruik en onjuiste vervanging van de batterij kunnen leiden tot explosiegevaar. Gebruik
het door de fabrikant aanbevolen batterijtype.
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
6
Inhoudsopgave 1.1
SYSTEEMVEREISTEN ....................................................................................................................... 8
1.2
FUNCTIES .................................................................................................................................... 8
2.1
DE NETWORK SPEED DOME INSTELLEN VIA EEN LAN .......................................................................... 12
2.1.1
Kabelverbinding via een LAN ............................................................................................. 12
2.1.2
De speed dome activeren................................................................................................... 13
2.2
DE NETWORK SPEED DOME INSTELLEN VIA EEN WAN ......................................................................... 19
2.2.1
Aansluiten met statisch IP-adres ........................................................................................ 19
2.2.2
Verbinding maken met een dynamisch IP-adres ................................................................ 20
3.1
TOEGANG VIA WEBBROWSERS ....................................................................................................... 23
3.2
TOEGANG VIA CLIENTSOFTWARE..................................................................................................... 25
4.1
INSCHAKELACTIE ......................................................................................................................... 27
4.2
LIVEWEERGAVEPAGINA ................................................................................................................. 27
4.3
LIVEWEERGAVE STARTEN............................................................................................................... 28
4.4
BEELDEN HANDMATIG OPNEMEN EN VASTLEGGEN ............................................................................. 31
4.5
PTZ-BEDIENING .......................................................................................................................... 31
4.5.1
PTZ-bedieningspaneel ........................................................................................................ 31
4.5.2
Een preset instellen/aanroepen ......................................................................................... 32
4.5.3
Een patrouille instellen/aanroepen .................................................................................... 34
4.5.4
Een patroon instellen/aanroepen ...................................................................................... 36
4.6
LIVEWEERGAVEPARAMETERS CONFIGUREREN .................................................................................... 38
5.1
BEGINPOSITIE CONFIGUREREN ....................................................................................................... 39
5.2
BASIS-PTZ-PARAMETERS CONFIGUREREN......................................................................................... 40
5.3
PTZ-LIMIETSTOPS CONFIGUREREN .................................................................................................. 41
5.4
GEPLANDE TAKEN CONFIGUREREN .................................................................................................. 43
5.5
PARKEERACTIES CONFIGUREREN ..................................................................................................... 45
5.6
PRIVACYMASKER CONFIGUREREN.................................................................................................... 45
5.7
SLIMME TRACKING CONFIGUREREN ................................................................................................. 47
5.8
PTZ-BEDIENINGSPRIORITEIT CONFIGUREREN..................................................................................... 48
5.9
PTZ-CONFIGURATIES WISSEN......................................................................................................... 48
6.1
LOKALE PARAMETERS CONFIGUREREN.............................................................................................. 50
6.2
TIJDINSTELLINGEN CONFIGUREREN.................................................................................................. 51
6.3
NETWERKINSTELLINGEN CONFIGUREREN .......................................................................................... 54
6.3.1
TCP/IP-instellingen configureren ........................................................................................ 54
6.3.2
Poortinstellingen configureren .......................................................................................... 56
6.3.3
PPPoE-instellingen configureren ........................................................................................ 56
6.3.4
DDNS-instellingen configureren ......................................................................................... 57
6.3.5
SNMP-instellingen configureren ........................................................................................ 60
6.3.6
802.1X-instellingen configureren ....................................................................................... 61
6.3.7
QoS-instellingen configureren............................................................................................ 62
6.3.8
FTP-instellingen configureren ............................................................................................ 63
6.3.9
UPnP™-instellingen configureren....................................................................................... 65
6.3.10
NAT-instellingen (Network Address Translation) configureren ...................................... 66
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
7
6.3.11
E-mailinstellingen configureren ..................................................................................... 66
6.3.12
HTTPS-instellingen configureren .................................................................................... 68
6.4
VIDEO- EN AUDIO-INSTELLINGEN CONFIGUREREN............................................................................... 71
6.4.1
Video-instellingen configureren ......................................................................................... 71
6.4.2
Audio-instellingen configureren ......................................................................................... 72
6.4.3
ROI-instellingen configureren ............................................................................................ 73
6.5
BEELDINSTELLINGEN CONFIGUREREN............................................................................................... 75
6.5.1
Scherminstellingen configureren ....................................................................................... 75
6.5.2
OSD-instellingen configureren ........................................................................................... 82
6.5.3
Tekstoverlayinstellingen configureren ............................................................................... 84
6.6
ALARMEN CONFIGUREREN EN BEHEREN ........................................................................................... 85
6.6.1
Bewegingsdetectie configureren ....................................................................................... 85
6.6.2
Alarm voor videosignaalverlies configureren .................................................................... 90
6.6.3
Alarm voor videomanipulatie configureren ....................................................................... 91
6.6.4
Externe alarminputs configureren ..................................................................................... 92
6.6.5
Alarmoutput configureren ................................................................................................. 93
6.6.6
Uitzonderingen verwerken ................................................................................................ 94
6.6.7
Audio-uitzonderingen detecteren ...................................................................................... 95
6.6.8
Dubbele VCA configureren ................................................................................................. 96
6.6.9
Indringerdetectie configureren .......................................................................................... 96
6.6.10
Detectie van lijnoverschrijding configureren ................................................................. 98
6.6.11
Gezichtsdetectie configureren ..................................................................................... 100
6.6.12
Detectie van betreden van gebied ............................................................................... 101
6.6.13
Detectie van verlaten van gebied ................................................................................ 102
7.1
NAS-INSTELLINGEN CONFIGUREREN ............................................................................................. 104
7.2
OPSLAG INITIALISEREN EN CONFIGUREREN ..................................................................................... 105
7.3
OPNAMESCHEMA CONFIGUREREN ................................................................................................ 106
7.4
INSTELLINGEN VOOR SNAPSHOTS CONFIGUREREN ............................................................................ 110
10.1
GEBRUIKERSACCOUNTS BEHEREN ................................................................................................. 119
10.2
VERIFICATIE CONFIGUREREN ........................................................................................................ 121
10.3
ANONIEM BEZOEK CONFIGUREREN ............................................................................................... 121
10.4
IP-ADRESFILTER CONFIGUREREN ................................................................................................... 122
10.5
INSTELLINGEN VOOR DE BEVEILIGINGSSERVICE CONFIGUREREN ........................................................... 123
10.6
APPARAATINFORMATIE WEERGEVEN .............................................................................................. 123
10.7
ONDERHOUD ........................................................................................................................... 124
10.7.1
De speed dome opnieuw starten ................................................................................. 124
10.7.2
Standaardinstellingen herstellen ................................................................................. 124
10.7.3
Configuratiebestand importeren/exporteren .............................................................. 124
10.7.4
Het systeem upgraden ................................................................................................. 125
10.8
RS-485 CONFIGUREREN............................................................................................................. 126
10.9
AANVULLENDE VERLICHTING CONFIGUREREN .................................................................................. 126
10.10
VERBINDING OP AFSTAND CONFIGUREREN.................................................................................. 127
APPENDIX 1 - INLEIDING TOT SADP-SOFTWARE........................................................................................... 128 APPENDIX 2 POORTTOEWIJZING ............................................................................................................... 131
© Hikvision
8
Gebruikershandleiding voor network speed dome
APPENDIX 3 BESCHERMING TEGEN STATISCHE ELEKTRICITEIT, BLIKSEMONTLADING EN STROOMPIEKEN..................... 133 APPENDIX 4 BESCHERMING TEGEN WATER .................................................................................................. 137 APPENDIX 5 KOEPELONDERHOUD ............................................................................................................. 138 APPENDIX 6 RS-485-BUS AANSLUITEN ...................................................................................................... 139 APPENDIX 7 DRAADTYPE EN TRANSMISSIEAFSTAND VOOR 24 V AC ................................................................. 142 APPENDIX 8 DRAADTYPE EN TRANSMISSIEAFSTAND VOOR 12 V DC ................................................................. 143 APPENDIX 9 TABEL MET DRAADDIKTESTANDAARDEN ..................................................................................... 144 APPENDIX 10 ALARM IN/OUT AANSLUITEN................................................................................................. 145
Overzicht
1.1 Systeemvereisten De systeemvereisten voor webbrowsertoegang zijn als volgt: Besturingssysteem: Microsoft Windows XP SP1 en hoger/Windows Vista/Windows 7/Windows Server 2003/Windows Server 2008 (32-bits versie) CPU: Intel Pentium IV 3,0 GHz-processor of hoger RAM: 1 GB of meer Scherm: Resolutie van 1024×768 of hoger Webbrowser: Internet Explorer 8.0 en hoger, Apple Safari 5.02 en hoger, Mozilla Firefox 5 en hoger, en Google Chrome 18 en hoger.
1.2 Functies De werking van de functies verschilt, afhankelijk van het speed dome-model. Limietstops De dome kan zo worden geprogrammeerd dat deze zich binnen de limietstops beweegt (links/rechts, omhoog/omlaag). Scanmodi De dome biedt ondersteuning voor 5 scanmodi: automatisch scannen, gekanteld scannen, frames scannen, willekeurig scannen en panoramisch scannen. Stilzetten voor presetovergangen Met deze functie wordt het beeld op de monitor stilgezet wanneer de dome naar een preset wordt verplaatst. Dit zorgt voor soepele overgangen tussen presetscènes. Verder wordt gegarandeerd dat het gemaskeerde gebied niet wordt weergegeven wanneer de dome naar een preset wordt verplaatst. Presets Een preset is een vooraf gedefinieerde beeldpositie. Wanneer de preset wordt aangeroepen, wordt de dome automatisch naar de gedefinieerde positie verplaatst. Presets kunnen worden toegevoegd, gewijzigd, verwijderd en aangeroepen. Labelweergave Op de monitor kan een on-screen label worden weergegeven met de presettitel, de © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
9
azimut/hoogte, het zoomniveau, de tijd en de dome-naam. De weergave van de tijd en speed dome-naam kan worden geprogrammeerd. Automatisch draaien Wanneer een object zich direct onder de speed dome verplaatst in de handmatige trackingmodus, kan het beeld automatisch 180 graden worden gekanteld in horizontale richting om de continuïteit van de tracking te behouden. De functie kan ook worden gerealiseerd met automatische beeldspiegeling, afhankelijk van het cameramodel. Privacymasker Met deze functie kunt u bepaalde gebieden van een scène blokkeren of maskeren om persoonlijke privacy tijdens opnamen en liveweergave te garanderen. Een gemaskeerd gebied wordt verplaatst in de pan- en kantelfuncties, en de grootte van het gebied wordt automatisch aangepast wanneer de lens zoomt tussen het tele- en breedbeeldbereik. 3D-positiebepaling Gebruik in de clientsoftware de linkermuisknop om op de gewenste positie te klikken in het videobeeld en een rechthoekig gebied te selecteren door naar rechtsonder te slepen. De geselecteerde positie wordt nu gecentreerd op het dome-systeem en u kunt inzoomen binnen het rechthoekige gebied. Gebruik de linkermuisknop om een rechthoekig gebied te selecteren door naar linksboven te slepen om te centreren op deze positie en te kunnen uitzoomen op het rechthoekige gebied. Proportioneel pannen en kantelen Met proportioneel pannen en kantelen wordt de pan- en kantelsnelheid automatisch verhoogd of verlaagd op basis van de zoomfactor. Bij tele-instellingen zijn de pan- en kantelsnelheid lager dan bij breedbeeldinstellingen. Hiermee wordt voorkomen dat het liveweergavebeeld zich bij een grote zoomfactor te snel verplaatst. Autofocus Met autofocus kan de camera automatisch worden scherpgesteld om de videobeelden scherp te houden. Automatisch schakelen tussen dag- en nachtmodus Overdag levert de speed dome kleurenbeelden. Wanneer het 's avonds donker wordt, schakelt de speed dome naar de nachtmodus en worden zwart-witbeelden van hoge kwaliteit geleverd. Lange sluitertijd In de modus met een lange sluitertijd wordt de sluitertijd automatisch verlengd bij weinig licht om de videobeelden scherp te houden door de belichtingstijd te verlengen. De functie kan in- en uitgeschakeld worden. Tegenlichtcompensatie (BLC, backlight compensation) Als u scherpstelt op een object met veel tegenlicht, wordt het object te donker om het goed te kunnen zien. Met de BLC-functie kan het tegenlicht voor het object worden gecompenseerd om het duidelijker te maken. Dit zorgt er echter wel voor dat de achtergrond met sterke belichting overbelicht wordt. Wide Dynamic Range (WDR) Met de WDR-functie (wide dynamic range) levert de camera scherpe beelden, zelfs © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
10
bij veel tegenlicht. Als het weergaveveld zowel zeer heldere als zeer donkere gebieden bevat, wordt met de WDR-functie de helderheid van het hele beeld gebalanceerd. Dit levert heldere, gedetailleerde beelden op.
De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model. Witbalans (WB) Met de witbalansfunctie kunnen onrealistische kleurvervormingen worden verwijderd. Witbalans is de witweergavefunctie van de camera. Hiermee wordt de kleurtemperatuur automatisch aangepast op basis van de omgeving. Patrouille Een patrouille is een opgeslagen serie vooraf gedefinieerde presetfuncties. De scansnelheid tussen twee presets en de duur van het stilstaan voor de preset kunnen worden geprogrammeerd. Patroon Een patroon is een opgeslagen serie pan-, kantel-, zoom- en presetfuncties. Standaard wordt de status van de focus en iris automatisch aangepast terwijl het patroon wordt opgeslagen. Geheugenfunctie bij uitschakelen De dome biedt ondersteuning voor een geheugenfunctie bij het uitschakelen, waarbij de hervattingstijd vooraf wordt gedefinieerd. Hiermee kan de vorige positie van de dome worden hervat nadat de voeding weer is hersteld. Tijdtaak Een tijdtaak is een vooraf geconfigureerde actie die automatisch kan worden uitgevoerd op een specifieke datum en tijd. De volgende programmeerbare acties zijn beschikbaar: automatisch scannen, willekeurig scannen, patrouille 1-8, patroon 1-4, preset 1-8, frames scannen, panoramisch scannen, gekanteld scannen, dag, nacht, opnieuw starten, PT aanpassen, aux-output, enzovoort. Parkeeractie Met deze functie kan de dome een vooraf gedefinieerde actie automatisch starten na een periode van inactiviteit. Gebruikersbeheer Als u als beheerder bent aangemeld bij de dome, kunt u verschillende toestemmingniveaus toekennen aan gebruikers. Dezelfde network speed dome kan via het netwerk gelijktijdig worden benaderd en beheerd door verschillende gebruikers. 3D digitale ruisonderdrukking In vergelijking met algemene 2D digitale ruisonderdrukking, waarbij ruis in één frame wordt verwerkt, worden met 3D digitale ruisonderdrukking beelden met ruis tussen twee frames verwerkt. De ruis wordt sterk verminderd en de videobeelden zijn hierdoor helderder. Dubbele VCA Combinatie van gedetecteerde VCA-informatie in de videostream. Dit kan worden gebruikt voor de analyse op tweede niveau op het back-endapparaat. © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
© Hikvision
11
Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome
12
Chapter 2 Netwerkverbinding U bevestigt dat het gebruik van het product met internettoegang kan leiden tot netwerkbeveiligingsrisico's. Zorg voor een goede beveiliging om netwerkaanvallen en informatielekken te voorkomen. Als het product niet naar behoren werkt, neemt u contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum. U wordt aanbevolen de speed dome regelmatig te laten controleren en onderhouden om de netwerkbeveiliging van de dome te garanderen. Neem contact met ons op als dergelijk onderhoud noodzakelijk is. Voordat u begint: Als u de network speed dome via een LAN (Local Area Network) wilt instellen, raadpleegt u Sectie 2.1 De network speed dome instellen via een LAN. Als u de network speed dome via een WAN (Wide Area Network) wilt instellen, raadpleegt u Sectie 2.2 De network speed dome instellen via een WAN.
2.1 De network speed dome instellen via een LAN Doel: Als u de speed dome wilt weergeven en configureren via een LAN, moet u in hetzelfde subnet via uw computer verbinding maken met de network speed dome. Vervolgens moet u de SADP- of clientsoftware installeren om het IP-adres van de network speed dome te zoeken en te wijzigen. Raadpleeg Appendix 1 voor een gedetailleerde inleiding voor SADP.
2.1.1 Kabelverbinding via een LAN In de volgende afbeelding worden de twee methoden weergegeven waarmee een network speed dome en een computer via een kabel kunnen worden verbonden: Doel: Als u de network speed dome wilt testen, kunt u deze rechtstreeks op de computer aansluiten met een netwerkkabel, zoals weergegeven in Figure 2-1. Raadpleeg Figure 2-2 om de network speed dome in te stellen via een LAN met een switch of router.
© Hikvision
13
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Network Cable
Figure 2-1 Rechtstreeks verbinding maken
Network Cable
Speed Dome
Network Cable
Switch or Router PC
Figure 2-2 Verbinding maken via een switch of router
2.1.2 De speed dome activeren Doel: Voordat u de speed dome kunt gebruiken, moet u deze activeren. Activering via een webbrowser, via SADP en via de clientsoftware worden ondersteund. In de volgende secties worden activering via een webbrowser en SADP als voorbeeld gebruikt. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de speed dome voor meer informatie over activering via de clientsoftware.
Activering via een webbrowser Stappen: 1. Schakel de speed dome in en sluit deze aan op het netwerk. 2. Voer het IP-adres in de adresbalk van de webbrowser in. Klik op Enter om de activeringsinterface te openen. Het standaard-IP-adres van de speed dome is 192.168.1.64.
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
14
Figure 2-3 Activeringsinterface (web) 3. Maak een wachtwoord en voer dit in het wachtwoordveld in. STERK WACHTWOORD AANBEVOLEN– Om de beveiliging van het product te verbeteren, wordt het aanbevolen een sterk wachtwoord te kiezen dat minimaal 8 tekens bevat, inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens. Daarnaast raden we aan om het wachtwoord regelmatig te wijzigen, vooral voor streng beveiligde systemen. U kunt uw product beter beveiligen door het wachtwoord maandelijks of zelfs wekelijks te wijzigen. 4. Bevestig het wachtwoord. 5. Klik op OK om de speed dome te activeren en de liveweergave-interface te openen.
Activering via SADP-software SADP-software wordt gebruikt voor de detectie van online apparaten, het activeren van apparaten en het opnieuw instellen van wachtwoorden. Haal de SADP-software op van de meegeleverde schijf of de officiële website, en installeer de software door de prompts op te volgen. Volg de stappen op om de speed dome te activeren. Stappen: 1. Voer de SADP-software uit om online apparaten te zoeken. 2. Controleer de apparaatstatus in de apparaatlijst en selecteer een inactief apparaat.
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
15
Figure 2-4 SADP-interface 3. Maak een wachtwoord, voer dit in het wachtwoordveld in en bevestig het. STERK WACHTWOORD AANBEVOLEN– Om de beveiliging van het product te verbeteren, wordt het aanbevolen een sterk wachtwoord te kiezen dat minimaal 8 tekens bevat, inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens. Daarnaast raden we aan om het wachtwoord regelmatig te wijzigen, vooral voor streng beveiligde systemen. U kunt uw product beter beveiligen door het wachtwoord maandelijks of zelfs wekelijks te wijzigen. 4. Klik op OK om het wachtwoord op te slaan. In het pop-upvenster kunt u controleren of de activering is voltooid. Als de activering is mislukt, controleert u of het wachtwoord aan de eisen voldoet en probeert u het opnieuw. 5. Wijzig het IP-adres van het apparaat naar hetzelfde subnet als dat van uw computer door het IP-adres handmatig te wijzigen of door het selectievakje DHCP inschakelen in te schakelen.
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
16
Figure 2-5 Het IP-adres wijzigen 6. Voer het wachtwoord in en klik op de knop Opslaan om de IP-adreswijziging door te voeren.
Activering via clientsoftware De clientsoftware is een veelzijdige toepassing voor videobeheer voor meerdere typen apparaten. Haal de clientsoftware op van de meegeleverde schijf of de officiële website, en installeer de software door de prompts op te volgen. Volg de stappen op om de camera te activeren. Stappen: 1. Open de clientsoftware. Het bedieningspaneel wordt weergegeven, zoals weergegeven in de onderstaande afbeelding.
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
17
Figure 2-6 Bedieningspaneel 2. Klik op het pictogram Apparaatbeheer om de interface voor apparaatbeheer te openen, zoals weergegeven in de onderstaande afbeelding.
Figure 2-7 Interface voor apparaatbeheer 3. Controleer de apparaatstatus in de apparaatlijst en selecteer een inactief apparaat. 4. Klik op de knop Activeren om de activeringsinterface te openen. 5. Maak een wachtwoord, voer dit in het wachtwoordveld in en bevestig het. © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
18
6. STERK WACHTWOORD AANBEVOLEN– Om de beveiliging van het product te verbeteren, wordt het aanbevolen een sterk wachtwoord te kiezen dat minimaal 8 tekens bevat, inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens. Daarnaast raden we aan om het wachtwoord regelmatig te wijzigen, vooral voor streng beveiligde systemen. U kunt uw product beter beveiligen door het wachtwoord maandelijks of zelfs wekelijks te wijzigen.
Figure 2-8 Activeringsinterface 7. Klik op de knop OK om de activering te starten. 8. Klik op de knop Netinfo wijzigen om de interface voor het wijzigen van netwerkparameters te openen, zoals weergegeven in de onderstaande afbeelding.
Figure 2-9 Netwerkparameters wijzigen 9. Wijzig het IP-adres van het apparaat naar hetzelfde subnet als dat van uw computer door het IP-adres handmatig te wijzigen of door het selectievakje DHCP inschakelen in te schakelen. © Hikvision
19
Gebruikershandleiding voor network speed dome
10. Voer het wachtwoord in om de IP-adreswijziging door te voeren.
2.2 De network speed dome instellen via een WAN Doel: In deze sectie wordt uitgelegd hoe u de network speed dome kunt aansluiten op een WAN met een statisch of dynamisch IP-adres.
2.2.1 Aansluiten met statisch IP-adres Voordat u begint: Pas een statisch IP-adres van een ISP (Internet Service Provider) toe. Met het statische IP-adres kunt u via een router verbinding maken met de network speed dome, of u kunt de dome rechtstreeks met het WAN verbinden. De network speed dome via een router aansluiten Stappen: 1. Verbind de network speed dome met de router. 2. Wijs een LAN-IP-adres, subnetmasker en gateway toe. Raadpleeg Sectie 2.1.2 voor gedetailleerde informatie over IP-adresconfiguratie voor de speed dome. 3. Sla het statische IP-adres op in de router. 4. Stel poorttoewijzing in, bijvoorbeeld voor de poorten 80, 8000 en 554. De stappen voor poorttoewijzing verschillen, afhankelijk van het type router. Neem contact op met de routerfabrikant voor ondersteuning bij de poorttoewijzing. Raadpleeg Appendix 2 voor gedetailleerde informatie over poorttoewijzing. 5. Bezoek de network speed dome via internet met een webbrowser of de clientsoftware. Network Cable
Speed Dome
Network Cable
Internet
Network Cable
Router with Static IP PC
Figure 2-10 Via de router toegang krijgen tot de speed dome met een statisch IP-adres
Rechtstreeks verbinding maken met de network speed dome met een statisch © Hikvision
20
Gebruikershandleiding voor network speed dome
IP-adres U kunt het statische IP-adres ook opslaan in de speed dome en zonder router rechtstreeks verbinding maken met internet. Raadpleeg Sectie 2.1.2 voor gedetailleerde informatie over IP-adresconfiguratie voor de speed dome.
Network Cable
Internet
Network Cable
Speed Dome PC
Figure 2-11 Rechtstreeks toegang krijgen tot de speed dome met een statisch IP-adres
2.2.2 Verbinding maken met een dynamisch IP-adres Voordat u begint: Pas een dynamisch IP-adres van een ISP toe. Met het dynamische IP-adres kunt u de network speed dome verbinden met een modem of router.
De network speed dome via een router aansluiten
Stappen: 1. Verbind de network speed dome met de router. 2. Wijs in de speed dome een LAN-IP-adres, subnetmasker en gateway toe. Raadpleeg Sectie 2.1.2 voor gedetailleerde LAN-configuratie. 3. Stel in de router de gebruikersnaam en het wachtwoord voor PPPoE in en bevestig het wachtwoord.
We raden aan een sterk wachtwoord te gebruiken voor alle functies en netwerkapparaten om uw privacy te garanderen en uw systeem beter te beschermen tegen beveiligingsrisico's. Om de beveiliging van het product te verbeteren, moet het gekozen wachtwoord minimaal 8 tekens bevatten, inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens. De juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of eindgebruiker. 4. Stel poorttoewijzing in, bijvoorbeeld voor de poorten 80, 8000 en 554. De stappen voor poorttoewijzing verschillen, afhankelijk van het type router. Neem contact op met de routerfabrikant voor ondersteuning bij de poorttoewijzing. Raadpleeg © Hikvision
Appendix
2
voor
gedetailleerde
informatie
over
Gebruikershandleiding voor network speed dome
21
poorttoewijzing. 5. Pas een domeinnaam van een domeinnaamprovider toe. 6. Configureer de DDNS-instellingen in de instellingeninterface van de router. 7. Bezoek de speed dome via de toegepaste domeinnaam.
De network speed dome via een modem aansluiten
Doel: Deze speed dome biedt ondersteuning voor de PPPoE-functie voor automatisch inbellen. De speed dome krijgt een openbaar IP-adres via de ADSL-inbelfunctie nadat de speed dome is verbonden met een modem. U moet de PPPoE-parameters van de network speed dome configureren. Raadpleeg Sectie 6.3.3 PPPoE-instellingen configureren voor gedetailleerde configuratie.
Figure 2-12 Toegang krijgen tot de speed dome met een dynamisch IP-adres
Het verkregen IP-adres wordt dynamisch toegewezen via PPPoE, dus het IP-adres wordt altijd gewijzigd wanneer de speed dome opnieuw wordt gestart. Als u dit nadeel van een dynamisch IP-adres wilt verhelpen, moet u een domeinnaam ophalen bij een DDNS-provider (zoals DynDns.com). Volg de onderstaande stappen voor omzetting van normale domeinnamen en privédomeinnamen op om het probleem te verhelpen.
Omzetting van normale domeinnamen
Figure 2-13 Omzetting van normale domeinnamen Stappen: 1. Pas een domeinnaam van een domeinnaamprovider toe. 2. Configureer de DDNS-instellingen in de interface voor DDNS-instellingen van de © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
22
speed dome. Raadpleeg Sectie 6.3.4 DDNS-instellingen configureren voor gedetailleerde configuratie. 3. Bezoek de speed dome via de toegepaste domeinnaam.
Omzetting van privédomeinnamen
Figure 2-14 Omzetting van privédomeinnamen Stappen: 1. Installeer de IPServer-software en voer deze uit op een computer met een statisch IP-adres. 2. Bezoek de network speed dome via het LAN met een webbrowser of de clientsoftware. 3. Schakel DDNS in en selecteer IPServer als het protocoltype. Raadpleeg Sectie 6.3.4 DDNS-instellingen configureren voor gedetailleerde configuratie.
© Hikvision
23
Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome
Chapter 3 Toegang tot de network speed dome 3.1 Toegang via webbrowsers Stappen: 1. Open dewebbrowser. 2. In het adresveld geeft u het IP-adres van de network speed dome op, bijvoorbeeld 192.168.1.64. Druk daarna op de Enter-toets om naar de aanmeldingsinterface te gaan. 3. Activeer de speed dome als u deze voor het eerst gebruikt. Raadpleeg sectie 2.1.2 De speed dome activeren. 4. Selecteer rechts boven aan de aanmeldingsinterface Nederlands als interfacetaal. 5. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in en klik op . De admin-gebruiker moet de apparaataccounts en toestemmingen voor gebruikers/operators naar behoren configureren. Verwijder niet-noodzakelijke accounts en toestemmingen voor gebruikers/operators.
Het IP-adres van het apparaat wordt 60 seconden vergrendeld als de beheerder 7 keer een onjuist wachtwoord heeft ingevoerd (5 pogingen voor gasten/operators).
Figure 3-1 Aanmeldingsinterface 6. Installeer de invoegtoepassing voordat u de livevideo bekijkt en de speed dome bedient. Volg de installatiemeldingen op om de invoegtoepassing te installeren.
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Figure 3-2 Invoegtoepassing downloaden en installeren
Figure 3-3 Invoegtoepassing installeren (1)
Figure 3-4 Invoegtoepassing installeren (2)
© Hikvision
24
Gebruikershandleiding voor network speed dome
25
Figure 3-5 Invoegtoepassing installeren (3)
U moet de webbrowser mogelijk sluiten om de invoegtoepassing te installeren. Open de webbrowser opnieuw en meld u opnieuw aan nadat u de invoegtoepassing hebt geïnstalleerd.
3.2 Toegang via clientsoftware De product-cd bevat de clientsoftware. Met de clientsoftware kunt u de livevideo bekijken en de speed dome beheren. Volg de installatiemeldingen op om de clientsoftware en WinPcap te installeren. De configuratie-interface en de liveweergave-interface van de clientsoftware worden zoals hieronder weergegeven.
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
26
Figure 3-6 iVMS-4200-bedieningspaneel
Figure 3-7 Liveweergave-interface van iVMS-4200
Als u VMS-software van derden gebruikt, neemt u contact op met de technische ondersteuning van onze vestiging voor de camerafirmware. Voor gedetailleerde informatie over de clientsoftware van ons bedrijf raadpleegt u de gebruikershandleiding van de software. Deze handleiding is voornamelijk een inleiding tot het verkrijgen van toegang tot de network speed dome via een webbrowser.
© Hikvision
27
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Chapter 4 Liveweergave In dit hoofdstuk en de daarop volgende hoofdstukken wordt de bediening van de speed dome via een webbrowser als voorbeeld gebruikt.
4.1 Inschakelactie Na het inschakelen voert de speed dome zelftestacties uit. Eerst worden lensacties getest, en vervolgens pan- en kantelbewegingen. Na de zelftestacties bij het opstarten wordt de informatie in Figure 4-1 gedurende 40 seconden op het scherm weergegeven. De systeeminformatie die op het scherm wordt weergegeven, bevat het dome-model, het adres, het protocol, de versie en andere informatie. COMMUNICATIE verwijst naar de baudrate, pariteit, gegevensbits en stopbits van de dome. Met '2400, N, 8, 1' wordt bijvoorbeeld aangegeven dat de dome is geconfigureerd met een baudrate van 2400, geen pariteit, 8 gegevensbits en 1 stopbit.
Model Address Communication
XX-XXXXXX-X 0 0000,0,0,0
Software Version
Vx.x.x
Camera Version
Vx.xx
Language
English
Figure 4-1 Informatie bij opstarten
4.2 Liveweergavepagina Doel: Op de livevideopagina kunt u livevideo bekijken, afbeeldingen vastleggen, de PTZ bedienen, presets instellen/aanroepen en videoparameters configureren. Meld u aan bij de network speed dome om de liveweergavepagina te openen. U kunt ook op
op de menubalk van de hoofdpagina klikken om de
liveweergavepagina te openen.
© Hikvision
28
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Beschrijvingen voor de liveweergavepagina: Menu Bar Live View Parameters
Show or hide PTZ control panel PTZ Control
Live View Window
Toolbar
Preset/Patrol/Pattern
Figure 4-2 Liveweergavepagina Menubalk: Klik op de verschillende tabbladen om de pagina's Liveweergave, Afspelen, Logboek en Configuratie te openen. Liveweergavevenster: Livevideo weergeven. Werkbalk: Acties voor de liveweergavepagina, zoals liveweergave, vastleggen, opnemen, audio aan/uit, audio in twee richtingen, enzovoort. PTZ-bediening: Acties voor pannen, kantelen, scherpstellen en zoomen voor de speed dome. Beheer van de verlichting, wisser, focus met één aanraking en lensinitialisatie. Preset/patrouille/patroon: Presets/patrouilles/patronen voor de speed dome instellen en aanroepen. Liveweergaveparameters: De beeldgrootte en het streamtype voor de livevideo configureren.
4.3 Liveweergave starten Klik in het liveweergavevenster zoals weergegeven in Figure 4-3 op werkbalk om de liveweergave van de speed dome te starten.
© Hikvision
op de
29
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Figure 4-3 Liveweergave starten Table 4-1 Beschrijvingen voor de werkbalk Pictogram / / / /
Beschrijving Liveweergave starten/stoppen Handmatige uit/aan
Pictogram
opname
Audio in twee richtingen uit/aan/ Belichting voor regio inschakelen/uitschakelen
Beschrijving Handmatig afbeeldingen vastleggen / Dempen/audio aan en volume aanpassen
/
Scherpstelling voor regio inschakelen/uitschakelen 3D-positiebepaling
Handmatige tracking
Niet alle speed dome-modellen bieden ondersteuning voor de bovenstaande functies. Gebruik de browserinterface van het daadwerkelijke product ter referentie. Voordat u audio in twee richtingen of opnemen met audiofuncties inschakelt, moet u het streamtype instellen op Video & Audio. Raadpleeg hiervoor Sectie 6.4.1 Video-instellingen configureren. Volledig scherm-modus: Dubbelklik op de livevideo om de huidige liveweergave te schakelen naar volledig scherm of om terug te keren naar de normale modus vanuit de modus Volledig scherm. Scherpstelling voor regio: © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
30
Stappen: 1. Klik op
op de werkbalk om de bedieningsmodus voor scherpstelling voor
een bepaald gebied te openen. 2. Klik en sleep met de muis om een rechthoek op het beeld te tekenen en het gewenste scherpstelgebied te selecteren. 3. Klik op
om de bedieningsmodus voor scherpstelling voor een bepaald
gebied af te sluiten. Belichting voor regio: Stappen: 1. Klik op
op de werkbalk om de bedieningsmodus voor belichting voor een
bepaald gebied te openen. 2. Klik en sleep met de muis om een rechthoek op het beeld te tekenen en het gewenste belichtingsgebied te selecteren. 3. Klik op
om de bedieningsmodus voor belichting voor een bepaald gebied af
te sluiten. 3D-positiebepaling: Stappen: 1.
Klik op
op de werkbalk van de liveweergave-interface.
2.
De 3D-positiebepalingsfunctie bedienen:
Klik met de linkermuisknop op een positie in de livevideo. De bijbehorende positie wordt gecentreerd in de livevideo. Houd de linkermuisknop ingedrukt en sleep de muis naar rechtsonder in de livevideo. De bijbehorende positie wordt gecentreerd in de livevideo, en er wordt hierop ingezoomd. Houd de linkermuisknop ingedrukt en sleep de muis naar linksboven in de livevideo. De bijbehorende positie wordt gecentreerd in de livevideo, en er wordt hierop uitgezoomd.
Handmatige tracking: Voordat u begint: Open de interface voor instellingen voor slimme tracking en schakel eerst slimme tracking in. Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Slimme tracking Stappen: 1.
Klik op
op de werkbalk van de liveweergave-interface.
© Hikvision
31
Gebruikershandleiding voor network speed dome
2. Klik op een bewegend object in de livevideo. De tracking van het object met de speed dome begint automatisch.
Raadpleeg de volgende secties voor meer informatie: Opname op afstand configureren in Sectie 7.3 Opnameschema configureren. De beeldkwaliteit van de livevideo instellen in Sectie 6.1 Lokale parameters configureren en Sectie 6.4.1 Video-instellingen configureren. De OSD-tekst voor livevideo instellen in Sectie 6.5.2 OSD-instellingen configureren.
4.4 Beelden handmatig opnemen en vastleggen Klik in de liveweergave-interface op
op de werkbalk om live afbeeldingen vast te
leggen. De vastgelegde afbeeldingen worden standaard als JPEG-bestand opgeslagen op de computer. Klik op
om livevideo op te nemen.
De lokale paden voor het opslaan van de vastgelegde afbeeldingen en clips kunnen worden ingesteld in de interface Configuratie > Lokale configuratie. De beeldindeling kan in dezelfde interface worden bewerkt. Als u automatische opname op afstand wilt configureren, raadpleegt u Sectie 7.3 Opnameschema configureren.
4.5 PTZ-bediening Doel: In de liveweergave-interface kunt u de PTZ-bedieningsknoppen gebruiken om de pan-, kantel- en zoomfuncties te bedienen.
4.5.1 PTZ-bedieningspaneel Klik op de liveweergavepagina op om het PTZ-bedieningspaneel weer te geven of klik op om het te verbergen. Klik op de richtingsknoppen om de pan- en kantelbewegingen te bedienen. Klik op de knoppen voor zoom/iris/focus om de lens te bedienen.
© Hikvision
32
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Figure 4-4 PTZ-bedieningspaneel
Table 4-2 Beschrijvingen voor PTZ-bedieningspaneel Knop
Beschrijving In- en uitzoomen Veraf/dichtbij scherpstellen Iris +/Snelheid van pan- en kantelbewegingen aanpassen
4.5.2 Een preset instellen/aanroepen Doel: Een preset is een vooraf gedefinieerde beeldpositie. Voor vooraf gedefinieerde presets kunt u op de aanroepknop klikken om de gewenste beeldpositie snel weer te geven. Een preset instellen: Stappen: 1. Selecteer in het PTZ-bedieningspaneel een vooraf ingesteld nummer in de lijst met presets.
Figure 4-5 Een preset instellen 2. Gebruik de PTZ-bedieningsknoppen om de lens naar de gewenste positie te © Hikvision
33
Gebruikershandleiding voor network speed dome
verplaatsen. De speed dome naar links of rechts pannen. De speed dome omhoog of omlaag kantelen. In- of uitzoomen. De lens opnieuw scherpstellen. 3. Klik op om het instellen van de huidige preset te voltooien. 4. Klik op om de preset te verwijderen. U kunt maximaal 300 presets configureren.
Een preset aanroepen: Selecteer in het PTZ-bedieningspaneel een vooraf gedefinieerde preset in de lijst en klik op om de preset aan te roepen.
Figure 4-6 Een preset aanroepen Raadpleeg de volgende stappen om naar de gewenste preset te navigeren en presets zo eenvoudig te kunnen selecteren. Stappen: 1. Selecteer een preset in de lijst. 2. Klik op het gewenste presetnummer op het toetsenbord.
De volgende presets zijn vooraf gedefinieerd met speciale opdrachten. U kunt ze alleen aanroepen, niet configureren. Preset 99 is bijvoorbeeld Automatisch scannen starten. Als u preset 99 aanroept, wordt de functie voor automatisch scannen van de speed dome gestart. Table 4-3 Speciale presets Speciale preset © Hikvision
Functie
Speciale preset
Functie
34
Gebruikershandleiding voor network speed dome
33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 92
Automatisch draaien
93
Terug naar initiële positie
94
Patrouille 1 aanroepen Patrouille 2 aanroepen Patrouille 3 aanroepen Patrouille 4 aanroepen IR-afbreekfilter aan
95 96 97 98 99
IR-afbreekfilter uit Patroon 1 aanroepen Patroon 2 aanroepen Patroon 3 aanroepen Patroon 4 aanroepen Automatisch een patrouille maken Beginnen met het instellen van limietstops
100 101 102 103 104 105
Handmatig limietstops instellen Op afstand opnieuw starten OSD-menu aanroepen Een scan stoppen Willekeurige scan starten Framescan starten Automatisch scannen starten Kantelscan starten Panoramascan starten Patrouille 5 aanroepen Patrouille 6 aanroepen Patrouille 7 aanroepen Patrouille 8 aanroepen
Figure 4-7 Speciale preset
U moet mogelijk het OSD-menu (On Screen Display) gebruiken wanneer u de speed dome op afstand bedient. Als u het OSD-menu wilt weergeven op het liveweergavescherm, kunt u presetnummer 95 aanroepen.
4.5.3 Een patrouille instellen/aanroepen Doel: Een patrouille is een opgeslagen serie presetfuncties. Deze kan worden geconfigureerd en aangeroepen in de interface voor patrouille-instellingen. U kunt maximaal 8 patrouilles aanpassen. Een patrouille kan worden geconfigureerd met 32 presets. Voordat u begint: Controleer of de presets die u wilt toevoegen aan een patrouille, zijn gedefinieerd. © Hikvision
35
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Een patrouille instellen: Stappen: 1. Klik in het PTZ-bedieningspaneel op
om de interface voor
patrouille-instellingen te openen. 2. Selecteer een patrouillenummer in
.
3. Klik op om de interface voor het toevoegen van presets te openen, zoals weergegeven in Figure 4-8.
Figure 4-8 Presets toevoegen 4. Configureer het presetnummer, de patrouilletijd en de patrouillesnelheid. Naam Beschrijving Patrouilletijd Dit is hoe lang er bij één patrouillepunt wordt stilgestaan. Na de patrouilletijd schakelt de speed dome naar een ander patrouillepunt. Patrouillesnelheid Dit is de snelheid waarmee er tussen presets wordt geschakeld.
5. Klik op
om een preset in de patrouille op te slaan.
6. Herhaal stap 3 tot en met 5 om meer presets toe te voegen. 7. Klik op om alle patrouille-instellingen op te slaan.
Een patrouille aanroepen: Selecteer in het PTZ-bedieningspaneel een vooraf gedefinieerde patrouille in en klik op Figure 4-9..
© Hikvision
om de patrouille aan te roepen, zoals weergegeven in
36
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Figure 4-9 Een patrouille aanroepen
Knoppen in de patrouille-interface: Knoppen Beschrijving Een patrouille opslaan Een patrouille aanroepen Een patrouille stoppen De toevoeginterface voor presets openen Een preset wijzigen Een preset verwijderen Alle presets in de geselecteerde patrouille verwijderen
4.5.4 Een patroon instellen/aanroepen Doel: Een patroon is een opgeslagen serie pan-, kantel-, zoom- en presetfuncties. Het kan worden aangeroepen in de interface voor patrooninstellingen. U kunt maximaal 4 patronen aanpassen. Een patroon instellen: Stappen: 1. Klik in het PTZ-bedieningspaneel op
om de interface voor
patrooninstellingen te openen. 2. Selecteer een patroonnummer in de lijst, zoals wordt weergegeven in Figure 4-10.
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
37
Figure 4-10 Interface voor patrooninstellingen 3. Klik op
om opname van de pan-, kantel- en zoomacties in te schakelen.
4. Gebruik de PTZ-bedieningsknoppen om de lens naar de gewenste positie te verplaatsen nadat Resterend programmageheugen voor patroon (%) op het scherm wordt weergegeven. • De speed dome naar links of rechts pannen. • De speed dome omhoog of omlaag kantelen. • In- of uitzoomen. • De lens opnieuw scherpstellen. 5. Klik op
om alle patrooninstellingen op te slaan.
Knoppen in de patrooninterface: Knoppen Beschrijving De opname van een patroon starten. De opname van een patroon stoppen. Het huidige patroon aanroepen. Het huidige patroon stoppen. Het huidige patroon verwijderen.
Deze 4 patronen kunnen afzonderlijk worden bediend en hebben geen prioriteitsniveau. Wanneer u een patroon configureert en aanroept, is proportioneel pannen mogelijk, zijn limietstops en automatisch draaien niet mogelijk, en wordt gebruik van de 3D-positiebepalingsfunctie niet ondersteund.
© Hikvision
38
Gebruikershandleiding voor network speed dome
4.6 Liveweergaveparameters configureren
Hoofdstream/substream:
U kunt
,
of
selecteren als streamtype voor de
liveweergave. De hoofdstream heeft een relatief hoge resolutie en vereist veel bandbreedte. De substream heeft een lage resolutie en vereist minder bandbreedte. De resolutie van de derde stream ligt tussen die van de hoofdstream en substream in. De standaardinstelling voor het streamtype is
.
Sectie 6.4.1 Video-instellingen configureren voor meer gedetailleerde parameterinstellingen voor de hoofdstream en substream. Raadpleeg
Beeldgrootte:
U kunt de liveweergave opschalen en neerschalen door op
,
,
en
te
klikken. De instelling voor de beeldgrootte kan 4:3, 16:9, origineel of automatisch zijn.
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
39
Chapter 5 PTZ-configuratie 5.1 Beginpositie configureren Doel: De beginpositie is de bron (het beginpunt) voor PTZ-coördinaten. Dit kan de beginpositie zijn die in de fabriek wordt ingesteld. U kunt de beginpositie ook aanpassen aan uw eigen wensen. Een beginpositie aanpassen: Stappen: 1. Open de interface voor configuratie van de beginpositie: Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Beginpositie
Figure 5-1 PTZ-configuratie 2. Klik op de PTZ-bedieningsknoppen om een positie te kiezen als initiële positie van de dome. U kunt ook een gedefinieerde preset aanroepen en deze instellen als de initiële positie van de dome. 3. Klik op Instellen om de positie op te slaan.
Een initiële positie aanroepen/verwijderen:
Klik op
om de beginpositie aan te roepen. Klik op
om de
beginpositie te verwijderen en de beginpositie te herstellen die in de fabriek is ingesteld.
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
40
5.2 Basis-PTZ-parameters configureren Doel: U kunt de basis-PTZ-parameters configureren, waaronder proportioneel pannen, het stilzetten voor presetovergangen, de presetsnelheid, enzovoort. 1. De interface voor configuratie van basis-PTZ-parameters openen: Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Basis
Figure 5-2 Configuratie-interface voor basis-PTZ-parameters 2. Configureer de volgende instellingen: Basisparameters: Proportioneel pannen en het stilzetten voor presetovergangen in-/uitschakelen, de presetsnelheid instellen, de snelheid voor toetsenbordbesturing en de snelheid van automatisch scannen. Proportioneel pannen: Als u deze functie inschakelt, wordt de pan- en kantelsnelheid gewijzigd op basis van de zoomfactor. Bij een grote zoomfactor wordt de pan- en kantelsnelheid verlaagd om het liveweergavebeeld niet te snel te laten bewegen. Stilzetten voor presetovergangen: Met deze functie kan de liveweergave direct worden geschakeld van de ene scène die met een preset is gedefinieerd naar een andere, zonder het gebied tussen de twee scènes weer te geven. Hiermee wordt de efficiëntie van de surveillance vergroot. Verder wordt het bandbreedtegebruik in digitale netwerksystemen beperkt.
De functie voor het stilzetten voor presetovergangen werkt niet wanneer u een patroon aanroept. Presetsnelheid: U kunt de snelheid van een gedefinieerde preset instellen op een waarde van 1 tot en met 8. © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
41
Snelheid toetsenbordbediening: De snelheid voor PTZ-bediening met een toetsenbord definiëren als Laag, Normaal of Hoog. Snelheid voor automatisch scannen: De dome biedt ondersteuning voor 5 scanmodi: automatisch scannen, gekanteld scannen, frames scannen, willekeurig scannen en panoramisch scannen. De scansnelheid kan worden ingesteld op niveau 1 tot en met 40. Zoomsnelheid: De zoomsnelheid kan worden ingesteld op niveau 1 tot en met 3. Snelheid handmatige bediening: De snelheid voor handmatige bediening kan worden ingesteld op Compatibel, Voetganger, Voertuig zonder motor, Motorvoertuig of Automatisch aangepast. Compatibel: De bedieningssnelheid is gelijk aan de snelheid voor toetsenbordbediening. Voetganger: Kies Voetganger als u monitoring van voetgangers uitvoert. Voertuig zonder motor: Kies Voertuig zonder motor als u monitoring van voertuigen zonder motor uitvoert. Motorvoertuig: Kies Motorvoertuig als u monitoring van motorvoertuigen uitvoert. Automatisch aangepast: U wordt aanbevolen de optie Automatisch aangepast in te stellen als de toepassingsscène voor de speed dome gecompliceerd is. PTZ OSD: Instellen hoe lang de PTZ-status op het scherm wordt weergegeven. Zoomstatus: Instellen hoe lang de zoomstatus op het scherm wordt weergegeven: 2 seconden, 5 seconden, 10 seconden, Altijd afsluiten of Altijd openen. PT-status: Instellen hoe lang de azimut/hoogte op het scherm wordt weergegeven tijdens pannen en kantelen: 2 seconden, 5 seconden, 10 seconden, Altijd afsluiten of Altijd openen. Presetstatus: Instellen hoe lang de presetnaam op het scherm wordt weergegeven wanneer de preset wordt aangeroepen: 2 seconden, 5 seconden, 10 seconden, Altijd afsluiten of Altijd openen. Geheugenfunctie bij uitschakelen: De dome kan worden hervat vanuit de vorige PTZ-status of -acties nadat deze opnieuw is gestart na een stroomonderbreking. U kunt het tijdpunt instellen van waaraf de PTZ-status wordt hervat voor de dome. U kunt de dome laten hervatten met de status van 30 seconden, 60 seconden, 300 seconden of 600 seconden vóór de stroomonderbreking.
3. Klik op
om de instellingen op te slaan.
5.3 PTZ-limietstops configureren Doel: © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
42
De dome kan zo worden geprogrammeerd dat deze zich binnen de configureerbare PTZ-limieten beweegt (links/rechts, omhoog/omlaag). Stappen: 1. Open de interface voor configuratie van de limiet: Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Limiet
Figure 5-3 De PTZ-limiet configureren 2. Schakel het selectievakje Zet limiet aan in en kies handmatige stops of scanstops voor het limiettype. Handmatige stops: Wanneer handmatige limietstops zijn ingesteld, kunt u het PTZ-bedieningspaneel alleen handmatig bedienen binnen het beperkte surveillancegebied. Scanstops: Wanneer scanlimietstops zijn ingesteld, worden de functies voor willekeurig scannen, frames scannen, automatisch scannen, gekanteld scannen en panoramisch scannen alleen uitgevoerd binnen het beperkte surveillancegebied.
Handmatige stops van het limiettype hebben voorrang op scanstops. Wanneer u de twee limiettypen tegelijk gebruikt, worden handmatige stops gebruikt, en niet scanstops.
3. Klik op de PTZ-bedieningsknoppen om de limietstops voor links/rechts/omhoog/omlaag te bepalen. U kunt ook de gedefinieerde presets aanroepen en deze instellen als limieten voor de dome. 4. Klik op Instellen om de limieten op te slaan of klik op Wissen om de limieten te wissen.
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
43
5.4 Geplande taken configureren Doel: U kunt de network dome zo configureren dat een bepaalde actie automatisch wordt uitgevoerd in een door de gebruiker gedefinieerd tijdsperiode. Stappen: 1. Open de interface voor instellingen voor geplande taken: Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Geplande taken
Figure 5-4 Geplande taken configureren 2. Schakel het selectievakje Geplande taken inschakelen in. 3. Stel de parkeertijd in. U kunt de parkeertijd (een inactieve periode) voordat de dome de geplande taken start, instellen. 4. Stel het schema en de taakdetails in. Stappen: (1) Klik op
© Hikvision
om het taakschema te bewerken.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
44
Figure 5-5 Het schema en taaktype bewerken (2) Kies de dag waarop u het taakschema wilt instellen. (3) Klik op Hele dag om het schema in te stellen voor de hele dag of klik op Aanpassen en voer de begintijd en eindtijd voor elke taak in. Druk op Enter op het toetsenbord om de tijd in te voeren. (4) Kies het taaktype in de vervolgkeuzelijst. U kunt kiezen uit scanfuncties, presets, patronen, enzovoort.
Figure 5-6 Taaktypen (5) Nadat u de geplande taak hebt ingesteld, kunt u de taak kopiëren naar andere dagen (optioneel). (6) Klik op
om de instellingen op te slaan.
Er mag geen overlap bestaan tussen de tijden van de verschillende taken. Er kunnen maximaal 10 taken worden geconfigureerd voor de verschillende dagen. © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
5. Klik op
45
om de instellingen op te slaan.
5.5 Parkeeracties configureren Doel: Met deze functie kan de dome een vooraf gedefinieerde parkeeractie (scanfunctie, preset, patroon) automatisch starten na een periode van inactiviteit (parkeertijd).
De functie voor geplande taken heeft voorrang op die voor parkeeracties. Wanneer deze functies op dezelfde tijd zijn ingesteld, wordt alleen de functie voor geplande taken geactiveerd.
Stappen: 1. Open de interface voor instellingen voor parkeeracties: Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Parkeeractie
Figure 5-7 De parkeeractie instellen 2. Schakel het selectievakje Parkeeractie aanzetten in. 3. Stel de parkeertijd in als de inactieve tijd van de dome voordat de parkeeracties worden gestart. 4. Kies het actietype in de vervolgkeuzelijst.
Figure 5-8 Actietypen 5. Klik op
om de instellingen op te slaan.
5.6 Privacymasker configureren Doel: © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
46
Met het privacymasker kunt u bepaalde gebieden van de livevideo verbergen om te voorkomen dat bepaalde gedeelten van het surveillancegebied kunnen worden bekeken en opgenomen in de liveweergave. Stappen: 1. Open de interface voor privacymaskerinstellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Privacy Mask
Figure 5-9 Het privacymasker tekenen 2. Klik op de PTZ-bedieningsknoppen om het gebied te zoeken waarvoor u een privacymasker wilt instellen. 3. Klik op ; klik en sleep met de muis in het livevideovenster om het gebied te tekenen. Versleep de hoeken van het rode rechthoekige gebied om een polygonaal masker te tekenen. 4. 5.
Klik op
om het tekenen te voltooien of klik op
ingestelde gebieden te wissen zonder deze op te slaan. Klik op om het privacymasker op te slaan. Het privacymasker wordt nu weergegeven in het gebied met de privacymaskerlijst. Stel de waarde voor Actieve zoomverhouding naar wens in om het privacymasker alleen weer te geven wanneer de zoomverhouding groter is dan de vooraf gedefinieerde waarde.
Figure 5-10 Privacymaskerlijst 6.
om alle
U kunt ook de kleur van de maskers definiëren. © Hikvision
47
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Figure 5-11 Maskerkleur definiëren 7.
Selecteer een masker en klik op
om het uit de lijst te verwijderen.
8.
Schakel het selectievakje Zet Privacy Mask aan in om deze functie in te schakelen.
U kunt maximaal 24 gebieden op hetzelfde beeld tekenen.
5.7 Slimme tracking configureren Doel: Nadat u deze functie hebt geconfigureerd, kunt u bewegende objecten automatisch volgen met de speed dome. Stappen: 1. Open de interface voor instellingen voor slimme tracking: Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Slimme tracking
Figure 5-12 Slimme tracking configureren 2. Schakel het selectievakje tracking in te schakelen. © Hikvision
in om de functie voor slimme
Gebruikershandleiding voor network speed dome
48
3. Klik op de PTZ-knoppen om een object te selecteren. 4. Klik op
om de huidige zoomverhouding voor tracking te
gebruiken. 5. Stel de trackingduur in. Als de tijd is verstreken, stopt de speed dome met de tracking. U kunt een duurwaarde van 0-300 seconden invoeren.
Als u de duur op 0 instelt, betekent dit dat er geen trackingduur voor de speed dome is. Niet alle speed dome-modellen bieden ondersteuning voor deze functie. Gebruik de browserinterface van het daadwerkelijke product ter referentie.
5.8 PTZ-bedieningsprioriteit configureren Stappen: 1. Open de configuratie-interface: Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Prioriteit voor PTZ De speed dome kan worden bediend via het netwerk en met RS-485-signalen. U kunt de bedieningsprioriteit voor de twee signalen instellen. Bediening door operators heeft voorrang op bediening door gebruikers. Als een operator de speed dome bedient, kunnen gebruikers geen controle krijgen. Als de operator klaar is, kan de gebruiker de speed dome na de vertragingstijd weer bedienen. De vertragingstijd kan worden ingesteld in de interface voor PTZ-prioriteit, zoals hieronder weergegeven.
Figure 5-13 PTZ-prioriteit 2. Klik op
om de instellingen te activeren.
5.9 PTZ-configuraties wissen Doel: U kunt in deze interface PTZ-configuraties wissen, inclusief alle presets, patrouilles, patronen, privacymaskers, PTZ-limieten, geplande taken en parkeeracties. Stappen: © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
1. Open de interface voor het wissen van configuraties: Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Wis de configuratie 2. Schakel het selectievakje in voor de items die u wilt wissen. 3. Klik op
© Hikvision
om de instellingen te wissen.
49
Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome
50
Chapter 6 Speed dome-configuratie 6.1 Lokale parameters configureren
De lokale configuratie heeft betrekking op de parameters van de liveweergave en andere bewerkingen die u kunt uitvoeren met de webbrowser. Stappen: 1. Open de interface voor lokale configuratie: Configuratie > Lokale configuratie
Figure 6-1 Interface voor lokale configuratie 2. Configureer de volgende instellingen: Liveweergave-instellingen: Het protocoltype, het streamtype, de beeldgrootte en de liveweergaveprestaties instellen. Protocoltype: U kunt TCP, UDP, MULTICAST en HTTP selecteren. TCP: Volledige levering van streaminggegevens en betere videokwaliteit. Dit is wel van invloed op de real-time transmissie. UDP: Real-time audio- en videostreams. HTTP: Dezelfde kwaliteit als TCP, zonder dat specifieke poorten hoeven te worden ingesteld voor streaming in bepaalde netwerkomgevingen. MULTICAST: Het wordt aanbevolen het type in te stellen op wanneer u de multicast-functie gebruikt. Raadpleeg Sectie 6.3.1 TCP/IP-instellingen configureren voor meer informatie over multicast. © Hikvision
51
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Liveweergaveprestaties: De liveweergaveprestaties instellen op Kortste vertraging of Automatisch. Regels: Hier kunt u regels voor dynamische analyse van gebeurtenissen in- en uitschakelen. Beeldformat: De vastgelegde afbeeldingen kunnen in verschillende indelingen worden opgeslagen. U kunt kiezen uit de indelingen JPEG en BMP. Instellingen gegevensbestand: De opslaglocatie instellen voor de videobestanden. Grootte gegevensbestand: De ingepakte grootte van handmatig opgenomen en gedownloade videobestanden instellen. De grootte kan worden ingesteld op 256 MB, 512 MB en 1 GB. Opnamebestanden opslaan in: De opslaglocatie instellen voor de handmatig opgenomen videobestanden. Downloads opslaan in: De opslaglocatie instellen voor de videobestanden die zijn gedownload in de -interface. Foto- en clipinstellingen: De opslaglocaties instellen voor vastgelegde afbeeldingen en videoclips. Sla snapshots in live view op: De opslaglocatie instellen voor afbeeldingen
die handmatig zijn vastgelegd in de -interface. Sla snapshots tijdens afspelen op: De opslaglocatie instellen voor
afbeeldingen die zijn vastgelegd in de -interface. Sla clips op: De opslaglocatie instellen voor de videobestanden waarvan een clip is gemaakt in de
-interface.
Klik op om de map te wijzigen waarin videobestanden, clips en afbeeldingen worden opgeslagen.
3. Klik op
om de instellingen op te slaan.
6.2 Tijdinstellingen configureren Doel: Volg de instructies in deze sectie op om de tijd te configureren die in de video kan worden weergegeven. In de tijdinstellingen kunt u functies voor de tijdzone, tijdsynchronisatie en zomertijd configureren. De functie voor tijdsynchronisatie biedt de keuze uit een automatische mode op basis van de NTP-server (Network Time Protocol) en een handmatige modus. © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
52
De interface voor tijdinstellingen openen: Configuratie > Basisconfiguratie > Systeem > Tijdinstellingen Of Configuratie >Gevorderde configuratie > Systeem > Tijdinstellingen
Figure 6-2 Tijdinstellingen Tijdsynchronisatie via de NTP-server configureren Stappen: (1) Selecteer het keuzerondje om de NTP-functie in te schakelen. (2) Configureer de volgende instellingen: Serveradres: Het IP-adres van de NTP-server. NTP-poort: De poort van de NTP-server. Interval: Het tijdsinterval tussen twee synchronisatieacties van de NTP-server. Dit kan worden ingesteld op een waarde van 1-10080 minuten.
Figure 6-3 Tijdsynchronisatie via NTP-server (3) Klik op de knop
om te controleren of de configuratie is geslaagd.
Als de speed dome is verbonden met een openbaar netwerk, moet u een NTP-server met een functie voor tijdsynchronisatie gebruiken, zoals de server van het National Time Center (IP-adres: 210.72.145.44). Als de speed dome is ingesteld in een aangepast netwerk, kan NTP-software worden gebruikt om verbinding te maken met een NTP-server voor © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
53
tijdsynchronisatie.
Tijdsynchronisatie handmatig configureren Stappen: (1) Selecteer het keuzerondje Handmatige tijdsynchronisatie. (2) Klik op
om de systeemtijd in te stellen vanuit de pop-upkalender.
(3) Klik op
om de instellingen op te slaan.
U kunt ook het selectievakje Synchroniseer met computertijd inschakelen om de tijd van de speed dome te synchroniseren met de tijd van uw computer.
Figure 6-4 Handmatige tijdsynchronisatie
De tijdzone selecteren Doel: Wanneer de speed dome naar een andere tijdzone wordt verplaatst, kunt u de functie Tijdzone gebruiken om de tijd aan te passen. De tijd wordt aangepast op basis van de originele tijd en het tijdverschil tussen de twee tijdzones. Selecteer vanuit het vervolgkeuzemenu Tijdzone de tijdzone waarin de speed dome zich bevindt, zoals weergegeven in Figure 6-5.
Figure 6-5 Tijdzone-instellingen Zomertijd configureren Doel: Als in uw land de klok gedurende een bepaalde tijdsperiode van het jaar vooruit wordt gezet, kunt u deze functie inschakelen. De tijd wordt automatisch aangepast wanneer de zomertijd begint. Stappen: © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
54
(1) Open de DST-interface via Configuratie > Gevorderde configuratie > Systeem > DST (2) Schakel
in om de zomertijdfunctie in te schakelen.
(3) Stel de datum voor de zomertijdperiode in. (4) Klik op
om de instellingen op te slaan.
Figure 6-6 Zomertijdinstellingen
6.3 Netwerkinstellingen configureren 6.3.1 TCP/IP-instellingen configureren Doel: De TCP/IP-instellingen moeten correct worden geconfigureerd voordat u de speed dome via het netwerk kunt bedienen. IPv4 en IPv6 worden allebei ondersteund. Stappen: 1. Open de interface voor TCP/IP-instellingen: Configuratie > Basisconfiguratie > Netwerk > TCP/IP Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk > TCP/IP
© Hikvision
55
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Figure 6-7 TCP/IP-instellingen 2. Configureer de NIC-instellingen, waaronder het IPv4(IPv6)-adres, het IPv4(IPv6)-subnetmasker en de IPv4(IPv6)-standaardgateway. 3. Klik op
om de bovenstaande instellingen op te slaan.
Als de DHCP-server beschikbaar is, kunt u inschakelen om automatisch een IP-adres en andere netwerkinstellingen te verkrijgen vanaf deze server. Als het IP-adres handmatig wordt ingesteld, klikt u op
om te
controleren of het IP-adres al wordt gebruikt. Zo voorkomt u IP-adresconflicten. Het bereik voor geldige MTU-waarden (Maximum Transmission Unit) is 500-9676. De standaardwaarde is 1500. Met multicast wordt een stream verzonden naar het multicast-groepsadres. Meerdere clients kunnen de stream tegelijk aanroepen door een kopie van het multicast-groepsadres aan te vragen. Voordat u deze functie gebruikt, moet u de multicast-functie van uw router inschakelen en de gateway van de network speed dome configureren. Als de DNS-serverinstellingen vereist zijn voor bepaalde toepassingen (bijvoorbeeld het verzenden van e-mail), moet u de voorkeurs-DNS-server en alternatieve DNS-server correct configureren. Schakel het selectievakje Multicast Discovery inschakelen in om ervoor te zorgen dat de speed dome kan worden gedetecteerd met clientsoftware binnen © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
56
het LAN.
Figure 6-8 DNS-serverinstellingen
De router moet ondersteuning bieden voor de functie voor routemededeling als u
Routemededeling selecteert als IPv6-modus.
6.3.2 Poortinstellingen configureren Doel: Als u een router gebruikt en toegang wilt krijgen tot de speed dome via een WAN (Wide Area Network), moet u de 3 poorten voor de speed dome doorsturen. Stappen: 1. Open de interface voor poortinstellingen: Configuratie > Basisconfiguratie > Netwerk > Poort Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk > Poort
Figure 6-9 Poortinstellingen 2. Stel de HTTP-poort, RTSP-poort, HTTPS-poort en serverpoort van de speed dome in. HTTP-poort: Het standaardpoortnummer is 80. RTSP-poort: Het standaardpoortnummer is 554. HTTPS-poort: Het standaardpoortnummer is 443. Serverpoort: Het standaardpoortnummer is 8000. 3.
Klik op
om de instellingen op te slaan.
6.3.3 PPPoE-instellingen configureren Doel: © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
57
Als u geen router maar alleen een modem gebruikt, kunt u de PPPoE-functie (Point-to-Point Protocol over Ethernet) gebruiken. Stappen: 1. Open de interface voor PPPoE-instellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk > PPPoE
Figure 6-10 PPPoE-instellingen 2. Schakel het selectievakje PPPoE inschakelen in om deze functie in te schakelen. 3. Voer de gebruikersnaam, het wachtwoord en de wachtwoordbevestiging voor PPPoE-toegang in. De gebruikersnaam en het wachtwoord moeten door uw ISP worden toegewezen.
We raden aan een sterk wachtwoord te gebruiken voor alle functies en netwerkapparaten om uw privacy te garanderen en uw systeem beter te beschermen tegen beveiligingsrisico's. Om de beveiliging van het product te verbeteren, moet het gekozen wachtwoord minimaal 8 tekens bevatten, inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens. De juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of eindgebruiker.
4. Klik op
om op te slaan en de interface te verlaten.
6.3.4 DDNS-instellingen configureren Doel: Als uw speed dome is ingesteld om PPPoE als standaardnetwerkverbinding te gebruiken, kunt u DDNS (Dynamic DNS) gebruiken voor netwerktoegang. Voordat u begint: Registratie bij de DDNS-server is vereist voordat u de DDNS-instellingen van de speed dome kunt configureren.
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
58
We raden aan een sterk wachtwoord te gebruiken voor alle functies en netwerkapparaten om uw privacy te garanderen en uw systeem beter te beschermen tegen beveiligingsrisico's. Om de beveiliging van het product te verbeteren, moet het gekozen wachtwoord minimaal 8 tekens bevatten, inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens. De juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of eindgebruiker. Stappen: 1. Open de interface voor DDNS-instellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk > DDNS
Figure 6-11 DDNS-instellingen 2. Schakel het selectievakje DDNS inschakelen in om deze functie in te schakelen. 3. Selecteer DDNS-type. U kunt kiezen uit vier DDNS-typen: IPServer, HiDDNS, NO-IP en DynDNS. DynDNS: Stappen: (1) Voer het serveradres van DynDNS in (bijvoorbeeld members.dyndns.org). (2) Voer in het tekstveld Domein de domeinnaam in die u hebt verkregen op de DynDNS-website. (3) Voer de poort van de DynDNS-server in. (4) Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in die u hebt geregistreerd op de DynDNS-website. (5) Klik op om de instellingen op te slaan.
Figure 6-12 DynDNS-instellingen © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
59
IPServer: Stappen: (1) Voer het serveradres voor IPServer in. (2) Klik op om de instellingen op te slaan.
Voor het serveradres moet het statische IP-adres worden ingevuld van de computer waarop de IPServer-software wordt uitgevoerd. Voor IPServer moet u een statisch
IP-adres, subnetmasker, gateway en voorkeurs-DNS van de ISP invoeren.
Figure 6-13 IPServer-instellingen HiDDNS: Stappen: (1) Voer het serveradres www.hik-online.com in. (2) Voer de domeinnaam van de camera in. Het domein is hetzelfde als de apparaatalias in de HiDDNS-server. (3) Klik op om de instellingen op te slaan.
Figure 6-14 HiDDNS-instellingen NO-IP: Stappen: (1) Voer het serveradres in voor NO-IP. (2) Voer in het tekstveld Domein de domeinnaam in die u hebt verkregen op de NO-IP-website. (3) Voer de poort van de NO-IP-server in. (4) Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in die u hebt geregistreerd op de NO-IP-website.
(5) Klik op
© Hikvision
om de instellingen op te slaan.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
60
6.3.5 SNMP-instellingen configureren Doel: U kunt SNMP gebruiken om de speed dome-status en aan parameters gerelateerde informatie op te halen. Voordat u begint: Voordat u SNMP instelt, moet u de SNMP-software gebruiken en instellen om de speed dome-informatie te ontvangen via de SNMP-poort. Door het trap-adres in te stellen, kunnen vanuit de speed dome alarmgebeurtenissen en uitzonderingsberichten naar het surveillancecentrum worden verzonden.
De SNMP-versie die u selecteert, moet overeenkomen met de versie van de SNMP-software. Stappen: 1. Open de interface voor SNMP-instellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk > SNMP
© Hikvision
61
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Figure 6-15 SNMP-instellingen 2.
Schakel het toepasselijke selectievakje voor de versie in (Zet
SNMP v1 aan, Zet SNMP v2c aan, Zet SNMP v3 aan) om de functie in te schakelen. 3. Configureer de SNMP-instellingen.
De configuratie van de SNMP-software moet overeenkomen met de instellingen die u hier configureert. 4.
om op te slaan en het instellen te voltooien.
Klik op
6.3.6 802.1X-instellingen configureren Doel: De speed dome biedt ondersteuning voor de IEEE 802.1X-standaard. IEEE 802.1X is een op poorten gebaseerde netwerktoegangscontrole. Hiermee wordt het beveiligingsniveau van het LAN verbeterd. Als apparaten verbinding maken met dit netwerk via de IEEE 802.1X-standaard, is verificatie vereist. Als de verificatie mislukt, kan het apparaat geen verbinding maken met het netwerk. Een beveiligd LAN met de 802.1X-standaard wordt als volgt weergegeven:
Authenticator Network Switch Speed Dome Internet
Authentication Server
PC
PC
RADIUS Server
Figure 6-16 Beveiligd LAN
Voordat u de netwerkcamera aansluit op het beveiligde LAN, moet u een digitaal certificaat van een certificaatautoriteit toepassen. De netwerkcamera vraagt toegang tot het beveiligde LAN via de authenticator (een switch). © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
62
De switch stuurt de identiteit en het wachtwoord door naar de verificatieserver (RADIUS-server). De switch stuurt het certificaat van de verificatieserver door naar de netwerkcamera. Nadat alle informatie is gevalideerd, verleent de switch de netwerkcamera toegang tot het beveiligde netwerk.
We raden aan een sterk wachtwoord te gebruiken voor alle functies en netwerkapparaten om uw privacy te garanderen en uw systeem beter te beschermen tegen beveiligingsrisico's. Om de beveiliging van het product te verbeteren, moet het gekozen wachtwoord minimaal 8 tekens bevatten, inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens. De juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of eindgebruiker. Stappen: 1. Sluit de netwerkcamera rechtstreeks op de pc aan met een netwerkkabel. 2. Open de interface voor 802.1X-instellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk > 802.1X
Figure 6-17 802.1X-instellingen 3. Schakel het selectievakje Zet IEEE 802.1X aan in om deze functie in te schakelen. 4. Configureer de 802.1X-instellingen, waaronder de gebruikersnaam en het wachtwoord. De EAP-MD5-versie moet hetzelfde zijn als die van de router of switch. 5. Klik op
om het instellen te voltooien.
De camera wordt opnieuw gestart als u de instellingen opslaat. 6. Na de configuratie sluit u de camera aan op het beveiligde netwerk.
6.3.7 QoS-instellingen configureren Doel: © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
63
QoS (Quality of Service) kan netwerkvertragingen en -overbelasting voorkomen door de prioriteit van verzonden gegevens te configureren. Stappen: 1. Open de interface voor QoS-instellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk > QoS
Figure 6-18 QoS-instellingen 2. Configureer de QoS-instellingen, waaronder het DSCP voor video/audio, het DSCP voor gebeurtenissen/alarmen en het DSCP voor beheer. Het bereik voor geldige DSCP-waarden gaat van 0 tot 63. Hoe hoger de DSCP-waarde, hoe hoger de prioriteit. 3. Klik op
om de instellingen op te slaan.
Zorg ervoor dat u de QoS-functie van het netwerkapparaat (zoals een router) inschakelt. Het apparaat moet opnieuw worden gestart om de instellingen door te voeren.
6.3.8 FTP-instellingen configureren Doel: U kunt een FTP-server instellen en de volgende parameters configureren voor het uploaden van vastgelegde afbeeldingen. Stappen: 1. Open de interface voor FTP-instellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk >FTP
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
64
Figure 6-19 FTP-instellingen 2. Configureer de FTP-instellingen, inclusief serveradres, poort, gebruikersnaam, wachtwoord, map en uploadtype.
We raden aan een sterk wachtwoord te gebruiken voor alle functies en netwerkapparaten om uw privacy te garanderen en uw systeem beter te beschermen tegen beveiligingsrisico's. Om de beveiliging van het product te verbeteren, moet het gekozen wachtwoord minimaal 8 tekens bevatten, inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens. De juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of eindgebruiker. Het serveradres biedt ondersteuning voor zowel domeinnaam- als IP-adresindelingen. De map voor het opslaan van bestanden op de FTP-server instellen: In het veld Directorystructuur kunt u de hoofdmap, bovenliggende map en onderliggende map selecteren. Hoofdmap: De bestanden worden opgeslagen in de hoofdmap van de FTP-server. Bovenliggende map: De bestanden worden opgeslagen in een map op de FTP-server. De naam van de map kan worden gedefinieerd zoals wordt weergegeven in Figure 6-20.
Figure 6-20 Bovenliggende map Onderliggende map: Dit is een submap die kan worden gemaakt in de bovenliggende map. De bestanden worden opgeslagen in een submap op © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
65
de FTP-server. De naam van de map kan worden gedefinieerd zoals wordt weergegeven in Figure 6-21.
Figure 6-21 Onderliggende map
Upload type: Hiermee kunt u het uploaden van de vastgelegde afbeeldingen op de FTP-server inschakelen.
3. Klik op
om de instellingen op te slaan.
Als u de vastgelegde afbeeldingen wilt uploaden naar een FTP-server, moet u ook de functie voor continusnapshots of door gebeurtenissen getriggerde snapshots inschakelen in de interface Snapshot. Raadpleeg Sectie 7.4 Instellingen voor snapshots configureren voor gedetailleerde informatie.
6.3.9 UPnP™-instellingen configureren Doel: UPnP™ (Universal Plug and Play) is een netwerkarchitectuur die zorgt voor onderlinge compatibiliteit van netwerkapparatuur, software en andere hardwareapparaten. Het UPnP-protocol maakt het mogelijk apparaten naadloos aan te sluiten en de implementatie van netwerken in thuis- en bedrijfsomgevingen te vereenvoudigen. Wanneer de functie is ingeschakeld, hoeft u de poorttoewijzing voor de verschillende poorten niet te configureren en wordt de camera via de router met het WAN (Wide Area Network) verbonden. Stappen: 1. Open de interface voor UPnP™-instellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk >UPnP™ 2. Schakel het selectievakje in om de UPNP™-functie in te schakelen. U kunt de bijnaam van de speed dome bewerken. Deze naam kan worden gedetecteerd op gekoppelde apparaten, zoals een router.
Figure 6-22 UPnP-instellingen configureren
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
66
6.3.10 NAT-instellingen (Network Address Translation) configureren Stappen: 1. Stel de modus voor poorttoewijzing in: Poorttoewijzing met standaardpoortnummers: Kies Poorttoewijzing met aangepaste poortnummers: Kies U kunt de waarde van het poortnummer zelf aanpassen.
Figure 6-23 Het poortnummer configureren 2. Klik op
om de instellingen op te slaan.
6.3.11 E-mailinstellingen configureren Doel: Het systeem kan zo worden geconfigureerd dat er een e-mailmelding wordt verzonden naar alle toegewezen ontvangers wanneer een alarmgebeurtenis wordt gedetecteerd, zoals gedetecteerde beweging, videosignaalverlies, manipulatie, enzovoort. Voordat u begint: Configureer de DNS-serverinstellingen in Basisconfiguratie > Netwerk > TCP/IP of Gevorderde configuratie > Netwerk > TCP/IP voordat u de e-mailfunctie gaat gebruiken. Stappen: 1. Open de interface voor e-mailinstellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk > E-mail
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
67
Figure 6-24 E-mailinstellingen 2. Configureer de volgende instellingen: Afzender: De naam van de afzender van de e-mail. Adres afzender: Het e-mailadres van de afzender. SMTP-server: Het IP-adres of de hostnaam van de SMTP-server (bijvoorbeeld smtp.263xmail.com). SMTP-poort: De SMTP-poort. De standaard-TCP/IP-poort voor SMTP is 25. SSL inschakelen: Schakel het selectievakje in om SSL in te schakelen, indien dit vereist is voor de SMTP-server. Bijgevoegd beeld: Schakel het selectievakje in voor Toegevoegd beeld als u e-mails wilt verzenden met een bijgevoegde alarmafbeelding. Interval: Het interval heeft betrekking op de tijd tussen twee acties waarbij bijgevoegde afbeeldingen worden verzonden. Verificatie (optioneel): Als verificatie vereist is voor uw e-mailserver, schakelt u dit selectievakje in om verificatie te gebruiken bij aanmelding bij de server. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in.
We raden aan een sterk wachtwoord te gebruiken voor alle functies en netwerkapparaten om uw privacy te garanderen en uw systeem beter te beschermen tegen beveiligingsrisico's. Om de beveiliging van het product te verbeteren, moet het gekozen wachtwoord minimaal 8 tekens bevatten, inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens.
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
68
De juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of eindgebruiker. Ontvanger: Selecteer de ontvanger waarheen de e-mail wordt verzonden. U kunt maximaal 2 ontvangers configureren. Ontvanger: De naam van de gebruiker die een melding moet ontvangen. Adres ontvanger: Het e-mailadres van de gebruiker die een melding moet ontvangen.
Klik op
om te controleren of de instellingen geldig zijn nadat u de
parameters hebt geconfigureerd. 3. Klik op
om de instellingen op te slaan.
6.3.12 HTTPS-instellingen configureren Doel: HTTPS wordt gebruikt voor verificatie van websites en gerelateerde webservers waarmee wordt gecommuniceerd. Dit zorgt voor bescherming tegen man-in-the-middle-aanvallen. Voer de volgende stappen uit om het HTTPS-poortnummer in te stellen. Voorbeeld: Als u het poortnummer instelt op 443 en het IP-adres 192.168.1.64 is, kunt u toegang krijgen tot het apparaat door https://192.168.1.64:443 in te voeren in een webbrowser. Stappen: 1. Open de interface voor HTTPS-instellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk > HTTPS 2. Maak het zelfondertekende certificaat of geautoriseerde certificaat.
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
69
Figure 6-25 HTTPS-instellingen OPTIE 1: Maak het zelfondertekende certificaat 1) Klik op de knop Maken om het volgende dialoogvenster te openen.
Figure 6-26 Het zelfondertekende certificaat maken 2) Voer het land, de hostnaam, het IP-adres, de geldigheid en andere informatie in. 3) Klik op OK om de instellingen op te slaan. OPTIE 2: Maak het geautoriseerde certificaat 1) Klik op de knop Maken om het certificaatverzoek te maken. Vul de vereiste informatie in. 2) Download het certificaatverzoek en stuur het naar de vertrouwde certificaatautoriteit om het te laten ondertekenen. 3) Nadat het het geldige ondertekende certificaat hebt ontvangen, importeert u het certificaat naar het apparaat. 3. De certificaatinformatie is beschikbaar nadat u het certificaat hebt gemaakt en geïnstalleerd.
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
70
Figure 6-27 Eigenschappen van geïnstalleerd certificaat
U kunt het HTTPS-poortnummer naar wens configureren. Raadpleeg Sectie 6.3.2
Poortinstellingen configureren voor meer informatie. 4. Schakel het selectievakje HTTPS inschakelen in en klik op de knop Opslaan.
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome
71
6.4 Video- en audio-instellingen configureren 6.4.1 Video-instellingen configureren Stappen: 1. Open de interface voor video-instellingen: Configuratie > Basisconfiguratie > Video/Audio > Video Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Video/Audio > Video
Figure 6-28 Video-instellingen configureren 2. Selecteer het streamtype van de speed dome. U kunt kiezen uit hoofdstream (standaard) of substream. De hoofdstream wordt meestal gebruikt voor opnamen en liveweergave en biedt een goede bandbreedte. De substream kan worden gebruikt voor liveweergave wanneer de bandbreedte beperkt is. Raadpleeg Sectie 6.1 Lokale parameters configureren voor informatie over het schakelen tussen de hoofdstream en substream voor liveweergave. 3. U kunt de volgende parameters voor de geselecteerde hoofdstream of substream aanpassen: Videotype: Selecteer het streamtype voor de videostream of samengestelde stream met video en audio. Het audiosignaal wordt alleen opgenomen wanneer het videotype is ingesteld op Video & Audio. Resolutie: Selecteer de resolutie van de video-output. Bitratetype: Selecteer het bitratetype: constant of variabel. Videokwaliteit: © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
72
Wanneer het bitratetype is ingesteld op Variabel, kunt u 6 niveaus selecteren voor de videokwaliteit. Beeldsnelheid: De framerate is de frequentie waarmee de videostream wordt bijgewerkt, en wordt gemeten in frames per seconde (fps). Een hogere framerate biedt voordelen bij veel bewegingen in de videostream omdat de beeldkwaliteit van hoog niveau blijft. Maximale bitrate: Stel de maximale bitrate in op 32-16.384 Kbps. Een hogere waarde levert hogere videokwaliteit op maar vereist meer bandbreedte. Video-opname: De standaard voor videocodering kan worden ingesteld op H.264 of MJPEG. Profiel: U kunt het profielniveau instellen op Hoog profiel, Hoofdprofiel of Basisprofiel. I Frame-interval: Stel het i-frame-interval in op een waarde van 1-400. SVC: SVC is een videocoderingstechnologie. Als er voldoende netwerkbandbreedte beschikbaar is, worden met deze functie frames uit de oorspronkelijke video gehaald en naar een videorecorder met ondersteuning voor de SVC-functie verzonden. Verzachten: Versleep 4. Klik op
om de waarde voor videoverzachting naar wens in te stellen. om de instellingen op te slaan.
6.4.2 Audio-instellingen configureren Stappen: 1. Open de interface voor audio-instellingen: Configuratie > Basisconfiguratie > Video/Audio > Audio Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Video/Audio > Audio
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
73
Figure 6-29 Audio-instellingen 2. Configureer de volgende instellingen. Audiocodering: U kunt G.722.1, G.711ulaw, G.711alaw, MP2L2, PCM en G.726 selecteren. Bitrate audiostream: Wanneer de audiocodering is ingesteld op MP2L2, kunt u de bitrate van de audiostream configureren in de vervolgkeuzelijst. Hoe hoger de waarde, hoe beter de audiokwaliteit. Samplingsnelheid: Wanneer de audiocodering is ingesteld op MP2L2 of PCM, kunt u de samplingsnelheid configureren in de vervolgkeuzelijst. Hoe hoger de waarde, hoe beter de audiokwaliteit. Audio-uitgang: Wanneer een intercom is aangesloten op de speed dome, moet u deze optie instellen op LineIn. Wanneer een microfoon is aangesloten op de speed dome, moet u deze optie instellen op MicIn. Inputvolume: Verschuif de balk om het volume te verhogen en verlagen. U kunt een waarde van 0-100 invoeren. Omgevingsruisfilter: Wanneer de gemonitorde omgeving luidruchtig is, kunt u deze functie inschakelen om een deel van het geluid weg te filteren. 3. Klik op
om de instellingen op te slaan.
6.4.3 ROI-instellingen configureren Voordat u begint: ROI-codering (Region Of Interest) wordt gebruikt om de kwaliteit van vooraf opgegeven beelden te verbeteren. Open de interface voor ROI-instellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Video/Audio > ROI
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
74
Figure 6-30 Region of Interest (ROI) Streamtype: U kunt de ROI-functie instellen voor de hoofdstream en substream. Selecteer een streamtype en configureer de ROI-instellingen. Vaste regio: Vaste-regiocodering houdt in dat ROI-codering wordt gebruikt voor handmatig geconfigureerde gebieden. U kunt het niveau voor verbetering van de beeldkwaliteit kiezen voor ROI-codering, en u kunt het ROI-gebied een naam geven. Stappen: 1. Selecteer een regionummer. 2. Schakel het selectievakje Inschakelen voor Vaste regio in. 3. Selecteer de regio in de vervolgkeuzelijst voor ROI-instellingen. U kunt vier vaste regio's selecteren. 4. Klik op de knop
en klik en sleep de muis om de ROI te tekenen in
de livevideo. 5. Stel het ROI-niveau in op een waarde van 1 tot 6. Hoe hoger de waarde, hoe beter de beeldkwaliteit van het rode kader. 6. Voer een regionaam in en klik op Opslaan om de instellingen op te slaan. Beweging tracken: Op het apparaat kunnen automatisch gebieden met beweging worden herkend. Stel het niveau voor verbetering van de beeldkwaliteit voor © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
75
ROI-codering in. Stappen: 1. Schakel de selectievakjes van de gewenste functies, waaronder doeltracking en gezichten volgen. Doeltracking: Wanneer een slimme gebeurtenis wordt gedetecteerd, zoals overschrijding van een lijn, wordt het object dat de vooraf gedefinieerde regel heeft getriggerd, automatisch gevolgd. De beeldkwaliteit van het trackingdoel wordt verbeterd. Gezicht volgen: Wanneer gezichtsdetectie wordt getriggerd, wordt de beeldkwaliteit van het gezicht verbeterd.
• Als u de functie voor doeltracking wilt inschakelen, moet u de functie voor
slimme tracking inschakelen. Raadpleeg hiervoor Sectie 5.7 Slimme tracking configureren. • Als u de functie voor gezichten volgen wilt inschakelen, moet de functie voor gezichtsdetectie worden ondersteund en moet deze zijn ingeschakeld. 2. Stel het respectievelijke ROI-niveau in. Hoe hoger de waarde, hoe beter de beeldkwaliteit van het rode kader. 3. Klik op Opslaan om de instellingen op te slaan.
6.5 Beeldinstellingen configureren 6.5.1 Scherminstellingen configureren Doel: U kunt de beeldkwaliteit voor de speed dome instellen, inclusief helderheid, contrast, verzadiging, scherpte, enzovoort.
De parameters in de interface Scherminstellingen verschillen, afhankelijk van het speed dome-model. Dubbelklik op de liveweergave om de modus met volledig scherm te openen. Dubbelklik opnieuw om deze modus te verlaten. Stappen: 1. Open de interface voor scherminstellingen: Configuratie > Basisconfiguratie > Beeld > Scherminstellingen Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Beeld > Scherminstellingen 2. U kunt het koppelingsscenario in de vervolgkeuzelijst selecteren. U hebt de keuze uit verschillende vooraf gedefinieerde beeldparameters. © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
76
3. Stel de beeldparameters voor de speed dome in.
Figure 6-31 Scherminstellingen
Beeldaanpassing Helderheid Met deze functie kunt u de helderheid van de beelden aanpassen. U kunt een waarde van 0-100 invoeren. Contrast Met deze functie wordt het kleur- en lichtverschil tussen verschillende delen van een beeld verbeterd. U kunt een waarde van 0-100 invoeren. Verzadiging Met deze functie kunt u de kleurverzadiging van de beelden aanpassen. U kunt een waarde van 0-100 invoeren. Scherpte Met de scherptefunctie worden de details van beelden verbeterd door de randen in de beelden te verscherpen. U kunt een waarde van 0-100 invoeren.
De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model.
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
77
Belichtingsinstellingen
Belichtingsmodus De belichtingsmodus kan worden ingesteld op Automatisch, Irisprioriteit, Sluiterprioriteit en Handmatig. Automatisch: De waarden voor iris, sluitertijd en gain worden automatisch aangepast op basis van de helderheid van de omgeving. Irisprioriteit: De iriswaarde moet handmatig worden aangepast. De waarden voor sluitertijd en gain worden automatisch aangepast op basis van de helderheid van de omgeving.
Figure 6-32 Handmatige iris Sluiterprioriteit:
De sluitertijdwaarde moet handmatig worden aangepast. De waarden voor iris en gain worden automatisch aangepast op basis van de helderheid van de omgeving.
Figure 6-33 Handmatige sluitertijd Gain-prioriteit:
De gain-waarde moet handmatig worden aangepast. De waarden voor sluitertijd en iris worden automatisch aangepast op basis van de helderheid van de omgeving.
Figure 6-34 Handmatige gain Handmatig:
In de handmatige modus kunt u de waarden voor Gain, Sluiter en Iris zelf aanpassen.
De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model. Versterkingsbegrenzing Met deze functie kunt u de gain van de beelden aanpassen. U kunt een waarde van 0-100 invoeren. Lange sluitertijd Deze functie kan worden gebruikt om onderbelichting te voorkomen. De sluitertijd © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
78
wordt verlengd om volledige belichting te verzorgen. De waarde voor sluitertijd kan worden ingesteld op Lange sluitertijd*2, *4, *6, *12, *16, *24 en *32.
Figure 6-35 Lange sluitertijd
Focusinstellingen
Focusmodus De scherpstelmodus kan worden ingesteld op Automatisch, Handmatig en Semi-automatisch. Automatisch: De speed dome wordt altijd automatisch scherpgesteld op basis van de objecten in de scène. Semi-automatisch: De speed dome wordt eenmalig automatisch scherpgesteld na een pan-, kantelof zoombewerking. Handmatig: In de handmatige modus moet u op het bedieningspaneel gebruiken om handmatig scherp te stellen. Min. focusafstand Deze functie wordt gebruikt om de minimale scherpstelafstand te beperken.
De werking van de functie voor minimale scherpstelafstand verschilt, afhankelijk van het speed dome-model.
Dag/Nacht-schakeling
Deze aan het IR-licht gerelateerd functie, die hieronder nader wordt uitgelegd, wordt alleen ondersteund voor IR speed domes. Dag/Nacht-schakeling De modus voor Dag/Nacht-schakeling kan worden ingesteld op Automatisch, Dag en Nacht. Automatisch: In de modus Automatisch wordt er automatisch geschakeld tussen de dag- en nachtmodus op basis van de lichtomstandigheden voor de omgeving. De schakelgevoeligheid kan worden ingesteld op Laag, Normaal en Hoog.
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
79
Figure 6-36 Gevoeligheid voor automatische modus Dag:
In de dagmodus kunnen kleurenbeelden worden weergegeven op de speed dome. Deze modus wordt gebruikt voor normale lichtomstandigheden. Nacht: In de nachtmodus worden zwart-witbeelden gebruikt. In de nachtmodus kan de gevoeligheid worden verhoogd voor omstandigheden met weinig licht. Schema In de schemamodus kunt u het tijdschema voor de dagmodus instellen, zoals weergegeven in Figure 6-37. Voor de resterende tijd in het schema wordt de nachtmodus gebruikt.
De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model.
Figure 6-37 Dag- en nachtschema Overbelichting vermijden Als het IR-licht aan staat en het midden van het beeld overbelicht is, kunt u deze functie inschakelen. IR-verlichtingsmodus De IR-verlichtingsmodus kan worden ingesteld op Automatisch en Handmatig. Automatisch: De helderheid van het infraroodlicht wordt automatisch aangepast. U kunt voor de IR-lichtgevoeligheid een waarde van 0-100 invoeren. De triggermodus kan worden ingesteld op Camera en Fotogevoelig. Handmatig: u moet de helderheidswaarde voor het infraroodlicht handmatig aanpassen. De waarde voor Helderheidslimiet heeft een bereik van 0-100.
IR-gerelateerde functies worden alleen ondersteund voor IR speed domes. Voor gedetailleerde configuratie van de parameters voor het IR-licht kunt u het OSD-menu openen door de speciale preset 95 aan te roepen.
Als de IR-verlichtingsmodus is ingesteld op Automatisch, wordt er automatisch
geschakeld tussen dag- en nachtmodus op basis van de IR-verlichtingsmodus. U kunt de dag- en nachtmodus niet handmatig instellen. © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
80
Als de IR-verlichtingsmodus is ingesteld op Handmatig en de helderheidslimiet 0
is, kunt u de dag- en nachtmodus handmatig instellen. Als de IR-verlichtingsmodus is ingesteld op Handmatig en de helderheidslimiet niet 0 is, wordt de nachtmodus ingesteld als standaardmodus. U kunt de dag- en nachtmodus niet handmatig instellen.
Tegenlichtinstellingen BLC Bij veel tegenlicht wordt het onderwerp vóór het tegenlicht donker of als een silhouet weergegeven. Door de BLC-functie (back light compensation) in te schakelen kunt u de belichting van het onderwerp corrigeren. De omgeving met tegenlicht wordt echter vaag of wit weergegeven. WDR (Wide Dynamic Range) Met de WDR-functie (wide dynamic range) levert de camera scherpe beelden, zelfs bij veel tegenlicht. Als het weergaveveld zowel zeer heldere als zeer donkere gebieden bevat, wordt met de WDR-functie de helderheid van het hele beeld gebalanceerd. Dit levert heldere, gedetailleerde beelden op. Schakel de WDR-functie in of uit, zoals weergegeven in Figure 6-38. De waarde voor het WDR-niveau heeft een bereik van 0-100.
Figure 6-38 WDR
De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model. HLC Met de HLC-functie (High Light Compensation) worden sterke lichtbronnen in het camerabeeld worden herkend en onderdrukt om schitteringen in het beeld te voorkomen. Zo krijgt u details te zien die normaal gesproken verborgen zouden blijven.
Witbalans U kunt de witbalansmodus instellen op Automatisch, Handmatige witbalans, Buiten, Binnen, TL-lamp, Natriumlicht en Autom. traceren. Automatisch: In de modus Automatisch blijft de kleurbalans voor de camera automatisch behouden op basis van de huidige kleurtemperatuur. Handmatige witbalans: In de modus Handmatige witbalans kunt u de kleurtemperatuur handmatig © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
81
aanpassen aan uw eigen wensen, zoals weergegeven in Figure 6-39.
Figure 6-39 Handmatige witbalans
Buiten: Selecteer deze modus wanneer de speed dome buiten is geïnstalleerd. Binnen: Selecteer deze modus wanneer de speed dome binnen is geïnstalleerd. TL-lamp: Selecteer deze modus wanneer er zich tl-licht in de buurt van de speed dome bevindt. Natriumlamp: Selecteer deze modus wanneer er zich natriumlicht in de buurt van de speed dome bevindt. Autom. traceren: In de modus Autom. traceren wordt de witbalans voortdurend in real-time aangepast op basis van de kleurtemperatuur van de scèneverlichting.
De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model.
Beeldverbetering Digitale ruisonderdrukking Met de functie voor digitale ruisonderdrukking wordt de ruis in het videosignaal verwerkt. Stel de functie Digitale ruisonderdrukking in op Aan en pas het DNR-niveau aan, zoals weergegeven in Figure 6-40. U kunt een niveau van 0-100 invoeren.
Figure 6-40 Digitale ruisonderdrukking
De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model. Ontwasemmodus Als het beeld wazig is, kunt u deze functie inschakelen voor een helderder beeld. EIS In bepaalde monitoringsituaties kan het livebeeld schokken en donker zijn als de camera licht trilt. Gebruik de EIS-functie (electronic image stabilization) om dit probleem te verhelpen en voor een stabiel en helder beeld te zorgen. © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
82
De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model.
Videoaanpassing
Spiegel
Als u de functie Spiegel
inschakelt, wordt het beeld gespiegeld. Dit geeft hetzelfde effect
als uzelf zien in een spiegel. De spiegelrichting kan worden ingesteld op Gesloten, Links/Rechts, Hoog/Laag of Centrum.
De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model. Videostandaard Stel de videostandaard in op 50 Hz (PAL) of 60 Hz (NTSC), afhankelijk van het videosysteem dat in uw land wordt gebruikt.
De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model. Vastlegmodus: Stel de vastlegmodus in op Gesloten, 1280x720 met 25 fps of 1280x960 met 25 fps.
Overig Lens initialiseren Wanneer u het selectievakje Lens initialiseren inschakelt, worden de bewegingen voor initialisatie beheerd met de lens. Zoomlimiet U kunt een waarde voor de zoomlimiet instellen om de maximale zoomfactor te beperken. De waarde kan worden ingesteld op 20, 40, 80, 160 en 320.
De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model. Lokale output U kunt video-output via de CVBS-interface naar wens in- of uitschakelen.
6.5.2 OSD-instellingen configureren Doel: De speed dome biedt ondersteuning voor weergave van de volgende informatie op het scherm: © Hikvision
83
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Uitzoomen: Hiermee wordt de zoomfactor bepaald. Richting: Hier worden de pan- en kantelrichting weergegeven in de indeling PXXX TXXX. De XXX-waarde achter 'P' geeft het aantal graden voor de panrichting weer, de XXX-waarde achter 'T' geeft het aantal graden voor de kantelpositie weer. Tijd: Ondersteuning voor tijdweergave. Presettitel: Bepaalt welke preset wordt aangeroepen. Cameranaam: Hiermee wordt de naam van de speed dome bepaald. U kunt de tijd op het scherm laten weergeven. Stappen: 1. Open de interface voor OSD-instellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Beeld > OSD-instellingen
Figure 6-41 OSD-instellingen 2. Schakel het toepasselijke selectievakje in om de speed dome-naam, de datum of de week te laten weergeven. 3. Bewerk de speed dome-naam in het tekstveld Cameranaam. 4. Selecteer opties in de vervolgkeuzelijst om de tijdnotatie, datumnotatie en weergavemodus in te stellen. 5. U kunt met de muis het tekstkader
in het liveweergavevenster
aanklikken en verslepen om de OSD-positie te wijzigen.
© Hikvision
84
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Figure 6-42 OSD-locatie aanpassen 6. U kunt ook de tekenkleur aanpassen. Selecteer Aanpassen in de vervolgkeuzelijst en selecteer de gewenste tekenkleur. 7. Klik op
om de bovenstaande instellingen te activeren.
6.5.3 Tekstoverlayinstellingen configureren Doel: U kunt de tekstoverlay aanpassen. Stappen: 1. Open de interface voor tekstoverlayinstellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Beeld > Tekstoverlap 2. Schakel het selectievakje vóór het tekstvak in om het OSD in te schakelen. 3. Voer de tekens in het tekstvak in. 4. Gebruik de muis om het rode tekstkader
in het liveweergavevenster aan
te klikken en te verslepen om de tekstoverlaypositie te wijzigen. 5. Klik op
.
U kunt maximaal 8 tekstoverlays configureren.
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
85
Figure 6-43 Tekstoverlayinstellingen
6.6 Alarmen configureren en beheren Doel: In deze sectie wordt uitgelegd hoe u de network speed dome kunt configureren om te reageren op alarmgebeurtenissen, waaronder gedetecteerde beweging, externe alarminput, videosignaalverlies, manipulatie en uitzonderingen. Deze gebeurtenissen kunnen de alarmacties triggeren, zoals Surveillancecentrum informeren, E-mail verzenden, Alarmoutput triggeren, enzovoort. Wanneer een extern alarm wordt getriggerd, verzendt de network speed dome bijvoorbeeld een melding naar een e-mailadres.
6.6.1 Bewegingsdetectie configureren Doel: Bewegingsdetectie is een functie waarmee alarmacties en video-opnameacties kunnen worden getriggerd wanneer er beweging plaatsvindt in de surveillancescène. Stappen: 1. Open de interface voor bewegingsdetectie-instellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Gebeurtenissen > Bewegingsdetectie 2. Schakel het selectievakje bij Zet bewegingsdetectie aan in als deze functie wilt inschakelen. Schakel het selectievakje Dynamische bewegingsanalyse aanzetten in als u de gedetecteerde objecten in de liveweergave wilt markeren met rechthoeken. 3. Selecteer de configuratiemodus (Normaal of Expert) en stel de toepasselijke parameters voor bewegingsdetectie in. Normaal © Hikvision
86
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Figure 6-44 Instellingen voor bewegingsdetectie - Normaal Stappen: (1)
. Klik en sleep met de muis in het livevideobeeld om een gebied voor bewegingsdetectie te tekenen.
(2) Klik op
om het tekenen te voltooien.
• U kunt maximaal 8 gebieden voor bewegingsdetectie voor hetzelfde beeld tekenen. • Klik op
om alle gebieden te wissen.
(3) Verplaats de schuifregelaar gevoeligheid van de detectie in te stellen. Expert
© Hikvision
om de
Gebruikershandleiding voor network speed dome
87
Figure 6-45 Instellingen voor bewegingsdetectie - Expert Stappen: (1) Stel de modus voor Dag/Nacht-schakeling in. U kunt kiezen uit Gesloten, Auto-omschakelen en Gepland omschakelen. Als de modus voor Dag/Nacht-schakeling is ingeschakeld, kunt u de detectieregels voor de dagen nachtmodus afzonderlijk configureren. Gesloten: Schakelen tussen dag- en nachtmodus uitschakelen. Auto-omschakelen: Automatisch schakelen tussen dag- en nachtmodus op basis van de lichtsterkte. Gepland omschakelen: Om 6.00 uur schakelen naar de dagmodus en om 18.00 uur schakelen naar de nachtmodus. (2) Selecteer het gebiednummer dat u wilt configureren in de vervolgkeuzelijst. (3) Stel de gevoeligheidswaarde en vulling door het object van het gebied in. Gevoeligheid: Hoe hoger deze waarde is, hoe sneller het alarm wordt getriggerd. Proportie van object op gebied: Wanneer de grootteproportie van het bewegende object de vooraf gedefinieerde waarde overschrijdt, wordt het alarm getriggerd. Hoe lager deze waarde is, hoe sneller het alarm wordt getriggerd. 4. Stel het activeringsschema voor bewegingsdetectie in. (1) Klik op
© Hikvision
in Figure 6-46.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
88
Figure 6-46 Activeringsschema (2) Kies de dag waarop u het activeringsschema wilt instellen, zoals wordt weergegeven in Figure 6-47.
Figure 6-47 Schema voor activeringstijd (3) Klik op om de tijdsperiode voor het activeringsschema in te stellen. (4) (Optioneel) Nadat u het activeringsschema hebt ingesteld, kunt u op klikken om het schema kopiëren naar andere dagen. (5) Klik op om de instellingen op te slaan.
Er mag geen overlap bestaan tussen de tijden van de verschillende perioden. Er kunnen maximaal 8 perioden worden geconfigureerd voor de verschillende dagen. 5. Stel de alarmacties voor bewegingsdetectie in. U kunt de koppelingsmethode opgeven die wordt gebruikt wanneer gebeurtenissen optreden. In de inhoud hieronder wordt uitgelegd hoe u de verschillende koppelingsmethoden kunt configureren.
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
89
Figure 6-48 Koppelingsmethode Schakel een selectievakje in om een koppelingsmethode te selecteren. U kunt de volgende methoden selecteren: het surveillancecentrum informeren, een e-mail verzenden, uploaden naar FTP, kanaal triggeren en alarmoutput triggeren. Waarschuw surveillancecentrum Een uitzondering of alarmsignaal naar externe beheersoftware verzenden wanneer een gebeurtenis optreedt. Verzend e-mail Een e-mail met alarminformatie naar een of meer gebruikers verzenden wanneer een gebeurtenis optreedt.
Als u de e-mail wilt verzenden wanneer een gebeurtenis optreedt, raadpleegt u
Sectie 6.3.11 E-mailinstellingen configureren om de e-mailparameters in te stellen.
Upload naar FTP Het beeld vastleggen wanneer een alarm wordt getriggerd en de afbeelding uploaden naar een FTP-server.
U hebt een FTP-server nodig en moet eerst de FTP-parameters instellen. Raadpleeg Sectie 6.3.8 FTP-instellingen configureren als u de FTP-parameters wilt instellen. Triggerkanaal Een video opnemen wanneer een gebeurtenis optreedt.
U moet het opnameschema instellen om deze functie te kunnen gebruiken. Raadpleeg Sectie 7.3 Opnameschema configureren voor het instellen van het opnameschema.
Trigger alarm Een of meer externe alarmoutputs triggeren wanneer een gebeurtenis optreedt.
Als u een alarmoutput wilt triggeren wanneer een gebeurtenis optreedt, © Hikvision
90
Gebruikershandleiding voor network speed dome
raadpleegt u Sectie 6.6.5 Alarmoutput alarmoutputparameters in te stellen.
configureren
om
de
6.6.2 Alarm voor videosignaalverlies configureren Stappen: 1. Open de interface voor instellingen voor videosignaalverlies: Configuratie > Gevorderde configuratie > Gebeurtenissen > Videoverlies
Figure 6-49 Videosignaalverlies 2. Schakel het selectievakje Zet videoverliesdetectie aan in om deze functie in te schakelen. 3. Klik op om het activeringsschema voor detectie van videosignaalverlies te bewerken. De configuratie van het activeringsschema verloopt hetzelfde als het instellen van het activeringsschema voor bewegingsdetectie. Raadpleeg stap 2 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren. 4. Schakel het selectievakje in om de koppelingsmethode te selecteren, zoals het alarm voor videosignaalverlies, het informeren van het surveillancecentrum, het verzenden van e-mail en het triggeren van alarmoutput. Raadpleeg stap 3 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren. 5. Klik op om de instellingen op te slaan. © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
91
6.6.3 Alarm voor videomanipulatie configureren Doel: U kunt de speed dome zo configureren dat alarmacties worden getriggerd wanneer de lens wordt bedekt. Stappen: 1. Open de interface voor instellingen voor videomanipulatie: Configuratie > Gevorderde configuratie > Gebeurtenissen > Tamper-proof
Figure 6-50 Manipulatiealarm 2. Schakel het selectievakje Zet Tamper-proof aan in om de detectie van videomanipulatie in te schakelen. 3. Stel het gebied voor detectie van videomanipulatie in. Raadpleeg stap 1 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren. 4. Klik op
om het activeringsschema voor videomanipulatie te
bewerken. De configuratie van het activeringsschema verloopt hetzelfde als het instellen van het activeringsschema voor bewegingsdetectie. Raadpleeg stap 2 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren. 5. Schakel het selectievakje in om de koppelingsmethode voor videomanipulatie te selecteren. U kunt de volgende methoden selecteren: het surveillancecentrum informeren, een kanaal triggeren, een e-mail verzenden en alarmoutput triggeren. Raadpleeg stap 3 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren. 6. Klik op
© Hikvision
om de instellingen op te slaan.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
92
6.6.4 Externe alarminputs configureren Stappen: 1. Open de interface voor alarminputinstellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Gebeurtenissen > Alarmingang 2. Kies het alarminputnummer en het alarmtype. Het alarmtype kan NO (normaal open) of NC (normaal gesloten) zijn. 3. Bewerk de naam in
om een
naam in te stellen voor de alarminput (optioneel).
Figure 6-51 Alarminputinstellingen 4. Klik op
om het activeringsschema voor de alarminput in te stellen.
Raadpleeg stap 2 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren. 5. Schakel het selectievakje in om de koppelingsmethode voor de alarminput te selecteren. Raadpleeg stap 3 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren. 6. U kunt ook kiezen voor PTZ-koppeling voor de alarminput. Schakel het toepasselijke selectievakje in en selecteer het nummer om het aanroepen van presets, patrouilles of patronen in te schakelen. 7. U kunt uw instellingen kopiëren naar andere alarminputs. 8. Klik op © Hikvision
om de instellingen op te slaan.
93
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Figure 6-52 Koppelingsmethode
6.6.5 Alarmoutput configureren Stappen: 1. Open de interface voor alarmoutputinstellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Gebeurtenissen > Alarmoutput 2. Selecteer één alarmoutputkanaal in de vervolgkeuzelijst Alarmuitgang. 3. Stel een naam in voor de alarmoutput in (optioneel). 4. De vertragingstijd kan worden ingesteld op 5 seconden, 10 seconden, 30 seconden, 1 minuut, 2 minuten, 5 minuten, 10 minuten of een handmatige waarde. De vertragingstijd is de tijdsduur dat de alarmoutput actief blijft nadat het alarm is opgetreden. 5. Klik op
om de interface voor het bewerken van het tijdschema te
openen. De configuratie van het tijdschema verloopt hetzelfde als het instellen van het activeringsschema voor bewegingsdetectie. Raadpleeg stap 2 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren.
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
94
Figure 6-53 Alarmoutputinstellingen 6. U kunt de instellingen kopiëren naar andere alarmoutputs. 7. Klik op
om de instellingen op te slaan.
6.6.6 Uitzonderingen verwerken De volgende typen uitzonderingen kunnen optreden: HDD vol, HDD-fout, netwerkverbinding verbroken, IP-adresconflict en ongeldige aanmelding bij de speed domes. Stappen: 1. Open de interface voor uitzonderingsinstellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Gebeurtenissen > Uitzondering 2. Schakel het selectievakje in om de acties in te stellen die worden ondernomen voor het uitzonderingsalarm. Raadpleeg stap 3 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren.
Figure 6-54 Uitzonderingsinstellingen 3. Klik op
© Hikvision
om de instellingen op te slaan.
95
Gebruikershandleiding voor network speed dome
6.6.7 Audio-uitzonderingen detecteren Doel: Als u deze functie inschakelt en er een audio-uitzondering optreedt, worden alarmreacties getriggerd. Stappen: 1. Open de interface voor audio-uitzonderingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Smart Gebeurtenis > Audio-uitzondering detecteren
Figure 6-55 Detectie van audio-uitzonderingen 2. Schakel het selectievakje Uitzondering bij audio-input in om de detectie van audio-inputuitzonderingen in te schakelen. 3. Schakel het selectievakje Detectie van sterke toename van geluidsintensiteit in om detectie van sterke toename in geluidsniveau in te schakelen. Gevoeligheid: Bereik [1-100]. Hoe lager de waarde is, hoe groter de toename moet zijn om de detectie te triggeren. Drempel geluidsintensiteit: Bereik [1-100]. Hiermee wordt omgevingsgeluid gefilterd. Hoe meer omgevingsgeluid er is, hoe hoger u de waarde moet instellen. U kunt de waarde aanpassen aan de werkelijke situatie. 4. Schakel het selectievakje Detectie van sterke afname van geluidsintensiteit in om detectie van sterke afname in geluidsniveau in te schakelen. Gevoeligheid: Bereik [1-100]. Hoe lager de waarde is, hoe groter de toename moet zijn om de detectie te triggeren. 5. Klik op het
om het activeringsschema te bewerken. De configuratie van
activeringsschema © Hikvision
verloopt
hetzelfde
als
het
instellen
van
het
Gebruikershandleiding voor network speed dome
96
activeringsschema voor bewegingsdetectie. Raadpleeg stap 2 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren. 6. Schakel het selectievakje in om de koppelingsmethode voor audio-uitzonderingen te selecteren. U kunt de volgende methoden selecteren: het surveillancecentrum informeren, een e-mail verzenden, alarmoutput triggeren, enzovoort. Raadpleeg stap 3 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren. 7. Klik op
om de instellingen op te slaan.
6.6.8 Dubbele VCA configureren Doel: Schakel de VCA-functie in om informatie over de objecten (zoals personen, voertuigen, enzovoort) in de videostream te markeren. U kunt regels instellen op het aangesloten back-endapparaat om gebeurtenissen te detecteren, zoals lijnoverschrijding, indringing, enzovoort. Stappen: 1. Open de interface voor configuratie van dubbele VCA. Configuratie > Gevorderde configuratie > Video/Audio > Informatie weergeven In stream. 2. Schakel het selectievakje Dubbele VGA inschakelen in. 3. Klik op
om de instellingen op te slaan.
6.6.9 Indringerdetectie configureren Met indringerdetectie kun u een gebied binnen de surveillancescène markeren. Zodra een object het gebied betreedt, wordt de ingestelde alarmreactie getriggerd. Stappen: 1. Open de interface voor indringerdetectie: Configuratie > Gevorderde configuratie > Gebeurtenissen > Indringerdetectie 2. Schakel het selectievakje Indringerdetectie inschakelen in.
© Hikvision
97
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Figure 6-56 Gebied voor indringing configureren 3. De getriggerde gebeurtenis en aan de parkeeractie gerelateerde PTZ-beweging worden 180 seconden vergrendeld nadat u de interface voor indringerdetectie hebt geopend. U kunt optioneel op de knop
klikken om de beweging
handmatig te activeren, of de beweging vergrendelen door op de knop te klikken wanneer deze verandert in
.
4. Teken het gebied. (1) Selecteer het regionummer in de vervolgkeuzelijst. (2) Klik op om een rechthoek op het beeld te teken en zo een beschermd gebied in te stellen. (3) Klik op het beeld om een hoek van de rechthoek op te geven en klik op de rechtermuisknop nadat de vier hoeken zijn geconfigureerd. Er worden maximaal vier gebieden ondersteund. Klik op
om de getekende gebieden te wissen.
5. Configureer de parameters afzonderlijk voor elk beschermd gebied.
Drempel: Bereik [0-10 seconden]. De drempelwaarde voor de tijd dat een object in het gebied blijft. Als u de waarde instelt op 0, wordt het alarm getriggerd direct nadat het object het gebied heeft betreden. Gevoeligheid: Bereik [1-100]. De gevoeligheidswaarde definieert de grootte van objecten waardoor het alarm wordt getriggerd. Als de gevoeligheid op een hoge waarde is ingesteld, kan het alarm worden getriggerd door uiterst © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
98
kleine objecten. Doel detecteren: U kunt in de vervolgkeuzelijst personen, voertuigen of allebei (personen en voertuigen) selecteren als detectiedoel. Als u de optie Persoon selecteert, worden alleen personen geïdentificeerd als detectieobjecten. Bij de optie Voertuig worden alleen voertuigen gedetecteerd.
6. Klik op
om het activeringsschema voor indringerdetectie te bewerken.
De configuratie van het activeringsschema verloopt hetzelfde als het instellen van het activeringsschema voor bewegingsdetectie. Raadpleeg stap 2 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren. 7. Schakel het selectievakje in om de koppelingsmethode te selecteren, zoals het informeren van het surveillancecentrum, het verzenden van e-mail, het triggeren van een kanaal en het triggeren van alarmoutput. Raadpleeg stap 3 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren. 8. Klik op
om de instellingen op te slaan.
6.6.10 Detectie van lijnoverschrijding configureren Detectie voor virtuele vlakken kan worden toegepast voor indringerdetectie. Zodra indringing van het virtuele vlak wordt gedetecteerd op basis van de geconfigureerde richting, wordt een ingestelde alarmactie getriggerd. Stappen: 1. Open de interface voor detectie van lijnoverschrijding: Configuratie > Gevorderde configuratie > Gebeurtenissen > Virtueel vlak oversteken 2. Schakel het selectievakje Virtueel vlak oversteken in. 3. Selecteer de te configureren lijn in de vervolgkeuzelijst. 4. De getriggerde gebeurtenis en aan de parkeeractie gerelateerde PTZ-beweging worden 180 seconden vergrendeld nadat u de interface voor lijnoverschrijdingsdetectie hebt geopend. U kunt optioneel op de knop klikken om de beweging handmatig te activeren, of de beweging vergrendelen © Hikvision
99
Gebruikershandleiding voor network speed dome
door op de knop te klikken wanneer deze verandert in
.
Figure 6-57 De lijn configureren 5. Teken het gebied. (1) Klik op
om een lijn op het beeld te tekenen.
(2) Klik op de lijn om naar de bewerkingsmodus te schakelen. Klik en versleep de uiteinden om de lengte en hoek van de lijn aan te passen. Klik en versleep de lijn om de locatie ervan aan te passen. Er worden maximaal vier lijnen ondersteund. 6. Configureer de parameters afzonderlijk voor elk beschermd gebied.
Richting: Selecteer de richting in de vervolgkeuzelijst. U kunt kiezen uit A<->B, A->B en B->A. Gevoeligheid: Bereik [1-100]. De gevoeligheidswaarde definieert de grootte van objecten waardoor het alarm wordt getriggerd. Als de gevoeligheid op een hoge waarde is ingesteld, kan het alarm worden getriggerd door uiterst kleine objecten. Doel detecteren: U kunt in de vervolgkeuzelijst personen, voertuigen of allebei (personen en voertuigen) selecteren als detectiedoel. Als u de optie Persoon selecteert, worden alleen personen geïdentificeerd als detectieobjecten. Bij de optie Voertuig worden alleen voertuigen gedetecteerd.
7. Klik op © Hikvision
om het activeringsschema voor lijnoverschrijdingsdetectie te
Gebruikershandleiding voor network speed dome
100
bewerken. De configuratie van het activeringsschema verloopt hetzelfde als het instellen van het activeringsschema voor bewegingsdetectie. Raadpleeg stap 2 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren. 8. Schakel het selectievakje in om de koppelingsmethode te selecteren, zoals het informeren van het surveillancecentrum, het verzenden van e-mail, uploaden naar FTP, het triggeren van een kanaal en het triggeren van alarmoutput. Raadpleeg stap 3 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren. 9. Klik op
om de instellingen op te slaan.
6.6.11 Gezichtsdetectie configureren Doel: Als gezichtsdetectie is ingeschakeld en er zich een gezicht in het surveillancegebied bevindt, wordt het gezicht gedetecteerd en kunnen verschillende acties worden getriggerd na de detectie. Stappen: 1. Schakel het selectievakje Gezichtsdetectie inschakelen in. 2. (Optioneel) Schakel het selectievakje Dynamische analyse voor gezichtsdetectie inschakelen in als u de gedetecteerde gezichten in de liveweergave wilt markeren met rechthoeken.
Figure 6-58 Gezichtsdetectie configureren 3. Configureer de gevoeligheid voor gezichtsdetectie. Gevoeligheid: Bereik [1-5]. De gevoeligheidswaarde definieert de grootte van objecten waardoor het alarm wordt getriggerd. Als de gevoeligheid op een hoge waarde is ingesteld, kan het alarm worden getriggerd door uiterst kleine objecten. 4. Klik op om het activeringsschema voor gezichtsdetectie te bewerken. De configuratie van het activeringsschema verloopt hetzelfde als het instellen van het activeringsschema voor bewegingsdetectie. Raadpleeg stap 2 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren. 5. Schakel het selectievakje in om de koppelingsmethode voor gezichtsdetectie te © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
101
selecteren. U kunt de volgende methoden selecteren: het surveillancecentrum informeren, een e-mail verzenden, uploaden naar FTP, kanaal triggeren, slimme tracking en alarmoutput triggeren. Raadpleeg stap 3 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren. 6. Klik op
om de instellingen op te slaan.
6.6.12 Detectie van betreden van gebied Doel: Met de functie voor detectie van het betreden van gebieden worden personen, voertuigen of andere objecten gedetecteerd die virtuele gebieden binnengaan en hier blijven. Er kunnen verschillende acties worden ondernomen wanneer een alarm wordt getriggerd. Stappen: 1. Open de interface voor instellingen voor detectie van het betreden van gebieden: Configuratie > Gevorderde configuratie > Smart Gebeurtenis > Detectie van betreden van gebied 2. Schakel het selectievakje Detectie van betreden van gebied inschakelen in om de functie in te schakelen.
Figure 6-59 Detectie van betreden van gebied configureren 3. Selecteer de regio in de vervolgkeuzelijst voor detectie-instellingen. © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
102
4. Klik op de knop om het tekenen van het gebied te starten. 5. Klik op de livevideo om de vier zijden van het detectiegebied op te geven. Klik op de rechtermuisknop om het tekenen te voltooien. Herhaal deze stap om andere gebieden te configureren. U kunt maximaal 4 gebieden instellen. Klik op de knop om alle vooraf gedefinieerde gebieden te wissen. 6. Stel het detectiedoel in voor detectie van het betreden van gebieden. U kunt in de vervolgkeuzelijst personen, voertuigen of allebei (personen en voertuigen) selecteren als detectiedoel. Als u de optie Persoon selecteert, worden alleen personen geïdentificeerd als detectieobjecten. Bij de optie Voertuig worden alleen voertuigen gedetecteerd. 7. Klik op de knop om het activeringsschema in te stellen. Raadpleeg stap 2 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren. 8. Selecteer de koppelingsmethoden voor detectie van het betreden van gebieden, zoals het informeren van het surveillancecentrum, het verzenden van e-mail, het uploaden naar FTP, het triggeren van een kanaal, het triggeren van alarmoutput en slimme tracking. Raadpleeg stap 3 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren. 9. Klik op de knop
om de instellingen op te slaan.
6.6.13 Detectie van verlaten van gebied Doel: Met de functie voor detectie van het verlaten van gebieden worden personen, voertuigen of andere objecten gedetecteerd die vooraf gedefinieerde virtuele gebieden verlaten. Er kunnen verschillende acties worden ondernomen wanneer een alarm wordt getriggerd. Stappen: 1. Open de interface voor instellingen voor detectie van het verlaten van gebieden: Configuratie > Gevorderde configuratie > Smart Gebeurtenis > Detectie van verlaten van gebied 2. Schakel het selectievakje Detectie van verlaten van gebied inschakelen in om de functie in te schakelen.
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
103
Figure 6-60 Detectie van verlaten van gebied configureren 3. Selecteer de regio in de vervolgkeuzelijst voor detectie-instellingen. 4. Klik op de knop om het tekenen van het gebied te starten. 5. Klik op de livevideo om de vier zijden van het detectiegebied op te geven. Klik op de rechtermuisknop om het tekenen te voltooien. Herhaal deze stap om andere gebieden te configureren. U kunt maximaal 4 gebieden instellen. Klik op de knop om alle vooraf gedefinieerde gebieden te wissen. 6. Stel het detectiedoel in voor detectie van het betreden van gebieden. U kunt in de vervolgkeuzelijst personen, voertuigen of allebei (personen en voertuigen) selecteren als detectiedoel. Als u de optie Persoon selecteert, worden alleen personen geïdentificeerd als detectieobjecten. Bij de optie Voertuig worden alleen voertuigen gedetecteerd. 7. Klik op de knop om het activeringsschema in te stellen. Raadpleeg stap 2 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren. 8. Selecteer de koppelingsmethoden voor detectie van het verlaten van gebieden, zoals het informeren van het surveillancecentrum, het verzenden van e-mail, het uploaden naar FTP, het triggeren van een kanaal, het triggeren van alarmoutput en slimme tracking. Raadpleeg stap 3 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren. 9. Klik op de knop
om de instellingen op te slaan.
Chapter 7 Opname-instellingen Voordat u begint: © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
104
Als u de opname-instellingen wilt configureren, moet u ervoor zorgen dat er een netwerkopslagapparaat is aangesloten op het netwerk, of dat er een opslagkaart in de toepasselijke kaartsleuf is geplaatst. Raadpleeg de installatiehandleiding voor de locatie van de sleuf voor opslagkaarten.
7.1 NAS-instellingen configureren Voordat u begint: De netwerkschijf moet beschikbaar zijn in het netwerk en deze moet correct zijn geconfigureerd voor opslag van opgenomen bestanden, logboekbestanden, enzovoort. Stappen: 1. Open de interface voor NAS-instellingen (Network-Attached Storage): Configuratie > Gevorderde configuratie > Opslag > NAS 2. Selecteer het NAS-type: NFS of SMB/CIFS. Als u SMB/CIFS selecteert, moet u de gebruikersnaam en het wachtwoord invoeren.
We raden aan een sterk wachtwoord te gebruiken voor alle functies en netwerkapparaten om uw privacy te garanderen en uw systeem beter te beschermen tegen beveiligingsrisico's. Om de beveiliging van het product te verbeteren, moet het gekozen wachtwoord minimaal 8 tekens bevatten, inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens. De juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of eindgebruiker.
Figure 7-1 NAS-type selecteren 3. Voer het IP-adres van de netwerkschijf in. De standaardopmaak van het bestandspad voor NFS-opslag is /dvr/test, zoals weergegeven in Figure 7-2. De standaardopmaak van het bestandspad voor SMB/CIFS-opslag is /test.
Figure 7-2 Netwerkschijf toevoegen © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
4. Klik op
105
om de netwerkschijf toe te voegen. U kunt maximaal 8 NAS-schijf verbinden met de speed dome.
7.2 Opslag initialiseren en configureren Stappen:
1. Initialiseer de lokale schijf of toegevoegde netwerkschijf. (1) Open de interface voor HDD-instellingen (Gevorderde configuratie > Opslag > Opslagbeheer). Hier kunt u de capaciteit, de vrije ruimte, de status, het type en de eigenschappen van de schijf bekijken. (2) Als de status van de schijf Niet geïnitialiseerd is, zoals weergegeven in Figure 7-3, schakelt u het toepasselijke selectievakje in om de schijf te selecteren en klikt u op om de initialisatie van de schijf te starten.
Figure 7-3 Schijf initialiseren
Figure 7-4 Initialiseren Wanneer de initialisatie is voltooid, wordt de status van de schijf ingesteld op Normaal, zoals weergegeven in Figure 7-5.
Figure 7-5 Schijfstatus weergeven 2. Configureer de quota voor het opslaan van video's en afbeeldingen. Voer het percentage voor afbeeldingen en opnamen in het tekstveld in. Het totale percentage moet 100% zijn.
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
106
Figure 7-6 Quota instellen
7.3 Opnameschema configureren Voordat u begint: Zorg ervoor dat er een lokale opslagkaart in de speed dome is geplaatst of dat de netwerkopslag aan de speed dome is toegevoegd. Doel: Er bestaan twee opnamemethoden voor de speed domes: handmatige en geplande opnamen. Voor handmatige opnamen raadpleegt u Sectie 4.4 Beelden handmatig opnemen en vastleggen. Volg de instructies in deze sectie op om geplande opname te configureren. De opnamebestanden van geplande opnamen worden standaard opgeslagen op de SD-kaart (indien ondersteund) of op de netwerkschijf. Stappen: 1. Open de interface voor het opnameschema: Configuratie > Gevorderde configuratie > Opslag > Opnameschema
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
107
Figure 7-7 Interface voor opnameschema 2. Schakel het selectievakje Zet opnameschema aan in om deze geplande opnamen in te schakelen. 3. Stel de opnameparameters voor de speed dome in.
Figure 7-8 Opnameparameters
Pre-record: De tijd vóór de geplande tijd of gebeurtenis die u wilt opnemen. Als opname om 10:00 wordt getriggerd door een alarm en de tijd voor Vooropname is ingesteld op 5 seconden, begint de opname op de speed dome bijvoorbeeld om 9:59:55. De tijd voor Pre-record kan worden geconfigureerd met de volgende instellingen: geen vooropname, 5 s, 10 s, 15 s, 20 s, 25 s, 30 s of onbeperkt.
De tijd voor Pre-record wordt gewijzigd op basis van de videobitrate. Post-record: De tijd na de geplande tijd of gebeurtenis die u wilt opnemen. Als opname voor een alarm wordt beëindigd om 11:00 en de tijd voor Post-record is ingesteld op 5 seconden, wordt de opname op de speed dome voortgezet tot 11:00:05. De tijd voor Post-record kan worden geconfigureerd met de volgende instellingen: 5 s, 10 s, 30 s, 1 min, 2 min, 5 min of 10 min. © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
108
De parameters voor Pre-record en Post-record verschillen, afhankelijk van het speed dome-model. Overschrijf: Als u deze functie inschakelt en de HDD vol raakt, worden de oudste opnamebestanden automatisch overschreven door nieuwe opnamebestanden. Streamopname: U kunt het streamtype voor opnamen instellen. U kunt kiezen uit Hoofdstream en Substream. Als u de substream selecteert, kunt u langer opnemen met dezelfde opslagcapaciteit.
4. Klik op
om het opnameschema te bewerken.
Figure 7-9 Opnameschema 5. Kies de dag waarvoor het opnameschema moet worden ingesteld. (1) Opname gedurende de hele dag of segmentopname instellen: Als u opname gedurende de hele dag wilt configureren, schakelt u het selectievakje Hele dag in. Als u wilt opnemen in verschillende tijdsegmenten, schakelt u het selectievakje Aanpassen in. Stel de begintijd en eindtijd in.
Er mag geen overlap bestaan tussen de tijden van de verschillende segmenten. Er kunnen maximaal 8 segmenten worden geconfigureerd voor de verschillende dagen. (2) Selecteer een opnametype. Het opnametype kan worden ingesteld op Normaal, Bewegingsdetectie, Alarm, Beweging | Alarm, Beweging & Alarm, Gezichtsdetectie, Indringerdetectie, Virtueel vlak oversteken, © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
109
Audio-uitzondering detecteren en Alle gebeurtenissen. Normaal Als u Normaal selecteert, wordt de video automatisch opgenomen op basis van de tijden van het schema. Opname getriggerd door bewegingsdetectie Als u Bewegingsdetectie selecteert, wordt er video opgenomen wanneer er beweging wordt gedetecteerd. Naast de configuratie van het opnameschema moet u het gebied voor bewegingsdetectie instellen en het selectievakje Triggerkanaal inschakelen voor de optie Koppelingsmethode in de interface voor bewegingsdetectie-instellingen. Raadpleeg stap 1 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren voor gedetailleerde informatie. Opname getriggerd door alarm Als u Alarm selecteert, wordt er video opgenomen wanneer het alarm wordt getriggerd via de externe alarminputkanalen. Naast de configuratie van het opnameschema moet u het alarmtype instellen en het selectievakje Triggerkanaal inschakelen voor de optie Koppelingsmethode in de interface voor alarminputinstellingen. Raadpleeg Sectie 6.6.4 Externe alarminputs configureren voor gedetailleerde informatie. Opname getriggerd door beweging en alarm Als u Beweging & Alarm selecteert, wordt er video opgenomen wanneer er tegelijkertijd beweging wordt gedetecteerd en een alarm wordt getriggerd. Naast de configuratie van het opnameschema moet u de instellingen in de interfaces voor bewegingsdetectie en alarminputinstellingen configureren. Raadpleeg Sectie 6.6.1 en Sectie 6.6.4 voor gedetailleerde informatie. Opname getriggerd door beweging of alarm Als u Beweging | Alarm selecteert, wordt er video opgenomen wanneer het externe alarm wordt getriggerd of er beweging wordt gedetecteerd. Naast de configuratie van het opnameschema moet u de instellingen in de interfaces voor bewegingsdetectie en alarminputinstellingen configureren. Raadpleeg Sectie 6.6.1 en Sectie 6.6.4 voor gedetailleerde informatie. Opname getriggerd door detectie van audio-uitzonderingen Als u Audio-uitzondering detecteren selecteert, wordt er video opgenomen wanneer audio-uitzonderingen worden gedetecteerd. Naast de configuratie van het opnameschema moet u de instellingen in de interface Audio-uitzondering detecteren configureren. Raadpleeg Sectie 6.6.7 voor gedetailleerde informatie. Opname getriggerd door andere slimme gebeurtenissen De volgende slimme gebeurtenissen zijn beschikbaar: lijnoverschrijdingsdetectie, indringerdetectie, detectie van het betreden van gebieden en detectie van het verlaten van gebieden. Als u een van deze slimme gebeurtenissen inschakelt, wordt er video opgenomen wanneer de geselecteerde slimme gebeurtenis wordt getriggerd. Naast de configuratie © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
110
van het opnameschema moet u de instellingen in de instellingeninterface voor de gewenste gebeurtenis configureren. Opname getriggerd door alle gebeurtenissen Als u Alle gebeurtenissen selecteert, wordt er video opgenomen wanneer een van de gebeurtenissen wordt gedetecteerd. (3) Schakel het selectievakje in en klik op om de instellingen van deze dag te kopiëren naar de hele week. U kunt ook selectievakjes vóór datums inschakelen en op klikken. (4) Klik op
om de instellingen op te slaan en de interface
Opnameschema bewerken te verlaten. 6. Klik op
om de instellingen op te slaan.
7.4 Instellingen voor snapshots configureren Doel: U kunt geplande snapshots en door gebeurtenissen getriggerde snapshots configureren. U kunt de vastgelegde afbeeldingen uploaden naar een FTP-server. Basisinstellingen Stappen: 1. Open de interface voor instellingen voor snapshots: Configuratie > Gevorderde configuratie > Opslag > Snapshot
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
111
Figure 7-10 Instellingen voor snapshots 2. Schakel het selectievakje Zet timing-snapshot aan in om continusnapshots in te schakelen en configureer het schema voor getimede snapshots. Schakel het selectievakje Zet trigger gebeurtenis-snapshot aan in om door gebeurtenissen getriggerde snapshots in te schakelen. 3. Selecteer de kwaliteit van de snapshot. 4. Stel het tijdsinterval tussen twee snapshots in. 5. Klik op
om de instellingen op te slaan.
Uploaden naar FTP
Controleer of de FTP-server online is. Volg de onderstaande configuratie-instructies op om de snapshots te uploaden naar een FTP-server. Continusnapshots uploaden naar FTP Stappen: 1) Schakel het selectievakje Zet timing-snapshot aan in. © Hikvision
112
Gebruikershandleiding voor network speed dome
2) Configureer de FTP-instellingen en schakel het selectievakje in de interface voor FTP-instellingen in. Raadpleeg Sectie 6.3.8 FTP-instellingen configureren voor meer informatie over de configuratie van FTP-parameters.
Door gebeurtenissen getriggerde snapshots uploaden naar FTP Stappen: 1) Schakel het selectievakje Zet trigger gebeurtenis-snapshot aan in. 2) Configureer de FTP-instellingen en schakel het selectievakje in de interface voor FTP-instellingen in. Raadpleeg Sectie 6.3.8 FTP-instellingen configureren voor meer informatie over de configuratie van FTP-parameters. 3) Schakel
het
selectievakje
in
de
instellingen
voor
bewegingsdetectie of alarminputs in. Raadpleeg stap 3 in Sectie 6.6.1 Bewegingsdetectie configureren.
© Hikvision
113
Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome
Chapter 8 Afspelen Doel: In deze sectie wordt uitgelegd hoe u op afstand opgenomen videobestanden kunt weergeven die zijn opgeslagen op netwerkschijven.
Taak 1: De videobestanden afspelen Stappen: 1. Klik op
op de menubalk om de afspeelinterface te openen.
Figure 8-1 Afspeelinterface 2. Selecteer de datum en klik op
.
Figure 8-2 Video's zoeken 3. Klik op
om de videobestanden af te spelen die voor deze datum zijn
gevonden. © Hikvision
114
Gebruikershandleiding voor network speed dome
De werkbalk onder aan de afspeelinterface kan worden gebruikt om het afspeelproces te beheren.
Figure 8-3 Afspeelwerkbalk Table 8-1 Beschrijvingen van de knoppen Knop
Bediening
Knop
/
Afspelen/onderbreken
Stoppen
Vertragen
Versnellen
Frame voor frame afspelen
/
Beeld vastleggen
/
Videobestanden downloaden
Bediening
Audio aan en volume aanpassen/dempen Het maken van videoclipbestanden starten/stoppen Vastgelegde afbeeldingen downloaden
Afspeelstatus weergeven
U kunt in de interface Lokale configuratie lokale bestandspaden kiezen voor gedownloade videobestanden en afbeeldingen die u wilt afspelen. Raadpleeg Sectie 6.1 Lokale parameters configureren voor meer informatie. Versleep de voortgangsbalk met de muis om een specifiek afspeelpunt te selecteren. U kunt ook de tijd invoeren en op
klikken om het afspeelpunt te selecteren
in het veld Stel afspeeltijd in. U kunt ook op de voortgangsbalk.
klikken om in of uit te zoomen op
Figure 8-4 Afspeeltijd instellen
© Hikvision
115
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Figure 8-5 Voortgangsbalk Met de verschillende kleuren van de video in de voortgangsbalk worden de verschillende videotypen aangeduid, zoals weergegeven in Figure 8-6. Figure 8-6 Videotype
Taak 2: De videobestanden downloaden Stappen: 1. Klik op
in de afspeelinterface. Het pop-upmenu wordt weergegeven in
Figure 8-7. 2. Stel de begintijd en eindtijd in. Klik op Zoeken. De resulterende videobestanden worden aan de linkerkant weergegeven.
Figure 8-7 Downloadinterface voor video's 3. Schakel het selectievakje vóór de videobestanden in voor de bestanden die u wilt downloaden. 4. Klik op
om de videobestanden te downloaden.
In de voortgangsratio
wordt de downloadratio van het videobestand
weergegeven. Klik op
om het downloaden te stoppen.
Met het totale aantal
© Hikvision
wordt het aantal videobestanden aangegeven.
Gebruikershandleiding voor network speed dome
116
Taak 3: De vastgelegde afbeeldingen downloaden Stappen: 1. Klik op
in de afspeelinterface. Het pop-upmenu wordt weergegeven in
Figure 8-8. 2. Stel het koppelingstype voor het vastleggen van afbeeldingen in, zoals tijd, alarm, beweging, enzovoort. 3. Stel de begintijd en eindtijd in. Klik op Zoeken. De resulterende afbeeldingsbestanden worden aan de linkerkant weergegeven. 4. Schakel het selectievakje vóór de bestanden in voor de bestanden die u wilt downloaden. 5. Klik op
om de bestanden te downloaden.
Figure 8-8 Downloadinterface voor afbeeldingen
© Hikvision
117
Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome
Chapter 9 Zoeken in logboeken Doel: De werking, alarmen, uitzonderingen en informatie voor de speed dome kunnen worden opgeslagen in logboekbestanden. U kunt de logboekbestanden naar wens exporteren. Voordat u begint: Configureer de netwerkopslag voor de speed dome of plaats een SD-kaart in de speed dome. Stappen: 1. Klik op
op de menubalk om de interface voor zoekopdrachten
voor logboeken te openen.
Figure 9-1 Interface voor zoeken in logboeken 2. Stel de zoekvoorwaarden voor logboeken in om de zoekopdracht op te geven, inclusief het hoofdtype, subtype, de begintijd en eindtijd, zoals weergegeven in Figure 9-2. 3. Klik op overeenkomende Logboek-interface.
om het zoeken naar logboekbestanden te starten. De logboekbestanden
worden
Figure 9-2 Zoeken in logboeken © Hikvision
weergegeven
in
de
Gebruikershandleiding voor network speed dome
4. Als u de logboekbestanden wilt exporteren, klikt u op logboekbestanden op uw computer op te slaan.
© Hikvision
118 om de
Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome
119
Chapter 10 Overig 10.1 Gebruikersaccounts beheren Open de interface voor gebruikersbeheer: Configuratie > Basisconfiguratie > Beveiliging > Gebruiker Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Beveiliging > Gebruiker De admin-gebruiker is gemachtigd om andere accounts te maken, bewerken of verwijderen. Er kunnen maximaal 32 gebruikersaccounts worden gemaakt.
Figure 10-1 Gebruikersinformatie Een gebruiker toevoegen Stappen: 1. Klik op
om een gebruiker toe te voegen.
2. Voer de nieuwe gebruikersnaam in, selecteer het niveau en voer het wachtwoord in.
We raden aan een sterk wachtwoord te gebruiken voor alle functies en netwerkapparaten om uw privacy te garanderen en uw systeem beter te beschermen tegen beveiligingsrisico's. Om de beveiliging van het product te verbeteren, moet het gekozen wachtwoord minimaal 8 tekens bevatten, inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens. De juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of eindgebruiker.
Met het niveau worden de toestemmingen aangegeven die u aan de gebruiker verleent. U kunt de gebruiker definiëren als Operator of Gebruiker. 3. In de velden Basistoegang en Cameraconfiguratie kunt u toestemmingen in- en uitschakelen voor de nieuwe gebruiker. 4. Klik op
© Hikvision
om het toevoegen van de gebruiker te voltooien.
120
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Figure 10-2 Een gebruiker toevoegen
Een gebruiker wijzigen Stappen: 1. Klik om een gebruiker in de lijst te selecteren en klik op
.
2. Wijzig de gebruikersnaam, het niveau of het wachtwoord. 3. In de velden Basistoegang en Cameraconfiguratie kunt u toestemmingen in- en uitschakelen. 4. Klik op
om het wijzigen van de gebruiker te voltooien.
Figure 10-3 Een gebruiker wijzigen © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
121
Een gebruiker verwijderen Stappen: 1. Klik op de naam van de gebruiker die u wilt verwijderen en klik op 2. Klik op
.
in het weergegeven bevestigingsvenster om de gebruiker te
verwijderen.
10.2 Verificatie configureren Doel: U kunt de streamgegevens van de liveweergave specifiek beveiligen. Stappen: 1. Open de interface voor verificatie: Configuratie > Gevorderde configuratie > Beveiliging > Verificatie 2. Stel de verificatiemodus in op RTSP-verificatie. RTSP-authenticiteit: Selecteer de verificatiemodus Basis of Uitschakelen in de vervolgkeuzelijst om RTSP-verificatie in of uit te schakelen. 3. Klik op
om de instellingen op te slaan.
10.3 Anoniem bezoek configureren Als u deze functie inschakelt, worden bezoeken toegestaan van gebruikers zonder gebruikersnaam of wachtwoord voor het apparaat. Alleen de liveweergave is beschikbaar voor anonieme gebruikers. Stappen: 1. Open de interface voor anoniem bezoek: Configuratie > Gevorderde configuratie > Beveiliging > Anoniem bezoek
Figure 10-4 Anoniem bezoek 2. Selecteer voor de toestemming Anoniem bezoek de optie Inschakelen of © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
122
Uitschakelen in de vervolgkeuzelijst om anoniem bezoek in of uit te schakelen. 3. Klik op Opslaan om de instellingen op te slaan. Er wordt een selectievakje Anoniem weergegeven als u zich de volgende keer aanmeldt.
Figure 10-5 Aanmeldingsinterface met selectievakje Anoniem 4. Schakel het selectievakje Anoniem in en klik op Aanmelden. Door anonieme toegang tot de liveweergavefunctie te verlenen, stelt u anderen in staat om toegang te krijgen tot uw speed dome en livebeelden te bekijken zonder dat er aanmeldingsgegevens worden ingevuld. Het is daarom bij het toestaan van de functie voor anonieme liveweergave, van kritiek belang dat het weergaveveld van de camera geen impact heeft op de privacy van personen doordat er afbeeldingen worden vastgelegd zonder autorisatie daartoe. Omdat videosurveillance van nature inbreuk maakt op de privacy, is de surveillance niet geschikt voor gebieden waar mensen een hoge mate van privacy verwachten te hebben.
10.4 IP-adresfilter configureren Als u deze functie inschakelt, kunt u aanmelding via bepaalde IP-adressen wel of niet toestaan. Filtertype Beschrijving De IP-adressen die zijn toegevoegd in de Verboden interface IP-adresfilter, geen toestemming geven voor aanmelding. Alleen de IP-adressen die zijn toegevoegd in de Toegestaan interface IP-adresfilter, toestemming geven voor aanmelding.
© Hikvision
123
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Figure 10-6 IP-adresfilter
10.5 Instellingen
voor
de
beveiligingsservice
configureren Stappen: 1. Open de interface Beveiligingsservice: Configuratie > Gevorderde configuratie > Beveiliging > Beveiligingsservice 2. Schakel het selectievakje in om de SSH-functie in te schakelen. SSH inschakelen: Als u de SSH-functie (Secure Shell) inschakelt, worden de gegevens versleuteld en gecomprimeerd om de verzendtijd te beperken.
10.6 Apparaatinformatie weergeven Open de interface voor apparaatinformatie: Configuratie > Basisconfiguratie > Systeem > Apparaatinformatie Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Systeem > Apparaatinformatie In de interface Apparaatinformatie kunt u de apparaatnaam bewerken. De volgende overige informatie wordt weergegeven: model, apparaatnummer, serienummer, firmwareversie, coderingsversie, aantal kanalen, aantal HDD's, aantal alarminputs en aantal alarmoutputs. De informatie in dit menu kan niet worden gewijzigd. Dit zijn referentiegegevens voor onderhoud of toekomstige wijzigingen.
Figure 10-7 Apparaatinformatie
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
124
10.7 Onderhoud 10.7.1 De speed dome opnieuw starten
Stappen: 1. Open de interface voor onderhoud: Configuratie > Basisconfiguratie > Systeem > Onderhoud Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Systeem > Onderhoud 2. Klik op
om de network speed dome op afstand opnieuw te starten.
10.7.2 Standaardinstellingen herstellen Stappen: 1. Open de interface voor onderhoud: Configuratie > Basisconfiguratie > Systeem > Onderhoud Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Systeem > Onderhoud 2. Klik op
of
Door op de knop
om de standaardinstellingen te herstellen.
te klikken, worden alle parameters teruggezet op
de standaardinstellingen, inclusief het IP-adres en de gebruikersinformatie. Wees voorzichtig met het gebruik van deze knop.
Figure 10-8 Standaardinstellingen herstellen
10.7.3 Configuratiebestand importeren/exporteren Stappen: 1. Open de interface voor onderhoud: Configuratie > Basisconfiguratie > Systeem > Onderhoud © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
125
Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Systeem > Onderhoud 2. Klik op
om het lokale configuratiebestand te selecteren. Klik op om het importeren van het configuratiebestand te starten.
U moet de speed dome opnieuw starten nadat u het configuratiebestand hebt geïmporteerd. 3. Klik op
en stel de opslaglocatie voor het configuratiebestand in de
lokale opslag in.
Figure 10-9 Configuratiebestand importeren/exporteren
10.7.4 Het systeem upgraden Stappen: 1. Open de interface voor onderhoud: Configuratie > Basisconfiguratie > Systeem > Onderhoud Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Systeem > Onderhoud 2. Selecteer het firmwarebestand of de firmwaremap. Firmware: als u Firmware selecteert, moet u het firmwarebestand op de computer zoeken om een upgrade voor het apparaat uit te voeren. Firmwaremap: Kies de map waarin het firmwarebestand zich bevindt. Het firmwarebestand wordt dan automatisch gevonden op het apparaat. 3. Klik op
om het lokale upgradebestand te selecteren. Klik op
om de upgrade op afstand te starten.
Het upgradeproces duurt 1 tot 10 minuten. Verwijder de voeding van de speed dome niet tijdens het upgradeproces. De speed dome wordt automatisch opnieuw gestart na de upgrade.
© Hikvision
126
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Figure 10-10 Upgrade op afstand
10.8 RS-485 configureren Doel: De seriële RS-485-poort wordt gebruikt om de PTZ van de camera te bedienen. De configuratie van de PTZ-parameters moet worden uitgevoerd voordat u de PTZ-eenheid gaat bedienen. Stappen: 1. Open de interface voor RS-485-poortinstellingen: Configuratie> Gevorderde configuratie > Systeem > RS-485
Figure 10-11 RS-485-instellingen 2. Stel de RS-485-parameters in en klik op
om de instellingen op te
slaan.
De parameters voor baudrate, PTZ-protocol en PTZ-adres voor de speed dome moeten exact overeenkomen met die van het bedieningsapparaat.
10.9 Aanvullende verlichting configureren Stappen: © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
127
1. Open de interface voor configuratie van de verbinding op afstand: Configuratie > Gevorderde configuratie > Systeem > Service 2. Schakel het selectievakje om de functie voor aanvullende verlichting in te schakelen. De verlichting wordt automatisch ingeschakeld wanneer er onvoldoende licht is voor videomonitoring. 3. Klik op de knop
om de instellingen te activeren.
10.10 Verbinding op afstand configureren Stappen: 1. Open de interface voor configuratie van de verbinding op afstand: Configuratie > Gevorderde configuratie > Systeem > Service 2. Voer een waarde in het tekstveld in om de bovengrens voor het aantal verbindingen op afstand in te stellen. Als u het aantal verbindingen op afstand bijvoorbeeld instelt op 10, kan de 11e verbinding op afstand niet tot stand worden gebracht.
Figure 10-12 Verbindingsinstellingen voor liveweergave 3. Klik op de knop
© Hikvision
om de instellingen te activeren.
Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome
128
Appendix Appendix 1 - Inleiding tot SADP-software Beschrijving van SADP SADP (Search Active Devices Protocol) is een gebruiksvriendelijk zoekprogramma voor online apparaten waarvoor geen installatie vereist is. Met dit programma worden actieve online apparaten binnen uw subnet gezocht, en wordt informatie weergegeven over deze apparaten. U kunt ook de basisnetwerkinformatie wijzigen voor de apparaten waarop deze software wordt gebruikt.
Actieve online apparaten zoeken
Automatisch online apparaten zoeken Nadat u de SADP-software hebt gestart, wordt er elke 15 seconden automatisch gezocht naar online apparaten in het subnet waarin uw computer zich bevindt. Het totale aantal gevonden apparaten en informatie over deze apparaten worden weergegeven in de interface voor online apparaten. Er wordt apparaatinformatie weergegeven, zoals het apparaattype, IP-adres en poortnummer.
Afbeelding A.1.1 Online apparaten zoeken Apparaten kunnen 15 seconden nadat ze online zijn gegaan, worden gevonden en weergegeven. De apparaten worden 45 seconden nadat ze offline © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
129
zijn gegaan, uit de lijst verwijderd. Handmatig online apparaten zoeken U kunt ook op
klikken om de lijst met online apparaten handmatig
te vernieuwen. De nieuwe gevonden apparaten worden aan de lijst toegevoegd. Klik op ordenen. Klik op
of
voor de verschillende kolomkoppen om de informatie te om de apparaattabel uit te breiden en het venster met
netwerkparameters aan de rechterzijde te verbergen. Klik op netwerkparameters opnieuw weer te geven.
om het venster met
Netwerkparameters wijzigen Stappen: 1. Selecteer in de apparaatlijst het apparaat dat u wilt wijzigen. De netwerkparameters van het apparaat worden weergegeven in het venster Netwerkparameters wijzigen aan de rechterzijde. 2. Bewerk de netwerkparameters die kunnen worden gewijzigd, zoals het IP-adres en poortnummer. 3. Geef in het wachtwoordveld het wachtwoord op van het admin-account van het apparaat en klik daarna op om de wijzigingen op te slaan.
We raden aan een sterk wachtwoord te gebruiken voor alle functies en netwerkapparaten om uw privacy te garanderen en uw systeem beter te beschermen tegen beveiligingsrisico's. Om de beveiliging van het product te verbeteren, moet het gekozen wachtwoord minimaal 8 tekens bevatten, inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens. De juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of eindgebruiker.
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Afbeelding A.1.2 Netwerkparameters wijzigen
© Hikvision
130
Gebruikershandleiding voor network speed dome
131
Appendix 2 Poorttoewijzing De volgende instellingen zijn van toepassing voor een TP-LINK-router (TL-R410). De instellingen verschillen, afhankelijk van het routermodel. Stappen: 1. Selecteer het verbindingstype WAN, zoals hieronder weergegeven:
Afbeelding A.2.1 Selecteer het verbindingstype WAN 2. Stel de LAN-parameters van de router in zoals in de onderstaande afbeelding wordt weergegeven, inclusief instellingen voor het IP-adres en subnetmasker.
Afbeelding A.2.2 Stel de LAN-parameters in 3. Stel de poorttoewijzing in voor de virtuele servers voor forwarding (doorsturen) U moet de volgende poorten doorsturen voor een speed dome: 80, 8000, 8200-8210 en 554.
U kunt de poortwaarden 80, 8000 en 554 in de speed dome wijzigen via een webbrowser of de clientsoftware. In de speed dome worden de poortwaarden 8200-8210 voor de poortwaarde 8000 gewijzigd door een constante waarde van 200 toe te voegen. Als de poortwaarde 8000 wordt ingesteld op 8005, worden de poortwaarden 8200-8210 bijvoorbeeld gewijzigd in 8205-8215. © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
132
Voorbeeld: Wanneer de speed domes met dezelfde router zijn verbonden, kunt u de poortwaarden van de ene speed dome doorsturen als 80, 8000, 8200-8210 en 554 met het IP-adres 192.168.1.23, en de poortwaarden van de andere speed dome als 81, 8001, 8201-8211 en 555 met IP-adres 192.168.1.24. Raadpleeg de onderstaande stappen:
Stappen: 1. Zoals hierboven wordt uitgelegd, stuurt u de poortwaarden 80, 8000, 8200-8210 en 554 door voor de network speed dome met IP-adres 192.168.1.23. 2. Stuur de poortwaarden 81, 8001, 8201-8211 en 555 door voor de network speed dome met IP-adres 192.168.1.24. 3. Schakel alle protocollen of de TCP-protocollen in. 4. Schakel het selectievakje Inschakelen in en klik op .
Afbeelding A.2.3 Poorttoewijzing
De poort van de network speed dome mag geen conflicten met andere poorten opleveren. Als de routerpoort voor een webbeheerpoort 80 is, U moet u de speed dome-poort wijzigen als deze dezelfde waarde heeft als de beheerpoort.
© Hikvision
133
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Appendix
3
Bescherming
tegen
statische
elektriciteit,
bliksemontlading en stroompieken Dit product heeft TVS-beveiligingstechnologie ter voorkoming van schade door een pulssignaal van minder dan 3000V, zoals bliksemontladingen, stroompieken, enzovoort. Als dat op grond van de daadwerkelijke omstandigheden buiten nodig is, moeten beschermingsmaatregelen worden genomen, naast het waarborgen van de elektrische veiligheid. De afstand tussen de signaalverbindingbedrading en hoogspanningsapparatuur of een hoogspanningskabel moet minstens 50 m zijn. Buitenbekabeling moet indien enigszins mogelijk onder boeiborden worden gelegd. In het open veld moet bekabeling ondergronds in afgedichte stalen leidingen worden begraven en moeten die stalen pijpleidingen op één punt worden geaard. Bovengrondse bekabeling is verboden. In omgevingen met veel bliksemontladingen of hoge inductiespanningen (bijvoorbeeld bij een trafo-onderstation) moeten beveiligingsapparatuur en bliksemgeleiders voor hoge vermogens worden toegevoegd. Het ontwerp van de bliksembeveiliging en aarding van de apparaten en kabels buiten moet in overweging worden genomen, samen met de vereisten voor bliksembeveiliging van gebouwen. Deze moet ook voldoen aan de van toepassing zijnde nationale en industriële voorschriften. Het systeem moet equipotentiaal worden geaard. De aardvoorzieningen moeten elektrische beveiliging en beveiliging tegen storing hebben. Bovendien mag er geen sluiting of open verbinding met de nulgeleider van een sterk net zijn. Bij een afzonderlijk geaard systeem mag de weerstand niet meer dan 4 Ω zijn. De doorsnede van de aardkabel moet minimaal 25 mm2 zijn. Raadpleeg de installatiehandleiding van de speed dome voor aardingsinstructies. Video Arrester Communication Arrester Power Arrester
Lightening Rod 45° The speed dome must be installed in the 45° protection area of the lightening rod.
The impedance of the grounding wire can be no more than 4Ω. Steel Protection Tube
Afbeelding A.3.1 Beveiliging tegen bliksemontlading en stroompieken Aarding voor installatie op mast/muur van cement: © Hikvision
134
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Wanneer de speed dome wordt geïnstalleerd in een omgeving die relatief is geïsoleerd van de aarde, zoals een mast of muur van cement, hoeft alleen het controlecentrum voldoende lokaal te worden geaard. Raadpleeg de volgende afbeelding. Power
Power
Power supply board
Power supply board
Video cable Control line
Display
Operating center Keyboard
GND
DVR
GND
Cement pole/wall
UPS
GND GND
1.5m underground
Afbeelding A.3.2 Aarding bij installatie op mast/muur van cement
© Hikvision
135
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Omdat de signaalverzending van de fiber optical speed dome en network speed dome is geïsoleerd van het controlecentrum, moeten deze apparaten lokaal worden geaard om de domes tegen schade te beschermen. Als de dome wordt geïnstalleerd in een omgeving met veel bliksemontladingen, moet deze lokaal worden geaard om blikseminslagen en vergelijkbare energiepieken af te voeren en de dome tegen schade te beschermen. Raadpleeg de volgende afbeelding. Power
Power
Power supply board
Power supply board
Display
Video cable Control line
Cement pole/wall
Operating Center Keyboard DVR
GND
GND
UPS GND GND
1.5m underground
1.5m underground
Afbeelding A.3.3 Aarding voor bescherming tegen blikseminslagen bij installatie op mast/muur van cement
© Hikvision
136
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Aarding voor installatie op metalen mast: Wanneer de speed dome wordt geïnstalleerd in een omgeving die goed geleidt naar de aarde, zoals een metalen mast, kan de aarding van de dome tot stand worden gebracht door de metalen mast correct te aarden. Ook het controlecentrum moet lokaal worden geaard. Raadpleeg de volgende afbeelding.
Power
Power
Power supply board
Power supply board
Display
Video cable Control line
Metal pole/surface
Operating Center Keyboard DVR UPS
GND
GND
GND GND
1.5m underground
1.5m underground
Afbeelding A.3.4 Aarding bij installatie op metalen mast Opmerking: Als glasvezel, bliksembeveiliging of andere apparaten worden toegepast tijdens de verzending van de speed dome, moeten deze apparaten en videokabelleidingen correct worden geaard.
© Hikvision
137
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Appendix 4 Bescherming tegen water
De lange muursteun wordt aanbevolen voor buitentoepassingen van de speed dome. Gebruik de korte muursteun of ophangsteun niet voor buitentoepassingen, aangezien deze niet waterbestendig zijn. Het wordt aanbevolen om de steun met intern bedrade interface te gebruiken om voldoende bescherming tegen water te bieden. Als u een steun met externe bedrading gebruikt, moet u de adapter tegen water beschermen tussen de steun en de dome. Gebruik speed domes voor binnentoepassingen niet buiten.
L-vormige maststeun Zorg dat de L-vormige maststeun een omhoog lopend ontwerp heeft, zoals weergegeven in de volgende afbeelding. Door de hellingshoek stroomt water van de mast niet in de speed dome.
θ
Afbeelding A.4.1 Aangepaste steun
© Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
138
Appendix 5 Koepelonderhoud De koepel is gemaakt van transparant plastic. Stof, vetten, vingerafdrukken, enzovoort kunnen leiden tot krassen of beeldvervaging. Reinig de koepel volgens de onderstaande methode. Stof verwijderen Gebruik een vetvrije zachte borstel of stofblazer om het stof te verwijderen. Vetten verwijderen Stappen: 1. Veeg waterdruppels of vetten weg met een zachte doek en maak de koepel droog. 2. Gebruik een vetvrije katoenen doek om de koepel schoon te wrijven met alcohol of een reinigingsmiddel. 3. Vervang de doek waarmee u de koepel schoon wrijft door andere doeken tot de koepel geheel schoon is.
© Hikvision
139
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Appendix 6 RS-485-bus aansluiten Algemene eigenschappen van RS-485-bus Volgens de industriebusstandaard is de RS-485 een half-duplex communicatiebus met een impedantie van 120 Ω en een belasting van maximaal 32 payloads (inclusief controller en bestuurd apparaat). Transmissieafstand voor RS-485-bus De volgende tabel geeft de maximale transmissieafstand, afhankelijk van de baudrate, bij gebruik van 0,56 mm (24AWG) twisted-pair bedrading: Maximale afstand voor RS-485-transmissie Baudrate Max. afstand 2400 bps 1800 meter 4800 bps 1200 meter 9600 bps 800 meter De transmissieafstand wordt kleiner bij het toepassen van dunnere kabel of bij het werken in de directe omgeving van sterke elektromagnetische velden. De transmissieafstand neemt toe als er minder apparatuur op de bus wordt aangesloten. Verbindingsmethoden De RS-485-standaard vereist doorgelust aansluiten van apparatuur, met aan beide uiteinden van de keten een afsluitweerstand van 120 Ω (zie afbeelding 1). Afbeelding 2 toont de simpele aansluitmethode, maar daarbij mag de afstand 'D' niet te lang zijn.
…
120Ω 2#
1#
120Ω
3#
32#
Afbeelding A.6.1 RS-485-verbinding 1
A+ D
B-
A+
B…
Controller
1#
2#
31#
Afbeelding A.6.2 RS-485-verbinding 2 Problemen bij praktijktoepassing Normaliter zetten gebruikers een sternetwerk op. In dat geval moeten de afsluitweerstanden worden aangesloten bij de twee verst verwijderde apparaten (in afbeelding A-9 zijn dat 1# en 15#), maar deze aansluitmethode voldoet niet aan de eisen in de RS-485-industriestandaard. Daarom treden er problemen op als signaalreflecties en minder onderdrukking van stoorsignalen bij apparatuur op grotere afstand. De dome is dan niet meer te bedienen of gaat zelfstandig handelen. © Hikvision
140
Gebruikershandleiding voor network speed dome
1#
6#
Controller 32#
15#
Afbeelding A.6.3 Sternetwerk In deze gevallen kunt u het beste een RS-485-distributeur toevoegen. Dit product kan een stervormig communicatienetwerk effectief aanpassen zodat het voldoet aan de eisen in de RS-485-industriestandaard. Dat voorkomt de genoemde problemen en verbetert de betrouwbaarheid van de communicatie. Raadpleeg de volgende afbeelding. RS485 Distributor A+ 120Ω
1#
120Ω
2#
120Ω
16#
B-
Afbeelding A.6.4 RS-485-distributeur Probleemoplossing voor RS-485-communicatie Probleem Mogelijke redenen Oplossing voor probleem 1. Pas het adres en de baudrate 1. Het adres en de baudrate van van het de speed dome komen niet afstandbedieningsapparaat zodat De zelftestactie overeen met die van het deze overeenkomen met die van afstandbedieningsapparaat. wordt de speed dome. uitgevoerd op 2. De draad RS-485+ is de speed dome, 2. Sluit de draad RS-485+ aan op aangesloten op de interface maar bediening de interface RS-485+ en sluit de RS-485- en de draad RS-485- is op afstand is draad RS-485- aan op de interface aangesloten op de interface niet mogelijk. RS-485-. RS-485+. 3. De RS-485-draad is niet 3. Sluit de RS-485 stevig aan. aangesloten. © Hikvision
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Probleem
Mogelijke redenen 4. De RS-485-draad is gebroken. 1. De bedrading is niet stevig aangesloten. 2. De RS-485+- of RS-485--draad is De speed dome-bediening gebroken. werkt, maar 3. De speed dome bevindt zich te verloopt niet ver van het soepel. afstandbedieningsapparaat. 4. Er zijn te veel speed domes aangesloten.
© Hikvision
141 Oplossing voor probleem 4. Vervang de RS-485-draad. 1. Sluit de RS-485 stevig aan. 2. Vervang de RS-485-draad. 3. Voeg een afsluitweerstand toe. 4. Voeg een RS-485-distributeur toe.
142
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Appendix 7 Draadtype en transmissieafstand voor 24 V AC De volgende tabel geeft per draaddikte de aanbevolen maximale transmissieafstand voor een spanningsverlies van minder dan 10% bij 24 V AC. Voor apparatuur met wisselspanningsvoeding (AC) mag het spanningsverlies maximaal 10% zijn. Bij een apparaat met een nominaal vermogen van 80 VA op ongeveer 10 meter afstand van de transformator moet de draaddikte minimaal 0,8000 mm zijn. Afstand (feet)
Draaddikte (mm)
0,8000
1,000
1,250
2,000
10
283 (86)
451 (137)
716 (218)
1811 (551)
20
141 (42)
225 (68)
358 (109)
905 (275)
30
94 (28)
150 (45)
238 (72)
603 (183)
40
70 (21)
112 (34)
179 (54)
452 (137)
50
56 (17)
90 (27)
143 (43)
362 (110)
60
47 (14)
75 (22)
119 (36)
301 (91)
70
40 (12)
64 (19)
102 (31)
258 (78)
80
35 (10)
56 (17)
89 (27)
226 (68)
90
31 (9)
50 (15)
79 (24)
201 (61)
100
28 (8)
45 (13)
71 (21)
181 (55)
110
25 (7)
41 (12)
65 (19)
164 (49)
120
23 (7)
37 (11)
59 (17)
150 (45)
130
21 (6)
34 (10)
55 (16)
139 (42)
140
20 (6)
32 (9)
51 (15)
129 (39)
150
18 (5)
30 (9)
47 (14)
120 (36)
160
17 (5)
28 (8)
44 (13)
113 (34)
170
16 (4)
26 (7)
42 (12)
106 (32)
180
15 (4)
25 (7)
39 (11)
100 (30)
190
14 (4)
23 (7)
37 (11)
95 (28)
200
14 (4)
22 (6)
35 (10)
90 (27)
Vermogen
© Hikvision
143
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Appendix 8 Draadtype en transmissieafstand voor 12 V DC De volgende tabel geeft per draaddikte de aanbevolen maximale transmissieafstand voor een spanningsverlies van minder dan 15% bij 12 V DC. Voor apparatuur met gelijkspanningsvoeding (DC) mag het spanningsverlies maximaal 15% zijn. Draaddikte 0,800 (20) 1,000 (18) 1,250 (16) 2,000 (12) (mm) Afstand (feet) Vermo gen 10 20 24 30 40 48 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 180
© Hikvision
97 (28) 49 (14) 41 (12) 32 (9) 24 (7) 20 (6) 19 (6) 16 (5) 14 (4) 12 (3) 10,8 (3,1) 9,7 (2,8) 8,9 (2,5) 8,1 (2,3) 7,5 (2,1) 7 (2) 6,5 (1,9) 6,1 (1,7) 5,7 (1,6) 5,4 (1,5)
153 (44) 77 (22) 64 (18) 51 (15) 38 (11) 32 (9) 31 (9) 26 (7) 22 (6) 19 (5) 17 (5) 15 (4) 14 (4) 13 (4) 11,8 (3,4) 11 (3,1) 10,2 (2,9) 9,6 (2,7) 9 (2,6) 8,5 (2,4)
234 (67) 117 (33) 98 (28) 78 (22) 59 (17) 49 (14) 47 (13) 39 (11) 33 (10) 29 (8) 26 (7) 23 (7) 21 (6) 20 (6) 18 (5) 17 (5) 16 (4) 15 (4) 14 (4) 13 (4)
617 (176) 308 (88) 257 (73) 206 (59) 154 (44) 128 (37) 123 (35) 103 (29) 88 (25) 77 (22) 69 (20) 62 (18) 56 (16) 51 (15) 47 (14) 44 (13) 41 (12) 39 (11) 36 (10) 34 (10)
144
Gebruikershandleiding voor network speed dome
Appendix 9 Tabel met draaddiktestandaarden Bare Wire Gauge (mm) 0,750 0,800 0,900 1,000 1,250 1,500 2,000 2,500 3,000
© Hikvision
American Wire Gauge AWG 21 20 19 18 16 15 12
British Wire Gauge SWG 21 20 19 18 17 14
Doorsnede van onbeklede draad (mm2) 0,4417 0,5027 0,6362 0,7854 1,2266 1,7663 3,1420 4,9080 7,0683
145
Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome
Appendix 10 Alarm in/out aansluiten Deze sectie is alleen bedoeld voor speed domes met alarm in-/out-functies. De speed dome kan worden verbonden met alarminputs (0-5 V DC) en alarmoutputs. Raadpleeg de volgende diagrammen voor alarmoutputs: GND OUT
DC Load
Dome Relay Output
OUT(n) + DC -
OUT(n)
30VDC 1A Dome
OUT(n)
JQC-3FG Relay (10 A 250VAC) ~220V AC L
N
Relay Output OUT(n)
Diagram (left)
Diagram(right)
Afbeelding A.9.1 Alarm out-aansluiting De alarmschakeling heeft een relaisuitgang (potentiaalvrij) en de externe voedingsbron is nodig bij aansluiting van een alarmgever. De gelijkspanningsvoeding (DC) in het linkerschema moet een ingangsspanning van 30 V DC en 1A hebben. Bij wisselspanningsvoeding (AC) moet een extern relais (rechterschema) worden gebruikt, om schade aan de speed dome en een elektrische schok te voorkomen.
0503001050326 © Hikvision
Gebruikershandleiding voor VCA network speed dome
© Hikvision
146