België - Belgique
LVSV
GENT EST
PB - PP
BC 31407
1930
NEOHUMANISME
3e kwartaal 2013-2014 Afzendadres - Verantwoordelijke uitgever Dimitri Sonck Gravenplein 8, 1770 Liedekerke Afgiftekantoor Stapelplein Gent 4 edities per jaar P91 11 96
INHOUD VISIE
48 Eigendom, het uitgeholde fundament van een samenleving
Philippe Baert
5 De markt in organen: het taboe onder de loep
Dimitri Sonck
9 Euromaidan: Don’t cry for me, Yanukovych
Filip Batselé
38 Public choice
Rémy Bonnaffé
18 The production of security Philippe Baert
VERSLAGEN
21 De warme gloed Bert Costenoble
53 LVSV-activiteiten
VARIA
26 Het Bitcoin protocol Jonathan Peck
3 Kalender 3 Voorwoord 4 Editoriaal 43 Ereleden 37 Blauwe bibliotheek 25 Het bestuur
31 Over vermogensconcentraties
GLAD YOU ASKED
Jitte Akkermans
41 De noodzaak van anarchisme Niek Van Kerckvoorde 45 Rol van vakbonden in de samenleving Dries Glorieux
KALENDER
Woensdag 19 maart, 20u, Liberaal Archief
Woensdag 23 april, 20u, Liberaal Archief
Woensdag 26 maart, 20u, Liberaal Archief
Dinsdag 29 april, 20u, Liberaal Archief
Dinsdag 1 april, 20u, Liberaal Archief Mark Pennington: Public Choice: Government failture and market solutions
Woensdag 7 mei, 20u, Liberaal Archief
Wouter Duyck: Het verband tussen onderwijs en welvaart
Jan Verplaetse: De vrije wil
Discussieavond: vrij wapenbezit
Tom Decorte: war on drugs
Lawrence Vanhove: liberalisme als omnipotente ideologie
REDACTIE Hoofdredacteur Timon Lesage Redactie: Filip Batselé Lay-out Timon Lesage Stijn D’Hondt Jonathan Peck Fabrizio Terrièrre Dimitri Sonck Neohumanisme, 77ste jaargang, academiejaar 2013-2014, 3e editie, Redactie: Timon Lesage,
[email protected] 2
Dimitri Sonck Voorzitter LVSV Gent
Voorwoord Dimitri Sonck Beste lezers
te maken. Zij die er niet bij zijn, zullen ongelijk hebben!
Met trots kan ik jullie de voorlaatste editie van Neohumanisme van dit werkingsjaar voorstellen. Ook Kortom, de nieuwe en jonge generatie heeft zich het in deze editie kunnen jullie een verzameling stevige LVSV eigen gemaakt. Nu we ook versterking krijgen teksten vinden over een brede waaier aan thema’s. van onze aspirant-bestuursleden, is het mooi te kunnen zien dat mensen naar onze dierbare vereniging Maar we doen natuurlijk meer dan enkel in onze pen blijven komen en er deel van willen uitmaken. kruipen. Intussen is het tweede semester afgetrapt met enkele mooie activiteiten, en kunnen we vooruit Een mooie kalender met voldoende ontspanning, blikken op enkele toppers van internationaal allure gedreven door jonge krachten die de toekomst van in de nabije toekomst. Zo hebben we de eer onder het LVSV verzekeren: reden te meer dus om LVSV Gent andere Mark Pennington te mogen verwelkomen die op de voet te blijven volgen en ons een bezoekje te zal komen spreken over Public Choice. komen brengen tijdens een van de vele activiteiten! En uiteraard: om dit Neo’tje van kaft tot kaft uit te lezen. Maar intussen weten we ook dat het niet altijd even serieus moet. Sommigen onder jullie zullen dit Veel leesplezier boekje in handen krijgen terwijl we op weg zijn naar Dimitri Amsterdam om er een onvergetelijk LVSV-reisje van
LVSV
GENT EST
1930 3
Timon Lesage Hoofdredacteur LVSV Gent
Editoriaal Timon Lesage Beste lezer,
nere visie op veiligheid, immigratie en drugsbeleid is er geen plaats. De partij die voor het individu zou Normaal bejubel ik op deze plaats de werking van moeten strijden conformeert volledig aan het domonze schitterende vereniging. Ik hoef u echter niet inant paradigma dat de staat het recht heeft en er opnieuw te herinneren aan de gezonde rol die het ook goed aan doet om elke dag opnieuw verregaand LVSV vervult in de samenleving: daarvoor volstaat in te grijpen in het leven van u en ik. Ook de N-VA, een blik op de kalender en op de inhoudstabel van de andere partij die liberalisme claimt, heeft een alweer de derde editie van het Neohumanisme diepgewortelde communitaristische visie waarbij de 2013-2014. Liever had ik het even kort gehad over gemeenschap boven het individu staat. De sterke de electorale machinerie die al aardig warmdraait. focus op het middenveld en de verzorgingsstaat zijn hier goede voorbeelden van. Voorzitter Bart De WevEerst en vooral enkele ergernissen over de nogal er gaf vorig jaar in gesprek met Theodore Dalrymple doorzichtige strategieën waar de Vlaamse partijen nog toe dat hij een Vlaamse sociale zekerheid wenst. in uitblinken en die bijwijlen doen denken aan de Natuurlijk is een sterke civil society en onderlinge beroemde Potemkin-dorpen: hol, built to impress, solidariteit in elke filosofie cruciaal, maar bij de N-VA zonder inhoud. Heel vaak wordt er geappelleerd aan wordt dit overduidelijk ingebed in de Staat. En zo “de man in de straat”. Zo weet Kris ons in één van wordt de N-VA de meest recente partij in een lange rij de tenenkrommende N-VA verbintenissen te ver- die “het algemeen belang” inroept ter legitimatie van tellen dat er “natuurlijk meer politie moet komen”, haar beleid, een aanpak die in het verleden al vaker dat “een mens niet meer veilig over straat kan” en met de guillotines eindigde. Het wordt interessant om dat “wie zijn gat brandt, op de blaren moet zitten”. te zien hoe opiniemakers als Johan Van Overtveldt en Emoties en foute percepties primeren op cijfers, die Lorin Parys zullen aarden in deze partij. Ik vermoed eensgezind wijzen op een sterke daling van de crimi- dat ze gedesillusioneerd zullen raken in een partij die naliteit in West-Europa. Daarmee verschillen ze trou- geen liberaal Vlaanderen wil, maar een Vlaanderen. wens niet van andere partijen: de VLD excelleert in het systematisch afbouwen van onze privacy via cam- Zo blijft een klein groepje over die niet vervalt in erasystemen, de sp.a top stond groen te lachen toen nietszeggende praatjes. De LVSV-activiteiten van dit de legalisering van cannabis erdoor kwam op het werkingsjaar richten zich duidelijk op deze groep, partijcongres. Het primitief “lik-op-stuk”-beleid doet vaak academici. Zo nodigde LVSV-Leuven onlangs het nog altijd goed. Tinneke Beeckman uit die sprak over Spinoza en hoe
Iedereen nestelt zich in het centrum, waar een consensus gegroeid is dat de gemeenschap altijd boven het individu gaat. Fundamenteler is dat ook in 2014 geen enkele partij het status-quo zal doorbreken. Iedereen nestelt zich in het centrum, waar een consensus gegroeid is dat, buiten de ethische kwesties, de gemeenschap altijd boven het individu gaat. Dit is natuurlijk zo voor de CD&V, sp.a en al zeker de collectivisten van de PvdA, maar ook bij de zogenaamd “liberale partijen”. De OVLD denkt al lang niet meer na over ideeën die echt zoden aan de dijk zouden kunnen brengen. Input vanuit de jongerenbewegingen wordt aan de kant geschoven, zelfs voor de pleidooien voor een huma4
zijn focus op de rede een richtsnoer zou moeten zijn in elk debat. Een verfrissende aanpak. Ook de vele uitstekende lezingen in Gent tonen aan hoe het moet. Het moet het doel van het LVSV blijven om het nadenken over onze maatschappij te faciliteren. Om te debatteren, discussiëren, oreren. Zoals altijd biedt het “Neo’tje” een goed begin. Ook in deze editie worden er fabeltjes rechtgezet, interessante denkpistes ingeleid, de zaken uitgeklaard. Veel leesplezier!
Dimitri Sonck Voorzitter LVSV Gent
Visie
De markt in organen: het taboe onder de loep Dimitri Sonck In deze tekst wordt de legitimatie van de huidige regeling inzake orgaandonaties kritisch beschouwd. Kan de vrije markt een uitweg bieden en mensenlevens redden?
In 2013 stonden meer dan duizend mensen op de wachtlijst voor een orgaantransplantatie. In een wereld die steeds verder evolueert, zeker op wetenschappelijk en medisch gebied, kunnen we verwachten dat de stand van de technologie het mogelijk zal maken om steeds meer organen van overledenen te redden voor transplantatie, waar deze vandaag niet in aanmerking voor komen. Dat betekent echter niet per se dat ook de wachtlijsten zullen verminderen. Nieuwe technieken en vooruitgang betekenen ook dat men er steeds beter in zal slagen complexere transplantaties die vandaag onmogelijk zijn toch uit te voeren. Medische vooruitgang betekent dus niet alleen meer potentiële donoren, maar
ook meer behoevenden die in aanmerking komen voor een levensreddende orgaantransplantatie. Een tekort in het aanbod van organen zal dus steeds een systematisch probleem blijven. De vraag is of een markt in organen een mogelijke oplossing biedt die dit aanbod kan opkrikken zodat meer levens gered kunnen worden. Zo heeft bijvoorbeeld Iran een gereglementeerde markt in menselijke nieren, en is het Iraanse systeem, hoewel geplaagd door vele onvolkomenheden, erin geslaagd de wachtlijst voor nieren in tien jaar tijd weg te werken. Voor een (begin van) antwoord op onze vraag, bekijken we eerst hoe de vraag en het
5
aanbod van organen vandaag wordt gecontroleerd. Dan kijken we kort of de vrije markt misschien soelaas kan brengen en orgaandonatie kan stimuleren, terwijl we tevens de voornaamste bezwaren tegen zulk een vrije markt in organen overlopen. Orgaandonatie vandaag: altruïsme troef? De regeling in België vandaag is gelijkaardig aan die van de meeste andere landen. Orgaandonoren kunnen levend of dood zijn. Voor overleden donoren geldt in België een opt-outsysteem; dit houdt in dat mensen die overlijden en in aanmerking komen als donor geacht worden toe te stemmen in het weghalen van organen voor transplantatie, tenzij deze persoon zich daar tijdens zijn leven heeft tegen verzet of de familie bezwaar maakt tegen de weghaling.
velen met verontwaardiging wordt onthaald. Tegenstanders maken vaak bezwaren die op het eerste zicht legitiem zijn, maar uiteindelijk niet zo overtuigend zijn als ze lijken. Een vaak gehoorde kritiek is dat het verkopen van organen een commodificatie van het lichaam inhoudt en daarom immoreel is. Het lichaam van de mens wordt als het ware gedegradeerd tot koopwaar en de fysieke integriteit wordt te grabbel gegooid aan de zo verafschuwde marktprijzen. Men gaat er dus vanuit dat het verkopen van organen intrinsiek slecht is en daarom verboden zou moeten zijn. Voor zij die vertrouwd zijn met de liberale gedachte kan deze kritiek vreemd in de oren klinken. Het individu is immers eigenaar van zijn eigen lichaam, en in principe staat niets hem in de weg om te doen met zijn lichaam
In een markt voor organen zullen, net zoals bij alle andere zaken, standaarden ontwikkeld worden die het gedrag van alle actoren beheersen. De mogelijkheid van een vrije markt in organen betreft vooral levende donoren. Vandaag is het mogelijk om tijdens het leven een orgaan te laten weghalen om iemand anders te helpen. Dit kan voor organen die vanzelf weer aangroeien. Organen die niet weer aangroeien kunnen niet worden gedoneerd, tenzij het leven van de ontvanger in gevaar is en de transplantatie van een dode donor niet het verhoopte resultaat oplevert. Belangrijk is dat de wet bepaalt dat het schenken van organen gratis moet zijn en de handel in organen ten strengste is verboden. Het doneren van organen mag dus niet met winstoogmerk gebeuren. Maar is dit wel optimaal? Zou het aanvaarden van winstoogmerk of vergoeding niet juist kunnen leiden tot een groter aanbod in organen dan vandaag het geval is? Vandaag rekent men immers uitsluitend op het altruïsme van levende donoren, maar hoewel dit een zeer nobele gedachte is, blijkt dit in realiteit allesbehalve voldoende om iedereen te helpen.
wat hij wenst, inclusief het laten weghalen van zijn organen (lees: zijn eigendom) en deze verkopen. Indien men dit niet aanvaardt, zegt men dus eigenlijk dat niet het individu, maar wel iemand anders de zeggenschap heeft over het lichaam van dat individu, en dat diens lichaam dus in wezen de eigendom is Het taboe van de organenmarkt van een ander. Dit lijkt mij persoonlijk een nog veel Het toestaan van financiële compensatie en win- schadelijkere stelling dan de principiële vrijheid van stoogmerk op het gebied van orgaandonatie blijft elk individu. De enige aanvaardbare beperking op een gedachte die op veel weerstand stuit en door deze vrijheid is de situatie waarin het uitoefenen 6
ervan ernstige schade zou toebrengen aan de vrijheid van anderen. Zo lijkt het inderdaad te verdedigen dat het een zwangere vrouw niet is toegestaan een vitaal orgaan te verkopen, vermits het niet alleen haarzelf kan schaden, maar ook levensbedreigend is voor het ongeboren kind dat ze in zich draagt. Bovendien lijkt deze kritiek ook tegenstrijdig met de goedkeuring van gratis orgaandonatie. Als men immers ontkent dat een individu beschikkingsmacht heeft over zijn lichaamsdelen, dan zou dit evenzeer moeten gelden voor de donatie zonder enige vergoeding. Vermits men deze beschikkingsmacht wel degelijk erkent door het toelaten van ‘altruïstische’ donatie, is er geen enkele reden om aan te nemen dat een financiële vergoeding hier iets aan verandert. Daarenboven bestaan er ruim voldoende alternatieven voor een zo verachte vergoeding in contant geld die aan de orgaandonatie een aroma van uitbuiting en hebzucht geeft. Zo is het niet ondenkbaar dat het financieel voordeel voor de donor kan worden vormgegeven door bv. een belastingvoordeel toe te kennen, een levenslange gratis ziekteen hospitalisatieverzekering, en dergelijke meer. Ten tweede uiten tegenstanders de vrees dat het vooral de allerarmsten zullen zijn die hun organen noodgedwongen zullen verkopen aan welvarende behoevenden. Men schetst het beeld van de drugsverslaafde dakloze die uit pure wanhoop een orgaan verkoopt om de volgende dag te kunnen overhalen. Dergelijke scenario’s zullen echter (bijna) nooit voorvallen: in een markt voor organen zullen, net zoals bij alle andere zaken, standaarden ontwikkeld worden die het gedrag van alle actoren beheersen. Ziekenhuizen en dokters die transplantaties uitvoeren die extreem risicovol zijn door bv. de erbarmelijke toe-
enkel uit is op hard geld om zijn zelfdestructieve levensstijl te kunnen volhouden, zal hierdoor niet aangemoedigd worden uit radeloosheid een orgaan af te staan. Vaak wordt nog opgeworpen dat arme of wanhopige mensen in feite niet vrij hun orgaan afstaan, maar eerder ‘gedwongen’ worden door anderen die hen onder druk zetten hun orgaan te verkopen. Ook dit is een valse hinderpaal. Het feit dat men tot een bepaalde handeling gedwongen kan worden staat er niet aan in de weg dat deze handeling op zichzelf genomen perfect legitiem kan zijn. Dit geldt trouwens voor alles wat verkocht kan worden; in ons recht is het sowieso verboden iemand onder dwang een overeenkomst te laten sluiten en een op deze manier ontstane overeenkomst kan vernietigd worden. Het feit dat men onder druk gezet kan worden om bv. een zeldzame edelsteen te verkopen, betekent daarom toch nog niet dat het verkopen van edelstenen verboden zou moeten worden. Bovendien is dit een bezwaar dat evenzeer, en in sommige gevallen zelfs nog meer, geldt voor de gratis donatie van organen. Zo kan iemand door zijn familie onder emotionele druk geplaatst worden een orgaan af te staan voor een familielid. In vele gevallen is deze vorm van dwang veel ingrijpender voor de donor in kwestie. Een laatste vaak gehoord tegenargument is dat donoren onachtzaam zullen omspringen met de risico’s van orgaandonatie wanneer zij daar winst uit kunnen halen. Mensen zullen, verblind door geld, geneigd zijn de gevaren en nadelen te onderschatten of zullen nalaten zich daarover voldoende te informeren alvorens zij deze belangrijke stap zetten. Deze vrees kan echter opgevangen worden door allerhande mechanismen die nu al bestaan in ons
Het probleem is dat deze zwarte markt in organen in duisternis is gehuld en hierdoor juist de vrees van tegenstanders van een reguliere markt in organen bewaarheid wordt. stand waarin de donor zich bevindt zullen ontmoedigd worden dergelijke roekeloze praktijken te begaan door bv. de immense schadeclaims in aansprakelijkheid die ze zich daarmee op de hals halen. Opnieuw kunnen de modaliteiten van de vergoeding (bv. levenslange gratis hospitalisatieverzekering) tegemoetkomen aan deze vrees. Een wanhopig iemand die
recht. Zo kunnen er informatieverplichtingen worden ingelast waarbij ziekenhuizen en uitvoerende chirurgen de donor moeten waarschuwen omtrent de risico’s, of kan er in sommige gevallen een wachtperiode ingebouwd worden die men moet respecteren vooraleer men kan voortgaan met de procedure. Daarbovenop is er nog de reeds vermelde aansprake7
lijkheid, die professionelen aanzet tot voorzichtige en weloverwogen beslissingen. Operaties die onverantwoord veel gevaren voor de donor met zich meebrengen, zullen aldus geweigerd worden.
kan blijven sporten én de leukemiepatiënt gered wordt. Bij een groter aanbod aan organen valt zo’n tweede scenario steeds meer binnen handbereik.
Tenslotte moeten we de realiteit onderkennen dat Voorbij het taboe er vandaag de dag wel degelijk organen verhandeld Een markt in organen heeft enkele veelbelovende worden. Het probleem is dat deze zwarte markt in voordelen. Door de financiële prikkel om organen af organen in duisternis is gehuld en hierdoor juist de te staan zal het aanbod aan dergelijke organen uiter- vrees van tegenstanders van een reguliere markt in aard toenemen nu het niet meer uitsluitend afhanke- organen bewaarheid wordt. Net omdat het recht lijk is van de altruïstische motieven die vaak enkel te geen vat heeft op deze zwarte markt, zien we hier vinden zijn bij de naaste familie van ontvanger. Naast schrijnende gevallen van straatarme mensen (vaak de voor de hand liggende voordelen zoals minder uit India of China) die in levensgevaarlijke omstanlange wachtlijsten, kan dit ook een positief effect digheden van hun organen worden beroofd, waarna hebben op de kwaliteit van de transplantaties. Door deze worden doorverkocht aan rijke mensen tegen het toenemende aantal organen in omloop hebben woekerprijzen. Vergelijkbaar met de drugsmarkt artsen en patiënten meer keuze tussen verschillende geldt ook hier dat een legalisering het mogelijk zou organen en kunnen ze dus de meest geschikte do- maken een vat te krijgen op dit fenomeen, zodat noren vinden, daar waar men vandaag zal moeten er toezicht kan worden uitgeoefend, verkopers en roeien met de riemen die men heeft. Suboptimale ziekenhuizen aansprakelijk kunnen worden gesteld transplantaties kunnen aldus worden vermeden. voor hun daden, veiligheids- en hygiënestandaarden kunnen worden ontwikkeld, en dergelijke meer. Het toenemende aanbod is niet alleen voordelig voor de ontvangers, maar ook voor bepaalde would-be Conclusie donoren. Donoren die vandaag aanzienlijke schade Het idee van de handel in organen blijft voor velen zouden lijden door hun orgaandonatie, kunnen een instinctief weerzinwekkende gedachte. Of het nu vervangen worden door mensen die als het ware gaat om de menselijke waardigheid, of de vermeende ‘beter geplaatst’ zijn om een orgaan te doneren. Zo institutionalisering van de ongelijkheid tussen arm is er het voorbeeld van de 21-jarige Amerikaanse en rijk: het lijkt alsof organenhandel de wereld alleen atleet Cameron Lyle die vorig jaar zijn veelbelov- maar perverser en slechter af kan maken. Nochtans ende topsportcarrière voorgoed opgaf om het leven is de idee van organenhandel er een dat is ingegeven van een volstrekte vreemde met leukemie te red- door de oprechte bekommernis om de levens van den door middel van een beenmergtransplantatie. de vele mensen die maanden- en vaak jarenlang Wat hier geldt voor beenmerg, is evenzeer toepas- in kwellende onzekerheid leven. Als we voorbij het selijk op organen (en ander weefsel). Dergelijk ver- taboe kijken, zien we dat de vaak gemaakte bezwaren haal is natuurlijk een ontroerend voorbeeld van niet zo pertinent zijn als ze lijken, en dat daarentediepmenselijke solidariteit en naastenliefde, maar gen een markt in organen op grond van het zelfslechts weinigen zullen deze situatie verkiezen beschikkingsrecht van elk individu juist een unieke boven een scenario waarbij zowel de topatleet kans biedt om mensen te vullen met hoop en leven.
8
Filip Batselé Secretaris LVSV Gent
Visie
Euromaidan: Don’t cry for me, Yanukovych Filip Batselé Oëkraine staat in brand. Huishistoricus Filip schetst hoe het zo ver is kunnen komen, en geeft enkele mogelijke oplossingen. Het doet allemaal wat déjà vu aan, daar op het Maidanplein. Tien jaar later, bijna dezelfde hoofdrolspelers. Slechterik van dienst: Viktor Yanukovych. Helden: Yulia Tymoshenko en Vitali Klitschko. Vervang de laatste voor het gemak even door ex-president Yushchenko en men zou zowaar denken dat men de beelden van de Oranjerevolutie uit 2004 in uitgesteld relais krijgt aangeboden. Dan mogen we natuurlijk ook niet vergeten dat die Oranjerevolutie qua resultaten al vlug bleek uitsloeg. Is Oekraïne deze keer hetzelfde lot beschoren, of kan de oppositie deze keer wel degelijk het land veranderen? Blame history Om iets te snappen van de situatie in Oekraïne, is een historische schets zeker vereist. De naam van Oekraïne zelf onthult eigenlijk al veel van het probleem. Het komt van het Oost-Slavische ukraina – оукраина, voor de fans van het cyrillisch alfabet- en betekent letterlijk “grensland”. Die rol heeft het altijd gespeeld en blijft het ook spelen in de geschiedenis, of die Oosterlingen nu Mongolen dan wel Poetin zijn en die Westerlingen Keizer Karel dan wel Guy Verhofstadt heten.
stad van het Kievse Rijk, dat zich uitstrekte van het huidige Sint-Petersburg tot aan hedendaags Moldavië. Een goeie 250 jaar later kwamen de Mongolen echter kloppen op de deur en was het gedaan met het eens zo mooie rijk. Gedurende de komende 800 jaar zou Oekraïne een speelbal worden tussen Oost en West. Na de Mongolen kwamen Oostenrijk-Hongarije, Rusland en het Ottomaanse Rijk, die het gebied mooi opdeelden. West-Oekraïne bleef tot aan Wereldoorlog I een speeltje van de keizer, Oost-Oekraïne mocht buigen voor de tsaar en de sultan kon zijn ding doen in de Krim. Ondertussen ontwikkelde zich in de 19de eeuw een Oekraïens nationalisme, dat zowel niets moest weten van de Polen (aristocraten) als van de Russen (autocraten). De grootste veranderingen gebeurden echter in de 20ste eeuw. Stalin kreeg Oekraïne geheel in handen en had zijn eigen plannen om communistische ideeën erdoor te krijgen. Dit leidde tot een hongersnood en ongeveer 7 miljoen doden. Dat kwam voor het volk erg hard aan, omdat Oekraïne bekend staat als de graanstal van Oost-Europa –je ziet het zelfs in de vlag: blauwe lucht over een geel veld-. Om het
De naam van Oekraïne zelf onthult eigenlijk al veel van het probleem. Het komt van het Oost-Slavische “ukraina” en betekent letterlijk “grensland”. Het begon nochtans allemaal zo mooi voor de Oekraïners. Anno 1000 was Kiev reeds de hoofd-
Oostelijke deel van het land te herbevolken liet hij heel wat Westerlingen verplicht overkomen en ves9
tigde hij er onmiddellijk wat Russen. Toen Hitler kwam, steunden vele Oekraïners hem dan ook, wat leidde tot de cultus rond Stepan Bandera, een extreemrechts politicus die collaboreerde met de Duitsers maar nog steeds redelijk wat respect geniet onder bepaalde segmenten van de bevolking, vooral in West-Oekraïne. Toen Stalin terugkwam, vond hij dat er straffen moesten uitgedeeld worden. Het Westelijke gedeelte interesseerde hem echter minder, dus zocht hij een ander slachtoffer: de Krim. Het geopolitiek erg belangrijke schiereiland werd bevolkt door Krim-Tataren, die tijdens de oorlog niet in het bijzonder pro-Hitler waren. Geen probleem voor Stalin, die ze toch collectief verbande naar Rusland en Centraal-Azië en vrachtwagens vol Russen in de plaats bracht. Later zou de Krim, dat tot dan toe bij Rusland behoorde, door Chroesjtsjov worden overgedragen naar de Oekraïnse Sovjetrepubliek –volgens vele Russen een beslissing die hij nam in dronkenschap-. De gebeurtenissen uit de 20ste eeuw 10
blijven tot vandaag belangrijk, omdat de Sovjettijd de Russische haat voorgoed in het Oekraïnse bloed stak en er ook voor zorgde dat de Krim een gebied blijft met meer dan 50% etnische Russen. Lange tijd bleef het relatief rustig, tot het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Oekraïne verklaarde zich onafhankelijk in 1991 en kreeg met Leonid Kravchuk, een communist die plotseling ontdekte dat hij ook een goede nationalist kon zijn, haar eerste president. Zijn economische ideeën kon hij echter moeilijker veranderen en dit maakte dat Oekraïne een van de post-Sovjet zorgenkinderen werd. De oude planeconomie functioneerde niet meer, maar er was geen vrije markt in de plaats gekomen. Het systeem bleef overgereguleerd met vele prijscontroles en alle bedrijven bleven in handen van de staat. Dit zorgde voor hyperinflatie, een daling in het BBP van 50% over enkele jaren (!) en budgettaire tragedies.
Deze grap kon niet blijven duren en Kravchuck kon al vlug plaats ruimen voor Leonid Kuchma. Die zorgde dan weer voor een team van jonge hervormers, waarvan de belangrijkste de gouverneur van de nationale bank van Oekraïne was: Viktor Yushchenko. Hij zorgde ervoor dat de hyperinflatie kon bedwongen worden door simpelweg de geldkranen dicht te draaien, liberaliseerde intussen de goederenprijzen waardoor er effectief eens iets in de winkels lag én verlaagde de belastingen, die daarvoor soms tot 90% hoog lagen. Ondertussen was het voor Kuchma ook menens om tot massale privatisering te komen, maar deze werd ongelofelijk slecht uitgevoerd. Voor de verschillende provincies –oblast in het Oekraïenswaren de incentives om die privatiseringen uit te voeren klein, doordat door overdreven centralisering bijna alle opbrengsten naar de regering in Kiev ging. De grotere bedrijven werden ook vaak in der minne gegeven aan de rode managers –de oude communistische elite- die deze verkregen aan soldenprijzen. Dit zorgde er voor dat in de jaren ’90 de Oekraïnse oligarchen aan macht begonnen te winnen. De opkomst van deze mannen heeft vele oorzaken: de snelle prijsontwikkelingen in sommige industrieën, structurele veranderingen die ervoor zorgden dat enkelen vlug konden profiteren en een ongelofelijk zwak rechtssysteem. Het is weliswaar op te merken dat, tot op dat moment, die vele oligarchen weinig tot niets deden wat tegen de wet inging en er in feite niks mis is met een oligarch, zolang hij maar niet door politieke invloed de wetgeving in zijn voordeel kan draaien en de markt kunstmatig beperken. Dat is echter net wat gebeurde, maar daarover later meer.
was van een wantrouwen in de eigen munt (de hryvnia) door geld te bevorderen, en maakte werk van de privatisering van landbouwgrond, door eindelijk de gehate collectieve boerderijen de iure te beëindigen. Tijdens deze hervormingscyclus had Yushchenko een sterke bondgenoot binnen zijn regering, een vrouw die zelf tot de oligarchen werd gerekend: Yulia Tymoshenko. De politieke kameleon leverde op dat moment goed werk, maar haar ambities reikten toen al verder. Toen het duo echter aan de gevestigde belangen van de oligarchen begon te geraken, vlogen ze beiden buiten. De presidentiële verkiezingen kwamen er intussen weer aan en Kuchma, dikke vriendjes met de oligarchen, besloot zijn geld te zetten op ene Viktor Yanukovych. Deze mocht als testcase eens premier worden en toonde onmiddellijk zijn ware aard. Kryvorizhstal, de parel van de Oekraïnse staalkroon, werd geprivatiseerd. Goed nieuws op het eerste zicht, tot men de prijs zag en de koper: Rinat Akhmetov, 700 miljoen. Akhmetov is de rijkste man van Oekraïne, scoort steevast binnen de Top-50 van Forbes en zou de komende tien jaar de boezemvriend van zijn stadsgenoot uit Donetsk, Viktor Yanukovych, worden. De oplichting was in dit geval echter te duidelijk en enkele jaren later werd er geherprivatiseerd onder de opkomende Oranje regering. Toen bracht de verkoop zowaar meer dan 3 miljard op. Toen de verkiezingen er uiteindelijk aankwamen, ging het al vlug tussen Yushchenko en Yanukovych.
Eens te meer was de economie dus het zorgenkind geworden, waarna men terug keek naar Viktor Yushchenko voor verdere hervormingen. In een land waar er een notoir gebrek aan economisch liberale politici was, moet het gezegd worden dat Yushchenko het land naar de 21ste eeuw heeft geholpen. Aanvankelijk waren het de oligarchen die ervoor zorgden dat hij eerste minister kon worden in 2000, omdat zelfs zij niet gebaat waren met een land dat soms op het Haïti van Europa begon te lijken. Yushchenko rationaliseerde het overheidsapparaat (zo werden voor zijn hervormingen de data voor ministerraden meestal voor het slapengaan aan de telefoon besproken tussen pot en wodka), zorgde ervoor dat er een einde kwam aan de primitieve ruilhandel die het gevolg 11
De opiniepeilingen waren duidelijk en de verkiezingen van 2004 waren het toppunt van onsubtiele corruptie. Poetin had ondertussen ook zijn hand uitgestoken naar Yanukovych maar zag al vlug dat alles verloren was toen het volk op straat kwam. Yushchenko werd de winnaar en de Oranjerevolutie was een feit. Over de jaren van de Oranjeregering kan veel geschreven worden, maar om de lengte van het artikel toch enigszins te beperken, kan het in enkele woorden worden samengevat: ruzie, ruzie, ruzie, gas. President Yushchenko en premier Tymoshenko kwamen al gauw in conflict met elkaar en Yushchenko kreeg uiteindelijk zulk een obsessie met de gasprinses, dat hij zowaar zijn aartsrivaal Yanukovych eventjes als eerste minister liet optreden. In deze ruzie kon men beide kanten verwijten maken: Tymoshenko, omdat ze zich constant opstelde als een politieke opportunist. Maar ook Yushchenko was niet meer zuiver op de graat, doordat hij elke (soms zelfs liberale) hervorming van Tymoshenko blokkeerde uit pure afgunst. Rusland was dan ook nog eens boos dat Oranje liever naar het Westen keek en verhoogde de artificieel lage gasprijzen die Oekraïne kreeg, een deal waarvoor Tymoshenko later naar de gevangenis zou worden gestuurd.
graag met wat nationalistische reflexen, waardoor ze goed scoorden in de landelijkere Westelijke provincies en de ultra-nationalistische oblasten aan de grens met Polen. Maar wat een desillusie moet het Yanukovych tijdperk zijn geweest voor zijn stemmers. De belangrijkste blunders zijn de politieke, juridische en economische, maar met wat graafwerk in Oekraïense politiek vind je er gerust een dozijn. Om te beginnen, het parlementaire luik. Oekraïne heeft een monocameraal stelsel, waarbij de Verkhovna Rada de plak zwaait. Of dat was toch de bedoeling. Gedurende de twee decennia waarin Oekraïne bestaat, is er altijd een grote tegenstelling geweest tussen haar president en de premier. De machtsverhoudingen tussen beide zijn nooit goed afgebakend, waardoor de gemiddelde premier minder lang meegaat dan een pot Nutella. In 2004 werd de grondwet bijgewerkt net voor Yushchenko de verkiezingen kon winnen, om zo zijn macht alvast te kunnen beperken. In 2010 vond Yanukovych dat een probleem, dus liet hij de grondwetswijziging ongrondwettelijk verklaren. Vreemd genoeg trokken vier rechters zich terug toen ze uitspraak moesten doen. Via wat constitutionele trucjes slaagde hij
Over de jaren van de Oranjeregering kan veel geschreven worden maar om het in enkele woorden samen te vatten: ruzie, ruzie, ruzie, gas. In 2010 kon men Oranje dan ook weer bij het vuilnis schrijven en zowaar, Yanukovych was daar. In een nipte verkiezing wist hij zijn aartsrivale Yulia Tymoshenko te verslaan en president te worden van Oekraïne. Hoe is het nu tot de omwenteling van 2014 kunnen komen?
er dan in om de macht stevig naar zich te trekken, waardoor het gedeeld presidentieel-parlementair machtssysteem erg onder druk kwam te staan. Een ander probleem van zijn eigen partij, is dat ze in grote mate gecontroleerd werd door oligarchen. Op een bepaald moment controleerde Rinat Akhmetov, Yanukovych I: Welkom bij “de familie” zakenman cum politicus cum eigenaar van Shakhtar Je kon het de Oekraïners in feite niet verwijten om in Donetsk, bijna een vijfde van het parlement. Een laat2010 op de Partij van de Regio’s te hebben gestemd. ste trucje dat de partij toepaste was het omkopen van Voor velen klonken de verkiezingsbeloften van Yanu- parlementairen van andere fracties. Zo gebeurde het kovych goed in de oren. Hij richtte zich specifiek op wel eens dat de Partij van de Regio’s op het einde van de stedelijke middenklasse, wat voor een stuk ook een parlementair jaar opeens 7 leden meer telde. zijn succes verklaart in het geïndustrialiseerde Oosten van Oekraïne. Ondanks al het gedoe over dat Een ander probleem is natuurlijk die rechterlijke zogezegde “pro-Russische” Oosten, lag zijn grootste macht. Zeker als je zogezegd dichter naar Europa wil troef in het overtuigen van dit electoraat met econo- bewegen, kan men hier al eens lastig doen over het mische beloften. Tymoshenko en haar partij richtten negeren van rechterlijke bevelen. In dat geval kon zich veelal op de lagere middenklasse en speelden Yanukovych natuurlijk maar één ding doen, zijnde 12
ervoor zorgen dat er geen vervelende rechterlijke bevelen meer kwamen. Het moet toegegeven worden, in feite worstelde Oekraïne al sinds haar onafhankelijkheid met de problemen van het oude SU-systeem. Dat systeem hield in dat de openbaar aanklagers oppermachtig waren, terwijl de kans op veroordeling zodra je voor de rechter verscheen vaak opliep tot 99%. Alhoewel er wel enige macht voor het juridisch apparaat was in de Oranje-periode, was dit niet naar de zin van Yanukovych. Hoog tijd dus om met één van zijn eerste presidentiële orders het Grondwettelijk Hof te kortwieken en de nodige vervanging te halen in zijn eigen Donetsk Oblast. Dat de nieuwe procureur-generaal een familievriend van Yanukovych was, stelde ook geen probleem. Het sterkste staaltje juridisch gesjoemel zag Europa dan weer wel, namelijk de veroordeling van Yulia Tymoshenko. Omdat één beschuldiging niet genoeg was, besloot men om op zeker te spelen. Tymoshenko werd verdacht van omkoping, misbruik van publieke financiën, betrokkenheid bij de moord op een oligarch, vervalsing, gassmokkel en machtsmisbruik. Uiteindelijk wist men haar op dat laatste te pakken, door te beweren dat een gasdeal die ze met Rusland sloot in 2009 slecht was voor het land. Het proces was een grote show en werd bekritiseerd door Europa. Alhoewel het Europees Hof in Straatsburg erkende dat er niet eens stront aan de knikker maar aan de bolleket zat, moest de gasprinses naar de cel.
Tot slot het economische luik. Vermits het de Oostelijke oligarchen waren die Yanukovych aan de macht geholpen hadden, waren zij degenen die een beloning verdienden. Zoals gezegd, is het op zich helemaal geen probleem dat een kleine groep mensen erg rijk is. Veel belangrijker zijn een goede inkomensmobiliteit en het beperken van rent-seeking gedrag –door lobbyen zelf een groter deel van de nationale welvaart krijgen, terwijl die welvaart tegelijk vermindert door je gedrag-. Daar liep het helemaal fout in Oekraïne. Enerzijds controleerden de oligarchen delen van het parlement, waardoor ze wetten in hun eigen voordeel stemden. Anderzijds beperkte men de mogelijkheden voor “nieuwe rijken” om op te komen. Niet voor niets werd de Oranjerevolutie ook wel de “opstand van miljonairs tegen miljardairs” genoemd, iets wat de oligarchen ten allen koste nogmaals wilden vermijden. De beste manier hiertoe is het kortwieken van KMO’s. Deze dragen in de meeste Europese landen zo’n 50 à 60% bij aan de nationale welvaart, maar in Oekraïne slechts 15%. Ze werden zwaar belast, kregen veel controle en het zwakke eigendomsrecht in Oekraïne speelde ook al niet in hun voordeel. Werkte dit alles nog niet, ging men over tot het typisch Oekraïense “corporate raiding”. Het systeem is redelijk simpel. Stel dat een klein bedrijf, gespecialiseerd in chocolade, Rinat Akhmetov irriteert. Het bedrijf is intrinsiek 500.000 euro waard, maar Akhmetov stuurt enkele gangsters
13
erop af en dwingt de eigenaar het bedrijf aan hem te verkopen voor 50.000 euro. Als dit niet werkt, is een andere techniek om valse eigendomsbewijzen of aandelenpapieren te maken, deze voor te leggen aan een rechter, de rechter om te kopen en de potentiële concurrent zo lam te kunnen leggen. Een goede vader denkt uiteraard ook aan zijn kinderen. Zo ontwikkelde zich de voorbije 3 jaren het concept van “de familie” in Oekraïne, een verwijzing naar de familieleden en vrienden van de president die opvallend vlug opvallend veel macht verwierven. Papa’s zoon, Oleksandr Yanukovych, werd zo als prille twintiger in het parlement gehaald en was al vlug één van de rijkste Oekraïners. Het constant uitbreiden van de familie bedreigde de andere oligarchen meer en meer, waardoor ook bij hun de twijfels rond Yanukovych uitbraken. In deze context braken uiteindelijk opstanden uit, nadat Yanukovych zijn mooiste vinger had opgestoken naar een Europees associatieverdrag en op de koffie ging bij Poetin. Yanukovych deed dit af als een standaard bezoek om de neergaande Oekraïense
14
economie te bespreken, maar het volk wist wel beter. Poetin geeft zelden een gunstige lening van 15 miljard aan een noodlijdend land als daar geen prijs tegenover staat. Die concrete prijs: Oekraïnse toetreding tot de douane-unie van Rusland, Kazachstan en Wit-Rusland, met op termijn het in werking treden van een Euraziatische Unie –zeg maar een Europutische Unie-. Na kleinschalig protest in Kiev was de president zo dom om er de grote middelen op los te laten, waarna het land op zijn kop kwam te staan. Nadat er bloed vloeide kwam de EU uiteindelijk toch in actie, maar ze werd ingehaald door de feiten toen de oppositie het land in handen kreeg en president Yanukovich op de vlucht sloeg. Na enkele historische stemmingen in het parlement, waarbij men de grondwet van 2004 terug aannam, Yanukovych afgezet werd, Yulia Tymoshenko terug op het toneel kwam en er vervroegde presidentsverkiezingen werden aangekondigd, staat Oekraïne voor een nieuw begin. Terwijl de vele tegenstanders van Yanukovych vrij door zijn villa konden wandelen -inclusief privé-zoo, gepersonali-
De vreemde eend in de bijt is Vitali Klitschko. De ex-bokser wil met zijn politieke formatie Udar –wat “klop” betekent- vooral een einde maken aan de corruptie in zijn land. Op zich heeft hij daar het goede profiel voor, want hij is een nieuwe kracht die nog nooit in verband werd gebracht met corruptie of oliBelle, de bokser en het beest Het mag duidelijk wezen, de oppositie in Oekraïne garchen. Een ander voordeel is dat Klitschko ook geen in geen homogene entiteit. Alhoewel Oekraïne sinds nood heeft aan geld, want door zijn carrière heeft hij haar onafhankelijkheid een enorm aantal politieke daar alleszins genoeg aan. Het moet Klitschko ook partijen heeft gekend, zijn er momenteel maar en- worden nagegeven dat hij gedurende de protesten kele de moeite waard om te bespreken. steeds opriep tot vreedzame betogingen. Echter mist het ook zijn partij geregeld aan homogene standEen eerste grote kandidaat voor het presidentsc- punten. Ze gaat nog steeds uit van een grote sociale hap is, hoe kan het ook anders, Yulia Tymoshenko. welvaartsstaat en gegarandeerde minimuminkoDe gasprinses, gehard door drie jaar gevangenis, is mens. De standpunten voor meer regionale autonode kandidaat van Batkivshchyna – een hele mond- mie, gerechtelijke hervorming en belastingshervormvol, maar daarmee weet u ook onmiddellijk het ingen doen echter de balans voorlopig overhellen in Oekraïense woord voor vaderland- . Op zich is dit het voordeel van Klitschko. Een sterke incentive ligt een paraplu voor ByuT (de partij van Tymoshenko ook in het feit dat hij de geknipte persoon lijkt om de zelf en meteen een allusie op haar looks) en versc- stemmen van Oost-Oekraïne te rapen, urbane stemheidene kleine partijtjes. Ideologie is bij Yulia, die men die graag regionale autonomie en belastingverzichzelf overigens ziet als de reïncarnatie van Evita Peron, ver te zoeken. Waar ze tien jaar geleden eerst aansluiting zocht bij de Socialistische Internationale, besloot ze een paar etmalen later om toch maar te gaan voor de Europese Volkspartij. Dit hobbelig parcours weerspiegelt zich ook in haar termijnen als minister of premier. Als minister van gas en energie wist ze oligarchen te bedwingen en de transparantie van de sector te vergroten. Als eerste minister speelde haar populistische kant echter parten en riep ze geregeld op tot prijscontroles, en bezondigde ze zich verder aan het zwartmaken van haar rivalen en stijseerde wodka, golfbaan en galjoen, benodigdheden van iedere president-, blijft de vraag wie het zwalpende Oekraïense schip moet overnemen en welke koers het moet varen.
De standpunten voor meer regionale autonomie, gerechtelijke hervorming en belastinghervormingen doen echter de balans voorlopig overhellen in het voordeel van Klitschko. gende staatsuitgaven. In haar tweede poging als eerste minister vond ze plots weer haar liberalere zijde, waarbij ze opeens prijscontroles afzwoor en overheidsbedrijven verder privatiseerde. Alles bij elkaar bekeken lijkt Tymoshenko vooral een opportuniste, die de markteconomie gebruikt als ze er oligarchen mee kan bedwingen –wat in haar voordeel spreekt-, maar evenzeer populistische, nationalistische en socialistische maatregelen neemt als ze het nodig acht.
lagingen zien, maar erg bevreesd zijn voor het rauwe populisme van Tymoshenko. Een heel ander verhaal is tot slot Oleh Tyahnybok, leider van Svoboda –Vrijheid, om het lesje Oekraïens mee te eindigen-. De partij leverde de meest militante leden binnen de oppositie, maar is in het Westen ook het minst bekend. De gelijkenis met een partij die we beter kennen, het Hongaars extreem-rechtse Jobbik, is echter treffend. Net zoals haar Hongaarse 15
partner is Svoboda een anti-semitische, extreemrechtse en racistische partij die niet zozeer in de oppositie zit om Europa te komen propageren, maar wel om Rusland kwijt te raken. De partij staat erom bekend zowel joden, holebi’s and zwarten te terroriseren in de straten van Kiev. Economisch heeft ze weinig standpunten en ze wil van Oekraïne terug een nucleaire macht maken. De partij is overigens zeker niet marginaal in de Rada, want ze haalde in totaal 11%. Reken daarbij dat ze bijna 40% haalde in de Westerse stad Lviv en men kijkt al heel anders naar het zogezegde “pro-Europese West-Oekraïne”. Gedurende de revolutie was samenwerking met Svoboda politiek rationeel, maar de andere partijen zouden er nu zo snel mogelijk afstand van moeten nemen. Uiteraard zijn er ook nog andere, kleine kandidaten. De Partij van de Regio’s zal ongetwijfeld de schade willen beperken en ook de oligarchen zullen met de
van samenwerking met de EU brengen (lagere invoerheffingen, beperkingen op regulatie en bepalingen voor meer competitie) zonder de nadelen van de EUbureaucratie. In het bijzonder zouden de heffingen op landbouwproducten fors naar beneden worden getrokken, een sector die nog weinig in de macht van oligarchen ligt en de Oekraïnse economie uit het dal kan trekken. Het Russische plan zou daarentegen zelfs de invoerheffingen verhogen en Oekraïne laten tekortkomen aan haar verplichtingen bij de WTO. De andere partners in het verdrag, Wit-Rusland en Kazachstan, beseffen dit ook maar krijgen van Moskou vele economische zoethoudertjes (in het geval van Wit-Rusland zulke goedkope gas dat dit ze 15% BBP bespaart per jaar). Zonder Oekraïne lijkt de Russische unie ook gewoon op Poetin met Wit-Russische poedel en een collectie –stan dictaturen, waardoor de relaties met Rusland ongetwijfeld jarenlang slecht zullen blijven. Om hieraan te kunnen weer-
Een eerste prioriteit is de economie. Oekraïne stevent af op een faillissement en Rusland zal ongetwijfeld de geldkraan dichtdraaien. schrik zitten. De kans lijkt dan ook groot dat ze nog een nieuwe kandidaat zullen aanbrengen. Voorts zijn er ook enkele extreem-nationalistische groepen zoals Sector Rechts die vooral bestaan uit agressieve voetbalhooligans, maar een beperkte bedreiging lijken naar de verkiezingen toe.
staan, moet Oekraïne naar WTO durven te stappen om Rusland aan haar verplichtingen te houden en zo vlug als mogelijk een nieuw akkoord sluiten met het IMF (en zich er deze keer eindelijk aan houden).
Even belangrijke veranderingen moeten gebeuren op juridisch vlak. Om te beginnen moet men een Het schip draaien einde maken aan de Sovjet-justitie en streven naar Dan resten nog de vragen: welke politiek moet de een onafhankelijke rechterlijke macht. Dit kan door nieuwe president voeren en welke maatregelen enerzijds de rechters onafhankelijk te maken, maar lijken op korte termijn noodzakelijk in Oekraïne? het anderzijds mogelijk te maken om de rotte apDe veranderingen kunnen hier weer kernachtig pels uit het systeem te vissen. Daarmee bedoel ik worden opgesomd als parlementair, juridisch en dat het huidige systeem, waarbij de uitvoerende economisch (maar nu in de andere volgorde). macht volledig verantwoordelijk is voor de (onder) Echter moet, gezien de recente ontwikkelingen, hier financiering en benoeming van justitie duidelijk niet ook een militair-diplomatisch facet bij worden gevoegd. werkt. Ook moeten de rechters eindelijk belangrijker worden dan de aanklagers, nog zo ’n oud SovjetEen eerste prioriteit is de economie. Oekraïne stevent relict. Omdat het natuurlijk nooit is uitgesloten dat af op een faillissement en Rusland zal ongetwijfeld de oligarchen zullen proberen rechters om te kopen, geldkraan dichtdraaien. Voor het land blijft intussen moet men ook werken aan de transparantie van de de keuze tussen het Europese Associatieverdrag en hoven en het mogelijk houden om een rechter te de Euraziatische douane-unie. Ironisch genoeg zijn laten ontslaan door een Raad van Rechters. Verder beide partners even belangrijk voor Oekraïne, elk ve- is het zo dat terwijl we in België lijden aan regeldiarrantwoordelijk voor ongeveer 25% van de Oekraïense ree, de wetgevende stoelgang van Oekraïne al een export en 30% van de import. Toch is de keuze voor tijdje vastzit. Door haar wetgeving bij te werken, het Europese verdrag evident. Het zou de voordelen zou ze nochtans vlug naar een volledige democra16
tie kunnen evolueren. De grootste prioriteit is op dat vlak een betere eigendomsregeling, die ook de oligarchen zouden zien zitten –de schrik zat erin na de herprivatiseringsplannen van Tymoshenko-. Als de staat verder haar staatsbedrijven privatiseert, zal ook de incentive dalen voor oligarchen om de staat om te kopen. Als men tegelijk de barrières voor kleine en middelgrote ondernemingen stopt en door die transparantie een einde kan stellen aan corporate raiding, lijkt Oekraïne ver te kunnen komen.
Ietwat onverwacht, moet ik deze opinie eindigen met een militair-diplomatisch facet. Zoals gedacht, was Poetin inderdaad niet tevreden met de ontwikkelingen in zijn achtertuin. Waar economische sancties de logische reactie leken, gaat Vladimir deze keer wel opmerkelijk verder. De militaire invasie in de Krim, het zuidelijke schiereiland met een Russische meerderheid, lijkt verdacht veel op de de facto annexatie van Zuid-Ossetië en Abchazië. Verwarring stichten, een vage groep aan de macht laten komen die Russische hulp inroept en dan “stabilisatietroepen” sturen, Dan blijft nog het politieke systeem over. Onmiddel- het zijn de favoriete manoeuvres van Poetin. Vermits lijk na de presidentsverkiezingen zouden er in feite een sterk Westers antwoord te betwijfelen is, wordt parlementaire verkiezingen moeten komen om een dit ongetwijfeld het diplomatieke hangijzer van 2014. homogene besluitvorming mogelijk te maken. Het Het Westen moet kalm blijven en in de eerste plaats is te hopen dat de nieuwe president niet de fout de rest van Oekraïne helpen op een economisch plan zal maken die Yanukovych maakte, namelijk de naar herstel. Een militaire confrontatie in de Krim is gehele oppositie proberen uitschakelen. Alhoewel te vermijden en zal voor Poetin alleszins een Pyrrhushet buiten kijf staat dat Yanukovych voor het ger- overwinning zijn. Het schiereiland is arm, economisch echt moet verschijnen, zou het geloofwaardiger zijn gemarginaliseerd en etnisch gefractioneerd. Niet dat als dit gebeurt door buitenlandse rechters. Voor het dat uitmaakt in de logica van Poetin, uiteraard. Waar overige moet de Partij van de Regio’s deel blijven uit- het Westen zich kan verbazen over het feit dat Poetin maken van de Oekraïense democratie. Tegelijk heeft dit economisch risico wenst te lopen, gaat dit voorbij de president ook de moeilijke opdracht om te snijden aan het machiavellistische gedachtegoed van de Rusin zijn eigen macht. Het land heeft nood aan een ver- sische leider, die altijd de Oekraïnse soevereiniteit in regaande decentralisering, enerzijds om regionale twijfel trok. gevoeligheden beter aan te kunnen pakken (de Krim), anderzijds om provincies eigen middelen te geven Na Euromaidan blijft Oekraïne een fantastisch land. waarmee ze veel meer geneigd zullen zijn een goed Het heeft een unieke ligging, een vruchtbare en minbelastingstelsel uit te werken. De moeilijkste taak eraalrijke bodem en kan zowel buigen op een Eukomt echter op het eind en zal allicht onhaalbaar zijn. ropese als een Russische cultuur. Met wat geluk kan Het Oekraïnse systeem, met het voortdurende geru- het land binnen tien jaar ook economisch en politiek zie tussen premier en president is onhoudbaar. Op bloeien als nooit tevoren. lange termijn moet Oekraïne evolueren naar een vol parlementair systeem, om zo de eeuwige ruzies te vermijden. Een president kan gerust aanblijven, maar dan in een symbolische functie naar Pools voorbeeld.
17
Philippe Baert Bestuurslid LVSV
Visie
The Production of Security Philippe Baert Justitie en veiligheid zijn geen uitzonderingen op de vrije markt. Net zoals alle andere goederen varen ze wel bij competitie. Gustave de Molinari werd geboren op 3 maart 1819 in Luik, dat toen deel uitmaakte van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Hij leefde jarenlang in Parijs, waar hij samen met Frédéric Bastiat en andere “laissez-faire”-economen als Charles Comte en Charles Dunoyer een van de belangrijkste voorvechters van een vrije samenleving werd. Toen Napoleon III in 1848 de burgerkoning LouisPhilippe verdreef en zichzelf vervolgens naar het voorbeeld van zijn illustere oom tot Franse keizer kroonde, moest de Molinari, bedreigd door de keizer omwille van zijn “staatsondermijnende” lectuur, terug naar België vluchten. Hij zou er evenwel in slagen om 20 jaar later terug te keren, waarna hij tot aan zijn dood in 1912 invloedrijke kranten als “Journal des Débats” en “Journal des Économistes” zou redigeren. Kort na 1848 verscheen een van zijn bekendste werken, “Les Soirées de la Rue Saint-Lazare”, waarin hij beschrijft hoe een markt van private justitie en private defensie de staat zou kunnen vervangen. Later komt hij hier echter deels op terug wanneer hij het
jnen van zijn (oorspronkelijke) ideeën rond private justitie en private defensie uiteenzette. Het wordt nu beschouwd als de eerste uiteenzetting van anarchokapitalisme, hoewel de Molinari zelf nooit deze term gebruikte. Interessant is dat hij zijn argumentatie niet opbouwt op basis van een aversie tegenover de Staat, maar zich net baseert op de voordelen van de vrije markt, en deze ook doortrekt naar justitie en defensie: “als de vrije markt inderdaad de meest efficiëntie manier biedt om goederen en diensten te verschaffen, dan geldt dit toch ook voor diensten die bescherming bieden?” Hoewel deze analogieredenering op heel wat kritiek kon rekenen van onder meer Bastiat en Dunoyer, wat de Molinari zelf aangeeft, verdedigt de Molinari zijn stelling met vuur. Dit door op te werpen dat Bastiat en Dunoyer er niet in slagen om een sluitend argument op te werpen dat kan verklaren waarom justitie en beschermingen nu juist uitzonderingen op de algemene economische wetmatigheid van marktef-
“The interests of the consumer of any commodity whatsoever should always prevail over the interests of the producer” in “Esquisse de l’organisation politique et économique de la société future”, niet langer over zijn aanvankelijk idee van private defensieagentschappen in een competitieve markt heeft – wat later ook in het werk van Murray Rothbard terugkomt – maar eerder een privaat monopolie beschrijft. The Production of Security, is een korter essay dat in februari 1849 in Journal des Economistes verscheen en de krachtli18
ficiëntie vormen. de Molinari gaat inderdaad zo ver om de voordelen van vrije concurrentie te vergelijken met een universele natuurwet als de zwaartekracht: ofwel gelden ze universeel, ofwel bestaan er uitzonderingen op en zijn de algemene principes waarop ze gebaseerd zijn bijgevolg ongeldig. Vervolgens zet hij uiteen hoe een overheid steunt op
ofwel de eigenschappen van communisme, ofwel op de technieken van monopolies1 :
len. Om zich te beschermen tegen geweld en fraude zullen ze een contract afsluiten met een persoon of een groep van personen waarvan ze geloven dat hij Waar monopolie (absolutisme) haar autoriteit put sterk en integer genoeg is om hun daadwerkelijk uit de voorzienigheid (providence) waarover een effectieve bescherming te bieden. Tenslotte zullen ze goddelijke heerser beschikt, berust communisme kijken welke persoon of groep hun deze bescherming (democratie)2 op de wil van de verenigde mensheid, kan bieden tegen de best mogelijke voorwaarden. met name de enige, ondeelbare en soevereine natie. Deze voorwaarden moeten ze in ieder geval in staat Hierdoor legt zij echter de wil van de meerderheid op stellen om enerzijds zowel zichzelf als hun eigendom aan de minderheid, waardoor talloze belangen mis- volledige bescherming te bieden en hen anderzijds in kend worden. Als onvermijdelijke consequentie zal geval van een schending een compensatie te verlenen die meerderheidsbeslissing dan ook in praktijk niet die proportioneel is aan hun geleden verlies. Indien altijd door de minderheid gerespecteerd worden. Bi- een veiligheidsorganisatie zich niet aan haar afsprakjgevolg zal noch onder een regime van monopolie, en houdt of ongeoorloofd geweld gebruikt tegen noch onder een communistisch regime de morele haar klanten of derden, zullen deze zichzelf (alleen autoriteit van de veiligheidsinstantie zo sterk zijn of in groep) verdedigen, of beroep doen op een conals deze zou zijn van dat in een vrije samenleving; currerende organisatie. Dit laatste zullen zij ook doen de morele autoriteit van de regeerders blijft immers wanneer ze elders bescherming kunnen krijgen tegen berusten op het eigenbelang van de geregeerden een lagere kostprijs. Bijgevolg zullen organisaties zelf, aldus de Molinari. gedwongen zijn om efficiënt en correct werk te leveren. Een dergelijke artificiële constructie kan haar autoriteit dan ook alleen maar handhaven door het uitoefenen van dwang op dissidenten, met als gevolg dat ze algauw ontaardt in terreur en geweld. Door het ontbreken van concurrentie, vervalt justitie daarenboven algauw in een toestand die de Molinari als volgt beschrijft (en verbazend goed overeenkomt met de toestand waarin ze zich vandaag bevindt):
Hoe mooi het ook op papier klinkt, de Molinari erkent zelf de grote zwakte van zijn ganse theorie: gezien de kosten, en het ondeelbaar karakter van veiligheid, zullen veiligheidsorganisaties alleen maar levensvatbaar zijn als ze een bepaald territorium kunnen omvatten. Als oplossing stelt hij dat ze hun klanten slechts dekking zullen verlenen binnen een bepaalde perimeter
“if the consumer is not free to buy security wherever he pleases, you forthwith see open up a large profession dedicated to arbitrariness and bad management. Justice becomes slow and costly, the police vexatious, individual liberty is no longer respected, the price of security is abusively inflated and inequitably apportioned, according to the power and influence of this or that class of consumers.” In het laatste hoofdstuk tracht de Molinari te schetsen hoe een “free market for security” er zou uitzien. Hierbij vertrekt hij vanuit de hypothetische situatie van een totaal nieuwe samenleving, waarin de mensen die er deel van uitmaken zelf de vruchten van hun arbeid plukken en deze met elkaar uitwisse1 Ook een combinatie van beide behoort uiteraard tot de mogelijkheden 2 de Molinari stelt communisme en democratie inderdaad aan elkaar gelijk 19
en klanten vervolgens wel spontaan in clusters rond een bepaalde veiligheidsorganisatie zullen trekken. Een correcte inschatting, want dit is exact wat er in de vroege middeleeuwen is gebeurd toen horigen bescherming gingen zoeken bij de lokale heer. De kans dat je een paar eeuwen later uitkomt op een overheidsmonopolie is dan ook zo goed als onvermijdelijk en is meteen wat m.i. zijn ganse theorie ondergraaft.
de vorm van arbitrage en conciliatie. Tevens kunnen we vaststellen dat er meer en meer beveiligingstaken door private firma’s op zich worden genomen. Een evolutie die alleen maar kan toegejuicht worden, maar die eveneens - los van welke ideologische strekking dan ook - een bittere noodzaak is gezien de onhoudbare belastingdruk en budgettaire toestand waarin onze Westerse natiestaten zich bevinden.
de Molinari erkent zelf de grote zwakte van zijn ganse theorie: gezien de kosten, en het ondeelbaar karakter van veiligheid, zullen veiligheidsorganisaties alleen maar levensvatbaar zijn als ze een bepaald territorium kunnen omvatten.
Niettemin biedt “The Production of Security” ook vandaag nog een kritische blik en uiterst boeiende denkoefening op een van de meest essentiële zaken waar elke samenleving mee geconfronteerd wordt, met name veiligheid. Gezien de logge instantie die justitie is kan deze immers wel wat meer “marktwerking” gebruiken en zich bijvoorbeeld spiegelen aan de efficiënte organisatie van de verschillende “Courts of justice” in het 18e eeuwse Engeland, zoals uitvoerig door Adam Smith beschreven in zijn Wealth Of Nations. Overigens is er wel degelijk een alsmaar belangrijkere rol voor (optionele) private justitie weggelegd onder
20
Een van de belangrijkste lessen die de Molinari in “The Production of Security” ons tenslotte kan meegeven is het volgende: “Freedom of labor and of trade have as their necessary and permanent result the maximum reduction of price”. bijgevolg: “The interests of the consumer of any commodity whatsoever should always prevail over the interests of the producer”
Bert Costenoble
Visie
De warme gloed Bert Costenoble Vaak wordt liberalisme verweten “asociaal” te zijn. In deze tekst wordt duidelijk dat het net het collectivisme is dat asociaal maakt. Het liberalisme is de enige echte ideologie die iedereen vooruithelpt. In dit artikel wil ik even stilstaan bij het ambigue begrip ‘sociaal’. Wat houdt dat precies in? Wat moet je doen om sociaal te zijn en wie kan beschouwd worden als asociaal? Iedereen geeft er natuurlijk een eigen invulling aan, al dan niet sterk beïnvloed door de media en foute percepties. Vaak worden liberalen geassocieerd met asocialen, egoïsten en onmensen. Liberalen weten natuurlijk wel beter. Dit misverstand doet mijn donkerblauw hart bloeden. Daarom wil ik met dit artikel deze leugen ontkrachten.Volgens mij kun je niet socialer zijn dan door liberale waarden te verdedigen. Natuurlijk is het belangrijk om een gemeenschappelijke definitie te hebben van ‘sociaal zijn’. Ik zal beginnen met deze definitieomschrijving. Vervolgens licht ik toe
De algemene perceptie die momenteel heerst in onze maatschappij omtrent sociale thema’s is dat alleen de overheid hierin moet voorzien via de herverdeling van belastinggeld. Hoe groter een overheid, hoe meer er kan worden herverdeeld. Hoe meer belastingen je betaalt, hoe socialer je bent. Daar ben ik het als zelfverklaard volbloed liberaal niet mee eens. Grote fout die gemaakt wordt is natuurlijk de verwarring tussen de begrippen ‘socialistisch’ en ‘sociaal’. Deze begrippen worden vaak als hetzelfde beschouwd. In een sociale welvaartsstaat eist de overheid een deel van je inkomen/vermogen op. Met dat belastinggeld bepalen de politici wat er zal gebeuren, en wat er met andere woorden sociaal is. De overheid bepaalt ook welke keuzes je moet maken (subsidiebeleid) en wat het beste voor je is (cfr. bv. drugs). De gelijkenis
De algemene perceptie die momenteel heerst in onze maatschappij omtrent sociale thema’s is dat alleen de overheid hierin moet voorzien via de herverdeling van belastinggeld. waarom een overheid het individu sociaal lui maakt. Als laatste tracht ik uit te leggen waarom een egoïstische en vrije samenleving een meer solidaire samenleving zou zijn.
met een babysit of bemoeizieke schoonmoeder is treffend. In een liberale samenleving bepaalt het individu zelf wat sociaal is, of en in welke mate ze solidair wil zijn met mensen in armoede.
Wat is ‘sociaal zijn’? In april leg ik de eed af als OCMW-raadslid in mijn gemeente. Toen ik het nieuws omtrent mijn OCMWmandaat vertelde, kreeg ik al de opmerking “Wat ga jij daar doen? Je bent asociaal en wilt niet herverdelen”. Interessante vraag is dus of een liberaal daar wel op z’n plaats zit. Is een liberaal wel per definitie sociaal?
In een vrije samenleving zullen er uiteraard mensen zijn die niet solidair willen zijn en dus al hun vermogen voor zich zullen houden. Op zich geen probleem. Ik verdedig het eigendomsrecht, dit houdt in dat je kan doen met je verworven vermogen wat je wil. Een individu moet het recht hebben om niet te herverdelen. Of je er nu voor kiest om je vermogen voor jezelf 21
te houden of om solidair te zijn met anderen, dat is een eigen keuze. Geen enkele keuze is superieur over de andere. Ikzelf ben bv. vrijwilliger bij De Wervel, een vzw waar mensen zonder inkomen wekelijks gratis voedsel kunnen krijgen. Mensen die kleren, zetels, kasten enzoverder over hebben, kunnen deze binnenbrengen. Deze worden dan verkocht aan een minimale prijs. Zo geven we de arme mensen de kans om het gevoel te hebben dat ze ook iets kunnen kopen voor hun kinderen.
Hoe ziet een liberale maatschappij er dan uit? Een sociale overheid bestaat alvast niet. Overheid maakt mensen sociaal lui Waarom is er in ons land evenveel armoede (±15%) als in de Verenigde Staten, het land waarmee socialisten altijd dwepen als zijnde egoïstisch en niet sociaal? Met dat cijfer kunnen we niet echt concluderen dat de welvaartsstaat een succes is. Het is mijn overtuiging dat verplichte solidariteit voor een grote groep inefficiënt en ineffectief is en zelfs het individu egoïstisch maakt.
Laten we solidariteit even toetsen aan een dagdagelijks voorbeeld. Jij en je partner gaan uit eten met een bevriend koppel. Om lange rekensommen achteraf te vermijden, beslissen jullie samen om een gemeenschappelijke pot te leggen. Omdat je gekozen hebt voor een gemeenschappelijke pot, ga je kiezen voor In discussies met mensen die de herverde- iets dat niet te duur is. Je wil namelijk je vrienden lingsfunctie van de overheid verdedigen is het niet laten meebetalen voor iets waar jij voor kiest. altijd grappig (lees: schrijnend) vast te stellen welk fatalistisch (wereld)beeld er wordt opgehangen Stel nu dat je die gemeenschappelijke pot deelt van een vrije samenleving. Stel dat er geen met miljoenen mensen (cfr. welvaartsstaat). Zal je sociale zekerheid meer zou zijn, dan zou het elk voor dan nog steeds zo verantwoordelijk zijn om slechts zich zijn en zou geen enkel individu het initiatief in te bestellen wat je nodig hebt? Volgens mij niet. eigen handen nemen om solidair te zijn met iemand Hoe groter de groep waarmee je uit eten gaat, hoe die veel ongeluk kent wegens ziekte, faillissement, minder de verbondenheid met de groep, hoe groter ongeval, brand,… Die visie verwerp ik volkomen. de neiging om meer en duurder eten te bestellen Als liberaal geloof ik in de kracht van mensen, in dan je eigenlijk nodig hebt. In een dergelijke grote het verantwoordelijkheidsgevoel van het individu.. groep ben je anoniemer en is de verbondenheid Of je al dan niet solidair bent is een eigen keuze en moet komen vanuit het hart, en niet opgelegd door één of andere wetgeving. Ik heb dus geen overheid nodig om sociaal te zijn.
22
minder groot. Doordat je die mensen niet kent, ga je ze wantrouwen (onbekend maakt onbemind). Je gaat ervan uit dat zij zullen profiteren van de pot en dus ook van jouw bijdrage, waarvoor je trouwens gedwongen werd om bij te leggen. U bent natuurlijk niet zeker dat de anderen meer zullen eten dan ze hebben bijgelegd maar voor alle zekerheid zult u toch maar trachten het maximale eruit te halen. Uit dit voorbeeld haal ik twee criteria voor solidariteit: verbondenheid en spontaniteit. Verbondenheid houdt in dat er sociale cohesie moet zijn tussen de leden van de groep. Vergelijk maar eens de sociale cohesie van een plattelandsgemeente en een grote stad. In een plattelandsgemeente kent iedereen iedereen en is er dus een grotere incentive om elkaar te helpen waar nodig. In een grote stad is die incentive veel kleiner. Doordat je met zovelen woont op eenzelfde plek, is de verbondenheid kleiner en dus ook de sociale cohesie. Solidair ben je pas met mensen die je kent en waarvan je weet dat ze jouw hulp nodig hebben en verdienen. Tweede criterium is spontaniteit. Spontaniteit houdt in dat het individu kiest om solidair te zijn. Indien het verplicht wordt, is ze solidair omdat het moet. Beter is de solidariteit te laten vertrekken
Het hele intentieproces dat ik zonet beschreven heb is natuurlijk maar een persoonlijke denkpiste, maar volgens mij eentje die nauw aanleunt aan de psychologie van het individu (zie ook verder). Daarom pleit ik voor solidariteit tussen kleinere, spontaan ontstane groepen, tussen mensen die daarvoor kiezen. De verbondenheid in een groep bepaalt in welke mate ze elkaar zullen helpen. Er zal meer gedacht worden aan het algemeen belang van de groep. Leve het egoïsme! Ik ga dus niet mee in de fatalistische redenering als zou het individu niet solidair zijn zonder de welvaartsstaat. Hoe kunnen we dat nu zo zeker zijn? Het antwoord vinden we terug in ons brein. Alles wat we doen, doen we uit egoïsme. Dit principe kan je op alles toepassen. Een werknemer gaat niet gaan werken omdat hij wil dat de ondernemer winst kan maken, maar omdat hij brood op de plank wil en zijn gezin wil onderhouden. Een bakker bakt geen brood omdat hij dat goed kan, maar omdat ook hij, ironisch genoeg, brood op de plank wil. Ondernemers stellen geen mensen tewerk uit altruïstische motieven, maar omdat ze die mensen nodig hebben om hun winst zo te maximaliseren. Het mooie aan dit
Diegenen die werken, sparen en ondernemen hebben geen incentive meer om nog solidair te zijn omdat ze al een significant deel van het inkomen hebben moeten afstaan.
vanuit het vrije individu. Ieder zal zelf wel zijn of haar verantwoordelijkheid nemen, en dit uit egoïstische motieven nog wel (zie verder hieronder). Onze welvaartsstaat neemt deze motieven echter weg. Met bovenstaand voorbeeld wil ik duidelijk maken dat de overheid en de welvaartsstaat het individu sociaal lui maakt. Doordat elk individu verplicht wordt door de overheid om een significant deel van diens inkomen af te staan in naam van de solidariteit, neemt de overheid elk incentive weg. Diegene die financieel afhankelijk wordt gemaakt van de overheid denkt dat hij recht heeft op een deel van het vermogen van iemand anders. Diegene die werken, sparen en ondernemen hebben geen incentive meer om nog solidair te zijn omdat ze al een significant deel van het inkomen hebben moeten afstaan.
egoïsme is dat niet alleen het individu zelf er voordeel uit haalt, maar ook de omgeving (werknemer, klant van de bakker, aandeelhouder,..). Dit kan je ook toepassen op de spontane solidariteit. Een individu zal geen goede daad stellen omdat hij een altruïst is. Hij zal dit doen omdat hij zich goed wil voelen. Hij wil de zogenaamde ‘warme gloed’ ervaren. Dat is het gevoel dat je hebt wanneer je iets betekent voor iemand door iets goeds te doen. Dit ‘warme gloed-effect’ ervaren we allemaal als we bv. onze plaats afstaan aan een bejaarde op de bus of wanneer we ons vrijwillig inzetten voor de lokale jeugdbeweging. De voorbeelden zijn legio. Belangrijk is dat niets of niemand je hiertoe verplicht. Je doet dat omdat je dat wilt. 23
Neurobiologen hebben het al bewezen: die warme gloed activeert hetzelfde stuk van de hersenen dat in werking treedt bij moeilijke beslissingen waarbij egoïsme en morele overwegingen een rol spelen. Onze hersenen associëren die warme gloed zelfs met seks, geld, eten en drugs. Het klinkt misschien weinig romantisch maar solidariteit is ook een resultaat van vraag en aanbod. In ruil voor een goede daad verwacht ik een immateriële return terug: de warme gloed. Solidariteit of altruïsme begint dus bij egoïsme. Indien iemand tegen u zegt dat u een egoïst bent, dank hem of haar dan voor het compliment.
door steeds meer beloftes te doen. Na decennialang beloftes zitten we nu met een veel te log en veel te inefficiënt staatsapparaat. Vrije initiatieven zijn veel efficiënter en veel socialer.
Het is echter wachten op de eerste politicus die niet denkt aan zijn/haar herverkiezing maar aan het algemeen belang. Het is wachten op de eerste politicus die pleit voor een vrije en dus solidaire samenleving. Het is wachten op de eerste politicus die vertrouwt op de civil society. Het is wachten op de eerste politicus die doet wat de huidige politici niet doen. Het is wachten op de eerste politicus die pleit voor een Wachten op een atypische politicus liberale zekerheid i.p.v. een sociale zekerheid. Want, We blijven momenteel echter vastgeroest in de een verantwoordelijk individu heeft geen overheid logica dat je enkel sociaal kan zijn via de overheid nodig om sociaal te zijn. en de welvaartsstaat. Het is natuurlijk eigen aan de homo politicus om herverkozen te worden (cfr. Liberalisme is de meest sociale ideologie. Het klinkt public choice theorie). Dat tracht hij/zij te bereiken misschien contradictorisch maar dat is het niet!
24
Bestuur LVSV Gent 2013-2014
Voorzitter: Dimitri Sonck
Politiek Secretaris Stijn D’Hondt
Politiek Secretaris Rémy bonnaffé
Penningmeester: Fabrizio Terrière
Hoofdredacteur Timon lesage
PR Justin Vanderheyden
Secretaris Filip batselé
Webmaster Jonathan peck
Sponsoring Simon van poucke
Activiteiten Niek Van KERCKVOORDE
Bestuurslid Thomas Buyse
Bestuurslid Philippe baert
Bestuurslid Dries glorieux
Bestuurslid marylène madou
Aspirant bestuurslid Pieter-Jan van de weghe
Aspirant bestuurslid Julie van pée
25
Jonathan Peck Webmaster LVSV Gent
Visie
Het Bitcoin-protocol Jonathan Peck Over de werking van Bitcoin, en hoe de virtuele munt fraude tegengaat. Bitcoin is ‘s werelds eerste succesvolle protocol voor gedecentraliseerd digitaal geld, en ik geloof dat het op dit punt geen echte introductie meer behoeft. Aangezien anderen al geschreven hebben over de economische implicaties en het praktische gebruik van Bitcoins, zal ik mij in dit artikel concentreren op het verstaanbaar maken van de technische details waarop het protocol steunt. Ik moet de lezer wel waarschuwen: de eerste delen zijn misschien saai en hebben op het eerste zicht weinig te maken met Bitcoin, maar ik heb echt mijn best gedaan alles te elimineren wat niet strikt noodzakelijk was om de interne werking van het protocol te begrijpen. Ik neem tevens aan dat de lezer al genoeg basiskennis heeft om in de praktijk met Bitcoin te kunnen werken. Asymmetrische versleuteling Een van de pilaren van Bitcoin is het concept van asymmetrische versleuteling, dat zoals de naam al laat vermoeden de tegenhanger is van symmetrische versleuteling. In een symmetrisch versleutelingssysteem zal een verzender een bericht (de platte tekst) versleutelen (encrypteren) op basis van een gekende procedure (het algoritme) en een sleutel. Het versleutelde bericht (de cijfertekst) wordt verzonden over een (onveilig) communicatiekanaal, waarna de ontvanger de cijfertekst met exact dezelfde sleutel terug kan omzetten naar platte tekst. Indien het bericht onderweg onderschept werd door een derde partij, is die enkel in het bezit van de cijfertekst; hij kent noch de sleutel noch de platte tekst, omdat die nooit over het kanaal verzonden zijn. Van een goed symmetrisch encryptiealgoritme verwacht men het volgende: 1. De werking van het algoritme geeft geen concrete informatie over de sleutel, de platte tekst of de cijfertekst. Een aanvaller mag dus gerust het gebruikte al26
goritme kennen; dit levert hem geen enkel voordeel op zolang de sleutel onbekend is. 2. De platte tekst is niet (praktisch) af te leiden uit de cijfertekst zonder de sleutel. De makkelijkste manier om de platte tekst te achterhalen, is dus door gewoon in het wilde weg te raden. 3. De sleutel mag niet makkelijk te raden zijn. Deze voorwaarde vervult men door simpelweg hele lange sleutels te nemen, zodat een aanvaller zelfs volgens de meest optimistische schattingen minstens enkele jaren nodig zou hebben om de sleutel per toeval te vinden. Bij symmetrische encryptie wordt dezelfde sleutel gebruikt voor zowel encryptie als decryptie. Het meest beroemde voorbeeld hiervan is het historische Caesarcijfer, waarbij men een tekst encrypteert door de letters uit het alfabet één plaats op te schuiven. De procedure voor decryptie is exact hetzelfde, maar dan in de andere richting. Onderstaande tabel geeft een praktisch voorbeeld van het Caesarcijfer: Invoer Liberty and responsibility are inseparable.
Uitvoer Mjcfsuz boe sftqpotjcjmjuz bsf jotfqbsbcmf.
Asymmetrische encryptie gebruikt twee sleutels: een encryptiesleutel (de “publieke” sleutel) en een decryptiesleutel (de “private” sleutel). Als men platte tekst versleutelt met de publieke sleutel, dan kan alleen de overeenkomstige private sleutel de cijfertekst nog ontsleutelen. Omgekeerd, als men platte tekst versleutelt met de private sleutel, dan kan alleen de overeenkomstige publieke sleutel de cijfertekst ontsleutelen. De rollen van de twee sleutels zijn dus verwisselbaar, maar hun relatie blijft
hetzelfde: wat de één versleutelt, kan enkel de ander ontsleutelen. Tussen de twee sleutels bestaat een wiskundige relatie die praktisch niet omkeerbaar is: men kan uit de publieke sleutel de private niet (makkelijk) afleiden. Het grote voordeel dat asymmetrische encryptie heeft tegenover symmetrische encryptie is dat men de publieke sleutel kan delen over onveilige kanalen. Symmetrische versleuteling gaat ervan uit dat de partijen op een bepaald punt veilig kunnen communiceren om de sleutel uit te wisselen. Een aanvaller die echter de sleutel van een symmetrisch encryptiesysteem weet te onderscheppen, heeft het cijfer onmiddellijk gebroken. Dit is geen probleem bij asymmetrische versleuteling, want hier wisselen de partijen enkel publieke sleutels uit en houden ze de private geheim. De publieke sleutels zijn waardeloos als het op ontsleuteling aankomt, en vermits de private sleutels nooit worden uitgewisseld, kunnen enkel de betrokken partijen de berichten ontsleutelen ook al vond alle communicatie plaats op een onveilig kanaal vol met spionnen. Bitcoin maakt echter geen gebruik van asymmetrische encryptie om berichten te versleutelen, maar om digitale handtekeningen te creëren aan de hand van cryptografische hashfuncties. Cryptografische hashfuncties Een hashfunctie is een algoritme dat een invoertekst neemt van willekeurige lengte en op basis daarvan een uitvoer van vaste lengte produceert (de hash). Onderstaande tabel toont enkele voorbeelden van hoe SHA-256, de hashfunctie die Bitcoin gebruikt, invoertekst omzet naar zogenaamde hashes: Invoer Bitcoin
bitcoin
Human action is purposeful behaviour.
Uitvoer b4056df6691f8dc72e56302ddad345d65fead3ead9299609a826e2344eb63aa4 6b88c087247aa2f07ee1c 5956b8e1a9f4c7f892a70e 324f1bb3d161e05cal107b e9e2a3624175be932b47e521c11dddf235a90f41c0f624ac6d0c2185b6c792ff
Merk op dat alle uitvoer even lang is ongeacht hoe lang de invoer was: dit is de karakteristieke eigenschap van hashfuncties. Om echter te kwalificeren als cryptografische hashfunctie, stelt men nog volgende eisen: 1. Een kleine verandering in de invoer produceert een totaal andere uitvoer. In de tabel is dit duidelijk te zien wanneer men de hash van “Bitcoin” vergelijkt met die van “bitcoin”. 2. De originele tekst is praktisch niet af te leiden uit de hash. Voor SHA-256 is dit het geval, aangezien gokken de enige bekende manier is om de hash terug om te zetten naar platte tekst. De combinatie van asymmetrische encryptie met cryptografische hashfuncties vormt de basis van het hele Bitcoin-geldsysteem. Digitale handtekeningen Stel dat twee personen, Alice en Bob, op een veilige manier willen communiceren met elkaar over het internet. Zij gebruiken hiervoor asymmetrische encryptie: Alice deelt haar publieke sleutel met Bob en Bob deelt zijn publieke sleutel met Alice, zodat beiden versleutelde berichten naar elkaar kunnen versturen. Er is echter een spion genaamd Eve de verbinding aan het afluisteren, en ze heeft beide publieke sleutels onderschept. Eve kan nu in principe berichten sturen naar Alice en doen alsof ze Bob is, of omgekeerd (ze zou eventuele antwoorden weliswaar niet kunnen lezen, maar niettemin blijft dit een groot veiligheidsrisico). Om dergelijke imitatie te voorkomen maken Alice en Bob gebruik van digitale handtekeningen: als Alice een bericht naar Bob wil verzenden, berekent ze eerst de hash van de platte tekst (bijvoorbeeld via SHA-256). Vervolgens versleutelt Alice de hash met haar private sleutel, voegt ze de resulterende tekenreeks (de digitale handtekening) toe aan de cijfertekst van haar bericht en verzendt ze het geheel naar Bob. Bob ontsleutelt de handtekening met de publieke sleutel van Alice, ontcijfert het bericht met zijn eigen private sleutel, berekent zelf de hash van de platte tekst en controleert of zijn hash overeenkomt met de hash die Alice geleverd heeft. Als de twee hashes overeenkomen, kan Bob zo goed als zeker zijn dat het effectief Alice was die de boodschap verzonden heeft. Eve kent de private sleutel 27
van Alice immers niet en kan de hash dus niet gepast versleutelen. Zij kan evenmin prutsen aan de inhoud van de berichten, want dan zou er een andere hash
hoeveelheid Bitcoins op dezelfde manier als Alice en Bob in het voorbeeld hierboven zich identificeerden tegenover elkaar: door een bepaalde cryptografis-
Bitcoin is niet anoniem. Indien men Bitcoin volledig anoniem wil gebruiken, zijn er extra diensten nodig zoals een VPN of Tor. ontstaan en kan Bob weten dat het bericht vervalst is.Bitcoin maakt gebruik van digitale handtekeningen om eigendom van Bitcoins vast te leggen zodat transacties niet vervalst kunnen worden. Elektronische munten en transacties Nu we eindelijk een adequate technische basis gelegd hebben, kunnen we ons concentreren op het feitelijke Bitcoin-protocol.
che hash te versleutelen met de private sleutel die bij het adres van de eigenaar hoort, en dit resultaat door te sturen naar iedereen in het netwerk. Vermits iedereen de publieke sleutel van de eigenaar kent, kan elke deelnemer de gepaste identiteitscontrole uitvoeren. Het is dus niet mogelijk Bitcoins te stelen zolang de private sleutel geheim blijft, want dan zal deze identiteitscontrole falen en zal het netwerk het eigenaarsschap niet erkennen.
De eerste vraag die iedereen zich natuurlijk stelt, is wat een Bitcoin nu eigenlijk is. De definitie zal heel vreemd overkomen voor zij die gewend zijn aan de traditionele concepten van geld: een elektronische munt is volgens het Bitcoin-protocol gedefinieerd
Schematisch ziet (een stuk van) een Bitcoin er als volgt uit:
als een reeks van digitale handtekeningen. Om dat beter te verstaan, moeten we dieper ingaan op hoe Bitcoin bepaalt wie eigenaar is van welke hoeveelheid geld. Ik neem aan dat iedereen die dit artikel leest, bekend is met het feit dat Bitcoin-transacties plaatsvinden via “adressen” die in essentie analoog zijn aan bankrekeningen. Bitcoin associeert aan elk adres een publieke en private sleutel, en gebruikt dit om een systeem van digitale handtekeningen tot stand te brengen tussen alle deelnemers in het netwerk. Men claimt eigendom over een bepaalde
Owner 1 steekt zijn publieke sleutel in de transactie om aan te duiden dat hij de eigenaar is, en dit eigendomsrecht wordt bewezen aan de hand van de digitale handtekening van Owner 0. Die handtekening is gevormd door de transactie waarmee Owner 0 het geld gekregen heeft te hashen samen met de publieke sleutel van Owner 1 en het resultaat te versleutelen met de private sleutel van Owner 0. Op die manier kan iedereen verifiëren dat Owner 0 het geld bezat en het overgedragen heeft aan Owner 1.
28
In de eerste transactie is de Bitcoin in het bezit van Owner 1, die het geld gekregen heeft van Owner 0.
Op dit punt is het opportuun een belangrijk detail uit te wijzen: Bitcoin is niet anoniem. Alle transacties worden volledig openbaar gemaakt (men kan ze raadplegen op www.blockchain.info) en iedereen kan zien van welk adres het geld komt en waar het naartoe gaat. Een adres is op zich niet te koppelen aan de eigenaar, maar het internetverkeer verantwoordelijk voor de publicatie van de transactie is wel te traceren. Indien men Bitcoin volledig anoniem wil gebruiken, zijn er extra diensten nodig zoals een VPN of Tor en is het aangeraden een nieuw adres te maken voor elke nieuwe transactie zodat correlatie tussen transacties onmogelijk wordt. Dit systeem schiet echter nog op een ander vlak tekort: hoe kan men er namelijk zeker van zijn dat Owner 0 dezelfde Bitcoins niet meerdere keren heeft uitgegeven? Dit fenomeen heet double-spend en het mag absoluut niet gebeuren om evidente redenen. De blokketen en proof-of-work Bitcoin lost het double-spending probleem op via de blokketen (blockchain). De blokketen is een keten van verzamelingen van transacties. Elk blok uit de keten bevat een beperkt aantal transacties, maar collectief beschrijven alle blokken alle transacties die ooit met Bitcoin gemaakt zijn. Met elk blok wordt opnieuw een hashwaarde geassocieerd, namelijk de hash van het voorgaande blok samen met een hash van alle transacties in het huidige blok. Dit zorgt ervoor dat de hash van een blok afhangt van alle voorgaande blokken, zodat men een bepaald blok alleen kan vervalsen door ook alle daaropvolgende blokken aan te passen. Alle deelnemers in het Bitcoin-netwerk moeten minstens een gedeeltelijke kopie van de blokketen bezitten, zodat ze voor elke nieuwe transactie kunnen controleren of het geld niet al is uitgegeven. Het bijhouden van een volledige transactiegeschiedenis lost het double-spending probleem op, maar het heeft uiteraard ook kritiek gekregen omdat het veel opslagruimte in beslag neemt. Ten tijde van dit schrijven was de blokketen van Bitcoin bijna 14 GB groot, en dat gaat alleen maar toenemen in de toekomst (zie www.blockchain.info/charts/blocks-size voor een complete grafiek).
een blok vereist de uitvoering van een proof-of-work algoritme. Dit houdt in dat men een probleem moet oplossen waarvan de oplossing makkelijk te bevestigen maar moeilijk te vinden is. Het probleem dat Bitcoin voorlegt, is het vinden van een getal waarvan de SHA-256 hash voldoet aan bepaalde voorwaarden. Ik heb al uitgelegd hoe gokken de enige manier is om een dergelijke invoer te vinden, vermits SHA-256 een praktisch onomkeerbaar algoritme is. Het is eenvoudig te verifiëren dat een getal een bepaalde hash heeft, maar het is moeilijk een getal te vinden dat een voorafbepaalde hash heeft. Nieuwe blokken kunnen enkel geïntegreerd worden in de blokketen indien er iemand in het netwerk een geldige oplossing voor het proof-of-work probleem kan voorleggen voor dat specifieke blok. We zullen zometeen zien waarom Bitcoin een dergelijke berekening vereist om transacties goed te keuren. Wanneer iemand een Bitcoin-transactie aangaat, creëert die een pakket zoals in de figuur hierboven, met de publieke sleutel van de ontvanger en een digitale handtekening. Vervolgens wordt dit pakket rondgestuurd naar iedereen in het netwerk en begint men te werken aan de integratie van deze transactie in de blokketen (er kunnen en zullen heel vaak verschillende systemen tegelijk werken aan de integratie van eenzelfde groep transacties). De hele blokketen kan men als volgt visualiseren:
Hier bevat het groene blok de allereerste transactie (het genesis block), de zwarte blokken zijn allemaal geïntegreerd en vormen de “hoofdblokketen”, en de grijze zijn blokken die wel een geldige oplossing voor het proof-of-work probleem hebben, maar die nog niet geïntegreerd zijn (orphan blocks of weesblokken).
Een weesblok kan ontstaan als twee systemen in Bitcoin staat wel niet zomaar toe dat mensen nieuwe het netwerk tegelijkertijd de blokketen aanpassen blokken toevoegen aan de keten: de integratie van of indien een aanvaller de blokketen probeert te 29
manipuleren met valse transacties. Beide situaties worden opgelost door een simpele vuistregel: de langste deelketen is de juiste. Elke deelnemer in het Bitcoin-netwerk gaat ervan uit dat de langste onafgebroken keten de betrouwbaarste is, vermits er in die keten de meeste proof-of-work problemen zijn opgelost en de meeste rekenkracht dus van dat deel afkomstig is. Indien verschillende deelketens even lang zijn, kiest elk systeem willekeurig een keten om op verder te werken; het gelijkspel wordt dan vanzelf opgelost. Om de blokketen te manipuleren, moet men daarom beschikken over meer rekenkracht dan het merendeel van het ganse Bitcoinnetwerk. Het proof-of-work probleem is dus op zich een volstrekt zinloze berekening; het dient enkel als beveiliging tegen vervalsing van de blokketen.
De limiet van Bitcoins Nog een verrassing voor mensen die nieuw zijn op het vlak van digitaal geld, is dat het maximaal aantal Bitcoins dat ooit in circulatie kan komen vastligt op ongeveer 21 miljoen. Dit is geen arbitraire limiet, maar eerder een gevolg van de manier waarop de coinbase transaction wordt berekend: om inflatie tegen te gaan, halveert de waarde van de coinbase ongeveer elke vier jaar. Het aantal nieuwe Bitcoins dat in circulatie komt, zakt dus exponentieel af met de tijd. Rekening houdend met het feit dat Bitcoins een precisie van acht cijfers na de komma hebben, volgt dan dat na het minen van 21 miljoen Bitcoins de coinbase effectief op nul zal liggen en minen dan ook niets meer oplevert.
Nog een verrassing voor mensen die nieuw zijn op het vlak van digitaal geld, is dat het maximaal aantal Bitcoins dat ooit in circulatie kan komen vastligt op ongeveer 21 miljoen. De bron van Bitcoins Een probleem dat ik tot nu toe nog niet besproken heb, is hoe Bitcoins in circulatie terechtkomen. Dit wordt eveneens gedaan via transacties: telkens wanneer een systeem uit het Bitcoin-netwerk een aantal transacties groepeert om als nieuw blok te integreren in de keten, voegt men een extra transactie toe die een beloning uitbetaalt aan het systeem dat het proof-of-work probleem oplost (dit heet een coinbase transaction). Het systeem dat als eerste een oplossing vindt, kan de beloning toevoegen als geldige transactie in de blokketen en verkrijgt op die manier nieuwe Bitcoins. Deze beloning kan echter niet zomaar alles zijn: de concrete waarde is algoritmisch vastgelegd in functie van het totaal aantal Bitcoins dat reeds in circulatie is en de snelheid waarmee nieuwe Bitcoins worden aangemaakt (teneinde inflatie tegen te gaan), zodat alle deelnemers kunnen verifiëren dat de coinbase niet te hoog ligt (anders wordt het blok simpelweg niet aanvaard door het netwerk). Systemen die zich bezighouden met het integreren van blokken in de keten met als doel nieuwe Bitcoins te creëren, worden miners genoemd. Alle Bitcoins die momenteel in circulatie zijn, zijn oorspronkelijk afkomstig van dergelijke miners aangezien er geen andere manier bestaat om Bitcoins aan te maken. 30
Welke drijfveer is er dan nog voor systemen in het netwerk om transacties te verwerken? Men moet immers nog steeds het proof-of-work probleem oplossen, maar men krijgt er geen beloning meer voor. De oplossing ligt in transaction fees: in plaats van een coinbase toe te voegen die nieuwe Bitcoins creëert, zullen miners een vergoeding krijgen van de personen die de transactie aangaan. Het moet ondertussen duidelijk zijn dat een individuele transactie sneller verwerkt zal worden als er meer miners aan werken, vermits er dan meer rekenkracht wordt toegewijd aan het proof-of-work probleem. Hoe hoger de vergoeding is die iemand aanbiedt voor het verwerken van zijn transactie, hoe sneller die transactie verwerkt zal worden omdat er meer miners geïnteresseerd zullen zijn. Zowel miners als gewone gebruikers hebben zodoende een incentive om transaction fees te heffen en te betalen, waardoor het verwerken van transacties een winstgevende praktijk zal blijven en Bitcoin bijgevolg niet zal crashen.
Jitte Akkermans Voorzitter Liberale Jongeren Mechelen
Visie
Over vermogensconcentraties Jitte Akkermans De huidige discussies over vermogensverdeling zijn irrelevant. In deze tekst werkt Jitte enkele misconcepties weg over de rol van kapitaal in onze samenleving. Oxfam bracht in het nieuws dat de 85 rijkste personen evenveel vermogen zouden hebben als de 3,5 miljard armsten. Op zich een irrelevant weetje, aldus de auteur van dit artikel. Het is niet de vermogensconcentratie maar de manier waarop dat vermogen werd vergaard dat relevant is.
kapitaal (ii). Daarna verduidelijken we dat niet de vermogensconcentratie maar de wijze waarop sommigen hun vermogens vergaren soms een probleem is (iii). Vervolgens lichten we nog toe waarom eigendom over kapitaalmiddelen een slechte indicatie is voor het bepalen van degene die er het meeste welvaart uit haalt (iv). Tot slot concluderen we (v) en geven we aan hoe er misschien wel een morele plicht bestaat in hoofden van sommigen om anderen te helpen (vi).
(i) Inleiding Inleiding – Begin dit jaar wees Oxfam erop dat de 85 rijkste personen in de wereld evenveel vermogen zouden hebben als de 3,5 miljard armsten. Dat cijfer (ii) Kapitaal zelf zegt veel minder dan men op het eerste zicht zou Inleiding – De mens is een behoeftig wezen. Zijn vermoeden. natuurlijke toestand is er één van honger, ziekte, brutaliteit en totale miserie. Het is door kapitaalOpbouw – Wij trachten in dit artikel meer duidelijk- middelen gedurende millennia op te bouwen dat heid te verschaffen. Eerst duiden we het belang van we ons traag maar zeker vanuit deze situatie heb-
31
ben kunnen optrekken tot het huidige niveau. Arbeid – De mens heeft verschillende doelen en wordt geconfronteerd met een schaarste aan inzetbare materiële middelen en tijd om die doelen te bereiken. Arbeid is dat proces waarmee men goederen in gebruik neemt om zijn doelen na te streven. Men kan daarbij denken aan het plukken
opgeofferd om zo extra kapitaal te produceren om hun productiekracht in de toekomst te verhogen. Conclusie – Wie kapitaal schept, offert zelf eigen consumptiemogelijkheden op en verhoogt, voor al wie het kapitaal gebruikt, hetgeen die met zijn schaarse arbeid kan verwezenlijken. Het kapitaal is verantwoordelijk voor het verschil tussen de natuurlijke
Bij een vrijwillige ruilrelatie menen beide personen dat ze door de ruil hun situatie verbeteren. Niet de vermogensconcentratie maar de wijze waarop vermogens tot stand zijn gekomen, is het relevante criterium om te beoordelen of hier sprake is van onrecht. van een appel om zich te voeden of het bijeensprokkelen van takken om een hut te bouwen die de mens beschermt tegen het weer en dieren buiten houdt. Kapitaal – Kapitaal maakt het mogelijk om met dezelfde arbeid de doelen efficiënter te bereiken. Dat wil zeggen dat het toelaat om bijvoorbeeld meer te produceren, hetzelfde te produceren in minder tijd of hetzelfde te produceren met minder schaarse middelen. Het bestaat zowel uit materiële werkmiddelen als kennis.
toestand van miserie en de huidige situatie. Kapitaal maken is geen oorzaak van miserie, het is de oplossing. Het is dat steeds geweest en zal dat ook zijn voor degene die nu nog in armoede leven. We hebben aldus nood aan meer kapitaal. Degene die kapitaal accumuleren zijn helden. Het zijn degene die ons huidige welvaartsniveau mogelijk maken.
Volgende onderdeel – Nu kan men natuurlijk ook kapitaal van anderen stelen. Dan is niet de vermogensconcentratie maar de eigendomsverwerving het Consumptie uitstellen – Wezenlijk aan het opbouwen probleem. Omdat het proces waarmee vermogenvan kapitaal is dat het niet uit de hemel komt vallen. sconcentraties worden verkregen zo belangrijk is, Wie kapitaal wil produceren, streeft een doel na en zal gaan we er in het volgende onderdeel dieper op in. wanneer die dat doel wil bereiken, bepaalde andere plannen moeten opofferen. Immers, hij zit gevangen (iii) Eigendomsrecht in een schaarse wereld en moet voor elk extra plan Inleiding – Recht is een beoordelingsnorm van dat hij maakt, andere (potentiële) plannen opofferen. het menselijk handelen en bepaalt wie de hoogAls de mens tijd steekt in het maken van bijvoorbeeld ste claim heeft op een schaars goed, d.i. wie een ploeg om het veld om te ploegen, betekent dit dat het mag gebruiken om zijn doelen mee na te hij minder vrije tijd kan consumeren en waarschijnlijk streven. Situaties (zoals een vermogensverdeling ook hout en metaal zal moeten gebruiken dat niet over een bevolking) op zich kunnen dus onmogelijk langer voor andere projecten kan worden ingezet. rechtvaardig of onrechtvaardig zijn. Situaties kunnen wel rechtmatig of onrechtmatig tot stand komen. Belang – Het belang van kapitaal valt nauwelijks te onderschatten. Zonder kapitaal kon men slechts Ruil bij instemming – Bij een vrijwillige ruilrelatie leven van de jacht en de pluk. Bij het jagen was menen beide personen dat ze door de ruil hun men dan overigens beperkt tot datgene dat men situatie verbeteren. Zolang die vrijwilligheid wordt met zijn blote handen kon vangen. Of het nu gaat gewaarborgd door een vrijwillige instemming van om uw gezondheidszorg en bijhorend ziekenhuis, alle ruilpartijen te vereisen, is de enige manier waardan wel over uw voeding of uw amusement, het is op iemand goederen van anderen in zijn vermogen allemaal het effect van kapitaal. Het is allemaal het kan krijgen, door die ander iets aan te bieden dat effect van personen die directe consumptie hebben die waardevoller acht. Anders gezegd, voor elk inko32
(iv) Welvaart Inleiding – Kapitaal hebben, levert op zich geen nut op. Het is pas als men het gebruikt dat het nut oplevert. Het is ook niet zozeer een inkomen dat welvaart verschaft, maar het is het consumeren van dat Ruil zonder instemming – Een andere manier om inkomen, eerder dan het verder opstapelen van kapigoederen van anderen in handen te krijgen is dief- taal, dat welvaart verschaft. Wat iemands vermogen stal. Men kan gewoon andermans goed inpalmen is of wat iemands inkomen is, is bijzonder misleidend zonder diens instemming. Die wijze van toe-eigening om diens welvaartsniveau te bepalen. is onrechtvaardig. Merk overigens op dat in het geval van bedrog nooit toestemming verleend is en dat, in- Afnemende meerwaarde – Wanneer iemand een dien men andermans eigendom dan bij zich houdt, bepaalde massa kapitaal heeft, neemt zijn persoondit eveneens een ruil zonder instemming is. lijke nut dat die kan behalen door nog meer kapitaal voor zijn eigen arbeid in te zetten af. Een schup helpt Schenkingen en erfenissen – Wie zijn vermogen u een heel stuk sneller graven dan degene die met krijgt door middel van erfenis of schenking heeft blote handen aan het graven slaat. Hetgeen men kan inderdaad zelf het vermogen niet opgebouwd. Maar produceren met eenzelfde arbeidsuur zal spectacuhet is fout de schenking of het legaat te beoordelen lair toenemen wanneer de schup in gebruik wordt menselement dat men heeft verworven via vrijwillige ruil, is er een ruilpartner die meende er eveneens op vooruit te gaan. Wie op deze wijze zijn vermogen verwerft is dus prijzenswaardig. Hij hielp anderen.
Kapitaal maken is geen oorzaak van miserie, het is de oplossing.
vanuit de schenker of legataris. Het is het recht van de schenker en legataris om over zijn vermogen te beschikken waardoor het rechtvaardig is dat die zijn eigendom overdraagt aan degene die hij daarmee wenst te plezieren. Hetzelfde geldt voor de echtgenoot die mee geniet van de inkomsten die voortvloeien uit het kapitaal dat de huwelijkspartner tot stand brengt. Conclusie – Niet de vermogensconcentratie maar de wijze waarop vermogens tot stand zijn gekomen, is het relevante criterium om te beoordelen of hier sprake is van onrecht. Het is duidelijk dat bepaalde instituties zoals slavernij, corporatistische bail-outs door de overheid, geldcreatie door centrale banken en andere vormen van overheidsinterventies op onrechtmatige wijze sommige personen zullen hebben verrijkt. Het is wel belangrijk dat we hier niet iedereen over dezelfde kam scheren en dat in het geval we menen dat iemand op onrechtmatige wijze zijn vermogen heeft verworven, we dat onrecht in dat specifieke geval aantonen. Volgende onderdeel – Het eigendomsrecht over kapitaal kan een verkeerd beeld geven van wie daar voordeel uit haalt. In het volgende onderdeel zullen we aangeven hoe vermogensopbouw door anderen, op basis van het scheppen van welvaart en uitstel van consumptie ook niet-kapitaalbezitters vooruit helpt.
genomen. Maar als men een enorme graafmachine heeft aangeschaft, zal een nog duurdere graafmachine die net de prijs van een schup meer kost dan de andere graafmachine, niet diezelfde spectaculaire toename van zijn arbeidsuur tot stand brengen. Gebruiksovereenkomsten ¬– Die afnemende meerwaarde is een zegen voor iedereen die geen (of minder) kapitaal heeft opgespaard. Immers, het wordt voor de kapitaalhouder die slechts een schaarste van eigen arbeidstijd heeft, interessant zijn kapitaal uit te lenen aan anderen. Als de kapitalist in plaats van 33
een extra grote graafmachine aan te kopen, er één aankoopt voor iemand zonder (of met te weinig) kapitaal, in ruil voor een vergoeding van die arbeider die groter is dan hetgeen een extra grote graafmachine had kunnen opleveren, maar kleiner dan hetgeen de arbeider extra kan produceren door zijn handen bij het graven in te ruilen tegen een graafmachine gaan beiden erop vooruit. Deze ruil levert en de kapitalist en de arbeider een verbetering van zijn situatie op.
server van Facebook, de stoelen van de Panos of de winkelruimte van de Colruyt bijvoorbeeld zitten, is geen aanwijzing van de verdeling van de welvaart. Mark gebruikt de server niet, u en ik gebruik die server. De Panos-eigenaar zit niet op duizenden krukken. Ik en u zitten daar. De Colruytfamilie geniet niet van de parkeerplaats, de winkelruimte, lage prijzen of het karretje. Ik en u doen dat. Mark werkt niet aan de server. Louis, de technieker van Facebook, doet dat. De Panos-eigenaar heeft Kapitaal gebruiken zonder sparen – De arbeider geen job en inkomen dankzij de kruk, Michel, die wordt dus niet bestolen van zijn arbeid. De arbeider daar werkt, heeft dat. Het is niet Colruyt die aan de wordt de kans aangeboden zijn arbeid meer te laten kassa staat, maar Anja de kassierster van de Colruyt. renderen dan hij kon met zijn eigen kapitaal. De kapitalist die zijn consumptie uitstelde en zo kapitaal Gebruiksnut zonder sparen – Het nut dat betrokkenen opbouwde, verschaft de arbeider dus de kans om te uit elk van die kapitaalgoederen halen is steeds groter genieten van het kapitaal zonder dat die arbeider zelf dan het nut dat de kapitaalbezitter uit dat specifieke zijn consumptie moest uitstellen, zelf moest sparen kapitaalgoed haalt. Die mensen die spaarden en kaom dat kapitaal op te bouwen. De extra inkomsten pitaal cumuleerden dat andere kunnen benutten zijn uit de verhoogde productiviteit die ontstaat uit het daarom mijn helden van elke dag. Ze geven me een gebruik van het kapitaal, stellen de arbeider overi- toegang tot de voordelen van sparen zonder dat ik er gens in staat, zijn inkomen te verhogen (als die er consumptie voor moet uitstellen. Ze zijn de grootste niet voor kiest van de extra productiviteit te genieten bijdrage tot de welvaart die we hebben. Beeldt u een door meer vrije tijd te nemen), en zo die dat wenst wereld in zonder die mensen hun kapitaalgoederen. meer te consumeren of zelf meer te sparen en aldus zelf kapitaal op te bouwen. Accumulatie – Wie kapitaal goed beheert, kan dat in omvang laten groeien. Wie dat slecht doet, zal het aan Voorbeelden – Enkel voorbeelden helpen te schuldeisers verliezen, die dan kunnen proberen het verduidelijken dat we heel wat nut halen uit het efficiënter aan te wenden. Een zekere vorming van vermogen van anderen. In wiens vermogen de kapitaalconcentraties is dus normaal en helpt tevens
34
het kapitaal efficiënt te beheren zodat het in stand wordt gehouden en groeit en ons allen nog meer kan helpen meer te doen met dezelfde arbeidstijd die we hebben. Conclusie – Groot kapitaal geeft mensen de mogelijkheid te genieten van de voordelen van kapitaalgoederen, zonder dat ze zelf hun consumptie moesten uitstellen. Ze zijn zelf geen probleem, ze zijn de grootste hulp die elk van ons heeft om problemen te overwinnen die eigen zijn aan de menselijke behoeftige situatie. (v) Conclusie Kapitaal en eigendom – Het probleem is niet dat sommige mensen veel kapitaal hebben. Het probleem is eerder dat de rest er zo weinig heeft gecreëerd door consumptie op te offeren voor het scheppen van kapitaal. Wat we moeten doen om onze situatie structureel te verbeteren, is meer kapitaalgoederen produceren door consumptie uit te stellen en een vermogen over te dragen aan onze nabestaanden. Daarnaast moeten we natuurlijk het rechtssysteem verder aanpassen zodat men enkel andermans arbeid en middelen kan gebruiken wanneer die vrijwillig instemt omdat die meent dat diens toestand erop verbetert en daarvan blijk geeft door vrijwillig in te stemmen met de ruil. In tegenstelling tot wat Oxfams slogans deden vermoeden, zijn degene die grote vermogens hebben goed bezig, het is de rest die achterblijft. En soms is dat inderdaad het gevolg van onrechtmatig handelen.
Inleiding – Het voorgaande betekent natuurlijk niet dat meer relevante ongelijkheden, zoals consumptieongelijkheden, misschien wel zinvol zouden kunnen bekritiseerd worden. Het lijkt me immers dat het de persoonlijke morele plicht is van elkeen om na te gaan of de positieve gevolgen die een handelen heeft op de eigen situatie wel proportioneel zijn t.o.v. de gevolgen die dat handelen heeft op de situatie van anderen. Morele verantwoordelijkheid – In zoverre men in staat is om de ander zijn situatie te verbeteren door een opoffering die in de eigen situatie weinig verschil zou maken, lijkt me het de morele plicht te zijn die ander te helpen. Elkeen is verantwoordelijk voor het verschil tussen de toestand van andere zoals die zich verwezenlijkt en zoals die had kunnen zijn bij een ander handelen. Maar die verantwoordelijkheid vereist geen totale zelfopoffering en heeft de proportionaliteit zoals die hiervoor net is uiteengezet als toetssteen. Morele plicht is geen recht – Dat hier een morele plicht bestaat, betekent evenwel niet dat men het via het recht die plicht zou moeten handhaven. Integendeel. Rechtvaardigheid gaat over recht, over welke claims men met geweld mag afdwingen, over de ethiek van geweld. Morele verantwoordelijkheid daarentegen gaat over morele verplichtingen jegens de anderen, de ethiek van de vrijwillige interactie. De morele verantwoordelijkheid mag niet vermengd worden met de rechtvaardigheid omdat men dan
Een morele plicht is een verplichting die men enkel met afkeuren en goedkeuren mag proberen af te dwingen. We helpen de achterblijvers door eigendomsrecht te beschermen en consumptie uit te stellen, niet door diegenen die het al goed doen te plunderen.
dreigt de morele verantwoordelijkheid met geweld af te dwingen en dus de ethiek van het geweld, en de restricties die de ethiek van het geweld op het gebruik van geweld zet, overboord te gooien. Daardoor Volgende onderdeel – Waar vermogensconcentraties zal men in de meest ongeciviliseerde samenleving op zich geen probleem vormen, betekent dit natuurli- belanden: de samenleving die geen terughoudendjk niet dat er vormen van ongelijkheid zijn waar vraa- heid heeft om geweld te gebruiken, geen ethiek van gtekens bij geplaatst kunnen worden. Die vraagtekens geweld kent, een samenleving die selecteert wat wel horen evenwel thuis in de morele orde en worden dan en niet gebeurt op basis van wie het meest bereid is ook in een aansluitend onderdeel kort aangeraakt. geweld tegen anderen in te zetten om zijn visies en doelen te verwezenlijken, een samenleving die werkt (vi) Ter uitleiding: consumptieongelijkheid en mo- op een selectiesysteem van geweld. Zo’n totalitaire rele verantwoordelijkheid (theocratische) rechtsorde herleidt mensen tot het 35
object van andermans morele plannen, terwijl de erkenning van eigendomsrecht daarentegen de middelen aanwijst die men mag gebruiken om eigen doelen na te streven, inclusief zijn morele plicht en de kans geeft om aldus te ontsnappen aan dwalende ideeën, immorele leiders en falende instituties door zijn middelen elders in te zetten. Quid kapitaalconcentratie? – We willen hier nogmaals benadrukken dat consumptie minderen om anderen te helpen die het slechter hebben, daarbij een morele plicht kan zijn, maar het twijfelachtig is of het vernietigen van het kapitaal door het op te consumeren of aan hen uit te delen die anderen hun situatie zal verbeteren. Het tegendeel lijkt waarschijnlijker als
we rekening houden met het verschil tussen de natuurtoestand van de mens en de huidige samenleving die gebruik kan maken van kapitaal. Kapitaalaccumulatie lijkt zelfs een wijze waarop men andere middelen ter beschikking kan stellen om hun productievermogen te vergroten en aldus hun situatie te verbeteren. Conclusie – Er bestaan wel redenen om een meer egalitaire inkomensverdeling te bepleiten. Maar de plichten die bestaan om voor anderen te zorgen zijn morele plichten en geen rechten. Zorgen voor elkaar doen we met vrijwillige interactie en niet met geweld. Een morele plicht is een verplichting die men enkel met afkeuren en goedkeuren mag proberen af te dwingen.
Pas uitgebreide winkel, nu een nog uitgebreider aanbod. 674 streekbieren, wordt continu uitgebreid met nieuwe soorten. Ruim assortiment wijnen, gin & tonic en whiskey. Uitgebreid aanbod water, frisdranken ed.
36
Blauwe bibliotheek Vanaf dit jaar wil het bestuur van LVSV Gent zijn collectie boeken ook openstellen naar de eigen leden toe, om zo nog beter het liberale gedachtegoed te kunnen verspreiden. Boeken kunnen voor een periode van 4 weken worden uitgeleend en dit is volledig gratis voor leden! Aan niet-leden vragen we een waarborg van 10 euro. Boeken kunnen ontleend worden door dit op een activiteit te vragen aan een bestuurslid, of door een mail te sturen naar
[email protected]. In deze lijst vind je alvast enkele van onze toppers, maar aarzel niet om de volledige lijst te vragen.
The Mystery of Capital - Hernando De Soto The Road to Serfdom - Friedrich von Hayek Economy and Virtue - Friedrich von Hayek The limits of State Action - Willem von Humboldt Cold intimacies: The making of emotional capitalism - Eva Ilouz Second Treatise on Government - John Locke On Liberty - John Stuart Mill Wat heeft de overheid met ons geld gedaan? - Murray Rothbard De vrijheid van de wil - Arthur Schopenhauer The wealth of Nations - Adam Smith Red De Vrije Markt: De terugkeer van Milton Friedman - Van Overtveldt Johan The Euro – the Beginning, the Middle ... and the End? - Philip Booth De Perfecte Storm - Koen Schoors/Gert Peersman Money, bank credit and economic cycles - Jesus Huerta de Soto End the fed - Ron Paul De open samenleving - Karl Popper Fraud, why the great recession (DVD) - Amagifilms 37
Rémy Bonnaffé Politiek secretaris LVSV Gent
Glad you asked!
Public choice Rémy Bonnaffé In onze Glad You Asked! leggen we enkele belangrijke liberale begrippen en denkpistes op een bevattelijke wijze uit. Deze editie: hoe analyseren we het best het politiek wereldje? De public choice benadering past economische principes toe op de politiek en levert enkele belangrijke inzichten over wat er fout gaat. Niet lang geleden had ik het naïeve idee dat politiek het summum was van de maatschappelijke verandering. Zij had de verkozen leiders en zij kon de maatschappij in een richting sturen. Dankzij mijn persoonlijke ervaringen werd ik wakker geschud uit deze droom. In die droom geloofde ik dat de politiek een innoverende taak had. Een illusie. Wat ik zojuist schreef is natuurlijk geen openbaring. Het is moeilijk om vandaag iemand te vinden die niet aan ‘politiekbashen’ doet. Onlangs twitterde Rik Torfs (die een jaar geleden de handdoek in de ring smeet) nog: “Politiek gaat over incidenten, niet over ideeën. Zelfs een grondig debat over het geslacht der engelen zou een verademing zijn”. Een correcte analyse, maar waarom? Een verklaring vinden waarom de politiek met zoveel problemen te kampen heeft is zeldzaam. Nochtans, een kijk naar de ‘public choice’-theorie zou heel wat verklaren.
kennis van deze problemen, kunnen we dan ook heel wat verzuchtingen (zoals die van Rik Torfs) plaatsen. Verkiezingen Nog zo een bekende verzuchting die men vaak te horen krijgt: “Politici zijn enkel geïnteresseerd in de burgers als er verkiezingen zijn. Dan komen ze op elke activiteit en zullen ze quasi alles doen wat je van ze vraagt”. Opnieuw een correcte analyse, maar de achterliggende dynamiek is vaak ongeweten. Als we de basisassumptie nemen van de public choice dat de politiek zoals een markt werkt, dan weten we ook dat er binnen deze markt een zekere vorm van concurrentie bestaat. In een representatieve democratie zijn de competitieve momenten echter in beginsel beperkt tot verkiezingen die om de vier, vijf of zes jaar plaatsvinden. Stel je maar eens een
De public choice theorie toont aan dat er bijzonder veel raakvlakken zijn tussen de politieke en economische werking. Het is namelijk de public choice die ons aantoont dat er bijzonder veel raakvlakken zijn tussen de politieke en economische werking. Politiek werkt eigenlijk op eenzelfde manier als een reguliere markt. Kiezers (‘consumenten’) hebben vraag naar een beleid (het ‘goed’), dat verzorgd wordt door politici (‘producenten’). De kiezers betalen de politici niet met geld maar met hun stem. Politici ‘kopen’ dus stemmen door voordelen aan kiezers te bieden. Het is deze vaststelling waarbij er een aantal problemen zijn die inherent verbonden zijn aan de politieke werking. Door een 38
economische markt voor waarop er een vijftal firma’s operationeel zijn die elk een vast pakket van goederen of diensten aanbieden. Om de vier jaar mogen de consumenten kiezen welk pakket ze voor de volgende vier jaar verkiezen. Weinig consumenten zouden tevreden zijn met een dergelijke marktstructuur. Multiple issue-karakter De ambities en programma’s van politieke partijen bestrijken meestal het gehele probleemveld in de samenleving en komen bijgevolg neer op een com-
binatie van allerlei politieke standpunten. Dit is het ‘multiple issue’-karakter. Het kan er echter voor zorgen dat bepaalde standpunten, waarvoor er een duidelijke meerderheid bij de bevolking bestaat, politiek niet kunnen worden gerealiseerd.
het frappant hoe weinig kiezers in een democratie goed geïnformeerd zijn. Vele mensen kunnen bijvoorbeeld het onderscheid niet maken tussen federale, lokale of regionale verkiezingen. Nochtans maakt het voor de kiezers een verschil of er een ‘goed’ of ‘slecht’ beleid wordt gevoerd. Hoe kan men dit verNemen we bijvoorbeeld de belangrijkste ‘issues’ in schijnsel verklaren? Er is sprake van een rationele de Belgische politiek: onwetendheid. Het kost zeer veel tijd om zich goed te informeren over alle politieke onderwerpen. Een 1.De sociaal-economische ordening (liberale vrije modelkiezer moet zowat zijn gehele vrije tijd opofmarkteconomie vs. collectivistische planeconomie) feren aan het lezen van politieke lectuur. Nochtans 2.De ethische problematiek (ethisch-libertijns vs. heeft één stem weinig invloed op de uiteindelijke ethisch conservatief) uitslag. De kans dat het op die ene stem aankomt, 3.De staatkundige problematiek (separatistisch vs. unitaristisch) 4.De culturele problematiek (multiculturistisch vs. identitair) De politieke partijen combineren in hun programma’s posities op deze vier politieke assen. Stel dat op de eerste as (liberaal vs. collectivistisch) 60% van de bevolking zich liberaal opstelt en hervormingen in die zin wil. In een één probleemveld zou dit in een democratie ook effectief gebeuren. Het is echter mogelijk dat politieke partijen een meerderheid vormen op andere ‘issues’ waardoor de liberale meerderheid ineffectief wordt. Stel bv. dat een partij met een programma dat liberaal (as 1) combineert met ethisch-libertijns (as 2), unitaristisch (as 3)
Kiezers weten dat er weinig individuele voordelen verbonden zijn aan het goed geïnformeerd zijn en nemen dus een rationale beslissing om niet geïnformeerd te zijn. en multicultureel (as 4), een coalitie sluit met een tweede partij die op as 2, 3, 4 dezelfde standpunten inneemt maar op as 1 collectivistisch is. Beide partijen zullen in het regeerakkoord overeenkomen dat zij vooral hervormingen zullen doorvoeren in ethischlibertijnse, unitaristische en multi-culturalistische zin. Op die vlakken komen zij immers overeen. Voor de sociaal-economische ordening wordt de statusquo afgesproken. Hierdoor wordt de liberale meerderheid (as 1) bij de bevolking volkomen lamgelegd. Rationele onwetendheid De goede werking van een democratie is sterk afhankelijk van goed geïnformeerde burgers. Nochtans is
is bijzonder gering. Kiezers weten dan ook dat er weinig individuele voordelen verbonden zijn aan het goed geïnformeerd zijn. Daarom is het een rationale beslissing om niet geïnformeerd te zijn. Het geheel de democratie - wordt er echter irrationeel door. Het wordt geregeerd door kiezers die niet weten waarover het gaat. Deze vaststelling zorgt er ook voor dat maatschappelijke zeer belangrijke problemen (neem bijvoorbeeld justitie) electoraal geen winst opleveren. Het vergt enorm veel moeite om deze materie te beheersen om er een rationele keuze over te maken en te kiezen voor het optimale beleid. Een politicus zal 39
zich bijgevolg niet uitsloven om dat optimale beleid te voeren, omdat deze daarvoor geen erkenning zal krijgen.
erdoor dubbel verarmd. Enerzijds door inefficiënte regulering en herverdeling, anderzijds door bedragen verspild aan het lobby-werk zelf.
Belangengroepen en rent-seeking Op de politieke markt, de ontmoetingsplaats tussen de vraag en aanbod, zijn er naast de burgers en politieke partijen ook nog andere spelers actief. In moderne democratieën vormen belangengroepen, ook nog drukkingsgroepen genoemd, een zeer belangrijke categorie van spelers (vakbonden, boerenorganisaties, milieuorganisaties die ijveren voor natuurbehoud, etc...). Dikwijls slagen belangengroepen erin met behulp van bevriende politici wettelijke privileges te bekomen, waardoor hun positie stevig wordt gebetonneerd (zoals de overheidssubsidiëring van de syndicale lidmaatschapsbijdragen, de sociale partners bij het sociale overleg, etc...). Bij de uitbouw van de Europese Unie waren
Nadelen van de gewone meerheidsregel In een democratie beslist de gewone meerderheid. Is wat de meerderheid wil in het algemeen belang? Vaak niet. Het gebeurt regelmatig dat een beleid een beetje voordelig is voor de meerderheid, maar heel sterk nadelig is voor de minderheid. In een democratie heeft iedereen één stem. Het nadeel van dit principe is dat de intensiteit van de preferenties niet tot uitdrukking wordt gebracht. De kiezer kan niet uitdrukken hoe sterk hij voor of tegen een bepaald voorstel is. Hij kan alleen zeggen of hij voor of tegen is. Als gevolg daarvan is het mogelijk dat zogenaamde ‘gemotiveerde’ minderheden ‘onderdrukt’ worden. Een stemming bij meerderheid kan dus hoogstens een ‘second best’-oplossing zijn.
De invloed van belangengroepen leidt tot een inefficiënt hoog niveau van regulering en herverdeling.
bijvoorbeeld alleen maar de boerenorganisaties effectief georganiseerd op Europees niveau. Zij zijn er dan ook in geslaagd enorme subsidies los te weken die nog steeds een zeer groot deel van het Europese budget in beslag nemen. De andere belangengroepen waren niet klaar voor de nieuwe institutionele omgeving die de EU betekende. Dit heeft ervoor gezorgd dat in de jaren 80 en 90 een relatief vrije interne markt kon ontwikkeld worden die de Europese groei sterk stimuleerde. Geleidelijk aan geraken de meeste drukkingsgroepen effectief Europees georganiseerd, zodat een einde zal komen aan het liberaliserende Europa. De invloed van belangengroepen leidt tot een inefficiënt hoog niveau van regulering en herverdeling. Tussen verkiezingen heen zijn belangengroepen voor politici het enige kanaal om met de bevolking contact te houden. Belangengroepen zijn bijgevolg te omschrijven als stemmenleveranciers voor politici. In ruil voor deze steun vragen de belangengroepen politieke steun voor regulering en herverdeling die de positie van de belangengroep versterkt. De maatregelen, die het gevolg zijn van de politieke druk van belangengroepen, leiden vaak tot een enorme verspilling van middelen. De samenleving wordt hi40
Conclusie Bovenstaande zaken zijn ontnuchterende, maar zeker geen onbelangrijke lessen. Ze moeten zorgen voor een kritische reflex bij het overheidsapparaat en de politieke werking. Niet alleen is een louter kritische reflex voldoende. Ze moet ook onderbouwd worden zodat de onderliggende dynamiek naar boven kan komen om zodanig concrete oplossingen aan te rijken. Die concrete oplossingen vinden, zal bijgevolg de volgende uitdaging zijn.
Niek Van Kerckvoorde Activiteiten LVSV Gent
Visie
De noodzaak van anarchisme Niek Van Kerckvoorde Bestuurslid Niek beargumenteert waarom anarchisme voor hem de enige echt consequente filosofie is. Binnen de liberale beweging wordt er al eens gediscussieerd tussen klassiek-liberalen en anarchisten (anarcho-kapitalisten). Ook het LVSV is hier geen uitzondering op. De voorbije drie edities van Neohumanisme gingen Stijn D’hondt en Maarten Wegge met elkaar in discussie. Stijn argumenteerde voornamelijk dat een staatloze samenleving praktisch onhaalbaar zou zijn en dat mensen niet altijd in staat zijn om voldoende rationele keuzes te maken (hij gaf het voorbeeld van het niet nemen van een hospitalisatieverzekering) en dat een overheid daarom wenselijk is.
dus de vrijheid van het individu geschaad wordt. Een vraag die we misschien moeten stellen is: waarom willen klassiek-liberalen een overheid? Het antwoord is zeer vaak dat er in een samenleving sprake is van collectieve actieproblemen. Iedereen wil veiligheid. Klassiek-liberalen zullen argumenteren dat veiligheid een publiek goed is. Je kan genieten van de veiligheid zonder ervoor te betalen. Zonder overheid zullen er free-riders zijn volgens klassiek-liberalen. Sommige klassiek-liberalen zullen toegeven dat veiligheid een dienst is die kan geleverd worden door private bedrijven, maar zullen
Sommige klassiek-liberalen zullen toegeven dat veiligheid een dienst is die kan geleverd worden door private bedrijven, maar zullen vinden dat er schaalvoordelen zijn als dit door één institutie gebeurt. Individualisme De hoeksteen van het liberalisme is individualisme. Individuen worden binnen het liberalisme geacht om zelf hun leven vorm te geven, zelf doelen voorop te stellen en soeverein te beslissen hoe ze deze doelen willen bereiken. Liberalen hechten belang aan een zo groot mogelijke vrijheid voor het individu. Rekening houden met de vrijheid van een ander moet de enige rem op die vrijheid vormen. Dit is geen controversiële stelling binnen de liberale beweging. Maar hier scheiden de wegen tussen klassiekliberalen en anarchisten. Anarchisten passen het vrijheidsbeginsel zeer consequent toe. Dit houdt in dat er geen overheid kan zijn, omdat een overheid met geweld belastingen kan heffen en hierdoor
vinden dat er schaalvoordelen zijn als dit door één institutie gebeurt. Een overheid. Individuen doen er dus goed aan om een deel van hun soevereiniteit op te geven in ruil voor lagere transactiekosten. Public choice Klassiek-liberalen zijn voorstander van een zo klein mogelijke overheid. De overheid moet zich bezighouden met justitie, politie, defensie en eventueel gezondheidszorg en infrastructuur. De public choice leert ons echter dat overheden het zeer moeilijk hebben om klein te blijven. Bepaalde individuen of groepen zullen lobbyen bij de overheid om bepaalde zaken te verkrijgen die in hun voordeel zijn, maar niet noodzakelijk – meestal niet – in het belang van 41
de volledige samenleving. Politici gaan hier maar al te graag op in omdat ze door hun kiezers herverkozen willen worden en zo blijft de overheid groeien. Waar iedereen oorspronkelijk voordeel heeft bij een overheid, zou dit nu niet meer het geval zijn.
dus in bestaan het dwingend karakter te laten varen.
Een mogelijkheid tot opt-out heeft tot gevolg dat mensen zelf de afweging kunnen maken of ze meer voor- dan wel nadelen hebben bij een overheid. Als mensen tot de conclusie komen dat ze meer nadelen Het beste van twee werelden hebben bij een overheid, kunnen ze kiezen voor een Een samenleving met een kleine overheid lijkt zeer opt-out. Zo verliest de overheid middelen en kunnen mooi. Collectieve actieproblemen worden tegen politici deze niet gebruiken om hun kiezers allerlei zakeen relatief lage prijs opgelost en voor de rest kun- en te beloven waardoor de overheid aangroeit en de nen we van maximale vrijheid genieten. Maar hoe voordelen van een overheid teniet gedaan worden.
Een mogelijkheid tot opt-out heeft tot gevolg dat mensen zelf de afweging kunnen maken of ze meer voor- dan wel nadelen hebben bij een overheid.
houden we die overheid klein? De geschiedenis heeft aangetoond dat een grondwet niet vrij is van de gevolgen die de public choice ons aantoont. Welk mechanisme zou wel een oplossing bieden? Als je kijkt naar de redenen waarom overheden zonder al te veel protest kunnen groeien, dan is het dwingend karakter van een overheid wellicht één van de grootste boosdoeners. Je kunt namelijk niet ontsnappen aan de overheid. De oplossing zou er
42
Waar klassiek-liberalen en anarchisten soms tegenover elkaar staan, zouden ze eigenlijk elkaars bondgenoot moeten zijn. Een samenleving waarin je kan opt-outen is eigenlijk een anarchistische samenleving. Er is namelijk geen sprake van een geweldsmonopolie van een overheid op een bepaald territorium. Klassiek-liberalisme is mooi, maar kan niet overleven zonder anarchie.
Ereleden LVSV Gent 2013-2014
Vincent Laroy OpenVLD schepen Lovendegem-Vinderhoute
Annemie Turtelboom Minister van Justitie
Philippe De Backer EU-parlementslid Eveline Van Den Abeele Oud-bestuurslid LVSV Gent
Ivan Sabbe Vlaams parlementslid
Egbert Lachaert Gemeenteraadslid Merelbeke
Thomas Vanthournhout Oud-vicevoorzitter LVSV Gent
Siemon Aelbrecht Oud-penningmeester LVSV Gent
Christophe Peeters Schepen Gent
Stephanie D’Hose Gemeenteraadslid Gent
Michiel Rogiers Oud-voorzitter LVSV Oud-bestuurslid LVSV Gent
Erna Pissens Gemeenteraadslid Lebbeke
Mieke De Regt Oud-voorzitter PFK
Pamela De Groote Lid RvB Jong VLD
Lawrence Vanhove Oud-voorzitter LVSV Gent
Wietse Verwimp Oud politiek secretaris LVSV Gent
Erwin Devriendt Oud-voorzitter LVSV Gent
Rudi De Kerpel Ondernemer
Arno Morsa Oud-bestuurslid LVSV Gent
Thomas Vergote Oud-bestuurslid LVSV Gent
Geert Versnick Gedeputeerde provincie Oost-Vlaanderen
Martine Taelman Senator OpenVLD
Matthias Laevens Oud-penningsmeester LVSV Gent
Franc Bogovic Oud-voorzitter LVSV
Gilbert Strumane Ereschepen De Pinte
Karel Vincent Oud-penningmeester LVSV Gent
Michael Daman Voorzitter OpenVLD Gent
Alexander De Croo Minister van Pensioenen
Sas Van Rouveroij Vlaams parlementslid Annick De Ridder
43
Ereleden LVSV Gent 2013-2014 Sabien Lahaye-Battheu Parlementslid OpenVLD
Patrice Viaene Oud-voorzitter LVSV Gent Thibault Viaene Oud-voorzitter LVSV Gent
Guy Verhofstadt Europees parlementslid Boudewijn Bouckaert Vlaams parlementslid
Pieter Coene Oud politiek secretaris LVSV Gent
Bart Tommelein Federaal parlementslid
Luc Van Biesen Federaal Parlementslid
Hans Pijpelink Regiovoorzitter Jong VLD Waas en Dender
Marc De Vos Hoogleraar UG/VUB Algemeen directeur Itinera Institute
Karel Poma Minister van Staat
Rau Romero Voorzitter OpenVLD Nieuwpoort
Herman De Croo Federaal Parlementslid
Wim Aerts Oud-voorzitter LVSV Gent en Jong VLD
Guy Vanhengel Brussels Minister van Financiën, Begroting, Openbaar ambt en Externe betrekkingen Mattias De Vuyst Oud politiek secretaris LVSV Gent Annemie Neyts Minister van Staat Mathias De Clercq Gents Eerste Schepen van Haven, Economie en OnderneGwendolyn Rutten men Voorzitter OpenVLD Lorenzo Terrière Karel De Gucht Oud-bestuurslid LVSV Gent Europees Commissaris voor Handel Bruno Teirlynck Oud-Bestuurslid LVSV Gent
LVSV
GENT EST
44
1930
Dries Glorieux Bestuurslid LVSV Gent
Visie
De rol van vakbonden in onze samenleving Dries Glorieux Welke agenda hebben de vakbonden? Hoe legitimeren ze zichzelf? Bestuurslid Dries werpt een kritische blik op het bestaan en de praktijken van vakbonden. De rol van de vakbonden in de samenleving is altijd al een verhit topic geweest, niet in het minst in België. Ondanks het feit dat de vakbond om de zoveel tijd in de actualiteit komt en er al zeer veel inkt gevloeid is over het onderwerp kan men niet stellen dat het een debat is die gekenmerkt wordt door hoogstaande argumenten. Zowel voor- als tegenstanders vervallen maar al te vaak in holle slogans en nietszeggende retoriek die grotendeels voorbijgaat aan de dieperliggende oorzaken. Deze tekst is daarom bedoeld als een poging om een kwalitatieve analyse te geven van hoe vakbonden functioneren.
Hier worden we al direct geconfronteerd met een zeer eigenaardige contradictie: in de praktijk merken we weinig tot niets van deze standpunten van de vakbonden. Immers, pogingen om op Europees niveau volledig vrij verkeer van diensten te bekomen stoten steevast op protest van diezelfde vakbonden. Deze praktijk is blijkbaar niet toelaatbaar omwille van wat men redelijk ironisch ‘sociale dumping’ noemt. Gelijkheid slaat in de praktijk dus op het behoud van het eigen (hogere) nationale loonniveau ten opzichte van andere landen waarbij economische immigratie zoveel als mogelijk belemmerd wordt.
Conflicten tussen verschillende groepen kunnen enkel ontstaan als verschillende actoren zich verenigen en druk uitoefenen op de overheid om privileges te verkrijgen die niet inherent zijn aan het marktproces. Laat ons beginnen bij het discours die vakbonden hanteren om acties zoals stakingen te rechtvaardigen. In het discours is er een onmiskenbare socialistische/communistische toon aanwezig die ‘het kapitalisme’ verwijt de bron te zijn van extreme ongelijkheid, misdadige economische praktijken en zo verder… Vakbonden daarentegen zijn er zogezegd om een tegengewicht te bieden tegen het ‘casinokapitalisme’ en ervoor te zorgen dat er meer gelijkheid is in de verdeling van middelen en dat er solidariteit is onder de groepen die uitgebuit worden.
In de realiteit zien we dus dat vakbonden niet zozeer gedreven worden door utopische idealen zoals gelijkheid en solidariteit maar als het erop aankomt louter belangengroepen zijn om bepaalde economische privileges in stand te houden die in de meeste gevallen economisch al lang achterhaald zijn. De acties van vakbonden zijn dus gebaseerd op de (foute) overtuiging dat er een fundamenteel belangenconflict is tussen verschillende klassen waarbij de ‘winst’ van de ene klasse noodzakelijkerwijs gelijk is aan het ‘verlies’ van de andere klasse. 45
Dergelijke conflictsituaties zijn, in tegenstelling tot wat zij beweren, niet inherent aan het kapitalisme. Conflicten tussen verschillende groepen kunnen enkel ontstaan als verschillende actoren zich verenigen en druk uitoefenen op de overheid om privileges te verkrijgen die niet inherent zijn aan het marktproces. Het meest evidente voorbeeld is de vorming van monopolies: natuurlijke monopolievorming is zeldzaam in de vrije markt, quasi alle bestaande monopolies zijn ingesteld door overheden. Moest men de vrije markt laten spelen zouden dergelijke ineffectieve praktijken simpelweg niet kunnen blijven bestaan. Ludwig Von Mises legt de vinger op de wonde: “In a capitalist society the proprietary class is formed of people who have well succeeded in serving the needs of the consumers and of the heirs of such people. However, past merit and success give them only a temporary and continually contested advantage over other people. They are not only continually competing with one another, they have daily to defend their eminent position against newcomers aiming at their elimination. The operation of the market steadily removes incapable capitalists and entrepreneurs and
46
replaces them by parvenus. It again and again makes poor men rich and rich men poor. The characteristic features of the proprietary class are that the composition of its membership is continually changing, that entrance is open to everybody, that continuance in membership requires an uninterrupted sequence of successful business operations, and that the membership is divided against itself by competition. The successful businessman is not interested in a policy of sheltering the unable capitalists and entrepreneurs against the vicissitudes of the market. Only the incompetent capitalists and entrepreneurs (mostly later generations) have a selfish interest in such “stabilizing” measures. However, within a world of pure capitalism, committed to the principles of a consumers’ policy, they have no chance to secure such privileges.” Men kan echter niet anders dan vaststellen dat de vakbonden ondanks het afkalvende lidmaatschap en het grotendeels verdwijnen van de traditionele industriële machtsbasis er wonderwel in slagen hun groepsbelangen te blijven verdedigen. Hoe is dit mogelijk gezien de economische ineffectiviteit die dit met zich meebrengt? Het antwoord ligt hem deels in het vermogen van
vakbonden om intern een zeer sterke cohesie te bekomen via het interioriseren van bepaalde waarden en overtuigingen. Een voorbeeld van deze waarden en overtuigingen is dat bij een staking iedereen ‘solidair’ moet zijn met de stakers. Diegenen die niet deelnemen aan de staking omwille van individuele redenen of mensen die van buitenaf kritisch staan tegenover de staking worden bestempeld als ‘verraders’ of ‘uitbuitende kapitalisten’. Om als individu in een vakbond tegen dit groepsdenken in te gaan is verre van evident. Dit proces speelt echter niet enkel intern in de vakbonden, dergelijke strategieën hebben ook een
van een zogenaamde ‘last resort’, namelijk het gebruik van geweld. Het gebruik van geweld heeft een tweevoudige functie: 1)Men probeert alsnog dissidente meningen/personen te doen schikken naar de vakbondslijn. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van geweld tegen werkwilligen in de fabriek van Ford Genk omdat men een gezamenlijk front wilde vormen tegen Ford. Personen die voor zichzelf uitmaakten dat ze beter aan het werk bleven dan het werk neer te leggen werden verbaal en fysiek bedreigd en in sommige gevallen kwam het tot gevechten.
“Vakbonden hebben het vermogen om intern een zeer sterke cohesie te bekomen via het interioriseren van bepaalde waarden en overtuigingen.” bredere uitwerking in de samenleving: “The most curious thing about a strike is that the unions have been able to spread the belief throughout society that the striking members are still “really” working for the company even when they are deliberately and proudly refusing to do so. The natural answer of the employer, of course, is to turn somewhere else and to hire laborers who are willing to work on the terms offered. Yet unions have been remarkably successful in spreading the idea through society that anyone who accepts such an offer – the “strikebreaker” – is the lowest form of human life.” Wanneer er dan toch een serieuze reactie komt tegen deze praktijken maken de vakbonden gebruik
2)Men probeert druk uit te oefenen op de beleidsverantwoordelijken om toegevingen te doen in het voordeel van de vakbonden. Dit neemt zeer vaak de vorm aan van massabetogingen in Brussel waarbij niet zelden (doelbewust) vernielingen worden aangericht om hun eisen kracht bij te zetten. Dit gebruik van geweld door vakbonden wordt echter maar al te vaak goedgepraat door het gebruiken van drogredeneringen zoals ‘hoe zou je zelf zijn moest je in zo’n omstandigheid terechtkomen’ of ‘onze acties zijn minder misdadig dan wat ons wordt aangedaan’. Dergelijke redeneringen zijn niet meer dan een zwakke poging om legitimiteit te geven aan wat gewoon het agressief promoten van het eigen groepsbelang is ten koste van de samenleving als geheel.
47
Philippe Baert Bestuurslid LVSV
Visie
Eigendom, het uitgeholde fundament van een samenleving Philippe Baert Eigendomsrecht lijkt een evidentie. Toch is ze altijd al onderhevig geweest aan tal van beperkingen. Een pleidooi voor meer zelfbeschikking. “The essential teaching of liberalism is that social cooperation and the division of labor can be achieved only in a system of private ownership of the means of production, i.e., within a market society, or capitalism. All the other principles of liberalism, democracy, personal freedom of the individual, freedom of speech and of the press, religious tolerance, peace among the nations are consequences of this basic postulate. They can be realized only within a society based on private property.” Ludwig Von Mises – Omnipotent Gouvernement, blz 48
maken. Uiteraard verschillen die van persoon tot persoon. Hierdoor ontstaat een diversiteit aan plannen. Door de combinatie van deze factoren ontstaan conflicten. Om ze in te perken beschikt de mens over 4 mogelijke strategieën – die uiteraard ook kunnen gecombineerd worden maar dat zou de limieten van dit artikel ver te buiten gaan – namelijk:
In dit essay wordt achtereenvolgens ingegaan op de rol van private eigendom in een samenleving en de historische ontwikkeling die het eigendomsrecht de afgelopen 2500 jaar heeft doorgemaakt, om tenslotte stil te staan bij de talloze beperkingen die er vandaag de dag op bestaan.
2. Het uitschakelen van de verscheidenheid, doordat iedereen dezelfde opinies en waarden over de te volgen aanwending van de beschikbare schaarse middelen deelt. Een dergelijke structuur of gemeenschap is doorgaans spontaan en tijdelijk aangezien zij berust op een blijvende consensus van haar leden.
Om de waarde van eigendomsrecht in een samenleving ten volle te begrijpen moeten we eerst kijken naar de bronnen van conflict1 : 1) elke samenleving wordt gekenmerkt door een veelheid aan personen 2) deze personen hebben vrije toegang tot dezelfde middelen 3) deze middelen zijn schaars: niet alleen is de mens beperkt door zijn fysieke capaciteiten - de beperkte levensduur die hij heeft in het bijzonder – maar ook door de eindigheid van en limieten op de beschikbare middelen in zijn omgeving. 4) Ten gevolge van die schaarste moeten mensen (economische) keuzes
3. Het uitschakelen van de schaarste door de creatie van overvloed zodat er voor iedereen altijd genoeg is en er met andere woorden geen keuzes meer moeten gemaakt worden.
1 Voor een uitgebreide bespreking: zie F. Van Dun., “Mensenrechten, een Utopie” 48
1. Het uitschakelen van de veelheid van personen door ze te reduceren tot slechts één persoon of instantie die alle beslissingen neemt. Hierdoor ontstaat een hiërarchische structuur of maatschappij.
4. Het uitschakelen van de vrije toegang, waardoor iedereen vrij kan beschikken over zijn arbeidskracht en er de vruchten van kan plukken. Eenheid (maatschappij) en consensus (gemeenschap) zijn politieke oplossingen, overvloed (utopie) en eigendom (samenleving) zijn economische oplossingen.
Eenheid (maatschappij) heeft als grote nadeel dat ze ten koste gaat van het samenleven zelf; een individu wordt namelijk herleid tot een klein radertje in een hiërarchische piramide. Ze is bovendien het moeilijkst van de vier mogelijkheden te realiseren aangezien ze zowel de eliminatie van veelheid, diversiteit als van vrije toegang vereist. Consensus (gemeenschap) elimineert diversiteit en vrije toegang, maar laat veelheid bestaan. Deze oplossing heeft echter als groot nadeel dat de volledige groep – net zoals in een maatschappij - opdraait voor een foute beslissing. Bovendien zal een gemeenschap diezelfde foute beslissing blijven herhalen doordat ze is opgebouwd rond een aantal waarden en tradities. Bijgevolg fnuikt een dergelijk consensusmodel elke
Westerse wereld van na de Tweede Wereldoorlog het voorbeeld bij uitstek. Een vierde mogelijkheid is om de vrije toegang uit te schakelen. Met andere woorden het creëren van individuele eigendom. Niet alleen is dit het eenvoudigste te realiseren gezien zij veelheid, verscheidenheid en schaarste ongemoeid laat, het is bovendien het enige model dat de individuele vrijheid en het zelfbeschikkingsrecht respecteert. Rechtshandhaving veronderstelt slechts een effectieve organisatie van zelfverdediging, iets waar mensen reeds van nature een sterke neiging toe hebben. Ook al is rechtshandhaving een zware opgave, in tegenstelling tot de opheffing van schaarste zijn eigendomsrechten wel degelijk realiseerbaar, en in tegenstelling tot een-
Reeds in de 17e eeuw formuleerden rechtsgeleerden als Robert-Joseph Pothier, onder impuls van de Verlichting, een onbeperkt eigendomsrecht; in praktijk is een onbeperkt eigendomsrecht echter nooit werkelijkheid geworden.
mogelijke vorm van creativiteit en innovatie. Een model van overvloed daarentegen klinkt - althans op papier - heel wat interessanter aangezien dit slechts de eliminatie van één element, namelijk schaarste vergt. Ware het niet dat schaarste nu net dat element is dat gewoonweg niet te elimineren valt! Een treffende illustratie van een dergelijke utopie is de welvaartstaat, die conflicten oplost door de verschillende partijen tevreden te stellen en daarbij de schaarste schijnbaar elimineert. De daadwerkelijke kosten smeert zij evenwel uit over de volledige groep. Die groep is zo groot dat de individuele groepsleden er eigenlijk niets van merken, waardoor het onmogelijk wordt om nog een transparant beeld te krijgen van de daadwerkelijke kosten, die bijgevolg alleen maar verder te hoogte in gaan2. Een tweede mogelijkheid om een schijnbare overvloed te creëren is kredieten toe te staan die niet door de conflictspartijen zelf, maar door de toekomstige generaties moeten worden afgelost. Opnieuw is de 2 Denk maar aan het gratis-op-de-bus-verhaal van Steve Stevaert
heids- en consensusmodellen laten zij bovendien voldoende ruimte voor innovatie en - belangrijker nog - laten zij als enige de menselijke natuur ongemoeid. Laat dit nu net de cruciale rol van individuele eigendom in een samenleving zijn; met name het vreedzaam laten samenleven van individuen en hun de kans geven op zelfbeschikking. Het eigendomsrecht heeft evenwel een lange en woelige historische ontwikkeling doorgemaakt. In wat hierna volgt ligt de focus op de evolutie die de concrete eigendomsaanspraak uit het primitieve Rome heeft doorgemaakt tot het hedendaagse rechtsconcept. De Romeinen waren praktische denkers. Aangezien zij niet met abstracte rechtsconcepten werkten, kenden zij geen theoretisch concept rond eigendom zoals wij dat vandaag kennen. In de plaats maakten ze (aanvankelijk) het onderscheid tussen de persoon die een concrete aanspraak <usus> op een zaak had en dit ook in een proces kon hard maken en de persoon die dit niet kon. Naarmate de Romeinse maatschappij complexer werd, ontstonden er verschillende gradaties van 49
“usi”, waarvan de hoogste beschermd werd door een actio revindicatio3 . Die hoogste vorm van usus kreeg algauw de naam ‘dominium’, en valt – vanuit een hedendaags denkkader4 - te omschrijven als
behoorlijk veel overeenkomsten met het hedendaagse eigendomsrecht.
Nochtans heeft het eigendomsrecht de laatste 1000 jaar een grote evolutie doorgemaakt: in de vroege “een absoluut, algemeen, exclusief en voort- middeleeuwen was men immers teruggekeerd naar durend zakelijk recht, dat aan beperkingen wat gold in het prille Rome; met het verschil dan dat onderhevig is en enkel toekomt aan Romeinse het gewoonterechtelijke saisine (het best te vertalburgers op gronden in Italië of op andere zaken” en als een bezitsvordering) aan geen concrete actio meer was gekoppeld, maar integendeel een abstract Afgezien van het feit dat Romeinen verschillende rechtsconcept werd. soorten eigendom kenden vertoont ‘dominium’ dus Omstreeks 1100 pikten de glossatoren (de juridis3 Wat in het Voorklassieke Rome als een reche school die het Corpus Iuris Civilis van de Oostchtsmiddel en later in de Keizerstijd als een rechtsRomeinse keizer Justianianus opnieuw bestudeerde) vordering om een zaak terug te krijgen, moet begre- het principe van eigendomsrecht (dominium) pen worden. opnieuw op, maar behielden het abstract, concep4 De Romeinen hebben dominium nooit zelf tueel karakter van het gewoonterechtelijke saisine. gedefinieërd, opnieuw gevolg van hun praktische ingesteldheid, alsook hun afkering van definities; zo Uiteraard was het exclusieve karakter van dominium ging de rechtsgeleerde en vooraanstaand figuur van moeilijk te rijmen met een maatschappij beheerst de Sabiniaanse rechtsschool Priscus Javolenus er va- door het leenrecht: men kon namelijk niet uitmaken nuit dat “omnis definitia periculosa est”: met name wie nu eigenlijk eigenaar was. Leenman, die exploitdat elke definitie in het recht gevaarlijk is; dit omdat eert, of leenheer, die ondanks de verzakelijking van ze zeer makkelijk kan worden omgekeerd… 50
de feodaliteit nog steeds het leeuwendeel van de rechten op het leen uitoefende?
burgerlijk wetboek zelf vervat, toch waren ze talrijk; maar dan in bijzondere wetgeving ingeschreven, die linkse critici later niet lazen. Bijgevolg heeft er zelfs in Als oplossing splitsten de glossatoren het dominium de 19e eeuw nooit iets als een “liberaal” eigendomop in dominium directum (het originele eigendom- srecht bestaan. Getuige daarvan zijn de vele onteigesrecht voor de leenheer) en het dominium utile (ei- ningen die Napoleon liet doorvoeren in het kader gendomsrecht naar analogie) voor de leenman. Het van zijn militaire politiek en dirigistisch economisch gevolg was dat eigendom niet langer exclusief was. beleid, gekoppeld aan maatregelen in het kader van Daar zou pas verandering in komen in 1789: de Franse de alsmaar toenemende urbanisatie. Revolutie maakte immers komaf met de feodaliteit of wat er nog van over bleef - en trachtte de macht Tot op de dag van vandaag is artikel 544BW overigens van de klassieke familie te breken waardoor een wer- ongewijzigd gebleven; ook de beperkingen op het eikelijk geïndividualiseerd eigendomsrecht (opnieuw?) gendomsrecht bestaan nog steeds en zijn misschien mogelijk werd. wel talrijker dan ooit tevoren:
Net zoals de andere klassieke grondrechten dreigt ook het eigendomsrecht te verwateren doordat het in botsing komt met andere “mensenrechten”. Reeds in de 17e eeuw formuleerden rechtsgeleerden als Robert-Joseph Pothier, onder impuls van de Verlichting, een onbeperkt eigendomsrecht: “Eigendomsrecht is het recht om op de meest volstrekte wijze over een zaak te beschikken” (disposer à son gré). Dit was de logische weerspiegeling van het geloof in de menselijke rede die de rechtsgeleerden van het Vernunftrecht hadden. Nochtans kreeg dit – behalve bij de Duitse pandektisten5 in de 19e eeuw – weinig navolging in het vigerende recht: artikel 544 van het burgerlijk wetboek formuleerde eigendom immers als:
1. De traditionele beperkingen, hoofdzakelijk gekoppeld aan onroerende goederen zijn burenhinder (wat te vergelijken valt met de Romeinse variant, genaamd inmissio) en de talloze (erf)dienstbaarheden6. Wat burenhinder betreft, sinds kort kan dit in sommige gemeenten met een GAS-boete gesanctioneerd worden, bijvoorbeeld onder de vorm van nachtlawaai met dieren. Ook al weet geen mens wat dat nu juist inhoudt: een haan die kraait of een verdwaalde steenuil die, verblind van de straatlantarens, met zijn snavel tegen de voorgevel van de eerste de beste “hacienda” van de zoveelste verzuurde Vlaming stuikt?
2. Recenter is de quasi volledige uitholling van het eigendomsrecht van de eigenaar van een huurwoning: op grond van artikel 1762bis BW7 kan deze op “het recht om op de meest volstrekte wijze van een geen enkele mogelijke manier de overeenkomst met zaak het genot te hebben en daarover te beschikken, 6 Erfdienstbaarheden zijn rechten die onlosmits men er geen gebruik van maakt dat strijdig is makelijk verbonden zijn aan een bepaalde zaak. met de wetten of met de verordeningen” Voorbeeld is het recht op doorgang tussen 2 erven of een gedeelde muur tussen 2 huizen. Ook al stonden de wettelijke beperkingen niet in het 7 Artikel 1762 bis BW slaat weliswaar enkel 5 De Duitse rechtsschool die op een zeer op ontbinding wegens wanprestatie (op grond van wetenschappelijke methode voortbouwde op een uitdrukkelijk ontbindend beding in het huurconde traditie van het ius commune (studie van het tract), maar leidt er desalniettemin toe dat het zeer Romeins Recht) en waarvan Bernhard Windscheid, moeilijk wordt voor de eigenaar om een huurder uit de vader van het Duitse Bürgerliches Gesetzbuch, de de woning te zetten, ook al is ontbinding op andere belangrijkste exponent is. gronden dus nog altijd mogelijk. 51
zijn huurder opzeggen zonder voorafgaande rechterlijke tussenkomst, zelfs niet wanneer deze laatste maandenlange wanbetaling begaat.
het recht op utopia … 10 Zeker wanneer een klassiek grondrecht als het recht op vrije meningsuiting (artikel 10 van het Europese Verdrag voor de rechten van de Mens) op een toch wel bijzonder verwon-
De beperkingen op het eigendomsrecht bestaan nog steeds en zijn misschien wel talrijker dan ooit tevoren. 3. Onteigeningen op hun beurt, zijn ten gevolge van de groeiende overheidsinterventie – (politiek correcte term: “ruimtelijke ordening”) nog veel sterker toegenomen. Ook al garanderen zowel artikel 16 van de Belgische grondwet als artikel 1 van aanvullend protocol 1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens het recht op8 een “billijke” compensatie.9 4. Net zoals de andere klassieke grondrechten (recht op leven, recht op vrijheid en alles wat daaruit voortvloeit zoals de vrije meningsuiting, het recht op een eerlijk proces, het recht op privacy, het verbod van foltering, het verbod van slavernij,…) dreigt ook het eigendomsrecht te verwateren doordat het in botsing komt met andere “mensenrechten”: de sociale, economische en culturele rechten, zoals het recht op gratis internet, het recht op gratis chocomelk en het recht op gratis villa met zwembad. Kortom 8 Merk op: de formulering “recht op” impliceert dat dit geen zelfstandig recht is, maar slechts voortvloeit uit een ander grondrecht. De vraag is dan natuurlijk welk recht dit juist is? Alleszins is duidelijk dat een dergelijke formulering de traditionele grondrechten op de helling dreigt te zetten door ze op gelijke voet te stellen met economische, sociale en culturele rechten; terwijl deze laatste slechts voortvloeien uit de “menselijke begeerte” maken de traditionele grondrechten zelfstandig deel uit van het Natuurrecht. 9 In een aantal zaken tegen Turkije betreffende talloze onteigeningen in Noord-Cyprus heeft het Europese Hof Turkije gedwongen de slachtoffers een compensatie toe te kennen. Hetzelfde heeft ze in de Bronowski zaak voor een aantal slachtoffers van onteigenen ten gevolge van het hertekenen van de Poolse grens na WOII verwezenlijkt. Het aantal onteigeningen mag dan we groter zijn, het Europese Hof biedt burgers wel degelijk een betere bescherming tegen overheidswillekeur dan voordien het geval was. 52
deringswaardige manier wordt geïnterpreteerd 11 om ze aan te wenden als een rechtsgrond om een huurder het gebruik van een schotelantenne op het dak van zijn huurwoning te garanderen, dreigt het eigendomsrecht, in casu het eigendomsrecht van de verhuurder, nog verder te verwateren. Overigens had de verhuurder in de concrete zaak, in het contract met de huurder uitdrukkelijk bedongen dat schotelantennes niet toegelaten waren. Het klinkt te gek voor woorden, maar toch was de voorrang van “het recht op informatie” (lees: het recht op het plaatsen van een schotelantenne) wel degelijk hetgeen kan worden opgemaakt uit een concrete uitspraak in een Zweeds huurgeschil die een Iraanse huurder tot voor het Europese Hof voor de Rechten van de Mens had weten te trekken.12 5. Een vijfde belangrijke beperking op het eigendomsrecht bestaat uit successierechten: zeker wanneer iemand een testament opmaakt te gunste van een verder familielid, zoals een broer of zus, neef of nicht, kunnen successierechten oplopen tot 65%. Wanneer iemand testeert aan een persoon waarmee hij niet verwant is, tot maar liefst 80% … Met andere woorden, het eigendomsrecht geldt tot aan de dood, daarna bepaalt de overheid wel wat er met het goed in kwestie gebeurt. Belangrijke nuance: ook een schenking onder de levenden is aan strenge vormvereisten en bijbehorende belastingregimes 10 Voor een gedetailleerde bespreking, zie eveneens: F. Van Dun., “Mensenrechten, een utopie” 11 De vrijheid van meningsuiting mag in de eerste plaats toch wel beschouwd worden als het recht om je mening te uiten in plaats van er een recht op informatie, of beter gezegd om er het recht op het ontvangen van bepaalde tv-programma’s uit af te leiden… 12 Voor meer info: zie EHRM, Khursid Mustafa & Tarzibachi vs. Sweden
onderworpen, dus ook tijdens je leven ben je geenszins vrij om vrij over je goederen te beschikken. 6. Zijn er ook nog: de racisme- en anti-discriminatiewetten en de figuur van rechtsmisbruik die de contractsvrijheid stuk voor stuk sterk inperken en er bijgevolg voor zorgen dat ook je recht om je eigendom te verkopen, huren,… aan wie je wil, niet langer absoluut is. Om te besluiten: het eigendomsrecht vormt samen met het recht op zelfbeschikking de hoeksteen van een liberale samenleving. Doorheen de eeuwen
heeft het eigendomsrecht, net zoals de individuele vrijheid zelf, schuchter haar intrede in de menselijke samenleving gemaakt, maar niet zonder daarbij vele perioden van hoogtes en laagtes doorzwommen te hebben. Hoewel velen haar, opnieuw net zoals de vrijheid zelf, als vanzelfsprekend beschouwen is zij dat niet. De beperkingen en restricties zijn talrijk, maar de cruciale vraag is echter wat er überhaupt nog van het eigendomsrecht overblijft in een samenleving waarin de overheid 55% van de middelen controleert en dirigeert, en daarenboven tot 90% van het inkomen van een gemiddeld persoon, doorheen zijn volledige levensloop, confisqueert.
Verslagen en sfeerbeelden Ex-LVSV’er Thomas Vergote verzorgde de laatste activiteit van het eerste semester. Na een geslaagde afsluitende activiteit vorig jaar door oud-bestuurslid Dimitri Van den Meerssche, besloten we ook het eerste semester van dit werkingsjaar te laten afronden door een oudgediende. Spreker van dienst op 4 december was Thomas Vergote, die bewees dat lezingen met oudbestuursleden werkelijk een recept voor succes zijn.
hij zijn middelen niet nù aanwendt, maar beslist deze ter beschikking te stellen voor diegenen die dat vandaag wél willen doen. Interest is zodoende de prijs van tijd, nl. de wachttijd waarin de kapitalist de aanwending van zijn middelen uitstelt. Zo wordt ook duidelijk dat kapitaaleigenaars ook een belangrijke dienst verzorgen waarvan anderen profiteren: zij stellen fondsen ter beschikking daar waar ze nodig zijn en aanvaarden daarbij het risico dat hun investering in rook opgaat wanneer blijkt dat de toegevoegde waarde van hun investering lelijk uitdraait.
Thomas kwam spreken over de rol van kapitaal in onze samenleving, hoe het onze welvaart beïnvloedt, en hoe ons begrip ervan onze kijk op economische crises kan bepalen. Daarvoor Na deze uitleg wees Thomas ook op het feit dat het baseerde hij zich voornamelijk op de Oostenrijkse ingrijpen in deze processen zeer gevaarlijk kan zijn School en diens economen zoals Böhm-Bawerk. voor ons economisch weefsel. Zo kan het sleutelen aan interestvoeten een gevaarlijke verstoring van Kapitaal, gedefinieerd als de middelen die produc- de markt teweegbrengen die een economische critie van consumptiegoederen mogelijk maken, is niet sis enkel verergert in plaats van ze te verzachten. weg te denken uit onze economie die sedert 300 Op het einde van de avond konden we beslujaar een ongeziene expansie kent. Het stelt mensen iten dat dit een uiterst boeiende activiteit in staat om te handelen naar de nieuwe kennis die van hoog niveau was, wat ons des te trotvergaard wordt in de samenleving en een groot deel ser maakt dat de spreker een oud-LVSV’er is. van de technologische ontwikkelingen en ontdekkingen om te zetten in de praktijk. De rol van inter- Met een dergelijke afsluiter waren de verwachtingen est als inkomst uit kapitaal werd ook besproken. voor het verdere academiejaar natuurlijk hooggespannen. Na een lange, donkere examenperiode en Zich steunend op de Oostenrijkse econoom Böhm- een weekje vrijheid opende LVSV Gent op 12 februari Bawerk legde Thomas uit dat interest een belan- het tweede semester dan ook met een topper: Björn grijke economische taak vervult als de prijs die een Soenens. Soenens, hoofdredacteur van Het journaal, ‘kapitalist’ krijgt ter compensatie van het feit dat gaf een lezing over de culturele breuklijnen tussen
53
de VS en Europa. De spreker viel onmiddellijk op door zijn boeiende en heldere manier van spreken. Hij begon met zijn persoonlijke geschiedenis en familiebanden met de Verenigde Staten uit te leggen. Een van de punten waarmee Soenens in de smaak viel, was de reden waarom hij zo van Amerika houdt. Hij merkt in het land een ongekende spirit tot ondernemen, die je in Europa bijna niet meer meemaakt. Terwijl wij Europeanen vooral op onze zekerheden teren, wil men in de VS nog steeds die “American Dream” waarmaken volgens Soenens. Soenens toonde ook enkele stukjes video, waarmee hij wilde aantonen hoe de Amerikaan nooit opgeeft. Een boer, een lapje grond, mislukte en geslaagde oogsten die elkaar opvolgen. Telkens er iets misgaat, blijft de boer hopen op een terugkeer naar de goeie tijden, iets wat Soenens kon appreciëren, ook al ging het vaak om mensen waarmee hij op filosofisch vlak nauwelijks zou overeenkomen.
Een weekje later verheugde Prof. Dr. Depoorter ons met zijn aanwezigheid. Depoorter geeft les in de rechtseconomie aan de Gentse universiteit. Daarnaast is hij voornamelijk actief in de VS waar hij een vooraanstaand docent en onderzoeker is. Hij kwam ons onderhouden over het auteursrecht en voornamelijk de afdwingbaarheid ervan. Depoorter zag nog steeds een toekomst in het auteursrecht en bij uitbreiding in het gehele intellectuele eigendomsrecht, al dient er een andere invulling van het begrip te komen. De echte uitdaging echter ligt in de afdwingbaarheid van het auteursrecht. In een tijd waar muziek en films gedownload worden, ligt het bestraffen ervan zeer moeilijk en is het bijgevolg dan ook quasi onmogelijk. Alternatieven voor de traditionele media steken de kop op. Diensten zoals HBO en Netflix zijn immens populair omwille van hun relatief lage prijs en vooral de vrijheid die ermee gepaard gaat.
Soenens, die zich duidelijk had verwacht aan wat kritiek, beantwoordde na de lezing nog enkele vragen. Zo probeerde hij te voorspellen hoe de Republikeinse Partij zich zal moeten aanpassen aan de demografische realiteit, terwijl hij op economisch vlak wel enkele wenkbrauwen deed fronsen met een Keynesiaanse benadering. De zaal, die goed volgelopen was, kon alvast tevreden naar huis, na uiteraard de obligate beker gerstenat van een gratis vat in café Boom Boom.
Maar ook crowdfunding begint stilaan meer furore te maken, met alle gevolgen van dien. Artiesten dienen zich niet meer aan te sluiten bij gigantische platenmaatschappijen die bewust de markt gesloten houden en handig gebruik maken van het intellectuele eigendomsrecht. De entertainmentmarkt opent steeds meer haar deuren en dat heeft natuurlijk een positieve impact op de aanbodzijde. Afsluiten deed Depoorter, naar Amerikaans voorbeeld, met een groepsdiscussie. Een geslaagd idee
54
bleek nadien. Tal van aanwezigen deelden hun mening en vragen met elkaar. Er doken bedenkingen op bij het opentrekken van een entertainmentmarkt. Het grootste probleempunt vormde volgens sommigen dat een vrije muziekmarkt garant staat voor een aanbod met kwalitatieve gebreken. Anderen maakten zich echter vooral zorgen om de zogenaamde “middenklasse artiest”, een artiest die professioneel met zijn vak wil bezig zijn, maar toch geen miljoenen binnenrijft. Depoorter ging met alle meningen en vragen op een zeer humoristische wijze om. De vraag blijft echter: “Als het auteursrecht en bij uitbreiding het intellectuele eigendomsrecht blijft bestaan, hoe moet het dan toegepast worden?”
over “wanneer is een foetus leven/een mens”? Het vandaag gehanteerde criterium bleek “levensvatbaar” te zijn: “want een mens is een mens wanneer het levensvatbaar is, en een mens mag je niet doden” werd gesteld. Maar door toenemende technologieën kan levensvatbaar zijn vervroegd worden waardoor dit criterium zijn nut verliest. Andere geopteerde opties waren: geboorte, zelfstandig kunnen ademen, zelfbewust zijn. Het is duidelijk dat deze kwestie nog veel stof tot discussie biedt.
Een tweede topic was “ORGAANHANDEL”: is het moreel verantwoord om je organen te verkopen om de nieuwste iPhone te kunnen kopen? De huidige regeling geeft je de mogelijkheid om organen Deze interactie werd natuurlijk verdergezet op onze te doneren wanneer je sterft. Je kan ook doneren interne discussieavond. De eerste discussieavond bij leven, maar enkel zonder winstoogmerk. De van het 2de semester vond plaats op dinsdag 25 feb- stelling beoogt echter het in handel brengen van ruari met als thema Ethiek. De doelstelling was om organen. Mogelijke tegenargumenten waren: 1) economische getinte discussie uit de weg te gaan en immoreel, omdat het lichaam wordt gereduceerd tot terug te keren naar de kern van de ethische discussie een handelsobject, 2) het zal alleen arme mensen met onderwerpen zoals “postnatale abortus”, drugs, in wanhoopsituaties aantrekken (het voordeel is polygaam huwelijk, orgaanhandel, euthanasie etc. dat dit voor hen een extra uitweg creëert, maar op Op voorhand werd er een reader verspreid om ieder- langere termijn zou er een markt met kwaliteitseen te informeren over de ethische kwesties die hen standaarden ontstaan die niet toegankelijk is voor zouden worden voorgeschoteld. deze mensen), 3) mensen zullen suboptimale beslissingen nemen als gevolg van het gesloten karakter De avond begon met een speeddate waarbij zes stel- van deze wereld. Een argument pro was dat, in een lingen werden aangesneden. De ene zijde moest vrije markt van organen, de mensen die het meest Pro zijn terwijl de andere zijde argumenten contra geschikt zijn voor donatie ook meer geneigd zullen moest aanbrengen. Zo kon er discussie ontstaan bij zijn dit te doen. Terwijl nu veel donaties voortvlostellingen waarover in de meeste debatten meteen eien uit een soort familieliefde of andere drama’s. consensus is. Velen werden gedwongen om na te denken over controversiële meningen waar ze soms Een laatste topic was het “POLYGAAM HUWELIJK”. Er niet mee akkoord gingen. Na elk ethisch vraagstuk werd waren opmerkelijk veel voorstanders. De redenerer doorgeschoven. Voordeel van de kleinere groepen ing hierbij was “Je mag doen wat je wilt, zolang je er was dat we dieper konden ingaan op de thema’s. De anderen niet mee schaadt”. De meerderheid bleek stellingen gingen o.a. over postnatala abortus, eutha- geen schadelijke gevolgen in het polygaam huwelijk nasie op Alzheimerpatiënten, verkopen van organen, te zien. Tegenargumenten waren o.a. verhoogde kans verbod op heröine, polygamie, en de mogelijkheid om op incest, het juridische kader dat nog toegespitst is een minderjarig kind te kunnen verkopen als ouder. op 2 personen, etc. Men vroeg zich af waarom het voordeel dat het huwelijk geeft, moet begrensd Na de speeddate volgde er een groepsdiscussie over worden tot 2 personen. Dat is een discriminatie t.a.v. enkele ethische topics. personen die met 3, 4,… willen zijn. Na enkele uren discussie werd de avond afgesloten en kon iedereen Als eerste werd “ABORTUS” aangesneden. De eerste uitkijken naar de cantus - en natuurlijk ook naar de vraag was of abortus moreel aanvaardbaar was. Meer vele andere lezingen in het tweede semester. bepaald: is het moreel laakbaar om leven te doden? Al gauw mondde de discussie uit in een vraagstuk 55