weergegeven. (Behalve bij gelijktijdige opnamen in RAW en JPEG.) voor de witbalans. ¡Houd de knop ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om te selecteren. wilt instellen op de meting met een kleurtemperatuurmeter, dient u proefopnamen te maken en de instelling aan te passen om de verschillen tussen de meting van de kleurtemperatuurmeter en de meting van de camera te compenseren. ingedrukt houden en aan het instelwiel <6> draaien. ¡ Als er twee AF-punten gaan branden (hh), worden beide gebruikt voor de scherpstelling. Als u vervolgens het linker of rechter AF-punt selecteert, wordt alleen het geselecteerde AF-punt actief. ingedrukt en druk op de knop . Het AF-punt wordt geregistreerd. ¡Tijdens het registreren en het overschakelen naar het AF-punt, verschijnt het volgende op het LCDpaneel. s . Als u eerst op de knop drukt, wordt de AF-puntselectie geannuleerd. ¡ U kunt geen AF-punt registreren als u bij C.Fn-13-3 hebt ingesteld dat er maximaal negen AF-punten kunnen worden geselecteerd. en <S>. Met C.Fn-18-1/2 (p.153) hoeft u echter alleen maar op de knop te drukken om over te schakelen naar het geregistreerde AF-punt. Stel persoonlijke voorkeuren in met 3 en <S>. ¡Dit is de standaardmethode. als u wilt overschakelen naar het geregistreerde AF-punt. C.Fn-18-1 (p.153) (3) Schakel alleen over naar het geregistreerde AF-punt terwijl u op de knop drukt. C.Fn-18-2 (p.153) ¡Wanneer u de knop loslaat, keert de camera terug naar het oorspronkelijke AF-punt. om naar het geregistreerde AF-punt over te schakelen en tegelijkertijd de automatische scherpstelling te activeren. is ingesteld Waarde ISO-snelheid als u wilt overschakelen naar het ingestelde AF-punt. 2: Schakel alleen over naar het ingestelde AF-punt terwijl u op de knop drukt. Wanneer u de knop loslaat, wordt het eerder geselecteerde AF-punt opnieuw actief. Zo kunt u gemakkelijk schakelen tussen het geselecteerde en het ingestelde AF-punt. Als C.Fn-04-1/3 ook is ingesteld, volstaat een druk op de knop om naar het ingestelde AF-punt over te schakelen en tegelijkertijd de automatische scherpstelling te activeren.
44
H44_E.book Page 45 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
De RAW-indeling Afbeeldingen in RAW-indeling moeten nog worden bewerkt op een pc. Hiervoor is enige kennis vereist, maar de benodigde software is meegeleverd. <1>-opnamen worden bewerkt volgens de kleurmatrix, de witbalans en de bewerkingsparameters zoals die op het moment van de opname waren ingesteld. Tijdens de beeldbewerking kunnen onder anderen de witbalans en het contrast van de RAW-afbeelding nog worden aangepast. Rechtstreeks afdrukken en het aangeven van een afdrukvolgorde is niet mogelijk bij RAW-afbeeldingen. Beeldbestandsgrootte en capaciteit geheugenkaart Beeldgrootte
Bestandsgrootte (ongeveer, in MB)
Maximumaantal opnamen
Maximale opnamereeks
3
5,5
80
32
4
3,2
135
59
5
2,6
169
78
6
1,9
229
122
1
11
14,6
25
123
–
18
9
124
–
21
9
125
–
22
9
126
–
22
9
¡Het maximumaantal opnamen is gebaseerd op een geheugenkaart van 512 MB. ¡De bestandsgrootte en het maximumaantal opnamen zijn gebaseerd op de testcriteria van Canon (JPEG-kwaliteit: 8, bewerkingsparameters: normaal, ISO 100, enzovoort). De werkelijke bestandsgrootte en het maximumaantal opnamen is afhankelijk van het onderwerp, de JPEG-kwaliteit, de opnamestand, de ISO-waarde, de bewerkingsparameters en dergelijke. ¡Op het LCD-paneel aan de bovenzijde kunt u zien hoeveel opnamen er nog op de geheugenkaart kunnen worden vastgelegd. ¡In de zoeker wordt het maximumaantal opnamen weergegeven (tot maximaal 99) als bij de afbeeldingsgrootte S (klein) is geselecteerd.
45
H44_E.book Page 46 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
De JPEG-kwaliteit (compressieverhouding) instellen U kunt bij de standen 3/4/5/6 de opnamekwaliteit instellen.
1
Selecteer [JPEG-kwaliteit]. ¡Selecteer het tabblad
Selecteer de beeldgrootte. 2 ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om de gewenste beeldgrootte te selecteren (3/4/5/6). Laat de knop vervolgens los.
de gewenste opnamekwaliteit 3 Stel in. ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om de gewenste [JPEG kwaliteit] te selecteren. Laat de knop vervolgens los. ¡Hoe groter het getal, hoe hoger de kwaliteit (en hoe lager de compressie).
¡ Bij een hogere opnamekwaliteit wordt het maximumaantal opnamen op de geheugenkaart kleiner. Bij een lagere opnamekwaliteit wordt het maximumaantal opnamen op de geheugenkaart juist groter. ¡ De JPEG-kwaliteitsniveaus 1 tot en met 5 worden aangegeven met
46
H44_E.book Page 47 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
ISO-waarde instellen De ISO-waarde is een numerieke indicatie van de lichtgevoeligheid. Een hogere ISO-waarde betekent een grotere lichtgevoeligheid. Een hoge ISO-waarde is geschikt voor slechte lichtomstandigheden en bewegende onderwerpen. Door de ruis en dergelijke kan de opname er wel grover uitzien. Een lage ISO-waarde geeft een fijnere afbeelding maar deze is niet geschikt voor slechte lichtomstandigheden en actiefoto's. De ISO-waarde kan op de camera worden ingesteld tussen ISO 100 en 1600 in stappen van 1/3.
1
Houd de knoppen <E> en gelijktijdig ingedrukt. s
De huidige ISO-waarde wordt weergegeven op het LCD-paneel.
aan het instelwiel <6>. 2 Draai ¡Draai aan het instelwiel <6> totdat de gewenste ISO-waarde op het LCD-paneel wordt weergegeven. Laat vervolgens de knoppen los. s De ISO-waarde wordt nu ingesteld. ¡ Bij een hogere ISO-waarde en een hogere omgevingstemperatuur kan de afbeelding meer ruis bevatten. ¡ Hoge temperaturen, hoge ISO-waarden of lange belichtingen kunnen afwijkende kleuren in de opname tot gevolg hebben.
Uitbreiding ISO-waarden Stel op het tabblad
47
H44_E.book Page 48 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
3Witbalans selecteren Bij de instelling zal doorgaans automatisch de optimale witbalans worden ingesteld. Als u met de instelling
geen natuurlijke kleuren krijgt, kunt u de witbalans handmatig instellen op de lichtomstandigheden van dat moment.
Selecteer de witbalansinstelling. ¡ Houd de knop ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om de gewenste witbalans te selecteren. Laat de knop vervolgens los.
Q W E R Y Y I O
: Automatisch (ongeveer 3000 K - 7000 K) : Daglicht (ongeveer 5200 K) : Schaduw (ongeveer 7000 K) : Bewolkt, schemer, zonsondergang (ongeveer 6000 K) : Bulbbelichting (ongeveer 3200 K) : TL-verlichting (ongeveer 4000 K) : Flitslicht (ongeveer 6000 K) : Aangepast (ongeveer 2000 K - 10000 K) Stel de optimale witbalans in voor de verlichting van dat moment. (p. 49) P : Kleurtemperatuur (ongeveer 2800 K - 10000 K) PC-1, PC-2, PC-3 Persoonlijke witbalans Gebruik de meegeleverde software om de instellingen voor Persoonlijke witbalans vast te leggen. Deze optie wordt niet weergegeven als er geen instellingen voor Persoonlijke witbalans zijn vastgelegd.
De witbalans De drie primaire kleuren, RGB (rood, groen en blauw), komen in verschillende proporties voor in een lichtbron, afhankelijk van de kleurtemperatuur. Wanneer de kleurtemperatuur hoog is, is er meer blauw. En wanneer de kleurtemperatuur laag is, is er meer rood. Het menselijk oog ziet elk wit object altijd als wit, ongeacht het soort licht. Met een digitale camera kunt u de kleurtemperatuur met behulp van software compenseren om de kleuren in de opname natuurlijker te laten lijken. De witte kleur van het onderwerp vormt de basis voor de aanpassing van de andere kleuren. Bij de instelling van de camera wordt de CMOS-sensor gebruikt om de witbalans automatisch in te stellen.
48
H44_E.book Page 49 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
3Aangepaste witbalans Bij de aangepaste witbalans fotografeert u een wit object dat als basis wordt gebruikt voor de instelling van de witbalans. Wanneer u deze opname selecteert, worden de desbetreffende witbalansgegevens geïmporteerd voor de witbalansinstelling.
1
Fotografeer een wit object. ¡Zorg ervoor dat het effen witte object het centrale gedeelte van de meetcirkel volledig vult. ¡Stel de focusinstellingsknop op de lens in op
[Handm. Witbalans]. 2 Selecteer ¡Selecteer het tabblad
de opname. 3 Selecteer ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om de opname die u in stap 1 hebt gemaakt te selecteren. Laat de knop vervolgens los.
49
H44_E.book Page 50 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
de gegevens van de 4 Importeer witbalans. ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om [OK] te selecteren. Laat de knop <X> vervolgens los. s De witbalansgegevens van de opname worden geïmporteerd.
In plaats van een wit object kan een kaart met 18% grijs (in de winkel verkrijgbaar) een nauwkeuriger witbalans opleveren.
50
H44_E.book Page 51 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Kleurtemperatuur instellen U kunt de kleurtemperatuur van de witbalans numeriek instellen.
1
Selecteer
de kleurtemperatuur in. 2 Stel ¡Houd de knop ingedrukt en draai aan het instelwiel <6> om de gewenste kleurtemperatuur in te stellen. Laat de knop vervolgens los. ¡De kleurtemperatuur kan worden ingesteld van 2800 K tot 10000 K (in stappen van 100 K).
¡ Wanneer u de kleurtemperatuur instelt voor een kunstlichtbron moet u indien nodig ook de witbalanscorrectie (magenta of groen) instellen. ¡ Als u
51
H44_E.book Page 52 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Witbalans corrigeren U kunt de standaardkleurtemperatuur van de witbalansinstelling corrigeren. Deze correctie heeft hetzelfde effect als het gebruik van kleurtemperatuurconversie of een kleurencompensatiefilter. Elke kleur kan in negen niveaus worden gecorrigeerd. Gebruikers die bekend zijn met het gebruik van kleuremperatuurconversie of kleurencompensatiefilters zullen deze functie waarderen.
1
Houd de knop ingedrukt en druk op de knop . ¡Houd de knop ingedrukt. U kunt de knop weer loslaten.
de knop ingedrukt 2 Houd en draai aan het instelwiel <6> of aan het instelwiel <5>. ¡Het instelwiel <6> geeft een correctie voor blauw (B) en amber (A), en het instelwiel <5> geeft een correctie voor magenta (M) en groen (G). ¡U kunt zowel voor blauw (B)/amber (A) als magenta (M)/groen (G) corrigeren. ¡Als u de witbalanscorrectie wilt annuleren, kiest u de instelling “0”.
¡ Tijdens het instellen van de correctie wordt in de zoeker weergegeven. ¡ Eén correctieniveau voor blauw/amber is gelijk aan 5 mireds van een kleurtemperatuurconversiefilter. (Mired: maateenheid voor de dichtheid van een kleurtemperatuurconversiefilter. ) ¡ Behalve de witbalanscorrectie kunt u ook reeksopnamen op basis van de witbalans en AEB-opnamen instellen.
52
H44_E.book Page 53 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Automatische reeksopnamen op basis van de witbalans Het is mogelijk drie opnamen met een verschillende kleurtoon in één keer op te slaan. De opname wordt niet alleen opgeslagen met de standaardkleurtemperatuur van de witbalansmodus, maar ook met meer blauw/amber en met meer magenta/groen. Dit worden reeksopnamen op basis van de witbalans genoemd. De kleurafwijking kan worden ingesteld in +/–3 hele stappen.
1
Houd de knop ingedrukt en druk op de knop
de knop
53
H44_E.book Page 54 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
de opname. 3 Maak De drie opnamen van de reeks s
worden in deze volgorde op de geheugenkaart opgeslagen: standaardkleurtemperatuur, verlaagde kleurtemperatuur en verhoogde kleurtemperatuur. ¡Als u het maken van reeksopnamen op basis van de witbalans wilt annuleren, kiest u de instelling < >.
¡ Eén correctieniveau voor blauw/amber is gelijk aan 5 mireds van een kleurtemperatuurconversiefilter. ¡ Behalve de reeksopnamen op basis van de witbalans kunt u ook een witbalanscorrectie en AEB-opnamen instellen. Als u AEB-opnamen kiest in combinatie met reeksopnamen op basis van de witbalans, worden van elke opname negen versies opgeslagen. ¡ Bij continu-opnamen is het aantal opgeslagen afbeeldingen drie keer zo groot als het aantal gemaakte opnamen. ¡ Aangezien voor iedere opname drie afbeeldingen worden opgeslagen, kost het opslaan van de opname op de geheugenkaart meer tijd.
54
H44_E.book Page 55 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
3Kleurmatrix selecteren Met de kleurmatrix kunt u de gewenste kleurschaduw, kleurtoon en kleurruimte (bereik van te reproduceren kleuren) selecteren. Deze zijn vergelijkbaar met de kenmerken van een kleurenfilm.
1
Selecteer [Kleurmatrix]. ¡Selecteer het tabblad
[Kleurmatrix]. 2 Selecteer ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om de gewenste kleurmatrix te selecteren. Laat de knop vervolgens los.
Standaard
Geeft natuurlijke kleurschaduwen en kleurtonen. Geschikt om de natuurlijke kleuren van het onderwerp naar voren te halen.
Portret
Geeft uitstekende kleurtonen voor portretten. Geschikt om de huidskleur goed weer te geven.
H verzadig
Geeft vergelijkbare kleurschaduwen als bij een filmrolletje met een hoge verzadiging. Geschikt voor een heldere weergave van de kleuren.
Adobe RGB
Deze instelling wordt voornamelijk gebruikt voor commercieel drukwerk en andere industriële toepassingen. Als u geen kennis hebt van beeldbewerking, Adobe RGB en Design rule for Camera File System 2.0 (Exif 2.21) wordt aangeraden deze instelling niet te gebruiken. Omdat de afbeelding er niet helder uitziet op sRGB-pc's en -printers die niet compatibel zijn met Design rule for Camera File System 2.0 (Exif 2.21), is beeldbewerking van de afbeelding vereist.
L verzadig
Deze instelling maakt de kleurschaduwen lichter en de kleuren zachter.
KM instel 1 en 2
Stel eerst de parameters in via [Stel in].
Stel in
Voor het instellen van KM-instelling 1 en 2.
55
H44_E.book Page 56 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Aangepaste instellingen voor kleurmatrix aanmaken U kunt de volgende instellingen van de kleurmatrix aanpassen: ([Kleurruimte], [Verzadiging] en [Kleurtoon])
1
Selecteer [Kleurmatrix]. ¡Selecteer het tabblad
Selecteer [Stel in]. 2 ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om [Stel in] te selecteren. Laat de knop vervolgens los.
het nummer van de 3 Selecteer KM-instelling. ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om [KM instel1] of [KM instel2] te selecteren. Laat de knop vervolgens los.
het in te stellen item. 4 Selecteer ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om het gewenste item te selecteren. Laat de knop vervolgens los.
56
H44_E.book Page 57 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
de gewenste instelling. 5 Selecteer ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5>om de gewenste instelling te selecteren. Laat de knop vervolgens los. ¡Druk op de knop <M> om terug te gaan naar stap 2.
het nummer van de 6 Selecteer KM-instelling. ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om het nummer van de ingestelde KMinstelling te selecteren. Laat de knop vervolgens los. Instellingen van de kleurmatrix Kleurmatrix
Kleurruimte
Verzadiging
1 Standaard
sRGB
Standaard
Kleurtoon 0
2 Portret
sRGB
Standaard
-2
3 H verzadig
sRGB
Hoog
0
4 Adobe RGB
Adobe RGB
Standaard
0
sRGB
Laag
0
5 L verzadig
¡ Wanneer u bij [Kleurtoon] een negatieve waarde invult, wordt de afbeelding roder van kleur. Een positieve waarde geeft een geler resultaat. ¡ Het bestandsnummer van een opname die is gemaakt met de kleurmatrix Adobe RGB begint met een onderstrepingsteken (_). Dit is in overeenstemming met de standaard Design rule for Camera File System 2.0 (Exif 2.21).
57
H44_E.book Page 58 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
3Bewerkingsparameters instellen De door u gemaakt opname kan automatisch door de camera worden bewerkt volgens een van drie sets door u ingestelde bewerkingsparameters ([Tooncurve], [Scherpte] en [Contrast]). Gebruik de meegeleverde software voor het vastleggen van de kleurtooncurve. Parameter
Effect
Tooncurve
Voor het wijzigen van de helderheid, de kleurtoon en dergelijke.
Scherpte
Hoe hoger de instelling, hoe scherper de afbeelding.
Contrast
Hoe hoger de instelling, hoe groter het contrast.
1
Selecteer [Parameters]. ¡Selecteer het tabblad
[Stel in]. 2 Selecteer ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om [Stel in] te selecteren. Laat de knop vervolgens los. s Het instellingenscherm verschijnt.
het setnummer dat u 3 Selecteer wilt instellen. ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om [Set 1], [Set 2] of [Set 3] te selecteren. Laat de knop vervolgens los.
58
H44_E.book Page 59 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
het in te stellen item. 4 Selecteer ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om de parameter te selecteren. Laat de knop vervolgens los.
de gewenste instelling. 5 Selecteer ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om de gewenste instelling te selecteren. Laat de knop vervolgens los. ¡Druk op de knop <M> om terug te gaan naar stap 2.
het setnummer dat u 6 Selecteer hebt ingesteld. ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om [Set 1], [Set 2] of [Set 3] te selecteren. Laat de knop vervolgens los.
¡ De parameterinstelling [Standaard] kan niet worden gewijzigd. ¡ Bij de instelling van de tooncurve staat de afkorting [TCD * ] voor Tone Curve Data (gegevens tooncurve).
59
H44_E.book Page 60 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Instellen van de map en de geheugenkaart U kunt mappen aanmaken en selecteren. Wanneer uw camera is uitgerust met een CF-kaart én een SD-kaart, kunt u kiezen welke geheugenkaart u wilt gebruiken. Het is ook mogelijk opnamen op beide kaarten op te slaan waarbij een exemplaar dient als reservekopie.
Stel de camera in op de mapmodus. ¡Houd de knop
Een nieuwe map maken ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om [Maak folder] te selecteren. Laat de knop vervolgens los. s Het scherm “Maak folder” verschijnt. ¡ Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om [OK] te selecteren. Laat de knop vervolgens los. Er wordt nu een nieuwe map aangemaakt.
¡ Op het linkertabblad
60
H44_E.book Page 61 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Het nummer 999 is het hoogst mogelijke mapnummer.
Mappen aanmaken met een pc Maak een nieuwe map aan met de naam “Dcim” terwijl de map van de geheugenkaart op het scherm geopend is. Open de map Dcim en maak hieronder net zoveel mappen aan als u wilt om de afbeeldingen overzichtelijk op te slaan. De mapnamen moeten beginnen met drie cijfers van 100 tot 999, gevolgd door vijf letters, bijvoorbeeld 100ABC_D. De vijf letters kunnen bestaan uit een combinatie van hoofdletters en kleine letters van A tot Z en een onderstrepingsteken. Er mogen geen spaties in de mapnaam voorkomen. Mappen die met dezelfde drie cijfers beginnen, bijvoorbeeld “100ABC_C” en “100ABC_D”, worden niet door de camera herkend. Ook niet als de cijfers worden gevolgd door een andere lettercombinatie.
Een map selecteren ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om een map te selecteren. Laat de knop vervolgens los. s De map wordt nu geselecteerd.
Een geheugenkaart selecteren Selecteer de geheugenkaart die u wilt gebruiken voor het opslaan, weergeven of wissen van afbeeldingen. ¡Houd de knop <er> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om de geheugenkaart te selecteren. Laat de knop vervolgens los. ¡Het linkertabblad [f] is de CF-kaart en het rechtertabblad [g] is de SDkaart.
61
H44_E.book Page 62 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Beide geheugenkaarten gebruiken voor opslag (back-up) De opname wordt op de CF-kaart en op de SD-kaart opgeslagen in de map met hetzelfde nummer en heeft hetzelfde bestandsnummer, hetzelfde aantal pixels en dezelfde opnamekwaliteit.
1
Selecteer [BackUp]. ¡Selecteer het tabblad
de gewenste instelling. 2 Selecteer ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om de gewenste instelling te selecteren. Laat de knop vervolgens los. ¡Bij beide keuzemogelijkheden, h en j, wordt de opname op beide kaarten opgeslagen.
Verschil tussen h en j Nadat de opname is opgeslagen, kunt u deze laten weergeven vanaf de CF-kaart of de SD-kaart. Wanneer u h selecteert, wordt de opname op de CF-kaart weergegeven en wanneer u j selecteert, wordt de opname op de SD-kaart weergegeven. ¡ U kunt back-upopnamen gemakkelijker terugvinden als u hiervoor een speciale map aanmaakt. ¡ Het aantal resterende opnamen dat wordt weergegeven op het LCDpaneel aan de bovenkant is gebaseerd op de geheugenkaart met de kleinste hoeveelheid vrije ruimte. ¡ In de back-upmodus wordt op de CF-kaart en de SD-kaart automatisch een map met hetzelfde nummer aangemaakt. ¡ Zodra een van beide geheugenkaarten vol is, kunt u geen opnamen meer maken. ¡ U kunt geen afbeeldingen van de ene naar de andere kaart verplaatsen of kopiëren.
62
H44_E.book Page 63 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
3Methoden voor bestandsnummering De bestandsnummers zijn vergelijkbaar met de beeldnummers op een film. Er zijn twee methoden voor bestandsnummering: [Auto reset] en [Continu]. De opgeslagen opnamen krijgen automatisch een bestandsnummer toegewezen tussen 0001 tot 9999. De opnamen worden opgeslagen in de geselecteerde map.
1
Selecteer [Bestandnr.]. ¡Selecteer het tabblad
de gewenste instelling. 2 Selecteer ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om de gewenste instelling te selecteren. Laat de knop vervolgens los.
Automatische reset (Auto reset) Steeds wanneer u de geheugenkaart vervangt, begint de nummering opnieuw bij het eerste bestandsnummer (XXXX0001). Aangezien het bestandsnummer van de opname bij iedere geheugenkaart bij 0001 begint, kunt u de afbeeldingen per geheugenkaart archiveren. Bestandsnummering na het wijzigen van de map Geheugenkaart 1 100
101
XXXX0001
XXXX0001
Bestandsnummering na het vervangen van de geheugenkaart Geheugenkaart 1
Geheugenkaart 2
XXXX0001
XXXX0001
63
H44_E.book Page 64 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Continue nummering De volgorde van de bestandsnummering wordt niet onderbroken, zelfs niet wanneer u de geheugenkaart vervangt. Zo wordt voorkomen dat opnamen hetzelfde bestandsnummer hebben en is het gemakkelijker om de opnamen met een pc te beheren. Bestandsnummering na het wijzigen van de map
Bestandsnummering na het vervangen van de geheugenkaart
Geheugenkaart 1 100
101
XXXX0001
XXXX0002
Geheugenkaart 1
Geheugenkaart 2
XXXX0001
XXXX0002
¡ Na bestandsnummer 9999 kunt u geen opnamen meer maken. Ook niet als er nog ruimte is op de geheugenkaart. Volg in dit geval de instructies op het LCD-scherm, houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om [OK] te selecteren. Er wordt nu een nieuwe map aangemaakt en u kunt weer opnamen maken. Voorkom bovenstaande situatie door van te voren de methode voor bestandsnummering in te stellen op [M- reset]. ¡ Als er op de geheugenkaart die u gebruikt een DCIM-map is aangemaakt, kan de bestandsnummering doorgaan vanaf de laatste opname in deze map.
Bestandsnamen Er wordt automatisch een bestandsnaam toegewezen aan elke opname die u maakt. De bestandsnaam bestaat uit een unieke in de fabriek vastgelegde cameracode van vier tekens en een automatisch toegekend bestandsnummer. De cameracode kan niet worden gewijzigd.
(Voorbeeld)
5F9Z0001.jpg
Geforceerde reset (M- reset) Hierbij wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt en begint de bestandsnummering opnieuw vanaf XXXX0001. Alle volgende opnamen worden in deze nieuwe map opgeslagen. De methode voor bestandsnummering (auto reset of continu) die voorafgaand aan deze geforceerde reset werd gebruikt, wordt hierna voortgezet.
64
H44_E.book Page 65 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
3
Autofocus en transportmodi Het ovale AF-gebied heeft 45 AF-punten. Door het optimale AF-punt te kiezen wordt een automatische focus uitgevoerd terwijl u toch het gewenste onderwerp in beeld houdt. Tevens kunt u de automatische focus instellen op het onderwerp of het beoogde effect.
Stel eerst de knoppen <4> en <7> in op <1>.
65
H44_E.book Page 66 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
De AF-modus selecteren
1
Stel de focusinstellingsknop op de lens in op
de gewenste AF-modus. 2 Selecteer ¡Houd de knop
One-Shot AF voor niet-bewegende onderwerpen Door de ontspanknop half in te drukken activeert u de AF-functie en wordt de focus eenmaal ingesteld. s Het AF-punt waarop het onderwerp werd scherpgesteld, knippert kort eenmaal en het focusbevestigingslampje
AI Servo AF voor bewegende onderwerpen Wanneer u de ontspanknop half indrukt blijft de camera scherpstellen op het onderwerp dat de camera nadert of ervan weggaat. ¡Deze AF-modus is geschikt voor bewegende onderwerpen, waarbij de focusafstand telkens verandert. ¡De belichting wordt ingesteld wanneer de opname wordt gemaakt.
66
H44_E.book Page 67 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Een niet-gecentreerd onderwerp scherpstellen Als u wilt scherpstellen op een onderwerp dat buiten het ovale AF-gebied valt, volgt u de onderstaande procedure. Deze techniek noemt men focusvergrendeling. Focusvergrendeling is alleen mogelijk in de modus One Shot AF.
1 2 3
Richt het AF-gebied of het AF-punt op het onderwerp en druk de ontspanknop half in om scherp te stellen. Houd de ontspanknop half ingedrukt om het beeld naar wens opnieuw samen te stellen. Maak de opname.
¡ Als u niet kunt scherpstellen, gaat het focusbevestigingslampje
67
H44_E.book Page 68 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
SAF-punten selecteren Automatische selectie Uit de vijfenveertig AF-punten selecteert de camera automatisch het AF-punt dat het beste past bij het onderwerp.
Handmatige AF-puntselectie (U kunt kiezen uit drie groepen AF-punten) 1. Handmatig kunt u elk van de vijfenveertig AF-punten selecteren. 2. Handmatig kunt u elk van de elf AF-punten selecteren. (C.Fn-13-1, 2) 3. Handmatig kunt u elk van de negen AF-punten selecteren. (C.Fn-13-3) * Voor selectiemethode 2 en 3 schakelt u C.Fn-13 in (p.151). Stel persoonlijke voorkeuren in met 3
1 Handmatig selecteren met 45 AF-punten
Druk op de knop <S>. (9)
een AF-punt. 2 Selecteer ¡Als u een horizontaal AF-punt wilt selecteren, draait u aan het instelwiel <6>. ¡Als u een verticaal AF-punt wilt selecteren, draait u aan het instelwiel <5>. ¡Als alle uiterste AF-punten gaan branden, wordt automatisch AF-selectie ingeschakeld. ¡Wanneer u de ontspanknop half indrukt, kunt u opnamen maken.
68
H44_E.book Page 69 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
¡ Als u een verticaal AF-punt wilt selecteren, kunt u ook op de knop <S> drukken, vervolgens de knop
Handmatige selectie met slechts 11 AF-punten C.Fn-13-1, 2 (p.151) ¡Aangezien er slechts 11 AF-punten zijn, kunt u meer aandacht besteden aan de beeldcompositie. ¡Het selecteren van een AF-punt verloopt op dezelfde manier als beschreven in stap 1 en 2..
Handmatige selectie met slechts 9 AF-punten C.Fn-13-3 (p.151) ¡U kunt kiezen uit het middelste AF-punt en 8 AF-punten aan de buitenkant. ¡U selecteert een horizontaal AF-punt op dezelfde manier als beschreven staat in stap 1 en 2. Als u een AF-punt selecteert buiten de AF-punten aan de buitenkant, wordt de modus voor automatische selectie ingeschakeld. ¡Als u een AF-punt aan de buitenkant wilt selecteren, drukt u op de knop <S> en draait u aan het instelwiel <5>.
Als u C.Fn-13-1/2/3 instelt, kunnen alle vijfenveertig AF-punten automatisch worden geselecteerd.
69
H44_E.book Page 70 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Het AF-punt registreren en inschakelen Door een AF-punt dat u vaak gebruikt te registreren, kunt u er ogenblikkelijk naar overschakelen. U kunt elk van de vijfenveertig AFpunten registreren. U kunt echter slechts één AF-punt tegelijk registreren.
AF-punt registreren
1
Selecteer het AF-punt dat u wilt registreren. ¡Druk op <S> en draai aan het instelwiel <6> of <5>.
het AF-punt. 2 Registreer ¡Houd de knop
Automatische AF-puntselectie
Niet-gecentreerd AF-punt
Middelste AF-punt
¡ Als u een Speedlite en spotmeting gebruikt, drukt u eerst op de knop
70
H44_E.book Page 71 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Overschakelen naar het geregistreerde AF-punt Als u naar een geregistreerd AF-punt wilt overschakelen, drukt u tegelijkertijd op de knoppen
(1) Druk tegelijkertijd op de knoppen
(2) Druk alleen op de knop
¡ Als u C.Fn-13 instelt of annuleert, wordt het middelste AF-punt het geregistreerde AF-punt. Dit geldt niet als u C.Fn-13-1 wijzigt in C.Fn-13-2 of omgekeerd. ¡ Als C.Fn-18-1/2 en C.Fn-04-1/3 ook zijn ingesteld, volstaat een druk op de knop
71
H44_E.book Page 72 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Activeringsgebied AF-punt
C.Fn-17
U kunt C.Fn-17 zo instellen dat de omliggende AF-punten worden opgenomen in het activeringsgebied van het AF-punt. (C.Fn-17) (p.152) Stel persoonlijke voorkeuren in met 3
• Het activeringsgebied uitbreiden tot 7 punten C.Fn-17-1 (p.152) Een groter activeringsgebied maakt het eenvoudiger om scherp te stellen op snel bewegende onderwerpen. ¡Het uitgebreide activeringsgebied van het AF-punt wordt niet weergegeven in de zoeker. ¡Wanneer wordt scherpgesteld in de modus One Shot AF, gaat het geselecteerde AF-punt of de :Geselecteerd AF-punt geselecteerde AF-punten die hebben :AF-punten in uitgebreid scherpgesteld, branden. activeringsgebied
• Het activeringsgebied automatisch uitbreiden tot 7 of 13 AF-punten C.Fn-17-2 (p.152) Zoals hieronder weergegeven, wordt het activeringsgebied van het AFpunt automatisch zo uitgebreid dat het past bij de lensbrandpuntafstand en de AF-modus. Dit is handig als de bewegingen van het onderwerp onvoorspelbaar zijn. AFmodus OneShot AF AI Servo AF
72
Lensbrandpuntafstand Korter dan 200 mm 200 mm of langer
Het AF-activeringsgebied wordt niet automatisch uitgebreid.
Het activeringsgebied wordt met één AF-punt uitgebreid.
H44_E.book Page 73 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
AF-gevoeligheid en maximaal diafragma Alle AF-punten van de EOS-1Ds Mark II zijn gevoelig over de horizontale lijn. Bij lenzen met een groot maximaal diafragma kunnen sommige AFpunten echter functioneren als kruissensoren voor een grotere AF-precisie. (1) Bij lenzen met een maximaal diafragma van f/2,8 of groter functioneren de gemarkeerde AF-punten in de afbeelding als kruissensoren die zowel over de verticale als de horizontale lijnen gevoelig zijn. De resterende 38 AF-punten zijn alleen gevoelig over de horizontale lijn. Kruissensoren zijn ongeveer drie keer gevoeliger over de verticale lijn dan over de horizontale lijn. (2) Bij de volgende lensen uit de L-serie met een maximaal diafragma van f/4 of hoger, is het middelste AF-punt een kruissensor, ongeacht of een extender is aangesloten. De resterende 44 AF-punten zijn alleen over de horizontale lijn gevoelig (een uitzondering is de EF 70-200mm f/2,8L USM + Extender EF 1,4x). · EF 28-80mm f/2,8-4L USM · EF 300mm f/4L USM · EF 300mm f/4L IS USM · EF 400mm f/4 DO IS USM · EF 500mm f/4L IS USM · EF 600mm f/4L USM · EF 600mm f/4L IS USM · EF 70-200mm f/4 L USM
¡Met Extender EF 1,4x of EF 1,4x II: · EF 200mm f/2,8L USM · EF 200mm f/2,8L II USM · EF 300mm f/2,8L USM · EF 300mm f/2,8L IS USM · EF 400mm f/2,8L USM · EF 400mm f/2,8L II USM · EF 400mm f/2,8L IS USM · EF 70-200mm f/2,8L IS USM
¡ Met Extender EF 2x of EF 2x II: · EF 135mm f/2L USM · EF 200mm f/1,8L USM
73
H44_E.book Page 74 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
(3) Als de volgende lenzen uit de L-serie met een maximaal diafragma van f/8 of hoger worden aangesloten met een extender, werkt AF alleen met het middelste AF-punt (gevoelig over de horizontale lijn). AF werkt niet met de andere AF-punten. ¡ Met Extender EF 1,4x of EF 1,4x II: · EF 400mm f/5,6L USM · EF 500mm f/4,5L USM · EF 100-400mm f/4,5-5,6L IS USM
¡ Met Extender EF 2x of EF 2x II: · EF 300mm f/4L USM · EF 300mm f/4L IS USM · EF 400mm f/4 DO IS USM · EF 500mm f/4L IS USM · EF 600mm f/4L USM · EF 600mm f/4L IS USM · EF 70-200mm f/4 L USM
¡ Wanneer u de knop <S> indrukt, verschijnt in het LCD-paneel wat u hier rechts ziet.
Als de EF 70-200mm f/2,8L USM lens (zonder IS) is aangesloten met extender EF 1,4x of EF 1,4x II, functioneert het middelste AF-punt als kruissensor. Gebruik geen automatische scherpstelling voor de overige AF-punten omdat dit een scherpstellingsfout kan veroorzaken.
74
H44_E.book Page 75 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Als autofocus niet werkt (handmatige focus) Met autofocus lukt het niet altijd om het onderwerp scherp te stellen (het focusbevestigingslampje
Onderwerpen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld (a) Onderwerpen met weinig contrast Voorbeeld: strakblauwe lucht, muren met een effen kleur, enz. (b) Onderwerpen in slecht licht (c) Reflecterende onderwerpen met extreem tegenlicht Voorbeeld: wagen met reflecterende carrosserie, enz. (d) Nabije en verre objecten die elkaar overlappen Voorbeeld: dier in een kooi, enz. (e) Zich herhalende patronen Voorbeeld: vensters in een wolkenkrabber, toetsenborden, enz. In zulke gevallen handelt u als volgt: (1) Stel scherp op een object dat op dezelfde afstand staat als het onderwerp, en vergrendel de focus vóórdat u de opname opnieuw samenstelt. (2) Stel op de lensfocusinstellingsknop in op
Als het niet mogelijk is scherp te stellen met het AF-hulplicht van een Speedlite of ST-E2, selecteert u het middelste AF-punt. Met een nietgecentreerd AF-punt is het wellicht niet mogelijk om scherpstelling te bereiken.
75
H44_E.book Page 76 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Handmatig scherpstelling Zet de focunsinstellingsknop van de lens op
¡ Als u een AF-punt selecteert en de ontspanknop half indrukt tijdens een handmatige focus, knippert het AF-punt en gaat het focusbevestigingslampje branden wanneer focus wordt bereikt. ¡ Als bij automatische AF-puntselectie het middelste AF-punt focus bereikt, knippert het punt rood en gaat het focusbevestigingslampje branden. ¡ Met USM-lenzen (Ultrasonic Motor): Wanneer de lens focus bereikt in de modus One-Shot, kunt u de focusring gebruiken voor een fijnafstelling van de focus (continue handmatige focus) (Geldt niet voor USM-lenzen die geen focusafstandsschaal hebben.)
76
H44_E.book Page 77 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Transportmodus selecteren Selecteer de transportmodus. ¡Houd de knoppen <W> en ingedrukt en draai aan het instelwiel <6> om de transportmodus te selecteren. Laat de knoppen vervolgens los. u Enkele opnamen i Continu-opname: maximaal 4 opnamen per seconde
¡ Wanneer u opnamen maakt, worden deze eerst opgeslagen in het interne geheugen van de camera en daarna overgezet naar de geheugenkaart. Wanneer tijdens een continu-opname het interne geheugen vol raakt, moet u eerst de opnamen naar de kaart overzetten voordat u kunt verdergaan. Zodra de opnamen worden overgezet naar de kaart, kunt u weer opnamen maken. Druk de ontspanknop half in. Onderaan rechts in de zoeker verschijnt het aantal opnamen dat u maximaal nog kunt maken bij een continu-opname. Het maximumaantal opnamen bij een continu-opname verschijnt altijd, zelfs als er geen geheugenkaart in de camera zit. Installeer een geheugenkaart voordat u opnamen maakt. ¡ Als “Card full” (Kaart vol) in de zoeker en op het LCD-paneel verschijnt, dient u te wachten totdat de lees-/schrijfindicator niet meer brandt of knippert, waarna u de geheugenkaart kunt vervangen.
77
H44_E.book Page 78 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Bediening met de zelfontspanner
1
Selecteer de zelfontspannermodus. ¡Houd de knoppen <W> en ingedrukt en draai aan het instelwiel <6> om de zelfontspannermodus te selecteren. Laat de knoppen vervolgens los. k: zelfontspanner van 10 seconden l: zelfontspanner van 2 seconden
scherp op het onderwerp. 2 Stel ¡Kijk in de zoeker en druk de ontspanknop half in om te controleren of het focusbevestigingslampje brandt en of de belichtingsinstelling wordt weergegeven.
de opname. 3 Maak ¡Druk de ontspanknop helemaal in. s
Het lampje van de zelfontspanner gaat knipperen, wat aangeeft dat de zelfontspanner aftelt. Twee seconden voordat de opname wordt gemaakt gaat de lamp sneller knipperen.
Zorg ervoor dat u niet vóór de camera staat wanneer u de ontspanknop indrukt om de zelfontspanner in werking te stellen. Anders gaat de scherpstelling verloren. ¡ Gebruik een statief als u de zelfontspanner gebruikt. ¡ Als u de zelfontspanner wilt uitschakelen nadat u deze in werking hebt gesteld, zet u <4> op <2>. ¡ Wanneer u met de zelfontspanner een foto van u zelf maakt, vergrendelt u de focus (p.67) op een object dat zich ongeveer op dezelfde afstand bevindt als u op het moment van de opname. ¡ De zelfontspanner op 2 seconden zetten is handig als u close-ups of dubbele opname wilt maken omdat u op die manier vermijdt dat de camera beweegt.
78
H44_E.book Page 79 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
4
Belichting U kunt voor ieder onderwerp de optimale lichtmeetmodus, transportmodus en opnamemodus instellen (d/s/f/a). Ook enkele andere handige opnamefuncties worden hier beschreven.
Stel eerst de knop <4> in op <1>. Stel indien nodig ook de knop <7> in op <1>.
79
H44_E.book Page 80 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
q Een lichtmeetmodus selecteren Selecteer de lichtmeetmodus. ¡Houd de knop ingedrukt en draai aan het instelwiel <6> om de gewenste meetmodus te selecteren. Laat de knop vervolgens los.
q Evaluatieve lichtmeting Dit is de standaardmeetmethode van de camera die zelfs geschikt is voor onderwerpen met tegenlicht. De camera stelt de juiste belichting in nadat de volgende zaken zijn gedetecteerd: de positie van het onderwerp in de zoeker, de helderheid, de achtergrond, de lichtcondities op de voorgrond en eventueel tegenlicht, en de camerastand (horizontaal of verticaal).
w Deelmeting Deze methode is effectief wanneer de achtergrond veel helderder is dan het onderwerp (bijvoorbeeld bij tegenlicht). De lichtmeting wordt uitgevoerd in het midden en beslaat ongeveer 8,5% van het oppervlak van de zoeker.
r Spotmeting Hiermee kunt u een lichtmeting uitvoeren op een specifiek gedeelte van het onderwerp. De meting wordt uitgevoerd in het midden en beslaat ongeveer 2,4% van het oppervlak van de zoeker.
80
H44_E.book Page 81 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
eGemiddelde meting met
nadruk op het midden De meting wordt uitgevoerd in het midden, waarna een gemiddelde voor de gehele opname wordt berekend.
Spotmeting van een AF-punt Voor een snelle selectie van een AF-punt kunt u het aantal te selecteren AF-punten beperken tot 11 (C.Fn-13-1) of 9 (C.Fn-13-3). Er wordt een spotmeting uitgevoerd (2,4% van het oppervlak van de zoeker) op het AF-punt dat u handmatig hebt geselecteerd uit deze 11 of 9. (p. 69, 151)
Bij flitsopnamen kunt u een flitsbelichtingscompensatie instellen door de knop in te drukken en aan het instelwiel <5> te draaien.
81
H44_E.book Page 82 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Multi-spotmeting Bij een multi-spotmeting ziet u de relatieve belichtingsniveaus van diverse gebieden van de opname en stelt u zelf de belichting in om het door u gewenste resultaat te bereiken.
de lichtmeetmodus in op 1 Stel spotmeting. (p. 80) op de knop . 2 Druk ¡Richt het punt van de spotmeting op het gebied waar u een relatieve belichtingsmeting van wilt hebben en druk op de knop . s Aan de rechterkant van de zoeker wordt het relatieve belichtingsniveau van dit punt weergegeven. De weergegeven belichtingsinstelling is het gemiddelde van de diverse spotmetingen.
¡Terwijl u naar de markeringen van de drie meetpunten op de belichtingsniveau-indicator kijkt, stelt u de belichtingscompensatie in voor het gewenste resultaat.
82
H44_E.book Page 83 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
¡ U kunt per opname maximaal acht spotmetingen uitvoeren. Als u de knop nogmaals indrukt voor een negende spotmeting wordt deze meting niet vastgelegd. ¡ De belichtingsinstelling die via een multi-spotmeting is verkregen, vervalt in de volgende gevallen: (1) Na de laatste spotmeting verstrijken 16 seconden. (2) U drukt op de knoppen , <W> of <E>. (3) U laat na het nemen van de opname de ontspanknop los. ¡ Een multi-spotmeting kan worden vastgezet in het midden of worden gekoppeld aan het actieve AF-punt.
83
H44_E.book Page 84 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
dAE-programma
1
Selecteer
scherp op het onderwerp. 2 Stel ¡Kijk door de zoeker en richt de ellips van het AF-gebied op het onderwerp. Druk de ontspanknop vervolgens half in. s Het AF-punt waarop wordt scherpgesteld knippert kort en het focusbevestigingslampje
het LCD-paneel. 3 KijkDeop sluitertijd en de diafragmawaarde s
worden automatisch ingesteld en weergegeven in de zoeker en op het LCD-paneel. ¡Wanneer de sluitertijd niet knippert, is de belichting goed.
de opname. 4 Maak ¡Richt de camera goed op het onderwerp en druk de ontspanknop helemaal in.
84
H44_E.book Page 85 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
¡ Wanneer “30” en de maximumdiafragmawaarde knipperen, is er sprake van onderbelichting. Verhoog de ISO-waarde of gebruik de flitser. ¡ Wanneer “8000” en de minimumdiafragmawaarde knipperen, is er sprake van overbelichting. Verlaag de ISO-waarde of plaats een ND-filter (neutral density filter) op de lens. ¡ Bij automatische AF-puntselectie (p. 68) knipperen alle AF-punten waarop kan worden scherpgesteld. ¡ d staat voor programma. ¡ AE staat voor automatische belichting (auto exposure). ¡ Wanneer het focusbevestigingslampje
85
H44_E.book Page 86 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
s AE-sluiterprioriteit In deze modus stelt u de sluitertijd in en stelt de camera automatisch de diafragmawaarde in die past bij de helderheid van het onderwerp. Dit heet AE-sluiterprioriteit. Met een snelle sluitertijd kan de beweging van een snelbewegend onderwerp worden 'bevroren' en met een langzame sluitertijd kan het onderwerp onscherp worden weergegeven om de indruk van beweging te geven. *s staat voor tijdwaarde (time value).
Snelle sluitertijd
1
Langzame sluitertijd
Selecteer <s> op het LCD-paneel. ¡Houd de knop <W> ingedrukt en draai aan het instelwiel <6> om <s> te selecteren. Laat de knop vervolgens los.
de gewenste sluitertijd in. 2 Stel ¡Kijk op het LCD-paneel aan de bovenkant van het toestel en draai aan het instelwiel <6>.
scherp op het onderwerp. 3 Stel ¡Druk de ontspanknop half in. s
De diafragmawaarde wordt automatisch ingesteld.
in de zoeker en maak de 4 Kijk opname. ¡Wanneer de diafragmawaarde niet knippert, is de belichting goed.
86
H44_E.book Page 87 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
¡ Wanneer de maximumdiafragmawaarde knippert, is er sprake van onderbelichting. Draai aan het instelwiel <6> totdat de diafragmawaarde niet meer knippert, om een langzamere sluitertijd in te stellen. U kunt ook de ISO-waarde verhogen. ¡ Wanneer de minimumdiafragmawaarde knippert, is er sprake van overbelichting. Draai aan het instelwiel <6> totdat het knipperen stopt, om een snellere sluitertijd in te stellen. U kunt ook de ISO-waarde verlagen.
Weergave sluitertijd De sluitertijden van “8000” tot “4” geven de noemer van de breuk van de sluitertijd aan. Bijvoorbeeld: “125” betekent 1/125 seconde, “0"5” betekent 0,5 seconde en “15"” is 15 seconde.
87
H44_E.book Page 88 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
fAE-diafragmaprioriteit In deze modus stelt u het gewenste diafragma in en stelt de camera automatisch de sluitertijd in die past bij de helderheid van het onderwerp. Dit heet AE-diafragmaprioriteit. Een groter diafragma (lager f/getal) geeft een vage achtergrond die ideaal is voor portretten. Hoe lager het f/getal, des te waziger de achtergrond. Bij een kleiner diafragma (groter f/getal) zijn zowel de voorgrond als de achtergrond scherp. Hoe hoger het f/getal, hoe scherper de objecten zowel dichtbij als veraf worden weergegeven. *f staat voor diafragmawaarde (aperture value).
Met een groot diafragma
1
Met een klein diafragma
Selecteer
de gewenste 2 Stel diafragmawaarde in. ¡Kijk op het LCD-paneel aan de bovenkant van het toestel en draai aan het instelwiel <6>.
scherp op het onderwerp. 3 Stel ¡Druk de ontspanknop half in. s
88
De sluitertijd wordt automatisch ingesteld.
H44_E.book Page 89 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
in de zoeker en maak de 4 Kijk opname. ¡Wanneer de sluitertijd niet knippert, is de belichting goed. ¡ Wanneer de “30"”-sluitertijd knippert, is er sprake van onderbelichting. Draai aan het instelwiel <6> totdat de sluitertijd niet meer knippert, om een groter diafragma (lager f/getal) in te stellen. U kunt ook de ISO-waarde verhogen. ¡ Wanneer de “8000”-sluitertijd knippert, is er sprake van overbelichting. Draai aan het instelwiel <6> om een kleiner diafragma (lager f/getal) in te stellen, totdat de diafragmawaarde niet meer knippert. U kunt ook de ISO-waarde verlagen.
Weergave diafragmawaarde Hoe groter het f/getal, hoe kleiner de diafragmaopening. De weergegeven diafragmawaarden kunnen variëren. Dit is afhankelijk van de lens. Als er geen lens op de camera zit, wordt “00” weergegeven als diafragmawaarde.
Preview scherptediepte Druk op de knop Preview scherptediepte om het diafragma in te stellen en het bereik van de acceptabele focus in de zoeker te bekijken.
De belichting wordt vergrendeld (AE-vergrendeling) als u de knop Preview scherptediepte indrukt.
89
H44_E.book Page 90 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
a Handmatige belichting In deze modus stelt u zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde in. Kijk naar de belichtingsniveau-indicator in de zoeker of gebruik een handmatige belichtingsmeter om de belichting te bepalen. Deze methode wordt handmatige belichting genoemd. *a staat voor handmatig (manual).
1
Selecteer op het LCD-paneel. ¡ Houd de knop <W> ingedrukt en draai aan het instelwiel <6> om te selecteren. Laat de knop vervolgens los.
2 Zet de knop <7> op <1>. aan het instelwiel <6> om 3 Draai de sluitertijd in te stellen en draai aan het instelwiel <5> om de diafragmawaarde in te stellen. ¡ Voor het instellen van de diafragmawaarde kunt u ook de knop
scherp op het onderwerp. 4 Stel ¡ Druk de ontspanknop half in. s De belichtingsinstelling wordt
weergegeven. ¡ Aan de rechterkant van de zoeker geeft de belichtingsniveau-indicator <s> het huidige belichtingsniveau aan ten opzichte van de standaardbelichtingsindex .
90
H44_E.book Page 91 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Belichtingsniveau-indicator
de belichting in. 5 Stel ¡Controleer het belichtingsniveau en stel de sluitertijd en het diafragma in.
6 Maak de opname.
91
H44_E.book Page 92 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
O Belichtingscompensatie instellen Belichtingscompensatie wordt gebruikt om de standaardbelichtingsinstelling van de camera te wijzigen. U kunt het beeld lichter (verhoogde belichting) of donkerder (verminderde belichting) laten lijken. De belichtingscompensatie kan worden ingesteld op +/–3 stappen in verhogingen van 1/3. Zet eerst de knop <7> op <1>.
de ontspanknop half in. (9) 1 Druk ¡Controleer het belichtingsniveau. aan het instelwiel <5> om de 2 Draai gewenste belichtingscompensatie in te stellen. Deze belichtingsniveau-indicator
3 Maak de opname. ¡ U kunt de belichtingscompensatie ook instellen door op de knop
92
H44_E.book Page 93 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
hReeksopnamen met automatische belichting (AEB) De camera kan het belichtingsniveau automatisch wijzigen met +/–3 stappen in verhogingen van 1/3 voor drie opeenvolgende opnamen. Dit worden reeksopnamen met automatische belichting (AEB) genoemd. Er zijn twee manieren voor het maken van reeksopnamen met automatische belichting. Bij de eerste worden de sluitertijd of het diafragma automatisch gewijzigd en bij de tweede wordt de ISO-waarde gewijzigd terwijl de sluitertijd en het diafragma gelijk blijven.
AEB met wijziging van sluitertijd of diafragma
1
Stel de AEB-waarde in. ¡Druk tegelijkertijd op de knoppen <W> en <E> en draai aan het instelwiel <6>. ¡In het diagram aan de linkerkant ziet u een AEB-waarde van +/- 1 ten opzichte van het standaardbelichtingsniveau. De AEB-waarde (1.0), het AEB-bereik
de opname. 2 Maak De belichtingsniveau-indicator in de s
Standaard- Verminderde Verhoogde belichting belichting belichting
zoeker geeft bij het maken van elke opname het respectieve aantal reeksopnamen aan. ¡Voor de reeksopnamen wordt de huidige transportmodus gebruikt. ¡Nadat de drie reeksopnamen zijn gemaakt, wordt de AEB-instelling niet ongedaan gemaakt. Om de AEB-instelling te annuleren, stelt u de AEB-waarde in op “0.0”.
93
H44_E.book Page 94 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
AEB met wijziging van de ISO-waarde Stel de ISO-waarde in voor de standaardbelichting van de reeksopnamen. Als u bijvoorbeeld een reeksopname wilt met +/- 1 stap voor ISO 200, 400 en 800, stelt u de ISO-waarde in op 400.
Stel de AEB-waarde in. ¡ Houd de knoppen <E> en gelijktijdig ingedrukt en draai aan het instelwiel <5>. ¡ In het diagram aan de linkerkant ziet u een AEB-waarde van +/- 1 ten opzichte van het standaardbelichtingsniveau. De AEBwaarde (1.0), het AEB-bereik
94
H44_E.book Page 95 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
AAE-vergrendeling Met AE-vergrendeling kunt u de belichting op een andere plaats vergrendelen dan het focuspunt. Nadat u de belichting hebt vergrendeld, kunt u het beeld opnieuw samenstellen terwijl u het gewenste belichtingsniveau handhaaft. Deze functie is handig voor onderwerpen met tegenlicht of onder een spotje.
1 Stel scherp op het onderwerp. Druk op de knop <w>. (9) 2 ¡Richt het midden van de zoeker op het onderwerp waarop de belichting moet worden vergrendeld en druk vervolgens op de knop . s Het pictogram <w> licht op in de zoeker en de belichtingsinstelling wordt vergrendeld (AE-vergrendeling). ¡Iedere keer wanneer u de knop indrukt, wordt de huidige belichtingsinstelling vergrendeld.
de compositie opnieuw en 3 Bepaal maak de opname. ¡De belichtingsniveau-indicator geeft het vergrendelde belichtingsniveau en het werkelijke belichtingsniveau weer. ¡Als u de AE-vergrendeling wilt handhaven terwijl u meerdere opnamen maakt, houdt u de knop ingedrukt en drukt u de ontspanknop in om nog een opname te maken. Bij AE-vergrendeling van een specifiek punt wordt een deelmeting of een spotmeting aangeraden. (p. 80)
95
H44_E.book Page 96 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Bulb-opnamen Wanneer bulb is ingesteld, blijft de sluiter geopend zolang u de ontspanknop geheel houdt ingedrukt. Deze methode wordt bulbbelichting genoemd. Gebruik de instelling voor bulbbelichting voor nachtopnamen, vuurwerk en andere opnamen waarvoor een lange belichting vereist is.
1
w
q
e
Selecteer “buLb” op het LCD-paneel. ¡Houd de knop <W> ingedrukt en draai aan het instelwiel <6> om “buLb” te selecteren. Laat de knop vervolgens los.
aan het instelwiel <6> om 2 Draai het diafragma in te stellen. de opname. 3 Maak ¡Druk de ontspanknop helemaal in. s
De verstreken belichtingstijd wordt op het LCD-paneel weergegeven. q: sec. , w: min. , e: uur
¡ Bulb-opnamen kunnen er korrelig uitzien doordat ze ruis bevatten. Schakel op het tabblad
ULCD-paneelverlichting Met de knop rechtsboven op de camera zet u de verlichting van het LCD-paneel aan of uit. Laat de ontspanknop helemaal los om de opname met bulbbelichting te beëindigen.
96
H44_E.book Page 97 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
De spiegel opklappen Het opklappen van de spiegel is mogelijk met C.Fn-12. (p. 151). Hierdoor wordt voorkomen dat de spiegel trillingen veroorzaakt en de opname er wazig uitziet bij close-ups of bij het gebruik van een supertelelens. Stel de persoonlijke voorkeuren in via 3
1
Druk de ontspanknop helemaal in. s
De spiegel wordt vergrendeld in de opgeklapte positie.
de ontspanknop weer 2 Druk helemaal in. s
De opname wordt gemaakt en de spiegel wordt weer naar beneden geklapt.
¡ Bij zeer fel licht, zoals op het strand of tijdens het skiën op een zonnige dag, maakt u de opname direct na het opklappen van de spiegel. ¡ Richt de lens niet direct op de zon wanneer de spiegel is opgeklapt. De warmte van de zon kan de sluitergordijnen verschroeien en beschadigen. ¡ U kunt geen bulbopnamen maken met de zelfsontspanner. Als u de ontspanknop loslaat tijdens het aftellen van de zelfontspanner, hoort u wel het geluid van de ontspanknop. Er wordt echter geen opname gemaakt. ¡ Bij het opklappen van de spiegel wordt de transportmodus voor enkele opnamen ingeschakeld (u), ongeacht de huidige instelling van de transportmodus (enkel of continu). ¡ Na 30 seconden wordt de spiegel automatisch weer neergeklapt. Wanneer u de ontspanknop opnieuw helemaal indrukt, gaat de spiegel weer omhoog. ¡ Het gebruik van de Afstandbediening RS-80N3 of de Afstandbediening met timer TC-80N3 (beide afzonderlijk te koop) wordt aanbevolen voor opnamen met een opgeklapte spiegel.
Oculairafsluiter Als u een opname maakt zonder door de zoeker te kijken, kan er strooilicht door het oculair vallen wat een nadelige invloed op de belichting kan hebben. U kunt dit voorkomen door de oculairafsluithendel naar beneden te bewegen zoals aangegeven door de pijl. Hierdoor wordt het oculair afgesloten.
97
H44_E.book Page 98 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Flitsfotografie Met de Speedlites van de EX-serie Met de voor de EOS geschikte Speedlite-flitsers uit de EX-serie is flitsfotografie net zo eenvoudig als elke andere automatische belichtingsmodus. Raadpleeg de instructiehandleiding van de Speedlite uit de EX-serie voor informatie over het gebruik ervan. De EOS-1Ds Mark II is een Type A-camera die compatibel is met alle Speedlites uit de EX-serie en die beschikt over onderstaande functies.
• Automatische E-TTL II-flitsopname E-TTL II is een nieuw automatisch belichtingssysteem voor flitsopnamen met een verbeterde flitsbelichtingscontrole en informatie over de lensfocusafstand, waardoor het systeem nauwkeuriger werkt dan het vorige E-TTL-systeem (evaluatieve flitsmeting met voorflits). De camera kan automatische E-TTL II-flitsopnamen maken met elke Speedlite uit de EX-serie.
• High-speed flitssynchronisatie (FP-flits) Bij high-speed flitssynchronisatie (FP (focal-plane) of brandpuntvlakflits) is het mogelijk om een flitssynchronisatie uit te voeren bij alle sluitertijden van 30 tot 1/8000 sec.
• FE-vergrendeling (flitsbelichtingsvergrendeling) Druk op de knop op de camera om de flitsbelichting te vergrendelen op een bepaald deel van het onderwerp. Deze flitsbelichtingsvergrendeling komt overeen met de AE-vergrendeling.
• Flitsbelichtingscompensatie Net als bij de gewone belichtingscompensatie kunt u ook een belichtingscompensatie voor flitslicht instellen. De flitsbelichtingscompensatie kan worden ingesteld op +/–3 stappen in verhogingen van 1/3.
• FEB (reeksopnamen met flitser) FEB komt overeen met AEB. (Alleen met Speedlites die compatibel zijn met FEB.) De reeksopnamen met flitsbelichting kunnen worden ingesteld op +/–3 stappen in verhogingen van 1/3.
• Draadloze E-TTL II-autoflits met meerdere Speedlites Net als bij de bedrade, meervoudige Speedlites, biedt E-TTL II draadloze autoflits met meerdere Speedlites alle bovengenoemde functies. Omdat hierbij geen verbindingskabels nodig zijn, is een meer flexibele en geavanceerde belichtingsopstelling mogelijk. (Alleen met Speedlites die geschikt zijn voor draadloos gebruik.)
98
H44_E.book Page 99 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Meting van handmatige flitsbelichting U kunt de flitsbelichting handmatig instellen bij flitsen voor close-ups. Volg onderstaande procedure wanneer u een Speedlite uit de EX-serie gebruikt die beschikt over een handmatige flitsmodus:
1 Stel de camera- en Speedlite-instellingen in. ¡ Stel de opnamestand van de camera in op of
2 Stel scherp op het onderwerp. ¡ Stel handmatig scherp.
3 Richt de cirkel van de centrale spotmeting op het onderwerp en druk op de knop
s De Speedlite flitst kort voor en slaat het benodigde flitsvermogen
in het geheugen op. s De belichtingsniveau-indicator in de zoeker geeft het ingestelde
flitsbelichtingsniveau aan ten opzichte van de standaardbelichtingsindex.
4 Stel het flitsbelichtingsniveau in. ¡ Pas het handmatige flitsniveau van de Speedlite en het diafragma van de camera op elkaar aan, zodat de flitsbelichtingsniveau-indicator overeenkomt met de standaardbelichtingsindex.
5 Maak de opname. TTL en A-TTL automatische Speedlite-flitsers ¡ Wanneer Speedlites met automatische TTL en A-TTL-flitsopnamen (de series EZ, E, EG, ML en TL) worden ingesteld op de automatische TTL- of A-TTL-flitsopnamemodus, werkt de flitser alleen met volledig vermogen. Als u de opnamestand van de camera instelt op handmatig of op AE-diafragmaprioriteit, kunt u het diafragma aanpassen en de flitser gebruiken met volledig vermogen. De Speedlite blijft dan staan in de automatische TTL- of A-TTL-flitsmodus. ¡ Wanneer u de 580EX of 550EX instelt op C.Fn-03-1 werkt de flits altijd met volledig vermogen, zelfs in de automatische TTL-flitsmodus.
99
H44_E.book Page 100 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Flitsers gebruiken van een ander merk Synchronisatietijd De EOS-1Ds Mark II kan synchroniseren met compacte flitsers van andere merken op sluitertijden van 1/250 sec. of trager. Bij grotere studioflitsers is de flitssynchronisatietijd 1/125 sec. of trager. Test de flitser om er zeker van te zijn dat deze correct synchroniseert met de camera.
Pc-aansluitbus ¡De pc-aansluitbus van de camera is geschikt voor aansluiting van flitsers via een synchronisatiesnoer. De pc-aansluitbus is voorzien van schroefdraad om te voorkomen dat het snoer per ongeluk losraakt. ¡De pc-aansluitbus van de camera heeft geen polariteit. U kunt dus elk synchronisatiesnoer aansluiten, ongeacht de polariteit.
¡ Als de camera wordt gebruikt met een flitser (met specifieke flitscontacten) of een flitsaccessoire van een ander merk, is het mogelijk dat de camera niet goed werkt. Sluit op de pc-aansluiting van de camera geen flitser aan die 250 V of meer nodig heeft. ¡ Plaats geen hoogspanningsflitser op de cameraschoen. Deze werkt mogelijk niet. Het is mogelijk om gelijktijdig een Speedlite op de cameraschoen en een andere flitser op de pc-aansluitbus aan te sluiten.
100
H44_E.book Page 101 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
5
Opnameweergave U kunt opnamen die u hebt gemaakt bekijken of verwijderen. U kunt er zelfs geluid aan toevoegen. Opnamen gemaakt met een andere camera: De camera kan in de volgende gevallen opnamen mogelijk niet correct weergeven: opnamen gemaakt met een andere camera, bewerkt op een pc of waarvan de bestandsnamen zijn gewijzigd.
101
H44_E.book Page 102 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
3Opnamen bekijken Opnamen worden meteen na het maken weergegeven op het LCDscherm. U kunt een van de volgende drie opties instellen: [Aan] om de afbeelding weer te geven, [Aan (info)] om zowel de afbeelding als informatie weer te geven en [Uit] om de afbeelding niet weer te geven.
1
Selecteer [Bekijken]. ¡Selecteer het tabblad
de gewenste instelling. 2 Selecteer ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai het instelwiel <5> om de gewenste instelling te selecteren. Laat de knop vervolgens los.
de opname. 3 Maak De gemaakte opname wordt s
weergegeven op het LCD-scherm. Instelling Bekijken [Aan]
102
Instelling [Aan (info)]
H44_E.book Page 103 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Kijktijd U kunt het aantal seconden dat een opname wordt weergegeven op het LCD-scherm, wijzigen.
1
Selecteer [Kijktijd]. ¡Selecteer het tabblad
de gewenste instelling. 2 Selecteer ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai het instelwiel <5> om de gewenste instelling te selecteren. Laat de knop vervolgens los.
Als u [Vastzetten] selecteert, bedraagt de kijktijd de helft van de automatische uitschakeltijd (p.35). Als de functie voor automatisch uitschakelen [Uit] staat, bedraagt de bekijktijd 15 minuten.
103
H44_E.book Page 104 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
3Opnamen automatisch roteren Verticale opnamen kunnen automatisch worden geroteerd zodat ze tijdens het afspelen rechtop worden weergegeven. De afbeeldingsrotatie werkt alleen als de instelling [Beeldomkeren] tijdens het maken van de verticale opnamen op [Aan] staat. De afbeeldingsrotatie werkt niet als de instelling [Beeldomkeren] tijdens het maken van de verticale opnamen op [Uit] staat.
1
Selecteer [Beeldomkeren]. ¡ Selecteer het tabblad
de gewenste instelling. 2 Selecteer ¡ Houd de knop < > ingedrukt en X
draai het instelwiel <5> naar [Aan]. Laat de knop vervolgens los.
een verticale opname. 3 Maak ¡ Als u de opname direct na het maken bekijkt, wordt het beeld niet verticaal op het LCD-scherm weergegeven.
de opname weer. 4 Geef ¡ Druk op de knop < >. V
s De verticale opname wordt verticaal
weergegeven, zoals links afgebeeld.
Wanneer een verticale opname is gemaakt terwijl de camera naar boven of naar beneden werd gehouden, kan het zijn dat de opname niet automatisch wordt geroteerd. Wanneer u de cameraoriëntatie wijzigt van horizontaal in verticaal, maakt de oriëntatiesensor van de camera een zacht geluid. Dit is geen defect.
104
H44_E.book Page 105 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Opnameweergave Elke opname kan worden geselecteerd voor weergave. U kunt een enkele opname, opname-informatie, een index of een vergroting weergeven.
1
Geef de opname weer. ¡Druk op de knop
de opname. 2 Selecteer ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5>. Als u de opnamen in omgekeerde volgorde wilt weergeven, draait u het instelwiel linksom. Als u de opnamen in chronologische volgorde wilt weergeven, draait u het instelwiel rechtsom.
¡ Als u de camera in de weergavemodus laat staan, wordt deze modus automatisch uitgeschakeld als de helft van de automatische uitschakeltijd is verstreken (p.35). Als de functie voor automatisch uitschakelen [Uit] staat, wordt de weergavemodus na 15 minuten automatisch uitgeschakeld. ¡ U kunt alleen de opnamen in de huidige map weergeven. Als u opnamen in een andere map wilt weergeven, dient u deze eerst te selecteren (p.61).
105
H44_E.book Page 106 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Weergaveformaat wijzigen
1 Geef de opname weer. het weergaveformaat. 2 Wijzig ¡Houd de knop
Weergaveformaat Opname-informatie
106
Enkele opname
4 opnamen-index
9 opnamen-index
H44_E.book Page 107 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Weergave met opname-informatie Waarde belichtingscompensatie Diafragma
Wispreventie Geluidsopname Opnamekwaliteit Geheugenkaart
Sluitertijd AF-punt Waarde flitsbelichtingscompensatie
Histogram Gegevens opnameverificatie aangehecht Mapnummer Bestandsnr.
Lichtmeetmodus Transportmodus Witbalans ISO-waarde Kleurtemperatuur als
Datum en tijd Witbalanswaarde bij reeksopnamen op basis van de witbalans Witbalanscorrectie
3Waarschuwing bij overbelichting Stel in het menu <x> het item [Overbel. waarschuwing] in op [Aan]. De overbelichtingswaarschuwing wordt vervolgens weergegeven bij de opname-informatie en bij weergave van enkele opnamen. Gebieden die overbelicht zijn gaan knipperen. Als u de details in de overbelichte gebieden beter wilt kunnen zien, stelt u de belichtingscompensatie in op een negatieve waarde en neemt u de foto opnieuw.
3AF-punten weergeven Als u in het menu <x> het item [Toon AF punten] instelt op [Aan], worden de AF-punten waarmee focus wordt bereikt, weergegeven in de weergave met opname-informatie. (p.34) Als u de opname hebt gemaakt in de modus One-Shot AF, wordt het AF-punt weergegeven dat heeft scherpgesteld. Als u automatische AF-puntselectie hebt gebruikt, ziet u mogelijk meerdere AF-punten die hebben scherpgesteld. Hebt u AI Servo AF gebruikt, dan wordt het geselecteerde AF-punt weergegeven.
107
H44_E.book Page 108 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
3Histogram In het menu <x> kunt u [Toon histogram] instellen op [Helder] of [RGB].
[Weergave Helder]
VoorbeeldDit histogram toont in grafiekvorm de verdeling histogrammen van het helderheidsniveau van de opname. De horizontale as geeft het helderheidsniveau aan (donkerder aan de linkerkant en lichter aan de rechterkant) en de verticale as geeft aan hoeveel Donkere opname pixels er voor ieder helderheidsniveau bestaan. Hoe meer pixels aan de linkerkant, hoe donkerder de opname. Hoe meer pixels aan de rechterkant, hoe lichter de opname. Als er te veel pixels aan de linkerkant zijn, zult Normale opname u in de donkere gedeelten weinig details kunnen onderscheiden. Als er te veel pixels aan de rechterkant zijn, zijn de lichte gedeelten vaag. De tussengelegen tonen worden natuurgetrouw Heldere opname weergegeven. In het helderheidshistogram van de opname ziet u het belichtingspatroon en de toonweergave van het geheel.
[Weergave RGB] Dit histogram toont de verdeling van het helderheidsniveau van de opname voor elke primaire kleur (RGB of rood, blauw en groen). De horizontale as geeft het helderheidsniveau van de kleur aan (donkerder aan de linkerkant en lichter aan de rechterkant) en de verticale as geeft aan hoeveel pixels er voor het helderheidsniveau van elke kleur zijn. Hoe meer pixels aan de linkerkant, hoe donkerder en minder helder de kleur is. Hoe meer pixels aan de rechterkant, hoe lichter en helderder de kleur. Als er te veel pixels aan de linkerkant zijn, ontbreekt de informatie over de respectieve kleuren. Als er te veel pixels aan de rechterkant zijn, zijn de kleuren oververzadigd en gaan details verloren. Het RGB-histogram van een opname toont u de kleurverzadiging, de kleurgradatie en het witbalanseffect.
108
H44_E.book Page 109 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Beeldvergroting Opnamen kunnen 1,5 tot 10 maal worden uitvergroot op het LCD-scherm.
de opname die u wilt 1 Selecteer vergroten. de opname. 2 Vergroot ¡Houd de knop
door de opname. 3 Schuif ¡Houd de knop
Als u de vergroting wilt handhaven voor een volgende opname houdt u de knop <X> ingedrukt. Kies vervolgens met het instelwiel <5> de volgende opname.
109
H44_E.book Page 110 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
3Een opname roteren U kunt een opname 90° of 270° rechtsom roteren. Opnamen worden dan in de correcte richting weergegeven als u ze bekijkt.
1
Selecteer [Roteren]. ¡Selecteer het tabblad <x>. ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai het instelwiel <5> naar [Roteren]. Laat de knop vervolgens los. s Het rotatiescherm verschijnt.
de opname die u wilt 2 Selecteer roteren. de opname. 3 Roteer Telkens als u op de knop <X> s
drukt en loslaat, draait de opname rechtsom. ¡Als u de opname niet meer wilt roteren, drukt u op de knop <M>. U komt weer terug in het menu.
Als u de knop
110
H44_E.book Page 111 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Opnamen op de tv bekijken Stel in het menu het item [Video Systeem] in op [NTSC] of [PAL] in overeenstemming met het systeem van uw tv. Schakel de camera en de tv altijd uit voordat u de camera aansluit of loskoppelt.
1
Sluit de camera aan op de tv. ¡Open het klepje van de aansluitingen van de camera. ¡Gebruik de meegeleverde videokabel om de uitgangsaansluiting van de camera <1> te verbinden met de VIDEO IN-aansluiting van uw tv. ¡Steek de kabelstekker volledig in de aansluiting.
de tv in en zet de 2 Schakel invoerschakelaar op VIDEO IN. de schakelaar <4> van de 3 Zet camera op <1>. op de knop
het tv-scherm. (Het LCD-scherm van de camera blijft leeg.) ¡Als u klaar bent, zet u de schakelaar <4> op <2>, schakelt u de tv uit en ontkoppelt u de videokabel.
¡ Net als op het LCD-scherm kunt u op het tv-scherm opnamen weergeven en menu-instellingen vastleggen. ¡ Op bepaalde tv's wordt de opname afgesneden.
111
H44_E.book Page 112 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
J Wispreventie Enkele opname beveiligen Voorkomt dat de opname per ongeluk wordt gewist.
1
Geef de opname weer die u wilt beveiligen.
de opname. 2 Beveilig ¡Druk op de knop
¡ De knop
112
H44_E.book Page 113 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
3Alle opnamen in een map of op een kaart beveiligen U kunt alle opnamen in een map (p.61) of op een geheugenkaart in één keer beveiligen. U kunt de beveiliging van alle opnamen ook in één keer opheffen.
1
Selecteer [Beveilig]. ¡Selecteer het tabblad <x>. ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai het instelwiel <5> naar [Beveilig]. Laat de knop vervolgens los.
de gewenste 2 Selecteer beveiligingsinstelling. ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai het instelwiel <5> om de gewenste instelling te selecteren. Laat de knop vervolgens los. s Er verschijnt een bevestigingsvenster. ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai het instelwiel <5> naar [OK]. Laat de knop vervolgens los.
Beveiligde opnamen kunnen niet worden gewist met de wisfunctie van de camera. Als u beveiligde opnamen wilt verwijderen, moet u eerst de wispreventie opheffen.
113
H44_E.book Page 114 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
KGeluid toevoegen aan een opname U kunt geluid opnemen en toevoegen aan elke opname. Het geluid wordt opgenomen in het beeldbestand en kan worden afgespeeld met de meegeleverde software.
de opname weer waaraan 1 Geef u geluid wilt toevoegen. het geluid op. 2 Neem ¡Houd de knop
microfoon
seconden ingedrukt. ¡Wanneer [Opname loopt] verschijnt, houdt u de knop
¡ Geluid opnemen is mogelijk in elk weergaveformaat. ¡ U kunt geen geluidsfragment toevoegen aan een beveiligde opname. ¡ De camera kan het geluid niet afspelen. ¡ Als u een geluidsfragement van meer dan 30 seconden wilt, herhaalt u stap 2 en maakt u een nieuw geluidsfragment voor de opname. ¡ Volg stap 2 als u geluid wilt opnemen wanneer u de opname pas hebt gemaakt en deze bekijkt op het LCD-scherm.
114
H44_E.book Page 115 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Opnamen wissen U kunt een enkele opname wissen met de knop
Enkele opname wissen de opname weer die u wilt 1 Geef wissen. op de knop
de opname. 3 Wis ¡Houd de knop
Met stap 2 en 3 kunt u ook pas gemaakte opnamen wissen die u bekijkt in het LCD-scherm.
115
H44_E.book Page 116 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
LAlle opnamen in een map wissen de map met de 1 Selecteer opnamen die u wilt wissen. (p.61) de weergavemodus in. 2 Stel ¡Druk op de knop
op de knop
[ALLE] in het wismenu. 4 Selecteer Houd de knop
het instelwiel <5> naar [ALLE]. Laat de knop vervolgens los. s Er verschijnt een bevestigingsvenster.
de opnamen. 5 Wis ¡Houd de knop
116
H44_E.book Page 117 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
3Alle opnamen op de geheugenkaart wissen
1
Selecteer [Wis alles op de kaart]. ¡Selecteer het tabblad <x>. ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai het instelwiel <5> naar [Wis alles op de kaart]. Laat de knop vervolgens los. s Er verschijnt een bevestigingsvenster.
de opnamen. 2 Wis ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai het instelwiel <5> naar [OK]. Laat de knop vervolgens los. s Alle onbeveiligde opnamen op de geheugenkaart worden gewist. ¡Zodra de opnamen zijn verwijderd, keert u terug naar het menu.
Als een opname eenmaal is gewist, kan deze niet meer worden hersteld. Controleer of u de opname niet meer nodig hebt voordat u deze wist.
117
H44_E.book Page 118 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
3Een geheugenkaart formatteren Als u een geheugenkaart formatteert, worden alle gegevens gewist, ook beveiligde opnamen. Controleer voor het formatteren of er niets meer op de kaart staat dat u wilt bewaren. Zet de opnamen indien nodig op een pc voordat u de kaart formatteert.
1
Selecteer [Formatteren]. ¡Selecteer het tabblad
de kaart die u wilt 2 Selecteer formatteren. ¡[Kaart1] is de CF-kaart, [Kaart2] de SD-kaart. ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai het instelwiel <5> om de gewenste kaart te selecteren. Laat vervolgens de knop los. s Er verschijnt een bevestigingsvenster.
[OK]. 3 Selecteer ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai het instelwiel <5> naar [OK]. Laat de knop vervolgens los. s De geheugenkaart wordt geformatteerd. s Wanneer de kaart is geformatteerd, keert u terug naar het menu. ¡ Een kaart die niet van Canon afkomstig is of met een andere camera of pc is geformatteerd, werkt mogelijk niet met deze camera. In dit geval formatteert u de kaart eerst met de camera. Mogelijk werkt de kaart dan wel. ¡ De kaartcapaciteit die in het formatteringsscherm wordt weergegeven, kan minder zijn dan vermeld op de kaart.
118
H44_E.book Page 119 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
“Card err” (Kaartfout) Als “Card err” (Kaartfout) op het LCD-paneel wordt weergegeven, duidt dit op een probleem met de geheugenkaart waardoor de afbeeldingsgegevens niet kunnen worden opgenomen of gelezen. Gebruik een andere geheugenkaart. Als een geheugenkaartlezer hebt (in de winkel verkrijgbaar) die de kaart kan lezen, kunt u hiermee de opnamen van de kaart overzetten naar een pc. Formatteer de geheugenkaart zodra u alle opnamen hebt overgezet. De kaart functioneert wellicht weer normaal.
119
H44_E.book Page 120 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
120
H44_E.book Page 121 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
6
Rechtstreeks afdrukken vanaf de camera In dit deel wordt uitgelegd hoe u de foto’s van uw digitale camera kunt afdrukken met een printer die rechtstreeks afdrukken ondersteunt via <w> PictBridge, Canons eigen standaard CP Direct of <S> Bubble Jet Direct. Canon CP-printer
Canon BJ-printer
Compatibel Alleen met PictBridge compatibel en CP Direct met CP Direct
Compatibel met PictBridge en Bubble Jet Direct
ACP Direct
wPictBridge
Pagina 122 - 124 Pagina 129 - 131
Pagina 122 - 128
Alleen compatibel met Bubble Jet Direct
SBubble Jet Direct
Niet-Canonprinter
Compatibel met PictBridge
wPictBridge
Pagina 122 - 124 Pagina 122 - 128 Pagina 132 - 134
121
H44_E.book Page 122 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Voorbereiding voor afdrukken U voert de procedure voor rechtstreeks afdrukken helemaal uit via het LCD-scherm van uw camera. U gaat op dezelfde manier te werk als bij het selecteren en instellen van menu-instellingen. Zie “Menugebruik” (p.32) voor meer informatie.
de aan-/uitschakelaar op 1 Zet <2>. de printer. 2 Installeer ¡Raadpleeg de handleiding van de printer voor meer informatie.
de camera aan op de printer. 3 Sluit ¡Raadpleeg de tabel (Printers en kabels) om de juiste kabel te selecteren om de camera aan te sluiten op de printer. ¡Raadpleeg de instructiehandleiding van de printer om deze aan te sluiten.
¡ 1 afbeeldingen zijn niet geschikt voor rechtstreeks afdrukken. ¡ Verwijder de kabel niet wanneer tijdens het rechtstreeks afdrukken.
122
H44_E.book Page 123 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Printers en kabels Compatibiliteit printer
w w A w S A S
Geschikte kabel
Alleen PictBridge Met de camera meegeleverde kabel Op beide stekkers staat het pictogram
PictBridge en CP Direct PictBridge en Bubble Jet Direct
Met de printer meegeleverde kabel Op slechts één stekker staat het pictogram
Alleen CP Direct Alleen Bubble Jet Direct
4 Schakel de printer in. de aan-/uitschakelaar van de 5 Zet camera op <1>. s
wPictBridge
Sommige printers kunnen een pieptoon laten horen.
de opname weer. 6 Geef De opname wordt weergegeven en een s
ACP Direct
SBubble Jet Direct
van de drie pictogrammen <w, A of S>, wordt weergegeven in de linkerbovenhoek om aan te geven dat de camera is aangesloten op de printer. ¡De procedure verschilt afhankelijk van het weergegeven pictogram. Zie de desbetreffende pagina’s verderop. Pictogram
w A S
Rechtstreeks afdrukken via
Pagina’s
PictBridge
125 - 128
CP Direct
129 - 131
Bubble Jet Direct
132 - 134
123
H44_E.book Page 124 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
¡ Als de camera op een batterij werkt, dient deze volledig te zijn opgeladen. Controleer het batterijniveau regelmatig terwijl u rechtstreeks afdrukt. ¡ Als u in stap 5 een lange pieptoon hoort, is er een probleem met de PictBridge-printer. Om erachter te komen wat er mis is, voert u de volgende handelingen uit: Druk op de knop <x> om de opname weer te geven en volg de onderstaande stappen. 1. Druk op de knop <X>. 2. Selecteer [Print] op het scherm met afdrukinstellingen. Het foutbericht wordt weergegeven op het LCD-scherm. Zie “Foutberichten” op pagina 128. ¡ Schakel de camera en de printer uit voordat u de kabel verwijdert. Houd de kabel vast bij de stekker als u deze verwijdert, niet aan het snoer. ¡ Gebruik uitsluitend de speciale interfacekabel wanneer u de camera aansluit op de printer. Voor rechtstreeks afdrukken is het gebruik van de gelijkstroomkoppelingsset aan te bevelen.
Voor gebruikers van Windows XP en Mac OS X (10.1 of later) Als u de camera aansluit op een PC via de met camera meegeleverde USB-kabel, kunt u de JPEG-afbeeldingen op de geheugenkaart van de camera uploaden naar de PC via PTP (Picture Transfer Protocol). Zie “JPEG-afbeeldingen downloaden met de PTP-functie” en “Opmerkingen bij de PTP-functie” voor meer informatie.
124
H44_E.book Page 125 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
wAfdrukken met PictBridge Afhankelijk van uw printer kunnen bepaalde instellingen afwijken of niet beschikbaar zijn. Raadpleeg de instructiehandleiding bij de printer voor meer informatie. Pictogram aangesloten printer
1
Selecteer de opname die moet worden afgedrukt. ¡Controleer of linksboven op het LCDscherm het pictogram <w> wordt weergegeven.
op de knop <X>. 2 Druk Het scherm met afdrukinstellingen s
verschijnt. Scherm met afdrukinstellingen Stel hier de datum afdrukken in op aan of uit. Stel hier de afdrukeffecten in. Stel hier het aantal exemplaren in dat moet worden afgedrukt. Stel hier het afstelgebied in (bijsnijden). Stel hier het papierformaat, papiertype en pagina-indeling in. Ga hier terug naar het scherm dat in stap 1 wordt weergegeven. Start hier het afdrukken. Het papierformaat, papiertype en de pagina-indeling die u zojuist heeft ingesteld, worden weergegeven. * Mogelijk zijn bepaalde instellingen zoals het afdrukken van de datum en bijsnijden niet beschikbaar. Dit is afhankelijk van uw printer.
[Papier inst.]. 3 Selecteer Het scherm met de papierinstellingen s
verschijnt.
125
H44_E.book Page 126 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
TPapierformaat instellen ¡Selecteer het formaat van het papier dat in de printer moet worden geplaatst.
TPapiertype instellen ¡Selecteer het type papier dat in de printer moet worden geplaatst.
Papiertypen Als u een Canon-printer gebruikt met Canon-papier, dient u de papiertypen als volgt in te stellen: Photo
Photo Paper Plus Glossy
Fast Photo Photo Paper Pro Standaard
Photo Paper Plus Glossy
Als u een printer gebruikt die niet van Canon is, dient u de instructiehandleiding bij de printer te raadplegen voor de aanbevolen instellingen voor papiertype.
UPagina-indeling instellen ¡Selecteer de gewenste lay-out. s Het scherm met afdrukinstellingen verschijnt weer.
126
H44_E.book Page 127 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Pagina-indeling Met randen Op de afdruk is een witte rand zichtbaar rondom de afbeelding. Randloos
De afdruk heeft geen witte randen. Als uw printer niet kan afdrukken zonder randen, wordt de afdruk met randen afgedrukt.
8-plus
Acht exemplaren van dezelfde afbeelding wordt op één pagina afgedrukt.
Standaard
Met een Canon-printer wordt de afbeelding zonder randen afgedrukt.
de andere opties in. 4 Stel ¡ Indien gewenst kunt u ook het afdrukken van de datum
E[Afdrukeffecten]
R[Aantal exemplaren]
¡ Afhankelijk van de BJ-printer, kunt u in de afdrukeffecteninstelling <E> [VIVID] selecteren (voor levendig groen en strakblauw), de instelling [NR] (ruisreductie), of de instelling [VIVID+NR]. ¡ Zie pagina 135 voor informatie over bijsnijden.
de opname af. 5 Druk ¡ Selecteer [Print]. s Het afdrukken zal worden gestart. ¡ Wanneer het afdrukken is voltooid, gaat het scherm terug naar stap 1. ¡ Als u wilt stoppen met afdrukken, drukt u op de knop <X> wanneer [Stop] wordt weergegeven en selecteert u vervolgens [OK].
127
H44_E.book Page 128 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
¡ Afhankelijk van de grootte en de opnamekwaliteit van de afbeelding, kan het even duren voordat het afdrukken begint nadat u [Print] hebt geselecteerd. ¡ De instelling [Standaard] voor afdrukeffecten en andere opties zijn de standaardinstellingen van de printer zelf zoals deze zijn ingesteld door de fabrikant van de printer. Raadpleeg de instructiehandleiding bij de printer voor de standaardinstellingen.
Printerfouten Als u een printerfout (geen inkt, geen papier, enz.) oplost en [Doorgaan] selecteert om het afdrukken te hervatten, maar dit niet lukt, bedient u de printer om het afdrukken te hervatten. Raadpleeg de instructiehandleiding bij de printer voor meer informatie.
Foutberichten Wanneer er tijdens het afdrukken een fout optreedt, verschijnt er een foutbericht op het LCD-scherm van de camera. Druk op de knop <X> om het afdrukken te stoppen. Nadat het probleem is opgelost, kunt u het afdrukken hervatten. Raadpleeg de instructiehandleiding van de printer voor informatie over het oplossen van een afdrukfout. Papierfout Controleer of het papier op de juiste manier in de printer is geplaatst. Inktfout De inkt in de printer is op of de afvaltank is vol. Hardwarefout Controleer of er andere problemen met de printer zijn behalve papierstoringen en problemen met de inkt. Bestandsfout U wilt een afbeelding afdrukken die niet met PictBridge kan worden afgedrukt. Afbeeldingen die met een andere camera zijn gemaakt of afbeeldingen die met een computer zijn bewerkt, kunnen mogelijk niet worden afgedrukt.
128
H44_E.book Page 129 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
AAfdrukken met CP Direct Pictogram aangesloten
1
Selecteer de opname die moet worden afgedrukt. ¡Controleer of linksboven op het LCDscherm het pictogram wordt weergegeven.
op de knop <X>. 2 Druk Het scherm met afdrukinstellingen s
verschijnt. Scherm met afdrukinstellingen Afstelframe: verschijnt als u de afbeelding wilt afstellen (bijsnijden). Stel hier het aantal exemplaren in dat moet worden afgedrukt. Stel hier het afstelgebied in (bijsnijden). Stel de afdrukstijl in. Brengt u terug naar stap 1. U kunt ook op de knop <7> drukken om terug te keren naar stap 1. Start het afdrukken. Vervolgens worden de afdrukinstellingen weergegeven.
[Stijl]. 3 Selecteer Het scherm Stijl verschijnt. s
129
H44_E.book Page 130 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
de opties in. 4 Stel ¡Stel de [Beeld], [Randen] en [Datum] in zoals gewenst. [Beeld]
[Randen]
[Datum]
¡[Wanneer u fotoformaatpapier gebruikt, kunt u Beeld] selecteren. Als u [Meerdere] instelt, worden acht kleine afbeeldingen van dezelfde foto afgedrukt. ¡Controleer de instellingen [Randen] en [Datum] en stel deze in indien nodig. ¡Als u klaar bent, drukt u op <7> om terug te keren naar het scherm met afdrukinstellingen.
het aantal exemplaren en het 5 Stel bijsnijden in. ¡Stel deze in zoals u dit wenst. ¡Zie pagina 135 voor informatie over bijsnijden.
130
H44_E.book Page 131 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
de opname af. 6 Druk ¡Selecteer [Print]. s Het afdrukken zal worden gestart. ¡Wanneer het afdrukken is voltooid, gaat het scherm terug naar stap 1. ¡Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u op de knop <X> wanneer [Stop] wordt weergegeven en selecteert u vervolgens [OK].
¡ De datum kan licht zijn als deze is afgedrukt op een heldere achtergrond of rand. ¡ Als [Meerdere] is geselecteerd, kunnen [Randen] en [Datum] niet worden geselecteerd. [Randloos] wordt ingesteld en [Datum] wordt ingesteld op [Uit]. De vier randen van de afbeelding worden afgesneden. ¡ Als [Datum] is ingesteld op [Aan], wordt de opnamedatum afgedrukt in de rechterbenedenhoek van de afdruk. ¡ Als u [Stop] selecteert terwijl u slechts één foto afdrukt, stopt het afdrukken niet totdat deze foto helemaal is afgedrukt. Wanneer meerdere afbeeldingen worden afgedrukt, stopt het afdrukken nadat de huidige afdruk is voltooid. ¡ Wanneer er tijdens het afdrukken een fout optreedt, verschijnt er een foutbericht op het LCD-scherm van de camera. Selecteer [Stop] of [Hervat] (nadat u het probleem hebt opgelost). Als [Hervat] niet wordt weergegeven, selecteert u [Stop].
131
H44_E.book Page 132 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
SAfdrukken met Bubble Jet Direct Pictogram aangesloten
1
Selecteer de opname die moet worden afgedrukt. ¡Controleer of linksboven op het LCDscherm het pictogram <S> wordt weergegeven.
op de knop <X>. 2 Druk Het scherm met afdrukinstellingen s
verschijnt. Scherm met afdrukinstellingen Afstelframe: verschijnt als u de afbeelding wilt afstellen (bijsnijden). Stel hier het aantal exemplaren in dat moet worden afgedrukt. Stel hier het afstelgebied in (bijsnijden). Stel de afdrukstijl in. Brengt u terug naar stap 1. U kunt ook op de knop <7> drukken om terug te keren naar stap 1. Start het afdrukken. Vervolgens worden de afdrukinstellingen weergegeven.
[Stijl]. 3 Selecteer Het scherm Stijl verschijnt. s
132
H44_E.book Page 133 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
4 Stel de opties in. [Papier]
[Randen]
[Datum]
¡[Met Papier] stelt u het formaat in van het papier dat in de printer ligt. ¡Controleer de instellingen [Randen] en [Datum] en stel deze in indien nodig. ¡Als u klaar bent, drukt u op <M> om terug te keren naar het scherm met afdrukinstellingen.
het aantal exemplaren en het 5 Stel bijsnijden in. ¡Stel deze in zoals u dit wenst. ¡Zie pagina 135 voor informatie over bijsnijden.
de opname af. 6 Druk ¡Selecteer [Print]. s Het afdrukken zal worden gestart. ¡Wanneer het afdrukken is voltooid, gaat het scherm terug naar stap 1. ¡Als u het afdrukken wilt stoppen, drukt u op de knop <X> wanneer [Stop] wordt weergegeven en selecteert u vervolgens [OK].
133
H44_E.book Page 134 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Bij de instelling [Randen] wordt bij sommige printers de datum op de rand afgedrukt. ¡ Als [Datum] is ingesteld op [Aan], wordt de opnamedatum afgedrukt in de rechterbenedenhoek van de afdruk. ¡ Als u [Stop] selecteert tijdens het afdrukken, wordt het afdrukken van de huidige foto stopgezet en het papier uitgevoerd. ¡ Wanneer er tijdens het afdrukken een fout optreedt, verschijnt er een foutbericht op het LCD-scherm van de camera. Selecteer [Stop] of [Doorgaan]. Als u [Doorgaan] selecteert en de printer hervat het afdrukken niet, zal deze het afdrukken automatisch hervatten zodra u het probleem hebt opgelost. ¡ Als u gebruikmaakt van een BJ-printer met bedieningspaneel, wordt het foutnummer weergegeven zodra er zich een fout voordoet. Raadpleeg de instructiehandleiding bij de BJ-printer voor het oplossen van problemen.
134
H44_E.book Page 135 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Het bijsnijden (afstellen) instellen U kunt de afbeelding bijsnijden (afstellen) en alleen het afgesneden gedeelte afdrukken. Snijd de afbeelding bij voordat u deze afdrukt. Als u eerst het bijsnijden instelt en vervolgens de afdrukinstellingen, is het mogelijk dat u het bijsnijden opnieuw moet instellen.
1
Selecteer [Afstellen]. s
Het afstelscherm verschijnt.
de opname af. 2 Stel ¡Het gedeelte van de opname dat binnen het afstelframe valt, wordt afgedrukt. ¡De gebruikershandleiding verdwijnt wanneer u een afbeelding afstelt. Deze verschijnt weer nadat de camera 5 seconden niet is gebruikt. De grootte van het afstelframe wijzigen en het frame verplaatsen ¡U kunt de grootte van het afstelframe wijzigen op dezelfde manier als u de weergegeven opname vergroot of verkleint. Zie “Beeldvergroting” (p.109) voor meer informatie. Het frame roteren ¡Tekens wanneer u op de knop
135
H44_E.book Page 136 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Het gedeelte van de opname dat moeten worden afgedrukt
de instelling voor afstellen af. 3 Sluit ¡Druk op de knop <X>. Het scherm met afdrukinstellingen verschijnt weer. s Linksboven ziet u het bijgesneden gedeelte van de opname dat zal worden afgedrukt. s
¡ Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat het bijgesneden gedeelte van de opname niet wordt afgedrukt zoals u hebt aangegeven. ¡ Hoe kleiner u het afstelframe maakt, hoe korreliger de foto eruit zal zien. Bij een korrelig opname wordt het afstelframe rood. ¡ Kijk op het LCD-scherm van de camera als u de opname bijsnijdt. Als u de opname bekijkt op een TV-scherm is het mogelijk dat het afstelframe niet correct wordt weergegeven. Het afstelframe verschilt afhankelijk van de instellingen [Papier], [Beeld] en [Randen].
136
H44_E.book Page 137 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
7
DPOF: Digital Print Order Format Met DPOF (Digital Print Order Format) kunt u aangeven welke en hoeveel opnamen van de geheugenkaart moeten worden afgedrukt. Deze functie is heel handig voor het maken van afdrukken met een DPOFcompatibele printer of afdruklab. DPOF DPOF (Digital Print Order Format) is een standaard voor het opslaan van instructies voor de afdrukvolgorde op de geheugenkaart. Deze standaard is bestemd voor opnamen die zijn gemaakt met een digitale camera; u kunt aangeven welke foto’s en hoeveel exemplaren u wilt afdrukken. Wat u zoal kunt doen met een DPOF-compatibele digitale camera: ¡Door een geheugenkaart in de printer te plaatsen die compatibel is met DPOF kunt u afdrukken maken zoals opgegeven. ¡Printers die direct vanaf de camera kunnen afdrukken, kunnen de opnamen afdrukken zoals gespecificeerd door DPOF. ¡Wanneer u afdrukken aanvraagt bij een fotolab, hoeft u geen formulier in te vullen met de gewenste nummers en aantallen.
137
H44_E.book Page 138 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Afdrukopties Afdrukinstellingen Stel het afdruktype, het afdrukken van de datum en het bestandsnummer in. De afdrukinstellingen worden toegepast op alle opnamen die zijn geselecteerd om te worden afgedrukt. (Deze kunnen niet afzonderlijk worden ingesteld.) De afdrukinstellingen worden op dezelfde manier ingesteld als menu-instellingen.
Afdruktype
Datum File no.
K
Standaard Er wordt één afbeelding afgedrukt.
L
Index
Er worden meerdere miniatuurafbeeldingen afgedrukt.
K L
Beide
Zowel de standaard- als de indexafdrukken worden afgedrukt.
Aan Uit Aan Uit
[Aan] de datum van de afbeelding verschijnt op de afdruk. [Aan] het bestandsnummer verschijnt op de afdruk.
1
Selecteer [Print Opties]. s Het scherm met afdrukopties verschijnt.
[Stel in]. 2 Selecteer Het instellingenscherm verschijnt. s
de opties in zoals gewenst. 3 Stel ¡ Stel [Afdruktype], [Datum] en [File No.] in.
138
H44_E.book Page 139 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
[Afdruktype]
[Datum]
[ File No.]
het instellingenscherm. 4 ¡Verlaat Druk op de knop <7>. s Het scherm met afdrukopties verschijnt
weer. ¡ Selecteer vervolgens [Opdracht] of [Alle] om aan te geven welke afbeeldingen moeten worden afgedrukt. ¡ 1-afbeeldingen kunnen niet worden geselecteerd om af te drukken. ¡ Mogelijk worden de datum en het bestandsnummer niet afgedrukt terwijl [Datum] en [File No.] wel zijn ingesteld op [Aan]. Dit is afhankelijk van de instelling van het afdruktype en van het printertype. (Zie onderstaande tabel.) Afdruktype Standaard Index* Standaard Beide Index*
Datum Ja Ja Ja Nee
Bestandsnr. Nee Ja Nee Ja
* Bij Bubble Jet Direct worden de datum en het bestandsnummer niet afgedrukt. ¡ Als het afdruktype is ingesteld op [Index] kunnen de [Datum] en [File No.] niet beide op [Aan] worden ingesteld. ¡ Wanneer u afdrukt met DPOF moet u de geheugenkaart gebruiken waarvan de afdrukopties zijn ingesteld. DPOF werkt niet bij afbeeldingen die zonder DPOF-specificatie van de geheugenkaart zijn verwijderd. ¡ Mogelijk kunnen sommige DPOF-compatibele printers en fotolabs de foto’s niet afdrukken zoals u hebt aangegeven. In dat geval raadpleegt u de instructiehandleiding van uw printer. Of neem contact op met uw fotolab en informeer naar de compatibiliteit wanneer u afdrukken aanvraagt. ¡ Plaats geen geheugenkaart in de camera waarop opnamen staan die zijn genomen met een andere camera, om hiermee afdrukken te maken. Mogelijk werkt de afdrukopdracht niet of wordt deze overschreven. Afhankelijk van de bestandsindeling van de opnamen, kan afdrukken onmogelijk zijn.
139
H44_E.book Page 140 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Afzonderlijke afbeeldingen selecteren
1
Selecteer [Opdracht]. s Het opdrachtscherm verschijnt.
de opname die moet 2 Selecteer worden afgedrukt. ¡ Als u de camera instelt voor indexweergave, worden drie afbeeldingen weergegeven. Als u wilt terugkeren naar de weergave van één afbeelding, stelt u de camera in op de standaardweergave. Weergave met drie afbeeldingen
de afdrukinstellingen. 3 Selecteer ¡ De afdrukopdracht verschilt naargelang Weergave als [Standaard] en [Beide] zijn ingesteld.
de instelling [Afdruktype] (p.138). U kunt voor elke opname de hoeveelheid instellen voor standaardafdrukken.
Weergave als [Index] is ingesteld.
Als u de afbeelding in de indexprint wilt opnemen, schakelt u het vakje <X> in. Wilt u dit niet, schakel dan het vakje niet in. ¡ Als u nog andere afbeeldingen wilt selecteren, herhaalt u stappen 2 en 3. ¡ U kunt maximaal 998 afbeeldingen selecteren.
140
H44_E.book Page 141 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
het opdrachtscherm af. 4 Sluit ¡Druk op de knop <7>. Het scherm met afdrukopties verschijnt weer. ¡Druk nogmaals op de knop <7> om de afdrukopdracht op te slaan op de geheugenkaart. Het menu verschijnt opnieuw. s
Alle afbeeldingen selecteren De afdrukopdracht kan ook worden ingesteld of geannuleerd voor alle afbeeldingen op de geheugenkaart. Voor alle afbeeldingen wordt één afdruk op standaardformaat aangevraagd. Als u de procedure “Afzonderlijke afbeeldingen selecteren” volgt en vervolgens de procedure “Alle afbeeldingen selecteren”, verandert de afdrukopdracht naar “Alle afbeeldingen”.
1
Selecteer [Alle]. s
Het scherm Alle verschijnt.
de gewenste instelling. 2 Selecteer ¡Afhankelijk van uw camera selecteert u [Markeer alles op de kaart] of [Markeer alle folders]. ¡Als u [Verwijder alles op de kaart] selecteert, worden alle voor afdrukken geselecteerde afbeeldingen weer gedeselecteerd. ¡Als u [Verwijder alles in de folder] selecteert, worden alle voor afdrukken geselecteerde afbeeldingen weer gedeselecteerd.
141
H44_E.book Page 142 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
het scherm met 3 Sluit afdrukopties af. ¡In het scherm met afdrukopties drukt u op de knop <7>. s De instellingen worden opgeslagen op de geheugenkaart en het menu verschijnt weer.
¡ 1-afbeeldingen kunnen niet worden geselecteerd voor afdrukken, zelfs wanneer u “Markeer alles” instelt. ¡ Als u een PictBridge-printer gebruikt, drukt u maximaal 100 afbeeldingen af per afdrukopdracht. Als u er meer opgeeft, worden mogelijk niet alle afbeeldingen afgedrukt.
142
H44_E.book Page 143 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Rechtstreeks afdrukken met DPOF Met een printer die compatibel is met rechtstreeks afdrukken, kunt u gemakkelijk afbeeldingen afdrukken met DPOF.
1
Bereid het afdrukken voor. ¡Zie pagina’s 122-123 en volg “Voorbereiding voor afdrukken” tot stap 5.
[Print Opties]. 2 Selecteer Het scherm met afdrukopties s
verschijnt.
[Print]. 3 Selecteer ¡[Print] wordt alleen weergegeven als de camera is aangesloten op een printer en het mogelijk is om af te drukken. s Het instellingenscherm verschijnt.
4 Stel de afdrukopties in. wPictBridge
ACP Direct
SBubble Jet Direct
wPictBridge
¡Stel [papier inst.] en afdrukeffecten <E> in. (p.125) ACP Direct / SBubble Jet Direct ¡Stel [Stijl] in. (p.129/132)
143
H44_E.book Page 144 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
het afdrukken. 5 Start ¡Selecteer [OK]. s Het afdrukken wordt gestart. ¡Als u het afdrukken wilt stopzetten, drukt u op de knop <X> wanneer [Stop] wordt weergegeven en drukt u vervolgens op [OK].
¡ Als u een PictBridge- of Bubble Jet Direct-printer gebruikt, dient u het papierformaat in te stellen. ¡ Met PictBridge kan het bestandsnummer niet worden afgedrukt. ¡ Als [Randen] is ingesteld, is het mogelijk dat de datum op de rand wordt afgedrukt; dit hangt af van de printer. ¡ De datum kan er licht uitzien als deze is afgedrukt op een heldere achtergrond of rand. ¡ Als in CP Direct [Afdruktype] is ingesteld op [Index], worden de afbeeldingen afgedrukt op één indexblad in de volgende hoeveelheden: • Formaat creditcard: 20 afbeeldingen • Formaat L: 42 afbeeldingen • Formaat ansichtkaart: 63 afbeeldingen Raadpleeg de instructiehandleiding bij de BJ-printer voor informatie over het aantal indexafbeeldingen in Bubble Jet Direct. ¡ Als u het afdrukken hebt stopgezet en de resterende afbeeldingen nog wilt afdrukken, selecteert u [Hervat]. Het afdrukken wordt niet hervat als u het afdrukken stopzet en een van de volgende situaties zich voordoet: • U hebt de afdrukopdracht gewijzigd. • U hebt een afbeelding verwijderd die voor afdrukken was geselecteerd. • De geheugenkaart was bijna vol toen u het afdrukken stopzette. ¡ Zie pagina 128 voor afdrukproblemen in PictBridge, pagina 131 voor CP Direct of pagina 134 voor Bubble Jet Direct.
144
H44_E.book Page 145 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
8
De camera aanpassen aan uw persoonlijke voorkeuren U kunt verschillende functies van de camera aanpassen zodat deze volledig is afgestemd op uw persoonlijke fotografievoorkeuren.
145
H44_E.book Page 146 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
3Persoonlijke voorkeur instellen
1
Selecteer [Persoonlijke voorkeuze (C.Fn)]. ¡Selecteer het tabblad
een persoonlijke voorkeur in. 2 Stel ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai het instelwiel <5> om de gewenste instelling te selecteren. Laat de knop vervolgens los. ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai het instelwiel <5> om de gewenste instelling te selecteren. Laat de knop vervolgens los.
het menu af. 3 Sluit ¡Druk op de knop <M>. Het menu met de persoonlijke voorkeuren en functies verschijnt opnieuw. s Het nummer van de aangepaste functie wordt weergegeven in de lijst met persoonlijke functies. s
Persoonlijke voorkeuren wissen Als u bij stap 1 de optie [Wis alle pers. instellingen] selecteert, verschijnt het bijhorende venster. ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai het instelwiel <5> naar [OK]. Wanneer u de knop loslaat, worden alle persoonlijke instellingen gewist.
146
H44_E.book Page 147 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
3Instellingen persoonlijke voorkeuren C.Fn-03 wordt niet gebruikt.
C.Fn-01
Zoekerbeeld bij belichting
1: Toont belichtingsinformatie en het aantal resterende opnamen bij reeksopnamen.
C.Fn-02
Ontspannen zonder kaart
1: De ontspanknop werkt alleen als er een geheugenkaart in de camera zit. Zo vermijdt u dat u opnamen maakt zonder geheugenkaart. Wanneer er geen geheugenkaart in de camera zit en u op de ontspanknop drukt, knippert het bericht “Card” op het LCD-paneel aan de bovenkant en in de zoeker. Dit bericht duidt erop dat C.Fn-02-1 werd ingesteld.
C.Fn-04
Sluiter/AE vergrendelknop
1: Hiermee kunt u in één beeldcompositie scherpstellen op de ene locatie en de AE vergrendelen op een andere. Druk op de knop <w> om automatisch scherp te stellen en druk de knop half in om de AE te vergrendelen. 2: In de modus AI Servo AF kunt u AF tijdelijk onderbreken door op de knop <w> te drukken. Zo vermijdt u dat de AF wordt verstoord door een obstakel dat onverwacht tussen de camera en het onderwerp komt. De belichting wordt ingesteld wanneer de opname wordt gemaakt. 3: Dit komt van pas als een voorwerp herhaaldelijk beweegt en weer stilstaat. In de modus AI Servo AF kunt u Al Servo AF starten of stoppen door op de knop <w> te drukken. De belichting wordt ingesteld wanneer de opname wordt gemaakt. Zo stelt u zeker dat de focus en de belichting steeds optimaal zijn terwijl u op het beslissende moment wacht. C.Fn-04 en C.Fn-19-0/1/2 (p.153) hebben beide AF-start/stop- en AE-vergrendelingsfuncties. Als u beide persoonlijke voorkeuren hebt ingesteld en beide hierbij behorende functies uitvoert, zal de laatstgenoemde niet werken. De enige uitzondering hierop is als de AF-vergrendeling wordt uitgevoerd na de AF-start.
147
H44_E.book Page 148 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
C.Fn-05
Handm. Tv/Av instel. voor M exp.
1: Dit is handig als u opnamen maakt in een studio met studioflitsers en vaak het diafragma wijzigt. Als u AEB gebruikt in de modus voor handmatige belichting kan bovendien de sluitertijd ongewijzigd blijven en verandert alleen het diafragma voor AEB. Als u de sluitertijd wilt instellen, houdt u de knop
C.Fn-06
Belichtingsniveauverhoging
1: Hiermee stelt u hele stappen in voor de sluitertijd en het diafragma. 2: Hiermee stelt u halve stappen in voor de sluitertijd, het diafragma en de belichtingscompensatie. ¡ De belichtingscompensatie wordt weergegeven in de zoeker en op het LCD-paneel, zoals hieronder aangegeven.
Als C.Fn-06-2 is ingesteld, wordt AEB met de ISO-snelheid uitgeschakeld.
148
H44_E.book Page 149 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
C.Fn-07
USM lens elec. MF
1: Dit voorkomt dat de focus wordt verstoord wanneer na One-Shot AF de focusring per ongeluk wordt gedraaid. Zowel bij C.Fn-07-1 als C.Fn-07-2 kan handmatig worden scherpgesteld met de focusinstellingsknop op de lens in de stand
C.Fn-07
C.Fn-04
Instelling
0, 2
1, 3
0
k/k
k/k
1
l/l
l/l
2
l/l
l/l
* Scherpstelling/Geen scherpstelling k: Ingeschakeld l:
C.Fn-08
LCD-paneel bovenzijde/LCD-paneel achterzijde
1 : De ISO-snelheid wordt altijd weergegeven. Het aantal resterende opnamen in het LCD-paneel aan de bovenzijde wordt met meer cijfers weergegeven. 2 : De ISO-snelheid wordt weergegeven in plaats van het aantal resterende opnamen. Als er maar weinig opnamen overblijven tijdens continuopnamen kunt u dit zien aan het lage aantal opnamen in de zoeker. 3 : Toont het aantal opnamen in de map. Het aantal resterende opnamen in het LCD-paneel aan de bovenzijde wordt met meer cijfers weergegeven. Beelden opgeslagen in RAW- of JPEGformaat worden geteld als 1 opname. De weergave van de ISO-snelheid in de zoeker wijzigt op dezelfde manier.
149
H44_E.book Page 150 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
C.Fn-09
Reeksopnamen/auto uitschakelen
U kunt de AEB-volgorde wijzigen wanneer u de reeksopnamefunctie toepast voor de sluitertijd, het diafragma of de ISO-snelheid. U kunt ook de reeksopnamevolgorde voor de witbalans wijzigen. Als u “auto uitschakelen” instelt, wordt de reeksopnamefunctie uitgeschakeld wanneer u een andere lens aanbrengt of het instelwiel <4> instelt op <2>. 1: De eerste opname van de reeks heeft de standaardbelichting (of wordt belicht met de standaardwitbalans). Deze opnamereeks kan worden herhaald. 2: Start de opnamereeks met een lagere waarde. 3: Herhaalt de opnamereeks en start met de lagere waarde.
C.Fn-10 1: 2: 3:
C.Fn-11 1: 2:
3:
150
AF-puntverlichting
Het AF-punt gaat niet branden. Dit is handig als u het vervelend vindt dat het telkens gaat branden. Voorkomt de gedimde belichting van C.Fn-10-0. Dit is handig als u met C.Fn-10-0 moeilijk kunt zien of het AF-punt brandt.
AF-punt selectiemethode
Dit keert de functie van de knoppen <S> en
H44_E.book Page 151 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
C.Fn-12
Spiegel opklappen
1:
Dit is handig voor close-up- en zoomlensopnamen en voorkomt dat de camera door de spiegelbeweging gaat trillen. Zie pagina 97 voor het opklappen van de spiegel.
1:
U kunt kiezen uit 11 AF-punten. De spotmeting gebeurt op het actieve AF-punt. (p.81) U kunt kiezen uit 11 AF-punten. De spotmeting gebeurt op het middelste AF-punt. (p.81) U kunt kiezen uit 9 AF-punten. De spotmeting gebeurt op het actieve AF-punt. (p.81)
C.Fn-13
2: 3:
Aantal AF punten/spotmeting
¡ Stel de lichtmeetmodus in op spotmeting. Anders kan de meting niet op het AF-punt gebeuren.
¡ Als u C.Fn-13-1/2 instelt of opheft wordt het ingestelde AF-punt (p.70) vervangen door het middelste AF-punt. ¡ Elke lichtmeetmodus is geschikt behalve spotmeting. ¡ Als u C.Fn-13-1/2/3 instelt, kunnen alle 45 AF-punten automatisch worden geselecteerd. ¡ Als u C.Fn-13-1/3 instelt, is flitsbelichtingsvergrendeling mogelijk met elk AF-punt dat u selecteert.
C.Fn-14 0: 1:
C.Fn-15 1:
Automatische E-TTL II-flitssysteem
Volautomatische flitsfotografie onder alle omstandigheden, van weinig licht tot flitsopnamen bij daglicht. Voor de flitsbelichting wordt een gemiddelde berekend voor het ovale AF-gebied. Aangezien automatische flitsbelichtingscompensatie niet wordt uitgevoerd, dient u deze wellicht zelf in te stellen afhankelijk van de opname. Dit geldt ook als u flitsbelichtingsvergrendeling gebruikt.
Sluitersynchronisatie
Als u een trage synchronisatiesnelheid gebruikt, kunt u een lichtspoor creëren als u een bewegend voorwerp volgt. Er wordt geflitst net voordat de sluiter sluit. Deze persoonlijke voorkeur kan worden gebruikt om 2e-gordijnsynchronisatie-effecten te verkrijgen, zelfs bij Speedlites uit de EX-serie die deze mogelijkheid niet hebben. Als een Speedlite uit de EX-serie die deze mogelijkheid wel heeft, wordt ingesteld op een 2e-gordijnsynchronisatie, zal deze de persoonlijke voorkeur opheffen.
151
H44_E.book Page 152 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
C.Fn-16
Veiligheidsshift in Av of Tv
De veiligheidsshift kan worden ingesteld in de modi AE-sluiterprioriteit en AE-diafragmaprioriteit. 1: Als de helderheid van het onderwerp plotseling verandert en de huidige instellingen voor de AE-sluiterprioriteit of AEdiafragmaprioriteit onbruikbaar worden, wordt de sluitertijd of het diafragma verschoven om een correcte belichting te verkrijgen.
C.Fn-17
Activeringsgebied AF punt
1: Het activeringsgebied van het AF-punt wordt met één punt uitgebreid rond het handmatig geselecteerde AF-punt. In totaal worden 7 AF-punten actief. Deze instelling is handig als het met één handmatig geselecteerd AF-punt niet lukt om een onderwerp dat voortdurend in beweging is scherpgesteld te volgen. 2: De camera stelt het AF-punt automatisch in op 7 of 13 punten in overeenstemming met de lensbrandpuntafstand en de AF-modus. Dit is handig als het onderwerp onvoorspelbare bewegingen maakt. ¡ Het activeringsgebied van het AF-punt ligt rond het geselecteerde AF-punt. Bijgevolg is het activeringsgebied van het AF-punt kleiner dan aangegeven als u een uiterste AF-punt selecteert. Activeringsgebied met 7 punten Geselecteerd AF-p Activeringsgebied Activeringsgebied met 13 punten
¡ Als u C.Fn-13 instelt wordt het activeringsgebied van het AF-punt eveneens uitgebreid.
152
H44_E.book Page 153 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
C.Fn-18
Naar ingesteld AF-punt schakelen
1: Druk op de knop
C.Fn-19
AF-stopknop lens
1: AF werkt alleen als de AF-stopknop wordt ingedrukt. Wanneer u de knop ingedrukt houdt, wordt de AF van de camera uitgeschakeld. 2 : Als u de knop indrukt tijdens de lichtmeting, treedt de AE-vergrendeling in werking. Dit komt van pas als u apart wilt meten en scherpstellen. 3 : In de modus voor handmatige AF-puntselectie wordt automatisch naar de AF-puntselectie (uit 45 AF-punten) overgeschakeld als de knop ingedrukt wordt gehouden. Als de knop ingedrukt wordt gehouden, wordt onmiddellijk van handmatige AF-puntselectie naar automatische AF-puntselectie overgeschakeld. Dit komt van pas als u niet langer in staat bent om een bewegend object scherp te stellen met een handmatig geselecteerd AF-punt in de AI servo AF-modus. In modus voor automatische AF-puntselectie, wordt het middelste AF-punt alleen geselecteerd als de knop ingedrukt wordt gehouden. 4 : In de modus One-Shot AF wordt bij het ingedrukt houden van de knop overgeschakeld naar de modus AI Servo AF. In de modus AI Servo AF wordt bij het ingedrukt houden van de knop overgeschakeld naar de modus One Shot AF. Dit is handig als u steeds heen en weer moet schakelen tussen One-Shot AF en AI Servo AF voor een onderwerp dat blijft bewegen en stilstaan. 5: Als de IS-knop op de lens al op ON staat, werkt de beeldstabilisator alleen als u de knop ingedrukt houdt. De AF-stopknop zit alleen op IS-zoomlenzen.
153
H44_E.book Page 154 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
C.Fn-20
AI Servo volggevoeligheid
1 of 2: Zo vermijdt u dat de AF wordt verstoord door een obstakel dat onverwacht tussen de camera en het onderwerp komt. 3 of 4: Dit is handig als u meerdere onderwerpen op verschillende afstanden na elkaar wilt fotograferen. Deze persoonlijke functie heeft geen invloed op de volgsnelheid van de AI Servo AF-modus
C.Fn-00
Focusscherm
0: Voor focusschermen type New Laser-matte. 1: Voor focusschermen type Laser-matte. Aangezienhet standaardfocusscherm van de EOS-1Ds Mark II de Ec-CIII is, is C.Fn-00-1 reeds ingesteld in de fabriek. Als u C.Fn-00 hebt ingesteld en van focusscherm verandert, raadpleegt u pagina 166.
154
H44_E.book Page 155 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
3Groepen met persoonlijke voorkeuren instellen U kunt maximaal drie groepen met persoonlijke voorkeuren instellen. U kunt een groep met persoonlijke voorkeuren inschakelen onder bepaalde opnameomstandigheden, bijvoorbeeld bij sportevenementen, als u kiekjes maakt of als u landschappen fotografeert. Houd er rekening mee dat u C.Fn-00 “Focusscherm” niet kunt opnemen in een groep met persoonlijke voorkeuren.
1
Selecteer [Persoonlijke functies (P.Fn)]. ¡Selecteer het tabblad
[P.Fn 00]. 2 Selecteer ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai het instelwiel <5> naar [P.Fn 00]. Laat de knop vervolgens los.
[Instellen]of [Toepassen]. 3 Selecteer ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai het instelwiel <5> naar [Instellen] of [Toepassen]. Laat de knop vervolgens los. ¡Als de groep P.Fn 00 niet is ingesteld, kunt u [Toepassen] niet selecteren.
het groepsnummer. 4 Selecteer ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai het instelwiel <5> om een groepsnummer te selecteren tussen [P.Fn-00-1] en [P.Fn-00-3]. Laat de knop vervolgens los.
155
H44_E.book Page 156 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
een groep in of pas een 5 Stel groep toe. ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai het instelwiel <5> naar [OK]. Laat de knop <X> vervolgens los. ¡Als u een groep wilt instellen, drukt u op de knop <X> als het bevestigingsvenster verschijnt.
156
H44_E.book Page 157 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Persoonlijke functies Naast persoonlijke voorkeuren kunt u ook persoonlijke functies instellen waarmee u de camera nog verder kunt afstemmen op uw specifieke wensen. Deze stelt u in met de meegeleverde software (EOS Viewer Utility). Alleen P.Fn-00 (instelling groepen met persoonlijke functies) kan worden ingesteld met de camera. P.Fn Nr 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 14 15 16 17 18 19 20 21 23 24 25 26 27 28 30 31
Omschrijving Hiermee stelt u groepen met persoonlijke functies in. Hiermee schakelt u de opnamemodi uit. Hiermee schakelt u de lichtmeetmodi uit. Hiermee stelt u de lichtmeetmodus voor handmatige belichting in. Hiermee stelt u de minimale en maximale sluitertijd in. Hiermee stelt u het minimale en maximale diafragma in. Hiermee bepaalt en wijzigt u de opnamemodus en de meetmodus. Hiermee herhaalt u de reeksopnamefunctie tijdens continu-opnamen. Hiermee stelt u het aantal opnamen in waarop de reeksopnamefunctie moet worden toegepast. Hiermee wijzigt u de reeksopnamevolgorde voor C.Fn-09-2/3 naar overbelichting, standaardbelichting en onderbelichting. Hiermee behoudt u de ingestelde waarde voor programmakeuze. Hiermee schakelt u de focusdetectie via lensaandrijving uit. Hiermee schakelt u het AF-hulplicht uit. Maakt automatische opnamen mogelijk als wordt scherpgesteld op het vaste focuspunt terwijl de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt. Hiermee schakelt u automatische AF-puntselectie uit. Hiermee schakelt u automatische AF-puntselectie in als C.Fn-11-2 is ingesteld. Hiermee stelt u de snelheid bij continu-opnamen in. Hiermee beperkt u het aantal opnamen bij continu-opnamen. Hiermee stelt u de camera in stille werking wanneer de ontspanknop uitstaat na een opname. Hiermee wijzigt u de ingestelde tijd op de timer. Hiermee stelt u in dat het LCD-paneel verlicht moet blijven wanneer u opnamen maakt bij bulbbelichting. Hiermee stelt u de standaardinstellingen in wanneer de knopCLEAR (N+B) in de stand ON staat. Hiermee versnelt u de reactietijd van de ontspanknop. Hiermee kunt u de elektronische knop in de omgekeerde richting laten werken. Hiermee voorkomt u dat belichtingscompensatie wordt ingesteld met het snelkeuzewiel. De schakelaar <7> schakelt ook het instelwiel <6> in. Hiermee voegt u verificatiegegevens aan de opname toe.
* Info over P.Fn-11, 12, 13, 22 en 29 Enkele persoonlijke functienummers zijn niet gebruikt zodat de persoonlijke functienummers (P.Fn-00 tot 31) van vorige EOS-1 camera's behouden zijn.
157
H44_E.book Page 158 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
3Persoonlijke functies opheffen en opnieuw instellen U kunt persoonlijke functies die zijn ingesteld met de meegeleverde software, opheffen en opnieuw instellen. Instellingen voor persoonlijke functies kunnen alleen met de meegeleverde software worden gewijzigd.
1
Selecteer [Persoonlijke functies (P.Fn)]. ¡ Selecteer het tabblad
het nummer van de 2 Selecteer persoonlijke functie waarvan u de instelling wilt wijzigen of opnieuw instellen. ¡ Houd de knop <X> ingedrukt en draai het instelwiel <5> om het nummer van de persoonlijke functie te selecteren. Laat de knop vervolgens los.
de instelling of stel deze 3 Wis opnieuw in. ¡ Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5>. Selecteer [Uit] als u de instelling wilt annuleren. Selecteer [Aan] als u de instelling opnieuw wilt instellen. Laat de knop <X> vervolgens los. s Uw keuze, met name [Aan] of [Uit] wordt groen weergegeven.
Alle persoonlijke functies opheffen Als u bij stap 1 de optie [Wis alle pers. instellingen] selecteert, verschijnt het bijhorende venster. ¡ Houd de knop <X> ingedrukt en draai het instelwiel <5> naar [OK]. Wanneer u de knop loslaat, worden alle persoonlijke functies opgeheven. ¡ Volg bovenstaande procedure als u de persoonlijke functies opnieuw wilt instellen.
158
H44_E.book Page 159 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
3Camera-instellingen opslaan en lezen U kunt de opnamemodus, de menu-instellingen en de instellingen voor de persoonlijke voorkeuren en functies op een geheugenkaart opslaan en later invoeren in de camera. U kunt al deze instellingen ook in een andere EOS-1Ds Mark II-camera invoeren.
Camera-instellingen opslaan
1
Selecteer [Instell. Opslaan]. ¡Selecteer het tabblad
Sla de camera-instellingen op. 2 ¡Houd de knop < X> ingedrukt en draai het instelwiel < 5> naar [OK]. Laat de knop < X> vervolgens los. s De camera-instellingen worden opgeslagen op de geheugenkaart.
¡ De datum en tijd, het aantal resterende opnamen en andere onnodige instellingen worden niet opgeslagen/ingelezen. ¡ U kunt maximaal één set camera-instellingen opslaan op een geheugenkaart. Bestaande camera-instellingen op de geheugenkaart worden overschreven.
159
H44_E.book Page 160 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Camera-instellingen laden
1
Zet de camera-instellingen op de geheugenkaart over op de camera. Selecteer [Instellingen laden].
2 ¡Selecteer het tabblad
¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai het instelwiel <5> naar [Instellingen laden]. Laat de knop vervolgens los.
de camera-instellingen in. 3 Lees ¡Houd de knop < X> ingedrukt en draai het instelwiel < 5> naar [OK]. Laat de knop < X> vervolgens los. s Het menu verdwijnt en de camera schakelt even uit. s De camera-instellingen worden door de camera geladen en worden meteen van kracht.
160
H44_E.book Page 161 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
9
Referentiemateriaal Met behulp van dit hoofdstuk leert u de camera beter kennen. U vindt er informatie over basisopnameconcepten, systeemaccessoires, cameraspecificaties en overige informatie.
161
H44_E.book Page 162 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Handleiding Problemen oplossen Raadpleeg eerst de Handleiding Problemen oplossen wanneer een probleem optreedt.
Stroombron De batterij kan niet worden opgeladen. ¡ U gebruikt de verkeerde batterij. s Gebruik de speciale Ni-MH-batterij. (p.18) ¡ De batterij is niet correct aangesloten op de oplader. s Sluit de batterij goed aan op de oplader. (p.18) De camera werkt niet, zelfs wanneer de schakelaar <4> op <1> staat. ¡ De batterij is leeg. s Laad de batterij op. (p.18) ¡ De batterij is niet goed geplaatst. s Plaats de batterij op de juiste wijze. (p.20) ¡ De geheugenkaartsleuf is open. s Plaats de geheugenkaart in de sleuf en sluit deze. (p.24) De lees-/schrijfindicator brandt of knippert zelfs wanneer de schakelaar <4> is ingesteld op <2>. ¡ Wanneer u de schakelaar <4> direct nadat u een opname hebt gemaakt op <2> zet, blijft de lees-/schrijfindicator nog enkele seconden branden of knipperen terwijl de opname op de geheugenkaart wordt opgeslagen. s Wanneer de camera de opname op de geheugenkaart heeft opgeslagen, stopt de lees-/schrijfindicator met knipperen en wordt de camera uitgeschakeld. De batterij raakt snel leeg. ¡ De batterij is niet helemaal opgeladen. s Laad de batterij helemaal op. (p.18) ¡ De levensduur van de batterij is verlopen. s Vervang de batterij door een nieuwe. (p.168)
162
H44_E.book Page 163 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
De camera schakelt zichzelf uit. ¡ Automatisch uitschakelen is geactiveerd. s Zet de schakelaar <4> weer op <1> of zet Uitschakelen op [Uit]. (p.35) Alleen het pictogram
Opnamen maken Er kunnen geen opnamen worden gemaakt of opgeslagen. ¡ De geheugenkaart is niet correct geplaatst. s Plaats de geheugenkaart correct. (p.24) ¡ De geheugenkaart is vol. s Gebruik een nieuwe geheugenkaart of verwijder overbodige opnamen. (p.24, 115) ¡ De batterij is leeg. s Laad de batterij op. (p.18) ¡ U hebt niet goed scherpgesteld. (Het focusbevestigingslampje in de zoeker knippert. ) s Druk de ontspanknop nogmaals half in en stel het onderwerp scherp. Wanneer u nog steeds niet goed kunt scherpstellen, stel dan handmatig scherp. (p.76) Het LCD-scherm geeft geen duidelijke opname weer. ¡ Het LCD-scherm is vuil geworden door stof, enz. s Gebruik een zachte doek om het scherm schoon te maken. ¡ De levensduur van het LCD-scherm is verlopen. s Neem contact op uw dealer of Canon Service Center.
163
H44_E.book Page 164 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
De opname is niet gefocust. ¡ De focusinstellingsknop van de lens is ingesteld op
Opnamen bekijken en gebruiken De opname kan niet worden verwijderd. ¡ De opname is beveiligd tegen wissen. s Annuleer de beveiliging. (p.112) De datum en de tijd van opname zijn onjuist. ¡ De juiste datum en tijd zijn nog niet ingesteld. s Stel de juiste datum en tijd in. (p.38)
164
H44_E.book Page 165 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Foutcodes Wanneer er een camerafout optreedt, verschijnt <Err xx> op het bovenste LCD-paneel. Volg de onderstaande instructie om een oplossing te vinden voor de respectieve foutcode. Wanneer dezelfde fout vaker optreedt, is er waarschijnlijk iets mis met de camera. Schrijf de foutcode “xx” op en breng de camera naar het dichtstbijzijnde Canon Service Center. Wanneer een fout optreedt tijdens het maken van een opname, is de opname waarschijnlijk niet gemaakt. Druk op de knop
Maatregelen
Err 01
De communicatie tussen de camera en de lens is verbroken. Maak de contacten van de lens schoon. (p.9)
Err 02
Er is een probleem met de geheugenkaart. Probeer een van de volgende oplossingen: Verwijder de geheugenkaart en plaats deze terug. Formatteer de geheugenkaart. Gebruik een andere geheugenkaart.
Err 03
Te veel mappen op de geheugenkaart. Vervang deze door een geformatteerde geheugenkaart.
Err 04
De geheugenkaart is vol. Verwijder overbodige opnamen of vervang de geheugenkaart.
Err 99
Een andere fout dan bovenstaande is opgetreden. Deze fout kan optreden als u een lens gebruikt van een ander merk dan Canon en de camera of lens niet correct werkt. Verwijder de batterij en laad deze op.
165
H44_E.book Page 166 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Het focusscherm wijzigen U kunt het focusscherm van de camera wijzigen om de situatie van het onderwerp of de opname beter te maken. U dient ook C.Fn-00 in te stellen zodat de standaardinstelling voor belichting overeenkomt met het focusscherm. Type focusscherm
k:New laser-mat scherm l:Laser-mat scherm
Benaming Ec-N, Ec-R
C.Fn-00-instelling 0
Ec-series (A, B, C, CII, CIII, D, H, I, L)
1
1
Selecteer C.Fn-00. ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om [00] te selecteren. Laat de knop vervolgens los. ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om de gewenste instelling te selecteren. Laat de knop vervolgens los.
het bericht. 2 Controleer ¡Houd de knop <X> ingedrukt en draai aan het instelwiel <5> om [OK] te selecteren. Laat de knop vervolgens los.
C.Fn-00 kan in geen enkele groep Persoonlijke voorkeuren worden geregistreerd.
166
H44_E.book Page 167 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
¡ Als u het met de camera meegeleverde focusscherm niet wijzigt, hoeft u de fabrieksinstelling C.Fn-00-1 niet te wijzigen. ¡ Raadpleeg de met het focusscherm meegeleverde instructies als u het focusscherm wilt wijzigen. ¡ De focusschermen Ec-A, Ec-B, Ec-I en Ec-L hebben een prisma in het midden. Een juiste belichting kan niet worden verkregen met evaluatieve meting of spotmeting gebaseerd op het middendeel waar er een prisma is. Gebruik voor zulke focusschermen gemiddelde meting met nadruk op het midden, waarna een gemiddelde voor de gehele opname wordt berekend of spotmeting met nadruk buiten het midden.
Ec-series Uitwisselbare focusschermen Ec-A: Standaard microprisma Ec-H: Laser-mat met schaal
Ec-B: Nieuw gesplitst scherm
Ec-I: Laser-mat met dradenkruis
Ec-CII: Helemaal laser-mat
Ec-L: Kruisgesplitst scherm
Ec-CIII: Laser-mat
Ec-N: Nieuw laser-mat
Ec-D: Laser-mat met raster
Ec-R: Nieuw laser-mat
167
H44_E.book Page 168 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Belangrijkste accessoires (optioneel) Ni-MH-batterij NP-E3 Speciale batterij met hoge capaciteit. Nominale spanning van 12 V. Kan tot 500 keer weer worden opgeladen. Wanneer de batterij helemaal is opgeladen, kan de camera maximaal 1200 foto’s maken bij een normale temperatuur.
Ni-MH-lader NC-E2 Snelle, speciaal voor de Ni-MH-batterij NP-E3 ontworpen lader. Beveiligd tegen overladen. Het duurt ongeveer 120 minuten om één batterij op te laden. Er kunnen twee batterijen tegelijkertijd worden opgeladen. Ontladen zodat het geheugeneffect van de batterij wordt gewist, duurt ongeveer 8,5 uur. Werkt op 100 - 240 VAC.
Speedlites voor op de cameraschoen Flitsfotografie met een Speedlite uit de EX-serie is net zo eenvoudig als opnamen maken met automatische belichting zonder flitser. Alle Speedlites uit de EX-serie maken automatische E-TTL II-flitsopnamen, high-speed synchronisatie (FP-flits) en flitsbelichtingsvergrendeling mogelijk. Met de 580EX of 550EX kan een eenvoudig te gebruiken, draadloos automatisch E-TTL II-flitssysteem met meerdere Speedlites worden gebruikt.
Macro Ring Lites De Macro Lites uit de EX-serie zijn ideaal voor closeupflitsfotografie. U kunt een of allebei de flitseenheden gebruiken en de flitsverhouding regelen om eenvoudig de geavanceerde belichtingseffecten te verkrijgen met automatische E-TTL II-flitsopname. Ook zijn high-speed flitssynchronisatie (FP-flits), flitsbelichtingsvergrendeling en een multiSpeedlite draadloos systeem (met de 580EX, 550EX of 420EX als slave) mogelijk om de verschillende macroflitseffecten te verkrijgen.
168
H44_E.book Page 169 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Afstandbediening RS-80N3 Dit is een afstandsbediening met een snoer van 80 cm om te voorkomen dat de camera beweegt bij opnamen met een zoomlens, macro-opnamen en opnamen met bulbbelichting. U kunt de afstandsbediening gebruiken om de ontspanknop half of helemaal in te drukken. Tevens is de afstandbediening voorzien van een ontspanknopvergrendeling. Beschikt over een snel vergrendelende stekker voor op de aansluitbus voor de afstandsbediening.
Afstandsbediening met timer TC-80N3 De afstandsbediening kan met een snoer van 80 cm worden aangesloten en bevat vier ingebouwde functies: 1. Zelfontspanner, 2. Intervaltimer, 3. Timer voor bulbbelichting en 4. Instelfunctie voor de ontspanknop. De timer kan worden ingesteld tussen 1 sec. en 99 uur, 59 min., 59 sec. in stappen van 1 seconde. De stekker voor de aansluiting van de camera beschikt over een snelle vergrendeling.
Draadloze afstandsbediening LC-4 Draadloze afstandsbediening werkt tot op 100 meter. Bevat een zender en een ontvanger. De ontvanger beschikt over een stekker voor op de aansluitbus voor de afstandsbediening.
Dioptrische aanpassingslenzen E-serie Een van de tien dioptrische aanpassingslenzen uit de E-serie (–4 tot +3 diopters) kan op het oculair van de camera worden bevestigd om het bereik van de dioptrische aanpassing verder uit te breiden.
Geheugenkaart Opslagmedia waarop de gemaakte opnamen worden opgeslagen. Het gebruik van geheugenkaarten van Canon wordt aanbevolen.
PC-kaartadapter Hiermee kan een CF-kaart in een PC-kaartsleuf of PC-kaartlezer worden geplaatst.
169
H44_E.book Page 170 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Systeemoverzicht
ST-E2
220EX
Rubberframe Ec
420EX
580EX
Macro Ring Lite MR-14EX
Macro Twin Lite MT-24EX
Standaardaccessoires
Dioptrische aanpassingslenzen E-serie Oculairdop Ec voorkomt beslaan Brede draagriem L5 Oculairdop Ec-II CR2025 lithiumbatterij
Hoekzoeker C Handriem E1
EOS DIGITAL Solution Disk
Digital Photo Professional Disk
Ni-MH-batterij NP-E3
Gelijkstroomkoppelingsset Focusscherm Ec
170
Ni-MH-batterijoplader NC-E2
H44_E.book Page 171 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Afstandsbediening met timer TC-80N3
Afstandsbediening Draadloze RS-80N3 afstandsbediening LC-4
EF-lenzen van Canon
BJ-printer voor rechtstreeks afdrukken Fotokaartprinter
PictBridge-compatible printer Interfacekabel IFC-400PCU
Wireless File Transmitter WFT-E1
Interfacekabel IFC-450D4
Interfacekabel IFC-450D4 IFC-200D44 IFC-450D44
Videokabel VC-100 Toegangspunt draadloos LAN Adapter draadloos LAN Ethernet-poort
Personal computer IEEE 1394-poort Windows XP (Home Edition / Professional) Windows 2000 Professional USB-poort Windows ME PC-kaartsleuf Windows 98 Second Edition Mac OS 9.0-9.2 Mac OS X
TV/Video
CF-kaart
SD-geheugenkaart
Kaartlezer
PC-kaartadapter
Gegevensverificatieset DVK-E2
171
H44_E.book Page 172 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Specificaties • Type Type: Opslagmedium: Beeldgrootte: Compatibele lenzen: Lensbevestiging:
Digitale AF/AE SLR Type I of II CF-kaart, SD-geheugenkaart 36 x 24 mm Canon EF-lenzen (behalve EF-S-lens) EF-bevestiging van Canon
• Afbeeldingselement Type: Pixels: Beeldverhouding: Kleurfiltersysteem: Laagdoorlaatfilter:
Grote, ultragevoelige single-plate CMOS-sensor met hoge resolutie Effectieve pixels: Ongeveer 16,70 megapixels Totaalaantal pixels: Ongeveer 17,20 megapixels 3:2 RGB-filter voor primaire kleuren Bevindt zich voor de beeldsensor, niet-verwijderbaar
• Opnamesysteem Opnameformaat:
Design rule for Camera File System 2.0: JPEG en RAW Beeldformaat: JPEG, RAW (12 bits) RAW+JPEG gelijktijdige opname: Meegeleverd (1) L (Large): Ongeveer 5,5 MB (4992 x 3328 pixels) Bestandsgrootte: (2) M1 (Medium1): Ongeveer 3,2 MB (3600 x 2400 pixels) (3) M2 (Medium2): Ongeveer 2,6 MB (3072 x 2048 pixels) (4) S (Small): Ongeveer 1,9 MB (2496 x 1664 pixels) (5) RAW: Ongeveer 14,6 MB (4992 x 3328 pixels) * JPEG-kwaliteit: 8 * Exacte bestandsformaten zijn afhankelijk van de JPEG-kwaliteit, het onderwerp, de ISO-waarde, enz. Mapinstelling: Maken/selecteren van mappen ingeschakeld Bestandsnummering: (1) Opeenvolgende nummering (2) Auto reset (3) Handmatige reset Bewerkingsparameters: Standaardparameters en mogelijkheid om maximaal drie aangepaste bewerkingsparameters in te stellen Kleurmatrix: Vijf standaardtypen en twee typen die kunnen worden geregistreerd met kleurmatrix Back-upopname: Ingeschakeld (zelfde opname kan worden opgeslagen op CF-kaart en SD-geheugenkaart)
172
H44_E.book Page 173 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Interface:
IEEE1394 voor PC’s USB voor rechtstreeks afdrukken Video-uitgang (NTSC/PAL)
• Witbalans Instellingen:
Instellingen: auto, daglicht, schaduw, bewolkt, bulb, fluorescerend, flits, aangepaste en kleurtemperatuur, Persoonlijke witbalans (Totaal tien instellingen) Automatische witbalans: Automatische witbalans met de beeldsensor Kleurtemperatuurcompensatie: Reeksopnamen op basis van de witbalans: ±3 stappen in verhogingen van hele stappen Witbalanscorrectie: ±9 stappen in verhogingen van hele stappen * Blauw/amber-afwijking of magenta/groen-afwijking mogelijk
• Zoeker Type: Dekking:
Oogniveau pentaprisma Ongeveer 100 procent verticaal en horizontaal met betrekking tot de effectieve pixels 0,7x (–1 diopter met een lens van 50 mm bij oneindig) Vergroting: Oogafstand: 20 mm Ingebouwde dioptrische aanpassing: –3.0 - +1.0 diopter Uitwisselbaar (9 typen), standaardfocusscherm: Ec-CIII Focusscherm: Spiegel: snel terugklappende, half doorlatende spiegel (transmissie: reflectieverhouding van 37:63, geen vignettering in zoeker met EF-lens van 1.200 mm f/5,6 of kleiner) AF-informatie (AF-punten, focusbevestigingslampje), Zoekerinformatie: belichtingsinformatie (sluitertijd, diafragma, handmatige belichting, zone spotmeting, ISO-waarde, belichtingsniveau, belichtingswaarschuwing), flitsinformatie (flitser klaar, FP-flits, FE-vergrendeling, niveau flitsbelichting), witbalanscorrectie, JPEGopname, aantal resterende opnamen, informatie over geheugenkaart Preview scherptediepte: Ingeschakeld met previewknop scherptediepte Oculairafsluiter: Ingebouwd
• Autofocus Type: AF-punten:
TTL-AREA-SIR met een CMOS-sensor 45 AF-punten (AF-gebied)
173
H44_E.book Page 174 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Werkbereik AF: Focusmodi:
EV 0-18 (bij ISO 100 bij 20°C) One-Shot AF (ONE SHOT) AI Servo AF (AI SERVO) Handmatig scherpstellen (MF) Automatische selectie, handmatige selectie, startpositie AF-puntselectie: (overschakelen naar geregistreerde AF-punt) Geselecteerde AF-puntweergave: Ingespiegeld in zoeker en aangegeven op het LCD-paneel AF-hulplicht: Verzonden door de speciale Speedlite
• Belichtingscontrole Lichtmeetmodi:
Meetbereik: Belichtingssystemen:
Bereik ISO-waarde:
Belichtingscompensatie:
AE-vergrendeling:
TTL-meting volle lensopening met 21 zones (1) Evaluatieve meting (koppelbaar aan elk AF-punt) (2) Deelmeting (ongeveer 8,5% van de zoeker gecentreerd) (3) Spotmeting • Spotmeting met nadruk op het midden (ongeveer 2,4% van de zoeker gecentreerd) • AF-puntgekoppelde spotmeting (ongeveer 2,4% van de zoeker) • Multi-spotmeting (max. acht spotmeetingangen) (4) Gemiddelde meting met nadruk op het midden EV 0-20 (bij 20°C met 50 mm f/1,4 lens, ISO 100) AE-programma (verschuifbaar), AEsluiterprioriteit, AE-diafragmaprioriteit, E-TTL IIflitsopname, handmatig, flitsmeting, handmatig Gelijkwaardig aan ISO 100-1600 (met tussenstappen van 1/3), ISO-waarde kan worden uitgebreid tot ISO 50 en 3200 AEB: ±3 stappen in verhogingen 1/3. Methoden reeksopnamen: 1. Sluitertijd of diafragma 2. ISO-waarde Handmatig: ±3 stappen in verhogingen 1/3 (kan worden gecombineerd met AEB) Auto: wordt toegepast in de modus One-Shot AF met evaluatieve meting wanneer het onderwerp is scherpgesteld. Handmatig: met de AE-vergrendelingsknop in alle lichtmeetmodi.
• Ontspanner Type: Sluitertijd:
174
Elektronisch geregelde, focal-plane ontspanner 1/8000 30 sec. (verhogingen van 1/3), bulb, X-synchronisatie bij 1/250 sec.
H44_E.book Page 175 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Ontspanknop: Zelfontspanner: Afstandsbediening:
Soft-touch elektromagnetische ontspanner Vertraging van 10 sec. of 2 sec. Afstandsbediening met aansluitbus type N3
• Flits Voor EOS geschikte Speedlite: Automatische E-TTL II-flitsopamen met Speedlite uit de EX-serie PC-aansluitbus: Meegeleverd
• Transportsysteem Transportstanden: Snelheid bij continu-opname: Maximumaantal opnamen:
Enkele opname, Continu Ongeveer 4 opnamen/sec. JPEG: Ongeveer 32 opnamen (Large, JPEG 8) RAW: Ongeveer 11 opnamen
• LCD-scherm Type: Monitorgrootte: Pixels: Dekking: Aanpassing helderheid: Interfacetalen:
TFT-kleurenmonitor van vloeibaar kristal 2,0 inch Ongeveer 230.000 100% met betrekking tot de effectieve pixels Vijf niveaus beschikbaar 12
• Opnameweergave Beeldformaatweergave:
Enkel beeld, enkel beeld (INFO.), beeldindex voor 4 beelden, beeldindex voor 9 beelden, vergrote zoom (ongeveer 1,5x - 10x), geroteerde afbeelding Waarschuwing door markering: In de formaten enkele opname en enkele opname (INFO.) knipperen eventuele overbelichte gebieden in de beeldweergave.
• Wispreventie en wissen Wispreventie:
Wissen:
Wispreventie van één afbeelding, alle afbeeldingen in een map of alle afbeeldingen op de geheugenkaart kan samen worden toegepast of geannuleerd. Één afbeelding, alle afbeeldingen in een map of alle afbeeldingen op de geheugenkaart kunnen samen worden gewist (behalve beveiligde afbeeldingen).
175
H44_E.book Page 176 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
• Geluid opnemen Opnamemethode:
Bestandsindeling: Opnameduur:
Het commentaar dat is opgenomen met de ingebouwde microfoon wordt gekoppeld aan de afbeelding. WAV Max. 30 sec. per opname
• Rechtstreeks afdrukken Compatibele printers: Afbeeldingen die kunnen worden afgedrukt:
CP Direct-, Bubble Jet Direct- en PictBridgecompatibele printers JPEG-afbeeldingen (Afdrukken bestellen ingeschakeld met DPOF versie 1.1)
• Aanpassing Persoonlijke voorkeuren: 20 persoonlijke voorkeuren met 65 instellingen Persoonlijke functies: 27 Camera-instelling opslaan/lezen: Mogelijk
• Stroombron Batterij:
Aantal mogelijke opnamen:
Controle batterij: Energiebesparing: Back-upbatterij:
Één Ni-MH-batterij NP-E3 * wisselstroom via de wisselstroomadapter en de gelijkstroomkoppeling. Bij 20°C: Ongeveer 1200 Bij 0°C: Ongeveer 800 * De bovenstaande cijfers zijn van toepassing wanneer een volledig opgeladen Ni-MH-batterij NP-E3 wordt gebruikt. Automatisch Beschikbaar. De stroom wordt na 1, 2, 4, 8, 15 of 30 minuten uitgeschakeld. Één CR2025-lithiumbatterij
• Afmetingen en gewicht Afmetingen: Gewicht:
156 (W) x 157,6 (H) x 79,9 (D) mm 1215 g (alleen behuizing. batterij: 335 g)
• Omstandigheden tijdens werking Temperatuurbereik tijdens werking: 0°C - 45°C Luchtvochtigheid tijdens werking: 85% of minder ¡ Alle bovenstaande specificaties zijn gebaseerd op de testnormen van Canon. ¡ De specificaties en het uiterlijk van de camera kunnen zonder voorafgaande waarschuwing worden gewijzigd.
176
H44_E.book Page 177 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggoolen maar inleveren als KCA
177
H44_E.book Page 178 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
Index A aan-/uitschakelaar ..........................27 aangepaste witbalans ....................49 accessoires ..................................168 Activeringsgebied AF-punt .............72 Adobe RGB ....................................55 AEB ................................................93 AE-programma ...............................84 AE-vergrendeling ...........................95 AF-modus ......................................66 AF-puntregistratie/-inschakeling ....70 AF-puntselectie ..............................68 AI Servo AF ...................................66 alle camera-instellingen wissen .....36 automatisch roteren .....................104 Av (AE-diafragmaprioriteit) .............88
B back-up ..........................................62 batterij .............................. 18, 20, 168 batterijcontrole ................................20 beeldgrootte ...................................44 beeldvergroting ............................109 belichtingscompensatie ..................92 bestandsnummering ......................63 beveiligen .....................................112 bewerkingsparameters ...................58 bijsnijden ......................................135 bulbbelichting .................................96
C camera-instellingen opslaan/lezen ..159 continu-opnamen maken ...............77 contrast ..........................................58 controlelijst onderdelen ....................3
D diafragmawaarde ...........................88 dioptrische aanpassing ..................37
E enkele opname weergeven ..........106 enkele opnamen maken .................77
178
F flits ................................................. 98 flitsbelichtingsvergrendeling .......... 98 focusscherm ................................ 166 focusvergrendeling ........................ 67 formatteren .................................. 118 foutcodes ..................................... 165
G geheugenkaart ............. 9, 24, 61, 169 geheugenkaart formatteren ......... 118 geheugenkaart selecteren ............. 61 gelijkstroomkoppelingsset ............. 22 geluidsopname ............................ 114
H handmatige focus .......................... 75 histogram ..................................... 108 hoofdinstelwiel ..........................16, 29
I indexweergave ............................ 106 ISO-waarde ................................... 47
J JPEG-kwaliteit ............................... 46
K kijktijd ........................................... 103 kleurmatrix ..................................... 55 kleurruimte .................................... 56 kleurtemperatuur ........................... 51 kleurtoon ....................................... 56 kleurverzadiging ............................ 56
L LCD-paneel ................................... 13 LCD-paneelverlichting ................... 96 LCD-scherm ...............................9, 36 lens .............................................9, 23 lichtmeetmodus ............................. 80
H44_E.book Page 179 Wednesday, September 29, 2004 8:34 PM
M M (handmatige belichting) ..............90 map aanmaken ..............................60 map selecteren ..............................61 maximale opnamereeks .................45 menu's ...................................... 32, 34 multi-spotmeting .............................82
N namen van onderdelen ..................10 NTSC ...........................................111
O oculairafsluiter ................................97 One-Shot AF ..................................66 ontspanknop ..................................28 half indrukken ............................28 helemaal indrukken ....................28 opladen ..........................................18 opname-informatie .......................107 opnamekwaliteit .............................44 opnamen bekijken ........................102 overbelichtingswaarschuwing .......107
P P (AE-programma) .........................84 PAL ...............................................111 persoonlijke functies .....................157 persoonlijke voorkeuren ...............146 print order .....................................137 programmakeuze ...........................85
R RAW ......................................... 44, 45 RAW en JPEG tegelijkertijd opnemen ........................................44 rechtstreeks afdrukken ......... 121, 143 PictBridge ................................125 CP Direct .................................129 Bubble Jet Direct .....................132 reeksopnamen op basis van de witbalans ............................53 resterende opnamen ................ 21, 45
riem ............................................... 42 roteren, opnamen .................104, 110 ruisreductie .................................... 96
S scherpte ......................................... 58 scherptediepte ............................... 89 sensor schoonmaken .................... 40 sluitertijd ........................................ 86 snelkeuzewiel ...........................16, 30 Specificaties ................................ 172 spiegel opklappen ......................... 97 sRGB ............................................. 57 standaardinstellingen .................... 36 Stel Datum & Tijd in ....................... 38 storingen ...................................... 162 systeemoverzicht ......................... 170
T tooncurve ....................................... 58 transportmodi ................................ 77 Tv (AE-sluiterprioriteit) .................. 86
U uitbreiding ISO-waarden ................ 47 uitschakelen ................................... 27
V vasthouden van de camera ........... 37 verticaal fotograferen ..................... 31 vervangen van batterij voor datum/tijd ............................... 39 Video OUT ................................... 111
W weergave ..................................... 105 wissen ......................................... 115 witbalans ....................................... 48 witbalanscorrectie .......................... 52
Z zelfontspanner ............................... 78 zoeker ............................................ 15
179
CANON INC. 30-2 Shimomaruko 3-chome, Ohta-ku, Tokyo 146-8501, Japan Europa, Afrika & Midden-Oosten CANON EUROPA N.V. PO Box 2262, 1180 EG Amstelveen, Nederland CANON (UK) LTD For technical support, please contact the Canon Help Desk: P.O. Box 431, Wallington, Surrey, SM6 0XU, VK Tel: (08705) 143723 (Calls may be recorded) Fax: (08705) 143340 For sales enquiries, please call on (0121) 666-6262 CANON COMMUNICATION & IMAGE FRANCE S.A. 102 Avenue du Général de Gaulle, 92257 LA GARENNE COLOMBES CEDEX, Frankrijk Tél : Hot line 08 25 00 29 23 http://www.cci.canon.fr CANON DEUTSCHLAND GmbH Postfach 100401, 47704 Krefeld, Duitsland Canon Hotline Service: 0180/5006022 (0,12 € / Min.) www.canon.de CANON ITALIA S.P.A. Via Milano 8, I-20097 San Donato Milanese (MI), Italië Tel: 02/8248.1 Fax: 02/8248.4604 Pronto Canon: 02/8249.2000 E-mail: [email protected] http://www.canon.it
CANON DANMARK A/S Knud Højgaards Vej 1, DK-2860 Søborg, Denemarken Tlf: 70 15 50 05 Fax: 44 88 22 99 www.canon.dk CANON NORGE as Hallagerbakken 110, Postboks 33, Holmlia, 1201 Oslo, Noorwegen Tlf: 22 62 93 21 Faks: 22 62 06 15 E-mail: [email protected] http://www.canon.no Finland CANON OY Kuluttajatuotteet, Huopalahdentie 24, PL1, 00351 Helsinki, Finland Helpdesk: 020 366 466 (pvm) Internet: www.canon.fi CANON SVENSKA AB Gustav III:s Boulevard 26, S-169 88 Solna, Zweden Helpdesk: 08-744 8620 Fax 08-744 8527 http://www.canon.se
CANON BELGIUM N.V. / S.A. Bessenveldstraat 7, B – 1831 Diegem, België Tel.: (02) 722.04.11 Fax: (02) 721.32.74 Helpdesk : 0900-10627 http://www.canon.be CANON LUXEMBOURG S.A. Rue des Joncs 21, L-1818 Howald, Luxemburg Tel.: (0352) 48 47 961 Fax: (0352) 48 47 96232 Helpdesk : 900-74100 http://www.canon.lu CANON NEDERLAND N.V. Neptunusstraat 1, 2132 JA Hoofddorp, Nederland Tel.: 023 – 5 670 123 Fax: 023 – 5 670 124 Helpdesk: 023 – 5 681 681 http://www.canon.nl
Oostenrijk CANON GES.M.B.H. Zetschegasse 11, A - 1230 Wien, Oostenrijk Helpdesk Tel.: 01 66 146 412 Fax: 01 66 146 413 http://www.canon.at Portugal SEQUE – SOC. NAC. EQUIP., S.A. Pr. Alegria, 58 – 2ºC, 1269-149 Lisboa, Portugal Tel: +351213242830 Fax: +351213472751 E-mail: [email protected] http://www.seque.pt
Deze instructiehandleiding is van kracht met ingang van september 2004. Voor informatie over het gebruik van de camera met de systeemaccessoires van na deze datum, kunt u zich wenden tot uw Canon Service Center.
CEL-SE71A280
© CANON INC. 2004
GEDRUKT IN DE EU
INSTRUCTIEHANDLEIDING
CANON (SCHWEIZ) AG Industriestrasse 12, 8305 Dietlikon, Zwitserland Consumer Imaging Group Tel. 01-835-61 61 Hotline 0900 57 55 20 (CHF 2,13/min) http://www.canon.ch
CANON ESPAÑA S.A. C/Joaquín Costa, 41 – 28002 Madrid, Spanje Tel. Atención al Cliente: 901.301.301 Help Desk: 906.301.255 http://www.canon.es
NEDERLANDS INSTRUCTIEHANDLEIDING