Natuurwandelpark Wolvenberg – 1
Natuurwandelpark
W O LV E N B E R G
Werkgroep Wolvenberg Natuurlijk Natuurpunt Land Van Reyen
2 – Natuurwandelpark Wolvenberg Brede wespenorchis in vrucht
Illustratieverantwoording p. 1: Luchtfoto, met dank aan Foto Coolens & Deleuil, 2018 Antwerpen p. 6: De Brialmontvesting in Berchem omstreeks 1920, met dank aan de Kring voor Heemkunde Berchem. p. 7: IJsvogel, met dank aan Natuurpunt. p. 13: Winterkoninkje; p. 14: Iepenspintkever; p. 15: Koperwiek: met dank aan Uitgeversmaatschappij Tirion, Baarn. p. 15: Pestvogels. Foto: Kris Lauwers, 1995-96. p. 16: Hop, uit: H.G. Ludwig Reichenbach, Deutschlands Flora ... als Beleg für die Flora Germanica Excursoria ..., Leipzig, 1849-1850. p. 16: Bosrank, uit: E.J. Weeda, Nederlandse oecologische flora, wilde planten en hun relaties, Amsterdam, 1985-1991. p. 19: Bewerkt detail uit de Topografische kaart van België, Antwerpen-Borgerhout (15/3-4), NGI, Brussel. Alle andere foto’s, grafiek en lay-out : Wim Strecker, 2018 Antwerpen -
[email protected] De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten op de reproducties van beeldende werken te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Diegenen die desondanks menen nog rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Wij danken het District Berchem voor de promotie van deze publicatie. Vijfde, bijgewerkte uitgave, Berchem 2003.
Natuurwandelpark Wolvenberg – 3
Het natuurwandelpark in het Natuurgebied Wolvenberg
Natuurpunt Land van Reyen. Werkgroep Wolvenberg Natuurlijk
4 – Natuurwandelpark Wolvenberg
Zes aandachtspunten op het natuurwandelpad Wolvenberg Deze educatieve brochure wil de verstandhouding tussen publiek en natuur verbeteren. Het zal zeker tegemoet komen aan een vraag die velen op de lippen ligt: “Waarom wordt dit gebied als Natuurontwikkelingsgebied beheerd ? “ Er worden op het pad zes plaatsen toegelicht; je loopt van de ene genummerde arduin naar de volgende langs paaltjes waarop een pijltje de richting aangeeft. Zoals alle open ruimte staan ook de parken onder zware druk. Gezien de bijzondere ligging, centraal tussen Hobokense Polder en Ter Rivierenhof en de grote ecologische variatie is het belangrijk dat deze ruim 20 ha. een bijzondere bescherming genieten. De spoorwegbermen tussen Wolvenberg en de Kennedytunnel zijn natuurgebied in samenwerking met de Belgische spoorwegen. Op de Brilschans bevinden zich eveneens enkele hectaren langs de Vlaanderen Fietsroute die door ons worden beheerd. De Vlaamse overheid heeft op 11 september 2001 ons natuurgebied erkend. De erkende oppervlakte bedraagt 11,76 ha, zowat twee derde. Het natuurwandelpark is maar een klein onderdeel van het volledige project, een groene vinger langs de snelwegbermen tussen de Oude Landen in Ekeren en de Hoboken Polder, waarin de Vlaamse overheid haar verantwoordelijkheid neemt. Ondanks het drukke verkeer is er een natuurlijke verbinding mogelijk tussen allerlei parken en wilde hoekjes, waarvan Wolvenberg er één is. De spoorweg naar de Kennedytunnel is meer dan 4 km lang. Hierlangs verplaatsen zich ongemerkt allerlei dieren.
Overzicht van het erkend natuurgebied – stafkaart Antwerpen Borgerhout
Natuurwandelpark Wolvenberg – 5
1. Waar komt de benaming Wolvenberg vandaan? We staan hier vlak tegen een drukke weg, maar aan deze zijde bevinden zich geen gebouwen. Het gebied is enkel omgeven door verkeerswegen. Net zoals in de rest van Vlaanderen is de natuur in kleine hoekjes weggedrongen; Vlaanderen wordt één grote stad. Vroeger lagen op deze plaats vesten en omwallingen die de stad moesten beschermen tegen een militaire invasie. De aanleg vergde 13 miljoen kubiek meter graafwerken en besloeg ruim 500 ha. De moerassen die er van nature langs lagen hebben de grote vijvers snel van waterplanten en waterdieren voorzien. De wegen er langs waren aanvankelijk gewone zandwegen, ook verder in de stad, en talrijke grote buitenverblijven en kleine akkertjes bepaalden het algemeen beeld. De Omwalling, waar Brilschans, Wolvenberg, Halfmaantje en de Mastvest nog van getuigen, werd verdedigd door een fortengordel, waarvan het fort IV het dichtstbijgelegen exemplaar is. De naam Wolvenberg komt op oude kaarten nergens in Antwerpen voor, maar het is wel een goede naam voor een gebied met wilde planten en dieren. Het verwijst naar een wolve, een houten hutje dat gemakkelijk kan worden afgebroken, en ook naar de ‘wolfkes’, padvinders die hier ergens een heem hadden. Achter ons ligt sinds 1836 de spoorweg naar Brussel; toen lag ze nog op straathoogte. De spoorlijn naar Gent is veel jonger, en ook minder gevarieerd in plantengroei. De parkeerplaatsen naast de spoorwegberm waren enkele jaren geleden nog volkstuinen. Foto van de vesten omstreeks 1920
Je weet nu min of meer waar het gebied vandaan komt; ga mee naar het volgende punt.
6 – Natuurwandelpark Wolvenberg
2. De vijver De mensen in de buurt noemen de vijver ‘de vest’, of ‘het Verloren Water’. Deze vijver is eigenlijk een grondwatervijver. Dat wil zeggen dat de waterspiegel onder het niveau van de autostrade ligt. Vroeger was heel de stad omgeven met water. De vijver is daar een restje van. Er komen nog dieren en planten in voor die hier altijd in de omgeving leefden, maar er werden ook soorten in uitgezet. Vissers deden voor hun eigen plezier karpers in de plas, kinderen laten hun schildpadjes hier achter, muskusratten waren er vroeger ook niet. Egels kunnen goed zwemmen, wist je dat? Je ziet ze wel eens, maar ze zijn hier erg zeldzaam. Tussen de struikjes leven padden en watersalamanders. Die komen enkel in de lente meerdere weken naar de vijver om te paren en er hun eitjes af te zetten. Daarom is het beter vooral dan niet overal te lopen en op het pad te blijven. Dan groeien de planten hoger en kunnen deze dieren beter op voedsel jagen. In het water groeien algen en waterplanten, aan de rand groeien planten die zowel in als uit het water leven, als het maar nat genoeg is. Nog hoger groeien planten die niet van zoveel water houden. Elke soort kiest haar eigen plekje waar zij het liefste groeit. Aan de bomen zie je ook al zo’n verschil. In en langs Schietwilgen
het water groeien Schietwilgen. Wat hoger staan Olmen en Meidoorns, die houden niet van kletsnatte voeten en hun zaden kiemen niet in de blubber.
Sommige Schietwilgen zijn al erg oud, ze zijn hier en daar hol, en worden bewoond door Vleermuizen. Die jagen in het donker op insecten die boven het water vliegen. Aan de vijver valt het lawaai van de auto’s nogal mee. In de lente hoor je hier allerlei vogels die je in de stad niet verwacht. Op Wolvenberg zijn bijna alle zoogdieren nachtdieren. Je zult ze niet gemakkelijk zien. Het water dat uit de omgeving naar de vijver loopt is uitsluitend regenwater. Dit geeft tijdelijke fluctuaties, waarna de stand terug op het grondwaterniveau belandt. Alle water op Wolvenberg is ‘schoon’. Omdat de beek die er vroeger in uitkwam is afgekoppeld hoopt er zich veel slib op in de vijver. Dit moet af en toe worden geruimd, anders sterft er alle waterleven. De Zilverbeek wordt in de nabije toekomst echter opnieuw aangesloten op de vijver! De waterkwaliteit is beter dan die van de vijver zelf.
Poelslak
Natuurwandelpark Wolvenberg – 7
Snoek
Blaartrekkende boterbloem
IJsvogel
Zoogdieren
Enkele typische soorten aan de vijver
Spitsmuis, Muskusrat, Huismuis en Bruine rat. Wezel, Bunzing, Dwergvleermuis en Gewone grootoorvleermuis.
Vogels Visdiefje, IJsvogel, Blauwe reiger, Spotvogel, Grote bonte specht, Winterkoning, Grote gele kwik, Waterhoen, Meerkoet, Dodaars, Oeverloper en Wilde eend.
Ongewervelden Waterschorpioen, Waterpissebed, Bloedzuiger, Poelslak, Glanzende agaathoren, Donkere wegslak, Doorschijnende glasslak, Gewone kristalslak, Grote glansslak, Look-glansslak, Gevlekte akkerslak, Gewone haarslak, Zwanemossel, Galwespen, Grote en Zuidelijke keizerlibel, Blauwe glazenmaker, Kroosvlindertje.
Amfibieën & Reptielen Gewone pad, Kleine watersalamander, Alpenwatersalamander en de exotische probleemsoorten Roodwangschildpad en Geelwangschildpad.
Mossen Beekpluisdraadmos, Kleivedermos.
Vaatplanten Schietwilg, Zwarte els, Blaartrekkende boterbloem, Moerasdroogbloem, Moeraszuring, Gele waterkers, Grof hoornblad, Gekroesd fonteinkruid, Groot blaasjeskruid, Zittende Zannichellia, Smalle waterpest, Aarvederkruid, Klein kroos, Veelwortelig kroos, Bultkroos, Doorschijnend sterrekroos, Koninginnekruid en Bitterzoet.
Vissen Snoek, Blankvoorn, Bittervoorn, Paling, Karper, Bliek.
Paddestoelen Morielje onder Iep
8 – Natuurwandelpark Wolvenberg
3. Graslanden Graslanden zijn halfnatuurlijke landschappen. Men neemt aan dat het bos dat in de prehistorische tijden ons land bedekte niet zo gesloten was als in tegenwoordige kunstmatige bossen. Bevers, Elanden, Wisenten en Wilde paarden leefden in open stukken bos die zo in stand werden gehouden. Toen de mensen hier vee begonnen te houden lieten ze dit grazen in het bos. Alleen planten van graslanden konden op zulke open plekken blijven groeien. Er ontstond een verspreid doornstruweel waarin vooral Zomereik kans zag zich te ontwikkelen. Het bos was eigenlijk een parklandschap met her en der grotere stukken woud, moerassen, rivieren en grazige stukken. Deze wilde graslanden bestaan niet meer. Elke weide is in cultuur gebracht. De boeren ploegen nu meestal hun weiden om en zaaien er één soort gras, dat ze afhooien voor de dieren in de stallen. Overal in parken en tuinen zaaien mensen een kale gazon. Men onderscheidt verschillende soorten graslanden. Zij worden bepaald door de bodem. Nat of droog, begraasd of gemaaid, kletsnat of kurkdroog, met klei of zand, kalkhoudend of niet... het bepaalt allemaal mee wat er kan groeien. Natuurverbinding met Hobokense polder
Op de autostrade- en spoorwegbermen tref je ook graslanden aan. Op sommige plaatsen zijn zij al goed ontwikkeld. Deze graslanden moeten een natuurlijke verbinding tot stand brengen tussen allerlei gebieden van aan de Hobokense Polder tot het Ter Rivierenhof. We hopen dat vanuit Wolvenberg allerlei plantenzaadjes en diertjes ‘op reis’ kunnen gaan en een kans krijgen om zich ergens onderweg te vestigen. Zo krijg je meer ruimte voor de natuur. Buiten de grassen en schijngrassen groeien er zo’n 40 andere soorten planten samen met elkaar in deze biotoop. De graslanden vormen overgangen naar de
beschaduwde plaatsen waar struiken en bomen staan, naar de plassen en naar de paden. Het zijn vooral de overgangen die de natuurinhoud rijk maken. Veel dieren verstoppen zich onder de struiken, jagen of grazen op de open plekken en gebruiken de plasjes om er zich in voort te planten. Als je op de paden blijft, ook al is het er erg drassig, ben je zeker dat je niets verstoort.
De graslandjes van Wolvenberg worden met een afgesproken regelmaat gemaaid. Sommige stukken ééns per jaar, per twee jaar, tweemaal per jaar. Een strikte datum is er niet: we volgen eerder een bio-indicator. Zo wordt een perceel waarin Bermzegge staat pas gemaaid als de aartjes afvallen in de zomer. Dan is tevens ook onze Bijenorchis en Ratelaar uitgebloeid. Libellen en juffers houden van het kleinschalig gevarieerd landschap dat hier aanwezig is. In graslanden komen ook paddestoelen voor. In de lente staan grote heksenkringen van de Voorjaarsridderzwam overal op het terrein, als ook de Bokaalzwam, die met zijn voet in de kalkrijke aarde verscholen zit. In het najaar vind je hier voornamelijk de Radijsvaalhoed. Op het maaisel verschijnt Dooiergele mestzwam. Natte graslanden herbergen speciaal aangepaste mossen. Hier vinden we vooral Gewoon sikkelmos en Puntmos.
Bijenorchis
Natuurwandelpark Wolvenberg – 9
Gewone bermzegge
Dwergmuis met nest
Bokaalkluifzwam
Zoogdieren
Enkele typische soorten van het grasland
Mol, Konijn, Rosse woelmuis, Spitsmuis, Bosmuis, Aardmuis, Veldmuis en Dwergmuis.
Vogels Torenvalk, Spreeuw, Groene specht.
Ongewervelden Sabelsprinkhaan, Krasser, Iepe-grasluis, Lieveheersbeestjes, Langpootmug, Glanzende agaathoren, Donkere wegslak, Doorschijnende glasslak, Grote glansslak, Grofgestreepte glimslak, Grote karthuizerslak, Gewone haarslak, Gewone tuinslak.
Mossen Puntmos, Gewoon sikkelmos, Haakmos.
Vaatplanten Gewoon knoopkruid, Wilde peen, Jacobskruiskruid, Veldlathyrus, Aardaker, Goudhaver, Blauw walstro, Bermzegge, Zeegroene zegge, Ruige zegge, Kropaar, Kleine klaver, Duizendblad.
Paddestoelen Voorjaarsridderzwam (St-George mushroom), Bokaal(kluif)zwam, Zwarte grasparasiet, Radijsvaalhoed, Weidekringzwam, Smeerwortelmeeldauw, Hondsdrafroest, Fopzwam, Straatchampignon, Hazepootje, Plooirokje, Zanddragende vezelkop, Donzige melkzwam.
10 – Natuurwandelpark Wolvenberg
4. Plassen en poeltjes De plassen in het terrein zijn zeer belangrijk. Verspreid vormen zich vooral na de winter modderige plassen met kwel, maar ook met oppervlaktewater in de greppels en putten. Tussen het populierenbosje en de vijver gaan de graslandjes over in moerasachtige vegetatie. Dit vereist van de aanwezige planten een aangepast wortelstelsel, want bodems die onder water staan zijn lucht- en zuurstofloos. Een holle wortel en stengel brengt dan zuurstof tot in de wortelharen, de zaden zijn bestand tegen water, verspreiden zich drijvend of behoeven droogvallen van de bodem voor de kieming. Vochtige plaatsen zijn zeldzaam in de directe omgeving, zowel in het verbindingsgebied dat vrijwel geheel uit hellingen bestaat, als in de meeste van onze parken. In onze streken zijn vochtgebonden planten kwetsbaar, hun aantal gaat zienderogen achteruit door vervuiling, ontwatering en gebrek aan levensruimte. Ze verdienen niet alleen daarom meer aandacht, maar ook omdat hun aanwezigheid op grotere ecologische verscheidenheid duidt. De insectenrijkdom neemt met de aanwezigheid van vochtgebonden plantensoorten immers altijd enorm toe. Op de hellingen ‘watert’ de regen af onder de grond. Waar het water weer boven komt is het zuurstofloos, en ijzerhoudend. Op zo’n plassen, kwelplaatsen of bronnetjes als je wilt, vinden we een olieachtig laagje dat onder je vinger breekt: het zijn IJzerbacteriën. In zulke plassen wordt de klei voortdurend opgewoeld. Toch kunnen ook daarin bepaalde planten groeien. Vooral de essen doen het daar goed. In de zomer is de verdamping van water zowel rechtstreeks als via de bladeren van de planten zeer groot. Hoewel het dan ook wel regent droogt de oppervlakte uit. De verdamping via de bladeren bouwt een osmotische zuigkracht op die ervoor zorgt dat de wortels water en mineralen opnemen. Het droogvallen van de plassen stimuleert trouwens de metamorfose van de kikkervisjes van Bruine kikker, die de dril steeds in ondiepe karrensporen en in zwakstromend water afzet.
Kikkerdril
De zuurstofloze bodem biedt natuurlijk weinig levenskansen voor schimmels en paddestoelen, maar meer aan bacteriën. De zwarte modder die zich in de plassen bevindt bevat veel ijzersulfide. Bij uitdroging vormt de kale bodem een gebarsten patroon waarin zich allerlei kleine beestjes verschuilen. Net als bij de vijver schikken de plantensoorten zich naar de hoogte, maar dan volgens microreliëf. Heelblaadjes staan hoger dan Zeegroene rus, en die op haar beurt hoger dan Gewone waterbies. In de plas groeit Sikkelmos en op meer ontkalkte plaatsen staat ook Pitrus. De moerasvegetatie gaat over in natte ruigte met o.a. Gewone wederik of in nat grasland.
De poel op de kwelplaats aan de voetgangersbrug
In 1995 werd ter gelegenheid van het ‘Europese Jaar van het Natuurbehoud’ een poel gegraven op een kwelplaats aan de voetgangersbrug. Hierin ontwikkelde zich zeer snel een vegetatie Kranswieren. Het insectenleven is er erg rijk. Zolang de Regie der Wegen herbicidengebruik tolereert van haar aannemers is deze poel zeer kwetsbaar. Er woekerenden helaas exoten: Egeria densa, Crassula helmsii en Grote waternavel (Hydrocotyle ranunculoides). Deze worden bestreden. Watermunt
Natuurwandelpark Wolvenberg – 11
Moeraszegge
Waterranonkel
Enkele typische soorten van plassen en poeltjes Amfibieën Bruine kikker, Alpenwatersalamander, Kleine watersalamander.
Ongewervelden Kleine roodoogjuffer, Breedscheenjuffer, Houtpantserjuffer, Lantaarntje, Watersnuffel, Zwarte heidelibel, Bruinrode heidelibel, Vuurjuffer, Gewone pantserjuffer, Platbuik, Vijverloper, Rugzwemmer, Modderkever, Kleine spinnende watertor, Doornsprinkhaan, Gewone poelslak, Leverbotslak, Puntige blaashoren en Gekielde schijfhoren.
Mossen Gewoon sikkelmos
Vaatplanten Gewone waterbies, Gewone waterranonkel, Kruipend struisgras, Heelblaadjes, Moeraszegge, Tweerijige zegge, Ruige zegge, Slanke waterweegbree, Waterpunge, Pitrus en Zeegroene rus, Platte rus, Watermunt, Es en Schietwilg. Exoten: Egeria densa, Crassula helmsii, Grote waternavel (Hydrocotyle ranunculoides).
Paddestoelen Langstelige en Platte slijmzwam, Gezellige spiraalslijmzwam, Stijfselzwam, Voorjaarshoutzwam, Tranende franjehoed.
12 – Natuurwandelpark Wolvenberg
5. Japanse duizendknoop – Exoten en het maaibeheer ervan Reeds twee eeuwen geleden werd Japanse duizendknoop in Europa ingevoerd, veredeld als reuzenvariëteit en als veevoeder gepromoot. Hij kreeg intussen concurrentie van het ‘krachtvoer’ en men is blijkbaar helemaal vergeten waarom die soort hierheen gehaald is. Deze planten verwilderen zeer sterk, en kunnen grote oppervlakten van de inheemse vegetatie overwoekeren. In wegbermen, op spoordijken en aan bosranden, maar ook in brongebieden en beekdalbossen vormen ze op talloze plaatsen een dichte ruigte. Alleen wat voorjaarsbloeiers houden het daartussen uit. De duizendknoopwortels vormen een dusdanige mat dat geen van onze wilde kruiden er in kan kiemen.
In het gebied wordt aan natuurlijke ontwikkeling gedaan. Dit wil echter niet zeggen dat men ‘de natuur’ in dit stadium de vrije hand laat. Positieve ontwikkelingen worden bevoordeeld, en negatieve worden afgeremd. Het spreekt vanzelf dat zoiets niet onbezonnen gebeurt, maar dat er heel wat studie en ervaring bij te pas komt. Op sommige plaatsen zou men Japanse duizendknoop onbelemmerd zijn gang kunnen laten gaan, maar in een klein gebied of een belangrijk verbindingsgebied heb je al gauw geen keuze meer. Hoewel er soms wel eens een vogelnest in die lange staken zit, betekent dit niet dat de Japanse duizendknoop goed is voor bepaalde vogels: die zouden gewoon ergens anders broeden. Hetzelfde geldt voor Dennen, Sparren en sierstruiken.
Japanse duizendknoop
Andere probleemsoorten zijn o.a. Lijsterbesspirea, Reuzenberenklauw, Sneeuwbes en allerhande streekvreemde esdoorns. Ze leveren enkel wat beschutting maar dragen niet bij tot een rijker natuurlijk geheel. Witte esdoorn
In 1993 besloeg de aangetaste oppervlakte al 1,5 hectare, zowat 10% van het park; maatregelen drongen zich op. Beheer: zodra de eerste stekken uitkomen begint het maaiwerk. Periodiek wordt de aangetaste oppervlakte gemaaid met zeis, sikkel of bosmaaier en daarna in hopen bijeengebracht. Bij het terug uitlopen zijn de planten zodanig klein dat een biologisch afbreekbaar plantengif kan worden aangewend met een kleine sproeier of penseel. Begrazing met een schaap bleek geen succes. Op de meeste plaatsen lijkt de Japanse duizendknoop zo goed als weg. Toch kan de plant in halfschaduw flink uitbreiden dankzij de enorme uitlopers die hem tot 20 meter ver door de schaduw leidt.
Reuzenberenklauw
Natuurwandelpark Wolvenberg – 13
Winterkoninkje
Wilde kaardenbol
Witte dovenetel
Enkele typische soorten op de maaivlakten Vaatplanten die na het maaien van de Japanse duizendknoop opkomen Speenkruid, Grote brandnetel, Fluitenkruid, Hondspeterselie, Hondsdraf, Zevenblad, Ridderzuring, Kleine klit, Hop, Gewone vlier, Bermzegge, Kruldistel, Wilde kaardenbol, Veldkruidkers, Bosandoorn, Look-zonder-look, Witte dovenetel.
In de stapels hout en maaisel Nestjes van Winterkoninkje, beschutting voor Egel, Wezel, Bunzing, slakken, Gewone pad en vooral extra warmte voor het overwinteren
Paddestoelen Op takken en stronken: Vlak hoekschijfje, Berken-hoekschijfje, Meniezwammetje, Geweizwammetje, Houtknotszwam, Judasoor, Kleine judasoor, Grijze gaatjeszwam, Platte tonderzwam, Papierzwammetje, Gewoon donsvoetje, Elfenbankje, Schorsbreker, Witte tandzwam, Kale inktzwam, Zwerminktzwam, Grote viltinktzwam, Geschubte inktzwam. Op de bodem: Meidoorndonsvoetje, Paarse schijnridder, Tweekleurige vaalhoed, Verblekende russula, Plooivoetstuifzwam, Gewone aardappelbovist, Grijssteelhertezwam, Blanke parasolzwam, Bruine bundelridderzwam.
14 – Natuurwandelpark Wolvenberg
6. De heuvel Elke verhevenheid in het landschap heeft in Vlaanderen wel iets aantrekkelijks, gewoon omdat alles er erg vlak is. Bij elke vijver die ooit gegraven is ligt wel een heuvel, en zo is dat bij de bouw van de forten vroeger ook geweest. Onder de heuvel zitten nog resten van de militaire gebouwen, waar nu een Vleerkelder is ingericht. Waar de muur te zien is lag een brug over de vest. Vanuit de vijver loopt de bodem hier vrij steil omhoog. Bovenaan is het natuurlijk droger en schraler dan beneden. Zowel bij het uitgraven van de Kleine Ring als bij de bouw van de fortengordel werd een massa fossiele klei en zand aan de oppervlakte gebracht. In tegenstelling tot de normale bovenlaag bevat deze aarde geen enkele schimmel of bacterie; ze is aanvankelijk volkomen steriel. Voor onze begrippen is ze vrij onvruchtbaar, en komt ze zeer traag tot “rijping”. De bomen en kruiden die er nu groeien noemen we “pioniers”. De oudste planten staan er tenslotte hooguit 150 jaar. Dat is waarschijnlijk ook zo voor Olm (of Veldiep), die hier nog massaal voorkomt. Toen de laatste aanval van Iepziekte in ons land verscheen (70-er jaren) waren het allemaal grote bomen; ze werden allemaal gerooid, en zijn vervolgens weer opgeschoten uit de wortels. Merkwaardig is dat de Olmen hier toch een redelijk omvang bereiken, en zelfs probleemloos bloeien en uitzaaien. In sommige takken zie je de ziekte; de Iepenspintkeverlarven laten hier hun typische vraatgangen zien. Op de dode stobben groeit veelal Houtknotszwam, met zwarte harde knobbels. Heuvelbodems zijn nogal gemakkelijk kaal; bladeren en takken blijven er niet zomaar liggen. Er is van nature veel erosie door afspoeling en extra blootstelling aan de wind, door zwellen en krimpen van deze glauconiethoudende zanden. Ook bij het vriezen en ontdooien verplaatst zich altijd grond. Dat komt omdat water in bevroren toestand een groter volume inneemt dan bij de dooi. De bodem verplaatst zich. Zo lijken op een helling de stenen los te groeien en bomen altijd scheef te staan. Als je op het pad blijft wordt de erosie eveneens beperkt, want niets doet hellingen zoveel kwaad als betreding. Hier en daar werden exoten opgeruimd om meer plaats te bieden aan de opkomende natuurlijke planten. Daar vindt een ware explosie van kruiden en jonge boompjes plaats. De kruinen van de omringende bomen zetten zich terug naar het vrijgekomen licht.
Muurvaren
Op de oude muren zie je wel eens Muurvarentje staan. Het metselwerk van die tijd bevatte veel kalk. Na een zeer lange periode waarin bacteriën de kalk verzuren en verweren worden de voegen geschikt voor het kiemen van dit kleine varentje. Op de muur van het vestingrestant kun je nog zien hoe hoog het water vroeger in de vest stond. Zo ver is het grondwaterpeil in Antwerpen intussen al gezakt. De kazemat is ingericht als vleermuisverblijf. Temperatuur en vochtigheid zijn hier ideaal voor overwintering van deze fascinerende zoogdiertjes. De site wordt elk jaar maar één keer geopend, in februari, voor controle en eventuele telling.
Grote iepenspintkever en vraatgang
Natuurwandelpark Wolvenberg – 15 Koperwiek
zomer winter
Pestvogels in 1995-96
Maarts viooltje
Zoogdieren Veldmuis, Huismuis en Konijn.
uitgebloeide Veldiep
Enkele typische soorten van de heuvel
Vogels Staartmees, Koolmees, Pimpelmees, Kraai, Putter, Goudhaantje, Vink, Koperwiek.
Ongewervelden Iepengrasluis, Aardhommel, Galwespen, Grote iepenspintkever, Schildluis, Bruine blikslak, Glanzende agaathoren, Donkere wegslak, Doorschijnende glasslak, Grote glansslak, Grofgestreepte glimslak, Grote karthuizerslak, Gewone haarslak, Gewone tuinslak.
Mossen Gewoon dikkopmos, Fijn laddermos, Geplooid snavelmos.
Vaatplanten Olm (Iep), Veldesdoorn, Beuk, Eenstijlige meidoorn, Zomereik, Klimop, Bosviooltje, Look-zonder-look, Heggendoornzaad, Bermooievaarsbek, Maarts viooltje, Hondsdraf, Gevlekte aronskelk, Witte munt, Schaduwgras, Vlier, Bosandoorn, Muurvaren, Rode kornoelje, Bosrank en Hop.
16 – Natuurwandelpark Wolvenberg
Meer natuur in de stad!
Hop is bij de werkgroep bestelbaar voor uw geveltuin.
Bosrank: manestraaltjes Bestelbaar bij de werkgroep voor uw geveltuin.
Natuurwandelpark Wolvenberg – 17
Ook gewone soorten zijn onmisbaar in de natuur
Grote brandnetel is op klei een normale verschijning. Het is een zeer waardevolle struweelplant en de waardplant van o.a. Dagpauwoog, Kleine Vos, Landkaartje en Atalanta.
Knollewitje op Paardenbloem
V ogels die men – afhankelijk van het seizoen – zowat overal op W olvenberg kan zien: Wolvenberg Vlaamse Gaai, Merel, Zanglijster, Sijs, Zwartkop, Heggenmus, Vuurgoudhaantje, Grauwe Vliegenvanger, Sperwer, Torenvalk, Ekster, Putter, Tjiftjaf, Vink, Koperwiek, Groenling, Keep, Kneu, Boomvalk, Gierzwaluw, Boomkruiper, Fitis, Kleine Bonte Specht
Vrouwelijk katje van Boswilg met Blinde bij (een zweefvlieg)
18 – Natuurwandelpark Wolvenberg
Natuur voor iedereen !
Heb je ook belangstelling voor al die natuur in de stad? Neem dan contact op, we zoeken mensen zoals jij. Op vaste dagen is er natuurbeheer. Woensdagavond in de zomerperiode, zondagmorgen in de winterperiode. Voor jeugdbewegingen en scholen die willen helpen moet op voorhand afgesproken worden i.v.m. het nodige gerief: zeisen, hooirijven, bosmaaier, spelletjes, kruiwagens, zagen, eten en drinken... Bovendien hebben we mensen nodig die zelf gidsen, in het bestuur willen meewerken, de Milieuraad willen bijwonen, contact houden met de Groendienst, Natuurstudie doen rond allerlei levensvormen in onze terreinen of mederedacteur willen worden van onze nieuwsbrief ‘Rietvink’ of de wijkkrant. Je wilt ons op het terrein zelf steunen? Dat kan op twee manieren: • schrijf een zelfgekozen bedrag over op 751-0037886-96 van onze reservaatsrekening ‘Natuurreservaten Wolvenberg’. • of stort een bedrag op de rekening 293-0212075-88 van Natuurpunt vzw, Kardinaal Mercierplein 1, 2800 Mechelen. Vermeld “projectnummer 7743” bij elke gift. Vanaf € 30 wordt een fiscaal attest afgeleverd.
Natuurpunt wil nog véél meer natuur veiligstellen, zelfs in de stad. Je kunt met je gezin lid worden, je kunt beslissen om Natuurpunt te steunen met een legaat, of je kunt met je bedrijf contact met ons opnemen om te zoeken of we kunnen samenwerken.Want meer leden geven ons meer slagkracht op beleidsvlak en meer middelen om natuurterreinen te verwerven. Je gezin wordt lid van Natuurpunt door zelf het juiste bedrag voor het lidmaatschap (€ 17.5) op rekeningnummer 230-0044233-21 te storten, met vermelding van je naam en adres. Bel ons op (015-29 72 20) en we sturen je een folder met alle uitleg, waaronder een overschrijvingsformulier en een formulier voor domiciliëring. Neem contact met de afdeling in je gemeente. Je kan contant betalen aan een bestuurslid van de afdeling in je gemeente. Je krijgt een voorlopige lidkaart en (indien voorradig) reeds het welkomstpakket! Surf naar www.natuurpunt.be als je de elektronische fiche wil invullen.
Conservator Natuurgebied Wolvenberg Erik Molenaar Ferdinand Coosemansstraat 24 2600 Berchem Tel. 03-218 59 69
[email protected] Op afspraak worden ook geleide natuurwandelingen op andere locaties verzorgd. Stadscentrum Antwerpen, de oude haven, Petroleum Zuid, Zurenborg, Boekenbergpark (Deurne), Schoonselhof, Kalmthoutse heide, Molenbeekvallei (Vremde), ...
Natuurwandelpark Wolvenberg – 19