Driemaandelijks: MEI/JUNI/JULI 2008 - jaargang 5 - nummer 2 Afgiftekantoor 3500 Hasselt 1 - P409862 Afzender: Natuurpunt Limburg, Kiewitdreef 5, 3500 Hasselt
België - Belgique PB - PP 3500 Hasselt 1 12/1605
Natuurbeheer van noord... tot zuid
1
Beste natuurliefhebber, Ver van de ongelimiteerde glitter op “den Expo” kwamen in het jaar 1958 ook tientallen natuurliefhebbers samen in het noorden van onze provincie. Met succes, want afdeling Noord-Limburg viert dit jaar haar gouden jubileum. Wij feliciteren hen hiervoor uitgebreid, en wijden in dit nummer met veel plezier vele pagina’s aan een fraai stukje verenigingsgeschiedenis. Het verhaal van deze pioniers is een goede weergave van wat zich overal in Vlaanderen heeft afgespeeld binnen de natuurbeweging. Groepjes natuurliefhebbers verenigen zich, en trekken er op uit. De betrokkenheid is groot, en uit natuurbeleving en natuurstudie volgt al gauw natuurbeheer. Tot het besef groeit dat dit best gebeurt binnen duurzaam beschermde gebieden. Waarna eerst met eigen middelen, en later met overheidssteun, reservaten worden uitgebouwd. Natuurgebieden die vervolgens trots worden opengesteld voor iedereen.
Gouden Wielewaal voor Natuurpunt Noord-Limburg 1958 - 2008: 50 jaar Natuurpunt Noord-Limburg
Een verhaal van gelijkgestemde zielen die zich verenigen, omdat mensen samen meer slagkracht hebben dan individuen apart. Want het geheel is ook hier meer dan de som van de delen. Dat is het verenigingsmodel waar Natuurpunt al meer dan een halve eeuw voor staat. Opvallend hierbij is de brede blik van onze Noord-Limburgse vrienden, tot ver voorbij de eigen kerktoren. Een volgehouden traditie van gluren bij de buren, om zo een brede kijk te houden op het natuurgebeuren, over de gemeente- en afdelingsgrenzen heen. Met nostalgie heeft deze terugblik niks te maken. Integendeel. Af en toe achterom kijken helpt om de situatie vandaag beter te kunnen inschatten. En als kompas wijst het ons, scherper dan ooit, de weg die moet gevolgd worden. Bedankt, beste Noord-Limburgse vrijwilligers. En nog vele jaren!
2
Inhoud
Peter Vanlommel Natuurpunt Limburg
3 14
Special: Gouden Wielewaal voor Natuurpunt Noord-Limburg
16 18
12 pagina’s
Special Noord-Limburg
Averbode bos & heide In de Blauwe Winkel
Bert Lehaen Natuurfonds: oproep projecten Coverfoto: Uitstap in De Watering te Lommel-Kolonie
3
Afdelingshistoriek weerspiegelt evoluties in halve eeuw Vlaams natuurengagement Technische School Lommel, 19 januari 1958: de verzamelde leden van Meerhout tot Bree houden Wielewaal-afdeling NoordLimburg boven de doopvont. Vijftig jaar later heeft de gouden jubilaris, intussen bekend als Natuurpunt Noord-Limburg, nog niks aan vitaliteit en populariteit ingeboet. Een verhaal van durvers en doeners, van pionierswerk en maatschappelijk engagement. Maar vooral van vijf decennia vrijwilligerswerk dat draait rond ontmoetingen met de Limburgse en buitenlandse natuur. Natuur die mensen samenbrengt en vervolgens ook samenhoudt. Een terugblik in – hoe kan het anders? – vogelvlucht op het werk van de Lommelse en Pelter pioniers.
Die van Hasselt
Alle Limburgers zijn dan nog automatisch lid van de afdeling Hasselt. Maar met “die van Hasselt” klikt het niet zo. Die zijn veel te deftig, komen – als uit een winkeletalage gestapt – met sandaaltjes en nette plooien in hun broekspijpen samen om vervolgens een half uur handjes te schudden. Niet meteen het biotoop waarin de Kempenaars zich thuis voelen. Want natuurbeleving staat in die dagen gelijk met vogels kijken en met de laarzen vol water nesten zoeken van kokmeeuwen, waterhoentjes of waterrallen. Vroeg in 1958 moeten Gène en Jan op audiëntie komen bij Frans Segers, en krijgen daar de opdracht een nieuwe afdeling op te richten, in Lommel. Omdat het alternatief waar de grote baas mee dreigt – ene ingenieur Caron, een Waalse onderdirecteur van de Glasfabriek van Gompel – geen optie is, aanvaarden ze onder zachte dwang de opdracht. Maar als de nood het hoogst is, blijkt Wim Verkammen nabij. Gène Wellens raakt met hem aan de praat op de bus naar Kerkhoven. Verkammen is niet de minste: hij is advocaat, gemeentesecretaris van Lommel, kan goed praten en heeft invloed. ’s Anderendaags al krijgt hij het aanbod voorzitter te worden. En hoewel zijn ornithologische kennis zich op dat ogenblik beperkt tot het onderscheid tussen een botvink en een kanarievogel, zegt hij “ja”. Waarna op 19 januari 1958 alle Wielewalers uit de regio tussen Meerhout en Bree opgetrommeld worden voor de stichtings vergadering. Maar Verkammen wordt al na een jaar als Belgisch ambassadeur geroepen naar het buitenland, zodat Gène Wellens alsnog het voorzitterschap en de uitbouw van de afdeling overneemt.
Goudhaantjes en trekpaarden
Eerste Zeelandreis De afdelingsproloog speelt zich af rond 1950. In het Antwerpse is het ‘vogel pastoorke’ E.H. Frans Segers gestart met de uitbouw van de ornithologische vereniging De Wielewaal. Bezige bij Segers is voorzitter en hoofdredacteur van het gelijknamige maandblad “De Wielewaal”, schrijft artikels in kranten en tijdschriften en trekt met zijn voordrachten door heel het Vlaamse land 4
om leden te werven en lokale afdelingen te stichten. Het oudste afdelingslid, Jos Henderickx, ontdekt “De Wielewaal” via een artikel over het korhoen in de Zondagsvriend. Hij ontmoet toevallig Jan Waelbers en Fernand Vreysen. Jan maakt Gène Wellens lid, en zo gaat het zwaan-kleef-aan-gewijs verder.
Hierbij zijn witte raven even welkom als goudhaantjes. Zoals Joz. Van Winkel, een boeiend figuur met een veelzijdige natuurkennis. Even later wordt ene Bèr Geuens in ’t Pijnven ontdekt bij het nest van een zwarte specht waarvan de eieren op mysterieuze wijze verdwenen zijn. Het begin van een carrière als een van de beste trekpaarden van de afdeling. De groeiende club vrijwilligers richt iedere maand een activiteit in. Verre verplaatsingen zijn niet nodig: binnen fietsafstand is de Dorperheide nog goed voor een 70-tal duinpiepers, en grote aantallen tapuiten en wulpen. Op de Riebos in Lommel broedt de tureluur nog, en worden tot 150 korhoenders geteld. Een uitstap naar het militair domein van Leopoldsburg is goed voor drie nesten van de hop. Maar ook toen al lokten de verre einders. Een eerste autobustrip voerde naar de vallei van de Amblève, en de Zeelandreis wordt al snel een jaarlijkse traditie. Joz. Van Winkel was niet de enige Wijze uit het Oosten: ook Bèr Mertens geeft enthousiast het natuur- en Wielewaalvuur door aan zijn leerlingen op de Technische School in Overpelt. Gène en Joz., beiden onderwijzers, verzorgden een gestage instroom van jonge natuurliefhebbers. Hoog tijd dus voor een eigen jongerenwerking, en na het eerste Wielewaaljongeren-congres in Antwerpen start ook Noord-Limburg op 7 november 1968 met een werking voor jongeren tussen 13 en 23 jaar. De startvergadering is meteen goed voor 25 enthousiastelingen, en daar zou het niet bij blijven.
Joz. Van Winkel
Bèr Geuens
Hoog tijd voor een eigen jongerenwerking
5
Natuurlijke selectie faalt Om het succes te temperen en à la Darwin het kaf van het koren te scheiden, startten de fietsuitstappen op een tijdstip de titel 'vroege vogels' waardig. Vertrekken om 7 uur 's morgens gold als 'uitslapen', 6 uur was normaal. Helaas, de selectie faalt: in september 1969 zijn al 79 jeugdigen lid, afkomstig uit negen verschillende gemeenten rond de actieve kernen in Lommel en Overpelt. Groene energie die wachtte op een nuttige uitlaatklep, via vernieuwende activiteiten als een bosreinigingsactie in de wandel-
bossen van Lommel-Kattenbos en een eerste werk- en studiekamp in “De Maat” te Mol-Rauw met 34 jongens en meisjes. Vele kampen en nog meer deelnemers zouden volgen. In het Natuurbeschermingsjaar 1970 is Noord-Limburg goed voor niet minder dan 48 activiteiten die gemiddeld ruim 40 belangstellenden trekken. Ook het leden bestand groeit als kool: in 1970 al 154 Wielewaaljongeren verdeeld over 7 lokale afdelingen. Succes trekt aan, zo bleek ook toen al. Kranten en zelfs de TV brachten verslag uit, en de gemeentebesturen van Lommel, Overpelt en Neerpelt honoreerden de degelijke jeugdwerking met flinke maar welverdiende gemeentetoelagen.
Beheren om te behouden De voorliefde voor verrekijkers leidde allerminst tot tunnelvisie. Via de vogels groeide het inzicht in de rol die andere dieren en de planten spelen in een goed ecosysteem, en ook zij kregen steeds meer aandacht. Maar de Kempense natuur ging in sneltreinvaart achteruit. Broedgebieden werden vernield, heidegebieden groeiden dicht en moerassen en vennen verdwenen. Het startsein voor een nieuwe kernactiviteit: natuurbeheer. Op zes zaterdagen in januari en februari 1970 komen telkens een 30-tal jongeren samen in de Heuvelse Heide van Lommel-Kolonie om met Joz. Van Winkel bomen te kappen en weg te sleuren. Wulp, boompieper en boomleeuwerik reageren meteen.
De daaropvolgende zomer zet Bèr Geuens gedurende vijf werkdagen “Spiekelspade” onder zweet. Hier, in de vallei van de Zwarte beek, hebben zeldzame orchideeën en jeneverbesstruiken ruimte nodig. In het najaar gebeurt hetzelfde rond “Het Bosven” in Koersel en op “De Heide aan de Fossé” van Lommel-Kolonie. Tot ver buiten de regio is deze werklust in trek. Op vraag van rijksingenieur Roskams van Waters en Bossen speelde NoordLimburg in juli 1971 op verplaatsing: een zesdaags werkkamp in het heidereservaat “De Ziepbeek” in Rekem, nu één van de parels binnen het Nationaal Park. De jaren nadien zouden meer van dit soort vriendendiensten in den vreemde volgen, zoals in de Slangenbeekbron (Zonhoven), de Zegge (Geel), de Maat (Mol-Rauw), de Asbroek vallei (Lanaken), de Kalmthoutse heide, of het Jeneverbesreservaat in As.
Van Texel tot Thailand Deelnemers studiereis Slovakije Tatragebergte juli 1996
6
Noord-Limburgers komen graag weer thuis. Vooral wanneer ze een tijd zijn weggeweest. Het begon dichtbij, met werkkampen in de ruime regio. Daarna volgden studiekampen iets verder buiten de deur, zoals naar de Waddeneilanden. Maar al in 1972 werden massaal lires gekocht voor een 12-daagse studiereis naar het Alpendorpje Bionaz in de Italiaanse Aostavallei. Drie jaar later was het opnieuw zover, en in 1978 verhuisde half Noord-Limburg naar de Italiaanse Alpen: eerst 56 ‘ouderen’, daarna afgelost door 39 Wielewaaljongeren. Lage prijzen en spaaracties zorgden ervoor dat iedereen die wou meekon, een sociale bekommernis die ook stand hield toen buitenlandse reizen een jaarlijkse gewoonte werden: de Argonne, het Marteldal (Italië),
Beara Peninsula in Ierland, de Franse Gorges du Tarn, de Roemeense Donaudelta en de rest van het voormalige Oostblok, van Polen over Tsjechië en Slowakije tot Hongarije, Slovenië en - in 2007 - het Rhodopogebergte in Zuid-Bulgarije. Veel exotischer bestemmingen als Israël, Thailand, en Brits Columbia (West-Canada) waren hier al aan vooraf gegaan. Voeg daarbij de jaarlijkse voorjaarsdriedaagse in Ardennen of Eifel, de winteruitstappen naar Zeeland, de herfstwandeling in de Ardennen en de recente tuinreizen naar het Graafschap Kent, en het mag een klein wonder heten dat in en om de NoordLimburgse natuurgebieden zoveel ander werk wordt verzet.
Onze Wielewaaljongeren voeren beheerswerken uit in reservaat De Zegge te Geel
7
Geen betonnen dambord Maar ook toen al verdwenen alleen bomen als het echt nodig was om belangrijke soorten een toekomst te geven. Want de Wielewalers werkten met zeker zoveel geestdrift mee aan de nationale boomplantingsactie in Overpelt en in Lommel. Of aan hét milieudossier van de jaren ‘70: de A24 met bijhorende betonfantasieën over een autostradenetwerk dat het groene Limburg van noord naar zuid en van oost naar west in dambordjes moest opdelen. De afdeling stapte zeer actief in het verzet tegen deze zinloze verspilling en versnippering. Achter de schermen, of op straat om mee te betogen tegen het betonraster en voor het behoud van onze waardevolle natuurgebieden.
De stap van beheerswerken uitvoeren in ‘andermans’ gebieden tot de uitbouw van eigen reservaten kostte tijd. Het begon met “De Riebos” en “De Watering” als O.S.C. (Ornithologisch studiecentrum), waardoor nestkastcontroles en wetenschappelijk ringwerk mogelijk werden. Wanneer de gemeente Lommel dan de Watering koopt, is de afdeling er in 1978 als de kippen bij om 2 ha authentieke vloeiweiden te herstellen en te beheren als historische hooilanden. Een herstel dat veel poeier kost: liefst 16 zaterdagen zwoegen met telkens zo’n 20 deelnemers. Daarna volgt het reguliere jaarlijkse beheer: bevloeien, maaien en hooien. Werk dat zelfs de waardering en medewerking krijgt van de plaatselijke boerenbevolking. Ze helpen jaarlijks tweemaal bij het maaien, eerst van het hooi en daarna van de toemaat.
Overheid springt bij Vanaf dan kent ook de aankoop van gebieden in Dommelvallei in Eksel, Peer en Overpelt een sterke groei. Bèr Geuens en Gerard Jannis, die het gebied kennen als hun eigen broekzak, bakenden hiervoor een perimeter af, waarna de eigenaars van waardevolle beemden en verwaarloosde percelen werden gepolst voor een mogelijke verkoop. Het goede beheer zette ook enkele gemeentebesturen aan het denken. In “Het
Maaiers na maaibeurt
Natuur voor iedereen Uitstap in domein De L’Escaille te Hamont - juni ‘73
Kopen kost geld Snel groeit echter het besef dat natuurgebieden aankopen de beste garanties biedt om deze écht veilig te stellen voor de toekomst. Maar kopen kost geld: via de oprichting van een “Noord-Limburgs Reservatenfonds” kreeg de opbrengst van allerlei acties (papiercontainer, tombola’s, verkoop van hooi, giften, inkomsten geleide wandelingen,…) een nuttige bestemming. Zo kon in de Veewei in Eksel eindelijk het perceel gekocht worden waarop al jaren lang vanaf half augustus de vogeltrek tellingen en het ringwerk plaatsvonden en -vinden. 8
In 1984 komt ook “Den Tip” in Kerkhoven, een arboretum en dendrologisch park met een enorme variatie aan bomen en struiken als O.S.C. de rij vervoegen. Het is en blijft het levenswerk van Gène Wellens - die gesteund door vele anderen - deze Tip op Kerkhoven tot een rijk en waardevol stuk natuur heeft uitgebouwd. Maar pas in 1992 volgde het eerste perceel in de Vloeiweiden in Lommel-Kolonie, en dit volledig met eigen middelen: 700.000 frank plus schrijfgeld. Want op de diverse aankoopsubsidies – Vlaams, provinciaal en gemeentelijk – die nu de aankoop vergemakkelijken, was het nog enkele jaren wachten.
Afdeling Noord-Limburg heeft er altijd een punt van gemaakt om méér te zijn dan een clubje hobbyisten die uit zijn op persoonlijke natuurbeleving en individuele voldoening. Ervaringen en kennis doorgeven aan andere geïnteresseerden, daar draait het om. Zo was de CVN-natuurgidsencursus in 1973 goed voor 51 gediplomeerden, waaronder 13 Wielewalers en 15 Wielewaaljongeren. Kennis die goed van pas kwam om de vele nieuwe leden op te vangen. Een andere mijlpaal was de uitbouw van een natuur educatieve tentoonstelling in 1977. Onder de begeesterende leiding van Sylvain Pauwels resulteerden 3500 vrijwilligersuren in 32 panelen, met daarop 64 prachtige natuur- en milieuthema’s uitgebeeld. Een fantastische tentoonstelling, die gedurende meerdere jaren door vaste vrijwilligers werd gebracht, opgebouwd en weggehaald in tal
Plat” in Overpelt, waar al enkele percelen in eigendom waren, gaf het gemeentebestuur haar gronden en deze in de vallei van de Holvense beek in langdurig beheer. Hetzelfde in Lommel: de stad liet contrac tueel het beheer van de Kattenbosserheide, de Blekerheide, de Heuvelse heide en de Riebos over aan de lokale vrijwilligers. Een werk van jaren dat via de erkenningsdossiers uiteindelijk ook Vlaamse werkingsmiddelen garandeerde. Intussen zijn vijf van de zes uitgebouwde reservaten als natuurreservaat erkend door het Vlaamse gewest.
Hooi maaien in de Vloeiweiden van scholen en culturele verenigingen. In 1978 volgde een nieuwe uitdaging: een vaste publiekswandeling, elke eerste zondagnamiddag van de maand in de vloeiweiden en de watering. Het inititiatief slaat enorm aan, en buiten deze vaste wandelingen kwamen ook steeds vaker scholen en verenigingen met vragen voor geleide wandelingen, ook in de andere reservaten. In de Vloeiweiden alleen al stond de teller eind 2007 op 2.128 geleide wandelingen met in totaal 45.715 deelnemers, die aan hun bezoek naast een beter natuurinzicht ook veel waardering hebben overgehouden voor het ontginningswerk van de vroegere landbouwkolonisten. Met de opening van het natuur- en infocentrum het Wateringhuis in 1983 kreeg de natuureducatie nog een bijkomende dimensie. Sindsdien houden vrijwilligers het bezoekerscentrum open, iedere eerste zondag van de maand en tijdens de zomer maanden van juni tot september zelfs iedere zondag.
9
Deelnemers congresuitstappen Noord-Limburg
plaren, waarvan bijna 500 voor de eigen betalende leden. Waar ligt de sleutel van dit succes? Typerend voor de afdeling is altijd haar familiaal karakter geweest, met voldoende ruimte voor koffietafels, barbecues, borrels en vele stukken vlaai. Een ongedwongen sfeer waarin nieuwe leden en deelnemers uit andere afdelingen zich altijd snel thuis voelen. Daarnaast valt de continuïteit op in alle opgestarte acties. De vrijwilligers zijn geen ééndagsvliegen, maar blijven overtuigd van de goede zaak. “Woorden wekken, voorbeelden strek ken” geldt zeker in NoordLimburg: de stichters en werkpaarden van het eerste uur hebben steeds het voorbeeld gegeven, en zijn hun principes trouw gebleven zolang leeftijd en gezondheid het toelieten. Sommigen zijn ons intussen ontvallen. Maar naast de goede herinneringen blijft ook de dankbaarheid, voor een afdelingsverhaal dat mede dankzij hun inzet is kunnen uitgroeien tot een succes dat al een halve eeuw duurt.
Volhouders gaven het voorbeeld Na 50 jaar werking is afdeling NoordLimburg nog springlevend, ondanks het feit dat de afdelingsgrenzen ondertussen meermaals zijn ingekrompen. De afdelingen Mol en Bree zijn met succes zelfstandig geworden. De J.N.M.'ers varen nu als JNMafdeling Teutenland eveneens een zelfstandige koers. Sinds de fusie tot Natuurpunt is de grote Wielewaal-afdeling Noord-Limburg gereduceerd tot de oude kerngemeenten Lommel en Overpelt. Maar desondanks telt Zonnedauw nog een oplage van 615 exem-
gouden tip
Gouden volksfeest in en om het wateringHuis 10
zondag 29 juni, van 14-18 u wateringHUIS, Oude Maai 80, Lommel-Kolonie
Activiteiten : • Rondleidingen in bezoekerscentrum het wateringHuis • Geleide wandelingen in de vloeiweiden • Jeugdschrijver Marc de Bel komt zijn Boeboeksverhaal over de Vloeiweiden voorstellen • Kinderanimatie, tekenwedstrijd, hooiberrierace, ... • Demonstratie schapendrijven • Geleide bezoeken aan de bijenhal • Treinritjes heen en terug : wateringHuis - museum “De Kolonie” (die dag gratis toegankelijk) • Muziek, zang, toneel en ander vermaak • Demonstratie oude ambachten • Meerdere tentoonstellingen Alles gratis, behalve het natje & droogje. In samenwerking met de Stad Lommel, Erfgoed Lommel (museum “De Kolonie”), imkersbond De Heidebloem, basisschool ’t Stekske en de verenigingen van Lommel-Kolonie.
www.natuurpunt-noordlimburg.be www.erfgoedlommel.be
Trektellen als traditie
Vanaf augustus1974 start in Hechtel, onder bezieling van Frans Geenen, een clubje vogelliefhebbers met omhoog kijken. Ieder weekend richtten ze op dezelfde plek de blik noordwaarts, benieuwd welke vogels – en in welke aantallen – zouden komen overwaaien. Sindsdien loopt van half augustus tot eind november het Noord-Limburgse trektelseizoen. Na enkele jaren Hechtel verhuisde iedereen naar de Veeweiloop in Eksel, waar Bèr Geuens en Pierre Rutten het tellen combineren met ringwerk. Een traditie die dit najaar haar 35ste verjaardag viert, en ook elders in Noord-Limburg succesvolle spin-offs heeft geoogst. Want intussen telt de familie Beyen op de Bergeijkse weg nabij het Hageven, en coördineert Toon Jansen de tellingen in de Oude Maai. Ook eenden en andere watervogels komen aan bod: sinds 1982 verzorgen André Geypen, Marcel Emmers en hun team de maandelijkse watervogeltellingen die overal in Vlaanderen van oktober tot en met maart georganiseerd worden.
Laatste trektelling van het jaar Bert Geuens trakteert Frans
40 jaar Zonnedauw Natuurstudie en natuureducatie, vormen de dubbele rode draad doorheen 50 jaar Wielewaal en Natuurpunt Noord-Limburg. Voor wie niet zelf bij de talrijke activiteiten kan zijn – of voor wie nog eens wil nagenieten – is het driemaandelijkse afdelingstijdschrift “Zonnedauw” een begrip. Eerst 12 jaar een eenmansproject van redacteur/dactylograaf/drukker Bèr Mertens, vervolgens in toe nemende mate groepswerk. Rita Poorters nam het tikwerk over, Jef Theuws sprong bij voor de lay-out en het drukwerk in zijn eigen atelier. En wanneer Louis Simons de redactie overneemt, verhuist het drukwerk met André Geypen en zijn assistenten naar een eigen drukkerij in het Wateringhuis. Sinds 2001 is “Zonnedauw” – nu bezig aan de 40ste jaargang – in handen van Paul Verheyen, die voor de lay-out terecht kan bij Hanne Maes. En liefst 30 jaar lang werd ieder nummer uitgeraapt, geniet en verzonden bij de familie Poorters.
11
Dommelvallei
De reservaten in vogelvlucht
(erkend sinds 2007)
Conservators: Albert Geuens en Wouter Beyen Dit reservaat rond de samenvloeiing van de Dommel en de Bollissenbeek is 88,34 ha groot, waarvan ca. 83 ha in eigendom. Het is een floristische hot-spot in Vlaanderen, met relicten van oude beemden en blauwgraslanden waarin nog soorten als gevlekte orchis en blauwe knoop een plaats vinden. De Dommelvallei herbergt ook de mooiste elzenbroekbossen van Vlaanderen.
Lommelse Heidegebieden (erkend sinds 2000)
Conservators: André Geypen en Michel Emmers De totale oppervlakte van 80,34 ha is verspreid over de Riebos (vooral natte heide met alle typische planten, ook leefgebied van gladde slang en overwinteringsgebied voor honderden geelgorzen), de Blekerheide (vooral droge heide met ook gladde slang en broedvogels als nachtzwaluw en boomleeuwerik), de Kattenbosserheide (mix van droge en vochtige heide, met klokjesgentiaan, jeneverbes, nachtzwaluw en boomleeuwerik) en de Heuvelse Heide (droge heide en stuifduintjes met nachtzwaluw, boomleeuwerik en houtsnip).
Vloeiweiden (erkend sinds 1997)
Conservators: Albert Mertens en Pierre Alaerts
© Marc Fourier
Een vroeger heidegebied van 18,1 ha (14,3 ha in eigendom) dat omstreeks 1850 is omgevormd naar bevloeide graslanden, en nu nog steeds op dezelfde authentieke wijze bevloeid en beheerd wordt. Uniek in Europa met een typische Alpenflora en kalkminnende soorten die vreemd zijn aan de Kempen. In het Wateringhuis is sinds kort een vernieuwd infocentrum ingericht. Heel de Watering is met de strook van de Grote Fossé sinds 2003 beschermd als landschap.
12
Veewei
’t Plat
(erkend sinds 2004)
(erkend sinds 2000)
Conservators: Theo Renckens en Luc Winters
Conservators: Jef Kerkhofs en Luc Winters De Veewei, in de bovenloop van de vallei van de Grote Nete, vormt een belangrijke ecologische verbinding tussen het Pijnven ten noorden en het militair domein ten zuiden van de vallei. Het eens open beemdlandschap bestaat nu uit een mozaïek van beboste struwelen en enkele prachtige hooilandjes. In de afwisseling van nattere en drogere terreindelen vind je soorten als sterzegge, draadzegge, waterdrieblad, blauwe knoop, trilgras, boomleeuwerik, vinpootsalamander, kleine parelmoervlinder en witsnuitlibel.
‘t Plat is 34,22 ha groot waarvan 30,7 ha in huur. De kleinschaligheid en de diversiteit van de biotopen zoals natte en droge heide, ruigten, gagelpercelen, broekbossen en kleinschalige graslanden, zijn de kracht van dit reservaat. Het heidebeheer gebeurt als sinds 1985 door een kleine kudde Kempense heideschapen. Naast de typische heideflora zoals kleine en ronde zonnedauw en moeraswolfsklauw, is ’t Plat ook één van de kerngebieden van het groentje, een zeldzame dagvlinder die door de gemeente Overpelt is geadopteerd als Limburgse soort.
den Tip
Conservators: Gène Wellens en Rik Theuws Op een oppervlakte van 7ha vind je hier een dendrologische tuin en arboretum met een enorme diversiteit aan vooral inlandse maar ook aangevoerde boomsoorten, omzoomd met houtwallen. Den Tip bevat een collectie van ruim 400 oude Kempense appelen- en perenvariëteiten, alsook het rosarium van wijlen Joz. Van Winkel. Deze all-round natuurvorser ontviel ons op 18 januari 1996 bij een verkeersongeval, onderweg naar Den Tip met een pak ingezameld enthout van fruitvariëteiten.
13
oproep projecten
Bert Lehaen Natuurfonds
Op 21 juni 2006 overleed Bert Lehaen, één van onze natuurpioniers. Zijn hele leven is hij verwoed bezig geweest met het inzamelen van geld om de natuur te kunnen beschermen. Het was zijn wens dat er na zijn dood een natuurfonds zou worden opgericht waarmee zijn levenswerk wordt verder gezet. Intussen is er voldoende geld ingezameld op dit Fonds om een eerste oproep te doen naar natuurprojecten. Bert wilde dat iedereen zich zou inzetten om de natuur te beschermen. Daarom wordt het Bert Lehaen Natuurfonds ook voor iedereen opengesteld. De projecten moeten kleinschalig zijn en gericht op de zuivere bescherming van planten en dieren. De aanleg van recreatieve voorzieningen, grote inrichtingswerken of personeelskosten komen niet in aanmerking.
14
Indienen projecten Zo ga je te werk: Je bezorgt ons een projectfiche met een korte beschrijving van het project. Deze fiche vind je op onze website www.natuurpuntlimburg.be (of telefonisch aan te vragen: tel. 011 24 60 20). Uiterlijke datum van indienen: 31 augustus ’08. Een commissie van natuurspecia listen beoordeelt de ingediende projecten. Binnen de 30 dagen weet je of jouw project gesubsi dieerd wordt. Daarna heb je een jaar de tijd voor de uitvoering. Veel succes !
15
het bos door Natuurpunt konden de bordjes “verboden toegang” worden weggehaald. Gewone mensen zijn weer welkom. Maar binnen onze vereniging leeft de ambitie om ook de oorspronkelijke natuur en landschappen weer toe te laten in Averbode bos en heide. Een zo groot mogelijke verscheidenheid aan planten en dieren nastreven is immers onze kerntaak. In plaats van weinig aantrekkelijke, natuurarme en donkere naaldhoutplantages zien we liever boeiende loofbossen, die oneindig oud mogen worden. Met daartussen vergezichten op heidelandschappen en vennetjes met hun typische planten en dieren, zoals nachtzwaluw, boompieper, zonnedauw en klokjesgentiaan.
Averbode bos & heide Nu, “natuur” is hier wel een groot woord voor de monotone donkere bosakkers met sparren en dennen. Inderdaad, in vroeger tijden was dit een zeer gevarieerd bos- en heidelandschap, beheerd door de paters van Averbode. Maar na de Franse revolutie kwam het land in handen van de Prinsen de Merode. Die lieten de vennen droogleggen om zoveel mogelijk vierkante meters te benutten voor de bosbouw. Eigenlijk bleef geen enkele plek gespaard: veel typische planten en dieren verdwenen uit het gebied, anderen werden teruggedrongen tot een aantal vergeten hoekjes, en het afwisselende landschap met zicht op de vele vennetjes en heuveltjes moest wijken voor een uniforme naaldhoutbedekking.
Kappen voor een nieuwe toekomst
Maar omeletten bakken zonder eieren te breken lukt nu eenmaal niet. Het kappen van de productiedennen lijkt in eerste instantie op een groene moordpartij. Maar onze vereniging heeft steeds in de bres gestaan voor meer én betere bossen in Vlaanderen. Bossen waarin vele soorten zich thuis voelen. Laat je dus niet misleiden door allerhande kwaadsprekerij en actie comités. Natuur is er voor alles en iedereen. www.averbodebosenheide.be © Marcel Bex
Onder het beheer van de Merodes werd het domein ook afgesloten voor de mensen. Pottenkijkers waren niet welkom, want er werd actief gejaagd in de bossen. Pas met de aankoop van
© VLM
© Noah Janssen
Rond de abdij van Averbode, het befaamde 3 provinciënpunt in de buurt van Tessenderlo, kocht Natuurpunt enkele jaren geleden het gebied Averbode bos en heide. Een aaneengesloten brok natuur van ongeveer 500 hectaren.
16
17
Natuurpunthoning: Lekker en versterkend
blauwe winkel
Lentehoning
Koud geslingerd, zonder toevoeging van suikers, vrij van antibiotica en organofosfor verbindingen. Bevat: natuurlijke suikers (zoals vruchtensuiker, druivensuiker, bietsuiker en maltose), mineralen, aminozuren, kopercalcium, fosforzuur, kiezelzuur en sporenelementen. Honing is erg licht verteerbaar omdat het door de bijen al voorverteerd is.
Houten USB-stick
Iets hardere honing, fijn van korrel. Verschillende soorten voorjaarsbloemen.
Lentehoning Fruithoning Lentehoning Fruithoning Acacia Lentehoning Licht van kleur, smaakt Fruithoning zacht fruitig. Zacht smeerbaar. Acacia Linde Lentehoning Fruithoning Acacia Linde Goudkleurig met een Heide Fruithoning Acacia lichte mintsmaak. Rust gevend.Linde Heide Acacia Linde Heide Vloeibare honing, vlakke smaak. Meer fructoseLinde houdend (diabetici). Heide Keuken- en theehoning.
Bij ons te koop: 6,50 € (pot 500g)
512 MB 29,00 € 1 GB 39,00 €
Dit tijdschrift wordt gratis verspreid op 6700 exemplaren aan de leden van Natuurpunt Limburg. Volgende uitgave: september 2008
Heide
Extra: • Honingadvocaat 12,50 € (pot 400g) • Hete pootjes 21,50 € (kruikje 50cl) • Honingwijn 10,50 € (fles 75 cl) 18 18
Geleiachtige honing die, als hij volledig uitgerijpt is, vele grove korrels bevat, die voelen aan als suikerbolletjes. Houterig, geurig en pittig. Volbruin van kleur. Verkoudheden, nieren, slaapverwekkend. Voor mensen die meer verwachten dan een zoete smaak.
promo promo promo promo promo promo promo promo promo promo promo promo promo promo promo promo promo promo promo promo Colofon promo promo
EINDHOVEN
N717 E314 A2
LUMMEN LEUVEN ➤
➤ GENK
ZONHOVEN Putvennestraat
DOMEIN KIEWIT
KIEWIT
Blauwe winkel Natuurpunt Limburg Domein Kiewit 3500 Hasselt tel. 011 24 60 20
[email protected]
Werkten mee aan dit nummer: Albert Mertens, Luc Winters, Paul Verheyen, Jos Gorssen, Linda Vanderheyden, Peter Vanlommel Verantw. uitgever: Peter Vanlommel Kiewitdreef 5, 3500 Hasselt Communicatievormgeving: Comkommer
HASSELT
Openingsuren winkel: woensdag, zaterdag en zondag van 13.30 tot 18.00 uur
Dit is een uitgave van: Natuurpunt Limburg tel. 011 24 60 20
[email protected] www.natuurpuntlimburg.be Gedrukt op 100% ongebleekt en gerecycleerd papier.
19
Alleen dankzij de steun van duizenden leden kunnen wij met hart en ziel blijven opkomen voor de natuur. Meer info op onze website
Å
natuurpuntlimburg.be
© Marcel Bex
Hagedoornvlinder
20