1
Samenvatting
N
atuur & Milieu onderzoekt in dit rapport de effecten in Nederland van Europese verordeningen Ecodesign en Energielabels die beide zouden moeten leiden tot energiebesparing in het gebruik van apparaten. Hiervoor is gekeken naar verkoopcijfers van huishoudelijke apparaten in Nederland, en naar Europese studies naar de effecten van deze wetgeving.
Conclusies De volgende conclusies kunnen we uit dit onderzoek trekken: • Nederland wint veel met Ecodesign en energielabels: een energiebesparing van 250 PJ in 2020 (goed voor 12 Mton Co2 reductie, een-vijfde van onze Nederlandse klimaatdoelstelling) en een kostenbesparing van 4 miljard euro bij consumenten – met mogelijk in 2030 zelfs 400 PJ en 11 miljard euro besparing; • Classificering als Better Regulation: deze EU wetgeving creëert een gelijk speelveld voor alle marktpartijen op de hele Europese markt, waarbij het een instrument is om innovatie te stimuleren en belonen; • Verder onderzoek naar effecten gewenst: voor dit onderzoek was beperkte data beschikbaar – meer onderzoek naar marktwerking en nationale effecten op basis van deze EU wetgeving helpt de potentie beter te kwantificeren en de ruimte voor aanscherping en verbetering te bepalen; • Ruimte voor verbetering en daarmee meer besparing: nu al constateren we dat er ruimte is voor verbetering in beide wetgeving om tot grotere besparingen te komen.
Beleidsaanbevelingen De volgende beleidsaanbevelingen doen we richting de Nederlandse overheid: Zet in op verbetering van het huidig beleid door de volgende acties: 1. Breng beide verordeningen met elkaar in harmonie 2. Versnel de implementatieprocedure - de techniek haalt het beleid steeds in 3. Breidt de verordeningen uit door meer productgroepen toe te voegen Sta voor het (terug)winnen en behouden van het vertrouwen van de consument 4. Update de energielabels om “inflatie” tegen te gaan 5. Zet in op eerlijke informatie en controleer deze 6. Zorg voor een verplichte (online) productregistratiedatabase De Nederlandse overheid kan bovenstaande beleidsaanbevelingen gebruiken in haar rol als voorzitter van de Raad voor de Europese Unie het eerste halfjaar van 2016, waarin voor beide verordeningen beleidsprocessen op de Europese agenda gaan komen.
Inhoudsopgave 1 / Inleiding
1.
2 / Waarom Ecodesign en energielabels er toe doen
2.
3 / Hoe Ecodesign en energielabels samenwerken
3.
4 / Nederlandse opbrengst van Europees beleid
6.
5 / Conclusies
11.
6 / Beleidsaanbevelingen
12.
1 / Inleiding
D
e huidige Europese Ecodesign-verordening zorgt ervoor dat fabrikanten van veel soorten huishoudelijke en professionele apparaten hun modellen steeds milieuvriendelijker maken. Ecodesign stelt bijvoorbeeld eisen aan materiaalkeuze, of een apparaat goed te recyclen is, en aan hoeveel energie een apparaat mag gebruiken. Door de minst zuinige modellen te verbieden, worden fabrikanten gestimuleerd de betere technieken te gebruiken om zodoende de beschikbare modellen steeds energiezuiniger te maken. Naast Ecodesign draagt ook de Europees verordening voor verplichte energielabels op elektrische huishoudelijke apparaten bij aan energiebesparing van apparaten. De labels helpen om de meest zuinige en daarmee kostenbesparende modellen uit te kiezen. Europa gaat de komende tijd beide verordeningen aanpassen danwel uitbreiden. Voor energielabels ligt er momenteel al een voorstel voor revisie van de verordening1. Aanscherping van Ecodesign en de energielabels is wenselijk, zodat er maximaal bespaard kan worden op energie, CO2-uitstoot en energiekosten. Natuur & Milieu onderzocht daarom of Ecodesign en de energielabels echt goed samen werken en vooral wat het effect van deze verordeningen nu precies is voor de Nederlandse markt en consument. Het is voor het eerst dat er op basis van rapportages van marktverkoop gekeken wordt naar het gecombineerde effect van Ecodesign en energielabels. We hebben becijferd wat de voordelen voor Nederland kunnen zijn in termen van energiebesparing, CO2 reductie, en kostenbesparing voor de consument. Op Europees niveau waren deze getallen al berekend, maar inzicht in de effecten voor Nederland ontbrak nog. In het volgende hoofdstuk lichten we verder toe waarom Ecodesign en energielabels van belang zijn. Vervolgens presenteren we in hoofdstuk 3 de resultaten van ons onderzoek naar de effectiviteit van Ecodesign en energielabels op basis van Nederlandse verkoopcijfers van apparaten. Daarna gaan we in hoofdstuk 4 in op de opbrengsten voor heel Europa (zoals deze in opdracht van de Europese Commissie zijn becijferd), en rekenen we door wat dit betekent voor de Nederlandse situatie. Uit dit alles trekken we conclusies in hoofdstuk 5, en doen we beleidsaanbevelingen voor de Nederlandse overheid in hoofdstuk 6.
1. http://eur-lex.europa.eu/resource.html?uri=cellar:e285ab78-2ba4-11e5-9f85-01aa75ed71a1.0014.02/DOC_1&format=PDF
1
2 / Waarom Ecodesign en energielabels er toe doen
M
et het woord ecodesign wordt bedoeld dat men op de tekentafel bij het ontwerpen van een product al rekening houdt met alle mogelijke milieueffecten door de keten heen. 80% van de milieu-impact van een product wordt namelijk bepaald door keuzes in de ontwerpfase. De Europese Unie heeft in de Ecodesign-verordening vastgelegd aan welke minimum efficiency eisen producten en apparaten op de Europese markt moeten voldoen. Deze eisen worden veelal steeds strenger in de loop van de tijd; hierdoor weet een fabrikant met welke toekomstige normen hij rekening moet houden, en kan hij daar zijn innovatie op inrichten. Als een fabrikant op de Ecodesign-manier een product maakt, wordt er naar de hele levenscyclus gekeken – van grondstof tot afval. In technische termen: van inkoop, fabricage, gebruik tot afvalverwerking. Zo kun je kijken hoe elk onderdeel of elke functie van een product kan zorgen voor meer duurzaamheid. Bijvoorbeeld door het apparaat zo zuinig mogelijk te maken, makkelijker te kunnen repareren, of beter te kunnen recyclen. In de praktijk blijkt het meeste effect bereikt te kunnen worden bij het energiegebruik van apparaten, of besparingen op energiegebruik die door het product gerealiseerd worden. De Europese Unie heeft ook de verordening Energielabeling opgesteld. Daarin staat hoe consumenten geholpen moeten worden aan goede informatie over het energiegebruik van producten (de bekende groene A+++ tot en met D/G-labels). Deze twee Europese verordeningen samen moeten ervoor zorgen dat apparaten op de Europese markt minder energie gebruiken. Dat is goed voor de consument (die een lagere energierekening krijgt), goed voor de Europese bedrijven (doordat apparaten uit lagelonenlanden welke niet aan de normen kunnen voldoen, van de markt geweerd worden), goed voor de economie (door voornoemde punten en de ontstane voor innovatie en kwaliteit ) en een goede stap op weg naar het beperken van klimaatverandering. De Ecodesign-verordening stelt minimum efficiency-eisen aan producten die op de Europese markt worden gebracht en zorgt zo voor een ‘push’ in de markt; de slechtste producten worden van de Europese markt geduwd. Energielabels zorgen dat consumenten kunnen kiezen voor de meest energiezuinige modellen, en zo voor een ‘pull’ in de markt. Zie ook figuur 1. Figuur 1: Beeldweergave van de werking van beide verordeningen bron: www.coolproducts.eu
2
3 / Hoe Ecodesign en energielabels samenwerken
I
n dit hoofdstuk onderzoeken we de effecten van Ecodesign en energielabels op de Nederlandse markt voor apparaten aan de hand van de feitelijke verkoopcijfers.
Analyse Nederlandse verkoopcijfers witgoed Onderstaande grafieken zijn door Natuur & Milieu samengesteld op basis van de jaarlijkse VLEHAN rapportages over de verkoop van witgoed.2 De grafieken dienen beschouwd te worden als casestudies waarin de werking van het mechanisme van twee samenwerkende Europese Verordeningen (Ecodesign en energielabels) wordt bekeken. De grafieken laten zien dat naarmate er meer zuinigere apparaten in een productcategorie geïntroduceerd worden, dit ook leidt tot meer verkoopcijfers (groeiende aandeel in de groentinten in onderstaande grafieken). De groene pijlen bovenaan de grafieken tonen aan wanneer nieuwe energielabels van kracht werden, waardoor een nieuwe ‘pull’ in de markt georganiseerd werd. Ook is te zien hoe labelcategorieën aan de onderkant verdwijnen doordat de EcoDesign-verordening deze apparaten van de markt houdt (door ze te verbieden). Hiervoor zijn de blauwe kruizen.3 In sommige gevallen staan deze ‘onder’ de grafiek: dan werden in Nederland de betreffende labels in de praktijk al niet meer verkocht.
Grafiek 1- Bron: jaarrapportages VLEHAN
3
Grafiek 2 - Bron: jaarrapportages VLEHAN. NB bij wasdrogers is in 2011 en 2012 één verzamelklasse A/A+/A++ gerapporteerd
Grafiek 3 - Bron: jaarrapportages VLEHAN. NB tot 2011 werden energielabels anders weergegeven, waardoor geen vergelijking met moderne labels mogelijk is
Grafiek 4 - BRON: jaarrapportages VLEHAN. NB tot 2011 werden energielabels anders weergegeven, waardoor geen vergelijking met moderne labels mogelijk is
2. Bron: VLEHAN, 2004-2014, Jaarrapportages VLEHAN 2004-2014, http://www.vlehan.nl/vlehan/vlehan_jaarverslagen VLEHAN rapporteert slechts over een deel van de apparaten waarvoor een energielabel verplicht is (namelijk witgoed; bijvoorbeeld niet over televisies).. Ecodesign geldt daarnaast ook voor een reeks apparaten waarvoor nog niet altijd een label verplicht is, bijvoorbeeld computers.. Daarmee geeft de informatie hier niet een volledig beeld van energie-consumerende apparatenverkoop en de werking van deze verordeningen, maar kan men wel als casestudies conclusies trekken op deze productgroepen en de werking van beide verordeningen. 3. In de plaatsing van de kruizen is rekening gehouden met de verkoop van stockvoorraad: na inwerkingtreding van een nieuwe Ecodesignmaatregel mag de bestaande voorraad uit winkels nog verkocht worden. Hiervoor rekenen we maximaal een half jaar.
4
De verordeningen werken energiebesparing in de hand Uit de verkoopcijfers van VLEHAN valt af te leiden dat beide verordeningen hun beoogd werk doen. Energielabels helpen consumenten in de winkel om de meest zuinige beschikbare modellen te kiezen, wat leidt tot meer verkoop in die zuinigere categorieën. In alle grafieken is te zien dat het aandeel van de best beschikbare labels sterk toeneemt. Zie bijvoorbeeld bij wasautomaten (grafiek 4) de sterke groei van label A+++ en bij vaatwassers de categorie A++. Door de technologische ontwikkeling en de huidige labelling wetgeving komen dan nieuwe categorieën bovenop de bestaande, oplopend tot A+++. Hiermee verwatert echter wel de waarde van het label, de consument die een A-label apparaat koopt denkt goed bezig te zijn maar koopt in feite de onderkant van de markt en kan nog te vele euro’s meer besparen aan energie.4 Ook is te zien hoe het aantal verkochte labels met een laag label gedurende de jaren vermindert, onder invloed van de in werking treding (of voorafgaand daaraan) van nieuwe Ecodesign normen. Ecodesign stelt immers minimumeisen aan energiegebruik van apparaten en weert de slechtst presterende modellen van de markt. Zie bijvoorbeeld in grafiek 1 hoe bij koelkasten label B gaandeweg uit de markt verdwijnt en dat labels C tot en met G allang niet meer in de markt zijn. Wel wordt hieruit ook duidelijk dat de techniek soms al voorop loopt op de in werking treding van Ecodesign normen (in grafiek 1 is pas vanaf 2011 het B label echt geweerd van de markt, terwijl het enkele jaren eerder al niet meer duidelijk in de verkoopcijfers is terug te vinden).
Effecten van EU wetgeving op de interne markt De verkoopcijfers tonen ook aan dat het weren van de slechtst presterende modellen geen invloed heeft op de omzet van de markt. Uit alle grafieken blijkt dat de omzet redelijk constant is. De dip in verkopen tussen 2008 en 2009 correleert sterk met de economische crisis die zich toen openbaarde. Van markthinder door de Ecodesign en energielabel verordeningen is dus geen sprake. Energielabels zorgen wel voor een duidelijke verschuiving naar de zuinigst (en daarmee vaak correlerende hogere aanschafprijs van) beschikbare modellen. Hierdoor hebben fabrikanten een instrument in handen om innovatie beloond te krijgen.
4. Zo toont eerder onderzoek aan van Natuur & Milieu in 2014: http://www2.natuurenmilieu.nl/nieuws/20140204-de-plussen-van-de-energielabels/
5
4 / Nederlandse opbrengst van Europees beleid
I
n dit hoofdstuk zetten we eerst de effecten van Ecodesign en energielabeling voor Europa uiteen. Vervolgens zoomen we in op wat deze Europese effecten betekenen voor de Nederlandse situatie.
Europese opbrengsten De Europese Commissie heeft door onderzoeksbureaus zoals Ecofys en VHK laten berekenen wat de besparingspotentie is van Ecodesign en energielabels in Europa en drukt dit uit in meerdere factoren. De belangrijkste voor dit rapport zijn: energiebesparing, vermindering CO2-uitstoot, financiële besparingen voor consumenten, en omzetstijging voor het bedrijfsleven. We lichten hieronder deze vier indicatoren toe, zoals deze uit het Commissierapport opgesteld door VHK in 20145 naar voren komen. Vervolgens rekenen we deze indicatoren om naar welke effecten hiervan in Nederland zichtbaar zouden zijn. Dit doen we op basis van een vergelijking in energiegebruik van het gemiddelde Europese huishouden versus het gemiddelde Nederlandse huishouden.
Europa bespaart 7000 PJ aan energie Uit het VHK onderzoek blijkt dat met een goed ingevoerde Ecodesign verordening apparaten in 2020 gemiddeld 19% zuiniger zullen zijn ten opzichte van business as usual. Hiermee bespaart Europa alleen al in 2020 in één klap 9% (7000 PJ) op het totale primaire energiegebruik (dus zowel elektriciteit als fossiele brandstoffen als gas voor verwarming) ten opzichte van 2010. In 2030 loopt deze winst op naar 15% van het totale energiegebruik (ten opzichte van 2010, en daarmee zo’n 11.500 PJ aan bespaarde primaire energie), en dit is nog te verhogen door te zorgen dat Ecodesign en energielabeling continu geüpdatet worden naar de laatste stand van de techniek.
5. VHK, 2014, ECODESIGN IMPACT ACCOUNTING Part 1 – Status Nov. 2013 https://ec.europa.eu/energy/sites/ener/files/documents/2014_06_ecodesign_impact_accounting_part1.pdf
6
Grafiek 5 – Primaire energiegebruik van apparaten binnen de Ecodesign impact accounting. Status 1 nov 2013 BRON: EEA: http://www.eea.europa.eu/data-and-maps/figures/final-energy-consumption-million-toe-3
Veel van de besparing komt voort uit efficiëntere manieren om ruimtes te verwarmen door middel van zuinigere verwarmingsapparaten. Aangezien dit vooralsnog vooral met fossiele brandstoffen gebeurt (in Nederland vooral met gas) is er een directe relatie met acute uitdagingen als het beperken van de gaswinning in Groningen, en onafhankelijk worden van andere gasleveranciers als Rusland. Volgens Ecofys6 kan de Ecodesign-verordening de Europese afhankelijkheid van energie-import verminderen met 23% voor gas en met 37% voor kolen, wat zou betekenen dat de EU haar gasimporten uit Rusland kan halveren en kolenimporten uit dat land volledig kan staken.
Europa vermindert CO2-uitstoot met 7% Als gevolg van de besparingen op energie en fossiele grondstoffen reduceren Ecodesign en energielabels in Europa de uitstoot met 320 Mt CO2-equivalenten in 2020 ten opzichte van business as usual. Dat is bijna 7 procent van de totale Europese broeikasgasemissie. Voor 2030 kan deze besparing oplopen naar 496 Mt CO2 eq, 10,5% van het Europese totaal. Voor beide berekeningen (2020 en 2030 & verder) geldt dat de effecten nog gemaximaliseerd kunnen worden met aangescherpt en aanvullend beleid. Bovendien helpen de richtlijnen niet alleen om het klimaatverandering tegen te gaan, maar gaan ook andere emissies omlaag . Zo kan de emissie van NOx (stikstofoxiden) in 2020 met 3% ten opzichte van business as usual gereduceerd worden.
Grafiek 6 – Beoogde reductie van broeikasgasemissies in Europa BRON: EEA
7
Europese consumenten besparen in 2020 jaarlijks €110 miljard netto Uit cijfers van VHK onderzoek7 blijkt ook dat Europese consumenten al in 2020 fors zullen besparen door zuinigere apparaten: netto zo’n €110 miljard ten opzichte van business as usual aan energiekosten. Bruto is dit €170 miljard aan besparing (energie, water en dergelijke), dat is inclusief de hogere verkoopprijs van energiezuinige apparaten van €60 miljard. In 2030 kan de netto besparing oplopen naar 300 miljard euro. Het overgrote deel van deze besparingen komt van apparaatgroepen waar consumenten direct mee te maken hebben, maar ook op producten en apparaten die van gebruikt worden in de transport-, energie- en industrietak kan bespaard worden. Tabel 1
2020 tov BAU Besparing kosten gebruik apparaten
- €170 mlrd (-18%)
Extra kosten aanschaf apparaten
+ €60 mlrd (+14%)
Netto besparing
- €110 mlrd (-8%)
2030 tov BAU
- €300 mlrd (-17%)
Europese industrie en handel in 2020 €54 miljard meer omzet De stijgende prijzen voor apparaten (die, zoals we hierboven zagen, voor consumenten ruimschoots gecompenseerd worden door besparingen op energie) zorgen voor extra omzet voor industrie, handel en retail. Voor 2020 wordt deze extra omzet geraamd op €55 miljard in 2020 en €75 miljard in 2030 (beide ten opzichte van business as usual).8 Ook hier geldt dat aanvullende maatregelen de cijfers voor 2030 en verder zullen verbeteren. Van deze opbrengsten gaat ongeveer 43% naar de producerende industrie, 11-12% naar groothandel, 13-16% naar retail en zo’n 30-33% naar installateurs. Dat betekent dat een groot deel van deze extra omzet rechtstreeks terugvloeit de Europese economie in. Immers, verkoop en installatie vindt per definitie plaats in Europa zelf.
Nederland profiteert volop mee Voor Nederland zijn de effecten van de Ecodesign en energielabel verordeningen nooit goed gekwantificeerd; Specifieke cijfers over de effecten van zuinige apparaten voor Nederlandse huishoudens, energiebesparing en CO2-uitstoot hebben wij niet kunnen achterhalen. Dit rapport geeft een eerste kwantificering hiervan op basis van doorvertaling van Europese cijfers zoals het VHK onderzoek9 naar Nederland. Tabel 2 Omrekenfactor voor vertaling Europese effecten naar Nederland
Rekenfactor
Europa
Nederland
taal energiegebruik per huishouden (toe)8
1,4
1,44
Aantal huishoudens8
211.043.400
7.513.000
Totaal energiegebruik huishoudens (toe)
295.460.760
10.818.720
Resulterende omrekenfactor
100%
3,66%
6. Ecofys rapport uit 2012: http://www.ecofys.com/files/files/ecofys_2012_economic_benefits_ecodesign.pdf 7. VHK, 2014, ECODESIGN IMPACT ACCOUNTING Part 1 – Status Nov. 2013 https://ec.europa.eu/energy/sites/ener/files/documents/2014_06_ecodesign_impact_accounting_part1.pdf 8. VHK, 2014, ECODESIGN IMPACT ACCOUNTING Part 1 – Status Nov. 2013 https://ec.europa.eu/energy/sites/ener/files/documents/2014_06_ecodesign_impact_accounting_part1.pdf 9. VHK, 2014, ECODESIGN IMPACT ACCOUNTING Part 1 – Status Nov. 2013 https://ec.europa.eu/energy/sites/ener/files/documents/2014_06_ecodesign_impact_accounting_part1.pdf
8
Uit onze berekening (zie Tabel 3 hieronder) volgt een besparingspotentieel in 2020 voor Nederland van 250 PJ aan energie, bijna 12 Mton minder broeikasgassen, 4 miljard euro aan kostenbesparing en 2 miljard euro omzetstijging voor industrie en handel, op basis van bestaand en aangekondigd beleid. Ook toont onze berekening aan dat door aanscherping en uitbreiding van de verordeningen er nog een veel groter potentieel gehaald zou kunnen worden van maar liefst ruim 400 PJ in 2030, ook op basis van aangekondigd beleid. Tabel 3 Berekening Nederlandse potentie Ecodesign en energielabels o.b.v. Europese cijfers
Besparingen
Effecten Europa13
Doorrekening effecten NL
Primair energiegebruik in 2020 (PJ)
-7.000
-250
Primair energiegebruik in 2030 (PJ)
-11.250
-405
CO2-uitstoot in 2020 (Mton)
-320
-12
Consumentenbesparingen in 2020 (miljard €)
110
4
Consumentenbesparingen in 2030 (miljard €)
300
11
Omzetstijging industrie en handel in 2020 (miljard €)
54
2
Bovenstaande is een indicatieve berekening. De kostenbesparingen zullen in de praktijk iets afwijkend kunnen zijn doordat niet alle besparingen in huishoudens gerealiseerd worden maar bijvoorbeeld ook in kantoorgebouwen, en enkele Ecodesign-maatregelen zijn specifiek van toepassing op de industrie, transport of de energiesector. Daarnaast geldt in Nederland een iets andere energieprijs dan gemiddeld voor Europa, waardoor besparingen anders uit kunnen vallen. Onze elektriciteitsprijs is iets lager dan gemiddeld, maar gas is iets duurder.10 De verschillen zijn niet groot, maar doordat meer dan de helft van de besparingen in huishoudens plaatsvindt in de warmtevraag, zou de Nederlandse kostenbesparing iets hoger uit kunnen komen. De genoemde opbrengsten gelden voor 2020 ten opzichte van business as usual. Dit betekent dat de cumulatieve opbrengsten nog veel hoger zijn: Ecodesign en energielabels hebben immers effect vanaf het moment dat ze van kracht zijn, en niet alleen in peiljaar 2020. Met een lopend revisievoorstel voor energielabels en uitbreiding van Ecodesign door nieuwe werkplannen kunnen de effecten ondertussen reeds hoger zijn op basis van bestaand beleid dan in het VHK onderzoek is meegenomen.
Ecodesign en energielabels in Nederlands beleid Ecodesign en energielabeling zijn verorderingen die in Brussel worden vastgesteld en waarin Nederland de Europese regelgeving volgt. Het is ook geen onderwerp dat volop in de publieke of politieke aandacht staat, terwijl daar wel alle reden toe is door de besparingen die hiermee gerealiseerd worden en kunnen worden. Nederland onderschrijft de Europese doelen om in 2030 40% CO2-reductie te realiseren en in 2050 80% CO2-reductie. Sinds het vonnis in de Klimaatzaak11 is daar een doelstelling van 25% in 2020 bijgekomen. Tijdens de procedure van dat vonnis gaf de Staat aan dat huidig beleid zal leiden tot maximaal 17% CO2-reductie (ETS en non-ETS tezamen) in 2020. Ecodesign en het energielabel zijn reeds meegenomen in de referentieramingen van ECN12 die in 2013 ten grondslag hebben gelegen aan het gesloten Energieakkoord in Nederland, en daarmee ook in het staande beleid dat meetelt richting de 17% CO2-reductie in 2020.
9
Sterker nog, de overheid lijkt zelfs al voor te sorteren op een aangescherpt vervolg op Ecodesign en de energielabels (aanscherping is al onderdeel van de ECN Referentieramingen en de doorrekening van het Energieakkoord). De berekende 12Mton CO2-reductie dankzij Ecodesign en energielabels draagt hiermee bij tot ruim 20 procent van de totale reductieopgave van 55 Mton. Het is daarmee ook voor Nederland van groot belang dat beide richtlijnen goed blijven functioneren om de doelstellingen te halen en het onbenutte potentieel van uitbreiding en aanscherping van beide verorderingen in beeld wordt gebracht. In hoofdstuk 6 volgen aanbevelingen hoe dit geborgd kan worden.
10. Bron: http://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php/Energy_price_statistics 11. Klimaatzaak: aangespannen door Urgenda en burgers tegen de staat inzake het halen van klimaatdoelstelling en daarmee beschermen van de NL burgers. De rechter achtte de aanklacht gegrond. Er is eind september 2015 hoger beroep aangetekend door de NL staat tegen het vonnis van de rechter. Zie hier het vonnis: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBDHA:2015:7145 12. https://www.ecn.nl/nl/energieakkoord/
10
5 / Conclusies Nederland wint veel met Ecodesign en energielabels
I
n hoofdstuk 3 lieten we zien hoe het samenspel van Ecodesign en energielabels werkt: Ecodesign zorgt dat de meest energieverslindende apparaten van de Europese markt geweerd worden (push), en tegelijkertijd zorgen energielabels dat consumenten voor een zuiniger model kunnen kiezen op basis van goede informatie (pull). Dit levert in Nederland een reductie op van 250 PJ in 2020, en zijn consumenten 4 miljard euro goedkoper uit. Op termijn kan op basis van staand beleid deze besparing zelfs oplopen tot ruim 400 PJ in 2030, wat consumenten 11 miljard euro aan kostenbesparing oplevert.
Classificering als Better Regulation Door middel van Ecodesign en energielabeling is er een gelijk speelveld voor alle marktpartijen op de hele Europese markt, waarbij het een instrument is om innovatie te stimuleren en belonen. Gezamenlijk hebben de verordeningen een positieve werking op de Europese economie en doen ze de aanschaf van apparaten of producten zeker niet afnemen. Het zijn kortom perfecte voorbeelden van Better Regulation 13, waarin in stand houding van deze wetgeving vanuit Brussel (waarmee harmonisatie over Europa heen ook echt plaatsvindt) een cruciale rol speelt in het behalen van bovengenoemde resultaten.
Verder onderzoek naar effecten gewenst Hoewel de effecten van Ecodesign en de energielabels op Europees niveau berekend zijn (zie hoofdstuk 4), zijn er nog geen onderzoeken die evalueren welke effecten Ecodesign en energielabeling hebben voor individuele landen zijn. De casestudies uitgevoerd in hoofdstuk 3 laten zien dat deze effecten er wel degelijk zijn. Verdere onderzoeken hierover, die afgelopen maart al gepubliceerd hadden moeten zijn (in opdracht van de Europese Commissie), blijven vooralsnog uit. Ook is onduidelijk wat nu de verdere potentie is van deze wetgeving op energiebesparing en voor het halen van klimaatdoelen als beleid verder zou worden uitgebreid en/of aangescherpt.
Ruimte voor verbetering en daarmee meer besparing Wel komt uit de analyse in hoofdstuk 3 naar voren dat er ruimte is in beide verordeningen voor verbetering. Invoering van Ecodesign eisen aan energiegebruik van apparaten (en daarmee een hoger label) lijkt niet aan te sluiten met de stand der techniek, die hierin voorop loopt. Verder verwatert het energielabel door de groeiende technologische ontwikkeling en de huidige wetgeving doordat steeds zuinigere categorieën toe worden gevoegd bovenop de A-labels. In dat kader zouden deze verordeningen verbeterd en beter op elkaar afgestemd moeten worden, om een nog groter besparingspotentieel te ontsluiten. Hier wordt in het volgende hoofdstuk verder op ingegaan met een reeks concrete beleidsaanbevelingen.
13. Better Regulation is een van de speerpunten in de agenda van Europese Commissievoorzitter Juncker en EuroCommissaris Timmermans: http://ec.europa.eu/smart-regulation/index_en.html
11
6 / Beleidsaanbevelingen
o
m consumenten maximaal te laten profiteren van energiezuinige apparaten, helpt het als Europese regels de meest onzuinige apparaten van de markt helpen weren én het mogelijk maken de meest zuinige apparaten herkenbaar te maken in de winkel. In principe is dit precies wat Ecodesign en energielabeling doen, en met de aanbevelingen14 beschreven in dit hoofdstuk kunnen de verordeningen aangescherpt en uitgebreid worden om besparingen nog verder door te voeren en daarmee klimaat- en energiedoelstellingen dichterbij te brengen. De aanbevelingen zijn gericht aan de Nederlandse overheid, afgewogen dat zij dit weer op haar beurt in moet brengen in de lopende Europese discussies en processen. Het aanstaand voorzitterschap van Nederland voor de Raad van de Europese Unie in de eerste helft van 2016 vormt daarmee een perfect startpunt om deze aanbevelingen in de praktijk over te nemen.
Zet in op verbetering van huidig beleid Zoals genoemd in de conclusies in hoofdstuk 5, zijn Ecodesign en energielabeling goede voorbeelden van Better Regulation. Gezien de goed werkende interne markt is juist de aansturing vanuit Brussel gewenst om een geharmoniseerde uitrol te creëren over alle marktpartijen heen ten behoeve van de Europese consument én het bedrijfsleven in Europa. Daarin zien we de volgende kansen voor verbetering van beleid: 1. Breng beide verordeningen met elkaar in harmonie Zoals in hoofdstuk 3 beschreven wordt, zou afstemming tussen beide verordeningen per productgroep zeer wenselijk zijn. Zodoende worden de ‘push’ en ‘pull’ werking van respectievelijk EcoDesign en energielabels ten volle benut. Per productgroep kan dan gekeken worden of de stand der techniek nu leidt tot hogere drempels vanuit EcoDesign en daarmee dan ook zou moet leiden tot opschoning van het label. Dit probleem stelden wij vorig jaar ook aan de orde: doordat Ecodesign en energielabeling nu niet altijd geharmoniseerd zijn, is het mogelijk dat het energielabel op basis waarvan consumenten hun keuze maken lege categorieën bevat. Een voorbeeld in Figuur 5: in het geval van koelkasten mag alleen klasse A+ t/m A+++ nog verkocht worden (Ecodesign eisen), maar op het energielabel in de winkel staat gewoon A+++ t/m D. In de figuur hebben we de niet-bestaande klassen grijs gemaakt. Zonder deze informatie denkt de consument echter met een A+ apparaat een energiezuinige aankoop te doen, terwijl hij het minst zuinige beschikbare model koopt. Figuur 5 - Effect EcoDesign in energielabel [BRON N&M Coolproducts 2014}
14. De aanbevelingen zijn gebaseerd op de analyses uit dit rapport, alsmede op basis van de informatie en discussies die gehouden worden binnen het samenwerkingsverband Coolproducts (een samenwerking van nationale en Europese milieuorganisaties waar Natuur & Milieu actief in participeert, zie ook www.coolproducts.eu.
12
In juli 2015 heeft de Europese Commissie een voorstel gedaan voor de herziening van de verordening energielabels.15 Hierin is opgenomen dat niet-bestaande klassen dankzij Ecodesign wetgeving in het label als grijs worden weergegeven. Gezien de beoogde timing voor verdere besluitvorming over dit herzieningsvoorstel heeft de Nederlandse overheid hier een cruciale rol te spelen als voorzitter van de Raad het komende eerste halfjaar van 2016. Wij bevelen aan dat Nederland zorg draagt voor een vlot procesverloop van deze besluitprocedure en aanname van het voorstel in zijn huidige vorm. 2. Versnel de implementatieprocedure - de techniek haalt het beleid steeds in De implementatieprocedure van Ecodesign gaat nog erg langzaam, waardoor Ecodesign achter de techniek aanloopt en dus geen maximaal effect uitoefent op hoe zuinig apparaten daadwerkelijk kunnen zijn. Dit is goed te zien in de grafieken: de blauwe kruizen geven aan welke producten door Ecodesign van de markt geweerd worden. In de praktijk maken deze op moment van inwerkingtreding (jaren na de studie waar de regels op gebaseerd zijn) nog slechts een klein marktaandeel uit. In de tussentijd heeft de industrie blijkbaar weten in te spelen op de aanstaande normen. Enerzijds is dat goed, anderzijds zouden meer besparingen en innovatie gerealiseerd kunnen worden als de implementatie van Ecodesign sneller verloopt. Zet daarom als Nederlandse overheid in op versnelling van de implementatieprocedure van Ecodesign. 3. Breidt de verordeningen uit door meer productgroepen toe te voegen De Europese Commissie komt nog eind 2015 met een volgend driejarig Ecodesign werkplan, dat onderdeel is van het Circulaire Economie-pakket, en consulteert daarvoor nog met het Europees Parlement en de Lidstaten. Het Nederlands voorzitterschap kan aangewend worden om te zorgen dat er niet alleen bestaande EcoDesign eisen worden bekeken, maar ook aanvullende besparingspotentie gecreëerd wordt door meerdere productgroepen met groot besparingspotentieel onder Ecodesign te laten vallen. Nu vallen bijvoorbeeld voor consumenten relevante productgroepen zoals haardrogers en waterkokers nog niet onder Ecodesign, hebben ze nog geen energielabel en is er dus geen enkele marktstimulans om zuiniger apparaten te introduceren. Dit terwijl er bij deze consumentenproducten grote besparingen te halen zijn. Stuur daarom vooral op het uitbreiden van relevante productgroepen onder Ecodesign en energielabels waar grote besparingspotentiëlen liggen.
Sta voor het (terug)winnen en behouden van het vertrouwen van de consument
Dit najaar van 2015 komt grootschalige fraude aan het licht in de auto-industrie bij met name Volkswagen als het gaat om de manipulatie van emissiemetingen aan de auto (door middel van geïnstalleerde software). Het vertrouwen van de consument, wat voor wat betreft auto’s al wankelend was gezien de steeds grotere kloof tussen de verbruikscijfers op het label in de showroom en het verbruik in de praktijk, wordt diep beschadigd. Het gevaar loert ook voor andere producten of apparaten, zo blijkt uit mediaberichten over bijvoorbeeld televisies die defeat devices zouden hebben om tijdens testen minder energie te consumeren.16 De betrouwbaarheid van consumenteninformatie, zoals energielabels, wankelt.17 De Nederlandse overheid moet hier hard tegen optreden om consumentenvertrouwen terug te winnen en te behouden. Wij geven de volgende aanbevelingen: 4. Update de energielabels om “inflatie” tegen te gaan Zoals ook gemeld bij aanbeveling 1 , moet constant gekeken worden naar de informatie en werking van het energielabel. Als de verordeningen door de markt worden opgepikt en technologische innovaties gaan leiden tot meer zuinige apparaten, moet het energielabel daarin mee bewegen. Dit om te voorkomen dat er lege labelklassen ontstaan; het label moet een prikkel blijven en daarmee duidelijk laten zien wat meest zuinig is en het minst. Daarbij is gebleken dat de huidige indeling in A+++ t/m D minder goed werkt dan de ‘klassieke’ A t/m G labelling, doordat consumenten de ‘plusjes’ niet herkennen als een wezenlijk zuinigere klasse. Zoals bij aanbeveling 1 ook staat gemeld, heeft de Europese Commissie een voorstel gedaan voor herziening van de energielabels. Wij zijn positief over het voorstel dat insteekt op hernieuwde introductie van A t/m G labeling, in plaats van de huidige verwarrende A t/m A+++ labels bij sommige productgroepen. Ook zullen de gebruikskosten op het label meegenomen worden. Hierdoor wordt zichtbaar gemaakt voor de consument dat bijvoorbeeld bij tv’s een grotere tv die in zijn klasse zuinig kan zijn, toch zichtbaar meer zal kosten in gebruik (energie) dan een kleinere tv met hetzelfde label.
13
Ook hier bevelen wij aan dat Nederland zorg draagt voor een vlot procesverloop van de besluitprocedure voor het herzieningsvoorstel van energielabels en aanname in zijn huidige vorm tijdens het Nederlandse voorzitterschap. 5. Zet in op eerlijke informatie en controleer deze Werkelijk energiegebruik moet leidend zijn om betrouwbare informatie af te geven en afwijkingen tussen test en praktijk te voorkomen. Consumenten moeten er van uit kunnen gaan dat gegevens op het energielabel kloppen en ook bij hen thuis tot herkenbare besparingen leiden. Een energielabel op basis van laboratoriumtesten die volledig losstaan van de huishoudelijke praktijk, is immers een onbruikbaar theoretisch getal dat consumenten geen goede voorspelling geeft van energiekosten en het ook niet mogelijk maakt om te controleren of het aangeschafte apparaat waarmaakt wat werd beloofd. Volgens schattingen gaat 10-20% van de verwachte besparingen nu nog verloren omdat er onvoldoende gecontroleerd wordt of apparaten in de praktijk wel aan Europese regels voldoen. Het aanstellen van één onafhankelijke toezichthouder op deze testmetingen zou een goede oplossing zijn op weg naar betere handhaving. Tijdens het Nederlands voorzitterschap zou Nederland ervoor kunnen zorgen dat lidstaten dit soort controles en handhaving gaan voorstellen en invoeren, en kan de voorgestelde revisie van de verordening energielabels (zie aanbeveling 4) door Nederland definitief gemaakt worden. 6. Zorg voor een verplichte (online) productregistratiedatabase De Europese Commissie heeft in het herzieningsvoorstel van de Energielabelverordening gesuggereerd een productregistratiedatabase voor heel Europa op te zetten en publiekelijk beschikbaar te stellen online. Daarmee kan marktpenetratie van nieuwe, zuinige technologie veel beter gemonitord worden, zodat updates van het energielabel goed gevold kan worden. Ook wordt hiermee handhaving zoals opgenomen in aanbeveling 5 beter mogelijk, doordat één database is voor retailers en nationale autoriteiten. Om echter de maximale potentie uit deze productdatabase te halen, zou deze niet alleen apparaten moeten bevatten waarvoor een energielabel noodzakelijk is, maar ook producten die alleen onder Ecodesign vallen. Op die manier is ook te monitoren of Europa gebaat is bij aanvullende energielabels voor deze apparaten. Ook zou de toevoeging van verkoopcijfers aan de database de monitoring sterk helpen. Ook hier geldt daarom de aanbeveling aan de Nederlandse overheid om in lijn met aanbeveling 4 zorg te dragen voor een vlotte procedure voor dit herzieningsvoorstel en te sturen op aanname van het voorstel in zijn huidige vorm (meegenomen bovenstaande aanscherpingen) ten tijde van
15. http://ec.europa.eu/energy/sites/ener/files/documents/1_EN_ACT_part1_v6.pdf 16. http://www.theguardian.com/environment/2015/oct/01/samsung-tvs-appear-more-energy-efficient-in-tests-than-in-real-life 17. http://binnenland.eenvandaag.nl/tv-items/62407/zeven_op_de_tien_energielabels_niet_betrouwbaar
14
Colofon Gepubliceerd in november 2015 door Natuur & Milieu. Voor verdere informatie kijk op www.natuurenmilieu.nl