NADER BODEMONDERZOEK EN VERKEN- NEND ONDERZOEK ASBEST IN BODEM LINDELAAN (ONG.) TE ELLECOM GEMEENTE RHEDEN

NADER BODEMONDERZOEK EN VERKENNEND ONDERZOEK ASBEST IN BODEM LINDELAAN (ONG.) TE ELLECOM GEMEENTE RHEDEN

Nader bodemonderzoek en verkennend onderzoek asbest in bodem Lindelaan (ong.) te Ellecom in de gemeente Rheden Opdrachtgever

Dhr. W. de Roos Prinses Beatrixstraat 64A 6942 JH Didam

Project Rapportnummer Versienummer

RHE.ROO.NAD 15065726 D3

Status

Eindrapportage

Datum

4 augustus 2015

Vestiging

Doetinchem

Opsteller

Drs. ing. S. Schut

Paraaf

Kwaliteitscontrole

Ing. J. Winkelhorst

Paraaf

Kwaliteitszorg Econsultancy is lid van de Vereniging Kwaliteitsborging Bodembeheer (VKB). De VKB is een vereniging van bodemadviesen -onderzoeksbureaus en heeft als doel kwaliteitsborging en continue verbetering van de dienstverlening van haar leden op het gebied van bodembeheer. Het VKB keurmerk geeft opdrachtgevers de zekerheid dat het uitvoerend bureau werkt conform de eisen die de VKB aan haar leden stelt op het gebied van competenties en integriteit van medewerkers en het toepassen van vigerende normen en onderzoeksprotocollen. Econsultancy werkt volgens een dynamisch kwaliteitssysteem, zoals beschreven in het kwaliteitshandboek. Ons kwaliteitssysteem is gecertificeerd volgens de kwaliteitsborgingsnormen van de NEN-EN-ISO 9001:2008. Betrouwbaarheid Dit bodemonderzoek is op zorgvuldige wijze uitgevoerd conform de toepasselijke en van kracht zijnde regelgeving. Een bodemonderzoek wordt in zijn algemeenheid echter uitgevoerd door het steekproefsgewijs bemonsteren van de bodem, waardoor het, op basis van de resultaten van een bodemonderzoek, onmogelijk is garanties af te geven ten aanzien van de milieuhygiënische bodemkwaliteit. Daarnaast betreft het bodemonderzoek een momentopname. Econsultancy accepteert op voorhand geen aansprakelijkheid ten aanzien van mogelijke beslissingen die de opdrachtgever naar aanleiding van het door Econsultancy uitgevoerde bodemonderzoek neemt. In dit kader dient ook opgemerkt te worden dat geraadpleegde bronnen niet altijd zonder fouten en volledig zijn. Daar Econsultancy voor het verkrijgen van historische informatie afhankelijk is van deze bronnen, kan Econsultancy niet instaan voor de juistheid en volledigheid van deze informatie.

INHOUDSOPGAVE 1

INLEIDING .................................................................................................................................. 1

2

LOCATIEGEGEVENS ................................................................................................................ 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11

Geraadpleegde bronnen ................................................................................................... 2 Afbakening onderzoekslocatie vooronderzoek ................................................................. 2 Historisch en huidig gebruik onderzoekslocatie ............................................................... 2 Calamiteiten ...................................................................................................................... 2 Uitgevoerd(e) bodemonderzoek(en) op de onderzoekslocatie ........................................ 3 Belendende percelen/terreindelen.................................................................................... 3 Terreininspectie ................................................................................................................ 3 Toekomstige situatie ......................................................................................................... 3 Informatie lokale of regionale achtergrondgehalten ......................................................... 3 Bodemopbouw .................................................................................................................. 4 Geohydrologie .................................................................................................................. 4

3

ONDERZOEKSOPZET ............................................................................................................... 4

4

VELDWERK ................................................................................................................................ 6 4.1 4.2

5

LABORATORIUMONDERZOEK ................................................................................................ 7 5.1 5.2 5.3 5.4

6

Uitvoering analyses .......................................................................................................... 7 Toetsingskader ................................................................................................................. 8 Resultaten grondmonsters ............................................................................................... 9 Interpretatie analyseresultaten ......................................................................................... 9

MILIEUHYGIENISCHE BEOORDELING .................................................................................. 10 6.1 6.2

7

Algemeen.......................................................................................................................... 6 Grondonderzoek ............................................................................................................... 6 4.2.1 Uitvoering veldwerk ............................................................................................ 6 4.2.2 Zintuiglijke waarnemingen .................................................................................. 7

Algemeen........................................................................................................................ 10 Risico's onderhavig geval ............................................................................................... 10 6.2.1 Standaardbeoordeling humane risico's ............................................................ 11 6.2.2 Standaardbeoordeling ecologische risico's ...................................................... 11 6.2.3 Standaardbeoordeling verspreidingsrisico's .................................................... 11

VERKENNEND ONDERZOEK ASBEST IN BODEM ............................................................... 12 7.1 7.2 7.3 7.4

Algemeen........................................................................................................................ 12 Uitgevoerde veldwerkzaamheden .................................................................................. 12 Visuele inspectie toplaag/maaiveld ................................................................................ 12 Visuele inspectie opgegraven materiaal ......................................................................... 12

8

GEVALSDEFINITIE .................................................................................................................. 13

9

SAMENVATTING, CONCLUSIES EN ADVIES ........................................................................ 14

15065726 RHE.ROO.NAD

BIJLAGEN: 1. 2a. 2b. 3. 4a. 4b. 5. 6. 7.

- Topografische ligging van de locatie - Locatieschets met verontreinigingssituatie PAK in de bodem - Foto's onderzoekslocatie - Boorprofielen - Analysecertificaten - Getoetste analyseresultaten - Toetsingskader Circulaire bodemsanering - Geraadpleegde bronnen - Risicobeoordeling (Sanscrit)


1

INLEIDING

Econsultancy heeft van de heer W. de Roos opdracht gekregen voor het uitvoeren van een nader bodemonderzoek en verkennend onderzoek asbest in bodem aan de Lindelaan (ong.) te Ellecom in de gemeente Rheden. Aanleiding voor het nader bodemonderzoek en verkennend onderzoek asbest in bodem is de matig tot sterke PAK-verontreiniging in de bovengrond, die door Econsultancy tijdens een verkennend bodemonderzoek is aangetoond (rapportnummer 15045421, 2 juni 2015). Het nader bodemonderzoek heeft de volgende doelstellingen: -

het vaststellen van de aard en de omvang van het geval van bodemverontreiniging (vooralsnog tot maximaal aan de perceelsgrenzen); het geven van uitsluitsel of er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging; het, indien noodzakelijk, maken van een inschatting van de milieuhygiënische risico's.

Met het oog op een eventuele toekomstige bodemsanering dient er tevens aandacht te worden besteed aan de parameter asbest. Het verkennend onderzoek asbest in bodem (NEN 5707) heeft tot doel vast te stellen of de onderzoekslocatie "verdacht" dan wel "onverdacht" is voor de aanwezigheid van asbest. Voorafgaand aan het veldwerk is geverifieerd of de beschikbare informatie ten aanzien van het historisch gebruik van de onderzoekslocatie voldoet aan het voor het nader onderzoek voorgeschreven uitgebreide vooronderzoek volgens de NEN 5725. Het nader bodemonderzoek is uitgevoerd conform de NTA 5755:2010, "Bodem - Landbodem - Strategie voor het uitvoeren van nader onderzoek - Onderzoek naar de aard en omvang van bodemverontreiniging". Het verkennend onderzoek asbest in bodem is uitgevoerd conform de NEN 5707:2003 "Bodem - Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem en partijen grond". Het veldwerk en de bemonstering ten aanzien van het nader bodemonderzoek zijn uitgevoerd onder certificaat op grond van de BRL SIKB 2000 "Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek", protocol 2001. De analyseresultaten zijn getoetst aan het toetsingskader van VROM (Circulaire bodemsanering 2013) en aan de achtergrondwaarden voor grond uit de Regeling bodemkwaliteit (bijlage B, tabel 1), VROM, 2007. Het veldwerk en de bemonstering ten aanzien van het verkennend onderzoek (asbest) in bodem zijn uitgevoerd onder certificaat op grond van de BRL SIKB 2000 "Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek", protocollen 2001 en 2018. De visuele inspectie is uitgevoerd door medewerkers die gekwalificeerd zijn voor het protocol 2018 van de BRL SIKB 2000. De analyseresultaten van het nader bodemonderzoek zijn getoetst aan het toetsingskader van VROM (Circulaire bodemsanering 2013) en aan de achtergrondwaarden voor grond uit de Regeling bodemkwaliteit (bijlage B, tabel 1), VROM, 2007. De analyseresultaten zijn conform de NEN 5707 getoetst aan de bepalingsgrens (= detectielimiet). Econsultancy is onder meer gecertificeerd voor de protocollen 2001 en 2018 van de BRL SIKB 2000. In dat kader verklaart Econsultancy geen eigenaar van de onderzoekslocatie te zijn of te worden.


Pagina 1 van 14

2 2.1

LOCATIEGEGEVENS Geraadpleegde bronnen

De in dit hoofdstuk opgenomen informatie is afkomstig uit de rapportage van het eerder uitgevoerde verkennend bodemonderzoek (Econsultancy, rapportnummer 15045421 RHE.ROO.NEN) en is, indien van toepassing, aangevuld met nader verkregen informatie. 2.2

Afbakening onderzoekslocatie vooronderzoek

De onderzoekslocatie (± 650 m²) ligt aan de Lindelaan (ong.) in de kern van Ellecom in de gemeente Rheden (zie bijlage 1). De onderzoekslocatie is kadastraal bekend gemeente Dieren, sectie S, nummer 1397 (zie bijlage 2c). Volgens de topografische kaart van Nederland, kaartblad 40 E, (schaal 1:25.000), bevindt het maaiveld zich op een hoogte van circa 15 m +NAP en zijn de coördinaten van de onderzoekslocatie X = 203.305, Y = 449.640. In bijlage 2a is de huidige situatie op een locatieschets weergegeven. Bijlage 2b bevat enkele foto's van de onderzoekslocatie. 2.3

Historisch en huidig gebruik onderzoekslocatie e

Volgens historisch kaartmateriaal uit de tweede helft van de 18 eeuw (hottinger Atlas) was de onderzoekslocatie waarschijnlijk destijds in agrarisch gebruik (akkerland). In de loop van de tweede e e helft van de 18 eeuw en de eerste helft van de 19 eeuw vinden geen noemenswaardige verane deringen plaats. In de tweede helft van de 19 eeuw raakt het noordoostelijke deel de onderzoekslocatie bebouwd, vermoedelijk met een schuur. De onderzoekslocatie betrof het achterterrein van een woonerf/boerenerf. Het onbebouwde deel van de onderzoekslocatie was waarschijnlijk in gebruik als e akker of moestuin. Rond begin jaren ’30 van de 19 eeuw ontstaat de voorloper van de Lindelaan als ontsluitingsweg. Waarschijnlijk is rond deze tijd ook een deel van de van recent gesloopte schuren/bebouwing gebouwd. Vervolgens heeft nog enkele malen uitbreiding van de recent gesloopte schuren/bebouwing plaatsgevonden. Op de onderzoekslocatie was van 1948 tot na 1962 in een schuur een kolenopslag behorende bij een brandstoffenhandel (transporteren en verpompen van e lichte petroleum) aanwezig. In de loop van de tweede helft van de 20 eeuw veranderd er ter plaatse van de onderzoekslocatie weinig. Tot 2011 was de locatie bebouwd met enkele schuren. In dat kader is in juli 2011 een asbestinventarisatie uitgevoerd door “Visser sloopweken en asbestsanering” waarna, voorafgaande aan de sloop, de asbesthoudende delen van de bebouwing zijn verwijderd. In 2014 is het terrein vervolgens geëgaliseerd. De onderzoekslocatie betreft op dit moment een braakliggend terrein. 2.4

Calamiteiten

Uit informatie van de gemeente Rheden blijkt niet dat er zich in het verleden bodembedreigende calamiteiten hebben voorgedaan.


Pagina 2 van 14

2.5

Uitgevoerd(e) bodemonderzoek(en) op de onderzoekslocatie

In juni 2015 is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (Econsultancy, rapportnummer 15045421, d.d. 2 juni 2015). Tijdens dit bodemonderzoek zijn in de bovengrond lichte tot sterke verontreinigingen met PAK aangetoond, naar alle waarschijnlijkheid te relateren aan de aanwezigheid van kooldeeltjes. De sterke verontreiniging is aangetoond ter plaatse van de boringen 03 en 05. Voor het overige is de bovengrond licht verontreinigd met kwik, lood, zink en minerale olie. De ondergrond is licht verontreinigd met kwik. Het grondwater bevindt zich dieper dan 5,5 m -mv en is conform NEN 5740 derhalve niet onderzocht. 2.6

Belendende percelen/terreindelen

De onderzoekslocatie is gelegen in de bebouwde kom van Ellecom. In bijlage 6 zijn de geraadpleegde informatiebronnen voor de belendende percelen opgenomen. Aan de noordoostzijde van de onderzoekslocatie bevindt zich de Lindelaan. In de overige richtingen grenst de onderzoekslocatie aan woonpercelen. Ten zuidoosten van de onderzoekslocatie is van 1948 tot na 1962 een brandstoffenhandel (transporteren en verpompen van lichte petroleum) aanwezig geweest. In dat kader was op de noordwestkant van het woonhuis Binnenweg 57-59 een ondergrondse olieopslag (petroleum 6 m³) gesitueerd. De tank is, voor zover bekend, eind jaren ’60, begin jaren ’70 verwijderd. Ter plaatse is in 1997 door IWACO een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd (rapportnummer 33351840). Destijds zijn zowel zintuiglijk als analytisch geen olieverontreinigingen aangetoond. Uit de verzamelde informatie blijkt niet dat er vanuit de omliggende percelen grensoverschrijdende verontreinigingen zijn te verwachten. 2.7

Terreininspectie

Voorafgaand aan het bodemonderzoek is er een terreininspectie uitgevoerd. Deze is gericht op de identificatie van bronnen, die mogelijk hebben geleid of kunnen leiden tot een grond- en/of grondwaterverontreiniging. De tijdens de terreininspectie aangetroffen situatie komt overeen met de locatiegegevens, zoals deze zijn opgenomen in paragraaf 2.3. Op de onderzoekslocatie zijn geen mogelijke bronnen voor een grond- en/of grondwaterverontreiniging aangetroffen. 2.8

Toekomstige situatie

De initiatiefnemer is voornemens om nieuwbouw op de onderzoekslocatie te realiseren. 2.9

Informatie lokale of regionale achtergrondgehalten

De gemeente Rheden heeft in samenwerking met tien andere gemeenten (Arnhem, Doesburg, Duiven, Lingewaard, Overbetuwe, Renkum, Rijnwaarden, Rozendaal, Westervoort en Zevenaar) een Nota Bodembeheer opgesteld (CSO Adviesbureau, project 08K118, 25 september 2011). De onderzoekslocatie ligt, met betrekking tot de bovengrond, in deelgebied B6 'Historische bebouwing landelijke gemeente' en voor de ondergrond in deelgebied O24 'zand'. Voor de bovengrond geldt dat er verhoogde achtergrondgehalten voor kwik, lood, zink en PAK zijn vastgesteld. Voor de ondergrond zijn geen verhoogde achtergrondgehalten vastgesteld. Regionaal komen verhoogde concentraties van metalen in het grondwater voor.


Pagina 3 van 14

2.10 Bodemopbouw De originele bodem bestaat volgens de bodemkaart van Nederland, kaartblad 40 Oost (schaal 1:50.000), uit een bruine enkeerdgrond, die volgens de Stichting voor Bodemkartering voornamelijk is opgebouwd uit lemig fijn zand. De afzettingen, waarin deze bodem is ontstaan, behoren geologisch gezien tot de Formatie van Boxtel. 2.11 Geohydrologie Binnen het centraal-noordelijk deel van de bebouwde kom van Ellecom is de ondergrond opgebouwd uit sneeuwsmeltwaterafzettingen van de Formatie van Boxtel, met een gemiddelde dikte van gemiddeld 10 meter. Deze sneeuwsmeltwaterafzettingen zijn opgebouwd uit een afwisseling van grind, zand en leem zonder enige gelaagdheid. Door het wel of niet aanwezig zijn van leem kan de waterdoorlatendheid van deze afzettingen lokaal sterk wisselen. Onder de sneeuwsmeltwaterafzettingen bevinden zich gestuwde, en daardoor scheefgestelde rivierafzettingen en bestaan voornamelijk uit pakketten matig grove zanden en kleilagen. Het betreft de rand van het stuwwallengebied, waardoor deze afzettingen dan ook diep wegduiken. De kleilagen zijn van zichzelf slecht doorlatend, echter, aangezien ze geen aaneengesloten geheel vormen is niet duidelijk of, en zo ja in welke mate, deze een scheidende invloed hebben op het infiltreren van (regen)water. Naar het zuidoosten toe, in de richting van de Gelderse IJssel, bevindt zich een zone waar sneeuwsmeltwaterafzettingen op matig fijne tot matig grove, grindhoudende zanden van de Formatie van Kreftenheye liggen, met een dikte van gemiddeld 10 meter, echter toenemend in zuidoostelijke richting. De laatste betreffen dan ook sedimenten waarmee het Pleistocene Bekken is opgevuld en zijn heeft over het algemeen een goede waterdoorlatend. De gemiddelde stand van het freatisch grondwater bedraagt ± 8,0 m +NAP, waardoor het grondwater zich op ± 7,0 m -mv zou bevinden. Het water van het eerste watervoerend pakket stroomt volgens gegevens van de digitale wateratlas van provincie Gelderland, in oostelijke richting. De onderzoekslocatie ligt in een grondwaterbeschermingsgebied.

3

ONDERZOEKSOPZET

In het kader van de NTA 5755 dient op basis van de bekende gegevens een conceptueel model opgesteld te worden. Een conceptueel model is een beschrijving van de verontreinigingssituatie aangevuld met een beschrijving van het systeem (bodemopbouw en grondwater) waarin de verontreiniging zich bevindt en welke processen (verspreiding door grondwaterstroming, biologische afbraak, vastlegging) van invloed zijn op de verontreiniging en de receptoren van die verontreiniging (gebruik locatie, bedreigde objecten bijvoorbeeld een grondwaterwinning of oppervlaktewater). In tabel I is schematisch een overzicht gegeven van de belangrijkste onderdelen van een conceptueel model en de uitgangspunten van het onderzoek. Niet alle subonderdelen zijn voor de onderhavige situatie even relevant en zijn daarmee in meer of mindere mate uitgewerkt. De in de tabel opgenomen informatie, al dan niet met een verwijzing naar een specifieke paragraaf van onderhavig rapport, hebben als basis gefungeerd voor uitvoering van en het maken van keuzes binnen het nader bodemonderzoek.


Pagina 4 van 14

Tabel I.

Onderdelen conceptueel model

Hoofdonderdeel Historische informatie

Bodemopbouw, geologie en topografie

Subonderdeel

Uitwerking/toelichting

Verontreinigingsbronnen

Mogelijk is de verontreiniging ontstaan als gevolg van de kolenopslag in het verleden. Daarnaast kan vanwege de ligging van de locatie in de kern van Ellecom er sprake zijn van historische bodembelasting als gevolg van antropogene beïnvloeding.

Gebruikte producten, periode

Voor zover bekend heeft de locatie sinds het begin van de 2 helft van de e 19 eeuw een agrarische bestemming gehad. Op de onderzoekslocatie vond van 1948 tot na 1962 in een schuur kolenopslag plaats.

Bouwactiviteiten, grondverzet

De locatie is vanaf de 2 helft van de 19 eeuw bebouwd geweest. In 2011 is de bebouwing gesloopt. In 2014 is het terrein vervolgens geëgaliseerd.

Calamiteiten

Er zijn geen calamiteiten bekend.

Ondergrondse activiteiten

Er zijn geen ondergrondse activiteiten bekend.

Regionaal beschrijving en ontstaansgeschiedenis

Voor een beschrijving van de regionale bodemopbouw/geohydrologie wordt verwezen naar paragraaf 2.10 en 2.11.

Lokale bodemopbouw

Uit het verkennend bodemonderzoek is gebleken dat de bodem ter plaatse bestaat uit zwak tot matig keienhoudend, zwak grindig, zwak tot matig siltig, zeer fijn tot matig fijn zand. De bovengrond is bovendien matig humeus.

Topografie

De locatie is gelegen in de bebouwde kom van Ellecom.

Infrastructuur

e

e

e

Niet relevant

Hydrologie

Het grondwater bevindt zich op een gemiddelde diepte van circa 8,0 m -mv.

Geochemie

Natuurlijke afbraakprocessen spelen voor onderhavige situatie geen rol.

Gedrag en verdeling van verontreiniging in de bodem

Identificatie van receptoren, bedreigde objecten en verspreidingsrisico's

PAK is een immobiele verontreiniging. Gelet op het traject (bovengrond) en de vorm waarin het is aangetroffen (bijmenging met kolengruis) is de verwachting dat de verontreiniging zich enkel in de bovengrond zal manifesteren. Receptoren

Voor de onderhavige situatie zijn als belangrijkste receptoren de toekomstige grondroerders en bewoners aan te wijzen.

Bedreigde objecten

Voor zover bekend is er in de directe omgeving van de locatie geen sprake van bedreigde objecten als grondwaterwinningen, onttrekkingen t.b.v. bodemsaneringen.

Verspreidingsrisico's

Gelet op het karakter van de verontreinigende stof, het traject waarin de verontreiniging is aangetoond, alsmede het grondwaterniveau wordt er geen verspreiding via het grondwater verwacht.

Ruimtelijke ontwikkelingen

De locatie is braakliggend. De initiatiefnemer is voornemens om nieuwbouw op de onderzoekslocatie te realiseren.

Onzekerheden

Ten behoeve van het onderzoek is in eerste instantie uitgegaan van een heterogene verontreiniging als gevolg van antropogene beïnvloeding (\ kooldelen) als bron van de verontreiniging.

De bovenstaande informatie heeft geleid tot de volgende uitgangspunten. Vooralsnog wordt aangenomen dat de verontreiniging te relateren is aan het voorkomen van de bijmengingen met kolengruis in de bovengrond. Verder wordt verwacht dat de verontreiniging ter plaatse van de onderzoekslocatie een heterogeen karakter heeft. Middels rastergewijs onderzoek zal een beter beeld van de verontreinigingssituatie worden verkregen.


Pagina 5 van 14

Aangezien het grondwater zich dieper dan 5 m -mv bevindt, en gezien het immobiele karakter van de parameter PAK, wordt er geen grondwateronderzoek verricht. De provincie Gelderland stelt als voorwaarde dat, in geval er aanleiding mocht bestaan tot bodemsanering, er voldoende aandacht besteed is aan de parameter asbest. Derhalve is in het onderzoek tevens asbestonderzoek uitgevoerd.

4

VELDWERK

4.1

Algemeen

Het veldwerk van het nader bodemonderzoek omvat het zintuiglijk beoordelen van aanwezige bodemlagen door middel van het handmatig opboren van bodemmateriaal. De aanwezige bodemlagen worden hierbij nauwkeurig beschreven en de posities van de betreffende monstername-punten worden op kaart vastgelegd. Dit is beschreven in paragraaf 4.2. De zintuiglijke beoordeling van de grond vormt de basis van de keuzes bij de inzet van de chemische analyse, zoals beschreven in hoofdstuk 5. Tijdens het opstellen van het boorplan is rekening gehouden met de doelstellingen en de richtlijnen, die geformuleerd zijn in de inleiding. Daarnaast is rekening gehouden met de gegevens voortvloeiend uit het vooronderzoek en de ligging van kabels en leidingen. Bijlage 2a bevat de locatieschets met daarop aangegeven de situering van de boorpunten en de gegraven gaten. In bijlage 3 zijn de boorprofielen opgenomen. 4.2 4.2.1

Grondonderzoek Uitvoering veldwerk

Het veldwerk is op 26 juni 2015 uitgevoerd onder kwaliteitsverantwoordelijkheid van de heer A. Bruil. Deze medewerker van Econsultancy in Doetinchem staat geregistreerd als ervaren veldwerker voor het protocol 2001 van de BRL SIKB 2000 "Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek". Ten behoeve van de afperking van de verontreiniging zijn 9 boringen tot ± 1,5 m -mv uitgevoerd (tot 0,5 m -zintuiglijk verontreinigde bodemlaag). De boringen zijn in rasterpatroon verspreid over de locatie geplaatst, waarbij enkele boringen in de nabijheid van boringen 03 en 05 (sterk verontreinigd) zijn geplaatst. Daarnaast zijn verspreid over het terrein, ten behoeve van het verkennend onderzoek asbest in bodem, 5 asbestinspectiegaten gegraven (30x30x50 cm). De gaten van het verkennend onderzoek asbest zijn gecombineerd met de boringen ten behoeve van het nader bodemonderzoek.


Pagina 6 van 14

Tabel II geeft een overzicht van de uitgevoerde werkzaamheden. Tabel II.

Uitgevoerde werkzaamheden Veldwerk

Aangetoonde parameters grond

Locatie

gehele perceel

PAK > I

Boringen /peilbuizen 9 (1,5 m -mv) 5 (gaten) (*B)

Analyses Verharding

onverhard

Grond

PAK (8x) (*A)

Grondwater

-

(*A) (*B)

Inclusief organische stof De gaten hebben een afmeting van 30c30x50 cm en zijn gecombineerd met de boringen. Er is volstaan met een zintuiglijke beoordeling van het opgegraven materiaal.

>I >T

maximaal aangetoond gehalte boven de interventiewaarde maximaal aangetoond gehalte boven de tussenwaarde

Het opgeboorde materiaal is zintuiglijk beoordeeld en er is een boorbeschrijving conform de NEN 5104 gemaakt. Er zijn grondmonsters genomen over trajecten van ten hoogste 0,5 m. 4.2.2

Zintuiglijke waarnemingen

De bodem bestaat voornamelijk uit zwak tot matig grindig, zwak tot matig siltig, zeer fijn tot matig grof zand. De bovengrond is bovendien, tot een maximale diepte van 1,5 m -mv zwak tot matig humeus. De ondergrond is plaatselijk zwak tot matig keienhoudend. 5 5.1

LABORATORIUMONDERZOEK Uitvoering analyses

Alle grondmonsters zijn aangeboden aan een laboratorium, dat erkend is door de Raad voor Accreditatie en AS3000-geaccrediteerd is voor milieuhygiënisch bodemonderzoek. In het laboratorium zijn in totaal 8 grondmonsters geanalyseerd. De 8 grondmonsters zijn geanalyseerd de volgende parameters: - grond: droge stof, lutum, organisch stof en PAK. Tabel III geeft een overzicht van de grondmonsters van het nader bodemonderzoek en het analysepakket. Tabel III.

Overzicht van de grondmonsters en het analysepakket

Grondmonster

Traject (cm -mv)

Analysepakket

Bijzonderheden

101-3

101 (80-110)

PAK

horizontale afperking (matig kolengruishoudend)

102-1

102 (0-50)

PAK

horizontale afperking (zwak kolengruishoudend)

103-3

103 (60-90)

PAK

horizontale afperking (sterk kolengruishoudend)

104-1

104 (0-50)

PAK

horizontale afperking (zintuiglijk schoon)

105-3

105 (50-100)

PAK

verticale afperking (zintuiglijk schoon)

106-1

106 (0-20)

PAK

horizontale afperking (zwak kolengruis- en zwak puinhoudend)

107-1

107 (0-20)

PAK

horizontale afperking (matig kolengruishoudend)

108-2

108 (15-40)

PAK

horizontale afperking (matig kolengruis- en zwak puinhoudend)


Pagina 7 van 14

5.2

Toetsingskader

De analyseresultaten zijn getoetst aan het toetsingskader van VROM (Circulaire bodemsanering 2013) en aan de achtergrondwaarden voor grond uit de Regeling bodemkwaliteit (bijlage B, tabel 1), VROM, 2007. Het toetsingskader voor de beoordeling van de gehalten en/of concentraties van verontreinigingen is gegeven in de toetsingstabel en bevat voor grond drie te onderscheiden waarden met de verschillende niveaus: - achtergrondwaarde: deze waarde ("AW") geeft de gehalten aan zoals die op dit moment voorkomen in de bodem van natuur- en landbouwgronden, waarvoor geldt dat er geen sprake is van belasting door lokale verontreinigingsbronnen; - tussenwaarde: deze waarde ("T") is de helft van de som van de achtergrondwaarde (of in het geval van grondwater de streefwaarde) en de interventiewaarde. De tussenwaarde is de concentratiegrens waarboven in beginsel nader onderzoek moet worden uitgevoerd, omdat het vermoeden van ernstige bodemverontreiniging bestaat; - interventiewaarde: deze waarde ("I") geeft het niveau voor verontreinigingen in grond en grondwater aan waarboven ernstige vermindering of dreigende vermindering optreedt van de functionele eigenschappen, die de bodem heeft voor mens, plant of dier. Bij gehalten en/of concentraties boven de interventiewaarde is er sprake van een sterke verontreiniging. Bij overschrijding van de interventiewaarde wordt vaak een nader onderzoek uitgevoerd om de ernst van de verontreiniging en de spoedeisendheid van de sanering te bepalen. Wanneer het boven de tussenwaarde of interventiewaarde gelegen gehalte een natuurlijke oorsprong heeft, is uitvoering van vervolgonderzoek meestal niet noodzakelijk. In bijlage 5 is de toetsingstabel opgenomen uit de eerder genoemde circulaires. Deze bijlage bevat de achtergrondwaarden en de interventiewaarden voor een standaardbodem (10% organische stof en 25% lutum). De gemeten concentraties zijn door middel van een BoToVa-toetsing, met behulp van de door het laboratorium bepaalde waarden voor het organische stof- en lutumgehalte, omgerekend naar concentraties in een standaardbodem en vervolgens getoetst. De gebruikte analysetechnieken zijn weergegeven op de certificaten in bijlage 4a. Om de mate van verontreiniging aan te geven wordt de volgende terminologie gebruikt: Grond: - niet verontreinigd: - licht verontreinigd: - matig verontreinigd: - sterk verontreinigd:


gehalte < achtergrondwaarde en/of detectielimiet; gehalte > achtergrondwaarde en < tussenwaarde; gehalte > tussenwaarde < interventiewaarde; gehalte > interventiewaarde.

Pagina 8 van 14

5.3

Resultaten grondmonsters

Tabel IV geeft een overzicht van de parameters in de grond die de geldende toetsingskaders overschrijden. Tevens zijn de meest relevante resultaten uit het voorgaande onderzoek opgenomen in de tabel. Tabel IV.

Overschrijdingen toetsingskaders grond Grondmonster

Traject (cm -mv)

Gehalte > AW

Gehalte > T

Gehalte > I

(licht verontreinigd)

(matig verontreinigd)

(sterk verontreinigd)

Analyseresultaten uitsplitsing MM1 voorgaand onderzoek (15045421 RHE.ROO.NEN) 03-1

03 (0-40)

-

-

PAK

04-1

04 (0-50)

-

PAK

-

05-1

05 (10-60)

-

-

PAK

06-1

06 (0-50)

PAK

-

-

Analyseresultaten onderhavig onderzoek 101-3

101 (80-110)

PAK

-

-

102-1

102 (0-50)

PAK

-

-

103-3

103 (60-90)

-

-

PAK

104-1

104 (0-50)

PAK

-

-

105-3

105 (50-100)

PAK

-

-

106-1

106 (0-20)

-

PAK

-

107-1

107 (0-20)

-

-

PAK

108-2

108 (15-40)

-

-

PAK

Bijlage 4a bevat de door het laboratorium aangeleverde analysecertificaten. Bijlage 4b bevat de getoetste analyseresultaten. 5.4

Interpretatie analyseresultaten

Tijdens voorgaand verkennend bodemonderzoek is een matige tot sterke verontreiniging met PAK in de zintuiglijk verontreinigde bovengrond aangetoond. De matige tot sterke PAK-verontreiniging bevindt zich op het centrale en noordoostelijke deel van de locatie. Op basis van de onderzoeksresultaten van onderhavig nader bodemonderzoek wordt de sterke PAK-verontreiniging in de bodem als afgeperkt beschouwd. De sterke PAK-verontreiniging in de grond bevindt zich vanaf maaiveld tot maximaal 1,0 m -mv. De totale omvang van de sterke PAK-verontreiniging bedraagt circa 155 m³ (60 m³ + 95 m³). Conform de Wet Bodembescherming is er sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging (volume sterk verontreinigde grond > 25 m³). De PAK-verontreiniging is naar alle waarschijnlijkheid te relateren aan de zintuiglijke bijmenging met puin en kolengruis. Heterogeen verdeeld over de onderzoekslocatie bevinden zich verder nog lichte tot matige verontreinigingen met PAK. Een achtergrondwaardecontour kan op de onderzoekslocatie derhalve niet worden vastgesteld. Naar alle waarschijnlijkheid is de verontreiniging ontstaan als gevolg van de kolenopslag in het verleden (1948 tot na 1962). Vooralsnog wordt aangenomen dat er sprake is van een bestaand geval van bodemverontreiniging (ontstaan vóór 1 januari 1987).


Pagina 9 van 14

6 6.1

MILIEUHYGIENISCHE BEOORDELING Algemeen

Indien er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging is er sprake van een potentieel risico dat aanleiding geeft tot een vorm van saneren of beheren. Met behulp van een standaard risicobeoordelingsmethode (Sanscrit) is getoetst of de verontreiniging bij het huidige en/of toekomstige gebruik risico's oplevert die onaanvaardbaar zijn voor de mens, voor het ecosysteem of uit het oogpunt van verspreiding van de verontreiniging. De standaard risicobeoordeling kan leiden tot de volgende resultaten: - risico niet onaanvaardbaar:

indien uit de standaard risicobeoordeling volgt dat de aanwezige bodemverontreiniging bij het huidige of toekomstige gebruik geen onaanvaardbare risico's oplevert, is het niet noodzakelijk om met spoed te saneren. Wel is een vorm van beheer nodig, waaronder tenminste registratie van de aanwezigheid van bodemverontreiniging wordt verstaan. Verdere vormen van beheer zijn ter beoordeling door het bevoegd gezag;

- onaanvaardbaar risico: (spoedig saneren)

indien uit de standaard risicobeoordeling volgt dat de verontreiniging bij het huidige of toekomstige gebruik onaanvaardbare risico's oplevert is spoedig saneren vereist;

- onaanvaardbaar risico: (specifieke beoordeling)

indien uit de standaard risicobeoordeling blijkt dat de aanwezige verontreiniging bij het huidige of toekomstige gebruik onaanvaardbare risico's oplevert kan er, gelet op de mogelijke overschatting van de risico's in de standaard risicobeoordelingsmethode, aanleiding zijn te verwachten dat een meer specifieke risicobeoordeling voor het geval van verontreiniging tot een andere conclusie leidt. In een dergelijk geval kan, al dan niet op verzoek van het bevoegd gezag, een locatiespecifieke risicobeoordeling aansluitend aan de standaard risicobeoordeling uitgevoerd worden.

Voor het onderhavige onderzoek is bepaald of er sprake is van onaanvaardbaar risico van bodemverontreiniging voor mens en/of ecosysteem of van verspreiding van verontreiniging in het grondwater. De afweging van de risico's heeft plaatsgevonden met behulp van het programma Sanscrit, uitgaande van een realistisch scenario. De resultaten van de risico-afweging zijn opgenomen in bijlage 7. 6.2

Risico's onderhavig geval

Aan de hand van de Sanscrit Risicobeoordeling is een inzicht verkregen in de humane, ecologische en de verspreidingsrisico's, uitgaande van het huidige gebruik "Ander groen, bebouwing, infrastructuur en industrie". De eindconclusie van de milieuhygiënische beoordeling luidt dan ook dat er sprake is van een geval van ernstige verontreiniging, maar dat de locatie niet met spoed gesaneerd hoeft te worden.


Pagina 10 van 14

6.2.1

Standaardbeoordeling humane risico's

Humane risico's zijn van een aantal factoren afhankelijk. Bij de standaardbeoordeling wordt rekening gehouden met het bodemgebruik en met de blootstellingsroutes. De volgende blootstellingsroutes kunnen zich voordoen: -

ingestie grond, drinkwater en gewas; inhalatie grond, binnenlucht, buitenlucht en inhalatie dampen bij het douchen; dermaal contact grond en dermaal contact bij het douchen.

Resultaat Er is voor het gebruik " Ander groen, bebouwing, infrastructuur en industrie " géén sprake van een onaanvaardbare situatie voor de mens als gevolg van hinder. Uit de standaardbeoordeling humane risico's blijkt dat er géén sprake is van onaanvaardbare risico's voor de mens. 6.2.2

Standaardbeoordeling ecologische risico's

Er is sprake van onaanvaardbare risico’s voor het ecosysteem indien bij het huidige of voorgenomen gebruik van de locatie: -

de biodiversiteit kan worden aangetast (bescherming van soorten); kringloopfuncties kunnen worden verstoord (bescherming van processen); bio-accumulatie en doorvergiftiging kan plaatsvinden.

Uit de standaardbeoordeling ecologische risico's blijkt, dat op grond oppervlaktecriteria er geen sprake is van onaanvaardbare risico's voor ecologie. 6.2.3

Standaardbeoordeling verspreidingsrisico's

De verspreidingsrisico's zijn van een aantal factoren afhankelijk. Er is een standaard risicobeoordeling uitgevoerd. Bij deze eenvoudige toetsing wordt rekening gehouden met het feit of:  

het gebruik van de bodem door mens of ecosysteem wordt bedreigd door verspreiding van verontreiniging in het grondwater indien kwetsbare objecten hinder ondervinden; er sprake is van een onbeheersbare situatie, dat wil zeggen indien: - er een drijflaag aanwezig is die door activiteiten en processen in de bodem kan verplaatsen en van waaruit verspreiding van verontreiniging kan plaatsvinden; - er een zaklaag aanwezig is die door activiteiten en processen in de bodem kan verplaatsen en van waaruit verspreiding van verontreiniging kan plaatsvinden; 3 - de verspreiding heeft geleid tot een grote grondwaterverontreiniging (> 6.000 m ) en de verspreiding vindt nog steeds plaats.

Er zijn geen kwetsbare objecten in de omgeving aanwezig. Verder is er geen sprake van een drijflaag en/of een zaklaag of van een ernstige grondwaterverontreiniging met een bodemvolume van meer 3 dan 6.000 m . Op basis hiervan wordt geconcludeerd dat op grond van de standaardbeoordeling geen sprake is van onaanvaardbare verspreidingrisico's.


Pagina 11 van 14

7

VERKENNEND ONDERZOEK ASBEST IN BODEM

7.1

Algemeen

Ten einde vast te stellen of asbesthoudende materialen in de zintuiglijk met kolengruis en puin verontreinigde bodem aanwezig zijn, is een verkennend onderzoek naar asbest uitgevoerd. Het verkennend onderzoek is uitgevoerd conform de NEN 5707:2003 "Bodem - Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem en partijen grond", volgens de strategie ONV (Onverdacht). 7.2

Uitgevoerde veldwerkzaamheden

Het veldwerk is uitgevoerd onder kwaliteitsverantwoordelijkheid van de heer A. Bruil. Deze medewerker van Econsultancy is in het kader van Kwalibo geregistreerd als gekwalificeerd medewerker voor het uitvoeren van veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek, waaronder protocol 2018 van de BRL SIKB 2000. De visuele inspectie en het veldwerk zijn uitgevoerd op 26 juni 2015. In totaal zijn ter plaatse met behulp van een schep 6 gaten gegraven met een afmeting van circa 0,3 x 0,3 m tot een diepte van circa 0,5 m -mv. De gaten zijn waar mogelijk gecombineerd met de boringen ten behoeve van het nader bodemonderzoek. Het opgegraven materiaal is gezeefd over een 16 mm zeef en zintuiglijk beoordeeld. Van het opgegraven materiaal is een profielbeschrijving conform de NEN 5104 gemaakt en zijn monsters genomen, waarbij rekening is gehouden met bodemlagen met separate verontreinigingskenmerken of een afwijkende textuur. 7.3

Visuele inspectie toplaag/maaiveld

Op het maaiveld zijn geen asbestverdachte materialen (fractie > 16 mm) waargenomen. In tabel V zijn enkele algemene gegevens met betrekking tot de visuele inspectie van de toplaag opgenomen. Tabel V.

Visuele inspectie toplaag Aandachtsgebied

Resultaat

Oppervlakte van geïnspecteerde locatie (m2)

± 650 m²

Conditie toplaag

Droog

Beperkingen van de inspectie

Geen

Weersomstandigheden

Droog/helder

Asbestverdacht materiaal op maaiveld aangetroffen?

Nee

7.4

Visuele inspectie opgegraven materiaal

Ten behoeve van het asbestonderzoek is het ontgraven materiaal gezeefd over 16 mm en systematisch zintuiglijk op asbestverdachte materialen gecontroleerd. De humeuze bodem is zwak puin- en/of zwak kolengruishoudend. In het opgegraven materiaal zijn geen asbestverdachte materialen (fractie > 16 mm) aangetroffen. Derhalve zijn geen grondmonsters ter verificatie aangeboden aan het laboratorium. Op basis van de resultaten van de maaiveldinspectie en de visuele beoordeling van het opgegraven materiaal wordt er in de bodem ter plaatse geen asbest verwacht.


Pagina 12 van 14

8

GEVALSDEFINITIE

Gesteld wordt dat op de locatie sprake is van het volgende geval van bodemverontreiniging: "Geval van bodemverontreiniging met PAK in de bovengrond" De matige tot sterke PAK-verontreiniging bevindt zich op het centrale en noordoostelijke deel van de locatie. Op basis van de onderzoeksresultaten van onderhavig nader bodemonderzoek wordt de sterke PAK-verontreiniging in de bodem als afgeperkt beschouwd. De sterke PAK-verontreiniging in de grond bevindt zich vanaf maaiveld tot maximaal 1,0 m -mv. De totale omvang van de sterke PAKverontreiniging bedraagt circa 155 m³ (60 m³ + 95 m³). Conform de Wet Bodembescherming is er sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging (volume sterk verontreinigde grond > 25 m³). Echter de locatie hoeft niet met spoed gesaneerd te worden De PAK-verontreiniging is naar alle waarschijnlijkheid te relateren aan de zintuiglijke bijmenging met puin en kolengruis. Heterogeen verdeeld over de onderzoekslocatie bevinden zich verder nog lichte tot matige verontreinigingen met PAK. Een achtergrondwaardecontour kan op de onderzoekslocatie derhalve niet worden vastgesteld. Op grond van de vastgestelde omvang van de sterke PAK-verontreiniging is er op de onderzoekslocatie sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Naar alle waarschijnlijkheid is de verontreiniging ontstaan als gevolg van de kolenopslag in het verleden (1948 tot na 1962). Vooralsnog wordt aangenomen dat er sprake is van een bestaand geval van bodemverontreiniging (ontstaan vóór 1 januari 1987). Het geval is gesitueerd op het kadastrale perceel gemeente Dieren, sectie S, nummer 1397 (ged.). Het geval is niet buiten het kadastrale perceel afgeperkt. Uit de milieuhygiënische beoordeling is gebleken dat er in de huidige situatie géén sprake is van onaanvaardbare humane, ecologische of verspreidingsrisico's. Aangenomen wordt dat het specifieke (bodem)gebruik sterk perceelsgebonden is geweest.


Pagina 13 van 14

9

SAMENVATTING, CONCLUSIES EN ADVIES

Econsultancy heeft in opdracht van de heer W. de Roos een nader bodemonderzoek en verkennend onderzoek asbest in bodem uitgevoerd aan de Lindelaan (ong.) te Ellecom in de gemeente Rheden. Aanleiding voor het nader bodemonderzoek en verkennend onderzoek asbest in bodem is de sterke PAK-verontreiniging in de bovengrond, die door Econsultancy tijdens een verkennend bodemonderzoek is aangetoond (rapportnummer 15045421, 2 juni 2015). Aanleiding voor het verkennend onderzoek asbest in bodem is de tijdens voorgaand onderzoek aangetroffen puinbijmenging in de bodem. De bodem bestaat voornamelijk uit zwak tot matig grindig, zwak tot matig siltig, zeer fijn tot matig grof zand. De bovengrond is bovendien, tot een maximale diepte van 1,5 m -mv zwak tot matig humeus. De ondergrond is plaatselijk zwak tot matig keienhoudend. De humeuze bodem is zwak puin- en/of zwak kolengruishoudend. Nader bodemonderzoek De matige tot sterke PAK-verontreiniging bevindt zich op het centrale en noordoostelijke deel van de locatie. Op basis van de onderzoeksresultaten van onderhavig nader bodemonderzoek wordt de sterke PAK-verontreiniging in de bodem als afgeperkt beschouwd. De sterke PAK-verontreiniging in de grond bevindt zich vanaf maaiveld tot maximaal 1,0 m -mv. De totale omvang van de sterke PAKverontreiniging bedraagt circa 155 m³ (60 m³ + 95 m³). Conform de Wet Bodembescherming is er sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging (volume sterk verontreinigde grond > 25 m³). Echter de locatie hoeft niet met spoed gesaneerd te worden De PAK-verontreiniging is naar alle waarschijnlijkheid te relateren aan de zintuiglijke bijmenging met puin en kolengruis. Heterogeen verdeeld over de onderzoekslocatie bevinden zich verder nog lichte tot matige verontreinigingen met PAK. Een achtergrondwaardecontour kan op de onderzoekslocatie derhalve niet worden vastgesteld. Op grond van de vastgestelde omvang van de sterke PAK-verontreiniging is er sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Naar alle waarschijnlijkheid is de verontreiniging ontstaan als gevolg van de kolenopslag in het verleden (1948 tot na 1962). Vooralsnog wordt aangenomen dat er sprake is van een bestaand geval van bodemverontreiniging (ontstaan vóór 1 januari 1987). Het geval is gesitueerd op het kadastrale perceel gemeente Dieren, sectie S, nummer 1397. Verkennend onderzoek asbest in bodem Verspreid over het terrein zijn 5 asbestinspectiegaten gegraven. Op het maaiveld en in de asbestinspectiegaten zijn geen asbestverdachte materialen aangetroffen (fractie >16 mm). Op basis van de resultaten van de maaiveldinspectie en de visuele beoordeling van het opgegraven materiaal wordt er in de bodem ter plaatse geen asbest verwacht. Conclusie en advies Op basis van de analyseresultaten van het nader bodemonderzoek wordt de sterke PAK-verontreiniging in de bovengrond op de onderzoekslocatie als voldoende afgeperkt beschouwd. Op basis van de vastgestelde verontreinigingscontour geldt, uitgaande van een bestaand geval van bodemverontreiniging conform de Wet bodembescherming, geen saneringsplicht. Bij ongewijzigd gebruik bestaat er geen saneringsplicht. In het kader van herontwikkelingsplannen zal hier wel een bodemsanering noodzakelijk zijn. De saneringsaanpak is ondermeer afhankelijk van het toekomstig gebruik. Voorafgaand aan een eventuele sanering dient een saneringsplan te worden opgesteld, dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de provincie Gelderland. Mogelijk kan procedureel worden volstaan met een melding in het kader van het Besluit Uniforme Saneringen (BUS).

Econsultancy Doetinchem, 4 augustus 2015


Pagina 14 van 14

Bijlage 1

Topografische ligging van de locatie

Schaal 1:25.000 Deze kaart is noordgericht


Legenda Boringen Omschrijving

Symbool

Boringen Omschrijving

Symbool

Symbolen Omschrijving

Symbool

Verontreiniging Omschrijving

Symbool

Boring tot 0,5 m -mv

Asbestgat 30x30x50

Asfalt

Ontgravingsvak


Asbestgat 30x30x50 + boring tot 0,5 m -mv

Beton

Niet verontreinigd



Boom

AW/S-waarde contour



Bos

T-waarde contour



Braak

I-waarde contour



Depothoogte



Fotoname

Licht verontreinigd



Mangat

Matig verontreinigd



Gras

Sterk verontreinigd



Grind

Verspreiding verontreiniging onbekend

Peilbuis


Haag

Peilbuis (diep)

Asbestgat 30x30x50 + peilbuis

Klinker

Voorgaande boring tot 0,5 m -mv

Asbestgat 30x30x50 + peilbuis (diep)

Olie/vetafscheider


Asbestgat 100x100x50



Ontluchtingspunt


Onverhard


Parkeerplaats


Pomp


Puinverharding


Sleuf 200x40x50cm


Spoorbaan


Stelconplaat

Voorgaande boring tot 4,5 m -mv Voorgaande boring tot 5,0 m -mv


..


..


..


..... ...... ..


-x,x

...


Ontgravingsdiepte

x,x

P

Struik

Voorgaande peilbuis


Voorgaande peilbuis (diep)

Asbestgat 100x100x50 + peilbuis

Kernboring 80 mm

Asbestgat 100x100x50 + peilbuis (diep)

Kernboring 120 mm + boring tot 0,5 m -mv

Kernboring + asbestgat 30x30 + Boring tot 0,5 m -mv +









Hekwerk



Toekomstige bebouwing



Voormalige bebouwing



Bebouwing



Locatiegrens



Kernboring 120 mm

Kernboring + asbestgat 30x30 + peilbuis

Talud Tegel Vloeistofdichte vloer Vulpunt Water

Kernboring + asbestgat 30x30 + peilbuis (diep)

Zeshoek tegel Zinkput Asbestverdacht plaatmateriaal op maaiveld

X

Niet verontreinigd

?

Bijlage 2b Foto's onderzoekslocatie

Foto 1.

Foto 2. 15065726 RHE.ROO.NAD

Bijlage 3

Boorprofielen

Pagina 1 van 2

Boorprofielen

101

Boring:

0

0 1

30

50

2 80

100

3 110

braak Zand, matig fijn, zwak siltig, matig grindig, zwak keien, zwak glashoudend, zwak kolengruishoudend, grijsbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, matig siltig, zwak humeus, matig grindig, zwak puinhoudend, zwak kolengruishoudend, donker grijsbruin, Edelmanboor

0

0 1

50

50 2

80

100

3 120

4 150

102

Boring:

130

5 160

Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak grindig, matig kolengruishoudend, grijsbruin, Edelmanboor

4 150

150

Zand, matig fijn, zwak siltig, matig grindig, zwak keien, grijsbruin, Edelmanboor

braak Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, zwak keien, zwak kolengruishoudend, grijsbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, matig grindig, zwak puinhoudend, zwak kolengruishoudend, zwak keien, donker grijsbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, matig siltig, zwak grindig, zwak keien, neutraalbruin, Edelmanboor Zand, matig grof, zwak siltig, matig grindig, zwak keien, grijsbeige, Edelmanboor

Zand, matig grof, zwak siltig, matig grindig, matig keien, geelbeige, Edelmanboor

103

Boring:

0

0 1

40

50

2

60

3 90

100

4 120

5 150

150

104

Boring: braak Zand, matig grof, zwak siltig, matig grindig, matig keien, bruingrijs, Edelmanboor Zand, matig fijn, matig siltig, zwak humeus, zwak grindig, zwak kolengruishoudend, zwak plantenhoudend, zwak keien, grijsbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak grindig, sterk kolengruishoudend, zwartbruin, Edelmanboor Zand, zeer fijn, matig siltig, matig grindig, zwak keien, bruinbeige, Edelmanboor

0

0 1

braak Zand, matig fijn, matig siltig, zwak humeus, matig grindig, matig keien, grijsbruin, Edelmanboor

50 2 100

100

Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak grindig, zwak keien, bruingrijs, Edelmanboor

3 150

150

Zand, matig grof, zwak siltig, matig grindig, matig keien, grijsbeige, Edelmanboor

105

Boring: 0 1

30

2 50

50

100

4 150

braak Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak grindig, zwak keien, zwak puinhoudend, zwak kolengruishoudend, grijsbruin, Edelmanboor

150

Zand, matig fijn, matig siltig, zwak grindig, zwak keien, bruingrijs, Edelmanboor Zand, matig grof, zwak siltig, matig grindig, matig keien, grijsbeige, Edelmanboor

0

0 1

20

2 50

Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, resten puin, grijsbruin, Edelmanboor

3 100

106

Boring: 0

60

Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, zwak keien, donkerbruin, Edelmanboor

3 100

Zand, matig fijn, matig siltig, zwak grindig, zwak keien, beigebruin, Edelmanboor

4 150

braak Zand, matig fijn, zwak siltig, matig grindig, zwak keien, zwak puinhoudend, zwak kolengruishoudend, zwak glashoudend, grijsbruin, Edelmanboor

150

Projectcode: 15065726

Opdrachtgever: Dhr. W. de Roos

Boormeester:

Projectnaam: RHE.ROO.NAD

Locatie: Lindelaan (ong. ), Ellecom

Getekend volgens NEN 5104

A.Bruil

Pagina 2 van 2

Boorprofielen

107

Boring:

2

braak Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, matig kolengruishoudend, zwartbruin, Edelmanboor

3

Zand, matig grof, zwak siltig, matig grindig, zwak keien, bruinbeige, Edelmanboor

0

0 1

108

Boring: 20

50

0

0

1

15

2 40

Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak grindig, matig kolengruishoudend, zwak puinhoudend, zwak keien, zwartbruin, Edelmanboor

50 3 90

100

100

Zand, matig fijn, zwak siltig, matig grindig, zwak keien, bruinbeige, Edelmanboor

4 150

150

100 4

150

braak Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak grindig, zwak keien, grijsbruin, Edelmanboor

150

Zand, matig fijn, matig siltig, matig grindig, zwak keien, grijsbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, matig grindig, matig keien, geelbeige, Edelmanboor

109

Boring:

0

0 1

20

2 50

50 3

100

100 4 150

150

braak Zand, matig grof, zwak siltig, matig grindig, zwak keien, geelbeige, Edelmanboor Zand, matig fijn, matig siltig, zwak humeus, zwak grindig, zwak keien, zwak puinhoudend, donkerbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, zwak puinhoudend, neutraalbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, matig siltig, zwak humeus, zwak grindig, zwak keien, grijsbruin, Edelmanboor

Projectcode: 15065726

Opdrachtgever: Dhr. W. de Roos

Boormeester:

Projectnaam: RHE.ROO.NAD

Locatie: Lindelaan (ong. ), Ellecom

Getekend volgens NEN 5104

A.Bruil

Bijlage 4a Analysecertificaten

Econsultancy T.a.v. S. Schut Fabriekstraat 19c 7005 AP DOETINCHEM

Analysecertificaat Datum: 03-07-2015

Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek. Certificaatnummer/Versie Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Monster(s) ontvangen

2015071844/1 15065726 RHE.ROO.NAD 26-06-2015

Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. De grondmonsters worden tot 4 weken na datum ontvangst bewaard en watermonsters tot 2 weken na datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd. Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 werkdag voor afloop van de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van monsters verwijzen wij naar de prijslijst.

Bewaren tot: Datum:

Naam:

Handtekening:

Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht U naar aanleiding van dit analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en Advies.

Met vriendelijke groet, Eurofins Analytico B.V.

Ing. A. Veldhuizen Technical Manager

Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL

Tel. +31 (0)34 242 63 00 BNP Paribas S.A. 227 9245 25 Fax +31 (0)34 242 63 99 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 E-mail [email protected] KvK No. 09088623 Site www.eurofins.nl IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A

Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).

Analysecertificaat Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer


Monsternemer Monstermatrix

A.Bruil Grond; Grond (AS3000)

Certificaatnummer/Versie Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina

1

2

3

4

5

Uitgevoerd

Uitgevoerd

Uitgevoerd

Uitgevoerd

Uitgevoerd

Eenheid

Analyse

2015071844/1 26-06-2015 03-07-2015/09:58 A,B,C 1/2

Voorbehandeling

Cryogeen malen AS3000 Bodemkundige analyses

S

% (m/m)

Droge stof

81.3

90.6 1)

2.8

88.5 1)

16.4

90.5 1)

2.3

89.3 1)

S

Organische stof

% (m/m) ds

20.2

1.4

Q

Gloeirest

% (m/m) ds

79.5

96.8

83.3

97.3

98.2

1)

Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK

S

Naftaleen

mg/kg ds

0.21

0.12

0.71

0.11

<0.050

S

Fenanthreen

mg/kg ds

3.4

1.3

18

1.8

0.34

S

Anthraceen

mg/kg ds

1.1

0.30

4.1

0.41

0.080

S

Fluorantheen

mg/kg ds

6.7

2.7

35

3.8

0.67

S

Benzo(a)anthraceen

mg/kg ds

4.4

1.6

23

2.2

0.43

S

Chryseen

mg/kg ds

4.5

1.8

23

2.5

0.50

S

Benzo(k)fluorantheen

mg/kg ds

1.8

0.81

10

1.1

0.22

S

Benzo(a)pyreen

mg/kg ds

3.6

1.4

17

2.0

0.36

S

Benzo(ghi)peryleen

mg/kg ds

2.0

1.1

12

1.4

0.25

S

Indeno(123-cd)pyreen

mg/kg ds

1.9

1.3

12

1.8

0.24

S

PAK VROM (10) (factor 0,7)

mg/kg ds

30

13

160

17

3.1

Nr. Monsteromschrijving

Datum monstername

Monster nr.

1

101-3 101 (80-110)

26-Jun-2015

8628758

2

102-1 102 (0-50)

26-Jun-2015

8628759

3

103-3 103 (60-90)

26-Jun-2015

8628760

4

104-1 104 (0-50)

26-Jun-2015

8628761

5

105-3 105 (50-100)

26-Jun-2015

8628762

Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting V: VLAREL erkende verrichting

Eurofins Analytico B.V.

Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL

Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail [email protected] Site www.eurofins.nl

BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A


TESTEN RvA L010

Analysecertificaat Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer


Monsternemer Monstermatrix

A.Bruil Grond; Grond (AS3000)

Certificaatnummer/Versie Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina

Eenheid

Analyse

6

7

8

Uitgevoerd

Uitgevoerd

Uitgevoerd

2015071844/1 26-06-2015 03-07-2015/09:58 A,B,C 2/2

Voorbehandeling

Cryogeen malen AS3000 Bodemkundige analyses

S

% (m/m)

Droge stof

90.0

89.4 1)

18.4

89.4 1)

S

Organische stof

% (m/m) ds

5.7

6.1

Q

Gloeirest

% (m/m) ds

93.9

81.2

93.5

1)


S

Naftaleen

mg/kg ds

0.32

0.40

0.36

S

Fenanthreen

mg/kg ds

2.7

17

6.6

S

Anthraceen

mg/kg ds

0.57

3.1

1.7

S

Fluorantheen

mg/kg ds

4.6

45

13

S

Benzo(a)anthraceen

mg/kg ds

2.6

21

7.6

S

Chryseen

mg/kg ds

3.1

24

7.9

S

Benzo(k)fluorantheen

mg/kg ds

1.4

11

3.6

S

Benzo(a)pyreen

mg/kg ds

2.2

17

6.2

S

Benzo(ghi)peryleen

mg/kg ds

2.0

15

4.8

S

Indeno(123-cd)pyreen

mg/kg ds

2.3

14

6.0

S

PAK VROM (10) (factor 0,7)

mg/kg ds

22

170

57

Nr. Monsteromschrijving

Datum monstername

6

106-1 106 (0-20)

26-Jun-2015

8628763

7

107-1 107 (0-20)

26-Jun-2015

8628764

8

108-2 108 (15-40)

26-Jun-2015

8628765

Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting V: VLAREL erkende verrichting


Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL




Monster nr.

Akkoord Pr.coörd.

VA TESTEN RvA L010

Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2015071844/1 Pagina 1/1 Monster nr.

Boornr

Omschrijving

Van

Tot

Barcode

Monsteromschrijving

8628758

101

3

80

110

0532596430

101-3 101 (80-110)

8628759

102

1

0

50

0532532651

102-1 102 (0-50)

8628760

103

3

60

90

0532596449

103-3 103 (60-90)

8628761

104

1

0

50

0532532649

104-1 104 (0-50)

8628762

105

3

50

100

0532533071

105-3 105 (50-100)

8628763

106

1

0

20

0532532639

106-1 106 (0-20)

8628764

107

1

0

20

0532532644

107-1 107 (0-20)

8628765

108

2

15

40

0532533062

108-2 108 (15-40)


Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL




Bijlage (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat 2015071844/1 Pagina 1/1 Opmerking 1)

Het organische stof gehalte is gecorrigeerd voor het lutumgehalte van 5.4 % m/m (SIKB 3010 pb 3).






.

Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2015071844/1

Pagina 1/1

Analyse

Methode

Techniek

Methode referentie

Cryogeen malen AS3000

W0106

Voorbehandeling

Cf. AS3000

Droge Stof

W0104

Gravimetrie

Cf. pb 3010-2 en gw. NEN-ISO 11465

Organische stof (gloeirest)

W0109

Gravimetrie

Cf. pb 3010-3 en cf. NEN 5754

PAK som AS3000/AP04

W0271

GC-MS

Cf. pb. 3010-6 en gw. NEN-ISO 18287

PAK (10 VROM)

W0271

GC-MS

Cf. pb. 3010-6 en gw. NEN-ISO 18287






BoToVa T12 Toetsing Wbb grond Projectnummer Projectnaam Datum monstername Monsternemer Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum

15065726 RHE.ROO.NAD 26-06-2015 A.Bruil 2015071844 26-06-2015 03-07-2015

Analyse

Eenheid

1

GSSD

Oordeel

RG

AW

T

I

*

0,35

1,5

20,8

40

Bodemtype correctie

Organische stof Korrelgrootte < 2 µm (Lutum)

20,2 25

Voorbehandeling


Uitgevoerd

Bodemkundige analyses

Droge stof Organische stof Gloeirest

% (m/m) % (m/m) ds % (m/m) ds

81,3 20,2 79,5

20,20

0,21 3,4 1,1 6,7 4,4 4,5 1,8 3,6 2 1,9 30

0,1040 1,683 0,5446 3,317 2,178 2,228 0,8911 1,782 0,9901 0,9406 14,66


Naftaleen Fenanthreen Anthraceen Fluorantheen Benzo(a)anthraceen Chryseen Benzo(k)fluorantheen Benzo(a)pyreen Benzo(ghi)peryleen Indeno(123-cd)pyreen PAK VROM (10) (factor 0,7)

mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds

Legenda Nr. 1

Monster 101-3 101 (80-110)

Analytico-nr 8628758

Verklaring van de gebruikte tekens:

niet getoetst kleiner dan of gelijk aan achtergrondwaarde groter dan achtergrondwaarde groter dan tussenwaarde groter dan interventiewaarde

* ** ***

GSSD = Gehalte gestandaardiseerd naar standaardbodem Deze toetsing is uitgevoerd met behulp van BoToVa. Zie voor info: http://www.rwsleefomgeving.nl/onderwerpen/bodem-ondergrond/bbk/instrumenten/botova/ Eurofins Analytico B.V. is niet verantwoordelijk voor de uitkomst van deze toetsing. Mocht u een probleem in deze toetsing signaleren, dan verzoeken wij u vriendelijk dit door te geven aan [email protected]



Analyse

Eenheid

2

GSSD

Oordeel

RG

AW

T

I

*

0,35

1,5

20,8

40

Bodemtype correctie


2,8 25

Voorbehandeling


Uitgevoerd



% (m/m) % (m/m) ds % (m/m) ds

90,6 2,8 96,8

2,800

0,12 1,3 0,3 2,7 1,6 1,8 0,81 1,4 1,1 1,3 13

0,1200 1,300 0,3000 2,700 1,600 1,800 0,8100 1,400 1,100 1,300 12,43




Legenda Nr. 2

Monster 102-1 102 (0-50)




* ** ***




Analyse

Eenheid

3

GSSD

Oordeel

RG

AW

T

I

***

0,35

1,5

20,8

40

Bodemtype correctie


16,4 25

Voorbehandeling


Uitgevoerd



% (m/m) % (m/m) ds % (m/m) ds

88,5 16,4 83,3

16,40

0,71 18 4,1 35 23 23 10 17 12 12 160

0,4329 10,98 2,5 21,34 14,02 14,02 6,098 10,37 7,317 7,317 94,40




Legenda Nr. 3

Monster 103-3 103 (60-90)




* ** ***




Analyse

Eenheid

4

GSSD

Oordeel

RG

AW

T

I

*

0,35

1,5

20,8

40

Bodemtype correctie


2,3 25

Voorbehandeling


Uitgevoerd



% (m/m) % (m/m) ds % (m/m) ds

90,5 2,3 97,3

2,300

0,11 1,8 0,41 3,8 2,2 2,5 1,1 2 1,4 1,8 17

0,1100 1,800 0,4100 3,800 2,200 2,5 1,100 2 1,400 1,800 17,12




Legenda Nr. 4

Monster 104-1 104 (0-50)




* ** ***




Analyse

Eenheid

5

GSSD

Oordeel

RG

AW

T

I

*

0,35

1,5

20,8

40

Bodemtype correctie


1,4 25

Voorbehandeling


Uitgevoerd



% (m/m) % (m/m) ds % (m/m) ds

89,3 1,4 98,2

1,400

<0,050 0,34 0,08 0,67 0,43 0,5 0,22 0,36 0,25 0,24 3,1

0,0350 0,3400 0,0800 0,6700 0,4300 0,5 0,2200 0,3600 0,25 0,2400 3,125




Legenda Nr. 5

Monster 105-3 105 (50-100)




* ** ***




Analyse

Eenheid

6

GSSD

Oordeel

RG

AW

T

I

**

0,35

1,5

20,8

40

Bodemtype correctie


5,7 25

Voorbehandeling


Uitgevoerd



% (m/m) % (m/m) ds % (m/m) ds

90 5,7 93,9

5,700

0,32 2,7 0,57 4,6 2,6 3,1 1,4 2,2 2 2,3 22

0,3200 2,700 0,5700 4,600 2,600 3,100 1,400 2,200 2 2,300 21,79




Legenda Nr. 6

Monster 106-1 106 (0-20)




* ** ***




Analyse

Eenheid

7

GSSD

Oordeel

RG

AW

T

I

***

0,35

1,5

20,8

40

Bodemtype correctie


18,4 25

Voorbehandeling


Uitgevoerd



% (m/m) % (m/m) ds % (m/m) ds

89,4 18,4 81,2

18,40

0,4 17 3,1 45 21 24 11 17 15 14 170

0,2174 9,239 1,685 24,46 11,41 13,04 5,978 9,239 8,152 7,609 91,03




Legenda Nr. 7

Monster 107-1 107 (0-20)




* ** ***




Analyse

Eenheid

8

GSSD

Oordeel

RG

AW

T

I

***

0,35

1,5

20,8

40

Bodemtype correctie


6,1 25

Voorbehandeling


Uitgevoerd



% (m/m) % (m/m) ds % (m/m) ds

89,4 6,1 93,5

6,100

0,36 6,6 1,7 13 7,6 7,9 3,6 6,2 4,8 6 57

0,3600 6,600 1,700 13 7,600 7,900 3,600 6,200 4,800 6 57,76




Legenda Nr. 8

Monster 108-2 108 (15-40)




* ** ***


Bijlage 4b Getoetste analyseresultaten

Bijlage 5

Toetsingskader Circulaire bodemsanering AW = achtergrondwaarde S = streefwaarde I = interventiewaarde t.b.v. sanering(-sonderzoek)

voorkomen in:

Grondwater (μg/l opgelost, tenzij anders vermeld)

Grond/sediment (mg/kg droge stof)

Stof/niveau AW

I

S

I

I.

Metalen antimoon (Sb) arseen (As) barium (Ba) cadmium (Cd) chroom (Cr) chroom III chroom VI cobalt (Co) koper (Cu kwik (Hg) kwik (anorganisch) kwik (organisch) lood (Pb) molybdeen (Mo) nikkel (Ni) tin (Sn) vanadium (V) zink (Zn)

4,0 20 0,60 55 15 40 0,15 50 1,5 35 6,5 80 140

22 76 920* 13 180 78 190 190 36 4 530 190 100 720

10 50 0,4 1 20 15 0,05 15 5 15 65

II.

Anorganische verbindingen chloride cyaniden-vrij cyaniden-complex thiocyanaat

3 5,5 6,0

20 50 20

100 (mg/l) 5 10 -

1500 1500 1500

III.

Aromatische verbindingen benzeen ethylbenzeen tolueen xylenen styreen (vinylbenzeen) fenol cresolen (som) dodecylbenzeen aromatische oplosmiddelen (som)

0,20 0,20 0,20 0,45 0,25 0,25 0,30 0,35 2,5

1,1 110 32 17 86 14 13 -

0,2 4 7 0,2 6 0,2 0,2 -

30 150 1000 70 300 2000 200 -

1,5

40

0,01 0,0007 0,003 0,003 0,0001 0,003 0,0005 0,0003 0,0004 0,0004 -

70 5 5 1 0,5 0,2 0,05 0,05 0,05 0,05

Gechloreerde koolwaterstoffen vinylchloride dichloormethaan 1,1-dichloorethaan 1,2-dichloorethaan 1,1-dichlooretheen 1,2-dichlooretheen (cis- en trans-) dichloorpropanen trichloormethaan (chloroform) 1,1,1-trichloorethaan 1,1,2-trichloorethaan trichlooretheen (Tri) tetrachloormethaan (Tetra) tetrachlooretheen (Per)

0,10 0,10 0,20 0,20 0,30 0,30 0,80 0,25 0,25 0,3 0,25 0,30 0,15

0,1 3,9 15 6,4 0,3 1 2 5,6 15 10 2,5 0,7 8,8

0,01 0,01 7 7 0,01 0,01 0,8 6 0,01 0,01 24 0,01 0,01

5 1000 900 400 10 20 80 400 300 130 500 10 40

monochloorbenzeen dichloorbenzenen trichloorbenzenen tetrachloorbenzenen pentachloorbenzeen hexachloorbenzeen

0,20 2,0 0,015 0,0090 0,0025 0,0085

15 19 11 2,2 6,7 2,0

7 3 0,01 0,01 0,003 0,0009

180 50 10 2,5 1 0,5

monochloorfenolen(som) dichloorfenolen (som) trichloorfenolen (som) tetrachloorfenolen (som) pentachloorfenol

0,045 0,20 0,0030 0,015 0,0030

54 22 22 21 12

0,3 0,2 0,03 0,01 0,04

100 30 10 10 3

PCB's (som 7) chloornaftaleen (som) monochlooranilinen (som) dioxine (som I-TEQ)

0,020 0,070 0,20

1 23 50 0,00018

0,01 -

0,01 6 30 -

IV.

V.

Polycyclische aromatische waterstoffen (PAK's) naftaleen antraceen fenantreen fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen benzo(k)fluoranteen indeno(1,2,3cd)pyreen PAK (som 10)

pentachlooraniline

20 60 625 6 30 100 75 0,3 75 300 75 800

kool-

0,000055 0,15

-

-

-

-

* De norm voor barium geldt alleen voor die situaties waarbij duidelijk sprake is van antropogene bodemverontreiniging. Voor overige situaties is de norm voor barium tijdelijk buiten werking gesteld.

Bijlage 5

Toetsingskader Circulaire bodemsanering

voorkomen in:

Grondwater (μg/l opgelost, tenzij anders vermeld)

Grond/sediment (mg/kg droge stof)

Stof/niveau AW VI.

VII.

Bestrijdingsmiddelen chloordaan DDT (som) DDE (som) DDD (som) DDT/DDE/DDD (som) aldrin dieldrin endrin drins (som) -endosulfan -HCH -HCH -HCH (lindaan) HCH-verbindingen (som) heptachloor heptachloorepoxide (som) hexachloorbutadieen organochloorhoudende bestrijdingsmiddelen(som landbodem) azinfos-methyl organotin verbindingen (som) tributyltin (TBT) MCPA atracine carburyl carbofuran 4-chloormethylfenolen (som) niet-chloorhoudende bestr.mid. (som)

Overige verontreinigingen asbest cyclohexanon dimethyl ftalaat diethyl ftalaat di-isobutylftalaat dibutyl ftalaat butyl benzylftalaat dihexyl ftalaat di(2-ethylhexyl)ftalaat ftalaten (som) minerale olie pyridine tetrahydrofuran tetrahydrothiofeen tribroommethaan ethyleenglycol diethyleenglycol acrylonitril formaldehyde isopropanol (2-propanol) methanol butanol (1-butanol) butylacetaat ethylacetaat methyl-tert-butyl ether (MTBE) methylethylketon

I

S

I

0,0200 0,20 0,10 0,020 0,015 0,00090 0,0010 0,0020 0,0030 0,00070 0,0020 0,003 0,40

4 1,7 2,3 34 0,32 4 4 17 1,6 1,2 4 4 -

0,02 ng/l 0,004 ng/l 0,009 ng/l 0,1 ng/l 0,04 ng/l 0,2 ng/l 33 ng/l 8 ng/l 9 ng/l 0,05 0,005 ng/l 0,005 ng/l -

0,2 0,01 0,1 5 1 0,3 3 -

0,0075 0,15 0,065 0,55 0,035 0,15 0,017 0,60 0,090

2,5 4 0,71 0,45 0,017 -

0,05-16 ng/l 0,02 29 ng/l 2 ng/l 9 ng/l -

0,7 50 150 50 100 -

2,0 0,045 0,045 0,045 0,070 0,070 0,070 0,045 190 0,15 0,45 1,5 0,20 5,0 8,0 2,0 2,5 0,75 3,0 2,0 2,0 2,0 0,20 2,0

100 150 82 53 17 36 48 220 60 5000 11 7 8,8 75 -

0,5 0,5 50 0,5 0,5 0,5 -

15000 5 600 30 300 5000 630 -

Bodemtypecorrectie Anorganische verbindingen

Lb = Lst *

a + b * % lut. + c * % org.st. a + b * 25 + c * 10

Lb is interventiewaarden geldend voor de te beoordelen bodem (mg/kg); Lst is interventiewaarde voor de standaardbodem (mg/kg);% lut. is gemeten percentage lutum in de te beoordelen bodem; % org. st. is gemeten percentage organisch stof in de te beoordelen bodem; A, B en C zijn constantenafhankelijk van de stof; Voor toepassing van de bodemtypecorrectie bij achtergrondwaarden wordt in de bovenstaande formule de interventiewaarde vervangen door achtergrondwaarde.

Bijlage 5

Toetsingskader Circulaire bodemsanering

STOF arseen barium beryllium cadmium chroom cobalt koper kwik lood nikkel tin vanadium zink

a 15 30 8 0,4 50 2 15 0,2 50 10 4 12 50

b 0,4 5 0,9 0,007 2 0,28 0,6 0,0034 1 1 0,6 1,2 3

c 0,4 0 0 0,021 0 0 0,6 0,0017 1 0 0 0 1,5

Organische verbindingen

Lb = Lst *

% org.st. 10

Lb is interventiewaarden geldend voor de te beoordelen bodem (mg/kg); Lst is interventiewaarde voor de standaardbodem (mg/kg); % org. st. is gemeten percentage organisch stof in de te beoordelen bodem; Voor bodems met gemeten organisch stofgehalten van meer dan 30% respectievelijk minder dan 2%, worden gehalten van respectievelijk 30% en 2% aangehouden. Voor toepassing van de bodemtypecorrectie bij achtergrondwaarden wordt in de bovenstaande formule de interventiewaarde vervangen door achtergrondwaarde.

Nader onderzoek De tussenwaarde (T) is het toetsingscriterium ten behoeve van een nader onderzoek. Wordt de tussenwaarde overschreden, dan is een nader onderzoek, op korte termijn, noodzakelijk

T = 0,5 * (AW + I)

T is de tussenwaarde; AW is de achtergrondwaarde en I is de interventiewaarde.

Bijlage 6 Geraadpleegde bronnen

Informatiebron

Geraadpleegd (ja/nee)

Toelichting Datum kaartmateriaal

Informatie uit kaartmateriaal etc. Historische topografische kaart

ja

1773-2009

Luchtfoto

ja

2011

Opmerkingen

Datum bron/ kaartmateriaal

Informatie uit themakaarten

Opmerkingen

Bodemkaart Nederland (website WUR)

ja

13-4-2015

datum van raadplegen

Grondwaterkaart Gelderland

ja

13-4-2015


Bodemloket.nl

ja

13-4-2015


Informatie van eigenaar / terreingebruiker / opdrachtgever

Datum uitgevoerd

Contactpersoon

Opmerkingen

voorgaand onderzoek 15045421 RHE.ROO.NEN

ja

22-04-2015

Dhr. W. de Roos

Huidig gebruik locatie

ja

22-04-2015

Dhr. W. de Roos

,,

,,

Huidig gebruik belendende percelen (vanuit onderzoekslocatie)

ja

22-04-2015

Dhr. W. de Roos

,,

,,

Toekomstig gebruik locatie

ja

22-04-2015

Dhr. W. de Roos

,,

,,

Calamiteiten/resultaten voorgaande bodemonderzoeken

ja

22-04-2015

Dhr. W. de Roos

,,

,,

Verhardingen/kabels en leidingen locatie

ja

22-04-2015

Dhr. W. de Roos

,,

,,

Contactpersoon

Opmerkingen

voorgaand onderzoek 15045421 RHE.ROO.NEN

Historisch gebruik locatie

Datum uitgevoerd

Informatie van gemeente ja

01-05-2015

Mevr. S. Theuns

Archief Wet milieubeheer en Hinderwet

ja

01-05-2015

Mevr. S. Theuns

,,

,,

Archief ondergrondse tanks

ja

01-05-2015

Mevr. S. Theuns

,,

,,

Archief bodemonderzoeken

ja

01-05-2015

Mevr. S. Theuns

,,

,,

Gemeenteambtenaar milieuzaken

ja

01-05-2015

Mevr. S. Theuns

,,

,,

Archief Bouw- en woningtoezicht

Datum uitgevoerd

Informatie uit terreininspectie Historisch gebruik locatie

ja

26-06-2015

Huidig gebruik locatie

ja

26-06-2015

Huidig gebruik belendende percelen (vanuit onderzoekslocatie)

ja

26-06-2015

Verhardingen

ja

26-06-2015

Opmerkingen

Bijlage 7

Risicobeoordeling (Sanscrit)

Rapportage Sanscrit.nl

V. Sanscrit 2.4.4

Instrument ter bepaling van spoedeisendheid van saneren

V. rapport 2.14

Algemeen Naam dossier: Code: Beoordelaar: Datum rapport: Type bodemgebruik:

Lindelaan (ong.), Ellecom (6955, Rheden) 15065726 [email protected] woensdag 15 juli 2015 huidig

Uitgevoerde beoordelingen: Stap1: Ernst van de verontreiniging: Er is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als gevolg van: - Ernstige bodemverontreiniging

Stap2: Standaardbeoordeling Humaan Ecologisch Verspreiding = voltooid

= niet uitgevoerd

Stap 3: Uitgebreide beoordeling

= niet relevant op basis van uitkomst stap 2

Opmerkingen bij dossier:

Over Sanscrit Sanscrit 2.0 is een geautomatiseerde versie van het Saneringscriterium. Het Saneringscriterium is beschreven in de Circulaire Bodemsanering 2009 welke op 1 april 2009 in werking is getreden. De applicatie Sanscrit is ontwikkeld in opdracht van het ministerie van I&M. Met het Saneringscriterium wordt bepaald of sprake is van onaanvaardbare risico’s van bodemverontreiniging voor mens, ecosysteem of van verspreiding van verontreiniging in het grondwater. Op basis van de bepaalde risico’s wordt vastgesteld of een sanering met spoed dient te worden uitgevoerd. Uitgangspunten De sanering dient met spoed te worden uitgevoerd, tenzij op basis van de risicobeoordeling is aangetoond dat de sanering niet met spoed hoeft te worden uitgevoerd. De werkwijze van het Saneringscriterium geldt voor: · een geval van ernstige bodemverontreiniging; · een historische verontreiniging. Voor verontreinigingen die sinds 1987 zijn ontstaan is artikel 13 van de Wbb (zorgplicht) van toepassing; · huidig en voorgenomen gebruik; · grond en grondwater. Voor waterbodem is een separate systematiek ontwikkeld, met uitzondering van asbest; · alle stoffen waarvoor een interventiewaarde is afgeleid, met uitzondering van asbest. Daar asbest heel specifieke chemische en fysische eigenschappen heeft, is voor asbest separaat het ‘Milieuhygiënisch saneringscriterium, protocol asbest’ ontwikkeld hetgeen ook van toepassing is voor waterbodems. Asbest is dan ook niet opgenomen in het programma Sanscrit.

Eindconclusie Er is een geval van ernstige verontreiniging, maar de locatie hoeft niet met spoed gesaneerd te worden.

Humane risicobeoordeling - Toetsresultaten Per stof Dosis MTR [mg/kg lg/d] [mg/kg lg/d]

Stof Ander groen, bebouwing, infrastructuur en industrie Indeno(123cd)pyreen Anthraceen Benzo(a)anthraceen Benzo(a)pyreen Chryseen Fluorantheen Fenanthreen Naftaleen Benzo(ghi)peryleen Benzo(k)fluorantheen

6,23e-6 8,44e-6 1,20e-5 7,63e-6 1,24e-5 2,24e-5 3,62e-5 1,21e-4 4,58e-6 4,92e-6

5,00e-3 4,00e-2 5,00e-3 5,00e-4 5,00e-2 5,00e-2 4,00e-2 4,00e-2 3,00e-2 5,00e-3

Risico-Index 0,00 0,00 0,00 0,02 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Combinatietoxicologie Stofgroep Risico-index Ander groen, bebouwing, infrastructuur en industrie Carcinogene PAKs 0,02 Niet-carcinogene PAKs

0,00

Hinder - toetsing aan geurdrempel Concentratie binnenlucht [ug/m3]

Stof Ander groen, bebouwing, infrastructuur en industrie Naftaleen

1,23

Hinder - huidcontact Functie

Sprake van huidcontact?

Ander groen, bebouwing, infrastructuur en industrie

Nee

Toelichting: Bij huidig gebruik (braakliggend terrein) wordt geen huidcontact verwacht.

Geurdrempel [ug/m3] 8,00e2

Uitgebreid overzicht blootstelling Blootstellingsroute Ander groen, bebouwing, infrastructuur en industrie Anthraceen Consumptie van gewassen uit eigen tuin Dermale opname binnen Dermale opname buiten Dermale opname tijdens baden Ingestie grond Inhalatie dampen tijdens douchen Inhalatie van binnenlucht Inhalatie van buitenlucht Inhalatie van gronddeeltjes Permeatie drinkwater

Relatieve bijdrage [%]

0.00 0.32 6.73 56.51 22.06 0.18 6.82 0.01 0.25 7.15

Benzo(a)anthraceen Consumptie van gewassen uit eigen tuin Dermale opname binnen Dermale opname buiten Dermale opname tijdens baden Ingestie grond Inhalatie dampen tijdens douchen Inhalatie van binnenlucht Inhalatie van buitenlucht Inhalatie van gronddeeltjes Permeatie drinkwater

0.00 1.05 22.35 2.21 73.27 0.00 0.00 0.00 0.82 0.31

Benzo(a)pyreen Consumptie van gewassen uit eigen tuin Dermale opname binnen Dermale opname buiten Dermale opname tijdens baden Ingestie grond Inhalatie dampen tijdens douchen Inhalatie van binnenlucht Inhalatie van buitenlucht Inhalatie van gronddeeltjes Permeatie drinkwater

0.00 1.06 22.51 1.51 73.80 0.00 0.01 0.00 0.82 0.29

Benzo(ghi)peryleen Consumptie van gewassen uit eigen tuin Dermale opname binnen Dermale opname buiten Dermale opname tijdens baden Ingestie grond Inhalatie dampen tijdens douchen Inhalatie van binnenlucht Inhalatie van buitenlucht Inhalatie van gronddeeltjes Permeatie drinkwater

0.00 1.08 22.85 0.26 74.91 0.00 0.00 0.00 0.84 0.07

Benzo(k)fluorantheen Consumptie van gewassen uit eigen tuin Dermale opname binnen Dermale opname buiten Dermale opname tijdens baden Ingestie grond Inhalatie dampen tijdens douchen Inhalatie van binnenlucht Inhalatie van buitenlucht Inhalatie van gronddeeltjes

0.00 1.07 22.76 0.58 74.64 0.00 0.00 0.00 0.83

Permeatie drinkwater

0.11

Chryseen Consumptie van gewassen uit eigen tuin Dermale opname binnen Dermale opname buiten Dermale opname tijdens baden Ingestie grond Inhalatie dampen tijdens douchen Inhalatie van binnenlucht Inhalatie van buitenlucht Inhalatie van gronddeeltjes Permeatie drinkwater

0.00 1.05 22.22 2.69 72.87 0.00 0.00 0.00 0.81 0.36

Fenanthreen Consumptie van gewassen uit eigen tuin Dermale opname binnen Dermale opname buiten Dermale opname tijdens baden Ingestie grond Inhalatie dampen tijdens douchen Inhalatie van binnenlucht Inhalatie van buitenlucht Inhalatie van gronddeeltjes Permeatie drinkwater

0.00 0.27 5.78 57.99 18.94 0.23 9.36 0.01 0.21 7.21

Fluorantheen Consumptie van gewassen uit eigen tuin Dermale opname binnen Dermale opname buiten Dermale opname tijdens baden Ingestie grond Inhalatie dampen tijdens douchen Inhalatie van binnenlucht Inhalatie van buitenlucht Inhalatie van gronddeeltjes Permeatie drinkwater

0.00 0.91 19.36 10.16 63.49 0.04 4.24 0.00 0.71 1.09

Indeno(123cd)pyreen Consumptie van gewassen uit eigen tuin Dermale opname binnen Dermale opname buiten Dermale opname tijdens baden Ingestie grond Inhalatie dampen tijdens douchen Inhalatie van binnenlucht Inhalatie van buitenlucht Inhalatie van gronddeeltjes Permeatie drinkwater

0.00 1.07 22.79 0.45 74.73 0.00 0.00 0.00 0.83 0.12

Naftaleen Consumptie van gewassen uit eigen tuin Dermale opname binnen Dermale opname buiten Dermale opname tijdens baden Ingestie grond Inhalatie dampen tijdens douchen Inhalatie van binnenlucht Inhalatie van buitenlucht Inhalatie van gronddeeltjes Permeatie drinkwater

0.00 0.01 0.31 13.25 1.01 0.89 77.63 0.07 0.01 6.81

Humane risico's - invoergegevens

Stof

C-totaal [mg/kg] Geheel Bebouwd

C-grondwater [ug/l] Onbebouwd Bebouwd Onbebouwd

Ander groen, bebouwing, infrastructuur en industrie Naftaleen 5,00 Anthraceen 7,60 Benzo(a)anthraceen 3,60e1 Benzo(a)pyreen 2,30e1 Chryseen 3,70e1 Fluorantheen 5,80e1 Fenanthreen 2,80e1 Benzo(ghi)peryleen 1,40e1 Benzo(k)fluorantheen 1,50e1 Indeno(123cd)pyreen 1,90e1

Parameters Functie Ander groen, bebouwing, infrastructuur en industrie

Berekening Diepte verontreiniging [m] blootstelling lood: OS [%] t.o.v. kruipruimte t.o.v. maaiveld Als kind 7,90 0,40 0,40

Ecologische risicobeoordeling - standaard De verontreiniging bevindt zich geheel of ten dele in de bovenste meter van de onbedekte bodem en/of er is sprake van gewassen wortelend in verontreinigde bodem dieper dan één meter. Ecologisch toetsniveau:

Relatief ongevoelig

Contour

Ingevoerd [m2]

Criterium [m2]

Overschrijding

TD>25%

215

50000

Nee

TD>65%

35

5000

Nee

Risicobeoordeling verspreiding - standaard Onderdeel

Uitkomst

Liggen er kwetsbare objecten binnen het bodemvolume dat wordt ingesloten door het interventiewaarden-contour en/of zal dit binnen enkele jaren het geval zijn?

Nee

Is er een drijflaag aanwezig die door activiteiten en processen in de bodem kan worden verplaatst en van waaruit verspreiding van verontreiniging kan plaatsvinden?

Nee

Is er een zaklaag aanwezig die door activiteiten en processen in de bodem kan worden verplaatst en van waaruit verspreiding van verontreiniging kan plaatsvinden?

Nee

Is er sprake van een bodemvolume groter dan 6.000 m3 dat wordt ingesloten door het interventiewaarden-contour in het grondwater?

Nee

Toelichting:

Over Econsultancy.. Econsultancy is een onafhankelijk adviesbureau. Wij bieden realistisch advies en concrete oplossingen voor milieuvraagstukken en willen daarmee een bijdrage leveren aan een duurzaam en verantwoord gebruik van onze leefomgeving. Diensten Wij kunnen u van dienst zijn met een uitgebreid scala aan onderzoeken op het gebied van bodem, waterbodem, water, archeologie, ecologie en milieu. Op www.econsultancy.nl vindt u uitgebreide informatie over de verschillende onderzoeken. Werkwijze Inzet en professionele betrokkenheid kenmerkt onze diensten. De verantwoordelijke projectleider is het eenduidige aanspreekpunt voor de klant en draagt zorg voor alle aspecten van het project: kwaliteit, tijd, geld, communicatie en organisatie. De kernwaarden deskundig, vertrouwd, betrokken, flexibel, zorgvuldig en vernieuwend zijn een belangrijke leidraad in ons handelen. Kennis Het deskundig begeleiden van onze opdrachtgevers vraagt om betrokkenheid bij en kennis van de bedoelingen van de opdrachtgever. Het vereist ook gedegen en actuele vakinhoudelijke kennis. Alle beschikbare kennis wordt snel en effectief ingezet. De medewerkers vormen ons belangrijkste kapitaal. Persoonlijke en inhoudelijke ontwikkeling staat centraal want het werk vraagt steeds om nieuwe kennis en nieuwe verantwoordelijkheden. Creativiteit Onze medewerkers zijn in staat om buiten de geijkte kaders een oplossing te zoeken met in achtneming van de geldende wet- en regelgeving. Oplossingen die bedoeld zijn om snel en efficiënt het doel van de opdrachtgever te bereiken. Kwaliteit Er wordt continue gestreefd naar het verhogen van de professionaliteit van de dienstverlening. Het leveren van diensten wordt intern op een dusdanige wijze georganiseerd dat het gevraagde resultaat daadwerkelijk op een zo effectief en efficiënt mogelijke wijze wordt voortgebracht. Hierbij staat de klanttevredenheid centraal. Het kwaliteitssysteem van Econsultancy voldoet aan de NEN-EN-ISO 9001: 2008. Tevens is Econsultancy gecertificeerd voor diverse protocollen en beoordelingsrichtlijnen. Opdrachtgevers Econsultancy heeft sinds haar oprichting in 1996 al meer dan tienduizend projecten uitgevoerd. Projecten in opdracht van particulier tot de Rijksoverheid, van het bedrijfsleven tot non-profit organisaties. De projecten kennen een grote diversiteit en hebben in sommige gevallen uitsluitend een onderzoekend karakter en zijn in andere gevallen meer adviserend. Steeds vaker wordt onderzoek binnen meerdere disciplines door onze opdrachtgevers verlangt. Onze medewerkers zijn in staat dit voor de opdrachtgever te coördineren en zelf (deel)onderzoeken uit te voeren. Ter illustratie van de veelvoud en veelzijdigheid van de projecten in de werkvelden bodem, waterbodem, ecologie, archeologie, water, geluid en milieu kunnen uitgebreide referentielijsten worden verschaft.

Vestiging Limburg Rijksweg Noord 39 6071 KS Swalmen Tel. 0475 - 504961 [email protected]

Vestiging Gelderland Fabriekstraat 19c 7005 AP Doetinchem Tel. 0314 - 365150 [email protected]

Vestiging Brabant Rapenstraat 2 5831 GJ Boxmeer Tel. 0485 - 581818 [email protected]

NADER BODEMONDERZOEK EN VERKEN- NEND ONDERZOEK ASBEST IN BODEM LINDELAAN (ONG.) TE ELLECOM GEMEENTE RHEDEN

Recommend Documents