De nieuwe WID / MOT wet ter bestrijding van witwassen en financieren van terrorisme
31 juli 2008
Implementatie derde witwasrichtlijn Per vrijdag 1 augustus 2008 wijzigt de integriteitswetgeving. De Eerste Kamer en de Tweede Kamer hebben twee wetsvoorstellen aangenomen (i) ter implementatie van de EG-richtlijn 2005/60/EG tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (de “Richtlijn”) en de EG-richtlijn 2006/70/EG tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen van de Richtlijn en (ii) tot samenvoeging van de Wet identificatie bij dienstverlening (“WID”) en de Wet melding ongebruikelijke transacties (“MOT”). Deze wetsvoorstellen treden in werking op vrijdag 1 augustus 2008. Na inwerkingtreding is er een nieuwe gecombineerde WID/MOT waarin de Richtlijn is geïmplementeerd. Met de inwerkingtreding van deze gecombineerde WID / MOT krijgen instellingen meer mogelijkheden om hun identificatiebeleid af te stemmen op de concrete risico’s die de instelling loopt op het betrokken raken bij witwasoperaties en financiering van terrorisme. De Richtlijn beoogt een meer ‘risk based’ dan ‘principle based’ raamwerk te leveren. Dit betekent dat de instelling het doel van de wet, namelijk het tegengaan van witwassen en het voorkomen van financiering van terrorisme, dient te bereiken. Echter, de wijze waarop de instelling vorm geeft aan haar beleid om tot het beoogde resultaat te komen staat haar tot op zekere hoogte vrij. Instellingen kunnen de mate van het onderzoek aanpassen aan het type klant, de relatie of de transactie. Daarnaast is er een aantal andere wijzigingen. Instellingen worden bijvoorbeeld verplicht om vast te stellen wie de uiteindelijk belanghebbenden van een transactie zijn. Een strenger cliëntenonderzoek dient plaats te vinden bij dienstverlening aan "politiek prominente personen" en als er een verhoogd risico op witwassen of financieren van terrorisme bestaat. In deze nieuwsbrief zullen wij kort de regels bespreken die gelden vanaf vrijdag 1 augustus 2008, waarbij wij met name in zullen gaan op de wijzingen van de WID.
WID Het toepassingsbereik van de WID is beperkt tot “instellingen”. Onder instellingen die onder de reikwijdte van de wet vallen zijn in ieder geval begrepen: kredietinstellingen, financiële instellingen, levensverzekeraars, beleggingsondernemingen, beleggingsinstellingen, financiële dienstverleners, geldtransactiekantoren, trustkantoren, bepaalde externe accountants en belastingadviseurs, bepaalde natuurlijke personen zoals advocaten en notarissen, organisatoren van speelcasino’s, ondernemingen die creditcards uitgeven en beroepsof bedrijfsmatig handelende verkopers van goederen, voor zover betaling van deze goederen in contanten plaatsvindt voor een bedrag van 15.000 of meer. Het toepassingsbereik van de WID kan bij AMVB overigens nog worden uitgebreid. De hoofdregel van de WID is dat instellingen cliëntenonderzoek verrichten waarbij het volgende van belang is: (i)
(ii) (iii) (iv) (v)
De identiteit van cliënten dient te worden vastgesteld en geverifieerd. In het geval dat de cliënt een rechtspersoon is of indien een andere persoon wordt vertegenwoordigd, dient tevens deze vertegenwoordiger te worden geïdentificeerd. Daarnaast dient onder omstandigheden de uiteindelijk belanghebbende te worden geïdentificeerd en dienen voldoende maatregelen te worden genomen om de identiteit te verifiëren. Indien het een rechtspersoon, stichting of een trust betreft dienen maatregelen te worden genomen om inzicht te verwerven in de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van de cliënt. Er dient informatie te worden verkregen om het doel en de aard van de zakelijke relatie vast te stellen. Indien mogelijk dient er een voortdurende controle op de zakelijk relatie en op alle transacties te zijn.
Instellingen dienen in beginsel in de volgende gevallen een cliëntenonderzoek te verrichten: (i) (ii) (iii) (iv) (v)
Als de cliënt in of vanuit Nederland een zakelijke relatie aangaat. Indien de instelling een transactie verricht van 15.000 of meer ten behoeve van een cliënt. Als er indicaties zijn dat de cliënt betrokken is bij witwassen of financiering van terrorisme. Als de instelling twijfelt aan de betrouwbaarheid van eerder verkregen gegevens. Als er een risico is van witwassen of financiering van terrorisme dat aanleiding geeft tot cliëntenonderzoek.
Het is verboden om een relatie aan te gaan of een transactie uit te voeren als er geen cliëntenonderzoek is verricht of als dit onderzoek niet heeft geleid tot het beoogde resultaat. Indien de instelling al een zakelijke relatie heeft, dient de relatie te worden beëindigd. De identiteit van natuurlijke personen moet worden vastgesteld op basis van documenten, gegevens of inlichtingen uit betrouwbare en onafhankelijke bron. Als de cliënt een rechtspersoon is die in Nederland is gevestigd wordt de identiteit vastgesteld op basis van een uittreksel uit het handelsregister of door middel van De zes eerst genoemde instellingen worden beperkt tot instellingen in de zin van de Wet op het financieel toezicht.
een akte van een notaris. Dit kan, in tegenstelling tot de huidige WID, op basis van een elektronisch (niet gewaarmerkt) uittreksel. Als het een buitenlandse rechtspersoon betreft kan de identiteit worden vastgesteld op basis van betrouwbare en in het internationale verkeer gebruikelijke documenten, gegevens of inlichtingen die bij wet als geldig identificatiemiddel zijn erkend in het land van herkomst. Uiteindelijk belanghebbenden Zoals hierboven vermeld, moeten instellingen de uiteindelijk belanghebbende identificeren om te voorkomen dat een persoon die zich bezighoudt met criminele activiteiten, zich kan verschuilen achter één of meer rechtspersonen. Uit de Memorie van Toelichting blijkt dat de uiteindelijk belanghebbende slechts in risicovolle gevallen dient te worden vastgesteld. Er wordt niet toegelicht wanneer er sprake is van een risicovol geval, zodat dit kennelijk ter beoordeling is overgelaten aan de instelling. Onder de uiteindelijk belanghebbende wordt verstaan de natuurlijke persoon die de uiteindelijk eigenaar is van, of zeggenschap heeft over de cliënt en/of de natuurlijke persoon voor wiens rekening een transactie of activiteit wordt verricht. De wetgever heeft dit zo uitgelegd dat de identiteit van de uiteindelijk belanghebbende dient te worden vastgesteld als een natuurlijke persoon 25% of meer van de aandelen of stemrechten bezit of op een andere manier belangrijke zeggenschap in die onderneming uitoefent. Is er sprake van bijvoorbeeld een stichting of een trust dan is de uiteindelijk belanghebbende de begunstigde van 25% of meer van het vermogen van de stichting of trust of degene die bijzondere zeggenschap heeft over 25% of meer van het vermogen. Bij een stichting of een trust dienen voldoende maatregelen te zijn genomen om inzicht te krijgen in de eigendoms- en zeggenschapsstructuur. Vereenvoudigde identificatieprocedure Er kan een vereenvoudigde identificatieprocedure worden toegepast ten aanzien van bepaalde cliënten. Instellingen kunnen onder meer een vereenvoudigde identificatieprocedure toepassen indien de cliënt bijvoorbeeld in een van de volgende categorieën valt: (i) (ii) (iii)
kredietinstellingen; financiële instellingen; geldtransactiekantoren;
De instellingen onder (i) tot en met (vi) worden beperkt tot de betreffende categorie instellingen in de zin van de Wet op het financieel toezicht.
(iv) (v) (vi) (vii) (viii) (ix) -
-
levensverzekeraars; beleggingsondernemingen; beleggingsinstellingen ; financiële dienstverleners voorzover zij bemiddelen in verzekeringen als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht (“Wft”); beursgenoteerde vennootschappen waarvan de effecten in één of meer lidstaten zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt; overheidsinstanties voor zover het gaat om een overheidsinstantie die aan de volgende vier voorwaarden voldoet: De instantie is belast is met een openbare functie uit hoofde van het Verdrag betreffende de Europese Unie, de Europese Gemeenschappen of een afgeleide daarvan. De instantie is verantwoording schuldig aan autoriteiten van de lidstaat of een gemeenschapsinstelling of ten aanzien waarvan andere gepaste procedures bestaan om de activiteiten te controleren. De identiteit van de instantie is openbaar toegankelijk, doorzichtig en ondubbelzinnig. De activiteiten en boekhoudkundige praktijken van de instantie dienen doorzichtig te zijn.
Indien er sprake is van een cliënt die niet valt onder één van de categorieën waarop de vereenvoudigde procedure van toepassing is, kan onder bepaalde omstandigheden toch een vereenvoudigde procedure worden toegepast als de cliënt wordt aangemerkt als een cliënt met een laag risico. Zo kan de vereenvoudigde identificatieprocedure bijvoorbeeld worden toegepast ten aanzien van communautaire instellingen. Voordat er een vereenvoudigde identificatieprocedure wordt toegepast, dient te worden nagegaan of de cliënten, de producten of de transacties een risico met zich brengen voor witwassen of terrorisme. Van de instelling wordt verwacht dat zij ook gedurende de dienstverlenende relatie voortdurend toezicht blijft houden op deze cliënten om te controleren of er complexe of ongewone transacties zonder duidelijk economisch of zichtbaar rechtmatig doel plaatsvinden. Indien de vereenvoudigde procedure kan worden toegepast, betekent dit dat in beginsel geen identificatie van de cliënt hoeft plaats te vinden. Wel dienen voldoende gegevens te worden verzameld om vast te kunnen stellen of de vereenvoudigde procedure kan worden toegepast. Het lijkt in veel gevallen, ook bij toepassing van de vereenvoudigde procedure, noodzakelijk om een uittreksel bij bijvoorbeeld de kamer van koophandel op te vragen en inzage te nemen in het vergunningenregister dat door De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten wordt aangehouden. Immers, eerst dan kan worden vastgesteld of er sprake is van een instelling waarop deze procedure van toepassing is. Naast de vereenvoudigde identificatieprocedure is er een uitzondering op de hoofdregel dat instellingen cliëntenonderzoek dienen te verrichten. De hoofdregel geldt bijvoorbeeld niet indien het zakelijke relaties of transacties betreft met betrekking tot levensverzekeringsovereenkomsten, bepaalde producten met betrekking tot pensioen en onder bepaalde voorwaarden electronisch geld in de zin van de Wft. Om gebruik te kunnen maken van deze uitzondering dienen wel voldoende gegevens te worden verzameld om te kunnen vaststellen of het een dergelijk product betreft.
Verscherpt cliëntenonderzoek In situaties die naar hun aard een hoger risico kennen voor witwassen en/of financiering van terrorisme zal een verscherpt cliëntenonderzoek moeten plaatsvinden. Cliënten die niet in persoon verschijnen Indien een cliënt niet in persoon verschijnt, zal het verscherpt cliëntenonderzoek er uit moeten bestaan dat de identiteit van de cliënt wordt vastgesteld aan de hand van aanvullende documenten, gegevens of informatie. Een alternatief is dat de documenten die zijn overgelegd worden beoordeeld op echtheid of dat de eerste betaling die met de relatie of transactie verband houdt, wordt gedaan ten gunste of ten laste van een rekening van de cliënt bij een bank met zetel in een lidstaat of in een door de Minister van Financiën aangewezen staat en die beschikt over een vergunning om in die lidstaat of staat haar bedrijf te mogen uitoefenen. Politiek prominente personen Nieuw is dat er speciale aandacht moet worden geschonken aan politiek prominente personen, ofwel natuurlijke personen die prominente publieke functies vervullen of vervuld hebben, en dan met name aan die mensen die afkomstig zijn uit landen waar veel corruptie voorkomt. Een instelling moet een op risico gebaseerd beleid hebben om te bepalen of er sprake is van een politiek prominent persoon. Het gaat hierbij enkel om personen die niet in Nederland wonen. Bij politiek prominente personen gaat het om personen die politieke functies op nationaal niveau uitoefenen en daarmee gelijk te stellen functies. Hierbij kan worden gedacht aan regeringsleiders, parlementsleden, mensen werkzaam bij de rekenkamer, leden van hooggerechtshoven en hoge legerofficieren. Personen die een politiek prominente functie hebben vervuld, worden tot een jaar na het beëindigen van de betreffende functie nog aangemerkt als een politiek prominent persoon. Directe familieleden of andere naasten dienen eveneens als politiek prominent persoon te worden beschouwd. Het is niet de bedoeling dat een instelling intensief onderzoek gaat verrichten naar de familieleden van politiek prominente personen. Het gaat bij familieleden enkel om personen die openbaar bekend zijn. Indien eenmaal is vastgesteld dat een instelling te maken heeft met een politiek prominent persoon, dient de instelling intern toestemming te hebben van personen die speciaal daarvoor zijn aangewezen om de relatie met de politiek prominente persoon aan te gaan. Is een dergelijke relatie eenmaal aangegaan, dan moeten voldoende maatregelen worden getroffen om de bron van het vermogen vast te stellen. Ook moet de relatie gedurende de volledige periode dat diensten worden verleend, verscherpt in de gaten worden gehouden.
Gevolg inwerkingreding wetsvoorstellen Voor u kan de inwerkingtreding van deze wetsvoorstellen tot gevolg hebben dat de identificatieprocedures moeten worden aangepast. In bepaalde gevallen zal deze wet tot een lastenverlichting kunnen leiden omdat u bijvoorbeeld voor bepaalde instellingen de vereenvoudigde identificatieprocedure kunt toepassen. In andere gevallen zal deze wet echter tot een lastenverzwaring leiden, zoals in die gevallen waarin de uiteindelijk belanghebbende moet worden vastgesteld. Een belangrijke wijziging is ook dat publiek prominente personen speciale aandacht behoeven in het identificatiebeleid. Zo zal het beleid erop ingericht moeten zijn publiek prominente personen te herkennen en de daarbij behorende voorzorgsmaatregelen te nemen. Er is in ieder geval meer vrijheid om het beleid aan te passen op de risico’s die u loopt om betrokken te raken bij witwassen en het financieren van terrorisme.
Voor vragen over deze nieuwsbrief of voor aanvullende informatie kunt u zich wenden tot:
[email protected],
[email protected], of
[email protected]
Disclaimer Hoewel deze nieuwsbrief met grote zorgvuldigheid werd samengesteld, kan Loyens & Loeff N.V. niet aansprakelijk worden gesteld voor de gevolgen van het gebruik van deze publicatie zonder haar medewerking.