MONTEERDERS PC 111.03
CAO 2013-2014
Inhoud
Inhoud Inkomen .................................................................................. 4 Index.................................................................................... 4 Minimumlonen...................................................................... 4
Het is weer zover. Een sectoraal akkoord geldig tot eind 2014 binnen de sector monteerders is een feit. Hierin staan de arbeidsvoorwaarden van toepassing voor alle werknemers en alle bedrijven binnen de sector monteerders.
Onderhandelingen op ondernemingsniveau.......................... 4 Ecocheques......................................................................... 5 Eindejaarspremie.................................................................. 5 Extra premies....................................................................... 6 Vervoerkosten...................................................................... 6 Aanvullend pensioen............................................................. 7 Bestaanszekerheid ................................................................ 8 Contract ............................................................................... 11 Eengemaakt werknemersstatuut ........................................ 11
Dit sectoraal akkoord is het resultaat van intensieve onderhandelingen tussen werkgevers en vakbonden. Het sectoraal overleg verliep bijzonder moeilijk. Niet alleen was er weinig onderhandelingsmarge, de werkgevers wilden eerst duidelijkheid omtrent het eenheidsstatuut. De belangrijkste discriminaties zijn weg: de carenzdag is afgeschaft en er is voortaan een gelijke opbouw van opzegtermijnen voor arbeiders en bedienden (zie verder in deze publicatie).
Opzegtermijnen............................................................ 11 Werkgroep statuten arbeiders – bedienden .................. 15 Tijdelijke contracten en uitzendarbeid.................................. 15 Flexibele werkregimes......................................................... 15 Anciënniteitverlof................................................................. 15 Overleg bij meervoudig ontslag........................................... 16 Onderaanneming................................................................ 16 Medische controle.............................................................. 16 Loopbaan ............................................................................. 18 Stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) .................. 18 Overgang van tijdkrediet naar SWT..................................... 19 Wedertewerkstelling........................................................... 19 Tijdkrediet en loopbaanvermindering................................... 19
Deze publicatie is een momentopname. Nog niet alle verschilpunten tussen arbeiders en bedienden zijn weggewerkt. In de komende maanden wordt hierover nog overlegd. Die onderhandelingen kunnen aanleiding zijn tot wijzigingen in het statuut van de werknemer in de sector monteerders. Voor de laatste stand van zaken, neem een kijkje op www.acv-csc-metea.be. Verder vind je in deze publicatie alle belangrijke elementen uit deze cao, aangevuld met algemene informatie van toepassing in de sector monteerders. Nieuwe zaken herken je aan het icoontje . Met eventuele vragen kan je terecht bij jouw vakbondsafgevaardigde of in het ACV-dienstencentrum bij jou in de buurt.
Werkbaar werk................................................................... 19 Vorming en opleiding............................................................ 20 Syndicale voordelen.............................................................. 21 Syndicale premie .............................................................. 21
Veel leesplezier, ACV-CSC METEA
ACV-CSC METEA heeft jou nodig....................................... 22
2
Adressen................................................................................ 23
3
Inkomen
n
Index
De automatische koppeling van de lonen aan de index blijft behouden. Alle lonen (minimum-, maximum-, basis-, effectieve en werkelijk betaalde uurlonen) worden jaarlijks op 1 juli geïndexeerd. De lonen worden die dag telkens verhoogd "met de reële inflatie". Om de reële inflatie op 1 juli te bepalen wordt het indexcijfer van de maand juni vergeleken met het indexcijfer van de maand juni van het voorgaande jaar. Concreet betekent dit dat de lonen op 1 juli 2014 verhogen. Op 1 juli 2013 stegen de lonen met 1,39 %.
n
Minimumlonen
Het gewaarborgd minimumloon, zoals voorzien in de cao van 16 juni 1997, wordt eveneens geïndexeerd op 1 juli van elk jaar, zoals de effectieve lonen. n
4
Onderhandelingen op ondernemingsniveau
Naast de koppeling van de lonen aan de index voorziet het akkoord om op ondernemingsvlak te onderhandelen over een alternatieve besteding van € 250 aan ecocheques. - In ondernemingen met een syndicale delegatie kan vrij onderhandeld worden. - In ondernemingen zonder syndicale delegatie wordt gekozen uit: aanvullend pensioen, hospitalisatieverzekering of herbrutering gelijk aan € 0,0875 bruto per uur (38u/week). - In de ondernemingen waar tegen 30 juni 2014 geen akkoord wordt gemaakt, blijven de oude afspraken van toepassing, zo ook de toekenning van de ecocheques ter waarde van € 250 telkens op 1 oktober.
n
Ecocheques
- Voor de ondernemingen waar de ecocheques behouden blijven. - Voor de toekenning van de ecocheques wordt rekening gehouden met de tewerkstelling van de werknemer vanaf 1 oktober tot en met 30 september (= referteperiode). - Wanneer de werknemer in deze periode op bepaalde momenten niet werkt, worden voor een aantal gevallen gelijkstellingen voorzien: - Gelijkstelling op basis van de nationale wetgeving (cao 98). - Op basis van het Nationaal akkoord 2009 – 2010: - alle dagen van tijdelijke werkloosheid; - alle dagen van afwezigheid ingevolge een arbeidsongeval; - alle dagen gedekt door gewaarborgd loon; - de eerste drie maanden arbeidsongeschiktheid tijdens de referteperiode. - op basis van het Nationaal Akkoord 2011 – 2012: - alle dagen arbeidsongeschiktheid tijdens een periode van tijdelijke werkloosheid. - Op basis van het Nationaal akkoord 2013-2014: - De volledige periode van vaderschapsverlof; - Voor alle gevallen van onvolledige tewerkstelling tijdens de referteperiode wordt een pro rata voorzien. - Uitzendkrachten hebben dezelfde rechten als de vaste werknemers van het gebruikende bedrijf.
Inkomen
Inkomen
Voor meer informatie over ecocheques, ga naar www.ecocheques.be.
n
Eindejaarspremie
- - - -
Gelijk aan 8,33 % van het brutoloon. Referteperiode: 1 januari tot 31 december. Betaling: januari van het volgende kalenderjaar. Behoud van het recht op eindejaarspremie (pro rata tewerkstelling tijdens de referteperiode) indien de opzegging door de werknemer wordt gegeven. Voorwaarde: anciënniteit van minstens 10 jaar in de onderneming.
5
Inkomen
n
Extra premies
In de sector bestaan een aantal extra premies: - Scheidingspremie: indien de nacht buiten de woonplaats moet worden doorgebracht: € 13 per nacht. - Een kledijvergoeding waarvan het bedrag afhankelijk is van de tewerkstelling per maand: minstens 12 dagen = € 13 of tussen de 6 en 12 dagen = € 6,50. - Een vakantiepremie gelijk aan € 143, hetzij € 13 per gepresteerde maand met een maximum van 11 maanden. - Premie voor nachtwerk gelijk aan 25 % van het uurloon. - Premie voor lastige werken gelijk aan minimum 10 % van het uurloon. - Terugroepingspremie: bedrag te bepalen op ondernemingsvlak maar minstens gelijk aan 3 uren loon.
n
Vervoerkosten
De nationale regelgeving voorziet een terugbetaling van de kosten van het woon-werkverkeer. In de sector wordt die als volgt nader gepreciseerd: Openbaar vervoer: de tussenkomst van de werkgever in de kosten van het openbaar vervoer bedraagt 75 % van de kostprijs. Privévervoer: de tussenkomst van de werkgever in de kosten van het privévervoer (lees: vervoer met wagen of fiets) is vastgelegd in een sectorspecifieke tabel met forfaitaire dagvergoedingen per kilometer, die jaarlijks op 1 februari worden geïndexeerd!
6
Op 1 februari 2014 bedroeg de index 1,04 %. Deze bedragen zijn terug te vinden in onze publicatie Vervoerkosten.
n
Inkomen
- De periode van het vaderschapsverlof wordt meegeteld bij de berekening van de eindejaarspremie. - Behoud van het recht op de eindejaarspremie wanneer een einde komt aan de arbeidsovereenkomst omwille van medische overmacht. - Sectorale aanbeveling voor wat betreft de berekening van het jaarlijks brutoloon: opnemen van de uren gepresteerd in het kader van “verplaatsingstijd” in de berekeningsbasis.
Aanvullend pensioen
Via werkgeversbijdragen aan het Pensioenfonds Metaal wordt voor de werknemers een aanvullend pensioen opgebouwd voor zover ze minstens 1 jaar gewerkt hebben in de sector. Sinds 2006 wordt een bijdrage voorzien voor de financiering van het solidariteitsluik van het sectoraal pensioenfonds (= 0,1 %). Jaarlijks krijgt elke werknemer in de loop van de oktober een pensioenfiche. Deze fiche vermeldt het reeds gespaarde kapitaal evenals het bedrag van het aanvullend pensioen aan het einde van de loopbaan, voor zover er zich geen wijzigingen voordoen. Sinds 1 januari 2013 bedraagt de werkgeversbijdrage 1,90 % op de brutolonen. In het Nationaal akkoord 2013-2014 werd overeengekomen om de werkgeversbijdragen verder te verhogen met 0,10 % en dit vanaf 1 april 2014. Vanaf dan zal de werkgeversbijdrage dus 2,00 % op de brutolonen bedragen. Voor meer informatie kan je steeds terecht bij: - de delegees en de secretarissen van ACV-CSC METEA - het nationaal secretariaat van het Pensioenfonds Metaal tel.: 02/504.97.77 e-mail:
[email protected]. Heel wat informatie vind je eveneens terug op de site van het pensioenfonds: www.pfondsmet.be.
7
Bestaanszekerheid
De bedragen in de tabel zijn van toepassing sinds 1 oktober 2011. Soort
Modaliteiten
Bedragen
Tijdelijke werkloosheid
Voorwaarden:
€ 10 / uitkering
- - - - - -
- genieten van wette- € 5 / halve uitkering economische redenen lijke werkloosheidstechnische stoornis uitkeringen slecht weer - in dienst zijn bij een Duur: onbeperkt jaarlijkse vakantie werkgever uit de overmacht sector staking (mits goedkeuring)
Volledige werkloosheid
8
Voorwaarden:
- economische redenen - Genieten van wettelijke werkloosheidsuitkeringen - Ontslagen zijn door een werkgever uit de sector - 3 maanden anciënniteit in de onderneming ingeval van een contract van bepaalde duur. - Verlenging tot 30 juni 2015 voor alle werknemers; vanaf 1 juli 2015 enkel voor: • Arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur • O n t s l a g e n ná 1 januari 2014 als gevolg van een collectief ontslag met sociaal plan uiterlijk op 31 december 2013
€ 5,80 / uitkering
Volledige werkloosheid Voorwaarden: + 57 jaar (voor 30 juni - Genieten van wette2015) lijke werkloosheidsuitkeringen - Ontslagen door een werkgever uit de sector - 50 jaar of ouder zijn op het ogenblik van het ontslag - Ontslagen om economische redenen tussen 1 januari 1989 en 30 juni 2015
€ 77 / maand – voltijds regime
SWT (stelsel werkloos- - De aanvullende verheid met bedrijfstoeslag) goeding is ten laste van de ex-werkgever - Vanaf 58 jaar wordt een deel van deze vergoeding ten laste genomen door het Fonds
Gewone regeling cao 17 (eventueel aangevuld door een betere ondernemingsregeling)
Arbeidsongeschiktheid
Voorwaarden: - In dienst zijn van een werkgever op de 1ste dag van de arbeidsongeschiktheid - Genieten van wettelijke ziekte-uitkeringen - 15 dagen anciënniteit in de onderneming - Niet bij arbeidsongeval of beroepsziekte
€ 85 / maand
Voorwaarden: Arbeidsongeschiktheid - In dienst zijn van een + 57 jaar (mannen) + 55 jaar (vrouwen) werkgever op de 1ste dag van de arbeidson(bij aanvang ziekte of tijgeschiktheid dens de betaling van de - Genieten van wette11 maanden ziekte) lijke ziekte-uitkeringen - Niet bij arbeidsongeval of beroepsziekte.
€ 85 / maand
€ 2,90 / halve uitkering Duur: - 35 jaar
120 dagen
35 - 44 jaar 210 dagen 45 - 52 jaar 300 dagen
€ 38,5 / maand – halftijds regime Duur: vanaf 57 jaar tot aan wettelijk pensioen
Bestaanszekerheid
Bestaanszekerheid
Vanaf 58 jaar: (deel ten laste van het Fonds) € 77 / maand – voltijds regime € 38,5 / maand – halftijds regime
€ 42,50 / maand – halve uitkeringen Duur: 2de tot 12de maand
€ 42,50 / maand – halve uitkeringen Duur: tot aan het wettelijk pensioen
9
Bestaanszekerheid
Modaliteiten
Jeugdvakantie
Voorwaarden: € 10 / uitkering - Minstens 1 maand € 5 / halve uitkering gewerkt in het vakantiedienstjaar (= kalenderjaar waarin werknemer zijn studies heeft beëindigd) - In dienst zijn bij een werkgever uit de sector
Seniorvakantie
Bedragen
Contract n
Contract
Soort
Eengemaakt werknemersstatuut
Opzegtermijnen Voor werknemers die vóór 1 januari 2014 in dienst traden, worden hun verworven rechten “vastgeklikt” op basis van hun anciënniteit binnen de onderneming op 31 december 2013 op basis van de sectorale bepalingen die op dat moment toegepast werden.
€ 10 / uitkering € 5 / halve uitkering
Algemeen regime
SWT
Herstructurering (met cao)
Anciënniteit
WN
WG
WG
WN
WG
minder dan 5 jaar
14 d
42 d
35 d
14 d
35 d
5 tot minder dan 10 jaar
14 d
49 d
35 d
14 d
35 d
10 tot minder dan 15 jaar
28 d
84 d
35 d
21 d
70 d
15 tot minder dan 20 jaar
28 d
112 d
35 d
21 d
70 d
20 tot minder dan 25 jaar
42 d
154 d
70 d
28 d
133 d
Meer dan 25 jaar
42 d
196 d
70 d
28 d
133 d
d = kalenderdagen
Vanaf 1 januari 2014 wordt voor de opzegtermijnen geen onderscheid meer gemaakt tussen arbeiders en bedienden. De opzegtermijn wordt bepaald op basis van het criterium anciënniteit binnen de onderneming. Voor degenen die al in dienst waren start men met anciënniteit 0 op 1 januari 2014. Wat niet wil zeggen dat de anciënniteit tot 31 december 2013 verloren gaat. Hun rechten werden immers “vastgeklikt” zoals hierboven vermeld.
10
Opmerking: de opzeg door de werknemer kan maximum 13 weken bedragen.
11
Contract
Anciënniteit
12
Opzeg door WG (in weken) (anc. = 0 op 1 januari 2014)
Opzeg door WN (in weken) (anc. = 0 op 1 januari 2014)
Tegenopzeg WN na opzeg door WG (in weken)
0
2
1
1
3m
4
2
2
6m
6
3
3
9m
7
3
3
1j
8
4
4
1j3m
9
4
4
1j6m
10
5
4
1j9m
11
5
4
2
12
6
4
3
13
6
4
4
15
7
4
5
18
9
4
6
21
10
4
7
24
12
4
8
27
13
4
9
30
13
4
10
33
13
4
11
36
13
4
12
39
13
4
13
42
13
4
14
45
13
4
15
48
13
4
16
51
13
4
17
54
13
4
18
57
13
4
19
60
13
4
20
62
13
4
21
63
13
4
22
64
13
4
23
65
13
4
24
66
13
4
25
67
13
4
26
68
13
4
27
69
13
4
28
70
13
4
29
71
13
4
30
72
13
4
31
73
13
4
32
74
13
4
Contract
Sinds 1 januari 2014 zijn volgende opzegtermijnen van toepassing:
Tenslotte werd ook een compensatieregeling voorzien voor de arbeiders die reeds vóór 2014 in dienst waren en die na 1 januari 2014 ontslagen worden. Het doel van die regeling is het compenseren van het verschil in opzegtermijnen tussen arbeiders en bedienden van het verleden. De compensatie gebeurt ofwel via de ontslagcompensatievergoeding (OCV) ofwel via de ontslaguitkering. Er is recht op een ontslagcompensatievergoeding op basis van de anciënniteit die de arbeider heeft: - Vanaf 1 januari 2014: 20 jaar anciënniteit - Vanaf 1 januari 2015: 15 jaar anciënniteit - Vanaf 1 januari 2016: 10 jaar anciënniteit - Vanaf 1 januari 2017: iedereen De periode gedekt door de OCV wordt bepaald aan de hand van volgende formule: Alle jaren anciënniteit alsof de arbeider altijd al werkte onder de nieuwe regeling (a) (vastgeklikte rechten op 31 december 2013 (b) + opgebouwde anciënniteit vanaf 1 januari 2014 tot ontslag (c))
13
Contract
Werkgroep statuten arbeiders – bedienden Met het oog op de verdere toenadering in de statuten arbeiders/bedienden op sectorvlak werd in het nationaal akkoord 2013-2014 overeengekomen om een werkgroep op te richten en dit samen met de bediendenorganisaties.
(a) Totale anciënniteit = 22 jaar en 0,5 maand = 64 weken (cfr. nieuwe opzegtermijnen) (b) Opzeg arbeider tot 31.12.2013: PC 111.03: 20 jaar + 11 maand = 22 weken (154 kalenderdagen) (c) Opzeg van 01.01.2014 tot 01.02.2015: 1 jaar en 1 maand = 8 weken Deze werknemer krijgt dus (22 + 8) 30 weken opzeg (te presteren of als opzegvergoeding) én een uitbetaling van een netto ontslagcompensatievergoeding van 34 weken (= 64 – 30) De OCV wordt betaald door de RVA via de uitbetalingsinstellingen en is een netto-uitkering (dus vrijgesteld van RSZ en bedrijfsvoorheffing). Deze OCV kan niet gecumuleerd worden met werkloosheidsuitkeringen. Ook in geval van SWT heeft men recht op de ontslagcompensatievergoeding. De andere wijze van compensatie is het systeem van de ontslaguitkering en geldt voor diegenen die geen recht hebben op de OCV omdat ze onvoldoende anciënniteit hebben. Voor contracten vanaf 1 januari 2012 bedraagt die ontslaguitkering € 1.250. Voor contracten vóór 1 januari 2012 gelden volgende bedragen, ook afhankelijk van de anciënniteit die men heeft op het moment van het ontslag: - < 5 jaar: € 1.250 netto - > 5 jaar < 10 jaar: € 2.500 netto - > 10 jaar: € 3.750 netto
14
Ook de ontslaguitkering wordt betaald door de RVA via de uitbetalingsinstellingen en is vrijgesteld van RSZ en bedrijfsvoorheffing. De ontslaguitkering kan wel gecumuleerd worden met werkloosheidsuitkeringen.
n
Contract
Voorbeeld Arbeider PC 111.03 In dienst: 12.01.1993 Uit dienst: 01.02.2015
Tijdelijke contracten en uitzendarbeid
- Indien een onderneming een werknemer met een tijdelijk contract of met een uitzendcontract wil aanwerven met een contract van onbepaalde duur, dan wordt de tijd die de werknemer reeds werkte voor deze onderneming, meegerekend voor de anciënniteit (loonbarema, opzegtermijnen). - Indien de arbeider gedurende 1 jaar voor dezelfde werkgever werkt, heeft hij inzake vorming en opleiding dezelfde rechten als de vaste arbeiders.
n
Flexibele werkregimes
In de sector bestaan specifieke flexibiliteitregelingen: - Jaartijd of annualisering van de arbeidstijd. - Sectorale regeling inzake overuren. - Kleine flexibiliteit. Al deze regelingen werden tot 31 december 2014 verlengd. Heb je vragen over de correcte toepassing van deze regelingen, raadpleeg dan je secretaris van ACV-CSC METEA.
n
Anciënniteitverlof
Werknemers met 5 jaar dienst in de onderneming hebben recht op 1 dag bijkomende vakantie, vanaf 15 jaar dienst in de onderneming hebben ze recht op 2 dagen bijkomende vakantie.
15
Contract
Overleg bij meervoudig ontslag
De werkgever die de intentie heeft over te gaan tot meervoudig ontslag, moet hierbij de juiste overlegorganen informeren en het nodige overleg plegen om deze ontslagen te vermijden. Zo moet de werkgever nagaan of alle tewerkstellingsbehoudende maatregelen uitgeput zijn, zoals: tijdelijke werkloosheid, beroepsopleiding, … Wat is een “meervoudig ontslag”? - Elk ontslag van ten minste 10 % van de arbeiders - gedurende een periode van 60 kalenderdagen. In ondernemingen met minder dan 30 arbeiders volstaat het dat 3 arbeiders ontslagen worden. Als de werkgever de procedure niet respecteert, dan moet hij de werknemer een bijkomende vergoeding (namelijk 2 maal de opzeg) betalen. Ontslagen in geval van sluiting worden ook beschouwd als meervoudig ontslag.
n
Onderaanneming
van de onderneming) of via het arbeidsreglement een zogenaamde beschikbaarheidsperiode kan bepaald worden. De ‘beschikbaarheidsperiode’ is een periode tijdens de dag gedurende dewelke de werknemer zich verplicht op zijn verblijfplaats ter beschikking moet houden voor de controlearts. Deze periode omvat maximum 4 aaneengesloten uren tussen 7 en 20 uur.
Contract
n
Deze verplichting moet beperkt zijn in de tijd en in het begin van de ziekteperiode worden vastgelegd, bijvoorbeeld beschikbaar zijn voor controle op de 2de en 3de dag van de arbeidsongeschiktheid tussen 10 en 14 uur. In de sector monteerders werd geen collectieve arbeidsovereenkomst gesloten die zo’n beschikbaarheidsperiode vastlegt. Zonder collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak of bepalingen in het arbeidsreglement, is het dus toegelaten om de woonst te verlaten voor zover dit zo op het geneeskundig getuigschrift voorzien is. Indien jouw werkgever bepalingen in het arbeidsreglement wil invoeren aangaande deze problematiek, is het raadzaam om contact op te nemen met jouw plaatselijk secretariaat van ACV-CSC METEA dat je de nodige informatie zal verstrekken.
Tijdens de cao-periode worden bijzondere inspanningen geleverd met het oog op het correct gebruik van onderaanneming (arbeidsvoorwaarden, veiligheids- en gezondheidsvoorschriften, …).
n
Medische controle
Let op: nieuwe wettelijke bepalingen in verband met de beschikbaarheid voor medische controle! De werkgever heeft steeds de mogelijkheid om de arbeidsongeschiktheid van de werknemer te laten controleren door een controlearts. De werknemer is verplicht deze controle te ondergaan. Daaraan werd niets gewijzigd.
16
De nieuwe wettelijke bepalingen voorzien evenwel dat bij collectieve arbeidsovereenkomst (op sectorniveau of op vlak
17
Loopbaan
n
Stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT)
Sinds 2012 spreken we niet langer van “brugpensioen” maar van “SWT” namelijk het stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag. Alle bestaande cao’s inzake SWT op sectoraal en ondernemingsvlak worden verlengd tot en met 31 december 2014. Sinds 1 januari 2013 is de minimumleeftijd 57 jaar mits 38 jaar loopbaan. Indien je niet kan genieten van de voordelen van een SWT-cao op 1 van deze niveaus, kan je beroep doen op de nationale regeling, waarvan hierna een beknopt overzicht. SWT vanaf 58 jaar - De minimumleeftijd is 58 jaar voor alle mannen en vrouwen (geldig tot 31 december 2014). Vanaf 1 januari 2014 moeten zowel mannen als vrouwen 38 jaar dienst kunnen bewijzen. - SWT “zwaar beroep” vanaf 58 jaar na 35 jaar prestaties: tot 31 december 2014. SWT vanaf 57 jaar De minimumleeftijd is 57 jaar voor alle mannen en vrouwen. De anciënniteitvoorwaarde is 38 jaar en enkel toepasselijk voor “sociale gevallen”.
18
SWT vanaf 56 jaar - recht vanaf 40 jaar loopbaan (geldig tot en met 31 december 2015 - € 77 via FBZ tot 31 december 2014) - recht vanaf 33 jaar loopbaan, waarvan 20 jaar ploegenarbeid met nachtprestaties (geldig tot en met 31 december 2014)
OPGELET Wanneer de mogelijkheid om met SWT te gaan ter sprake komt, is het raadzaam na te gaan of voldaan is aan de loopbaanvereiste. De werkgevers hebben zich ertoe verbonden om hieromtrent degelijke informatie te verschaffen. n
Loopbaan
Loopbaan
Overgang van tijdkrediet naar SWT
De aanvullende vergoeding SWT wordt na een vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse of 4/5de betrekking eveneens op een voltijds loon berekend. n
Wedertewerkstelling
Bij wedertewerkstelling wordt de aanvullende vergoeding verder uitbetaald. In dit geval doe je er goed aan je ACV-dienstencentrum te melden dat het wel degelijk om een wedertewerkstelling bij een andere werkgever gaat! n
Tijdkrediet en loopbaanvermindering
De reeds bestaande afspraken rond tijdkrediet en loopbaanvermindering werden verlengd. We zetten ze nog eens op een rijtje: - Het recht op (halftijds en voltijds) tijdkrediet geldt voor 3 jaar en dit voor 5 % van de arbeiders. Ondernemingen die bij ingang van dit akkoord reeds een gunstiger percentage hanteren, kunnen dit behouden. - Vermindering van de prestaties met 1/5de voor werknemers van minstens 50 jaar met 28 jaar loopbaan (landingsbaan) - De Vlaamse premies blijven van toepassing. - Op ondernemingsvlak kan de drempel (5 %) worden verhoogd. n
Werkbaar werk
Op sectoraal vlak willen we de invulling van het thema “werkbaar werk” (cao 104) op ondernemingsvlak ondersteunen. Daarvoor wordt een werkgroep opgericht die als concrete opdracht heeft om suggesties en hulpmiddelen te ontwikkelen.
19
Vorming en opleiding
In de montagesector is opleiding en levenslang leren zeer belangrijk. Ook voor deze cao-periode hebben de werkgevers zich, op vraag van ACV-CSC METEA, ertoe geëngageerd om inzake opleiding en opleidingskansen meer inspanningen te leveren. Dit vertaalt zich onder meer in het optrekken van het collectief opleidingsvolume van 3 dagen per jaar en per tewerkgestelde voltijds equivalent arbeiders naar 3,5 dagen per jaar. De besteding van dit collectief opleidingsvolume moet besproken worden op ondernemingsvlak, in de ondernemingsraad. Wanneer er geen ondernemingsraad is, moet dit besproken worden met de syndicale delegatie. Het invullen van het collectief opleidingsvolume moet opgenomen zijn in een opleidingsplan, dat jaarlijks ter informatie wordt overgemaakt aan de v.z.w. montage. Onder “beroepsopleiding” wordt verstaan: vorming die de kwalificatie van de arbeider bevordert en beantwoordt aan zowel de individuele behoeften van de werknemer als aan de noden van de onderneming, inclusief on-the-job-training. Deze beroepsopleiding moet plaatsvinden tijdens de werkuren. In de loop van het tweede kwartaal van 2015 wordt een nationaal gecoördineerde enquête georganiseerd bij alle ondernemingen, inclusief deze zonder syndicale delegatie, om de realisatie van het engagement te meten. Ondernemingen die niet antwoorden op deze enquête, kunnen geen beroep doen op de financiële tussenkomsten van het opleidingsfonds. Naast het collectief opleidingsvolume, bestaat er binnen de sector ook een individueel opleidingsrecht van 2 werkdagen per 2 kalenderjaren toegekend aan alle arbeiders die tewerkgesteld zijn met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, bepaalde duur of voor een bepaald werk.
20
De opleidingsinspanningen moeten jaarlijks besproken worden op de ondernemingsraad, of bij afwezigheid van de ondernemingsraad door de syndicale delegatie. Naast de evaluatie van de opleidingsinspanningen moet er ook een bespreking zijn van de vooruitzichten inzake beroepsopleidingen.
Opleidings-CV Naast het opstellen van een opleidingsplan, moet de werkgever een individueel opleidings-CV opstellen met de daarin gevolgde opleidingen en uitgeoefende functies binnen de onderneming. Ook opleiding en vorming die de arbeider op eigen initiatief volgde, kunnen in dit document worden opgenomen. Bij ontslag of overstap naar een andere werkgever, heeft de arbeider recht op een kopie van deze opleidings-CV. Voor het optimaliseren van het gebruik van de opleidings-CV zal een digitaal platform worden aangeboden in die mate dat er op ondernemingsniveau nog geen gelijkaardige initiatieven bestaan. Concrete voorstellen zullen besproken en uitgewerkt worden in een paritaire werkgroep bestaande uit opleidingsexperten. Sinds 1 april 2014 zijn alle opleidingsinspanningen binnen vzw montage gecentraliseerd. Dit betekent dat vzw montage het aanspreekpunt is voor zowel het organiseren van de opleidingen voor de risicogroepen als het organiseren van opleidingen in het kader van permanente vorming. Er zal zo snel mogelijk een communicatieplan worden opgesteld voor de werknemers van de sector met alle nodige informatie.
Vorming en opleiding - Syndicale voordelen
Vorming en opleiding
Syndicale voordelen n
Syndicale premie
Elk lid van ACV-CSC METEA, tewerkgesteld in één van de metaal- of textielsectoren, heeft recht op een syndicale premie. Voor de metaalsectoren is deze syndicale premie voor elk lid gelijk. Het bedrag en de toekenningvoorwaarden worden jaarlijks vastgesteld. In 2014 stijgt de premie naar € 120 voor leden die een bijdrage betaalden als actieve en voltijdse werknemer. Voor schoolverlaters, zieken, enz. zijn speciale regelingen voorzien.
21
Syndicale voordelen
ACV-CSC METEA heeft jou nodig
Je kan terecht in onze secretariaten: HOPMARKT 45 9300 AALST T 053 73 45 46
ONDER DEN TOREN 5 2800 MECHELEN T 015 71 85 20
NATIONALESTRAAT 111 2000 ANTWERPEN T 03 222 70 51
RUE CLAUDE DE BETTIGNIES 10-12 7000 MONS T 065 37 25 80
RUE PIETRO FERRERO 1 6700 ARLON T 063 24 20 58
PLACE CHARLES DE GAULLE 3 7700 MOUSCRON T 069 88 07 45
• Onze informatie is duidelijk en correct.
CHAUSSÉE DE LOUVAIN 510 5004 BOUGE T 081 25 40 18
RUE DES CANONNIERS 14 1400 NIVELLES T 067 88 46 15
• Je kan met “al” jouw vragen in volle vertrouwen bij ons terecht.
OUDE BURG 17 8000 BRUGGE T 050 44 41 83-84
DR. L. COLENSSTRAAT 7 8400 OOSTENDE T 059 55 25 36-37
• Onze militanten zijn gemakkelijk aanspreekbaar. Zij dragen zorg voor jouw bekommernissen.
RUE PLETINCKXSTRAAT 19 1000 BRUSSEL / BRUXELLES T 02 557 87 00
H. HORRIESTRAAT 31 8800 ROESELARE T 051 26 55 32-33-34
• Als onderhandelen niet lukt, dan pas voeren we actie.
RUE PRUNIEAU 5 6000 CHARLEROI T 071 23 08 64
AIME DELHAYEPLEIN 16 9600 RONSE T 053 73 45 48-49
AACHENER STRASSE 89 4700 EUPEN T 087 85 99 46
H. HEYMANPLEIN 7 9100 SINT-NIKLAAS T 03 765 23 30
Je kan bovendien heel wat geld besparen op jouw uitgaven voor vakantie en vrije tijd op vertoon van jouw lidkaart bij onze partners.
POEL 7 9000 GENT T 09 265 43 20-22
OUDE STATIONSSTRAAT 4 8700 TIELT T 051 23 11 52
Lid worden kan heel eenvoudig! Spreek gerust een militant aan of bezoek www.acv-csc-metea.be en ontdek wat ACV-CSC METEA jou te bieden heeft!
GULDENSPORENLAAN 7 3530 HOUTHALEN T 011 30 67 00
AV. DES ÉTATS-UNIS 10 BTE 4 7500 TOURNAI T 069 88 07 45
MARTELARENLAAN 8 3010 KESSEL-LO T 016 21 94 50-51
KORTE BEGIJNENSTRAAT 20 2300 TURNHOUT T 014 44 61 15
PR. KENNEDYPARK 16D 8500 KORTRIJK T 056 23 56 30
PONT LÉOPOLD 4-6 4800 VERVIERS T 087 85 99 85
PLACE MAUGRÉTOUT 17 7100 LA LOUVIÈRE T 065 37 28 27
TOEKOMSTSTRAAT 17 1800 VILVOORDE T 02 557 87 10
ACV-CSC METEA is een sterke nationale industrievakbond. Leden en militanten maken onze organisatie sterk.
Alleen maar voordelen: • Wij verdedigen jouw belangen.
• En als het moet, stappen we samen naar de arbeidsrechtbank.
Adressen
n
BOULEVARD SAUCY 10 4020 LIÈGE T 04 340 73 20
22
23
www.acv-csc-metea.be
Voor meer informatie kan je ook op onze website terecht: www.acv-csc-metea.be. Via het contactformulier kan je altijd vragen stellen. Of stuur gewoon een mailtje naar
[email protected]. Wij trachten je zo snel mogelijk een antwoord te bezorgen.
Verantwoordelijke uitgever: Marc De Wilde Pagodenlaan 1-3, 1020 Brussel