INSTRUCTIEBROCHURE voor mensen die Metoject® 50 mg/ml gebruiken
Inhoud
Pagina
Inleiding
3
Hoe wordt Metoject® 50 mg/ml gebruikt?
4
Het vermijden van plaatselijke huidirritatie
7
Het vermijden van verharding of verdikking van de huid (hypertrofie)
8
Hoe bewaart u Metoject® 50 mg/ml?
10
Aanvullende informatie
10
Deze brochure is ontwikkeld in samenwerking met de V&VN Reumatologie 2
INLEIDING De informatie in deze brochure kan voor u van belang zijn indien u van uw specialist Metoject® (methotrexaat) 50 mg/ml voorgeschreven heeft gekregen. Dit geneesmiddel wordt wekelijks als een onderhuidse (subcutane) injectie toegediend. Deze brochure helpt u bij het leren om uzelf te kunnen injecteren. Daarnaast vindt u hier informatie over de bewaarcondities en de verpakking. Uw behandelend specialist heeft u al geïnformeerd over de behandeling met Metoject® 50 mg/ml. Wij raden u echter aan de bijsluiter in de Metoject® 50 mg/ml verpakking aandachtig door te lezen. Heeft u na het lezen van deze brochure of de bijsluiter nog vragen? Neem dan contact op met uw specialist, reumaverpleegkundige of met uw apotheker. Heeft u opmerkingen of suggesties voor verbetering van deze brochure dan horen wij die uiteraard graag. U kunt bovendien altijd contact met ons opnemen als de brochure onduidelijkheden bevat. Het gratis telefoonnummer van de servicedesk van Teva Nederland is 0800-0228400.
3
HOE WORDT METOJECT® 50 MG/ML GEBRUIKT? Metoject® 50 mg/ml wordt uitsluitend eens per week als injectie toegediend. U wordt geadviseerd eerst een prikinstructie bij uw reumaverpleegkundige te volgen, voordat u zelf gaat spuiten.
Stap 1 Controleer of de houdbaarheid van de injectiespuit niet is verstreken, de dosering overeenkomt en uw naam op het etiket staat. Open de verpakking en lees aandachtig de bijsluiter door. Haal de injectiespuit uit de verpakking. Let op: Als iemand anders dan uzelf de injectie toedient, wordt geadviseerd handschoenen te dragen.
1
4
Stap 2 Houdt de injectiespuit met de punt omhoog en verwijder voorzichtig de beschermdop door een draaiende, trekkende beweging. Door een vacuüm onder de beschermdop kan een kleine druppel vloeistof uit de spuit komen. Als dit het geval is, trekt u de zuiger voorzichtig terug waardoor de druppel weer in de injectiespuit gezogen wordt. Als het voor u lastig is de beschermdop te verwijderen, dan kunt u hiervoor een handig hulpmiddel gebruiken. Dit gratis hulpmiddel, ook wel de Teva cap remover genoemd, zal naar verwachting in oktober 2010 beschikbaar zijn. U kunt deze bestellen door te bellen naar de servicedesk van Teva Nederland 0800-0228400.
2
Stap 3 U kunt waarschijnlijk zien dat er een luchtbel in de injectiespuit zit. Deze luchtbel zorgt ervoor dat tijdens het injecteren de volledige hoeveelheid vloeistof uit de injectiespuit gespoten wordt. U hoeft de luchtbel dan ook niet te verwijderen.
3
5
Stap 4 Zorg dat de huid waar u wilt injecteren schoon is. Raak de steriele naald niet aan. Pak met uw duim en wijsvinger een huidplooi vast. Injecteer de naald onder een rechte hoek (90°) in de huid. Zorg ervoor dat de naald zich volledig in de huid bevindt. Op deze manier weet u zeker dat de injectievloeistof goed in de vetlaag komt. Injecteer de medicatie langzaam. Trek de naald pas terug als alle medicatie geïnjecteerd is. Het is volkomen onschadelijk dat de luchtbel met de medicatie geïnjecteerd wordt.
4
Stap 5 Trek de naald recht omhoog uit de huid; ‘sleep’ de naald niet van de huid weg. Dep de injectieplaats schoon met bijvoorbeeld een watje. Wrijf niet over de injectieplaats. Plaats de beschermdop niet terug op de injectienaald. Verwijder de gebruikte injectiespuit in een goed afgesloten naaldcontainer.
5
6
HET VERMIJDEN VAN PLAATSELIJKE HUIDIRRITATIE Roodheid, pijn of een brandend gevoel op de injectieplaats kan worden veroorzaakt door het geneesmiddel of door de injectie zelf. Het is belangrijk om te weten dat deze klachten vooral optreden bij de start van de therapie en meestal na enige weken of maanden verdwijnen. Ook is een goede injectietechniek van belang: de naald dient voldoende diep in de vetlaag (ook wel onderhuids bindweefsel genoemd) onder de huid terecht te komen. Tips Vóór het injecteren • Kies een rustige plek en een gunstig tijdstip om uzelf te injecteren, zodat u zich kunt ontspannen en niet gehaast bent. • Inspecteer de beoogde injectieplaats. Probeer plaatsen die rood, opgezet of gevoelig zijn, te vermijden. Injecteer niet op een plaats waar de huid kapot/beschadigd is of waar een tatoeage, een deukje of iets dergelijks zit. • Zorg dat de huid waar u wilt injecteren schoon is. • Wrijf niet over het gebied of de injectieplaats die u gaat gebruiken. • Injecteer niet in een gebied waar de afgelopen week ook al geïnjecteerd is. • Neem bij twijfel over bijwerkingen contact op met uw arts of verpleegkundige. Tijdens het injecteren • Breng de naald onder een rechte hoek (90°) in. • Breng de naald in met een snelle beweging. Zorg ervoor dat de naald zich volledig in de huid bevindt. Op deze manier weet u zeker dat de injectievloeistof goed in de vetlaag komt. Injecteer de medicatie langzaam. Trek de naald pas terug als alle medicatie geïnjecteerd is. • Injecteer niet in gevoelige gebieden, zoals de binnenkant van arm, been of lies. • Trek de naald na het injecteren recht omhoog. ‘Sleep’ de naald niet van de huid weg.
7
Na het injecteren • Wrijf niet over de injectieplaats. • Als de injectieplaats pijnlijk is, leg er dan wat ijs op (in een plastic zakje of washand). • Als de huidirritatie langer dan 24 uur blijft bestaan, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundige. • Als u huiduitslag, netelroos of andere verschijnselen van een allergische huidreactie krijgt, neem dan vóór uw volgende injectie contact op met uw arts of verpleegkundige. Hij/zij kan uw huid onderzoeken en bepalen hoe het probleem het beste kan worden behandeld. Hij/zij zal onderscheid maken tussen plaatselijke huidreacties ten gevolge van de injectie of huiduitslag die ook buiten het injectiegebied optreedt.
HET VERMIJDEN VAN VERHARDING OF VERDIKKING VAN DE HUID (HYPERTROFIE) Ondanks dat Metoject® 50 mg/ml slechts één keer per week geïnjecteerd dient te worden, kan herhaaldelijk injecteren op dezelfde plaats wel verharding of verdikking van de huid veroorzaken. Door de injectieplaatsen goed af te wisselen kan men dit probleem in de meeste gevallen voorkomen. Afbeelding 1 laat de zeven gebieden van het lichaam zien waar Metoject® 50 mg/ml kan worden geïnjecteerd. In elk van deze gebieden kan op verschillende plaatsen worden geïnjecteerd. Het is belangrijk om steeds voor een andere injectieplaats in een ander injectiegebied te kiezen. Let op: ieder injectiegebied bestaat uit meerdere injectieplaatsen. Ook de injectieplaatsen zelf moeten regelmatig worden afgewisseld (bijvoorbeeld: in het bovenbeen kan men op minstens drie plekken spuiten, naargelang de lengte en dikte van het been).
8
Afbeelding 1 De zeven gebieden van het lichaam waar Metoject® 50 mg/ml kan worden geïnjecteerd.
1. Buik 2. Rechterdij 3. Linkerdij 4. Linkerarm 5. Rechterarm 6. Linkerbil 7. Rechterbil
Ieder vierkantje is een injectieplaats
Buik
Injecteer in het gebied rond de navel. Injecteer niet binnen 5 cm (ongeveer twee vingerbreedten) van de navel zelf.
Dijen
Injecteer in de voor- en buitenkant van de dijen. U kunt vanaf ongeveer 5 cm onder de lies tot ongeveer 5 cm boven de knie injecteren. Injecteer niet in de binnenkant van de dij, dit kan irritatie veroorzaken.
Armen Injecteer in de vlezige achterkant van de bovenarm. Injecteer niet in de onderarm of de binnenkant van de arm. Billen
Injecteer in het vlezige gebied boven de billen (bovenbuitenkant billen). Injecteer niet in de buurt van de wervelkolom of op een plaats waar kleding strak tegen uw huid zit (taille). Injecteer niet in de billen zelf omdat dat ongemak bij het zitten veroorzaakt. 9
HOE BEWAART U METOJECT® 50 MG/ML Buiten het bereik en zicht van kinderen houden. Bewaren beneden 25°C. De voorgevulde injectiespuiten in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht. Gebruik Metoject® 50 mg/ml niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op de verpakking. De vervaldatum verwijst naar de laatste dag van die maand. Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Lever de gebruikte injectienaalden in een goed afgesloten naaldcontainer in bij uw apotheek. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu.
AANVULLENDE INFORMATIE Wat bevat Metoject® 50 mg/ml? • Het werkzame bestanddeel is methotrexaat. 1 ml oplossing bevat 50 mg methotrexaat (als dinatriummethotrexaat). • De andere bestanddelen zijn natriumchloride, natriumhydroxide voor pH-aanpassing en water voor injecties. Versiedatum SmPC: 22 juni 2009. Hoe ziet Metoject® 50 mg/ml eruit en wat is de inhoud van de verpakking? Metoject® 50 mg/ml voorgevulde injectiespuiten bevatten een transparante, geelbruine oplossing. De volgende verpakkingsgrootten zijn in Nederland beschikbaar: voorgevulde injectiespuiten met vaste subcutane (onderhuidse) injectienaalden, schaalverdeling en alcoholgaasjes met: • • • • •
7,5 mg, oplossing voor injectie in voorgevulde injectiespuit 7,5 mg/0,15 ml 10 mg, oplossing voor injectie in voorgevulde injectiespuit 10 mg/0,20 ml 15 mg, oplossing voor injectie in voorgevulde injectiespuit 15 mg/0,30 ml 20 mg, oplossing voor injectie in voorgevulde injectiespuit 20 mg/0,40 ml 25 mg, oplossing voor injectie in voorgevulde injectiespuit 25 mg/0,50 ml
Iedere verpakking bevat 1 voorgevulde injectiespuit. 10
Deze informatie is u aangeboden, in samenwerking met de V&VN reumatologie, door: Teva Pharma Nederland Postbus 552 2003 RN Haarlem Servicedesk Teva Nederland: 0800-0228400.
[email protected]
11
METO 2010-P0004
www.tevapharma.nl