CHROMIUM [51Cr] EDTA INJECTION Samenvatting van de kenmerken van het product
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Chromium [51Cr] EDTA, oplossing voor injectie 3,7 MBq/ml
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Chroom [51Cr]-edetaat 37 MBq/flacon (3,7 MBq/ml) op de referentiedatum voor de activiteit De toedieningsvorm bevat maximaal 0,64 mg/ml chroomedetaat. Chroom [51Cr] heeft een fysische halveringstijd van circa 28 dagen en vervalt onder emissie van gammastralen met de belangrijkste energie bij 0,32 MeV. Hulpstoffen: Benzylalcohol: 10 mg/ml Natrium: 0,23 mg/ml Voor een volledige lijst van hulpstoffen zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM Oplossing voor injectie Heldere, violette oplossing
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1.
Therapeutische indicaties Dit geneesmiddel is uitsluitend voor diagnostisch gebruik. Chroom [51Cr]-edetaat wordt toegepast ter bepaling van de glomerulusfiltratiesnelheid bij de beoordeling van de nierfunctie.
4.2.
Dosering en wijze van toediening Volwassenen: De normaliter voor volwassenen en bejaarden aanbevolen dosis bedraagt 1,1-6,0 MBq als intraveneuze injectie of continu infuus. De werkelijk toegediende activiteit hangt af van de methode die gebruikt wordt om de renale klaring vast te stellen en van de methode voor meting van de radioactiviteit. Hogere activiteiten tot maximaal 11 MBq kunnen aangewezen zijn als uitwendige telmethoden worden gebruikt. Kinderen: De aan kinderen toe te dienen activiteit kan bij benadering worden berekend door de activiteit voor volwassenen te corrigeren op basis van gewicht, lichaamsoppervlak of leeftijd. Voor kinderen tot ongeveer één jaar moet ook rekening worden gehouden met de omvang van het doelorgaan in verhouding tot het gehele lichaam. De maximale toe te dienen activiteit bij kinderen dient niet meer te bedragen dan 3,7 MBq.
CJ13PNL CHROMIUM [51Cr] EDTA; januari 2012 vervangt februari 2011
1/8
Dit product bevat benzylalcohol en mag daarom niet worden gebruikt bij te vroeg geboren kinderen of pasgeborenen (zie rubriek 4.3 en 4.4). De volgende toedieningsmethoden worden aanbevolen: Eenmalige intraveneuze injectie: Wegens de ingewikkeldheid van de infusietechniek (zie hierna) wordt normaliter van een eenmalige injectie gebruik gemaakt. Deze methode maakt het verzamelen van urine overbodig. Ze is echter niet geschikt voor patiënten met oedeem, want bij dergelijke patiënten kan het tot 12 uur duren voordat het toegediende chroom [51Cr]-edetaat in plasma en interstitiële vocht in evenwicht is. De plasmaklaring na de eenmalige injectie wordt berekend aan de hand van de ingespoten hoeveelheid chroom [51Cr]-edetaat en de afname van de activiteit in het plasma als een functie van de tijd. Er bestaat een aantal verschillende methoden voor analyse van de curve van de verdwijning uit het plasma, waarvan er een hieronder wordt beschreven. Er wordt een eenmalige injectie van 3,7 MBq 51Cr-edetaat gegeven. Op gezette tijden (bijvoorbeeld twee, drie en vier uur na toediening) worden monsters veneus bloed afgenomen en nog een monster na 24 uur als nierinsufficiëntie wordt vermoed. De veneuze bloedmonsters worden gecentrifugeerd en het plasma wordt gescheiden en geteld, tezamen met een adequate hoeveelheid van de toegediende dosis. De netto-plasma-activiteiten worden uitgedrukt als een fractionele dosis en tegen de tijd uitgezet op een log-lineaire grafiek. Dan wordt een regressielijn op de gegevens toegepast en de lijn wordt naar de ordinaatas teruggeëxtrapoleerd. De omzettingssnelheid k wordt bepaald aan de hand van de helling van de lijn. Het schijnbare verdelingsvolume van de isotoop V wordt verkregen door de telling betreffende de toegediende dosis te delen door de plasmaconcentratie die gegeven wordt door het afsnijpunt op de ordinaatas. De plasmaklaring C wordt dan verkregen door: C = kV Teneinde de 51Cr-edetaatwaarden met de standaard-inulineklaringswaarden te correleren, kan desgewenst op de einduitslag een correctiefactor worden toegepast. Continu intraveneus infuus Voor toediening door middel van een infuus dient het product verdund te worden met een geschikt volume steriel isotonische zoutoplossing. Een eerste dosis van 1,85 MBq wordt intraveneus toegediend, gevolgd door het infuus met een oplossing van 37 kBq ml -1 met een snelheid van 0,5 ml minuut -1. Na ongeveer 40 minuten wordt de plasmaconcentratie constant. Er wordt dan begonnen met het verzamelen van urine gedurende circa 15 minuten en halverwege wordt een veneus monster genomen. Dit proces wordt herhaald met snelle scheiding en telling van de radioactiviteit in het plasma totdat in twee opeenvolgende monsters een constante plasma-activiteit wordt waargenomen. De waarden van de urine- en plasmaconcentraties en de urinestroom worden dan gesubstitueerd in de vergelijking: C = UV/P (waarin C = volume van het per tijdseenheid geklaarde plasma, U = urineconcentratie, V = urinestroom, P = plasmaconcentratie) om de klaring te verkrijgen. Als de urinestroom te traag is, kan het nodig zijn de blaas te catheteriseren om het totale urinemonster over een bepaalde periode te verwijderen. In sommige centra kunnen alternatieve methoden ter bepaling van de glomerulusfiltratiesnelheid met behulp van chroom [51Cr]-edetaat in gebruik zijn.
CJ13PNL CHROMIUM [51Cr] EDTA; januari 2012 vervangt februari 2011
2/8
4.3.
Contra-indicaties Overgevoeligheid voor het werkzaam bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. Dit product bevat benzylalcohol. Daarom mag het niet worden gebruikt bij te vroeg geboren kinderen of pasgeborenen (zie rubriek 4.4).
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Dit product bevat 10 mg/ml benzylalcohol. Benzylalcohol kan toxische en anafylactoïde reacties veroorzaken bij zuigelingen en kinderen jonger dan 3 jaar. Gebruik bij te vroeg geboren kinderen of pasgeborenen is gecontraïndiceerd (zie rubriek 4.3). Er moet altijd rekening worden gehouden met het optreden van overgevoeligheidsreacties. Adequate reanimatievoorzieningen moeten onmiddellijk beschikbaar zijn. Dit geneesmiddel bevat tevens 0,23 mg/ml natrium. Hiermee dient rekening gehouden te worden bij patiënten die op een gecontroleerd natriumdieet staan Om de stralingsdosis voor de blaas en ophoping erin van radioactiviteit te verminderen, dient de patiënt te worden verzocht in de uren na de toediening extra vloeistoffen te drinken en de blaas zo vaak mogelijk te ledigen.
4.5.
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.
4.6.
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding Over het gebruik van dit product in de zwangerschap bij de mens zijn geen gegevens beschikbaar. Voortplantingsstudies bij dieren zijn niet uitgevoerd. Wanneer het nodig is radioactieve geneesmiddelen aan een vrouw in de vruchtbare leeftijd toe te dienen, dient altijd navraag naar eventuele zwangerschap te worden gedaan. Van iedere vrouw die overtijd is, moet worden aangenomen dat ze zwanger is totdat het tegendeel is aangetoond. In geval van onzekerheid is het van belang de blootstelling aan straling tot een minimum te beperken, rekening houdend met de gewenste klinische informatie. Overwogen moet worden of alternatieve methoden, waarbij geen ioniserende straling vrijkomt, in aanmerking komen. Technieken met radionucliden die bij zwangeren worden toegepast, houden in dat ook de foetus aan straling wordt blootgesteld. Bij zwangerschap dienen slechts dringend noodzakelijke onderzoeken te worden uitgevoerd, wanneer het waarschijnlijke voordeel opweegt tegen het door de moeder en haar foetus gelopen risico. Een vrouw in de vruchtbare leeftijd behoeft zwangerschap na toediening van chroom [51Cr]-edetaat niet te vermijden gezien de lage geabsorbeerde stralingsdosis die daarbij gebruikt wordt. Alvorens een radioactief geneesmiddel toe te dienen aan een moeder die borstvoeding geeft, dient te worden overwogen of het onderzoek redelijkerwijs kan worden uitgesteld tot de moeder de borstvoeding heeft beëindigd. Ook dient men zich af te vragen of men wel het juiste radiofarmacon heeft gekozen gezien de in de moedermelk uitgescheiden radioactiviteit. Indien de toediening van chroom [51Cr]-edetaat noodzakelijk wordt geacht, moet de borstvoeding vier uur worden onderbroken en de afgekolfde melk worden vernietigd. Daarna zal het niveau van de radioactiviteit in de melk niet resulteren in een hogere stralingsdosis voor het kind dan 1 mSv.
4.7.
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen Er is geen onderzoek verricht met betrekking tot de effecten op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen.
CJ13PNL CHROMIUM [51Cr] EDTA; januari 2012 vervangt februari 2011
3/8
4.8.
Bijwerkingen De frequenties van de bijwerkingen zijn als volgt gedefinieerd: Zeer vaak (≥1/10), vaak (≥1/100 to <1/10), soms (≥1/1,000 to <1/100), zelden (≥1/10,000 to <1/1,000), zeer zelden (<1/10,000) en niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Immuunsysteemaandoeningen Niet bekend: Overgevoeligheid, Zenuwstelselaandoeningen Niet bekend: syncope Voor iedere patiënt moet de blootstelling aan ioniserende straling vanuit een oogpunt van te verwachten voordeel gerechtvaardigd zijn. De toegediende radioactiviteit moet zodanig zijn dat de stralingsdosis als gevolg daarvan zo laag mogelijk wordt gehouden, rekening houdend met het beoogde diagnostische of therapeutische resultaat dat verkregen dient te worden. Blootstelling aan ioniserende straling is in verband gebracht met het ontstaan van kanker en met de kans op het ontstaan van erfelijke afwijkingen. Uit recent bewijsmateriaal wat betreft diagnostisch nucleair geneeskundig onderzoek komt naar voren dat die bijwerkingen zich gezien de lage stralingsdosis die gebruikt wordt, weinig frequent zullen voordoen. Bij de meeste in de nucleaire geneeskunde gebruikte onderzoekingen bedraagt de geleverde stralingsdosis (EDE) minder dan 20 mSv. Hogere doses kunnen in bepaalde klinische omstandigheden gerechtvaardigd zijn.
4.9.
Overdosering In geval van ongewilde toediening van een overdosis chroom [51Cr]-edetaat dient de door de patiënt geabsorbeerde stralingsdosis te worden verminderd door de klaring van het radionuclide uit het lichaam te vergroten. Dit kan worden gedaan door de urineblaas frequenter te ledigen door hydratie, diuretica en catheterisatie (zie ook rubriek 4.4).
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1.
Farmacodynamische eigenschappen Farmacotherapeutische categorie: diagnostisch radiofarmacon, renale systeem, chromium (51Cr) edetaat, ATC code V09C X04 Chroom [51Cr]-edetaat is een chemisch stabiel, hydrofiel metaalchelaat. Het is metabool inert. De nierfunctie wordt zelfs door grote hoeveelheden chroomedetaat niet beïnvloed. In de gebruikte chemische concentraties en activiteiten blijkt [51Cr]-edetaat geen enkel farmacodynamisch effect uit te oefenen.
5.2.
Farmacokinetisch eigenschappen Na intraveneuze toediening wordt het chroom [51Cr]-edetaatcomplex vrijwel uitsluitend door de nieren via de glomerulusmembraan uitgescheiden (voor een patiënt met anurie wordt een uitscheiding met de faeces van minder dan 1% in 24 uur vermeld). Er vindt minder dan 0,5 % binding aan plasma-eiwit plaats. Bij patiënten met een normale of nagenoeg normale glomerulusfiltratiesnelheid eerste 24 uur na toediening ligt de hoeveelheid in de urine teruggevonden onveranderd chelaat in de eerste 24 uur na toediening dicht bij de 100% van de ingespoten activiteit, terwijl de cumulatieve klaring via de faeces voor minder dan 0,1% verantwoordelijk is. Van een belangrijke secretie of terugresorptie van chroom [51Cr]-edetaat door de tubuli is geen sprake. Een kleine hoeveelheid tubulaire terugresorptie, enige retentie door het gehele
CJ13PNL CHROMIUM [51Cr] EDTA; januari 2012 vervangt februari 2011
4/8
lichaam en of dissociatie van het complex zijn evenwel aangevoerd ter verklaring van het bekende maar geringe “te laag uitkomen” van de inulineklaring door chroom [51Cr]-edetaat. Na intraveneuze toediening verdeelt chroom [51Cr]-edetaat zich evenwichtig over de intra- en extravasculaire ruimte, welk proces tussen de 30 en 90 minuten duurt. Na deze periode wordt een constant percentage van het in het extracellulaire vocht aanwezige 51Cr-edetaat per tijdseenheid door de nieren uitgescheiden. De retentie in het gehele lichaam wordt beschreven door een dubbele exponentiële functie. De gemiddelde waarde van de glomerulusfiltratiesnelheid bij een gezonde volwassene bedraagt 130 ml/min voor mannen en 120 ml/min voor vrouwen (genormaliseerd voor een lichaamsoppervlak van 1,73 m2). 5.3.
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek Vermeld is dat geen toxische effecten bij honden werden gezien na een intraveneus infuus van 1,5 g chroomedetaat/kg over een periode van 36 uur. Intraveneuze toediening van een formulering met chroom [51Cr]-edetaat aan ratten en muizen liet zien dat de gemiddelde letale dosis meer dan 1000 keer zo hoog ligt als de maximaal voor mensen aanbevolen dosis. Onderzoek met herhaalde doses van dezelfde formulering bracht geen schadelijke klinische of histologische effecten aan het licht, toen het equivalent van meer dan 50 keer de maximaal voor mensen aanbevolen dosis gedurende twee weken aan ratten en honden werd toegediend. Chroom [51Cr]-edetaat is niet bestemd voor regelmatige of continue toediening. Mutageniteitsstudies en langlopend onderzoek naar de carcinogeniteit zijn niet verricht.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1.
Lijst van hulpstoffen Dinatrium EDTA Benzylalcohol Water voor Injectie
6.2.
Gevallen van onverenigbaarheid In verband met het ontbreken van onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere geneesmiddelen gemengd worden.
6.3.
Houdbaarheid De uiterste houdbaarheidsdatum voor dit product is niet meer dan 90 dagen vanaf de datum van vrijgifte. De referentiedatum van het product is 60 dagen vóór expiratie.
6.4.
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren Het product bewaren beneden 25°C. Niet invriezen.
6.5.
Aard en inhoud van de verpakking Het product is verkrijgbaar in een 10 ml type 1 Ph.Eur. flacon van helder, kleurloos boorsilicaat glas, voorzien van een PTFE beklede rubberstop en een afsluitende aluminium buitenverpakking met een opening. Elke flacon is verpakt in een stralingsbeschermende container van lood metaal. Verpakkingsgrootte: 1 flacon à 10 ml (37 MBq)
CJ13PNL CHROMIUM [51Cr] EDTA; januari 2012 vervangt februari 2011
5/8
6.6.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies Toediening van radiofarmaca levert voor anderen gevaar op wegens omgevinsstraling of besmetting door morsen van urine, braken, enz. Derhalve moeten voorzorgen ter bescherming tegen straling worden getroffen overeenkomstig de nationale voorschriften. Normale veiligheidsvoorschriften voor het werken met radioactieve materialen dienen in acht te worden genomen. Alle materialen, die gebruikt zijn bij de bereiding en toediening van radiofarmaceutica, inclusief het ongebruikte deel van het product en de verpakking, dienen te worden ontsmet of behandeld als radioactief afval en te worden afgevoerd conform de geldende richtlijnen van de bevoegde plaatselijke autoriteiten. Besmet materiaal moet als radioactief afval worden afgevoerd volgens de geldende richtlijnen.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN GE Healthcare B.V. De Rondom 8 5612 AP, Eindhoven Nederland
8.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN RVG 57761
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING / HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING 24 januari 2005
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST Laatste volledige herziening: 8 december 2011 Laatste gedeeltelijke wijziging betreft de rubrieken 4.4 en 4.8: 18 januari 2012
CJ13PNL CHROMIUM [51Cr] EDTA; januari 2012 vervangt februari 2011
6/8
11.
DOSIMETRIE De volgende tabel toont de dosimetrie, berekend volgens Publicatie 80 van de ICRP (International Commission on Radiological Protection, Radiation dose to Patients from Radiopharmaceuticals, Pergamon Press 1998). Opgenomen dosis per toegediende eenheid activiteit (mGy/MBq) Orgaan Bijnieren Blaaswand Botoppervlak Hersenen Borst Galblaas Maag-darmkanaal Maag Dunne darm Dikke darm Wand bovenste deel dikke darm Wand onderste deel dikke darm Hart Nieren Lever Longen Spieren Slokdarm Ovariën Pancreas Rode beenmerg Huid Milt Testikels Zwezerik Schildklier Uterus Overig weefsel Effectieve dosis (mSv/MBq)
Volwassene
15 jaar
10 jaar
5 jaar
1 jaar
7,2E-04 2,4E-02 8,2E-04 4,7E-04 4,3E-04 7,8E-04 6,9E-04 1,1E-03 1,3E-03 9,6E-04
9,2E-04 3,1E-02 1,0E-03 6,0E-04 5,6E-04 1,0E-03 8,5E-04 1,4E-03 1,6E-03 1,2E-03
1,4E-03 3,8E-02 1,4E-03 9,9E-04 8,3E-04 1,6E-03 1,3E-03 2,0E-03 2,2E-03 1,8E-03
2,1E-03 3,6E-02 2,1E-03 1,6E-03 1,3E-03 2,2E-03 2,0E-03 2,7E-03 2,9E-03 2,6E-03
3,9E-03 6,6E-02 3,8E-03 2,9E-03 2,5E-03 3,4E-03 3,5E-03 4,8E-03 4,9E-03 4,3E-03)
1,7E-03
2,1E-03
2,8E-03
3,3E-03
5,6E-03)
6,3E-04 1,8E-03 6,5E-04 5,5E-04 7,7E-04 5,7E-04 1,6E-03 7,5E-04 7,4E-04 4,7E-04 6,7E-04 1,2E-03 5,7E-04 5,6E-04 2,8E-03 7,7E-04 7,2E-04
8,2E-04 2,2E-03 8,4E-04 7,3E-04 9,6E-04 7,4E-04 2,0E-03 9,5E-04 9,3E-04 5,8E-04 8,7E-04 1,6E-03 7,4E-04 7,4E-04 3,4E-03 9,7E-04 9,2E-04
1,3E-03 3,0E-03 1,3E-03 1,1E-03 1,4E-03 1,1E-03 2,7E-03 1,5E-03 1,3E-03 8,9E-04 1,3E-03 2,5E-03 1,1E-03 1,2E-03 4,6E-03 1,4E-03 1,4E-03
1,9E-03 4,4E-03 2,0E-03 1,7E-03 1,9E-03 1,7E-03 3,3E-03 2,2E-03 1,8E-03 1,4E-03 2,0E-03 3,0E-03 1,7E-03 1,9E-03 5,1E-03 2,0E-03 2,1E-03
3,4E-03 7,8E-03 3,6E-03 3,1E-03 3,6E-03 3,2E-03 5,8E-03 4,0E-03 3,2E-03 2,6E-03 3,7E-03 5,4E-03 3,2E-03 3,5E-03 8,8E-03 3,6E-03 3,9E-03
2,6E-03
3,4E-03
3,9E-03
7,1E-03
2,0E-03
Bovenstaande gegevens gaan uit van een halveringstijd voor de lichaamsretentie van 100 minuten en een nierpassagetijd van vijf minuten. Ook worden gegevens voor een afwijkende nierfunctie gepresenteerd, waarbij de retentiehalveringstijd 1000 minuten bedraagt en de nierpassagetijd tot 20 minuten oploopt. De volgende tabel toont de dosimetrie berekend volgens de Publikatie 53 van de ICRP (International Commission on Radiological Protection, Radiation Dose to Patients from Radiopharmaceuticals, Pergamon Press, 1987).
CJ13PNL CHROMIUM [51Cr] EDTA; januari 2012 vervangt februari 2011
7/8
Abnormale nierfunctie Opgenomen dosis per toegediende eenheid activiteit (mGy/MBq) Orgaan
Volwassene
bijnieren blaaswand botoppervlak borst maag-darmkanaal maagwand dunne darm wand bovenste deel dikke darm wand onderste deel dikke darm nieren lever longen ovariën pancreas rode beenmerg milt testikels schildklier uterus overig weefsel
4,5E-03 2,1E-02 3,6E-03 3,2E-03
5,0E-03 2,9E-02 4,2E-03 3,2E-03
7,7E-03 4,2E-02 6,4E-03 4,8E-03
1,2E-02 6,4E-02 9,8E-03 7,6E-03
2,1E-02 1,2E-01 1,8E-02 1,4E-02
4,1E-03 4,5E-03 4,3E-03
4,7E-03 5,5E-03 5,2E-03
7,2E-03 8,4E-03 7,7E-03
1,1E-02 1,3E-02 1,2E-02
1,9E-02 2,3E-02 2,1E-02
4,6E-03
5,7E-03
8,8E-03
1,3E-02
2,3E-02
8,3E-03 3,8E-03 3,3E-03 4,6E-03 4,3E-03 4,0E-03 4,0E-03 3,7E-03 3,1E-03 5,8E-03 3,4E-03
1,0E-02 4,6E-03 4,2E-03 6,0E-03 5,2E-03 4,8E-03 4,8E-03 4,6E-03 4,3E-03 7,1E-03 4,1E-03
1,4E-02 7,2E-01 6,3E-03 9,1E-03 8,1E-02 7,1E-03 7,3E-03 7,2E-03 6,8E-03 1,1E-02 6,3E-03
2,1E-02 1,1E-02 9,7E-03 1,4E-02 1,2E-02 1,0E-02 1,1E-02 1,1E-02 1,1E-02 1,7E-02 9,9E-03
3,6E-02 2,0E-02 1,8E-02 2,5E-02 2,2E-02 1,8E-02 2,0E-02 2,1E-02 2,0E-02 2,9E-02 1,8E-02
EDE (mSv/MBq)
5,2E-03
15 jaar
6,5E-03
10 jaar
9,7E-03
5 jaar
1,5E-02
1 jaar
2,7E-02
Voor dit product bedraagt het karakteristieke effectieve dosis 0,0025-0,014 mSv (voor een volwassene van 70 kg ten gevolge van een toegediende activiteit van 1,1-6 MBq) in geval van een normale nierfunctie, en 0,0057-0,031 mSv bij aandoeningen met een afwijkende nierfunctie.
CJ13PNL CHROMIUM [51Cr] EDTA; januari 2012 vervangt februari 2011
8/8