Notitie Concept
Contactpersoon Herman Bouman Datum 7 december 2011 Kenmerk N003-4753937OUM-mya-V01
Mitigatieplan Kerkuil realisatie Lodesteijn College te Barneveld 1 Inleiding 1.1
Aanleiding
De gemeente Barneveld is van plan om de bebouwing aan de Scherpenzeelseweg 10 in Barneveld te slopen om daar het Lodesteijn College te bouwen. Tauw heeft voor de geplande werkzaamheden een natuurtoets opgesteld [Tauw, 2009]. Uit de natuurtoets is naar voren gekomen dat op het terrein verschillende beschermde diersoorten aanwezig kunnen zijn, waaronder vaste rust- en verblijfplaatsen van de Kerkuil (jaarrond beschermde vogelsoort). Bij het nader onderzoek naar de Kerkuil, uitgevoerd door Tauw, is deze soort waargenomen in het plangebied [Tauw, 2011]. Dit mitigatieplan behandelt de maatregelen waarmee negatieve effecten op de Kerkuil in het kader van de Flora- en faunawet gemitigeerd worden.
1.2
Plangebied
Het plangebied wordt begrensd door de Lunterseweg en de Scherpenzeelseweg en is gelegen in Barneveld (zie ook figuur 1.1). In het plangebied staan enkele oude schuren en woningen. Daar omheen staan enkele grotere bomen en ligt braakliggend terrein met vele kruidachtige en grasachtige plantensoorten. De omgeving van het plangebied bestaat hoofdzakelijk uit landbouwgrond. Aan de randen van het gebied, met name de oostzijde, staan enkele boerderijen en woonhuizen. Op sommige percelen zijn nog oude schuren aanwezig, die de restanten zijn van de gevoerde bedrijfsvoering.
1.3
Voornemen
De bestaande bebouwing wordt gesloopt. Vervolgens wordt het gehele plangebied bouwrijp gemaakt en vindt de nieuwbouw van het Lodesteijn College plaats (zie figuur 1.1). Samengevat bestaat de beoogde ontwikkeling uit de volgende werkzaamheden: • Sloop van de huidige bebouwing •
Kap van (een deel van de) bomen en verwijderen van enkele groenstructuren − De bomen in het noordoosten van het plangebied (het grotere bosje) worden gerooid, terwijl de bomenrijen in het zuidwesten gehandhaafd blijven
• •
Bouwrijp maken van de grond Realisatie van het Lodesteijn College met bijbehorende graaf- en bouwwerkzaamheden
Mitigatieplan Kerkuil te Barneveld - versie 1 - Concept
1\6
Concept
Kenmerk N003-4753937OUM-mya-V01
Figuur 1.1 Overzicht van het plangebied (rode contour) (zie ook bijlage 1)
2 Onderzoeksmethode en resultaten 2.1
Onderzoeksmethode
Nader onderzoek naar de Kerkuil is uitgevoerd volgens van Dijk [2004]. Hierbij is gebruik gemaakt van geluid om territoriale dieren te motiveren terug te roepen. Hiervoor zijn in de maanden februari en maart twee veldbezoeken gedaan.
2.2
Resultaten soortgericht onderzoek
De Kerkuil is aangetroffen in het plangebied. In het westelijke deel van de meest zuidelijke schuur aan de westzijde is een roepend exemplaar waargenomen (zie figuur 1.1). In deze schuur zijn ook sporen (braakballen en uitwerpselen) van de Kerkuil waargenomen die wijzen op een vaste verblijfplaats. Conform de BMP-methode gelden deze waarnemingen als een territorium.
2\6
Mitigatieplan Kerkuil te Barneveld - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk N003-4753937OUM-mya-V01
3 Effectbeschrijving voornemen Bij de sloop van de schuren gaat één vaste rust- en verblijfplaats van de Kerkuil verloren. Het slopen van deze schuur geldt als een overtreding van de Flora- en faunawet wanneer geen mitigatie plaatsvindt. Om negatieve effecten te voorkomen moet deze vaste rust- en verblijfplaats gemitigeerd worden. Dit wordt nader uitgewerkt in het volgende hoofdstuk. Ook de functionele leefomgeving van vaste rust- en verblijfplaatsen is jaarrond beschermd. Bij de uitvoering van het voornemen gaat een klein deel van het functionele leefgebied in de vorm van jachtgebied verloren. De Kerkuil jaagt in open landschap, bij voorkeur waar gras- en bouwlanden worden afgewisseld kruidenrijke akkerranden, houtwallen, heggen of bosjes [Vogelbescherming Nederland, 2004]. Dit type landschap blijft na de uitvoering van het voornemen voldoende aanwezig in de omgeving van het plangebied. De afname van het areaal jachtgebied van de Kerkuil is daarom geen overtreding van de Flora- en faunawet. Overtreding van de Flora- en faunawet kan voorkomen worden door toepassing van mitigerende maatregelen en de naleving van een daarop aansluitend activiteitenplan. Juridische zekerheid aangaande deze aanpak kan verkregen worden door het mitigatieplan vooraf te laten goedkeuren door het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I), in de vorm van een positieve afwijzing van een ontheffingsaanvraag in het kader van de Flora en faunawet. Deze toetsing is echter niet verplicht en niet noodzakelijk voor de uitvoering van de werkzaamheden.
4 Mitigerende maatregelen 4.1
Periode uitvoering werkzaamheden
De schuur met daarin de vaste verblijfplaats van de Kerkuil staat gepland om gesloopt te worden in de periode van mei tot en met half juni. De voorbereiding op deze sloop start eind maart 2012. In de broedperiode zijn vogels uiterst gevoelig voor verstoring. De broedperiode loopt globaal van april tot en met september, maar kan per jaar verschillen [Vogelbescherming Nederland, 2004]. De huidige planning van de werkzaamheden komt niet hier niet mee overeen. De sloop van de schuur dient daarom buiten de broedperiode van de Kerkuil uitgevoerd te worden. Voorafgaand aan de sloopwerkzaamheden wordt de schuur gecontroleerd op de aanwezigheid van kerkuilen. Ook dienen de navolgende mitigerende maatregelen uitgevoerd te zijn.
Mitigatieplan Kerkuil te Barneveld - versie 1 - Concept
3\6
Concept
Kenmerk N003-4753937OUM-mya-V01
4.2
Mitigatie nestlocatie
In de omgeving van het plangebied dienen ten minste twee nestkasten voor de Kerkuil te worden opgehangen (zie figuur 4.1). De nestkast dient te voldoen aan de volgende kenmerken: • • • •
Lengte x diepte x hoogte = circa 85 x 35 x 45 centimeter (afmetingen bij benadering) [VIVARO, 2011] (zie figuur 4.1) Invliegopening: 15 x 15 centimeter [Werkgroep kerkuilen Zuid-Holland, 2011] In de nestkast is een tussenschot aangebracht die de kast verdeelt in een in- en uitvliegruimte en een nestruimte (zie figuur 4.1) Het is niet nodig de kerkuilenkasten aantrekkelijk te maken door deze op te vullen met nestmateriaal [VIVARA, 2011].
De nestkasten dienen inpandig opgehangen te worden op een overeenkomstige locaties als in de huidige situatie. De locaties dienen donker en rustig te zijn. De kasten worden op een hoogte van ten minste vijf tot zes meter vanaf de grond opgehangen [Werkgroep kerkuilen, 2011]. Gaten in de bebouwing worden door de Kerkuil gebruikt als in- en uitvliegopening [Werkgroep kerkuilen, 2011; Vogelbescherming Nederland, 2004]. Deze dienen aanwezig te zijn of aangebracht te worden in het gebouw van de nieuwe nestkasten. Een nestkast kan ook met de opening tegen het gat in de gevel worden opgehangen waar de uil in- en uitvliegt.
Figuur4.1 Nestkast voor Kerkuil [VIVARA, 2011] en dwarsdoorsnede [VDF, 2011]
4\6
Mitigatieplan Kerkuil te Barneveld - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk N003-4753937OUM-mya-V01
4.3
Aanpassen functionele leefomgeving
Na de uitvoering van het voornemen blijft voldoende geschikt habitat in de omgeving van het plangebied beschikbaar als jachtgebied voor de Kerkuil. Het nemen van mitigerende maatregelen op basis van de Flora- en faunawet is niet noodzakelijk. Om de kans op ingebruikname van de nieuwe nestlocatie(s) te vergroten wordt de volgende kleinschalige aanpassingen in het landschap nabij de nieuwe nestlocaties aanbevolen [Vogelbescherming Nederland, 2004]: • Aanplant van houtwallen en heggen • •
Realisatie van lijnvormige bloem- en kruidenrijke randen langs percelen en sloten Ruige en grazige terreinen slechts incidenteel maaien
In samenspraak met de bewoner(s)/eigenaar van percelen waar nieuwe nestkasten geplaatst worden wordt bepaald welke van de landschappelijke aanpassingen uitgevoerd kunnen worden.
4.4
Locatie mitigerende maatregelen
De nestkasten wordt geïnstalleerd buiten het plangebied en binnen het huidige territorium van de Kerkuil. Het territorium van een Kerkuil wordt hoofdzakelijk bepaald door het voedselaanbod en heeft een minimale oppervlakte van 800 tot 1500 meter rond de broedplaats [Vogelbescherming Nederland, 2004]. Tijdens het nader onderzoek [Tauw, 2011] is een indruk verkregen van het potentieel alternatief leefgebied voor de Kerkuil in de omgeving van het plangebied. De erven ten zuiden van het plangebied zijn geschikt bevonden als alternatieve nestlocaties. Op deze erven staan gebouwen die nagenoeg gelijk zijn aan de huidige broedlocatie. Het betreft de panden die in figuur 1.1 zijn omcirkeld (huisnummers 9, 97 en 105). De panden bevinden zich op een afstand van maximaal 500 meter vanaf de huidige broedlocatie en vallen daardoor binnen het huidige territorium. Op het erf met huisnummer 109 is een verblijfplaats van een Steenuil (jaarrond beschermde vogelsoort) waargenomen (zie figuur 1.1). Hierdoor is dit erf ongeschikt bevonden als alternatieve locatie voor een nestkast van de Kerkuil. Middels brieven en veldbezoeken zijn de bewoners / eigenaren van deze erven benaderd en gevraagd naar hun bereidwilligheid om op hun erf de mitigerende maatregelen uit te laten voeren (zie brief van 1 april 2011 in bijlage 2). Tot op heden heeft alleen de bewoner van de Scherpenzeelseweg 9 (nummer 9 in figuur 1.1) aangegeven hieraan mee te willen werken. De bewoners / eigenaren van de overige percelen worden ten tijde van het schrijven van dit rapport benaderd.
Mitigatieplan Kerkuil te Barneveld - versie 1 - Concept
5\6
Concept
Kenmerk N003-4753937OUM-mya-V01
5 Vervolgproces Op basis van de uitkomsten van de overleggen met de bewoners van erven die geschikt zijn om de mitigerende maatregelen op uit te voeren wordt het mitigatieplan in detail uitgewerkt. Vervolgens dient een activiteitenplan opgesteld te worden waarin op basis van de planning beschreven wordt wanneer welke maatregelen genomen worden.
6 Geraadpleegde bronnen [van Dijk, A., 2004] Handleiding Broedvogel Monitoring Project (BMP). SOVON, Beek-Ubbergen. [Vogelbescherming, 2004] Kerkuil de boer op, Vogelbescherming Nederland, Zeist. [Tauw, 2009] Quickscan Flora- en faunawet Barneveld-Zuid, Auteurs: H. Bouman en L. Schouten, 29 oktober 2009, Referentienummer: R001-4680280OUM-ibs-V01-NL. [Tauw, 2011] Resultaten soortgericht onderzoek nieuwbouw Lodesteijn College, Barneveld. Auteur: L. Schouten-Huibers, 21 oktober 2011, Referentienummer: R001-4753937LJS-kmi-V01-NL. Geraadpleegde websites [Kerkuilenwerkgroep Nederland, 2011] Laatst geraadpleegd op 2 december 2011, www.kerkuil.com. [Werkgroep kerkuilen Zuid-Holland, 2011] Laatst geraadpleegd op 2 december 2011, www.kerkuilen.nl. [Vogel Documentatie Fonds (VDF), 2011] Laatst geraadpleegd op 6 december 2011, www.vogeldocumentatiefonds.nl. [VIVARA, 2011] Laatst geraadpleegd op 2 december 2011, www.VIVARA.nl.
6\6
Mitigatieplan Kerkuil te Barneveld - versie 1 - Concept
Bijlage 1. Overzichtskaart plangebied
t Lun ers g ewe
! ( h Sc
n pe r e
ze
g we e s el
109
Ba rn e
105 97
ve ld se we g
9
´
Vaste rust- en verblijfplaats Kerkuil Plangebied
Potentiële alternatieve verblijfplaats Kerkuil Verblijfplaats Steenuil
0
60
120 m
753937_10002U.MXD
! (
Bijlage 2. Brief aan bewoners erven voor alternatieve broedlocaties
Raadhuisplein 2 Postbus 63 3770 AB Barneveld Telefoon (0342) 495 911 Fax (0342) 495 376 E-mail
[email protected] Internet www.barneveld.nl
Datum: 31-03-2011
Ons kenmerk
Aan de grondeigenaar en/of bewoners
Geachte heer / mevrouw, Vanwege de bouw van het Van Lodenstein College in zuidelijk Barneveld zullen enkele nesten van kerkuilen verplaatst moeten worden. Voor deze verplaatsing zijn wij op zoek naar locaties in de omgeving van Barneveld waar een paartje kerkuilen welkom is. Na verkenning van het gebied lijkt uw erf en de directe omgeving een geschikte plek. Vandaar de vraag of u zou willen meewerken aan het geschikt maken van uw terrein voor een paartje kerkuilen. De kerkuil De kerkuil is ongeveer 35 cm groot en is een typische bewoner van het open tot half-open agrarische landschap. ’s Nachts gaat de kerkuil op zoek naar kleine knaagdieren. Tijdens de jacht vliegt hij vooral laag over de grond. Uw erf U kunt zonder veel moeite bijdragen aan het creëren van een nieuw thuis voor de kerkuil. Vaak is het ophangen van een nestkast voor kerkuilen al voldoende. Soms kan door de aanleg van enkele meidoornhagen/ struiken het gebied beter geschikt gemaakt worden voor de kerkuil.
kerkuil (bron: www.fotonatura.nl)
De aanleg van meidoornstruiken/ hagen kan worden uitgevoerd door de gemeente. De gemeente kan ook geld beschikbaar stellen, zodat u het zelf kunt doen. Naast de aanleg is het onderhoud van struiken(hagen) van belang. Wanneer en hoe uw erf geschikt wordt gemaakt en onderhouden, bespreken wij uiteraard graag in overleg met u.
Interesse? Binnenkort nemen wij contact met u op om uw interesse te vernemen. Heeft u nu al vragen, dan kunt u contact opnemen met Herman Bouman van adviesbureau Tauw, tel. (030) 28 24 93 7 of
[email protected] Met vriendelijke groet,
Blad 2
A. de Kruijff Wethouder