Midden-Delfkrant Midden-Delfkrant nr. 73
verschijnt viermaal per jaar
losse nummers f 7.50,--
Molen Korpershoek in Schipluiden. Oude ansichtkaart, collectie ].A.G. van der Stap. Luchtfoto F.W van Ooststroom.
zestiende jaargang nr. 1, februari 1992
2
Midden-Delfkrant
Midden-Delfkrant Redactioneel De Midden-Delfkrant verschijnt viermaal per jaar Redactie: Arie van den Berg Okke Dorenbos Luuk Hilbers Arie Olsthoorn Marika van Ooststroom Frits van Ooststroom (eindredactie) Henk Tetteroo Rita Woudstra (coördinatie) Tekstverwerking: Sjaan van Winden Fotografie: Fred Hess, 's-Gravenhage Lay-out: Frits van Ooststroom Productie en druk: B.V. Drukkerij De Jong Offset, Den Hoorn
De zestiende jaargang van de Midden-Delfkrant, de vereniging viert haar vijftiende verjaardag: een lustrumjaar! Daarom in deze krant al twee aankondigingen van lustrumactiviteiten: de fotowedstrijd en een lustrumconcert. Meer volgt! Verder is dit een gewone Midden-Delfkrant met alweer het laatste deel van onze wandeling door de Holierhoekse Polder. Verder een artikel over de molen Korpershoek in Schipluiden, die eind vorig jaar opnieuw in bedrijf werd gesteld na 'het steken van twee nieuwe roeden: Zowel in de museum-rubriek als in een artikel over het Abtswoudse Park (in de nieuwe wijk Tanthof in Delft} blikken we juist over de grens van Midden-D elfland.
Ook in dit nummer actuele informatie over de reconstructie: de voorbereidingen voor het laatste deelplan (AbtswoudeJ ondervinden wederom vertraging, nu door een forse bezuinigingsoperatie. Graag uw speciale aandacht voor een ledenwerfactie, waartoe u in dit nummer een exemplaar van de nieuwe verenigingsfolder aantreft. Doe daar iets mee: WERF EEN NIEUW LID! Midden -Delfland is de moeite waard!
Overname van artikelen is in vele gevallen mogelijk in overleg met de redactie. Kopij en suggesties voor kopij zijn van harte welkom bij de redactie. Verantwoording Publicatie van artikelen behoeft niet te betekenen dat de daarin vervatte meningen het inzicht van de Midden-Delfland Vereniging weergeven. Redactie-adres: Londenweg 123, 3137 LV Vlaardingen Uitgave De Midden-Delfkrant is een uitgave van de Midden-Delfland Vereniging en van de Stichting Bezoekerscentrum MiddenDelfland. Abonnementen op de Midden-Delfkrant zijn alleen mogelijk door lid te worden van de Midden-Delfland Vereniging. De minimum contributie bedraagt {30,-- per jaar. Aanmelding door storting op postrekening 3928463 ten name van de MiddenDelfland Vereniging te Vlaardingen, onder vermelding van 'nieuw lid'. U kunt ook bellen: (010) 4 74 25 98 ('s avonds) of schrijven: Secretariaat Midden-Delfland Vereniging, Londenweg 123, 3137 LV Vlaardingen. Opzegging van het lidmaatschap/abonnement uitsluitend schriftelijk aan het secretariaat. Opzeggingkan slechts geschieden tegen het einde van het verenigingsjaar en met inachtneming van een opzegtermijn van vier weken. -·-· · - ·· - - - - -
..,
/:_, _ ____ ___!
1 (\ f'\"l
15 JAAR
Midden-Delfland Vereniging Secretariaat Midden-Delfland Vereniging Londenweg 123, 3137 LV Vlaardingen Telefoon (010)4 74 25 98 ('s avonds) Postbank 3928463 Verenigingsregister Delft V 397143
de bevolking van Midden-Delfland en omliggende steden te informeren over, en nauw te betrekken bij het beheer van het gebied en bij de voorbereiding en uitvoering van veranderingen in dit gebied; het kritisch volgen van dit beheer en van de voorbereiding en uitvoering van die veranderingen alsmede het stimuleren van een actieve inbreng van de bevolking daarin; het bevorderen van het onderlinge begrip tussen de verschillende belanghebbenden in dit gebied, mede door het stimuleren van onderlinge kon takten. (artikel 2 van de statuten)
J.Koorevaar, voorzitter Leeuwerikplantsoen 23 2636 ET Schipluiden Telefoon (01738)88 74 F.W. van Ooststroom secretaris/penningmeester Londenweg 123, 3137 LV Vlaardingen Telefoon (010)4 74 25 98 ('s avonds) D. van den Bosch Holierhoek 28, 2636 EJ Schipluiden Telefoon (01738)89 03 J.P. van Noordt Westgaag 96 b, 3155 DJ Maasland Telefoon (01899)181 57 C.J. van der Sar Oranjedijk 58, 3151 XR Hoek van Holland Telefoon (01745)175 60 M.J .Woudstra-Brinkhuis 't Woudt 1, 2636 AW Schipluiden Telefoon (01738)94 30
Midden-Delfkrant
Reconstructie-aktualiteiten Een bezuinigingsronde voor deelplan Abtswoude: biedt commercialisering uitkomst?
Een jaar geleden leek het er op dat het voorontwerp deelplan Abtswoude najaar 1991 klaar zou zijn voor publieke voorlichting en inspraak. Nu, een jaar later, lijkt dat vooruitzicht nog even ver verwijderd: het wordt op zijn vroegst najaar 1992 eer het zo ver is. Waardoor meer dan een jaar vertraging? In hoofdzaak door een samenspel van drie factoren: In de eerste plaats is tijdens de vóóroverlegronde met de gemeenten en instanties aangedrongen op een aantal ingrijpende planwijzigingen. Met name Vlaardingen wil een veel beperkter inrichting van recreatieterreinen in de Holiërhoeksepolder. In de tweede plaats was het Recreatieschap bang dat de toekomstige kosten van beheer en onderhoud de pan zouden gaan uitrijzen. Het plan moest daarop maar eens ter dege worden doorgelicht en dat resulteerde in een onderzoeksopdracht aan de Grontmij. Daarbij kon ook commercialisering van recreatieprojecten in de beschouwing worden betrokken.
In de derde plaats bleek de algemene bezuiniging bij de overheid ook Midden-Delfland niet ongemoeid te laten. De betrokken staatssecretaris heeft medegedeeld dat in Abtswoude twintig procent op de recreatie-begroting moet worden bezuinigd: op een totaal van ruim tachtig miljoen zo'n zestien miljoen. Dat bleek overigens in de januarivergadering van de Reconstructiecommissie slecht te vallen. Moet nu Abtswoude, zo vroeg men zich af, het volle pond van de bezuinigingen te verduren krijgen, terwijl de beide andere deelplannen, omdat ze toevallig wat eerder zijn vastgesteld, ongemoeid worden gelaten? En zal een ingrijpende bezuiniging in de recreatiesector de plankwaliteit niet wezenlijk aantasten, mede gezien de samenhang met
3
de kwaliteit van natuur en landschap? Dit moest, zo besloot de commissie, aan de staatssecretaris maar eens goed duidelijk worden gemaakt. Hoe dan ook, het staat wel vast dat het deelplan terug moet in de ontwerp-en begrotingsmalen en dat daarbij ingrijpende keuzes niet te vermijden zijn. Commercialisering Zoals opgemerkt is het woord "commercialisering" van recreatieprojecten gevallen, overigens niet voor het eerst. Wat moet men zich daarbij voorstellen? Breed opgevat, al die vormen van beheer en exploitatie waarbij de gebruikers individueel betalen naarmate ze van de voorzieningen gebruik maken. In theorie ligt hier een breed scala van mogelijkheden, bijvoorbeeld een restaurant, een kampeerterrein of andere verblijfsmogelijkheid, een golfbaan, een evenemententerrein, een niet vrij toegankelijke ijsbaan. Daarbij kan de exploitant een particulier zijn of een onderneming, maar ook een vereniging. Bij al hun denkbare verscheidenheid hebben deze voorzieningen een paar zaken gemeen: de benodigde terreinen worden onttrokken aan de vrij toegankelijke openbare ruimte en de overheid, in casu het Recreatieschap, moet met kandidaat exploitanten gaan onderhandelen over wederzijdse voorwaarden. Dat betekent gewoonlijk geven en nemen. Al met al een situatie die moeilijk in algemene termen maar per geval moet worden beoordeeld. Daarbij moet er voor worden gewaakt dat recreatief Midden-Delfland straks niet wordt "uitgevent" aan exploitanten die in elk geval zullen beginnen met het plaatsen van hekken en kassa's. Het probleem is hiermee ongetwijfeld opzettelijk gechargeerd voorgesteld, maar toch ...... .
D. van den Bosch
Bezuinigingsmaatregelen zetten de uitvoering van recreatieprojecten op de helling. Computer-animatie van het inrichtingsplan Poldervaart en Oost-Abtspo/der door de Grontrnij.
4
Midden-Delfkrant
Museum-rubriek
Reorganisatie in Naaldwijk Na vele langdurige en soms moeizame besprekingen tussen de verschillende betrokkenen is men er in Naaldwijk in geslaagd om tot een grondige reorganisatie van de musea te komen. In het verleden was er geleidelijk een situatie ontstaan, die niet optimaal genoemd kon worden. Dit was evenwel het resultaat van een positieve ontwikkeling. Tengevolge van een toenemende belangstelling voor alles wat met de eigen omgeving en degeschiedenis daarvan te maken heeft, kwam men vanuit verschillende beginpunten tot het stichten van musea. Hoehetwas Er was op de eerste plaats het Streekmuseum, waarvoor de verantwoordelijkheid bij de gemeente berustte. Het was gevestigd in de voormalige kapel van het H.Geesthofje. Alles wat met de historie van het Westland te maken heeft, werd er verzameld, onder andere een grote hoeveelheid belangrijke bodemvondsten. Vervolgens was er het Thinbouw-museum dat door een stichting met hulp van vrijwilligers tot stand kwam. In korte tijd werd hier een verzameling bij elkaar gebracht van allerlei voorwerpen die met de tuinbouw te maken hebben. Tenslotte was er nog het Westlands Centrum voor Streekhistorie dat activiteiten ontplooide in de zogenoemde Oude Pastorie. Die activiteiten bestonden uit het regelmatig inrichten
van tentoonstellingen over historische onderwerpen. Tevens was er een uitgebreide collectie boeken bij elkaar gebracht, direct of indirect betrekking hebbend op het Westland. Het streven om deze drie organisaties samen te brengen in één stichting, zal nu gerealiseerd worden. De ':.erschillende collecties worden gecoOrdineerd en de basis is gelegd voor een nieuwe situatie, namelijk één groot Westlands museum.
Hoe het gaat worden De stichtingen die we eerder noemden, worden opgeheven. Uit de aftredende besturen is een voorlopig bestuur gevormd voor de nieuwe Stichting Streek- en Thinbouwhistorie Westland. Er is een boerderij gekocht aan de Middel Broekweg te Honselersdijk, waarin, na de nodige ver-
Hierboven en rechts: Oude foto's van een tuindersbedrij{. Hieronder het nieuwe onderkomen van het Streek- en Thinbouwmuseum in Ronse/ersdijk.
·---- - ------
··-
Midden-Delfkrant
5
Voorlopig zijn de openingstijden: elke werkdag van 14.00 tot 17.00 uur en elke zaterdag van 10.00 tot 12.00 uur. Het adres van het museum is: Middel Broekweg 154, 2675 KL Honselersdijk. Telefoon: (01740) 2 10 84.
Arie Olsthoorn
Nogmaals: Duitsche Orde in Maasland
bouwingen, voldoende ruimte is om de eerder genoemde collecties een plaats te geven . Bij het tot stand komen hiervan heeft de gemeente Naaldwijk een sturende functie gehad en tevens een belangrijke subsidie beschikbaar gesteld, die werd aangevuld met bijdragen en bepaalde garanties door veilingen en banken. Bovendien hebben alle Westlandse gemeenten, behalve Schipluiden, meegewerkt aan de financiële basis. De aangekochte boerderij zal volledig worden ingericht als museum met tentoonstellingsruimten, kantoor, werkplaats, depot, filmzaal en gelegenheid om te vergaderen. Achter het museum zal een historische tuin worden aangelegd. Daar zullen verschillende typen muur kassen, serres, warenhuizen en platglas-opstanden worden gereconstrueerd, die in het verleden gebruikt werden. Het ligt in de bedoeling dat in deze tuin een historische draad te zien zal zijn die uitkomt bij de tuinbouwbedrijven, zoals die tegenwoordig zijn ingericht. In het museum zelf zal een permanente opstelling worden verzorgd van de gereedschappen en andere hulpmiddelen, die in het verleden bij de verschillende teelten gebruikt werden. Alles wat hierbij een functie had, moet in het museum vertegenwoordigd zijn. Deze permanente opstelling zal worden aangevuld met wisselende tentoonstellin-
gen, waardoor een gevarieerd geheel zal ontstaan. Een groot deel van de ruimten zal worden bestemd voor de historie van het Westland in het algemeen. De collectie van het vroegere Streekmuseum, aangevuld met de inbreng van het Westlands Centrum voor Streekhistorie, zal daarbij de basis vormen. Wanneer de verschillende verhuizingen zijn afgerond, zal het Westland kunnen beschikken over een volwaardig museum. Een bezoek hieraan zal voor velen zeer zinvol kunnen zijn. We denken daarbij, behalveaan de inwoners van de verschillende Westlandse gemeenten, aan verenigingen, scholen, bezoekers uit het buitenland, enzovoort. De officiële opening van dit Streeken TUinbouwmuseum is nog niet aan de orde. Er wordt hard gewerkt aan de verbouwing, de inrichting en de verhuizing. Een belangrijk onderdeel echter functioneert al, namelijk de bibliotheek, waarin een massa informatie te vinden is over streekhistorie en tuinbouw. Hier kunnen bronnen bestudeerd worden door leerlingen van middelbare scholen, studenten, wetenschappers en andere geïnteresseerden. Een tweede onderdeel dat in de nieuwe lokatie al kon starten is het dagelijks historisch spreekuur. In het verleden is gebleken dat dit spreekuur in een behoefte voorziet.
Bij de artikelen die in de voorgaande nummers van de Midden-Delfkrant stonden over de Ridderlijke Duitsche Orde in Maasland, noemden wij ook een aantal publicaties dat verscheen naar aanleiding van het 750-jarig jubileum. Wij waren echter niet volledig! Het jubileumboek bleef onvermeld! 'De Ridderlijke Duitsche Orde in Maasland, 1241-1991', door K. Boschma en A.A.G. ImmerzeeL Uitgave Stichting Herdenking 750 Jaar Duitsche Orde in Maasland, april1991. Het boek is prachtig uitgevoerd met talrijke illustraties en telt 122 pagina's. De prijs bedraagt slechts f 15.--. Dat lijkt ons bijzonder laag. Het boek is te koop in De Schilpen, 's Herenstraat 24 te Maasland. Geopend op zaterdagen van 10.00-17.00 uur. De herdruk van het magnifieke Kaartboek van Maasland van Jan Potter, met (in een apart boekwerkje) een inleiding door Co Visser, een hoofdstuk over het kaartboek als historisch document door Peter van der Krogt en de uitgebreide verhandeling over landmeter-kaarttekenaar Jan Jansz. Potter door Jacques Moerman, is nog te koop op het gemeentehuis van Maasland én in De Schilpen. De catalogus van de afgelopen zomer gehouden tentoonstelling is helaas uitverkocht, evenals de aardige bouwplaat van het Commandeurshuis in Maasland. Uitsluitend voor onderwijsdoeleinden bestaat er een lesbrief met werkboekje over de Duitsche Orde, een uitgave van de Historische Vereniging Maasland 1989. zestiP.nclP.
i::~::~ro-::~no-
nr. 1
fPhrn:~ri
1QQ?.
Midden-Delfkrant
6
Opm erkelijke vormgeving Abtswoudse Park Sinds vorig jaar beschikt de gemeente Delft over een nieuw stadspark met een totale oppervlakte van negen hectare. Het is het zevende in een reeks van stadsparken, die over de stad verspreid liggen. Bij de allereerste plannen voor de nieuwe woonwijk Tanthof w erd in de zeventiger jaren al ruimte gereserveerd voor een wijkpark, dat evenwijdig aan de Abtswoudseweg zou moeten worden gerealiseerd en derhalve dan ook als het Abtswoudse Park de geschiedenis in zal gaan. Om het landschappelijk karakter van dit gebied, dat in het zuiden grenst aan het open gebied van Midden-Delfland, voort te zetten heeft ontwerper David Louwerse ervoor gezorgd om de landelijke- en de stedelijke elementen zo harmonieus mogelijk in elkaar te laten overvloeien. De langgerekte kavelstruktuur, die zo kenmerkend is voor het Middendelflandse landschap is gehandhaafd. Datzelfde geldt voor de lanen, die voor aansluiting op de doorgaande wegen zorgdragen.
Architectonische hoogstandjes Het meest opmerkelijke en tegelijkertijd ook veel verguisde element in
7.P.
iaar11an11 nr. 1. februari 1992
het nieuwe stadspark is de wandelpromenade, die dwars door het park werd aangelegd. Spraakmakend zijn in het bijzonder de vijf bruggen. Zij dienen ertoe om de overgang naar een groter en weidser parkonderdeel te accentueren. De ranke staalconstructies, die met een speels opengewerkte overkoepeling in diverse kleuren werden uitgevoerd, zijn ontworpen door de Amsterdamse vormgeefster Joke Vos. Zij werden om hun architectonische waarde in het ontwerp opgenomen (zogenoemde 'folly '). Volgens de afdeling Stedelijk Groen van de gemeente Delft, waar de heer Henny van Haastrecht de scepter
zwaait, is hier sprake van het bouwen van contrasten ten opzichte van het landelijke karakter in dit gebied .Insteek is geweest: zorg dat je een overgang creëert van de stad naar het agrarische van Abtswoude. Een ander stedelijk element is de busbaan, die dwars door het nieuwe park loopt. 'We proberen voortdurend combinaties te maken en educatief bezig te zijn', aldus de heer Van Haastrecht De oude boomgaard in het park is eveneens gehandhaafd en zal- in onderlinge afspraak met het Instituut voor N atuurbeschermingseducatie (IVN) - worden beheerd. In zuidelijker richting is een gebied geprojecteerd, waardoor zich een meander slingert en waar men wilde flora kan aantreffen. De natuur kan er nu al zijn gang gaan. Er is een mengsel ingezaaid van wilde flora met gras. Men zal er sturend gaan optreden met het beheer, zodat er een natuurlijk landschap ontstaat. Tweemaal per jaar zal slechts worden gemaaid. Onder: Overzichttekening van het Abtswoudse Park. Rechts op de afbeelding is het zuiden. Foto F.W van Ooststroom. Rechts: Eén van de bijzondere bruggetjes in het park . Foto Afdeling Stedelijk Groen Gemeente Delft.
Midden-Delfkrant
7
De waterloop heeft een onderwaterberm, zodat snel een natuurlijke begroeiing ontstaat. (De eerste zwanebloem is reeds gesignaleerd!) 'Maar het moet allemaal nog wat ouderdom krijgen', volgens Van Haastrecht. Naar het zuiden doorredenerend, zal daar het eind van tramlijn 1 tegen het park aan komen te liggen. Het meest zuidelijke deel krijgt een meer extensieve inrichting, waar wat vee kan grazen en daarbij misschien nog een speelweide, die wat ruiger mag zijn. Na één seizoen mag men over het Abtswoudse Park al spreken van bekendheid, want tot medio februari stond het park te kijk in het Nederlands Instituut voor Architectuur te Rotterdam.
Luuk Hilbers
Fotowedstrijd 'Mensen in Midden-Delfland' Mensen zijn fotogeniek . Midden-Delfland is fotogeniek. Het is aan u om daar een passende combinatie van te maken. Deze fotowedstrijd wordt gehouden in het kader van het derde lustrum van de vereniging in 1992. Iedereen kan meedoen. U kunt met het onderwerp alle kanten uit. Wel moeten de foto's in Midden-Delfland gemaakt zijn en dat moet (zo mogelijk) herkenbaar zijn. Onder het motto 'Mensen in Midden-Delfland' kunt u t/m 31 mei 1992 foto's inzenden. Aantal U mag maximaal drie foto's inzenden (zeer goed verpakt) . Dat kunnen zwart/wit foto's zijn of kleurenfoto's en natuurlijk ook prints van dia's. We hebben de foto's liefst op glanzend papier afgedrukt.
naam en adres en het aantal ingezonden foto's . Aansprakelijkheid Alle ingezonden foto's worden met de meeste zorg behandeld, maar de vereniging kan geen aansprakelijkheid aanvaarden voor beschadiging of verlies.
Formaat Er geldt een formaat van 13 x 18 cm t/m 24 x 30 cm, omdat we van plan zijn (een selectie van) de foto's te exposeren. De foto's liefst niet opgeplakt, zeker niet op spaanplaat of multiplex of een ander zwaar materiaal.
Publicatie Foto's blijven uiteraard eigendom van de inzenders. Door in te zenden verklaart men zich akkoord met eventuele publicatie in de Midden-Delfkrant; hier staat geen vergoeding tegenover.
Opschrift Elke foto afzonderlijk moet aan de achterzijde voorzien zijn van uw
Terugzending Terugzending zal in het najaar van 1992 geschieden. Gebruik bij inzen-
ding bij voorkeur een stevige verpakking die ook voor terugzending gebruikt kan worden. U dient voldoende retourporto bij te sluiten. Beoordeling Beoordeling vindt plaats door een deskundige jury. Over de uitslag van de wedstrijd is geen correspondentie mogelijk. De prijswinnaars ontvangen een toepasselijke herinnering. Inzending Inzenden of afgeven vóór 1 juni aan: Secretariaat Midden-Delfland Vereniging, Londenweg 123, 3137 LV Vlaardingen. Veel succes en veel fotoplezier!
8
Midden-Delfkrant
Boerderijen in de Holierhoekse Polder (4) Een wandeling over de Holyweg en de Trekkade in Vlaardingen in de jaren vijftig, zestig en zeventig van deze eeuw
Tot slot van onze wandeling over de oude Holyweg bekijken we enkele boerderijen die allang zijn vergeten. Hoewel dat van de laatste die van het toneel verdween niet kan worden gezegd. Thssen de boerderij Zuiderhuizen en de Holyweg lag de honderd jaar oude hoeve van Janus Olsthoorn. De boerderij was destijds eigendom van de heer Melchers, bewoner van een villa aan deze weg. Zij was zeer vervallen en werd bewoond door de bejaarde Janus en zijn eveneens bejaarde zuster. Verderop aan de Holyweg stond de boerderij van (Rooie) Piet Dijkshoorn. Aan de andere kant (aan de oostkant) stond het boerenbedrijf van Cees Vollering, later door G. Vollering bewoond. Het stond ongeveer ter hoogte van de huidige Populierendreef in Holy noord in Vlaardingen. De laatste boerderij die we op de oude Holyweg tegenkomen en die voor de stadsuitbreiding het veld moest ruimen was de 'IJsselhoeve'. De IJsselhoeve Langs de Breeweg bij de Zweth in de Holierhoekse Polder staan twee huisjes. Op die plek stond vroeger de oude IJsselhoeve. Deze boerderij is uiteraard reeds lang verdwenen. De nieuwere IJsselhoeve stond in het verleden langs de Holierhoekse Weg. Het erf ervan is nog aanwezig. De IJsselhoeve vormt onze laatste boerderij op onze pseudowandeling over de Holyweg. Ik ben blij dat de IJsselhoeve is verdwenen. Het verwijderen ervan illustreert dat de Vlaardingse bevolking af en toe met stomheid is geslagen als het gaat om het behoud van waardevolle objecten (of de IJsselhoeve waardevol was, waag ik te betwijfelen). Bij Middelhuizen was het wethouder Teun de Bruin, bij de IJsselhoeve zijn opvolger Bas Goudriaan die als een olifant in een porceleinkast de bezwaren van de burgers van tafel maaide. Om van de IJsselhoeve af te komen paste hij de tactiek van de leegstand toe. De bewoners werden er uitgejaagd waarna een soort loopgravenstelling werd ingenomen door Goudriaan c.s. Het schokeffekt dat het verdwijnen
Deze reeks artikelen over de boerderijen in de Holierhoekse Polder is een {hier en daar ingekorte} weergave van de eerdere publicatie in Tijdschrift 42, september 1989, een uitgave van de Historische Vereniging Vlaardingen.
van diverse historische objecten teweeg had gebracht in het geweten van de Vlaardingse bevolking was alom aanwezig. Zelfs een boerderij uit 1932, deze IJsselhoeve, werd gekoesterd in de boezem van de moderne inwoners van de voormalige haringstad aan de Nieuwe Maas.
Midden-Delfkrant
9
In augustus 1971 is de IJsselhoeve door kinderen vrijwel geheel gesloopt. Het is dus een 'kinderboerderij' geworden! Het door de heer P.Both genomen initiatief om er een groot paardencentrum van te maken lijdt door de sloopwoede van de jeugd dan ook schipbreuk. Both wilde dit centrum combineren met een voor iedereen toegankelijk restaurant. Bij de boerderij behoordenegenduizend vierkante meter grond. De huurprijs zou f 6.000 per jaar bedragen. De eromheen wonende bewoners zagen liever dat er een kinderboerderij in werd gevestigd. Zij kregen hun zin zoals we zagen, al was het niet voor lang. Volgens de gemeente Vlaardingen was de bestemming echter onzeker. Men wilde die recreatief laten zijn. In september 1971 bleek men van de ruïne een dierenasiel te willen gaan maken. Dit in verband met de wensen van het gemeentelijk woningbedrijf. Dat vond dat het huidige asiel in Het Hof te dicht gesitueerd was bij de reinwater reservoirs aldaar. In oktober 1971 spreekt wethouder Goudriaan het doodvonnis uit over de IJsselhoeve: 'De fundering is verrot'. Jarenlang zocht en vond hij een reden de IJsselhoeve te slopen. (Dit feit was overigens in 1963 al bekend.) Het gat dat na volledige sloop (in 1976) ontstaat zou kunnen worden opgevuld met woningbouw, aldus de wethouder. Wat voor veel boerderij-erven, waarvan de bebouwing is gesloopt, geldt, gaat ook op voor het terrein van de IJsselhoeve: na de afbraak vindt er geen nieuwbouw plaats. Nu, in 1990,is er nog steeds niet gebouwd op dit erf. Dit lag echter niet aan de ambitieuze plannen van Goudriaan, die wilde wel bouwen . Het zijn nu de omwonenden die een tot nu toe succesvolle strijd voeren tegen de eventuele belemmering van hun uitzicht op Midden-Delfland. Zij werden zelfs eens door wethouder Goudriaan gefeliciteerd met hun actie. Zij zouden steeds op tijd hun bezwaarstukken en dergelijke hebben gedeponeerd waar ze moesten zijn. Een zaak van lange adem.
Op de vorige pagina, boven: De boerderij vanjanus Olsthoorn. Daaronder de Ijsselhoeve in betere tijden.
Hierboven: D e Ijsselhoeve; de aftakeling is begonnen ... Foto's Collectie Gemeente-archief Vlaardingen.
Hiermee zijn we beland in het heden, we zijn tevens aan het einde van onze wandeling over de oude Holyweg. Concluderend kunnen we stellen dat er na de sloop van de Holierhoek~e Polder een mooie woonwijk, met wat erg veel flats, voor in de plaats is gekomen. Of de noodzaak aanwezig was alle boerderijen en andere bebouwing te verwijderen, lijkt aanvechtbaar. Als dat persé nodig was geweest, zou er momenteel wel op alle plaatsen waar boerderijen stonden, zijn gebouwd. Dat is niet het geval. Sterker nog: slechts op enkele plaatsen (de boerderij van Jan Moerman en in mindere mate waar boerderij Holy stond) is aanwijsbaar van de grond waarop zij stonden gebruik gemaakt. De volgende handelwijze treedt in Vlaardingen dan ook regelmatig op de voorgrond als het gaat om het 'verwijderen van opstallen': eerst plannen maken, dan onteigenen, direct erna slopen van de panden, eventueel het terrein ophogen of opspuiten, dan een hele tijd niets en nog later bebouwen of beplanten (de Broekpolder bijvoorbeeld). De les die liefhebbers van historische bebouwing hieruit kunnen leren kan als volgt worden samengevat: zorg dat er een goede bestemming is voor een dergelijk object! En wees er snel bij. Onze wandeling is echter nog niet ten einde. Ook de bebouwing langs de Trekkade aan de Vlaardinger Vaart moest wijken voor de aanleg van de Holywijk. We gaan daarom in gedachten terug naar de brug over de Vaart bij de Westlandseweg. Gaande langs dit water zullen we de aldaar verdwenen boerderijen en dergelijke de revue laten passeren.
De Trekkade De westelijke grens van de Holierhoekse Polder werd en wordt gevormd door de Vlaardinger Vaart. Langs die Vaart ligt sindseeuwen het zogenaamde jaagpad of de Trekkade. Langs de Trekkade waren eveneens enkele boerderijen en huizen gebouwd. Er was zelfs een jachtwerf en vroeger stond er ook nog een watermolen. Ten behoeve van de aanleg van een dijk en wegen en de uitbreiding van de stad verdwenen de meeste van deze objecten. Als we onze 'wandeling in gedachten over de Trekkade' beginnen bij de eerder genoemde brug over de Vaart en deze kade aflopen (tenminste in de 50er en 60er jaren van deze eeuw) komen we als eerste de boerderij van Jac. van der Wilt tegen, beter bekend als 'De Drie Baarsjes'.
De Drie Baarsjes Deze boerderij werd gesloopt in 1978. Om onduidelijke redenen legde deze hoeve het loodje. De sloop werd van hogerhand gedicteerd. Het ministerie van defensie was namelijk op het onzalige en belachelijke idee gekomen om een dijk langs de Vlaardingse Vaart aan te leggen, de zogenaamde 'compartimenteringsdijk'. Deze dijk moest het achter liggende land beschermen tegen overstroming ten gevolge van een bombardement in oorlogstijd. Hij moest onze provincie verdelen in compartimenten waardoor niet alles in één keer onder zou lopen. Daarvoor moest 'De Drie Baarsjes' het veld ruimen! Ondanks protesten werd de dijk toch aangelegd. Dat wil zeggen stukken ervan. Nog steeds is het erf van de boerderij .... ......... .~.:~-...l ....
=-- ------ _ ____ ,
r
1
10
Midden-Delfkrant
van Van der Wilt te zien langs de Vaart. Ook hier dus een nutteloze sloop. De compartimenterings- of defensiedijk moet er nog steeds worden aangelegd in 1988. Verderop trouwens ook. De Drie Baarsjes was in haar zieltogend bestaan regelmatig in het nieuws. Ten behoeve van de sloop was de boerderij in handen gekomen van de provincie Zuid Holland. Lege objecten trekken onherroepelijk jeugdige personen aan die er niet voor terugdeinzen de beroepsslopers een handje te helpen. In april1975 tekende de gemeente Vlaardingen protesten aan tegen de onteigening van de boerderij van Van der Wilt. Wethouder Rien Bovenberg maakte bezwaar tijdens een door de provincie gehouden hoorzitting. Bovenberg vond De Drie Baarsjes een waardevol element in het landschap. Bovendien was de boerderij nog in functie. De defensiedijk diende te worden aangelegd in het kader van de Wet Bescherming Waterstaatswerken in Oorlogstijd. Het hielp niets. In november dat jaar staken jongelui de boerderij in brand die bijna geheel uitbrandde. De provincie haastte zich toen te verklaren dat er spoedig gesloopt zou worden. Door vandalisme stortte ook de koeienstal in. Tegen het bewerken door de jeugd met houwelen en dergelijke was dit oude bouwsel niet bestand. Aanvankelijk vreesde men dat er nog iemand onder het puin zou liggen. Die vrees was ongegrond, er werd niemand gevonden. Ook vroeger was deze boerderij regelmatig in het nieuws.In 1737 werd er op 3 juli geschrapt en gestoken met een mes bij de boerderij De Drie Baarsjes. De 25 jarige Lucas Verkoorn uit Naaldwijk had namelijk ruzie met zijn broer Claes en diens knecht Dirk Bonsaert die beiden in 's Gravenzande woonden. De ruzie ging over het laden van rijshout in een schuit. Ter hoogte van De Drie Baarsjes aan de Vlaardinger Vaart raakten zij met elkaar slaags. Lucas sneed zijn broer in de schouder en in zijn bovenbroek. Ook Bonsaert werd gewond, onderandere aan zijn arm. Hierdoor viel Bonsaert, waarop Lucas bovenop hem sprong en hem nog een snee gaf, nu 'in het dikken van zijn rechterbeen'. Na de vechtpartij zijn zij gedrieën op de bank gaan zitten bij De Drie Baarsjes waar Lucas onder verwensingen en vloeken nog met zijn mes had geschrapt. Daarna gooide hij alle goederen die op de schuit lagen in het water die hij even later weer wilde gaan opvissen.
De Drie Baarsjes aan de Trekkade. Foto Collectie Gemeente-archief Vlaardingen.
Tijdens de rechtdag is Lucas Vercoorn aanwezig en legfhij een bekentenis af. De eis van de baljuw (een soort officier van justitie) liegt er niet om: 'Geseling en bannissement, of iets anders als welgeboren mannen goedvinden'. Bovendien moet hij de kosten van de gevangenhouding en het proces betalen. De uitspraak is al even huiveringwekkend: 'Binnenskamers met de roeden streng geselen, 12 jaar verbanning uit Vlaardingen en Vlaardinger Ambacht op peene (boete of op straffe van) zwaardere straffen met de kosten'. Aldus geschiedde op 2 augustus 1737. De straf was in die tijd meer als afschrikking bedoeld dan als straf. Een jaar later doet 'De Drie Baarsjes' weer van zich spreken. Dirk Willemsz. van Sasse verdrinkt dan tengevolge van een ongeluk even voorbij de boerderij. Tot zover de criminele rollen over 'De Drie Baarsjes'. De volgende boerderij langs de Vaart was die van Jan Mooy. Volgens kranteberichten uit de zestiger jaren zou de boerderij stammen uit 1609. Vóór 1870 was er in het bovengedeelte (wellicht de opkamer) een koffiehuis gevestigd. Van kind af was Jan Mooy met de hoeve vergroeid. In januari 1960 hadden zijn laatste uren als boer langs de Vaart geslagen. In het voorjaar moest de boerderij worden gesloopt. Een en ander in verband met de aanleg van rijksweg 20 over de Vaart. Van de 28 koeien die Mooy had, waren er toen nog vier over.
Oosterlee en zijn werf. Na de boerderij van Jan Mooy vinden we het bedrijf van de familie K. Gosterlee op ons pad. In De Rotterdammer van augustus 1958 lezen we meer over deze boerderij. De vader van Kees Gosterlee was boer langs de Vaart maar voor het boerenbedrijf voelde hij niet veel. De boerderij werd een botenhuis. In 1934 startte Kees Gosterlee met twee kano's. In 1958 vonden een kleine driehonderd schepen en scheepjes een onderkomen bij hem. Er was een helling met een draagvermogen van vijftien ton. Hiermee was het mogelijk boten van alle afmetingen gemakkelijk op de kade te krijgen. Gosterlee verzorgde er reparaties en onderhoud van de vloot watersporters gedurende vele jaren. Bovendien werden er bij hem vele, meer stalen, jachten gebouwd. Verhuren van boten deed hij ook, zij het dat dit de laatste jaren niet meer het geval was. Evenmin als zelf bouwen. In de jaren vijftig waren dat particulieren die er een aantal prachtige boten bouwden. Zowel 'motorkruisers' als opgetuigde schuitjes rolden van de werf het water in. De botenbouwers pachtten de grond van Gosterlee en gebruikten soms tevens gereedschappen of materialen van hem. Jammer genoeg maakte de aanleg van de snelweg een einde aan al deze activiteiten. Het zesjarenplan van het Vlaardingse gemeentebestuur had de weg precies over de boerderijen gesitueerd. Voor de watersporters was dit uiteraard een ge-
Midden-Delfkrant
11
Hiernaast: D e boerderij van Mooy langs de Vlaardingervaart. Onder: Hooglandse Molenwerf. Foto's Collectie Gemeente-archief Vlaardingen.
honderd roeden moeten op 5 voet worden afgehakt. Veel meer valt er over deze watermolen niet te vertellen.
voelige slag. Ook hier lees je dan dat het algemeen belang voorrang had op privébelangen. Men legde zich erbij neer. 'Bijna dromerig dwaalt de Vlaardingse Vaart door een groene gordel van riet. Duizenden zoeken hier telkens weer rust en schoonheid na uren van rumoer en beslommeringen in de stad', aldus de pers in die tijd. 'Oosterlee' is het centrum van de watersport op de Vaart in 1958. Staande op het plankier maakt hij een praatje met een journalist. 'Het botenhuis (destijds gebouwd door de verderop aan de Trekkade wonende F. Schotte) moet volgend jaar ontruimd zijn .. .'. Pas in 1961 gaat echt de beuk er in.
De Hooglandsche Molenwerf In het verlengde Van de Anna Paulownalaan dwingt de Hooglandsche Molenwerf fietsers langs de Vaart met een wijde boog om dit stukje natuur heen te fietsen. Lang stond er op deze plaats een watermolen met een molenaarshuisje erbij. De Holierhoekse Molen wordt voor het eerst genoemd in 1502. Hij stond tegenover de Broekmolen in de Broekpolder. Met een beetje fantasie kun je ook daar het voormalig molenerf nog herkennen. De watermolens zijn te zien op de kaart van Jakob van Deventer uit ca 1560. Wegens het ontbreken van een slot in de deur van de Holierhoekse Molen wordt de molenmeester (een soort opzichter) in 1561 ter verantwoording geroepen voor het hof van Holland. De Holierhoekse Molen alsmede het gereedschap was eigendom van Delfland. Er
moest dus voor diefstal worden gewaakt. In 1727 is het geboomte rondom de molen te hoog opgegroeid waardoor de windvang wordt belemmerd. De kroosheemraden en de ingelanden van de Holierhoekse en Zouteveense Polder verzoeken derhalve de bomen te mogen kappen zodat er weer een vrije windvang is. Aangezien de bomen toebehoren aan de eigenaars van de molen besluiten de dijkgraven na onderzoek, dat de bomen binnen 50 roeden (één roede is ca 3,67m) van de watermolen op 3 voet boven de grond moeten worden gehakt. Die bomen die stonden binnen
In 1871 wordt de Holierhoekse Molen verkocht. Het geheel bestond uit één perceel grond waarop zich een achtkantige schepradmolen genaamd 'De Holierhoekse Molen' bevindt. Het tweede perceel was de grond met daarop de molen en de molenwerf. Wegens de invoering van stoombemaling in de eeuw was de watermolen overbodig geworden. Als voorwaarde kwam bij de verkoop duidelijk tot uitdrukking dat er direct na koop met de sloop van de molen zou worden begonnen. Na toewijzing stond de molen de koper dadelijk ter beschikking. De zeilen, touwen en kettingen bleven eigendom van de verkoper (de polder). Van perceel twee waren de bomen niet in de koop begrepen. Veertien dagen na de koop moesten de bomen namelijk worden uitgegraven en worden afgevoerd door de eigenaar. Artikel vijf van het koopcontract luidde dat de koper gehouden was de molen 'tot de fondamenten maar verder niet' af te breken. Voordat hij met het afbreken zou beginnen diende hij een 'puntdam' in de Vaart aan te leggen. Dit ten behoeve van de waterloop van de molen. Bovendien moest hij een noodbrug aanleggen. Eveneens voor de waterloop. Het afbreken diende te geschieden binnen zes weken na de koop en alles moest worden verwijderd van het erf van de molen. Zo niet, dan volgde er een boete van 16
12
Midden-Delfkrant
Hiernaast: Verdwenen bebouwing langs de Vlaardingervaart Het Witte huisje aan de Vaart was een kalkhuisje.
Onder: Een prachtige opname van een zeilende Westlander op de Vaart. Foto's Collectie Gemeente-archief Vlaardingen.
gulden voor iedere dag dat het langer zou duren. Nog enkele gegevens over de molen. Hij had een vlucht van 24,75meter. Een scheprad met een diameter van 6,81 meter en een breedte van 0,43 meter. De Holierhoekse Molen werd voor f 770;= verkocht. Het erop staande molenaarshuisje, onder andere nog bewoond door de familie Van Haren, hield het langer uit. Het werd in verband met de aanleg van de eerder genoemde compartimenteringsdijk (stom ding) afgebroken in 1977. Nog steeds is die dijk ook daar niet doorgetrokken! Vermeldenswaard tenslotte is nog dat ten zuiden van deze molen op de kaart van Kruikius van 1712, langs de Vaart een zogenaamd 'Windaes' is te zien. Met een windas, een soort lier, werden scheepjes uit de polder de Vaart ingetrokken. Tot zover de Hooglandsche Molenwerf.
De laatste boerderijen langs de Vlaardinger Vaart. Verder gaande langs de Vaart staat voorbij de fiets- en voetgangersbrug (een geschenk van de provincie Zuid Holland als dank aan Vlaardingen voor de toestemming tot hetaanleggen van de golfcourse in de Broekpolder) een eenzame boom. Die boom is de laatste getuige van de aanwezigheid van de boerderij van de weduwe Lubrecht Deze hoeve was bij de zeilers over Vaart en Vlieten zeer bekend in de jaren na de oorlog. In verband met de op hande zijnde sloop verhuisde de weduwe Lubrecht in 1965 naar de Vlaardingse kade in Schipluiden. De boerderij langs de Vaart was verstoken van elektriciteit, water en gas en werd in
haar laatste dagen nog bewoond door zoon Jan en zijn vrouw. In het voorjaar van 1966 verhuisden zij naar Berkel waar zij het boerenbedrijf gingen uitbouwen. Na verloop van tijd verdween de boerderij van de weduwe Lubrecht uit het Vlaardingse landschap. Waarom? Ik zou het niet weten.(Het spulletje was 'verschrikkelijk vervallen', meldt de krant uit die tijd.) Ons bericht loopt ten einde. Het zit erop. De inventaris is opgemaakt. Als we nu even een grote sprong vooruit maken in de tijd, zeg maar voor het gemak zo'n vijftig jaar, en vanaf dat punt terugblikken op de jaren van 'verandering' dan kunnen we de be-
schreven periode als volgt samenvatten. In de tijd na de oorlog was er niet alleen behoefte, er was een schreeuwend gebrek aan woonruimte. Daar kwam bij dat de bevolking zich explosief uitbreidde. Een nieuwe tijd diende zich aan, de vooruitgang genoemd. Om aan de dringende woningnood het hoofd te bieden werden er grote offers gebracht. Prachtige polders werden opgeofferd aan de uitleg van de stad. Als laatste stadsuitbreiding was de Holierhoekse Polder aan de beurt. Zonder al te veel omhaal werden de sloopvergunningen voor het verwijderen van de opstallen goedgekeurd. Voorbij gegaan werd er aan protesten vanuit de bevolking om historisch materiaal te behouden. Eeuwenoude boerderijen werden afgebroken om plaats te maken voor een woonwijk met een rijksweg en een strook grond om op te wandelen en te fietsen en dergelijke. Men wilde gewoon die veranderingen. De bevolking was het ermee eens dat er het een en ander verdween uit de omgeving. Men had het er voor over. Een inventarisatie van deze afbraken leidt tot nostalgische ontboezemingen die oude wonden weer openhaalt en liefhebbers van de geschiedenis van de stad en haar omgeving een wazige blik in de ogen bezorgt.
Midden-Delfkrant
Maar, nog is ons verhaal niet uit. Onze wandeling is nog niet ten einde! Voorbij de boerderij van Lubrecht stond nog een groepje gebouwen. Bij de bocht naar links (het westen) stond de timmerwinkel van F. Schotte. Tegen de Vaart aan stond een kalkhuisje. Tevens vonden we er de houtloods van Schotte alsmede het woonhuis van de aannemer. Erachter stond het pand van Verschure. We praten nu over een periode van vóór de Tweede Wereldoorlog. Vóór het woonhuis van Schotte stonden langs de Vaart enkele bomen. Deze staan er nog. In het huis van Verschure had ooit ook Maarten Dijkshoorn en daarvoor Jan Bos gewoond. De Bloois had er een loonploeg-en maaibedrijf. De opstallen moesten plaatsmaken voor een recreatiesloot Samen met de boerderij van Piet Dijkshoorn die, het buurtschapje (Hoe heette het vroeger?) afsloot, verdween alles van het toneel. Slechts een aantal bomen en wat putten in de grond herinneren aan het bestaan van huizen, boerderijen en bedrijven op deze plek. Opgeslokt door de moderne tijd. We zijn er. De wandeling zit erop! We kunnen ook teruglopen maar ook verdergaan langs de Vaart. Midden-Delfland in. In ieder geval is het verhaal hiermee verteld en moeten we helaas afscheid nemen. Het zal
echter nooit helemaal af zijn, er zullen altijd weer nieuwe zaken boven water komen die nog niet bekend waren. Een eerste aanzet is hiermee gegeven. Onze nakomelingen zullen weer wat anders met de grond en de omgeving gaan doen. Hopelijk zullen ze voorzichtig zijn!
Frans W Assenberg
13
Slechts enkele geknotte lindebomen getuigen van de vroegere bebouwing langs de Vaart. Op de luchtfoto is deze begroeiing goed te onderscheiden. Het braakliggende terrein (onder} wordt momenteel ingericht ten behoeve van het bouwplan 'De Vaarf Foto's F.W van Ooststroom.
Het oorspronkelijke artikel bevat een groot aantal verwijzingen en bijlagen. Voor de geïnteresseerde lezer verwijzen we uitdrukkelijk naar de eerdere publicatie in Tijdschrift 42, september 1989, een uitgave van de Historische Vereniging Vlaardingen .
14
Midden-Delfkrant
Molen "Korpershoek" te Schipluiden in bedrijf gesteld
bij Abcoude na blikseminslag geheel af. Ook het jaar erop, het beruchte cholerajaar 1866, brandden opvallend veel molens na blikseminslag af. De molen van Schipluiden wordt herbouwd. De achtkante molen die . er dan komt te staan houdt het uit tot Sinds eeuwen staat er even ten zuiden van Schipluiden als 1945. Deze nieuwe molen is klaareen vorst op de hoek van vier waterwegen (de Gaag, Oostblijkelijk niet echt nieuw, want hij gaag, Vlaardingervaart en Zijde) een molen. Het is "De Korverraadt in alles het model van een oude, achtkante poldermolen. Of het pershoek", die misschien wel aan die plaats zijn naam te in "De Molens van Zuid-Holland" gedanken heeft (Karper = Karper). Toch is het ondanks die noemde bouwjaar 1623 nu betrekeeuwenlange geschiedenis een jonge molen, want hij werd king heeft op het oorspronkelijk hier, op deze plaats pas in 1950 gebouwd. bouwjaar van de in 1865 hier gebouwde molen of op het bouwjaar van de voorganger is niet duidelijk Van brand naar brand 1865, is een jaar, dat onder moen het is alle twee mogelijk. Waar de De molen is, zoals meer van zijn lenaars tientallen jaren in herinnesoortgenoten, meer dan eens het ring zou blijven voortleven. Het voor- in 1865/1866 gebouwde molen vandaan is gekomen, is niet bekend. In slachtoffer geworden van brand. jaar zet aanhoudend droog in, zo Over de geschiedenis van de eerste droog, dat zeker op het hoge land alle die tijd zijn er nog niet veel poldermolens geweest die het af moesten molens op deze plaats is niet veel begewassen kwijnen. Eind juli 1865 leggen tegen stoom. Een paar jaar lakend. Op de kaart van Floris Balslaat het weer om. Onweer en nog ter was er in de omgeving keus gethasarsz. uit 1611 en die van Matthijs eens onweer, dagen achtereen. Legio noeg, maar toen nog niet. Welliet de de Been uit 1606 staat hier in ieder blikseminslagen veroorzaken brand. polder Berkel in 1865 een stoomgegeval een molen aangegeven. Gelet Ook daarvoor was er incidenteel al maal bouwen, waarna de twee moop de bewoningsgeschiedenis van dit sprake geweest van onweersbuien. gebied, is er misschien daarvoor ook lens, "De Windasmolen" en "De VerZo brandden in de nacht van 9 op 10 laatmolen" gesloopt werden. Het is al eeuwen gemalen. Op 21 juli 1865 mei 1865 de korenmolens van Hasbrandde de molen als gevolg van heel goed mogelijk, dat een van die selt en Eerlikurn (Fr.) en de polderblikseminslag geheel af. Dat jaar, beide molens als korenmolen in molen van de Waardasakkersepolder
Midden-Delfkrant
Schipluiden terecht is gekomen. De gesloopte molens van de polder Berkel waren ook oud en zwaar gebouwd en dat sluit weer precies aan bij het beeld van de korenmolen in Schipluiden. Vanaf 1921 was Jan de Willigen molenaar op deze molen, een rasechte molenaar. Tot groot verdriet van heel Schipluiden brandde de volop in bedrijf zijnde molen in de beruchte hongerwinter op 2 februari 1945 geheel af, juist in een tijd dat de nog bestaande molens dubbel gewaardeerd werden. In die tijd heerste er grote brandstofschaarste en met de wind kon het weinige dat er was en wat burgers te pakken konden krijgen gemalen worden.
"De jonge Pieter" Men zat in Schipluiden niet bij de pakken neer. Er werd op initiatief van de heer J.P. Westerman, directeur van de gemeentebedrijven van Schipluiden, in juni 1945 een Comité Herbouw Molen "Korpershoek" opgericht onder voorzitterschap vandr. F.H. Reynders en met de heer Westerman als secretaris. Het gaat nu weleens niet zo vlot met herbouwplannen maar dat geldt ook voor vroeger tijd. Aan een nieuwbouwmolen dacht men in die tijd natuurlijk niet. Er waren immers nog sloopmolens in overvloed beschikbaar. Zo stond sinds 1946 de korenmolen "De Jonge Pieter" in Leimuiden werkloos. Het was een bijzondere molen, een achtkante grondzeiler, waarvan de romp met schalieën (dakleien) en de kap met riet gedekt was. Hij was bijzonder fraai afgewerkt. De baard, die nu in de museummolen "De Valk" in Leiden hangt, was een juweel. De ramen in het achtkant waren van boven fraai geschulpt . Een en ander werd nog versterkt door de manier waarop de molen geverfd was: een donkere romp met witte randen en raamlijsten. Kortom een molen die niet uit een zuinige portemonnaie gebouwd was. Door de manier van bouwen leek de molen vrij klein, maar dat was puur gezichtsbedrog. De vlucht was 26,25 m en daarmee behoorde hij tot de grootste korenmolens van Zuid-Holland! Demolen was in 1882 wel op een hogere stenen voet gezet, waardoor de vlucht navenant vergroot was. Hij was 110 jaar eerder, in 1772, gebouwd door molenmaker Joost Timmers uit Oude Wetering en verhoogd door Johannes Vrijburgh. Vandaar, dat op de oude baard behalve de molennaam de jaartallen 1772 en 1882 alsmede de initialen J.T. en J.V. staan. Aan het begin van deze eeuw was de molen het eigendom van Pieter Duyser Sr, en later van Klaas Duyser. Aanvankelijk werd er natuurlijk al-
leen op de wind gemalen, maar later deed motorkracht zijn intrede. In 1926 maakte de 18 pk Tanguy-petroleummotor plaats voor een 25 pk elektromotor en zo werd er sindsdien behalve met wind ook elektrisch gemalen. Klaas Duyser kwam op 53-jarige leeftijd op een tragische manier om het leven . Op vrijdag 19 april1935 werd hij het slachtoffer van een roofmoord. Een landbouwer, die met zijn vrouw van de avondkerk huiswaarts keerde vond de molenaar met afgesneden hals aan de Huigsloterdijk tussen Oude en Nieuwe Wetering. De dader werd evenwel spoedig gegrepen . Duyser was wel gehuwd maar had geen kinderen. Vandaar, dat de molen op 25 september 1935
Hierboven: De Care Male staat al aangegeven op de kaart van Floris Balthasarsz. uit 1611.
Onder links en rechts: 1Wee opnamen van de oude molen Korpershoek. De foto rechts is genomen vanaf de Gaagweg. Op de voorgrond een zwaar geladen Westlandertje. De foto links toont de molen vanaf de Vlaardingse Kade. Let op de molenstenen die tegen de molen leunen. Foto's Collectie ].A.G. van der Stap.
in veiling werd gebracht, waar hij gekocht werd door Roelof ten Brink. De molen bleef tot 1946 in bedrijf. In dat jaar moest de windmolen na stormschade alle bedrijvigheid staken. Dat was voor de molenliefhebbers een grote tegenvaller. Ten Brink had juist in 1946 nog het certificaat van verdienste van de Vereniging
15
16
Midden-Delfkrant
1772
1950
brand velde de oude molen neer
maar vrolijk maalt de nieuwe weer eerst werkloos in Leimuiden maal ik nu voor Schipluiden de eerste steen gelegd op 13 mei '50 comité herbouw molen Korpershoek dr. fh. reynders voorz. j.p. westerman secr.
Als erkenning voor zijn verdiensten bij de herbouw van de molen kreeg de heer Westerman in 1952 het certificaat van "De Hollandsche Molen". De bouwsom voor de nieuwe molen bedroeg f 36.500,-. Dit werd door het Comité bijeengebracht met giften van particulieren en subsidies van de gemeente, de provincie en het rijk . Zo verleende de provincie Zuid-Holland voor deze herbouw in totaal f 6.000,subsidie, het hoogste wat tot dan toe ooit door de provincie aan een molen toegekend was.
"De Hollandsche Molen" gekregen voor de inspanningen die hij zich voor zijn molen getroostte. Nu ging het roer radicaal om. Naar Schipluiden Na enige jaren onderhandelen kon het Comité Herbouw Molen Korpershoek de molen van Ten Brink in Leimuiden aankopen. In verband met de verplaatsing werd op 30 januari 1950 de sloopvergunning voor "De Jonge Pieter" afgegeven. De molen werd door de Kethelse molenmaker Van der Loo gesloopt en naar Schipluiden overgebracht. Ten Brink zette het bedrijf aan de zuidkant van de Drecht op de plaats van de molen in Leimuiden voort en daar verrees een moderne veevoederfabriek die nu in gebruik is bij de Gebr. Beelen uit Rijpwetering. In Schipluiden werd op 13 mei 1950 de eerste steen voor de molen gelegd door de heer Westerman, omdat, zoals de voorzitter van het comité zei, hij de grote drijfveer achter de herbouw van de molen was. De nieuwe onderbouw werd gemetseld door de plaatselijke aannemer H.A. Haring, terwijl het molenmakerswerk werd uitgevoerd door H. van der Loo uit KetheL De molen kreeg dezelfde vorm als in Leimuiden, met een opvallend verschil: de romp werd nu met rietgedekt, waardoor de molen iets minder slank lijkt dan voorheen. Dit zelfde riet zit er nu nog op. Toch zou het misschien wel eens het overwegen waard zijn, wanneer dit riet vernieuwd moet worden, het te doen vervangen door die merkwaardige schalieënbedekking zoals in Leimui-
Boven: D e nieuwe molen Korpershoek vanaf de brug over de Zijde. Op de achtergrond de Tram brug. Onder: de gevelsteen in de molen vertoonde toen deze foto z'n tienjaar geleden werd genomen reeds sporen van aantasting door zure regen. Foto's F.W van Ooststroorn.
den. Het prijskaartje zal wel een forse hinderpaal zijn, maar wie weet. In november 1950 kon molenaar De Willigen het eerste graan met zijn nieuwe molen malen en een jaar later, op 10 november 1951, werd de molen in bedrijf gesteld door Mr. R. Hotke, waarnemend hoofd van het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Ter gelegenheid van de herbouw werd in de molen een gevelsteen aangebracht met het volgende opschrift:
Nieuwe tijd Na de nieuwbouw wordt het bedrijf in de molen uitgeoefend door de eigenaar van de oude molen, Jan de Willigen met een nieuwe firmant , de heer Teun van Leeuwen. De Willigen blijft nog tot in de jaren zestig eigenaar van de molen. Dan wordt de heer G. van Leeuwen eigenaar van de molen. Nu drijft diens zoon de zaak. De Willigen overlijdt op 8 januari 1976 79 jaar oud. De mengvoederwereld is dan volslagen veranderd . Het was na de oorlog voor een liefhebber nog mogelijk om met een windmolen een bestaan te vinden in een veevoederzaak. Vrij snel wordt dat eigenlijk onmogelijk. De tijd drijft de molenaars voort, of ze willen of niet. Dat betekent aanpassen of verdwijnen. Sommigen maken
Midden-Delfkrant
met succes de stap naar de moderne grote mengvoederfabriek. Anderen schakelen geheel of gedeeltelijk over. Deze omschakeling is veelal geleidelijk gegaan, ook in Schipluiden. Men past zich allereerst zoveel mogelijk aan. Een hamermolen en mengketels doen hun intrede. Men heeft opslagruimte nodig voor losgestorte grondstoffen. Zo komt er boven in deze molen siloruimte voor dertig ton en dat is veel meer dan men in een grondzeiler-korenmolen verwacht. Het ruimtegebrek in de molen wordt dan zo nijpend, dat men zich rond 1970 genoodzaakt ziet een der beide koppelstenen weg te slopen. Ook komt er later naast de molen een grote opslagloods te staan. Toch blijken de kleine zelf-producerende mengvoederbedrijven op den duur niet rendabel genoeg te zijn. Men staakt de eigen produktie geheel of gedeeltelijk en men beperkt zich tot handel in veevoeders, kunstmest en min of meer aanverwante artikelen. Deze ontwikkeling heeft zich ook in Schipluiden voltrokken. In dit weidegebied vinden rundveevoeders uiteraard de meeste aftrek. Van Leeuwen produceert die zelf niet meer, maar betrekt die van derden. Wel maalt men met dehamermolen varkensvoer en maakt men ook zelf nog kippevoer. Toch, en dat is echt wel het opmerken waard, is het bedrijf van Van Leeuwen een van de weinige veevoederbedrijven in Nederland, die nog in en bij een windmolen gevestigd zijn. Het geeft aan de molen zelf een speciaal cachet, want het is daardoor niet zo'n steriele sfeer als in een korenmolen die alleen voor de prins draait. Men heeft echt met een molenaarsbedrijf te doen en dat is duidelijk merkbaar. Ondanks het feit , dat de hamermolen de steen overbodig maakte, bleef de familie Van Leeuwen uitstekend voor de molen zorgen. Er werd en wordt een optimaal gebruik gemaakt van de subsidiemogelijkheden om de molen in een prima staat te houden. Ook liet men de molen regelmatig draaien, waardoor het levendige beeld van eeuwen her bewaard bleef. Kortom, er werd aan en om de molen met liefde gewerkt. Dat wordt ook in de omgeving opgemerkt en gewaardeerd. Toch komt het voor dat ondanks goed normaal onderhoud er meer moet gebeuren. Zo bleek de laatste jaren overduidelijk, dat het gevlucht aan het eind van zijn Latijn raakte en dat ook het windpeluw aan vervanging toe was. Kortom, de molen was aan een echte restauratie toe. Door de voorbeeldige medewerking van de gemeente Schipluiden, die daarvoor in de laatste jaarvergadering van de NPM nog een pluim op
Hiernaast: Het plaatsen van het windpeluw (draagbalk waar de as op rust). De foto biedt ook een fraai beeld van de baard van demo/en met naam en jaartallen van stichting en herbouw. Onder: Bij het steken van de roede kwam een enorme heiskraan goed van pas. Foto's Rob van Zijl/.
de hoed gestoken kreeg, en die van rijk en provincie, kon molenmaker Verbij op 16 januari 1991 met de restauratie beginnen. Op 13 maart 1991 werden twee nieuwe Derdoeroeden gestoken (no. 591 en 592) . "De Korpershoek" kreeg ook zijn nieuwe windpeul en twee nieuwe lange schoren.
Opening "De Korpershoek" ziet er weer piekfijn uit en kan nu weer geheel maalvaardig genoemd worden. Op 31 mei 1991 was het zover dat de molen met het lichten van de vang in gebruik gesteld kon worden door burgemeester drs. J.B. Waaijer van Schipluiden. Na een woord van welkom door de heer Van Leeuwen schetste de burgemeester in het kort iets van de geschiedenis van de molen. Aan de hand van een aantal spreekwoorden maakte hij duidelijk hoe groot de rol van de molen in ons volksleven was. Een ding vond hij bijzonder treffend: het beeld van de ambtelijke molens die langzaam malen. Dat is net zo als bij een echte molen. Op een afstand lijkt het langzaam, maar als je er dichtbij staat dan blijkt het in werkelijkheid heel snel te zijn. De heer Waaijer memoreerde ook de restauratieprocedure. Het bleek, dat de molen nog niet geheel "af" was, maar dat er nog een wensenlijstje lag. Gezien de zorg van de familie Van Leeuwen en die van de gemeente Schipluiden hebben we er alle vertrouwen in dat ook dat in orde komt. De burgemeester bood namens de gemeente de familie Van Leeuwen een glas-in-loodraam met het gemeentewapen aan. De heer IJ de Kramer sprak namens de Vereniging "De Hollandsche Molen" en bood namens deze vereniging een weerstation aan. Uit zijn rijke molen loopbaan haalde hij nog enige herinneringen op aan "De Jonge Pieter" . Zo is "De Korpershoek" weer een sieraad. Het is ook een zeldzaamheid onder de 71 Zuidhollandse korenmolens als enige achtkante grondzeiler. Hij is eigenlijk onmisbaar bij dat zo mooie, gave dorpsbeeld van Schiplui-
den. Dat heeft men in 1950 ook beseft en daar mag men nu nog steeds dankbaar voor zijn. Men mag er ook dankbaar voor zijn, dat een particuliere molenaar zoveel tijd, geld en energie in deze wiekendrager steekt, die voor het bedrijf eigenlijk zijn betekenis heeft verloren en zelfs zijn beperkingen voor dat bedrijf met zich mee heeft gebracht. Juistdaarom hopen wij , dat voor alles de familie Van Leeuwen veel genoegen aan de herboren wiekendrager beleeft.
].S. Bakker Dit artikel verscheen eerder in De Molenaar (94}(1991}(35}(28 augustus).
17
Midden-Delfkrant
18
Vogel-varia Midden-Delfland is al eeuwenlang een gebied, waar vele vogelsoorten zich thuisvoelen. Gedurende de broedperiode in lente en zomer, maar ook in de tijd van de voor- en najaarstrek is een groot aantal soorten waar te nemen. Het polderland is nu eenmaal heel geschikt voor hen als woon- en verblijfplaats. Maar ook in de wintermaanden kunnen interessante waarnemingen gedaan worden als wintergasten, soms individueel, soms in groepsverband, tijdelijk in onze omgeving verblijven. Omdat de bomen dan geen bladeren meer hebben, is het gemakkelijk om bijzondere gasten te signaleren. Daardoor kan juist de winter voor de vogelliefhebber een interessante perioode zijn.
Ijsvogel
Gele kwikstaart. Foto Fredd Hess.
In de loop van 1991 werden door verschillende mensen in Midden-Delfland enkele waarnemingen gedaan, die zeer bijzonder genoemd kunnen worden. In de maand juli werd in de Zouteveense polder een lepelaar gezien, die in een voersloot op zijn karakteristieke manier aan het fourageren was. Waarschijnlijk was het een verdwaald exemplaar, dat bij zijn speurtocht naar voedsel van de normale route was afgeweken. Nog verrassender was in november de aanwezigheid van een no-
Ook een ontmoeting met de velduil is waard om vermeld te worden. Deze waarneming werd eveneens gedaan in de Zouteveense polder.Het jagen bij daglicht, de grote ronde kop waaraan geen oorpluimpjes te zien zijn en de felle ogen sluiten verwarring met de rans- of kerkuil volledig uit.
tenkraker, die een paar dagen in deze omgeving bivakkeerde. Deze broedvogel van het hoge Noorden wordt in onze omgeving maar zelden gezien. In de herfst- en wintermaanden werd ook regelmatig de ijsvogel gesignaleerd. Uiteraard iets minder bijzonder, maar toch is je dag steeds weer goed als je deze kleurige vogel, dit vliegende juweel, in de kijker hebt gehad. Daarom is het heel waardevol, dat bepaalde vogelliefhebbers de ijsvogels van dienst zijn door het maken van geschikte gelegenheden, waar ze gemakkelijk hun voedsel in de vorm van kleine visjes, kunnen bemachtigen. Een paar korte paaltjes in de slootkanten of enkele gedeeltelijk weggesnoeide boomtakken boven het water, worden door de ijsvogel graag benut. In tegenstelling tot deze positieve berichten is er het feit dat een aantal vogelsoorten, dat vroeger massaal in Midden-Delfland aanwezig was, in onze tijd bijna niet meer gezien wordt. In het broedseizoen had elk
Kemphaan
perceel weiland z'n gele kwikstaarten, tegenwoordig gaan er jaren voorbij zonder dat men deze bedrijvige vogel ontmoet. Een andere bewoner van het polderland, de kemphaan, is eveneens nog maar zelden waar te nemen. Rond de boerderijen is ook de gekraagde roodstaart, in het verleden een regelmatige gast tijdens de broedperiode, een zeldzame verschijning geworden.
Midden-Delfkrant
19
Met de roofvogels en uilen gaat het tegenwoordig een stuk beter. Zij zijn op een verbluffende wijze de inzinking van de vorige decennia te boven gekomen. Dit mede dank zij het feit, dat sommige soorten landbouwgif niet meer gebruikt worden. Ook de blauwe reigers hebben niets te klagen. De enorme verliezen, die zij leden in de strenge winters uit het nabije verleden, werden door hen meer dan goed gemaakt. Het is dan ook heel normaal als enkele van deze steltlopers op een rijtje staan te vissen langs of in een poldersloot De vele wintergasten zorgen ervoor dat het een genoegen kan zijn om een tocht door de polder te maken. Als we een beetje geluk hebben, kunnen we concentraties zien van duizenden goudplevieren, die samenkomen op de weilanden en daar tesamen op een gezellige wijze de dag doorbrengen met voedsel-zoeken en, naar het lijkt, discussies. Eveneens op de weilanden, of in de knotwilgen die er langs staan, klinkt het getjakker van de kramsvogels. Grote aantallen komen in de winter bij ons bivakkeren; in iets mindere mate de koperwieken, eveneens behorend tot de lijsterachtigen. Blauwe reiger. Foto Fred Hess.
Koperwiek
Kramsvogel
kiekendief, een buizerd of een torenvalk. Het is altijd interessant om deze fraaie vogels bezig te zien met het jagen op een prooi. Ondanks het soortenverlies, waarover we boven spraken, is er nog heel veel te genieten in de polders van Midden-Delfland. Het is de vraag of deze situatie nog lang zal voortduren, nu er zoveel ingrepen op verschillend terrein dreigen te gebeuren. We bedoelen hiermee onder andere een verlaging van het waterpeil in de polder, bepaalde wijzigingen in de bedrijfsvoering op de boerderijen en de eventuele aanleg van Rijksweg 19.
Arie Olsthoorn In de buurt van de bredere sloten gaat misschien een vlucht smienten op de vleugels. Hun gezamenlijke vliegoefeningen en hun karakteristieke fluitgeluiden onderscheiden hen duidelijk van de gewone wilde eenden. Vanaf augustus komen ze uit het barre Noorden naar onze omgeving. Elke maand neemt hun aantal toe totdat ze in april weer terugkeren naar hun noordelijke broedgebieden. Ook het fraaie vliegbeeld van een roofvogel kunnen we op onze poldertocht te zien krijgen, bij voorbeeld van een
Buizerd
Tbrenvalk
zestiende iaanmnl! nr. 1 . fP.hm"ri
1 ClCl?.
Midden-Delfkrant
20
Een verjaarscadeau voor de vereniging? In deze Midden-Delfkrant treft u de nieuwe folder van de vereniging aan. Dat heeft een reden. Niet alleen willen we deze nieuwe folder laten zien, maar we willen vooral dat u deze folder gebruikt. Om nieuwe leden te werven! Een nieuwe folder, de Midden-Delfkrant in een nieuw jasje ... Alle reden om ook anderen met de Midden-Delfland Vereniging te laten kennismaken. Zeker in dit lustrumjaar waarin veel extra activiteiten plaatsvinden. Geef uw vereniging een verjaarscadeau. Maak een nieuw lid! In de folder zit een inschrijfkaart. Deze kan worden gezonden naar het secretariaat van de vereniging. U kunt ook bellen: (010) 4 74 25 98. Doe het. Doe het nu! Midden-Delfland is de moeite waard.
Gezocht: Nieuwe leden Steunwerkgroep Ter ondersteuning van onze vertegenwoordiger in de Reconstructiecommissie komen enige leden van onze vereniging, aangeduid als Steunwerkgroep, een paar maal per jaar bijeen. Zij bespreken dan reconstructie-aangelegenheden, voor zover die twijfels of vragen oproepen, en bepalen daarin een verenigingsstandpunt. Het bestuur hecht eraan dat zodoende de doorstroming van informatie wordt bevorderd en dat het draagvlak van onze standpunten wordt verbreed. De werkgroep kan best enige versterking gebruiken . Wie meldt zich?
De kerk van 't Woudt. Foto Fred Hess.
Lustrumconcert in 't Woudt De zomerconcerten in het sfeervolle, historische kerkje van 't Woudt zijn welhaast een traditie geworden. Een traditie die bij steeds meer mensen gehoor heeft gevonden. Steeds vaker is de kerk te klein om alle belangstellenden een plaatsje te bieden. Het is ons dan ook een voorrecht en een bijzonder genoegen om de leden van de Midden-Delfland Vereniging ter gelegenheid van het derde lustrum van de vereniging in de gelegenheid te stellen om een concert bij te wonen. Speciaal voor ons lustrum is een concert toegevoegd aan de reeks van deze zomer. Op zaterdag 11 april wordt een uitvoering gegeven door het Utrechtse koor 'Cappella 'fraiectina'. Op het programma staat liturgische muziek voor de Palmzondag. Het is 'oude muziek' (15e en 16e eeuw) uit diverse landen, van componisten als Palestrina, Lassus, Victoria, 'JYe en Weelkes. De koorwerken worden afgewisseld met orgelmuziek van Sweelinck en Frescobaldi. Organist is Albert Moerman. Het koor bestaat uit 18leden en legt zich al twintig jaar toe op renaissance-muziek. Het staat onder leiding van Jan Bogaarts. Zoals gezegd vindt het concert plaats op zaterdagmiddag 11 april a.s. in het kerkje van 't Woudt, gelegen tussen
-- -· =---
.J _ ; _ _ ____ _ _ - -
1
.C .... J...-~ .... -~
1(\()')
Den Hoorn en De Lier. Aanvang 16.00 uur. Bij wijze van uitzondering kunt u tevoren toegangskaarten bestellen voor dit bijzondere concert. Voor leden van de Midden-Delfland Vereniging, hun familieleden en eventuele introducées bedraagt de gereduceerde toegangsprijs f 5,-. Maak (een veelvoud van) dit bedrag over op postrekening 3928463 ten name van de Midden-Delfland Vereniging te Vlaardingen, onder vermelding van 'Lustrumconcert'. U ontvangt dan tijdig uw toegangsbewijzen en nadere informatie over het programma. In de volgende Midden-Delfkrant treft u informatie aan over de overige concerten die dit jaar gegeven worden .