E H C S I IJ
F A R
D E
G B
F
N E
S D
N O
F
maart/april 2007
R
S
G B F
N I E U W S I N F O R M A T I E
V O O R
G B F - D E E L N E M E R S
Extra zekerheid voor de partner Met MijnGBF dagelijks zicht op uw pensioen en bedrijfsspaargeld
Extra zekerheid voor de partner PGB biedt meer mogelijkheden om pensioen voor de partner aan te vullen
We hebben het er liever niet over, maar het kan ons allemaal overkomen. Een plotseling overlijden. Het pensioenfonds PGB adviseert deelnemers daarom tijdig stil te staan bij de inkomenspositie van de partner. Aanvulling van het partnerpensioen is in de regel wenselijk als uw partner niet werkt, parttime werkt of als u te maken heeft gehad met een echtscheiding. Het PGB biedt twee oplossingen. Naast de Anw-Plusverzekering waarbij een uitkering wordt verzekerd bij overlijden vóór pensioneren, wordt vanaf 1 januari 2007 het nieuwe PGB-Partnerpensioen Plus aangeboden. U verzekert daarmee extra partnerpensioen in het geval van overlijden ná pensioneren. In dit artikel leest u daar meer over.
Hoe blijven de partner en de kinderen financieel achter als u overlijdt? Het antwoord op deze vraag vindt u voortaan op MijnGBF. Via het onderdeel 'partnerpensioen checken' kan de inkomenssituatie voor de partner worden nagelopen. Het PGB laat het inkomen zien
2
inclusief het eventuele eigen inkomen van de partner. En zowel vóór als na pensionering. Daarbij wordt rekening gehouden met het recht op een uitkering op grond van de Algemene Nabestaandenwet (Anw) of de AOW. Hoe zit dat precies?
Inkomen partner bij overlijden VÓÓR pensionering Als u voor uw 65e overlijdt, ontvangt uw partner van het pensioenfonds PGB maximaal 70% van het te bereiken ouderdomspensioen. Daarnaast kan recht bestaan op de Anw-uitkering van de overheid. Kan, want die kans is niet zo groot. De achterblijvende partner heeft alleen recht op een Anw-uitkering als hij of zij vóór 1950 geboren is of kinderen verzorgt onder de 18 jaar of arbeidsongeschikt is. Boven-
K O RT N I E U W S Indexatie pensioenen PGB 1,5% Het Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven (PGB) heeft, na een positief advies van de Deelnemersraad, besloten om de tot en met 2006 opgebouwde pensioenrechten en ingegane uitkeringen met ingang van 1 januari 2007 te verhogen met 1,5%.
dien is de hoogte van de uitkering afhankelijk van het eigen inkomen van de achterblijvende partner. Anw-Plusverzekering
In de grafimedia branche is ervoor gekozen om via het pensioenfonds een vrijwillige AnwPlusverzekering aan te bieden die gezien kan worden als een vangnet voor nabestaanden die geen of slechts gedeeltelijk recht hebben op een wettelijk nabestaandenpensioen. Vaak bent u, zeker als u nog jong bent, voor een paar euro per maand al verzekerd. Niet een bedrag om risico voor te lopen. Wanneer kiezen voor Anw-Plus?
De kosten voor de achterblijvende partner nemen in de regel bij overlijden eerder toe dan af. Denk bijvoorbeeld aan kinderopvang, huishoudelijke hulp en de stijgende kosten bij het ouder worden van de kinderen. Als een belangrijk deel van het inkomen wegvalt omdat
geen of slechts gedeeltelijk recht bestaat op de Anw-uitkering ontstaat een dubbel probleem. De kosten nemen toe terwijl het inkomen daalt. Het pensioenfonds biedt deelnemers, in het geval dat de partner financieel afhankelijk is, de mogelijkheid een Anw-Plusverzekering af te sluiten. De verzekering kan op grond van het grafische collectief onder bijzonder gunstige voorwaarden worden afgesloten. Het nagaan of er sprake is van een Anw-tekort en het eventueel afsluiten van een verzekering gaat het eenvoudigst via www.mijngbf.nl. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met afd. Klantenservice, 020 - 5418200.
Voorbeeldpremie Anw-Plus (partner is 3 jaar jonger dan verzekeringnemer) Henk, vader van twee kinderen, werkt in de prepress. Hij is 35 jaar, werkt 4 dagen in de week en neemt deel aan het PGB. Henk verdient per maand € 2.500. Zijn partner Patricia (32) heeft elders een aanstelling voor 4 dagen in de week. Wanneer Henk overlijdt vóór pensionering heeft zijn partner recht op het partnerpensioen van het PGB. Dit stellen we per maand op ongeveer bruto € 750. Op grond van haar leeftijd en inkomen (zij verdient bruto € 2.200 per maand) ontvangt de partner echter geen Anw-uitkering van de overheid. Zij zakt in maandinkomen van € 4.700 naar € 2.950. Omdat de kosten voor Patricia bij overlijden zullen oplopen, overwegen zij een Anw-Plusverzekering via het PGB af te sluiten. Henk informeert bij de afdeling Klantenservice van de GBF naar de hoogte van de premie. Henk kan ook terecht op MijnGBF via de ingang Pensioen en dan Partnerpensioen checken.
uitkering bij overlijden op jaarbasis € 7.000 € 14.000
25 30 35
€ 6,51 € 7,10 € 9,43
€ 10,60 € 11,76 € 16,43
leeftijd
uitkering bij overlijden op jaarbasis € 7.000 € 14.000
40 45 50 55
€ € € €
12,93 17,01 26,93 41,51
Als het bestuur, na overleg met de Deelnemersraad, oordeelt dat er ruimte is om de opgebouwde aanspraken en pensioenuitkeringen van actieve deelnemers, ex-deelnemers en pensioenontvangers geheel of gedeeltelijk aan te passen, wordt de geschoonde prijsindex gevolgd. Wanneer de dekkingsgraad, dat is de verhouding tussen het vermogen van een pensioenfonds en de waarde van de opgebouwde pensioenrechten en al ingegane pensioenuitkeringen, het streefniveau (150%) van het fonds heeft bereikt, kan het bestuur besluiten tot het corrigeren voor de grafimedia loonindex en tot het geheel of gedeeltelijk inhalen van in het verleden gemiste verhogingen. Voor de vraag of er voldoende middelen beschikbaar zijn om te indexeren en in welke mate, toetst het bestuur jaarlijks de dekkingsgraad aan de afgesproken PGB-richtlijn. De richtlijn is opgenomen in de brochure 'Flexibel pensioen in de grafimedia' en op de website van de GBF. De richtlijn is geen dwingend keurslijf. Het bestuur kan besluiten om in positieve of negatieve zin af te wijken als de omstandigheden daar aanleiding toe geven.
maandpremie verzekeringnemer: leeftijd
Het PGB kent een voorwaardelijke indexatieregeling. De indexatie van aanspraken en uitkeringen wordt voorwaardelijk verstrekt. Er is dus geen recht op indexatie en het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst indexatie zal plaatsvinden. Er is geen geld voor gereserveerd of een extra premie voor gevraagd. De indexatie wordt uit de beleggingsopbrengsten betaald. Dat brengt met zich mee dat de pensioenaanspraken alleen dan kunnen worden aangepast als het bestuur vindt dat de financiële middelen van het fonds daarvoor toereikend zijn.
€ € € €
23,43 31,60 51,43 80,60
Toelichting: de bruto premie voor Henk en Patricia bedraagt voor een jaarlijkse uitkering van € 14.000 bij overlijden, € 16,43 per maand. De netto premie ligt door het belastingvoordeel aanzienlijk lager. De uitkering wordt uitbetaald vanaf het moment dat Henk overlijdt tot het moment dat Patricia 65 jaar wordt. De premie is leeftijdsafhankelijk. Naarmate men ouder is, zal de premie stijgen omdat het risico op uitbetalen groter wordt. Het PGB biedt geen algemene verzekering aan maar een verzekering die is afgestemd op de behoefte van de individuele deelnemer. Het maandelijks gezinsinkomen komt (inclusief de Anw-Plusverzekering) uit op ongeveer € 4.100 in plaats van € 2.950.
(Vervolg volgende pagina)
Op het moment dat het bestuur haar besluit over indexatie nam, bevond de gewogen dekkingsgraad over de maanden juli, augustus en september in 2006 zich tussen de 130 – 140%. Volgens de richtlijn voor indexatie zou bij deze bandbreedte gedeeltelijk (80%) kunnen worden geïndexeerd. De prijsindex bedroeg 1,80%, de daarvan afgeleide indexatie bedraagt dan 1,80% x 80% = 1,44%. Het bestuur heeft daarop, na advies van de Deelnemersraad, besloten om de tot en met 31 december 2006 opgebouwde en ingegane pensioenen met ingang van 1 januari 2007 met 1,5% te verhogen.
3
(Vervolg ‘Extra zekerheid voor de partner’)
Inkomen partner bij overlijden NÁ pensionering? In de grafimedia cao is het jaarlijks op te bouwen partnerpensioen met ingang van 2006 verlaagd van 70% naar 35% van het ouderdomspensioen. Het volledig meeverzekeren van het partnerpensioen gebeurde altijd in de veronderstelling dat de partner bij overlijden van de verzekerde geen eigen pensioen had. Steeds vaker is dat echter wel het geval. Daarom is ervoor gekozen om vanaf 1 januari 2006 voortaan in plaats van 70%, 35% van het ouderdomspensioen op te bouwen aan partnerpensioen. geval is de partner bij overlijden van de deelnemer afhankelijk van het pensioen van het PGB. Ook als de partner een geringe parttime aanstelling heeft, later is gaan werken of een klein pensioen heeft opgebouwd is PGB-Partnerpensioen Plus aan te bevelen.
Aanvulling partnerpensioen
Op verzoek van cao-partijen biedt het pensioenfonds aan deelnemers die dat op prijs stellen de mogelijkheid om het partnerpensioen aan te vullen. Met PGB-Partnerpensioen Plus kan het partnerpensioen bij overlijden na pensionering op het oude niveau worden gebracht. In plaats van 35% wordt dan weer 70% van het ouderdomspensioen opgebouwd.
In geval van een echtscheiding
Als u in het verleden te maken heeft gehad met een echtscheiding wordt het partnerpensioen standaard verdeeld over de ex-partner en de eventuele nieuwe partner. Voor de nieuwe partner blijft bij overlijden van de deelnemer dus minder over. Aanvullen kan dan zinvol zijn.
Wanneer partnerpensioen aanvullen?
Aanvulling van het partnerpensioen is vooral van belang voor deelnemers met een partner die zelf geen inkomen heeft. In dat
Wat kost het en wat levert het op?
De premie voor extra partnerpensioen bedraagt 1,5% van de pensioengrondslag, dat is het deel van het salaris waarover pensioen wordt opgebouwd. De deelnemer betaalt de premie zelf tenzij de werkgever ook bijdraagt. Bij de premieberekening spelen leeftijd, geslacht of gezondheid geen rol. In het onderstaande schema is voor verschillende salarissen de premie weergegeven en het extra partnerpensioen dat daarmee wordt opgebouwd. Voor het extra partnerpensioen gelden dezelfde voorwaarden en mogelijkheden als voor de basispensioenregeling. Dus de indexatieregeling van het PGB is van toepassing, de gedeeltelijke premievrije opbouw bij arbeidsongeschiktheid en de keuzemogelijkheden. Belastingvoordeel
Zowel de premie voor extra partnerpensioen als de premie voor de Anw-Plusverzekering kan worden afgetrokken voor de belastingen. De werkgever houdt de bruto premie in op het brutosalaris voordat de berekening van de loonheffing plaatsvindt. De deelnemer heeft zo direct een voordeel en hoeft zelf niets te regelen via de belastingaangifte. Op de uitkering wordt later normaal belasting ingehouden. Meer informatie?
Het pensioenfonds PGB biedt twee oplossingen voor verschillende problemen. Voorbeeld aanvulling partnerpensioen 'Ik had mij eerlijk gezegd nooit verdiept in wat de financiële gevolgen voor mijn partner zijn als ik zou overlijden. Je staat hier niet dagelijks bij stil. Via MijnGBF kunnen we snel zien waar mijn partner op kan rekenen'. Bart is net 23 geworden en start met de opbouw van pensioen bij het PGB. Hij woont sinds een half jaar samen met Rita. Bart heeft Rita bij het pensioenfonds aangemeld voor verzekering van partnerpensioen. Hij werkt fulltime en Rita 2 dagen per week. Zijn jaarsalaris bedraagt € 26.000. Over € 26.000 -/- € 12.880 (franchise) = € 13.120 wordt pensioen opgebouwd. Bart gaat er vanuit dat hij tot zijn 63e in de branche blijft werken. Bij overlijden ná pensionering ziet de inkomenssituatie er voor zijn partner als volgt uit: Partnerpensioen zonder aanvulling
Partnerpensioen met aanvulling
€ 3.214
€ 6.428
partnerpensioen PGB bij overlijden ná pensionering per jaar
+/- € 268
verschil in partnerpensioen per maand
Toelichting: in de basispensioenregeling kan de partner van Bart, bij ongewijzigde omstandigheden een pensioen tegemoet zien van € 3.214. Het pensioenresultaat kan verdubbeld worden door te kiezen voor PGB Partnerpensioen Plus. Het bruto verschil per maand bedraagt in dat geval € 268. Naast het partnerpensioen van het PGB ontvangt Rita ook de AOW voor alleenstaanden. Deze bedraagt in 2007 per jaar € 12.292. De premie voor extra nabestaandenpensioen bedraagt voor Bart bruto ongeveer € 16 per maand. De netto premie komt uit op ongeveer € 11.
Voorbeeldpremie en extra partnerpensioen per maand na 40 pensioenjaren bruto maandsalaris € € € €
2.000 2.500 3.000 3.500
bruto premie voor aanvulling € € € €
16 24 32 40
netto premie € € € €
11 15 20 24
levenslang extra partnerpensioen per maand na 40 jaar € € € €
268 401 533 666
Toelichting: een deelnemer met een maandinkomen van € 3.000 die kiest voor extra nabestaandenpensioen betaalt bij PGB daarvoor bruto circa € 32 per maand. Netto komt dat neer op ongeveer € 20. Wanneer de extra verzekering de volledige diensttijd loopt, ontvangt de partner van de verzekerde bij overlijden bruto circa € 533 extra aan pensioen per maand. Met indexatie is in dit voorbeeld geen rekening gehouden.
4
1. Als uw partner financieel afhankelijk is bij overlijden vóór pensionering overweeg dan aanmelding voor de Anw-Plusverzekering. Dat kan via www.mijngbf.nl. 2. Als uw partner financieel afhankelijk is en/of u wilt extra partnerpensioen verzekeren bij overlijden ná pensionering, overweeg dan aanmelding voor PGB-Partnerpensioen Plus. Graag gaan wij met u na of een verzekering nodig is en zo ja welke het beste bij u past. En dat kan wat ons betreft ook géén verzekering zijn. Met het GBF-nieuws is een formulier meegestuurd waarop u kunt aangegeven dat u meer informatie op prijsstelt. U kunt met het formulier ook direct extra partnerpensioen verzekeren. U kunt het formulier opsturen naar de GBF, afdeling Klantenservice Pensioenen, antwoordnummer 2594, 1000 VB Amsterdam. Als uw werkgever afspraken heeft gemaakt met de GBF over aanvulling van het partnerpensioen, kunt u zich aanmelden via uw werkgever. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met afd. Klantenservice, 020 - 5418200.
Nog weinig belangstelling voor levensloop in grafimedia De animo om deel te nemen aan de levensloopregeling is nog niet groot. Met de levensloopregeling kunnen werknemers via hun werkgever sparen om in de toekomst een periode van onbetaald verlof te financieren. Een jaar na de introductie maken circa 300 grafimedia werknemers gebruik van deze regeling. De overige werknemers laten de populaire spaarloonregeling doorlopen. De geringe belangstelling voor levensloop wordt toegeschreven aan de onbekendheid van de regeling en aan de onduidelijkheid die aanvankelijk bestond over het gebruik van het spaarsaldo voor vervroegde pensionering.
De levensloopregeling, die in 2006 is geïntroduceerd, kan worden gebruikt voor elke vorm van onbetaald verlof, zoals zorgverlof, sabbatical, ouderschapsverlof en educatief verlof. Het spaarsaldo mag ook worden gebruikt om eerder met pensioen te gaan. Er kan maximaal 12% van het brutoloon worden gespaard. Werknemers die geboren zijn in de periode 1950 - 1954 kunnen meer sparen. Het totale spaarbedrag mag niet meer bedragen dan 210% van het bruto jaarsalaris. Gelijktijdige inleg niet mogelijk
Wie deelneemt aan levensloop kan niet gelijktijdig inleggen voor spaarloon. De werknemer kan jaarlijks kiezen aan welke regeling wordt deelgenomen. Verschil spaarloon en levensloop
Spaarloon en levensloop zijn regelingen met een verschillend karakter. Bij de spaarloonregeling spaart u niet voor een specifiek doel. Over spaarloon hoeft geen belasting en
premie te worden betaald en u kunt het geld na afloop van een blokkeringstermijn van vier jaar vrij besteden. Het tegoed van de levensloopregeling is niet belastingvrij en mag alleen worden gebruikt om verlof te financieren. Wel ontvangt u bij opname een extra heffingskorting (in 2007 € 188) per jaar dat voor levensloop is ingelegd waardoor u minder belasting betaalt. De overheid biedt ouders die ouderschapsverlof opnemen en deelnemen aan de levensloopregeling extra fiscale ondersteuning. U kunt in dat geval rekenen op een extra heffingskorting van maximaal circa € 30 euro per verlofdag (50% van het minimumloon). Jaarlijkse keuze
Elk jaar kunt u kiezen of u meedoet aan levensloop of aan spaarloon. Wie voor levensloop kiest ontvangt geen spaarloonbijdrage van de werkgever. De werkgever kan in dat geval de 1,05% (met een maximum van € 450) als brutoloon uitbetalen.
Meer informatie
Op www.gbf.nl vindt u onder Reken Zelf een Spaarplanner waarmee u gemakkelijker uw keuze kunt maken. U ziet dan ook wat de levensloopregeling u kost en oplevert. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw werkgever. Regeerakkoord
De overheid heeft in het Regeerakkoord van februari 2007 aangegeven de levensloopregeling te willen uitbreiden. In overleg met sociale partners wordt bekeken óf en zo ja hoe de spaarloonregeling kan worden geïntegreerd met de levensloopregeling. Het gebruik van het levenslooptegoed voor vervroegd pensioen wordt verder toegespitst op de inzet voor deeltijdpensioen. De regeling wordt beter toegankelijk gemaakt voor mensen met lagere inkomens.
5
Met MijnGBF uw pensioen
Snel en eenvoudig zicht krijgen op uw pensioen en spaarloon? Dat kan sinds kort met MijnGBF. De GBF biedt deelnemers via internet de mogelijkheid om in een beveiligde omgeving de persoonlijke financiële gegevens op basis van hun deelname aan de brancheregelingen te beheren.
De behoefte aan financiële planning is als gevolg van de wijzigingen in wettelijke en sociale regelingen zoals de Anw, de AOW, de Vut en pensioen toegenomen. Veel werknemers zien door de bomen het bos niet meer. De GBF heeft daarom haar dienstverlening aangepast. Nieuwe dienstverlening
In de brancheregelingen zijn diverse mogelijkheden opgenomen om de uitkeringen af te stemmen op de persoonlijke omstandigheden. Maar om daar goed gebruik van te kun-
6
nen maken moet iedereen wel op de hoogte zijn van de persoonlijke situatie. Dat is dan ook de reden voor de ontwikkeling van MijnGBF. Met MijnGBF heeft iedereen met toegang tot internet de mogelijkheid om persoonlijke financiële gegevens in te zien en te beheren. Martin van der Steeg, manager Klantenservice bij de GBF die verantwoordelijk is voor de nieuwe service, geeft aan hoge verwachtingen te hebben van het digitale loket. ‘Voor werknemers hebben we een goed beveiligde omgeving op internet ingericht. Uit
onderzoek blijkt over het algemeen dat een duidelijk pensioenoverzicht en een goede website belangrijk gevonden worden. Wij hebben daar nu met MijnGBF op ingespeeld. Als wij ons werk goed doen, weet elke deelnemer bij het PGB straks precies hoe het met zijn of haar pensioen is gesteld, of dat voldoende is om goed van te leven en wat de fiscale ruimte is om het pensioen eventueel aan te vullen. En wie met pensioen gaat, kan via MijnGBF kiezen hoe het pensioen moet wor-
dagelijks zicht op en bedrijfsspaargeld jaar tegemoet kan zien, inclusief de AOW. In tegenstelling tot onze oude pensioenplanners hoeven nu geen gegevens meer ingevoerd te worden. Alleen wie elders nog pensioen of een lijfrentekapitaal heeft staan, kan die gegevens meegeven in de analyse. De gegevens kunnen ook voor volgende bezoeken worden vastgelegd in het persoonlijk pensioendossier. De pensioengegevens worden uiteindelijk zowel in cijfers als in grafieken in beeld gebracht. In de ontwikkelde software zit ook een digitale pensioenvergelijking. Wanneer het pensioen op basis van het ambitieniveau van de branche onvoldoende is, wordt aangeraden om extra pensioenopbouw te overwegen. De fiscaal toegestane ruimte daarvoor wordt getoond. Wie een achterstand in zijn pensioen ongedaan wil maken, kan dat ook via MijnGBF doen.’
Pensioen checken
Van der Steeg gaat dieper in op wat via MijnGBF onder pensioen te vinden is. ‘Wie deelneemt aan het pensioenfonds PGB treft natuurlijk zijn actuele pensioenoverzicht aan. Verder kan het ouderdomspensioen en het pensioen van de partner snel en eenvoudig worden nagelopen. Via ‘pensioen checken’ krijgt de deelnemer een overzicht wat hij of zij op 65
Biedt MijnGBF naast pensioen ook informatie over de andere sociale regelingen? ‘Ja, het is uiteindelijk de bedoeling om alle sociale regelingen die wij voor de bedrijfstak uitvoeren in MijnGBF onder te brengen. Op dit moment kunnen de gegevens van het spaarloonfonds SGB en het fonds ASF/Gezondheidszorg al worden ingezien.
Ook het partnerpensioen kan gecheckt worden. Daarbij wordt rekening gehouden met het inkomen van de partner en het overheidspensioen. ‘In beeld gebracht wordt het pensioen voor de partner als de deelnemer vóór pensionering overlijdt en het pensioen bij overlijden ná pensionering.’
Wie deelneemt aan het SGB ziet het geblokkeerde en vrije spaarloon, kan de rentebijschrijving volgen en kan het spaargeld desgewenst online laten overmaken naar zijn bank- of girorekening. Het ASF/Gezondheidszorg geeft een overzicht van de vergoedingen die door deelnemers kunnen worden aangevraagd. De aanvraag kan direct online worden gedaan.’
Pensioen keuze maken
Wat moet u doen voor MijnGBF?
Wie vlak voor zijn pensioen staat, kan met behulp van MijnGBF kiezen hoe het pensioen moet worden uitbetaald. Er wordt rekening gehouden met de AOW en ook elders opgebouwd pensioen of lijfrentekapitaal kan in de berekening worden meegenomen.
Ga naar www.gbf.nl en vraag onder ‘naar MijnGBF’ een wachtwoord aan. Houd uw sofinummer daarbij bij de hand. Deze heeft u nodig. U ontvangt een bevestiging van de aanvraag en uw gebruikersnaam (die het beste even overgeschreven kan worden). Met de gebruikersnaam en het wachtwoord, dat u via e-mail binnen enkele minuten ontvangt, kunt u inloggen in de beveiligde omgeving. U wordt daarna in de gelegenheid gesteld om uw wachtwoord te wijzigen. Vervolgens heeft u toegang tot uw persoonlijke gegevens.
Partnerpensioen checken
den uitbetaald. Want er zijn diverse keuzemogelijkheden, we brengen dat allemaal in beeld.’
van de Vut-regeling. Die is aangewezen op de flexibele pensioenregeling. Dan is natuurlijk wel handig als je weet wat je aan pensioen overhoudt als je bijvoorbeeld met 63 jaar met pensioen zou gaan rekening houdend met de fiscale maatregelen die het nieuwe kabinet in petto heeft. We willen dat zo snel mogelijk realiseren.’
MijnGBF is sinds januari 2007 beschikbaar. Inmiddels bezoeken al wekelijks zo’n 500 deelnemers MijnGBF. Wat zijn de ervaringen tot nu toe? ‘Wij merken aan reacties van deelnemers dat zij deze nieuwe service bijzonder op prijs stellen. De informatie wordt overzichtelijk gepresenteerd en daar waar nodig kan men direct elektronisch actie ondernemen. We horen wel regelmatig dat men ook wil nagaan wat het pensioen is als men eerder met pensioen wil dan met 65 jaar. De pensioenregeling is vorig jaar aangepast. Wie geboren is in of na 1950 kan geen gebruik meer maken
Werknemers PCM en AD Nieuwsmedia
Deelnemers aan de pensioenregeling van PCM bij PGB kunnen helaas nog geen gebruik maken van MijnGBF. Deze mogelijkheid zal in de eerste helft 2007 geboden gaan worden. Onder ‘Reken Zelf’ is voor deze groep wel een pensioenanalyse planner beschikbaar.
7
K O RT N I E U W S Lenteoffensief Het is weer lente. Het moment voor verzekeraars en tussenpersonen om bij werknemers en werkgevers te proberen een voet tussen de deur te krijgen. Ook voor wat betreft pensioen. Hun boodschap: u heeft een probleem, zij de oplossing. De aanbieding die u na een persoonlijk gesprek ontvangt, zal in de regel zijn gebaseerd op rooskleurige rendementen die zij voor u gaan behalen. De praktijk leert echter anders. Uit een onderzoek van de Erasmus Universiteit blijkt eind december 2006 dat werkgevers en werknemers voor hun pensioen bij bedrijfstakpensioenfondsen het beste af zijn. Nog geen 4% van de ingelegde premie gaat gemiddeld op aan bedrijfskosten. Bij verzekeraars is dat gemiddeld 24% inclusief de winst. Exclusief de winst komen de bedrijfskosten gemiddeld uit op 13%. Pensioenen zijn ingewikkeld en ondoorzichtig. Daar wordt soms handig gebruik van gemaakt. Ons advies is daarom: laat u adviseren, neem de tijd en vraag eventueel een offerte. Neem daarna contact op met het bedrijfstakpensioenfonds PGB. Als blijkt dat u geen aanvullende verzekering nodig heeft, zullen wij dat aangeven. Heeft u er wel een nodig dan brengen wij graag een offerte uit. Tien tegen één dat een verzekering die u bij het PGB onderbrengt gunstiger resultaten laat zien en beter is afgestemd op uw persoonlijke omstandigheden.
Project GWW met drie jaar verlengd De ROGB heeft besloten het project 'Grafici Weer aan het Werk' (GWW) met drie jaar te verlengen. Arbeidsongeschikten afkomstig uit de grafimedia die weer willen proberen aan het werk te gaan (binnen of buiten de branche), kunnen ook de komende jaren nog rekenen op intensieve begeleiding vanuit de branche. De ROGB heeft haar beslissing genomen naar aanleiding van de uitkomsten van een in 2006 uitgevoerd evaluatieonderzoek. Uit het onafhankelijke onderzoek blijkt dat de branchegerichte aanpak van GWW effectiever is dan de landelijke aanpak van het UWV. De branche biedt wao-ers en wia-ers via het Servicepunt Grafimedia diensten aan zoals begeleiding bij herkeuring, oriëntatie op re-integratie, een intake, oriënterende voorfase, opleiding en scholing, bemiddeling en plaatsing, het opzetten van een eigen bedrijf of het verzorgen van een proefplaatsing. Van de bijna 900 aanmeldingen in drie jaar tijd zijn uiteindelijk ruim 400 wao-ers ook daadwerkelijk een traject gestart. En daarvan zijn er inmiddels zo’n 60 al aan het werk.
8
Aanvragen vergoeding ASF/Gezondheidszorg nu ook via MijnGBF Soms moeten er voorzieningen getroffen worden in verband met ziekte of handicap die niet of niet volledig worden vergoed door de zorgverzekering en waarvoor de wettelijke voorzieningen in Nederland geen vergoedingsregeling kennen. Die kosten komen dan voor eigen rekening. De grafimedia bedrijfstak kent daarvoor de gezondheidszorgregeling van het Algemeen Sociaal Fonds (ASF). Wanneer u om gezondheidsredenen voor uzelf of uw gezin kosten maakt die niet of slechts gedeeltelijk worden vergoed door uw verzekering kunt u, als u deelnemer bent aan het ASF, in bepaalde gevallen voor die kosten een beroep doen op de Gezondheidszorgregeling. Het aanvragen van een vergoeding gaat het snelst via MijnGBF.
Het fonds kent alleen een vergoeding in aansluiting op de wettelijke voorzieningen op het gebied van de gezondheidszorg. Het is dus van belang om eerst na te gaan in hoeverre u aanspraak kunt maken op een vergoeding van uw zorgverzekering. Gaat het om kosten waar-
voor de zorgverzekering geen dekking biedt, dan kan in bepaalde gevallen voor die kosten een beroep worden gedaan op het fonds. Als het gaat om kosten waarvoor de aanvullende zorgverzekering een vergoeding kent
ASF/Gezondheidszorgvergoedingen voor: 1. Prothesen, hulpmiddelen en medische behandelingen Vergoeding in aanvulling op de wettelijke voorzieningen. De tegemoetkoming beperkt zich dan tot de eigen bijdrage of kosten waarvoor de zorgverzekeraar geen dekking biedt. 2. Gebitsprothesen De aanschafkosten van een prothese waaronder ook kronen, bruggen, stifttanden e.d. worden gerekend. Behandelingen bij de tandarts worden dus niet vergoed. 3. Thuiszorg Waaronder huishoudelijke hulp door alfa-hulp, wijkverpleging en gezinsverzorging voor mensen waarvoor de noodzaak is geïndiceerd door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het fonds geeft dan een tegemoetkoming voor de kosten van de eigen bijdrage (meestal de CAK-nota's).
voor maximaal € 910 per aanvraag
€ 275 per 3 jaar
€ 50 per week
4. Terminale thuiszorg
€ 140 per dag
5. Vergoeding in verband met gezinsuitbreiding
€ 115 bij de geboorte
6. Dieetkosten Bijdrage voor een door een arts voorgeschreven kostenverhogend dieet. Het betreft vaak een vergoeding voor diëten voor deelnemers met ernstige problemen op het gebied van voeding. 7. Alternatieve geneeswijzen Vergoeding alleen voor door zorgverzekeraars erkende vormen van alternatieve geneeswijzen waarbij de behandeling wordt verricht door een erkende medicus. Erkende geneeswijzen zijn acupunctuur, natuurgeneeswijze, homeopathie, antroposofie, chiropractie en manuele geneeskunde. 8. Reiskosten ivm ziekenhuisopname en behandelingen Tegemoetkoming voor bezoek aan gezinsleden die langer dan een week in een ziekenhuis buiten de eigen woonplaats zijn opgenomen en voor reiskosten in verband met langdurige medische behandelingen in een ziekenhuis of polikliniek buiten de eigen woonplaats. 9. Verpleegkosten Veelal de eigen bijdrage die door de AWBZ wordt opgelegd. De vergoeding wordt alleen gegeven als er sprake is van extra kosten, zoals voor het aanhouden van een eigen huishouden ten behoeve van de partner. Er kan ook een vergoeding worden gegeven voor de (niet te verzekeren) kosten voor opname in een herstellingsoord of zorghotel. 10. Bijzondere behandelingen en aanschaffingen Het gaat hierbij om voorzieningen voor mensen met een handicap en waarvoor men eerst een beroep moet doen op de wettelijke voorzieningen zoals de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de zorgverzekeraar.
maar u niet in aanmerking komt voor die vergoeding omdat u geen aanvullende verzekering heeft afgesloten, dan kunt u voor die kosten geen beroep doen op het fonds.
€ 275 per jaar
€ 275 per jaar
€ 0,12 per km
voor eigen rekening komende kosten
€ 2.300 per aanvraag
medische voorzieningen vindt u terug in de brochure ‘ASF-Gezondheidszorg, vragen en antwoorden vergoedingsregeling’. De brochure vindt u op www.gbf.nl onder de Infobalie.
Niet vergoed
Niet vergoed worden bijvoorbeeld brillen, medicijnen en kosten die iedereen wel eens maakt voor het behoud van zijn gezondheid. Vergoeding aanvragen
De tegemoetkomingen voor kosten voor
Aanvragen voor een vergoeding kunnen worden ingediend tot 12 maanden na het kalenderjaar waarin de kosten zijn gemaakt. Aanvragen gaat het snelst via MijnGBF. Bellen kan natuurlijk ook met ASF/Gezondheidszorg 020 5418112.
K O RT N I E U W S Dienstverlening GBF gecertificeerd De GBF is als pensioenuitvoeringsorganisatie gecertificeerd voor SAS 70. De verklaring dat de processen effectief beheerst worden, is afgegeven voor de integrale dienstverlening. Bestuurders van pensioenfondsen die diensten bij de GBF uitbesteden zoals het pensioenfonds PGB hebben met de SAS 70-verklaring meer zekerheid over de kwaliteit van de bedrijfsvoering. Amerikaanse accountants hebben met de Statement on Auditing Standards No. 70 een internationaal erkende standaard ontwikkeld die duidelijkheid geeft over de mate waarin dienstverlenende organisaties hun processen beheersen. Om in aanmerking te komen voor certificering beschrijven organisaties alle relevante processen en de maatregelen die genomen worden om de processen te beheersen. Vervolgens onderzoekt een externe onafhankelijke accountant of de beschreven maatregelen in de praktijk ook worden toegepast en of ze effectief zijn. Als dat het geval is, wordt een verklaring afgegeven. Er zijn twee typen verklaringen. Een Type I-verklaring waarbij duidelijk wordt dat er maatregelen genomen zijn om de processen te beheersen en een Type II-verklaring waarbij wordt getoetst of de maatregelen in de onderzochte periode ook worden nageleefd. De Type I-verklaring is nu afgegeven. De GBF verwacht binnen afzienbare tijd ook te voldoen aan de voorwaarden om voor een Type II-verklaring in aanmerking te komen. Paul van Leeuwen, algemeen directeur GBF (foto): ‘Bestuurders van pensioenfondsen verwachten van de GBF dat we onze zaken goed op orde hebben. In het verleden werd vooral naar de inhoud gekeken. Nu worden ook de processen die de gewenste output moeten leveren erbij betrokken. Je beschrijft alle relevante processen en geeft aan welke maatregelen je als organisatie neemt om ervoor te zorgen dat de processen ook zo lopen als je met elkaar afgesproken hebt, dat ze zouden moeten lopen. Met een SAS 70verklaring tonen we aan dat de uitbestede diensten bij ons in goede handen zijn. Samen met de efficiënte pensioenadministratie waarbij de kosten per deelnemer ruim 25% onder het gemiddelde niveau van andere pensioenfondsen ligt, hoogwaardige beleids- en bestuursondersteuning en een jaarlijkse outperformance voor de beleggingen is de organisatie goed gepositioneerd voor de komende consolidatieslag in pensioenland.’
9
Nieuwe Pensioenwet biedt werknemers meer zekerheid en duidelijkheid over hun pensioen De Pensioen- en Spaarfondsenwet (PSW) uit 1952 is met ingang van 2007 vervangen door de nieuwe Pensioenwet. De overheid wil dat werknemers en pensioenontvangers meer zekerheid krijgen over de uitbetaling van hun pensioen en dat zij juist, tijdig en in begrijpelijk Nederlands worden geïnformeerd. De maatregelen die betrekking hebben op de zekerheid van de uitbetaling gaan direct in. Aan de nieuwe communicatie-eisen moeten pensioenfondsen en verzekeraars in de meeste gevallen vanaf 2008 en 2009 voldoen.
Werkgevers en werknemers zijn de afgelopen jaren regelmatig geconfronteerd met de nodige wijzingen in wet- en regelgeving op pensioengebied en andere sociale regelingen. Na het afbouwen van de Vut-regeling, de introductie van de levensloopregeling en de aanpassingen in de pensioenregeling, is onlangs de PSW vervangen door de nieuwe Pensioenwet. De wet brengt vooral veranderingen met
10
zich mee voor het pensioenfonds, de pensioenuitvoerder (dat is de organisatie (GBF) die voor u het pensioen verder regelt in opdracht van het pensioenfonds) en de werkgever.
werknemer met de baan is gestart schriftelijk laat weten óf wordt deelgenomen aan een pensioenregeling, wat voor soort regeling het is en wie de administratie en het vermogensbeheer voor het fonds verzorgt. De werkgever wijst verder op de mogelijkheden van waardeoverdracht bij binnenkomst en vertrek. De pensioenuitvoerder informeert de werknemer binnen drie maanden na entree door middel van een ‘startbrief’ over de inhoud van de pensioenregeling. De GBF verstuurt al een welkomstbrief met een brochure over ins en outs van de pensioenregeling. De informatie die het fonds verstrekt moet begrijpelijk zijn.
Relatie werkgever, werknemer en pensioenuitvoerder
Betere communicatie over pensioen
De wet schrijft voor dat de werkgever voortaan binnen een maand nadat een nieuwe
De pensioenuitvoerder informeert de werknemer daarna jaarlijks over het opge-
bouwde en te bereiken ouderdomspensioen en partnerpensioen aan de hand van een voorgeschreven standaard pensioenoverzicht. Die informatie mag, als de deelnemer dat goed vindt, ook elektronisch worden verstuurd of beschikbaar worden gesteld. Vanaf 2008 zullen pensioenuitvoerders ook bij specifieke gebeurtenissen zoals scheiding, arbeidsongeschiktheid, werkloosheid en vertrek uit de branche over de pensioeneffecten moeten communiceren. Het PGB doet dat al. Ook ex-deelnemers die hun pensioenrechten bij het PGB laten staan, worden voortaan minimaal om de 5 jaar op de hoogte gebracht van de ontwikkeling van hun pensioenrechten. Bij een scheiding moet de ex-partner over de pensioenconsequenties apart worden geïnformeerd. Communicatie over indexatie
Speciale aandacht is er voor de indexatie, in de nieuwe wet aangeduid met toeslag. Ieder pensioenfonds moet de indexatiedoelstelling duidelijk vastleggen en uitleggen aan deelnemers. Verder schrijft de wet voor dat er vanaf 2008 een kwaliteitslabel moet zijn. Met een keurmerk of pictogram krijgen deelnemers beter zicht op de ‘indexatieprestaties’ van pensioenfondsen. Het PGB heeft in 2006 een Richtlijn Premie en Indexatie geïntroduceerd. Op de website van de GBF treft u daar meer informatie over aan. Aan de hand van de financiële positie van het fonds en de richtlijn bepaalt het bestuur in overleg met de Deelnemersraad jaarlijks of en hoeveel indexatie er kan worden toegekend. Meer zekerheid over de uitbetaling
Het toezicht (door De Nederlandsche Bank) op de administratie en het vermogensbeheer van pensioenfondsen is met ingang van 2007 aangescherpt. De financiële positie van een pensioenfonds wordt weergegeven in de dekkingsgraad. Dat is de verhouding tussen het vermogen van het fonds en de waarde van de pensioenrechten en ingegane pensioenen (de verplichtingen). Bij een dekkingsgraad van 100% is het vermogen gelijk aan de verplichtingen. Er zijn dan geen reserves. In de wet is nu geregeld dat wanneer de dekkingsgraad onder de 105% daalt, het pensioenfonds direct maatregelen moet nemen om dit probleem zo snel mogelijk (maximaal binnen 3 jaar) op te lossen. Verder stelt de overheid dat pensioenfondsen ook aan hun verplichtingen moeten kunnen voldoen als het rendement op de beleggingen tegenvalt. Daar is een nieuwe zekerheidsmaat voor ontwikkeld. De kans op onvoldoende ver-
mogen mag maximaal 2,5% zijn. Dus eens in de 40 jaar zou het voor kunnen komen dat een pensioenfonds te weinig middelen 'in kas' heeft om alle rechten te kunnen betalen. Het pensioenfonds moet daarom buffers aanleggen. Zo moet bijvoorbeeld als in aandelen wordt belegd ongeveer 25% van de waarde als reserve worden aangehouden om eventuele waardedalingen in de beleggingen te kunnen opvangen. Wordt in langlopende obligaties belegd dan volstaat een lagere reserve. Voor PGB betekent dit dat de dekkingsgraad van het fonds, gezien de huidige samenstelling van de beleggingen, ongeveer 118% zal moeten bedragen. Als het fonds onder deze grens komt is er sprake van een reservetekort dat in maximaal 15 jaar moet worden ingelopen. Voor deelnemers brengt een en ander in vergelijking met het verleden meer zekerheid van uitbetaling van pensioen met zich mee. De dekkingsgraad van het PGB bedraagt eind 2006 overigens 138%. Afkopen van kleine pensioenen
Wanneer de deelneming eindigt, kunnen pensioenfondsen op grond van de Pensioenwet na twee jaar het pensioen voor de ex-deelnemer afkopen als er geen waarde-overdracht plaatsvindt. Bij afkoop wordt de waarde van de pensioenrechten in één keer uitbetaald. Afkoop is mogelijk voor pensioenen met een omvang van maximaal € 400 per jaar. Ook bij pensionering kan het pensioen, als het om kleine bedragen gaat, worden afgekocht. Premierestitutie en afkoop bij emigratie zijn niet meer mogelijk. Medezeggenschap en goed pensioenfondsbestuur
Tot slot is in de wet ook de medezeggenschap van werknemers en gepensioneerden geregeld. Het PGB kent al een Deelnemersraad die nu voor bedrijfstakpensioenfondsen verplicht wordt. Daarnaast worden er principes van goed pensioenfondsbestuur ingevoerd. Dat veronderstelt onder meer een orgaan binnen het pensioenfonds van belanghebbenden waar het bestuur verantwoording aan aflegt voor het gevoerde en te voeren beleid en een periodieke toetsing van het beleid door een onafhankelijke commissie. Verder moeten er duidelijke afspraken worden gemaakt tussen pensioenfonds (PGB) en pensioenuitvoerder (GBF). Alle wijzigingen van de nieuwe Pensioenwet overziend, voldoet het PGB voor een groot deel al aan de eisen. Waar dat nog niet zo is, wordt er dit jaar in overleg met de Deelnemersraad en de pensioenuitvoerder GBF aan gewerkt.
PGB Flexibel Pensioen Het Pensioenfonds PGB verzorgt de pensioenregeling voor werknemers en oudwerknemers die werken of gewerkt hebben in de grafimedia. Het bedrijfstakpensioenfonds is opgericht om werknemers en hun gezinnen te verzekeren van een goed pensioen bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd of bij overlijden van de deelnemer. De regeling is vanaf 2006 vernieuwd. De belangrijkste kenmerken van het pensioen zijn: Opbouw op basis van 1,75% Het PGB-pensioen is een middelloonregeling. Vanaf 1 januari 2006 wordt per jaar 1,75% van de pensioengrondslag in een jaar opgebouwd. De jaarlijkse opbouw wordt vervolgens steeds bij elkaar opgeteld. Aan het einde van de loopbaan is dan een ouderdomspensioen opgebouwd op basis van het inkomen dat gemiddeld is verdiend. Wie voor 2006 al deelnam aan het PGB bouwde in de basisregeling jaarlijks geen 1,75% op over de pensioengrondslag maar 1,55%. De pensioenrechten met het lagere opbouwpercentage worden opgeteld bij de rechten die vanaf 2006 worden opgebouwd. Daarnaast wordt het verschil in opbouw (0,20%) voor werknemers die al voor 2006 aan het PGB deelnamen voorwaardelijk gecompenseerd. Deelnemers mogen in dat geval op bepaalde voorwaarden rekenen op 0,20% extra pensioenopbouw per achterliggend grafisch dienstjaar tot 2006. De voorwaarden vindt u terug in de brochure ‘Flexibel pensioen voor de grafimedia, vragen en antwoorden’ en de website van de GBF. Partnerpensioen van 70% naar 35% Naast ouderdomspensioen wordt ook partnerpensioen verzekerd. De opbouw van het partnerpensioen is met ingang van 1 januari 2006 teruggebracht van 70% naar 35% van het ouderdomspensioen. Het verschil tussen 70% en 35% wordt zolang de verzekerde in de branche blijft werken op risicobasis verzekerd. Het effect van de risicoverzekering is dat, als men overlijdt terwijl nog pensioen bij het PGB wordt opgebouwd, de partner op bepaalde voorwaarden standaard toch kan rekenen op 70% van het te bereiken ouderdomspensioen. De tijd tot de 65e verjaardag wordt daarbij ook meegeteld. Gedeeltelijke premievrije opbouw bij arbeidsongeschiktheid Wie arbeidsongeschikt wordt, heeft op bepaalde voorwaarden recht op gedeeltelijke premievrije opbouw van pensioen. De pensioenpremie wordt dan door het PGB betaald. De premievrije pensioenopbouw, die maximaal 70% bedraagt, staat in verhouding tot het percentage arbeidsongeschiktheid. Voorwaardelijke indexatie De indexatie van pensioenrechten en uitkeringen wordt voorwaardelijk verstrekt. Voor de vraag of er voldoende middelen beschikbaar zijn om te indexeren en in welke mate, toetst het bestuur jaarlijks de dekkingsgraad aan de afgesproken Richtlijn Premie en Indexatie. Flexibel pensioen: diverse keuzemogelijkheden Het PGB-pensioen is flexibel. De regeling biedt diverse keuzemogelijkheden om het pensioen af te stemmen op de persoonlijke omstandigheden. Kiezen kan tijdens de pensioenopbouwfase (het ouderdomspensioen en/of partnerpensioen kan aangevuld worden) en vlak voor het moment waarop de deelnemer geheel of gedeeltelijk met pensioen gaat. Zo kan vanaf 2010 gekozen worden voor vervroegd pensioen.
11
K O RT N I E U W S Iedereen hetzelfde pensioenoverzicht Als deelnemer van het pensioenfonds PGB ontvangt u jaarlijks een pensioenoverzicht. In deze specificatie pensioenopbouw wordt aangegeven wat u tot nu toe hebt opgebouwd aan pensioen en waar u bij pensionering op kunt rekenen. Iedere pensioenuitvoerder heeft zo zijn eigen manier om klanten te informeren. De Consumentenbond startte daarop een campagne om pensioenfondsen en verzekeraars voortaan op een en dezelfde manier te laten communiceren naar deelnemers. Die wens is overgenomen door het kabinet en vastgelegd in de nieuwe Pensioenwet. Verzekeraars en pensioenfondsen zullen daarom hun klanten voortaan via een standaard pensioenoverzicht over de opgebouwde en te bereiken rechten gaan informeren. Het PGB ruilt zijn eigen overzicht dan ook in voor het standaard pensioenoverzicht. Voor deelnemers is dat handiger. Wie op meerdere plaatsen pensioen heeft uitstaan, kan de bedragen eenvoudig optellen. En eventueel kan dat ook met het pensioen van de partner. Op het pensioenoverzicht zal worden verwezen naar de website van de pensioenuitvoerder GBF waar persoonlijk maatwerk geboden zal worden. U leest daar elders in het GBF-nieuws meer over. Op langere termijn wordt ernaar gestreefd om een Nationaal Pensioenregister via internet op te zetten. Voor iedere burger in Nederland worden dan de pensioenoverzichten bijgehouden.
GBF-website vernieuwd De website van de GBF is onlangs vernieuwd. Het ontwerp en de navigatie- en zoekstructuur zijn aangepast aan de gebruikelijke standaarden van opmaak van internetpagina’s. Tegelijkertijd met de restyling van de website is MijnGBF voor werknemers beschikbaar gekomen. In een beveiligde omgeving hebben grafimedia werknemers voortaan direct toegang tot hun persoonlijke financiële gegevens op basis van hun deelname aan de brancheregelingen.
N I E U W S 12
2006 goed jaar voor PGB Dekkingsgraad loopt op van 123% naar 138% Het PGB, het bedrijfstakpensioenfonds voor de grafimedia, heeft over 2006 een beleggingsrendement behaald van 8,5%. Het fonds scoort daarmee 0,2% boven de benchmark. Mede als gevolg van het gunstige rendement is de financiële positie van het PGB verder verbeterd. De dekkingsgraad stijgt onder het nieuw Financieel Toetsingskader van 123% naar 138%. Het belegd vermogen van het fonds loopt op van € 8,9 eind 2005 naar € 9,5 miljard eind 2006. In het kader van verdere verbetering van het beleggingsrendement heeft het PGB ervoor gekozen om met ingang van 2007 circa 90% van de aandelenportefeuille onder te brengen bij gespecialiseerde externe beheerders. Met de uitbesteding is een bedrag van circa € 3,6 miljard gemoeid. De overige beleggingscategorieën blijven in eigen beheer. Het vermogensbeheer van het PGB wordt verzorgd door de Grafische Bedrijfsfondsen (GBF). Gespecialiseerde beheerders
Doordat in steeds meer verschillende aandelencategorieën wordt belegd, neemt de behoefte aan gespecialiseerde beheerders toe. Met het inschakelen van verschillende beheerders met elk een eigen beleggingsstijl neemt de kans op een stabiel beter presteren dan de markt toe.
termijn vast en de bandbreedtes waarbinnen kan worden afgeweken. Het beleggingsmandaat bepaalt dus de spelregels waaraan de vermogensbeheerder zich moet houden en geeft aan welke index wordt gebruikt om de beleggingsprestaties te beoordelen. We zijn op zoek gegaan naar de beste vermogensbeheerder per specifiek beleggingsmandaat. De beheerders krijgen de mogelijkheid om binnen de beperkingen van hun mandaat van de index af te wijken om zo op grond van hun expertise de benchmark te verslaan.’ Meer achtergrondinformatie over het pensioenfonds PGB vindt u in het jaarverslag. Het jaarverslag 2006 wordt in juni uitgebracht en naar de website www.gbf.nl gepubliceerd onder de Infobalie.
Reactie directeur Beleggingen
Dirk Wieman, afkomstig van Fortis Verzekeringen Nederland en sinds 1 juni 2006 directeur Beleggingen GBF: ‘Het PGB streeft naar een structureel extra rendement op de aandelenportefeuille ten opzichte van de benchmark (een maatstaf voor vergelijking van de beleggingsprestaties van pensioenfondsen). Mede hierdoor kunnen we de premies relatief laag houden. Alleen gekwalificeerde en gespecialiseerde beheerders zijn in staat om door de tijd heen op specifieke markten extra rendement te realiseren. Het PGB heeft er dan ook voor gekozen om met een wereldwijd netwerk van externe beheerders te gaan werken met verschillende mandaten. In een mandaat legt het pensioenfonds de beleggingsmix voor langere
GBF-Nieuws is een uitgave van de Grafische Bedrijfsfondsen voor alle GBF-deelnemers. Voor een aantal deelnemers geldt dat ze op grond van hun cao niet aan alle fondsen deelnemen. Een gedeelte van de informatie in deze uitgave zal voor hen van minder belang zijn.
Dirk Wieman, directeur Beleggingen GBF
Heeft u vragen, opmerkingen of suggesties dan kunt u ons schrijven. Bij de samenstelling van een volgend nummer houden wij graag rekening met uw wensen. GBF t.a.v. GBF-Nieuws, Postbus 7855, 1008 CA Amsterdam of e-mail via www.gbf.nl ISSN: 1567-9489