HERSENSPINSELS Tijdschrift Psychologie Nijmegen Mei 2015
~ Psycholoog zonder Grenzen? ~ ~ Porno, McDonald’s en je Brein ~ ~ Columbine verklaard ~ APRIL/MEI 2015
1
2
HERSENSPINSELS
DEZE KEER IN HERSENSPINSELS... Iedereen kent Artsen zonder Grenzen, maar dat ze ook psychologen in dienst hebben is minder bekend. Ontmoet Kaz de Jong, ‘psycholoog zonder grenzen’, op de sofa.
Lees het op pagina 16
Fastfood eten, porno kijken, gamen; iedereen heeft wel eens een van deze (verslavende) dingen gedaan. Wat doet dit echter met je brein?
Lees het op pagina 20
De laatste decennia lijkt het wel een epidemie in de VS: school shootings. Hoe kom je tot een dergelijke daad?
Lees het op pagina 10
INHOUDSOPGAVE
A PRIORI p. 4 JULES ELLIS p. 25 SPIN PAGINA p. 5 BRATWURST UND BIER p. 26 DE SPiNCORRESPONDENT p. 6 DE MIX p. 28 PERSOON p. 10 GEDRAG p. 30 DE-CAFÉ p. 14 STUDEREN IN... p. 33 OP DE SOFA p. 16 HIRNGESPINSTE p. 36 BREIN p. 20 PRESENTEERT...
APRIL/MEI 2015
3
A PRIORI
FREEK OUDE MAATMAN
A PRIORI
Deze editie gaat de HersenSPiNsels iets verder dan gewoonlijk; we gaan de grens over, op meerdere manieren zelfs. Zo hebben we ook dit keer weer een interview met een student in het buitenland (zeer waarschijnlijk een bekende) en een Bratwurst & Bier, maar hebben we ook een extra pagina over de verschillen tussen Nederlanders en Duitsers. Persoonlijk heb ik een grondige hekel gekregen aan grenzen door 2 jaar met studenten van de studie formerly known as Sociale Geografie in een huis te wonen. Een enkele keer het woord noemen – zelfs terloops – leidt tot een gefascineerde blik in hun ogen en de vraag ‘Wat ís een grens nu eigenlijk?’. Als goede onderzoeker ben ik voor jullie uiteraard de discussie aangegaan daarover, waardoor ik nu als betrouwbare bron kan melden dat je dat dus echt niet
wilt doen. Nooit. Onze psychologische grenzen zijn een stuk interessanter dan die ingewikkelde van hen, in mijn ogen (en dat vind jij, lezer, bij deze ook, anders doe je de verkeerde studie). Wanneer en waarom ga je een ‘psychologische grens’ over, zoals het vermoorden van je medeleerlingen in een ‘school shooting’ of het massaal zelfmoord plegen in een sekte? Deze editie zoeken we een antwoord op deze vragen in Persoon en Gedrag. Verder heeft de SPiN-correspondent weer de grenzen van ieders geduld opgezocht, ditmaal op de Algemene Ledenvergadering van onzer geliefde studievereniging. Daarnaast blijkt in Op de Sofa dat je ook als psycholoog aan de slag kunt bij Artsen zonder Grenzen, en heeft Dimitrij slecht nieuws voor de gemiddelde mannelijke student in Brein. Veel leesplezier!
COLOFON HERSENSPINSELS: Jaargang 7, nr. 2, 2015 Dit tijdschrift is onderdeel van Studievereniging Psychologie in Nijmegen (SPiN) en verschijnt vijf keer per jaar. Hoofdredactie: Freek Oude Maatman Redactie: Dimitrij Lintchuk, Mesian Tilmatine, Tamara van Seggelen, Rebecca van Eijden, Mare Derks en Heleen van Renesse Eindredactie: Renske van der Steen
4
HERSENSPINSELS
Extern consulent: Felix Klaassen Voorpagina: Mare Derks Achterpagina: Mesian Tilmatine Lay-out: Mare Derks Redactieadres: SPiN t.a.v. Hersenspinsels Montessorrilaan 3, A.00.05, 6525 HR, Nijmegen Telefoon: 024 - 3612588 E-mail: hersenspinsels@spin-nijmegen. com
TESS BOMBEECK
Iedereen kent het waarschijnlijk wel: dat moment waarop je in een situatie belandt die zich compleet buiten je comfort zone bevindt. Denk terug aan dat moment dat je bibberend op de 10 meter hoge duikplank stond en zeker wist dat het vreselijkste moment van je leven daar was. En dat je het noooooooit weer zou doen. Om vervolgens toch maar letterlijk en figuurlijk die sprong in het diepe te nemen en na een uur door je moeder meegesleurd te worden omdat ‘andere kinderen ook van de duikplank willen’. Op het moment dat ik me in zo’n situatie bevond, vroeg ik me steeds weer af wat ik mezelf in ‘s hemelsnaam had aangedaan. In het afgelopen jaar heb ik echter ervaren dat mijn mooiste momenten en beste herinneringen juist voortkomen uit de dingen die ik eigenlijk niet durfde, maar waar ik me toch aan heb gewaagd. Zoals ruim een jaar geleden, toen ik letterlijk mijn grenzen heb verlegd door een half jaar met mijn gebrekkige Spaans naar Sevilla te verhuizen. Of het moment waarop ik besloot te solliciteren voor een bestuursjaar bij SPiN, waardoor ik in augustus tijdens de introductie met knikkende knietjes voor de collegezaal stond om mijn eerste collegepraatje te houden… Hou jij er ook wel van om je grenzen af en toe eens te verleggen? Dan heeft SPiN ook in de komende maand weer een aantal leuke en interessante activiteiten voor je in petto! Zo kun je tijdens Experience your Future leren op welke gebieden jij jouw horizon wilt verbreden. Daarnaast biedt SPiN je de mogelijkheid om een kijkje te nemen bij Overwaal, wat dé Nijmeegse kliniek is waar mensen hun angsten te lijf gaan. Als je even helemaal uit je comfort zone wilt stappen, bezoek dan de lezing over Forensiche Psychiatrie. Hierbij zal namelijk niet alleen vanuit psychologisch, maar ook vanuit juridisch oogpunt worden gesproken over toerekeningsvatbaarheid van criminelen. Bovendien zal SPiN in mei opnieuw letterlijk haar grenzen verleggen, ditmaal door een bezoekje te brengen aan het mooie Praag! En mocht je er niet bij zijn als SPiN
afreist richting het oosten, wees dan niet getreurd: aan het einde van de maand brengt SPiN je alsnog een beetje in oosterse sferen tijdens het volgende SPiN-feest! Hopelijk tot ziens op één van de komende activiteiten! Liefs, Tess ACTIVITEITENOVERZICHT Experience your Future 12/13 mei Lezing Forensische Stedentrip Praag 14/17 mei Psychiatrie 26 mei Excursie Overwaal 20 mei SPiN-feest Proosten 5 in het Verre Oosten 2015 27 mei APRIL/MEI
SPiNPAGINA
Lieve SPiN-leden,
ALV: Nog Vragen bij dit Punt?
DE SPiNCORRESPONDENT
SPiN organiseert door het jaar heen zo veel activiteiten dat je ze nooit allemaal kunt bezoeken. Misschien heb je ook wel eens de complottheorie gehad dat sommige activiteiten net zo nep zijn als de maanlanding. Wij van de HersenSPiNsels voelden ons - als officieel propaganda-orgaan van SPiN - dan ook geroepen om dit onafhankelijk voor jullie te checken met onze eigen Stig; de SPiN-correspondent.
Het was één van de grote cafés in de Molenstraat waar ik terechtkwam aan het eind van mijn zoektocht naar dit beroemd-beruchte ALV-ding waarover mijn intro-mama’s het gehad hadden: “Daar moet je echt naartoe als je actief lid wil worden bij SPiN. En dat wil je worden, geloof ons maar, want dat is supertof.” Fijn. Hier stond ik dus, op dezelfde houten vloer waarop ik de nacht ervoor nog gedanst had en bier vergoten; er hing daadwerkelijk ook nog een lichte geur van gegist gerstenat in de lucht. Het meisje aan de bar stond vriendelijk-argwanend naar mij te glimlachen. Of ze me misschien kon helpen, vroeg ze. Vond hier écht een serieuze vergadering plaats? Ik durfde het nauwelijks te vragen en mompelde vervolgens iets onverstaanbaars dat als “Spnalvhirergens?” moest klinken. Zij bleek toch ineens te weten waarover ik het had en verwees me door naar achteren. En inderdaad, net zoals bij een persconferentie zaten daar zeven men-
6
HERSENSPINSELS
sen in nette pakken en jurkjes aan een lange tafel tegenover een verrassend groot publiek dat ook verrassend serieus overkwam - een professionele algemene stilte werd alleen maar door gedempte, zakelijk klinkende gesprekken verstoord, die meteen stopten toen een man aan een klein podium met een hamer zoals van een rechter - hij evenzeer in pak - het woord nam en iedereen welkom heette bij de zoveelste ALV der SPiN. Ik was sprakeloos bij de daaropvolgende woordgevechten tussen bestuur en publiek, over thema’s die het bestuursbeleid van de vereniging zouden gaan vormen, met woorden die ik niet begreep. Dit was dus in september 2013, op mijn eerste ALV ooit. Waarom ik hierna nog steeds naar ALV’s ging, vijf tot zes keer per jaar? In het begin voor de gratis chips en snoepjes, neem ik aan. Toch begon ik met de tijd te begrijpen wat er gebeurde; dit was, zeg maar, inderdaad politiek. SPiN was een staat, het bestuur de regering,
MESIAN TILMATINE Gelukkig ging het huidige bestuur der SPiN dit collegejaar een beetje fascistisch doen en voerde een aanwezigheidsplicht voor ten minste één persoon per commissie bij iedere ALV in, zodat niet alleen voormalige bestuursleden en machthongerige uiteters zoals ik aanwezig waren, maar ook verse, onschuldige newbies. Verse, onschuldige newbies zoals Noor Ebbers, 19 jaar, die de Sportcommissie mede vertegenwoordigt, en Eva Detmers, ook 19, van de Training- en Infocommissie. Voor hen is het de eerste keer op een ALV vandaag, maar terwijl ze wel toegeven dat ze uiteindelijk wegens de nieuwe aanwezigheidsdwang hier zijn, beweren ze toch dat ze allebei sowieso een keer wilden komen. Ik vraag ze waarom men zoiets zou willen. “Nou, mijn commissiemaatje Wouter,” vertelt Eva, “zei dat deze ALV bijzonder interessant zou worden, omdat je hier een overzicht krijgt, met het secretariële en financiële halfjaarverslag enzo.” “En”, vraag ik, “was het ook bijzonder interessant?” Eva aarzelt: “Nou, hij zei in ieder geval ook dat de vergadering heel lang zou duren, en dit vond ik dus heel erg meevallen. En eerlijk is eerlijk, al te veel verwachtingen had ik ook niet.” Goed gered, joh. Ik probeer het bij Noor: “Even onder ons gesproken, heb je alles begrepen, waarover al die mensen het de hele tijd hadden?” Maar ook zij laat zich niet van de wijs brengen: “Als ik beter ingelezen was,
APRIL/MEI 2015
7
DE SPiNCORRESPONDENT
de ALV een parlement. Het enige verschil is echter dat dit parlement niet gekozen is, maar dat ieder SPiN-lid mag komen. De ALV is geen Actieve Ledenvergadering, maar een Algemene. Macht uitoefenen, zich wel eens belangrijk voelen, met domme vragen het bestuur op de zenuwen mogen werken en gratis chips, snoepjes, de laatste tijd zelfs soms een gratis drankje erbij - dit leek me wel iets. Toch wist ik dat er ook nog andere redenen moesten zijn waarom mensen hierheen kwamen, minder egoïstische dan die van mij. “Wel, dit klinkt toch als een job voor de SPiN-correspondent!”, hoor ik mijn hoofdredacteur Freek zeggen. Zucht. Fijn dan. Ik koos voor de ALV op 3 maart 2015, waar een samenvatting gegeven wordt van wat het SPiN-bestuur beweert het afgelopen halve jaar gedaan te hebben en waarbij leden die daar naartoe gaan vervolgens vragen mogen stellen over hoeveel tijd besteed werd aan het drinken van koffie tijdens het surfen op Facebook en of deze tijd niet beter voor het verzorgen van de vissen op de SPiN-kamer gebruikt had kunnen worden. Deze waren de laatste tijd immers regelmatiger overleden dan tegenstanders van Poetin in Rusland. Maar die thema’s werden naast het financieel halfjaarverslag maar kort aangesneden, en na een onverwacht korte tijd was de ALV weer voorbij en die paar mensen die er waren, vluchtten maar weer al te snel naar huis.
DE SPiNCORRESPONDENT
had ik zeker alles begrepen! Dus weet ik wel wat ik de volgende keer beter kan doen”, laat ze me met fleurige stem weten, en ik schrik. “Jullie zijn serieus van plan om nog een keer te komen?”, vraag ik ontzet. “Jawel, hoor” “En dan willen jullie van tevoren ook nog al de bijhorende stukken lezen?”, vergewis ik me. Deze keer is het Noor die nog even aan het aarzelen is: “Is goed, jawel”, maar Eva is al helemaal enthousiast: “Ja, ‘tuurlijk!” ... . Ik ben benieuwd. Het is wanneer de twee tweedejaars de zaal verlaten dat ik vast moet stellen dat de zaal na het einde van de ALV snel leeg geworden is - de afterborrel lijkt ineens wat minder aantrekkelijk te zijn voor SPiN-leden dan de ALV zelf. Huh? Verdomme, zelfs het bestuur is al weg, voordat ik een mogelijkheid krijg om daar iemand van te interviewen, net toen ik ze over de vissen wilde bevragen. Heeft dit mogelijk te maken met eerdere interviews door de SPiN-correspondent? Of zijn ze gewoon alweer van plan om morgen vroeg op te staan en vlijtig te werken in plaats van lekker met leden te zuipen zoals het eigenlijk hoort als bestuur? Hoe dan ook, ik zie wel nog een lid van de organiserende commissie rondlopen, wat je wel geluk kunt noemen, aangezien de ALV-commissie maar twee leden heeft. De charismatische Jeroen Weerwag is daarvan de technische voorzitter, die vent met de hamer dus. En hij is ex-bestuurslid. En hij zit in de Stedentripcommissie. “Waarom?”, zucht ik, “waarom doe je dat allemaal?” “Als je een (bestuurs-)jaar lang zoveel tijd besteedt aan een vereniging, kun je niet zomaar loslaten, de meeste van
8
HERSENSPINSELS
ons zijn nog ergens in een commissie terechtgekomen”, antwoordt hij op een geoefende bestuurslid-manier, “en een ALV voorzitten is gewoon een hele leuke bezigheid! En ook ééntje die zo weinig tijd kost dat je ernaast nog bij een échte commissie mee kunt doen. Helaas moet je als technisch voorzitter uiteraard je mening niet uiten - wat irritant kan zijn als iemand weer lulkoek aan het vertellen is en niemand anders het door heeft. Je kunt echter wel het discussieproces leiden, door gesprekken af te kappen, andere punten meer naar voren te laten komen en de discussie zo te beïnvloeden.” Aha. Ik ben dus niet de enige hier die macht geil vindt. “Je ziet vrijwel altijd”, gaat Jeroen dan verder, “of mensen zich ingelezen hebben. Zo niet, dan wordt het namelijk al snel een gesprek tussen heel weinig mensen zoals vandaag, waar vooral de kascontroleurs moeilijke vragen aan het bestuur zaten te stellen. De rest van de ALV gaat dan begrijpelijkerwijs snel inkakken. Maar dan denk ik weer: dit zijn wel jouw 12 euro jaarlijkse contributie waarover het hier gaat. Het liefst heb ik persoonlijk natuurlijk dat er een vaste kern met verstand inzit, die regelmatig naar zo’n ALV gaat, en dat daar omheen nog heel veel mensen bijkomen, die dan de grove richting aangeven.” Of hij de volgende jaren zal komen, zelfs zonder directe reden? “Vanzelfsprekend.” Not that surprising. Omdat een Duitse eerstejaarsstudente die me eigenlijk iets over haar indruk wilde vertellen helaas ontsnapt is, durf ik gedwongen een echt oergesteente der SPiN aan te spreken. Lieke van Lieshout, 24, tweedejaars Research
Master CNS, is niet helemaal onbekend met ALV’s: na een jaar actief lidmaatschap, een bestuursjaar en een jaar als technisch notuliste bij SPiN zit ze nu in de Kascontrolecommissie, een institutie die binnen SPiN volgens mij een vergelijkbare reputatie bezit als de internationale strafrechtbank in Den Haag voor de wereldpolitiek. Zelf is ze echter bescheiden en vriendelijk. Bijna tien minuten praat ik met haar, met biertjes en gelach, maar er komen gewoon geen hatelijke of giftige woorden tegen iemand uit. Ze verklaart dat ze toen expres technisch notuliste werd, om betrokken te blijven, maar zich niet meer zo veel te mengen en plaats te maken voor de nieuwe mensen. “Waarom is het dan”, vraag ik achterbaks, “dat het toch bijna altijd ex-bestuursleden zijn die de hachelijke en kritische vragen aan het bestuur stellen, hoewel ze zelf het best zouden moeten weten hoe kut dat voelt als je voor een ALV een
vraag niet kunt beantwoorden?” “Nee, dat is niet hatelijk bedoelt”, vertelt ze, “geloof het maar of niet, eigenlijk is dat achteraf gezien namelijk allemaal heel erg behulpzaam. Soms is het voor het bestuur goed om kritische vragen te krijgen omdat zij en anderen in de ALV dan scherp blijven. Verder is kritisch zijn vaak bedoeld als compliment richting het bestuur omdat dit laat zien dat het de ALV interesseert wat ze doen. Dit is namelijk echt fijn.” Complimenten zijn fijn, dat moet zelfs ik toegeven. Dan nog: “Waarom zou een niet betrokken eerstejaars nou moeten komen volgens jou?” “Het is een mooie manier om een vereniging van binnen te leren kennen, en het meeste wat te leren valt, kun je hier leren. En het is steeds een heel erg interessant proces” “Dus zie je nog hoop voor deze vereniging?” “Jazeker.” Wel, als zelfs de hangouderen niet willen zeuren, heb ik bij dit punt ook geen vragen meer.
Zelden zo te zien: vier generaties van ex-bestuursleden in hun natuurlijke habitat. Linksonder mijn bovenbenoemde intromama en Jeroen Weerwag, helemaal rechts Lieke van Lieshout.
APRIL/MEI 2015
9
Blood on the Schoolboard
PERSOON
De psyche achter een school shooting
“I want to tear a throat with my own teeth like a pop can. I want to gut someone with my own hand, to tear a head off and rip out the heart and lungs from the neck…show them who is god.” Deze woorden zijn afkomstig van Eric Harris, een van de daders van de beruchte Columbine Highschool school shooting. Op 20 april 1999 doodde Harris samen met Dylan Klebold dertien leerlingen en leraren. Samen pleegden zij zelfmoord in de bibliotheek van de school, waar ze tien van hun slachtoffers hadden gedood. Ik kan mij de angst die de leerlingen van Columbine die dag gevoeld hebben niet voorstellen. Wat ook onvoorstelbaar is, is wat er in de hoofden van Harris en Klebold omging voordat ze een bloedbad aanrichtten op hun middelbare school. Wat typeert de daders van een extreme daad als een shool shooting? Een school shooting of een rampage shool shooting is, zoals de naam zelf al zegt, een schietpartij die plaatsvindt op een school. De dader is een (oud-)leerling van de school, en de schietpartij vindt op klaarlichte dag plaats. Kenmerkend is dat er meerdere slachtoffers vallen; deze slachtoffers kunnen zowel puur toevallig gekozen zijn als symbolisch (bijvoorbeeld als de principal, de vertegenwoordiger
Bewakingsbeelden van de Columbine Highschool shooting
10
HERSENSPINSELS
van de school, wordt neergeschoten). Schietpartijen waar de dader het op een specifiek iemand gemunt heeft, worden niet tot school shootings gerekend, maar tot gewone moord. Zodra een school shooting heeft plaatsgevonden, duiken de media er maar al te gretig bovenop om een beschuldigende vinger naar iemand te wijzen. Niet zelden wordt gezegd dat men de daad had kunnen zien aankomen, dat leraren hadden moeten ingrijpen, dat ouders tekort zijn geschoten. Maar zijn deze beschuldigingen wel terecht? Feit is dat ongeveer de helft van de school shooters hun daad vooraf, impliciet of expliciet, aankondigt. Dit wordt leakage genoemd. Leakage kan in verschillende vormen voorkomen. Directe bedreigingen, tekeningen en zelfgeschreven songteksten zijn voorbeelden van manieren om kenbaar te maken wat de school shooter van plan is. Maar uit dat soort aanwijzingen
MARE DERKS hij had gemoord omdat ‘mensen zoals ik iedere dag slecht worden behandeld... Niemand heeft ooit echt om me gegeven.’ De frustratie, vernedering en het gevoel van onmacht die het slachtoffer ervaart zouden kunnen leiden tot een school shooting. Echter worden er dagelijks kinderen gepest en die kinderen worden niet allemaal een massamoordenaar. Daarnaast zijn er ook gevallen van shootings bekend waar de dader zelf een pester was, of waar de dader redelijk populair leek te zijn. Een ander aspect waar maar al te graag een nadruk op wordt gelegd na een school shooting is de invloed van gewelddadige media. Films, muziek en computerspellen waar geweld een hoofdrol speelt zouden leiden tot een toename in gewelddadige fantasieën van kinderen. School shooters zijn vaak geïnteresseerd in gewelddadige films en computerspellen. Zo speelden de daders van de Columbine shooting graag het moordlustige computerspel “Doom”. Heel veelzeggend is dat echter niet, aangezien er ontelbaar veel mensen zijn - waaronder ikzelf - die graag gewelddadige films kijken en computerspellen spelen. Gepest worden en interesse hebben in gewelddadige media zijn dus geen signalen die steevast vooraf gaan aan een school shooting; er spelen waarschijnlijk andere, intrapersoonlijke factoren mee. Zo hebben school shooters vaak een grote interesse voor wapens. De daders van de aanslag op Columbine verzamelden bijvoorbeeld bommen, explosieven en geweren in het jaar voordat ze hun aanslag gingen plegen. Interesse in wapens op zich zegt
APRIL/MEI 2015
11
PERSOON
op zich kan geen conclusie getrokken worden; gewelddadige trekken vertonen komt wel vaker voor in de adolescentie. In zekere zin kan een shool shooting door leakage dus wel opgemerkt worden door leraren en ouders, maar niet iedere tiener die dreigt de school op te blazen is dat ook daadwerkelijk van plan. Wat maakt nou dat de bedreiging van de ene leerling wel serieus genomen moet worden en die van een andere leerling niet? Verschillende studies hebben geprobeerd een algemeen geldend profiel te schetsen van school shooters om ervoor te kunnen zorgen dat ze worden opgemerkt door het systeem, voordat het te laat is. Ieder mens is echter uniek, en daarmee is iedere school shooter ook uniek. Het is dan ook moeilijk om een profiel te schetsen; sommige onderzoekers beweren zelfs dat het überhaupt niet bestaat. Wel zijn er een aantal aspecten die vaak terug te zien zijn als er een school shooting heeft plaatsgevonden. Daders worden vaak buitengesloten door hun leeftijdsgenoten: drie op de vier shooters blijkt buitengesloten te zijn. Daarnaast blijkt dat een romantische afwijzing ook een drijfveer kan zijn voor een school shooting. Andrew Golden, een van de Jonesboro, Arkansas shooters had bijvoorbeeld gezworen om ieder meisje die hem ooit had afgewezen te vermoorden. Afwijzing is niet het enige wat de gemiddelde shool shooter meemaakt: ongeveer zeven op de tien school shooters werd ongenadig gepest door hun leeftijdsgenoten. Zo gaf de dader van de Pearl, Mississippi shooting aan dat
PERSOON
alleen niet zoveel. Dan zou mijn broertje, die al jarenlang bij mijn ouders zeurt om een buks uit Duitsland en die zelfbenoemd expert op het gebied van wapens uit de Tweede Wereldoorlog is, wel Hollands Next School Shooter moeten zijn. Ik durf mijn stufi er echter om te verwedden dat hij dat niet is. Jongeren die besluiten om een bloedbad aan te richten op hun school hebben vaak psychische problemen, en dat is waar mijn broertje en de gemiddelde school shooter van elkaar verschillen. School shooters hebben veelal een moeilijke jeugd gehad. Sommigen, misschien zelfs de meesten, hadden (vaak achteraf gezien) een zware depressie. School shooters zijn redelijk onder te verdelen in drie categorieën: psychopathische shooters, psychotische shooters en getraumatiseerde shooters. Psychopathische shooters voelen geen emotionele connectie met andere mensen; schuldgevoel en spijt zijn termen die niet voorkomen in hun woordenboek. Ze zijn sadistisch en vinden het dan ook leuk om anderen pijn te doen. Andrew Golden genoot er bijvoorbeeld van om kleine dieren te martelen, en dan met name kittens. Ook hebben psychopaten veelal narcistische trekken. Zo verlangde Eric Harris ernaar om God te zijn, en
12
was hij van mening dat de rest van de wereld minderwaardig aan hem was. Daarnaast heb je psychotische shooters. Zij vertonen symptomen van ofwel schizofrenie ofwel een schizotypische persoonlijkheidsstoornis, waaronder paranoïde wanen, grootheidswanen en auditieve hallucinaties. Ze hebben geen besef van realiteit. Andrew Wurst, dader van de Edinboro, Pennsylvania shooting, verklaarde aan de politie: ‘Ik ben vier jaar geleden gestorven. Ik ben al dood geweest en nu ben ik weer terug. Het maakt niet meer uit. Niets van dit alles is echt.’ Tenslotte heb je dan nog de getraumatiseerde shooters. Zij zijn fysiek, emotioneel of seksueel misbruikt en komen uit een onstabiele thuissituatie. Vaak triggert een bepaalde gebeurtenis het plaatsvinden van de shooting. Mitchell Johnson, de andere Jonesboro, Arkansas shooter was fysiek en seksueel misbruikt door zijn vader. Het nieuws dat hij bij zijn vader moest gaan wonen was de druppel die de emmer deed overlopen. Een ander opvallend kenmerk van school shootings is dat een groot deel van de daders suicidaal is: drie op de vier daders geven aan dat ze zelfmoord willen plegen, of hebben al een poging gedaan voor de
Fragment uit het dagboek van Eric Harris, een van de Columbine school shooters HERSENSPINSELS
APRIL/MEI 2015
13
PERSOON
woede los te laten. Ik had het idee gekregen van de schietpartij op Columbine Highschool op 20 april.’ Het copycat-effect leek te leiden tot een piek in school shootings in de jaren negentig. Door de grote aandacht die de media besteden aan school shootings krijgen kinderen en adolescenten het idee dat ze zich op die manier kunnen wreken, en dat ze er zelfs een sterrenstatus mee kunnen verkrijgen. Dit effect is natuurlijk heel erg kwaProtest tegen de National Rifle Association naar aanleiding van de Sandy Hook shooting lijk, maar heel veel is er niet aan te doen. De media schrijven waarover ze aanslag. Veel school shooters willen willen schrijven, ook al kan die overgraag zelfmoord plegen maar kunnen matige aandacht ernstige gevolgen zichzelf er niet toe zetten, of ze wilhebben. Een aspect waar wel invloed len graag een spektakel maken van de op uitgeoefend kan worden, is beschikgebeurtenis. Door eerst het leven van baarheid van wapens. ‘Shootings kunanderen te nemen voordat ze zichnen niet plaatsvinden zonder toegang zelf om het leven brengen, komt er tot een wapen’: dit statement komt eindelijk een spotlight op ze te staan. in ongeveer ieder onderzoek dat voor Als je simpelweg zelfmoord pleegt is dit artikel is gebruikt weer terug. Weliedereen je zo vergeten; als je eerst licht is dat ook de reden dat school nog anderen van het leven beroofd, shootings zoveel vaker voorkomen in zal je naam voor eeuwig voortleven. de Verenigde Staten dan in bijvoorTenminste, dat is het idee dat sombeeld Nederland. De culturele opvatmige school shooters erop nahouden. ting ‘guns solve problems’ die bestaat De daders van de Columbine shooting in de VS is in mijn ogen erg problemawilden roem vergaren met hun acties, tisch. Zelf hou ik liever de opvatting en vele shooters na hen streefden ‘gun prohibition solves problems’ aan, hetzelfde doel na. Feit is wel dat de en misschien zou het beter zijn als de media vaak erg veel aandacht besteVS dat ook gaat doen. Ongetwijfeld den aan school shootings. De vraag loopt er ergens in Nederland wel een is of dit wel zo verstandig is. Het gegefrustreerde tiener rond die graag fanvaar van het copycat-effect bestaat, taseert over wraak nemen op zijn klaswaarbij jongeren school shootings na genoten. Maar tussen droom en daad willen doen die veel media-aandacht staan wetten in de weg en praktische hebben ontvangen. T.J. Solomon, de bezwaren, en ook gebrek aan een waHeritage Highschool schooter, schreef pen, die geladen in het nachtkastje van na zijn aanval: ‘Geweld gebruiken was je ouders ligt, en die gewillig ligt te lonhet laatste wat ik kon doen om mijn ken, naar men die mentaal onstabiel is.
DE-CAFÉ
DE-CAFÉ
In het DE café loopt van alles rond, van studenten Communicatiewetenschappen tot Rechten en van brave burgers tot wilde feestgangers. HersenSPiNsels ging op zoek naar extreme verhalen. Deze keer stellen we de vraag: ‘Wanneer heb jij de wet overtreden?’ Hoewel de meeste studenten zo onschuldig lijken, schuilen er – voornamelijk bij studenten die de wet bestuderen – duistere geheimen achter hen. VROUW, RECHTEN ‘Ik zou samen met een vriendin ergens heen gaan met de brommer, maar zij was haar helm vergeten. Toen gingen we die eerst ophalen op de brommer, dus met één helm te weinig. We staken over en ik weet nog dat mijn vriendin zei: ‘Je kan nog wel voor die motor langs.’ Dus wij gingen die motor afsnijden. Beetje balen, want dat bleek politie te zijn. En toen kregen we een boete.’
MAN, COMMUNICATIE ‘Ik en 5 vrienden hadden een avond veels te veel gedronken toen we op de weg ineens een verkeersbord zagen met daarop ‘Maaskantje’. Het leek wel leuk om die mee naar huis te nemen. Zo gezegd zo gedaan, dachten wij. We trekken dat ding uit de grond en nemen hem mee. Beetje jammer dat 100 meter verderop een politieauto stond die we over het hoofd gezien hadden. We moesten het terugzetten en als straf 2 uur bij dat bord staan om te kijken of niet iemand anders hem mee zou nemen.’
MAN, RECHTEN ‘Op een avond was ik auto aan het rijden. Het was donker, het regende en ik was moe. De weg ging een beetje naar rechts, maar ik reed gewoon rechtdoor. Opeens zag ik een koplamp aankomen, dus ik ging vol op de rem. Maar tevergeefs, ik beschadigde de tegenligger. Ik kon nog net zien dat er geen gewonden waren gevallen maar toen ben ik snel doorgereden. Ik heb er wel van geleerd. De volgende keer zou ik wel uit beleefdheid stoppen. Maar verder valt het wel mee met mijn wet overtredingen. Zo zijn rechten studenten hè? Die overtreden de wet niet.’
14
HERSENSPINSELS
REBECCA VAN EIJDEN & HELEEN VAN RENESSE
VROUW, PSYCHOLOGIE ‘Toen we met een groep vrienden op vakantie waren, zaten we een avond aan het strand, met kleedjes en heel veel bier. Op een gegeven moment moest ik plassen en dat ging maar niet over, maar er was nergens een wc en het kwam ook niet in me op om in de zee te gaan. Dus heb ik het opgehouden en toen we uiteindelijk weer naar de camping liepen hield ik het niet meer. Ik nam een vriendin mee omdat ik niet alleen durfde en toen hebben we samen in de bosjes op de weg naar de camping geplast.’
DE-CAFÉ
MAN, BESTUURSKUNDE ‘Ik heb de wet overtreden toen ik 15 was én heel erg dronken. Ik wilde naar een hockey feestje, maar ik kwam niet binnen omdat ik te jong was. Toen ben ik over auto’s heen gaan rennen. Nee, die auto’s zijn niet heel gebleven. Helaas stond de bewaker van het feest naast mij, dus later heb ik daar wel taakstraf voor gekregen. Best wel beschamend..’
“Ik wou altijd politieagent worden, maar dat kan ik nu wel vergeten...”
VROUW, RECHTEN ‘Toen ik in de 5e van de middelbare zat hebben ik en een stel vriendinnen een keer wijn in flesjes gedaan en in een tussenuur opgedronken. ‘Waarom niet?’ Dachten we. Dus toen de les weer begon, zat ik aangeschoten in de klas. Nou ja, laten we zeggen dat ik gewoon heel vrolijk was. Toen werd ik vooraan in de klas geplaatst omdat ik te aanwezig was.’
MAN, RECHTEN ‘Ik had een paar jaar terug voor wat mensen drugs gekocht in de coffeeshop. Toen ik ze dat gaf kwamen twee mannen op me af die undercover agenten bleken te zijn. Ik moest mee naar het bureau en daar werd ik gestript van al mijn spullen en voor een paar uur in de bewaarcel gezet. Dan krijg je wel even tijd om na te denken. Ik wou namelijk toen zelf altijd graag politieagent worden, maar dat kon ik vanaf dat moment vergeten. En nou studeer ik dus rechten, met een strafblad.’
APRIL/MEI 2015
15
Op de Sofa met:
OP DE SOFA
Artsen zonder Grenzen-psycholoog
Kaz de Jong
Kaz de Jong heeft in zijn leven al veel meegemaakt. Hij werkt al meer dan 20 jaar als psycholoog voor Artsen zonder Grenzen en heeft hierdoor veel dramatische gebeurtenissen van dichtbij gezien. Van burgeroorlog tot natuurramp maar ook de recente ebola-crisis. Voordat de Jong het vliegtuig nam naar een nieuw avontuur maakte hij voor ons nog even tijd voor een gesprek over zijn extreme ervaringen.
Naam: Kaz de Jong Beroep: Psycholoog bij Artsen zonder Grenzen en klinisch psycholoog in Nederland Komt uit: Amsterdam Leeftijd: 53 jaar Leeft samen met zijn vrouw, twee kinderen (14 & 16) en hond Smik Voordat de Jong als psycholoog aan de slag ging was hij fysiotherapeut. Al snel had hij door dat dit niet was wat hij wilde blijven doen. Hij ging Bewegingswetenschappen studeren, en daarna zowel Klinische als A&O psychologie. Hoe bent u terecht gekomen bij Artsen zonder Grenzen (AzG)? ‘Ik ben ongeveer 20 jaar geleden begonnen als vrijwilliger bij Artsen zonder Grenzen. Toen ging ik meewerken in Sarajevo (Hoofdstad van Bosnië en Herzegovina ) aan een project voor psychologische ondersteuning aan de
16
HERSENSPINSELS
bevolking daar. Daar ben ik een aantal jaar bezig gebleven met dat project en zo ben ik eigenlijk het ‘Artsen zonder Grenzen- wereldje’ in gerold.’ De Jong kan de landen waar hij heen is geweest niet meer op twee handen tellen. ‘Het zijn er heel veel! Een aantal gebieden waar ik geweest ben zijn Colombia, Afrika, Somalie, Azië, Pakistan en Myanmar. Naast oorlogsgebieden bezoek ik ook plekken waar een natuurramp is geweest, en ik ben ook naar Sierra Leona geweest om hulp te bieden bij de ebola-ramp.’ De Jong werkt nu voornamelijk met de medewerkers van AzG, maar de rol van een psycholoog kan binnen AzG verschillende vormen aan nemen. ‘Een mogelijkheid is dat de psycholoog het veld in gaat. Dat betekent dat de psycholoog de lokale medewerkers in dat land gaat trainen. De moeilijke cliënten bezoekt de psycholoog zelf. Daarnaast kan een psycholoog samen met het team activiteiten organiseren
REBECCA VAN EIJDEN & HELEEN VAN RENESSE
“‘Ik help de mama uit het dorp, maar ook de rebel die net zijn medemens heeft vermoord. Voor mij is het belangrijk dat ik kan helpen, wie je ook bent.’”
Toen de Jong nog in het veld werkte, behandelde hij mensen die niet door de nationale medewerkers geholpen konden worden. ‘Sommige mensen hebben hele ernstige dingen meegemaakt. Zij kunnen dan hun klachten bij mij kwijt. Dan gaan we samen kijken hoe we de
situatie kunnen veranderen. Dit kan iedereen uit de bevolking zijn. De mama uit het dorp, maar ook de rebel die net zijn medemens heeft vermoord. Ik heb geleerd dat je als psycholoog niet hoeft te oordelen. Ik kan nu vanuit iemands perspectief kijken zonder het goed of af te keuren. Voor mij is het gewoon belangrijk dat ik iemand kan helpen, wie je ook bent.’ Hoe is het bezoeken van een gebied waar het ebolavirus heerst anders dan een oorlogsgebied? ‘Het is natuurlijk niet prettig om in een land te lopen waar zo’n groot virus heerst. Ik ben gevaar gewend, maar dit was weer een heel ander soort gevaar. In oorlogsgebieden heb je meer het idee dat je gevaar aan kan zien komen, maar over het ebolavirus heb je geen controle: het besluipt je. En het is al helemaal niet prettig om te zien wat een vreselijke impact het heeft op hoe mensen met elkaar om gaan. Ze gaan zich isoleren uit angst besmet te worden. En toch raken steeds meer mensen besmet en gaan hieraan dood. Het
APRIL/MEI 2015
17
OP DE SOFA
voor de bevolking, zoals voorlichtingen over seksueel geweld. Wat ik heel leuk vind aan het organiseren van deze activiteiten is dat het altijd met de nationale medewerkers opgezet wordt. Het is niet zo dat wij vanuit het westen komen invliegen en vertellen: ‘Zo is het en zo gaan we het doen’. We ontwikkelen sámen wat. Nadat ik 15 jaar in het veld gewerkt heb, had ik genoeg ervaring om op het kantoor van AzG te gaan werken. Daar werk ik voor de staff: de internationale en nationale medewerkers. Een van mijn taken nu is het begeleiden van medewerkers die psychosociale klachten hebben, bijvoorbeeld door het meemaken van geweld. Dat vind ik ook een leuke taak.’
OP DE SOFA
is heel heftig dat je mensen op straat ziet sterven.’ Wat voor effect hebben de extreme gebeurtenissen die u meemaakt op u als persoon? ‘Veel mensen waar ik mee te maken krijg zijn ziek, gaan dood, of hebben dierbaren die ziek zijn of dood gaan. Dit levert wel eens spanning of boosheid op die soms ook op mij gericht is. Ook moet ik elke keer weer mensen achterlaten in hopeloze situaties. Ik ben ook medewerkers verloren, er zijn zelfs wel eens medewerkers gekidnapt. Dit heeft een enorme impact. Zeker toen ik net begon met dit werk was het moeilijk om zo’n situatie niet mee naar huis te nemen. Dan was ik voortdurend bezig met mijn veldwerk als ik thuis was. Toen ik me dat realiseerde begon ik te leren om het aanen uit te schakelen. Inmiddels kan ik hier goed mee omgaan. Als ik thuis ben laat ik het veld achter, en als ik in het veld ben laat ik Amsterdam achter. Ik vergelijk situaties daar ook niet met situaties hier. Ik heb geleerd dat het probleem van de ander niet mijn probleem is. Het ene moment zit ik daar in een hopeloze situatie waarbij bijna een heel dorp is uitgemoord, maar als ik thuis kom ga ik wel lekker met mijn gezin naar de film of uit eten.’ Gelukkig staat zijn gezin achter zijn werk, ondanks dat hij vaak lange periodes van huis is in gevaarlijke situaties. ‘Het blijft vervelend om afscheid te nemen, zeker als ik naar zo’n gevaarlijk gebied ga als Sierra Leona, waar Ebola
18
HERSENSPINSELS
“‘Als in Afrika een kind zijn ouders verliest, wordt het zonder enig probleem door een ander gezin opgenomen. De mensen staan daar altijd voor elkaar klaar’” heerst. Mijn kinderen hebben veel gevraagd over of het nou wel echt nodig was en of het echt veilig was. Ik leg ze altijd uit wat ik ga doen en wat de veiligheidsmaatregelen zijn. Als ik weg ga hebben ze er altijd vertrouwen in dat het goed komt en staan ze achter wat ik doe.’ Heeft het werk u verder veranderd? ‘Ik ben wel veranderd door mijn werk. Ik snap geweld beter, ik kan blij zijn dat het in Nederland anders is. Ik kan me zorgen maken over dat bepaalde mensen en soms hele groepen zich niet thuis voelen in deze maatschappij. Ik kan ook zien dat mijn kleinkinderen hier een beter leven zullen hebben dan daar. Daarnaast kan ik beter stil staan bij de momenten die mooi zijn en heb ik beter geleerd om het positieve uit situaties te halen en niet te veel bij problemen stil te staan.’ Als psychologiestudenten die zelf misschien ook ooit wel bij AzG willen werken, zijn we geïnteresseerd in wat een
Die drive is iets dat bij de Jong niet ontbreekt. Na 15 jaar bij AzG gewerkt te hebben haalt hij nog altijd veel voldoening uit zijn werk. ‘Ik vind het ontzettend leuk, en ik zie dat wat we doen invloed heeft op mensen. Het zijn geen dramatische veranderingen, maar we kunnen mensen wel wat meer hoop in het leven geven. We laten ze zien dat ze over een
aantal dingen al controle hebben, en gaan aan de gang om kleine dingen te verbeteren. Zodra ze zien dat de situatie verbeterd, zeker als dat voor een groot deel door henzelf komt, krijgen ze ook meer zelfvertrouwen. Het is goed om te zien dat mensen dan weer hoop voor de toekomst krijgen.’ Wat is de mooiste herinnering die u heeft aan uw werk? ‘Ik vind het altijd mooi om te zien hoe mensen in al hun verlies toch in staat zijn om weer het leven op te pakken. Mensen die alles zijn kwijtgeraakt, die dan toch weer een lichtpuntje vinden in hun dag om voor te leven. Ik heb bijvoorbeeld kinderen gezien die hun ouders waren kwijtgeraakt en zich dan toch weer aan iemand anders hechtten. Als in Afrika een kind zijn ouders verliest dan wordt het zonder enig probleem door een ander gezin opgenomen. In moeilijke gebieden vind je, in contrast met onze cultuur, echt veel meer een wij-gevoel dan een ik-gevoel en mensen staan veel meer voor elkaar klaar. Dat is iets waar wij wat van kunnen leren.’
APRIL/MEI 2015
19
OP DE SOFA
psycholoog nou nodig heeft om bij AzG te kunnen gaan werken. ‘Je moet in elk geval zelfstandig patiënten kunnen behandelen, dus je moet een opleiding in die richting hebben gedaan. Dat kan bijvoorbeeld gezondheidszorgpsychologie of sociaal psychiatrische verpleegkunde zijn. Verder moet je goed in een team kunnen functioneren, stressbestendig en assertief zijn en voor jezelf op kunnen komen. Het is ook heel belangrijk dat je afstand kunt nemen van de situatie, de knop aan en uit kan zetten. Je zit hier in hele zware omstandigheden en je verdient geen topsalaris, dus je moet ook zeker een bepaalde drive hebben om mensen te helpen.’
Supernormale stimuli
BREIN
Onze wereld verandert razendsnel, alles is steeds makkelijker en sneller beschikbaar. Supermarkten zijn vol met voedsel in alle kleuren en vormen, om contact met een vriend te hebben is het al voldoende om je smartphone uit je broekzak te halen en zelfs als je seks wil, hoef je niet lang te zoeken om pornografisch materiaal op het internet te vinden. Maar kunnen ons lichaam en brein deze snelle ontwikkelingen bijhouden? Ook in onze technologisch zo ver ontwikkelde wereld worden wij nog steeds gestuurd door dezelfde driften als onze verre voorouders. Welke invloed op onze hersenen en welbevinden hebben dingen die in de natuur niet eens voorkomen?
Op deze vragen wilde de etholoog Nikolaas Tinbergen al in 1951 een antwoord vinden. Hij voerde een aantal experimenten met dieren uit waarin hij stimuli voor dieren creëerde waarop de dieren een sterkere reactie vertoonden dan op de natuurlijke stimuli. Zo zijn er vogels die hun eigen eieren niet meer gaan beschermen en verzorgen wanneer je er een groter ei, met verder dezelfde optische kenmerken naast zet. Een pauw heeft voorkeur voor een stuk hout met heel grote pauwen veren boven een echt vrouwtje met kleinere veren. Tinbergen gebruikte het begrip supernormale stimuli hiervoor. Supernormale stimuli zijn dus stimuli die een sterkere respons veroorzaken dan de stimulus waarvoor het ontwikkeld is. Dit geldt niet alleen voor dieren: ook mensen hebben hun eigen superstimuli. En ja; die bestaan op dit moment in onze samenleving. Welke stimuli zijn dit en wat voor effect heeft dat op ons allemaal?
20
HERSENSPINSELS
Junk Food Een goed voorbeeld van een supernormale stimulus is junkfood. Dit eten is expres ontwikkeld om bijzonder aantrekkelijk te zijn voor mensen. Het is niet verbazingwekkend dat mensen in westerse bevolkingen steeds dikker worden en steeds meer obesitas en daaraan gerelateerde ziektes krijgen. Door de hoge caloriedichtheid veroorzaakt junkfood een veel sterkere prikkeling van het beloningssysteem dan eten dat in de natuur beschikbaar is en minder calorieën bevat. Dit komt omdat wij van nature de neiging hebben om eten met veel energie op te zoeken om onze overlevingskansen te vergroten. In de tijden van onze verre voorouders kon je door meer calorieën in te nemen dan je in een dag verbruikt energie in de vorm van vet opslaan om deze weer beschikbaar te hebben in tijden van voedseltekort. Dit zorgde toen voor een hogere overlevingskans. Zo hebben wij in de loop van de evolutie een voorkeur ontwikkeld voor eten met veel energie. Een gevaar van over-
DIMITRIJ LINTCHUK niet alleen dat ze steeds meer junkfood gaan eten maar ook dat ze steeds minder voldoening hebben aan eten met een lagere caloriedichtheid. Dit is vooral voor kinderen die te veel en te vaak junkfood eten problematisch. Deze ontwikkelen van kleins af aan al een voorkeur voor junkfood en leren een afkeer te hebben voor onbewerkt voedsel. Er zijn nog nooit zo veel kinderen met overgewicht geweest als nu en de lange termijn gevolgen zijn nog niet duidelijk. De onduidelijk bestaat hier echter uit de vraag, hoe erg het wordt. Pornografie Nog nooit was pornografisch materiaal zo makkelijk beschikbaar als nu. Een aantal clicks en je bent op een pornosite met video’s naar ieders smaak. Er zijn oneindig veel pornosterren die alles voor je doen, wanneer je maar wilt en zo vaak je wilt. Maar welk effect heeft deze makkelijke beschikbaarheid van seks? Er is onderzoek met ratten gedaan waarin een mannetje met een vruchtbaar vrouwtje in een kooi wordt gezet. Niet verbazingwekkend beginnen de twee ratten seks te hebben, maar nadat het over is wil het mannetje niet meteen nog een keer, zelfs als het vrouwtje nog wil. Het mannetje heeft even rust nodig voor een tweede act en het duurt dan ook langer om het hoogtepunt te bereiken. Maar als je het vrouwtje eruit haalt en een nieuw vrouwtje erin zet ziet het verhaal er anders uit: het mannetje is meteen klaar om weer seks te hebben. Dit gebeurt iedere keer als er weer een nieuw
APRIL/MEI 2015
21
BREIN
stimulatie is echter dat deze verslavend kan werken. Mensen gaan steeds vaker deze sterke beloning opzoeken. Een ander probleem met het overprikkelen van het beloningssysteem is dat de normale of natuurlijke stimuli steeds minder aantrekkelijk worden. ‘De superstimulus veroorzaakt namelijk een veel sterkere prikkel, waardoor men (relatief) minder gevoelig wordt voor de normale stimulus. Met vermindering van de sensitiviteit komt ook snel het gevoel dat de superstimulus niet meer zo goed is als in het begin; men ontwikkelt een tolerantie. De junkfoodverslaafde heeft dus nog meer junkfood nodig om hetzelfde gevoel zoals in het begin te verkrijgen. Gesimplificeerd kun je het proces zo omschrijven; een stimulus triggert een overprikkeling van het beloningssysteem. Om de homeostase (het in evenwicht zijn van alle belangrijke functies in het lichaam) te behouden gaat het zenuwstelsel als reactie op het overschot aan beloningshormonen het aantal receptoren verlagen welke hormonen zoals dopamine opnemen en verwerken. Er ontstaat een tolerantie en er is meer neurotransmitter nodig om dezelfde werking als eerder te ervaren. Voor mensen die veel junkfood eten betekent dat
BREIN
vrouwtje in de kooi wordt gezet, steeds is het mannetje weer in staat om te paren. Dit effect wordt het Coolidge Effect genoemd. Bij beschikbaarheid van een nieuwe partner die graag wil paren wordt de vermoeidheid in de hersenen na een orgasme overschreven. Het idee hierachter is dat dit evolutionair gezien nuttig is: zo kan het mannetje direct zijn genen doorgeven aan een ander vrouwtje en het voortplantingssucces vergroten. Van nature is dit mechanisme bedoeld om het voortplantingssucces te vergroten van een species. Het Coolidge Effect is ook dat wat pornografie zo aantrekkelijk maakt. Een nieuwe vrouw is met maar een clickje te vinden. Pornografie is dus de ultieme superstimulus, een bijna oneindige dopaminebron. Maar zoals wij bij fastfood hadden gezien, kan overstimulatie gevolgen voor ons mensen hebben. Allereerst kan pornografie snel verlavend werken. In onze hedendaagse wereld wordt dat vaak niet op tijd herkend omdat porno alledaags is geworden en
22
HERSENSPINSELS
allang geen taboeonderwerp meer is. Er bestaat een mentaliteit dat iedere man sowieso porno kijkt en dat dit ook normaal is. Zo bestaat er het gevaar dat steeds meer mannen zonder diagnose een verslaving ontwikkelen. Daarnaast kan overmatige pornoconsumptie tot desensitisatie leiden. Je hebt meer en sterkere stimuli nodig om seksueel opgevonden te worden, dus meer porno met intensievere inhoud. Maar een ander effect is ook dat mannen minder gevoelig voor echte seksuele stimuli kunnen worden. Dat kan als gevolg hebben dat mannen minder gedreven worden om naar een vrouw te zoeken, weinig moeite doen om een keer met een vrouw te daten en ooit ook echte seks te hebben. Verder kan het er ook toe leiden dat mannen in een relatie minder bevrediging in echte seks vinden. Op de pc zijn er oneindig vrouwen beschikbaar, maar je vriendin blijft altijd dezelfde. Zo kan het gebeuren dat mannen zelfs al op jonge leeftijd erectie stoornissen ontwikkelen omdat echte seks niet zo sterk prikkelt. Pas sinds de ontwikkeling van breedband internet (rond 1999) en na de opkomst van sites zoals youporn (2006) is porno voor iedereen altijd en overal makkelijk beschikbaar geworden. Psychologische studies over de gevolgen van pornoconsumptie zijn vrij recent in de focus van de wetenschap. Zo zijn de eerste onderzoeken die gebruik maken van hersenscans bij pornogebruikers pas in 2014 uitgevoerd. Dit komt vooral doordat de extreme beschikbaarheid van pornografisch materiaal een best recente ontwikkeling is, waardoor lan-
Wat betekent dat nu? Natuurlijk zijn niet alle mensen die met deze soort superstimuli in aanraking komen automatisch te dik of hebben ze een verstoorde seksualiteit. Maar het is belangrijk om te begrijpen waarom sommige dingen zo aantrekkelijk voor ons zijn. En het is belangrijk om te begrijpen dat ons beloningsysteem dat supernormale stimuli zo leuk laat lijken niet ervoor gemaakt is om op dergelijke sterke stimuli te reageren. De oplossing is zeker niet om nooit meer fastfood te eten of bij iedere seksscène in een film snel de handen voor de ogen te houden. Het is echter wel belangrijk om heel bewust er op te letten dat het zelf toedienen van deze stimuli geen
gewoonte wordt. Dan pas wordt het namelijk problematisch. Als het problematisch wordt is het echter natuurlijk wel belangrijk om dat überhaupt te kunnen herkennen. Porno is ondertussen sociaal geaccepteerd; je kunt er vrij over praten, en dat is op zich een goede ontwikkeling. Het gevaar er achter is wel dat porno consumptie niet snel als probleem wordt herkend, ook als iemand het overmatig doet. Het is daarnaast een heel interessant nieuw perspectief voor de wetenschap. Pornoverslaving lijkt een nieuwe sterk groeiende verslavingsvorm te zijn die ontstaat zonder het toedienen van een fysieke substantie. Het is een geïsoleerde verslaving en geeft hele nieuwe perspectieven in het verslavingsonderzoek, omdat in dit geval een verslaving puur uit sensorische informatie ontstaat en soortgelijke invloeden op het hersenen kan hebben zoals verslaving geïnduceerd door substantiegebruik. In dit stuk zijn nu twee speciale vormen van superstimuli besproken; junkfood en pornografie. Junkfood is zo’n interessante vorm van een supernormale stimulus omdat eten overal om ons heen is. In alle media worden wij gebombardeerd met reclame voor verschillende vormen van eten met een hoge caloriedichtheid die een vuurwerk aan prikkelingen in de hersenen veroorzaken. Daarnaast is een seksueel hoogtepunt de grootste dopamine-uitstoot die een mens op natuurlijke manier kan bereiken; de ultieme stimulus. Het is snel verleidelijk om deze keer op keer opnieuw op te zoeken. In het bijzonder is dit belangrijk voor jongere generaties. Als iemand al in de pu-
APRIL/MEI 2015
23
BREIN
ge termijn gevolgen nu pas onderzocht kunnen worden. Zo is er in studies gevonden dat de hersenen van frequente pornokijkers dezelfde patronen tonen als substantieverslaafden (zoals alcoholisten en junkies); ze ontwikkelen meer ‘wanting’ voor porno maar niet meer ‘liking’. Ook de eerdere stellingen dat het zelf toedienen van superstimuli een desensitisatie kan veroorzaken is in hersenscans aangetoond. Er zijn fMRI scans gedaan bij zowel pornokijkende als geen pornokijkende mannen tijdens het bekijken van erotische plaa tjes. De resultaten bevestigden de hypothese dat pornokijkers veel minder hersenactiviteit toonden in het gebied voor seksuele opwinding, maar verder werd ook gevonden ook dat bij mannen die al meerdere jaren porno kijken deze hersenengebieden kleiner waren geworden.
BREIN berteit in grote mate aan superstimuli blootgesteld wordt, zijn de invloeden nog veel sterker dan bij volwassenen. Vooral onderzoek naar pornografie is een vrij nieuwe richting waar nog veel te ontdekken valt. Voorbeelden van vragen zijn: “Groeit het aantal vrouwelijke pornokijkers?” kan als onderzoeksvraag bijvoorbeeld interessante resultaten opleveren, en tot de hypothese leiden dat zij ook verslaafd worden. Welke invloeden pornoconsumptie op vrouwen heeft is tot nu toe nog niet in diepte onderzocht. Er zijn natuurlijk behalve junkfood en porno ook nog andere supernormale stimuli. Zo kunnen videogames de drift voor avontuur of sociale succes overbevredigen, films en series kunnen mensen op korte termijn in een andere emotionele toestand brengen die mensen dan steeds vaker opzoeken of mensen kunnen afhankelijk van social media worden door overprikkeling van het beloningssysteem voor sociale omgang. Al deze dingen zijn op zichzelf niet per se gevaarlijk maar kunnen bij overmatig gebruik negatieve gevolgen hebben. Wie van ons zit niet een
24
HERSENSPINSELS
keer op een site zoals Facebook, 9gag, Reddit of iets vergelijkbaars te scrollen zonder het echt leuk te vinden maar toch door te gaan. Als je iets vaak opzoekt maar er niet meer echt voldoening uit beleeft dan is het een goed teken dat het eventueel tijd is om een pauze te nemen. Je kunt zelf een keer experimenteren en proberen hoeveel impact bepaalde soorten stimuli op je hebben door ze een tijdje niet meer aan jezelf toe te dienen. Hoe gaat het met je als je een maand geen junkfood eet? Of als je niet meer gaat gamen, geen porno meer kijkt, geen social media gebruikt, geen films of series kijkt, of een ander door jou in te vullen stimulus. Misschien zal je verrast zijn hoe moeilijk sommige dingen vol te houden zijn! Als je straks nog een keer naar de vrouw in het plaatje boven kijkt waarvan je ‘Hey, wat een sexy meid’ dacht: het is geen vrouw met wie je kunt praten, die je kunt veroveren, waarover je je kunt afvragen wat ze van je denkt, of waarop je verliefd kunt raken en naar de nacht kunt uitkijken om met elkaar intiem te worden. Het is maar een stuk papier met inkt erop!
Wat is er erger: Dadelijk sterven, of nooit geboren worden? Moeilijk. Als je nooit geboren wordt, ben je er niet om dat erg te vinden. Maar als je eenmaal dood bent, kun je dat ook niet meer erg vinden. Tenzij er een leven na de dood is, maar dat telt niet als echt dood, vind ik. Ik zeg: nooit geboren is een extreme vorm van jong sterven, en nooit geboren worden is daarom erger. Hier moest ik aan denken toen ik laatst vlees at. Ik dacht altijd dat vegetariërs het morele gelijk aan hun kant hebben. Maar ik twijfel nu. Ik geloofde dat vleeseten moreel gelijkstaat met het doden van een dier. Het opeten van een dier gaat immers onherroepelijk samen met de dood van dat dier. Maar mijn impliciete veronderstelling was dat niet-opeten van een dier zou samengaan met het doorleven van een dier. En dat ligt causaal wat ingewikkelder. Natuurlijk, het dier wat op mijn bord ligt is dood. Er is echter geen ander dier wat doorleeft als ik stop met vleeseten. Als we allemaal stoppen met varkensvlees te eten dan is het gevolg niet dat varkens langer leven, maar dat ze niet of nauwelijks meer gefokt worden. Dus dat ze nooit geboren worden. En dan komt mijn vraag wat er erger is: doodgaan of nooit geboren worden. Bijna elke kroegganger aan wie ik deze
redenering ophang, antwoordt dat dieren in de bio-industrie misschien liever nooit geboren worden. Ja duh. Dat is helemaal besides the point. Natuurlijk moeten dieren die wij houden een goed leven hebben, en in de bio-industrie hebben ze een rotleven. Helemaal fout. En ik vind het barbaars en misselijkmakend dat krabben en kreeften levend worden gekookt - onder de stompzinnige theorie dat ze geen pijn voelen of gelijk dood zijn. Maar mijn principiële vraag was of je überhaupt ooit een dier mag eten, aangenomen dat het een leuk leven heeft gehad en stressvrij is gedood. En toch. Een stressvrije dood is zeldzaam – ook voor mensen trouwens. Deze week las ik een stukje van Frederik van Eeden, die een slachterij in Chicago bezocht in 1909. Hij schreef: “De schaapjes troffen me het meest, zoals ze op elkaar gepakt stonden, zonder blaten of geluid, alleen maar trachtend bij elkaar te blijven in hun kudde instinct, met de stomme, geduldige expressie in hun groote, donkere oogen.” Oempf. Lang geleden, maar ik eet voorlopig geen schapenvlees.
APRIL/MEI 2015
25
JULES ELLIS
Nooit geboren
Bei Bratwurst und Bier
BRATWURST & BIER
“Heil Kugelschreiber!”
Het is een beetje zoals bij die ene vriend van jou die een lichamelijke beperking heeft: meestal lukt het nog om zo te doen alsof er helemaal niets aan de hand was, maar ooit zeg je dan toch iets volledig ongepasts over rolstoelen en moet dan ook nog keihard daarover lachen, terwijl je vriend sprakeloos naar jou zit te kijken. Hetzelfde gebeurt met Duitse vrienden: wie kan nou eerlijk zeggen nooit eens een vraag in de Duits-les met “Jawohl, mein Führer!” beantwoord te hebben? Maar waar zitten de grenzen van humor bij dit ene onvermijdelijke thema met de Nazi’s? Een tijdje geleden zat ik samen met een Nederlandse vriend aan computers ergens op de universiteit wat studieontwijkend gedrag te vertonen, toen ik op ANS-Online las dat Café de Fuik door de stad gedwongen werd om een heel weekend te sluiten, omdat ze nog iemand na half vier ‘s ochtends binnengelaten hadden, wat blijkbaar eigenlijk niet mag. “Dat is een beetje een overdreven straf, hé?”, vroeg ik aan die vriend. “Ja, de burgemeester van Nijmegen is sowieso gewoon een Nazi”, antwoordde hij terloops. Kijk, om te begrijpen waarom zulke uitspraken bij de meeste Duitsers minimaal een hartinfarct veroorzakt, moet je weten dat de stof die men tijdens een schoolloopbaan in Duitsland behandelt, voor het gevoel ongeveer voor 20% bestaat uit wiskunde en bèta-vakken, voor 25% uit kunst, literatuur en aardrijkskunde, en voor 55% uit “de Nazi’s waren slecht en hebben joden gedood, wat niet oké is”. Dit heeft ten eerste ten gevolge dat Duitsers een diep geconditioneerde angst hebben voor woorden zoals Nazi, Jude, Hitler, Neger en Zweiter Weltkrieg. En ten tweede dat ze zich zo schuldig voelen dat ze zichzelf alweer als slachtoffers zien. “Dit leidt dan tot domme
26
HERSENSPINSELS
maar-uitspraken zoals “Als Duitser mag je niets zeggen tegen buitenlanders, maar Stalin heeft veel meer mensen vermoord dan Hitler” en “Ik ben geen Nazi, maar immigranten vind ik wel écht irritant”, uitwisselbaar met welke bevolkingsgroep je op dit moment irritant vindt. Mooi te observeren is bijvoorbeeld op dit moment met de Grieken. Hun punk* van een minister-president, Alexis Tsipras, heeft de Duitsers immers eraan herinnert dat ze eigenlijk ook nog schulden in Griekenland hebben, en niet alleen andersom. Maar omdat die schulden nog van de Nazi-tijd zijn, zijn de Duitsers beledigd en verzoeken Griekenland om reparatiegeld van Iran te vragen, wegens de Perzische Oorlogen in het 5e eeuw v. Chr. Ach ja, Kindergarten Politik. (*Zie hiervoor ook onze HirngeSPiNste-YouTube-Tip: “V for Varoufakis”) Nederland is traditioneel veel anglofieler dan Duitsland; zeg maar Shakespeare en Locke in plaats van Goethe en Engels, Geordie Shore in plaats van Deutschlands schönste Bahnstrecken. En in de Engelstalige wereld is het perspectief op de 2e wereldoorlog een hele andere; hier wordt namelijk die oorlog als het laatste grote succes beschouwd en graag herinnerd. Daarom
MESIAN TILMATINE in oude stereotypen hebben, blijft het schrikbeeld Hitler op één plek populair: op het internet. Daar rapt de Oostenrijkse ex-voorzitter van de NSDAP op YouTube tegen Darth Vader, vervormt het huidige economisch sterke Duitsland in de polandball-comic-strips regelmatig in een Reichtangle dat iedereen wil anschlussen, omdat de kleinere landen van de Europese Unie hun schulden niet terug willen betalen en de United Grammar Nazis of America jagen in online-forums naar te corrigeren spel- en grammaticafouten. Dit is geen geschiedenis meer, maar popcultuur, die nauwelijks nog iets te maken heeft met wat in Duitsland gebeurde in de jaren ‘30 in ‘40, en zeker niets met de Duitsers van vandaag. Dan nog vind ik dat dit ook betekent dat grapjes hierover toegestaan moeten zijn, voor iedereen. Er zijn nog maar weinig ooggetuigen van toen, de wereld is veranderd, en niet weinig ook. Zou het niet een beetje hypocriet zijn om voor de meningsvrijheid van Charlie Hebdo op de straat te gaan, maar dan grappen over de Holocaust als smakeloos te verwensen? Ik zal me even inhouden en er geen vertellen, maar een laatste, heel erg belangrijke boodschap heb ik nog aan alle Nederlanders: Fransen, Italianen en Spanjaarden hebben belachelijk goed klinkende talen. Zij mogen het dus grappig vinden, dat Duitsers woorden zoals “Krankenwagen”, “Schmetterling” en “Kugelschreiber” zeggen. Maar jullie zouden er beter niet zo hard om moeten lachen, want het Nederlands kent uitdrukkingen zoals “gezellig op kroegentocht gaan” en “postkoetspoetsdoekwinkel“.
APRIL/MEI 2015
27
BRATWURST & BIER
zingen Engelse voetbalfans “Two World Wars and One World Cup”, daarom ontstaan in de VS regelmatig films waarin US Marines moedig tegen op dinosauriërs rijdende Zombie-Nazi’s van de maan vechten en daarom heet de centrale plek in Nijmegen Plein 1944. Ook blijken al deze landen er daadwerkelijk van overtuigd te zijn dat ze de Duitsers toen in hun eentje verslaan hebben ja, natuurlijk: iedere Nederlander heeft verzet gepleegd tegen de Nazi’s, tot dat ze uiteindelijk op gestolen fietsen over de grens vluchtten. Zo is het afgelopen, en niet anders. Het probleem is dus voor de hand liggend; als een Nederlander en een Duitser ontmoeten, wil de ene het heel graag over de oorlog hebben en de andere helemaal niet. Zou je denken. Gelukkig is dit helemaal niet zo, volgens mijn ervaring. In Duitsland is het bekend dat men het als Duitser in sommige landen bijzonder moeilijk heeft door het verleden, met name in Polen, Tsjechië, Griekenland, het Verenigd Koninkrijk en - verrassing - Israel, maar ook in Nederland. Tegen mijn verwachtingen echter heb ik nauwelijks met ressentimenten te maken gehad sinds dat ik in Nederland woon. Dit heeft zeker ook met Nijmegen te maken, een stad die nabij de grens ligt en veel uitwisseling heeft met Duitsland en ook veel jonge, hoog opgeleide mensen. Verder zijn Nederlanders volgens mij op dit moment bezig met de Marokkanen en hebben daarom geen haatreserven meer voor Duitsers over - tot het volgende WK tenminste. Maar ja. Ondanks dat zowel in Nederland als Duitsland de jongeren tegenwoordig gelukkig niet meer zo heel erg veel zin
De Mix
Merlijn Olthof studeert Psychologie, speelt gitaar in ‘In Orbit’ en zit in het bestuur van Cultuur op de Campus. Elke HersenSPiNsels tipt hij dé evenementen en culturele activiteiten die je niet mag missen
DE MIX
Nieuwe liedjes: Muse en Mumford & Sons Mij is gevraagd ook wat recensie-achtige dingen te schrijven. Dat doe ik natuurlijk met alle liefde. Daarom bij deze: een bespreking van nieuwe muziek van ’s werelds twee grootste bands beginnend met een M (name preference effect?). Te beginnen met Muse die half maart twee nieuwe nummers uitbrachten. Eerste single Psycho gaat terug naar de oude Muse, lekker politiek en het hele nummer is gebouwd rond één vet gitaarrif. Het is wat simpel maar de oude fans zullen er zeker blij van worden. Dead Inside klinkt weer heel anders: electronisch, dansbaar. Hoe dat nieuwe album als geheel gaat klinken? Geen idee dus. De titel van het album is Drones, een mooi thema voor een band als Muse. Drones komt uit op 8 juni, spannend! Dan de nieuwe Mumford & Sons: Believe. Klinkt alsof Chris Martin (Coldplay) hoogstpersoonlijk de banjo de repetitieruimte heeft uitgegooid en onze vier lieve folkhelden gedwongen heeft tot een elektrisch voetbalstadion geluid. Maar is dat erg? Misschien wel, Believe heeft bij vlagen die lekkere Mumford & Sons sound, maar het blijft bij kleine stukjes beperkt. Waarom is het refrein niet meerstemmig gezongen? Waarom duurt het instrumentele stuk zo kort? Jammer, maar er is ook hoop. Het elektrische jasje klinkt na een paar keer luisteren toch best lekker. Verder waren de singles voor het vorige album Babel ook aardig beroerd (I will wait, Lover of the Light), terwijl het album zeer geslaagd is… Het 3e album Mumford & Sons heet Wilder Mind en komt uit op 4 mei. Ik ben heel benieuwd!
28
HERSENSPINSELS
MERLIJN OLTHOF
Oranjepop
TIJDGEEST 20/15 Op 15 april 2015 bezet Cultuur op de Campus Brebl met het heel toffe festival TIJDGEEST 20/15 – ter ere van het respectievelijk 20-jarig en 15-jarig bestaan van Cultuur op de Campus en Stukafest Nijmegen. TIJDGEEST 20/15 wordt een waar, cultureel walhalla: alle disciplines (muziek, theater, film en expositie) zullen vertegenwoordigd worden – en wel door grote namen die afgelopen jaren ook al eens in ons programma stonden. Zo opent oud-Kaf en Koren winnaar The Hubschrauber de avond, komt filmpartner KloosterKino korte films verzorgen en is er theater van niemand minder dan Leon van der Zanden, die zelf ooit nog in het bestuur van Cultuur op de Campus zat. Grote naam van de avond is Indierock band Bombay (voormalige Bombay Show Pig), die al speelden op SXSW, Best Kept Secret en Dour. Slotact van de avond is electro duo Keljet waarbij de voetjes nog even goed van de vloer kunnen. Dit mag je niet missen! 20:00-03:00, Brebl ,Waalbanddijk 14, €6,-, www.ru.nl/cultuuropdecampus.nl/ tijdgeest2015
APRIL/MEI 2015
29
DE MIX
Oranjepop is het koningsdagfestival van Nijmegen en vindt plaats in het Hunnerpark. Het programma van 2015 ziet er gaaf uit met veel opkomende acts (Pauw, The Indien, The Cool Quest) maar ook bands die al een stuk langer meedraaien (Gotcha!, Fratsen). Ik ben zelf vooral verheugd over John Coffey als slotact. De bandslogan van de Utrechters: ‘Beuken voor het Vaderland’ komt bij een Koningsdagfeestje vast mooi tot z’n recht. Verdere aanraders zijn TenTemPiés (Spaanstalige, swingend), Emil Landman (een singersongwriter die ieders hart doet smelten) en het eerder genoemde Pauw (psychedelische 60’s vibes). Voor de liefhebber van een wat kleinere setting zijn er ook concerten in de tipi met o.a. Rogier Pelgrim. Ook hosten Bibliotheek Gelderland Zuid en Cultuur op de Campus twee ‘Zuivere Koffie sessies’ in de tipi waar André Manuel van Fratsen en Rocco Ostermann van Donnerwetter geïnterviewd zullen worden. Al met al belooft Oranjepop 2015 een te gek festival te worden met een programmering voor jong en oud. Zowel tof om met je studiegenootjes als om met je moeder heen te gaan.
GEDRAG
Sekteleden, normale mensen? De sekte People’s Temple - onder leiding van Jim Jones - is gegroeid totdat ze met een man of duizend een eigen dorp stichtte. De leider misbruikte zijn macht echter en begon drugs te gebruiken. Daarom schreven een aantal leden de regering van Amerika om eens publiekelijk te maken hoe slecht het er nu werkelijk aan toe ging daar. Toen de onderzoekers na hun onderzoek weer wilden vertrekken, wilden een aantal leden meegaan. In de tijd dat zij naar het vliegtuig vertrokken, had Jim de rest opgezweept massaal zelfmoord te plegen. Bij kinderen en sekteleden die hier niet mee instemden werd het arsenicum onder dwang naar binnen gegoten.
Dit is hét negatieve voorbeeld wat mensen meteen voor de geest krijgen als ze aan sekten denken. Er zijn echter ook sektes (geweest) waar men minder negatief over denkt. Zo zijn er Jehova’s: ja, misschien zijn ze irritant, maar ze doen niemand echt kwaad. En denk bijvoorbeeld ook aan het Christendom. Dit begon - zo vonden de Romeinen
Jim Jones, leider van People’s Temple
30
HERSENSPINSELS
ten minste - ook als een sekte, maar is uitgegroeid tot een van de belangrijkere geloofsovertuigingen ter wereld. Maar hoe werkt dit dan? Wat is een sekte dan precies, hoe gaat het eraan toe voor leden en nieuwkomers en hoe gedraagt een sekte zich over tijd? Binnen een sekte is er sprake van een gemeenschappelijk geloofssysteem. Dit kan een geloof in een godheid zijn, maar ook in een mens (dus dat de persoon over bovennatuurlijke/ verhevene krachten beschikt), een geschrift of een levenswijze. Ze schrijven dan alle bovennatuurlijke krachten toe aan een leider, die erg charismatisch is. De leden voelen zich daarnaast zich sterk met elkaar verbonden en er is dus sprake van een hoge mate van sociale cohesie. Binnen de groep gelden strikte normen en waarden waarnaar iedereen behoort te handelen, wat de sociale cohesie versterkt. In het kort zou je dus kunnen zeggen dat een sekte een groep mensen is met sterke gedragsnormen die een leider aanhangen die verschilt van het geloof van de
TAMARA VAN SEGGELEN
Daarnaast wordt er ook gebruik gemaakt van middelen om mensen hun visie te laten verbreden (of vernauwen, het is maar hoe je het bekijkt). Zo kunnen sekteleiders de leden bijvoorbeeld drugs geven om bovennatuurlijke gevoelens los te maken, maar ook glossolalie gebruiken. Dat laatste is het spreken in tongen – niet bestaande taal uitkramen. De leden kunnen hierop reageren door zich eens helemaal te laten gaan, iets wat in het dagelijkse leven niet gaat. Dit komt doordat heel energiek niet bestaande talen uitkramen voor een bevrijdend effect zorgt, waar vooral kinderen gevoelig voor zijn. Als een hele groep kinderen al begint, volgen volwassenen ook en kunnen zelfs nieuwelingen hierdoor opgezweept worden en erin meegaan. Voor veel nieuwelingen is het zo dat ze niet meer precies weten welke weg ze op moeten in hun leven; ze hebben angsten en onzekerheden. De sekte kan dit voor hen wegnemen en versimpelen door een gemeenschappelijk doel in het leven aan te bieden. Ook dit is een belangrijk aspect van waarom iemand bij een sekte komt en er ook blijft. Daarbij komt ook dat er soms door de sekte nieuwe angsten
APRIL/MEI 2015
31
GEDRAG
algeheel geaccepteerde geloofsovertuigingen op dat moment. Je zou denken dat er wel iets mis met iemand moet zijn, of dat ze in ieder geval erg de weg kwijt zijn in het bestaan, voordat ze zich aansluiten bij zo’n groep. Niets is echter minder waar; het typische lid van een sekte is de gemiddelde mens, die eventueel soms twijfelt aan zijn levensdoel. Daarnaast is er ook nog een heel onverwachte groep mensen die lid wordt van een sekte: de sektehaters. Hoe dit precies zit, kan het beste worden uitgelegd aan de hand van “de cusp catastrofe”. Dit is het wiskundig model dat hiernaast is weergegeven. Je kan dit model het beste zien aan de hand van de afbeelding. Als er een hogere mate, al is het maar een klein beetje twijfelend, van trust en hoop is, kan iemand die in het reject-deel/anti-sekte zit in het accept-deel/gelovig terecht komen. Of je nou bij de groep hoort die deze switch maakt of niet, dat berust op toeval (voor zover je in toeval gelooft natuurlijk). We zijn nu op het punt beland waarop iemand beslist bij een sekte te gaan. Wat daarna? Dan speelt cognitieve dissonantie (het onbewust aanpassen van je visie op je voorgaande handelen) een belangrijke rol. De nieuwkomer past zijn visie namelijk langzaamaan aan naar die van de groep. In het begin zal hij gewoon alleen maar meedoen met de handelingen. Later, als hij terugkijkt op zijn handelingen, zal het onbewust als een bewijs voelen dat hij deze dingen deed omdat hij het belangrijk vindt en het dus wel met de sekte eens moet zijn, anders zou hij het niet gedaan hebben.
GEDRAG
opgeroepen worden voor als je weg zou willen. Je wordt bijvoorbeeld vervreemd van vrienden en familie, en sommige sekten gaan zelfs zo ver dat ze iemand bedreigen als ze weg willen. Door angst voor represailles blijven verschillende mensen ook lid van de groep. Ze zullen zelfs in bewijzen dat het tegendeel van hun visie waar is evidentie gaan zien dat het juist wel klopt wat ze denken. Als laatste zullen we het nog hebben over het uiteindelijke lot van sekten. Zoals in de inleiding al gezegd is, is bijvoorbeeld het Christendom ook ooit een sekte geweest, aldus vonden de Romeinen. Dit is tegenwoordig echter bijna niet meer voor te stellen. Deze religie is wel een goed voorbeeld van een sekte die vooruitgang heeft geboekt. Zo kan er dus uit een klein groepje mensen met ‘rare ideeën’ - door toename in ledenaantal en invloed - een grote wereldreligie ontstaan. Dit is echter maar een van de drie bestemmingen die een sekte kan hebben. De tweede is eliminatie. In zo’n geval zorgt de omgeving of de sekte zelf dat het opgeheven wordt. Dit kan met geweld gaan, maar ook doordat men vredelie-
32
HERSENSPINSELS
vend beslist dat het genoeg geweest is en de sekte zichzelf opheft. Een derde optie is verval. Dit is dat de sekte zichzelf kapot maakt of uitsterft, doordat er geen nieuwe leden meer bijkomen en de oude door ouderdom sterven. Of als de sekteleden elkaar en zichzelf vermoorden. Een goed voorbeeld hiervan is het geval van de in de inleiding genoemde sekte People’s Temple, onder leiding van Jim Jones. Daarnaast is ook de sekte Heaven’s Gate – onder leiding van Marshall Applewhite – een goed voorbeeld van zo’n massazelfmoord. Zij waren ervan overtuigd dat de wereld opgeschoond ging worden en om hieraan te ontkomen, moest hun geest worden opgepikt door buitenaardse wezens. Natuurlijk zijn er “slechte” sekten, zoals de People’s Temple, maar ook deze sekte begon als een vredelievende groep mensen die hard werkte en samenleefde. Ieder mens, dat eventueel problemen heeft met het hebben van een levensdoel, kan lid worden van een sekte en samen kunnen ze er dus voor zorgen dat de sekte groter en beter wordt of juist helemaal vergaat.
. . . n i en r e d u
INTERNATIONALISERING
St
Edinburgh
De redder in nood van vele psychologiestudenten, de ultieme samenvattingenschrijver Rens van Meegen is de grens over gegaan voor de liefde. Ik spreek hem via Skype vanuit zijn appartement met uitzicht op Edinburgh. Aangezien ik zelf half Schots ben, ben ik benieuwd wat hij te zeggen heeft over het land waar ik mijn roots heb. Waarom heb je gekozen om naar Schotland te gaan? ‘Ik wilde altijd naar Münster gaan, tot ik twee jaar geleden een Schots meisje leerde kennen. Dit was bij een muziekfestival in Berlijn, tijdens een optreden van Alt-J, onze favoriete band. Ik heb drie dagen op het festival met haar rondgelopen en aan het einde vroeg ze of ik naar Schotland wilde komen. Ik reageerde: ‘Als ik dat doe weet ik al wat er gaat gebeuren, dan wordt ik hartstikke verliefd op je en wil ik nooit meer terug naar Nederland’. En dat is ook gebeurd. Toen ik weer in Nederland was, heb ik meteen een vliegticket naar Schotland geboekt en een week later was ik bij haar in Edinburgh. Het ene reisje leidde tot het andere en elke keer kwam ik na een week terug uit Schotland, zonder geld en 5 kilo zwaarder. Dan streed ik 3 weken
voor m’n studie en voor geld tot ik weer naar haar ging. Iedereen zei altijd dat zo’n lange-afstandsrelatie wel moeilijk zou zijn, maar ik vond het eigenlijk geweldig. Maar toen 11 vluchten later de mogelijkheid kwam om mijn master in het buitenland te doen, heb ik zonder een seconde twijfel gekozen om naar Edinburgh te gaan.’ Hoe heb je je reis geregeld? ‘Nadat ik me had aangemeld bij het Erasmus programma ben ik gaan kijken naar masters. Dat kostte wel wat tijd want masters in Schotland sluiten niet zo aan op bachelors als in Nederland. Een master klinische psychologie –wat ik eigenlijk graag wilde – werd alleen aangeboden aan mensen die al jaren werkten in de psychologie. Uiteindelijk bleek de beste keuze Arbeids- en Organisatie-Psychologie. Dit ben ik gaan
APRIL/MEI 2015
33
doen op de Heriotwatt University, een van de nog enigszins betaalbare universiteiten in Edinburgh. Ter voorbereiding moest ik nog een Engelse test doen in Eindhoven, die goed te doen was. Ik merkte wel dat niet iedereen bij mij op de studie dezelfde Engelse test had gedaan, want alle Aziaten konden in het begin geen woord Engels.’ Hoe heb je daar een kamer gevonden? ‘Ik ging bij mijn vriendin wonen, maar van een lange-afstandsrelatie naar ineens samen wonen bleek een erg grote stap. Ook hadden we een heel ander schema. Zij werkte als verpleegkundige nachtdiensten op de spoedeisende hulp, en ik moest ’s ochtends vroeg op voor college. Daarom heb ik een eigen appartement gezocht. Ik woon nu in het enige studentenhuis in de West-End, het kakkerige gedeelte van Edinburgh. Er wonen nog 2 jongens die aan de Uni studeren en 2 koks met dreadlocks en lang zwart haar. Niet iedereen in de buurt is blij met ons. Een van de buren heeft een keer een rechtszaak tegen ons aangespannen. Die hebben ze uiteraard verloren, ze hadden geen voet om op te staan. Ze vonden gewoon dat wij niet pasten in hun dure buurt. Het huis komt rechtstreeks uit de jaren ’70. Een jongen van mijn werk werd een keer na een dronken avond wakker in mijn huis en dacht dat hij terug in de tijd was gegaan.’ Is het studeren in Schotland anders
34
HERSENSPINSELS
dan in Nederland? ‘Ja, het is heel anders. Ik kwam er meteen achter hoe verwend we zijn in Nederland. De kwaliteit en organisatie is veel beter in Nederland, en dat terwijl in Edinburgh studeren veel duurder is. Verder zitten er op mijn opleiding 25 mensen, waarvan twee uit Schotland en de rest uit de hele wereld. Dat was een hele leerzame ervaring. De tentamens zijn hier ook anders. Ze zijn niet multiple-choice maar in essayvorm. Je krijgt een aantal vragen waar je er twee van kiest en met de hand een verhaal van vijf kantjes over schrijft, met literatuur die je zelf hebt opgezocht. Je moet dus op een hele andere manier leren. Samenvattingen zoals ik ze in Nederland maakte zou ik hier niet kunnen gebruiken. De mensen hier zijn vergeleken met mensen op de Nederlandse universiteit totaal niet kritisch, en ze kijken ervan op als ik kritisch ben. De inhoud van de studie is wel heel interessant, en deze richting heeft goede baankansen.’ Heb je verder nog cultuurverschillen gemerkt? ‘Een van de leukste dingen aan de Britse cultuur is dat mensen ontzettend beschaafd en aardig zijn. Iedereen zegt om alles vriendschappelijk sorry, wildvreemden spreken elkaar aan met ‘buddy’, ‘pal’ of ‘mate’. Maakt niet uit of het een ruige rocker is of een man die in een pak loopt. Ik neem zelf ook dingen over uit hun taal, zoals ‘aye’ zeggen in plaats van ‘yes’, en ‘wee’, wat ‘little’ betekent voor alles zeggen.
REBECCA VAN EIJDEN
Fijn om te horen dat ik in elk geval voor de helft beschaafd en aardig ben. Wat zijn vanaf nu je toekomstplannen? ‘Ik ben niet meer terug geweest in Nederland sinds ik hier woon en ik mis het wel, dus ik ga in mei weer even terug. Als ik klaar ben met de master ga ik een baan zoeken hier in Edinburgh, hopelijk als consultant. Na 7 jaar studeren – 3 jaar geneeskunde, 3 psychologie, en 1 jaar deze master – heb ik superveel zin om te gaan werken.
Achteraf ben ik blij dat ik deze richting ben opgegaan, want ik vind het toch wel een fijn idee dat ik niet constant met de zieke kant van psychologie ga werken.’ Welke les heb je tijdens deze reis geleerd? ‘Dat je dingen die eng lijken gewoon moet doen. Ik heb best veel risico’s genomen door elke keer mijn hart te volgen en dat heeft me tot nu toe ontzettend veel moois gebracht. Voordat ik naar Schotland ging had ik bijvoorbeeld ook superveel angst om te vliegen. De eerste paar keren heb ik de reis zwaar verdoofd door Benzodiazepine gemaakt. De eerste keer kwam ik daar aan als een zombie en werd ik door mijn vriendin en haar vrienden opgehaald. Dat was dus gelijk een goede eerste indruk. Gelukkig is die angst uiteindelijk weggegaan. Ik kan dan ook iedereen het Erasmusprogramma aanraden, vooral als je vliegangst hebt. Het is zeker spannend, maar het is een geweldige ervaring.’ Je hart volgen en ´aye’ zeggen dus, en wie weet kan je ooit zo´n mooi verhaal vertellen als Rens.
APRIL/MEI 2015
35
INTERNATIONALISERING
Wat echt geweldig is aan Schotland is de rijke cultuur. Edinburg is een supermooie stad, met zijn oude gebouwen en kastelen. Soms is het net alsof je door een geweldig museum loopt. De Schotse geschiedenis zie je overal terug door tradities zoals het dragen van een kilt. Toen ik hier net was moest ik van mijn vriendin een kilt kopen (kost maar 1000 pond), omdat ik die sowieso nodig had. De eerste bruiloft waarbij ik een kilt aan zou hebben leek me een slecht idee; een twee meter lange man met een rok met niks eronder aan dronken op een feest met allemaal kleine mensen. Inmiddels weet ik dat het een van de mannelijkste dingen is die je hier kan dragen.’
DIMITRIJ LINTCHUK & MESIAN TILMATINE
HirngeSPiNste presenteert: Duits-Nederlandse Misverstanden Begrijp je ook soms geen bal van wat Kauderwelsch je Duitse vrienden je proberen te vertellen? Dan heb je misschien met false friends te maken. Daarmee bedoelen we niet dat jouw vrienden fout zijn maar de woorden die ze gebruiken: Woord of uitspraak in het Nederlands
Betekent in het Duits in feite
Maar klinkt als het Duitse
Betere vertaling in het Nederlands
de rente
die Zinsen
die Rente
het pensioen
deftig
vornehm
deftig
stevig
doof
taub
doof
dom
de oorlog
der Krieg
das Ohrloch
het gaatje in het oor
vererworworven ben
verworfen
verworpen
de zee
das Meer
der See het meer
pijpen
blasen (Fellatio)
pfeifen
fluiten
ververge- sich kracht waltigt verworden werden kracht haben
met elkaar getwist hebben
stoer
stur
koppig
brutal
bruut
stark
brutaal freck
36
HERSENSPINSELS
Urban Myths op de proef: Cannabis consumptie
Het is een stereotype beeld dat Nederlanders veel blowen. Dat heeft te maken met het drugsbeleid in Nederland waardoor de verkoop van wiet gedoogd word. Maar hoe zit het in der realiteit, leidt het drugsbeleid tot bovengemiddeld gebruik? Het Rijksinstituut voor volksgezondheid en Milieu heeft de 27 EU landen onder andere op cannabisgebruik in de leeftijdscategorie 15 to 65 jaar met elkaar verglijken. Hieruit bleek een gemiddelde van 6,7% aan cannabisgebruikers in de 27 EU landen en 7 % voor Nederland. Het hoogste percentage is in Italië gevonden met 14,3% en de laagste voor Roemenie met 0,3%. Opvallend in het onderzoek was dat Nederland een van de hoogste scores voor XTC gebruik heeft , hier scoort Nederland de 3e plek met 1,4% na Tsjechië (2,2%) en Verenigde Koningrijk (1,9%). Een ander beeld onstaat bij het bekijken van jongeren: EU27 landen met het hoogste en laagste percentage 15- tot 16-jarigen (ESPAD-studie 011; Hibell et al., 2012)