meester en vraag toestemming om de zaal te verlaten

Wij eten in twee groepen: Groep 1: 1ste, 4de en 6de leerjaar. Groep 1 zet om 12u15 de boterhammenbak en de drankbak bij het pictogram van hun klas in de refter. Om 12u15 gaat groep 1 eten. Zij staan in rij in volgorde klaar op de speelplaats. Groep 2: 2de, 3de en 5de leerjaar. Groep 2 zet om 12u15 de boterhammenbak en de drankbak bij het pictogram van hun klas in de gang. Om 12u45 gaat groep 2 eten. Zij staan in rij in volgorde klaar op de speelplaats.  Ik ga rustig binnen door de gang, hang mijn jas weg en wacht voor de rode deur. (Groep 2 neemt de boterhammenbak en de drankbak uit de gang mee naar de refter en plaatst deze bij het pictogram van hun klas in de refter.)  De juf/meester wijst mijn plaats, ik neem mijn brooddoos uit de mand en mijn drankje uit de drankbak. ik ga zitten en begin in stilte te eten. (10 minuten stilte!)  Zijn mijn boterhammen op, toon ik mijn brooddoos aan de juf/meester en vraag toestemming om de zaal te verlaten.  Ik leg mijn brooddoos in de boterhammenmand, mijn lege drankflesje in de drankbak en het stopje van mijn drankje in het bakje.  Wanneer ik de eetzaal verlaat, zet ik mijn stoel onder de tafel en gooi mijn afval in de juiste vuilnisbak.  Ik neem mijn jas en ga rustig door de gang naar buiten.  De laatste twee eters per klas brengen na het eten de boterhammenmand en de drankbak naar de klas.

 Spelen doe ik op de speelplaats. Ik hang niet rond in de gang of W.C..  Als ik naar het toilet moet, vraag ik dat aan de leerkracht op de speelplaats.  Ik hoef niet op de hekjes, de poorten of de omheining van het voetbalveld te klauteren, te zitten of te lopen.  Ik sta/zit niet met mijn voeten op de banken.  Op het veldje kan ik voetballen volgens de beurtrol. ma. 6de – di. 5de – woe. 3de + 4de - don. 3de + 4de – vrij. 1ste + 2de  Als een bal buiten de schoolpoort komt, vraag ik eerst of ik hem mag gaan halen.  Het afdak en de ruimte voor de nieuwe lokalen zijn balvrije zones.  Wanneer het regent, ga ik onder het afdak spelen. Geen ballen, springstokken of springtouwen onder het afdak nu.  Als er plassen liggen voetbal ik niet op de speelplaats.  Bij mooi weer belandt mijn jas niet op de grond.  Ik klop geen bordvegers uit tegen de muur en ik schrijf niet op de muren.  Afval gooi ik in de juiste vuilnisbak. - blik, brik of petfles - klokhuis, fruitschil - koekpapiertjes end.

PMD aan dieren geven of in GFT restafval

 Ik ga niet voorbij de “grens”. (gele touw, gele lijn, rood licht en poort.)  Het stoplicht: groen: Je mag in de speeltuin spelen. oranje: Je mag in de speeltuin spelen, maar niet op de grond zitten, liggen. rood: Je mag niet in de speeltuin spelen!

 Voor de eerste bel moet ik al naar het toilet geweest zijn.  Als ik de eerste bel hoor, stop ik met spelen. (hou de bal stil, laat mijn vriendje los…) Ik sta stil, zwijg en kijk naar de bel.  Als ik de tweede bel hoor, ga ik rustig naar de rij of naar de klas. (4/5/6 stapt naar zijn klas, 1/2/3 stapt naar zijn rij.)  In de rij en in de gang hou ik me rustig. Roepen, trekken, duwen of verder spelen, is uit den boze.  Bij de derde bel zwijg ik. Dan is alles stil.

 In de toiletten speel ik niet.  Ik hou de toiletten netjes en laat niets rondslingeren.  Na een kleine of een grote boodschap was ik mijn handen.  Ik draai de kraan toe wanneer ik mijn handen gewassen heb.

 Als ik ’s morgens binnenkom, groet ik de meester of de juf.  Ik beantwoord de groet van anderen.  We spreken elkaar respectvol en beleefd aan.  Rijen, volwassenen en andere bezoekers krijgen voorrang aan de deur. Ik wacht even, laat hen beleefd voorgaan.  Ik heb respect voor materiaal. - Niet op tafels en banken staan. - Boekentas netjes op of onder de bank plaatsen. - Vuilnisbakken, bomen, bloembakken zijn géén speelgoed!  Schelden, pesten, vechten doe ik nooit. - In de school gebruik ik een nette taal. - Ik probeer ruzies uit te praten. - Ik roep de hulp in van een leerkracht als mij dat niet lukt. - Pestgedrag mag ik steeds gaan melden, dit is géén klikken.  Als ik per ongeluk iemand pijn doe, ga ik erheen en zeg dat het me spijt.  Als iemand valt, help ik hem recht en bied hulp.  Mijn kledij, haartooi is verzorgd en hygiënisch. - Mijn turnkledij is getekend, mijn meester of juf kijkt dit zelf na. - Regelmatig neem ik mijn turngerief mee naar huis om te wassen. - Ik gooi mijn jas of trui niet op de grond! Als ik wat kwijt ben, zoek ik tot ik het vind. (De bak verloren voorwerpen is daarbij een hulpmiddel, géén systeem!) - Iedereen heeft recht op een eigen stijl. Wij respecteren elkaar en sluiten niemand uit .

 Elke klas heeft zijn eigen brooddozenmand (ook voor koekendozen) en drankbak.  Alle leerlingen leggen ’s morgens hun koek en drankje in de bak.  Twee aangeduide leerlingen zetten de bak op de juiste plaats onder het afdak bij het begin van de speeltijden en nemen hem na de speeltijd weer mee naar de klas.  Niemand loopt nog door de gang om een vergeten koek of drank te gaan halen.  Alle leerlingen leggen hun brooddoos en drankje in de bakken om 12u.  Om 12u15 zetten 2 leerlingen de drankbak en 2 leerlingen de brooddozenmand in de refter.  Alle leerlingen leggen hun brooddoos en drankje in de bak!  Na het middageten zetten 2 leerlingen de broodmand en 2 leerlingen de drankbak terug in de klas.  Iedereen haalt, in de klas, zijn lege brooddoos uit de bak en stopt hem in zijn boekentas.

   

Wie warme drank heeft, eet aan de tafel het dichtst bij de refter. Eerste leerjaar gaan met hun peters en meters aan de tafels zitten. Andere klassen nemen plaats aan de andere tafels. Iedereen blijft aan tafel zitten tot er een teken wordt gegeven om op te ruimen.  Ik laat mijn tafel netjes achter, raap alles op van de grond.  Mijn brooddoos leg ik weer in de juiste bak, mijn lege flesje in de drankbak.

      

Elke klas heeft een speelgoedbak met allerlei speelgoed. Tijdens de speeltijden kunnen de kinderen met dit speelgoed spelen. Alle kinderen van de klas zijn verantwoordelijk voor het speelgoed. Draag goed zorg voor het speelgoed. Er wordt NIETS op het speelgoed geschreven. Het gekregen materiaal is alleen voor jouw klas bedoeld. Op het einde van de speeltijd wordt alle materiaal meegenomen naar de klas en netjes opgeborgen. Nat speelgoed wordt eerst te drogen gelegd.  Speelgoed dat op het dak terecht komt, kan tijdelijk niet meer gebruikt worden (totdat de directeur het eraf haalt!)  Elke klas die goed voor het speelgoed zorgt, wordt bij het begin van een volgend trimester verrast met een extra stuk speelgoed.

veel speelgenot!

Guido Gezelleschool

2007-2008