MCset 1-2-3 Apparatuur middenspanning Uitrijdbare vermogensschakelaar 17,5 kV Gebruikshandleiding
MCset
Inhoud
Algemene informatie
Woordenlijst Symbolen Aanbevelingen Standaard aantrekkoppels
Algemene beschrijving
Voorwoord Cel AD Cellen TT1, TT2 Cellen CL-GL Cellen RHB, RHC Uitrijdbaar deel Identificatie De opschriften op de voorzijde aflezen
Schakelpaneel ‘Vitale 5’
2 2 2 3 3
4 4 5 5 6 6 9 9
11
Instructies voor toegang tot de binnenzijde van een cel 12
De beschermde voorpanelen verwijderen Verwijderen van de scheidingsplaat uit MS compartiment Verwijderen van de mangatplaat De vaste of uitrijdbare spanningstransformatoren verwijderen of inbrengen Toegang tot het onderste compartiment (kabels, stroomtransformator, aardingsscheider, overspanningsbeveiligingen) Toegang tot de railstellen Toegang tot de inrijcontacten
13 14 15 15
16 16 17
Voorschriften voor de installatie en het gebruik
18
Bedieningsinstructies
20
Correctief onderhoud
36
Aanwezigheid van spanning op de MS kabels Testen van de MS kabels
Het mobiele deel inrijden Het mobiele deel uitrijden De aardingsscheider sluiten De aardingsscheider openen Inrijden van de zekeringen van de spanningstransformatoren Uitrijden van de zekeringen van de spanningstransformatoren Hangslotvergrendeling Vergrendelen met sloten (optie) Vergrendelen met electromagneet (optie)
Vervangen van zekeringen in het TP-compartiment
19 19
24 25 26 28 30 31 32 34 35
37
Algemene informatie
Woordenlijst
Nota :dit document geldt voor de MCset 1-2-3 eenheden besteld vanaf 01 maart 2006.
UF
Functionele eenheid (cel + mobiel deel + Sepam)
AD
Cel Aankomst / Vertrek
CL-GL
Lijn-koppelcel
TT
Meetcel en aarding van het railstel
RHB
Cel voor railuitgang langs boven
RHC
Cel voor kabeluitgang langs boven
MTP
Verbindingskoker tussen een MCset cel en een MOTORPACT cel
DI
Vertrekcel lastschakelaar zekering
TP
Spanningstransformator
TI
Stroomtransformator of stroomopnemer
VDS
Voltage Detection System
LS
Laagspanning
MS
Spanningsklasse waar de niveaus 7,2 -12 en 17,5 KV deel van uitmaken
SMALT
Aardingsscheider
Mobiel deel
Symbolen Bediening van de aardingsscheider
LF
Uitrijdbare vermogensscheider met onderbreking in SF6 waarmee de cellen AD en CL zijn uitgerust
Rollarc 400
Uitrijdbare contactor met onderbreking in SF6 waarmee de cel AD1 is uitgerust
EVOLIS
Uitrijdbare vermogensscheider met onderbreking in vacuüm waarmee de cellen AD en CL zijn uitgerust
CTV1
Uitrijdbare collector met onderbreking in vacuüm waarmee de cel AD1 is uitgerust
OED
Gereedschap voor het uit- of inrijden en neerlaten van de mobiele gedeeltes op de vloer
Uitrijdtafel
Tafel voor het uit- en inrijden van de mobiele gedeeltes zonder ze neer te laten op de vloer
Stand inrijden onmogelijk Vergrendeling mogelijk.
Stand inrijden of uitrijden.
Bedieningsstand.
Mechanische melding aardingsscheider geopend.
Algemene informatie
Mechanische melding aardingsscheider gesloten.
Stand vergrendelbaar met hangslot.
Bediening van het mobiele deel
Bedieningsstand
Stand «ingereden».
Stand «uitgereden».
Stand inbrengen / verwijderen.
Aanbevelingen Hoogte (H) van het plafond voor de plaatsing van een vlamboogtunnel of IPX1 Installatie boven een bord
Het is noodzakelijk te beschikken over een hoogte u dan 2,80 om een tunnel te kunnen plaatsen in versie AA33.
Alle types installatie van uitrusting zoals een lamp of verlichtingspunt zijn niet aanbevolen om te voorkomen dat de dakplaten van het bord gebruikt worden om deze uitrusting te bereiken.
Merktekens
Het is ten strengste verboden de onderdelen die met dit pictogram zijn uitgerust te betreden.
Het is ten strengste verboden onderdelen die met dit pictogram zijn uitgerust te verwijderen wanneer de uitrusting onder spanning staat.
Standaardaantrekkoppels (niet gesmeerde schroeven)
Schroeven
Koppel in Nm
Ø 6
13
Ø 8
28
Ø 10
50
Ø 12
75
Ø 14
120
Toepassing: De drukringen die worden geplaatst aan de buitenzijden van de aansluitstukken en de rails zorgen voor een betere verdeling van de druk uitgeoefend door de schroeven (aangespannen aan de voorgeschreven koppels).
Algemene beschrijving
Voorwoord voor de lezers
Vermits het gamma MCset heel uitgebreid is en zeer veel opties op de voorzijde beschikt, hebben wij geopteerd voor de voorstelling van een functionele eenheid uitgerust met een maximum aan apparatuur.
Cel AD AD1 630/1250 A AD2 630/1250 A
A : Deur van het LS compartiment B : Bescherming, bewaking, bediening met Sepam C : Deur van het compartiment mobiel gedeelte D : Kijkvensters voor de controle van de stand van het mobiele deel E : Paneel voor de bediening en de vergrendeling van het mobiele deel F : Spanningsindicatoren G : Paneel voor de bediening en de vergrendeling van de aardings scheider en voor de vergrendeling van het mobiele deel H : Toegangspaneel tot het aansluit compartiment van de MS kabels of tot de uitrijdbare zekeringen van de spanningstranformatoren J : Kijkvensters voor de kabels of voor de stand van de zekeringen van de spanningstransformatoren K : Paneel voor de bediening en de vergrendeling van de uitrijdbare zekeringen van de spannings- transformatoren
Aankomst / Vertrek zonder spanningstransformatoren of met vaste spanningstransformatoren
Aankomst / Vertrek met spanningstransformatoren met uitrijdbare zekeringen
Algemene beschrijving
Cellen TT1, TT2
Spanningstransformatoren met uitrijdbare zekeringen
Spanningstransformatoren zonder uitrijdbare zekeringen
A : Deur LS compartiment B : Beveiliging, bewaking en bediening door Sepam D : Kijkvensters F : Spanningsindicatoren G : Paneel voor de bediening en de vergrendeling van de aardingscheider H : Toegangspaneel tot spanningstransformatoren J : Kijkvensters voor de stand van de zekeringen van de spannings- transformatoren K : Paneel voor de bediening en de vergrendeling van de uitrijdbare zekeringen van de spannings- transformatoren L : Deur compartiment vaste railstelbrug.
Cellen CL-GL
Cel koppeling vermogensschakelaar
Railstelverbinding
Met spanningstransformatoren stroomopwaarts en stroomafwaarts A : Deur van het LS compartiment B : Bescherming, bewaking en bediening door Sepam C : Deur van het compartiment van het mobiele deel D : Controlekijkvensters voor de stand van het mobiele deel. E : Paneel voor de bediening en de vergrendeling van het mobiele deel F : Spanningsindicatoren G : Paneel voor de bediening en voor de vergrendeling van de aardings- scheider en voor de vergrendeling van het mobiele deel J : Kijkvensters voor het onderste railstel of voor de zekeringen van de spannings transformatoren L : Toegangspaneel tot de uitrijdbare zekeringen van de spannings transformatoren en tot het compartiment van het onderste railstel M : Paneel voor de bediening en de vergren deling van de uitrijdbare zekeringen van de spanningstransformatoren N : Deur van het compartiment vaste railstelbrug
Algemene beschrijving
Cellen RHB, RHC RHB1, RHC1 630/1250 A RHB2, RHC2 630/1250 A
A : Deur van het LS compartiment B : Bescherming, bewaking en bediening door Sepam C : Deur van het compartiment van het mobiele deel D : Controlekijkvenster voor de controle van de stand van het mobiele deel E : Paneel voor de bediening en de vergrendeling van het mobiele deel F : spanningsindicatoren G : Paneel voor de bediening en de vergrendeling van de aardings scheider en voor de vergrendeling van het mobiele deel H : Toegangspaneel tot het aansluitings- compartiment van de MS kabels of tot de uitrijdbare zekeringen van de spanningstransformatoren J : Kijkvensters voor de kabels of voor de stand van de zekeringen van de spanningstransformatoren K : Paneel voor de bediening en de vergrendeling van de uitrijdbare zekeringen van de spannings transformatoren L : Aansluiting langs boven met behulp van railstellen (RHB) of kabels (RHC)
Uitrijdbaar deel LF1
Algemene beschrijving
LF2
Uitrijdbare railbrug Nota : verkrijgbaar in drie breedten.
Railaardingswagen op LF-chassis Nota : verkrijgbaar in drie breedten.
Algemene beschrijving
ROLLARC 400 CTV1
Evolis Nota : verkrijgbaar in drie breedten.
Railaardingswagen op Evolis-chassis Nota : verkrijgbaar in drie breedten.
Algemene beschrijving
Identifi catie Vb : functionele eenheid AD A: Naamvandecel B: Labelvandefabrikant C: Karakteristieken,omschrijvingenen serienummer. Mobiel uitrijbaar gedeelte LF D: Karakteristieken,omschrijvingenen serienummers. Mobiel uitrijbaar gedeelte Rollarc of CTV1 E: Karakteristieken,omschrijvingen serienummer. Mobiel uitrijbaar gedeelte Evolis F:Karakteristieken,omschrijvingenen serienummer G: Plaatsingvandegebruiksaanwijzing (achterdeafschermingskap).
De opschriften op de voorzijde afl ezen A: Pictogramprocedure B: Mobieluitrijbaargedeelte C: Paneelaardingsscheider D: Paneelspanningstransformatormet uitrijbarezekeringen.
9
Algemene beschrijving
Pictogram procedure 1 : Bediening mobiel gedeelte 2 : Bediening van de aardingsscheider.
Mobiel gedeelte 1 : 2 : 3 : E : F :
Drukknop voor mechanische opening Selectieknop stand mobiel gedeelte Opening voor het inbrengen van de bedieningshendel van het mobiel gedeelte Mechanische indicator voor de stand van het mobiel gedeelte Ruimte voor het cilinderslot voor de uitrijbare railbrug (optie).
Cel Aardingsscheider, aanwezigheid van spanning en inrijpreventie 4 : Selectieknop stand aardingsscheider 5 : Opening voor het inbrengen van de bedieningshendel van de aardings scheider G : Aanwezigheid van spanning H : Selectieschakelaar inrijpreventie L : Mechanische indicator stand aardingsschakelaar M : Ruimte voor het cilinderslot van de inrijpreventie N : Ruimte voor de cilindersloten van de aardingsscheider
Uitrijdbare spanningstransformator 6 : 7 :
10
Selectieschakelaar voor de stand van de uitrijdbare zekeringen van de spanningstransformator Opening voor het inbrengen van de bedieningsghendel van de uitrijbare zekeringen van de spanningstransformator.
Schakelpaneel ‘Vitale 5’
Instructies van schakelpaneel naleven voor: • Openen • Vergrendelen • Meten • Aarden • Toegang tot binnenzijde van de cel
11
Instructies voor toegang tot de binnenzijde van een cel
Cel AD
1
Merktekens
Toegang
1
Tothetonderstecompartimentviadetechnischeruimteoflangsde kabelgoot(toegangidentiekalsvoorstroomtransformator).
2
Achterzijde(dedemontageisoptioneelenonbeveiligd).
3
Vereenvoudigtdetoegangtotdekabels(ADcel)langsdevoorzijde (toegangidentiekalsvoordestroomtransformator).
4
Tothetrailstel(nietmogelijkvoordecelspanningstransformator).
4 en 5
Totdeachterstebevestigingsschroevenvandecellenonderling.Dezeplaat moetopnieuwwordengemonteerdvóórdeplaatsingvanderailstellen.
6
Tothetonderstecompartimentlangsdevoorzijde(toegangidentiekals voordespanningstransformatorendestroomtransformator).
7
Tothetmobielegedeelte.
8
Tothetlaagspanningscompartiment.
Instructies voor toegang tot de binnenzijde van een cel
De beschermde voorpanelen verwijderen (Cel met of zonder vaste spanningstransformator)
De aardingsscheider sluiten (zie hoofdstuk «sluiten van de aardingsscheider»). Er wordt aangeraden de aardingsscheider in deze stand te vergrendelen (zie hoofdstuk «Vergrendelen en de toegang verhinderen met een hangsloten»).
In het geval van een cel uitgerust met een vaste spanningstransformator. De laagspanningsconnector van de secondaire kring van de spanningstranformatoren openen die zich bevindt in de verzamelkoker of in het LS-compartiment. Sluiten Om opnieuw in bedrijf te stellen, de handelingen voor het wegnemen van de beschermde voorpanelen in omgekeerde volgorde uitvoeren (aardingsscheider gesloten).
Het paneel verwijden. (10 schroeven).
Cel uitgerust met een spanningstransformator met uitrijdbare zekeringen
De zekeringen van de spanningstransformatoren uitrijden (zie hoofdstuk «de zekeringen van de spanningstransformatoren uitrijden»).
De aardingsscheider sluiten. (zie hoofdstuk «Aardingsscheider sluiten»). Er wordt aangeraden de aardingsscheider in deze stand te vergrendelen (zie hoofstuk «vergrendelen en toegang verhinderen met hangsloten»).
13
Instructies voor de toegang tot de binnenzijde van een cel
De laagspanningsconnector van de secondaire kringen van de spanningstransformatoren openen die zich bevindt in de verzamelkoker of in het LS-compartiment.
Het paneel voor de toegang tot de mobiele zekeringen van de spanningstransformatoren verwijderen (6 schroeven) evenals de U-vormige hoekstang ‘A’ (4 schroeven en 2 bouten). Sluiten Om opnieuw in bedrijf te stellen, de handelingen nodig voor het verwijderen in omgekeerde volgorde uitvoeren (aardingsscheider gesloten).
Het toegangspaneel tot het aansluitcompartiment van de middenspanningskabels verwijderen (4 schroeven).
Verwijderen van de scheidingsplaat van het middenspanningscompartiment Verwijder de vermogensscheider (zie hoofdstuk «het mobiele deel verwijderen en inbrengen»).
De schroeven A en de scheidingsplaat van het middenspanningscompartiment verwijderen.
Sluiten
14
Om opnieuw in bedrijf te stellen, de handelingen van het verwijderen in omgekeerde volgorde uitvoeren.
Instructies voor de toegang tot de binnenzijde van een cel
Verwijderen van de mangatplaat.
Indien de cel ermee is uitgerust, de spanningstransformatoren verwijderen. De schroeven verwijderen en de mangatplaat wegnemen. De toegang tot het aansluitcompartiment van de middenspanningskabels is mogelijk via de technische ruimte ter hoogte van het mangat van de cel. Omgekeerd is het mogelijk via de binnnenzijde van de cel toegang te krijgen tot de technische ruimte of tot de kabelgoot. Zie hoofdstuk «Instructies voor de toegang tot de binnenzijde van een cel».
Sluiten
Om opnieuw in bedrijf te stellen, de handelingen in omgekeerde volgorde van het verwijderen uitvoeren.
Vaste of uitrijdbare spanningstranformatoren verwijderen of inbrengen
Vaste spanningstransformatoren Op elke spanningstransformator de aansluitstang verwijderen door de moer los te schroeven. Nadien de deflector verwijderen en de aansluitstang optillen.
Deze handeling is dezelfde ongeacht het type spanningstransformator
Sluiten van het MSaansluitcompartiment
De laagspanningsconnector van de spanningstransformatoren loskoppelen.
De spanningstransformatoren verwijderen door middel van het handvat.
Om opnieuw in bedrijf te stellen, de bewerkingen uitvoeren in omgekeerde volgorde van het verwijderen.
Voor vaste spanningstransformatoren : Aandraaikoppel op de spanningstransformator : 30Nm.
15
Instructies voor de toegang tot de binnenzijde van een cel
Toegang tot het onderste compartiment (kabels, stroomtransformator, aardingsscheider, overspanningsbeveiligingen) Veiligheidsvoorschriften
Wanneer de spanningstransformator voor het eerst wordt ingebracht, de bevestiging waarmee de connector vastzit doorsnijden en verwijderen.
De LS-connector van de spanningstransformatoren aansluiten.
Alle hierna beschreven handelingen moeten worden uitgevoerd conform de geldende veiligheidsnormen onder de verantwoordelijkheid van een bevoegd persoon.
Het is mogelijk toegang te krijgen tot het aansluitcompartiment van de middenspanningskabels via de technische ruimte door de verwijdering van de mangatplaat van de cel. (zie hoofdstuk: «Verwijdering van de mangatplaat»).
Toegang tot de railstellen Veiligheidsvoorschriften Alle hierna beschreven handelingen moeten worden uitgevoerd conform de geldende veiligheidsnormen onder de veranwoordelijkheid van een bevoegd persoon.
Bovenaan
Voor de toegang tot de railstellen, zie het hoofdstuk «Instructies voor de toegang tot de binnenzijde van een cel».
Onderaan
De toegang tot de onderste railstellen is mogelijk via de technische ruimte door de verwijdering van de mangatplaat van de cel. Zie hoofdstuk «Voorschriften voor de toegang tot de binnenzijde van een cel».
16
Voorschriften voor de toegang tot de binnenkant van een cel
Toegang tot de inrijcontacten Veiligheidsvoorschriften
Alle hierna beschreven handelingen moeten worden uitgevoerd conform de geldende veiligheidsnormen onder de veranwoordelijkheid van een bevoegd persoon.
Openen en sluiten van de onderste shutters.
De shutters vallen naar beneden tot ze vergrendeld worden. Met een schroevendraaier het plaatje naar boven trekken zodat de vergrendeling wordt vrijgegeven.
Het kogeltje in de as van de stang drukken. Om ze te sluiten, de shutters naar boven trekken tot ze vergrendeld worden.
Met een schroevendraaier het plaatje naar boven trekken zodat de vergrendeling wordt vrijgegeven. Het kogeltje in de as van de stang drukken .
De shutters naar boven duwen tot ze vergrendeld worden. Om ze te sluiten, de shutters naar onder trekken tot ze vergrendeld worden.
Openen en sluiten van de bovenste shutters
Vooraleer het mobiele deel weer in te rijden, er zich van vergewissen dat het mechanisme van de shutters zich opnieuw in de oorspronkelijke stand bevindt (vergrendeld en gesloten). Deze waarschuwing over het hoofd zien kan leiden tot beschadigingen van het materiaal.
17
Voorschriften voor de installatie en het gebruik
De veroudering van de apparatuur in een middenspanningspost hangt af van 3 essentiële factoren:
Het is belangrijk te waken over de goede werking van de aansluitingen : De nieuwe technologiën met materialen die krimpen of die koud kunnen worden in elkaar geschoven laten een gemakkelijke installatie toe die zorgt voor een langere levensduur. Ze zijn zodanig opgevat dat ze kunnen gebruikt worden in een zwaar verontreinigde omgeving . De invloed van de factor relatieve vochtigheid : De plaatsing van een verwarmingsweerstand is noodzakelijk in een klimaaat met een hoge relatieve vochtigheidsgraad of bij belangrijke temperatuurverschillen. Om dauwpunten te vermijden (oorzaak van partiële ontladingen) moeten tocht
Gebruik en onderhoud
Wij raden sterk aan geregeld (ten minste om de twee jaar) de manoeuverorganen enkele cycli te laten werken. Wanneer er afgeweken wordt van het normale gebruik (tussen -5° en 40° Celcius, geen stof, geen agressieve gassen) wordt aangeraden met het service-center van Schneider Electric contact op te nemen om schikkingen af te spreken met het oog op de goede werking van de installatie. Wanneer de installatie 6 maanden tot 1 jaar in gebruik is, bevelen wij aan de aansluiting van het railstel en de verbinding van de middenspanningskabels te controleren. Deze controle moet gebeuren met een geijkte dynamometrische sleutel, afgesteld op een koppel dat ietwat lager ligt dan het koppel voorgeschreven op pagina 4 voor de bedoelde schroeven.
18
en/of grote temperatuurverschillen in al de compartimenten van de cel vermeden worden. Het materieel moet worden geplaatst overeenkomstig de CEI standaard die erop van toepassing is. Wanneer er niet kan gesproken worden van een normaal gebruik raden wij aan contact op te nemen met Schneider Electric om te bepalen welke en hoe vaak maatregelen moeten worden genomen en dit in functie van het reële gebruik van de installatie. De ventilatie onder controle houden: De afmetingen van de roosters moeten worden aangepast aan het vermogen dat verloren gaat in de installatie. Deze roosters mogen enkel geplaatst worden in de onmiddellijke omgeving van de transformator om een luchtstroom op het MT bord te vermijden.
Als er niets abnormaals wordt vastgesteld en indien er geen enkele interventie wordt uitgevoerd op het railstel is het niet nodig deze controle later nog eens uit te voeren. Bij demontage moeten de elastische drukringen systematisch vervangen worden door drukringen die door ons geleverd worden. Ons service- center is ten allen tijde te uwer beschikking: Om de diagnose van een installatie te stellen. Om – als het nodig mocht zijn – een aangepast onderhoud aan te bieden. Om u onderhoudscontracten aan te bieden Om u aanpassingen aan te bieden.
Testprocedures
Aanwezigheid van spanning op de MS kabels Cel uitgerust met VDS spanningsindicatoren.
VDS : Voltage Detector System. Eigenschappen : De betrouwbare melding «spanning aanwezig » is gegarandeerd voor het spanningsbereik bepaald door IEC 61243-5.
Testen van de MS kabels
19
Bedieningsinstructies
Het mobiele deel verwijderen of inbrengen Begintoestand Cel + mobiel gedeelte in stand uitgereden/test.
Nota : bij de hierna beschreven handelingen wordt gebruik gemaakt van het hulpstuk voor het in- en het uitrijden en voor het neerlaten van de beweeglijke delen op de vloer, OED.....
.....de werkwijze is identiek bij het gebruik van de uittrektafel. Deze hulpstukken zijn instelbaar in de hoogte en in de breedte. Zie de overeenstemmende handleidingen.
De toegangsdeur tot het mobiele gedeelte openen door aan het handvat te trekken en het nadien naar rechts te draaien.
Het LS verbindingssnoer loskoppelen door op de rode knop te drukken en de vergrendeling van de stekker uit te trekken (vermogensschakelaar of contactor).
Breng de OED aan (de pennen moeten in de gaten passen die hiervoor in de cellen zijn voorzien) .
Vergrendel het blokkeermechanisme door de twee hendels van het OED nokkensysteem naar voren te drukken en nadien naar rechts te draaien (controleer de blokkering).
Verwijderen
Blokkeer de 2 wieltjes van de OED.
20
Bedieningsinstructies
De selectieschakelaar 2 in stand brengen, nadien met behulp van de handvatten A het mobiele deel uittrekken. Op de OED verplaatsen tot aan de aanslag. De selectieschakelaar 2 opnieuw brengen in de stand . Nota : de verplaatsing van de vermogensschakelaar met de OED moet dichtbij de vloer gebeuren.
Koppel de OED los door beide hendels van het nokkensysteem naar links te klappen en nadien uit te trekken.
Beide wieltjes van de OED deblokkeren. Verwijder de OED en plaats het beweeglijk gedeelte op de vloer met behulp van de hendel.
De OED verwijderen.
Alvorens de toegangsdeur tot het mobiele deel te sluiten, het paneel naar beneden trekken.
De toegangsdeur tot het mobiele deel sluiten door de hendel naar links te draaien en nadien in te duwen.
21
Bedieningsinstructies
inbrengen
De toegangsdeur tot het mobiele deel openen door het handvat uit te trekken en nadien naar rechts te draaien.
Vergrendelen door beide hendels van het OED nokkensysteem in te duwen en dan naar rechts te klappen (de vergrendeling controleren).
De OED loskoppelen door de twee hendels van het OED nokkensysteem uit te trekken en vervolgens naar links te klappen. De beide wieltjes van de OED deblokkeren en hem wegtrekken.
22
Breng de OED aan (de pennen moeten in de gaten passen die hiervoor in de cellen zijn aangebracht). Beide wieltjes van de OED blokkeren.
De selectieschakelaar 2 in stand
brengen.
Het mobiele deel in de cel duwen tot aan de aanslag en dan de selectieschakelaar 2 in stand brengen.
Het LS-verbindingssnoer aansluiten door de rode knop onder de vergrendeling in te drukken en ingedrukt te houden. De vergrendeling openen. Het verbindingssnoer aansluiten en vergrendelen.
Bedieningsinstructies
Vooraleer de deur van het mobiele deel te sluiten, het paneel naar boven brengen en er zich van vergewissen dat het goed vergrendeld is in die positie.
De toegangsdeur tot het mobiele deel sluiten door de hendel naar links te draaien en nadien in te duwen.
23
Bedieningsinstructies
Het mobiele deel inrijden Begintoestand
Deur gesloten Selectieschakelaar 4 in stand (aardingsscheider open) De selectieschakelaar H in stand inrijden of uitrijden.
Bediening
Het beschermingsluik van drukknop 1 naar beneden brengen. Drukken op drukknop 1 en hem ingedrukt houden. De selectieschakelaar 2 in stand brengen.
De hendel inbrengen in opening 3. Het mobiele deel inbrengen door de hendel te draaien (45 omwentelingen) in de wijzerszin totdat de standindicator van positie verandert.
De selectieschakelaar 2 in stand
brengen.
Ingeval van een vermogensschakelaar of een contactor is het onder spanning brengen van het stroomafwaartse gedeelte van de installatie nu mogelijk.
Het pictogram met de zwarte achtergrond op het voorpaneel geeft de verschillende stappen weer.
24
Bedieningsinstructies
Het mobiele deel uitrijden Begintoestand
Het mobiele deel in ingereden stand.
Bediening
Op drukknop 1 drukken (voor de mechanische opening van de vermogensschakelaar). Hem ingedrukt houden en ondertussen de selectieschakelaar 2 in brengen.
De hendel inbrengen in opening 3. Het mobiele deel uitrijden door de hendel in tegenwijzerzin 45 omwentelingen te draaien tot de standindicator van positie wijzigt.
De selectieschakelaar 2 in
brengen.
Het mobiele deel is uitgereden. De cel staat in de stand uitgereden.
Het pictogram met de zwarte achtergrond op het voorpaneel geeft de verschillende stappen weer.
25
Bedieningsinstructies
De aardingsscheider sluiten.
Het mobiele gedeelte bevindt zich in de stand uitgereden of verwijderd, dat wil zeggen dat het zich niet in de cel bevindt.
Begintoestand
Controleer de afwezigheid van spanning op de VDS. De eventuele vergrendeling moet de bediening toelaten.
Bediening Selectieschakelaar 4 in stand brengen, door hem uit te trekken en hem naar rechts te draaien.
De hendel in opening 5 inbrengen en hem draaien in wijzerzin totdat de standindicator van positie wijzigt. De sluiting is bruusk en gaat met geluid gepaard (momentsluiting).
26
Bedieningsinstructies
De selectieschakelaar 4 in stand brengen, door hem uit te trekken en naar rechts te draaien.
De aardingsscheider is in toestand gesloten. De MS kabels zijn kortgesloten en zijn geaard.
Het pictogram met de gele achtergrond op het voorpaneel geeft de verschillende stappen weer.
27
Bedieningsinstructies
De aardingsschakelaar openen
Aardingsscheider gesloten Alle eventuele vergrendelingen moeten deze handeling toelaten.
Begintoestand
Bediening De selectieschakelaar 4 in brengen, door hem uit te trekken en naar links te draaien.
De hendel inbrengen in opening 5 en hem in tegenwijzerzin draaien totdat de standindicator van positie wijzigt. De opening is bruusk en gaat met geluid gepaard.
Selectieschakelaar 4 in stand brengen, door hem uit te trekken en naar links te draaien.
28
Bedieningsinstructies
De aardingsschakelaar staat in stand geopend.
Het pictogram met de gele achtergrond op het voorpaneel geeft de verschillende stappen weer.
Primaire injectie
29
Bedieningsinstructies
De zekeringen van spanningstransformatoren inrijden Begintoestand
Onderste paneel gemonteerd Selectieschakelaar 6 in stand
Bediening Selectieschakelaar 6 in brengen, door hem naar voren te trekken en hem naar rechts te draaien.
De hendel inbrengen in opening 7 en hem draaien in wijzerzin tot de zekering volledig is ingereden. Hij is volledig ingebracht wanneer een weerstand wordt gevoeld (stop).
Selectieschakelaar 6 in stand brengen, door hem naar voren te trekken en naar rechts te draaien.
Het pictogram met de blauwe achtergrond op het voorpaneel geeft de verschillende stappen weer.
30
Bedieningsinstructies
De zekeringen van de spanningstransformatoren uitrijden Begintoestand
Onderste paneel geplaatst Selectieschakelaar 6 in stand
Bediening Selectieschakelaar 6 in stand brengen, door hem naar voren te trekken en naar links te draaien.
De hendel inbrengen in opening 7 en hem draaien in tegenwijzerzin tot de zekeringen volledig uitgereden zijn.
De selectieschakelaar 6 in stand brengen, door hem naar voren te trekken en naar links te draaien (wat de mogelijkheid biedt het toegangspaneel tot de zekeringen weg te nemen).
Het pictogram met de blauwe achtergrond op het voorpaneel geeft de verschillende stappen weer.
31
Bedieningsinstructies
Vergrendelen en toegang verhinderen met hangsloten Aantal mogelijke hangsloten per celtype Nota : hangsloten gebuiken met een diameter van 6 tot 8 mm
3 hangsloten op de selectieschakelaar om het inrijden te verhinderen. 1 hangslot op de beschermshutter van de drukknop voor de mechanische opening van het mobiele deel. 3 hangsloten op de selectieschakelaar van de aardingsscheider in open of gesloten stand.
3 hangsloten op de selectieschakelaar van de ingereden of de uitgereden zekeringen van de spanningstransformatoren 1 hangslot op het bedieningsmechanisme van elke shutter van de inrijcontacten
Het inrijden van het mobiele deel verhinderen
1 tot 3 hangsloten aanbrengen op selectieschakelaar H. Stand om het inrijden te verhinderen
Het openen van een shutter in het compartiment van het mobiele deel verhinderen (optie) Gesloten met hangslot Op de bediening van de shutters van de inrijcontacten wanneer deze gesloten zijn.
Het bedieningsmechanisme van de shutters bevindt zich aan de binnenzijde van de cel, op de rechterstijl. Versie met interne vlamboog 40 kA/1s : Om toegang te krijgen tot de bediening van de shutters de afsluitplaat wegnemen (2 schroeven A).
Deze plaat opnieuw aanbrengen vooraleer de vermogensschakelaar weer in te rijden.
32
Op de shuttergeleider drukken, de schuifjes (1 en 2, 1 of 2) aanbrengen en de hangsloten in de gaten plaatsen.
Bedieningsinstructies
Het mechanische openingscommando van een uitrijbaar deel in bedrijfsstand verhinderen
1 hangslot aanbrengen op de beschermshutter van de drukknop voor de mechanische opening (1).
Kan ook gebruikt worden als een bijkomende in- en uitrijvergrendeling.
De aardingsscheider vergrendelen met hangsloten
Aardingsscheider geopend: 1 tot 3 hangsloten aanbrengen op selectieschakelaar 4 om het sluiten te verhinderen.
Aardingsscheider gesloten: 1 tot 3 hangsloten aanbrengen op schakelaar 4 om het openen te verhinderen. Dit verhindert ook het inrijden van een mobiel deel.
Zekeringen ingereden : 1 tot 3 hangsloten plaatsen op de selectieschakelaar 6 om het uitrijden te verhinderen. Dit verhindert ook dat het voorpaneel wordt weggenomen.
Zekeringen uitgereden : 1 tot 3 hangsloten plaatsen op selectieschakelaar 6 om het inrijden te verhinderen.
De bediening van de zekeringen van de spanningstransformatoren vergrendelen met hangsloten
33
Bedieningsinstructies
Vergrendelen door middel van cilindersloten (optie)
Mobiel deel in uitgereden positie : 1 cilinderslot op de cel (2 O) of (2 S) of (1 O en 1 S) of (1 O) of (1 S) : op de aardingsscheider.
Scheidingswagen (uitrijbare railbruggen) : 1 cilinderslot in stand ingereden (op de scheider).
Mogelijk aantal cilindersloten
Vergrendelen op een cel
De sleutel kan slechts worden vrijgegeven wanneer de inrijpreventie vergrendeld is.
Vergrendelen van een inrijpreventie van een mobiel deel.
De scheidingswagen in ingereden stand vergrendelen
De sleutel kan slechts worden vrijgegeven wanneer het mobiele deel ingereden en vergrendeld is.
• Scheider gesloten. • Scheidingswagen ingereden.
De aardingsscheider met een cilinderslot vergrendelen
1 slot in de stand gesloten
Met twee cilindersloten de aardingschakelaar vergrendelen
34
1 slot in de stand open
(2 O) of (2S) of (1 O en 1 S) of (1 O) of (1 S).
Bedieningsinstructies
Vergrendelen met een elektromagneet (optie) De aardingsscheider vergrendelen
De elektromagneet vergrendelt automatisch de aardingsscheider in de stand «open» en «gesloten». Met een drukknop op het laagspanningscompartiment kan selectieschakelaar (4) vrijgegeven worden als de configuratie van het bord zeker is.
Vergrendelen op een cel De elektromagnetische vergrendeling verhindert het inrijden van een mobiel deel.
De elektromagneet vergrendelt automatisch de inrijpreventie wanneer deze geactiveerd is. Met een drukknop op het laagspanningscompartiment kan ze ontgrendeld worden als de configuratie van het bord zeker is.
35
Correctief onderhoud
Voorwoord Via correctieve onderhoudsoperaties kunnen defecte elementen vervangen worden. De handelingen opgesomd in de hierna volgende overzichtstabel kunnen worden uitgevoerd door de klant of door de vertegenwoordigers van de Dienst Na Verkoop van Schneider Electric.
Voor alle andere ingrepen een beroep doen op de vertegenwoordigers van de dichtsbij gelegen Schneider Electric vestiging. Na iedere ingreep de electrische testen uitvoeren volgens de geldende normen.
Opgelet : tijdens de vervanging moeten alle volgende toebehoren verplicht worden vervangen door nieuw materiaal. - Nylstop (zelfborgende moer) - Contactdrukring - Stopringen - Mechanische pen.
Overzichtstabel Beschrijving
Uitvoering
Opmerkingen
Vervanging aan FE (cel AD of CL) Van het railstelkaliber Van de contacten van de aardingsschakelaar en capacitieve isolatoren
Voor alle ingrepen, een beroep
Van de inrijcontacten
doen op vertegenwoordigers van de dichtsbij gelegen vestiging van Schneider Electric
Onderste en bovenste doorvoerisolator Verhoging van het aantal kabels Shutters en shuttersbedieningsmechanismen Wegnemen van een cel Zekering van spanningstransformatoren
Klant/
Zie volgende bladzijde
VDS Spanningsindicatoromhulsel
Klant/
Zie volgende bladzijde
TI
Klant/
Kit nr 07897207 instructies
Condensatiewerende weerstand
Klant/
Ons raadplegen
Hulpcontactblok stand aardingsschakelaar
Klant/
Kit nr 07897324 instructies
Overspanningsbeveiliging
Klant/
Ons raadplegen
Vergrendeling van de inrijvergrendeling met cilindersloten
Klant/
Kit nr 07897330 instructies
Elektromagnetische vergrendeling van de inrijvergrendeling
Klant/
Kit nr 07897326 instructies
Vergrendeling van de aardingsschakelaar met cilinderslot (1)
Klant/
Kit nr 07897328 instructies
Vergrendeling van de aardingsschakelaar met cilindersloten (2)
Klant/
Kit nr 07897329 instructies
Electromagnetische vergrendeling aardingsschakelaar
Klant/
Kit nr 07897325 instructies
Vergrendelen om het uitrijden te verhinderen met cilinderslot(en)
Klant/
Ons raadplegen
Homopolaire torus
Klant/
Kit nr 07897216 instructies
TP en TP compartiment
Klant/
Kit nr 07897218 instructies
Hoogspanningscontacten op TP smeltveiligheden
Klant/
Kit nr 07897219 instructies
MS handvatten
Klant/
Kit nr 07897220 instructies
Steunisolators kabelaansluitrail
Klant/
Ons raadplegen
Hulpcontacten stand wagen vermogensschakelaar
Klant/
Kit nr 07897222 instructies
Hulpcontacten uitrijdbare TP
Klant/
Ons raadplegen
Hulpcontact smelten zekering uitrijdbare TP
Klant/
Kit nr 07897223 instructies
Printplaat en relaishouder (STPI)
Klant/
Ons raadplegen
Vervangen ventilator in de cel 3600 A/ 4000 A
Klant/
Zie pagine 41
Schoonmaken ventilatieroosters in de cel 3600 A/ 4000 A
Klant/
Zie pagine 17
36
Correctief onderhoud
Vervangen van de smeltveiligheden in een spanningstransformatorcompartiment
Smeltveiligheden uitgereden en TPlaagspanningsconnector losgekoppeld (zie hoofdstuk «Bedieningsinstructies»).
Verwijder het voorpaneel (zie hoofdstuk «Instructies voor de toegang tot de binnenzijde van een cel».
Begintoestand Verwijderen
1 : 2 : 3 : ` 4 :
het plaatje A optillen de kleine verticale stang B loskoppelen de slagpinplaten C in horizontale stand draaien zachtjes de as van de slagpinplaten D verwijderen.
37
Correctief onderhoud
5 : sleutel E indrukken, naar links draaien en opnieuw loslaten. De zekering is ontgrendeld. 6 : de sleutel en de zekering wegnemen.
Plaatsing
De veer op de sleutel plaatsen en er zorg voor dragen dat ze aansluit tegen de bodem van de sleutel en tussen de twee clips ligt die aangeduid worden door de pijlen.
1 : sleutel E indrukken. 2 :
38
naar rechts draaien en opnieuw loslaten. De zekering is vergrendeld, het blokkeermechanisme van de sleutel nakijken.
De zekeringen aanbrengen, met de slagpinnen naar buiten. Plaats de sleutels op de zekeringen (de veer naar beneden).
Correctief onderhoud
3 : voorzichtig de as van de slagpinplaten D inbrengen. 4 : het plaatje A opheffen om de slagpinplaten C in verticale stand te brengen. 5 : de kleine verticale stang B aankoppelen en zich vergewissen van de vrije werking van de stang.
Bediening
De TP-laagspanningsconnector aansluiten (zie hoofstuk «Bedieningsinstructies»).
Het voorpaneel aanbrengen (zie hoofdstuk «Instructies voor de toegang tot de binnenzijde van een cel»).
39
De service-centers van Schneider Electric bevoegd voor : Engineering en technische assistentie inbedrijfsstelling, vorming, preventief en correctief onderhoud, aanpassingen, vervangstukken. Doe een beroep op uw vertegenwoordiger die u in verbinding zal stellen met het dienstencentrum van Schneider Electric of bel naar het volgende nummer : (02) 373 77 11.
Schneider Electric nv/sa
32VP179N
Dieweg 3 B-1180 Brussel Tel.: (02) 373 77 11 Fax: (02) 373 40 02
[email protected] www.schneider-electric.be BTW: BE 0451.362.180 RPR Brussel Fortis: 210-0057185-07 IBAN: BE 74 2100 0571 8507 SWIFT BIC: GEBA BE BB
De in dit document beschreven producten kunnen te allen tijde veranderingen of wijzigingen ondergaan op technisch gebied dan wel op de manier waarop ze worden behandeld of gebruikt. Hun beschrijving kan geenszins contractueel worden beschouwd.
dit document werd gedrukt op milieuvriendelijk papier
Realisatie: Media Express Drukwerk: Deckers Druk
09/2007