17/12/2013
MARKTONDERZOEKSRAPPORT MEERDAAGSE AUTOCARVAKANTIES
Marketing Engineering 3de Bach HIR Team 3 | Quinten Friederichs Falco Troonbeeckx Mauro Ockerman Jeff Wouters
Voorwoord Voor het marktonderzoek dat BAAV ons voorlegde, hebben we een sprong in het diepe moeten nemen. Bijna niemand van ons had ooit een meerdaagse autocarvakantie -of een marktonderzoekgedaan. Dit hele project was dus een zeer leerrijke ervaring. Na ettelijke uren tijd en werk erin te hebben gestoken, brengen wij u dan ook niet zonder trots het resultaat. Hiermee hopen wij toch tenminste enig licht te werpen op het vraagstuk dat ons werd voorgelegd. Wij willen graag prof. dr. Els Breugelmans bedanken voor haar expertise en hulp. Falco, Jeff, Mauro, Quinten
2
Inhoudstabel
1.Inleiding ................................................................................................................................................4 2.Onderzoeksvragen en hypothesen ......................................................................................................4 3.Onderzoeksopzet ..................................................................................................................................6 3.1 Targetgroep ....................................................................................................................................6 3.2 Bereiken van de respondenten ......................................................................................................7 4.Enquête .................................................................................................................................................7 4.1 Algemene structuur ........................................................................................................................8 4.2 Toelichting vragen ..........................................................................................................................9 5.Data analyse ...................................................................................................................................... 12 6.Aanbevelingen ................................................................................................................................... 23 7.Kritische reflectie en beperkingen .................................................................................................... 24 8.Conclusie ............................................................................................................................................ 24 9.Referentielijst .................................................................................................................................... 25 Bijlage 1: Enquête ................................................................................................................................. 26 Bijlage 2: Codebook .............................................................................................................................. 28 Bijlage 3: Kaart Europa ......................................................................................................................... 30
3
1.Inleiding Als kind gingen de meesten wel eens op vakantie met hun ouders, het school of één of andere jeugdbeweging. Veel eigen inspraak had men vaak nog niet, laat staan rond het transportmiddel dat hiervoor gebruikt werd. Maar vanaf een bepaalde leeftijd worden jongeren meer volwassen en zelfstandig. Vervolgens gaan deze in onze maatschappij al eens vaker alleen met vrienden op vakantie. Ouders of andere begeleiders blijven met gevolg steeds vaker thuis. Helaas blijkt er toch niet al te veel interesse in een bepaald soort reizen, namelijk autocarvakanties. Komt dit door de praktische kant, doordat jongeren er een bepaald imago aan koppelen of zijn er nog andere factoren die een rol spelen? Welnu, in de hoop hier wat meer inzicht in te krijgen en een tipje van de sluier van dit probleem op te lichten, hebben we door middel van een enquête onderzoek gedaan rond dit topic. Wij hebben ons volgende problem statement toegeëigend. ‘Welke servicecomponenten en consumentgerelateerde factoren spelen een rol bij de beslissing van 16- tot 25-jarigen om een meerdaagse autocarvakantie te boeken? Zo zijn we vb. gaan onderzoeken of de prijs, het milieu, de grootte van het reisgezelschap of het verkozen thema van de reis hier enige invloed op heeft. Bij deze willen we ook nog even benadrukken dat heel het onderzoek betrekking heeft op ongeregeld vervoer, namelijk toerisme en op meerdaagse reizen, dus met minstens 1 overnachting in vb. een hotel.
2.Onderzoeksvragen en hypothesen Voor de enquêtevragen verwijzen we naar Bijlage 1. Research question 1 Is er een verschil in de bereidheid tot betalen tussen een vliegtuigreis en een autocarreis naar dezelfde bestemming voor een week? H0: Er is geen of een negatief verschil in de bereidheid tot betalen voor een vliegtuigreis en een autocarreis. BBV-BBA ≤ 0 Ha: Er is een positief verschil in bereidheid tot betalen voor een vliegtuigreis en een autocarreis. BBV-BBA>0 Deze vraag wordt getest aan de hand van enquête vraag 12. Research question 2 Bestaat er een relatie tussen ervaring hebben met een MAV (meerdaagse autocar vakantie) en de (door de gebruiker) maximaal toegestane duur van een autocarrit voor een vakantie van een week? H0: Er is geen relatie tussen reeds ervaring hebben met een MAV en de maximaal toegestane duur van een autocarrit. Ha: Er is een relatie tussen reeds ervaring hebben met een MAV en de maximaal toegestane duur van een autocarrit. De vraag wordt getest aan de hand van enquête vragen 6 en 7.
4
Research question 3 Houden mensen rekening met het milieu bij het kiezen van hun transportmiddel als ze op reis gaan? H0: Mensen houden geen rekening met het milieu bij het kiezen van hun transportmiddel als ze op reis gaan. Ha:. Mensen houden wel rekening met het milieu bij het kiezen van hun transportmiddel als ze op reis gaan. Deze vraag wordt getest aan de hand van de gedowngrade versie van enquête vraag 5. Research question 4 Is er een relatie tussen de preferentie om tijdens een MAV met leeftijdsgenoten te reizen en het geslacht? H0: Er bestaat geen relatie tussen de preferentie om tijdens een MAV met leeftijdsgenoten te reizen en het geslacht. Ha: Er bestaat wel een relatie tussen de preferentie om tijdens een MAV met leeftijdsgenoten te reizen en het geslacht. Deze vraag wordt getest aan de hand van enquête vragen 2 en 10. Research question 5 Heeft de grootte van het reisgezelschap een invloed op het belang dat men hecht aan de optie om zitplaatsen te kunnen reserveren bij een MAV? H0: De grootte van het reisgezelschap heeft geen invloed op het belang dat men hecht aan de optie om zitplaatsen te kunnen reserveren bij een MAV. Ha: De grootte van het reisgezelschap heeft wel een invloed op het belang dat men hecht aan de optie om zitplaatsen te kunnen reserveren bij een MAV. Deze vraag wordt getest aan de hand van enquête vragen 4 en 9. Research question 6 Heeft het hebben van een auto invloed op de overweging om een MAV te maken? H0: Het hebben van een auto zal de overweging om een MAV te maken niet beïnvloeden. Ha: : Het hebben van een auto zal de overweging om een MAV te maken wel beïnvloeden. Deze vraag wordt getest aan de hand van enquête vraag 3 en gedowngrade versie van vraag 15. Research question 7 Hecht men meer belang aan de mogelijkheid om eigen activiteiten te kiezen dan aan de mogelijkheid om deel te nemen aan vooraf georganiseerde activiteiten bij een MAV? H0: Men hecht evenveel belang aan de mogelijkheid om eigen activiteiten te kiezen als aan de mogelijkheid om deel te nemen aan vooraf georganiseerde activiteiten bij een MAV. Ha: Men hecht niet evenveel belang aan de mogelijkheid om eigen activiteiten te kiezen als aan de mogelijkheid om deel te nemen aan vooraf georganiseerde activiteiten bij een MAV. Deze vraag wordt getest aan de hand van enquête vragen 8 en 11.
5
Research question 8 Heeft het thema van de meerdaagse autocarreis dat men verkiest een invloed op het aspect van comfort waar men het meest belang aan hecht? H0: Het thema van de meerdaagse autocarreis heeft geen invloed op het aspect van comfort waar men het meest belang aan hecht. Ha: Het thema van de meerdaagse autocarreis heeft wel invloed op het aspect van comfort waar men het meeste belang aan hecht. Deze vraag wordt getest aan de hand van enquête vragen 13 en 14. Research question 9 Is er een preferentie om tijdens een MAV alleen met leeftijdsgenoten te reizen? H0: Er is geen preferentie om tijdens een MAV alleen met leeftijdsgenoten te reizen. Ha: Er is wel een preferentie om tijdens een MAV alleen met leeftijdsgenoten te reizen. Deze vraag wordt getest aan de hand van enquête vraag 10.
3.Onderzoeksopzet 3.1 Targetgroep Als doelgroep hebben we gekozen voor Vlamingen tussen de 16 en de 25 jaar. Deze groep lijkt ons een interessante populatie om uit te tappen en dit om verschillende redenen. Ten eerste zijn de meeste jongeren van nature avontuurlijk. Ze zijn jong en willen op zelfstandige wijze de wereld ontdekken. Reizen is dus een integraal deel van de jongere zijn bewustzijn. Maar ze zijn ook prijsbewust, en met de prijzen van alternatief vervoer zoals trein en vliegtuig, lijkt de autocar een tamelijk goedkope, maar helaas weinig overwogen wijze van vervoer. Vervolgens is voor jongeren ook het sociaal aspect van groot belang. Niet alleen willen ze op vakantie gaan, ze willen ook vaak nieuwe mensen ontmoeten. In dat geval zou de autocar een ideale manier van kennismaking met gelijkgestemden zijn. Daarnaast was ook onze eerste redenering dat de afwezigheid van persoonlijk vervoer in de vorm van een eigen auto wellicht een factor kon zijn. Immers, wie zou er met de autocar willen reizen als je een auto in de garage hebt staan?1 Een laatste reden was de hypothese dat jongeren niet gebonden zijn door het gezinsleven dat mensen later tegenkomen. Zij zijn niet gebonden door de praktische bezwaren die ouderschap en een gezinssituatie met zich meebrengen, zoals kleine kinderen.
1
Verder in het onderzoek wordt op deze vraag nog ingegaan en zal tevens ook blijken dat je dit niet zomaar mag veronderstellen.
6
3.2 Bereiken van de respondenten We hebben een enquête aangemaakt op www.enquetemaken.be en deze via Facebook gedistribueerd. De reden dat we Facebook gebruikten is drievoudig. Ten eerste leek het ons de meest eenvoudige en snelste manier om jongeren te bereiken. Volgens een onderzoek zit 80 percent van de jongeren tussen de 15 en de 20 (niet helemaal onze doelgroep maar toch een grote overlap) dagelijks op Facebook2. Daarnaast zijn de Facebookgebuikers een uitstekende representatie van onze populatie. Jongeren die op zoek zijn naar vrienden, die wat te zeggen hebben, avontuurlijk zijn, en hun ervaringen willen delen met de wereld. Als laatste hebben we even onze vriendengroepen onder de loep genomen en zijn tot de conclusie gekomen dat hier tamelijk wat variatie in zit. De ene is reeds gaan werken op zijn 18 jaar, de andere is een zware studie gaan doen, terwijl sommige eerder voor een combinatie gekozen hebben van studeren en werken. Om nog maar te zwijgen over de variëteit in interesses bij iedereen. Onze vriendengroepen leken hierdoor ook tamelijk representatief, aangezien ze een goede mengeling vormden van verschillende ‘soorten’ individuen.
4.Enquête De enquête zelf kan u terugvinden in bijlage 1. De enquête zijn we begonnen met een korte introductie. Deze bevat enkel de essentie, zodat het mensen niet tegenhield deze in te vullen. We hebben specifiek verwezen naar het feit dat de enquête uitsluitend voor Vlamingen tussen 16 en 25 jaar was. Een introductie met zaken als ‘wie zijn we?’ en ‘voor onze studie rond het vak Marketing Engineering en voor BAAV …’ is met opzet niet vermeld in deze introductie. Dit mede omdat we via Facebook mensen gecontacteerd hebben en bij de vraag om de enquête in te vullen de uitleg over het ‘waarom’ reeds kort hebben aangehaald. Tevens hebben de respondenten op deze manier alle relevante informatie ontvangen en dit gespreid over 2 stukjes tekst zodat een groot stuk tekst geen obstakel vormde om het al dan niet in te vullen van onze enquête. Bij deze willen we ook even vermelden dat de eerste versie van de enquête, welke voor de presentatie gebruikt was, al eens getest was op meerdere jongeren. Deze jongeren waren ook niet op de hoogte van ons onderzoek, dus vormden de perfecte testobjecten. Hierdoor hadden we al meerdere kleine fouten eruit kunnen halen. Ook de eindversie is kort getest geweest alvorens te publiceren. Verder zijn er na de eerste presentatie nog meerdere aanpassingen gedaan aan de enquête. Dit omdat er meerdere terechte argumenten en tips waren gegeven en we deze zeker niet wouden negeren. De belangrijkste aanpassingen worden verder nog aangehaald3. De enquête is elektronisch opgesteld en afgenomen. Er is ook steeds de functie ingebracht dat men verplicht was elke vraag te
2 3
Bron: http://blog.youngworks.nl/wp-content/uploads/2013/05/FactsheetMediagebruik.pdf Zie deel 4.2 Toelichting vragen.
7
beantwoorden om verder te kunnen gaan en bij elke vraag kon men maximum 1 antwoord geven. Dit om eventuele fouten reeds te voorkomen. Voor de antwoorden op de enquêtevragen verwijzen we naar de stata datafile 4en naar het deel over de testen5.
4.1 Algemene structuur De algemene structuur van de enquête is volgende: De eerste 6 vragen zijn tamelijk algemeen en komt weinig denkwerk aan te pas. We doelden ook nog niet specifiek op meerdaagse autocarvakanties. Deze vragen kon men snel invullen, waardoor er minder kans was dat respondenten vroegtijdig afhaken. Dit is ook een van de redenen waarom ze op de eerste blz. van de enquête stonden. Vervolgens komen we aan vraag 7, welke iets algemener is en men al wat meer bij moest nadenken. Desondanks bleef deze vraag nog redelijk simpel. We zijn met deze vraag ook aanbeland bij vragen die meer betrekking hebben op meerdaagse autocarvakanties en gaan dus meer specifiek. Daarna hebben we een blok van vragen 8 tot en met 11. Deze zijn allemaal interval schalen en moet je al iets meer bij nadenken. Deze hebben tevens ook allemaal specifiek betrekking op meerdaagse autocarvakanties. Daarna komt vraag 12, welke iets meer tijd nodig heeft om te lezen en te begrijpen. Je moet er dus al wat meer bij nadenken. Vervolgens hebben we vraag 13 en 14. Hier kan men rond discussiëren of deze vragen niet beter eerder aan bod waren gekomen. Wij hebben er voor gekozen om deze nu pas te stellen met volgende reden. Voor het goed beantwoorden van deze vragen kan het handig zijn al eens hebben stil gestaan bij meerdaagse autocar vakanties. Zo zit je meer in het onderwerp en weet je als respondent duidelijk over wat de enquête gaat en is het eenvoudiger om deze vraag te beantwoorden. Je weet voor jezelf beter een beeld te vormen waar je wel degelijk het meeste belang aan hecht. Als afsluiter komt dan nog vraag 15, de reden hiervoor is te vinden bij de opmerkingen rond deze vraag6. We beseffen dat de structuur van de enquête misschien beter nog wat anders had gekund, maar hebben er lang over zitten nadenken en uiteindelijk (na alle eerder besproken opmerkingen in rekening te hebben genomen) voor deze structuur gekozen.
4
Deze werd aan Dr. Els Breugelmans via mail bezorgd en is niet toegevoegd aan dit marktonderzoeksrapport. Zie deel 5. Data analyse. 6 Zie deel 4.2 Toelichting vragen, vraag 15. 5
8
4.2 Toelichting vragen In wat volgt gaan we sommige vragen kort toelichten en onze achterliggende gedachten hierbij verduidelijken. Vragen 5, 9 en 10 worden nier niet bij opgenomen. Hierbij hadden we geen algemene opmerkingen en spreken voor zich. Voor verder uitleg hierover verwijzen we door naar de data analyse, aanbevelingen en conclusie7. Vraag 1: Deze vraag is gebruikt om onze respondenten te filteren en is bijgevolg een selectievraag. In het begin hebben we duidelijk gemaakt dat de enquête uitsluitend bestemd was voor jongeren tussen 16 en 25 jaar, maar aangezien het wel eens vaker gebeurt dat men hier over leest, hebben we deze filter vraag erbij gezet. Op deze manier konden we de ingevulde exemplaren die niet tot onze doelgroep behoorden, verwijderen. Dit was uiteindelijk het geval voor een 2 tal enquêtes. Hierdoor zijn we zeker dat de enquêtes en het onderzoek betrekking hebben op de juiste doelgroep. We willen ook nog even kort vermelden dat het onze bedoeling was dat eens deze vraag foutief ingevuld werd, de enquête direct beëindigd werd. Hierdoor moest de betreffende respondent dus niet alles in te vullen. Helaas was deze optie in onze elektronische versie uitsluitend tegen betaling aanwezig en hebben we er bijgevolg geen gebruik van gemaakt.
Vraag 2: We hebben de keuze gemaakt om deze vraag niet achteraan te plaatsen, zoals we met de theorie hebben gezien, maar deze wel degelijk in het begin van de enquête te stellen. Bij onze testpersonen kwam het namelijk niet natuurlijk en geforceerd over om dergelijke vragen op het einde er nog bij te stellen. Ze kregen dergelijke vragen liever in het begin. De vraag zelf is geen echt selectievraag, maar wordt wel degelijk gebruikt voor het testen van andere vragen.
Vraag 3: Na de presentatie hebben we deze vraag nog aangepast. Aangezien mensen tijdens het invullen van de enquête vaak niet weten of ze voor hun vakantie over een auto beschikken, zijn we ons specifiek gaan richten op mensen die over een eigen auto beschikken. Dit laatste was namelijk wel goed meetbaar en nog steeds bruikbaar voor ons verder onderzoek.
Vraag 4: Deze vraag heeft betrekking op algemeen meerdaagse reizen, dus niet noodzakelijk met de autocar. We vragen met wie je het vaakst op vakantie gaat. De reden is dat we zo een inzicht krijgen hoe mensen daadwerkelijk op vakantie gaan en het dus het meest representatief is met de praktijk.
Vraag 6: Deze vraag heeft betrekking op toerisme en dus niet openbaar vervoer. Daarom specifiek verwezen naar de autocar.
7
Zie deel 5,6 en 8
9
Vraag 7: Bij onze eerste versie hadden we reeds bepaalde categorieën gekozen (vb. 0-6 uur, 7-12 uur). Helaas konden we deze keuze niet staven en waren er bepaalde duurtijden niet opgenomen. Daarom hebben we gekozen om er een open vraag van te maken. Zo konden we gemiddelden gebruiken en eventueel na het afnemen van de enquête nog bepaalde categorieën samen stellen naargelang de resultaten. We verwijzen hier naar de testen zelf voor verdere informatie over de verwerking van de resultaten8. De vraag zelf heeft ook specifiek betrekking tot de reistijd van je vertrekpunt (bij de aanvang van je reis) tot je eindbestemming (bij je vakantieverblijf). Zo kunnen we een beeld vormen tot welke plaatsen in Europa consumenten geneigd zijn de autocar nog te nemen. Het gaat dus niet over plaatselijke ritten of de totale tijd die je in een autocar hebt besteed gedurende je hele week op vakantie.
Vraag 8 en vraag 11: Beide vragen mogen misschien wel tegengestelden lijken, maar dit is zeker niet het geval. Mensen kunnen zowel belang hechten aan zelf hun tijd te kunnen invullen als aan deel te nemen aan vooraf vastgelegde (groeps)activiteiten. Daarom hebben we beide vragen met een 5puntschaal getest. Verder zijn beide vragen met opzet niet na elkaar geplaatst. Dit om te vermijden dat mensen net de link met de vragen zouden leggen en hun antwoorden (van beide vragen) op elkaar laten afstemmen. Ze moeten nu dus beide vragen afzonderlijk bekijken en beoordelen.
Vraag 12: Aangezien een standaard prijs van vliegtuig tickets heel moeilijk te bepalen is, denk maar aan het verschil tussen het vertrek in weekends en weekdagen, hoogseizoen en laagseizoen, goedkope vliegtuigmaatschappijen tegenover duurdere vliegtuigmaatschappijen, last-minutes tegenover op voorhand vastgelegde reizen, … ,hebben we een vast bedrag van 200 euro genomen. Met dit bedrag hebben we vervolgens de respondenten hun bereidheid tot betalen mee laten vergelijken. De respondenten moesten zich ook inleven in de situatie dat ze reeds bereid waren deze 200 euro voor de vliegtuigreis te betalen. Voor deze informatie hebben we meerdere websites van vliegtuigmaatschappijen geraadpleegd zoals Jetair, Ryanair en Brussels airlines. Deze zijn ook terug te vinden in onze referentielijst9.
Vraag 13: Na de presentatie hebben we besloten deze vraag nog iets specifieker te maken en dus er bij te vermelden welke intentie je hebt en over welk soort reis het exact gaat. Dit om misverstanden te voorkomen. De optie ‘anderen’ lieten we ook nog toelichten door de respondenten zelf (indien deze gekozen werd). Stel dat er een belangrijk type reis was dat we vergeten waren, konden de respondenten dit nog steeds vermelden en hier voor kiezen. Verder konden we dan nog steeds in deze groep mogelijke categorieën maken of deze bij een reeds bestaande groep toevoegen. Zo is achteraf gebleken dat een paar respondenten hier ‘skireis’ bij hadden gezet en deze antwoorden hebben we vervolgens ingedeeld bij ‘avontuurvakantie’. 8 9
Zie deel 5. Data analyse. Zie deel 9. Referentielijst.
10
Vraag 14: In het begin hadden we voor deze vraag een 5 puntschaal met een algemene peiling naar de waarde dat men aan comfort hecht. Omdat er eerder discussie was rond ‘Wat is nu juist comfort’, hebben we gekozen om de intervalschaal om te zetten in een specifieke keuze. We hebben de respondenten de keuze gegeven tussen 4 typen van comfort. Zo was de vraag en het antwoord veel duidelijker en bruikbaarder voor verder onderzoek.
Vraag 15: Deze vraag is met opzet als laatste gesteld. De reden is dat als we deze in het begin van de enquête zouden stellen, mensen misschien nog niet goed beseften over wat de enquête juist ging. Misschien konden ze zich ook geen volledig of juist beeld vormen over wat we met meerdaagse autocarvakanties bedoelden. Aangezien we wel degelijk te weten wouden komen of ze het type reis, welke in ons onderzoek gebruikt, zouden overwegen of niet, leek het ons dus beter de mensen zich eerst even kort te laten inleven. Hier kan je natuurlijk de kritiek op geven dat we hierdoor onze respondenten al wat stuurden in een bepaald richting. Toch leek het ons de beste optie om het op deze manier aan te pakken. Zo zouden de antwoorden meer toepasselijk zijn voor hetgeen we juist wouden onderzoeken. Voor ons onderzoek mag het namelijk dat mensen eerst de nodige prikkels zouden krijgen tijdens hun keuze en wouden we niet zo zeer onderzoeken of ze als eerste intentie de overweging maken. Het gaat dus eerder richting het kijken of mensen bereid zijn dergelijke vakanties te overwegen. Mochten ze er voorbeeld totaal geen oor naar hebben, weet je dat je er geen tijd of energie is moet steken, aangezien deze toch waardeloos zou zijn.
11
5.Data analyse Vooraleer we de testen gaan bespreken, willen we nog even zeggen dat we bij alle testen, op één uitzondering na10, gaan werken met een vijf procent significantie niveau om de nulhypotheses te verwerpen. We willen ook nog even vermelden dat onderstaande testen uitgevoerd zijn aan de hand van het STATA softwarepakket. Verder hebben we enkele teruggekregen enquêtes verwijderd. Dit omdat er een 3 tal waren die door iemand buiten onze leeftijdscategorie waren ingevuld en enkele waren overal de waarde 0 bij weergegeven, ondanks dat dit zelfs niet mogelijk zou mogen zijn. Waar juist het probleem zat blijft ons onduidelijk, maar deze exemplaren hebben dus verder geen invloed gehad op het onderzoek. Research question 1 One-sample t test -----------------------------------------------------------------------------Variable | Obs Mean Std. Err. Std. Dev. [95% Conf. Interval] ---------+-------------------------------------------------------------------prijsverschil | 108 103.1481 6.990633 72.64879 89.29003 117.0063 -----------------------------------------------------------------------------mean = mean(prijsverschil) t = 14.7552 Ho: mean = 0 degrees of freedom = 107 Ha: mean < 0 Pr(T < t) = 1.0000
Ha: mean != 0 Pr(|T| > |t|) = 0.0000
Ha: mean > 0 Pr(T > t) = 0.0000
Bij research question1 willen we het prijsverschil tussen de prijs van een vliegtuigticket(200) en de prijs die jongeren willen betalen voor een autocarreis naar eenzelfde bestemming testen. Omdat er één onafhankelijke groep is met de prijs die jongeren willen betalen voor de autocarreis als afhankelijke variabele en we met een interval schaal werken, gaan we deze RQ eenzijdig testen met een one-sample t test. Om deze test te interpreteren bekijken we de rechtse P-waarde (we hebben namelijk eenzijdig getest) en we zien dat deze heel klein, zo goed als nul, en dus zeer significant is. Hierdoor kunnen we de nulhypothese zeer sterk gaan verwerpen, met andere woorden: er is een positief prijsverschil tussen de prijs voor een vliegtuigreis en de prijs van een autocarreis. Als we nu naar de gemiddelde waarde kijken, zien we dat deze ongeveer 103 bedraagt. Dit wil zeggen dat men voor ons opgezet voorbeeld gemiddeld de helft minder wil betalen voor een autocarreis dan voor een vliegtuigreis naar eenzelfde bestemming.
10 Zie research question 4, Variance ratio test
12
Research question 2 Variance ratio test -----------------------------------------------------------------------------Group | Obs Mean Std. Err. Std. Dev. [95% Conf. Interval] ---------+-------------------------------------------------------------------nee | 23 12.6087 1.007362 4.831141 10.51955 14.69784 ja | 84 14.02381 .8184225 7.500966 12.396 15.65162 ---------+-------------------------------------------------------------------combined | 107 13.71963 .6783804 7.017222 12.37467 15.06458 -----------------------------------------------------------------------------ratio = sd(nee) / sd(ja) f = 0.4148 Ho: ratio = 1 degrees of freedom = 22, 83 Ha: ratio < 1 Pr(F < f) = 0.0109
Ha: ratio != 1 2*Pr(F < f) = 0.0219
Ha: ratio > 1 Pr(F > f) = 0.9891
Bij research question 2 willen we de relatie onderzoeken tussen al dan niet ervaring hebben met autocarreizen en de getolereerde duurtijd van de autocarrit voor een weekje vakantie. Er zijn hier twee onafhankelijke groepen (de ervaren en onervaren jongeren). Aangezien we de duur van de rit als afhankelijke variabele hebben en we werken met een intervalschaal hebben we gekozen om deze relatie tweezijdig te testen met de independent sample t-test. Eerst hebben we een variance ratio test gedaan om te kijken of er gelijke of ongelijke varianties zijn tussen de onafhankelijke groepen. Nadat de test is uitgevoerd moeten we eerst kijken of er wel genoeg respondenten per groep zijn, normaal meer dan dertig. Bij deze test zien we dat dit bij de onervaren groep niet zo is, maar omdat het moeilijk is om de huidige twee groepen samen te nemen, hebben we besloten om de bestaande verdeling te behouden met inachtneming van het tekort in de onervaren groep. Nu kunnen we de middelste P-waarde(0,0219) interpreteren,want we testen tweezijdig. We zien dat deze significant klein is en kunnen besluiten dat we met ongelijke varianties te maken hebben tussen de twee groepen.
13
Two-sample t test with unequal variances -----------------------------------------------------------------------------Group | Obs Mean Std. Err. Std. Dev. [95% Conf. Interval] ---------+-------------------------------------------------------------------nee | 23 12.6087 1.007362 4.831141 10.51955 14.69784 ja | 84 14.02381 .8184225 7.500966 12.396 15.65162 ---------+-------------------------------------------------------------------combined | 107 13.71963 .6783804 7.017222 12.37467 15.06458 ---------+-------------------------------------------------------------------diff | -1.415114 1.297919 -4.0169 1.186673 -----------------------------------------------------------------------------diff = mean(nee) - mean(ja) t = -1.0903 Ho: diff = 0 Satterthwaite's degrees of freedom = 54.3511 Ha: diff < 0 Pr(T < t) = 0.1402
Ha: diff != 0 Ha: diff > 0 Pr(|T| > |t|) = 0.2804 Pr(T > t) = 0.8598
Vervolgens gaan we verder met testen aan de hand van de two sample t-test voor ongelijke varianties. Wanneer we nu kijken naar de middelste P-waarde(tweezijdige test) zien we dat deze niet significant is en we de nulhypotheses niet kunnen verwerpen aangezien de P-waarde(0,2804) niet kleiner is dan vijf procent. Met andere woorden, er is geen significant verschil tussen de geprefereerde duurtijd voor jongeren die reeds ervaring hebben en degene die geen ervaring hebben. We kunnen wel zien dat de gemiddelde duur van de ervaren jongeren(14) iets hoger ligt dan die van de onervaren(12,5), maar kunnen er dus geen echte uitspraak over doen dat dit altijd zo geldt. Opmerking:Bij deze test hebben we ook nog wat aangepast in onze data want er was een probleempje met één bepaalde waarde. Eén van onze respondenten had namelijk, per ongeluk vermoeden we, 1000 ingevuld bij de duur. Deze waarde bleek echter een grote invloed te hebben op onze test waardoor we deze weggelaten hebben.
Duur (uur) 16 14 12 10 8 6 4 2 0 Geen ervaring
Wel ervaring
Gemiddeldes genomen bij beide groepen
14
Research question 3
+----------------------------------------+ | downgrade_milieu expperc expfreq obsfreq | |-------------------------------------------------------------| | nee 50 53.5 97 | | ja 50 53.5 10 | +----------------------------------------+ chisq(1) is 70.74, p = 0 Bij research question 3 wouden we weten of de impact op het milieu een belangrijke factor was bij het kiezen van de reis. Aangezien er slechts één onafhankelijke groep is met ‘rekening houden met het milieu’ als afhankelijke variabele en we werken met een nominale schaal, gaan we deze vraag tweezijdig testen met een chisq. test for goodness of fit. Om deze te bekomen hebben we eerst onze data moeten downgraden. We hebben voor ‘nee’ de punten, op een intervalschaal, die weergaven dat men geen rekening houdt met het milieu(1;2) en het neutrale punt(3) genomen. Dit neutrale punt hebben we bij ‘nee’ gezet omdat we denken dat wanneer men ergens onverschillig voor is dit niet zo belangrijk vindt en er dus ook geen rekening mee gaat houden. Vervolgens hebben we de punten (4;5) bij ‘ja’ genomen omdat deze weergeven dat men wel rekening houdt met het milieu. Nu kunnen we verdergaan met de test zelf: eerst hebben we gekeken of de verwachte frequenties voldeden aan de voorwaarden, en dit klopt (0% van de cellen <5). Nu kunnen we de P-waarde gaan interpreteren en deze is zeer significant, gewoon nul eigenlijk, dus kunnen we stellen dat we de nulhypothese sterk gaan verwerpen. Hieruit leiden we af dat onze verwachtingen omtrent de percentages niet kloppen. Als we nu naar de geobserveerde frequenties kijken, blijkt dat er inderdaad een groot aantal (97) geen rekening houdt met het milieu bij het kiezen van zijn reis in tegenstelling tot het kleine aantal (10) dat wel rekening houdt met het milieu. Als we ook het gemiddelde nemen van alle respondenten zien we dat dit gelijk is aan 5 2, wat dus wil zeggen dat men inderdaad geen rekening gaat houden met het 4 milieu bij het kiezen van de reis. 3
2
1
Milieu
1=helemaal niet akkoord 3=neutraal 5= helemaal akkoord
15
Research question 4 Variance ratio test -----------------------------------------------------------------------------Group | Obs Mean Std. Err. Std. Dev. [95% Conf. Interval] ---------+-------------------------------------------------------------------vrouw | 44 3.5 .1704986 1.13096 3.156157 3.843843 man | 63 4.063492 .112853 .8957429 3.837902 4.289082 ---------+-------------------------------------------------------------------combined | 107 3.831776 .0998023 1.032363 3.633908 4.029643 -----------------------------------------------------------------------------ratio = sd(vrouw) / sd(man) f = 1.5941 Ho: ratio = 1 degrees of freedom = 43, 62 Ha: ratio < 1 Pr(F < f) = 0.9542
Ha: ratio != 1 2*Pr(F > f) = 0.0917
Ha: ratio > 1 Pr(F > f) = 0.0458
Bij research question 4 willen we gaan testen of het geslacht een invloed heeft op de preferentie om met enkel leeftijdsgenoten te reizen. Aangezien er twee onafhankelijke groepen, man en vrouw, zijn met de preferentie voor leeftijdsgenoten als afhankelijke variabele en we gebruik maken van een interval schaal zullen we dit tweezijdig gaan testen met een independent samples t-test. Hiervoor moeten we eerst een variance ratio test doen om te bepalen of we gelijke of ongelijke varianties tussen de groepen hebben. Eens deze test uitgevoerd ,voor we verdergaan met interpreteren, gaan we na of er meer dan dertig respondenten per groep zijn, we zien dat er aan deze voorwaarde voldaan is. Nu kunnen we de middelste P-waarde (0.0917) , want we testen tweezijdig, gaan interpreteren. Deze waarde is niet zeer significant maar wel marginaal significant(kleiner dan tien procent) en voldoende klein voor ons om te besluiten dat er ongelijke varianties zijn tussen de groepen. We moeten hierbij nog zeggen dat enkel bij deze test we afwijken van het gekozen vijf procent significantie niveau. Dit doen we omdat we vinden dat de P-waarde toch bijna op het vijf procent niveau zit en dus eerder zegt dat we met ongelijke varianties te maken hebben.
16
Two-sample t test with unequal variances -----------------------------------------------------------------------------Group | Obs Mean Std. Err. Std. Dev. [95% Conf. Interval] ---------+-------------------------------------------------------------------vrouw | 44 3.5 .1704986 1.13096 3.156157 3.843843 man | 63 4.063492 .112853 .8957429 3.837902 4.289082 ---------+-------------------------------------------------------------------combined | 107 3.831776 .0998023 1.032363 3.633908 4.029643 ---------+-------------------------------------------------------------------diff | -.5634921 .2044641 -.9705093 -.1564748 -----------------------------------------------------------------------------diff = mean(vrouw) - mean(man) t = -2.7559 Ho: diff = 0 Satterthwaite's degrees of freedom = 78.4833 Ha: diff < 0 Pr(T < t) = 0.0036
Ha: diff != 0 Ha: diff > 0 Pr(|T| > |t|) = 0.0073 Pr(T > t) = 0.9964 1=helemaal niet akkoord 3=neutraal 5= helemaal akkoord
Vervolgens doen we een two sample 5 t-test voor ongelijke varianties. Omdat we een tweezijdig test doen, gaan we 4 de middelste P-waarde interpreteren. Deze geeft een kleine en dus zeer 3 signifcante waarde weer met als gevolg 2 dat we de nulhypothese gaan verwerpen. Dat houdt in dat er wel 1 degelijk een verschil is in preferentie man vrouw om met leeftijdsgenoten te reizen tussen mannen en vrouwen. Ter illustratie kunnen we de gemiddelde waarden van de twee groepen beschouwen. Hier zien we dat enerzijds vrouwen, gemiddeld genomen, meer een neutralere preferentie hebben, terwijl anderzijds de mannen toch wel eerder de voorkeur hebben om met leeftijdsgenoten te reizen.
17
Research question 5 | Summary of reserveren gezelschap | Mean Std. Dev. Freq. ------------+--------------------------------------------------Partner | 3.0322581 1.3034281 31 kleine groep | 2.9583333 1.2875564 48 grote groep | 2.9285714 1.2450962 28 ------------+--------------------------------------------------Total | 2.9719626 1.2698087 107 Analysis of Variance Source SS df MS F Prob >F -------------------------------------------------------------------------------------------Between groups .174336391 2 .087168196 0.05 0.9483 Within groups 170.741551 104 1.64174569 --------------------------------------------------------------------------------------------Total 170.915888 106 1.61241404 Bartlett's test for equal variances: chi2(2) = 0.0627 Prob>chi2 = 0.969 Comparison of reserveren by gezelschap (Bonferroni) Row Mean-| Col Mean | partner kleine g ---------+---------------------kleine g | -.073925 | 1.000 grote gr | -.103687 -.029762 | 1.000 1.000
Voor research question 5 testen we of het type reisgezelschap een invloed heeft op het belang dat men hecht aan de optie om op voorhand zitplaatsen te kunnen reserveren. We hebben hiervoor een ANOVA test gedaan omdat er meerdere onafhankelijke groepen (het reisgezelschap) zijn met als afhankelijke variabele het belang dat men hecht aan de optie om de zitplaatsen te reserveren en we werken met een interval schaal. Bij het eerste maal uitvoeren van de ANOVA zagen we dat we niet in elke groep meer dan dertig respondenten hadden, daarom hebben we de groepen ‘alleen’ en ‘partner/vriend/vriendin’ samen genomen zodat we voor die groep wel genoeg respondenten hadden. Nu zien we ook nog dat ‘grote groep’ niet meer dan dertig respondenten heeft, maar omdat we vonden dat we deze groep apart moest blijven en niet konden samenvoegen met een andere groep en omdat er toch bijna dertig respondenten zijn, hebben we dit zo gelaten. 18
Door middel van de P-waarde(Prob>F) kunnen we nu deze test gaan interpreteren, reking houdend met het tekort aan respondenten in één groep. Uit deze P-waarde, die vrij groot is en helemaal niet significant, besluiten we dat we de nulhypothese niet zullen gaan verwerpen. Met andere woorden, er is geen verschil tussen de groepen omtrent het belang dat men hecht aan de optie om op voorhand de zitplaatsen op de bus te kunnen reserveren. Dit kunnen we ook uit bonferroni test halen, deze geeft het verschil tussen de groepen hun gemiddelde waarden weer. We zien dat deze verschillen allemaal vrij klein zijn, zo is bijvoorbeeld het verschil tussen ‘partner’ en ‘kleine groep’ slechts 0,07. De gemiddelde waarden per groep 5 tonen dit ook, ze zijn allemaal ongeveer drie. We concluderen dat jongeren eerder neutraal zijn 4 ingesteld tegenover de reservatiemogelijkheid. Hieruit kunnen we concluderen dat we geen ‘gat in de markt’ gevonden hebben, maar ook dat 3 het zeker geen kwaad kan om deze mogelijkheid toch aan te bieden. 2
1
Research question 6: +--------------------+ | Key | |--------------------| | frequency | | expected frequency | | column percentage | +--------------------+ RECODE of | auto overweging | nee ja | Total -----------+----------------------+---------nee | 33 19 | 52 | 35.5 16.5 | 52.0 | 45.21 55.88 | 48.60 -----------+----------------------+---------ja | 40 15 | 55 | 37.5 17.5 | 55.0 | 54.79 44.12 | 51.40 -----------+----------------------+---------Total | 73 34 | 107 | 73.0 34.0 | 107.0 | 100.00 100.00 | 100.00
Partner
Kleine groep
Grote groep
1=geen belang 3=neutraal 5=veel belang
1=helemaal niet akkoord 3=neutraal 5=helemaal akkoord
1=geen auto 2=wel auto
Pearson chi2(1) = 1.0585 Pr = 0.304
19
Bij deze research question 6 RQ6 hebben we getest of het al dan niet hebben van een auto een invloed heeft op de overweging om een autocarreis te maken. We hebben hier twee onafhankelijke groepen, wel-geen auto, met de overweging om een autocarreis te maken als afhankelijke variabele en een nominale schaal, dus testen we de RQ tweezijdig met een chisq. test for independence. Deze afhankelijke groep zijn we bekomen door, van een intervalschaal, de punten (1;2), die zeggen dat men niet overweegt om een autocarreis te maken bij de ‘nee’ groep te nemen. Hierbij hebben we ook het neutrale punt(3) genomen omdat we hier opnieuw redeneren dat iemand die onverschillig is eerder geen autocarreis zal boeken. De andere punten(4;5) die weergeven dat men wel overweegt om een autocarreis te maken hebben we dan weer bij de groep ‘ja’ genomen. Nu zullen we naar de test zelf kijken: aangezien de verwachte frequentie in 0% van de cellen kleiner dan vijf is, kunnen we verdergaan met interpreteren van de P-waarde. We zien dat deze niet significant is, dus zullen we de nulhypothese niet kunnen verwerpen. Dit betekent dat het al dan niet hebben van een auto geen invloed heeft op de overweging om een autocarreis te maken.
Research question 7 Paired t test -----------------------------------------------------------------------------Variable | Obs Mean Std. Err. Std. Dev. [95% Conf. Interval] ---------+-------------------------------------------------------------------eigenact | 107 3.897196 .0817877 .8460182 3.735044 4.059348 groeps~t | 107 2.981308 .1028438 1.063825 2.777411 3.185206 ---------+-------------------------------------------------------------------diff | 107 .9158879 .1449323 1.499192 .6285454 1.20323 -----------------------------------------------------------------------------mean(diff) = mean(eigenact - groepsact) t = 6.3194 Ho: mean(diff) = 0 degrees of freedom = 106 Ha: mean(diff) < 0 Pr(T < t) = 1.0000
Ha: mean(diff) != 0 Pr(|T| > |t|) = 0.0000
Ha: mean(diff) > 0 Pr(T > t) = 0.0000
Bij research question 7 willen we testen of men meer belang hecht aan de mogelijkheid om eigen activiteiten te kiezen of eerder aan de mogelijkheid om deel te nemen aan vooraf georganiseerde activiteiten. We hebben hierbij twee gerelateerde groepen, het belang dat men hecht aan eigen activiteiten en aan georganiseerde activiteiten, met een interval schaal, vandaar dat we deze RQ tweezijdig testen met de paired samples t-test. Eerst kijken we of we in elk van groepen meer dan 30 respondenten hebben, wat hier duidelijk het geval is. Nu kunnen we kijken naar de middelste Pwaarde want we testen tweezijdig. Deze P-waarde is erg significant, zo goed als 0,dus kunnen we de nulhypothese sterk gaan verwerpen. We kunnen dus zeggen dat men niet evenveel belang hecht aan mogelijkheid om eigen activiteiten te kiezen als aan de mogelijkheid om deel te nemen aan vooraf georganiseerde activiteiten. Dit zien we duidelijk als we opnieuw de gemiddeldes van de twee groepen met elkaar gaan vergelijken. We zien dat het gemiddelde belang dat men hecht aan de 20
mogelijkheid om de eigen activiteiten (3,9) een stuk hoger ligt dan het belang dat men hecht aan de mogelijkheid om aan vooraf georganiseerde activiteiten deel te nemen (3). Dus terwijl men bij de georganiseerde activiteiten vrij neutraal is, hecht men toch wat belang aan de mogelijkheid om eigen activiteiten te kiezen.
Research question 8 +--------------------+ | Key | |--------------------| | frequency | | expected frequency | | column percentage | +--------------------+ RECODE of | thema comfort | feest cultuur avontuur allround | Total ----------------+----------------------------------------------------------------wifi, airco, tv | 10 8 11 8 | 37 | 9.0 7.5 10.8 9.7 | 37.0 | 40.00 38.10 36.67 29.63 | 35.92 ----------------+-------------------------------------------------------------------beenruimte | 15 13 19 19 | 66 | 16.0 13.5 19.2 17.3 | 66.0 | 60.00 61.90 63.33 70.37 | 64.08 ----------------+---------------------------------------------------------------Total | 25 21 30 27 | 103 | 25.0 21.0 30.0 27.0 | 103.0 | 100.00 100.00 100.00 100.00 | 100.00 Pearson chi2(3) = 0.6954 Pr = 0.874
Hier willen we testen of het thema van de reis een invloed heeft op aan welk type van comfort men het meeste belang hecht. We hebben hier vijf onafhankelijke groepen, de verschillende thema’s met het belangrijkste type comfort als afhankelijke variabele en een nominale schaal. Dit betekent dat we deze RQ tweezijdig gaan testen met een chisq. test for independence. Bij de afhankelijke groepen hebben we wifi, airco en tv samengenomen in één groep omdat er anders niet aan de voorwaarde omtrent de waarde kleiner dan vijf in minder dan 20% van de cellen was voldaan. Bij de onafhankelijke groepen hebben we dan weer de groep ‘Andere’ weggelaten omdat deze door een heel klein aantal (slechts 4) was aangeduid en er ook voor zorgde dat we in enkele cellen een verwachte frequentie kleiner dan één hadden, het weglaten van deze groep had ook nauwelijks een effect op de P-waarde. Vervolgens konden we zien dat deze P-waarde(0,874) niet significant is waardoor we ook hier de nulhypothese niet kunnen verwerpen. Samenvattend kunnen we zeggen dat het thema van de vakantie geen invloed heeft op het type comfort waaraan men belang hecht. Daar staat tegenover dat we wel iets kunnen concluderen omtrent het type comfort: we halen uit de 21
tabel dat beenruimte bijna twee keer meer wordt gekozen als belangrijkste type van comfort dan alle andere types samen. Dit wil dus zeggen dat de organisaties hier best rekening mee houden wanneer ze bijvoorbeeld hun autocars willen aanpassen aan de preferenties van de jonge reizigers.
Research question 9 One-sample t test -----------------------------------------------------------------------------Variable | Obs Mean Std. Err. Std. Dev. [95% Conf. Interval] ---------+-------------------------------------------------------------------leefti~n | 107 3.831776 .0998023 1.032363 3.633908 4.029643 -----------------------------------------------------------------------------mean = mean(leeftijdsgenoten) t = 8.3342 Ho: mean = 3 degrees of freedom = 106 Ha: mean < 3 Pr(T < t) = 1.0000
Ha: mean != 3 Pr(|T| > |t|) = 0.0000
Ha: mean > 3 Pr(T > t) = 0.0000
Als laatste RQ willen we testen of er nu globaal genomen een preferentie van jongeren is om met leeftijdsgenoten te reizen. Dit gaan we tweezijdig testen aan de hand van een one sample t-test aangezien we hier één groep, de jongeren, hebben met als afhankelijke variabele de preferentie om met leeftijdsgenoten te reizen en we werken met een interval schaal. Bij het interpreteren van deze test kijken we naar de middelste P-waarde, want we testen tweezijdig. Deze blijkt zeer significant te zijn, zo goed als nul, wat dus wil zeggen dat we de nulhypothese sterk gaan verwerpen. Anders gezegd, jongeren hebben een preferentie om met enkel leeftijdsgenoten te reizen. Dit kunnen we ook besluiten bij het kijken naar de gemiddelde waarde(3,8): deze geeft aan dat de jongeren eerder de preferentie hebben om met hun leeftijdsgenoten te reizen. Het lijkt ons dus zeer interessant dat men in hun aanbod reizen waarvoor enkel jongeren kunnen boeken aanbiedt en deze zeker promoot richting jongeren toe. Verder onderzoek rond dit onderwerp is dus ten sterkte aan te raden.
1= helemaal niet akkoord 3=neutraal 5=helemaal akkoord (1-106 is de nummer van de respondent) 22
6.Aanbevelingen - Gegeven de informatie over de prijs van een vliegtuigreis naar een bepaalde bestemming, de prijs zo zetten dat men competitief blijft (in de mate dat dit mogelijk is). Op deze manier zou men een groter publiek kunnen bereiken. Uit ons onderzoek hebben we kunnen vaststellen dat voor onze fictieve situatie men ongeveer de helft van een overeenkomstige vliegtuigreis wou betalen. Helaas kunnen we niet met zekerheid zeggen of dit percentage representatief is voor andere reizen. Extra onderzoek zal moeten uitwijzen of het gewenste prijsverschil tussen een autocarreis (enkel vervoer) en een vliegtuigreis bestemmingsgebonden is of niet. - Reclame maken over het zuinig zijn van autocarreizen zal zeker geen kwaad doen, maar het zal ook amper inspelen op het grote publiek (jongeren). Anderzijds kan het wel voor een specifiek niche van jongeren aanspreken, maar dat zijn slechts enkele op een grote schaal en zou waarschijnlijk niet rendabel zijn. - Het invoeren van leeftijdsspecifieke reizen en dit ook duidelijk te communiceren naar de klant toe, zal zeker een positief effect hebben op de vraag bij jongeren. Het aspect dat jongens een iets grotere voorkeur hebben om met leeftijdsgenoten te reizen, is moeilijker te vertalen naar een actie, maar kan zeker ook waardevolle informatie zijn. Het is dus zeker aangeraden om ‘jongerenreizen’ aan te bieden, een vakantie formule waarbij men met een hele autocar jongeren op vakantie gaat. Deze soort van reizen zou verschillende twijfelaars kunnen overhalen om toch mee te gaan. - Het wel of niet aanbieden van de optie om te kunnen reserveren zal zeer weinig verschil maken, maar het zou wel enkele potentiële klanten een extra duwtje in de rug kunnen geven die ze nodig hebben. Kwaad kan het in ieder geval niet. -Jongeren die een eigen auto bezitten zijn volgens onze bevindingen geen rechtstreekse concurrent van de autocar. Toch moeten we een kleine bemerking maken dat het ‘ hebben ‘ van een auto niet gelijk is aan de mogelijkheid om op reis te gaan met een auto (vrienden met een auto, huurauto,...). Onze conclusie moet men dus zeker met een kritisch oog bekijken. - De reisorganisatie zou zeker de optie om de eigen activiteiten te kunnen organiseren moeten aanbieden of toch op bepaalde aspecten de nadruk te leggen op vrijheid van de groep. Optioneel zou men dan ook georganiseerde activiteiten kunnen aanbieden om dan de optimale mix te kunnen voorschotelen aan de klanten (in de mate dat dit mogelijk is). - Specifieke doelgericht comfort voor verschillende themareizen is dus zeker niet aan de orde. Maar algemeen kan de reisorganisatie volgens onze bevindingen beter focussen op beenruimte vooraleer men aan een ander soort comfort begint.
23
7.Kritische reflectie en beperkingen Populatie: Een grotere groep respondenten waaronder een betere verdeling tussen mannen en vrouwen (huidig: 1/3 vrouwen, 2/3 mannen) zou beter zijn geweest. Bij RQ 2 hadden we ook slechts een beperkte groep van jongeren die geen ervaring hadden met autocarreizen, uitbreiding van deze groep zou aangewezen zijn. Research Question 1: Hiervoor zijn we vertrokken vanuit de prijs van een vliegtuigticket, maar er zijn natuurlijk ook andere redenen die niet in de prijs verwerkt zitten die kunnen leiden tot een verschil in voorkeur. Een voorbeeld hierbij is aviofobie of vliegangst, deze mensen hebben vanzelfsprekend een voorkeur om te reizen met autocar. Het prijsverschil is bijgevolg ook niet de ideale maatstaf om preferentie te meten. Research Question 6: Hier hebben we niet de perfecte formulering gevonden om ‘reizen met auto’ te vergelijken met ‘reizen met autocar’, aangezien dat reizen met auto niet impliceert dat je een auto hebt. Anderzijds is het ‘ hebben ‘ van een auto niet gelijk aan de mogelijkheid om op reis te gaan met een auto (vrienden met een auto, huurauto,...). Onze conclusie moet men dus zeker met een kritisch oog bekijken. Research Question 8: Het verdelen van comfort zou zeker beter hebben gekund. De groepen zoals wifi en tv zijn iets te gelijkaardig om echt een verschil te kunnen maken, een algemene groep entertainment zou misschien beter zijn geweest.
8.Conclusie Als we uit dit onderzoek de belangrijkste zaken destilleren komen we uiteindelijk aan de volgende conclusies. 1) Jongeren willen goedkoop reizen en niet langer dan 14 uur onder weg zijn. Dit verschilt weinig tussen jongens en meisjes. Dit hoeft op een klein continent als Europa geen probleem te zijn. Met 14 uur reizen kun je vanuit Brussel al het overgrote deel van het continent bestrijken, van Barcelona tot Boedapest en Kopenhagen tot Firenze11. 2) Verassend genoeg is het niet zo dat Vlaamse jongeren met een eigen auto meer of minder een autocarvakantie zouden overwegen dan Vlaamse jongeren zonder een eigen auto. De redenen hiervoor zijn niet geheel duidelijk, maar hebben vermoedelijk te maken met het comfort van de buschauffeur. Je wordt dus ergens naartoe gebracht en moet je zelf geen zorgen maken en kan evenredig genieten van de vakantie als je vrienden. Of misschien om het feit dat een auto in een vreemde stad meer een last is dan een voordeel. In grote steden rijdt meestal openbaar vervoer, en een geparkeerde auto is een mogelijk doelwit voor inbraak. Meer onderzoek zou weleens nuttig kunnen blijken om meer exacte redenen te achterhalen.
11
Zie Bijlage 3: Kaart Europa
24
3) Eco-reizen, het nieuwe opkomende fenomeen in toerisme, heeft zich nog niet geworteld in de mindset van de jongerenconsumenten. Blijkbaar denken ze er niet aan of willen ze er voor die ene vakantie ook even niet aan denken. Alhoewel voor relatief korte reizen de autocar beduidend minder belastend is voor het milieu dan bijvoorbeeld een vliegtuig. Wellicht is het nuttig om dit voordeel duidelijker over te brengen op milieubewuste jongeren. 4) Jongeren willen liever hun eigen weg gaan als ze eenmaal op hun bestemming zijn. Gidsen en andere georganiseerde activiteiten hecht men meestal iets minder belang aan. Dit geeft wellicht aanleiding tot de mogelijkheid om de autocar meer te zien als een vervoermiddel naar de vakantie, eerder dan een deel van een heel pakket. Wellicht helpt het om mensen vooraf te laten kiezen aan welke activiteiten ze wel of niet willen deelnemen. Bouw in ieder geval genoeg vrije tijd in.
5) Jongeren van 16-25 willen toch het liefst met mensen van hun eigen leeftijd reizen. Reizen toegespitst op jongeren zijn dus aan te bevelen. Gemengde reizen zouden, tenminste van het standpunt van jongeren, niet aanslaan. Dit voordeel kan wellicht ook uitgebuit worden door gebruik te maken van jongerenkanalen, zoals MTV, TMF en Jim, alsook banners op sociale netwerksites zoals Facebook en Twitter, waar je al snel jongeren van andere leeftijden kan onderscheiden. 6) Bouw genoeg beenruimte in de autocars. Op een lange busreis vinden jongeren beenruimte veel belangrijker dan alle andere methodes van comfort samen.
Alhoewel wij toch wat licht hebben kunnen werpen op het dilemma waar BAAV ons mee heeft geconfronteerd, is het nog niet genoeg. Meer diepgaander onderzoek zou nodig zijn om de onderliggende redenen voor deze bevindingen te achterhalen.
9.Referentielijst http://www.ryanair.com/nl-be https://www.jetair.be/ http://www.brusselsairlines.com/nl_be/ http://www.deglobetrotter.be/images/images/bussen/DSC02435.JPG http://blog.youngworks.nl/wp-content/uploads/2013/05/FactsheetMediagebruik.pdf www.enquetemaken.be
25
Bijlage 1: Enquête De volgende enquête onderzoekt de invloed van bepaalde factoren op de beslissing om een meerdaagse autocarvakantie te maken. Een meerdaagse autocarvakantie is een recreatieve vakantie waarbij men de autocar (dus geen openbaar vervoer) als vervoermiddel gebruikt. De vakantie duurt minimaal twee dagen met minstens één overnachting. Het invullen van deze enquête neemt slechts drie minuten in beslag. Deze enquête is specifiek bedoeld voor Vlamingen van 16 t.e.m. 25 jaar. Indien u niet tot deze leeftijdscategorie behoort, hoeft u deze enquête niet in te vullen. 1 Wat is uw leeftijd? 2 Wat is uw geslacht? Man Vrouw 3 Heeft u een eigen auto? Ja Neen 4 Als ik op meerdaagse reis ga, ga ik het vaakst (Gelieve maar één antwoord aan te duiden.) : alleen. met partner/vriend/vriendin. met een kleine groep (max 4 pers.). met een grote groep (>4 pers.). 5 Als ik op reis ga, houd ik rekening met het milieu bij de keuze van mijn transportmiddel. Helemaal niet akkoord 1
2
3
4
5
Helemaal akkoord
6 Heeft u ooit al een meerdaagse reis per autocar gemaakt? Ja Neen 7 Hoeveel uur mag voor u een autocarrit maximaal duren, indien u voor een week op vakantie gaat? (vertrekpunt tot bestemming incl. rustpauzes)
8 Hoeveel belang hecht u aan de mogelijkheid om uw eigen activiteiten te kunnen plannen bij meerdaagse autocarvakanties? Helemaal geen belang 1
2
3
4
5
Heel veel belang
9 Bij een meerdaagse autocarvakantie hecht ik belang aan de mogelijkheid om zitplaatsen op de autocar op voorhand te kunnen reserveren. Helemaal niet akkoord 1
2
3
4
5
Helemaal akkoord
26
10 Ik verkies een meerdaagse autocarvakantie met alleen leeftijdsgenoten boven een gelijkaardige autocarvakantie met personen van alle leeftijden. Helemaal niet akkoord 1
2
3
4
5
Helemaal akkoord
11 Hoeveel belang hecht u aan de mogelijkheid om deel te nemen aan vooraf georganiseerde activiteiten bij meerdaagse autocarvakanties? Helemaal geen belang 1
2
3
4
5
Heel veel belang
12 Stel dat u een week naar Barcelona op vakantie wilt gaan. Een vliegtuigticket naar Barcelona kost 200 euro. U weet ook dat deze vlucht anderhalf uur duurt exclusief het inchecken en de reis van en naar de luchthaven. Hoeveel euro zou u nu bereid zijn te betalen voor een autocarreis (exclusief plaatselijk vervoer) naar Barcelona als u weet dat deze twaalf uur duurt?
13 Stel u overweegt een meerdaagse autocarvakantie, welk van onderstaande thema’s zou u dan verkiezen? (Gelieve maar één antwoord aan te duiden.) Een feestvakantie (zonnen, disco ...) Een cultuurvakantie (musea, architectuur ...) Een avontuurvakantie (kajakken, mountainbiken ...) Een allroundvakantie Andere Wanneer u 'andere' aanduidde, gelieve hier toe te lichten. 14 Aan welk aspect van comfort in de autocar bij een meerdaagse autocarvakantie hecht u het meeste belang (Gelieve maar één antwoord aan te duiden.)? Wifi airco beenruimte tv 15 Zou u een meerdaagse autocarvakantie overwegen? Absoluut niet 1
2
3
4
5
Absoluut wel
Wij danken u voor uw medewerking.
27
Bijlage 2: Codebook Opmerking: Er zijn geen ‘missing values’ aanwezig. Doordat de enquête uitsluitend elektronisch is afgenomen en elke vraag beantwoord moest worden alvorens je naar de volgende kon gaan, hebben we steeds een toepasselijk antwoord gekregen. Variable name (ID)
Label (ID-number)
Coding instructions
1
Leeftijd
Wat is uw leeftijd?
leeftijd
2
Geslacht
Wat is uw geslacht?
Nominaal
3
Auto
Heeft u een eigen auto?
4
Gezelschap
Als ik op reis ga, ga ik het vaakst:
5
Milieu
Als ik op reis ga, houd ik rekening met het milieu bij de keuze van mijn transportmiddel:
6
Ervaring
7
Duur
Uur
Ratio
8
Eigenact
Heeft u ooit al een meerdaagse reis per autocar gemaakt? Hoelang mag voor u een autocarrit maximaal duren? Hoeveel belang hecht u aan de mogelijkheid om uw eigen activiteiten te kunnen plannen?
0 = man 1 = vrouw 0 = nee 1 = ja 0 = alleen 1 = partner 2 = kleine groep 3 = grote groep 1 = helemaal niet akkoord 2= niet akkoord 3= noch niet akkoord, noch akkoord 4= akkoord 5 = helemaal akkoord 0 = nee 1 = ja
Interval
9
Reserveren
1 = helemaal geen belang 2= geen belang 3= noch geen belang, noch belang 4= veel belang 5 = heel veel belang 1 = helemaal niet akkoord ... 5 = helemaal akkoord
10
Leeftijdsgenoten
1 = helemaal niet akkoord ... 5 = helemaal akkoord
Interval
Ik hecht belang aan de mogelijkheid om zitplaatsen op de bus op voorhand te kunnen reserveren. Ik verkies een meerdaagse autocarvakantie met alleen leeftijdsgenoten boven een gelijkaardige autocarvakantie met
Measurement scale Ratio
Nominaal Ordinaal
Interval
Nominaal
Interval
28
11
Groepsact
12
Prijsverschil
13
Thema
14
Comfort
15
Overwegen
16
Downgraden_milieu
17
personen van alle leeftijden. Hoeveel belang hecht u aan de mogelijkheid om deel te nemen aan vooraf georganiseerde activiteiten bij meerdaagse autocarvakanties? Vergelijking bereidheid te betalen voor een vliegtuigreis van 200 euro en autocarreis (exclusief plaatselijk vervoer) naar Barcelona als u weet dat deze twaalf uur duurt met de autocar en anderhalf uur met het vliegtuig? Welk thema van meerdaagse autocarvakantie zou u verkiezen? Aan welk aspect van comfort in de autocar bij een meerdaagse autocarvakantie hecht u het meeste belang? Zou u een meerdaagse autocarvakantie overwegen?
Downgrading van ‘Als ik op reis ga, houd ik rekening met het milieu bij de keuze van mijn transportmiddel:’ Downgraden_overwegen Downgrading van ‘Zou u een meerdaagse autocarvakantie overwegen?’
1 = helemaal geen belang … 5 =heel veel belang
Interval
200 – X (met X het bedrag uit de enquête)
Ratio
0 = feest 1 = cultuur 2 = avontuur 3 = allround 4 = andere 0 = wifi 1 = airco 2 = beenruimte 3 = TV
Nominaal
1 = absoluut niet 2= niet 3 noch niet, noch wel 4=wel 5 = absoluut wel 1,2,3 = nee 4,5 = ja
Interval
1,2,3 = nee 4,5 = ja
Nominaal
Nominaal
Nominaal
29
Bijlage 3: Kaart Europa
30