De naakte rechter
Marian Husken en Harry Lensink
De naakte rechter Over de storm in de Nederlandse rechtspraak
Uitgeverij Balans
Copyright © 2014 Marian Husken en Harry Lensink / Uitgeverij Balans, Amsterdam Alle rechten voorbehouden. Omslagontwerp Nico Richter Omslagbeeld © Corbis / Hollandse Hoogte Foto auteurs Allard de Witte Typografie en zetwerk CeevanWee, Amsterdam Druk Koninklijke Wöhrmann, Zutphen isbn 978 94 600 3844 0 nur 740 www.uitgeverijbalans.nl
Inhoud
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Vooraf 7 De mens achter de toga 13 Wie krijgt wat op zijn bord? 23 Fouten in uitspraken 39 Lipstick boven de toga 53 De onafhankelijke rechter 61 Ik wraak u! 75 De roep om vergelding 89 De flutzaken 107 De toegang tot de rechter 117 Vonnissenfabriek 129 Zo spoedig mogelijk 145 Het imago in de media 157 Willen we bloed aan de paal? 171 Een wakend oog 181 Veranderende rechtsstaat 197
Verantwoording 205 Noten 207 Namenregister 219
1 Vooraf
Ze zijn te soft en te links. Ze straffen te laag en ze doen onbegrijpelijke uitspraken. De Nederlandse rechter ligt onder vuur: er is kritiek vanuit de samenleving en vanuit de politiek. Ondertussen neemt de werkdruk in de rechtszaal ook nog eens toe. De magistraten zijn het zelf inmiddels meer dan zat. Dat blijkt uit de enquête die we in 2013 hielden voor het weekblad Vrij Nederland.1 Een op de vier rechters liet weten zelfs te overwegen om op te stappen. In het VN -onderzoek leggen zo’n zevenhonderd magistraten uit wat hen dwarszit. Anoniem, dat wel. In De naakte rechter gaan sommigen een stapje verder. Openhartig vertellen twaalf van hen over hun dagelijkse praktijk in de rechtszaal en de raadkamer. De togadragers die we spraken zijn afkomstig uit alle geledingen van de rechtspraak: het zijn familie- en strafrechters, raadsheren van hoven en een lid van de Hoge Raad, rechtbankpresidenten en de voorzitter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Al die rechters vertellen over de afwegingen die ze maken in de rechtszaal en over de straffen die ze opleggen. Of het nu gaat om de gevolgen van het Wilders-proces, de beoordeling van een simpele echtscheiding, de impact van de Facebook-moord of de macht van Europa. ‘Rechtspreken is een
8
de naakte rechter
heel ander soort denken dan blind volgen van regels en wetten,’ vinden ze. Tot slot interviewden we ook nog de procureur-generaal van de Hoge Raad. Hij is de toezichthouder voor het Openbaar Ministerie en onderzoekt juridische dwalingen. Ook kan hij rechters voordragen voor ontslag bij de Hoge Raad. Om de woorden van de geïnterviewden te wegen, gaan we eveneens terug in de tijd, en betrekken de resultaten van eerdere Vrij Nederland-enquêtes in onze analyse. Het is namelijk al langer onrustig in de Nederlandse rechtsstaat. cda-premier Ruud Lubbers meende al in 1991 dat rechters te lage straffen en boetes opleggen. Om het in zijn woorden te zeggen: Nederland is ‘ziek’. Vooral de slappe aanpak van uitkeringsfraude was de bewindsman een doorn in het oog. Lubbers vond ook dat jonge criminelen te soft werden behandeld. De confessionele politicus beloofde ferme wetten, waar de rechters zich aan dienden te houden. Ook toen wierpen de magistraten de kritiek verre van zich. Ze vonden dat ze hard genoeg straften. Dat bleek datzelfde jaar uit de eerste enquête van Vrij Nederland onder meer dan duizend kantonrechters, rechters, raadsheren, administratieve rechters, leden van de Hoge Raad, officieren van justitie en procureurs-generaal. Dat onderzoek naar de mens achter de toga en zijn opvattingen over de rechtspraak was uniek.2 Niet eerder had de rechterlijke macht zich zo blootgegeven.3 De togadragers kregen voor het eerst een gezicht: het bleek een linksliberaal gezelschap dat zich weinig aantrok van kritiek van de buitenwacht; niet van klagende burgers, noch van mopperende politici. Dat werd destijds ‘geruststellend’ genoemd.4
Vooraf
9
De kritische geluiden vanuit de samenleving hielden echter aan. Er volgden twee onrustige decennia. Het Nederlandse strafklimaat werd onder meer beïnvloed door de internationale war on drugs, en later door de oorlog tegen het terrorisme. In Den Haag roerde zich de jihadistische en radicale Hofstadgroep. Daarna gingen de roep om veiligheid en strenge maatregelen hand in hand. Nederland verloor zijn onschuld ook door twee gruwelijke moorden: in 2002 schoot Volkert van der G. de charismatische politicus Pim Fortuyn dood, twee jaar later vermoordde Mohammed B. op beestachtige wijze de cineast Theo van Gogh. In 2003 peilde Vrij Nederland voor de tweede keer de stand van de rechtspraak. We hielden een opinieonderzoek onder de leden van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak, waarvan bijna alle rechters lid zijn alsook veel officieren van justitie. Die peiling onder de rechterlijke macht hebben we daarna om de vijf jaar herhaald. Daarbij was er in ieder geval één constante: politici bleven klagen over het in hun ogen te slappe optreden van de magistraten. Ze meenden dat rechters waren losgezongen van wat zich in de maatschappij afspeelde en dat het rechterlijke bastion uit watjes bestond. Die kritiek ging in 2011 zelfs zover dat het Tweede Kamerlid Geert Wilders het ontslag eiste van rechters die volgens hem een te lage straf oplegden. Een onmogelijkheid, dat zag zijn partij – de pvv – vervolgens ook in. Het staatshoofd benoemt namelijk een rechter ‘voor het leven’. Dat betekent in de praktijk dat rechters mogen aanblijven tot hun 70ste jaar. Nu, in 2014, proberen Wilders en de zijnen de benoemingsduur van de rechter te bekorten. Ze denken daarbij aan een periode van maximaal vijf à zes jaar. Maar om dat voor elkaar te krijgen is er een grondwetswijziging nodig. Wilders’ partij wil daarvoor dan ook een initiatiefwetsvoorstel indienen.
10
de naakte rechter
Voor de mensen binnen de rechtspraak staat de levenslange benoeming echter borg voor hun onafhankelijkheid. De overkoepelende Raad voor de rechtspraak maakt zich daar ook sterk voor. Tegelijkertijd vindt de raad dat er voor de bestuurders van de gerechten te weinig disciplinaire mogelijkheden zijn om intern op te treden wanneer een rechter zich niet naar behoren gedraagt. Zo’n magistraat kan op dit moment óf een waarschuwing krijgen, óf worden voorgedragen voor ontslag bij de Hoge Raad. Er is niets tussenin. Er ligt inmiddels dan ook een wetsvoorstel van minister Opstelten bij het parlement waarin hij de disciplinaire maatregelen verruimt. Ook een tijdelijke schorsing behoort in de toekomst misschien tot de mogelijkheden.5 De magistraten zijn op hun beurt tegenwoordig ook kritisch over de Haagse politiek en de druk die van daaruit op hen wordt uitgeoefend. Rechtspreken lijkt te verworden tot lopendebandwerk, maar vonnissen zijn geen koekjes, vinden ze. Op de Vrij Nederland-opiniepeiling in 2013 kwamen honderden reacties binnen, in evenzovele varianten: de rechters brommen en morren over de nieuwe wetten – meestal gepaard gaande met hogere straffen – die zij geacht worden te volgen. Een van de geënquêteerden sprak van ‘broddelwerk gebaseerd op gesundes Volksempfinden’. Anderen wezen op het gevaar dat Nederland dreigt te verworden tot ‘een bananenrepubliek’. In januari 2014 onderstreepte het wetenschappelijk onderzoek Werkdruk bewezen van de Hogeschool Utrecht (in samenwerking met de Radboud Universiteit6) de kritiek. Ook hier luidde de conclusie dat de kwaliteit van de rechtspraak onder druk staat. De togadragers zijn bang dat ze ten gevolge van die druk fouten zullen maken en vrezen ‘rechterlijke dwalingen’.
Vooraf
11
Wat is er nu waar van al die kritiek op de magistraten: klopt het beeld van de linkse rechter en zijn slappe uitspraken? Voor dit boek deden we onderzoek naar de hoogte van de uitgedeelde straffen voor zware geweldsmisdrijven in de afgelopen decennia. Wat blijkt? Nederland heeft inmiddels een koppositie ingenomen ten opzichte van onze buurlanden als het gaat om het aantal gedetineerden.7 En in Nederland worden in vergelijking met veel andere West-Europese landen stevige straffen uitgedeeld. Hoe hoog de rechters straffen en waarom zij dat doen, leest u in dit boek. En over nog veel meer. Over hun keuze voor de rechtspraak, de dilemma’s van de raadkamer, over het aanzien van hun beroep. Over de hoofdbrekens als ze een oordeel moeten vellen. Over de rol van het slachtoffer in de zittingszaal. Over beperkende wetgeving, bemoeizuchtige politici en de genadeloze registratie van camera’s. Over werkdruk, bezuinigingen, hun latente opstandigheid en hun gebrek aan daadkracht. ‘We zitten niet in een ivoren toren, maar in een glazen huis,’ zegt een van de rechters. In De naakte rechter kijken we van alle kanten naar binnen.
2 De mens achter de toga
‘Wie op een verjaardagsfeestje hoort dat je rechter bent, vraagt al snel: “Hoe voelt dat nou om iemand te veroordelen?”,’ zegt Menno Zandbergen (52), een boomlange raadsheer uit Leeuwarden. ‘Mensen denken daarbij bijna altijd aan strafrechtprocessen. Maar het grootste deel van het geld van justitie gaat naar civiele of de bestuursrechtelijke zaken, waarin rechters moeten oordelen over ruzies tussen mensen en geschillen tussen burgers, bedrijven en overheden.’ Om dit vertekende beeld bij te stellen zetten de paleizen van justitie tegenwoordig eenmaal per jaar de deuren open.1 Ook houdt de rechtspraak onder de noemer Meet the Judge tegenwoordig informele bijeenkomsten, waar het publiek in gesprek kan gaan met de rechters. En op de ‘Dag van de Rechtspraak’ mogen bezoekers in de rechtszaal op de stoel van de rechter gaan zitten. Letterlijk. De magistraten proberen met de tijd mee te gaan. De ‘twitterkampioen onder de rechters’, Judge Joyce (bestuursrechter Joyce Lie) van de rechtbank Oost-Brabant, chatte vorig jaar met het publiek. Om een bezoek aan een gerechtsgebouw nog spannender te maken geeft de Rotterdamse rechtbank rondleidingen in de cellencomplexen. In 2013 vroeg een bezoekster om de celdeur ook even achter haar
14
de naakte rechter
dicht te doen. Ze wilde ervaren hoe het voelt om opgesloten te zitten. Er moest een brandweerman en een koevoet aan te pas komen om haar te bevrijden, want het slot haperde toen ze eruit wilde. Ze wéét het dus nu. ‘We moeten uitleg geven over ons vak,’ zegt rechtbankpresident Christa Wiertz (52) van het arrondissement OostBrabant. ‘Ik begrijp de commotie die soms over sommige vonnissen ontstaat. De media brengen alleen de hoofdlijnen. Als mensen tijdens de open dagen alle informatie uit zo’n afgerond proces krijgen voorgelegd, komen zij meestal ook uit op een straf zoals die door de rechter al is opgelegd.’ Wiertz zweert bij ‘transparantie’ en ‘uitleg’. Maar zo gemakkelijk laten onbegrip en mythevorming zich niet wegmasseren.
Iets nobels Stel een willekeurige burger de vraag: draagt de Nederlandse rechter een pruik? Het antwoord is nee. Toch heeft niet iedereen die kennis meteen paraat. Sommigen kijken je nu nog net zo glazig aan als vijfentwintig jaar geleden. Destijds wisten zelfs de meesten het antwoord niet.2 Die aarzeling over het uiterlijk vertoon van de Nederlandse rechter wordt waarschijnlijk veroorzaakt door de tv-beelden van populaire Britse rechtbankseries, waar de pruik onlosmakelijk verbonden is met de rechter. De Nederlandse rechter hult zich net als zijn collega’s in onze buurlanden Duitsland en België alleen in een toga en draagt een bef. Hoe die toga eruit moet zien is beschreven in een Koninklijk Besluit. Hoe hoger de rechter, hoe meer franje, dat wil zeggen een glimmend biesje meer of minder.3
De mens achter de toga
15
Er zijn nog meer misverstanden. Uit een recente opiniepeiling4 blijkt dat Nederlanders menen dat ons land vijfduizend rechters telt en dat ze een salaris ontvangen dat hoger is dan van een Tweede Kamerlid. In werkelijkheid moeten zo’n tweeënhalfduizend rechters jaarlijks honderdduizenden rechtszaken behandelen (1,8 miljoen in 2013). Dus: gemiddeld twee zaken per dag. Enkele hoge rechters met veel dienstjaren verdienen inderdaad uitstekend en kunnen zich wat inkomen betreft meten met een parlementariër. Het gros moet het echter met minder doen. Een beginnend togadrager ontvangt zo’n 2450 euro bruto per maand.5 Geld is niet hun drijfveer zeggen magistraten. Hoewel ze wel eens jaloers kijken naar wat elders in de juridische wereld wordt verdiend. Maar ze vinden hun werk vooral interessant en er moet veel gebeuren willen zij hun toga aan de wilgen hangen. Voor sommigen van hen was de keuze voor de rechtspraak ook al op jonge leeftijd duidelijk. ‘Nadat ik een Klokhuis-uitzending over de kinderrechter had gezien,’ zegt Wendy Vierveijzer (41) van de rechtbank Gelderland. De Haagse strafrechter Elianne van Rens (56) haakt in: ‘Mijn vader zat in een commissie die besliste over bezwaarschriften. Dat vond ik razend interessant, dat wegen hoe je iemand recht kunt doen. Dat wilde ik ook.’ Bij de Amsterdamse strafrechter Jan Moors (54) lag de kiem eveneens in het ouderlijk huis. ‘In onze familie mocht je ruziemaken. Dat ging soms verder dan debatteren. Als rechter moet je denken: hoe kom ik hier zo goed mogelijk uit?’ Zijn Arnhemse collega, raadsheer Peter Lemaire (51), stapte in het recht vanuit een ‘fascinatie met de idee-fixe dat mensen rationele afwegingen maken als ze iets doen of
16
de naakte rechter
nalaten. Ik las als student Dostojevski, Tolstoj en Zola, La Bête Humaine. Verhalen over mensen die iets nobels willen, maar er uiteindelijk niets van terechtbrengen of juist heel verschrikkelijke dingen doen. In de kern blijven het allemaal heel goedwillende mensen.’ Lemaire noemt als voorbeeld de zaak die in 2013 speelde en waarbij een man zijn moeder hielp bij haar overlijden. ‘Dat eist van rechters creativiteit en een heel ander soort denken dan het blind volgen van de wetten en regels.’ Of zoals Menno Zandbergen het verwoordt: ‘Je mag best een beetje empathie tonen. Althans tot een zekere grens.’ Zandbergen behandelde ooit een zaak van een echtpaar dat tien jaar eerder zijn baby was verloren. ‘Het kindje was gezond geboren, maar was een dag later door zuurstofgebrek zwaar gehandicapt geraakt. Het was een kasplantje. De ouders van die baby stonden tien jaar later voor me. Het ging nog steeds over wat er toen was gebeurd. Ze waren er nog altijd zeer geëmotioneerd over. Je kunt dan niet kil zeggen: vertelt u uw verhaal, maar wel graag binnen een halfuur.’ Moderne rechters zijn mensenrechters, zeggen de geïnterviewden. Dat was ooit anders.
Klassenjustitie Enkele decennia terug waren de togadragers ongenaakbare autoriteiten naar wiens achtergrond je slechts kon raden. Uit opiniepeilingen in de jaren zestig kwam het beeld naar voren van een regenteske magistraat: een al oudere man, afkomstig uit de confessionele elite die in de ogen van een flink deel van de samenleving geneigd was zich schuldig te maken aan ‘klassenjustitie’. Een op de drie Ne-
De mens achter de toga
17
derlanders ging er destijds van uit dat verdachten uit betere kringen niet of nauwelijks werden gestraft. Een op de vijf burgers dacht bovendien dat als het om zware misdrijven ging, de rechters best de doodstraf op zouden willen leggen, áls ze dat zouden mogen.6 Hoe de togadragers daar zelf over dachten bleef een goed bewaard geheim. Rechters spraken louter via hun vonnis en hun uitspraken. En het moet worden gezegd: de rechters hadden destijds meer gezag dan nu.7 In de loop van de jaren negentig kwamen er de eerste barsten in dat beeld van de onaantastbare en afstandelijke rechterlijke macht. Vooral jongere magistraten ontpopten zich vaker als empathische rechters. Ze stamden uit de rebelse jaren zestig. Sommigen hadden als student meegelopen in protestdemonstraties en waren getuige geweest van de democratiseringsgolf. Anderen hadden geroken aan het abolitionisme, dat dwars tegen de heersende normen inging. Een deel van hun professoren vond namelijk het klassieke strafrecht maar niets. Het diende te worden afgeschaft. Je moest mensen niet opsluiten, de mensen zelf moeten hun problemen oplossen. Die nieuwe, progressieve ideologie maakte sluipenderwijs haar entree in de rechtspraak, die voorheen zo overduidelijk een confessioneel bastion was geweest. Maar lang niet iedere rechtenstudent werd destijds aangestoken door het revolutionaire virus, zeggen de huidige magistraten. De Haagse strafrechter Elianne van Rens stond zelf niet op de barricaden, vertelt ze. Raadsheer Menno Zandbergen uit Leeuwarden deed in zijn studententijd slechts één keer mee aan een protestmars. ‘En dat was ook nog contre coeur. Ik liep mee met de mensen uit het kraakpand waar ik woonde. Dat hadden ze me gevraagd en ik wilde niet flauw doen. Om hen een
18
de naakte rechter
beetje terug te pesten heb ik later vvd-posters op het raam van mijn kamer gehangen. Niet omdat ik vvd stem, maar om een beetje tegengas te geven.’
Erudiet en onbesproken De rechterlijke macht ontbeert revolutionair elan. Dat bleek ook al uit eerdere enquêtes. Dat is ook niet zo gek. Rechters dienen zich immers te houden aan bestaande wetten. Wel kwam naar voren (in de enquête van 1991) dat togadragers minder vaak op het cda en andere confessionele partijen stemden dan voorheen. Magistraten hadden een voorkeur voor links en liberaal. D66 – met als partijleider de charismatische oud-rechtenstudent Hans van Mierlo – gold als veruit de favoriete partij. Een politieke voorkeur – links of rechts – betekende overigens niet dat rechters ook daadwerkelijk lid werden van een partij. Indachtig de trias politica willen rechters toch vooral hun onafhankelijkheid benadrukken. Die veranderende voorkeur was begin jaren negentig ook op ander terrein zichtbaar. De dwarse en linkse vpro was de favoriete omroep onder rechters, velen lazen dagelijks NRC Handelsblad en ze hadden vaak een abonnement op het linkse weekblad Vrij Nederland. Naar aanleiding van de enquête uit 1991 omschreef VN het rechtersgilde als ‘een verheven bastion, bevolkt door een erudiet, onbesproken, zij het ietwat bedaagd gezelschap aan wiens autoriteit niet werd getwijfeld.’ Ze bleken tevreden met hun beroep en hun inkomen. Ze waren vooral geïnteresseerd in de opvoeding van hun kinderen en het milieu. Ze luisterden naar klassieke muziek, lazen literatuur en ze belegden niet in goud of diamanten. En de hoeders van het recht lieten zich al helemaal niet meeslepen
De mens achter de toga
19
door de waan van de dag, waarin politici pleitten voor zwaardere straffen. In de latere onderzoeken uit 2003, 2008 en 2013 bleken de rechters standvastig inzake hobby’s en interesses. De togadragers volgen na vijftien jaar nog steeds liever het nieuws bij de publieke omroep dan bij het commerciële rtl. Ze lezen bij voorkeur NRC Handelsblad en keuren De Telegraaf nauwelijks een blik waardig. Hun waardering voor gedrukte media is in het huidige digitale tijdsgewricht opmerkelijk hoog en ze maken maar beperkt gebruik van social media omdat ze ‘prudent’ willen omgaan met hun privéleven.
Roze-rood De politieke kleur van de rechter kent in de afgelopen twee decennia slechts nuances. In 2003 was het niet langer D66 dat de toon zette, zoals in 1991. De voorkeur ging in 2003 vooral uit naar de PvdA en de vvd. In 2008 kruiste het rechterlijk gezelschap D66 en PvdA aan als voorkeurspartij. De vvd had het nazien. Fred Teeven, destijds Kamerlid en nu staatssecretaris Veiligheid en Justitie, verbaasde zich in 2008 niet over die daling van zijn liberale partij: ‘We pleiten voor strengere straffen en daar zijn rechters het vaak niet mee eens.’ De vvd is sinds 2010 aan de macht. En de partij heeft de daad bij het woord gevoegd. De liberale bewindslieden Opstelten en Teeven overstelpen het parlement met voornamelijk repressieve wetsconcepten. Sommige voorstellen halen het, andere niet. De straffen zijn inmiddels verhoogd en de rechten van gedetineerden zijn ingeperkt. Ook heeft het vvd-duo de griffierechten verhoogd met als excuus dat die verhoging voorkomt dat de burger voor elk wissewasje
20
de naakte rechter
naar de rechter loopt. Echter de poging van de bewindslieden om minimumstraffen in te voeren, heeft het niet gehaald. Het parlement meende dat de politiek daarmee toch echt te veel op de stoel van de rechter ging zitten. Het liberale offensief zal ongetwijfeld debet zijn aan de politieke uitkomst van de Vrij Nederland-enquête 2013. Opnieuw is D66 met fractieleider Alexander Pechtold de populairste partij onder de magistraten, direct gevolgd door de PvdA. De getoonde openheid over de politieke kleur is sommigen overigens een doorn in het oog. Kort nadat de vragenlijst naar de magistraten was gemaild, schreef Frits Bakker, voorzitter van de machtige Raad voor de rechtspraak,8 een intern blog. Hij liet zijn collega’s weten dat hij de enquête had ingevuld, maar niet zijn politieke voorkeur kenbaar had gemaakt. Bakker leek daarmee zijn collega’s te adviseren om ook geen kleur te bekennen. ‘Openheid is goed, maar inmiddels weten we hoe beeldvorming en feiten uiteen kunnen lopen,’ laat Bakker desgevraagd weten. Rechters moeten bovenal onafhankelijkheid uitstralen, vindt de voorzitter. ‘Rechtspraak is per definitie apolitiek en de politieke voorkeur van rechters is van geen enkele invloed op de manier waarop zij zaken afhandelen.’ Hij ontkent overigens met klem dat hij zijn vakgenoten heeft willen oproepen om geen politieke kleur te bekennen. ‘Dat zou ook weinig zin hebben. Rechters zijn daar veel te eigengereid voor.’ Dat blijkt als we kort daarna in Zaal 1636 in het Utrechtse Academiegebouw spreken met elf magistraten. Ze zijn bijeen voor een fotosessie van Vrij Nederland. Vier rechters hebben net als Bakker het vakje met de vraag over hun politieke kleur overgeslagen. Bewust, zeggen ze. Ze vinden het niet goed als de rechterlijke macht wordt weggezet als
De mens achter de toga
21
vooral links. ‘De politieke voorkeur van een rechter doet er niet toe,’ zegt de Haagse strafrechter Elianne van Rens. ‘Ik ben niet links, ik ben niet rechts, ik ben nergens van.’ Vanwaar die huiver om iets van jezelf te laten zien, vragen de anderen zich af. ‘Het is een anoniem onderzoek. Waarom zouden mensen niet mogen weten wat de rechters hebben gestemd?’ vindt Reinier van Zutphen, voorzitter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Hij was voorheen voorzitter van de vakbond voor NVvR en maakte van zijn hart nooit een moordkuil.
De uitslag De rechterlijke macht mag dan een duidelijke politieke voorkeur hebben, ze is verder beslist geen eenheidsworst. Dat blijkt uit de verhalen van de magistraten die we interviewen. Ze zijn uit verschillende plaatsen naar Utrecht gekomen: uit Leeuwarden, Arnhem, Roermond, Zwolle, Den Bosch, Amsterdam en Den Haag. Er is een lid van de Hoge Raad, een kinderrechter en een familierechter. Er zijn raadsheren van hoven, voorzitters van strafkamers, bestuurders van arrondissementen. Als we ze confronteren met de uitkomst van de VN -peiling 2013 – in de afgelopen vijf jaar heeft een op de vier rechters erover gedacht om op te stappen –, leidt dat meteen tot discussie. Waar de een een bevestiging ziet van ‘de ellende die de afgelopen tijd over rechters en het Openbaar Ministerie is uitgestort’, maant de ander tot voorzichtigheid voor al te harde conclusies. ‘Ik vind het nogal wat, maar snap het wel,’ zegt Menno Zandbergen uit Leeuwarden. Hij fronst. ‘Er is een slijtageslag bezig binnen de rechterlijke macht. De veranderingen zijn zo snel gegaan, er is een tsunami over ons heen gekomen.’ Zijn collega Rinus
22
de naakte rechter
Otte, vicepresident van het gerechtshof Arnhem, relativeert de uitkomst meteen. ‘Ik zie collega’s zelden uit het vak stappen.’ De Amsterdamse strafrechter Jan Moors beaamt dat: ‘Ik denk eerder dat het een manier is om kritiek op het werk te uiten dan dat men daadwerkelijk wil opstappen.’
3 Wie krijgt wat op zijn bord?
‘Je ziet zaken voorbijkomen waar je zelf wel heel even aan moet wennen,’ vertelt de Arnhemse strafrechter Wendy Vierveijzer. Ze was lange tijd kinderrechter en behandelde menig moeilijk dossier waarbij jongeren waren betrokken. Zoals in het wereldwijd aandacht trekkende proces over de ‘Facebook-moord’. Het ging om een conflict tussen twee bevriende tienermeiden op Facebook. Het ene meisje schakelde haar vriendje in om haar vriendin te straffen en een andere jongen bracht dat meisje daarna met meerdere messteken om het leven. Als jong magistraat liet Vierveijzer ooit een baby uit huis plaatsen. Ze vat haar emoties kort maar krachtig samen: ‘Dat is heftig.’ Het gebeurt vaker dat Vierveijzer jonge kinderen naar een gesloten inrichting moet sturen, omdat de ouders niet weten wat ze met hun kroost aan moeten en wanhopig zijn. Ze kreeg eens een 10-jarig jongetje voor zich dat met een politiebusje naar de rechtbank was gebracht, alsof hij een zware crimineel was. Vierveijzer: ‘Vaak is er dan al veel geprobeerd met zo’n kind. Kennelijk tevergeefs. Op zo’n moment blijft er niets anders over dan het kind uit huis te plaatsen. Maar zijn ouders die voor me staan, willen dat niet. Als je dan toch besluit tot opneming in een inrichting, raakt je dat. Dan komt
24
de naakte rechter
het ook voor mij even heel dichtbij. Ik zou zelf immers ook niet willen dat míjn kind werd opgenomen. Even schiet het dan door mij heen: kom maar met mij mee.’ Ze denkt het, maar doet het niet. Vierveijzer gaat vakkundig om met ‘al die ellende’. ‘Het zijn uiteindelijk niet mijn kinderen. Het zijn niet mijn problemen. Ik zet het van me af.’ Ook de ervaren raadsheer Peter Lemaire is soms nog zwaar onder de indruk van levensdelicten die hij krijgt voorgeschoteld. ‘Dat zijn drama’s met ogenschijnlijk normale mensen zonder strafblad, vaders die hun vrouw of vriendin om het leven brengen of soms zelfs een heel gezin doden. In een recente strafzaak verklaarde de verdachte: “Ik zat in een achtbaan, ik weet niet meer wat ik heb gedaan.” Ik snap dat wel. Je kunt heel normaal in elkaar zitten en psychisch toch in de war raken. Dat kan iedereen overkomen.’
Impact Rechters moeten knopen doorhakken als de partijen er zelf niet meer uitkomen. Of het nu gaat om emotionele ruzies tussen mensen of om geschillen met instanties, bedrijven of de overheid. Ze staan daarbij voor dilemma’s die hun hoofdbrekens kunnen bezorgen. Hun uitspraken hebben grote impact op het leven van de mensen die voor hen verschijnen, de zogenaamde justitiabelen. De Limburgse familierechter Betteke Boogaard (63) loopt al een tijdje mee binnen de rechterlijke macht. Ze was tot 2012 raadsheer en president van het gerechtshof in Den Bosch, nu is ze terug in de plaats waar haar carrière begon: de rechtbank Roermond waar ze zowel volwassenals jeugdstrafrechtzaken doet. Ook in haar rechtszaal lopen