magazine Nr. 25 - VOORJAAR 2013
Louis' rechter hand
RENAULT 40 CV RECORD Prijs: 8,50 €
TAXI'S
Parijse Renault taxi's tot ware kunst verheven
IMPRESSIE
Het circuit op met de splinternieuwe Renault Clio R.S.
RESTAURATIE
Ed Lenders restaureerde zijn droom, een Renault R340
BIENVENUE
Renault verbindt Niemand kan of mag Renault verwijten dat het merk niet
krijgt nog meer mogelijkheden. Echte puristen zullen de
actief genoeg is. Kijk maar eens wat er op dit moment alle-
sound van de Nissan GTR natuurlijk direct links laten liggen,
maal gebeurt. Het modellenprogramma wordt danig onder
maar beslist aardig is de ervaring met het motorgeluid van
handen genomen. Naast nieuwkomers als de Clio krijgen
een 8 Gordini of Alpine A110.
ook bestaande auto's de volle aandacht. Het familiegezicht
Een andere belangrijke link waarmee Renault verleden en
dat onder leiding van Laurens van den Acker tot stand
toekomst met elkaar verbindt is het feit dat nog dit jaar de
is gebracht, vindt zijn weg naar vrijwel alle modellen. De
merknaam Alpine definitief terugkeert. Wie een nieuwe
nieuwste elektronische voorzieningen bewandelen dezelfde
Alpine op de eigen oprit wil zetten, die zal nog tot begin
weg. Nog voor het einde van het jaar zijn alle Renaults met
2016 geduld moeten hebben. Maar op 13 april wordt het
R-Link verkrijgbaar. Dit nieuwe multimediasysteem heeft
merk weer zichtbaar op de circuits. Er wordt aan een auto
zelfs een historische functie, waaruit blijkt dat ons merk
gewerkt die onder meer gaat meedoen aan de 24 Uur van
enorm veel waarde hecht aan haar geschiedenis. Binnen
Le Mans. Dat doet ons liefhebbershart enorm goed, toch!
R-Link is er namelijk het zogenaamde R-Sound. Een app
Geen beter merk dan een merk dat z'n historie op waarde
waarbinnen kan worden gekozen voor diverse voertuigen.
weet te schatten...
Het geluid daarvan wordt via de luidsprekers door de auto verspreid en reageert op bewegingen van het gaspedaal. Het lijkt een speeltje en dat is het ook, maar rijdend in de Clio
Tony Vos
diesel krijgt je daadwerkelijk de indruk een dikke V6, cup-
hoofdredacteur/uitgever
motor of vooroorlogse achtcilinder in lijn in het vooronder te hebben. Ik vind het jammer dat Renault op de Latitude na in Europa helemaal geen V6 motoren meer heeft, maar dat is nu eenmaal de trend die in de autowereld gaande is. Met R-Sound kan wel het geluidseffect van zo'n V6 worden verkregen. Wie de nieuwe Clio R.S. met dit systeem besteld,
Losange Magazine - voorjaar 2013
pagina 3
INHOUD
deze keer in Losange Magazine 6 RÉTROMOBILE 2013 Zoals de laatste jaren gebruikelijk is, was Renault wederom met een uitge-
6
breide stand buitengewone modellen op de Rétromobile aanwezig.
12
12 RENAULT R340TI Ed Lenders, de Renaultoloog, organiseerde niet alleen een groots festival, maar restaureerde ook zijn jongensdroom, een Renault R-serie truck.
16 ART TAXI'S In 1982 bedacht de Peter Stuyvesant Foundation de zogenaamde Art Taxi's, vier kunstzinnige Renaults, die twee jaar dienst deden.
22 40 CV RECORDWAGENS In 1925 verbeterde Renault voor het eerst het 24 uur snelheidsrecord. Dat smaakte beslist naar meer.
30 OTTO IN SERIE De Franse modelbouwer Otto gunt ons een kijkje achter de schermen in China waar de prachtige miniaturen worden gemaakt.
16
37 RENAULT 30 TS PHASE II Met het verschijnen van de faceliftversie van de Renault 30 verdween in West-Europa de carburatieversie, maar die bleef daarbuiten wel bestaan.
40 BEAU COMME... Ruim twaalf jaar geleden lanceerde Renault de tweede generatie Laguna, een auto die tegenwoordig nog steeds behoorlijk tijdloos overkomt.
22 pagina 4
30
44 48
48 INFORMATIEMAP R4 Dealer krijgen tegenwoordig bijna al hun informatie via de elektronische weg. Dat was vroeger wel anders bewijst dealer R4 dealermap.
53 RENAULT CELTAQUATRE Via Les Jouets Renault leverde de Franse miniaturenfabrikant CIJ niet alleen de topmodellen, maar ook deze sympathieke Celtaquatre.
56
56 CLIO ESTATE & R.S. In sneltreinvaart breidt Renault het leveringsprogramma van de nieuwe Clio uit. We reden de nieuwe Estate en de potente R.S..
62 LOSANGE BOUTIQUE Franse Renault boeken zijn moeilijk in Nederland verkrijgbaar, daarom de Losange Boutique met een uitgebreid assortiment.
64 CHARLES SERRE Nog voor de start van zijn fabriek nam Louis Renault in 1898 de toen 16-jarige Charles Emond Serre aan die tot aan z'n dood z'n rechterhand bleef.
74 RENAULT DAUPHINE
64
De eerste verschijningsvorm van een nieuw model is historisch vaak de meest interesante. Daarom kijken we specifiek naar de eerste Dauphine.
80 INDUSTRIETRACTOREN Geen enkele serie Renault tractoren is zo breed qua mogelijkheden als de
74 Losange Magazine - voorjaar 2013
vanaf 1973 gebouwde 1-serie. Uiteraard zijn er ook industrieversies bij.
80
De groeten uit... pag. 72
pagina 5
BRIC A BRAC
RÉTROMOBILE 2013
EXTRA ORDINAIR
Van 6 tot en met 10 februari jl. werd op de bekende plek in Parijs weer de jaarlijkse Rétromobile gehouden. Ook Renault was er deze keer wederom bij met een uitgebreide stand buitengewone modellen. Natuurlijk zijn er weer verjaardagen te vieren, onder meer die van 20 jaar Twingo. Drie bijzondere Twingo's werden dan ook tentoongesteld, van de chique Twingo Lecoq (1995), de Twingo Coupe (1995)
tot het tijdens de recente facelift door kunstenaar Jean-Charles de Castelbajac tot 'cabinet de curiosité' omgevormde nieuwe Twingo Présidentielle. DE GAULLE Maar de stand toonde aan de vele bezoekers buitengewone (extra-ordinair) modellen uit allerhande tijdperken, voertuigen die niet direct op het netvlies staan als er aan Renault wordt gedacht. Niet alle tentoongestelde voertuigen zijn afkomstig uit de eigen fabriekscollectie, ook diverse clubs namen aan de presentatie deel. Zeer bijzonder zijn de Renault Victoria Rothschild
pagina 6
uit 1913, een Alpine A220 V8, een Renault straatveger uit 1913, de majestueuze achtcilinder Nerva Grand Sport alsmede de RS01 formule 1 auto. Andere bijzondere Renaults op de stand van 700 vierkante meter waren de 1924 Renault MH zeswieler en de verlengde Frégate uit 1957 gebouwd voor de De Gaulle, maar nooit door hem gebruikt. Verder de verlaagde Renault 8 van coureur François Landon, een Alpine A110 die recent aan de historische Monte Carlo Rally had deelgenomen en een Renault Alliance Cabriolet gemaakt in de Verenigde Staten. Kortom, een zeer uiteenlopend pallet, de moeite van het bekijken waard.
Een prachtig overzicht van de zeer uiteenlopende auto's die Renault dit jaar tijdens de Rétromobile toonde.
Een Alpine A110 met het vuil uit de Monte Carlo rally er nog op, met op de achtergrond de A220, Alliance, Twingo Lecoq en Twingo Coupe.
BRIC A BRAC
NIEUWS UIT GENÈVE
De jaarlijkse autosalon van Genève levert ook bij Renault altijd volop nieuws op. De editie van 2013 maakt hierop geen uitzondering. Het grote nieuws van Renault is de Captur, de nieuwe crossover op basis van de Clio. Hiermee voegt Renault een belangrijk model aan haar programma toe. Want zelfs in deze tijden van crisis zijn er groeisegmenten. De Captur zal overigens niet alleen in Europa, maar ook ver daar buiten het Renault-programma verrijken. De auto ziet er stoer en tegelijk speels uit. Dat kan door de individuele koper nog eens extra worden benadrukt vanwege de vele mogelijkheden om de auto naar eigen wens aan te kleden. Er zijn een aantal fraaie lakkleuren beschikbaar die bovendien kunnen worden gecombineerd met een dak in een contrasterende tint. Verder kan het uiterlijk nog worden gesierd door diverse stickers. Ook in het interieur kan kleur worden aangebracht. Afhankelijk van het uitrustingsniveau met behulp van keuze aan bekledingsstoffen en net als bij de Clio ook door middel van kleurrijke accenten op de portieren en het stuur. De duurdere varianten krijgen uitritsbare bekleding. Daardoor kan deze gemakkelijk buiten de auto worden gereinigd, maar ook heel eenvoudig worden verwisseld als de gebruiker een andere kleur wil. Een ander grappig detail is dat het dashboardkastje als een schuiflade is uitgevoerd met als voordeel
Losange Magazine - voorjaar 2013
dat de bestuurder er gemakkelijker bij kan. Renault gaf de Scénic vorig jaar al wat uiterlijke retouches, maar vanaf nu sluit de populaire ruimtewagen helemaal bij het nieuwe Renault gezicht aan. Het grootste verschil zien we aan de grille, terwijl ook de voorbumper gewijzigd is met behoud van een duidelijk onderscheid tussen Scénic en Grand Scénic. Een nieuwe variant is de Scénic XMOD, een stoere versie die wat hoger op de poten staat en diverse contrasterende uiterlijke toevoegingen kent. Door een speciaal differen-
tieel heeft de voorwielaandrijver meer grip op oneffen ondergrond. Tot slot is de 1,6 liter diesel in de (Grand) Scénic een stuk zuiniger geworden, met als gevolg een lagere CO2-uitstoot.
Allemaal R-LINK Verderop in deze uitgave van Losange Magazine kunt u lezen over onze eerste kennismaking met R-Link. Het nieuwe multimediasysteem van Renault dat vanaf nu in de nieuwe Clio kan worden geleverd. Het systeem omvat onder meer TomTom Live navigatie, koppelingen via internet en externe geluidsbronnen alsmede stembesturing van vele functies. Het systeem was al eerder aangekondigd voor de Zoe en Captur, nu is duidelijk dat in de loop van dit jaar alle Renaults met R-Link kunnen of zullen worden geleverd van Twingo tot en met de Espace en Latitude. In de meeste gevallen zonder ingrepen op het dashboard.
CLIO
GT Bij de aankondiging van de nieuwe, vierde generatie Clio was al meteen sprake van een 1,2 liter TCe turbomotor goed voor 120 pk. Op de autosalon van Genève werd duidelijk dat deze motor altijd gekoppeld zal worden aan de EDC versnellingsbak met dubbele koppeling. Niet moeilijk om te begrijpen dat deze combinatie aardig sportieve prestaties oplevert. Vandaar dat Renault speciaal voor deze motorvariant een GT uitrustingsniveau heeft ontwikkeld. Met afwijkende bumpers, flinke wielen, metaalkleurige details en ook in het interieur een aantal specifieke elementen. Renault Sport staat er zelfs op de dorpels geschreven. Renault gaat de Clio GT leveren als hatchback en Estate. Het zou wel eens de fijnste versie uit het hele programma kunnen zijn.
pagina 7
BRIC A BRAC
LIMOUSINEFEEST
KANGOO GELIFT Heel logisch dat binnen de vernieuwing van het Renault-programma ook de vertrouwde Kangoo een facelift krijgt. Die wordt uiteraard op alle modellen doorgevoerd. De belangrijkste uiterlijke wijzigingen zijn direct aan het front af te lezen. Ook daar
Grote, Franse limousines staan weer volop in de schijnwepers tijdens de vierde editie van La Fête des Limousines. Dit jaar wordt dit bijzondere evenement gehouden in het historische Geertruidenberg (800 jaar oud) op zondag 26 mei. Liefhebbers zijn daar met hun Franse limo's van harte welkom. Als het om Renaults gaat, denkt de organisatie aan de 20 en 30, 25, Safrane en Vel Satis. Maar ook liefhebbers van de Citroën CX, XM en C6, de Peugeot 604, 505, 605 en 607 alsmede de Talbot
Tagora komen volledig aan hun trekken. Ook hun voorgangers zijn welkom, minimaal vier deuren en de rol van (semi)topmodel zijn de criteria. Verder probeert de organisatie diverse bijzondere limousine van Franse herkomst of met een Franse link tijdens het evenement bij elkaar te krijgen. La Fête des Limousines is gratis toegankelijk en duurt van 10.00-17.00 uur. Meer informatie staat op www.fetedeslimousines.nl en www.facebook. com/fetedeslimousines.
DACIA LOGAN MCV
Wie dacht dat met de komst van de Lodgy het einde was ingeluid van de Logan MCV, die heeft het mis. Dit is de tweede oplage van de Logan MCV op basis van het nieuwe model. De auto ziet er qua ontwerp minder hoekig uit en past daarmee beter in deze tijd. Opmerkelijk is dat de twee achterdeuren plaats gemaakt hebben voor een grote achterklep. Daarachter een gigantische laadruimte van minimaal 573 liter. Binnen in de auto kunnen voorwerpen met een lengte tot 2,70 meter worden vervoerd. De nieuwe MCV is overigens altijd een vijfzit-
pagina 8
ter, de optie van een extra achterbank is met de komst van de nieuwe oplage komen te vervallen. Dat deel van de kopersgroep wordt immers prima door de Logdy opgevangen. Motorisch loopt de nieuwe Logan MCV keurig in de pas met de nieuwste editie van de Sandero en Logan sedan. Dat betekent afhankelijk van het land een 1,2 liter 16V (75 pk) en de 0,9 liter TCe 90, terwijl ook de 1.5 dCi op het programma staat. De marktintroductie staat gepland voor het tweede kwartaal van 2013. Van de eerste oplage zijn er 340.000 stuks geproduceerd.
het inmiddels vertrouwde beeld met een fors logo dat meer rechtop staat. Tussen de koplampen zit een brede, zwarte verbindingsbalk met chromen of metaalkleurige accenten. Uiteraard handhaaft Renault het bestaande leveringsprogramma met drie carrosserielengtes. Uiteraard ondergaat ook de elektrische versie dezelfde veranderingen. De aansluiting voor het laadsnoer zit voortaan onder het
logo synchroon aan de Zoe. Het interieur is op het gebied van afwerking en gekozen materialen duidelijk verbeterd. Ook de bouwkwaliteit van de carrosserie is onder de loep genomen. Zo sluiten de verschillende plaatwerkdelen beter op elkaar aan, zijn er minder zichtbare laspunten en is het windgeruis verder teruggedrongen. Door toevoeging van Stop & Start zijn de 1.5 dCi motoren zuiniger en schoner geworden. Nieuw is het benzineaanbod in de Kangoo. Daarin maakt de moderne 1,2 liter TCe turbomotor (115 pk) z'n opwachting, in sommige landen naast de bestaande 1.6 16V al dan niet met automaat .
FEEST VIER JE MET 'N RENAULT
R4 GIDS De Renault 4 is de derde in lijn van de best verkopende modellen in de totale autohistorie. Dit model werd gebouwd tussen 1961 en het begin van de jaren negentig. Ruim 8 miljoen exemplaren verlieten de fabriek. Het nieuwe boek 'Le guide de la Renault 4' van uitgever ETAI gaat helemaal in op dit fenomeen. Natuurlijk wordt de historie van het model behandeld in het 180 pagina's tellende boek.Verder gaat de auteur in op de verschillen tussen de diverse uitvoeringen, worden adviezen gegeven over aankoop en onderhoud en omvat het boek tal van data, uiteraard in het Frans. Het is verkrijgbaar voor 33,55 euro in de Losange Boutique.
KAKELVERS
De Renault 17 découvrable geniet grote voorkeur bij trouwlustige stellen. Zo ook bij Jonas en Ine die elkaar op 24 augustus afgelopen jaar in het Belgische Overpelt het ja-woord gaven. De vader van de bruid is de trotse eigenaar van de rode Renault 17 die op dat moment kakelvers uit de restauratie kwam en op deze feestelijke manier zijn eerste kilometers maakte.
&
Praatje Plaatje UW FOTO IN LOSANGE!
Deze zwartwit foto stamt uit 1988 en werd ingestuurd door Rinus Primowees die 16 jaar bij Renault Amsterdam en Renault Nederland heeft gewerkt. "De Renault 25 Phase 2 werd bij elke dealer in Nederland tegelijk geïntroduceerd. Daarvoor werd er een groot introductiefeest in het Amsterdamse Concertgebouw gehouden. Alle dealers met aanhang (directeuren en verkoopleiders) werden uitgenodigd en wij als personeel van Renault Amsterdam mochten ook komen."
"Er werden door Renault (in mijn beleving tussen de 150 en 200) nieuwe Renaults 25 afgeleverd op het Museumplein. De trailers reden af en aan. Het schouwspel kreeg veel bekijks van de Amsterdammers die uiteraard kwamen vragen wat er aan de hand was. Wij als monteurs vertelden dan het verhaal dat er een loterij was geweest de in krant had gestaan, de reacties waren geweldig." "Alle auto's kregen ter plaatse nog een kleine afleveringcontrole. Zo moest de onderrand voorspoiler gemonteerd worden (vandaar de oprijbokjes) en werden de bandenspanning, verlichting en vloeistofniveaus gecontroleerd. Als herinnering weet ik ook nog dat het serviceteam 's avonds moest bijspringen omdat niet alle auto wilden starten."
Wie gaat zoeken in de eigen fotoalbums of op de computer komt vast leuke afbeeldingen tegen waarin een Renault een belangrijke rol speelt. Voor deze pagina is de redactie altijd op zoek naar foto's met een verhaal erachter. "Feest vier je met 'n Renault", daar passen vreugdevolle momenten in en niet alleen maar bruiloften. Praatje & Plaatje kan zeer uiteenlopend worden ingevuld. Dus ga spitten, zoek die bijzondere foto op en mail deze met uw verhaal naar redactie@losange. nl. Mocht het scannen van een foto niet lukken of niet mogelijk zijn, dan kunt u deze natuurlijk ook sturen aan: Losange, Postbus 2144, 6020 AC Budel. De foto's worden meteen gescand en aan u teruggestuurd.
Losange Magazine - voorjaar 2013
pagina 9
BRIC À BRAC
NÜRNBERG
NIEUWS
Jaarlijks wordt in het Duitse Nürnberg de Spielwarenmesse gehouden, één van de grootste speelgoedbeurzen ter wereld. Miniatuurauto's maken deel uit van al het fraais dat er wordt
getoond. Op de beurs laten de bekende fabrikanten zien wat ze zoal de komende tijd gaan brengen. Goed nieuws is dat de Alpine A110-50 in miniatuur gaat verschijnen en dat maar liefst in drie verschillende schalen. Norev gaat de concept aanbieden in 1:18 (foto), 1:43 en 3Inch. Bij Solido komt er naast de bestaande Goelette in grote schaal ook een Galion. In Nürnberg was zowel een
JOLY RENAULT De compacte modellen uit het begin van de jaren twintig zijn vaak het onderwerp van de tekeningen van Bernard Joly. Hierbij afgebeeld een Renault KJ-1, de voorloper van de veel bekendere NN. Het gaat hier om een type van modeljaar 1923 met de op dat moment nieuwe, strak gesneden motorkap met rond logo. Hieronder een Renault van een totaal ander kaliber. Een machtige AGK vrachtwagen uit laat jaren dertig. Deze 6x4 heeft een fraai gevormde cabine met kenmerkende hoge grille.
'T KRIOELT R4'S In Frankrijk een bekend fenomeen, de Renault 4 Trophy. Jaren geleden klein begonnen is het uitgegroeid tot een gigantisch succes. De start was een initiatief van de Ecole Supérieure de Commerce uit Rennes in 1997. Het doel was en is om een humanitaire rally te organiseren door de Marokkaanse woestijn om schoolbenodigdheden naar kinderen te brengen. Tussen 14 en 24 februari werd al weer de zestiende editie gehouden. Deelnemers reden vanuit Parijs en Bordeaux 6.000 km met hun speciaal
brandweerversie met korte wielbasis te zien als een verlengd chassis. Ook gaat Solido een tweede versie leveren van de A442 Le Mans auto uit 1978. OttOmobile heeft uiteraard de nodige noviteiten voor ons liefhebbers in voorbereiding. Het meest in het oog springt de A310 V6 GT in de grote schaal 1:12. In de vitrines op de stand was al een prototype van het forse model te bewonderen. Verder komt het merk met een rallyversie van de 4CV, de Alpine A108 Tour de France, oftewel de eerste Berlinette en de allerlaatste A110.
pagina 10
geprepareerde Renaults 4. De duizenden deelnemers vervoerden maar liefst 80 ton aan schoolmateriaal. Deelnemers doen mee in een klassement waarmee punten kunnen worden verdiend. De enige hulpmiddelen zijn een routeboek, kaart van Marokko en een compas. Het doel is om daarmee etappeplaatsen in de woenstijn te bereiken. Het milieu wordt waar mogelijk gespaard. Zo worden de bivakplaatsen volledig schoon achter gelaten en zijn de routeboeken geprint op gerecycled papier. foto: Flash Sport/Raid R4 Trophy
ALPINE TERUG OP LE MANS
Het wachten op de nieuwe Alpine duurt nog tot begin 2016, maar dit jaar al zal het merk weer haar kleuren verdedigen op Le Mans. De nieuwe ‘Société des Automobiles Alpine Caterham’ werkt onder leiding van Bernard Ollivier momenteel aan de ontwikkeling van een nieuwe auto die in 2016 op de markt moet komen. Ondertussen wordt het merk geleidelijk aan en op strategische wijze weer in beeld gebracht. Een volgende stap is de deelname vanaf dit voorjaar van een prototype aan het prestigieuze ELMS (European Le Mans Series) als ook aan de 24 uur van Le Mans op 22 en 23 juni 2013. De terugkeer bij de lange afstandsraces past in de geschiedenis van het merk. Alpine nam immers elf keer deel aan de 24 uur van Le Mans tussen 1963 en 1978 met 55 fabrieksauto’s. Alpine viel daar flink in de prijzen: 'laagste verbruik' in 1964,
1965 en 1968, 'performance' in 1968 en 1969, zeven klasse-overwinningen en de overwinning in het algemeen klassement in 1978 met de prototype Alpine A442B met Jean-Pierre Jaussaud en Didier Pironi achter het stuur. Bovendien werd het team Jean Ragnotti / Guy Fréquelin toen vierde in een andere Alpine A442. Om de kans op een succesvolle terugkeer zo groot mogelijk te maken is Alpine een samenwerking aangegaan met het Signatech team van Philippe Sinault. Dit team gaat in een prototype LMP2 Alpine rijden met een chassis dat wordt aangedreven door een Nissan motor met 500 pk. Eerste optreden op 13 april op Silverstone en als hoogtepunt Le Mans in juni.
Losange Magazine - voorjaar 2013
P’tit Louis...
MAAGDELIJK EN WIT
Velen van ons zijn verzamelaars in hart en nieren. Het zal dan ook niet vreemd zijn dat je als verzamelaar af en toe afscheid moet nemen van zo gekoesterde voorwerpen die je jaren lang als je kinderen hebt behandeld. Bernard Joly, bekend van de al jaren in Losange Magazine op pagina 10 afgebeelde tekeningen, wil zijn voertuigpark een beetje uitdunnen. Hij zoekt een liefdevolle volgende eigenaar
voor twee prachtige auto's. De witte R8 is van april 1967 en heeft een 956 cc motor achterin. Bernard heeft de auto in 2007 van zijn vorige eigenaar gekocht. De teller staat op 29.000 km, maar Bernard verwacht dat de auto in werkelijkheid meer heeft gereden. De carrosserie is ooit overgespoten en de bodem is netjes behandeld. Lange tijd heeft de Renault 8 geen regendruppel gezien. De eveneens witte 16 is een TL uit 1978 die Bernard al ruim tien jaar in bezit heeft. Desondanks heeft deze auto pas 88.000 km gereden. De eerste eigenaar heeft er nooit mee in de regen gereden, de bodem keurig laten behandelen en het interieur voorzien van stoelhoezen. Tijdens de weinige kilometers die de auto heeft gereden is het geluk altijd aan zijn zijde geweest. De 16 TL heeft geen enkel deukje. Wie interesse heeft in een van deze twee auto's kan direct mailen met Bernard:
[email protected]
pagina 11
RESTAURATION
RENAULT R340ti
FESTIVAL
TRUCK
Er zijn mensen die nooit voor de gemakkelijkste weg kiezen. Renaultoloog Ed Lenders is daar een goed voorbeeld van. Naast zijn gezin en zijn baan tekende hij voor de organisatie van zijn Festival Renaultoloog en restaureerde tegelijkertijd zijn jongensdroom, een Renault R-serie vrachtwagen.
pagina 12
Losange Magazine - voorjaar 2013
pagina 13
Ed heeft z'n Renault R340 thuis op de oprit gezet, het restauratieavontuur kan beginnen.
Overal en nergens in huize Lenders liggen onderdelen, van bijkeuken tot zolder en zelfs in de tuin.
pagina 14
O
og in oog met de Renault R340ti uit 1993 komen we er gaandeweg steeds meer achter hoe ver Ed Lenders is gegaan bij de restauratie van zijn droom. Het is zijn favoriet aller tijden die ten onrechte volgens hem ondergewaardeerd is. In zijn jeugd werd hij al door het model getroffen, vooral de varianten van de Renault R-serie uitgevoerd in special paint trokken zijn aandacht. KLEURSTELLING Zover is Ed overigens met zijn exemplaar niet gegaan. Het stond namelijk al bij voorbaat vast dat de Renault in de kleuren van zijn website www. renaultoloog.com zou worden uitgevoerd. "Daar heb ik heel wat uren in gestoken. Oranje, zwart en grijs vormen de basis, maar hoe dat over de cabine verdeeld moest gaan worden, wist ik niet meteen. Je gaat tekenen, in de computer dingen uitproberen en ook een schaalmodel in de juiste
kleurstelling uitvoeren." De bekende kleuren van één van de wereldwijd meest bezochte websites over Renault heeft Ed ook in het interieur doorgetrokken. "De hele cabine is gestript geweest, het volledige interieur kaal. Er zat op een gegeven moment helemaal niets meer binnenin. Behalve dan de nodige bekabeling die je nauwgezet moet labellen om na de opbouw gegarandeerd te zijn dat alles weer als vanouds functioneert. Dat betekent ook dat tot de kleinste onderdelen alles door m'n handen is gegaan. Alles is schoongemaakt, waar nodig gerepareerd en voorzien van een nieuwe laklaag. Ook hier heb ik het thema van zwart met oranje doorgevoerd. Het interieur was origineel namelijk blauw en dat kleurt niet bij de buitenkant zoals mijn R340ti nu is." De R340ti die Ed in juli 2009 kocht, was voor hem geen onbekende. "Ik wist van zijn bestaan en hoe deze de laatste jaren was gebruikt. Alhoewel het uiterlijk wellicht geen schoonheid was, wist ik wel dat de auto technisch goed in orde was. " De zescilinder turbomotor met intercooler goed voor 338 pk en 1472 Nm aan koppel had slechts 750.000 km gelopen en dat is in vrachtwagentermen niet veel. Ik kan rustig stellen dat de krachtbron in een uitstekende originele staat
verkeerd. Het was mijn geluk dat vanwege de crisis de prijzen van dit soort oudere trucks aanzienlijk waren gedaald." Ed zet zijn bewering kracht bij tijdens een korte rit. Zichtbaar genietend looft hij de prestaties van de zespitter. De Renault voelt ook solide aan en geeft een gedegen indruk die past bij de vrijwel volledig nieuwe uitstraling die de truck nu heeft. Nadat Ed zijn aanwinst op de oprit voor zijn huis had geparkeerd kon een uitgebreide inspectie beginnen. Hij constateerde vooral veel roest aan het chassis. Een jaar na aanschaf werd het startsein gegeven voor de grote klus. Alleen al het strippen nam heel wat tijd in beslag. Toen die klus was geklaard ging de R340 naar spuiterij Munsters in Deurne waar Ed zelf weer de nodige uren heeft staan schuren, zandstralen, lassen, plamuren, wederom schuren... "Ondanks dat ik 's avonds helemaal kapot was van het werken in zo'n zwaar pak, heb ik er veel van geleerd." Tegelijk met de restauratie van zijn R340 was Ed
druk doende met de organisatie van het Festival Renaultoloog dat op 4 en 5 augustus vorig jaar in het Limburgse Kronenberg nabij zijn woonplaats werd gehouden. Ook daarbij was voor Ed alleen het beste goed genoeg. Al jaren eerder had hij op zijn site het festival aangekondigd. Maar nu de datum vast stond kon hij pas echt aan de gang om liefhebbers zover te krijgen ook daadwerkelijk
te komen. Natuurlijk moest op het festival zijn eigen Renault de show gaan stelen. Op tijd was de Renault gereed en scoorde ter plekke veel lof van de vele honderden bezoekers uit binnen- en buitenland. TX TRACTOR Ed kocht zijn vrachtwagen in 2009 voor 4.500 euro. Alles bij elkaar heeft de Renault aan Ed zo'n 17.500 euro gekost inclusief alle materialen, onderdelen en het spuiten. Dat blijkt alleen mogelijk als je veel werk zelf doet en bedrijven om je heen hebt die de lol ervan in zien en bereid zijn wat minder voor hun specifieke werkzaamheden te berekenen. Gelukkig voor Ed overtreft de taxatiewaarde dit bedrag. Hij heeft zijn hobbyvoertuig laten terugkeuren tot 30 ton waardoor hij voor een schappelijk bedrag aan wegenbelasting met de Renault kan rijden. Op één vlak is Ed direct duidelijk: "Ik ga mijn truck niet commercieel inzetten. Ik ga er
puur voor de hobby mee rijden en evenementen bezoeken. Overigens wil ik er in de toekomst nog wel een dieplader achter hebben met daarop een zo groot mogelijke Renault landbouwtractor, een andere passie van mij.'' Ed droomt al van een dikke Renault TX. De Renault R-serie komt voort uit de Berliet KB2400 reeks die eind jaren zestig op de markt kwam. Toen op 1 januari 1980 de merknamen SAVIEM en Berliet opgingen in Renault bleef het model korte tijd onveranderd op het programma. Eind 1980 onderging de truck echter een flinke facelift, licht aan de buitenkant, maar vooral ingrijpend voor wat betreft het interieur. Midden jaren negentig verscheen de Premium-reeks als opvolger. Als maker van een grote Renault site heeft Ed natuurlijk het totale proces van de restauratie in beeld gebracht. Onder de kop project R-serie kan dit volledig worden bekeken op www.eddylenders.nl.
Niet alleen de buitenkant maar ook het interieur draagt de Renaultoloog kleuren.
Geen enkel detail is aan de aandacht van Ed ontsnapt.
Losange Magazine - voorjaar 2013
pagina 15
OBJECTS D'ART
RENAULT ART TAXI'S
TOT KUNST
We hopen allemaal wel eens verscholen in een schuur een geweldige vondst te doen.Vergeten kunst ontdekken of kostbaar antiek onder een laag stof vandaan te halen. In zo'n schuur in het Gelderse Zevenaar staan vier bijzondere Renaults, twee 18's en twee 20's. Deze voormalige Parijse taxi's hebben een ongebruikelijk leven achter de rug. pagina 16
VERHEVEN
Losange Magazine - voorjaar 2013
pagina 17
J
De 'spiegelauto' van Pistoletto vergt een uitgebreide restauratie. De Renault 20 TS Gruyère van Spoerri is er een stuk beter aan toe (boven).
an de Ruiter, burgemeester van Zevenaar heeft lange tijd naar de vier kunstzinnig uitgedoste taxi's gezocht. Tot en met 2006 was in zijn plaats de Turmac fabriek gevestigd (Turkish Macedonian Tobacco sinds 1923), Peter Stuyvesant ooit het grootste sigarettenmerk van het land en uitvinder van de filtersigaret. De directie van het bedrijf onder leiding van Max Orloff, ondernam vanaf 1960 het initiatief om kunst dichterbij het volk te brengen. In eerste instantie werd dat gedaan door kleurrijk schilderwerk in de fabriek aan te brengen. De initiatiefnemers waren niet uit het veld geslagen toen dat niet werkte. Er werd overal ter wereld kunst aangekocht van veelbelovende jonge talenten die hun plek vonden op de muren tussen de machines en in de kantoorruimtes van de fabriek. Zo groeide de collectie tot een indrukwekkende verzameling onder leiding van de Peter Stuyvesant Foundation. Bij het dichterbij het publiek brengen van deze kunst hoorde vanzelf het uitlenen van de langzaam tot gigantische waarde gestegen doeken,
sculpturen en tapijten aan prestigieuze musea. In 1981 gaf de Foundation opdracht aan kunstenares Niki de Saint Phalle om een klein vliegtuig te beschilderen. Ondanks dat dit tijdelijk tot kunstwerk verheven vervoermiddel op allerhande plaatsen in Europa en Noord-Amerika kon worden bewonderd, voldeed het niet optimaal aan de wens van de Foundation om kunst naar een breed publiek te brengen. Als gevolg daarvan ontstonden de Art Taxi's. Immers een taxi rijdt door de hele stad en wordt door iedereen gezien en gebruikt. Drie kenners werd gevraagd een vijftal kunstenaars voor te dragen: mevrouw Hammacher oud-conservatrice van het museum Boymans van Beuningen in Rotterdam, Jean Hubert Martin, de conservator van de Kunsthalle uit het Zwitserse Bern en Edy de Wilde, de conservator van het Stedelijk Museum uit Amsterdam. UNION Alhoewel er oorspronkelijk sprake was van vijf kunstenaars, zijn er uiteindelijk vier ideeën voor de Art Taxi's uitgewerkt. Taxi-onderneming Union uit Parijs was wel voor het idee te porren. Het bedrijf reed destijds vooral met Renaults en ook de fabrikant had wel oren naar de kunstzinnige metamorfose die de eigen producten zouden ondergaan. Er werden miniatuurmodellen van de Renault 18 en 20 ter beschikking gesteld om de uitverkoren kunstenaars, Zwitser Daniël Spoerri, Fransman François Morellet, Italiaan
pagina 18
Michelangelo Pistoletto en Nederlander Wim T. Schippers hun ideeën op uit te laten werken. Daarna konden teams van medewerkers onder leiding van dit viertal aan de slag om de auto's in ware grootte te realiseren. Morellet zag zijn idee gerealiseerd op een rode 1978 Renault 20 TS. De carrosserie van de auto werd als het ware 'dubbel' en ' scheef' op de bestaande koets geschilderd waardoor een merkwaardig trompe l' oeil is verkregen. Pistoletto toverde een Renault 18 GTL om tot een rijdende spiegel. Al werden de contouren van hoge gebouwen in dit geval op de carrosserie geschilderd. Veel aandacht kreeg Spoerri met zijn Renault 20 TS die werd beschilderd als een grote Gruyere kaas. DEUKENTAXI Maar het meeste opzien baarde Wim T. Schippers met de door hem onder handen genomen Renault 18 die al snel de bijnaam deukentaxi kreeg. Al vijftien jaar voor de realisatie kreeg hij het idee een auto helemaal vol deuken te slaan. Al eerder had hij het idee geopperd om een model van een duur merk aldus te behandelen en zo op de AutoRai te presenteren, maar dat ging iedereen te ver. Toen hij door de Peter Stuyvesant Foundation werd gevraagd stond voor hem vast dat hij zijn oude idee zou realiseren. Deuken als essentiële verandering aan een auto. Samen met zijn
Losange Magazine - voorjaar 2013
medewerker slaat Schippers deuren, spatborden, motorkap, dak en kofferdeksel volledig uit de originele vorm. Daarna wordt de Renault 18 helemaal gespoten. Op 21 september 1982 worden de vier taxi's zeer toepasselijk voor kunsttempel Centre Pompidou in Parijs aan pers en publiek getoond om nog diezelfde week voor een periode van twee jaar gewoon in gebruik te worden genomen. De reacties zijn zeer divers. De gruyère wordt het meest gewaardeerd, de deukentaxi roept de meeste afschuw op. Chauffeur Jacques Vitte ondervindt dat dagelijks met grote regelmaat. Sommige klanten weigeren in te stappen omdat ze bij het zien van deze auto een ware brokkenpiloot verwachten. Zijn omzet halveert in korte tijd, maar Jacques wordt gecompenseerd en reist met zijn taxi ook ver buiten Parijs om tijdens kunstevenementen acte de presence te geven. Na twee jaar van trouwe dienst is het met de Art Taxi's nog niet gedaan. In maart 1985 wordt het viertal tentoongesteld in het centrum van Eindhoven voor de Bijenkorf. Deze winkel
De vier Art Taxi's hebben na hun kunstzinnige transformatie nog twee jaar dienst gedaan in Parijs.
De Renault 20 TS trompe l'oeuil van Morellet mag kunstzinnig als de meest bijzondere worden beschouwd, maar heeft ook het meest 'geleden'.
pagina 19
Wie begin jaren tachtig in Parijs in een Art Taxi stapte, kreeg het bijbehorende foldertje over dit kunstproject uitgereikt. Van links naar rechts Wim T. Schipper, Michelangelo Pistoletto, François Morellet en Daniël Spoerri.
Tijdens de tentoonstelling Art Cars in het Kröller-Müller museum signeerde Wim T. Schipper twintig jaar na dato zijn Renault kunstwerk.
pagina 20
presenteert de Franse auto's samen met het Prentenkabinet als onderdeel van de tentoonstelling 'Kunst over de drempel' bestaande uit diverse kunstwerken uit de Peter Stuyvesant collectie. Het is zelfs de bedoeling op de auto's een Nederlands kenteken te verkrijgen en de taxi's een tijd in de lichtstad te laten rijden. Onderhandelingen met een Eindhovens taxibedrijf zijn dan al gaande, maar het idee wordt niet gerealiseerd. KRÖLLER-MÜLLER Op 7 november 1985 wordt in Zevenaar in de fabriek van Peter Stuyvesant de tentoonstelling 'Kunstwerk' geopend en daarbij kunnen de taxi's, eindelijk op de thuisbasis, niet ontbreken. Begin november 1991 hangt de Renault 18 met deuken in de takels om zo de binnenplaats van het museum Het Prinsenhof in Delft te bereiken waar de auto tot en met 26 januari 1992 de aandacht trekt tijdens een tentoonstelling van Nederlands werk. En dan is het ineens oktober 2012 en staat de beroemde deukentaxi opnieuw vers in de lak in het Kröller-Müller museum als onderdeel van de tentoonstelling Art Cars. De zilvergrijze Renault 18 is voorzien van een nieuwe laklaag en natuurlijk is Wim T. Schippers present om de auto twintig jaar na dato te signeren. Het viertal is inmiddels via allerhande onbekende omwegen terecht gekomen in Zevenaar en eigendom van de kunstminnende burgervader Jan de Ruiter. Lange tijd heeft hij naar de vier auto's gezocht tijdens zijn verwoede pogingen om na sluiting van de sigarettenfabriek de kunstcollectie voor Zevenaar of in ieder geval voor Nederland te houden. Helaas, alle inspanningen ten spijt, valt de enorme verzameling uit elkaar tijdens een veiling bij Sotheby's die maar liefst 13,5 miljoen euro oplevert. De vier Renaults blijken lange tijd buiten te hebben gestaan en Jan de Ruiter vindt ze uiteindelijk in een Amsterdamse loods. Die staat te koop en moet snel leeg, zodat tegen een geringe vergoeding het viertal terecht komt in de ruimte van de
plaatselijk kringloopwinkel. Jan de Ruiter is blij dat in ieder geval één exemplaar in oude luister is hersteld. Vers in de zilvergrijze lak staat de R18 te blinken. De 'restaurateurs' van Schadenet hebben de auto voorzien van veel te moderne wieldoppen om de auto tentoon te stellen. Die gaan er meteen voor de fotografie af, wat 'n heiligschennis! POETSBEURT De andere drie auto's staan er minder florissant bij. De spiegel Renault 18 heeft een flinke restauratie voor de boeg en datzelfde geldt voor de rode Renault 20 TS phase I die zeer nadrukkelijk te leiden heeft gehad van langdurig verblijf onder vochtige omstandigheden. De gruyère
auto, een Renault 20 van de tweede fase en beter tegen roest behandeld, is aanzienlijk beter uit de strijd gekomen. Jan de Ruiter zou graag alle vier de auto's gerestaureerd hebben, maar realiseert zich terdege dat dit geen gemakkelijke klus is. De kaasauto zou met een flinke poetsbeurt en hier en daar wat retouches aan de randen van de carrosserie relatief eenvoudig weer presentabel kunnen worden, de auto's van Morellet en Pistoletto zijn er veel slechter aan toe. Het probleem is niet alleen dat plaatwerk vervangen moet worden, maar dat daardoor ook de originele beschildering verdwijnt en dus ook opnieuw moet worden aangebracht. Wie met kennis van zaken zich voor deze bijzondere kunstvorm zou willen inzetten, wordt met open armen door Jan de Ruiter ontvangen. Tot die tijd staan ze in ieder geval keurig droog gestald, maar een Rembrandt stop je ook niet weg in een schuurtje.
Deukentaxi in strip Wim T. Schippers en taxichauffeur Jacques Vitte raken bevriend en vol trots en als volleerd conservator vertelt hij tijdens talloze ritten aan klanten hoe de auto tot stand is gekomen. De taxi's worden zeer veelvuldig gefotografeerd. De chauffeurs hebben allemaal een Polaroid camera aan boord om klanten die dat willen met de auto te vereeuwigen. De dubbele foto's worden in Parijs door het cameramerk tentoongesteld. Wat Vitte niet begrijpt is dat Peter Stuyvesant destijds zo'n 2,5 ton (guldens) uitgeeft aan deze kunstvorm zonder de naam van het bedrijf er op te zetten. De deukentaxi wordt nog op een andere manier vereeuwigd. Wim T. Schippers stelt immers ook een flink reeks strips samen met tekenaar Theo van den Boogaard. In een van zijn 'avonturen' speelt de aan gort geslagen vierdeurs Renault een rol, tot grote blijdschap van zijn bestuurder.
Losange Magazine - voorjaar 2013
Uitgever Art Unlimited gaf in 1982 een reeks ansichtkaarten uit waarop het taxiviertal staat geportretteerd. (copyright Peter Stuyvesant Foundation)
pagina 21
HISTORIQUE
RENAULT 40 CV RECORD
Duivelse
snelheden
Tekst: Tony Vos
Op 4 oktober 1924 wordt zo'n dertig kilometer ten zuiden van Parijs het dan nieuwe en zeer moderne circuit van Linas-Montlhéry in gebruik genomen, in de begintijd beter bekend als het Autodrome Parisien. De ovale baan heeft een lengte van 2,548 km en is gebouwd tot snelheden van maar liefst 220 km/h. Een ongelofelijke, magische waarde ruim 85 jaar geleden. Het eerste officiële evenement dat op het nieuwe circuit wordt gehouden, is de Franse Grand Prix op 26 juli 1925. Maar Montlhéry wordt niet alleen voor grote evenementen gebruik. Autofabrikanten doen er testwerk en breken het ene na het andere wereldsnelheidsrecord. Wie betrouwbaarheid van zijn merk en producten wil uitstralen, bewijst zich vooral door een etmaal lang op een zo hoog mogelijke snelheid over het circuit te flitsen . Het uithoudingsvermogen van de techniek is een regelrecht marketinginstrument. Het is met twee 40 CV recordwagens dat Renault twee jaar achter elkaar de lat een stuk hoger legt. pagina 22
Losange Magazine - voorjaar 2013
pagina 23
Het wisselen van banden, het bijtanken en het doen van de nodige controles loopt in eerste instantie nog niet vlekkeloos.
pagina 24
D
De beschikbaarheid van het circuit van Montlhéry in de directe nabijheid van de Renault-fabriek in Boulogne-Billancourt laat de altijd competitieve Louis Renault niet onberoerd. Het wereldsnelheidsrecord staat begin 1925 op naam van Martin en Gros die aan het stuur van hun Bignan een gemiddelde snelheid wisten te behalen van 124,45 km/h. En dan te bedenken dat dit record kort na de in gebruik name van het circuit werd gevestigd ter verbetering van het bestaande record uit 1907! Toen reed de Australische coureur Selwyn Francis Edge in een Napier op het circuit van Brooklands (GB)
met een gemiddelde van 106,299 km/h. Het doel voor Renault is duidelijk. Op 11 mei 1925 wordt een speciaal geconstrueerde Renault 40 CV van het type MC met vier zitplaatsen afwisselend gereden door Ellery Irving Garfield en Robert Plessier om in eerste instantie het wereldsnelheidsrecord op zes uur te verbeteren. Carrossier Lavocat et Marsaud bouwt de aerodynamische koets, een vierpersoons torpedo zonder spatborden en voorruit. Het tweetal zegeviert tijdens de zes uur met een snelheid van 157,566 km/h wat overeenkomt met een gereden afstand van 945,397 km. Tijdens zo'n recordpoging is het heel gebruikelijk dat er allerhande extra metingen worden verricht. Want in de slipstream zet Renault de records op naam voor de hoogste gemiddelde snelheid gereden in een uur (172,231 km/h), het drie uur record (509,857 km), 500 km met een gemiddelde van 169,885 km/h en de 500 mijl met een gemiddelde van 166,805 km/h. Tot slot wordt het ovaal van Montlhéry tijdens de snelst gereden ronde geklokt op 51,2 seconden en dat komt neer op een topsnelheid van 179,173 km/h. Indrukwekkend! Voor die tijd zelfs 'duivels'. Toch draait Renault zich die dag slechts warm voor een hoger doel. Vol goede moed keert het team op 3 juni 1925 om 19.00 uur terug. De atmosferische omstandigheden zijn optimaal en het zijn wederom Garfield en Plessier die het stuur ter hand nemen. Iedere twee uur zullen ze
elkaar afwisselen. In het eerste uur wordt 147,991 km afgelegd, na het vijfde staat 774,700 km op de teller en na een halve dag telt de Renault 40 CV al tot 1.891,362 km, het volgende record dat wordt gevestigd. Uiteindelijk rijdt de grote zescilinder in 24 uur een totale afstand van 3.384,759 km wat neerkomt op een gemiddelde snelheid van 141,031 km/h. Daarmee wordt het bestaande record met meer dan 10 km/h verbeterd. De wereld is onder de indruk en men verwacht dat Renault gedurende lange tijd de houder zal blijven van het wereld snelheidsrecord. Helaas, de techniek zet flinke stappen voorwaarts en het is pas drie maanden later als twee Engelsen John Duff en Banjanfield in een 3 liter Bentley de Renault met een gemiddelde van 152,930 km/h het nakijken geven. De snelheidsrecords op zes uur en 1.000 km worden twee dagen later al weer verbeterd. De strijd lijkt losgebarsten. TECHNISCH MANKEMENT Louis Renault heeft zijn eerste 24 uur record volledig kunnen uitbuiten door er zoveel mogelijk op te wijzen dat de recordauto op slechts kleine details na technisch identiek is aan de productieversie van de somptueuze 40 CV. Dat doet hij onder meer ten overstaan van de Technische Commissie van de Automobile Club de France, door tijdens de recordpoging zomaar een chassis van een productieversie bij zich te hebben.
Losange Magazine - voorjaar 2013
Een volgende recordpoging op 12 oktober met wederom Garfield en Plessier eindigt helaas na 15,5 uur met een kapotte cilinder. Alsof het niets is, worden die dag toch nog zes records verbroken, maar het hoofddoel van een nieuw record op de 24 uur, wordt door het technisch mankement niet behaald. De hoogste gemiddelde snelheid die in één uur wordt gehaald ligt tegen de 160 km/h. Terug in Billancourt wordt een plan gesmeed voor 1926 waaraan minutieus wordt gewerkt. Om te beginnen wordt uitgaande van de opgedane ervaring de organisatie rondom de recordpoging gestroomlijnd. Dit om tijdens de diverse
Garfield en Plessier bij de eerste Renault 40 CV recordwagen uit 1925.
pagina 25
Boven de 40 CV uit 1925, onder het meer gestroomlijnde model uit 1926.
pagina 26
stops zo min mogelijk minuten te verliezen. Bij de nieuwe recordpoging hoort ook een andere auto. Wederom een 40 CV maar van het nieuwere type NM. Die wordt voorzien van een speciale carrosserie en ook technisch op tal van punten gemodificeerd. De carrosserie hoeft slechts plaats te bieden aan één persoon, dus wordt deze niet breder dan het chassis. Om de aerodynamica verder te optimaliseren kan geen gebruik gemaakt worden van de vertrouwde koelribben achter de motorkap. Toch wil men vasthouden aan de bekende motorkapvorm. Men slaagt erin Louis Renault goedkeuring te laten verlenen voor een volledig nieuwe motorkoeling. Daarom wordt er een grille voor in de motorkap aangebracht waardoor de koellucht kan toetreden. Die gaat langs de motor af en komt net voor het dashboard bij een achterover geplaatste radiator. Een ventilator ontbreekt, niet nodig omdat de auto louter bij hoge snelheden wordt gebruikt en niet in het normale verkeer hoeft te rijden. Een wat minder grote verandering is dat het stuurwiel precies in het midden tussen de chassisbalken is geplaatst. Ook deze keer wordt de carrosserie niet door Renault zelf gemaakt. Er wordt gekozen voor een gesloten koetswerk met een uitermate lichte constructie. Volgens het systeem van carrosseriebouwer Weymann bestaat het uit een lichte, houten structuur overtrokken met opgespannen kunstleer. De 40 CV beschikt over een licht achterover hellend minuscuul voorruitje en in de twee deuren schuifruiten. De enorme brandstoftank ligt in het interieur en heeft een vulopening op het dak.
coureur wordt Guillon toegevoegd. Ieder rijdt twee uur achter elkaar en krijgt daarna vier uur rust. Het systeem en de techniek werken. De in 24 uur afgelegde afstand van 4.167,578 kilometer met een gemiddelde snelheid van 173,649 km/h overtreft alle eerdere pogingen. Meteen worden ook records gebroken op de afstanden 1.000, 2.000, 3.000 en 4.000 kilometer. Dit is het grootste succes op dit vlak dat een autofabrikant ooit heeft weten neer te zetten. Bewonderende woorden blijven niet uit. "Een formidabele prestatie" kopt de ene krant. Le Figaro gaat nog een stap verder. "Sneller dan een vliegtuig in 24 uur" staat er in grote letters te lezen, doelend op een eerder verslag over de recordtocht van de gebroeders Arrachart die de afstand van Parijs naar Bagdad (4.250 km) in 26 uur door de lucht wisten af te leggen. "Buitengewoon onwaarschijnlijk, maar het is waar. Over een lange afstand heeft de auto het vliegtuig verslagen", waarbij even mag worden aangetekend dat het toestel waarmee de 40 CV wordt vergeleken was voorzien van een Renault motor. De ene krant valt in bewondering over de ander heen. Zo prijst de 'Echo de Paris' op 11 juli 1926 de robuustheid van Renault: "We zijn verrast over de sterkte en betrouwbaarheid van deze machine. Nog nooit heeft zelfs een locomotief een dergelijke klus geklaard, komt zelfs niet in de
Zonder carrosserie en motorkap zijn de verschillende elementen van de 40 CV NM recordwagen goed te zien.
Michelin of Dunlop? De recordpogingen in 1925 en 1926 werden gedaan op Michelin banden. Bij iedere stop kregen de auto's vier nieuwe banden, dus lag het bandenverbruik hoog. Op zondag 10 juli 1926 kwam Plessier erachter dat er niet genoeg banden voorradig waren om de recordpoging over 24 uur te volbrengen. Langer doorrijden was geen optie met het risico van een klapband. Michelin was gesloten, maar een vertegenwoordiger van Dunlop, die op Montlhéry aanwezig was, kon wel leveren. Louis Renault werd op zijn landgoed in Herqueville gebeld door Plessier om hiervoor toestemming te geven.
Een paleisrevolutie midden jaren twintig, een Renault met dwars achter de motor geplaatste radiator.
GROTE DAG De eerste keer dat de tweede 40 CV recordwagen op Montlhéry zijn kunsten vertoond is op 23 februari 1926. Garfield en Plessier wisselen elkaar af en verbeteren het record op de 100 km met een gemiddelde snelheid van 188,867 km/h. Maar het is slechts een voorproefje van wat nog komen gaat. De daarop volgende maanden worden gebruikt om mens en machine optimaal op elkaar af te stemmen en te prepareren. En dan wordt 9 juli 1926 de grote dag! Als derde
Losange Magazine - voorjaar 2013
pagina 27
Twee keer een 40 CV recordwagen, maar ondanks het verschil van nog geen jaar, totaal afwijkend qua carrosserieconcept.
In 50 seconden 100 liter met de hand overpompen, een ware prestatie.
buurt. Tijdens de recordpoging was geen enkele reparatie of uitwisseling van onderdelen noodzakelijk, zodat de auto de maximale tijd zijn kracht kon leveren. Zelfs tijdens de laatste ronde heeft de excellente coureur Garfield nog zijn topsnelheid verhoogd naar 190 km/h", aldus journalist G. de Lafreté. "Het is een uitzonderlijke prestatie die eer brengt aan de Franse industrie en de Renault fabrieken in het bijzonder", zien de lezers van Le Temps in hun krant. Het op 9 en 10 juli behaalde record blijft veertien maanden overeind. In 1926 laat Louis Renault zijn 40 CV recordwagens in heel Frankrijk in de belangrijk steden zien om de inspanningen optimaal te kunnen uitbuiten. Aan de basis van het succes liggen mensen, de coureurs maar ook de talloze onbekend gebleven
technici. Ingenieur Robert Plessier treedt op 8 december 1921 bij Renault in dienst bij de afdeling speciale testen. Louis Renault vertrouwt hem persoonlijk de moeilijke missie toe om records te vestigen. Daarom omringt hij zich door competente mensen, betrouwbaar, enthousiast en toegewijd. Met een uiterste precisie laat hij niets aan het toeval over en haalt uit iedere recordpoging zoveel mogelijk input om het volgende succes voor te bereiden. Door zelf achter het stuur te kruipen neemt hij persoonlijk verantwoording. Wat dat betreft is er een aardige anekdote over Plessier. Tussen de recordpogingen in 1925 en 1926 verlooft hij zich en belooft zijn toekomstige schoonmoeder plechtig na zijn huwelijk op 5 juni geen races meer te rijden. Maar omdat de datum van de recordpoging wordt verschoven, wordt overeengekomen dat hij pas na de huwelijksreis weer achter het stuur zal kruipen. SPREEKWOORDELIJK Als co-équipier kiest hij voor zijn goede vriend Ellery Irwing Garfield, ingenieur in het Renault atelier 153 (testafdeling) die samen met hem de organiserende taak opneemt en ook de realisatie van de voertuigen. De Amerikaan heeft een reputatie van bekwaamheid en zijn kwaliteiten als coureur. Zijn vaardigheden zijn spreekwoordelijk. De derde coureur die tijdens de laatste recordpoging zijn opwachting maakt, is Paul Guillon die na een stage bij autofabrikant Ballot op 17 september 1923 bij Renault in dienst treedt. Werkzaam op de afdeling die praktijktesten doet, wordt hij snel specialist op het gebied van motoren en in 1926 hoofd van de montageafdeling. Maar deze
pagina 28
uitbreiding van functie weerhoudt hem er niet van auto's op de openbare weg te blijven testen en bevindt zich in die rol dan ook veelvuldig naast Garfield. Rondom dit drietal is een technische en ondersteunende staf gerekruteerd, vooral medewerkers van het beroemde atelier 153, dat een onuitwisbare rol in de Renault historie speelt. Hoofdverantwoordelijke voor het project is Henri Benoit, afgestudeerd aan de École Centrale in Parijs waar universitaire opleidingen worden gegeven in de werktuigbouw. Hij is eindverantwoordelijk voor het metaallaboratorium en de werkplaats voor thermische behandelingen. Plessier was zijn rechterhand totdat deze in 1924 de leiding krijgt over de fijnafstemming van nieuwe modellen, wat in die tijd een uitgebreide test op de openbare weg inhoudt voordat de carrosserie wordt geplaatst. Atelier 153 heeft een afdeling met testbanken en een deel dat verantwoordelijk is voor de testen op de normale weg. De ontwikkelingsafdeling levert de prototypes aan die door Plessier en zijn mensen op productiespecificaties worden gebracht. Niet zelden wordt door zijn medewerkers de hulp van Plessier zelf ingeroepen om problemen op te lossen zodat deze niet meer in de serieproductie voorkomen. Hij is in die tijd de enige die technische wijzigingen mag doorvoeren aan de persoonlijke auto's van Louis Renault, ontwikkelingschef Serre en diverse auto's van beroemdheden en vrienden van de familie. Tijdens de laatste recordpoging in 1926 bestaat het team uit veertien persoon. Acht daarvan, twee per wiel, houden zich bezig met de banden. Vervolgens drie mensen die verantwoordelijk zijn voor het tanken, één voor de olie, een ander voor het koelwater en tot slot een teamleider
Losange Magazine - voorjaar 2013
die voor de coördinatie van het geheel zorgt. Alle werkzaamheden worden van te voren volop geoefend en qua tijdsduur opgemeten. Tijdens de stops moet zo min mogelijk tijd worden verloren. Een stop duurt uiteindelijk nooit langer dan 50 seconden. Opmerkelijk als men bedenkt dat er dan meer dan 100 liter benzine vanuit een voorraadvat op wielen met de hand moet worden overgepompt. REPLICA De Renault 40 CV NM recordwagen die al vele jaren deel uitmaakt van de fabriekscollectie is niet de originele auto, maar een replica. Er bestaat enige onduidelijkheid over de kleurstelling van de auto's. Die wisselt namelijk tijdens de recordpogingen en de presentatie aan het grote publiek. Ook zijn er afbeeldingen van de auto's met en zonder koplampen en komen we de eerste 40 CV op foto's tegen zonder kenteken of met twee verschillende nummers. Er gaat een verhaal dat een van de twee auto's in de Tweede Wereldoorlog zijn nadagen heeft beleefd als 'trekker' van vliegtuigen op een luchtmachtbasis. Weinig glorieus en zo in tegenspraak met de bewondering die de Renaults midden jaren twintig oogsten. Naschrift: Vanaf 1930 wordt Robert Plessier toegevoegd aan de commerciële directie van Renault belast met luxueuze modellen. Hij blijft ruim 43 jaar bij Renault in dienst tot in 1964. In 1930 komt Garfield in Belfast tijdens een tragisch ongeval om het leven. Hij was daar aan het testen voor zijn deelname aan de Tourist Trophy. Paul Guillon maakt carrière op de commerciële afdeling en wordt in 1946 tot commercieel directeur Frankrijk genoemd. In 1963 gaat hij met pensioen.
Na de geslaagde recordpoging op 10 juli 1926 tevreden gezichten bij de coureurs en medewerkers. Foto boven: de losse carrosserie lijkt niets voor te stellen.
pagina 29
pagina 30
1:RENAULT OTTO CLIO WILLIAMS 1:12...
SERIEPRODUCTIE OP GROTE SCHAAL
Echte fans hebben hun Renault het liefst uit Franse productie, maar wie miniatuurmodellen verzamelt weet dat de kleine Renaults tegenwoordig vrijwel allemaal uit China komen. Het Franse merk OttOmobile gunt ons een blik in hun fabriek tijdens de serieproductie van de 1:12 Renault Clio Williams.
I
n 2009 werd de modelautowereld rustig opgeschud door een nieuw merk van Franse origine. OttOmobile werd in dat jaar om exact te zijn op 3 maart opgericht. De stichters, Frederick Guillon en Nicolas Urien, kennen elkaar al vanaf de schoolbanken. Beiden deden een door onderdelenfabrikant Valeo gesponsorde technische opleiding en kwamen ook in dit deel van de autowereld terecht. Het was al in 2002 dat Nicolas een vacature tegenkwam bij een miniatuurautomerk en speelde deze aan Frederick door. Hij verzamelde namelijk 1:12 motorfietsen en had ook grote interesse voor miniatuurauto's. Bij deze firma zette hij de eerste kioskreeks op. Nicolas volgde in Frederick's voetsporen en ontwikkelde bij Atlas onder meer modellen in 1:18. Vervolgens maakte Frederick de overstap naar Renault waar hij zich drie jaar lang bezig hield met de opbouw van een lijn miniatuurmodellen. TECHNISCHE KENNIS Daarna brak de tijd aan om samen in het diepe te springen en met een berg aan opgedane ervaring zelf met een miniatuurmerk te beginnen. De combinatie van zelf liefhebber zijn en de technische kennis van het product hebben, blijkt een gouden. Frederick en Nicolas wilden bovenal helemaal vrij zijn in hun ondernemerschap en in eerste instantie modellen produceren van droomauto's waar ze zelf nooit het geld voor hadden gehad om er een te kopen. Dat bracht hen in 2009 kort na de start tot hun eerste model, een 1:18 weergave van de Renault Clio Williams, de tweede versie van het origineel met een kleine facelift. Van dit eerste model werden er exact 1.000 stuks gemaakt. Gezien die beperkte oplage is het miniatuur zeer gezocht door verzamelaars. Vooral zij die OttOmobile, de merknaam van het bedrijf van Frederick en Nicolas, pas wat later
Losange Magazine - voorjaar 2013
hebben ontdekt. Het tweetal stelde zich tot doel betaalbare 1:18 miniaturen aan te bieden aan de echte verzamelaar van auto's die tot dan toe nog niet in die schaal waren verschenen. De modellen van OttO zijn niet of nauwelijks verkrijgbaar in de winkel. Van begin af aan is gekozen voor een direct bestelsysteem in de eigen webshop (www.OttO-models.com). Die keuze was snel gemaakt. Toen het duo in de opstart van hun merk ging praten met de bekende distributeurs op dit vlak, kregen ze al snel nul op rekest. Om ondanks die tegenslag, althans zo werd er destijds tegenaan gekeken, toch een indruk te krijgen van het potentieel in de markt, werd het prototype van de Clio Williams op Ebay gezet en daarna brak de hel los. Nadat de eerste exemplaren waren uitgeleverd en het model in enkele gespecialiseerde tijdschriften had gestaan, was er geen weg meer terug. DRIEDIMENSIONAAL OttOmobile is gevestigd in Bretagne (Guénon) waar beide heren oorspronkelijk ook vandaan komen. Dat wil niet zeggen dat Frederick en Nicolas daar altijd te vinden zijn. Het tweetal verblijft veelvuldig in
Begerenswaardig, de nieuwe 1:12 Renault Clio Williams van OttOmobile. Links een kijkje in de fabriek van het merk in Hong-Kong.
pagina 31
pagina 32
Hong Kong waar de modellen worden geproduceerd. Er werken daar tweehonderd mensen aan de prachtige creaties, 170 voor de productie en 30 in de ontwikkeling. Als de keuze voor een bepaalde auto is gemaakt, wordt een echt exemplaar volledig digitaal opgemeten. Zodra OttO de fondsen had om hiervoor een investering te doen van een slordige 80.000
euro, hebben ze dat gedaan. Volgens eigen zeggen zijn ze samen met Schuco de enige fabrikant die over deze apparatuur beschikt. Tot in de kleinste details wordt een driedimensionale scan gemaakt waarbij geen onderdeel onopgemerkt blijft. Alleen op deze manier heeft een miniatuur exact dezelfde vormen als het origineel en dat valt aan de OttO modellen beslist af te zien. Na het opmeten gaan de gegevens naar de ontwikkelingsafdeling onder leiding van Colin Pillet. Ook hij is een groot liefhebber van autominiaturen en heeft in zijn team een ingenieur uit Hong-Kong die vijftien jaar ervaring heeft op dit vlak. Zij houden zich eveneens bezig met de homogeniteit van de modellen, zodat ze kwalitatief vergelijkbaar zijn.
teriaal te werken. De laklaag wordt bij OttO met de hand gespoten. Twee personen zijn daar verantwoordelijk voor. De één spuit de carrosserieën, de ander alle interieurdelen. Ieder model krijgt twee grondlagen, twee laklagen en als afwerking een altijd prachtig glanzende vernislaag. Dat voor wat betreft de 1:18 modellen, in de schaal 1:12 krijgen de OttO's maar liefst twaalf lagen! Verder voert OttO een zeer strenge kwaliteitscontrole door waarbij alle fouten worden opgemerkt en hersteld. Naast het enorme aanbod 1:18 modellen startte het actieve merk een jaar of twee geleden met het aanbieden van modellen in 1:12. De Alpine A110 beet het spits af en het is een streven om jaarlijks ongeveer vier nieuwe miniaturen in deze grote schaal uit te brengen. Inmiddels is er ook de 5 Turbo in drie varianten (Turbo 1 en 2, kleuren) en de Renault 8 Gordini die na de blauwe versie nu ook in wit met blauwe strepen verschijnt. Daarnaast nog een rallyvariant van die A110 en sinds kort de waanzinnig geslaagde Renault Clio Williams, het eerste model van OttO maar nu in de grote schaal. Vooral direct na de start leek het programma van OttO zich met name te ontvouwen rondom de sportieve Renault modellen en Alpines. Op
Het is letterlijk en figuurlijk Chinees, dit kartonnen bord met daarop diverse kleine onderdelen voorzien van commentaar. Foto links: het prototype van de 1:12 Clio Williams.
TWAALF LAGEN OttO maakt voor de meeste onderdelen inclusief de complete carrosserie gebruik van resin, een kunststofhars. De keuze daarvoor is simpel. De investeringen in apparatuur om de modellen in metaal (Zamac) te maken liggen ongeveer tien keer zo hoog en dan nog is het voor bescheiden oplages lang niet altijd interessant om in dit ma-
Losange Magazine - voorjaar 2013
pagina 33
Bij onderstaande dealers is uw oude of nieuwe Renault nu en in de toekomst in de juiste handen!
RENAULT NIEUWENDIJK
Aalsmeer - Amstelveen- Badhoevedorp Hillegom - Hoofddorp - Uithoorn www.renault-nieuwendijk.nl
CENTRE CLASSIQUE Voor vakkundig onderhoud van uw klassieke Renault. Onderhouds- en restauratiewerk tegen vooraf overeengekomen werkplaatstarief zonder verrassingen.
RENAULT NIEUWENDIJK Hillegom 0252-433043 www.centreclassique.nl
VAN KESTEREN Spoordwarsstraat 15 - 8271 RK IJSSELMUIDEN - Tel. 038 - 33 13 241 www.vankesterenrenault.nl
STOKMAN uw Renault & Dacia dealer in Alkmaar, Den Helder en Wieringerwerf www.stokman.nl
pagina 34
de site www.otto-models.com zijn alle modellen die het merk uitbracht overzichtelijk te zien met diverse foto's, hoe groot de serie is geweest en wanneer het model is uitgekomen. De site vormt wat dat betreft een prachtige catalogus waaruit de bezoeker overigens nauwelijks kan kiezen. Ver-
zamelaars hebben het merk uitstekend gevonden, waardoor veel miniaturen vaak al zijn uitverkocht voordat ze worden uitgeleverd. Op beurzen en in sommige speciaalzaken worden OttO modellen verkocht, maar vaak tegen aanzienlijk hogere prijzen dan wat liefhebbers rechtstreeks bij het merk betalen. Van een officiële distributie via een groothandel is nog steeds geen sprake. Een van de redenen waarom er zoveel Renault modellen door OttO zijn en worden gemaakt, ligt in het feit dat Frederick een aantal jaren bij de fabrikant heeft gewerkt en daar de wegen kent. De grootste rem op de activiteit van OttO is namelijk het verkrijgen van toestemming van fabrikanten om hun modellen op schaal te mogen namaken. Er zijn merken die niet eens reageren of uiteindelijk veel te veel geld vragen, zodat een project een vroegtijdige dood sterft. De gang van zaken rondom deze rechten kost veelal meer energie dan de ontwikkeling van het model zelf.
en pas in tweede instantie een eerste generatie. Subliem is ook de Renault 25, geen viercilinder zoals tot nu toe vrijwel alle 1:43 varianten, maar een V6 in de meest luxueuze Baccara uitvoering. De detaillering aan de buitenkant benadert de perfectie met de glanzende lak, prachtige typeplaatjes, realistische verlichting en tal van andere details. Hetzelfde geldt voor het interieur waar geen detail aan het oog van de makers ontkomt. OttO heeft ook een forse reeks rallyvoertuigen en bijvoorbeeld Alpines die op circuits hebben gereden. Uiteraard zit bij deze modellen geen sticker verkeerd. Voor dit jaar staat er weer het nodige nieuws op de rol. Zo komen onder meer een Renault 18 Turbo Phase II, een Alpine A108 Tour de France, de allerlaatste Alpine A110 met Alfa Romeo achterlichten en wellicht als grootste verrassing een 1:12 Alpine A310 V6 GT. We willen daar zelf graag nog de nodige modellen aan toevoegen. Iedereen heeft daarbij zo z'n wensenlijstje. Denk aan een 18 Turbo Break Phase I en II, 18 Break 4x4, 25 V6 Turbo Phase I en 25 V6 Limousine, 30 TX en 20 TX Phase II en ga zo maar even door. Gelukkig kent het team van OttO ook z'n klassiekers dus hoeven we als verzamelaars alleen maar rustig af te wachten en op tijd te zijn met bestellen.
Alsof de Clio Williams weer opnieuw in productie is genomen. In Hong Kong gaan ze over een heuse lopende band.
Bakken vol met wielen, stoelen, dashboards en andere kleine onderdelen.
REALISTISCH Desalniettemin lukt het OttO keer op keer om met zeer verrassende modellen op de proppen te komen. Veelal auto's die nog helemaal niet of in ieder geval niet in dit formaat bestaan. Er zijn tal van voorbeelden die duidelijk maken dat aan het roer van de firma pure liefhebbers staan. Een paar voorbeelden. De Renault 21 Turbo was in 1:43 al een aantal keer nagemaakt, maar dan kiest OttO heel bewust voor een Phase II Quadra. Daarna op basis van dezelfde koets de Phase II Gendarmerie
Losange Magazine - voorjaar 2013
pagina 35
Bij onderstaande dealers is uw oude of nieuwe Renault nu en in de toekomst in de juiste handen!
NEEM EEN ABONNEMENT OP DE GEDRUKTE VERSIE VAN
KIJK OP DE SITE HOE: WWW.LOSANGE.NL
pagina 36
EXOTIQUE RENAULT 30 TS PHASE II
TECHNISCH VERTROUWD Tegelijk met het verschijnen van de facelift op de Renault 20 en 30 verdwijnt op de West-Europese markt de carburatieversie van de zescilinder. Voor sommige markten blijft deze variant echter bestaan.
I
n de zomer van 1980 voert Renault een fors aantal wijzigingen door aan de grote vijfdeurs 20 en 30. Beide types krijgen onder meer een compleet nieuw interieur met ander dashboard, gewijzigde portierpanelen en ook afwijkend meubilair. De veranderingen aan de buitenkant zijn minder vergaand. Bij de Renault 30 kan het verschil het gemakkelijkst worden gezien bij de over de zijkanten verder doorgetrokken bumpers voortaan zonder rozetten. Ook de grille met brede chromen omlijsting is een kenmerk van de tweede fase. ALUMINIUM Op het moment van lancering levert Renault de 30 nog alleen als TX met de 2,7 liter V6 injectiemotor. Die variant heeft lichtmetalen wielen (optie TRX), uiteraard de injectie typeplaatjes op de grille en onder de V6-vermelding op de achterklep plus een aluminium 'bekleding' van de B-stijl. In sommige landen is men nog lang niet klaar voor injectiesystemen en vertrouwen ze liever op de vertrouwde carburateurs. En juist voor dit soort landen houdt Renault de 30 TS (R1275) in
Losange Magazine - voorjaar 2013
productie. Het belangrijkste verschil vinden we uiteraard in de motor. Die beschikt namelijk over een Weber 38 DGAR carburateur in plaats van het Bosch K Jetronic injectiesysteem op de TX. Waar de 30 TS tot op dat moment nog werd uitgerust met een handgeschakelde vierbak, heeft de 30 TS Phase II net als de TX een vijfbak. Dit uiteraard met het oog op het terugdringen van het brandstofverbruik dat bij de carburatieversie aanzienlijk hoger ligt. De V6 carburatiemotor brengt het niet verder dan een haast schamele 118 pk en een koppel van 193 Nm bij 2.500 tr/min. Het interieur van de TS wijkt qua inrichting ook van de TX af. Zo heeft de TS-versie dezelfde velours bekleding als de 20 TS/TX, heeft een analoog klokje aan de bovenkant van de middenconsole, mist Normalur, maar heeft voorin wel de middenarmsteun met opbergvak. Naast de genoemde vijfbak is ook de drietraps automaat op de 30 TS verkrijgbaar, die het prestatieniveau aardig terugbrengt en bovendien ook de gemiddelde consumptie flink weet op te drijven. Airco en leer zijn als optie verkrijgbaar.
Alle uiterlijke kenmerken van de facelift worden ook op de 30 TS met carburatiemotor doorgevoerd.
Aan de stalen wielen is direct te zien dat dit een Renault 30 TS moet zijn.
pagina 37
LOSANGE GEMIST? Nr. 21 voorjaar 2012 Renault Zoe - 4CV Autobleu - Express Santa Fe 1995 - Caudron 1934 Kangoo 4x4 - R5 Alpine - Twingomania - Retromobile Nr. 22 zomer 2012 Talisman - Alpine A110-50 - Twizy - Roldaken - Fuego cabriolet - The Marquis - vergelijking Mégane CC Caravelle - Dacia Lodgy - 19 Cabriolet Nr. 23 najaar 2012 City racing - Clio IV - Dacia 1100 & 1300 - Fête Renaultoloog - Estafette pick-up - Latil bosbouwtrekker - Vivaquatre pick-up - Heuliez - 5 Le Car Nr. 24 winter 2012 Alpine komt terug - R25 EBS cabriolet - Dacia Sandero - Renault Twingo 1993 - Clio IV - 90-serie tractoren - R18 TL Break - overheidsvoertuigen Nr. 17 voorjaar 2011 Renault UE - Twingo Gordini - Renault 12 TS Break - 5 Société - Trafic Heuliez - Kangoo Z.E. - 20 jaar Magnum - Renault serie D Nr. 18 zomer 2011 Truck Racing - Floride/Caravelle - Mégane Trophy - Twizy - Fuego GTL - SAVIEM S105 - Project 118 - Renault Medallion - Initiale - PE tractor Nr. 19 najaar 2011 Renault Penhoët - SAVIEM SM - 10 jaar Avantime - Clio R.S. - 6 CV Camionnette - Prototype 2 litres - Renault Domaine - R4 Sixties Nr. 20 winter 2011 Koleos facelift - Stuur Zelf (R4) - Estafette Frisse Verleiding - Vel Satis concept - R12 Société - Fluence & Kangoo Z.E. - Vivaquatre - R10 Nr. 13 voorjaar 2010 Fainéant truck - Sandouville - R4 prototypes - Rambler Renault - R9 Avenue - Fluence - 6 cilinder tractoren - 14 L - 18 Turbo break Nr. 14 zomer 2010 SAPRAR accessoires - 20 jaar Clio - 4CV wedstrijd - Mégane CC - Familiegraf - VAB - Dacia Duster - Mégane concept - Master - Frégate Nr. 15 najaar 2010 Jouets Renault - Fondation Berliet - Wind - SHGR - Alpine GT Le Mans Colorale - Safrane Biturbo - actiemodellen R25 - 17 Gordini - Témis Nr. 16 winter 2010 Super-serie - Latitude - Hino 4CV - 50 jaar R4 - Racoon - Le Petit Mecano - KE trein - Laguna facelift - 30 TX - R9 Turbo - Mondial Paris Nr. 9 voorjaar 2009 3x witte A110 - 25 jaar Espace - Rijdende reclame - Per 4CV naar Gobi R21 RS - Hugues Portron - R4F - SAVIEM TP - Kangoo BeBop - 12 Alpine Nr. 10 zomer 2009 Project X29 - Fabriek O - Publicis - Scénic III - R20 TL - Doisneau - R4 Alfa Romeo - Clio - Fuego USA - Vivastella - Carraro Nr. 11 najaar 2009 Cape to Cape - Mégane Estate - Patrick Le Quément - Louis Renault - R4 Plein Air - Clio V6 - 40 CV - PO tractor - Dinalpin - 4CV Pie - Estafette Nr. 12 winter 2009 Mégane R.S. - SAVIEM E7 - Gordini - R16 TX - R5 TS Monte Carlo - Ansichtkaarten Herqueville -R6 TL - Laurens van den Acker - Vel Satis Nr. 5 voorjaar 2008 Het fenomeen TX - Renault 4x4 - Grand Modus - Alpine A310 V6 - R4 uit de kunst - Alliance versus R9 - Frégate Nr. 6 zomer 2008 Etoile Filante - Laguna GT - Caudron Simoun - SAVIEM EPG3 - R4 Jogging - 10 CV - Koleos - FT17 - Avantime Nr. 7 najaar 2008 Alliance 3d - 50 jaar Estafette - Sandero - Ondine - SAVIEM PS30 - logohistorie - R8 - 80-serie - Magnum V - 40 CV Nr. 8 winter 2008 15 GTL Grand Prix - AX - 30 jaar middenklasse - 5 GT Turbo Alain Oreille - Mégane III - 5 Lauréate - Rodeo Nr. 1 voorjaar 2007 Logan MCV - 385/Master - Domaine Louis Renault - RS01 - 206 E1 Premium - Caudron Goéland - Premier - Allure Nr. 2 zomer 2007 Magnum Vega - SAVIEM - R3 & D22 - Twingo II - 18 Turbo - Yacht Chryseis - Estafette Studio-car - AHN/AHS - 5 LS Nr. 3 najaar 2007 Marne taxi - Espace taxi - taxi Den Haag - Dauphine USA - Laguna III autorail 5150 - Maxity - R4190 bus - 12 TS Nr. 4 winter 2007 Mack Mid-Liner - Pierre Lefaucheux - 25 Limousine - Kangoo II - Colorale Kerax - Juvaquatre - Viva Grand Sport
BESTELLEN: Zo lang de voorraad strekt zijn alle eerder verschenen nummers nog beschikbaar. Eén jaargang kost 25 euro inclusief porto, ieder volgende jaargang 20 euro en losse nummers kosten 8 euro per stuk eveneens inclusief portokosten (geldt niet voor jaargang 2013). Maakt u het verschuldigde bedrag over op bankrekening 60.67.11.503 t.n.v. Losange te Budel. Vermeldt bij uw betaling duidelijk uw adres en welke jaargangen of losse nummers u wenst te ontvangen. Bij twijfel even een e-mail naar
[email protected].
pagina 38
EVENEMENT 4L INTERNATIONAL
VOOR ALLE RENAULTS Voor de tweede keer heeft Renault het grootse evenement op Monthléry afgelast. Maar liefhebbers hoeven niet te treuren, mede door steun van Renault wordt 4L International hét zomerevenement voor alle Renaults. Het 50-jarige bestaan van de Renault 4 werd in 2011 groots gevierd tijdens 4L International in het Franse Thenay. Uit alle hoeken en gaten van Europa en zelfs daarbuiten waren de liefhebbers van deze recordhoudende Renault bij elkaar gekomen om vijftig kaarsjes uit te blazen. De organisatie had in 2009 en 2010 proefgedraaid en de derde oplage werd een groot succes (1.250 viertjes van 25 nationaliteiten). Helaas kon het evenement vorig jaar geen doorgang vinden. OFF-ROAD De vierde editie wordt dit jaar gehouden in het weekend van 6 en 7 juli wederom op de bekende
plaats. In Thenay ligt een circuit waarop tijdens het evenement diverse activiteiten worden ontplooid. Ook kan er binnen de poorten off-road
Losange Magazine - voorjaar 2013
worden gereden. Dit jaar concentreert het evenement zich niet alleen op en rond de Renault 4 en alle afgeleide modellen, maar heet alle klassieke en verzamelwaardige Renaults van harte welkom. Eigenaren van vooroorlogse modellen, toppers als de 4CV en Dauphine, sportieve modellen, Alpines, Estafettes en andere producten van het merk kunnen genieten van een goed georganiseerd evenement. Onderdeel van de vakantie of een doel op zich. Wie wil kamperen kan dat op het evenemententerrein zelf doen. Er zijn zelfs twee verschillende terreinen. Op het ene mag men 's avonds laat wat luidruchtiger aanwezig zijn, terwijl het andere terrein is ingericht voor bezoekers die meer op hun rust zijn ingesteld. Naast diverse grappige wedstrijden en verkiezingen zal Renault ook een aantal auto's uit de fabriekscollectie tonen, komen diverse bedrijven met zaken als onderdelen, modellen en Renobilia. Op de site www.4linternational.com wordt naarmate het evenement nadert steeds meer informatie gegeven.
Naast alle Renaults 4 en afgeleide types zijn dit jaar nadrukkelijk ook alle andere verzamelwaardige Renaultmodellen welkom.
Zelfs off-road mogelijkheden op het Circuit du Val de Loire.
KASTELEN Het circuit du Val de Loire in Thenay ligt ten zuiden van de Franse stad Blois, ongeveer twee uur rijden van Parijs. Een ideale plek om ten midden van de beroemde Loire kastelen nog een paar dagen extra te blijven.
pagina 39
BEAU COMME UN RENAULT
Renault Laguna 2000
Renault Laguna 1.9 dCi (X74). Voorwielaandrijving. Motor 4 cilinder in lijn common rail turbodiesel met intercooler, 1.870 cc, boring x slag 80 x 93 mm, vermogen 88 kW/120 pk (DIN) bij 4.000 tr/min, koppel 270 Nm bij 2.000 tr/min, waterkoeling, hoeveelheid motorolie 4,8 liter, accu 12 Volt. Leeggewicht 1.385 kg, lengte 4,576 meter, breedte 1,772 meter, hoogte 1,429 meter, wielbasis 2,748 meter, spoorbreedte voor 1,525 meter, spoorbreedte achter 1,480 meter, bagageruimte van 480 tot maximaal 1.340 liter, draaicirkel 10,9 meter, maximum toelaatbaar gewicht 1.935 kg. Prestaties, maximum snelheid 200 km/h, acceleratie 0-100 km/u in 10,7 sec., brandstofverbruik 5,5 liter/100 km, CO2-uitstoot 146 g/km. Inhoud brandstoftank 70 liter. Zes versnellingen volledig gesynchroniseerd: overbrengingsverhoudingen 1e - 0,256; 2de - 0,474; 3de - 0,719; 4de - 1,020; 5de - 1,282; 6de - 1,563; achteruit - 0,282. Bandenmaat 205/55 R 16. Hydraulisch bediend, bekrachtigd remsysteem met schijfremmen achter (274 mm) en geventileerde schijven voor (300 mm), McPherson veerpoten voor H-vormige achteras.
pagina 40
H
et is al weer ruim twaalf jaar geleden dat Renault de tweede verschijningsvorm van de Laguna lanceerde, die tegelijk op de markt kwam als vijfdeurs hatchback en ruimtelijke Grand Tour. De verdeling in de verkoop tussen beide carrosserievarianten verschilt sterk per markt. Waar de Nederlandse koper voor zo'n 60 tot 70 procent gaat voor de Grand Tour, blijkt dat de verhouding bijvoorbeeld in Frankrijk juist andersom is. In het profiel van de vijfdeurs zijn heel duidelijk trekjes te herkennen van de wonderschone Initiale conceptauto. Met name de daklijn en de vorm van de C-stijl doen hier sterk aan denken. De vorm van de Laguna II blijkt een schot in de roos. Geen wonder dat het model door zowel particuliere als zakelijke rijders direct wordt omarmd. Naast de fraaie vormgeving is ook het geboden veiligheidsniveau een argument van belang. De Laguna II is de allereerste auto die volgens de dan geldende normen van Euro NCAP een maximale score behaalt van vijf sterren. Dat is te danken aan een sterke carrosseriestructuur, maar ook aan de aanwezigheid van zes airbags en tal van andere voorzieningen. Hoe tijdloos de carrosserievorm van de Laguna II destijds al was, blijkt uit deze foto's gemaakt tijdens de perspresentatie in november 2000 op het terrein van Airbus.
Losange Magazine - voorjaar 2013
pagina 41
pagina 42
Losange Magazine - voorjaar 2013
pagina 43
RENAULT ESPACE 2013
COMFORT
pagina 44
IMPRESSION
REUS
Tien jaar oud en springlevend, dat is de Renault Espace IV. Recent heeft het ruimtewonder een facelift ondergaan, terwijl de dieselmotoren weer een stuk zuiniger zijn geworden. Tijd om eens te ervaren of de eigenschappen van het model nog steeds van deze tijd zijn. Losange Losange Magazine Magazine - voorjaar - voorjaar 2013 2013
pagina 45
Schuin van achteren bekeken is aan niets te zien dat we hier te maken hebben met de laatste versie van de Renault Espace.
De grote stoelen in een ruim bemeten interieur vormen een van de elementen van het geweldige comfort dat de auto biedt.
pagina 46
R
uim tien jaar geleden maakten we voor het eerst kennis met de vierde generatie Espace. Die is qua onderstel voor een groot deel gelijk aan de Vel Satis en betekent op dat moment een flinke stap voorwaarts op het gebied van rijgedrag, comfort en zitpositie. Maar lukt het Renault om tien jaar lang de voortrekkersrol binnen het krimpende segment van grote ruimtewagens te behouden? Drie merken waren half jaren tachtig de pioniers in het segment grote ruimtewagens. Naast de Espace van Renault trokken vooral Chrysler met de Voyager uit Amerika en Mitsubishi met de Spacewagon uit Japan de aandacht. De afname in belangstelling voor grote ruimtewagens kan direct worden verklaard door het feit dat de middenklassers, zoals de Scénic, aanzienlijk qua formaat zijn gegroeid. Sterker nog, de eerste Espace is korter dan de huidige normale Scénic.
Niet vreemd dat er anno 2013 voor de Espace nog maar een handjevol concurrenten is. Met de lancering van deze faceliftversie heeft Renault in Nederland het programma beperkt tot de lange Grand Espace, terwijl in de meeste andere landen de normale Espace ook gewoon leverbaar blijft. De Grand-versie is met een lengte van 4,86 meter niet eens overdreven lang. Toch maakt de auto al aan de buitenkant een forse indruk vanwege zijn breedte en hoogte. TIEN JAAR Het zichtbare nieuws van de Espace zit vooral bij het front. Daar is nu een veel groter logo geplaatst opgenomen in een zwarte omlijsting die van koplamp tot koplamp loopt. Daarvoor moest de vorm van de motorkap licht worden gewijzigd. Tegelijk hebben de ontwerpers de Espace een nieuw ingedeelde voorbumper gegeven. Maar
Met de nieuwe grille past de 'oude' Espace keurig tussen de nieuwste Renault modellen. Foto's onder: Het TomTom navigatiesysteem met joystickbediening tussen de stoelen.
daar blijft het dan ook bij. De vraag is of een auto die al tien jaar oud is nog steeds in deze tijd past. Renault was met de Espace in deze versie z'n tijd flink vooruit en dat betekent dat het model beslist niet ouderwets overkomt. Tegelijk is bijvoorbeeld aan de hoekige vormen en het forse ruitoppervlak te zien dat de Espace toch van een andere generatie is. Het ruimtelijke aspect van de Espace blijkt van alle tijden. Het interieur is licht door de forse ramen en daarmee heeft iedere passagier ook een royaal zicht. De Grand Espace beschikt over een forse interieurlengte, waardoor zes tot zeven personen er probleemloos een ruime zitplaats vinden. De maximaal vijf stoelen achterin zijn identiek en kunnen zodoende op alle plekken worden gezet. Tevens zijn ze verstelbaar in de lengterichting en ook de rugleuningen kunnen van stand worden veranderd. Sommige gebruikers vinden het een bezwaar om met de losse (zware) stoelen te moeten slepen, maar tegelijk zorgt deze constructie wel voor maximale flexibiliteit. De Espace heeft een bagagevolume dat varieert van 456 tot 3.050 liter en dat wordt door niemand geëvenaard. PLEZIERIG Het grote dashboard blijft nog immer bijzonder qua indeling. De bediening van verwarming en ventilatie zit aan beide kanten op de portierpanelen. Het instrumentarium is in het midden tegen de voorruit te vinden en waar je normaal een middenconsole verwacht heeft de Renault twee grote opbergvakken waarin de audioinstallatie en de aansluitmogelijkheden voor externe muziekbronnen zijn ondergebracht. De bediening van het TomTom navigatiesysteem gebeurt met een joystick met bijbehorende knoppen tussen de stoelen in. We vinden het alleen jammer dat Renault de materialen waarvan het dashboard is gemaakt niet met de tijd heeft laten evolueren. Het blijkt een nogal grote hoeveelheid hard plastic. De zescilinders zijn al enige tijd uit het leveringsprogramma van de Espace verdwenen. Daarom is er nu slechts keuze uit de 2 liter benzine turbo en de 2.0 dCi, de bekende diesel beschikbaar met 150 en 175 pk (ook met 130 pk in België). Wij rijden de 150 pk versie gekoppeld aan een zestraps automaat. Een fijne combinatie zo blijkt, die goed aansluit bij het haast ouderwetse comfort dat de
Losange Magazine - voorjaar 2013
Espace nog steeds biedt. Ondanks een gewicht van 1.930 kg heeft de 2 liter geen enkele moeite de kolos op gang te brengen. In 12,4 seconden wordt de 100 km/h bereikt en de auto topt op 188 km/h. De bak schakelt plezierig zonder de trappen duidelijk te laten voelen. Ook het geluidsniveau wordt door een goede isolatie keurig binnen de perken gehouden. Door een aantal kleinere ingrepen is de 2.0 dCi weer zuiniger dan voorheen. Dat leidt bij de handgeschakelde versie tot een CO2-uitstoot van 150 g/km en bij de automaat tot 169 g/km. In de praktijk blijkt de automaatversie behoorlijk spaarzaam met een praktijkgemiddelde van 1 liter op 14,6 km. Een van de grootste verdiensten van de Espace is het hoogstaande comfort. De auto heeft een ruim bemeten onderstel met lange wielbasis. Daarbij een zitpositie die goed is afgestemd. Op beide punten betekende deze Espace bij lancering een enorm stap voorwaarts, waar de later volgende concurrentie alleen maar op kon inhaken. Daardoor kan de Espace ook na een langere periode de concurrentie nog prima aan. Renault zou de Espace rond 2009/2010 opvolgen, maar de crisis gooide roet in het eten. Het project werd afgeblazen. Inmiddels wordt er weer aan opvolging gewerkt op een volledig nieuwe basis, maar die auto ziet pas in 2015/2016 het levenslicht en zal qua concept duidelijk van het bestaande model afwijken. Kijk op www.losange.nl voor de video van onze rij-impressie.
Veel glas en een ruim bemeten dashboard vergroten het ruimtelijk gevoel achter het stuur.
pagina 47
BROCHURE RENAULT 3, 4 & 4L
GOED GEDOCUMENTEERD
Een volledig pakket aan informatie ontvangen de Franse Renault dealers en agenten aan de vooravond van de marktintroductie van de R4.
In de huidige tijd worden consumenten en dealers steeds meer via de elektronische weg geïnformeerd. Dat was in 1961 wel anders toen de Renault 4 op de markt kwam. Een uitgebreid informatiepakket werd voor het dealernetwerk samengesteld.
D
e Renault 4 betekent dat bij Renault een nieuw tijdperk aanvangt en dat vraagt ook om een andere benadering van de markt. Met behulp van een uitgebreid pakket aan documentatie bereidt Renault de dealers voor op de komst van het nieuwe model. Groot staat op de kaft 4L te lezen, waarmee al meteen de toon wordt gezet. In Frankrijk spreekt men over de hele serie nog steeds als 'quatrelle', daarbij even vergetend dat tegelijk de 3 en 4 werden gelanceerd. ZWART-WIT In het dealerpakket treffen we allereerst de officiële folders van de R4 aan, zowel de grote als de kleine variant. De kleine folder heeft precies het formaat dat keurig in een bankenvelop past, terwijl het grote exemplaar moet dienen om prospects bij nog een kleine twijfel over de streep te trekken. Een groot formaat folder op wat dunner papier deels in kleur, deels in zwart-wit heeft Renault bedoeld om in grote aantallen door de dealer te laten verspreiden. Daarnaast is er een zwart-wit folder, de 'édition spéciale' waaruit de volgende vier pagina's afkomstig zijn. Deze vertelt in foto's en tekst over de allereerste ervaringen van een aantal klanten die er in de Provence al voor de lancering mee hebben gereden. Het geeft de dealer extra argumenten bij
pagina 48
het verkoopgesprek. Ook het afsluiten van een lening bij aankoop van een auto is begin jaren zestig al heel normaal. Renault richtte daarvoor voor de Tweede Wereldoorlog al DIAC op. In de map zit een uitgebreide uitleg zodat de Renault-dealers en de agenten alle vragen van klanten die daarin geïnteresseerd zijn kunnen beantwoorden. VOORBEELDBRIEVEN Interessant is ook een lijstje met de meest voorkomende werkzaamheden aan de Renault 3 en 4. Daarvan worden ook de prijzen voorgerekend die de dealer aan de klant kan communiceren. Denk bijvoorbeeld aan het afstellen van de carburateur, het vervangen van lampen, het uitbouwen van de dynamo en wat diverse onderdelen kosten (bumpers, spatborden, elektrische delen en bijvoorbeeld schokdempers). Renault zet de R4 op de markt als een onderhoudsvriendelijke auto met zeer lage kosten en dat kan de dealer aan hand van deze informatie illustreren. Verder omvat de map foto's en informatie voor de regionale pers en een tweetal voorbeeldbrieven. Bij de ene is de tekst afgestemd op een klant die in de stad woont, de tweede spreekt juist mensen van het platteland aan. Marketing avant la lettre! Tot slot omvat het pakket van zowel de 3, 4 als 4L kleurige logo's waarmee de showroom kan worden opgevrolijkt.
Losange Magazine - voorjaar 2013
pagina 49
pagina 50
Losange Magazine - voorjaar 2013
pagina 51
pagina 52
1:RENAULT Renault Celtaquatre CIJ
KLEIN MAAR FIJN
Op 4 mei 1934 presenteert Louis Renault zelf aan de pers de nieuwe Celtaquatre, het geslaagd vormgegeven kleintje uit de fabriek in Billancourt. Het echte kleintje blijft niet lang uit.
D
e Celtaquatre is helemaal nieuw en afgestemd op het zo economisch mogelijk vervoeren van vier personen met een maximum aan veiligheid. Het is de Vivasport onder de kleine modellen volgens een reclame uit die tijd. CIJ maakt er een miniatuurversie in 1:30 van voor Les Jouets Renault. Deze is nagemaakt van de gesloten vierdeurs Celtaquatre van het type ZR1 (bijnaam Celta Boule). HORIZONTAAL Het miniatuur is van 0,3 mm dik blik en meet 15 cm in lengte. Zoals gebruikelijk is een stootvaste lak aangebracht. De carrosserie is in veel kleuren gemaakt, de spatborden blijven altijd zwart. Details worden in tampondruk aangebracht zoals de contouren van de portieren en de ventilatieopeningen in de motorkap. Eerst moeten deze op de bekende luikjes lijken, maar worden later vervangen door de horizontale openingen van de ZR2 uit 1935. De achterkant wordt gesierd door een ruitvorm met daarin de merknaam of Celta 4. Een fraai nagemaakte vernikkelde grille geeft extra allure aan het model. In eerste instantie beweegt de Celtaquatre zich voort door een terugtrekmotor, al snel vervangen door het normale loopwerk van CIJ. Op basis van dit model produceert CIJ heel veel verschillende versies die af en toe ook Novaquatre worden genoemd. Na het verdwijnen van Les Jouets Renault mo-
Losange Magazine - voorjaar 2013
Tekst & fotografie: Alain Le Bars
derniseert CIJ de auto en laat zich inspireren op de ADC2 van 1937. Een van de kenmerken is de naar de bovenkant breder uitlopende grille die uit aluminium wordt geperst. Ook verschijnt er op de achterkant een uitgebouwd kofferdeksel voorzien van het Stella logo, terwijl op de zijkant twee sierstrips worden aangebracht. MICKEY MOUSE Het model heet inmiddels Primaquatre en wordt in de kerstcatalogus van Bazar de l'Hôtel de Ville aangeboden voor 12 franc, dezelfde prijs als het nieuwste stripalbum van Mickey Mouse. Het sympathieke model lanceert de aerodynamische vorm op schaal en wordt tot in de jaren vijftig verkocht.
Links de eerste uitvoering als Celtaquatre, rechts de latere versie met kofferdeksel, spatborden in kleur en Stella ster.
pagina 53
1:RENAULT TAXI!
In de relatief recent gestartte kioskreeks 'Les taxis du monde' is de tweede Renault verschenen. Na de Colorale uit Lissabon deze typisch Parijse taxi, een Renault Vivaquatre die door het taxibedrijf G7 in grote aantallen vanaf 1933 werd ingezet en waarvan de laatsten pas eind jaren zestig uit het straatbeeld verdwenen. Dit model kenmerkt zich door een groot schuifdak voor de passagiers en een rechter voordeur die over het spatbord samen klapt.
KABOUTERS Het is altijd al een groot automobiel feest geweest rondom de jaarlijkse Tour de France. Voordat de renners in grote vaart voorbij snellen, wordt het toegestroomde publiek altijd volop vermaakt met de kleurrijke reclamestoet. Dat was in de jaren vijftig al niet anders. In die tijd waren er de nodige voertuigen gebaseerd op Renault modellen zoals de Goelette en Estafette. Dit is de haast beroemde Nain Gourmand, een reclamewagen van een snoepjesfabrikant.Vanuit deze Renault Goelette werden handenvol met snoep naar de kijkers van de Tour de France gegooid. De echte Nain Gourmand bestaat nog steeds en siert met enige regelmaat beursstands. Deze 1:43 versie is recent door Provence Moulage onder de vlag van Norev uitgebracht.
DOKKER MIST STIJLEN Zoeken, zoeken, zoeken Officieel heten het nog kioskreeksen, maar nadat de eerste twee of drie afleveringen zijn verkocht, is het toch echt de bedoeling dat je je abonneert. Jammer als het om series gaat waar maar af en toe een Renault in verschijnt. Dat geldt ook voor de De mon Père reeks van Atlas. Die bestaat uit een miniatuur in 1:43 vergezeld van een hardcover boekje met uitgebreide informatie. Diverse Renault-modellen zijn hierin al verschenen. De laatste aflevering is het meest bijzonder. Daarbij zit namelijk een Renault 17 TS die opvalt door zijn frisse oranje kleur en zijn beige interieur met als accessoire Renault Boutique hoofdsteunen. Dat betekent dat het een versie is van net voor de facelift. Het is bovendien een découvrable met gemonteerde hardtop. Op internet worden ze maar zelden aangeboden. Goed zoeken is het devies.
pagina 54
Zeer voortvarend breidt Dacia haar modellenprogramma uit. Het ene model staat nog niet in de showroom of de volgende treedt al weer binnen. De miniatuurversies volgen met dezelfde snelheid. Hierbij twee kleurvarianten van de nieuwe Dacia Dokker, een auto volgens hetzelfde concept als de Renault Kangoo. Ze zijn gemaakt door Keng Fai Toys en voorzien van een schuifdeur aan de rechter zijde. Betaalbaar en voldoende qua detail, maar helaas zonder de raamstijlen in de achterste zijruiten. Bestelnummers Renault: 7711573710 (wit) en 7711573709 (grijs)
SAVIEM BROERS Twee noviteiten in de kioskreeks 'Les Camions d'autrefois' kunnen Renault en SAVIEM verzamelaars zeer bekoren. Links de rode SM8, de eerste keer dat er een kant en klaar model van deze vrachtwagen wordt gemaakt en rechts de SG3 met het tweede type grille. Je zou het zo naast elkaar niet zeggen, maar de cabines van deze twee zijn identiek. Alleen de spatborden en het formaat wielen maken hier het verschil.
GROTE WENS Het is al weer tweeënhalf jaar geleden dat Renault de Dezir aan het grote publiek tijdens de autosalon van Parijs presenteerde. De elektrische sportwagen wierp zijn schaduw ver vooruit, want diverse designelementen zijn inmiddels op productiemodellen toegepast. Vrijwel direct bracht Norev een 1:43 miniatuur van deze opvallende Renault uit. Deze is recent gevolgd door een 1:18 variant gemaakt door Keng Fai Toys. Het model is via de Renault-dealer te bestellen (nr. 7711573701).
EERSTE POGING IN 'T KLEIN Vanaf pagina 22 staat de volledige historie van de Renault 40 CV recordwagens uit midden jaren twintig te lezen. Van de tweede versie van deze auto zijn volop miniaturen verkrijgbaar. Van de eerste variant is het aanbod schaars. Speciaal voor verzamelaarsclub ACMA is de 1925 versie uitgebracht: informatie
[email protected].
GASTON DOUMERGUE Een als kioskreeks begonnen verzamelaarsserie die eveneens moeilijk los te vinden is, is 'Les voitures des Chefs d'Etat'. Na de verlengde Frégate en een presidentiële Reinastella is de nieuwste Renault, die in deze reeks verschenen is, deze 40 CV van carrossier Kellner uit 1924. Op 13 juni 1924 reed, volgens de beschrijving op het doosje, Gaston Doumergue in deze auto naar het congrès de Versailles om daar tot president van de Franse republiek gekozen te worden. De echte auto maakt deel uit van de fabriekscollectie.
Losange Magazine - voorjaar 2013
CLIO geel, blauw & rood
De nieuwe Renault Clio is al een half jaar verkrijgbaar in 1:43 gemaakt door Eligor in een fraai doosje. Gezien de prijs niet direct een model dat door dealers snel zal worden uitgedeeld of door vader aan hun zoontjes gegeven. Anders is het met het drietal Clio's die via Renault door Keng Fai Toys wordt geleverd. De kleurkeuze bestaat uit metallic rood, geel of felblauw. De prijs is bescheiden, de kwaliteit bevredigend. Bestelnummers bij Renault: 7711573707 (geel), 7711573708 (blauw) en 7711573709 (rood).
OTTO BOUWT DOOR
De komende maanden kunnen liefhebbers ook weer rekenen op OttO. Zo komt er een Renault 18 Turbo phase II in grijs metallic. Ook staat er een beigemetallic Alpine A108 Tour de France op uitkomen en volgen later deze Renault 4CV uit de 24 uur van Le Mans van 1951 en de groene A110 1600 SX, de allerlaatste versie van deze auto voorzien van achterlichten van Alfa Romeo. Allemaal 1:18.
pagina 55
IMPRESSION RENAULT CLIO ESTATE & RS
FAMILIE UITBREIDING
pagina 56
In relatief korte tijd maakt Renault het nieuwe Clio programma compleet. Naast de vijfdeurs is het nu de beurt aan de nieuwe Estate. Daarnaast wordt ook nu al de snelste versie gelanceerd die uiteraard bij Renault Sport vandaan komt. Losange Magazine - voorjaar 2013
pagina 57
De flinke lengte van de Clio Estate levert niet alleen meer binnenruimte, maar ook een langgerekte uitstraling op.
pagina 58
D
e nieuwe Clio is een stukje langer dan zijn voorganger en de Estate doet daar nog eens 20,4 centimeter bij. Die extra ruimte komt volledig ten goede aan het bagagevolume dat varieert van 443 tot 1.380 liter. Prettig is dat de rugleuning van de passagiersstoel voorover geklapt kan worden, waardoor voorwerpen met een lengte tot 2,48 meter keurig binnenin de auto kunnen worden meegenomen. De daklijn is zoals gebruikelijk verder doorgetrokken en dat levert voor de achterpassagiers meer hoofdruimte op. Met een totale lengte van 4,267 meter is deze Clio variant haast een middenklasser. Nadrukkelijk heeft Renault veel aandacht aan het ontwerp besteed. De nieuwe Estate, of nog steeds Grand Tour genaamd in sommige landen, wordt in fraaie Franse bewoordingen meer een 'break de chasse' genoemd dan een auto waar het volume vooraan staat. Aan de buitenkant zien we dat ook bij de Estate de portiergreep achter in de ruitomlijsting is opgenomen. De ruitlijn wordt afhankelijk van de uitrusting door een glanzend metalen lijst aan de onderkant benadrukt. De fraaie dakrails doen feitelijk hetzelfde aan de bovenkant. De achterklep is behoorlijk diep uitgesneden en gaat tot het niveau van de laadvloer open. Dat is vooral prettig als zware spullen moeten worden ingeladen. Wat mogelijkheden betreft loopt de Estate uiteraard gelijk aan de hatchback. Dat betekent dat Renault dezelfde motoren aanbiedt. Het gaat dan om te beginnen om de nieuwe driecilinder turbo met een vermogen van 90 pk en een koppel van 135 Nm. In diverse landen is er ook de 1.2 16V van
75 pk. Vervolgens biedt Renault drie varianten van de 1.5 dCi aan, waarbij de meest zuinige versie met 90 pk maximaal profiteert in landen waar CO2-uitstoot bepalend is. Ook de Estate met deze motor komt aan 83 g/km en dat blijkt in Nederland voldoende voor belastingvrijstelling en verlaging van de fiscale bijtelling bij zakelijk gebruik. MYRENAULT We reden de Estate met deze zuinige diesel. Een al vaak geprezen motor die uitermate stil z'n werk doet en keurig presteert. De voorwielen worden aangedreven via een handgeschakelde vijfbak.
Maar daar gaat verandering in komen. Op korte termijn lanceert Renault een EDC bak met dubbele koppeling op deze motorvariant. Daarnaast komt er een viercilinder 1,2 liter turbo goed voor 120 pk, een vorstelijk koppel van 190 Nm in een GT-uitrustingsvariant. Ook die is nieuw en heeft standaard EDC.
Voor het eerst konden we zelf kennis maken met R-Link, het nieuwe multimediasysteem met een gigantische hoeveelheid mogelijkheden. Natuurlijk zitten hierin een TomTom Live navigatiesysteem, de functies van de boordcomputer, telefoon, audio, internet, het beheer van externe muziekbronnen en een aantal apps die zelf door de gebruiker via MyRenault kunnen worden gedownload. Eén functie is zo grappig, dat we die er even uitlichten. Het gaat om het R-Sound effect. Als deze via de touchscreen wordt geïnitialiseerd, dan zien we een aantal Renaults waaruit gekozen kan worden. Denk aan een Clio 3 Group N, Clio V6, Laguna Coupé V6, de Reinastella vliegende schotel en de machtige achtercilinder uit de Reinastella van 1932 (onterecht in het systeem Vivastella genoemd). Mocht er tot dat moment op de achtergrond nog sprake zijn van een dieselgeluid, dan verdwijnt dit geheel met R-Sound. Als het gaspedaal wordt ingetrapt klinkt het geluid van de bijbehorende Renault. Zeer overtuigend en grappig. Renault laat daarmee zien hoever de elektronische mogelijkheden van R-Link gaan. R-Link kan ook e-mail voorlezen en luisteren naar stemgestuurde commando's. Het rijden met de nieuwe Clio Estate is een prettige, ontspannen bezigheid. De achtervering is 10 procent stijver in vergelijking met de hatchback en voor wordt een stijvere stabilisatorstang gemonteerd. Daarmee blijft het rijgedrag op het niveau van de vijfdeurs. DIFFUSER En dan is het tijd om het nieuwste speelgoed van Renault onder handen te nemen, de vierde sportieve Clio, de R.S. Een auto die niet alleen qua carrosserie volledig nieuw is, maar ook technisch niets meer gemeen heeft met z'n voorganger. Opmerkelijk is dat de carrosserie niet dikker is gemaakt met uitgebouwde spatborden. Toch is de R.S. wel degelijk herkenbaar met een specifieke voorbumper met grotere luchtinlaat. Verder is de dagrijverlichting vanuit de grille naar de voorbumper verhuisd. In die bumper zit een aluminiumkleurige 'vleugel' die een link legt naar de formule 1, een element dat we al bij andere R.S.-modellen hebben gezien. Aan de achterkant is de bumper eveneens aangepast en heeft een stoer ogende diffuser die tijdens het rijden op hogere snelheden voor meer druk op de achterwielen zorgt. Aan de zijkant is de R.S. niet alleen herkenbaar aan de specifieke wielen in 17 of 18 inch, maar ook aan de stootranden onderaan de deuren die in de carrosseriekleur zijn gespoten en een chromen sierrand hebben. Eigenlijk straalt de buitenkant al uit, wat we tijdens het rijden ervaren. De auto rijdt uitermate prettig onder normale omstandigheden bij modale snelheden. De R.S. blijkt beslist niet te stug, schakelt zonder het te laten voelen met de EDC bak en is niet rumoerig. Maar dit is slechts één van de karakters waarover de Clio R.S. beschikt. Tussen de stoelen zit een knop waarmee van
Losange Magazine - voorjaar 2013
modus kan worden gewisseld. De auto start met de normale instelling, reageert gedecideerd op het gaspedaal zonder zenuwachtig te zijn. Het motorgeluid is op een beschaafde manier hoorbaar, maar daar blijft het bij. In de sportstand gebeurt er het een en ander. De reacties op het gaspedaal zijn feller, via de zogenaamde soundpipe is het motorgeluid beter te horen en het ESP grijpt wat later in. Er is dus nog wel een elektronische waakhond aanwezig, maar die ontwaakt fractioneel later. Daarnaast is er de racestand met nog meer geluid, uitgeschakeld ESP en zeer directe reacties op het pedaal. Dit is feitelijk de circuitstand en laat zien waartoe de Clio maximaal in staat is. Launch Control maakt deel uit van de standaarduitrusting. Links remmen, beide schakelflippers naar je toe halen en vol gas geven. Als dan de rem wordt losgelaten accelereert de auto maximaal. Dat betekent naar de 100 in 6,7 seconden. Grappig om mee te spelen, maar natuurlijk niet serieus.
Het krachtige front past goed bij deze tweede carrosserievariant.
Onder dezelfde koets huist een welpje in schaapskleren.
pagina 59
Het is wel uniek dat Renault dit als eerste in een betaalbare sportauto levert (ook op Clio GT). Onder de kap huist een voor Renault volledig nieuwe motor. De 1,6 liter met variabele kleptiming, directe inspuiting en turbo levert een vermogen van 200 pk en een heerlijk koppel van 240 Nm al vanaf 1.750 tr/min. Het is van origine een Nissan motor die door Renault Sport volledig is aangepakt. De voorwielen worden aangedreven via de EDC-bak die ook specifiek op deze prestaties is afgestemd. De snelheid van schakelen werkt afhankelijk van het gekozen programma en het rijgedrag van de bestuurder. Automatisch of handmatig schakelen zorgt altijd voor lekker sportief rijden.
De rode accenten in het interieur detoneren bij deze prachtige buitenkleur. De stoelen zijn top.
pagina 60
CUP CHASSIS Bij al deze verfijnde techniek heeft Renault Sport het onderstel flink aangepakt met een volledig eigen, stuggere afstemming en een elektronisch sperdifferentieel. Toch komt de R.S. beslist niet
overdreven stug over, zodat de auto dagelijks prima bruikbaar is. De remschijven zijn van hetzelfde formaat als bij de Espace (320 mm). Voor de liefhebbers levert Renault weer het Cup chassis dat voor 27 procent en achter 20 procent stijver is. Ook staat de auto 3 mm dichter op het asfalt en is herkenbaar aan de zwarte 18 inch wielen en rode remklauwen. De R.S. monitor is al een bekend fenomeen. De Clio krijgt de 2.0 versie met nog meer functies. Het is nu onder meer mogelijk om de gegevens van een traject op een USB-stick te zetten en later in de computer te analyseren. De auto houdt rondetijden, acceleratiecijfers en bereikt vermogen en koppel bij, maar dat is nog maar een deel. Wielspin wordt opgemerkt en opgeslagen, de hoeveelheid grip en slip alsmede de G-krachten. Renault heeft de Clio-reeks bijzonder aantrekkelijk aangevuld. De productie van de Estate vindt net als voorheen in het Turkse Bursa plaats, terwijl de Clio R.S. uiteraard uit Dieppe komt.
Losange Magazine - voorjaar 2013
pagina 61
Het volledige assortiment van ETAI inclusief alle Renault boeken is inmiddels ook digitaal beschikbaar. Klik via www.losange.nl op 'boutique' en bekijk meteen alle beschikbare boeken, of ga naar www.franseautoboeken.nl. Alle boeken zijn in 't Frans.
!
NIEUW
Le guide de la Renault 4 176 p. 19 x 25 cm, 350 foto's. Ref. 24085, 33,55 euro.
RENAULT 4
Vijftig jaar Renault 4 wordt gevierd met diverse nieuwe boeken over dit model. Renault 4, un Fabuleux destin: 160 p., 25,4 x 25,4 cm, 760 foto's. Ref. 23525, 38 euro. Renault 4L, un Losange à toute Épreuve: 128 p. 27 x 24 cm, 380 kleurenfoto's. Ref. 23548, 29,90 euro. Générations 4L: 128 p. 27 x 24 cm, 300 kleurenfoto's. Ref. 23391, 29,40 euro. Les Frères Marreau du Paris-Dakar, l'aventure en 4L: 192 p. 25,4 x 25,4 cm, 430 foto's. Ref. 23671, 42 euro. De Simca à Renault, 40 ans de design sur les pas de Patrick le Quément 240 p. 27 x 30 cm, 380 foto's in kleur en zwartwit. Ref. 22959, 58,80 euro.
4CV, un fabuleux destin 160 p. 25,4 x 25,4 cm, 350 foto's in kleur en zwartwit. Ref. 20511, 38 euro.
Miniatures Renault depuis 1898 192 p. 23,5 x 31 cm, 1100 kleurenfoto's. Ref. 19872, 39,60 euro.
Renault, un siècle de créations automobile 256 p. 23,5 x 31 cm, 300 kleurenfoto's en 300 in zwart-wit. Ref. 19473, 44,95 euro.
Dauphine, souvenirs, souvernirs 176 p. 23,5 x 25,4 cm, 300 kleurenfoto's. Ref. 20790, 42 euro.
Renault, des Automobiles de Prestige 432 p. 26 ,5 x 25 cm, 100 kleurenfoto's en 500 in zwart-wit. Ref. 19007, 55 euro.
DE MON PÈRE In de bekende De mon père-serie zijn inmiddels negen boeken verschenen die over één bepaald Renault-model gaan. Ieder boek telt 120 rijk geïllustreerde pagina's, 24 x 21,5 cm, prijs 26,70 euro per stuk. SAVIEM SG2 de mon père, ref. 24084 Renault 16 de mon père, ref. 12307. Juvaquatre de mon père, ref. 16270. 4CV de mon père, ref. 12305. Colorale de mon père, ref. 18438. Estafette de mon père, ref. 20505. Renault 4 de mon père, ref. 10797. Renault 12 de mon père, ref. 22052. Renault 15 & 17 de mon père, ref. 19781.
pagina 62
HEULIEZ, un siècle d'histoire 192 p. 23,5 x 31 cm, 544 foto's. Ref. 24041, 46 euro.
Ile Seguin, des Renault et des Hommes 192 p. 24 x 29 cm, 200 kleurenfoto's en 200 in zwart-wit. Ref. 19876, 44,95 euro.
ALPINE & SPORTIEF
Alpine Berlinette l'icône des années bleues, 190 p. 25,4 x 25,4 cm, 300 foto's. Ref. 24042, 48 euro. Les Renault Sportives de Série: 160 p. 25,4 x 25,4 cm, 250 kleurenfoto's, 100 in zwart-wit. Ref. 19874, 39 euro. Le guide de la Renault 8 Major, R8S & Gordini: 176 p, 19 x 25 cm, 50 kleurenfoto's, 350 zwart-wit. Ref. 22073, 33,55 euro. R8 Gordini, l'école des Champions: 168 p. 25,4 x 25,4 cm, 60 kl. foto's, 200 in zwart-wit. Ref. 11981, 40,20 euro. Renault 8 Gordini, Le Rêve Bleu: 176 p. 25,4 x 25,4 cm, 280 foto's kleur en zwart-wit. Ref. 23275, 42,60 euro. Renault 5 Turbo, l'Enfant terrible de la Régie: 176 p. 25,4 x 25,4 cm, 300 kleurenfoto's. Ref. 23277, 42,60 euro. Alpine, La Passion Bleue: 128 p. 27 x 24 cm, 190 kleurenfoto's. Ref. 23652, 29,90 euro. Le guide de l'Alpine A310: 176 p, 19 x 25 cm, 35 kleurenfoto's, 250 zwart-wit. Ref. 20143, 33,55 euro.
TRACTOREN Tracteurs Renault D22, 1955-1968: 144 p. 21,5 x 28 cm, 220 foto's. Ref. 20496, 33,50 euro. Tracteur Renault 385 & Master, 1963-1970: 144 p. 21,5 x 28 cm, 330 foto's. Ref. 21778, 36,50 euro. Encyclopédie du Tracteur Renault, 1919-1970: 384 p., 23,5 x 31 cm, 1.000 foto's. Ref. 19482, 55 euro. Encyclopédie du Tracteur Renault, 1971-1999: 384 p., 23,5 x 31 cm, 1.000 foto's. Ref. 19483, 55 euro. Encyclopédie du Tracteur Renault, 2000-2009: 224 p., 23,5 x 31 cm, 650 foto's. Ref. 21079, 49 euro. Tracteurs Renault, une histoire en prospectus: 23,5 x 31 cm. deel 1 (1918-1968), 208 p. Ref. 22339, 46,70 euro deel 2 (1969-1988), 208 p. Ref. 22439, 46,70 euro deel 3 (1989-2005), 192 p. Ref. 22803, 46,70 euro
TECHNIEK
La Voiture facile is een reeks technische handleidingen die de lezer m.b.v. honderden foto's de werking en het onderhoud aan de eigen auto uitlegt, 16,5 x 21 cm, 13 euro per stuk. Renault Twingo Phase II (21937), Clio II benzine (21932), Clio II diesel (21931), Clio III diesel (22602), Modus (22603), Mégane II diesel (21939), Laguna II phase 2 diesel (22307), Scénic II diesel (22304), Espace IV diesel (22311), Kangoo diesel (22306), Logan (22604).
BESTELLEN
Klik op de site www.losange.nl op de link naar de boutique of ga naar www.franseautoboeken.nl. Het bestellen gaat vervolgens geheel geautomatiseerd. Mailen naar
[email protected] mag natuurlijk ook. Alle genoemde prijzen zijn inclusief BTW en identiek aan de prijzen die u betaalt in de Franse kiosk en boekwinkel. De verzending gebeurt rechtstreeks door uitgever ETAI vanuit Frankrijk. De porto- en verpakkingskosten voor één boek bedragen 6 euro. Ieder volgend boek kost 1,50 extra. Deze tarieven hebben betrekking op alle Europese landen. Copyright ETAI.
Losange Magazine - voorjaar 2013
pagina 63
CHARLES EDMOND SERRE Charles Edmond Serre als bijrijder in de winnende Renault type K uit ParijsWenen 1902. Aan het stuur coureur Ferenc Szisz.
DE TWEEDE MAN Charles Edmond Serre is niet alleen een van de eerste medewerkers van Louis Renault, maar werkt ruim vijftig jaar voor de firma, voor een belangrijk deel als hoofd van de ontwikkelingsafdeling. Zijn oudste dochter Anne-Marie blikt eind jaren zeventig terug. Het geeft een prachtig beeld hoe het er in de jaren dertig aan toe gaat. Oorspronkelijke tekst: Anne-Marie Gilot-Serre, foto's Renault en familie Serre. Marcel Renault in dezelfde auto, klaar voor de start.
"M
ijn vader was heel anders als de meneer Serre, chef van de ontwikkelingsafdeling en trouwe bondgenoot van Louis Renault. Hij was een vader die dichtbij zijn twee dochters stond, jong van karakter en altijd beschikbaar voor zijn gezin. Maar de fabriek had een vooraanstaande plek in zijn leven. En net als mijn moeder waren wij daar niet jaloers op. We waren juist trots op hem en de indrukwekkende waardering die hij altijd van velen kreeg." COLBERT COLLEGE Charles Edmond Serre werd in 1882 in Tulle geboren als dertiende kind in een gezin van veertien kinderen. "Mijn grootvader was ondernemer in
pagina 64
publieke werken die moeite had om zijn grote gezin te onderhouden. Hij vestigde zich daarom samen met mijn grootmoeder en zeven kinderen in Parijs/Vincennes. Dat was in 1889, mijn vader was toen zeven jaar oud. Hij studeerde aan het Colbert college waar hij met zestien jaar afzwaaide met een diploma industrieel tekenaar. Omdat zijn vader kort daarvoor was overleden kon hij niet doorstuderen, zoals hij graag wilde." Serre komt terecht bij de firma Durand aan de rue Oberkampf, een fabriek van raderwerken. Het is exact 31 oktober 1898 als een kennis van meneer Durand ter plaatse komt op zoek naar een leerling. En omdat hij de jongste bediende is, wordt hij aan de jonge ondernemer van 22 jaar oud voorgesteld. Dat is Louis Renault. Renault vraagt hem wanneer hij kan beginnen en de volgende dag meldt Serre zich in Billancourt in zijn werkkleding. MOEDER RENAULT Die volgende morgen is het Allerheiligen. Tijdens de lange carrière is één ding duidelijk: zon- en feestdagen tellen niet, het werk gaat voor. Al snel moet mevrouw Renault, de moeder van Louis, het veld ruimen in haar eigen huis in Billancourt. Dat is nodig voor de ontwikkeling en fabricage van de eerste auto's. Op het moment dat de eerste kantoren en fabrieksgebouwen nog in aanbouw zijn, werkt Serre bij moeder Renault in Parijs. De ambiance is zeer familiair. Om vier uur 's middags is er altijd warme chocolade met croissants en bij vertrek 's avonds twee ferme kussen op de wangen. Serre is op dat moment 17 jaar oud. Serre werkt aan een tafel die voorheen het bureau was van de vader van Louis Renault. Later kreeg Serre deze tafel cadeau als herinnering aan die
Charles Edmond Serre, 1910 mooie begintijd. (Zijn dochter schreef dit artikel aan diezelfde tafel). Al heel snel groeit de fabriek en neemt andere tekenaars en ingenieurs aan onder directe leiding van Serre. Hij heeft dan wel geen ingenieursdiploma, hij beschikt over een groot gevoel voor mechanica, is vindingrijk, zeer nauwgezet en heeft altijd enorm goede zin. Vooral die laatste eigenschap is hem tijdens z'n hele leven onder allerhande omstandigheden van pas gekomen. Tegelijk is hij ook zeer autoritair en niet voor iedereen makkelijk benaderbaar. Vooral het belang van zijn verantwoordelijkheden brengt hem daar toe, wat hem er niet van weerhoudt om naar zijn Renault FT17 tank.
Losange Magazine - voorjaar 2013
pagina 65
Portejoie gezien vanuit Herqueville met op de voorgrond het schip van Louis Renault.
gezin zeer menselijk en close te zijn. Maar boven alles bestaat er tussen hem en Louis Renault zo'n goede verstandhouding dat de een de ander aanvult. Over deze periode spreekt vader Serre weinig met zijn gezin. De grote evenementen in zijn leven zijn de grote races zoals Parijs-Wenen, Parijs-Berlijn, Parijs-Madrid en daarbij de dood van meneer Marcel, zoals hij hem noemt. Maar ook de snelle groei van de fabriek en daarna de Eerste Wereldoorlog. Hij wordt gemobiliseerd, maar mag na
Germaine Serre, ca. 1936
pagina 66
tussenkomst van Renault in de fabriek blijven werken, een periode waarin zeer intensief gewerkt wordt. Op de Renault FT tank is hij extreem trots. Een andere belangrijke herinnering is zijn reis naar de Verenigde Staten in 1928 met Louis Renault, een man waarvoor hij een grote vriendschap voelt. Hij ontmoet daar Henry Ford en ontdekt een andere manier van werken. De kennis die hij daarvan meebrengt, werkt sterk in het voordeel van de fabriek. PORTEJOIE De jaren tussen de twee oorlogen zijn voor hem een periode van grote activiteit en grote verantwoordelijkheden. Als directeur van de ontwikkelingsafdeling in Billancourt is hij ook verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de vliegtuigmotoren, treinen, vrachtwagens, landbouwtractoren, legermaterieel en talloze andere producten. "En toch was de fabriek geen onderwerp waar hij tegenover ons veel over sprak. Al was deze fabriek absoluut aanwezig in ons familieleven. Vooral ook door Louis Renault die wij als kinderen vaak hebben gezien op zondag in Portejoie." Renault overtuigt Serre er rond 1920 van in Portejoie een plattelandshuis te kopen aan de oever van de Seine recht tegenover zijn kasteel in Herqueville. "Daardoor was hij er zeker van mijn vader altijd dicht in zijn nabijheid te hebben, inclusief zon- en feestdagen. Talloze malen hebben we zijn boot aan zien komen om mijn vader voor de hele dag mee te nemen om te discussiëren over een project of een scheepsmotor of
landbouwtractor te repareren." "Voor de Tweede Wereldoorlog was het ritueel iedere vrijdag hetzelfde. Een chauffeur van de ontwikkelingsafdeling (atelier 153) haalde ons thuis op de Boulevard Murat op en bracht ons naar de Avenue Emile-Zola en zette de auto recht voor de ramen van atelier 153. Daar nam mijn vader dan het stuur over en reden we naar Portejoie. Het kwam ook voor dat hij in vergadering was met Louis Renault en dat we moesten wachten... dikwijls erg lang. Vervolgens vertrok Renault als eerste, reisde als een wervelwind voor ons uit en mijn vader volgde enkele minuten later. We gingen dan snel op weg, hij treuzelde nooit. Tijdens de rit van zo'n twee uur haalde niemand ons in, daar hield hij niet van." BESTE VRIEND "Als we dan in Portejoie aankwamen zat Louis Renault al op het trapje bij ons voor de deur. Hij had keurig de tijd gehad zich om te kleden en samen met zijn hond in de boot de Seine over te steken. Samen met mijn vader voer hij weer terug. Deze nauwe samenwerking was heel innig, geloof ik, alsof ze weer de twee jonge mannen waren van 22 en 16 jaar zoals ze elkaar hadden ontmoet. Ondanks enige afstand vanwege de hiërarchie, was Louis Renault absoluut de beste vriend van mijn vader." Ondanks dat hebben ze elkaar nooit getutoyeerd. Serre sprak over Louis Renault als 'le patron' en Renault spreekt zijn rechterhand aan met zijn achternaam. "De fabriek leverde mijn vader veel momenten van blijdschap en trots op, maar ook zorg en verdriet. Blijdschap als er weer een mooie, nieuwe auto klaar was. Hij was uitermate trots op de grote modellen van voor 1940 zoals de 40 CV, Reinastella, Vivasport, Nervasport. Maar ook op de records die werden gehaald zowel door auto's
Charles Edmond Serre, ca. 1936
als door de Caudron vliegtuigen. Zijn grootste trots na de FT-tank uit 1917 is zonder meer de 4CV geweest. Ontwikkeld en gerealiseerd tijdens de bezetting onder het toeziend oog van de Duitsers, leverde de ontwikkeling veel discussies op met meneer Renault zelf. Die waren soms zeer verhit tijdens de weekends in Portejoie, maar ze resulteerden altijd in veel tevredenheid bij beide mannen." "De bezetting was voor ons, zoals voor ieder ander, het begin van een volledig ander leven. In de fabriek werd op een laag tempo gewerkt en de
Renault Reinastella 1931
Losange Magazine - voorjaar 2013
pagina 67
Serre met hoed en bril toost op het 50 uurs record gehaald met de Juvaquatre.
Serre met medewerkers van het atelier 153.
pagina 68
aanwezigheid van een Duitse functionaris werd door mijn vader moeilijk geaccepteerd." "Maar ondanks alles heeft hij in de meest sombere dagen altijd geloofd in en gehoopt op wraak en was niet bang dit aan zijn omgeving te laten horen. De vier bombardementen op de fabriek betekenden een harde slag, maar werden als normaal gezien in tijden van oorlog en bezetting. Bovendien zorgde het er voor dat het werk voor de Duitsers vertraagde. Helaas leverde het veel dodelijke slachtoffers en verdwijningen op onder het personeel van de fabriek, waardoor hij erg aangeslagen was. De dood van zijn trouwe medewerker meneer Juville met zijn hele gezin schokte hem enorm." "De bevrijding was een geweldige dag, maar ze zetten ook de trieste gang van zaken rondom Louis Renault in gang, die bekend zijn. Dat vervulde ons allen met grote droefheid. Maar de
fabriek moest voort. En na veel discussie werd in 1946 besloten om de 4CV in grote serie te gaan bouwen. Het is in deze periode dat mijn vader terugstapte als directeur van de ontwikkelingsafdeling, maar wel op de fabriek bleef. Hij wilde met pensioen gaan op de dag dat hij exact vijftig jaar in dienst was bij Renault, eind 1948. In de tussentijd nam hij een kantoor in op de ChampsElysées waar hij zich met een ontwerper toelegde op een nieuwe generatie tractoren die in Le Mans gebouwd moesten gaan worden. De twee jaar dat hij daar gewerkt heeft, beschouwde hij beslist niet als een straf, in tegendeel zelfs. Hij had passie voor de Renault tractoren, die hij zo goed kende omdat een deel van de ontwikkeling in Herqueville had plaatsgevonden." NATIONALISATIE "Hij zou het vervelend gevonden hebben als ik dit verhaal zou afsluiten zonder Pierre Lefaucheux te noemen, die hem met respect altijd de volle sympathie heeft gegeven in deze delicate omstandigheden van nationalisatie. Een nationalisatie die maar slecht door mijn vader werd geaccepteerd, wat te begrijpen is na zo'n lange carrière in dienst van de fabriek en meneer Renault." In maart 1949 legt Serre zijn werkzaamheden officieel neer, maar hij kan natuurlijk niet stil zitten en blijft daarna nog op tal van vlakken actief. Samen met oud Citroën ingenieur Jean Daninos staat hij aan de wieg van een nieuw Frans prestigemerk, Facel-Vega. Maar ook buiten zijn technische activiteiten is Serre betrokken. Zo wordt hij in 1949 in Portejoie tot burgemeester gekozen en wordt daar de organisator en
verantwoordelijke die hij altijd zo graag was. En in Portejoie is hij vaak samen met zijn kleinkinderen die hem zonder twijfel de laatste grote vreugde in zijn leven geven. Op de site www.louisrenault.com staat een interview in twee delen met de jongste dochter van Charles Edmond Serre, Jacqueline. Zij heeft uiteraard haar eigen herinnering waar we er een aantal van citeren. In haar beleving was Louis Renault een charmante man. Toen ze een jaar of zeven was mocht ze een keer met de boot mee naar Herqueville. Terwijl haar vader een van zijn gebruikelijke ontmoetingen had zei Louis Renault dat Jacqueline rustig in de tuin een mooi boeket bloemen mocht gaat plukken. Toen ze met een zeer bescheiden boeketje terugkwam, plukte hij er nog wat bloemen voor haar bij. Ook kreeg ze met verjaardagen mooie cadeaus van hem. Verder weet ze zich nog te herinneren dat Renault helemaal weg was van de schoorsteen en schouw in hun huis in Portejoie. Hij vond dit vooral zo mooi vanwege het materiaal en liet het ook niet na dit veelvuldig aan te raken. Charles Edmond Serre trouwde zijn Germaine in 1923 in Portejoie, het dorp waar ook alle drie de kinderen zijn gedoopt en zus Anne-Marie trouwde. Het oudste kind van het huwelijk van Charles en Germaine was een jongen die al in 1930 is overleden. SABOTAGE Vader Serre had aan vier tot vijf uur slaap genoeg, jaagde graag en was liefhebber van boten. Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog had Serre een auto en de nodige documenten om zich daarmee te mogen verplaatsen, zodat de weekenden als vanouds in Portejoie werden doorgebracht. Uit de oorlog kent Jacqueline nog een aantal anecdotes. "Zo heb ik het verhaal gehoord dat er in Portejoie een bekende danseres woonde. In een
weekend moest zij voor haar werk plotseling naar Parijs, maar had geen vervoer op dat moment. Ze meldde zich bij Louis Renault, maar die weigerde voor haar iets regelen omdat ze daar toch alleen maar voor Duitsers zou gaan optreden." Ook is het Jacqueline bekend dat er in de fabriek gesaboteerd werd. "Zo reden de voor de Duitsers gemaakte vrachtwagens van de band, maar kwamen vaak niet ver door bewust aangebracht technische fouten. Ook gaan er verhalen van banden die onder de -10 graden klapten en dat is niet handig als je onderweg bent naar het front in Rusland." Er wordt wel eens beweerd dat Louis Renault niet op de hoogte was van het 4CV project, dat het buiten hem om ontwikkeld werd, maar Jaqueline kan zich herinneren dat in hun huis in Portejoie half jaren veertig door haar vader en Louis Renault gesproken werd over dit project met tekeningen op tafel. Het eerste plan voor de 4CV is opnieuw gemaakt, omdat het tijdens het eerste bombardement op de fabriek verloren was gegaan. Jacqueline beschikt nog over diverse tekeningen gedateerd 24 maart 1942 met een weergave van de 4 cilinder 55 x 80 motor van het type 653.
Serre wisselt een binnenband aan de kant van de weg, heel gebruikelijk in de beginjaren.
Het is 30 juli 1946 en het gezin Serre maakt een tussenstop tijdens een rit met het vierde prototype van de Renault 11 CV.
Losange Magazine - voorjaar 2013
pagina 69
LA VIE DES CLUBS
Cabriothema Oh Oh Renault Club d'Anciennes Renault des Pays Bas Opgericht in 1976. Toegelaten auto's: alle Renault- en Alpine-modellen van 20 jaar en ouder. Ledenadministratie: Bovenberg 76, 2861 BB Bergambacht, tel. 0182764450/06-53555233 Internet: www.renaultklassiek.nl
Renault 4 Club Nederland Opgericht in 1991. Toegelaten auto's: Renault 4, 6 en alle afgeleide modellen. Secretariaat: Postbus 761, 7500 AT Enschede, tel. 053-4326588 Internet: www.r4club.nl
De twaalfde editie van Oh Oh Renault Ommen staat voor zaterdag 25 mei op de planning. De twaalfde editie van Oh Oh Renault Ommen staat voor zaterdag 25 mei op de planning. Dit jaar is het evenement gewijd aan de klassieke Renault cabrio's. Natuurlijk is er weer de bekende overdekte onderdelenbeurs met ook boeken, folders, miniaturen en andere Renobilia. Op het buitenterrein is plaats voor Renaults uit de jaren zestig, zeventig en tachtig, terwijl er ook een
ruime parkeergelegenheid beschikbaar is voor jongere Renaults en auto's van andere merken. Plaats van handelen is al twaalf jaar gelijk: het terrein aan de Varsenerweg 15 te Ommen in buurtschap Varsen, vlak naast de N340, ter hoogte van hectometerpaal 65,7. Voor informatie over marktkramen:
[email protected] of tel. 0521-587540.
TWINGO CLUB GAAT VOOR RECORD Alpine Renault Club Nederland Opgericht in 1982. Toegelaten auto's: alle Alpine modellen (A106, A108, A110, A310, GTA, A610). Secretariaat: Booijenverlaat 6, 7908 EE Hoogeveen, tel. 0528-353386. Internet: www.arcn.org
ACMA North Europe Opgericht in 1998. Toegelaten auto's: Renault miniaturen. Secretariaat: Vijverstraat 77, 2870 Puurs (B), tel. +32 498 86 74 51.
[email protected]
pagina 70
Op zondag 2 juni organiseert Stichting Twingo Club weer de jaarlijkse Twingo Club Dag. Dit jaar extra bijzonder omdat dit de vijfde keer is. Alle Twingo’s, jong en oud, zijn welkom en de club hoopt het record van vorig jaar (110 auto's) te overtreffen.
Renault-dealer Auto Indumij in Dordrecht is vanaf 10.30 uur de gastheer en zorgt voor koffie en een koek bij de ontvangst. Rond het middaguur start de een puzzelrit door de regio. Kijk voor meer informatie op www.twingoclub.nl.
SEIZOENSOPENING RTC Club Renault Sportives Opgericht in 1981. Toegelaten auto's: alle sportieve Renault-modellen vanaf de 5 Alpine. Secretariaat: De Hoven 9, 9454 PS Ekehaar, tel. 0592-389238. Internet: www.clubrenaultsportives.nl
Het is inmiddels een goed gebruik dat de Renault Tuning Club het Renault-seizoen opent. Dit jaar gebeurt dat op 7 april in het Brabantse Katwijk. De RTC heeft de evenementenhal Cuijk afgehuurd vanaf 13.00 uur op de genoemde zondag. Zowel binnen in de hal als op het parkeerterrein is er voor Renault liefhebbers van alles te beleven. Uiteraard vult het buitenterrein zich met honderden fraaie Renaults van zeer divers pluimage. Ook verschillende Renault Clubs zijn
CRS OPENT Terwijl de sneeuwvlokken gestaag naar beneden kwamen, arriveerden de eerste bezoekers op 20 januari jl. bij Renault-dealer Kerkhof & Visscher in Gorinchem voor de nieuwjaarsreceptie en algemene ledenvergadering van de Club Renault Sportives. De meteorologische omstandigheden weerhielden bijna 60 clubleden en partners er niet van om deze meeting te bezoeken. De meeste leden bleven ook bij de aansluitende algemene leden vergadering aanwezig. Tijdens de vergadering werd tussen de auto’s in
op dit evenement aanwezig met hun clubstand. Bedrijven die zich met tuning en restauratie bezig houden zijn eveneens present, zoals bijvoorbeeld de Deukentovenaar. Op zoek naar schaalmodellen, documentatie en stickers? Ook dan loont een bezoekje aan de Seizoensopening 2013 van de Renault Tuning Club.
de showroom beneden een intiem restaurant gecreëerd. Het uitstekende diner werd afgesloten met een Grand Dessert Sportives, zoals de traditie ons verplicht. Foto: Anthony Roozendaal
Renault Tuning Club Opgericht in 2001. Toegelaten auto's: alle sportieve en getunede Renault-modellen. Ledenadministratie: Flecht 20, 9103 PH Dokkum, tel. 06-21708997 Internet: www.renault-tuning.com
Vrienden van de Estafette Opgericht in 1992. Toegelaten auto's: alle uitvoeringen van de Renault Estafette Secretariaat: Oudebildtdijk 67, 9078 WJ Oude Bildtzijl, tel. 0518850276 Internet: www.renault-estafette.nl
CLUBAGENDAJANUARIFEBRU DATUM
CLUB
7 april RTC 14 april ARCN 21 april CAR 27 april R4 4 mei AROC 25 mei CAR 26 mei 1 juni Renault 2 juni Twingo 8-9 juni CAR 6-7 juli Renault
EVENEMENT Seizoensopening in Katwijk (NB). Maas & Peel route. Voorjaarsevenement Amerongen. Vierkant door de Peel. Den AROCaan in Malle (B). (www.aroc.be) Oh Oh Renault in Ommen. Fête des Limousines in Geertruidenberg. World Series Renault, Spa-Francorchamps. Twingo Club Dag in Dordrecht. ALV/Kampeerevenement. 4L International in Thenay open voor alle klassieke Renaults.
Losange Magazine - voorjaar 2013
Renault Classique Utilitaires et Agricoles Opgericht in 2005. Toegelaten auto's: alle Renault bedrijfsvoertuigen (tot 7.500 kg) en Renault tractoren. Secretariaat: Pieter Breughelstraat 29, 5213 BL `s-Hertogenbosch, tel. 0736901583 Internet: www.rcu-a.nl
pagina 71
WIE SCHRIJFT DIE BLIJFT
Kaarten worden door Renault-dealers in de jaren tachtig volop ingezet om publiek naar de showroom te trekken bij de komst van een nieuw model. Of zoals hier naast ter viering van de Auto van het Jaar titel in 1982 door Renault Duitsland.
Een volledig nieuw topmodel, daar hebben velen op zitten wachten. Als in 1984 de 25 in de showroom verschijnt, wordt daar door middel van kaarten gewag van gemaakt.
Wat opvalt is de eenvoud van de Renault kaarten uit de jaren tachtig. Een foto van het betreffende voertuig, daarboven de naam met de toevoeging dat dit model nieuw is en klaar! Ook bij de Renault 11. Bijzonder is wel dat in Duitsland de driedeurs wordt getoond, een carrosserieversie die in veel landen een onbetekenende rol speelde.
pagina 72
De Renault 5 TS New Man is een speciale uitvoering gekoppeld aan het kledingmerk. Daarbij past een modeshow. Diverse Nederlandse dealers houden een dergelijk aangekleed feestje in hun showroom. Uiteraard wordt er uitsluitend New Man kleding getoond om deze nieuwe uitgave van de Renault 5 luister bij te zetten.
Er zijn auto's die weinig uitleg behoeven, daarom volstaat Renault Duitsland bij deze rood/oranje 5 Turbo door te melden dat dit model de Monte Carlo Rally in 1981 heeft gewonnen. Achterop slechts de melding van een 160 pk 1,4 liter motor die in 6,9 seconden naar de 100 km/h accelereert.
Een volledig nieuw fenomeen dient zich in de zomer van 1984 aan, de Renault Espace. Een auto zonder vergelijk, dus legt de Renault-dealer die deze kaart verstuurd al bij voorbaat het een en ander uit."Een salon die 175 km/h doet" wordt op de achterkant van dit Belgische drukwerkje vermeld.
Losange Magazine - voorjaar 2013
pagina 73
DOSSIER
RENAULT DAUPHINE 1956
KLEINE
CHARMEUR Tekst Tony Vos
De eerste nieuwe naoorlogse Renault, de 4CV, is direct een succes. Het wordt bovendien de eerste Franse personenauto waarvan er meer dan 1 miljoen stuks worden gemaakt. Nog voor het behalen van die mijlpaal lanceert Renault in maart 1956 op de autosalon van Genève haar tweede succesnummer, de Dauphine.
O
p dat moment weet Renault nog niet dat de sympathiek ogende vierdeurs een nog veel groter succes zal worden en dat uiteindelijk royaal meer dan 2 miljoen exemplaren de diverse fabrieken in de hele wereld zullen verlaten. Alhoewel de Dauphine groter en moderner is dan de 4CV, blijft het concept hetzelfde. Dat betekent onder meer de motor en aandrijving
pagina 74
achterin, vier deuren, die in dit geval allemaal in de rijrichting openen en voorin een bagageruimte. Midden jaren vijftig is de Europese automobilist toe aan een auto die meer binnenruimte biedt, een beter zicht rondom, die vlotter presteert en waarin meer bagage kan worden meegenomen. De ervaringen die Renault bijna tien jaar met de 4CV heeft opgedaan, zijn in de Dauphine verwerkt. Overigens zullen beide achterwielaan-
Losange Magazine - voorjaar 2013
pagina 75
Vanwege de bolle vormen sluiten velen de Dauphine meteen in hun harten.
De eerste folder van de Dauphine waarop de dealer de prijzen heeft geschreven: 5.655 gulden met kachel, meerprijs schuifdak 200 gulden en een Ferlect koppeling 275 gulden.
drijvers nog vijf jaar naast elkaar worden geleverd. Onder leiding van Fernand Picard wordt er op de ontwikkelingsafdeling een voor die tijd moderne en plezierig ogende carrosserie getekend. De Dauphine lijkt het meest op een compacte uitvoering van de Frégate, de grote sedan die Renault in november 1950 voor het eerst laat zien. Overeenkomsten met de 4CV zijn er ook, zeker de eerste twee bouwjaren waarin de auto rolt op de bekende sterwielen. De mooie, afgeronde vormen slaan aan bij zowel mannen als vrouwen en ook de vrolijke lakkleuren en bijpassende tinten voor de interieurinrichting weten te overtuigen. Ten opzichte van de 4CV heeft de Dauphine altijd draairuiten in de voorportieren met tochtruitjes vooraan. De achterportieren behouden de vertrouwde schuifruiten. VEILIGHEID Grappig om te zien dat richtingaanwijzers voor en achter anno 1956 nog geen item zijn. De Dauphine heeft synchroon aan de 4CV dan ook alleen richtingaanwijzers onderaan de C-stijl die zowel van voor als achteren zichtbaar moeten zijn. De gebruikte units kennen we van de 4CV. Vrijwel tegelijk met het verschijnen van de Dauphine krijgt de 4CV een compleet nieuw dashboard, zodat het niet vreemd is dat de stijl van beide modellen identiek is. Rechts heeft de Dauphine een open dashboardkastje en in het midden een prachtig gestileerd plaatje met typenaam waarachter plaats is gemaakt voor een autoradio. Een hele luxe in die tijd, maar er was vanaf de ontwikkeling al wel rekening mee gehouden. Helemaal links zit nog een tweede, kleiner bergvak. Het instrumentarium bestaat uit een op de hoeken licht
gebogen snelheidsmeter en in beide onderhoeken kleinere instrumenten voor brandstofvoorraad en watertemperatuur . Verder nog een enkel contro-
pagina 76
lelampje (laadstroom en oliedruk) en daar moet de moderne automobilist het anno 1956 mee doen. In het midden bovenop het dashboard zit nog een keurig geïntegreerd asbakje. Dat Renault in die tijd al aan de veiligheid dacht, wordt onder meer onderstreept door de geribbelde kunststof rand aan de basis van het dashboard. Hierin zit een soort van 'tuinslang' opgenomen die een onzachte aanraking van knieën met het dashboard moet voorkomen. Overigens is de Dauphine ook de eerste Renault waarmee in eigen beheer botsproeven zijn uitgevoerd. ROOMWIT Het roomwitte stuur beschikt bij de Dauphine over een prachtige afdekking in het midden met fraai logo. De bedieningselementen aan de stuurkolom zijn bij 4CV en Dauphine gelijk. Links, eveneens in roomwit, de draaischakelaar voor de verschillende verlichtingsfuncties. De claxon werkt door deze schakelaar in te duwen. Rechts nog een kleine hendel voor de richtingaanwijzers. De vrolijk gekleurde bekleding bedekt deels ook de portierpanelen die verder slechts zijn voorzien van een hendel om de deur te openen, een raamslinger en een beugeltje om de deur aan dicht te trekken. Het starten geschiedt bij de Dauphine altijd met de sleutel in het contactslot rechts naast de stuurkolom. Motorisch is de Dauphine helemaal nieuw. Achterin ligt namelijk een 845 cc viercilinder die een doorontwikkeling is van het 747 cc blok van de 4CV. De Dauphine is een 5CV! De eerste versie van deze motor levert een vermogen van 30 pk (SAE) en dat is genoeg voor een topsnelheid van 108 km/h. De motor is gekoppeld aan een handgeschakelde drieversnellingsbak waarbij alleen de tweede en derde versnelling gesynchroniseerd zijn. Deze twee liggen ook in het H-schakelschema tegenover elkaar. WARME LUCHT In eerste instantie heeft de Dauphine hetzelfde primitieve verwarmingssysteem als de 4CV. Door middel van het open zetten van kleppen moet er zonder tussenkomst van een ventilator warme lucht door de chassisbalken naar voor lopen. Gelukkig lanceert Renault korte tijd later als standaarditem de Sofica verwarming die warme lucht via een radiator betrekt en deze door middel van een ventilator door het interieur verspreidt. Het modeljaar 1956 duurt voor de Dauphine uitermate kort. Tijdens de autosalon van Parijs later dat jaar is de dagproductie in de voor die tijd hypermoderne fabriek in Flins al opgevoerd tot meer dan 600 auto's. In 1956 alleen bouwt Renault 78.136 exemplaren van haar nieuwe model, maar daartoe behoort ook al een aantal auto's van het 1957 modeljaar dat slechts op kleine details afwijkt. De opmars is niet meer te stuiten.
Losange Magazine - voorjaar 2013
pagina 77
pagina 78
Algemeen: Wielbasis Lengte Breedte Hoogte Draaicirkel
2.270 mm 3.950 mm 1.520 mm 1.440 mm 8,90 meter
Inhoud Brandstoftank Motorolie Koelvloeistof Bagagevolume
57 liter 3,25 liter 6,0 liter 475 - 1.560 liter
handgeschakeld 3 versnellingen 2e en 3e gesynchroniseerd Overbrengingsverhoudingen: 1e 0,270 2de 0,555 3de 0,935 Achteruit 0,324 Eindoverbrenging 8/35 - 0,270 Chassis Banden Standaard Wielmaat Reservewiel
135 x 380 of 5.0 x 15 15 inch (staal) midden onder de bagageruimte
Remmen Voorremmen Afmetingen Achterremmen Afmetingen Parkeerrem
trommels 228,5 mm doorsnee trommels 228,5 mm doorsnee op de achterwielen
Aandrijving Motor Type Cilinderinhoud Boring x slag Compressieverhouding Carburateur Vermogen (SAE) Koppel (SAE) Topsnelheid Accu Brandstofverbruik Transmissie Type
670-01 4 cilinder in lijn 845 cc 58 x 80 mm 7,25:1 Solex 28IBT 30 pk bij 2.450 tr/min 6,7 mkg bij 2.000 tr/min 108 km/h 6 Volt 75/90 Amp/u 6,7 liter per 100 km
325
Losange Magazine - voorjaar 2013
TECHNIEK
Afmetingen (Renault DAUPHINE R1090)
Voorwielophanging Type Achterwielophanging Type Gewicht Totaalgewicht
Onafhankelijk, met schroefveren en stabilisator
Onafhankelijk met schroefveren
635 kg
pagina 79
TRACTEURS GEEL VOOR INDUSTRIE
SCHEREN & SCHEPPEN Boven: Een Renault 652 met het eerste cabinetype. Hieronder de vierwielaangedreven 782-4 met een veiligheidscabine die beter zicht biedt op het werk.
Naast een grote reeks tractoren voor de landbouw heeft Renault altijd wel speciale modellen voor andere doeleinden, zoals de industrieserie.
I
ndustrietractoren maken al vanaf de jaren zestig deel uit van het Renault-programma. De eerste speciale versie voor deze doel-
einden is de P70 op basis van de N70. Ook in de Super (D)-reeks, de Master-serie en bij de 50-serie is er sprake van specifieke varianten voor een andere dan landbouwkundige inzet. RUIMER BEMETEN Als Renault eind 1972 een compleet nieuwe reeks in productie neemt, hoeft er niet lang gewacht te worden op geel gespoten varianten, imers de kleur voor industrietractoren. In juli 1973 lanceert het merk zowel de 462 (R7442) als de 652 (R7462). Deze types zijn respectievelijk gebaseerd op de 461 en 651. De lichtste versie heeft een driecilinder MWM dieselmotor met een vermogen van 42 pk, terwijl de 652 wat ruimer is bemeten met een viercilinder goed voor 65 pk. Een van de belangrijkste specifieke wijzigingen is dat de vooras wordt verstevigd, omdat deze
pagina 80
tractoren zowel bij wegenaanleg en -onderhoud als bij publieke werken onder zeer uiteenlopende omstandigheden worden ingezet. De 462 heeft een zesversnellingsbak die nog vier extra langzame versnellingen kent en twee achteruitgangen. De 652 beschikt echter over een vierbak met drie groepen, dus in totaal 12 versnellingen vooruit en drie achteruit. Een ander belangrijk verschil zien we bij de cabine. Deze wijkt af van de landbouwversie en biedt plaats aan de bedieningsorganen van de eventueel met de tractor verbonden machines. Denk aan een laadschop en diverse maaiwerktuigen. In het begin worden de industriemodellen ook zonder cabine aangeboden. In het geval van achter aangebouwde machines heeft Renault ook een verlengde cabine met de mogelijkheid de stoel te draaien. Het derde type cabine heeft alleen links een deur en is rechts helemaal gesloten. Rechts is deze voorzien van een groot glasoppervlak waarbij 8 mm dik polycarbonaat wordt gebruikt om ruitbreuk te voorkomen. Veel overheden en bedrijven kopen dit soort tractoren. Van de 462 worden er tot september 1986 2.336 stuks gebouwd, van de 652 loopt in februari 1987 nummer 3.334 van de band. CARRARO Uitbreiding kan niet uitblijven, want ook bij dit type tractor is er vraag naar hogere vermogens. De 752 (R7622) gebaseerd op de 751 vormt de volgende stap. Dit type wordt tussen juni 1974 en mei 1980 exact 539 keer gemaakt voorzien van een viercilinder MWM van 75 pk. Korte tijd (eerste paar maanden1980) worden er ook nog 14 stuks van de 752-4 gebouwd, die echter in mei
en 652. De productie hiervan start in oktober 1986. In juli van het jaar daarop verschijnt de Renault 800M (R3143) en de vierwielaangedreven 804M (R3144) beiden met een viercilinder diesel goed voor 70 pk. Op deze types debuteert een nieuw soort rem dat in een oliebad draait en werkt op de differentieelas. Met 136 exemplaren van de 600M, 124 stuks van de 800M en 17 van de 804M stopt half 1989 de productie.
Kleine foto links: De 462 is de kleinste uit deze serie industrietractoren, hier voorzien van een veel later cabinetype (LS). De 600M en 800M zijn de laatste representanten van deze reeks.
van dat jaar al wordt opgevolgd door de 782-4 (R7624) en uiteraard komt er ook een achterwielaandrijver, de 782. Hiervan bouwt Renault er 367 en 423 eenheden. Waar de 752-4 nog een aangedreven Carraro vooras heeft, krijgt de 782-4 een eigen Renault as. Alhoewel Renault in 1984 de 700M reeks als opvolger lanceert, blijft er toch behoefte aan de vertrouwde serie die dan ook synchroon aan de nieuwe LS-reeks wordt gemoderniseerd. Eerst komt Renault met de 600M (R3123). Voorzien van een driecilinder diesel krijgt deze met een tot 60 pk verhoogd vermogen een plek tussen de 462
Losange Magazine - voorjaar 2013
pagina 81
HET RENAULT-GEVOEL VAN
ÉÉN GROTE FAMILIE Als ik aan Renault denk, denk ik aan één grote familie, want zo ervaar ik al lange tijd mijn verbintenis met het merk in de autosport. Veelvuldig heb ik er versteld van gestaan wat er allemaal mogelijk is en dat je alle medewerking krijgt als je eenmaal binnen de familie bent geaccepteerd. Na sinds 1978 in diverse autosportklassen gereden te hebben, kwam ik in 1988 in contact met een voormalig Renault-dealer die wel wat zag in mijn talenten. Er werd toen net gereden met de Renault 5 GT Turbo. Ik deed al meteen mee met de Benelux Cup. Ik kan me nog goed herinneren dat we vooral door gebrek aan ervaring achter liepen op de Belgen, maar dat duurde maar één seizoen. Als coureur ben je altijd naarstig op zoek naar sponsoren en 1988 was voor mij tegelijk ook het jaar waarin ik dat deel van de racerij eindelijk goed op de rit had. Effect bleef niet uit. In 1989 werd ik tweede in de Benelux Cup met de Renault 5 GT Turbo en in dezelfde auto haalde ik dat jaar het Europees kampioenschap binnen. Alle deuren leken open te gaan. Ik kreeg op dat moment een fabrieksauto en bijbehorende monteur. Tijdens een bijeenkomst met alle directeuren van de Renault importeurs in Europa bleek dat de directeur van het land dat de kampioen had geleverd, op dat moment alle eer kreeg. Precies op dat moment ben ik opgenomen in de Renault familie. Ik hoorde er helemaal bij en stopte op dat moment ook met het kampioenschap dat ik nog met een ander merk reed. Eind 1990 verscheen de nieuwe Renault Clio.
Voor de finalerace in Monza kreeg iedere rijder twee auto's ter beschikking. We mochten willekeurig kiezen uit veertig stuks. De eerste auto die ik koos bleek niet snel genoeg. Officieel mocht je de tweede pas uitproberen als de eerste kapot ging. Dat is dan gewoon een kwestie van op snelheid een schakelfout maken. Met de tweede Clio kwam ik als eerste de chicane uit door niet te remmen en werd daardoor gediskwalificeerd. Maar de werkelijke reden was dat er een Fransman moest winnen. Het aardige van Renault is dat ze in de racerij altijd dingen deden en doen die andere merken niet hadden. Zo zat de Clio Cup in het voorprogramma van de Formule 1 in Monaco. Je ging met alle rijders op in het totale circus en ontmoette alle beroemde F1 coureurs die je ook weer in hun 'familie' opnamen. Midden jaren negentig reed ik met de Mégane, eerst in de Europa Cup en later in de DTCC. Als team hebben we zelf onze Mégane ontwikkeld en wonnen met een bescheiden budget -maar voor ons een fortuin- van fabrieks-Mitsubishi's die wel een miljoen te besteden hadden. Precies op het moment dat ik er bijna failliet aan ging, belde Renault. Die hadden het hele spektakel gevolgd en wilden mijn auto 'lenen'. Daarvoor kreeg ik een voor mijn doen fors bedrag en een driejarig contract. Al mijn problemen verdwenen als sneeuw voor de zon. Met mijn aanpassingen aan met name de wielophanging is de fabriek hierdoor de Groep N in gegaan. Omdat ik een semi-fabriekscontract kreeg, ben ik vanaf 1996 full time in de racerij gegaan en kreeg vanaf 1997 full support. Dat was mijn redding! Het concept van de World Series by Renault slaat perfect aan en toont ook weer het familiekarakter van het merk. Iedereen, vader, moeder, kinderen zijn helemaal gratis van harte welkom om op een A-circuit een compleet verzorgde dag mee te maken. Kijk maar naar de WSR op Le Mans die meteen tijdens de eerste oplage 180.000 toeschouwers trok. Jammer dat het circuit de prijs daarna omhoog gooide, maar Magny Cours werd een mooie opvolger. WSR is een groot feest voor deelnemers en bezoekers en ook dat maakt Renault uniek. Zelf heb ik best aan de Franse slag moeten wennen, maar als je een Fransman echt weet te raken, dan kun je niet meer stuk.
COLOFON Losange Magazine verschijnt vier keer per jaar. Verantwoordelijk uitgever: Editions Losange, Postbus 2144, NL-6020 AC Budel, tel. +31 495 430 930, fax +31 495 430 931, e-mail:
[email protected] Editions Losange France, 28 rue de Moges, 52400 Melay Aan dit nummer werkten mee: Alain le Bars, Ad Dams (eindredactie), Bernard Joly, René van Lier, Tony Vos, Peter Zadelaar. Fotos: Médiathèque Renault, Renault Trucks, Anthony Roozendaal, Automedia. Adreswijziging: Abonnees kunnen hun adreswijziging per e-mail of brief doorgeven aan de verantwoordelijk uitgever (zie hierboven). Leden van op pagina 70 en 71 genoemde Renaultclubs geven hun adreswijziging door aan de eigen ledenadministratie.
Een abonnement op Losange Magazine (vier nummers per jaar) kost 34,95 euro inclusief BTW en verzendkosten in Nederland en België en 52,50 euro inclusief BTW en verzendkosten daarbuiten. Gelieve het verschuldigde bedrag over te maken op bankrekeningnr. 60.67.11.503 t.n.v. Losange, Budel onder vermelding van 'abonnement Losange'. Voor betalingen buiten Nederland: BIC: ABNANL2A, IBAN: NL27ABNA0606711503 ten name van Losange in Budel. Bij een overboeking met vermelding van IBAN en BIC (vanuit de Europese Unie zonder extra kosten) is het van belang dat u vermeldt 'gedeelde kosten', alleen in dat geval worden er geen extra kosten doorberekend aan beide partijen. Betalen via Paypal: e-mail begunstigde:
[email protected] U kunt zich ook online aanmelden op www.losangemagazine.nl of www.losangemagazine.be Vermeldt in alle gevallen bij betaling duidelijk uw naam en adresgegevens!
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Getracht is de rechthebbenden van de afbeeldingen te achterhalen. Zij die menen alsnog aanspraak te kunnen maken op zekere rechten, kunnen contact opnemen met de uitgever. copyright 2013
Frans Verschuur Coureur
pagina 82
ISSN: 1874-8902
Losange Magazine - voorjaar 2013
pagina 83
pagina 84