たたぬきき
LVSJK Tanuki
28年 十月
Tatanukiki redactie Hoofdredacteur & vormgever: Guan van Zoggel Redactieleden: Robert Beers Melissa Costa Liselore Goossens Emily Maas Pim Omes Tom Omes
Bestuur Tanuki Praeses Ab-Actis
Loraine Gilsing Caspar Westelaken
Quaestor & vice-voorzitter Bas Oostdijk Hoofdredacteur Guan van Zoggel Webmaster Tom Omes Assessor Joleen Blom
Commissies Feestcommissie Els van Wuijckhuise Kampcommissie Robert Beers Cultuurcommissie Pim Omes Reiscommissie Bas Oostdijk TFC Banzai Martijn Heule Raad van Toezicht Bob Nijkamp Mattias van Ommen Isaura van den Berg
2 • Editorial
しゃっせつ
社説 Daar is ‘ie weer. Met de nodige inspiratie uit voorafgaande jaargangen, suggesties van docenten en kritische noten van andere leden is deze eerste editie van de nieuwe Tatanukikijaargang tot stand gekomen. Net zoals de vele andere aspecten die bij het maken van een journal aan bod komen, is ook het schrijven van een editorial voor mij een eerste keer en ik zal dan ook niet ontkennen dat dit kleine blokje tekst de nodige moeite kostte. Mede omdat ik liever de lezer zelf laat ontdekken wat deze Tatanukiki aan inhoud waarborgt dan dat ik het kruit verschiet in deze nederige inleiding, bij deze een korte inleiding tot de nieuwe indeling. Tanuki Shimbun is een denkbeeldige krant waarin verslag wordt gedaan van recente activiteiten die vanuit Tanuki georgani-
もくじ
目次 Tanuki Shimbun 5 6 8
TFC Banzai versus JDream Introductiekamp 2010-2011 Tanuki’s Nerd Party
Japan Homoseksualiteit in Japan Foklore: Issun-boushi Kanji voor dummies Tempels & schrijnen: het verschil
10 14 16 18
Columns Pomes: Alles over de cultuurcommissie 17 20 Dr. Beers weet het beter! 26 Een Barbaar over China 30 Ryuugakusei: Aranka & Floris 32 Masterstudente Diana
Media
seerd zijn. De brede sectie Japan omslaat een aantal vaste rubrieken: een vier pagina’s tellende feature over een fenomeen uit de Japanse maatschappij, een sprookje of folklore uit Japan en wijze lessen van de dit jaar gestichte cultuurcommissie. Onder het kopje columns zijn de meer persoonlijke schrijfsels opgenomen, die zowel kritisch, realistisch als vermakelijk en informatief (kunnen) zijn. Media omslaat vier pagina’s informatie over muziek, films, games en animanga. Ook schuiven we iedere keer aan bij een van de Alumnikai-leden voor een denkbeeldige kop koffie en sluiten we af met correspondentie van Koreaanse en Chinese bodem. Veel plezier met de eerste Tatanukiki van dit vooralsnog druilerige collegejaar. ~ Guan van Zoggel
Muziek: Joe Hisaishi Acteur: Ken Watanabe Game: Taiko no Tatsujin DS 3 In Memoriam: Satoshi Kon
22 23 23 24
Interview Op de koffie bij: Edith Koopman
28
Meer Azië Ch’ingu: Hangŭl SVS: Tanuki en Tian Long
34 36
いんよう
引用 “Ik heb mijn vrouwen het liefst zoals mijn sokken: elke dag nieuwe.” ~ Pim Omes Inhoudsopgave • 3
‘Pleasure & Pain’ Over een paar weken is het zover: de vijfde editie van CAMERA JAPAN, hét festival voor Japanse film en cultuur, zal tussen 14 en 17 oktober plaatsvinden in LantarenVenster in Rotterdam, dit jaar voorafgegaan door de programmering in de Melkweg en Kriterion, in Amsterdam, tussen 7 en 13 oktober. Het vijfjarig bestaan van CAMERA JAPAN in 2010 zal zeker niet onopgemerkt voorbijgaan. De afgelopen vijf jaar is CAMERA JAPAN uitgegroeid tot een van de belangrijkste Japanse culturele festivals van Europa. Naast een gevarieerd aanbod aan film heeft het festival een steeds bredere programmering neergezet, waarbij het experiment niet is geschuwd. Er is samengewerkt met gerenommeerde instellingen in Rotterdam als het NAi en het Museum Boijmans van Beuningen. Ook voor de aankomende editie van CAMERA JAPAN zal de bezoeker niet teleurgesteld worden. In het net geopende, gloednieuwe LantarenVenster in Rotterdam zal een breed publiek zich vier dagen lang kunnen onderdompelen in de Japanse cultuur. Al meer dan vier eeuwen zijn Nederlanders gefascineerd door de Japanse cultuur. Vorig jaar nog vierden de twee landen de 400 jarige economische relatie, die begon met de zeldzame toestemming van de Japanse shogun aan de Nederlanders handel te drijven met het land. Sindsdien reizen Nederlanders naar het land van de rijzende zon, niet alleen vanuit handelsoogmerk, maar ook om zich onder te dompelen in een zeer oude en rijke cultuur. In het Nederland van de 21e eeuw zijn ondertussen de manga afdelingen in boekenwinkels, de sushi restaurants en de Japanse films op filmfestivals niet meer weg te denken. Maar wat weten we écht van de hedendaagse Japanse cultuur? De bezoeker van CAMERA JAPAN kan een begin van een antwoord op die vraag krijgen. Het festival heeft een ruim aanbod aan hedendaagse Japanse films en een breed nevenprogramma, waarmee in een unieke setting een blik geworpen wordt op het Japan van nu. Het festival biedt, in het nieuwe LantarenVenster op de Kop van Zuid, een brede keuze aan films, tentoonstellingen, muziek, theater, dans en eten, om zo de bezoeker geheel in Japanse sferen te brengen. Met het thema ‘Pleasure & Pain’ wil CAMERA JAPAN een voor de buitenstaander meest opvallendste elementen van de Japanse cultuur aan bod brengen: de tegenstellingen die iedere dag in het Japanse leven te zien zijn. Hard en gedisciplineerd werken gaat samen met grote drinkpartijen na sluitingstijd, grote moderne gebouwen staan naast de eeuwen gekoesterde oude tempels en de hectische drukte van de stad bestaat naast de alom geliefkoosde idyllische rust van het platteland.
4 • Tanuki Shimbun: Updates
たぬきしんぶん
狸新聞 TFC Banzai versus JDream
Waar: Universitair Sportcentrum, Leiden Wanneer: 1 oktober 2010
De opening van het nieuwe seizoen werd dit jaar voor TFC Banzai ceremonieel ingeluid met de tweejaarlijkse klassieker tegen het Japanse zakenmannenteam JDream. Aanwezig waren, naast de vaste coryfee, een aantal nieuwe gezichten uit de jonge gelederen van het Arsenaal; een ontwikkeling die de harten van menig verbitterde vijfdejaars eindelijk weer op een tempo deed kloppen dat opwinding voorspelde. In de kleedkamer belde voormalig captain Renzo vanuit Kyoto een half uur voor aanvang om polshoogte te nemen. Nadat een gepassioneerd collectief de naam van de voormalige veldheer scandeerde, gaf hij met brok in de keel toe dat het vandaag goed zat. Het zat goed. Nèt goed, eigenlijk. Met twaalf man aan haar kant had Banzai meer steun kunnen gebruiken van enkele vaste krachten. Bij enkelen had de ouderdom reeds haar tol geëist en hen door lichamelijke kwaaltjes gedwongen thuis achter de geraniums te blijven mopperen. Niet getreurd, de eerste wedstrijd was er vooral om een eerste indruk van elkaars spel te krijgen en te dienen als een fundering waar de rest van het seizoen op gebouwd kon worden. Aldus stapte Banzai eensgezind en ongemoeid het veld op. Vanaf het fluitsignaal stond de eerste helft vrijwel geheel in het teken van Tanuki’s uitverkorenen. De gebruikelijke opstelling was voor de gelegenheid geheel achterwege gelaten,
wat resulteerde in vlot, oogstrelend spel. Het was daarom des te treuriger dat de wentelingen van dit roedel ideale schoonzonen besteed waren aan een lege tribune. De eerste helft overtuigde het team zich er nog van het te kunnen redden op eigen kracht en, warempel, het leek te lukken. Hoewel JDream respect afdwong door middel van twee trefzekere afstandsschoten, overtuigde Banzai en speelde haar tegenstander tactisch weg. De helft besloot met een score van slechts 2-2, wegens een onfortuinlijk afgekeurde goal aan Banzai’s zijde, voortkomend uit een vermeende buitenspelsituatie. In de tweede helft werd al snel duidelijk dat uw delegatie de gestaag doorwisselende machine van JDream niet langer bij kon benen. Het gevreesde gebrek aan reserves begon Banzai parten te spelen, waardoor zij steeds meer ruimte uit handen gaf, wat leidde tot fouten. Nergens was het team nog in staat haar tegenstander te overrompelen zoals zij dat in de eerste helft deed. De tweede helft eindigde in harde cijfers: 3 – 6. Het was een terechte overwinning voor de Japanners, maar een die zonder twijfel gewroken zal worden in de return van het tweede semester, ditmaal het liefst onder het toeziend oog van een geëmotioneerde schare toeschouwers. ~ Martijn Heule Aanvoerder TFC Banzai 2010 – 2011 Tanuki Shimbun: TFC Banzai versus JDream • 5
たぬきしんぶん
狸新聞 Introductiekamp 2010-2011
Waar: Ommel, Noord Brabant
Wanneer: 22 t/m 24 augustus 2010
Met een volle tas en - oké dan - met een nog vollere koffer sta ik op Leiden Centraal. Ik zoek naar het verzamelpunt. Even verderop zie ik een groepje mensen met koffers zitten. Zou dat het zijn? Met klamme handen loop ik op ze af: “Is dit het verzamelpunt van Tanuki?”. “Ja, ga er maar bij zitten. We wachten nog op de anderen.” En dit is hoe het Tanuki-kamp 2010 voor mij begon. Ommel was onze eindbestemming en daar zouden we twee nachten doorbrengen. Ik kende praktisch niemand en déjà vu momenten van mij als brugklasser begonnen al op te komen, want ja, dat was ik weer: een brugklasser, maar dan tussen de studenten. Een eerstejaars, een sprinkhaan, een dwerg. Vers van de middelbare school, diploma op zak, maar ik begon me al sterk af te vragen hoe ik deze drie dagen zou overleven. Gelukkig waren mijn dramatische gedachten nergens op gebaseerd: De verschillende mensen begon je al snel te herkennen 6 • Tanuki Shimbun: Introductiekamp 2010-2011
en ook vrienden werden al gauw gemaakt. Ik dacht in eerste instantie dat bijna iedereen wel direct van de middelbare school zou komen en dat dit zijn of haar eerste studie zou zijn. Haha, nee dus. Het tegenovergestelde bleek waar: voor een heleboel mensen was dit al zijn tweede of derde studie of, als het dan hun eerste studie was, waren ze er met een omweg gekomen. Ik was dus al snel van die naïeve gedachte af geholpen tijdens de introductiespellen. Maar wat is me nou echt bijgebleven van dit kamp? Voor mij zijn dit bijvoorbeeld de mensen die ik heb ontmoet en waarmee ik nu nog steeds omga. Of de kaartspellen waar groten getale mensen aan meededen (en de een iets meer ingemaakt werd dan de ander). Van de workshops was er ook iets dat ik erg leuk vond om te doen: het yosakoi dansen, wat veel moeilijker, intensiever, maar ook leuker bleek te zijn dan ik had verwacht. En aikido, waarbij we de eerste basis leerden. ~ Joleen Blom
Natuurlijk vind ik het heel leuk om alleen maar over mijn eigen kampervaringen te vertellen, maar ik ben overduidelijk niet de enige die aan het kamp heeft deelgenomen. Hierbij laat ik dus ook andere eerstejaars aan het woord. Dus bij deze:
De eerste momenten op kamp (toen we een soort van introductiespellen aan het spelen waren) had ik eerlijk gezegd wel
Het kamp was een goede gelegenheid om mensen te ontmoeten. We deden niet veel, maar zo kon je een beetje praten met
“De reden waarom ik gekozen heb om mee te gaan op het eerstejaarskamp, is omdat ik het ik het erg belangrijk vond
het gevoel van ‘waar ben ik aan begonnen’. Maar uiteindelijk is dat toch een goede manier om wat mensen te leren kennen. Verder vond ik het goed ingericht het kamp. In de ochtend en middag spelletjes die ondanks het hoge brugklasniveau toch grappig waren. En ’s avonds gewoon tijd voor jezelf om te chillen met de mensen die je overdag had leren kennen. Ook de workshops vond ik erg tof. Ik heb vooral genoten van de workshop kalligrafie. En zo kwam het kamp snel weer tot een einde. Ik ben blij dat ik ben geweest zeker omdat ik nu nog steeds optrek met de mensen die ik heb ontmoet op kamp, en het was prettig om wat bekende gezichten te zien op het moment dat je voor het eerste de collegezaal binnenliep. ~ Tim van Steenwijk
de andere kampgenoten en ze leren kennen. De spellen die we deden waren een beetje maf, maar doordat je met zoveel mensen was en iedereen het allemaal maf vond, werd het toch heel leuk. Wat me het meest is bijgebleven was dat je je voornamelijk samen verveelde, samen spelletjes speelde, samen at en samen opstond. Je was nooit echt alleen. ~ Arco Oliemans
om alvast kennis te maken met mijn medestudenten voordat de studie daadwerkelijk begon. Het hoogtepunt van het kamp was voor mij toch echt het avondje SingStar, maargoed dat is natuurlijk mijn persoonlijke opinie. Verder vond ik de workshop ‘Kalligrafie’ erg interessant en ook het douanespel was erg vermakelijk.” ~ Dave Hooghiemstra
Tanuki Shimbun: Introductiekamp 2010-2011 • 7
たぬきしんぶん
狸新聞 Tanuki’s Nerd party Zo. Een nieuw jaar, een nieuw begin… van een nieuwe reeks heerlijke Tanuki-feestjes! Eerste in de rij was natuurlijk het Back to Schoolfeest, wat op 30 september plaats vond in het vernieuwde, maar vertrouwde d’UB. Het thema van dit feest was ‘Revenge of the Nerds’, en dat viel duidelijk bij een hoop Japanologen in de smaak. Saaie overhemden, foute broeken, de stomste brillen en bretels waren deze avond juist helemaal hip! Vrijwel iedereen hield zich op zijn of haar manier aan het thema, wat voor een kleurrijke verzameling feestgangers zorgde die d’UB uiteindelijk helemaal vulde. Er werd door velen ook een duidelijke voorkeur gegeven aan Japan’s ‘eigen’ nerd, de otaku. Zo waren er dus niet alleen de typische geeks aanwezig, maar ook cosplayers en andere bepaalde wilde fantasieën van de otaku waren van de partij. En alles samen lachte, dronk en feestte tot diep in de nacht door. Want ja, gedanst werd er zeker. Alle nerds gingen lekker los op hedendaagse maar ook heerlijk foute muziek. Uiteindelijk was het ook weer tijd voor de traditionele dance-off; maar door een gebrek aan een podium was er dit keer helaas maar weinig van te genieten. Een technisch probleempje, maar het feest ging onafgebroken verder en de temperaturen op de dansvloer liepen hoog op. Toen het feest ten einde liep konden weinigen nog een wiskundige formule of een grammaticaal correcte Japanse zin oprakelen, maar een ding was bewezen: ook nerds kunnen keihard feesten. ~Melissa Costa 8 • Tanuki Shimbun: Tanuki’s Nerd Party
Waar: d’UB, Leiden Wanneer: 30 september 2010
Jullie hebben er misschien van gehoord maar misschien ook niet: de opleidingscommissie (OC) van Talen en Culturen van Japan. De OC van Japans bestaat uit tien leden, waarvan vijf student-leden en vijf docent-leden. Studenten hebben in geen enkele andere commissie zo’n getalsmatige inbreng als in de OC. De OC houdt zich vooral bezig met het onderwijsprogramma (structuur, uitvoering, wensen etc). Bij de OC kan jij terecht met je klachten over het onderwijs, dan wel een docent. De klachten worden serieus, en (als je dat liever hebt) anoniem behandeld op de vergaderingen van de commissie. Dus mochten jullie klachten hebben over bepaalde zaken, aarzel niet en stuur een mail naar
[email protected]. Of schrijf een brief en leg deze in de brievenbus van de OC. De brievenbus bevindt zich op de eerste verdieping van het arsenaal naast de postvakjes van de docenten van Japans. ~Jenny Lin Kijk voor nog meer informatie op: http://hum.leidenuniv.nl/japans/medezeggenschap/opleidingscommissie.html
Wil je ook wat onder de aandacht brengen in de Tatanukiki? Mail dan naar
[email protected]! Melding van de OLC • 9
げつとくしゅうきじ
月特集記事 Homoseksualiteit in Japan
door: Liselore Goossens
Op zaterdag 14 augustus 2010 vond de Tokyo Pride Parade plaats. Met financiële ondersteuning van bedrijven als Softmap en Google namen vijfduizend mensen deel aan de parade in Yoyogi. De afgelopen paar maanden zagen we veel homo-gerelateerd nieuws: Amerika wordt al enige tijd in de greep gehouden door de vraag of de ‘Don’t ask, don’t tell’-regel nou wel of niet af moet worden geschaft – tot op heden zijn de Republikeinen succesvol in hun pogingen dit debat niet van de grond te laten komen (red.: bij het ter perse gaan van deze journal is de regel inmiddels door een rechter ongrondwettelijk verklaard). rolijker nieuws betrof de jaarlijkse Gay Prides die overal ter wereld uitbundig werden gevierd: in San Francisco vond het voor de veertigste keer plaats, wat uiteraard reden was om nog grootser uit te pakken dan normaal. Ook in Amsterdam weerhield de regen mensen er niet van om in groten getale naar de parade te komen kijken. In Tokio, een stad met bijna net zoveel inwoners als heel Nederland, liepen daarentegen slechts zo’n vijfduizend mensen mee. Daar bovenop was het voor het eerst in drie jaar dat er überhaupt weer een ‘Pride’ in de hoofdstad plaatsvond. Waarom scoort een grote, geciviliseerde, hypermoderne stad als Tokio zo slecht op dit gebied? Hoe kijkt men sowieso in Japan tegen homoseksualiteit aan?
10 • Maandelijkse feature: Homoseksualiteit in Japan
In de geschiedenis Er zijn veel parallellen te trekken tussen het begrip ‘pederastie’ uit de Griekse klassieke oudheid, en de relaties onder samoerai tussen jongens en volwassen mannen. Deze relaties kwamen voor in alle rangen van samoerai, werden beschouwd als normaal of zelfs nodig voor de overgang van jongen tot volwassene, en waren zowel educatief als seksueel. Samoerai hadden er veel verschillende namen voor, waaronder 美道 (びどう, ‘mooie weg’) of 若衆道 (わかしゅどう, ‘weg van de jongeling’), vaak afgekort tot shudō. Het grootste verschil tussen de Griekse pederastie en de Japanse shudō was dat waar bij de Grieken de oudere man het initiatief nam, in Japan men verwachtte dat de jongen, na zich ervan te hebben verzekerd dat de man van zijn gading geschikt is, de eerste stap zette. Maar ook voor de opkomst van de samoerai was homoseksualiteit niet ongewoon: al in de Genji Monogatari uit de elfde eeuw zijn er verwijzingen te vinden naar homoseksuele verhoudingen en relaties tussen personages. Verschillende bronnen uit latere eeuwen benoemen de monnik Kūkai uit de achtste eeuw, ook bekend als Kōbō-Daishi, de oervader van homoseksualiteit in Japan. Kūkai is in de eerste instantie bekend als kalligraaf, geleerde, dichter en oprichter van de Boeddhistische Shingon school, heeft verschillende belangrijke religieuze teksten geschreven, en wordt beschouwd als uitvinder van de kana. De bronnen die hem aan homoseksualiteit binden zijn minder betrouwbaar, en de vroegste stammen uit enkele eeuwen na zijn leven. Desondanks zijn de verhalen en legendes volhardend, en werd de berg Koya, waar Kūkai de Shingon school stichtte, in de literatuur in latere eeuwen een synoniem voor shudō. Met het verval van de samoerai verdween ook de shudō, of beter gezegd: het nam een andere vorm aan. In plaats van jonge samoerai waren de jongens vanaf de zeventiende eeuw vaak jonge acteurs, en de oudere mannen hun fans en aanbidders. De rollen draaiden om en zij verleidden nu de jongens, met vleierij en zo nodig zelfs geld. Ook mannenbordelen begonnen op te komen, en 男色 (なんしょく, ‘mannenliefde’), zoals het nu vaak genoemd werd, veranderde van een normaal onderdeel in het leven van samoerai mannen in iets waarvoor betaald moest worden. Tegen de negentiende eeuw vond nog een grote verandering plaats: waar daarvoor de acteurs zich altijd hadden gekleed als jongemannen, kwam het in de negentiende eeuw steeds vaker voor dat ze zich kleedden als vrouwen of meisjes. Rond het begin van de Meiji-periode, en onder andere onder invloed van de Westerse moraal die de Amerikanen met zich meebrachten, verdween nanshoku nog verder naar de achtergrond. Tegen de tijd dat de twintigste eeuw aanbrak, werd er amper nog openlijk over gesproken.
Maandelijkse feature: Homoseksualiteit in Japan • 11
In de media De moderne Japanse media lijkt dit in de eerste instantie tegen te gaan: yaoi is een immens populair genre in anime en manga; Japanse muzikanten in zowel pop- als rockbands schromen niet om zich androgyn of zelfs ronduit vrouwelijk te kleden en te gedragen; en de TV beroemdheid Hard Gay is de ultieme stereotype leernicht – bekend en populair in heel Japan. Wat deze media echter voornamelijk doen, is stereotypes benadrukken. Homoseksuelen – en dan voornamelijk mannen; vrouwen worden zowel in moderne media als in historische bronnen zelden genoemd – worden afgeschilderd als verwijfd en vrouwelijk, als mensen die niet zozeer aangetrokken zijn tot hetzelfde geslacht danwel liever het andere geslacht zouden willen zijn. Er wordt zo een lijn getrokken tussen homoseksualiteit en transseksualiteit die door veel Japanners over wordt genomen. Hard Gay lijkt precies het tegenovergestelde te doen, maar in feite stelt hij niet slechts een homoseksuele man voor, maar een buitenlandse homo. Japanners zien hem als de personificatie van de Westerse homo-subcultuur en homoseksuele Japanners zullen zich niet snel met hem kunnen identificeren. Japanse homo-organisaties noemen vaak als kritiek dat men op deze manier het idee kan krijgen dat homoseksualiteit iets lachwekkends is, of dat alle homoseksuelen halfnaakt rondrennen. Er zijn echter ook regisseurs, vooral de afgelopen tien à twintig jaar, die wel pogen homoseksualiteit neer te zetten zoals het in het dagelijks leven door Japanners wordt ervaren. Deze films – over het algemeen niet erg bekende arthouse films – schetsen een vrij realistisch beeld en nemen in sommige gevallen zelfs een lesbische relatie als middelpunt, zoals Love My Life (2006) van regisseur Koji Kawano. Een van de bekendste voorbeelden is Hush! (2001), die niet alleen in Japan maar ook wereldwijd veel succes had. 12 • Maandelijkse feature: Homoseksualiteit in Japan
In het dagelijks leven Ondanks films als Hush! kleven er nog altijd steeds erg veel vooroordelen en stereotypes aan homoseksualiteit, waarvan de link met transseksualiteit de meest volhardende is. Veel mensen geloven dat homoseksuelen vrijwel altijd in de entertainment industrie werken, en dat het feit dat je je aangetrokken voelt tot je eigen geslacht inhoudt dat je eigenlijk het andere geslacht wil zijn. Dit laatste is niet alleen wijdverbreid onder heteroseksuele Japanners, maar ook onder de homoseksuelen; veel ondergaan inderdaad een geslachtstransformatie, en degenen die daar geen drang naar hebben, voelen vaak ook niet de behoefte om uit de kast te komen. Dit laatste hangt echter niet alleen samen met vooroordelen, maar ook met het feit dat men in Japan homoseksualiteit niet per se ziet als een identiteit of zelfs een onderdeel van een identiteit. Wanneer iemand in Westerse landen uit de kast komt, betekent dit vrijwel altijd dat diegene zich niet alleen identificeert met een bepaalde seksuele voorkeur, maar ook met de subcultuur die hierbij hoort, en dat zijn of haar geaardheid een onderdeel is van diens persoonlijkheid. Japanners zien dit niet zo: voor hen is het niet meer dan een klein onderdeel van hun leven dat verder geen invloed heeft – of hoeft te hebben – op hoe ze zich gedragen, hoe ze zijn, en hoe anderen hen behandelen. Vaak komen ze niet uit de kast omdat ze daar de toegevoegde waarde niet van inzien, of omdat ze bang zijn dat ze toch anders behandeld zullen worden. Ook is het niet ongewoon dat homoseksuelen trouwen en een gezin stichten, zelfs wanneer de partner op de hoogte is van zijn of haar geaardheid. Het komt zelfs voor dat vrouwen met opzet een homo als echtgenoot zoeken, omdat deze gevoeliger zouden zijn; eveneens is het niet ongebruikelijk dat een lesbische vrouw met een homoseksuele man trouwt, en dat beiden buitenechtelijke partners van hun eigen geslacht hebben. Toch is er ook een homoseksuele subcultuur in opkomst in Japan, waarin mensen zich vergelijkbaar gedragen als binnen de Westerse homocultuur, en ook op een min of meer hetzelfde manier naar hun geaardheid kijken. Met de opkomst hiervan zijn verschillende homo belangen groepen ontstaan, waarvan de nationale organisatie OCCUR de bekendste is. Deze groepen streven er over het algemeen naar om de Westerse visie op homoseksualiteit geheel over te nemen, en proberen onderwerpen als de homoseksuele identiteit en homorechten meer onder de aandacht te brengen. Want hoewel men over het algemeen niet per se homofoob is in Japan, kleeft er wel een sterk stigma aan, en wordt het publiekelijk tonen ervan – zoals bijvoorbeeld handen vasthouden – niet op prijs gesteld. Homo zijn mag, zolang iemand zich naar de buitenwereld maar gedraagt als heteroseksueel. Maandelijkse feature: Homoseksualiteit in Japan • 13
みんわ
民話 Issun-boushi
door: Guan van Zoggel
Er was eens een oud getrouwd stel zonder kinderen. Op een dag gingen zij naar een schrijn en baden: ‘Oh, geef ons een kind. We willen zo graag een kind.’ Onderweg naar huis, hoorden ze vanuit het gras iets huilen. Toen ze het nader bekeken, troffen ze een klein baby’tje aan, een jongetje gehuld in een rood deken. “De komst van dit kind is het antwoord op ons gebed”, zeiden ze. Ze namen het jongetje mee naar huis en voedden het op alsof het hun eigen zoon was. Het jongetje was echter niet groter dan de duim van een volwassen man, en zelfs naarmate tijd verstreek bleef hij dezelfde lengte. Hij was ongeveer één sun (3.03 cm.) lang, vandaar dat ze hem Issun-Boushi noemde. Op een dag, toen hij ouder was, zei Issun-Boushi tegen zijn ouders: ‘Ik dank jullie uit de grond van mij hart dat jullie mij zo zorgvuldig opgevoed hebben. Maar ik moet nu de wijde wereld in, op zoek naar geluk’. Zijn ouders probeerden hem ervan te weerhouden om te gaan, door te zeggen dat hij te klein was door de wereld te trekken. Maar hij bleef achter zijn beslissing staan en uiteindelijk zeiden zijn ouders: ‘Goed dan, laat ons je helpen je klaar te maken voor je tocht’. Ze gaven hem een naald om te gebruiken als zwaard, een houten rijstkommetje als boot en hashi die mocht dienen als roeispaan. Issun-Boushi sprong in zijn boot en zwaaide zijn ouders vaarwel, belovend dat hij terug zou keren zodra hij het geluk gevonden had. Zodoende dobberde hij in zijn bootje over de rivier, terwijl hij roeide met zijn hashi.
Vele, vele kilometers dobberde hij, en toen ineens sloeg zijn bootje op de kop. Een kikker in de rivier had het bootje geraakt, maar gelukkig kon Issun-Boushi goed zwemmen. Hij zwom naar de kant en ontdekte dat hij oog in oog stond met het huis van een hoge heer. Hij keek naar het huis en bedacht zichzelf dat het vast een erg rijke bewoner moest zijn. Hij liep naar de deur en klopte aan. Een huisknecht deed open, maar zag niemand. ‘Hier ben ik, hier beneden!’, schreeuwde Issun-Boushi. ‘Kijk naar beneden!’ De huisknecht keek naar de vloer en zag in eerste instantie alleen een paar houten sandalen, die zijn heer gebruikt bij het wandelen. Daarna keek de huisknecht beter en ontdekte Issun-Boushi aast de sandalen. Hij was verrast en ging onmiddellijk zijn heer inlichten. 14 • Issun-Boushi
De heer liep naar de voordeur en keek naar Issun-Boushi, die daar nog altijd parmant stond, met zijn naald als zwaard tegen zijn heup. ‘Oh, hallo, kleine ridder,’ zei de heer. ‘Wat doet u hier?’. ‘Ik ben gekomen om mijn geluk te vinden,’ zei Issun-Boushi. ‘En als u me wilt, ga ik smeken om u mij tot een van uw bewakers te benoemen. Ik mag dan misschien wel klein zijn, maar ik kan ontzettend goed vechten met dit prachtige zwaard van mij.’ De heer was zeer geamuseerd om zulke dappere woorden uit de mond van zo’n klein jongetje te horen. ‘Goed, goed,’ zei hij, ‘treed binnen en word een speelmaatje voor mijn dochter, de prinses’. Daarna werd Issun-Boushi het onafscheidelijke metgezel van de prinses. Ze werden ontzettend goede vrienden, die samen boeken lazen en elke dag met elkaar speelden. De prinses maakte een bed voor Issun-Boushi van een van haar juwelenkistjes.
Op een dag bezochten de prinses en Issun-Boushi een tempel in de buurt van het huis. Plotseling verscheen een verschrikkelijke groene duivel, die een magische hamer bij zich droeg. Toen de duivel de prinses prinses zag, probeerde hij haar te vangen. Issun-Boushi trok daarop zijn zwaard en begon daarmee in de tenen van het monster te prikken. Maar de huid van de duivel was zo dik dat zijn kleine zwaardje er niet doorheen kon prikken. De duivel kwam alsmaar dichterbij de prinses, waardoor Issun-Boushi besloot op het lichaam van de duivel te klimmen. Hij gebruikt zijn zwaard om de duivel onder zijn neus te kriebelen, waardoor deze ontzettend boos werd en brulde. Op dat moment sprong Issun-Boushi in de mond van de duivel en begon in te hakken op zijn tong met zijn zwaard. In tegenstelling tot zijn tenen, was de tong erg gevoelig en deed de naald ontzettend veel pijn. De duivel schrok zo dat hij Issun-Boushi op de grond spuwde en vluchtte. Hij vergat zelfs zijn magische hamer. De prinses pakte de hamer op. ‘We mogen een wens doen,’ zei ze. Ze schudde de hamer in de lucht en riep: ‘Laat Issun-Boushi alstublieft opgroeien!’. En warempel, elke keer dat de prinses met de hamer schudde, groeide Issun-Boushi beetje bij beetje. Ze bleef schudden tot Issun-Boushi net zo groot was als zijzelf. Ze waren allebei dolgelukkig en ook de heer was blij toen hij hoorde wat er gebeurd was. Toen ze een paar jaar ouder waren trouwden Issun-Boushi en de prinses, en leefden ze nog lang en gelukkig.
Issun-Boushi • 15
ふっかんのう
かんじ
不可能な漢字 Kanji voor dummies
© Johnson Banks Design Limited 2010
Eerstejaars en problemen met kanji? Deze leuk ontworpen en vooral schattige kanji helpen je op weg om in een mum van tijd je achterstand weg te werken. Maar vanaf dat moment wordt het natuurlijk volledig je eigen verantwoordelijkheid om wekelijks je kanji netjes bij te houden. Ook bij kanji is discipline de sleutel tot succes! Ganbatte!
16 • Can You Believe This Kanji?
ポーメス Alles over de cultuurcommissie
door: Pim Omes
Zoals sommigen van jullie al in de kamp-editie van de Tatanukiki hebben kunnen lezen, is er dit jaar voor het eerst een Tanuki kunstcommissie ingesteld. Omdat we niet alleen meer aandacht willen schenken aan Japanse kunst en ambacht, maar ook films en traditionele gebruiken onder het voetlicht willen brengen, is de commissie inmiddels omgedoopt tot de cultuurcommissie. In vorige jaren bleek dat velen van jullie reeds bekwaam waren in Japanse handwerken, of op eigen houtje exposities bezochten. Echter, je was aangewezen op individueel museumbezoek of het meedoen bij een vereniging buiten de universiteit om je te laven aan de Japanse cultuur. De taak van de dultuurcommissie zal er daarom uit bestaan om onze nieuwe eerstejaars, alsmede ouderejaars te enthousiasmeren om bijvoorbeeld gezamenlijk een expositie over Japanse prenten (ukiyo-e) te bezoeken, of eens aan den lijve de trommelstokken van de Taikotrommel te hanteren. Zeker voor de eerstejaars is het ontzettend leuk om te ontdekken dat je in plaats van diegene die op de middelbare school als enige met Japan bezig was, niet meer de enige bent met een passie voor origami, Japans haken of samoerai-zwaarden. De cultuurcommissie vormt voor ieder met een passie voor een bepaald aspect of meerdere aspecten van de Japanse cultuur een platform om gelijkgestemden te vinden. Immers, je kunt wel op je kamer achter de computer allerhande wetenswaardigheden opzoeken, maar het is veel leuker om je hobby’s met anderen die net zo geestdriftig zijn te kunnen delen. Een aantal voorbeelden van activiteiten die we in
voorbereiding hebben zijn een bezoek aan het Sieboldhuis, Taiko spelen met de leerlingen van de Japanse school in Rotterdam, een Japanse spelletjesdag in het Arsenaal en een heuse sakeproeverij. Ook stellen we onszelf ten doel om jullie verder in de Japanse film thuis te laten worden en bieden we op onze filmavonden een gezonde mix van vermaak en cinematografische hoogstandjes aan. Voorts drijft de commissie niet alleen op de ideeën van de huidige leden, maar hebben we juist jullie inbreng nodig. Wij bieden jullie de mogelijkheid om te proeven aan de grote verscheidenheid van de Japanse cultuur, en om dit programma zo divers mogelijk te houden willen we dolgraag dat je ideeën opstuurt naar:
[email protected]. Alvast tot ziens op niet alleen onze, maar vooral jullie activiteiten, Pim Omes Voorzitter Tanuki Cultuurcommissie 2010-2011 Pomes• 17
びじゅつ
ぶんか
美術と文化 Tempels & schrijnen: het verschil
door: Pim Omes
Eenieder die in meer of mindere mate in Japan geïnteresseerd is, heeft vast wel eens gehoord over de twee geloofssystemen van Japan. Vaak kan men wel oprakelen dat shinto de cultus van het leven is, en Boeddhisme zorg draagt voor het hiernamaals. Echter, wanneer er naar de verschillen tussen een shinto schrijn en een boeddhistische tempel wordt gevraagd, is dit lang niet bij iedereen duidelijk. In de hoop hier verandering in te brengen, schreef ik van de zomer op het weblog van mijn broer Tom en dat van mij over het bezoeken van schrijn en tempel in Kyoto. Ik hoop middels de volgende beschrijving van twee heiligdommen in Kyoto, de Kiyomizu tempel en de Fushimi Inari schrijn het verschil tussen tempel en schrijn te verduidelijken. De Kiyomizu tempel is één der beroemdste tempels van Japan, en niet in de laatste plaats om zijn ligging. Het complex is tegen een bergwand in de oostelijke heuvels van Kyoto aangebouwd en biedt een prachtig uitzicht over de stad. Wij waren zo fortuinlijk om de Kiyomizu in de avond te bezoeken, waardoor een prachtig verlicht schouwspel ons ten deel viel. Met name de houten constructie die de Hondo (centrale hal) op de bergwand deed rusten en de waterval die door het complex stroomt sprongen in het oog. De tempel is vernoemd naar deze Kiyomizu waterval, hetgeen zoveel als zuiver water betekent. Omdat de Japanners geloven in de heilzame werking van dit zuivere water heeft men een huisje om de waterval gebouwd waar het water gedronken kan worden. De familie Ikeda adviseerde ons dringend om vooral een slok van het Kiyomizu te nemen. Braaf gaven wij daar aan gehoor en als het water al niet zijn kracht op ons deed uitwerken dan ondergingen we in ieder geval het schouwspel van de prachtige lichtjes die door de waterstralen schenen. Dat het hier een boeddhistisch tempel betreft, is allereerst af te leiden uit de aanwezigheid van een pagode. Deze toren bij de ingang van de Kiyomizu tempel telt drie verdiepingen en bevat een afbeelding van de godheid Koyasu Kannon die bevallingen vergemakkelijkt. Bij elke boeddhistische tempel treft men een pagode aan waar altijd een reliek van de Boeddha of een godheid in bewaard wordt. Ten tweede bevat de Kiyomizu tempel de hierboven reeds genoemde Hondo, waar het cen18 • Kunst & Cultuur: Tempels & schrijnen: het verschil
trale object van de tempel vereerd wordt. In het geval van de Kiyomizu tempel is de Hondo aan de Boddhisattva Kannon gewijd die de godheid van de genade is. De Hondo kan betreden worden door de gelovigen. Op deze manier komt het ‘tempel in’ uit de titel tot stand. Zoals we namelijk dadelijk gaan zien is het in een shinto schrijn niet mogelijk om het binnenste van het gebouw te betreden. Naast de Hondo is er tenslotte ook een ruimte ingericht voor de monniken van de tempel. Deze Kodo wordt door de monniken gebruikt om in te studeren en zich van hun gebedstaken te kwijten. In tegenstelling tot de Hondo is deze Kodo niet toegankelijk voor een lekenpubliek. Naast de Kiyomizu tempel bezochten we de Fushimi Inari schrijn, die tot het shintoïsme behoort. Een verschil dat onmiddellijk opvalt is de kleur van de Inari schrijn. Waar de Kiyomizu dera in sombere bruintinten is gestoken heeft men de Fushimi Inari schrijn felrood geverfd. Hoewel sommige boeddhistische gebouwen ook in dit Chinees rood zijn geverfd, worden shinto-tempels vaker van deze kleur voorzien. Het belangrijkste kenmerk bij binnenkomst van de shinto-tempel, is de zogenaamde Torii. Deze poort markeert de scheiding tussen de profane wereld en de heilige grond van de schrijn. In het geval van de Fushimi Inari schrijn worden we getrakteerd op een prachtige rij van maar liefst duizend Torii die achter elkaar zijn geplaatst. Op wonderlijke wijze vinden Japanse traditie en de moderne tijd hier elkaar. Op de achterkant van de Torii kan men namelijk tegen betaling van een forse som geld de naam van het eigen bedrijf laten snijden. Voor de nietsvermoedende westerling hebben de ingekerfde Japanse karakters ongetwijfeld iets sprookjesachtig, maar wij konden duidelijk de namen van bedrijven als Mitsubishi en Matsushita ontwaren. Zoals al eerder ter sprake kwam is het grote verschil tussen de boeddhistische tempel en de shinto schrijn, dat het hoofdcomplex van de boeddhistische tempel wel toegankelijk is en het hoofdcomplex van de shinto schrijn niet te betreden is. Hierin huist in het geval van de Fushimi Inari schrijn de vos-kami (natuurgeest/god) Inari. Deze Inari is de beschermgod van de landbouw in Japan. Omdat de kami zelf in het hoofdcomplex huist, kan deze door geen enkele sterveling betreden worden. Hier is het ‘schrijn uit’ van toepassing. Wel kan er om een gunst gevraagd worden aan Inari door zogenaamde Ema te gebruiken. Op deze houten plaatjes kan men een wens schrijven, waarna ze aan een rek worden gehangen. Eens per week verzamelen de priesters van de schrijn de ema en verbrandt men ze om de wens naar de kami op te laten stijgen. Hoewel de bovengenoemde kenmerken het verschil tussen een boeddhistische tempel en een shinto schrijn iets verduidelijken, is het onderscheid zeker niet absoluut. Omdat de Japanners vóór de invloed van het westen geen duidelijk onderscheid maakten tussen doctrines uit het Boeddhisme en doctrines uit het shintoïsme, lopen tempel en schrijn vaak naadloos in elkaar over. Waar het voor de westerling schier onmogelijk lijkt om het overzicht enigszins te bewaren, heeft ook de Japanner moeite om Boeddhisme en shintoïsme uit elkaar te houden. Men is namelijk van mening dat rituelen uit beide religies gecombineerd kunnen worden om maximaal effect voor de gelovige te bereiken. Hoe het ook zij, de Kiyomizu tempel en de Fushimi Inari schrijn waren een lust voor het oog en zijn zijn verplichte kost voor eenieder die Kyoto bezoekt.
Kunst & Cultuur: Tempels & schrijnen: het verschil • 19
じんじらん
人事欄 Dr. Beers weet het beter!
door: Robert Beers
Dr. Beers is niet alleen gespecialiseerd in de Japanse taal en culturen, maar ook connaisseur op het gebied van dramatiek van de moderne mens. Full-time roddelnicht en all-round homoseksueel. Lieve lezers, Voor de eerstejaars een nieuw gezicht, voor de ouderejaars ook een nieuw gezicht. Ik ben Dr. Beers. Ongevraagd treed ik in de voetsporen van Dr. Gé. Waarom? Ik leg het u uit. Het concept: dr. Gé is een deskundige die in de vorige jaargang van de Tatanukiki zijn expertise gebruikte teneinde verdwaalde zielen met een behoefte aan psychologische bijstand naar aanleiding van ingezonden brieven een hart onder de riem te steken. Dr. Gé is bedankt en gegaan, dus ben ik hier en zet ik het brievenrubriekje voort. Wij leven in een zware wereld. En soms zijn we even helemaal gebroken. Waar zijn we eigenlijk aan begonnen denken we dan, terwijl we opzoeken wat de symptomen van artrose zijn omdat we in voorbereiding van de aankomende kanji-toets na het oefenen van exemplaar nummer zoveel gewoon niet meer kúnnen. U zegt: wat nu? De Tatanukiki is er voor u, de Japanoloog. Niet alleen is het een gelikt boekje met allerlei Japan-wetenswaardigheden die onze kennis complementeert, zij biedt ook een gemeenschappelijk platform voor de student die het even niet meer ziet zitten. Voor de student die teleurgesteld is in de liefde. Studenten die hun dagen slijten met alleen MMORPGs. Zij die niet worden geaccepteerd als Pikachu. Verbitterde homofielen. Degenen die door hun hypocriete gedrag op hun plaat zijn gegaan. Mensen die moeite hebben met verantwoordelijkheid. En ‘slet’-roepers, mensen die eigenlijk zelf het hardst op zoek zijn naar affectie. Voor hen bied ik namens de redactie nuttige levenslessen verweven met moederlijke liefde die romig vloeit vanuit haar weelderige inborst. Omdat de matriarch nu eenmaal vindt dat u op deze leeftijd onder mama’s rokken uit moet komen, om volwassen te worden, en dat valt niet altijd mee. Maar vooral omdat er iemand moet zeggen dat het leven een bitch is, maar u dat zelf ook kan zijn. Ja, onzekere japanoloog: kijk niet langer lijdzaam toe hoe uw leven als een tergende buikgriep passeert! Het is daarom dat ik u allen, lieve lezers, van harte adviseert uw psychosociale ongemakken te spuien. Dr. Beers spreekt de taal van de ziel en het woord van de waarheid en zal zich over u ontfermen. Brief en antwoord worden geplaatst. Voor de een ter lering, voor de ander ter vermaak; we worden er allemaal beter van. Mail daarom naar
[email protected]!
20 • Column: Dr. Beers weet het beter!
Beste dr. Beers,
al de hele ik r a a w em le b ro p Ik zit met een k ga al heel I . eb h ik u b n ij m in zomer pijn van die en we hebu st e d n va d n a m ie lang om met kaar gehad. Nu el et m k u le l ee h d ij ben het alt , en ik ben en g re ek g e ti la re n ee heeft hij onlangs at hij in goede d t ee w ik t a d m o em heel blij voor h en ik hem niet k er h n ie sd d n si r a a handen is. M eer tijd, en zijn gem it o o n ft ee h ij H . g meer teru rs, het doet ee B r. D . n a a r ee m t drag staat me nie oet doen. Kunt m ik t a w t ie n t ee w me pijn en ik u me helpen? Groeten, Een radeloze Kreeft
Lieve radeloze Kreeft, Erg vervelend, deze recente ontwikkelingen. Zoals de ervaring leert veranderen veel mensen wanneer zij een relatie krijgen. Bij de een brengt dat positieve gevolgen voort, de ander wordt er alleen maar een grotere klootzak van. Ik ga er vanuit dat je duidelijk hebt laten merken wat je van de situatie vindt, en ik begrijp dat deze signalen niet beantwoord zijn. Het antwoord op de vraag hoe dit zo gekomen kan zijn ligt redelijk voor de hand: wanneer bepaalde behoeftes groter worden en diens bevrediging op zich laat wachten doet dit nare dingen met de persoonlijkheid. Men wordt arrogant, als het ware wil men zeggen: ‘zie mij eens!’ Maar wees gerust, Kreeft, deze bevrediging maakt zijn verleden niet beter. Nee, met het oog op het heden maakt de persoon die ik analyseer alleen maar een grotere farce van zichzelf, omdat hij blijkbaar niet weet hoe hij zichzelf moet zijn. De volgende stap: breng hem bovenstaande eens aan zijn verstand. Vraag eens op een discrete manier wat zijn kant van het verhaal is. Eens is het tijd dat mensen hun plaats dienen te kennen. Graag verneem ik het resultaat van je. Voor nu warme groeten, Dr. Beers Column: Dr. Beers weet het beter! • 21
しちょうかく
視聴覚 Muziek: Joe Hisaishi
door: Tom Omes
Tradities zijn er om doorbroken te worden en daarom openen we deze jaargang niet met Jpop en/of een van de bijverschijnselen daarvan: beste lezers, de Japanse muziekwereld herbergt zoveel meer! We schrijven Japan, jaren 80. Terwijl Ryuichi Sakamoto de wereld verovert met zijn composities voor Merry Christmas, Mr. Lawrence en The Last Emperor, opereert generatiegenoot Mamoru Fujisawa, beter bekend als Joe Hisaishi, nog volledig onder de Westerse radar. Toch is hij in eigen land dan al enkele jaren beroemd als vaste componist van de anime die Studio Ghibli, en regisseur Hayao Miyazaki in het bijzonder, voortbrengt. Dat is echter op dat moment al niet het enige. In zijn carrière, die inmiddels bijna dertig jaar omvat, schreef, speelde en dirigeerde hij meer dan honderd langspelers vol. Waar - in dat geval - te beginnen? Kaze No Tani No Nausicaa (1983) is het enige juiste antwoord. Laat je vooral niet afschrikken door het synthesizergeweld dat sommige nummers herbergen, maar geniet van de prachtige suites die de klassiek geschoolde Hisaishi met groot orkest opnam. Echter, wanneer Hisaishi voor een bepaalde stijl kiest bij een film biedt dit geen enkele garantie voor toekomstig werk. Zo bleek bijvoorbeeld bij Tonari No Totoro (1987), een film die hij vrijwel geheel van elektronische muziek voorzag. Miyazaki zou echter niet de enige filmmaker blijven die dankbaar gebruik maakt van Hisaishi’s diensten. De andere rode draad in zijn carrière wordt gevormd door de films van 22 • Muziek: Joe Hisaishi
Takeshi ‘Beat’ Kitano. Waar Hisaishi bij anime kiest voor muziek die erg trouw is aan de film, kenmerken de soundtracks die hij voor Kitano schreef zich door sferische muziek die weinig op hebben met wat zich op het scherm afspeelt. Zo weinig zelfs, dat Kitano hem na elf jaar en zeven films resoluut opzij zette. Desalniettemin zijn Kids Return (1996) en Dolls (2002) goede voorbeelden van Hisaishi’s andere muzikale kant. Vooralsnog is Hisaishi - alhoewel ondergetekende sterk van mening is dat zijn werk de helft van de films die het begeleidt vormt - nog steeds akelig onbekend in Europa. Ondertussen breidt hij zijn werkterrein wel degelijk uit: hij is bijvoorbeeld de eerste Japanner die in Korea een muziekprijs won. Joe Hisaishi: grensoverstijgend en van muzikale wereldklasse.
Acteur: Ken Watanabe
Je kent hem misschien als Lord Katsumoto (The Last Samurai, 2003), of de Chairman uit Memoirs of a Geisha (2005), maar recentelijk was deze acteur te zien in blockbuster Inception als Saito. Naast meer rollen in Westerse films als Batman Begins (2005) en Letters from Iwo Jima (2006) heeft hij in veel Japanse films zoals Tampopo (1985) en Welcome Back, Mr. McDonald (1997) gespeeld. De nu 51-jarige acteur kreeg pas in 2006 zijn eerste hoofdrol in Memories of Tomorrow en won hiermee verschillende Best Actorawards na al meerdere malen genomineerd te zijn voor zijn bijrollen. Naast films doet Watanabe ook toneel en dramaseries. De man is echter van nog meer markten thuis, wat bleek uit publicatie van zijn autobiografische boek Dare? Who am I? (1997), waarin hij open vertelt over zijn ziekte Hepatitis C. ~ Melissa Costa
Game: Taiko no Tatsujin DS 3 De arcadehalfavoriet van menig Japanner werd al twee keer eerder uitgebracht op de Nintendo DS. Het geboekte succes wil ontwikkelaar Namco nu verder zetten met deel drie, genaamd Taiko no Tatsujin DS: Dororon! Youkai Daikessen!!. Na het experimenteren met een éénspelermodus in het vorige deel, word je nu getrakteerd op een volwaardige role playing game met ieders favoriete trommel in de hoofdrol. Het mag dan misschien wel niet zo duren zijn als het gemiddelde Final Fantasy-avontuur, maar toch blijft het een amusant avontuur. Verder zijn alle klassieke modi weer aanwezig, nu met een nog breder scala aan klassiek, Jpop, game- en anime-muziek. Dus de hoogste tijd om je DS weer aan de oplader te leggen! ~ Guan van Zoggel
Ontwikkelaar: Uitgever: Platform: Verschenen: Genre:
Namco Namco Nintendo DS 1 juli 2010 (alleen Japan) Muziek/ritme-game
Media: Ken Watanabe & Taiko no Tatsujin DS 3 • 23
しちょうかく
視聴覚 In Memoriam: Satoshi Kon
door: Guan van Zoggel
1963-2010 Onvoorspelbaar, was-ie. Zo ook zijn plotselinge overlijden op 24 augustus 2010, slechts drie maanden na het constateren van kanker aan zijn alvleesklier. We blikken terug op het leven van belangrijk man, wiens faam dat van Hayao Miyazaki niet heeft mogen evenaren, maar wiens belang door niemand in twijfel getrokken durft te worden. Satoshi Kon werd geboren op 1963, wat betekent dat hij tijdens zijn middelbare school periode opgroeide met anime als Space Battleship: Yamato (1974) en Mobile Suit Gundam (1979). Op zijn negentiende studeerde hij af aan de Musashino Art University, al begon zijn carrière als mangaka eerder, namelijk met de manga Toriko (1984), dat hij tijdens zijn collegejaren getekend had. Het won de tweede plaats bij de 24 • In Memoriam: Satoshi Kon
jaarlijke verkiezingen van uitgeverij Kodansha, wat voor Kon een perfect opstapje was naar het bedrijfsleven. Hij mocht samenwerken met grote namen, zoals Mamoru Oshii en zijn idool Katsuhiro Otomo. Als regisseur debuteerde Kon met Perfect Blue (1998), gebaseerd op de gelijknamige roman van Yoshikazu Takeuchi. Hierin werden drie belangrijke elementen uit het boek (idool, horror en stalker) gecombineerd met een stijl waar Kon heer en meester in is, namelijk de grens tussen fantasie en realiteit doen laten vervagen. Een ijzersterk debuut van Kon. Hoewel hetzelfde budget voor zijn tweede film werd uitgetrokken, wist Millennium Actress (2002) haar voorganger zowel kritisch als financieel te overtreffen. De film draait om een gepensioneerd actrice, die na haar succesvolle hoogtijdagen op het witte doek opeens uit de publiciteit verdwijnt. Het vervagen van fantasie en realiteit wordt in deze film naar een nog hoger niveau getild, mede doordat vierde muur doorbroken wordt, wat de kijker constant verrast en in verwarring houdt. Al in het jaar erop verschijnt Tokyo Godfathers (2003), dat ondanks de serieuze thematiek luchtig is uitgevoerd en daarmee in contrast staat met met Kons eerdere werken. Drie merkwaardige daklozen ontdekken een verlaten baby op Kerstavond en besluiten op zoek te gaan naar de ouders. Het trio bestaat uit een alcoholverslaafde zwerver, een homoseksuele travestiet en een meisje dat van huis is weggelopen – gegarandeerd lachwekkende situaties. Met Paranoia Agent (2004), een animeserie van dertien afleveringen, hervat Kon zijn eerdere stijl en voegt hieraan een laag van so-
ciale problematiek toe. Volgens hem is de serie een creatie van ongebruikte ideeën die niet in zijn eerdere projecten pastten, maar wel aan de kijkers overgedragen zou moeten worden. Paprika (2006), gebaseerd op het gelijknamige boek van Yasutaka Tsutui, stond eigenlijk gepland als opvolger van Perfect Blue, maar is destijds wegens externe financiële problemen stopgezet. Na jaren van voorbereiding en productie verscheen de film dan eindelijk in 2006 in de bioscopen. Ook in Paprika speelt de wisselwerking tussen dromen en realiteit een belangrijke rol, deze keer in de vorm van een nieuwe psychotherapie waarbij met een mentale ziekte geholpen worden door middel van dromen analyzeren. Sinds het ongekende succes van Paprika heeft Kon zich relatief rustig gehouden. In 2007 was hij een van de mede-oprichters van Japan Animaton Creators Association, of JAniCA. Samen met Mamoru Oshii, zijn voormalige werkgever ten tijde van Patlabor 2: The Movie, en Makoto Shinkai maakte hij Ani*Kuri15, een productie voor NHK Television. Zijn bijdrage bleef echter beperkt; alleen het korte Ohayou (2007) kwam van zijn hand. Waarschijnlijk werkte hij op dat moment in gedachte al aan zijn volgende film, The Dream Machine (2010). Helaas zou hij de voltooiing van de film niet mee mogen maken. In mei 2010 constateerden doktoren alvleesklierkanker, aangevuld met het bedroevenswaardige bericht dat hij nog slechts een half jaar te leven had. De keuze voor Kon was gauw gemaakt: hij wilde het resterende beetje leven niet werkend, maar samen met zijn vrouw doorbrengen. Tot ieders grote spijt bleek de indicatie van en half jaar een ruime schatting en met slechts 46 jaar achter de rug overleed hij op 24 augustus 2010. “If you excuse me, I’ve got to go now.” – Satoshi Kons laatste woorden In Memoriam: Satoshi Kon • 25
じんじらん
人事欄 Column: een Barbaar over China
door: Tom Omes
Tom is derdejaars Japanoloog en kijkt met een kritische blik naar de werkelijkheid. In zijn column komen zijn leven en de harde realiteit bijeen, vaak in het kader van Japan en Nederland. Tussen avondeten en koffietijd zit bij vele inwoners van dit land vaak een moeizaam te overbruggen uurtje. Wat doen bijna één miljoen Nederlanders dan? Die kijken naar De Wereld Draait Door. Met deze keer de grootste boekenbeurs ter wereld in China, die volgend jaar het thema ‘Nederland’ kent. Ter ere van dit heuglijk feit werd hier op een boekenbeurs in de Amsterdamse Westergasfabriek vast bij stilgestaan. Reden te meer voor de ‘Jakhalzen’ - zogenaamd vlotte interviewers met rode stropdassen die enorm de vaart uit het verder oh-zo-snelle programma halen – om daar journalistiek te bedrijven. Na een Chinese gast onomwonden de grond in gestampt te hebben om haar Nederlandse uitspraak werd de microfoon bij Adriaan van Dis in het gezicht geduwd. Die wist daar wel raad mee. Wild gebarend en klanken uitstotend imiteerde Van Dis in een ultieme poging tot lolligheid het Mandarijn. Boer Bertus zou het er met de menukaart van de plaatselijke afhaalchinees beter vanaf brengen. Lieve hemel, wat bleek de titel van zijn boek Een Barbaar in China (1987) ineens toepasselijk. Anderzijds maakt deze wetenschap de situatie des te pijnlijker, aangezien je van iemand die een literaire reisgids over China schrijft – of was dat plagiaat? – mag verwachten dat deze iets zinnigs over dat
went zijn vrouw eenmaal in de week met een bak dampende foe yong hai. Uiteraard, Japanners komen niet hoger dan het middel van de gemiddelde Nederlander. Ga zo maar door. Schrijnend is dat dergelijke stereotyperingen niet eens grappig bedoeld zijn. Laatst, bij een bezoek aan de kapper – en nee, daar worden inderdaad geen hoogdravende gesprekken gevoerd – kreeg ik de vraag wat ik studeerde. ‘Japans? Ja ik ben zelf toch zó gek op Chinees, heerlijk, Chinees!’ Ander voorbeeld dan. Elke zaterdagochtend heel flauw ‘ni hao’ toegeroepen worden door je werkgever is voor iemand die zich bezighoudt met Japan al een op zijn minst aparte ervaring, maar na teruggekomen te zijn uit Tokyo hoop je op meer dan ‘en, hoe waren de Olympische Spelen van dichtbij?’ Lange stilte. ‘Die waren toch daar?’ Een garantie voor stomme vragen is het in de trein openslaan van boeken met kanji op de omslag. Of aan de binnenkant, want Nederlanders kijken immers altijd schaamteloos mee bij diegene die naast hen zit. ‘Wat is dat dan voor spijkerschrift?’, klinkt het dan, bijna verontwaardigd. Dat, mevrouw, zijn nou dwergenrunen. Nou goed? En nee meneer de conducteur, dat is niet de menukaart van het Chinese restaurant in mijn dorp. Nog leuker is het echter wanneer die
land te melden heeft. Helaas, niets daarvan. Oost-Azië is voor veel mensen hier blijkbaar een en hetzelfde. Natuurlijk, elke Chinees ver-
rare tekens correct geïdentificeerd worden als zijnde Oost-Aziatisch. ‘Japan, China, Korea, dat is toch allemaal hetzelfde? Ze eten allemaal
26 • Column: een Barbaar over China
rijst met stokjes en kroepoek, toch?’ Het loont de moeite dan een gedetailleerd antwoord te geven. Wist u, mevrouw, dat de stokjes per land verschillen? Chinezen hebben langere stokjes dan Japanners, terwijl Koreanen bij voorkeur metalen exemplaren in hun rijst steken. Bovendien, kroepoek is van origine een Indonesisch bijgerecht. Laten we het eens omdraaien, mevrouw. Nederland, België, Duitsland, dat is toch allemaal hetzelfde? We eten toch allemaal friet met onze handen? Het roept vragen bij me op. Om een enorm arsenaal aan redenen – waarvan de belangrijkste altijd ’74 lijkt te zijn, absurd eigenlijk – willen de meeste Nederlanders in het buitenland toch ook niet voor een Duitser worden aangezien? Integendeel, als je met de Franse campingeigenaar in zijn eigen taal een praatje maakt, onderwijl de tentharingen in zijn gazon jassend, wil je dat hij in de gaten heeft wat voor mondaine, welbespraakte Nederlander je wel niet bent en zeker geen Duitser die altijd zijn eigen taal spreekt – om nog maar een misvatting te noemen. Misschien is het in een land, waar verder kijken dan de neus lang is dikwijls de uitzondering op de spreekwoordelijke regel vormt, ook wel teveel gevraagd. Het moet een prettig gevoel zijn om sushi van AH Select naar binnen te werken en niet te merken dat dit verre is van hoe sushi zou moeten smaken. ‘Och’, zullen de beleidsbepalers in Zaandam gedacht hebben, ‘dat proeven ze toch niet’.
En ze kregen gelijk.
Column: een Barbaar over China • 27
どうそうかい
かいわ
同窓会と会話 Op de koffie bij: Edith Koopman
door: Ronald Hilhorst
Voor elke editie van de Tatanukiki gaan we op de koffie bij een alumnus die aangesloten is bij de Alumnikai. De ene keer is het een onbekend gezicht, de andere keer is het misschien wel een docent.
Van wanneer tot wanneer heeft u op het Arsenaal vertoefd? Toen ik begon was het Arsenaal er volgens mij nog niet, maar van 1980 tot 1988. In die tijd duurde de studie nog zes jaar. Omdat ik student-assistent was en veel baantjes had om mijn studie te betalen (en een enorme hekel had aan tentamens doen) heb ik er wat langer over gedaan.
Waarom en wanneer wist u dat u Japans ging studeren? Toen ik achttien was heb ik een half jaar in Japan gewoond en gewerkt bij een rozenkwekerij. Omdat ik toen totaal geen Japans kende, was het moeilijk om goed contact te hebben met de mensen om me heen. Daarom heb ik toen ik terugkwam besloten om Japans te gaan studeren. Dat heeft toen nog een paar jaar geduurd omdat ik eerst genoeg geld moest verdienen om te kunnen studeren.
Welke ambities die u toen had zijn nu verwezenlijkt? Eerlijk gezegd was het mijn enige ambitie om de taal goed te leren spreken en lezen. Dat is redelijk gelukt, vooral omdat ik na een studie in Tokyo elf jaar onafgebroken in Japan bij een Japans bedrijf heb gewerkt. Aan het einde van mijn studie was mijn grootste ambitie het vertalen van mooie Japanse literatuur. Daar is het helaas nog niet van gekomen.
28 • Op de koffie bij: Edith Koopman
Welke docent en/of student staat u het meest bij? Isabel van Daalen heeft mij als student enorm gestimuleerd. Niet alleen vanwege haar kennis van Japan en het Japans, maar ook als mens. Ze zat in een hoger jaar, en op een bepaald moment hadden we samen Klassiek Japans vanwege het geringe aantal studenten. Van Miao Ling Tjoa waren we allemaal een beetje bang, maar aan haar heb ik mijn kennis van en voorliefde voor de Japanse grammatica te danken. En Professor Boot, voor wie de geschiedenis stopte bij de Meiji Periode, van wie ik heb geleerd dat je eerst letterlijk en daarna pas “mooi” moet vertalen. En natuurlijk Erika de Poorter, door wie ik Noh heb leren waarderen. En een Australische professor van wie ik de naam ben vergeten. Van hem hadden we ook klassiek Japans. Ik herinner me dat hij soms zo enthousiast was over sommige passages, dat wij daardoor extra gestimuleerd werden om hele stukken zelf te lezen.
Wat zijn uw dagdromen? In een klein huisje op Shikoku mooie boeken vertalen en udon, rijst en tsukemono eten.
Wie zijn uw helden? Wat een gekke vraag. Alle eerlijke, niet-arrogante mensen. Mensen die geen waarde hechten aan status. Mika, mijn beste Japanse vriendin, die na de diagnose “nog vijf maanden” nog zes jaar intensief heeft geleefd en mij in een brief na haar dood heeft aangespoord om “nu iets moois van het leven te maken” want “jij bent misschien de volgende.” Eerstejaars studenten die keihard werken en studeren om hun dromen te verwezenlijken. De Japanse arts die ervoor heeft gezorgd dat ik nog leef en met wie ik daarna menig kommetje sake heb gedronken. De fietskoeriers in Nijmegen die bij elk weer gewoon hun werk doen. Of bedoel je een ander soort helden? Op de koffie bij: Edith Koopman • 29
りゅうがくせい
留学生 Leidse studenten vanuit Japan
door: Aranka Leonard
Beste allemaal, Welkom bij de eerste ryuugakusei column van dit jaar. Ik ben één van de geluksvogels die komend jaar mag doorbrengen in het land waar wij allemaal van dromen. Voor ons Nagasaki-gangers begint het ryuugakusei-leven komende week pas volop. Dan moeten we ons registreren bij het stadhuis, gaan we op zoek naar een mobieltje en kunnen we hopelijk een internetaansluiting voor in onze appartementjes regelen. Daarnaast beginnen dan onze eerste lessen en gaat iedereen op zoek naar een club. Echte ervaringen kan ik dus nog niet echt met jullie delen. Wel kan ik jullie een blik op Japan gunnen door de ogen van iemand die hier pas voor de eerste keer is, een ervaring die voor velen van jullie hopelijk nog op het programma staat en voor anderen misschien al lang verleden tijd is. Dit zijn in ieder geval enkele dingen die mij tijdens mijn dagen in Tokyo en de eerste paar dagen in Nagasaki opvielen: • Bijna alle plastic zakjes worden onder het handvat met een stukje plakband dichtgeplakt. • Op straat stinkt het op de meest random plekken. • Er staan zelfs begroeters/proppers bij McDonalds. • Door het – in vergelijking met Nederland – hoge chloorgehalte in het water wordt douchen af en toe een enigszins dubieuze ervaring; ben je nu lekker fris, of stap je net uit een zwembad? • Het straatbeeld is schoon en opgeruimd, totdat je naar boven kijkt. Elektriciteitskabels netjes wegwerken is Japanners onbekend. • Japanners combineren sportschoenen met alles. • Japanse vrouwen kunnen niet op hakken lopen, maar toch doen ze dit massaal. Dit zijn slechts enkele dingen die mij opvielen hier. Er zullen er ongetwijfeld nog veel meer gaan komen, en veel dingen zullen me ook gewoon worden. Toch hoop ik dat ik me nog even wat langer kan verbazen over dit heerlijk tegenstrijdige land, en dat wij jullie met onze komende verhalen maar vreselijk jaloers mogen maken! Veel liefs uit Nagasaki, Aranka Leonard
30 • Ryuugakusei: Aranka Leonard
Voor de mensen die mij niet kennen is een introductie op zijn plaats. Ik studeer sinds 2006 Talen en Cultuur van Japan in Leiden. Op het moment ben ik bezig met mijn tweede jaar van de MA-opleiding en, als onderdeel van dat programma, studeer ik nu in Tokio aan de St. Paul’s University, ook wel Rikkyo genoemd (立教大学). De mensen die vorig jaar, al dan niet sporadisch, de Tatanukiki hebben opengeslagen, zullen zich misschien herinneren dat ik al eerder een klein stukje heb geschreven over het MA-programma in Japan. Echter, doordat ik mij op het moment van schrijven slechts enkele weken door Tokio heb kunnen manoeuvreren ontbeerde het stukje de nodige informatie met betrekking tot het eigenlijke MA-programma, wat ik nu aan zal vullen. Overigens, mijn academische ervaringen hebben dus alleen betrekking op Rikkyo. Omdat ik als MA-student naar Rikkyo ben gekomen ben ik in Rikkyo een ‘graduate student’ (大学 院生). Behalve dat de titel ‘daigakuinsei’ altijd mooie reacties bij mensen losmaakt zitten er ook nog daadwerkelijke voordelen aan. Zo kan je bijvoorbeeld veel meer boeken lenen bij de bibliotheek. Overigens weet ik niet precies hoeveel maar ik ben nog niet tegen het limiet aangelopen, en zijn er veel aparte ruimtes gereserveerd voor de graduate studenten. Bovendien kan je, mits je Japans toereikend is, meedoen aan colleges samen met Japanse graduate studenten. Ik volg nu zelf twee van die colleges en de hoeveelheid werk is beduidend groter dan de taalcolleges. Ik durf te stellen dat de een week van een enkel graduate college meer werk is dan een heel semester aan taalcolleges. Vanzelfsprekend merk je ook dat je taalvaardigheid sneller vooruit gaat bij die colleges dan bij de taalcolleges. Ik kan mensen dan ook aanraden om zoveel mogelijk inhoudelijke colleges te volgen, of die in ieder geval voorrang te geven boven de taalcolleges. Echter, het is natuurlijk niet alleen maar studie in Tokio. Er is zoveel te doen in Tokio dat het soms moeilijker is je op de studie te richten dan in Leiden. Bovendien organiseert de circle waar ik bij aangesloten ben in Japan, IFL, veel leuke dingen en het overgrote deel van mijn Japanse vriendenkring komt dan ook uit die circle. Het is dan ook met die vriendenkring dat er veel cafés, clubs en andere gelegenheden worden aangedaan en we Tokio toch wel met enige regelmaat veilig maken. Floris van Exter, vanuit Tokio
Ryuugakusei: Floris van Exter • 31
じんじらん
人事欄 Column: Masterstudente Diana
door: Diana Kuijpers
Diana heeft afgelopen jaar haar bachelor-diploma in de wacht gesleept en is dit jaar begonnen aan haar master. In haar column vertelt ze over de master en hoe het is opnieuw eerstejaars te zijn. In september 2007 begon ik aan de BA Talen en Culturen van Japan in Leiden, net vers van het Atheneum. Naast het feit dat ik vanuit Brabant naar het westen van Nederland moest verhuizen, stapte ik ook een geheel nieuwe wereld in: de wereld van Japan. Na anderhalf jaar hard studeren kreeg ik in april 2009 de kans naar Tokyo te gaan samen met dertien anderen via het Tokyo Pilot Programme. Aan het Japan-Nederland Instituut, daar het Nichiran Gakkai (日蘭学会) in Ginza kregen we drie maanden lang elke dag college in het Japans, plus een Material Culture college, waarvoor we ook zelf op onderzoek moesten gaan in Tokyo. Toen ik eenmaal terug was in Nederland wist ik het zeker: in de toekomst wilde ik weer naar Japan. De MA Japanese Studies, de doorstroommaster van de bacheloropleiding, biedt deze mogelijkheid. Deze MA duurt twee jaar en in het eerste heftige en zeer intensieve semester word je klaargestoomd voor het jaar dat je in Japan zult doorbrengen; in april het jaar erop (voor mij dus april 2011) vertrek je naar Japan om zo’n twaalf maanden volgens de Japanse academische kalender — dus van april tot april — aan een Japanse universiteit door te brengen. Ik wilde echter niet alleen voor dat ingesloten jaar de MA doen; ook dankzij het intensieve taalprogramma van het eerste semester—en uiteraard het jaar Japan — kan ik mijn niveau Japans hopelijk verder tillen tot het gewenste niveau. 32 • Column: Masterstudente Diana
13 september was het zover. Na een lange vakantie, geheel nodig na drie jaar zwoegen bij de BA, was het tijd voor de Master. Op de introductiebijeenkomst zagen we elkaar, de MAgroep van 2010-2011, voor het eerst. Het uiteindelijke aantal van MA-studenten is achttien, waaronder maar twee internationale studenten. Zij begonnen zonder verwachtingen aan het programma, voornamelijk nog bezig met het settelen in het regenachtige Nederland, terwijl de uit Leiden afkomstige ‘doorstroomstudenten’ met allerlei horrorverhalen over het eerste MA-semester in hun achterhoofd van start gingen.
Foto: André van der Linden
Al voor de eerste week hadden we twee testen, de zogeheten ‘Placement Tests’, om ons niveau the bepalen. Niets om voor te vrezen voor de Leidse studenten, aangezien het hier slechts om groepsindelingen ging, en niet om of je wel of niet naar de MA mocht doorstromen. Toch zorgden de geschreven test—begrijpend lezen en grammaticale oefeningen—en met name de conversatietest voor enige zenuwen hier en daar. Hoewel de eerste collegeweek voornamelijk bestond uit introducerende colleges, logen het leeswerk en de web posts voor de week erop er niet om. Ook het Japans is veel en veel inten-
siever: elke week hebben we vier keer taalcollege, dus elke dag een ‘blokuur’. Deze colleges gebruiken echter niet maar één boek; omdat elk college een ander taalelement behandelt — lezen, discussie, presentatie, schrijven — is er voor elk taalcollege ander materiaal en, je raadt het al, ander (en veel) huiswerk. Uiteraard zijn alle taalcolleges in het Japans en behalve in de pauzes kom je amper aan Nederlands of Engels toe. Meteen de eerste week kregen we ook een schrikmomentje: het bleek dat we al op vrijdag de zeventiende september een bijeenkomst hadden over onze plaatsing aan een Japanse universiteit. Er werd verwacht dat je dan kon vertellen in welke stad en aan welke universiteit je wilde studeren en dan vooral waarom. Leuk zou je zeggen — is het ook — maar zo gauw je beseft wat dit betekent en waar dit allemaal om gaat, zo even tussen de bedrijven door, is het wel even spannend! Inmiddels zijn alle MA-studenten geplaatst, bijna allemaal bij de universiteit van hun eerste keuze. Ikzelf ben geplaatst aan Sophia University, of Jōchi Daigaku (上智大学), te Tokyo, de stad waar ik dus al drie maanden doorgebracht heb in mijn tweede BA-jaar. Eén andere MA-student zal met mij naar Sophia gaan en zeven anderen zijn ook in Tokyo geplaatst; de overige studenten zullen in Kyoto en Kobe gaan studeren. Nu kan het hele, zeer extensieve administratieproces beginnen tussen alle huiswerkbedrijven door! Column: Masterstudente Diana • 33
かんこく
한국
door: Emily Maas
Ch’ingu: Hangŭl Emily doet eerstejaars Koreanistiek en Engels. In elke editie van de Tatanukiki vertelt zij over een interessant, merkwaardig of gewoon leuk aspect uit de Koreaanse cultuur.
안녕하세요! Hangŭl is het Koreaanse alfabet. Het is ook een uniek alfabet, want normaliter komt een alfabet tot stand door tekeningen die uiteindelijk letters zijn geworden of door het overnemen van een ander alfabet en daar een variatie op te maken. Hangŭl is een uitgevonden fonetisch alfabet waarmee je woorden vormt door met de letters lettergrepen te vormen. Ik ga in dit artikel de basisprincipes van hangŭl uitleggen. Hangŭl is ontwikkeld in de 15de eeuw. Voor hangŭl schreven de Koreanen met Chinese logogrammen die zij hanja noemen. Alleen geleerde mensen konden hanja lezen en schrijven. De logogrammen waren niet ideaal om de Koreaanse taal mee vast te leggen, in teksten wordt een combinatie van de betekenis van een logogram gebruikt en de fonetische klanken van het logogram. Koreaans is net als Japans poly-
34 • Ch’ingu: Hangul
syllabisch, oftewel: beide gebruiken in tegenstelling tot Chinees veel lettergrepen. Vrouwen, kinderen en ongeschoolde mensen waren niet in staat om hanja te lezen. Daarom gaf Koning Sejong in de vijftiende eeuw de opdracht om een alfabet te ontwikkelen die de klanken van de Koreaanse taal kon vastleggen en die vrouwen, kinderen en ongeschoolden ook konden gebruiken. De elite was niet blij met hangŭl, omdat het kunnen lezen van hanja hen status gaf. In 1504 werd het gebruik van hangŭl zelfs verboden en zelfs tot,de Tweede Wereldoorlog werd hangŭl zelden gebruikt. Na de Tweede Wereldoorlog werd Korea zelfstandig en was hangul het officiële Koreaanse schrift. “A wise man can acquaint himself with them before the morning is over; a stupid man can learn them in the space of ten days.” Hangŭl is vrij snel te leren en telt maar 24 letters, 10 klinkers en 14 medeklinkers. Telkens zie je drie vormen terugkomen: een punt of streep naar boven gericht, dit staat voor de hemel; een horizontale streep voor de aarde; en een verticale streep, wat voor de mens staat. Je ziet het alfabet op de volgende bladzijde. Als je naar de afbeelding links kijkt zie je dat de medeklinkers (consonanten) lijken op de beweging die je mond maakt als je ze uitspreekt. Woorden in hangŭl schrijf je met lettergrepen. In principe stop je de letters in een hokje. Normaal gesproken hoor je dingen niet in hokjes te stoppen maar in het geval van hangŭl wel.
Laten we het woord ‘leeuw’ schrijven, dat in het Koreaans ‘saja’ is: ㅅㅏㅈㅏ . Dat zijn de letters die je nodig hebt om saja te schrijven, maar dit is niet een correcte manier van schrijven. Je gaat de letters dus in een vierkantje stoppen. Zonder vierkantjes krijg je dus 사자. Dit is een simpel voorbeeld om te schrijven, je kunt namelijk ook meer dan twee letters in een vierkantje stoppen. ‘Annyeong-haseoyo’ betekent hallo en hier zie je dus dat er meerdere letters in een vierkantje gaan: 안녕하세요 Een van de regeltjes is dat je een woord nooit met een klinker mag laten beginnen dus in het geval van een klinker wordt er een ㅇ geplaatst: een stille medeklinker. Twee letter in een lettergreep is ook onmogelijk (op de gecombineerde y- en w- klanken na), dus in dat geval begin je aan een nieuwe lettergreep. Denk je dat jij je naam in hangŭl kan schrijven?
Leuk weetje: Koreanen zijn erge trots op hun alfabet. Er is zelfs een heuse hangŭl-dag, in Zuid Korea wordt deze gevierd op 9 oktober en in Noord Korea heet het de Chosun gul-dag en wordt het pas op 15 januari gevierd.
Ch’ingu: Hangul • 35
ちゅうごく
中國 SVS: Tanuki en Tian Long
door: Daniëlle Drost
Daniëlle is tweedejaars Sinologe en hoofdredacteur van de Krant met Karakter, de journal van Sinologie. Zij verzorgt teksten over China die Japanologen/Koreanisten ook kunnen begrijpen Zijn illusie zou nog enigszins aan kracht kunnen toenemen als een van die bladeren die de herfstwind door de lucht liet razen maar in zijn kooi zou vallen. Tijdens de zomermaanden had de boer op allerlei plaatsen in het bos vallen gezet, die hij steeds zonder moeite had kunnen ontwijken. Zijn voorzichtigheid had echter niet lang op de voorgrond mogen blijven, want nu, na een half jaar, had de hem zo kenmerkende arrogantie alle ruimte weer ingenomen. Voor het voorgevoel was geen plaats geweest, met als resultaat dat hij sinds de zon was opgekomen in de kooi worstelde om zichzelf te bevrijden. Zelfs een simpele goudstuk-illusie zou hij nu niet kunnen opbrengen. Misschien was het beter zich een moment te gunnen waarin zijn krachten konden opladen, om straks opnieuw te proberen zijn mensengedaante aan te nemen. Het snelle ritme in zijn borstkas, de beten van de teken die zich in zijn huid hadden vastgebeten en de regen die zijn vacht had doorweekt deden hem van vermoeidheid op de vloer ineenzakken. Hij stonk ook. Opeens werd hij verward door de frisse lucht die zijn oren platdrukte. De klap op zijn hoofd voelde bijna als een verlossing. Uitbundig was zijn vrouw geweest, toen hij met de Tanuki was aangekomen vanmiddag. Chika was een beeldschone, maar bijgelovige vrouw en hij had haar destijds niet geloofd toen ze zei dat er soms een Yokai langs hun huis liep. Tijdens de lente had hij zijn sceptische houding tegenover de door hem zo genoemde ‘volksverhalen’ van zijn vrouw moeten bijstellen. ’s Avonds op het Setsubun was er een groot feest georganiseerd door zijn beste vriend Taiki. Op dat feest had hij lang staan discussiëren met een oude kennis, waardoor hij de vreemdeling met het felle witte haar niet had opgemerkt. Het was Taiki die had gezien hoe zijn vrouw, duidelijk dronken van de sake, richting het bos was gelopen met de vreemdeling. Hij had haar net op tijd kunnen bereiken. Voor zijn ogen was het naakte mannenlichaam in een wasbeer veranderd en vervolgens de nacht in gerend. Wat een enorme testikels had die man gehad. Chika zei dat de verleider een Tanuki was en dat ze nu in zijn ban zou zijn totdat het wezen door hem verdronken zou worden. Diezelfde nacht nog merkte hij de consequenties van het gebeuren. Zijn vrouw had zich om middernacht wild op hem gestort, om hem pas na twee uur -waarin ze hem helemaal uitgeput had- te laten slapen. Zijn vrouw lag toen echter nog steeds grommend in bed. Chika bleek ook na die nacht onverzadigbaar. Hij was er toen steeds meer in gaan geloven dat zijn vrouw inderdaad in de ban was van de Yokai. Inmiddels waren ze beide opgebrand aan het raken, ondanks dat ze hun ritme zo goed mogelijk probeerden aan te passen aan de verplichte nachtelijke activiteit. Chika lag nu te rusten, maar voordat ze was gaan slapen had ze hem op het hart gedrukt het 36 • SVS: Tanuki en Tian Long
wezen vanavond nog te verdrinken. Takashi wilde het niet toegeven, maar het stoorde hem dat dit wezen zijn vrouw had kunnen verleiden. Er was ook nog iets van zijn oude sceptische houding overgebleven, die ervoor zorgde dat hij naar de hoek van de kamer liep. Voor de kooi stopte hij en hij vroeg, zittend op zijn hurken: ‘Hoe oud ben je?’, ‘Hoe duur is het?’ negeerde de das zijn vraag. ‘Hoeveel kost mijn leven? Noem je prijs.’ Takashi keek in de zwarte ogen en voelde een tinteling bij de huid rond zijn wenkbrauwen. Plots vielen zijn oogleden dicht. Dat wezen probeert me te hypnotiseren! schoot het door Takashi’s hoofd. Snel schoof hij zo goed en kwaad als het ging van de kooi vandaan. De Tanuki verloor op hetzelfde moment zijn bewustzijn en de verschrikte boer kreeg zijn ogen weer open. Alvorens het beest een metalen band om zijn nek om te doen gunde hij zich eerst een minuut om zijn hartslag weer onder controle te krijgen. Vervolgens stopte hij de bewusteloze Tanuki in een juten zak. De wateren werden sinds het einde van de 14e eeuw steeds drukker bevaren met Japanse schepen die naar China voeren om te helpen in de strijd tegen de piraterij. Long zag de boten vanuit haar woning aan met een mengeling van tegenzin en trots. Ze hoorde bij China, of China hoorde bij haar, maar ze had zich gevestigd op deze plek omdat ze zich enkele decennia wilde terugtrekken. Ze was een waterdraak in een mensenlichaam. Long had gekozen voor een vrouwelijk lichaam, omdat ze dol was op de borsten en heupen en het stemgeluid van mensenvrouwen. Ondanks de koude herfstwind liep ze de hele dag naakt, zodat ze haar nieuwe lichaam kon bewonderen en eraan kon wennen. Afwezig legde ze haar hand in haar nek en tuurde over het strand naar de zee. Het vissersbootje trok op de een of andere manier haar aandacht. In de boot zat een man, die op het punt leek te staan in het water te springen. Of nee, hij haalde een zak tevoorschijn waar iets uit werd gehaald. Het beest had een spierwitte glanzende vacht, die door de weerspiegeling van het water nog extra licht leek te geven. Om zijn nek was een metalen band. Haar voeten reageerden sneller dan haar hoofd. Het zand onder haar voeten werd binnen enkele seconden verruild voor water. Ze negeerde zo goed en kwaad als het kon de transformatie, want ze wilde geen tijd verliezen. Tanuki hief zijn hand op en groette haar kort. Voordat hij zijn gezicht aan de onderzoekende ogen kon onttrekken kon Long de snee zien in zijn linkerwang. ‘Heb ik dat gedaan?’ vroeg ze met een lach die hem een blik deed werpen op haar scherpe hoektanden. Tan keek naar het vuurrode haar tegenover zich, om vervolgens haar koude blik te beantwoorden met een grijns. ‘Hopelijk wordt het een mooi litteken. Zo niet, dan is het altijd nog een interessant verhaal’. Zelfingenomen hond die je bent, dacht ze. ‘Ik ben je eeuwig dankbaar, kaida.’ zei hij toen. Ze leek de bijnaam niet storend te vinden. Ze draaide zich om en liep richting het water, terwijl ze haar jurk over haar hoofd trok. Hij zag hoe de kleur van haar haar zich als een warme gloed verspreidde naar haar gespierde rug en billen, terwijl het lichaam tegelijkertijd schubben kreeg. De klauwen aan haar voeten vond hij misschien nog wel het meest sexy. Toen draaide hij zich om en rende terug, richting het bos. Chika zou inmiddels wel weer zin hebben gekregen. SVS: Tanuki en Tian Long • 37
し
知っているか Wist-je-datjes? Wist je dat... ...het Arsenaal ooit ‘de Doelenkazerne’ heette? ...het in 1818 gebouwd is en daarmee dus al bijna tweehonderd jaar oud is? ...deze tijdens de Tweede Wereldoorlog diende als cellencomplex voor Duitsers? ...hierin later een militaire koksschool gevestigd werd? ...deze koksschool in 1980 overgenomen werd door de universiteit? ...tegenover ‘de Doelenkazerne’ in het verleden een bordeel gevestigd zat? ...dit bordeel gerund werd door de gezusters Groenehazen? ...de Groenehazengracht naar deze dames van de nacht vernoemd is? ...de naam van de opleiding niet zomaar ‘Talen’ in het meervoud bevat? ...er vroeger naast Japans ook Ainu gegeven werd? ...er plannen zijn de onjuistheid in de naam van de opleiding bij te schaven? ...de heer van der Putte vroeger met enige regelmaat de slappe lach had? ...noch zijn leerkrachten, noch zijn ouders dit op prijs konden stellen? ...de heer Black referenties naar Eddie Izzard en Little Britain in zijn colleges verstopt? ...Issun-Boushi een gelijknamig personage is in de PS2-/Wii-game Okami? ...die magische hamer uit Issun-Boushi ook in de SNES-game Secret of Mana zit? ...als je zelf nog wist-je-datjes weet, je hiervoor kunt mailen naar
[email protected]? 38 • Wist-je-dat?
よていひょう
おくづけ
予定表
奥付
Oktober 木 21 - Tanuki-feest: Pirates vs. Ninja’s 日 31 - bezoek Ritsumeikan Keisho High School Amsterdam
LVSJK Tanuki
November 月 1 - bezoek Ritsumeikan Keisho High School Leiden 火 9 - filmavond 木 18 - beroepenavond
Bestuur
Kijk voor de meest actuele agenda op: www.tanuki.nl ひ
こ
引っ越し? Ben je verhuisd? Stuur dan even een mailtje naar
[email protected] met je nieuwe adresgegevens zodat ons ledenbestand altijd up-to-date kan blijven. Bedankt! しゃしん
写真がある? Heb je zelf nog leuke kiekjes gemaakt tijdens Tanuki-activiteiten en wil je deze delen met de andere leden? Ook deze zijn welkom via het welbekende
[email protected]! か
書きたいか? Wil je ook wat schrijven voor de Tatanukiki maar ben je geen redactielid? Stuur dan je suggestie naar
[email protected] en misschien staat jouw stukje in de volgende editie!
Op de cover: ‘Latern Floating Hawaii’ is de Honolulu-versie van de Japanse ceremonie Tōrō Nagashi. Op de laatste dag van het Obon-festival laten duizenden bewoners van Honolulu deze lantaarns ter water ter nagedachtenis aan hun dierbaren die zijn gesneuveld tijdens een oorlog. Foto: Sannaka-West LLC
Arsenaalstraat 1 2311 CT Leiden
Praeses Loraine Gilsing
[email protected] Ab-Actis Caspar Westelaken
[email protected] Quaestor & vice-voorzitter Bas Oostdijk
[email protected] Hoofdredacteur Guan van Zoggel
[email protected] Webmaster Tom Omes
[email protected] Assessor Joleen Blom
[email protected]
Tatanukiki-redactie Hoofdredacteur & vormgeving: Guan van Zoggel Redactieleden: Robert Beers Melissa Costa Liselore Goossens Emily Maas Pim Omes Tom Omes SVS-correspondentie: Daniëlle Drost Uitgeverij: Labor Vincit Colofon • 39
‘s avonds een man...
...‘s ochtends een man Een Tanuki-activiteit is geen geldige reden om een college te skippen of te laat te komen! Wees verstandig! Wees een man! ... of een vrouw.