たたぬきき
LVSJK Tanuki
28年 十二月
Tatanukiki redactie Hoofdredacteur & vormgever: Guan van Zoggel Redactieleden: Robert Beers Melissa Costa Liselore Goossens Emily Maas Pim Omes Tom Omes
Bestuur Tanuki Praeses Ab-Actis
Loraine Gilsing Caspar Westelaken
Quaestor & vice-voorzitter Bas Oostdijk Hoofdredacteur Guan van Zoggel Webmaster Tom Omes Assessor Joleen Blom
Commissies Feestcommissie Els van Wuijckhuise Kampcommissie Robert Beers Cultuurcommissie Pim Omes Reiscommissie Bas Oostdijk TFC Banzai Martijn Heule Raad van Toezicht Bob Nijkamp Mattias van Ommen Isaura van den Berg
2 • Editorial
しゃっせつ
社説 Toen ik deze zomer in Tokyo verbleef om deel te nemen aan een taalschool, rinkelden elke ochtend mijn wekkers om half zeven. Elke ochtend zette ik om half acht mijn voet buiten de deur van de Weekly Mansion en elke ochtend werd ik verrast door de uiterst onaangename hitte. Met het station op vijf minuten loopafstand, stapte ik elke ochtend bezweet in een metro overvol met bezwete sarariiman. Eenmaal Hachiko en bijbehorende oversteekplaats gepasseerd, beklom ik de helling die naar de taalschool leidde. Halverwege de tocht dook ik één van de ruim tien kombini binnen voor een nieuw flesje Pocari Sweat. Elke ochtend kwam ik om half negen uitgeput en doorweekt aan op de plaats van bestemming, om even later de docenten zo fris als een hoentje te zien passeren.
もくじ
目次 Tanuki Shimbun Tanuki’s Pirates vs. Ninja’s Bezoek van Ritsumeikan Keisho Tanuki’s ‘80s Blacklight-Party
5 6 8
Japan Japan’s Consumeren en Kopiëren Er was eens: Momotaro Yasunari Kawabata’s Sneeuwland
10 14 18
Columns Dr. Beers weet het beter! Tomes: Een slechte stem? Daijoubu! Masterstudente Diana Ryuugakusei: Arne & Aafke
20 26 30 32
Media Muziek: ParaPara Game: Kingdom Hearts: Birth by Sleep Film: Mogari no Mori Aan onbegonnen werk begonnen Later heb ik mij doen laten vertellen dat de hittegolf die op dat moment heerste, de heetste in meer dan honderd jaar was. Dat neemt niet weg dat ik die zomer meer heb lopen op het weer heb gevloekt dan alle zomers in Nederland bij elkaar. Ik verlangde naar de zwoele(re) zomers in Nederland, of beter: de winter. Nu de sneeuwvlokjes tegen mijn raam tikken en de ijzige wind dwars door de muren van mijn nederige stulpje lijken te waaien, weet je waarschijnlijk al wat ik wil gaan schrijven. Dus dat doe ik niet. Dat is overigens ook typisch Japans, dingen die toch al duidelijk zijn niet meer vermelden. Tenminste, dat vinden zij zelf. Alvast een fijne kerst en een voorspoedig 2011. Dat deze journal u warm moge houden. ~ Guan van Zoggel
9 24 25 28
Interview 22
Op de koffie bij: Daan Kok
Meer Azië Ch’ingu: Examens op z’n Koreaans SVS: Wha-Ho’s Wijze Woorden
34 36
Inhoudsopgave • 3
Als ik jullie vertel dat jullie vaker op www.tanuki.nl zouden moeten kijken, klink ik als een webmaster van een slecht bezochte site. Maar niets is minder waar, want het aantal bekeken pagina's neemt nog steeds iedere maand toe. Daarover heb ik niets te klagen! Waarom ik de ruimte die mij hier gegund werd met beide handen aanpakte is juist om uit de doeken te doen waar de website goed voor is. In tegenstelling wat tot vaak gedacht wordt, is de site meer dan Tanuki’s virtuele uithangbord. Uiteraard kondigen we er onze eigen activiteiten aan, maar er gebeurt zoveel meer! Kijkt u mee? Voor de geïnteresseerden in Japanse kunst onder ons maken we melding van elke nieuwe tentoonstelling in het SieboldHuis. De toegang is voor studenten Japanologie gratis; dus ga zeker kijken! • Journal kwijtgeraakt? Geen punt; onder het tabblad ‘TaTanukiKi’ vind je alle nummers vanaf jaargang 2005-2006 tot nu. Altijd, overal en tot in de eeuwigheid toegankelijk. • Op papier doen er elke editie maar twee ryuugakusei verslag uit Japan, maar voor familie, vrienden en andere geïnteresseerden zijn de weblogs van alle leden in het buitenland onder het tabblad ‘links’ beschikbaar. • Hier vind je eveneens een keur aan andere, kwalitatief hoogstaande websites over Japan verzameld. Mis je daar je eigen handige site tussen? Laat het weten via
[email protected]. • Onder ‘fotoboek’ staan beeldverslagen van nagenoeg alle Tanuki-activiteiten van de afgelopen jaren. Weten hoe het er een paar jaar geleden aan toeging, of simpelweg in een nostalgische bui? Je weet nu waar je moet zijn. • Feedback geven op ons beleid? Eens in de zoveel weken staat er een nieuwe poll voor jullie klaar. Stem ook daadwerkelijk, want naar de uitslag wordt echt gekeken. En dan is er nog Facebook. Nog geen lid? Geen probleem! We dragen er zorg voor dat alle informatie die daar verschijnt ook op de homepage staat. Het wordt door veel leden als handig ervaren om een account aan te maken, omdat je zo onder andere gemakkelijk kunt zien wie bij een event aanwezig zal zijn. Maar dat laat ik aan jullie over. Kortom: op de hoogte blijven van onze activiteiten, maar vooral van alles met relatie tot Japan zien, lezen en meemaken? Hou de site in de gaten! ~ Tom Omes 4 • Even jullie aandacht voor: Tanuki.nl
たぬきしんぶん
狸新聞 Tanuki’s Pirates vs. Ninja’s
Waar: Hut van Ome Henne, Leiden Wanneer: 21 oktober 2010
Op donderdag 21 oktober 2010 vond in de Hut van Ome Henne het tweede Tanukifeest van het collegejaar plaats. Dit feest had het illustere thema: Pirates versus Ninja’s. Dit thema is gebaseerd op een langslepende internetdiscussie welke kant zou winnen in een gevecht: piraten of ninja’s? Tanuki nam de proef op de som. Massaal verkleedde men zich als piraten, de ninja’s waren ook aanwezig maar minder zichtbaar in de menigte. Toen het feestvolk was binnengestroomd en de deuren op slot gingen, was het tijd voor de
strijd in de vorm van een dance-off. Wie kon zich het heetste manifesteren aan de danspaal? Allereerst waren de piraten aan de beurt. Drie piraatafgevaardigden bewezen hun kunsten onder luid gejoel van het publiek. Vervolgens waren de ninja’s aan de beurt om te laten zien uit wat voor hout zij gesneden waren. De eerste ninja pakte trots de paal ter hand en liet zien dat hij de ninjutsu tot in de heupen beheerste. Al snel werd duidelijk welke kant de strijd zou winnen. Er kon die avond namelijk maar één de winnaar zijn en dat was de ninja, hij was de winnaar van een meter bier. Tanuki Shimbun: Tanuki’s Pirates versus Ninja’s • 5
たぬきしんぶん
狸新聞 Bezoek van Ritsumeikan Keisho
Waar: Arsenaal, Leiden
Wanneer: 1 november 2010
Het tempo waarmee Japanners door Europa snellen blijft moeilijk te bevatten. Binnen het tijdsbestek van één week werden Brussel, Brugge, Antwerpen, Karlsruhe, Heidelberg, Frankfurt, Oberhausen, Amsterdam, Leiden en Den Haag door de studenten van de Ritsumeikan Keisho High School bezocht. Een reisplan waar de gemiddelde Nederlander een maand voor uittrekt. Hoe kort hun bezoek aan het Arsenaal ook was: het was geenszins vluchtig te noemen. Al hadden de Japanners verder ook niet heel veel verrassingen in petto. Wie vaker Japanners heeft ontvangen, wist precies hoe het zou gaan. En zo ging het ook. Na een voordracht van een verlegen studente en een komisch intermezzo verzorgd door twee allerminst verlegen dansende jongens, werden umeboshi tevoorschijn gehaald. Zoals wij er genoegen in scheppen iedere Japanner te verwennen met drop, vinden zij het op hun beurt uiterst aangenaam om de uitdrukking op onze gezichten te zien wanneer we ons aan deze delicatesse wagen. Tevreden, omdat ze de reactie kregen die ze verwachtten, kondigden de Japanners het volgende programmaonderdeel aan: het beschilderen van sensu. Groot was mijn geruststelling toen bleek dat de twee Japanners die mijn waaier van inkt voorzagen ook niet zonder een elektronisch woordenboek uit de voeten konden. Na een korte introductie over de Nederlandse cultuur en de traditionele stroopwafel en drop die daarmee gepaard gaan, was er nog tijd 6 • Tanuki Shimbun: Bezoek van Ritsumeikan Keisho
voor het gebruikelijke Japanse danklied. Uit volle borst werd tsubasa wo kudasai gezongen; de ramen van het Arsenaal trilden in hun kozijnen, de deuren in hun sponningen en de telefoonhoorn van de huismeester op diens haak. Na een korte wandeling langs enkele universiteitsgebouwen, waarbij meer aandacht was voor onze kennis van het Nederlands voetbal, was het tijd om afscheid te nemen. Om tien voor half vijf – ook weer zo’n sterk staaltje Japanse planning – zou de bus klaar staan. Na een korte uitwisseling van bedankjes, het uitspreken van hun hoop om hier nog eens terug te keren en onze wens om dat toch maar vooral te doen, begaven de 39 studenten en hun begeleiders zich naar de volgende bestemming. ~ Tom Omes
Op nog geen 5 minuten loopafstand ligt het enige Japanmuseum van Nederland: het SieboldHuis. Gelegen aan de mooiste gracht van Leiden biedt het SieboldHuis inzicht in de lange band die Leiden met Japan heeft via de persoon Philipp Franz von Siebold. Daarnaast fungeert het SieboldHuis als het Nederland-Japan kenniscentrum waar iedereen met al haar of zijn vragen over Japan terecht kan. Het leukste aan het SieboldHuis zijn echter alle activiteiten die het voor al haar bezoekers organiseert: van een sencha-theeceremonie, tot Japans filmfestival en lezingen over kunst, cultuur en de unieke Siebold-collectie. En alle interessante tentoonstellingen waarin het oude Japan en het nieuwe Japan beide ruim aan bod komen. In deze en de komende Tatanukiki’s verschijnt elke keer een overzicht van de tentoonstellingen en activiteiten in het SieboldHuis. Meld je op tijd aan voor activiteiten, want het zit vaak snel vol. Je kunt je ook aanmelden voor de nieuwsbrief van het SieboldHuis via onze website.
Tentoonstelling: Hokusai 250
Van 8 december t/m 27 februari. Katsushika Hokusai, ongetwijfeld de bekendste Japanse kunstenaar, werd 250 jaar geleden geboren in Edo (het huidige Tokyo). Een goede gelegenheid om een grote overzichtstentoonstelling aan de maker van De grote golf te wijden. Deze houtsnede maakt deel uit van de serie 36 Gezichten op de berg Fuji, een serie prenten die vanaf 1830 uitkwam. Vooral dankzij deze serie prenten kreeg Hokusai bekendheid in het Westen. In de tentoonstelling Hokusai 250 zijn niet alleen een groot aantal van zijn meeste beroemde werken, maar ook zijn beschilderingen op Hollands papier te zien. Deze laatste zijn nog nooit eerder tentoongesteld in Nederland en vormen een uniek deel van de Leidse Japancollectie. Gastconservator van deze tentoonstelling is Prof.dr Matthi Forrer, die internationaal bekend staat als een zeer gerenommeerd Hokusai-expert. Op 23 januari geeft hij een lezing over Hokusai en de Hollanders. Toegang is €5 voor Tanuki-leden, €7,50 voor niet-leden. Graag aanmelden van tevoren via
[email protected]
Japan achter de schermen
Van oktober tot en met mei organiseren het SieboldHuis en Japans cultureel centrum Shofukan (Rotterdam) een lezingenreeks voor een blik achter de schermen van Japan. Acht zondagmiddagen per jaar laten experts op het terrein van geschiedenis, kunst, religie en politiek van Japan hun licht schijnen over onderwerpen, waarvan we doorgaans alleen oppervlakkig kennis kunnen nemen. Op 19 december om 14.00 uur gaat bekend fotograaf Herman Kempers in op de Japanse fotografie sinds 1945. Toegang is €5 voor Tanuki-leden, €7,50 voor niet-leden. Graag aanmelden van tevoren via
[email protected]. Hokusai en de Hollanders. Toegang is €5 voor Tanuki-leden, €7,50 voor niet-leden. Graag aanmelden van tevoren via
[email protected]
たぬきしんぶん
狸新聞 Tanuki’s ‘80s Blacklight Party
Waar: De Hut van Ome Henne Wanneer: 2 december 2010
De temperatuur is flink aan het dalen en studenten beginnen spontaan uit te rekenen hoeveel colleges ze nog kunnen missen. Dat kan maar één ding betekenen: het einde van het eerste semester komt in zicht. Dat weerhoudt de feestcommissie van Tanuki er echter niet van om nog een flink feest te geven. Het thema deze keer combineerde blacklight, dat afgelopen jaar een groot succes bleek te zijn, met de jaren ‘80. Dus niet alleen mensen in witte shirts en zichzelf beklad met fluoriserende stiften, maar ook hun idee van hoe zij er een kwart eeuw geleden uit zouden zien. Deze keer kwamen niet alleen de eerstejaars in grote getale hun feestelijke gezicht laten zien, ook de oudere garde - waarvan sommigen de ‘80s zelfs bewust hebben gemaakt - was van de partij. De traditionele dance-off voor de felbegeerde meter bier werd deze keer gewonnen Yvonne Jansen en haar billenschuddende act. ~ Guan van Zoggel
8 • Tanuki Shimbun: Tanuki’s ‘80s Blacklight Party
しちょうかく
視聴覚 ParaPara: Doe mij maar na!
door: Melissa Costa
Hallo, en welkom bij weer een informatieve blik in het muzikale erfgoed van Japan! Dit keer gaat het echter minder om een muziekvorm, maar om een dansvorm die nota bene bij Europese muziek is uitgevonden. En niet zomaar een dans; mensen in het bezit van een enigzins motorische stoornis of zonder gevoel voor ritme kunnen zich hier beter niet aan wagen. Dans je graag anders dan de rest? Dat is hier ook niet aan te raden. Bovendien gaat het bij deze vorm van dans, in plaats van het ‘voetenwerk’, meer om het armenwerk! Nieuwschierig geworden? Ik heb het namelijk over ParaPara. ParaPara is sterk verwant aan de Eurobeat-muziek, snelle upbeat dance-tracks die vanuit Europa (vooral Italië, daarom heet het ook wel Italo Disco) ook Japan bereikten en erg populair werden tijdens de vroege jaren ’80. ParaPara schijnt dus ook al te bestaan vanaf die tijd, maar pas aan het eind van de jaren ’90 was er een echte ParaPara-Boom in Japan. Het ontwikkelde zich als een clubdance, terwijl Japanse artiesten op de hype inspeelden door routines voor hun nummers te maken, zoals Hinoi Team (zie hieronder).
ParaPara wordt vooral gekenmerkt door de dansroutines die per nummer vastliggen. Dansers volgen deze routine dus allemaal tegelijk, vergelijkbaar met line dancing. De nadruk ligt op armbewegingen, het onderlichaam wordt niet veel gebruikt behalve eventuele rhythmische passen op de plaats of heupbewegingen. De dansers bewegen niet veel rond waardoor het mogelijk is een nette formatie te behouden. Enkele bekende variaties op ParaPara zijn TechPara, wat op Hyper Techno wordt gedanst, en TraPara of ToraPara voor Trance. Terwijl ParaPara vooral een schattig imago heeft (het wordt meestal door meisjes gedanst en ook in sommige animes gebruikt) is TechPara een ‘stoerdere’ variant, met aparte routines voor mannen en vrouwen. Momenteel zakt de trend in Japan enigszins, maar in de rest van de wereld wint ParaPara aan populariteit. Ook Nederland heeft een jaarlijkse ParaPara- en TechParaclubparty, Deshima Sounds, wat laatst op 10 oktober plaats vond in Den Haag. Een zeer leuk event, maar het vereist wel behoorlijke studie en oefening als je besluit mee te gaan dansen!
ParaPara, doe mij maar na! • 9
げつとくしゅうきじ
月特集記事 Japan’s consumeren en kopiëren door: Robert Beers en Melissa Costa
Als je de straten bewandelt in Japan, valt het je al heel snel op dat de gebouwen, straten en muren behangen zijn met advertenties. Neon, flikkerende lichten, schrille stemmen van personeel dat hun waren probeert aan te prijzen; al wandelend zou je bijna epileptisch worden van de geraffineerde manieren waarop bedrijven hun naam en producten je de strot in proberen te duwen. In Japan is de consumptiemaatschappij in het dagelijkse leven iets waar je bijna niet aan kan ontkomen, en als Nederlandse buitenstaander is het niet eenvoudig te begrijpen, of dit nou wenselijk is of niet. Maar wat is eigenlijk een consumptiemaatschappij? De consumptiemaatschappij houdt grofweg in dat de mensen in een samenleving hun vrije tijd gebruiken om goederen te kopen, nadenken over het kopen ervan, en om deze goederen te tonen aan de mensen ten bate van status. Het gaat hier dan om goederen die geen primaire levensbehoefte bevredigen, maar hebben doorgaans de functie om prestige te verschaffen aan zij die het product aangeschaft hebben. De term consumptiemaatschappij is gerelateerd aan de moderne Westerse wereld, maar is eigenlijk van alle streken en alle tijden. Zo kenden de eerste beschavingen zoals de oude Egyptenaren en de Romeinen al een soortgelijke structuur van het kopen van dingen in toevoeging op hun primaire behoeften. In het geval van Japan uit de consumptiemaatschappij zich dus onder andere in agressieve manieren om producten te adverteren, maar op een iets algemener niveau kan je stellen dat door de zucht naar geld voor bedrijven er middels deze reclame er wordt voorgeschreven hoe iemand een makkelijker of gelukkiger leven kan leiden door producten te kopen. Dit is echter niet alleen in Japan het geval, ook hier in de Westerse wereld doet men mensen graag geloven dat hun product of dienst vanzelfsprekend is in het leven. Toch kan je er niet echt aan ontkomen. Een korte wandeling door een wijk als Akihabara leert bijvoorbeeld dat je thuiskomt met tien folders voor allerlei dingen. Hieronder volgen gegevens van de uitgaven van een gemiddeld Japans huishouden van het 3e kwartaal in 2010, uitgaande van een gemiddeld inkomen van ongeveer ¥613.000. Deze gegevens zijn afkomstig van het Bureau voor de Statistieken van het Japanse Ministerie van Binnenlandse Zaken en Communicatie.
Waar gaan de yennen heen? Voedsel 31,7% Wonen 8,6% Huishouden en Meubels 4,8% Kleding 4,8 % Gezondheidszorg 5,1% Vervoer en Communicatie 17,4% Onderwijs 3,3% Cultuur en recreatie 14,1% Overige 10,1% 10 • Maandelijkse feature: Japan’s consumeren & kopiëren
Voedsel en een dak boven het hoofd kunnen worden gezien als eerste levensbehoeften. Kijken we echter verder naar zaken als kleding, communicatie en recreatie, dan hebben we het over secundaire goederen. Om deze indeling te nuanceren, nemen we als voorbeeld de uitgaven voor voedsel. Hier wordt een derde van de uitgaven aan besteed, maar volgens de statistieken vindt gemiddeld een van de vijf maaltijden buitenshuis plaats. Een ander voorbeeld is de kostenpost Vervoer en Communicatie. Een kwart van de uitgaven bedraagt het gebruik van een mobiele telefoon en aanverwante kosten. Kosten per kwartaal hiervoor waren tot wel ¥35.000 per huishouden. Dit is ongeveer evenveel waar een gezin al de huur van een woning kan betalen om te wonen. Het lijkt alsof levensbehoeften veranderen. Alsof het niet meer zozeer belangrijk is om een goed huis te hebben, een goede opleiding en een gematigd leven, maar te dansen naar de pijpen van de aanbieders van producten die vanuit de essentie helemaal niet van vitaal belang zijn. Natuurlijk is het prettig om omgeven te zijn door luxe en te laten zien dat je welvarend bent, maar – niet alleen in Japan – zitten hier ook economische risico’s aan verbonden. In de huidige economische omstandigheden waar een op de zes Japanners onder de armoedegrens leeft kan je je afvragen hoe duurzaam een dergelijke samenleving is. Een voorbeeld hiervan komt uit een artikel uit de New York Times waar een Japanse winkeleigenaar na zijn vergaarde rijkdom gedwongen was te leven op een veel lagere standaard omdat hij zakelijk niet meer kon participeren door de moordende concurrentie. Persoonlijk ging hij onderuit omdat hij zijn luxe leven niet meer kon betalen vanwege een lager inkomen. Naast een economisch perspectief bestaat er ook een maatschappelijk perspectief. Waar tien tot twintig jaar geleden de wereld jaloers was op Japan’s welvaart leven Japanners nu met veel minder ambitie vanwege economische tegenslag, iets wat moeilijk strookt met de ‘schaamtecultuur’ van Japan. Hoe essentieel is het dus om een luxe leven te leiden? Wij als Westerlingen kunnen een goede les leren door niet alleen te kijken wat er om ons heen gebeurt, maar ook daarbuiten. Japan wordt alom geprezen als economische grootmacht, maar op een minder groot niveau ook gewaardeerd om wat welvaart heeft voorgebracht op het gebied van samenleving, cultuur en producten. Het lijkt echter het geval te zijn dat de maatschappij toe is aan de andere kant van de munt der economische welvaart. Voor de Japanse maatschappij geldt dat evengoed voor de Westerse, en dat is om te leren wat naast status, consumeren en geld nu echt belangrijk is in het leven. Maandelijkse feature: Japan’s consumeren & kopiëren • 11
Wat moet het de nieuwsgierigheid geprikkeld hebben. Stel je voor: jouw land en volk, dat stevig vasthoudt aan haar eeuwenoude gebruiken, krijgt beetje bij beetje inzicht in de wonderbaarlijke voorwerpen die letterlijk uit een andere wereld lijken te komen. Tijdens de isolatie van Japan waren het enkel de Nederlandse handelaren die met hun schepen goederen en kennis vanuit de rest van de wereld Japan binnen kregen. Naast specerijen en dierenhuiden waren vooral de wetenschappelijk instrumenten uit Europa erg interessant, net zoals sommige ‘simpele’ gebruiksvoorwerpen, naar Europese standaard dan. De ene Japanner reageerde sceptisch, de ander ontpopte zich tot heuse verzamelaar van deze wonderlijke spullen. Verwarrend moet het wel geweest zijn; waar gebruikten ze deze dingen voor? Zo is er een geval bekend uit die tijd van een porseleinen urinoir dat, meegenomen door de Nederlanders, vervolgens in een voornaam Japans huis als waterkan bij de thee-ceremonie werd gebruikt. Pijnlijk? De Japanse heer had hier geen last van, hij was juist apetrots op zijn exotische kan. Klinkt dit herkenbaar? Onze voorouders zijn er immers op precies dezelfde manier vaak genoeg ingetuind, en ook nu gebeurt het nog. Pronk je met die Nieuw-Guinese strijdhoorn aan de muur, blijkt het om een doodgewone peniskoker te gaan - maar dat terzijde. Tegenwoordig lopen we niet zo snel meer tegen die spreekwoordelijke lamp aan. Kennis van landen en culturen is immers wijdverspreid. Maar als het om vreemde voorwerpen, of moderner gezegd ‘gadgets’ gaat, weet Japan ons nog steeds te verbazen. Een greep uit de categorie “Hoe Verzin je Het?”: stof-vasthoudende slippers voor je kat, zodat het beest ook nog eens wat doet in het huishouden. Nuttig of enkel belachelijk? Jij mag het zeggen. Japan heeft echter nog een ander talent. Voor een volk dat bekend staat als zeer vasthoudend aan tradities, zijn Japanners erg goed in het overnemen van cultuurverschijnselen uit andere landen. Vooral de Verenigde Staten is voor Japanners het paradijs, want letterlijk alles is daar mogelijk, volgens hen. Cowboy-bars, Las Vegas-clubs en typisch Amerikaanse weddingchapels tref je nu zomaar in Japanse steden aan. In de bars die nagebouwd zijn in de stijl van het Wilde Westen, vertoeven de gasten compleet met cowboy-kostuum en hoed en noemen elkaar bij bijnamen (“Howdy John-san, hoe gaat het nu?”). Een Japanse cowboy. Het moet niet veel gekker worden. Is hier nu geen sprake van ernstige cultuur-verloedering? “Welnee!” zal de gemiddelde Japanner die je hierop aanspreekt breed glimlachend antwoorden. “Wij veranderen onze cultuur niet, wij verrijken hem juist.” Precies. De Japanse cultuur is als een enorme spons, die opneemt wat het interessant acht en het deel maakt van het grote geheel. Zo zijn ze werkelijk meesters in het subtiel aanpassen van de context van een buitenlands verschijnsel, om het tot iets Japans te maken. Het voorbeeld van de cowboy-bars zou menig Amerikaan
nu over zijn hoofd doen krabben. Ook een lovehotelkamer zo volgestouwd met alles wat maar Amerikaans is, van cheeseburgers tot de New York Yankees, zou zelfs een trots Amerikaanse staatsburger nogal vreemd aandoen. En zo is iets ‘typisch Amerikaans’ in Japanse ogen tot iets ‘ typisch Japans’ geworden in onze ogen. Transformatie compleet. Het Japanse kopiegedrag blijft echter niet enkel bij voorwerpen, maar spreidt zich ook uit naar de Westerse levensstijl. Als je als Japanse echt modern wil zijn, dan volg je een workshop ‘correct op een Westerse stoel zitten’. Ook het leren eten met mes en vork, koken op Amerikaanse wijze en het dragen van Westerse mode maakte Japanse dames een aantal jaar geleden pas echt chique en vooruitstrevend. Tegenwoordig zijn er nog maar weinig Japanners, vooral in de steden, die hun leven volledig volgens de algemene Japanse gebruiken leiden. Toch beweren maar weinigen dat de Japanse cultuur zo echt wordt beschadigd; Japanners blijven net zo trots op hun eigen ‘kern’, wat ze maar al te goed laten zien bij matsuri en officiële gelegenheden als bruiloften, al worden deze tegenwoordig ook vaak in Westerse stijl of in een combinatie daarvan gevierd. Maakt dit kopie-gedrag de Japanse cultuur nu zo uniek? Niet helemaal. Cultuur is immers bij definitie een dynamisch begrip en ‘cultuurvernietiging’ bestaat dus eigenlijk helemaal niet. Bovendien hebben wij Nederlanders ook niet genoeg Amerikaanse verschijnselen opgenomen in onze samenleving, om nog maar te zwijgen over de gewoonte om met stokjes te eten. Wereldwijd bestaan er obsessieve Japan-liefhebbers die nog wel verder gaat in het kopiëren van Japanse gebruiken. Maar is dat net zo vreemd is als een Japanse cowboy? Wie zal het zeggen. Japanners zullen altijd wel uniek blijven als een creatief, fanatiek en enigszins apart volk. Maandelijkse feature: Japan’s consumeren & kopiëren • 13
みんわ
民話 Er was eens: Momotaro
aanbevolen door: dr. prof. Smits door: Guan van Zoggel
Er was eens een oud getrouwd stel dat in Japan woonde. De oude man was een houtsnijder. Hij en zijn vrouw waren heel verdrietig en eenzaam, want ze hadden geen kinderen. Op een dag ging de oude man naar de bergen om hout voor de kachel te verzamelen. De oude vrouw ging naar de rivier om kleren te wassen. Toen de oude vrouw begon met wassen, werd ze verrast door een grote perzik die in het stromende water dobberde. Het was de grootste perzik die ze ooit gezien had. Ze trok de perzik uit het water en besloot het mee naar huis te geven om het ‘s avonds als avondeten aan de oude man te geven.
Aan het einde van de vanmiddag kwam de oude man thuis, en zijn vrouw zei: “Kijk wat ik heb gevonden, een prachtige perzik voor het avondeten.” De man zei dat het echt een mooie perzik was. Hij was zo hongerig dat hij zei: “Laten we het in tweeën snijden en meteen opeten.” Dus de oude vrouw bracht een mes uit de keuken en stond klaar om de perzik in tweeën te snijden. Maar op dat moment hoorden ze een menselijke stem vanuit de perzik. “Wacht! Niet snijden!” zei de stem. Opeens splitte de perzik open en sprong er een schattige jongetje uit. De oude man en vrouw waren verbijsterd. Maar toe zei het jongetje: “Wees niet bang. God zag u eenzaam jullie waren zonder kinderen, dus stuurde hij mij om jullie zoon te zijn.” Het oude stel was heel gelukkig en besloten hem te nemen als zoon. Omdat hij was geboren uit een perzik, noemde ze hem Momotaro. Ze hielden veel van Momotaro en voedden hem met alle liefde van de wereld op. Toen Momotaro ongeveer vijftien jaar oud was, ging hij naar zijn vader en zei: “Vader, u bent altijd ontzettend aardig voor mij geweest. Nu ben ik groot en moet ik iets doen om mijn vaderland te helpen. Een eiland ver weg heet het Reuzen Eiland. Daar wonen veel slechte reuzen, die vaak naar ons land komen en stoute dingen doen, zoals mensen ontvoeren en hun spullen stelen. Dus ik ga naar Reuzen Eiland en tegen ze vechten. Ik neem de schat die ze daar hebben met me mee terug. Laat me alstublieft gaan.” De oude man was verrast dit te horen, maar was ook trots op Momotaro dat hij andere mensen wilde helpen. Dus hij en de oude vrouw hielpen om Momotaro voor te bereiden op zijn reis naar Reuzen Eiland. De oude man gaf hem een zwaard en harnas, de oude vrouw een stevige maaltijd. Daarna begon Momotaro aan zijn avontuur en beloofde zijn ouders snel terug te keren. 14 • Er was eens: Momotaro
Momotaro liep naar de zee. Het was een lange weg. Onderweg ontmoette hij een gevlekte hond. De hond gromde naar Momotaro en wilde hem bijten, maar Momotaro gaf hem wat van zijn eten. Hij vertelde de gevlekte hond dat hij reuzen ging vechten op Reuzen Eiland. De hond zei dat hij mee ging om Momotaro te helpen. Later kwamen ze een aap en een fazant tegen. Eerst hadden de hond, aap en fazant ruzie met elkaar, maar toen Momotaro gaf aan elk dier wat van zijn eten en vertelde hij dat hij de reuzen ging verslaan. De aap en fazant besloten toen om Momotaro te helpen. Ze volgden een lange, lange weg en bereikten uiteindelijk de zee. Daar bouwde Momotaro een boot. Ze sprongen allemaal in de boot en vaarden naar Reuzen Eiland. Toen het eiland in zicht kwam, zagen ze dat de reuzen daar een sterk fort hadden gemaakt. En er waren veel, heel veel reuzen. Sommigen waren rood, anderen blauw of zwart. Eerst vloog de fazant naar de muren van het fort en begon in het hoofd van de reuzen te pikken. De probeerden allemaal de fazant met hun knuppel te slaan, maar hij was erg snel en kon alle knuppels ontwijken. Terwijl de reuzen niet keken, glipten de aap binnen en opende de poort van het fort. Toen renden Momotaro en de gevlekte hond naar binnen, en begonnen ook tegen de reuzen te vechten. Het was een verschrikkelijk gevecht. De fazant pikte in de hoofden en ogen van de slechte reuzen. De aap krabde. De gevlekte hond beet. En Momotaro sloeg met zijn zwaard. Uiteindelijk waren alle reuzen verslagen. Ze zaten geknield voor Momotaro en beloofden nooit meer slechte dingen te doen. Toen brachten ze Momotaro de schat van hun fort. Het was de meest geweldige schat die je je kunt voorstellen. Er was veel goud en zilver, en veel kostbare juwelen. Er was een onzichtbare jas en hoed, een hamer die elke keer als je op de grond slaat een stuk goud maakt, en veel andere mooie dingen. Momotaro en zijn drie hulpjes droegen alles naar hun boot en vaarden terug naar hun land. Ze maakten een karretje, stopten de schat in het karretje en trokken het naar Momotaro’s huis. Hoe gelukkig het oude stel was toen ze hun zoon veilig zagen terugkeren van Reuzen Eiland! Door de fantastische schat waren ze nu erg rijk en leefden samen nog lang en gelukkig. Er was eens: Momotaro • 15
ふっかんのう
かんじ
不可能な漢字 Japan Wa
sbe
getipt door: drs. D.P. Kok
erh
© Johnson Banks Design Limited 2010
WA G was ENING b EN kor eerhon - I tge den n F l e klei den ries g e v np esti lan is v l d h gd. oor aat thu s eeft d N is, m je t e a der tuu uss zich aar de m rwa in D en Jo naa a a r n al e ure uits r a e Dat m e lle en ers nd lan me H waa o d h d l e k e d ew ere ver bbe om t de n eni a t n a rschijn sbe vee h Z g e o i l 23 t e n ng li ogd het rho die . De is e r i n kee jkheid feit e a d r w l v e g a o e n r evo dat sbe een ren p gr ger zo'n and nde erh igin dit oof ote kol ere d o n d i g j o sch er g nd aar . On ster i z n hee a a h V terd ron ezie nie al v ke a der o e l go o g r e d ag oor ne zo t ni lins ed b anw het bor . n et i oor ij ee ek hee ijzin op de dor gen n d , f o p n , g t w een nze da a was Veg buu e v stre bee angeto elin oor ee bsite rt m t het nat vi ken rho soo ond ng oet Wa uur nd roe rd v en z nden dat sbe b k p v er unn eel i erh an e was zijn spo nes ond jn, ald en h en vo bee icht.nl op t r s u e e en e rho ore . Vo s de nw dit vor n. E niet de n met nde nd ord lgen mo ver ige o n e k e sch me eni de d nw ievi n in sd eeu i n ver n g u e asb Frie tsei ing t he ldig iere wz O me o . e e ijn el p slan st-E ew nb erh ren nig wer i e a o o d uro tek s en zijn pu nd den vuldig n Rusl ent hou d l e and lair als pa geh d, d a e in 2 d die t d gat e de s at h oud die vre 006 r ve t zich z por ren bontra et d e est n a die el m o go e l3 voo ie nd da uitg rso eer ed v n van r de eze orte t het d 0.000 r over d er t vo win iere bon tal ier n. terj or d van n in tind zich wasbe a e pl Eur erh de ook ond ezie cks. In ustrie. ope in N e s r d H j e la n ede nde acht. D e jaren un va rlan afgesc cht n ie h vijf h d za i en tig ebb l ve oten v s uitge van en z olge rsp zwo d ich reid ns d rve zo s e en. n e . I Zoo nel nD Exo gdi uits ten e lan rve ver d r drij ven enigin g inh eem , se
ond
en i
nF
ries
lan
d
びじゅつ
ぶんか
美術と文化 Yasunari Kawabata’s Sneeuwland door: Pim Omes
Waarde lezers, De meesten van jullie zijn wellicht bekend met de Japanse auteur Haruki Murakami. In zijn thuisland vinden zijn boeken gretig aftrek, omdat zijn boeken treffend de tijdsgeest van het hedendaagse Japan weergeven. Hij portretteert een Japan dat zich in een spagaat bevind tussen de oude traditioneel Japanse waarde en de nog immer toenemende invloed van het Westen. Dat deze wrijving tussen oud en nieuw Japan al langer aan de gang is, behoeft voor Japanologen geen uitleg. Al sinds de Meiji restauratie van 1868 trachten de Japanners de onvermijdelijke instroom van Westers cultuurgoed te kanaliseren. Op literair gebied speelde de schrijver Yasunari Kawabata (1899 – 1972) een rol van betekenis in dit proces, en hiervoor ontving hij zelfs de nobelprijs voor de literatuur van 1968. Omdat één van Kawabata’s meest bekende romans, Yukiguni (in het Nederlands vertaald als ‘Sneeuwland’) (1947), gelezen kan worden als een werk dat met de toenmalige identiteitscrisis van Japan probeert om te gaan, wil ik jullie een beknopte samenvatting van de plot geven, alsmede een uitleg hoe Kawabata Japanse traditie in moderne vorm wist voort te zetten. Het plaatsje Yuzawa vormt het decor waartegen de plot van Yukiguni zich afspeelt. Centraal staat de liefdesaffaire tussen de uit Tokyo afkomstige dilettant Shimamura en de in Yuzawa werkzame geisha Komako. Shimamura is een welgestelde, zelfbenoemde balletexpert en reist af naar het Sneeuwland om te ontsnappen 18 • Yasunari Kawabata’s Sneeuwland
aan het hectische Tokyo. Tijdens zijn verblijf in Yuzawa houdt Komako hem gezelschap. De relatie tussen Shimamura en Komako is vanaf het begin af aan gedoemd om te mislukken. Deze mislukte relatie vormt het centrale thema van de roman. Komako is geisha geworden zodat zij de dokterskosten van de zieke jongeman Yukio kan betalen. Het wordt niet duidelijk of hij haar verloofde is of niet. Shimamura is een flink aantal jaren ouder dan Komako en bovendien getrouwd. Nadat Shimamura acht dagen in de bergen rond Yuzawa heeft doorgebracht gaat hij naar de onsen (traditionele badgelegenheid waarvan het water aan een geiser ontspringt) en vraagt hij om het gezelschap van een geisha. Omdat alle geisha het echter druk hebben met een festival in het dorp is Shimamura aangewezen op leerling geisha Komako. Shimamura is een dromerige estheet, die het leven nooit met beide handen aangrijpt maar het liever vanaf een veilige afstand gade slaat. Komako is juist de tegenpool van Shimamura en leeft haar leven juist vol overgave. Het onvermogen van Shimamura om werkelijk lief te hebben staat telkens weer in sterk contrast met de allesverzengende liefde die Komako voor Shimamura koestert. Na een tijd echter keert Shimamura terug naar Tokyo en bezoekt het Sneeuwland meer dan een jaar later pas voor de tweede maal. Bij terugkeer is Komako een echte geisha geworden. Hun relatie blijft problematisch. Komako ziet in dat haar gevoelens voor Shimamura zinloos zijn en probeert hem uit haar wezen te bannen. Ze kan Shimamura echter
niet zo gemakkelijk opgeven en ze gaat tegen de regels van de geisha-wereld in die stelt dat ze geen liefdesrelatie met een klant mag beginnen. De verhoudingen worden nog verder gecompliceerd door het meisje Yoko, dat Shimamura aan het begin van het verhaal in de trein heeft ontmoet. Hoewel hij maar enkele glimpen van haar opvangt, voelt hij zich ook sterk tot haar aangetrokken en komt hij in een driehoeksverhouding met Yoko en Komako terecht. Aan het eind van de roman sommeert Komako Shimamura om te vertrekken uit Yuzawa en nooit meer terug te keren. Op deze wijze hoopt ze haar eer als geisha te herstellen en een normaal leven te leiden. Shimamura staat uiteindelijk, hoewel hij maar moeilijk van Komako afscheid kan nemen, op het punt om te vertrekken, maar dan vindt een vreselijke tragedie plaats in het dorp… Ten eerste kunnen de reizen die Shimamura vanuit Tokyo naar het plaatse Yuzawa maakt opgevat worden als een reis vanuit de moderne, stadse chaos van Tokyo naar een platteland waar de tijd heeft stilgestaan. Deze reis naar het verleden wordt gelijk in de eerste passage duidelijk gemaakt, als we kunnen lezen
teraire stijlfiguren als montage en de traditionele haiku dichtkunst samen te brengen in deze roman. De montage komt treffend naar voren als Shimamura in de treinruit kijkt, en daarin het gezicht van Yoko ziet dat lijkt te drijven in het achterliggende landschap. Yoko staat hier symbool voor zuivere Japanse schoonheid, en door haar te laten drijven in het landschap wil Kawabata wellicht de suggestie wekken dat een dergelijke zuiverheid gedoemd is te verdwijnen in het moderne Japan. Tegenover deze individuele verzuchting van de protagonist staat een universele vergelijking die hij doormiddel van een Haiku maakt. Shimamura vergelijkt een versleten vloer met een versleten koffer die op die vloer staat, en trekt de conclusie dat dit een herfstachtige sfeer oproept.
hoe de trein van Shimamura door een tunnel het Sneeuwland in rijdt. Kawabata wijdt uit met lyrische beschrijvingen van het landschap, die doen denken aan klassieke Japanse natuurpoëzie. Ook zorgen de beschrijvingen van traditionele Japanse ambachten, als het bleken van stof voor kimono ervoor dat de lezer zich in een Japan waant waar de jachtigheid van het moderne bestaan nog niet is doorgedrongen. Ten tweede weet Kawabata moderne li-
daardiseerde Japans dat na de Meiji restauratie tot stand kwam te schrijven, slaagt Kawabata er naar mijn mening goed in om de herinnering aan een traditioneel Japan dat hem zeer na aan het hart ligt levend te houden.
Tot slot kunnen we concluderen dat Kawabata met zijn roman een poging doet om voor hem onbegrijpelijke modernisering van Japan begrijpelijker te maken. Net als hoofdpersoon Shimamura heeft hij geen echt contact met het veranderende Japan, en grijpt terug op tradities die langzaam maar zeker aan het verdwijnen zijn. Door zijn romans in het gestan-
Ik kan iedereen dan ook van harte aanbevelen om Yukiguni ter hand te nemen en je mee te laten slepen door deze fascinerende klaagzang over het lot van traditioneel Japan. Yasunari Kawabata’s Sneeuwland • 19
じんじらん
人事欄 Dr. Beers weet het beter!
door: Robert Beers
Dr. Beers is niet alleen gespecialiseerd in de Japanse taal en culturen, maar ook connaisseur op het gebied van dramatiek van de moderne mens. Full-time roddelnicht en all-round homoseksueel. Toen ik ergens deze week de televisie aan had gezet op Nederland 2, was het programma Man Bijt Hond aan de gang. Vanwege de concerten van Lady Gaga in Nederland, had het programma een rubriek gewijd aan het volgen van enkele fans. Een van deze fans was een jongen die zich ’s avonds graag verkleedde als de Lady. Hij sprak erover dat hij als travestiet zich heel erg kon identificeren met het idee van Lady Gaga; “zij komt niet zonder make-up naar buiten als zij in haar rol is, en als ik in mijn rol ben kom ik ook niet naar buiten voordat ik klaar ben.” Travestieten zijn van alle tijden. Zo staat er in het Oude Testament een travestieverbod, en in de Koran voorschriften voor seksegebonden kleding. Maar de travestiet zoals wij ze kennen, zijn mannen, ongeacht seksuele voorkeur, die vrouwenkleding dragen en soms ook makeup. De populairste vorm hiervan is ook de extreemste, het type die bekend is uit het uitgaansleven: rondborstige, flamboyante diva’s met een hele Kruidvat op hun gehydrateerde gezicht. Maar om terug te komen op het rollenspel wil ik de cosplayer aanhalen. Of beter gezegd: de crossplayer. Zoals algemeen bekend is kleedt een cosplayer zich ten behoeve van vermaak als een historisch iemand, of als zijn of haar favoriete anime-karakter bijvoorbeeld. Verwerpelijk of niet, de ware kunst ligt in het overtuigen van iemands eigen schoonheid. Een voorbeeld hiervan is Kayo Sato, een jongen, onder andere bekend van zijn Bayonetta-imitatie en zijn carrière als model in vrouwenblaadjes. Het jammere is travestie niet meer erkend wordt als een kunst. Ja, de tijd waarin dikke mannen die roken naar mottenballen en opgedroogd sperma zich elk weekend opdoften om “I Will Survive” te playbacken is achterhaald, maar toch is het goed dat deze vorm van genderdiversiteit wordt doorgezet. Wees niet bezwaard wanneer je aan de makeup van je moeder zit, of voor de spiegel de spijkerbroek van je vader aan probeert; schoonheid zit van buiten. Reageren? Vragen?
[email protected]
20 • Column: Dr. Beers weet het beter!
Ik h Wel is naeb een edel priv melijk problee zeer é m gelee l man even. zo da waa rde t d r H Men mee et p er alt ik uw Dr. Beer betr sen pr r kan v robleemijd een advie s, o a e s een kken ten sc rtrou van heleb bij no om kern v bij ben hande wen. dit mo oel geb dig he men eurt b. H ik v over za an wa . Ding over o e t is e a e m dat in mijnt stab rtrouw ken di rheid n wor stan ik n . d bed d e ieen a , aan mik toevZij heb en vergigheden lleen ijn ertr ben r Xox o w o . Ho vrie ouwd het a t, en aarin o ve e mo nden ha ik c et ik dus d aanhter mi rliezen nu v . Ik m jn erde voel ensen rug r? d me backie -
Hallo Xoxo, Het is waar dat een gore roddel veel kapot maakt. Maar de dokter heeft opgemerkt dat deze mensen waar jij mee omgaat jouw vrienden niet zijn. Mensen zijn op een need-to-know-basis, maar sometimes they don’t need to know. Bovendien kan ik diagnosticeren dat deze lieden waar we over praten een ontzettend uitzichtloos leven leiden, en/of zij enorme frustraties koesteren jegens levensdoelen, en/of zij enorm jaloers zijn op jouw escapades. Mijn devies luidt daarom als volgt: lipjes getuit en borstjes vooruit! Gooi die kin eens fier de lucht in, en laat deze lowlifers eens merken wat voor boodschap je hebt aan de weeïge, zure stroom aan schandalen waar zij zich dagelijks mee besmeuren. Mensen verdienen maar één inzicht in een verhaal, en dat is de palm van je hand omdat zij je hoofd niet waard zijn. En wat de rest betreft zegt de dokter: there is no bad publicity, zolang er maar over je gepraat wordt. Want blijkbaar speel je een belangrijke rol in het leven van mensen… Column: Dr. Beers weet het beter! • 21
どうそうかい
かいわ
同窓会と会話 Op de koffie bij: Daan Kok
door: Guan van Zoggel
Voor elke editie van de Tatanukiki gaan we op de koffie bij een alumnus die aangesloten is bij de Alumnikai. De ene keer is het een onbekend gezicht, de andere keer is het misschien wel een docent. Deze keer praten we met alumnus Daan Kok. Hij is PhD-kandidaat Asian Studies en het einde van zijn promotieonderzoek begint in zicht te komen. Daarnaast doceert hij het derdejaars vak ‘Boeken om te leren en om te lachen: De informatierevolutie van vroegmodern Japan’. Waar zijn onderzoek over gaat, legt hij zelf uit.
De hamvraag. ‘Waarom Japans?’ Op de middelbare school wilde ik eigenlijk industriële vormgeving gaan studeren, maar op de beste academie daarvoor in Eindhoven werd ik niet toegelaten, dus ben ik wat anders gaan zoeken. Ik hoorde een interessant verhaal van een Nederlandse gitarist die Chinees had gestudeerd, waarop ik naar een open dag gegaan ben van de tolktenopleiding in Maastricht, waar je Arabisch, Chinees en Japans kon studeren. Ik wist al dat Chinees niet mijn eerste keuze zou zijn, maar het leek me boeiend om een exotische taal te studeren en, net als die gitarist, gitaar te blijven spelen, wat ik overigens nog steeds doe. Zo ben ik begonnen met Japans in Maastricht in 1996. Ik was nog nooit in Japan geweest en had geen speciale band met Japan. De enige relatie was dan ook dat ik van Japans design hield. In het tweede jaar kreeg ik de kans om naar Japan te gaan. Toen realiseerde ik me dat ik meer van de cultuur wilde weten dan het programma in Maastricht aanbood en ben ik overgestapt naar Leiden. Ik mocht hier instromen in het tweede jaar, maar ik ben gewoon helemaal opnieuw begonnen. Begonnen in 1998 en afgestudeerd in 2003.
Waar doet u als promovendus precies onderzoek naar? Mijn onderzoek gaat over surimono. Wat het precies is, daar ben ik mijn proefschrift over aan het schrijven. Maar wat minder precies: de surimono is een bepaald type Japanse prent, gedrukt van houtsnedes, zo rond 1800. Het interessante aan deze Japanse prenten is dat er geen commercieel aspect aan zit. Er worden gedichten op afgedrukt van een bepaald licht humoristisch type, die heten kyôka, en de dichters schrijven hun gedichten in gezelschappen, echt een joint effort. Die laten de beste van hun gedichten afdrukken in boeken en op prenten, die laatste worden daarom ook kyôkasurimono genoemd (er zijn ook varianten met haikai, een ander soort dichtvorm). De surimono worden tussen relatief rijke stedelingen uitgewisseld bij nieuwjaarsbijeen-komsten. Los van het kenmerk dat ze non-commercieel geproduceerd worden, gedichten bevatten en de voorstelling betrekking heeft op de inhoud van de gedichten, zijn ze dankzij ruimte investeringen van bijzonder hoge kwaliteit: het mooiste papier, de mooiste pigmenten en een beperkte oplage. 22 • Op de koffie bij: Daan Kok
Kunt u uitleggen hoe een surimono gemaakt werd? Een groep dichters geeft een opdracht aan een prentontwerper om rondom een bepaald thema een prent of een serie van prenten te maken. De schetsen daarvoor worden omgezet in een soort van lijnkopie, die gebruikt wordt om over te zetten op een plankje van kersenhout. Een bloksnijder snijdt dat uit en wat je dan krijgt is een lijnblok, dat in feite de buitenlijnen van het ontwerp zijn. Als dat klaar is, schrijft de kalligraaf in de daarvoor open gelaten ruimte de gedichten. Deze worden vervolgens in een ander blok gesneden, waarna de verschillende kleurenblokken stuk voor stuk uitgesneden worden. Uiteindelijk wordt dat allemaal afgedrukt op mooi Japans papier. Dat is in een notendop de volgende waarin de productie plaatsvindt. De dichtersgenootschappen lieten de surimono slechts in beperkte oplage drukken, wat deze prenten ook tegenwoordig nog extra exclusief maakt. Er zijn schattingen dat van populaire prenten, zoals De Grote Golf van Hokusai, misschien tien à twaalf duizend afdrukken gemaakt zijn met dezelfde blokken. Persoonlijk vermoed ik dat de oplage van surimono zelden boven 500 stuks per ontwerp uitkwam. Er zijn veel surimono bekend waarvan er maar één exemplaar in de wereld beschreven is. Van De Grote Golf van Hokusai zijn er geloof ik meer dan 250 exemplaren bekend.
Worden surimono vandaag de dag ook nog gemaakt? Nee, het kende echt de hoogtijdagen qua productie rond 1820 ongeveer. Er wordt nog wel een enkele keer dit soort prenten gemaakt, maar dan worden ze afgedrukt door mensen die de traditie van blokdrukkunst levend proberen te houden. Een paar jaar geleden is er in het Volkenkunde Museum voor de Universiteit van Leiden een workshop gehouden met een moderne Japanse prentmaker, waar studenten hun eigen ontwerpen konden uitsnijden en afdrukken. Tot mijn grote spijt heb ik het zelf nooit geprobeerd, maar ik denk dat daardoor het alleen maar verder in mij zal doordringen hoe ontzettend moeilijk het is om de verfijning van die surimono te bereiken
Kunt u alvast een tipje van uw onderzoekssluier oplichten? De meest dichters op de surimono waren niet per se de meest bekwame dichters uit de wereld van de kyôka, maar ze hebben grote culturele bagage, en veel kennis van de klassieke Japanse literatuur, waar ze ook heel trots op zijn. Zowel de dichters als ontwerpers zijn goed ingevoerd in recente debatten rondom Japanse klassieke literatuur. Dat is nogal wat, als je je bedenkt dat surimono vaak afgedaan worden als als vrolijke prentjes met lollige gedichtjes erop. Want in veel gevallen gaat het dus wel degelijk een stuk dieper. In de laatste jaren is er best het een en ander aan wetenschappelijk onderzoek gedaan naar surimono en ik verwacht dat tegen de tijd dat mijn proefschrift uitkomt, het niet het vakgebied op zijn kop zal zetten. Ik denk dat binnen het vakgebied van surimono, het een stevige bevestiging is van verschillende geopperde ideeën en een - hopelijk welkome - uitbreiding is van het bestaande onderzoek. Binnen het vakgebied van Japanse prenten wordt aangetoond hoeveel surimono verschillen van andere prenten, en voor het kader van vroegmoderne Japanse literatuur wordt hopelijk duidelijk hoe verschillende mensen omgaan met hun klassieken. Het is een multidisciplinaire studie en denk dat het in enkele disciplines wel een bepaalde ‘spark’ zou moeten kunnen afgeven. Het streven is om mijn proefschrift in 2011 te verdedigen. Op de koffie bij: Daan Kok • 23
しちょうかく
視聴覚 Kingdom Hearts: Birth by Sleep
door: Tom Omes
‘You have to be strong. Strength of heart will carry you through the hardest of trials.’ Zo’n zinsnede kan maar uit één spel afkomstig zijn. In alle eerlijkheid: Kingdom Hearts is de enige serie waarin ik zulk moralistisch geneuzel voor lief neem. De voordelen wegen immers sinds het begin in 2002 ruim op tegen de nadelen. Toch begint de formule wel een beetje te piepen en te kraken: is met Birth By Sleep (PSP), de inmiddels vierde spin-off, de rek er een beetje uit? Even kort: Kingdom Hearts is een actie-RPG-serie uit de koker van de Japanse ontwikkelaar Square Enix. Final Fantasy-personages die Disney-werelden (on)veilig maken: het is zeker in Japan een gouden greep gebleken. Immers, in een land waar driekwart van de bevolking games speelt en Mickey Mouse’s mens beste vriend is, wil zo’n serie wel. Ik ga me niet branden aan het nodeloos ingewikkelde verhaal: naast dat het zich in een hele journal nog niet uiteen laat zetten, doet het er ook eigenlijk niet toe. Al acht jaar niet. Nee, laat ik deze schaarse ruimte liever gebruiken om puntsgewijs de belangrijkste redenen uiteen te zetten waarom ik met hernieuwd enthousiasme op ontdekkingsreis ben gegaan. • Het is mee te nemen: ik ben bang dat ik de enige Arsenaalbewoner ben die nooit een RPG uitspeelde. Tientallen uren pielen voor mijn televisie is niets voor mij, maar nu het Kingdom Heartsuniversum overal en altijd toegankelijk is, zijn mijn dode uurtjes gauw gevuld. • Het is visueel overdonderend: Square Enix bewijst keer op keer als geen ander te weten wat de PSP in huis heeft. Met andere woorden: ruim 16 miljoen kleuren in je broekzak. • Het barst van de unlockables: in Japan is een game nooit uitgespeeld als het verhaal is afgelopen. Wat dat betekent? Meer dan vijftig uur aan gameplay. Concluderend heb ik nog nooit zoveel waar voor mijn geld gekregen. Maar toch. Wanneer je voor de zesde keer nagenoeg dezelfde lineaire werelden afstruint, komt er onherroepelijk een gevoel van herhaling om de hoek kijken. Dan valt plotsklaps weer op hoe eenzijdig al die Disney-films zijn. Gelukkig is de oplossing niet zo heel ver weg. Ze zouden voor het volgende deel de mensen van Pixar eens kunnen bellen. 24 • Kingdom Hearts: Birth by Sleep
Film: Mogari no Mori Al vanaf het eerste beeld, de kruinen van bomen, is het de kleur groen die de boventoon voert. Het beeld verschuift, we zien lichtgroene rijstvelden met een donkergroen bos op de achtergrond. Links verschijnen twee witte vaandels, in de verte klinkt gezang en een klokje; de processie trekt langzaam van links naar rechts. Het is al snel duidelijk dat over elk beeld en elke zin in Mogari no Mori (‘The Mourning Forest’, 2007) is nagedacht, en dat alles erin betekenis, symboliek en diepere lagen heeft. Het beetje tekst dat wordt gesproken is zelden eenduidig en legt genoeg uit, zodat meer tekst ook niet nodig is, maar de blikken en handelingen spreken vaak nog veel duidelijker. De hoofdpersonen zijn Shigeki (door Shigeki Uda), een oude man die in een afgelegen rusthuis midden in de natuur zijn laatste jaren doorbrengt, en Machiko (Machiko Ono), die net in het rusthuis is komen werken. Shigeki is 33 jaar geleden zijn vrouw Mako verloren; Machiko is recentelijk haar zoontje verloren. Beiden hebben hun verlies nog niet verwerkt. Het thema van de film, zoals de titel al aangeeft, is rouw, maar ook leven en overlev-
door: Liselore Goossens
Collega Wakako (Watanabe Makiko) drukt Machiko voor de zoveelste keer op het hart dat ze zich niet druk moet maken, dat er geen vaste regels zijn, maar wanneer Shigeki en Machiko samen een uitstapje maken, raken ze verdwaald in een bos. Shigeki zegt de weg te weten; Machiko volgt hem – samen zoeken ze het graf van Mako op. Twee dagen lopen ze, vermoeid, overvallen door regen, maar samen. Wanneer ze het graf bereiken, graven ze een ondiep gat, en Shigeki leegt de tas die hij al die tijd op zijn rug heeft gedragen: een houten speeldoosje, en 33 jaar aan volgeschreven schriften, één voor elk jaar sinds de dood van zijn vrouw. Hij legt zich neer in het gat en zegt: ‘Ik ga slapen in de aarde’. Machiko gaat naast hem liggen. In de verte klinken motoren van een vliegtuig of helikopter, maar wanneer de camera naar boven draait, zie je alleen de groene toppen van de bomen.
en. Wanneer een Boeddhistische priester het rusthuis bezoekt, vraagt Shigeki hem, ‘Hoe weet ik dat ik leef?’ De priester antwoordt dat er twee manieren van leven zijn: de ene is eten, het voeden van de maag; de ander is het gevoel hebben dat je leeft, het voeden van het hart. Mogari no Mori • 25
じんじらん
人事欄 Column: Slechte stem? Daijoubu!
door: Tom Omes
Tom is derdejaars Japanoloog en kijkt met een kritische blik naar de werkelijkheid. In zijn column komen zijn leven en de harde realiteit bijeen, vaak in het kader van Japan en Nederland. Het leuke – of nare, hoe je er tegenaan kijkt – van onze studie is dat je nooit uitgeleerd bent. Sterker nog: er zijn zelfs Japanse zaken die je nooit zult kunnen begrijpen. Een voorbeeld? Ik studeer hier nu al ruim drie jaar en snap nog altijd niets van het idee van Japanse popmuziek. Laat ik, om misverstanden te voorkomen, gelijk een scheiding aanbrengen. Net als in bijvoorbeeld de Amerikaanse industrie, zijn er aan de ene kant singer-songwriters die een muzikale opleiding genieten of zich een instrument meester maken alvorens ook maar iets op tape te zetten. De andere kant van het muzikale spectrum wordt gevuld door bands, waarvan de bezetting bestaat uit jongens en meisjes zonder noemenswaardig talent of muzikale opleiding. En daar wil ik het over hebben. Ik begin bij het begin: de totstandkoming van zo’n band. Je kunt een vuistdikke telefoongids vullen met telefoonnummers van alle verschillende ‘talent agencies’. En dan duidt talent niet verdienstelijk viool kunnen spelen of een lekker eindje weg pingelen op een piano aan, maar doelt het puur op uiterlijk. De buitenkant is het enige wat telt wanneer een producer deze agentschappen belt. Bizar, maar waar: in die wereld is een goed uiterlijk een talent. Elke moeder mag bellen en wordt dan ook van harte uitgenodigd dit te doen wanneer zij het gevoel heeft dat haar zoon iets los zou kunnen maken bij tienermeisjes. Goed, dan heb je vijf pubers bij elkaar. Het repertoire is van ondergeschikt belang: 26 • Column: Slechte stem? Daijoubu!
een beetje producer heeft dat al maanden, zo niet jaren klaarliggen. Zie het als een vijfjarenplan. De volgende stap: een zo groot mogelijk publiek proberen aan te spreken. Met andere woorden: blonderen, zoveel mogelijk ringen door die oren en gáán! Het is ook zaak zo jong mogelijk te beginnen, want kleine jongetjes worden groot (en oud) en verkopen op een gegeven moment niet meer. En je wil uiteraard voorkomen dat het gênant wordt. Bepaalde groepen worden afgeserveerd omdat ze ofwel slechte muziek zouden maken, ofwel niet zouden kunnen zingen. Uit-
gekotst omdat je iets niet kunt wat niemand in die industrie kan. Het is een keihard bestaan. Tot zover het ‘muzikale’ aspect. Minstens zo belangrijk is de merchandising, en wat dat betreft is Japan de natte droom van iedere band van deze soort: als je aanslaat, sla je ook echt aan en kun je je beeltenis op werkelijk ieder voorwerp kwijt. Dat houdt in dat je kleuters breed toelacht vanaf broodtrommeltjes, scholieren vanaf etuis en jonge volwassenen vanaf mobiele telefoons. Er wordt grof geld verdiend met – jawel – foto’s van jongens uit bands. Inderdaad, er worden honderdduizenden yens uitgegeven aan afbeeldingen die iedereen op het internet kan opzoeken. Rijk worden in Japan? Koop een printer, een pak papier en ga eens per week in het park zitten met je handel. Tel uit je winst. Een Japanner kan zijn televisie niet aanzetten of een van de vele aidoru ('idol') geeft zijn of haar professionele mening in een of andere dubieuze spelshow. Dat is jammer als je niet zoveel om dat soort figuren geeft, want er is simpelweg geen ontkomen aan. Naast albums vol te blèren, schuiven ze maar al te graag aan in nieuwsprogramma’s, acteren (lees: pratend door het beeld wandelen) in soaps en verslaan ze evenementen vanuit het buitenland. Kwalitatief zeer hoogstaand allemaal. Is het dan allemaal naar en slecht? Nee. Niet helemaal, want de ongekende populariteit van
worden. Bovendien zijn sommige liedjes zeker pakkend te noemen. Maar het overgrote merendeel wordt gevormd door een nauwelijks aanhoorbare mix van R&B en slechte popmelodietjes. Daar wil je zelfs een buurman waar je al jaren ruzie mee hebt niet mee lastig vallen. Al het beschrevene kwam in de zomer van 2009 samen toen ik in een groot winkelcentrum te Tokyo werd geconfronteerd met een optreden van twee debuterende zangers. Hun namen zijn mij helaas ontschoten, maar veel ouder dan vijftien zullen ze niet zijn geweest. Naast het podium stond een enorme merchandise-kraam. Hoe langer ik daar over nadenk, hoe minder ik ervan begrijp. Stel je voor, je bent een aankomend zanger. Nog nooit heeft iemand gehoord van jou of je muziek – althans, wat een producer voor jou heeft bedacht. En toch laat je allerlei prullaria met je eigen naam en beeltenis erop fabriceren. Om het vervolgens allemaal te verkopen. Bizar. Hun gezang werd ruimschoots overstemd door een gillende horde vrouwelijke fans, waarvan minstens de helft oud genoeg was om hun moeder te zijn, wat mij het opvangen van enig stemgeluid schier onmogelijk maakte. Waarschijnlijk heb ik er niet veel aan gemist.
dit soort bands zorgt er wel voor Japan een van de weinige landen ter wereld is waar niet alleen cd’s, maar zelfs singles nog verkocht Column: Slechte stem? Daijoubu! • 27
しちょうかく
視聴覚 Aan onbegonnen werk begonnen
door: Guan van Zoggel
Daar zit ik dan, met m’n grote bek. Geknield op de ijskoude vloer, kokend van woede. Hoe heeft het zover kunnen komen, vraag ik mezelf af. Tot nu toe is alles vlekkeloos verlopen. Het pad naar mijn droom kende geen enkele drempel, en dan nu ineens deze steile berg. Onbegonnen werk, maar ik laat me niet uit het veld slaan. Niet nu, niet hier. Niet nu ik twee badges van de Johto League verwijderd ben. Maak je verrimpelde borst maar vast nat, ‘Leraar van de Winterse Ontbering’. Op hoop van zegen dan maar. Zorgvuldig kies ik de juiste capsule om mijn middel en gooi het op het strijdtoneel. Ik roep het beestje bij zijn naam en drie seconden later verschijnt-ie. Hij is wat minutieus van aard, maar hij stelt me zelden teleur. En dat weet-ie. Bij het zien van de vijand draait hij zich om en kijkt me bedenkelijk aan. Ja, ik weet dat-ie ruim tien levels hoger is, zeg ik. Ik zeg het niet echt. Ik denk het alleen, maar aan zijn ogen zie ik dat-ie me begrijpt. Zo zijn we: een echt team. Een bom van modder werpt dit emotionele moment aan diggelen, maar godzijdank kan-ie de prut net ontwijken. Woede maakt plaats voor hoop. Ik geef hem het commando. ‘Curse-aanval, nu!’, schreeuw ik uit volle borst. Het doet niet alleen hem pijn. Verzekerd hamert-ie op spookachtige wijze de vloek in het hoofd van de vijand. Meteen verzwakt de arrogante houding van de tegenstander en vernauwt hij zijn ogen. 28 • Aan Onbegonnen Werk Begonnen
Dit had-ie niet verwacht. Kleine jongens worden groot. Met het volgende schot modder stort-ie in één klap in elkaar. Bedroefd kijkt hij me aan, maar we weten beiden dat-ie gedaan heeft wat-ie kon. Terwijl hij terugkeert naar zijn capsule, denk ik na over mijn volgende stap. Aan mijn riem hangt nog één actieve capsule, maar dat is de zwakste van het sextet. Ik graai in het linkervak van mijn tas. Niets bruikbaars. Met klamme handen gooi ik de laatste capsule in de ring. Mijn hart bonkt in m’n keel. Denkbeeldige vraagtekens verschijnen boven zijn hoofd als hij al koerend omkijkt. Ik haal mijn schouders op en slaak een zucht. Je bent m’n laatste hoop, zeg ik hem in gedachte. Hij knikt en draait om. Zijn roze kuif wappert in de
ijzige wind. Hoewel we al lange tijd samen zijn, heb ik met hem niet zo’n sterke band als met de andere vijf. Misschien dat het aan zijn stille karakter ligt, ik weet het niet. Feit is dat nu mijn lot in zijn handen ligt. ‘Gebruik je Fly-aanval’, commandeer ik. Hij maakt een sprong en slaat met een krachtige beweging zijn vleugels naar de grond, waardoor hij zichzelf meters hoog in de lucht gooit. De modderbom schiet onder hem langs, waarna-ie als een torpedo richting de vijand duikt. Een enorme stoot volgt. Meteen stuurt dat vervloekte misbaksel een sneeuwstorm op mijn laatste beetje hoop af. Snelheid is niet z’n sterkste punt. Ik durf niet te kijken. Als de sneeuwstorm ook mij is gepasseerd, kijk ik op. Ja! Hij is er nog! Een golf van geluk maakt zich meester over mij en tovert een overdreven glimlach tevoorschijn. Parmantig kijkt-ie om en ik geef ‘m een knipoog. Van de koele verschijning van de tegenstander is niets meer te merken; zijn ijselijke houding is veranderd in koortsachtig ijsberen. Ik grinnik, maar ditmaal in mijn vuistje. Op mijn commando stijgt mijn vliegende trots weer op, waardoor een tweede sneeuwstorm onder hem doorstuift. Nog voordat-ie de kans krijgt om de vijand een tweede keer te torpederen, stort deze in elkaar door de vloek. Juichend ren ik hem op het spiegelgladde strijdtoneel tegemoet. Blij koerend opent hij zijn vleugels, waarna ik hem een welverdiende knuffel geef. Ik beloof hem een extra bak droog voer vanavond. Daar is-ie dol op.
Aan Onbegonnen Werk Begonnen • 29
じんじらん
人事欄 Column: Masterstudente Diana
door: Diana Kuijpers
Diana heeft afgelopen jaar haar bachelor-diploma in de wacht gesleept en is dit jaar begonnen aan haar master. In haar column vertelt ze over de master en hoe het is opnieuw eerstejaars te zijn. Op moment van schrijven is het koud in Nederland, is Sinterklaas in het land en gaan we toch echt alweer naar december. De afgelopen maanden zijn voorbijgevlogen; terugkijkend weet ik niet waar de tijd gebleven is. We hebben nog welgeteld twee weken college. Daarna is het voor iedereen afronden van het eerste semester met twee tentamens (Japans begrijpend lezen en opstel schrijven) en paper deadlines. Dan is het alweer Kerst en niet lang daarna 2011! Ondanks dat we geen college hebben in januari, zijn we niet vrij. Aangezien we eind maart naar Japan vertrekken, moet er al het een en ander voorbereid gaan worden. Maar nog belangrijker, we moeten aan onze MA-scriptie gaan werken. Net als de BA3-studenten hebben we afgelopen 15 november ons scriptievoorstel moeten inleveren aan de commissie die de scripties zal verdelen over de beschikbare docenten, en dat was al even slikken voor sommigen; het wordt dan namelijk al behoorlijk definitief wat je gaat doen. Voor onze presentatie Japans van twintig minuten werden we ook geacht om over onze MA-scriptie te vertellen (sommigen kozen voor hun BA-scriptie, maar alleen zij die vorig jaar dat niet als onderwerp voor hun BA3-presentatie Japans hadden gedaan.) Veel MA-studenten gebruiken ook hun onderzoekspapers als opstapje naar hun scriptie door bepaalde elementen van hun onderwerp alvast te onderzoeken. Dus in die zin zijn we al genoeg bezig met onze aankomende scriptie. 30 • Column: Masterstudente Diana
Wat van ons verwacht wordt in januari, echter, is dat we veel concreter aan de slag gaan met ons onderwerp en de nodige literatuur. Je wordt namelijk geacht met je supervisor rond de tafel te gaan zitten en een concreet plan op te stellen, zodat je vanaf 31 januari (begin tweede semester) volop aan de slag kunt. Natuurlijk gaan we ons onderzoek pas in Japan doen, maar alles wat hier al gedaan kan worden, zoals theorieën lezen en gebruiken, doen we natuurlijk hier. En zoals sommigen van jullie misschien wel weten, presenteren we eind maart, vlak voor wij vertrekken, onze scriptievoorstellen die een stuk uitgebreider zijn dan we vanuit de BA gewend zijn; ook docenten zullen hierbij aanwezig zijn om kritisch te kijken naar wat we gaan doen in Japan en vragen te stellen: een spannend moment! Op dit moment zijn onze aanmeldingen voor de verschillende Japanse universiteiten al in Japan. Na vele formulieren ingevuld te hebben konden we eindelijk alles inleveren en werd alles opgestuurd. Naar verwachting horen we pas over een maand of twee of we zijn toegelaten, dus eigenlijk weten we nog niets op dit moment, maar waarschijnlijk zit dat allemaal wel goed. Daarna kan de rest van het proces beginnen met de visa-aanvraag, vliegtickets boeken en praktische zaken regelen… Ik heb er in elk geval al zin in! Wat betreft de horrorverhalen over het eerste semester… Ik ben er nog steeds niet over eens of het wel of niet waar is. Natuurlijk is het
Foto: André van der Linden
zwaar, zeker qua deadlines en verplichte onderdelen. Niet alleen voor Japans moet je een presentatie doen, maar ook voor het Mastercollege en je ‘focus-vak’ (State of the Field). Daarnaast lever je voor je State of the Field zogeheten position papers in—in mijn geval waren dat er drie in één semester—en staan er uiteraard analytische en onderzoekspapers gepland. Daar bovenop komt nog het huiswerk voor Japans, met elke week een kanji-quiz, een sakubun (opstel in het Japans) en een Japans krantenartikel dat je moet lezen en bediscussiëren met je medestudenten. Het is dus wel veel werk, maar ik kan jullie mededelen dat ik ook naast mijn huiswerk genoeg sociale dingen gedaan heb, dus wat betreft het ‘je hebt geen leven meer’-horrorverhaal valt het genoeg mee. Ik denk dat elke Masteropleiding een behoorlijke stap is vergeleken met de bachelor en dat het veel tijd en inzet vergt om je punten te behalen en aan alle eisen te voldoen. Maar voor studenten die verder willen met Japans is het een goede MA, vooral omdat je zowel met Japans intensief aan de slag gaat, maar je je ook academisch gezien verder ontwikkelt via je Masterclass en content course. Nu, ik ga weer verder, want de deadlines dringen. Daarna zijn we weer een stapje dichter bij Japan!
Column: Masterstudente Diana • 31
りゅうがくせい
留学生 Leidse studenten vanuit Japan
door: Arne Driessen en Aafke van Ewijk
Voordat ik op het vliegtuig naar Kansai International Airport stapte om mijn studiejaar aan de universiteit van Kyoto te beginnen, vroeg ik mij sterk af wat ik daar aantreffen zou. Hoe zouden Japanse studenten hun tijd besteden? Hoe brengen ze hun studententijd door? Ik had er slechts een vage notie van. Nu, een luttele vijf weken later heb ik een tipje van de sluier op kunnen lichten, en een paar van mijn constateringen zou ik graag met jullie willen delen. De universiteit waar ik nu een jaar zit, Kyoto Daigaku (ook wel Kyodai genoemd), staat bekend als een van meest prestigieuze universiteiten van Japan (na Tokyo Daigaku, of Todai, natuurlijk), en het wordt als extreem lastig beschouwd om de onmenselijke toelatingsexamens tot een goed einde te brengen. Met dit in mijn achterhoofd verwachtte ik een door en door serieuze universiteit met dito studenten mee te gaan maken. Wat schetste echter mijn verbazing? Het tegenovergestelde is waar! Wat ik van bijna alle kyoudaisei (‘Kyodai-studenten’) heb gehoord is dat zij, na zo veel moeite in de toelatingsexamens te hebben gestoken, nu kunnen genieten van tenminste vijf jaar nauwelijks aanwezigheidsplicht, zeer weinig colleges, en een vrijheid die ongekend is in de Japanse maatschappij. Men besteed zijn tijd dus eerder aan leuke dingen en buitenschoolse activiteiten. Veel studenten zijn lid van een saakuru (‘circle’), een groep studenten variërend van 15 tot 300 mensen die samen een sport of hobby beoefenen. Vaak is deze zogenaamde activiteit echter een luttele façade voor waar het echt om draait: nomikai (‘zuipfestijnen’), vrienden maken en natuurlijk ook dating. Als beruchtste feestgangers worden vaak de tennis-circles genoemd, die epische kampen en drinkgelagen organiseren. De circles vullen het gebrek aan studie- of studentenverenigingen op, en helpen met het vinden van nieuwe vrienden in het studentenleven, aangezien ze hier in hun eentje op kamers wonen, en er nauwelijks sprake is van een huizencultuur zoals in Leiden. Het is soms lastig om als buitenlander je plekje hierin te veroveren, maar de volhouder wint, en het is zeer de moeite waard om Japanse studenten te leren kennen. ~ Arne Driessen
32 • Ryuugakusei: Arne Driessen
De eerste week in Osaka waren we druk bezig met papieren invullen, de placement test en bezoekjes aan het gemeentehuis. Daarna mochten we twee weken lang alle vakken uitproberen alvorens te beslissen. Alle lessen zijn op Minoh-campus, die bovenop een berg ligt. Monosugoi inaka, zegt men dan. Na het tweede semester van het derde jaar was ik taallessen bijna ontwend, maar ik ben inmiddels weer begonnen aan luistervaardigheid, kanji, grammatica, spreekvaardigheid en schrijfvaardigheid. Daarnaast volg ik o.a. kalligrafie, klassiek Japans en twee vakken over de Edo-periode. Schrijfvaardigheid draait hier om het schrijven van sakubun. Met de hand. Eerst mocht je nog over je favoriete film schrijven, maar vandaag heb ik een sakubun ingeleverd over muenshakai (‘alien social’). Daarvoor hebben we eerste een documentaire gekeken waarin naar voren komt hoe de Japanse maatschappij aan de rand van de afgrond staat door het toenemende individualisme. De meeste studenten doen ook zelf onderzoek. In de bibliotheek van Toyonaka campus is het zowaar mogelijk om alle zes verdiepingen, inclusief ‘closed stacks’, in eigen persoon te bezoeken en op je gemak te raadplegen. In het weekend gaan we meestal iets bezichtigen of shoppen in Osaka, Kyoto of Nara. In Kyoto hebben we het Jidai Matsuri bezocht. Op uitnodiging van de gastvader van een vriendin, hebben we ‘deelgenomen’ aan een heel ander matsuri (wat mij betreft veel leuker): Danjiri Matsuri. Iedere buurt trekt een soort van mikoshi (‘draagbare schrijn’) op wielen (danjiri) door de straten. In ruil voor de beste plaats hebben we samen met een groep studenten van een andere universiteit de enorme berg serpentine opgeruimd. We zijn twee dagen op studiereis geweest naar Fukui-ken. Doel van de reis was o.a. Eiheiji (Zen tempel) en de Tojinbo kliffen (waar men vaak zelfmoord pleegt). Maar het hilarische hoogtepunt was de Ryokan met onsen. Ik ga elke week naar een ‘gewone’ karateclub (geen saakuru) van mijn eigen ryuuha (‘school’) Kyokushinkai. Daar oefen ik niet alleen karate, maar ook het verstaan van Kansai-ben en de dojo-kun: ‘wareware wa shinshin wo renmashi kakkofubatsu no shingi wo kiwameru koto’ enz. in razende vaart. Na de tweede regel pik ik alleen nog wareware wa op. Het betreft hier overigens geen bushido fanatici, mocht dat beeld nu voor uw edele academische geestesoog opdoemen. Toen een uitleg over de zoveelste verzekering een beetje vastliep zei de sensei: eigo wo shaberarehen kedo. Dat is helemaal niet erg, maar... gewoon Japans? Uitgebreidere verhalen vind je op mijn weblog www.naniwa-nikki.blogspot.com. ~Aafke van Ewijk Ryuugakusei: Aafke van Ewijk • 33
かんこく
한국
door: Emily Maas
Ch’ingu: Examens op z’n Koreaans Emily doet eerstejaars Koreanistiek en Engels. In elke editie van de Tatanukiki vertelt zij over een interessant, merkwaardig of gewoon leuk aspect uit de Koreaanse cultuur. Op 18 november werden in Zuid-Korea de alles bepalende nationale toelatingsexamens voor universiteiten afgenomen. De examens hadden eigenlijk op 11 november moeten plaatsvinden, maar werden een week opgeschort vanwege de G20-summit die op dat moment in Seoul plaatsvond. Extra bussen en metro’s werden ingezet om de studenten op tijd naar de scholen te krijgen. Er werden maatregelen genomen om geluidsoverlast tot een minimum beperkt te houden. Tijdens een Engels luisterexamen mochten vliegtuigen niet landen en opstijgen. Verkeer mocht niet binnen een straal van tweehonderd meter komen van de scholen. Mensen gingen een uur later naar hun werk om files te voorkomen zodat studenten op tijd zouden komen. Studenten die alsnog te laat dreigden te komen kregen hulp van vrijwilligers die ze achterop hun motor bij scholen afzetten. Er wordt van alles gedaan om de examens zo soepel te laten verlopen. Kranten stonden vol met tips voor studenten en adviezen over wat te eten tijdens examentijd. Warenhuizen speelden hierop in door cadeaus te verkopen bestaande uit onder andere sticky rice cakes. Het bijgeloof luidt namelijk dat hierdoor zou kennis beter beklijven in het geheugen. De examens zijn levensbepalend voor vele Koreanen. Het speelt niet alleen een rol op de keuze van universiteit en hun verdere carrière, maar bepaalt ook bijvoorbeeld hun toekomstige partner. Het is duidelijk dat onderwijs een 34 • Ch’ingu: Examens op z’n Koreaans
hele grote rol speelt in Zuid-Korea. Nu is het niet zo dat écht alles afhangt van dit examen. De norm is dat 40% van het uiteindelijke cijfer bestaat uit de cijfers behaald op de middelbare school en 60% van de toelatingsexamens. Maar universiteiten zijn in principe vrij om te beslissen in hoeverre zij schoolresultaten laten meetellen in hun oordeel. De meeste universiteiten hebben ook een speciale screening, maar deze is voornamelijk bedoeld voor studenten uit bijvoorbeeld boerendorpjes of gehandicapten. Er waren meer dan 700,000 studenten die examen deden dit jaar. Slechts de helft kan toegelaten worden op een van de topuniversiteiten. De druk wordt nog hoger doordat er elk jaar studenten zich herinschrijven voor de topuniversiteiten omdat ze in het voorgaande jaar zijn afgewezen. De universiteiten nemen wel elk jaar meer mensen aan, dus herinschrijvers krijgen net als studenten die net hun examen hebben afgelegd een eerlijke kans.
Niet alleen is de druk hoog voor de studenten, ook voor de ouders voor de ouders is dit een zenuwslopende periode. Het bepaalt immers de toekomst van hun kinderen. Veel moeders baden voor hun kinderen in Jogyesa, de grootste boeddhistische tempel in Seoul. Zij zongen en bogen naar de Boeddha. Aan het plafond hangen allemaal lantaarns met namen van studenten en goede wensen. Ook andere tempels en ook kerken door het hele land werden druk bezocht. Ook de bekende K-Pop-artiesten moeten aan de examens geloven. De meest opvallende celeb dit jaar was Kim Chang Ryeol (36) uit DJ DOC. Hij had zijn middelbare school nooit afgemaakt en heeft daardoor zijn examens nooit kunnen maken. Dit jaar maakte hij zijn examens om een goed voorbeeld aan zijn kind te geven. Om het examen te halen, heeft hij wel de hulp ingeschakeld van een universiteitsstudent. Deze begeleidde hem door middel van verscheidene schema’s.
Noord-Korea valt Zuid-Korea aan Op 23 november vuurde het Noord-Koreaanse leger ongeveer vijftig granaten af op Yeopyeong, een ZuidKoreaans eiland. Hierdoor vlogen meer dan zestig woningen in brand en kwamen er twee militairen om het leven. Daarnaast raakten zeventien militairen en vier burgers gewond. Naoto Kan, de Japanse premier, heeft zijn ministers de opdracht gegeven informatie te verzamelen zodat ze, indien nodig, snel kunnen reageren. Het Westen vreest dat Noord-Korea een atoombom aan het ontwikkelen is. Houd vooral het journaal in de gaten voor updates! ~ Guan Ch’ingu: Examens op z’n Koreaans • 35
ちゅうごく
中國 SVS: Wha-Ho’s Wijze Woorden door: Wha-Ho Kruis
Wha-Ho is derdejaars Sinologe, maar bekend bij elke Japanoloog, Koreanist en overige Arsenaalbezoekers. Tevens het levende bewijs dat schoonheid en intelligentie niet als water en vuur zijn. Beste Tatanukiki lezers en lezeressen,
3000 euro: lekker puh. Naarmate ik dit stuk aan het schrijven ben krijg ik steeds meer allergische reacties voor Premier Hij-die-niet-genoemd-mag-worden en zijn louche achterban. De gemiddelde student begint op zijn achttiende met studeren. Dat is jong en het is niet meer dan normaal dat je eerste studiekeuze soms toch niet helemaal bij je past; het Arsenaal is het levende bewijs ervan, let maar op de slinking van het aantal studenten na het eerste semester. Het is in mijn ogen niet eerlijk om jonge mensen voor zo’n zware keuze te zetten met zulke (eventuele) dure gevolgen als ze de verkeerde keuze maken. Maar ja, sinds wanneer is het leven eerlijk? Helaas reikt mijn invloed op de politiek niet verder dan de keuken,toch wil ik jullie nog een opbeurend en hopelijk leerzaam gedicht meedelen die zeker nu van toepassing is:
Vorig jaar is door het voormalige SVS- en Tanuki bestuur het startsein gegeven om de verstandhouding tussen henzelf en de leden te verbeteren. Dit jaar wordt daar vrolijk mee door gegaan, maar hoe lang kun je vriendelijk blijven als er iedere dag luidruchtige Japanologen onder de trap zitten of de SVS voetbal wint met 7-2? Dat is inderdaad een moeilijke kwestie. Ikzelf blijf altijd maar vriendelijk lachen omdat ik geloof dat een glimlach een mens mooier maakt en zeker mij. Echter, ik ben erachter gekomen dat het niet uitmaakt hoe schattig ik blijf lachen of subtiel mijn boezem wat naar voren duw; ik blijf het mikpunt van spot voor de mannelijke Japanologen. Het is vast omdat ik geel ben. Goed, eigenlijk schrijf ik dit stuk om jullie te waarschuwen. Te waarschuwen voor de stukken ongeluk die momenteel ons land moeten gaan regeren en met een aantal mooie Nimmer moet ik ledig wezen; binnenkomers zijn begonnen. Natuurlijk inter- Alles doen met lust en vlijt. esseert politiek mij alleen als het mij zelf aan Bidden, leeren, schrijven, leezen, gaat en met namelijk mijn portemonnaie. Een Spelen, werken heeft zijn tijd. jaartje bestuur? Een stage in het buitenland? Wat voor activiteit dan ook die jou zelf zou kun- Hiëronymus van Alphen Proeve van kleine gedichten, 1778, p. 18 nen verrijken, het is ons niet meer gegund. De Nederlandse universiteiten kunnen Blijf rustig, het zwaard van Damokles hangt binnenkort als een slachthuis te werk gaan boven ons hoofd. en zorgen dat zij de maatschappij zogenaamd kwaliteitsvlees aflevert. Anders krijgen zij en ~ Wha-Ho Kruis de desbetreffende student ieder een boete van Sinologie 36 • SVS: Wha-Ho’s Wijze Woorden
Venice in China endless-ii.deviantart.com
SVS: Wha-Ho’s Wijze Woorden • 37
し
知っているか Wist-je-datjes? Wist je dat... ...de eerste professor Japans aan de Universiteit Leiden, Prof.dr J.J. Hoffmann, een student was van Siebold? ...Siebold een eigen Japanmuseum had aan het Rapenburg 19? ...de Siebold-collectie de grootste verzameling van Japanse voorwerpen buiten Japan is? ...er daarom nog steeds onderzoek naar gedaan wordt? ...een aantal planten die Siebold mee heeft genomen naar Japan nog steeds in de Hortus staan? ...alle studenten van de Universiteit Leiden daarom GRATIS toegang hebben tot het SieboldHuis? ...Seki-sensei ook wel eens een potje Taiko no Tatsujin speelt? ...de gemiddelde Tanuki-vergadering slechts een uur duurt? ...je tijdens een Algemene Ledenvergadering de portemonnee van Tanuki te zien krijgt? ...het manuscript van dr. Mark’s nieuwe boek ruim 700 pagina’s telt? ...de beroepenavond van Japanologie een groot succes was? ...de volledige oplage van afgelopen Tatanukiki in handen van de leden is beland? ...er zelfs een tekort ontstond (en wij onze oprechte excuses hiervoor aanbieden)? ...per deze Tatanukiki de oplage verhoogd is? ...niemand een citaat of wist-je-datje gestuurd heeft? ...we je namens het bestuur en de redactie een fijne kerst en gelukkig 2011 willen wensen? 38 • Wist-je-dat?
よていひょう
おくづけ
予定表
奥付
December 金 10 - Algemene Ledenvergadering 月 13 - Collegevrije week 火 15 - Rondleiding prof. Forrer in het SieboldHuis 月 20 - Tentamenweek 土 25 - Kerstmis en vakantie
LVSJK Tanuki
Kijk voor de meest actuele agenda op: www.tanuki.nl
ひ
こ
引っ越し? Ben je verhuisd? Stuur dan even een mailtje naar
[email protected] met je nieuwe adresgegevens zodat ons ledenbestand altijd up-to-date kan blijven. Bedankt! しゃしん
写真がある? Heb je zelf nog leuke kiekjes gemaakt tijdens Tanuki-activiteiten en wil je deze delen met de andere leden? Ook deze zijn welkom via het welbekende
[email protected]! か
書きたいか? Wil je ook wat schrijven voor de Tatanukiki maar ben je geen redactielid? Stuur dan je suggestie naar
[email protected] en misschien staat jouw stukje in de volgende editie!
Op de cover: Niet alleen om in de aankomende tentoonstelling van Hokusai te komen, maar ook om winterlijke sferen te raken: deze prent behoort tot de reeks van ‘Zesendertig gezichten op de berg Fuji, waarvan dit nummer 24 titel. De prent heet ‘Het Theehuis van Koishikawa. De ochtend na een sneeuwval.’
Arsenaalstraat 1 2311 CT Leiden
Bestuur Praeses Loraine Gilsing
[email protected] Ab-Actis Caspar Westelaken
[email protected] Quaestor & vice-voorzitter Bas Oostdijk
[email protected] Hoofdredacteur Guan van Zoggel
[email protected] Webmaster Tom Omes
[email protected] Assessor Joleen Blom
[email protected]
Tatanukiki-redactie Hoofdredacteur & vormgeving: Guan van Zoggel Redactieleden: Robert Beers Melissa Costa Liselore Goossens Emily Maas Pim Omes Tom Omes SVS-correspondentie: Daniëlle Drost Drukkerij: Labor Vincit Colofon • 39
‘s avonds een man...
...‘s ochtends een man Een Tanuki-activiteit is geen geldige reden om een college te skippen of te laat te komen! Wees verstandig! Wees een man! ... of een vrouw, ... of een kwee.