nummer 1, zomer 2015
STAAL MAGAZINE
1
Relatiemagazine van Staalbankiers
Nr.1 ZOMER 2015 JAARGANG 14
>
BANK IN VERANDERING Staalbankiers legt uit
+
BEPAAL DE WAARDE
van uw onderneming
+
Jurian en Rida Brekelmans van Landclub Ruinen:
LUXE KAMPEREN IN LA DOUCE DRENTHE
OBAMA’S LAKENS
gewassen door Gerard van der Kleij
STAAL MAGAZINE
2
INHOUD
32
10
14
3
nummer 1, zomer 2015
ZOMEREDITIE 2015
Hoofdredacteur Henrietta Smeekes vertelt waarom u deze artikelen zeker moet lezen
Bank in verandering De directie over de nieuwe koers van Staalbankiers PAGINA 6 Uit het dal? Goede en minder goede eco-
nomische ontwikkelingen op een rij PAGINA 10
Op naar Drenthe Waar je ouderwets én luxe kunt kamperen, bij Rida en Jurian Brekelmans PAGINA 14
LANDCLUBGEVOEL
Van aftrekpost naar lastpost
Wil Vennix belicht de knelpunten in ons belastingstelsel PAGINA 18
Intuïtie en creativiteit Maar ontwerpen
is vooral hard werken, vindt architect Frits van Dongen PAGINA 20
In een zomernummer past aandacht voor de zomervakantie. Campingeigenaren en covermodellen Rida en Jurian Brekelmans zijn na jarenlang in Frankrijk te hebben gewoond, neergestreken in Drenthe. Hun Landclub Ruinen houdt het midden tussen een terug-naar-de-natuur én een luxe vakantie gevoel: wakker worden met blote voeten in het gras, maar wel slapen in een goed uitgeruste safaritent. En dat hun concept werkt, blijkt wel uit het feit dat het bordje ‘vol’ vaak aan het hek hangt. PAGINA 14
6
20
Waarde bepalen van uw bedrijf
Drie manieren, elk met voor- en nadelen PAGINA 22
<
ONTWERPEN
Jantje Beton haalt kinderen naar buiten PAGINA 26
In STAALMagazine staan als altijd weer exclusieve verhalen van onze cliënten, wat hen beweegt en drijft in het leven, hun ondernemerschap . Zo werkt architect Frits van Dongen, de pensioenleeftijd al gepasseerd, nog steeds vol passie aan zijn stedenbouwkundige en architecturale projecten. Dat werk speelt zich eerst grotendeels af in zijn hoofd, vertelt hij, voordat het daadwerkelijk tot uitvoering komt. Jantje Beton (het goede doel dat kinderen ‘naar buiten haalt’) laat kinderen steeds meer hun eigen leefomgeving ontwerpen. Geen gebouwen, maar speeltoestellen in de vorm van een veelkleurige neushoorn bijvoorbeeld. Lees beide verhalen op PAGINA 20 EN 26
De lakens uitdelen Gerard van der Kleij is eigenaar van de grootste horecawasserij van Europa PAGINA 28 Fonds gezond geboren gunt elke baby een gezonde start PAGINA 32
Zomerlezen Zes financiële boekentips PAGINA 34
28
22
24
Spreiden De beleggingsmethode van Staalbankiers uitgelegd PAGINA 36
VERANDERING
Na zeven jaar hoofdredacteurschap heeft Angela Looyé de bank verlaten en het stokje aan mij overgedragen. Bij Staalbankiers gaat meer veranderen; belangrijk nieuws dat wij met u willen delen. In een openhartig interview leggen voorzitter Pierre Huurman en CFO Gert-Jan Bruijnooge uit wat er verandert en waarom en wat dat precies voor u als cliënt inhoudt. PAGINA 6 Veel leesplezier en voor wie op vakantie gaat: geniet! Reacties zijn altijd welkom op
[email protected]
Steffi Burgemeestre, horeca-ondernemer:
‘Mensen verwachten geen klein blond meisje, maar een zakenman’ PAGINA 24
RUBRIEKEN:
Voorwoord Pierre Huurman PAGINA 5 Cliënt@Staalbankiers PAGINA 9 Column Frits Wester PAGINA 17 Spotlight PAGINA 31 Bankier@Staalbankiers PAGINA 35 Vraagbaak PAGINA 39
DISCLAIMER Deze publicatie is uitsluitend bedoeld ter informatie en is geen aanbod noch een uitnodiging om een financieel instrument te kopen of te verkopen of om deel te nemen in een bepaalde beleggingsstra-
tegie. Elk voorbeeld gegeven in deze publicatie, geldt enkel ter nadere uitleg van het betreffende product. Aan deze voorbeelden kunnen geen rechten worden ontleend. Potentiële beleggers moeten zich bewust zijn van de risico’s verbonden aan financiële instrumenten en moeten alleen
overgaan tot een investeringsbeslissing met betrekking tot deze producten na voldoende beraad, in overleg met hun eigen adviseurs. Waarbij in overweging moet worden genomen of deze producten passen binnen hun eigen risicoprofiel. Hoewel de in deze publicatie gestelde feiten en
verstrekte opinies als juist worden verondersteld en zijn gebaseerd op betrouwbare bronnen, aanvaardt Staalbankiers geen enkele aansprakelijkheid voor enige schade in welke vorm dan ook, voortvloeiend uit het gebruik van deze publicatie of de inhoud daarvan. Staalbankiers wijst op de
mogelijkheid dat bepaalde informatie in deze publicatie na verloop van tijd verouderd is. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
Staalbankiers N.V. is statutair gevestigd te Den Haag aan de Lange Houtstraat 26, 2511 CW en ingeschreven bij de KvK Haaglanden onder nummer 27030700. Staalbankiers is geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten (www.afm.nl) te Amsterdam. Voor meer informatie over het toezicht
op Staalbankiers N.V. kunt u bellen naar de toezichtlijn van de AFM 0900-5400540. Reproductie, geheel of gedeeltelijk, is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van Staalbankiers. Deze publicatie is vervaardigd op 6 juli 2015.
COLOFON: STAAL magazine is een uitgave van Staalbankiers en wordt verspreid onder de clienten en relaties van Staalbankiers. Jaargang 14, nummer 1, zomereditie 2015. Hoofdredactie: Henriëtta Smeekes (Staalbankiers) Eindredactie: Maureen Land (Maters & Hermsen) Redactieraad: Erik Boelm, Linda van Hesse, Nicole van de Hoeve, Henriëtta Smeekes, (Staalbankiers), Maureen Land, Hester Sleeking (Maters & Hermsen) Concept: Maters & Hermsen Teksten: Maters & Hermsen Vormgeving en beeldredactie: Stephan van den Burg, Jan Peter Hemminga, Mascha Baarda (Maters & Hermsen) Lithografie: Mark Boon Photoretouch Drukwerk: SMG Groep Oplage: 7000 Heeft u vragen over diensten of onderwerpen behandeld in STAAL Magazine, neem dan contact Heeft u vragen diensten of onderwerpen behandeld in Staal magazine, neem dan contact op met uw bankier of Henriëtta Smeekes via 070-310 1825 of
[email protected]. Wilt u STAAL magazine niet meer ontvangen? Meld het uw bankier of de redactie. Redactie STAAL magazine Lange Houtstraat 26, Den Haag 070-310 1510
[email protected]
>
STAAL MAGAZINE
4
5
nummer 1, zomer 2015
Nieuws van de bank
ISAE-CERTIFICERING VOOR INSTITUTENDESK
<
VIJF STERREN VOOR STAALBANKIERS Staalbankiers heeft van Vermogensbeheer.nl vijf sterren gekregen. Het is de maximale beoordeling die deze onafhankelijke vergelijkingssite kan geven aan vermogensbeheerders. Vermogensbeheer.nl is opgericht om de markt van vermogensbeheerders transparant te maken door inzicht te geven in wat ze doen en door hun diensten met elkaar te vergelijken. Op de site van Vermogensbeheer.nl staan beoordelingen van ruim honderd vermogensbeheerders en Banken.
De Institutendesk, onderdeel van Staalbankiers, heeft in 2014 een International Standard on Assurance Engagement uitgebracht. De zogenoemde ISAE 3402 type II rapportage is specifiek gericht op institutionele cliënten. ISAE 3402 type II is een rapportage over het risicobeheerssysteem voor het verlenen van vermogensbeheerdienstverlening. Met behulp van dit ISAE 3402 type II rapport (en de onafhankelijke en objectieve beoordeling ervan door de onafhankelijke service auditor in een Assurance Rapport) laat Staalbankiers zien hoe interne beheersmaatregelen zijn opgezet en geïmplementeerd, en effectief
Voorwoord Pierre Huurman, directievoorzitter
werken om de vermelde interne beheersdoelstellingen te bereiken. Institutendirecteur Huub ten Holter: ‘Onze cliënten vragen steeds vaker om deze specifieke rapportage omdat het inzicht geeft in alle (security) processen. ISAE3402 geeft inzicht in alle processen, de beheersing van processen en security. Hiermee bieden wij onze Institutionele relaties optimale zekerheid over de kwaliteit van onze dienstverlening”. De Institutendesk beheert op maatschappelijk verantwoorde wijze vermogens van onder andere verenigingen, stichtingen en charitatieve instellingen met een vrij te beleggen vermogen vanaf 2,5 miljoen euro.
Beste lezer, I
Winnaar overall tevredenheid
k kijk terug op een zeer intensief halfjaar, waarin de bank een flinke verandering heeft ingezet. Staalbankiers gaat zich steeds verder ontwikkelen als gespecialiseerde private bank met vermogensadvies en vermogensbegeleiding als speerpunt. Door ons hierop te concentreren, verdwijnen standaardproducten uit ons pallet. Staalbankiers is er bovenal voor maatwerk en advies op maat. Om die reden hebben we onze hypotheekadministratie overgedragen aan Stater en hebben we ook een groot deel van onze kredietportefeuille naar Achmea Bank overgedragen. Uiteraard met alle zorgvuldigheid en controles die hiervoor vereist zijn. Want één ding staat bij Staalbankiers altijd voorop: de hoge kwaliteit van de dienstverlening. Die blijven wij bieden en die streven we ook bij onze partners na. De cliënt is daarbij altijd ons vertrekpunt en is de leidende factor in alle ontwikkelingen die de bank doormaakt. Het is voor ons een belangrijk ijkpunt dat wij afgelopen jaar zijn verkozen tot beste private bank. Vanuit deze mooie positie willen wij doorgaan met innove-
Beste Private Bank
Winnaar overall reputatie
Staalbankiers wenst u een mooie zomer!
Bron: Incompany 2014
220000218 Banier Staalbankiers 85x200.indd 1
31-10-14 10:53
ren en willen wij ook onze dienstverlening verbeteren. Op pagina 6 vertellen CFO Gert-Jan Bruijnooge en ik meer over de ingezette ontwikkeling en leggen wij u als cliënt de consequenties van deze focus op vermogensadvies uit. Er zijn meer verhalen dan over Staalbankiers alleen. Mooi is het altijd weer dat ons magazine vol staat met bijzondere en succesvolle verhalen van en over u, onze cliënten. Cliënten die net als de bijna honderdjarige bank blijven bouwen aan de toekomst. Het zal voor de zelfstandig ondernemers onder u herkenbaar zijn dat wij meer raakvlakken hebben. Dat ook wij alleen succesvol kunnen blijven bouwen aan de toekomst als we de kosten laag houden, de focus aanscherpen en investeren in waar wij echt goed in zijn. Dank voor het vertrouwen. Ik wens u namens de directie en alle Staalbankiers medewerkers een fijne zomer.
>
STAAL MAGAZINE
6
7
nummer 1, zomer 2015
BANK IN VERANDERING
<
Staalbankiers heeft zich de afgelopen jaren steeds sterker gespecialiseerd in private banking. Met de nadruk op vermogensadvies, vermogensbeheer en beleggingsadvies. Dit beleid zal de bank verder aanscherpen en dat zal leiden tot veranderingen voor cliënten. Wat verandert er precies en waarom? Directievoorzitter Pierre Huurman en CFO Gert-Jan Bruijnooge leggen uit.
>
TEKST LEONIE HAGE FOTO'S FRANK RUITER
Hoe ziet Staalbankiers er in de toekomst uit? Pierre Huurman (PH): ‘We blijven met overtuiging de private bank die veel tijd en energie steekt in onze cliënten: vermogende particulieren en instituten. We adviseren onze cliënten over hun vermogens. Samen met onze cliënten brengen we hun doelstellingen en hoe we deze realiseren in kaart. De adviezen vertalen we in overleg met de cliënt naar beleggings- en spaarproducten. Staalbankiers hanteert een specifieke beleggingsmethode, de Multi Asset Optimalisatie. Deze hoogwaardige en specialistische dienstverlening blijft bij Staalbankiers op nummer één staan. Daarbij verbeteren we onze dienstverlening constant. We zullen onze bank verder inrichten op onze belangrijkste doelgroep en we investeren alleen nog in producten en diensten die voor deze cliënten belangrijk zijn.’ Op welke doelgroep richt Staalbankiers zich, en met welke producten en diensten? PH: ‘We richten ons op cliënten met een vrij te beleggen vermogen van vijfhonderddui-
zend euro of meer. Deze cliënten bieden we advies over het vermogen, vermogensbeheer en beleggingsadvies.’ Gert-Jan Bruijnooge (GJB): ‘Dit is overigens geen nieuwe ontwikkeling, vijf jaar geleden zijn we gestart met een scherpere focus op vermogensbeheer en beleggingsadvies op basis van onze Multi Asset strategie. Nu is de tijd aangebroken om vervolgstappen te zetten.’ Betekent dit dat jullie ook afscheid nemen van cliënten? PH: ‘Ja, we nemen afscheid van cliënten die minder dan vijfhonderdduizend euro bij ons ondergebracht hebben.’ Een scherpere focus op vermogensadvies houdt in dat Staatbankiers een aantal activiteiten gaat afstoten of versoberen. Welke zijn dat? GJB: ‘We dragen de kredietadministratie over aan Stater N.V. Zij zijn marktleider op het gebied van de administratie rondom hypotheekportefeuilles. Tevens gaat een belangrijk deel van onze kredietportefeuille
Pierre Huurman (l) en Gert-Jan Bruijnooge:
Focus op de doelgroep en dienstverlening op één
STAAL MAGAZINE
8
9
nummer 1, zomer 2015
Cliënt
@STAALBANKIERS
Staalbankiers bouwt de vastgoed activiteiten af. GJB: ‘Staalbankiers heeft ervoor gekozen om de noodzakelijke vergunningen voor het plaatsen van nieuwe maatschappen niet aan te vragen en plaatst dan ook sinds 2011 geen nieuwe vastgoedmaatschappen meer. Staalbankiers is van plan ook de bestaande beheeractiviteiten in vastgoed over te dragen. De insteek is hierbij hetzelfde als bij de kredietadministratie: de bank gaat alleen in zee met een betrouwbare partij die garandeert dat de dienstverlening op hetzelfde niveau blijft.’ PH: ‘Dienstverlening zit ons in het bloed en het liefst zouden we iedere cliënt een totaalpakket bieden. Maar de marktomstandigheden dwingen ons tot het maken van keuzes. Dat is lastig, maar wel nodig om onze cliënten blijvend de beste service te kunnen bieden. Kortom, ons volledig richten op de dienstverlening, het adviseren over en beheren van het vermogen. Daarmee leveren we onze cliënten de meeste toegevoegde waarde. Het is ook de belangrijkste overweging voor cliënten om voor Staalbankiers te kiezen ’
Wat gaan cliënten merken van de gemaakte keuzes? GJB: ‘Staalbankiers is nummer één in private banking en we willen ook nummer één blijven. Omdat we ons met specifieke producten en diensten richten op een kleinere doelgroep, kunnen we onze investeringen - bijvoorbeeld op IT-gebied - volledig op hen aanpassen. Zo staat er voor 2016 een nieuw effectensysteem gepland, waardoor steeds meer informatie online beschikbaar zal zijn. We kunnen dus veel gerichter investeren. Een voorbeeld: het zakelijk en particulier betalingsverkeer heeft de afgelopen jaren veel kosten met zich meegebracht, denk bijvoorbeeld aan de overgang naar IBAN. Doordat we deze activiteiten verminderen, zetten we onze investeringen in op onze kernactiviteiten. Om het heel zwart-wit te zeggen, dalen de risico’s, de kosten en de inspanningen als we een aantal nevenactiviteiten laten vallen.’ Betekenen alle veranderingen ook iets voor de organisatie van de bank? PH: ‘Jazeker. Doordat we producten en diensten afstoten, moeten we helaas ook afscheid nemen van een aantal collega’s. Dat betreuren we natuurlijk zeer, maar uiteindelijk leiden al deze inspanningen tot een kostenefficiënte bank met een gezond risicoprofiel.’ Waarin onderscheidt Staalbankiers zich van andere private banken? GJB: ‘In de focus op onze doelgroep, cliënten met een vermogen van vijfhonderdduizend euro of meer. Daar zijn we goed in. We investeren in de relatie met onze cliënten en passen onze producten en diensten op hen aan.’ PH: ‘Niet voor niets vielen we vorig jaar flink in de prijzen. We zijn verkozen tot Beste Private Bank van 2014, met de Beste Reputatie en de Grootste Klanttevredenheid - volgens Incompany 100. En nu staan we bovenaan op de onafhankelijke vergelijkingssite van vermogensbeheerders (www. vermogensbeheer.nl). Dat resultaat willen we vasthouden, reden waarom we nu deze keuzes maken. Zodat we kunnen blijven werken aan de beste kwaliteit en dienstverlening voor onze cliënten.’
Al sinds 5 juni 1963 is de firma Elgersma op weg naar tevreden klanten. De allereerste opdracht: het verhuizen van een tegelhandel. Pierre Huurman: ‘Dienstverlening zit ons in het bloed’
Gert-Jan Bruijnooge: ‘We willen nummer één in private banking blijven’
ZEVEN CONCRETE VERANDERINGEN BIJ STAALBANKIERS. 1. Staalbankiers neemt afscheid van cliënten die minder dan 500.000 euro vrij te beleggen vermogen ondergebracht hebben; 2. De kredietadministratie wordt overgedragen aan Stater N.V.; 3. Er komt een gedeeltelijke overgang van de kredietportefeuille naar Achmea Bank; 4. Vastgoedbeheeractiviteiten worden afgebouwd en overgedragen; 5. Het betalingsverkeer bij Staalbankiers wordt vereenvoudigd; 6. Er komen betere toepassingen en beschikbaarheid op IT-gebied voor onze cliënten; 7. Er komt een nieuw effectensysteem begin 2016.
sluit Marjan af.
Jan Elgersma (74) deed dat in zijn eentje met zijn eerste eigen vrachtwagen. Drie weken lang sjouwen, drie ritten per dag. Nu telt het goedlopende familiebedrijf in Harderwijk een eigen vloot van 31 vrachtwagens, een warehouse van ruim 12.000 vierkante meter en 43 medewerkers. In dit middelgrote transportbedrijf zwaait dochter Marjan Moinat (48) samen met haar man Rudi de scepter. Het bedrijf is in de afgelopen vijftig jaar autonoom gegroeid, volgens de waarden van Jan Elgersma: wees spaarzaam en leen nooit van een ander. De crisis hebben ze -een beetje afgeslankt goed doorstaan, al spreekt Marjan liever niet van een crisis. ‘We zaten op een hele hoge berg, nu zitten we weer op normaal niveau.’ Natuurlijk zijn er uitdagingen, zoals een sterke concurrentie in de bedrijfstak. Of zoals Marjan het verwoordt ‘er zitten 13 vervoerders in een dozijn.’ Het bedrijf onderscheidt zich dan ook met specialistisch vervoer. Voor de chauffeurs van Elgersma Logistiek zijn vrachten met bijzondere afmetingen geen probleem, zoals grote spoelen voor de staalindustrie of scheepsmotoren. Alles voor de klant én met plezier werken, dat streven de Elgersma’s na. In de platte organisatie moet iedereen daarvoor evenveel zijn best doen. Het doel is die tevreden klant, persoonlijk contact staat hoog in het bedrijfsvaandel. Precies dat spreekt ook aan bij Staalbankiers. ‘Toch duurde het wel even voor mijn vader een afspraak wilde met onze bankier Marcel Geerlings’, vertelt Marjan lachend. ‘Zes jaar om precies te zijn.’ Vader Jan zag meer in sparen dan beleggen, dus spaarde hij aanvankelijk bij Staalbankiers. Inmiddels beleggen de Elgerma’s met gelden die ze niet snel nodig hebben, maar doen niets ondoordacht. ‘En dat past bij ons’,
>
TEKST MAUREEN LAND FOTO JIRI BÜLLER
<
over naar Achmea Bank. Dit is een zusterbedrijf binnen het Achmea-concern en gespecialiseerd in hypotheken. Onze eigen medewerkers van de afdeling kredieten verhuizen ook mee naar Achmea Bank. De dienstverlening blijft dan ook van hetzelfde hoge niveau, cliënten houden veelal dezelfde contactpersoon. Daarnaast gaan we het betalingsverkeer vereenvoudigen, zowel voor zakelijke als particuliere cliënten. Nu leveren we nog een breed palet aan betaalpakketten en spaarmogelijkheden. De ontwikkelingen in het betalingsverkeer volgen zich in razend tempo op; en op dat gebied kunnen wij niet de service bieden die we willen bieden. Gelukkig bieden andere partijen daarvoor voldoende mogelijkheden. Staalbankiers wil zich blijvend concentreren op het specialisme: vermogensadvies, vermogensbeheer en beleggingsadvies. Vanzelfsprekend hoort hierbij ook de mogelijkheid te sparen met het vemogen dat onze cliënten bij ons onderbrengen.’
10
STAAL MAGAZINE
11
nummer 1, zomer 2015
ECONOMISCH HERSTEL (OF TOCH NIET?)
<
De Nederlandsche Bank, het Centraal Planbureau, de Europese Commissie, ze zeggen het elkaar allemaal na: het economisch herstel zet nu echt door. In Europa, maar zeker ook in Nederland. Maar juichen ze niet te vroeg? STAAL Magazine zet het goede én (mogelijk) slechte nieuws op een rijtje. TEKST RODY VAN DER POLS ILLUSTRATIE LEONIE BOS
>
STAAL MAGAZINE
12
13
nummer 1, zomer 2015
Eerst het goede nieuws...
Z <
elfs de ANWB bevestigde het: de Nederlandse economie zit weer in de lift. Een andere verklaring kon de autoclub niet verzinnen voor de spectaculair toegenomen filedruk in het eerste kwartaal van 2015 van maar liefst 56 procent. Daarmee zet de trend die zich in 2014 al aftekende – een economische groei van 0,8 procent – onverminderd door. Althans, dat denken de meeste economen. Belangrijke motoren achter de economische opleving: de lage olieprijs, de zwakke euro en het Europese monetaire beleid om de rentes laag te houden. De rekenmeesters van het Centraal Planbureau (CPB) becijferden een verdubbeling naar 1,5 procent groei voor 2015 en de economen van de grote banken komen met soortgelijke voorspellingen. Het goede nieuws daarbij is dat het Nederlandse herstel zich in alle sectoren aftekent. Niet alleen in de exportsector, de traditionele motor van de Nederlandse economie. Die groeit volgens De Nederlandsche Bank (DNB) in 2015 met 3,7 procent. Ook de doorsnee Nederlander is weer bereid om het geld te laten rollen en zo de economie een boost te geven. Voor het eerst in meer dan zeven jaar is het consumentenvertrouwen positief. Onder invloed van het herstel op de huizenmarkt (de huizenprijzen stegen vorig jaar met 0,9 procent) gaven zij in het laatste kwartaal van 2014 meer geld uit aan meubels en elektronica, vooral nieuwe smartphones. En ook in 2015 groeit de particuliere consumptie met 1,8 procent volgens DNB. En dan het bedrijfsleven. De Nederlandse machinebouw, verwerkers van basismetalen als koper en staal en de transportsector maakten in 2014 een opvallende groei door. Deze industriële bedrijvigheid is meestal een signaal voor krachtige groei van de Nederlandse
economie. Ook nam het aantal faillissementen met een derde af ten opzichte van 2013. De betere bedrijfsresultaten vertalen zich door in de bereidheid van ondernemers tot (diepte) investeringen. In 2015 groeien de bedrijfsinvesteringen dan ook met 3,25 procent, zegt het CPB. Ook met de werkgelegenheid gaat het de goede kant op. Nam in 2012 en 2013 het totale aantal banen elk kwartaal af, sinds het tweede kwartaal van 2014 groeit het aantal vacatures weer. Vorig jaar kwamen er 79.000 banen bij en dus evenveel gezinnen waar het inkomen een flinke sprong maakte. Het herstel van de economie is ook gunstig voor het huishoudboekje van de overheid: het International Monetair Fonds (IMF) becijferde dat het begrotingstekort daalt van 1,4 procent dit jaar naar 0,5 procent in 2016, ruim onder de Europese norm van maximaal 3 procent. Ook met de staatsschuld gaat het de goede kant op. Die piekte volgens hetzelfde IMF in 2013 op 68,6 procent van het bruto binnenlands product (bpp). Via een daling naar 67,5 procent dit jaar en 65,6 procent in 2016, zou de schuld in 2020 overeenkomen met iets minder dan 60 procent van de omvang van de economie, zoals de Europese begrotingsregels voorschrijven. Het economisch herstel van Nederland staat niet op zichzelf. In 2014 was de groei van de Nederlandse economie precies gelijk aan het eurozone-gemiddelde: 0,9 procent. Volgend jaar doen we het, in Europees perspectief, net ietsje beter, zo becijfert de Europese Commissie. Dan groeit onze economie met 1,6 procent, terwijl voor de gehele eurozone een groei van 1,5 procent wordt verwacht. Ook de wereldeconomie herstelt zich in 2015 en 2016 verder, maar minder snel dan voor de crisis. IMF-directeur Lagarde noemde het de ‘Nieuwe Middelmaat’.
dan het (mogelijk) slechte nieuws
H
oe solide is het economisch herstel van Nederland? Zoals gezegd, de drijvende krachten hierachter zijn: de lage olieprijs, de zwakke euro en het beleid van de Europese Centrale Bank om de rente zo ver mogelijk naar beneden te duwen. Dit zijn allemaal factoren waarop we geen invloed hebben. Genoeg scenario’s denkbaar die deze gunstige omstandigheden kunnen ondermijnen. Denk aan een ‘Grexit’, oplopende politieke spanningen tussen Europa en Rusland rondom de Oekraïne, deflatie die verder doorzet, bubbles als gevolg van het goedkope geld en noem maar op. We hebben de afgelopen jaren te vaak gezien hoe situaties razendsnel kunnen escaleren om onze ogen er zomaar voor te sluiten. Maar het zijn niet alleen externe factoren die roet in het eten kunnen gooien. Ook bij de huidige stand van de Nederlandse economie zijn nog wel wat kanttekeningen te plaatsen. Neem nu de werkgelegenheid. Ondanks dat er vorig jaar 79.000 banen bijkwamen, telt ons land nog altijd 633.000 werklozen. Fors meer dan voor de crisis. Ter illustratie: per vacature zijn er ruim vijf werklozen, terwijl er in de zomer van 2008 nog evenveel vacatures als werklozen waren. Daar komt bij: de langdurige werkloosheid blijft stijgen. Van de werklozen boven de 45 jaar zit meer dan 60 procent een jaar of langer thuis. En het aantal mensen op de arbeidsmarkt groeit door het overheidsbeleid. Zo moeten bijstandsmoeders aan de slag en moeten we allemaal langer doorwerken door de verhoogde AOW-leeftijd. Bij de huidige economische groei zal de werkgelegenheid slechts stapje voor stapje verbeteren. Er is dus nog een lange weg te gaan voordat de Nawoord Tijdens de productie van dit Staal Magazine publiceerde De Nederlandse Bank op 8 juni rapport over de gunstige economische vooruitzichten. In een persbericht verklaart de bank: ‘De Nederlandse economie is in een hogere versnelling terecht gekomen. Door het aantrekken van de
schade van de economische crisis is weggewerkt. Dan de consumptie: het goede nieuws is dat Nederlanders voor het eerst sinds jaren weer bereid zijn het geld te laten rollen. Door de toegenomen koopkracht besteden zij dit jaar naar verwachting 1,25 procent meer. Toch moeten we ook dit in perspectief plaatsen. Anno 2015 is de reële koopkracht van de gemiddelde Nederlander nog altijd 4,5 procent lager dan in 2008 en de consumptie 2,5 procent lager. Een belangrijke rol spelen de nog altijd hoge hypotheekschulden. Ondanks dat Nederlandse huishoudens de afgelopen jaren massaal aflosten, is de totale hypotheekschuld nog ongeveer even groot als ons bruto binnenlands product. Zolang Nederlanders nog bezig zijn om hun huishoudboekje op orde te krijgen, blijft er sprake van economische groei met de voet op de rem. Een belangrijke rol bij het toegenomen consumentenvertrouwen spelen de huizenprijzen. Die hebben zich het afgelopen jaar in de meeste regio’s gestabiliseerd en zijn in de grote steden zelfs wat gestegen. Maar ook die ontwikkeling is uiterst fragiel. Allereerst werd de opleving vooral gedreven door kopers die nog wilden profiteren van de tijdelijk verruimde schenkingsregeling (ouders mochten tot 100.000 euro belastingvrij aan hun kinderen schenken voor de koop van een huis) en de minder strenge inkomensnormen tot 31 december 2015. Voor een groeiende groep jongeren zonder vaste baan blijft een eigen huis buiten bereik. En er ligt nog een ander gevaar op de loer: op den duur zullen de rentes – die nu extreem laag zijn – weer gaan stijgen, waardoor mensen fors minder kunnen lenen. Dan kan een nieuwe crisis op de huizenmarkt snel toeslaan…
binnenlandse bestedingen komt de Nederlandse economie in 2015 op stoom met een geraamde groei van 2%. Dat is de hoogste groei sinds 2008. De Nederlandse economie houdt dit groeitempo gemiddeld ook in 2016 en 2017 vast. De conjunctuur ontwikkelt zich daarmee positiever dan eerder werd voorzien. In lijn met
de positievere vooruitzichten daalt de werkloosheid, laten de overheidsfinanciën een beter beeld zien en neemt de inflatie licht toe’. Het rapport kunt u downloaden via de website van De Nederlandsche Bank www.dnb.nl.
>
14
15
JURIAN EN RIDA BREKELMANS WETEN WAT KAMPEERDERS WILLEN
LA DOUCE DRENTHE
<
‘Achter die koeien, daar begint het Dwingelderveld.’ Hoewel campingeigenaren Jurian (1963) en Rida (1960) Brekelmans niet uit Drenthe komen, voelen zij zich thuis in dit Nationale Park vol heidevelden, vennetjes, schapen en hunebedden. Waar iedere Nederlander eigenlijk een keer verplicht naar toe zou moeten. Maar in Drenthe blazen ze niet zo hoog van de toren. TEKST BART DE HAAN FOTO’S FRANK RUITER
D
it opmerkelijke ondernemersverhaal begint niet in Drenthe, maar in Frankrijk. Daar werkt bedrijfskundige Jurian Brekelmans rond de eeuwwisseling als operations manager in een fabriek voor elektronische componenten. En dat bevalt hem niet meer. Door een verplaatsing van de productie hangt een uitzending naar Azië in de lucht. Dat wil de expat zijn vrouw en kinderen niet aandoen. ‘We houden niet van het leven op een compound’. Bovendien staat Jurian, gezegend met twee rechterhanden, te popelen om eens serieus te gaan klussen. En zo ontstaat het plan om een ingedutte camping van een metamorfose te voorzien. In december 2001 vallen de twee als een blok voor een camping municipal. Met uitzicht op een château, want het is in de Loire-streek. Rida: ‘Door het achterstallig onderhoud heen zagen we de potentie.’
“Ik Vertrek”. In dat tv-programma slaat de Nederlandse ondernemersgeest vaak stuk op de klippen van Babylonische spraakverwarringen, te hoge ambities en een algeheel gebrek aan realiteitszin. Zo niet bij Jurian en Rida. Die wisten de valkuilen prima te omzeilen. Jurian: ‘We spraken de taal, onze kinderen waren al thuis in Frankrijk en we hebben altijd financiële reserves aangehouden voor tegenslag en uitbouw van succes.’ Wel versleten al zijn Franse collega’s Jurian voor gek toen hij ontslag nam. ‘Ondernemerschap heeft in het collectief georganiseerde Frankrijk niet veel status en het campingleven al helemaal niet.’ Maar Jurian en Rida zijn koersvaste types. Die laten zich niet door een stel Fransen van de wijs brengen. Maar goed ook, want met hard werken werd de eerste camping een doorslaand succes. En passant knapten ze ook nog een oude tabaksdrogerij op tot hun droomhuis.
Koersvast Even een tussendoortje. Op dit punt kunt u, als lezer, wellicht denken dat u bent aanbeland in een aflevering van
Bezinning De aanpakkers rusten niet op hun lauweren. Na drie jaar kunnen ze de opgewaardeerde camping in de Loire goed
>
STAAL MAGAZINE
16
17
nummer 1, zomer 2015
Column Frits Wester
< ‘ONZE EIGEN VAKANTIE HOEFT NIET LUXE’ Opvallende bekentenis: als Jurian en Rida zelf vakantie vieren, hebben ze geen behoefte aan het comfort dat ze anderen bieden. Met kinderen Anne, Christiaan en Sybrand kampeerden ze jarenlang in een De Waard-tent, zonder elektriciteit en stro-
mend water. Tegenwoordig gaan ze het liefst backpackend op pad met de fiets. ‘Als er tijd is, want eigenaars van een camping hebben zelf bar weinig vakantie.’
verkopen. Een nieuw campingproject in Bretagne, niet ver van de Atlantische oceaan, pakken ze in 2009 met dezelfde energie aan. Ze leggen zwembaden aan, laten sanitairgebouwen verrijzen en verdienen een extra ster. Na ruim vijf jaar weten ze, ondanks de crisis, hun tweede Franse camping opnieuw goed te verkopen. Een periode van bezinning breekt aan. Twee van hun drie kinderen staan op eigen benen. Jurian en Rida Brekelmans keren terug naar Nederland, het vermogen gaat in beheer bij Staalbankiers. ‘In Frankrijk bleven we buitenlanders, hoe geïntegreerd we ook waren’, zegt Rida. ‘Ik tenniste jarenlang met acht Franse vrouwen, maar onderlinge grapjes sloegen op het eind nog steeds niet aan.’ Dus verlaten ze het land waarmee ze in de loop der jaren een complexe haat-liefdeverhouding hebben gekregen. Neergestreken in Wassenaar bevalt het ze niet om een minder hectisch bestaan op te bouwen. Rida probeert wel een kantoorbaan, maar al snel kruipt het bloed waar het niet gaan kan. En dus gaan Rida en Jurian in Nederland op zoek naar een camping die de Brekelmans-touch kan gebruiken. Hun speurtocht eindigt in Drenthe. Hangbuikzwijntjes In de winter van 2013 gaan ze aan de slag in Ruinen. Hier kun je nog ouderwets kamperen, zonder te
hoeven afzien. Je stapt ’s ochtends met blote voeten in het gras (want dát is kamperen) maar je tanden poets je in een hypermodern toiletgebouw, met vloerverwarming. Die balans kent een gevoelige afstemming. In de Ruinense safaritenten ontbreekt het aan niets, maar een tv zul je er niet aantreffen. Een animatieteam vermaakt kinderen, maar naar een mascotte zul je vergeefs zoeken. Wel kan het kroost knuffelen met konijntjes. Of helpen bij het voeren van hangbuikzwijntjes Plien & Bianca. Kinderen mogen hier met takken slepen, hutten bouwen en in bomen klauteren. Als het regent, kunnen ze terecht in de binnenspeeltuin. Eén Frans campingritueel hebben Jurian en Rida meegenomen: ’s ochtends brood halen. Wie ’s avonds een formuliertje invult, kan de volgende ochtend eigengebakken broodjes en warme croissantjes ophalen bij de receptie. Investeerders gezocht In Drenthe hebben Jurian en Rida dat wat ze altijd al goed deden in een formule gegoten. Landclub heet het. Samengevat: ‘Kamperen in de natuur zoals vroeger, met het comfort van nu’. De ondernemers willen hun Landclub in Ruinen uitbouwen tot een keten van vergelijkbare campings in heel Europa. En voor die keten zoekt het stel investeerders. Geïnteresseerde geldschieters kunnen ze inmiddels hun indrukwekkende financiële palmares laten zien. Op hun Franse campings, Parc de Montsabert in de Loire en Le Bohat in Bretagne, wisten de ondernemers in drie jaar tijd de omzet te verdubbelen. Ook in Ruinen gaat het crescendo. Aanloopjaar 2014 was meteen een goed jaar. Rida: ‘Een Nederlandse camping heeft een andere aanpak nodig dan een Franse. De pieken liggen hier anders, het wisselvallige weer vraagt om meer infrastructuur, zoals een goed overdekt zwembad. Maar ik geloof dat we ook dat inmiddels in de vingers hebben.’ Tijdens de afgelopen meivakantie hing aan de poort drie weken lang het bordje “vol”.
www.landclubruinen.nl
E
Wat een geluk
en paar weken geleden reed ik met mijn vriend en collega Roelof Hemmen voor de vierde keer de Tulpenrally. In een bijna vijftig jaar oude Volvo Amazone in zes etappes van Italië naar Noordwijk. Niet helemaal meer een ‘gewone’ Volvo, maar een compleet opgevoerd rallybeest. Roelof zat als navigator de hele dag in de kaarten en ik achter het stuur, zo hard mogelijk aan het rijden. Verdiept in onze eigen werkelijkheid, zo’n tien tot elf uur per dag. De gespreksstof onderweg was beperkt tot instructies: scherp links na 600 meter, spoor, water, driesprong, noordoost uit, kerk, brug en ga zo maar door. ’s Avonds ging het gesprek met de andere deelnemers over motoren, bobines, banden, pk’s en bijna ongelukken. Kortom, de wereld van rallymensen en klassieke auto’s. Eigen werelden. Het zijn er veel. Ik zeil graag, in de wereld van platbodems, die van scherpe jachten, wedstrijdvaarders. Als ik mijn motor op een veerboot naar Schotland zet, betreed ik de wereld van motorrijders. Allemaal eigen werelden met een eigen vocabulaire. Niet anders dan in de voetbalwereld, de schaatswereld, de museumwereld, de theaterwereld (waar ik door mijn vriendin ineens kennis mee aan het maken ben), de muziekwereld of al die andere werelden waar ik misschien wat minder in rondloop - zoals de volleybalwereld, hondenfokwereld, volkstuintjeswereld, duivensportwereld en noem al die hobby’s en bezigheden maar op. En dan nog alle beroepsmatige werelden. Mijn politieke en journalistieke wereld, de tv-wereld, de kunst-
wereld, de artiestenwereld, de wereld van de voedselbanken, de agrarische wereld, de medische wereld, de bouwwereld en de bankenwereld. Allemaal eigen werelden met eigen gebruiken en codes. Zo verschillend en ook weer zo gelijk. Ik vind het fascinerend om in zoveel mogelijk werelden rond te lopen. Die soms samenkomen in het stadion, op een gala of in de kroeg, op het schoolplein, in de kerk. Ik vind het een voorrecht dat ik door mijn werk, maar ook door al mijn interesses en bezigheden in veel van die werelden rond mag rondstruinen. Vrij naar wat Rudi Carell in 1960 zong op het songfestival: ‘Wat een geluk dat ik ’n stukje van al die werelden ben’.
‘Eigen werelden. Het zijn er veel’
>
STAAL MAGAZINE
18
19
nummer 1, zomer 2015
KNELPUNTEN IN ONS BELASTINGSTELSEL
VAN AFTREKPOST NAAR LASTPOST
3
FISCALE VERSCHILLEN TUSSEN ONDERNEMERS EN WERKNEMERS
Den Haag praat steeds serieuzer over de herziening van ons belastingstelsel. Wil Vennix, voorzitter van Register Belastingadviseurs, ziet drie knelpunten die zouden moeten worden aangepakt.
‘E
r moet zeker ook iets gebeuren met de fiscale verschillen tussen ondernemers en werknemers. Een deel van degenen die voor de inkomstenbelasting worden aangemerkt als ondernemer zijn qua uitstraling en activiteiten nauwelijks te onderscheiden van werknemers. Het zijn veelal zzp’ers die sterk afhankelijk zijn van één opdrachtgever en nauwelijks ondernemersrisico hebben. En toch betalen zij duizenden euro’s minder belasting dan collega’s op de werkvloer die wel ‘gewoon’ in loondienst zijn. Niet eerlijk vind ik. Ik pleit daarom voor het aanpassen van de aftrekposten voor zelfstandigen. Het geld dat daarmee vrijkomt, moet gaan naar wat ik ‘echte ondernemers’ noem: bedrijven die voor substantiële bedragen investeren, risico’s lopen, voor innovatie zorgen en veelal ook personeel in dienst hebben. Ik zou zeggen: halveer de zelfstandigheidsaftrek en laat ondernemers dat terugverdienen via investeringen. En ja, dat is lastig, want je praat over verworven rechten.’
TEKST LEONIE HAGE FOTO'S LINELLE DEUNK
<
‘H
1
2
PENSIOEN IN EIGEN BEHEER
BOX 3: ONREDELIJKE TARIEVEN
et pensioen in eigen beheer voor de directeur-grootaandeelhouder (dga) was in de jaren negentig een mooie aftrekpost. Maar de laatste jaren hebben allerlei inperkingen ervoor gezorgd dat de meeste ondernemers er dolgraag vanaf willen. Van een aftrekpost is het een lastpost geworden. Want het bedrag dat ondernemers op hun balans zien staan voor de pensioenvoorziening zal in veel gevallen lang niet genoeg zijn voor de daadwerkelijke uitkering van het pensioen. Dat komt omdat het rendement vaak structureel lager ligt dan de vier procent rekenrente die de fiscus voorschrijft. Daarbovenop lopen de fiscale en de commerciële pensioenberekeningsmethodes door de extreem lage marktrente steeds
verder uit elkaar. Het is toch niet uit te leggen dat als je acht ton op je pensioenvoorziening hebt staan, je eigenlijk anderhalf miljoen nodig hebt om je verplichtingen waar te maken? Dat moet echt anders. Mijn oplossing: geef ondernemers de keuze. Er is zo veel mogelijk. Het bedrag geheel of gedeeltelijk vrij laten vallen, dividend laten uitkeren, laten afkopen of de pensioenrechten zodanig verlagen dat ze passen bij de fiscale boekwaarde. Bij al deze opties wordt er wel gewoon belasting betaald, vaak zelfs veel eerder dan bij een strikte toepassing van de pensioenregels het geval zou zijn. Wees niet te flauw, zou ik tegen de beslissers willen zeggen en ga soepel om met de regels. Alleen dan zal dit probleem in de toekomst niet meer bestaan.’
‘D
at er iets moet gebeuren met box 3 staat vast. Het systeem werkt en lange tijd was het gunstig voor ondernemers om zo veel mogelijk vermogen in box 3 te hebben en zo uit de ‘duurdere’ boxen 1 en 2 te blijven. Door de lage spaarrentes staat spaargeld tegen een extreem lage rente in box 3 ‘te niksen’. Onredelijk in mijn ogen, zeker voor kleinere vermogens. De oplossing is simpel: verlaag het belastingtarief op vermogen. De commissie-Van Dijkhuizen deed al eens een goed voorstel om voor box 3 uit te gaan van de gemiddelde spaarrente over de laatste vijf jaar. Minder goed was dan weer het voorstel om dit te financieren door bv-ondernemers zwaarder te belasten. Neem van mij aan, heel veel bv’s maken geen substantiële winst. Een verzwaring van lasten voor deze groep is momenteel echt niet aan te raden.’
Wil Vennix is sinds juni 2014 voorzitter van het Register Belasting Adviseurs en is daarnaast directeur-aandeelhouder van De Beer Accountants en Belastingadviseurs.
BETERE BELASTINGWETTEN Het Register Belastingadviseurs (RB) is met 7.500 leden de grootste fiscale beroepsvereniging van Nederland. Het RB behartigt de belangen van de beroepsgroep, zorgt voor opleidingen en ondersteunt leden bij de praktijkuitoefening. Daarnaast overlegt het
RB met overheid en politiek over de fiscale belangen van het MKB. Het RB voert in dat kader een nadrukkelijke lobby voor betere belastingwetten, en heeft daarbij vooral oog voor het MKB. Wil Vennix: ‘In de verkiezingsprogramma’s wordt het MKB vaak heilig
verklaard. Maar in de praktijk zie je helaas nog veel dat juist de kleinere ondernemers de dupe worden van maatregelen. De grote ondernemingen hebben uitstekende ingangen in Den Haag. Het MKB wordt te weinig gehoord, vindt het RB.’
>
STAAL MAGAZINE
20
21
nummer 1, zomer 2015
ARCHITECT FRITS VAN DONGEN
Londenhaven-Purmerend
‘HET VAK SPEELT ZICH AF IN MIJN HOOFD’ Spazio shopping centre-Zoetermeer
Wooncomplex Tricot-Winterswijk
De Gouden Eeuw van de architectuur en stedenbouw is door de crisis weliswaar voorbij, architect Frits van Dongen ziet overal om zich heen goede en inspirerende initiatieven ontstaan. TEKST HILDE DUYX FOTO’S VAN DONGEN-KOSCHUCH
<
H
The Whale-Amsterdam
Toren Courzandseweg, Heijplaat, Rotterdam
Concertgebouw Philharmonie-Haarlem
Conservatorium-Amsterdam
et is begin jaren tachtig en Nederland wordt geteisterd door een crisis. Frits van Dongen is dan net afgestudeerd aan de universiteit van Delft en start zijn eigen architectenbureau. In crisistijd? ‘Ik heb er destijds nooit bij stilgestaan’, zegt hij met een glimlach. ‘Ik wachtte niet af, maar ging er gewoon voor: creatief bezig zijn, nieuwe ideeën ontwikkelen, hard werken. Ontwikkelen, schrijven, ontwerpen, mock-ups bouwen, we deden alles in die tijd zelf. En het leuke is dat ik nu zie dat jonge architecten precies hetzelfde doen. Ze wachten niet af, maar komen zelf met goede, creatieve ideeën. Ze ondernemen. Ik heb wel eens gezegd dat de crisis mij niet lang genoeg kan duren, wat dit betreft dan. Er is nieuwe energie.’ Uitgebouwd Van Dongen bouwde sinds de jaren tachtig een enorme ervaring op als architect en stedenbouwkundige bij de Architecten Cie. Hij verwierf nationale en internationale faam met zijn woongebouw The Whale en zijn cultuurgebouwen: het nieuwe conservatorium in Amsterdam, de Heineken
> Music Hall en het alom geprezen concertgebouw van de Philharmonie in Haarlem. Deze laatste leverde hem in 2006 de BNA Kubus, de oeuvreprijs van de Bond van Nederlandse Architecten, op. In 2011, vlak na zijn vijfenzestigste verjaardag, werd hij gevraagd om Rijksbouwmeester te worden; adviseur van de regering op de terreinen van architectuur, stedenbouw en ruimtelijk ontwerp. ‘Daar heb ik lang over moeten nadenken, Nederland was inmiddels wel uitgebouwd. Toch heb ik ja gezegd, want het is goed om je brede ervaring in te kunnen zetten voor het land. We hebben onze aandacht gericht op de herbestemming van bestaande gebouwen.’ Driekwart jaar geleden werd Van Dongen benaderd voor de herontwikkeling van het Spuikwartier in Den Haag. Dit conflicteerde met het Rijksbouwmeesterschap, waarna hij die functie neerlegde. ‘Het kriebelde weer’, vertelt hij. ‘Ik ben nu volop bezig met mooie opdrachten, als mede-eigenaar van mijn bureau Van Dongen-Koschuch. Het zijn interessante tijden voor de architectuur. Er is meer aandacht voor kwaliteit, voor diversiteit op alle niveaus. Ik houd ervan om naar het brede perspectief te kijken
als ik ontwerp. Waar is behoefte aan? Wat willen de bewoners of gebruikers van een pand nu eigenlijk zelf? Ontwerpen gaat om het verbinden van ruimtelijke en sociaalmaatschappelijke oplossingen.’ Intellectueel proces En hoe houdt hij zijn werk nog steeds leuk? Hij zou tenslotte van een fijn pensioen kunnen genieten. ‘Iedere opdracht is weer anders’, legt Van Dongen uit. ‘Als je me hier ziet werken achter mijn bureau in Amsterdam, dan merk je daar niets van. Maar het vak speelt zich af in mijn hoofd. Het is een intellectueel proces waarbij alles samenkomt: intuïtie, ervaring, creativiteit. Ik blijf het een boeiend proces vinden. En natuurlijk komt hét idee ook wel eens zomaar ineens, alsof er een lampje boven je hoofd aangaat. Dat gebeurde bij het ontwerpen van het conservatorium. Ineens wist ik wat ze nodig hadden: een ‘spelend’ hart, een ontmoetingsplek voor studenten en docenten klassiek en jazz. Het is mooi als een idee zomaar ontstaat. Maar ontwerpen is voornamelijk heel erg hard werken, je ervaring en creativiteit inzetten en daar uiteraard ook veel plezier uithalen.’
STAAL MAGAZINE
22
D
e eigenaar had dertig jaar in zijn onderneming gestoken. En nu wilde hij met pensioen. Zijn kinderen wilden het bedrijf niet overnemen, de continuïteit ging hem aan het hart. Verkopen dus. Maar: hoe bepaal je de waarde van een onderneming? En is de som die deze waarde vertegenwoordigt groot genoeg om van te kunnen leven? Er zijn grofweg drie methoden om deze vragen te beantwoorden. Boekhoudkundig, door de Intrinsieke en Rentabiliteitswaarde te bepalen, met verhoudingsgetallen van koers en winst en met de Multiple Discontering van kasstromen of de discounted cash flow (DCF).
<
Sigarendoosje De meest eenvoudige manier om de waarde van een onderneming te bepalen, is door de intrinsieke waarde vast te stellen. Dat kan heel simpel op de achterkant van een sigarendoosje. Activa minus passiva is eigen vermogen, is de waarde van een onderneming. Eén probleem: deze methode is bijzonder ongunstig voor de verkoper. Want op geen enkele manier houdt de methode rekening met de economische waarde van een onderneming, zoals rendementen op de activa (waaronder investeringen) en het personeel. Door de rentabiliteitswaarde te bepalen, kun je daar wel rekening mee houden. Deze methode bepaalt de waarde van een onderneming door de rendementseis van een onderneming te delen door de winst. Een rendementseis is wat een investeerder graag van zijn geld terugziet. Die ligt voor een MKB-onderneming vaak hoger dan voor een beursgenoteerd aandeel. Dat komt omdat een aandeel in een MKB-onderneming minder liquide is. Aandelen zijn niet vrij in te ruilen voor geld, maar zitten in het bedrijf, de mensen, machines en gebouwen. Daarmee is het risico voor de investeerder - die zijn geld immers vastzet- ook hoger. Voor veel MKB-bedrijven zit die rendementseis vaak
ALLES VAN WAARDE IS TE BEPALEN
Hoeveel levert een onderneming op? Er zijn drie verschillende methoden die dat kunnen bepalen. En alle drie hebben zo hun voor- en nadelen. TEKST SEBASTIAAN VAN DER LUBBEN I.S.M. SENIOR PRIVATE BANKER JASON YANG FOTO THINKSTOCK
nummer 1, zomer 2015
tussen de vijftien en vijfentwintig procent. De rendementseis komt tot stand door de rentestand te vermeerderen met diverse risicopremies. Dat klinkt technisch, maar dat valt mee: een investeerder weegt het te verwachten rendement af tegen de bijbehorende risico’s om te kunnen inschatten wat hij met de onderneming gaat verdienen. Een eenvoudig voorbeeld maakt veel duidelijk. Stel, een onderneming heeft een winst van 100.000 euro en de rendementseis is 16 procent. Dan is de waarde van de onderneming 100.000 gedeeld door 0,16 ofwel 625.000 euro. Een heel eenvoudige berekening, met een heel groot nadeel: het houdt geen rekening met noodzakelijke of reeds gepleegde investeringen. Die kunnen in de (nabije) toekomst immers het rendement en de winst verhogen, waardoor er een andere verwachte waarde ontstaat. Zes keer winst Om wel rekening te houden met die investeringen, kijken analisten ook wel naar de verhouding tussen de koers van een bedrijf en de winst. Dit noem je de methode van de verhoudingsgetallen. Die verhouding tussen koers en winst wordt vermenigvuldigd met een multiplier op zijn beurt weer bepaald door een peer group, een groep vergelijkbare, beursgenoteerde bedrijven. Als blijkt dat andere ondernemingen zes keer de winst moesten betalen om overgenomen te kunnen worden, geldt die zes als multiplier voor de winst van het te verkopen bedrijf. Die koers-winstverhoudingen worden bijgehouden in indices en zijn voor veel beursgenoteerde bedrijven terug te vinden op internet of in databases van Bloomberg en Reuters. In het MKB vindt vaak een variant op deze waardeberekening plaats, maar dan toegepast op de EBITDA (Earnings before Interest, Tax, Depreciation and Amoritization). Analisten kijken naar de kasstromen binnen het bedrijf, naar de belastingen, de afschrijvingen en goodwill om deze som te vermenigvuldigen met een getal dat past bij het type onderneming. Afkijken bij andere, vergelijkbare ondernemingen maakt deze waardebepaling overzichtelijk en transparant. Alle marktinformatie en verwachtingen zijn immers in de uiteindelijke koersprijs verdisconteerd. De prijs van een aandeel drukt nu eenmaal het vertrouwen en de verwachte ontwikkelingen van de markt in het bedrijf uit. En daar zit ook direct de valkuil. Veel MKB-bedrijven hebben geen beursnotering. Er zijn vaak niet genoeg data om te vergelijken en dus een prijs te bepalen. En als die er wel zijn, kunnen markten bedrijven onder- of overwaarderen. Ze reageren dan ‘overspannen’ op ontwikkelingen in een bedrijfstak. Denk aan de internetbubble. Een derde probleem is dat een beurswaarde vooral een transactiewaarde is. De prijs van een aandeel drukt de bereidheid van een handelaar uit deze voor het aandeel te betalen. Die prijs drukt niet de waarde van een onderneming uit.
23
‘Simpel: Activa minus passiva is de waarde van een onderneming’ Om al deze bovengenoemde bezwaren weg te nemen, bestaat er een derde methode voor de waardebepaling van een onderneming: het contant maken van de cash flows of de kasstromen binnen een bedrijf. Die kasstromen geven veel informatie over de rendementen en de investeringen, ergo over de bedrijfsvoering. In deze methodiek bepalen verwachte geldstromen de waarde van het bedrijf en wat de toekomst brengt. Heel belangrijk, want een koper koopt geen historische prestaties, maar een toekomstig te verwachten rendement. Nog iets preciezer geformuleerd: hij koopt vrije kasstromen - een technische rekensom waarbij kapitaalstromen in het bedrijf worden omgezet in een waarde van dat bedrijf. Die rekensom kan er bijzonder indrukwekkend uitzien, maar bevat ook subjectieve keuzes. Wat doet een investering? Wat doet een markt? Welke structurele en incidentele gebeurtenissen staat de koper nog te wachten? Is de rente te laag of te hoog ingeschat? De waardebepaling van een onderneming komt op deze wijze neer op de waardering van de uitgangspunten waarmee die waarde wordt uitgedrukt. Anders gezegd: waarde en waardebepaling is een sociaal definitieproces. De uitkomst van de som is belangrijk, maar een succesvolle bedrijfsovername staat of valt vooral bij het gesprek tussen minimaal twee partijen die op eigen wijze hun argumenten wegen om over de prijs tot een overeenstemming te komen. Price is what you pay Bij de discounted cash flow-methodiek zijn de toegevoegde waarde van een bedrijf en de (noodzakelijke) voorwaarden waaronder die geleverd kunnen worden van belang. Hoe is bijvoorbeeld essentiële kennis geborgd in de onderneming, of loopt die met de verkoper de deur uit? Levert een bedrijf voor één of meerdere klanten (concentratierisico) en is het bedrijf wel ‘fit’ genoeg om zich aan veranderende omstandigheden aan te passen? Allemaal belangrijke vragen waarvan de antwoorden direct bijdragen aan de waardebepaling van een onderneming. Want, zoals Warren Buffet zei: “Price is what you pay. Value is what you get.”
Wilt u meer informatie over de waarde van uw onderneming? Neem gerust contact op met uw Staalbankier.
>
24
9
VRAGEN AAN Steffie Burgemeestre
<
In elke STAAL Magazine 9 persoonlijke vragen gekozen uit een lijst van 109 vragen. Een cliënt van Staalbankiers antwoordt. TEKST SABINE DE LUCHT FOTO LINELLE DEUNK
STAAL MAGAZINE
nummer 1, zomer 2015
25
1
Wat is uw lijfspreuk? ‘“Hard werken loont”. Als je hard werkt en al je energie ergens in stopt, krijg je er veel voor terug. Neem bijvoorbeeld de groeiende populariteit van onze horecaketen Bulls & Dogs (chique hotdogkraam in de Amsterdamse Foodhallen, red.). Zoiets bereik je niet als je in het weekend rust neemt. In plaats daarvan staan we in onze vrije tijd op grote festivals om ons bedrijf te promoten.’
2
Bent u een prater of een poetser? ‘Absoluut een prater. Ik neem altijd het voortouw tijdens presentaties. Dat levert soms wel gekke situaties op. Mensen verwachten geen klein blond meisje maar een zakenman. Als ik ergens binnenloop, begin ik altijd met een achterstand. Wanneer ik dan toch de opdracht binnenhaal, geeft dat veel voldoening.’ wat lijkt u op uw vader of uw moeder? 3 In ‘Mijn ondernemerschap is er met de paplepel ingegoten. Op zakelijk vlak lijk ik ontzettend veel op mijn vader. We kijken op dezelfde zakelijke en harde manier naar de wereld. Op persoonlijk vlak ben ik een kopie van mijn moeder. Ik ben heel zorgzaam voor de mensen die dicht bij me staan en lijk een open boek, maar wat er echt in me omgaat, hou ik voor mezelf. Een mix van allebei dus. Op mijn werk ben ik een harde tante: als dingen me niet aanstaan, zeg ik dat gewoon. Privé ben ik vaak veel zachter. Zo koel als ik op de zaak kan zijn, zo empathisch kan ik thuis zijn.’
4
Wanneer heeft u voor het laatst heel hard gelachen? ‘Vorige week nog tijdens het weekend van De Rollende Keukens, tientallen mobiele eetgelegenheden bij elkaar op het terrein van de Amsterdamse Westergasfabriek. Ik stond samen met mijn beste vriendin en een paar meiden en jongens achter een kraam. We werkten met nummertjes en toen het nummertje ‘180’ voorbij kwam riepen we keihard in koor ‘onehundred-and-eighty’: wat ze bij dartwedstrijden ook altijd roepen. Het was laat en we waren melig. Maar ik heb wél erg gelachen.’
‘Op mijn werk ben ik een harde tante’ 6
Wat is het beste advies dat u ooit kreeg en van wie? ‘Als je moe bent, dan ben je pas halverwege: dat zegt mijn verloofde altijd als we ergens tot diep in de nacht aan het werk zijn. Je bent als ondernemer nooit klaar. Thuis ligt er nog administratie te wachten of een andere klus. Pas wanneer het werk echt helemaal gedaan is, lig je – ook al is het heel laat - toch nét wat lekkerder onder de wol.’
7
U verliest al uw geld in een klap, wat doet u? ‘Dan stop ik alles wat ik over heb in een rugzak, stap ik op het vliegtuig en reis ik de hele wereld over om andere mensen te leren kennen en inspiratie op te doen. Daarna begin ik helemaal opnieuw. Alles verliezen is natuurlijk super eng, maar het geeft je wel kracht om iets nieuws te beginnen. Zeker nu we nog zo jong en flexibel zijn, zonder gezin of vaste woonplaats.’
8
Een diner voor twee, wie neemt u mee? ‘Mijn verloofde natuurlijk. We zijn twee handen op een buik. Dan gaan we naar The Test Kitchen in Kaapstad: het beste restaurant van Zuid-Afrika. Het vakmanschap proef je bij elk gerecht. Ze stoppen liefde in hun eten, dat proberen we ook bij Bulls & Dogs te doen.’
9
Waar staat u over tien jaar? ‘Dan combineer ik het beste van twee werelden: een aantal vestigingen van Bulls & Dogs in Europa en een huisje, plus gezin, in Kaapstad. Ik zou nooit mijn werk volledig kunnen opgeven. Mijn verloofde en ik gaan het huishouden en de opvoeding van de kinderen samen doen. Ik word geen huisvrouw en hij wordt geen huisman.’
5
Wie is uw held? ‘Linda de Mol. Die vrouw is een keiharde werker. Ze heeft misschien haar naam mee, maar ze heeft alles zelf gedaan. Mijn vader is een grote ondernemer, soms heb ik er profijt van dat ik zijn dochter ben. Maar ik werk in mijn eigen branche en heb mijn eigen bedrijf. Dat heb ik zélf bereikt.’
Steffie Burgemeestre (28) heeft een eigen (food)styling bedrijf. Ze zorgt ervoor dat het eten op de foto’s van haar klanten er mooi uitziet. Burgemeestre werkt onder andere voor Gall & Gall en Albert Heijn. Sinds januari 2015 is de jonge onderneemster mede-eigenaar van horecaketen Bulls & Dogs.
>
STAAL MAGAZINE
26
ten veilig te bewegen. Die is niet zo groot als volwassenen aannemen. Neem de buurt waar hij zelf groot werd, Ondiep, in Utrecht. Op steenworp afstand van de flat waar Jantje Beton nu kantoor houdt. De stenen muurtjes die de tuin afscheidden van de stoep en waarop peuters en kleuters steevast op- en afsprongen als ze er langs liepen, zijn vervangen door houten palen met punten. ‘Het achterpad tussen de huizenblokken, ontsloten door slechts een poort, was goed voor eindeloos verstoppertje spelen. Nu is de gang afgesloten met traliehek en prikkeldraad. Het zijn veelzeggende details die illustreren hoe we met onze openbare ruimte omgaan: regulerend, beperkend. Voor kinderen is dat allesbehalve vrij.’
<
JANTJE BETON HAALT KINDEREN NAAR BUITEN Zijn hart ligt bij spelen. Want als het kind in je verloren gaat, heb je bij Jantje Beton niet meer zoveel te zoeken. Daar waakt directeur Rob van Gaal (60) wel voor. Net als voor de missie die na bijna vijftig jaar nog fier overeind staat: laat alle kinderen veilig buiten spelen. TEKST GALIËNE GERRITSEN FOTO’S MICHIEL WIJNBERGH
W
ie zal zich later herinneren dat hij altijd zo leuk op een wipkip heen en weer bewoog? Niemand natuurlijk. Maar je weet straks nog wel dat je vroeger op een bontgekleurde neushoorn kon klauteren in het park bij jou om de hoek. Directeur Rob van Gaal wil maar zeggen: de focus mag verschoven zijn, Jantje Beton is nog niet klaar met zijn ideaal. Dat was namelijk de gestelde vraag. Ooit werd het fonds Jantje Beton opgericht door een aantal landelijke organisaties die zich verontwaardigden over de
verstedelijking van Nederland. De opkomst van hoogbouw en een steeds drukker straatbeeld maakten het minder aantrekkelijk om buiten te spelen. Dat stond de ontwikkeling van kinderen in de weg. In welke omstandigheden dan ook, overal gebruiken kinderen hun spel om hun leven vorm te geven, getroost te worden en met een gegeven situatie te dealen. Ze leren naar creatieve oplossingen te zoeken en risico’s te nemen. Buiten spelen is dus een must. ‘Dát verandert niet’, stelt Rob van Gaal. Maar wat ook onveranderd is, is de vrijheid van een kind om zich bui-
27
nummer 1, zomer 2015
Bleekneusjes Toch is er wel wat veranderd, vult Rob van Gaal aan. Richtte Jantje Beton zich in beginsel op het leed van individuele bleekneusjes, nu behartigt de organisatie de belangen van alle kinderen in Nederland en is Jantje Beton niet alleen maar fondsenwervend, maar voert het ook projecten uit. Daarin zoekt de organisatie de samenwerking op met andere partijen. En vooral met kinderen zelf. Speelweefsels, noemt Van Gaal dat. Netwerken in de buurt die de handen ineen slaan om de leefbaarheid voor kinderen te vergroten. Stokhasselt in Tilburg is een mooi voorbeeld. In de typische jaren ’60 wijk waar een op de twee huishoudens op bijstandsniveau leeft, maakten gemeente en Jantje Beton zich samen met drie scholen, een parkbeheerder, de kinderboerderij, welzijnsorganisaties en woningbouwcorporatie sterk voor een speelveilige buurt. Met vernieuwde, uitdagende plekken die met elkaar verbonden zijn door kindvriendelijke routes. ‘Ontworpen door de kinderen zelf’, zegt Van Gaal niet zonder trots. Door ze rechtstreeks te betrekken bij hun leefomgeving, maak je hen niet alleen mede-eigenaar, maar vormen ze tegelijk jouw speelse inspiratiebron. Zodoende kwam de neushoorn in beeld. ‘Een hufterproof kunstobject, bestand tegen spelende kinderen. Een vrolijke noot tussen het groen van het park en passend naast de kinderboerderij.’ Vogelnestjes Jantje Beton leunt voornamelijk op inkomsten van de nationale collecte, sponsors, nalatenschappen en loterijen. Maar door de economische crisis van de afgelopen jaren staan die geldstromen onder druk. ‘Het is belangrijk voortdurend naar nieuwe wegen te zoeken’, licht Van Gaal toe. Daarom heeft de organisatie onlangs intern een nieuwe structuur neergezet en zoekt het naar vernieuwing op het gebied van ondernemerschap. Samenwerken met andere partijen past daarbij. Er ligt, ook namens Vogelbescherming
Nederland, een subsidieaanvraag bij het Prins Bernhardcultuurfonds om 200 vogelnestjes op te hangen bijvoorbeeld. In elkaar gezet door mensen van een sociale werkplaats en geschilderd door basisschoolkinderen. De buitenspeeldag op 10 juni jongstleden werd mede ondersteund door televisiestation Nickelodeon; midden op de woensdagmiddag ging het beeld op zwart. ‘Inderdaad, een statement!’, vindt ook Van Gaal. ‘Daar moeten er meer van komen.’ Moralistisch Begin dit jaar werd het NUSO, de koepel voor speeltuinverenigingen, onderdeel van stichting Jantje Beton en werden de geldstromen van beide organisaties samengevoegd. Via die weg ontstond de relatie met Staalbankiers. Voorlopig, benadrukt de directeur. Eerst moet er een nieuw beleggingsstatuut komen dat de Raad van Toezicht nog moet goedkeuren. ‘Daar zijn we erg nauwkeurig in’, legt hij uit. Niet zonder reden. Vijf jaar geleden kwam Jantje Beton slecht in het nieuws; met het geld dat de organisatie had belegd, werd (via omwegen) door hun toenmalige bank geïnvesteerd in clusterbommen. De hoos aan negatieve publiciteit die dat opleverde, voorkomt Jantje Beton voortaan liever. Beleggingen mogen op geen enkele manier een link hebben met praktijken die kinderen schaden, is het credo. Met name kinderarbeid is een heet hangijzer. ‘We gaan ver in ons onderzoek om dat veilig te stellen, dat kost de nodige tijd. Als ouder ben ik misschien iets minder moralistisch, maar als Jantje Beton stáán we ergens voor. Duurzaamheid en veiligheid staan hoog in ons vaandel, dat willen we ook waarmaken, tot in detail.’
>
Rob van Gaal: ‘Onze neurhoorn is hufterproof’
STAAL MAGAZINE
28
29
nummer 1, zomer 2015
OP BEZOEK BIJ DE GROOTSTE HORECAWASSERIJ VAN EUROPA
VAN DER KLEIJ DEELT DE LAKENS UIT <
Gerard van der Kleij:
‘Er is hier veel vrijheid, ik probeer een familieachtige sfeer te creëren’
Gerard van der Kleij waste het sloop van Obama. Toch heeft de directeur liever een normale werkdag. Het familiebedrijf in De Meern verzorgt al 155 jaar, vijf generaties lang, het linnen voor hotels en restaurants. ‘In het nieuwe pand aan de A2 wassen we straks 1 miljoen kilo per week.’
B
TEKST ELLEN WEBER FOTO LARS VAN DEN BRINK
lauwe zakken met vuil wasgoed bewegen zich voort boven het hoofd van Gerard van der Kleij. Elke 90 seconden wordt er automatisch een zak met 50 kilo geleegd in de wasmachine. De megamachine bestaat uit zeventien kamers, het duurt een half uur voordat het wasgoed er fris uitkomt. Via de lopende band belandt de baal geperste lakens in de droog- en strijkruimte. In deze fabriekshal heeft ieder zijn taak. Lakens in de machine leggen zodat ze er gestreken én gevouwen weer uitkomen, handdoeken stapelen, trolleys met badjassen naar de vrachtwagen rijden. De namen op de rolkarretjes verraden dat Van der Kleij voor tophoreca en sterrenrestaurants werkt. Wekelijks gaat er 400 duizend kilo textiel door de handen van de 150 medewerkers. Behalve een wasserij is dit ook een linnenverhuur.
>
STAAL MAGAZINE
30
Spotlight
Daarnaast probeert Van der Kleij continue te verbeteren op energie- en waterbesparing. Samen met machineleveranciers ontwikkelt hij concepten om energie en water terug te winnen. Warm afvalwater wordt bijvoorbeeld opgeslagen in een waterbassin. Na filtratie gaat het water warm de wasmachine weer in, zodat er geen energie wordt verspild aan het verwarmen. Ten opzichte van reguliere wasserijen haalt Van der Kleij een besparing tot 40 procent, zonder dat het ten koste gaat van de kwaliteit. Ook is er geen verloren productiecapaciteit. Machines zijn continu benut, lopende banden altijd gevuld.
<
Gerard van der Kleij: ‘De mens is het kostbaarste deel van dit bedrijf’
Van der Keij: ‘Ik koop graag zelf het linnen dat ik was, dan weet ik tenminste dat de kwaliteit goed is. Bovendien heb je dan met één stop twee keer rendement: door het leasen én door het wassen.’ De directeur vertelt wat hij nog meer doet om klanten te ontzorgen. Met hotels denkt hij mee over slimme kostenbesparingen. ‘Ik denk mee over de aankleding van badkamers en het opmaken van de bedden. Een binnenhuisarchitect kan iets prachtigs bedenken, maar wij weten welke materialen lang meegaan en of iets onderhoudsvriendelijk is, zodat de kosten beheersbaar blijven.’ In korte broek En het wassen, dat behelst meer dan wasgoed nat maken, uitwringen en strijken. Het proces is zoveel mogelijk geautomatiseerd. Daar waar werknemers iets moeten doen, heeft Van der Kleij het zo ergonomisch mogelijk ingericht zodat niemand last krijgt van zijn rug. ‘De mens is het kostbaarste deel van dit bedrijf. Ik wil dat mijn personeel in een plezierige werkomgeving kan functioneren.’ Iedereen is geconcentreerd bezig, hier en daar wordt er wat gekletst. Niemand laat zich opjutten door de razende machines. Bedrijfskleding is er niet. Poolse vrouwen lopen in hemdjes, een Afrikaan in een korte broek en weer een ander draagt een overhemd. ‘De een heeft het warm, de ander koud. Mensen mogen zelf weten wat ze aantrekken. Er is hier veel vrijheid, ik probeer een familieachtige sfeer te creëren. Dat lukt aardig: de doorstroming is gering en het ziekteverzuim ligt onder de 2 procent.’
Obama’s lakens Wassen voor bedrijven of ziekenhuizen ziet Van der Kleij niet zitten. ‘Ik wil bij mijn leest blijven. Bovendien heb ik voldoende klandizie in de horecabranche.’ Uit heel Nederland weten hotels en restaurants het familiebedrijf te vinden, al bevindt 80 procent van de klanten zich binnen een straal van 100 kilometer rond De Meern. De range is groot, het gaat van restaurants die honderd servetten per week laten wassen tot hotels waar Van der Kleij dagelijks een trailer vuile was ophaalt. Tijdens de nucleaire top mocht hij het beddengoed van Obama en Xi Jinping, de president van China verzorgen. ‘Leuk natuurlijk, maar dan ben je zoveel tijd kwijt met extra controles. Geef mij maar een normale werkdag! De fijnste klant is de klant waarmee je een relatie opbouwt. Die je door en door kent, zodat je precies aanvoelt welke behoefte hij heeft.’ Verbouwingskosten: 20 miljoen De nieuwbouw aan de A2 wordt vijf keer zo groot en gaat 20 miljoen euro kosten. Is het niet een enorm risico om zo’n groot pand te bouwen? ‘Ondernemen ís risico nemen’, zegt Van der Kleij nuchter. Om geen onnodige risico’s te nemen, gebeurt de uitbreiding gefaseerd. ‘De huidige wasserij is te klein; we zitten nu op 125 procent van ons kunnen. We zetten de nieuwe wasserij bewust veel ruimer op, zodanig dat we de machines er modulair in kunnen schuiven. In de eerste fase bouwen we drie keer zo groot. Naar behoefte kunnen we uitbreiden. De eindsituatie is al uitgedacht.’ Van der Kleij heeft goede verwachtingen over de economie. ‘De vrijetijds- en zakelijke markt trekt aan. Hotels breiden weer uit, congressen worden steeds groter. Conference calls waren een tijdje in, nu worden live ontmoetingen weer meer gewaardeerd. De grote zakelijke diners zijn soberder geworden, maar de hotelbezetting trekt aan. Hier baseer ik mijn gevoel op, dat er nog een markt te winnen valt. Onze nieuwe wasserij kan straks 1 miljoen kilo wasgoed per week aan.’
31
nummer 1, zomer 2015
In deze rubriek aandacht voor bedrijven en interessante initiatieven van cliënten van Staalbankiers.
SOULFOOD: HOTTE HOTDOGS
PAREL VAN DE POLDER Voor een uitdagend potje golf bent u bij de Openbare Golfclub Dronten (OGD) aan het goede adres. De baan ligt in een bosrijke en heuvelachtige omgeving waardoor spelers er écht even uit zijn. Met uitgebreide oefenfaciliteiten zoals een driving range en een overdekte afslagplek kunnen beginners in alle rust kennis maken met de golfsport. Ook gevorderde golfers hoeven zich niet te vervelen: de par 33-baan heeft een lengte van 2.146 meter en is door de compositie van de holes, tussen de bomen, zeer uitdagend. Negen holes zijn in een bosrijk stukje in de polder aangelegd. Dat zorgt voor een mooi uitzicht tijdens het golfen. Eigenaars Rianet van der Ven en Mike Woltering toverden in 2009 het braakliggend terrein in de Flevopolder om tot een glooiende golfbaan. In maart 2015 werd OGD door bezoekers van Leadingcourses.com, vergelijkingswebsite voor golfbanen, uitgeroepen tot ‘de parel van de polder’. Bent u nieuwsgierig geworden? Op de website van de golfbaan staan 360 graden foto’s die een indruk geven van het hele terrein. Mocht u de baan willen bezoeken, bekijk dan eerst even de specifieke kledingvoorschriften op www.golfenindepolder.nl
Bulls & Dogs geeft een eigen draai aan het klassieke concept van de New Yorkse hotdog. Ze maken geen gewone hotdogs maar ware kunstwerkjes met poëtische namen als The Funky Fresh Dog, The Luxurious Dog en The Texas Hot Link. De jonge ondernemers Thijs van Koesveld en Steffie Burgemeestre (lees ook het interview met Steffi op pagina 24) gaan schuil achter deze creaties. Samen met hun vleesmolen Gerda maken ze worsten van lamsvlees, varkensvlees, rundvlees en zelfs van sojabonen. Iedere hotdog zijn eigen saus en topping. Inmiddels heeft de hippe hotdogkraam een vast onderkomen in De Foodhallen in de voormalige tramremise De Hallen in Amsterdam-West. Ook staan Thijs en Steffi regelmatig met hun twee foodtrucks op evenementen, trouwerijen of festivals in België en Nederland, zoals bij Rollende Keukens in de Westergasfabriek. Het tweetal wil met Bulls & Dogs van fastfood weer ‘soulfood’ maken waar je geen genoeg van kunt krijgen. Vandaar ook het motto: ‘I only eat hotdogs on two occasions, when it’s my birthday and when it’s not!’. In de toekomst hopen de jonge ondernemers meer vaste restaurants te openen. www.bullsanddogs.com Foodhallen, Bellamyplein 51, Amsterdam
>
STAAL MAGAZINE
32
Z
wangerschap en geboorte. We zijn er zo aan gewend dat het allemaal goed verloopt. Gelukkig is dat vaak ook zo, maar in die andere gevallen is het verdriet enorm. Anneke Kwee, gynaecoloog in het UMC Utrecht, maakt dit regelmatig mee. ‘Kinderen die te vroeg geboren worden, lopen risico te overlijden. Bij geboorte na een zwangerschap van 24-25 weken is deze kans ongeveer 50 procent. De perinatale sterfte – de vier baby’s die dagelijks overlijden tussen 22 weken zwangerschap en 7 dagen na de geboorte – is het meetbare topje van de ijsberg. Hiernaast zijn er veel kinderen die het wel redden, maar wel moeten leven met een ziekte of handicap als gevolg van een niet goed verlopen zwangerschap of geboorte. Bovendien is bij deze kinderen de kans op medische problemen als hart- en vaatziekten en diabetes op latere leeftijd groter.’ Flinke bezuinigingen Met meer kennis van de oorzaken van het overlijden van zuigelingen is naar schatting een kwart van de babysterfte in Nederland te voorkomen, schat Fonds Gezond Geboren. Anneke: ‘We doen wel verloskundig onderzoek in Nederland, maar de overheid heeft de
<
33
nummer 1, zomer 2015
laatste jaren flink bezuinigd op het budget voor medisch onderzoek. En er valt nog zo veel te onderzoeken. Een normale aanleg en ontwikkeling van de placenta is van essentieel belang voor de groei van de baby. Maar we weten niet precies hoe placentaproblemen ontstaan of hoe we die kunnen behandelen. Deze problemen kunnen zwangerschapsvergiftiging (hoge bloeddruk) tot gevolg hebben, dit overkomt 2 tot 4 procent van alle zwangere vrouwen. Of het geboortegewicht van de baby kan te laag zijn voor de duur van de zwangerschap, dit is het geval bij 10 procent van de baby’s. 7 procent wordt daarnaast te vroeg geboren.’ De babysterfte in Nederland is hoger dan de in ons omringende landen. Mogelijk komt dat door de manier van zorgverlening of door specifieke kenmerken van onze samenleving. Er zijn grote verschillen in perinatale sterfte tussen groepen van verschillende etnische herkomst, sociaaleconomische achtergrond en woonplaats. ‘Het Fonds Gezond Geboren wil niet de organisatie van de zorg veranderen’, benadrukt Anneke. ‘Het gaat echt om het mogelijk maken van wetenschappelijk onderzoek en er met die extra kennis voor zorgen dat meer kinderen in Nederland een gezonde start in het leven krijgen. Dan is de missie van het fonds geslaagd.’
Anneke Kwee: ‘Er valt nog zoveel te onderzoeken’
Ineke van Ouderaa: ‘Meer kinderen in Nederland een gezonde start, dan is onze missie geslaagd’
FONDS GEZOND GEBOREN
Gun elke baby een gezonde start
Iedere dag worden er in Nederland vijfhonderd baby’s geboren: roze wolken, groot geluk en beschuit met muisjes. Maar per dag sterven ook vier baby’s aan de gevolgen van groeivertraging, vroeggeboorte, een slechte start of aangeboren afwijkingen. Anderen zijn chronisch ziek of gehandicapt. Het Fonds Gezond Geboren werft geld voor wetenschappelijk onderzoek naar meer gezond geboren kinderen. TEKST HESTER SLEEKING FOTO’S THINKSTOCK EN FONDS GEZOND GEBOREN
STEUN HET FONDS GEZOND GEBOREN
Samenwerken in plaats van de hand ophouden
De gynaecologen, verloskundigen en kinderartsen van Nederland hopen dat veel mensen, met name ouders en grootouders, Fonds Gezond Geboren gaan steunen. Uit dankbaarheid voor een wel gezond geboren kind, of omdat ze de problemen die kunnen optreden bij zwangerschap en geboorte van nabij kennen.
Het Fonds Gezond Geboren is zelf nog piepjong: in februari 2015 werd het gelanceerd bij de start van de dertigste Negenmaandenbeurs. Fonds Gezond Geboren komt voort uit de wens van Dr. Niek Exalto en Professor Dr. Eric Steegers. Een wens die ze publiekelijk verwoordden na de ‘mijn droom voor ons land’-oproep van het Nationaal Comité Inhuldiging van Koning Willem-Alexander. Vervolgens riepen Exalto en Steegers de hulp in van marketingexperts Paul Beerkens en Ineke van der Ouderaa, beiden cliënt van Staalbankiers. Want hoe positioneer je een nieuw goed doel in een zee aan bestaande goede doelen? ‘We zijn echt bij het begin begon-
Kijk op www.gezondgeboren.nl voor meer informatie over het fonds en om een donatie te doen. Bij giften van meer dan 9 euro ontvangt u het Fonds Gezond Geboren babymutsje cadeau.
nen’, blikt Ineke terug. ‘Nadenken over de naam, het logo. Met een vormgever maakten we een mooi boekje en daarmee ging het balletje langzaam rollen. We haalden een klein beetje geld op waarmee we verder konden. We hebben inmiddels vaak onze neus gestoten. In deze tijd is het voor alle goede doelen moeilijk, laat staan voor de een nog niet bestaand goed doel. Inmiddels heeft Fonds Gezond Geboren een netwerk: we werken samen met Babypark, de Negenmaandenbeurs en Ouders van Nu. Binnenkort start er een gezamenlijke actie met Etos. En dat is precies wat we willen: niet de hand ophouden, maar samenwerken met andere partijen die wij iets kunnen bieden.’
>
STAAL MAGAZINE
34
nummer 1, zomer 2015
35
Bankier
@STAALBANKIERS
ZOMER LEZEN TEKST HESTER SLEEKING
<
Lange zwoele avonden en vakantie: de zomer leent zich bij uitstek voor het lezen van (vak)literatuur. Deze zes boeken neemt Erik Boelm, senior portefeuillemanager bij Staalbankiers, mee op vakantie.
Nassim Nicholas Taleb, The Black Swan
‘De Zwarte Zwaan is een toevallige gebeurtenis met veel impact, die je van tevoren niet aan ziet komen. Van de aanslagen op 11 september tot het succes van Harry Potter. Taleb betoogt dat Zwarte Zwanen, door de groeiende complexiteit van de samenleving, in toenemende mate de geschiedenis zullen bepalen. Mensen zijn pas achteraf in staat om ze te herkennen. Een intrigerend boek.’ (Black Swan is in het Nederlands uitgegeven als De Zwarte Zwaan).
Burton G. Malkiel, A random walk down Wallstreet. The timetested strategy for successful investing
‘1,5 miljoen keer verkocht. Het boek voor beleggers die hun eerste beleggingsstappen zetten. De eerste versie werd al uitgegeven in 1973 en inmiddels is het boek elf keer aangepast aan de actuele omstandigheden. Neemt niet weg dat de basis van beleggen zoals beschreven in de eerste versie, nog steeds relevant is.’
Michael Lewis, Flash Boys
‘Non-fictie boek over de wereld van de high-frequency trading: volledig geautomatiseerde en razendsnelle handel op valuta- en aandelenmarkten, waardoor met kleine koersverschillen enorme winsten gemaakt kunnen worden. Bij de verschijning van het boek in de VS lieten justitie en de FBI weten bovenop de flitshandelaren en hun mogelijke wanpraktijken te zitten. (In het Nederlands uitgegeven als Flitshandel).
Hersh Shefrin, Beyond Greed and Fear. Understanding behavioral finance and the psychology of investing ‘De emotionele kant van beleggen zien we overal in de financiele wereld terugkomen. Shefrin, Professor of Finance aan de Santa Clara University in Californië, is één van de pioniers op het gebied van behavioral finance en legt in dit boek uit hoe mensen zich gedragen bij het nemen van financiële beslissingen. Daarbij gaat hij zowel in op de keuzes van particuliere als institutionele beleggers.’
Joris Luyendijk, Dit kan niet waar zijn
‘Dit boek stond dit jaar wekenlang bovenaan de bestsellerlijsten. Op basis van vele interviews met betrokkenen in de Londense City probeert de schrijver te achterhalen wie er achter de financiële crisis zit en wie er aansprakelijk voor kan worden gesteld. Mooi inzicht in de cultuur en de zaken die (niet) veranderd zijn sinds 2008.’
Sebastian Mallaby, More Money than God
‘Al iets ouder, maar wel een aanrader: Mallaby beschrijft de wereld van de Hedgefondsindustrie. Vanaf het ontstaan rond 1960 tot aan de rol die de hedgefondsen speelden bij de recente financiële crisis.’
Alle besproken boeken zijn ook verkrijgbaar als ebook.
TEKST MAUREEN LAND FOTO JIRI BÜLLER
Zes financiële boekentips van Staalbankiers.
Toen bankier Marcel Geerlings (49) zestien jaar oud was, fietste hij dagelijks langs het bedrijfsterrein van de firma Elgersma. Nu, jaren later, behoren zij tot zijn tevreden cliënten. Een goede bankier is nieuwsgierig en empathisch. Precies wat Marcel Geerlings wil zijn. Hij vindt het iedere dag weer geweldig om aan tafel te zitten met cliënten, veelal succesvolle ondernemers met boeiende verhalen. Hij geniet ervan naar hen te luisteren en hun wensen te vertalen in een goed en nuttig financieel advies. Marcel: ‘Een private banker adviseert cliënten bij het structureren van hun vermogen. Je zorgt voor een potje voor de toekomst, privé of voor de onderneming. Als bankier houd je cliënten constant een spiegel voor. Wat wil je met je vermogen? Beleggen voor de lange termijn, of er op korte termijn vrij over kunnen beschikken? Over deze keuzes adviseer je, maar de cliënt maakt uiteraard zelf de afweging.’ Adviseren is niet altijd meegaan met de cliënt, zeker niet. Vaak genoeg zegt Marcel: doe het niet. ‘Nee, dat is geen lastig advies als dat het beste is voor de cliënt. Het leidt juist tot waardering en een vertrouwensrelatie.’ En daar doet Marcel Geerlings het voor, want hij voelt zich zeker gewaardeerd als een cliënt hem om advies vraagt. Als bankier waarschuwt hij cliënten niet op gevoel te beleggen. Een valkuil voor (oud-)ondernemers. Succesvol ondernemen staat namelijk niet garant voor succesvol beleggen. Bij beleggen kun je beter iets minder risico nemen dan bij ondernemen, weet Marcel. Dat is niet een kwestie van cliënten overtuigen wat ze moeten doen, het gaat voornamelijk om goed te luisteren en dat omzetten in een advies. ‘Soms moet je cliënten afremmen, maar ze moeten uiteindelijk zelf overtuigd raken van hun keuzes.’ En daar neemt Marcel net als bij de Elgersma’s de tijd voor, zodat hij zowel nu als in de toekomst ‘onderweg naar een tevreden klant’ kan blijven gaan.
>
STAAL MAGAZINE
36
DE WEG NAAR RENDEMENT IS SPREIDING Staalbankiers spreidt al vijf jaar met succes beleggingen over de gehele wereld in veel verschillende categorieën met de beleggingsfilosofie Multi Asset Optimalisatie.
<
V
eel (startende) beleggers denken de markt te kunnen verslaan. Gewoon een software pakket installeren, rekening afsluiten, net iets beter de economische katernen van het favoriete ochtendblad lezen, logisch redeneren en af en toe een risico nemen om aan het eind van de rit een flink rendement op te strijken. Dat idee is even aantrekkelijk als moeilijk uitvoerbaar. De kans daarop is best groot, vijftig procent om precies te zijn. En twee keer de markt juist timen gaat in driekwart van de gevallen mis. Risico van het vak? Nee. Dat risico en rendement zijn namelijk op een heel andere manier veel beter te managen. TEKST SEBASTIAAN VAN DER LUBBEN EN ERIK BOELM INFOGRAPHICS JAN PETER HEMMINGA
Met Multi Asset Optimalisatie belegt u in een groot aantal beleggingscategorieën: niet alleen in aandelen, obligaties en vastgoed. Maar ook in bijvoorbeeld participatiemaatschappijen. Uw vermogen wordt vervolgens ook nog gespreid over verschillende sectoren en werelddelen. Zo kunnen tegenvallers in de ZuidAmerikaanse koffieteelt worden gecompenseerd door meevallers in de Amerikaanse gezondheidszorg of wordt de volatiele ontwikkeling van de aandelenbeurzen in opkomende landen gecompenseerd door de stabiele ontwikkeling van de goudprijs. Door het brede pakket beleggingen, gespreid over verschillende categorieën en economieën, worden risico’s verder beperkt en neemt de kans op het behalen van het bij uw beleggingsprofiel verwachte rendement verder toe. Precies zoals Markowitz in de jaren vijftig al bewees. Staalbankiers onderscheidt negen beleggingscategorieën:
Aandelen van bedrijven uit volwassen markten. Dit zijn beursgenoteerde bedrijven met een notering in de Verenigde Staten, Europa en de Pacific. Dit betreft voornamelijk bedrijven met een hoge marktkapitalisatie (uitstaande aandelen vermenigvuldigd met actuele koers) Aandelen van bedrijven uit volwassen markten met een “kleine” marktkapitalisatie (small caps). Dit zijn beursgenoteerde bedrijven met een notering in de Verenigde Staten, Europa en de Pacific. Dit betreft voornamelijk bedrijven met een marktkapitalisatie van € 2 miljard of lager (uitstaande aandelen vermenigvuldigd met actuele koers) Aandelen van bedrijven uit opkomende markten kennen een hoger risico dat bepaald wordt door politieke en maatschappelijke factoren. Opkomende landen kennen een hogere groei. Als risico en rendement worden afgewogen,
draagt deze categorie toch positief bij aan het totale rendement. Obligaties worden al veel toegepast in portefeuilles en Staalbankiers belegt ook in wereldwijd gespreide bedrijfsobligaties. Daarnaast beleggen we in obligaties van opkomende markten. Vastgoed, een onderscheidende categorie omdat vastgoedmarkten een andere dynamiek hebben dan bijvoorbeeld de aandelen- of obligatiemarkten. Private equity laat cliënten profiteren van de hoge rendementen die te maken hebben met investeringen in vaak kleine, niet beursgenoteerde ondernemingen. Aan deze hogere rendementen is vanzelfsprekend een hoger risico verbonden. Voor deze categorie is goed gespreid beleggen een must. Grondstoffen, ofwel beleggen in grondstoffen zoals goud. Vooral met de opkomende economie van landen als Chi-
na is de vraag naar grondstoffen sterk gestegen. De economische ontwikkelingen bepalen in grote mate de prijzen van grondstoffen. Op dit moment maakt alleen de grondstof goud onderdeel uit van de portefeuilles. Hedgefondsen, zijn beleggingsstratregieën die in elke marktsituatie rendement proberen te behalen. Deze categorie maakt onderdeel uit van onze portefeuille, maar op dit moment wordt er niet in belegd. Belangrijkste reden daarvoor is dat we geen liquide belegging met een goede risicorendements verhouding kunnen vinden. Liquiditeiten worden gebruikt in de portefeuille van cliënten die een defensiever karakter hebben. Liquiditeiten worden gekenmerkt door een lage opbrengst en een daarbij behorend zeer laag risico. Deze categorie vullen we in met geldmarktfondsen, gelden op de vermogensbeheerrekening of kortlopende obligaties.
37
nummer 1, zomer 2015
BELEGGINGBELEID
MULTI ASSET - BELEGGINGSBELEID
MULTI ASSET ASSET ALLOCATIE
» Multi Asset Optimalisatie » Risicomanagement door spreiding over groot aantal (16) onderscheidende beleggingscategorieën » Asset allocatie en daarmee spreiding in combinatie met uw doelstelling(en) is het uitgangspunt » Geen eigen beleggingsfondsen
Het doel van hetbeleggingsbeleid van Staalbankiers is om bij een gegeven risico een zo’n hoog mogelijk rendement voor u te behalen. Drie factoren zijn van belang voor het uiteindelijke rendement en risico van uw portefeuille; » Asset Allocatie » Titelselectie » Timing
1. Aandelen volwassen markten » Financiële waarden » Gezondheidszorg » Informatietechnologie » Industrie » Basismaterialen » Energie » Nutsbedrijven » Telecom » Consumentengoederen; duurzaam » Consumentengoederen; niet duurzaam 2. Aandelen volwassen markten/small caps 3. Aandelen opkomende markten 4. Obligaties » Staatsobligaties » Bedrijfsobligaties » Obligaties opkomende landen 5. Vastgoed 6. Private equity 7. Grondstoffen 8. Hedgefondsen 9. Liquiditeiten
2%
94%
4%
Asset allocatie Timing Selectie
TIMING - KOERSONTWIKKELING EN EMOTIE Trend zet door, bij de volgende daling koop ik.
Aha, koers loopt op, goed in de gaten houden.
Ik gebruik de correctie om mijn positie te vergroten.
Correctie gemist, maar trend blijft goed, KOPEN!
Ik wacht op herstel, anders wordt dit een hele langer termijn belegging. Ik zie het niet meer zitten, VERKOPEN!
Perfect, nu kopen en verdubbelen. Oeff, zodra de koers stijgt, stap ik uit!
BELEGGINGSPROCES STAALBANKIERS Gestructureerd beleggingsproces Ieder kwartaal worden risico’s, samenhang en verwachte rendementen van de beleggingscategorieën geactualiseerd.
Uw portefeuille wordt in lijn gebracht met het afgesproken risico, waarbij bij het gegeven risico naar een zo’n hoog mogelijk verwacht rendement gestreefd wordt. Voor de invulling van uw portefeuille wordt gekozen voor instrumenten waarbij liquiditeit, transparantie en kosten zeer belangrijke criteria zijn.
Iedere categorie heeft zijn eigen volwaardige rol in de portefeuille
Daalt wel weer... ???
Gelukkig dat ik toch verkocht heb!
Dit kan niet waar zijn!
Ik koop weer, tenminste goedkoper dan de vorige keer!
Zie je wel! Ik zei het toch.
Harry Markowitz’ portefeuille strategie Risico is beter te managen door beleggingen te spreiden. Dat bewees de Amerikaanse econoom Harry Markowitz al in de jaren vijftig. Hij kreeg voor zijn werk over het samenstellen van beleggingsportfolio’s in 1990 de Nobelprijs voor de economie – een gedeelde prijs met Merton Miller en William Sharpe. Nu was al langer bekend dat je als belegger niet al je geld in één belegging moet steken. Met zijn be-
leggingstheorie tracht Markowitz, door spreiding van beleggingen, de risico’s te verlagen en de uiteindelijke verwachte (lange termijn) rendementen te verhogen. Dit werkt ook andersom; bij een gegeven risico tracht hij het verwachte rendement te maximaliseren. Daar zit uiteraard een maximum aan: beleggingen zijn onderling afhankelijk, bijvoorbeeld van de economie als geheel. Het is onmogelijk om bij beleggen alle risico
uit te sluiten om een maximaal rendement te boeken. Maar wie een beleggingsportfolio kiest, doet er verstandig aan Markowitz’ lessen ter harte te nemen. En dat is precies wat grote institutionele beleggers vanaf de jaren vijftig hebben gedaan en wat Staalbankiers in een gemoderniseerde versie ook doet: beleggingsportefeuilles optimaliseren. Kortom: Multi Asset Optimalisatie. Een strategie die de afgelopen vijf jaar tot mooie resultaten heeft geleid.
>
STAAL MAGAZINE
38
ASSET ALLOCATIE - DE PROFIELEN
RISICOPROFIEL OP MAAT
Staalbankiers onderkent verschillende profielen: van zeer defensief (gemiddeld rendement 3,5 procent over de afgelopen vijf jaar) tot zeer offensief (gemiddeld rendement 13,8 procent over de afgelopen vijf jaar). Welk profiel u als belegger kiest, bepaalt u samen in een uitgebreid gesprek met uw bankier of portefeuillemanager. Ons uitgangspunt daarbij is: het profiel moet bij uw situatie passen. Dat vraagt om maatwerk.
100 %
90
80
70
STAAL MAGAZINE 39
39
De portefeuilles die wij samenstellen, beleggen – ongeacht het vastgestelde risicoprofiel – in de bovenvermelde beleggingscategorieën. De sturing van de portefeuille vindt plaats op basis van de beweeglijkheid (de zogenoemde volatiliteit) van de totale portefeuille. Deze wordt bepaald door de volatiliteit van de afzonderlijke beleggingscategorieën en de samenhang tussen deze beleggingen (de zogenoemde correlatie).
Vraagbaak
Jason Yang is senior private banker bij Staalbankiers. Hij beantwoordt vragen die bij cliënten leven.
RENDEMENTEN PROFIELEN
60
Staalbankiers heeft gekozen voor een modelportefeuille waarmee de rendementen van de vijf beleggingsstrategieën worden berekend (zie onderstaande tabel). Deze rendementen zijn vóór aftrek van de beheervergoeding (zie ‘Kosten’).
50
zeer defensief defensief neutraal offensief zeer offensief
40
<
30
2010 2011 2012 5,7% 1,4% 3,6% 12,1% 0,1% 7,5% 18,7% -1,3% 11,5% 20,3% -4,3% 13,2% 21,7% -7,2% 14,8%
2013 2014 1,0% 4,2% 2,2% 10,5% 3,3% 17,1% 7,5% 18,5% 11,8% 19,9%
cumulatie gemiddeld 19,3% 3,5% 43,3% 7,2% 71,4% 11,0% 83,3% 12,4% 95,3% 13,8%
KOSTEN
20
10
0 A
B
C
D
E
A - zeer defensief B - defensief C - neutraal D - offensief E - zeer offensief private equity vastgoed goud aandelen opkomende landen aandelen ontwikkelde landen obligaties opkomende landen bedrijfsobligaties staatobligaties liquide middelen
Staalbankiers rekent voor het beheren van uw vermogen een all in vergoeding. In die vergoeding zitten de transactiekosten, de afrekeningen van dividenden en het bewaarloon. De hoogte van de beheervergoeding hangt af van uw risicoprofiel en van de omvang van het in beheer gegeven vermogen. De percentages in onder-
staande tabel gelden per jaar. Aan het einde van elk kwartaal brengen wij 25% van het jaarpercentage over het gemiddelde beheerde vermogen in dat kwartaal in rekening. De beheervergoeding is exclusief btw. De minimum fee voor beleggen via Multi Asset Optimalisatie bedraagt drieduizend euro per jaar.
zeer defensief defensief neutraal offensief zeer offensief
tot € 500.000 0,55% 0,90% 1,25% 1,25% 1,25%
over het meerdere tot € 1.000.000 0,40% 0,60% 0,75% 0,75% 0,75%
over het meerdere tot € 2.500.000 0,35% 0,50% 0,65% 0,65% 0,65%
zeer defensief defensief neutraal offensief zeer offensief
over het meerdere tot € 5.000.000 0,30% 0,40% 0,50% 0,50% 0,50%
over het meerdere tot € 25.000.000 0,20% 0,25% 0,30% 0,30% 0,30%
over het meerdere 0,15% 0,15% 0,20% 0,20% 0,20%
De Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) - wat is dat precies? Wie een onderneming erft of krijgt, moet belasting betalen; tenzij hij die onderneming voortzet, in dat geval betaalt hij minder of zelfs geen belasting. Dat is de kern van de Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). En wanneer dat laatste het geval is, scheelt dat al snel veel geld. Een simpel voorbeeld ter illustratie: Cees bezit 100% van de aandelen van Bedrijf bv . Stel de aandelen van de onderneming
zijn één miljoen euro waard en het spaargeld en effecten niet meer dan 5 procent van de aandelen. Cees overlijdt in 2015 en de aandelen van Bedrijf bv vererven naar zijn zoon. Zonder de bedrijfsopvolging is de zoon bij overlijden van vader Cees 383.861 euro aan belasting verschuldigd: 250.000 euro inkomstenbelasting en 133.861 euro erfbelasting. Bij gebruik van de BOR is in dit voorbeeld geen belasting verschuldigd. Dat levert een besparing op van 383.861 euro.
Ik heb een vastgoed bv. Kan ik die ook voor een BOR in aanmerking laten komen? Het idee is net zo aantrekkelijk als lastig uitvoerbaar en dat komt door de fiscus. Die ziet vastgoed namelijk niet als ondernemen, maar als vermogensbeheer. Er is jurisprudentie in het voordeel van vastgoed bv’s, maar het blijkt een lange juridische route om deze onder de BOR te lasten vallen. Beter, eenvoudiger en veiliger is het om een nieuwe bv te beginnen, daar het vastgoed in onder te brengen en bij aanvang direct aan het vereiste te voldoen. Uiteraard met goedkeuring van de belastingdienst. Overigens zijn er ook andere manieren om vermogen bij leven over te dragen. Denk bijvoorbeeld aan schenkingen door middel van een schulderkenning.
Welke eisen stelt de BOR? Om van de BOR gebruik te maken, moet u wel aan een aantal voorwaarden voldoen, zoals opgesomd in art. 35b-35f van de Successie wet: 1. Onderneming moet bij de erflater minimaal 1 jaar in het bezit zijn geweest; 2. De verplichting voor de verkrijgers om de aandelen (materiële onderneming geen. spaargelden en of effecten) minimaal 5 jaar in hun bezit te houden (bezitseis); 3. Ook moet de onderneming gedurende deze periode worden voortgezet (voortzettingseis); 4. De vrijstelling is voorwaardelijk, dat impliceert dat de belasting alsnog van toepassing is als u niet langer aan deze voorwaarden voldoet.
Neem voor meer informatie over uw situatie contact op met uw Staalbankier
>
STAAL MAGAZINE
40
Dromen willen verwezenlijken is één, dromen kunnen verwezenlijken is een ander verhaal. Dat laatste begrijpen wij als geen ander. Het is dus goed te weten dat er een private banker is die met u mee leeft. Die u onafhankelijk advies geeft in de volle breedte. En met een op uw lijf geschreven financiële planning, wordt uw doel ons doel. www.staalbankiers.nl
<
Wij begrijpen als geen ander dat het belangrijkste kapitaal naast u zit ADRESSEN KANTOREN Regio Zuid-Holland Kantoor Den Haag Lange Houtstraat 26 Postbus 327 2501CH Den Haag 070-310 1510
[email protected]
Regio Noord-Holland Kantoor Haarlem Prinsen Bolwerk 1 Postbus 5070 2000 GB Haarlem 023 553 59 00
[email protected]
Regio Midden Kantoor Utrecht Maliebaan 72 Postbus 13210 3507 LE Utrecht 030-239 80 30
[email protected]
Regio Noordoost Kantoor Zwolle Eekwal 3 Postbus 1081 8001 BB Zwolle 038 429 76 70
[email protected]
Kantoor Enschede M.H. Tromplaan 9 Postbus 194 7500 AD Enschede 053 487 87 10
[email protected]
Regio Zuidoost Kantoor Oosterbeek Stationsweg 44 Postbus 272 6860 AG Oosterbeek 026 339 65 00
[email protected]