Lokalisatiedraad in de borst
In overleg met uw behandelend arts heeft u besloten tot een plaatsbepaling (lokalisatie) van een afwijking in de borst. De lokalisatie vindt plaats op de afdeling Radiologie van het Radboudumc. In deze folder wordt de gang van zaken in grote lijnen beschreven. Het onderzoek komt overeen met het onderzoek van de borsten dat u al eerder gehad heeft, behalve dat er nu ook een lokalisatiedraad wordt ingebracht. Als er na het lezen nog vragen zijn, stel deze gerust aan de verpleegkundige op de verpleegafdeling of aan de radioloog en radiodiagnostisch laborant die bij de lokalisatie aanwezig zijn.
Voorbereiding
Methode
Het patiëntenvervoer brengt u op het afgesproken tijdstip naar Röntgen 4. De radiodiagnostisch laborant haalt u hier uit de wachtkamer op. In de onderzoekskamer kleedt u zich van boven uit en brengt de radioloog een beetje gel aan op de borst, zodat er geen lucht komt tussen de huid en het apparaatje dat geluidsgolven uitzendt en ontvangt. Vervolgens beweegt de radioloog het apparaatje over de borst en kijkt op een tv-scherm naar de beelden. Zodra de afwijking is gevonden maakt de radioloog de huid schoon en doet er een steriele gel op. Hierna prikt de radioloog met een naald in de
•
•
Voor het onderzoek geen bodylotion, crème, poeder of zinkzalf op het bovenlichaam gebruiken. Deodorant is geen probleem. Kleding Wilt u een BH meenemen zodat het lokalisatiedraadje goed op de juiste plek blijft zitten? Aangezien u het bovenlichaam moet ontbloten is het handig om een pyjama (jas en broek) of een jasje met onderbroek aan te trekken. Helaas kan het bed niet in alle onderzoekskamers naar binnen. Neem daarom pantoffels en een peignoir mee.
Lokalisatie met echografie
Door de verschillende soorten afwijkingen en samenstelling van de borst moeten verschillende opnametechnieken worden gebruikt: soms echografie, soms röntgen of soms Magnetische Resonantie (MR). Het doel van de lokalisatie is de exacte plaats voor de chirurg aan te geven zodat deze tijdens de operatie de afwijking(en) eruit kan halen. Tijdens de lokalisatie brengt de radioloog via een naald een draadje in. De naald gaat eruit en het draadje blijft achter.
1
borst, de punt van de naald komt tot in de afwijking. Dit kan pijnlijk zijn, te vergelijken met een prik in de arm. In de naald zit een soepel metalen draadje en als de radioloog de naald eruit haalt, blijft het draadje in de borst achter. Het weerhaakje aan de draad zorgt ervoor dat deze goed in de afwijking blijft vastzitten. Het draadje wordt op de huid vastgeplakt. Hierna trekt u uw BH aan. De lokalisatie duurt ongeveer 20 minuten. Na de lokalisatie worden er in een andere ruimte nog twee röntgenfoto’s gemaakt van de borst.
de afwijking. Dit kan pijnlijk zijn, te vergelijken met een prik in de arm. In de naald zit een soepel metalen draadje en als de radioloog de naald eruit haalt, blijft het draadje in de borst achter. De radiodiagnostisch laborante maakt de plaat waarmee de borst is vastgeklemd voorzichtig los en maakt nog twee opnamen om te controleren of de draad op de juiste plek zit. Het draadje blijft door middel van een weerhaakje goed in de afwijking vastzitten. Buiten de borst wordt het draadje op de huid vastgeplakt. U trekt nu de BH aan waardoor de borst ondersteund wordt en het draadje goed blijft zitten. Hierna gaat u naar de verpleegafdeling. In totaal duurt de lokalisatie ongeveer een half uur. Als de radioloog meer dan één keer moet prikken omdat er sprake is van twee afwijkingen, duurt het langer.
Lokalisatie met röntgen
U gaat op de gang uit bed en loopt naar het kleedhokje, hier kleedt u zich van boven uit. De radiodiagnostisch laborante maakt van het gebied waar de afwijking zit twee foto’s. Tijdens het maken en ontwikkelen van de film blijft de borst, ongeveer tien à vijftien minuten, tussen de twee platen vastgeklemd zitten (zie foto). Nadat de film ontwikkeld is, beoordeelt de radioloog of de afwijking goed op de foto te zien is. De foto gaat in een computer die berekent op welke plaats de draad in de borst moet komen. De radioloog prikt met een naald in de borst, de punt van de naald komt tot in
2
Lokalisatie met Magnetische Resonantie
of bepaald type gehoorbeenprothese heeft. De meeste moderne typen gewrichtsprothesen zoals in een heup of knie geven geen problemen. Wij vragen u de “controlelijst” over eventuele in uw lichaam ingebrachte materialen in te vullen en mee te nemen tijdens uw bezoek als u overal met “nee” antwoordt. Als u op een vraag met “ja” antwoordt, wilt u dan direct bellen met de afdeling Radiologie? U vindt de controlelijst op de laatste bladzijde van de folder.
Contrastvloeistof De contrastvloeistof zorgt er voor dat weefsels in de borst duidelijker onderscheiden kunnen worden. De contrastvloeistof krijgt u via een infuus toegediend. Het infuus wordt voor het onderzoek in een ader van de arm ingebracht. Dit is niet pijnlijker dan een bloedprik. Aan het infuus zit een lange infuusslang waardoor de contrastvloeistof tijdens het onderzoek wordt ingespoten.
Onderzoek Voordat de MR lokalisatie kan plaatsvinden krijgt u een standaard MR Mammografie. U krijgt een infuus in de arm en gaat in buikligging op de onderzoekstafel liggen. De borsten komen in een uitsparing zodat ze niet platgedrukt worden. Tijdens het maken van de foto’s hoort u veel lawaai en krijgt u via het infuus contrastvloeistof ingespoten. Zodra op de foto’s duidelijk is waar de afwijking zit, gaat de radioloog de afwijking aanprikken. Al die tijd ligt u op de buik en mogen de borsten niet van plaats veranderen. Voordat de radioloog prikt verdooft zij de prikplaats en maakt ze een klein sneetje bij de prikplaats. Er worden speciale niet magnetische naalden en draad gebruikt. Na het aanbrengen van het draadje wordt er een
Geen metaal
Metalen voorwerpen in of buiten uw lichaam worden zeer sterk naar het apparaat getrokken. Daarom mag u de MRI onderzoekskamer bijvoorbeeld niet betreden met een rolstoel of sleutels. Pasjes met een chip of magneetstrip, gehoorapparaten, mobiele telefoons of een horloge kunnen kapot gaan in de MRI onderzoekskamer. Heeft u of uw begeleider een pacemaker / defibrillator (of draden hiervan), geïmplanteerde kaakmagneetjes, neurostimulator in het wervelkanaal, blaasstimulator of nietafkoppelbare insulinepomp dan mag u de MRI onderzoekskamer niet in. Dit geldt ook als u metaalsplinters in het oog heeft, of als u een bepaalde oudere vaatclip in het hoofd of een hartklep,
3
zelfde serie foto’s gemaakt. De radioloog bekijkt de foto’s en zit de naald op de juiste plek dan gaat de naald eruit en blijft het draadje in de borst achter. Buiten de borst wordt het draadje op de huid vastgeplakt. Zodra u uit de MR komt trekt u de BH aan waardoor de borst ondersteund wordt en het draadje goed blijft zitten. Hierna gaat u naar de verpleegafdeling. Deze methode duurt ongeveer 30 minuten.
Na het onderzoek
Het patiëntenvervoer brengt u naar de verpleegafdeling. U mag na afloop niet tillen, en niet veel bewegen met de armen om te voorkomen dat het draadje kan verschuiven.
4
○ ja ○ nee ○ ja ○ nee ○ ja ○ nee ○ ja ○ nee ○ ja ○ nee ○ ja ○ nee
○ ja ○ nee ○ ja ○ nee ○ ja ○ nee
○ ja ○ nee ○ ja ○ nee
Heeft u metaal(splinters) in uw lichaam, m.n. in de ogen, door bijv. werkzaamheden in de metaalindustrie of door oorlogsgeweld?
Heeft u een pacemaker, pacemakerdraden of een defibrillator voor uw hart?
Heeft u geïmplanteerde magneetjes in de kaak?
Heeft u clips in de bloedvaten van het hoofd?
Bent u in verwachting of denkt u dat te zijn?
Heeft u een gehoorbeenprothese / blaasstimulator / insulinepompje / neurostimulator / Baclofenpomp?
Heeft u een metalen tissue-expander na een borstamputatie?
Heeft u een Cochleair Implantaat voor uw gehoor?
Alleen van belang bij een MRI van het hoofd of de nek: heeft u een beugel met metaal dat in de mond vast zit?
Heeft u slecht werkende nieren?
Heeft u eerder een allergische reactie op het contrastmiddel voor MRI gehad?
Wij verzoeken u onderstaande lijst zorgvuldig thuis alvast in te vullen. Bij één keer (of vaker) JA: Neem DIRECT contact op met de afdeling Radiologie. Tel: 024 - 361 45 29. Het kan zijn dat voor u een ander onderzoek moet worden afgesproken.
Controlelijst voor een MRI-onderzoek
Mirena spiraal of prikpil
Uterusextirpatie
Menopauze
○ ja ○ nee
Datum + Handtekening
Naam + voorletters + geboortedatum
LET OP: creditcards, pinpasjes, gehoorapparaten, telefoonkaarten e.d. raken onder invloed van het magneetveld DEFECT! U kunt deze voorwerpen niet meenemen in de onderzoekskamer.
Gebruikt u een pleister met een medicijn genaamd Rotigotine/neupro? Deze pleister bevat aluminium en mag niet in de MRI. U moet de pleister voor het onderzoek verwijderen. Na het onderzoek mag u een nieuwe pleister opplakken.
PLEISTER MET MEDICIJN
Valt uw afspraak voor een MRI van de borsten vóór de 5e of na de 12e dag van uw ○ ja ○ nee menstruatiecyclus? Op alle vragen NEE? Deze lijst ingevuld en ondertekend inleveren bij de balie wanneer u zich meldt voor het onderzoek.
Wanneer u geen cyclus meer heeft: wat is daarvan de oorzaak? Svp aankruizen.
Extra vragen voor vrouwen bij een MRI van de borsten Wanneer u nog een cyclus heeft: op welke dag van uw cyclus vindt het onderzoek plaats ? ______ dag.
Wat is uw gewicht? ____________ kg / Wat is uw lengte? __________________ m
Zijn er overige lichaamsvreemde materialen in uw lichaam aanwezig / ingebracht? Zo ja, wat voor materiaal en waar in uw lichaam ingebracht?
10-2013-4560A
Adres Afdeling Radiologie Röntgen 4, route 780 Hoofdingang Geert Grooteplein-Zuid 10 6525 GA Nijmegen
Radboud universitair medisch centrum