LIVE-STREAMING CAMERA
Gedetailleerde handleiding
GV-LS2WE
LYT2489-009A
Inhoudsopgave Camera.............................................................. 5 Pan-tilter............................................................ 7
Naar wens configureren van de camera-instellingen............................8 Voorbeeld 1: Uw huisdier thuis in de gaten
Voorbereiding
Introductie
Introductie
Controleren van de accessoires............4 Namen en functies van onderdelen.......5
Schema voor verbinden/setup.............10 Starten van de opname................................... 10
Verbinden van de camera met een computer............................................11 Verbinden van de netadapter...............12 Naar wens configureren van de camera-instellingen..........................13
houden......................................................... 8
Configureren van de basisinstellingen............ 13
vogelhuisje op een balkon............................ 9
van de bestemming voor de verbinding........14
Voorbeeld 2: Opname van vogels bij een
Voorbeeld 3: Live-stream van een uitvoering in
een studio..................................................... 9
Veranderen van de instellingen na het veranderen
Configureren van de camera-instellingen..........................15 Instellen van de klok....................................... 15
Instellen van de gebruikersnaam en het
wachtwoord................................................ 16
Kiezen van het formaat van de beelden die worden uitgevoerd/opgeslagen.... 17 Verbinden op afstand toestaan (CONTROLE-instelling).....................18 Verkrijgen van een DDNS-account.................. 18
Instellen van de DDNS-account...................... 18 Toevoegen van een gebruiker van de
camerasturing............................................ 19
Veranderen van de bestemming voor het verbinden.....................................20 Bedraad verbinden met het toegangspunt...... 20
Draadloos verbinden met het toegangspunt .
(Wi-Fi)......................................................... 21
Direct verbinden met een computer .
(Wi-Fi Direct).............................................. 23
Verbinden van meerdere camera's......24 Bevestigen van de pan-tilter.................25 Bevestigen van de pan-tilter............................ 25
Verbinden van de netadapter.......................... 26
Verwijderen van de pan-tilter........................... 26
Maken van een bedrade verbinding.....27 Plaatsen/verwijderen van een SD-kaart.............................................28 Plaatsen.......................................................... 28 Verwijderen...................................................... 28 Opnametijd bij benadering.............................. 28
Compatibele SD-kaarten................................. 28
2
Bevestigen....................................................... 29 Opladen........................................................... 29
Het toestel afzonderlijk gebruiken.......32 In-/uitschakelen van de stroom....................... 32
Starten/stoppen van een opname................... 32
Besturen via een webbrowser..............33
Verbinden van een externe microfoon...........................................30
Inloggen........................................................... 33
Verbinden met de camera............................... 30
Configureren van de camera-instellingen........ 36
Besturen van de camera ("MONITOR" tab).... 34
Beheren van bestanden die op een SD-kaart zijn
Verbinden van het AV-snoer................31
Controleren van de mededelingen-geschiedenis
opgeslagen ("BESTANDSBEHEER" tab).....37
Verbinden met de pan-tilter............................. 30
("STATUS" tab)........................................... 38
Verbinden met de camera............................... 31 Verbinden met de pan-tilter............................. 31
Gebruik van "JVC CAM Control".........39 Installeren van "JVC CAM Control"................. 39
Streaming van beelden................................... 39
Gebruik van een mobiel apparaat........40
Voorbereiding
Bevestigen met de flitserschoen..................... 30
Introductie
Verwijderen...................................................... 29
Gebruik
Voorbereiding
Bevestigen/verwijderen van de accu....29
Namen van apps voor mobiele apparaten...... 40 Installeren van een app voor mobiel .
Gebruik
apparaten................................................... 40
"NETWERK".................................................... 41 "CAMERA/PAN-TILTER"................................. 45 "BEHEREN".................................................... 46
Oplossen van problemen......................48 Verbinding....................................................... 48 Setup............................................................... 49
Informatie
Informatie
Instelbare onderdelen...........................41
Gebruik............................................................ 51 Foutmelding..................................................... 53 Lampstatuslijst................................................. 55
Terugstellen naar de fabrieksinstellingen........ 56
Wissen (terugstellen) van de informatie voor het
verbinden................................................... 56
Updaten van de firmware................................ 57
Technische gegevens...........................58
3
Controleren van de accessoires Neem contact op met de plaats van aankoop of de klantenservice indien een onderdeel ontbreekt of is beschadigd.
Introductie
Camera
Camera.
Pan-tilter
Bevestig alvorens gebruik aan de camera. Voor het op afstand via een computer of mobiel apparaat horizontaal (naar rechts/links) of vertikaal (omhoog/omlaag) bewegen (pan/tilt). ( ➭ pagina 25)
Netadapter UIA324-12
Verbind met de camera of pan-tilter voor gebruik met netstroom. . ( ➭ pagina 12) * Bevestig het netsnoer en de conversiekabel.
Netsnoer
Gebruik voor het verbinden van de netadapter.
Conversiekabel
Gebruik voor het verbinden van de netadapter.
Achterafdekking
Bevestig deze afdekking op de achterkant van de camera voor het dragen van het toestel, etc.
LAN-kabel (kruis)
Gebruik voor het verbinden van het toestel, de computer en een toegangspunt (router). Gebruik tevens voor het configureren van de basisinstellingen.
Software CD-ROM
Gebruik voor het installeren van de bijgeleverde "JVC CAM . Control" software. ( ➭ pagina 39)
Basishandleiding
Beschrijft de basisbediening, "Veiligheidsvoorzorgen" en "Waarschuwingen". Lees de aanwijzingen alvorens ingebruikname goed door en bedien het toestel als aangegeven.
• Koop een los verkrijgbare SD-kaart. • Bij gebruik van de netadapter in het buitenland, heeft u mogelijk een voor het betreffende land of gebied los verkrijgbare conversiestekker nodig.
4
Namen en functies van onderdelen Camera Achter 5 1
6 3 4
1 2
Introductie
Voor
7
8
5 3
4
2 1 Interne microfoon (stereo) Geluid wordt via deze microfoon verstuurd/ opgenomen wanneer er geen externe microfoon is aangesloten. 2 Lens Raak niet direct aan en voorkom dat iets de lens raakt. 3 LED-indicator Functioneert als lamp op donkere plaatsen. Schakel in/uit met een browser. ( ➭ pagina 36) 4 Informatielamp Is afhankelijk van de opnamestatus, etc. wel of niet opgelicht. 5 Camerasensor Voor het automatisch instellen van de witbalans. Controleer dat deze sensor niet door voorwerpen wordt bedekt.
1 Terugsteltoets De netwerkinstellingen worden teruggesteld wanneer de netadapter is verbonden en u deze toets . 3 seconden of langer ingedrukt houdt met de punt van een paperclip of dergelijk voorwerp. ( ➭ pagina 56) Gebruik bijvoorbeeld wanneer de netwerkinstelling fout is en er geen verbinding kan worden gemaakt. 2 LAN-aansluiting Verbind een LAN-kabel voor een bedrade verbinding met de computer of een toegangspunt (router). ( ➭ pagina 11) 3 Netwerkfunctieschakelaar Voor het veranderen van de netwerkfunctie. ( ➭ pagina 20) DIRECT: Voor een draadloze verbinding met een computer (Wi-Fi) WLAN: Voor een draadloze verbinding (Wi-Fi) met een toegangspunt (draadloze LAN-router) LAN(OFF): Voor het maken van een bedrade verbinding of voor geen draadloze verbinding te maken 4 Accu-aansluiting Verbind een los verkrijgbare accu (BN-VG114E, BN-VG121E, BN-VG138E) voor gebruik buitenshuis. ( ➭ pagina 29) 5 SD-kaartgleuf Plaats hier een SD-kaart voor het opslaan van opgenomen data op de kaart. Zie pagina 28 voor compatibele kaarten. 6 Microfoonaansluiting Verbind een externe microfoon voor het verzenden/ opnemen van externe geluiden. ( ➭ pagina 30) 7 DC-aansluiting Verbind de bijgeleverde netadapter voor gebruik met netstroom. ( ➭ pagina 12) 8 AV-aansluiting Verbind een los verkrijgbaar AV-snoer voor het bekijken van video's die worden verstuurd/ opgenomen. ( ➭ pagina 31)
5
Bovenkant
Introductie
1 2
1
3 4
1 Flitserschoen Voor het bevestigen van camera-accessoires. * Bevestig geen accessoires wanneer de pan-tilter is bevestigd. 2 Opnametoets Starten van opnemen. Druk nogmaals op deze toets om te stoppen. De indicator toont de huidige status. Uit: Geen opname Knippert: Opname wordt uitgevoerd Snel knipperend (2 seconden): Opnamefout 3 WPS-toets Houd even ingedrukt om een draadloze verbinding (Wi-Fi) met de WPS-functie te maken. ( ➭ pagina 20) De indicator toont de huidige status. Opgelicht: Online Uit: Offline Knippert: Aan het verbinden 4 Stroomtoets Houd even ingedrukt om de stroom in te schakelen. Houd nogmaals even ingedrukt om de stroom uit te schakelen. De indicator toont de huidige status. Uit: Stroom uitgeschakeld Opgelicht: Stroom ingeschakeld Langzaam knipperend: Instelling wordt veranderd Snel knipperend: Accu wordt opgeladen * De toetsen voor opname, WPS en de stroom knipperen wanneer de camera wordt teruggesteld ( ➭ pagina 56).
6
Onderkant
1 Statiefbevestigingsgat Bevestig een los verkrijgbaar statief.
Pan-tilter Verbind de netadapter, het AV-snoer en de externe microfoon met de pan-tilter wanneer u de pan-tilter gebruikt.
Achter
Introductie
Voor
1 2 8 1
2
3
456 7 1 Stroomtoets Houd even ingedrukt om de stroom in te schakelen. Houd nogmaals even ingedrukt om de stroom uit te schakelen.
1 Kantelvergrendeling (TILT LOCK) Richt de pan-tilter recht naar voren en schuif de
2 Stroomindicator Toont de status van de pan-tilter. Uit: Stroom uitgeschakeld Opgelicht: Stroom ingeschakeld Knippert: Pan-tilterfout
2 Camerabevestigingsschroef Voor het bevestigen van de camera aan de pan-tilter.
knop naar links om te vergrendelen. Vergrendel de pan-tilter beslist alvorens deze te verplaatsen.
3 Veiligheidsgat voor riempje Vergrendel het hele toestel middels een riempje, etc. 4 MIC-aansluiting Verbind een externe microfoon voor het verzenden/ opnemen van externe geluiden. ( ➭ pagina 30) 5 AV-aansluiting Verbind een los verkrijgbaar AV-snoer voor het bekijken van video's die worden verstuurd/ opgenomen. ( ➭ pagina 31) 6 EXTEND aansluiting Wordt niet gebruikt.
Onderkant
7 DC-aansluiting Verbind de bijgeleverde netadapter voor gebruik met netstroom. ( ➭ pagina 26) 8 Pan-vergrendeling (PAN LOCK) Richt de pan-tilter recht naar voren en schuif de knop naar voren om te vergrendelen. Vergrendel de pan-tilter beslist alvorens deze te verplaatsen.
1
1 Statiefbevestigingsgat Bevestig een los verkrijgbaar statief.
7
Naar wens configureren van de camera-instellingen Introductie
Het toestel kan voor diverse doeleinden worden gebruikt. Zie de volgende voorbeelden voor het juist instellen en gebruiken: Stroom? • Netadapter ( ➭ pagina 12) • Batterijen ( ➭ pagina 29)
Verbindingsmethode? • Bedrade verbinding ( ➭ pagina 20) • Draadloze (Wi-Fi) verbinding .
Opgenomen data? • Opslaan op een SD-kaart. ( ➭ pagina 17)
• Versturen met hoge kwaliteit. ( ➭ pagina 17)
Opgenomen data bekijken? • Computer ( ➭ pagina 33) • Smartphone ( ➭ pagina 40)
• Video-streaming site ( ➭ pagina 39)
( ➭ pagina 21)
Pantilter? ( ➭ pagina 25) Bestemming verbinding? • Computer ( ➭ pagina 23) • Toegangspunt (draadloze LAN-router) ( ➭ pagina 21) • Niet-verbonden ( ➭ pagina 32)
Voorbeeld 1: Uw huisdier thuis in de gaten houden. Setup • Bevestig de pan-tilter om van richting te veranderen wanneer uw huisdier in de kamer rondloopt. ( ➭ pagina 25) • Verbind via Wi-Fi met een toegangspunt (draadloze LAN-router). ( ➭ pagina 21)
Instelling • Configureer de DDNS-instelling voor toegang via een netwerk. ( ➭ pagina 18)
Gebruik • Installeer van te voren de app voor weergave buitenshuis op een smartphone. ( ➭ pagina 40)
8
Voorbeeld 2: Opname van vogels bij een vogelhuisje op een balkon. Setup
Instelling • Verbind niet met de computer of een toegangspunt (router). • Er wordt alleen opgenomen wanneer de scène verandert. ("AUTO OPNAME") ( ➭ pagina 36)
Introductie
• Gebruik de accu omdat de camera op een hoge plank bij het raam wordt geplaatst. ( ➭ pagina 29) • Plaats een SD-kaart voor het opslaan van de opgenomen data. ( ➭ pagina 28)
Gebruik • Verstuur de opgenomen data na opname naar een computer voor het afspelen. ( ➭ pagina 37)
Voorbeeld 3: Live-stream van een uitvoering in een studio. Setup • Gebruik drie camera's om ieder persoon van de band op te nemen. • Maak een bedrade verbinding met het toegangspunt (router) om ruis te voorkomen. ( ➭ pagina 20) • Plaats een externe microfoon in het midden van het podium en verbind deze met de camera. ( ➭ pagina 30)
Instelling • Versturen met hoge kwaliteit. ( ➭ pagina 17)
Gebruik • Installeer de bijgeleverde software voor het streamen van de live-uitvoering met wisselende camera's. ( ➭ pagina 39) • Gebruik een video-streaming site om de uitvoering over de hele wereld te streamen. ( ➭ pagina 39)
En daarbij.... • Schakel de lamp op donkere plaatsen in ( ➭ pagina 36). Geniet van de diverse gebruiksmogelijkheden!
9
Schema voor verbinden/setup Verbind het toestel met de computer en configureer de juiste instellingen met een browser.
Starten van de opname 1 Verbind de camera middel de bijgeleverde LAN-kabel met uw computer. ( ➭ pagina 11) Verbind de camera eerst met uw computer voordat u de instellingen maakt.
Voorbereiding
2 Verbind de netadapter. ( ➭ pagina 12) Verbind de bijgeleverde netadapter nadat de andere verbindingen zijn gemaakt.
3 Zoek toegang tot het toestel met een browser voor het maken van de vereiste instellingen. ( ➭ pagina 15) Stel het wachtwoord, de beeldkwaliteit, de bestemming voor de verbinding, etc. in. Door de juiste instellingen te maken, kunt u de opgenomen data op een computer of smartphone bekijken.
4 Bevestig de camera aan de pan-tilter. ( ➭ pagina 25) Bevestig de camera aan de pan-tilter.
• Bevestig indien nodig de los verkrijgbare onderdelen. Plaats/bevestig een SD-kaart ( ➭ pagina 28), accu ( ➭ pagina 29), externe microfoon ( ➭ pagina 30) en AV-snoer ( ➭ pagina 31). • Zie "Maken van een bedrade verbinding" (pagina 27) voor het verbinden van het toestel met een LAN-kabel.
10
Verbinden van de camera met een computer Verbind de camera eerst met uw computer voordat u de instellingen maakt. Systeemvereisten Browser: Internet Explorer 9 of later 1 Bevestig de LAN-kabel aan het toestel.
Voorbereiding
2 Verbind de camera middel de LAN-kabel met uw computer. 3 Stel de netwerkfunctieschakelaar op "LAN(OFF)".
• Indien de netwerkfunctieschakelaar op [DIRECT] of [WLAN] is gesteld, kan de LAN-aansluiting niet worden gebruikt. • Het veranderen van de netwerkfunctieschakelaar terwijl de stroom is ingeschakeld, verandert de instelling niet.
11
Verbinden van de netadapter Verbind de bijgeleverde netadapter met de DC-aansluiting van de camera. LET OP • Gebruik beslist de bijgeleverde netadapter. Het gebruik van een andere netadapter kan problemen veroorzaken. • Schakel de stroom uit alvorens de netadapter te verbinden/ontkoppelen.
Voorbereiding Netadapter (bijgeleverd)
12
Conversiekabel (bijgeleverd)
Naar wens configureren van de camera-instellingen Zoek toegang tot het toestel met uw computer voor het instellen van het netwerk, de streaming, etc. Systeemvereisten Browser: Internet Explorer 9 of later
Configureren van de basisinstellingen
1 Verbind de camera middel de LAN-kabel met uw computer. ( ➭ pagina 11) 2 Houd de stroomtoets even ingedrukt om de stroom in te schakelen. De opnametoets begint te knipperen. Wacht totdat de toets niet meer knippert en dooft.
(pagina 15), "Kiezen van het formaat van de beelden die worden uitgevoerd/opgeslagen" (pagina 17), "Verbinden op afstand toestaan (CONTROLE-instelling)" (pagina 18), "Veranderen van de bestemming voor het verbinden" (pagina 20) voor het configureren van de instellingen voor uitsluitend het starten van het gebruik. • Zie "Instelbare onderdelen" (pagina 41) voor het bevestigen van alle instellingen.
Voorbereiding
Om na aankoop de basisinstellingen te configureren, moet u de camera direct met uw computer via een LAN-kabel verbinden.
• Zie "Configureren van de camera-instellingen"
3 Stel de netwerkinstelling voor de computer als volgt in: • IP-ADRES Anders dan 192.168.1.100 binnen het 192.168.1.2 tot 192.168.1.254 bereik. (Voorbeeld) 192.168.1.23 • SUBNETMASKER 255.255.255.0 LET OP Voor het herstellen van de instellingen van uw computer na het controleren van de werking en voltooien van de instellingen, moet u de oorspronkelijke instellingen alvorens het veranderen even opschrijven. 4 Start Internet Explorer en voer "http://192.168.1.100:8000" in de adresbalk in. 5 Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerder in. Basisinstelling: GEBRUIKERSNAAM "root", WACHTWOORD "password". Het instelscherm verschijnt indien juist is ingelogd.
13
Veranderen van de instellingen na het veranderen van de bestemming voor de verbinding Ga voor het veranderen van de instellingen na het veranderen van de bestemming voor de verbinding naar het volgende adres. ( ➭ pagina 20) Indien een bedrade verbinding ( ➭ pagina 20) met het toegangspunt is gemaakt http://(geconfigureerd IP-adres):8000
Voorbereiding
Indien een draadloze (Wi-Fi) verbinding ( ➭ pagina 21) met het toegangspunt is gemaakt http://(camera's IP-address):8000 Indien een draadloze verbinding ( ➭ pagina 23) direct met uw computer is gemaakt (Wi-Fi Direct) http://192.168.1.1:8000 Indien meerdere camera's zijn verbonden ( ➭ pagina 24) http://(geconfigureerd IP-adres):8000
14
Configureren van de camera-instellingen Dit gedeelte beschrijft de instellingen die vereist zijn voor het gebruik van het toestel. Zie pagina 46 voor de "BEHEREN" instellingen die niet op deze pagina's worden beschreven.
Instellen van de klok
4 Klik op de "INSTEL" toets.
Stel de interne klok in. De tijd kan worden getoond bij het verzenden van video's. 1 Kies "GEWONE INSTELLINGEN" in "BEHEREN". Indien de sub-instellingen niet worden getoond, klik dan op "+" links van "BEHEREN".
Voorbereiding
2 Klik op de "INSTEL" toets rechts van "KLOK INSTELLEN".
3 Voer de datum en tijd in.
De tijd is nu ingesteld en het "GEWONE INSTELLINGEN" scherm verschijnt weer. • "ONGELDIGE GEGEVENSINVOER" verschijnt indien een verkeerde waarde werd ingevoerd. Controleer de ingevoerde waarde. • "COMMUNICATIEFOUT OPGETREDEN" verschijnt wanneer communicatie met de camera onmogelijk is. Controleer de verbinding. • Controleer de camera en computer indien "PROCES MISLUKT" wordt getoond.
15
Instellen van de gebruikersnaam en het wachtwoord
4 Klik op de "OPSL." toets.
De gebruikersnaam en het wachtwoord zijn voor alle toestellen van dit model hetzelfde ten tijde van aankoop. U moet ze voor de veiligheid direct veranderen. 1 Kies "GEWONE INSTELLINGEN" in "BEHEREN". Indien de sub-instellingen niet worden getoond, klik dan op "+" links van "BEHEREN". De nieuwe gebruikersnaam en het wachtwoord zijn nu ingesteld.
Voorbereiding 2 Klik op de "UPDATEN" toets rechts van "GEBRUIKER/WACHTWOORD BEHEERDER WIJZIGEN".
3 Voer "GEBRUIKERSNAAM", "WACHTWOORD" en "WACHTWOORD (BEVESTIG)" in.
Voer 1 tot 32 tekens in voor de gebruikersnaam en 8 tot 32 voor het wachtwoord. (alleen 1 byte alfanumerieke tekens en symbolen)
16
Kiezen van het formaat van de beelden die worden uitgevoerd/opgeslagen Dit toestel kan twee verschillende soorten beelden uitvoeren. Kies de geschikte uitvoermethode en beeldkwaliteit. Zie pagina 41 voor de "NETWERK" instellingen die niet op deze pagina's worden beschreven. 1 Kies "STREAM-INSTELLINGEN" in "NETWERK". Indien de sub-instellingen niet worden getoond, klik dan op "+" links van "NETWERK".
3 Kies een optie van "MAX RASTERFREQUENTIE (MotionJPEG)".
Voorbereiding
2 Kies een optie van "STREAM 1/STREAM 2".
12,5 fps: Uitvoer van beelden met maximaal 12,5 frames per seconde. Geschikt voor opname van snelbewegende onderwerpen. 6,25 fps: Uitvoer van beelden met maximaal 6,25 frames per seconde. Geschikt indien de communicatiesnelheid of doorvoer van apparaat laag is. Alleen kiesbaar wanneer "STREAM 1/STREAM2" op "MotionJPEG(640x360)/GEEN" is gesteld. 4 Klik op de "OPSL." toets.
MotionJPEG(640x360) / GEEN: Kies voor het opslaan van opgenomen data in het toestel zelf. MotionJPEG (640x360) wordt gebruikt voor op afstand te bedienen met een browser, etc. MPEG-2 TS(720x576) / MotionJPEG(640x360): Uitvoer van lage resolutiedata die voor streaming, etc. kunnen worden gebruikt. MPEG-2 TS(1920x1080) / MotionJPEG(640x360): Uitvoer van hoge resolutiedata die voor streaming, etc. kunnen worden gebruikt.
De uitvoerbeeldkwaliteit is nu ingesteld.
17
Verbinden op afstand toestaan (CONTROLE-instelling) Voor het op afstand bekijken van beelden moet u normaliter een globaal IP-adres of URL voor toegang van een browser hebben. U kunt deze gemakkelijk instellen door de account van onze DDNS-service in te voeren.
Verkrijgen van een DDNS-account Ga met een computer of smartphone naar onze website voor een tijdelijke registratie.
Voorbereiding
1 Ga naar de volgende URL om tijdelijk een account te registreren. https://dd3.jvckenwood.com/user/ Voer uw email-adres voor de gebruikersnaam in. 2 Ontvang de tijdelijke registratiemail op uw email-adres en ga naar de in de mail aangegeven URL. De tijdelijke registratie is nu voltooid.
Instellen van de DDNS-account Stel de voor de tijdelijke registratie gebruikte gebruikersnaam en het wachtwoord voor het toestel in. Volg de volgende stappen binnen drie dagen na de tijdelijke registratie. Indien er meer dan drie dagen zijn verstreken, moet u opnieuw een account maken. 1 Kies "CONTROLE-INST." in "NETWERK". Indien de sub-instellingen niet worden getoond, klik dan op "+" links van "NETWERK".
2 Stel "DDNS" op "AAN" en voer "GEBRUIKERSNAAM" en "WACHTWOORD" in.
3 Klik op de "OPSL." toets.
De DDNS-account is nu ingesteld. (Definitieve registratie) • De registratie verloopt wanneer u gedurende . 1 jaar geen toegang tot de DDNS-server heeft.
18
Toevoegen van een gebruiker van de camerasturing Voor toegang tot het het toestel met gebruik van de camerasturing ( ➭ pagina 39) moet u van te voren de gebruikersnaam en het wachtwoord instellen. (Er kunnen maximaal vier gebruikers worden geregistreerd.) Basisinstelling: GEBRUIKERSNAAM "camuser", WACHTWOORD "password". U moet ze voor de veiligheid direct veranderen. * Meerdere gebruikers kunnen niet tegelijk de weergave bekijken.
2 Klik op de "TOEV." toets.
Voer 1 tot 32 tekens in voor de gebruikersnaam en 8 tot 32 voor het wachtwoord. (alleen 1 byte alfanumerieke tekens en symbolen) 4 Klik op de "OPSL." toets.
Voorbereiding
1 Kies "CONTROLE-INST." in "NETWERK". Indien de sub-instellingen niet worden getoond, klik dan op "+" links van "NETWERK".
3 Voer "GEBRUIKERSNAAM", "WACHTWOORD" en "WACHTWOORD (BEVESTIG)" in.
De gebruiker is nu geregistreerd.
• Kies een gebruiker uit "GEBRUIKERS (JVC CAM driver)" en klik op de "UPDATEN" toets om de gebruikersnaam en het wachtwoord van de gebruiker te veranderen. • Kies een gebruiker uit "GEBRUIKERS (JVC CAM driver)" en klik op de "WISSEN" toets om de gebruiker te verwijderen.
19
Veranderen van de bestemming voor het verbinden Verander indien nodig de bestemming voor het verbinden naar het toegangspunt (draadloze LAN-router).
Bedraad verbinden met het toegangspunt 1 Kies "BEDRAAD NETWERK" in "NETWERK". Indien de sub-instellingen niet worden getoond, klik dan op "+" links van "NETWERK".
Voorbereiding 2 Configureer de volgende instellingen:
• IP-ADRES Eerste drie waarden gescheiden door een punt (.): Zelfde als die van het toegangspunt Laatste waarde: Verschillend van de waarde van het toegangspunt, binnen het 1 tot 254 bereik (Voorbeeld) Indien het toegangspunt 192.168.1.1 is, stelt u 192.168.1.2 in. • SUBNETMASKER Zelfde als het toegangspunt (Voorbeeld) 255.255.255.0 • STANDAARD GATEWAY Zelfde als het IP-adres van het toegangspunt (Voorbeeld) 192.168.1.1 • PRIMAIRE DNS Zelfde als het IP-adres van het toegangspunt (Voorbeeld) 192.168.1.1 • SECUNDAIR DNS Blanco
20
LET OP • Zie de handleiding of aanwijzingen van het toegangspunt voor het instellen van het toegangspunt. • Indien er meerdere camera's in hetzelfde netwerk zijn opgesteld, voer dan verschillende IP-adressen in zodat ze niet hetzelfde zijn. • Indien de netwerkinstelling "AUTOMATISCH" is, wordt het IP-adres van de camera automatisch door het toegangspunt toegewezen. Zie het instelscherm, etc. van het toegangspunt voor de toe te wijzen waarden. • Indien het IP-adres van het toestel onbekend is, controleer dan de getoonde informatie van het computerprogramma, de Android app of iOS app. 3 Klik op de "OPSL." toets om de instellingen op te slaan.
De met een browser te configureren instellingen zijn nu voltooid. Sluit de browser en schakel de computer uit. 4 Houd de stroomtoets even ingedrukt om de stroom uit te schakelen. 5 Verbind de camera middels de LAN-kabel met de LAN-poort van het toegangspunt. ( ➭ pagina 27) 6 Stel de netwerkfunctieschakelaar op "LAN(OFF)". 7 Houd de stroomtoets even ingedrukt om de stroom in te schakelen. De verbinding is voltooid zodra de "WPS" toets niet meer knippert maar continu oplicht.
Draadloos verbinden met het toegangspunt (Wi-Fi) Gebruik van de WPS-functie
Zoeken en verbinen met het toegangspunt 1 Kies "DRAADLOOS NETWERK" in "NETWERK".
Verbind op eenvoudige wijze met het toegangspunt dat de WPS-functie heeft. 1 Houd de stroomtoets even ingedrukt om de stroom uit te schakelen. 2 Ontkoppel de LAN-kabel tussen de camera en de computer. 3 Stel de netwerkfunctieschakelaar op "WLAN". Indien de sub-instellingen niet worden getoond, klik dan op "+" links van "NETWERK". 2 Klik op de "ZOEKEN" toets.
5 Activeer de WPS-functie van het toegangspunt. (Voorbeeld) Druk op de "WPS" toets. Zie de handleiding van het toegangspunt voor het activeren van de WPS-functie. 6 Houd de "WPS" toets even ingedrukt. De verbinding is voltooid zodra de "WPS" toets niet meer knippert maar continu oplicht. De "WPS" toets wordt uitgeschakeld indien er binnen twee minuten geen verbinding kan worden gemaakt. Probeer opnieuw of stel handmatig in.
Voorbereiding
4 Houd de stroomtoets even ingedrukt om de stroom in te schakelen. De opnametoets begint te knipperen. Wacht totdat de toets niet meer knippert en dooft.
3 Kies een toegangspunt waarmee u wilt verbinden.
Klik op de "OPNIEUW ZOEKEN" toets indien het gewenste toegangspunt niet in de lijst staat. Het punt wordt mogelijk niet gevonden indien er veel afstand of storing is.
21
4 Voer "WACHTWOORD" in.
Handmatig verbinden 1 Kies "DRAADLOOS NETWERK" in "NETWERK".
5 Klik op de "OPSL." toets.
Voorbereiding
Indien de sub-instellingen niet worden getoond, klik dan op "+" links van "NETWERK". 2 Klik op de "HANDMATIG" toets.
De met een browser te configureren instellingen zijn nu voltooid. Sluit de browser en schakel de computer uit. 6 Houd de stroomtoets even ingedrukt om de stroom uit te schakelen.
3 Voer de informatie in en klik op de "OPSL." toets.
7 Ontkoppel de LAN-kabel tussen de camera en de computer. 8 Stel de netwerkfunctieschakelaar op "WLAN". 9 Houd de stroomtoets even ingedrukt om de stroom in te schakelen. De verbinding is voltooid zodra de "WPS" toets niet meer knippert maar continu oplicht. De met een browser te configureren instellingen zijn nu voltooid. Sluit de browser en schakel de computer uit. 4 Houd de stroomtoets even ingedrukt om de stroom uit te schakelen en ontkoppel de LAN-kabel waarmee de camera met uw computer is verbonden. 5 Stel de netwerkfunctieschakelaar op "WLAN". 6 Houd de stroomtoets even ingedrukt om de stroom in te schakelen. De verbinding is voltooid zodra de "WPS" toets niet meer knippert maar continu oplicht.
22
Direct verbinden met een computer (Wi-Fi Direct) Gebruik van de WPS-functie
Handmatig verbinden
1 Houd de stroomtoets even ingedrukt om de stroom uit te schakelen.
2 Ontkoppel de LAN-kabel tussen de camera en de computer.
2 Ontkoppel de LAN-kabel tussen de camera en de computer.
3 Stel de netwerkfunctieschakelaar op "DIRECT".
3 Stel de netwerkfunctieschakelaar op "DIRECT".
5 Maak een WPS-verbinding op de computer. Zie de handleiding van het apparaat voor details aangaande het verbinden.
4 Houd de stroomtoets even ingedrukt om de stroom in te schakelen. De opnametoets begint te knipperen. Wacht totdat de toets niet meer knippert en dooft. 5 Verbind met DIRECT-**JVCCAM via de draadloze LAN van de computer. • Zie de handleiding van het apparaat voor details aangaande het verbinden. • Bij aankoop van het toestel is het wachtwoord "password".
Voorbereiding
4 Houd de stroomtoets even ingedrukt om de stroom in te schakelen. De opnametoets begint te knipperen. Wacht totdat de toets niet meer knippert en dooft.
1 Houd de stroomtoets even ingedrukt om de stroom uit te schakelen.
6 Houd de "WPS" toets even ingedrukt. De verbinding is voltooid zodra de "WPS" toets niet meer knippert maar continu oplicht. De "WPS" toets wordt uitgeschakeld indien er binnen twee minuten geen verbinding kan worden gemaakt. Probeer opnieuw of stel handmatig in.
23
Verbinden van meerdere camera's Configureer de volgende instellingen voor het verbinden van meerdere camera's.
Voorbereiding
1 Kies "CONTROLE-INST." in "NETWERK". Indien de sub-instellingen niet worden getoond, klik dan op "+" links van "NETWERK".
4 Kies "GEWONE INSTELLINGEN" in "BEHEREN". Indien de sub-instellingen niet worden getoond, klik dan op "+" links van "BEHEREN".
2 Verander "POORTNUMMER" (1 tot 65535) zodat de nummers van de diverse camera's niet hetzelfde zijn.
5 Verander "CAMERANAAM" zodat de namen van de diverse camera's niet hetzelfde zijn.
(voorbeeld) camera1: 10080 camera2: 10082 camera3: 10083 3 Klik op de "OPSL." toets.
24
6 Klik op de "OPSL." toets.
Bevestigen van de pan-tilter Met de bijgeleverde pan-tilter kunt u de camera horizontaal bewegen ("Pan") en vertikaal kantelen ("Tilt") met gebruik van een computer of smartphone. • Verwijder alle kabels alvorens de pan-tilter te bevestigen. • Verbind de netadapter, het AV-snoer en de externe microfoon met de pan-tilter wanneer u de pantilter gebruikt. • Controleer de positie van het gat op de onderkant om te bevestigen. • Bevestig de camera goed en controleer dat deze niet omhoog wordt gedrukt. • Houd de pan-tilter vast (dus niet de camera) bij het verplaatsen. Het vasthouden van de camera kan een probleem veroorzaken.
1 Druk de camera recht omlaag.
• De pan-tilter functioneert onjuist wanneer deze schuin, ondersteboven of op zijn kant is geplaatst.
Voorbereiding
Bevestigen van de pan-tilter
Richting (voor)
2 Schroef de camera vast.
25
Verbinden van de netadapter Verbind de bijgeleverde netadapter met de DCaansluiting van de pan-tilter. • Ontgrendel de pan-tilter alvorens de netadapter te verbinden. ( ➭ pagina 7) • Verwijder al het band van de pan-tilter.
Verwijder de pan-tilter wanneer u alleen de camera wilt gebruiken ( ➭ pagina 32). 1 Los de camerabevestigingsschroef voldoende.
Voorbereiding
2 Houd het toestel en de pan-tilter vast en trek recht omhoog. Netadapter (bijgeleverd)
Conversiekabel (bijgeleverd)
• Na het verbinden van de netadapter, wordt de stroom ingeschakeld en beweegt de pan-tilter automatisch voor het afstellen van de positie. De pan-tilter beweegt iedere keer wanneer het toestel wordt ingeschakeld. • De stroomindicator knippert wanneer het afstellen van de positie is mislukt. Schakel het toestel uit en weer in om opnieuw af te stellen. (De . positie-afstelling is mogelijk niet geslaagd, ook al knippert de stroomindicator niet.)
26
Verwijderen van de pan-tilter
Verbind de netadapter, het AV-snoer en de externe microfoon met de camera indien u de pan-tilter niet gebruikt.
Maken van een bedrade verbinding Bevestig de bijgeleverde LAN-kabel als volgt voor het maken van een bedrade verbinding met een computer of toegangspunt. Systeemvereisten Browser: Internet Explorer 9 of later 1 Stel de netwerkfunctieschakelaar op "LAN(OFF)".
Voorbereiding • Indien de netwerkfunctieschakelaar op [DIRECT] of [WLAN] is gesteld, kan de LAN-aansluiting niet worden gebruikt. • Het veranderen van de netwerkfunctieschakelaar terwijl de stroom is ingeschakeld, verandert de instelling niet. 2 Bevestig de conversiekabel aan de stopper van de LAN-kabel. Stopper
3 Bevestig de LAN-kabel op numerieke volgorde aan het toestel.
2 1
Houd de verbinding voorzichtig vast en steek in.
3 • Bevestig de kabel zonder te draaien. • Controleer bij gebruik van een statief dat de kabel niet de hendel raakt. • Plaats geen voorwerpen in de buurt van de kabel. De pan-tilter kan anders mogelijk niet goed bewegen. • Gebruik geen kabels (AV-kabel, microfoon,etc.) met L-vormige stekkers. • De middenpositie van de camera is mogelijk iets anders onder bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld bij een lage temperatuur; dit duidt niet op een defect. 4 Verbind de camera middel de LAN-kabel met uw computer.
27
Plaatsen/verwijderen van een SD-kaart Plaats een los verkrijgbare SD-kaart voor het opslaan van opgenomen data op de kaart. De opgeslagen data kunt u wissen/downloaden met een browser. • Schakel de stroom uit alvorens een SD-kaart te plaatsen/verwijderen. • De opgeslagen data kunnen worden afgespeeld met Windows Media Player 12 ( ➭ pagina 37).
Plaatsen
Compatibele SD-kaarten
Voorbereiding
Steek de kaart recht in met de aansluiting naar rechts gericht. • Controleer dat de schrijfbeschermingsschakelaar van de SD-kaart niet naar LOCK (tegen schrijven beschermd) is gedrukt.
De werking is juist bevonden met de volgende . SD-kaarten. Fabrikant
Video
Panasonic TOSHIBA SanDisk Klasse 4 of hoger compatibele . SD-kaart (2 GB) Klasse 4 of hoger compatibele SDHC-kaart (4 GB tot 32 GB) Klasse 4 of hoger compatibele SDXC-kaart (48 GB tot 64 GB)
(Voor opname met de "UXP" videokwaliteit, wordt Klasse 6 of hoger aanbevolen.)
Verwijderen
• Door gebruik van SD-kaarten (met inbegrip van SDHC-/SDXC-kaarten) anders dan hierboven gespecificeerd, kan de opname mislukken of data worden verloren. • Niet alle bedieningen worden met SD-kaarten gegarandeerd. Bepaalde bedieningen kunnen mogelijk niet worden uitgevoerd vanwege veranderingen in specificaties, etc. • Raak de aansluitingen van de SD-kaart niet aan. U verliest anders mogelijk data.
Druk de kaart in en trek vervolgens recht naar u toe.
Opnametijd bij benadering Functie Capaciteit
4 GB
8 GB
16 GB
32 GB
48 GB
64 GB
UXP
20 min.
40 min.
1 uur 20 min.
2 uur 50 min.
4 uur 10 min.
5 uur 40 min.
XP
30 min.
1 uur
2 uur
4 uur
6 uur
8 uur 10 min.
SP
40 min.
1 uur 20 min.
2 uur 50 min.
5 uur 50 min.
8 uur 30 min.
11 uur 30 min.
EP
1 uur 40 min.
3 uur 30 min.
7 uur 10 min.
14 uur 40 min.
21 uur 30 min.
28 uur 50 min.
De hierboven gegeven tijden zijn uitsluitend ter referentie. De werkelijke tijden zijn mogelijk korter, afhankelijk van de opnamesituatie.
28
Bevestigen/verwijderen van de accu De camera kan op alleen accuspanning werken. Wanneer de (BN-VG114E, BN-VG121E, BN-VG138E) accu (los verkrijgbaar) is bevestigd, kunnen video's worden vestuurd/opgenomen op plaatsen waar de netadapter niet kan worden gebruikt. • De accu kan niet worden gebruikt wanneer de pan-tilter is bevestigd. • Schakel de stroom uit alvorens de accu te plaatsen/verwijderen. • De volgende onderdelen kunnen niet worden gebruikt wanneer de accu is bevestigd: – LAN-aansluiting, netwerkfunctieschakelaar, terugsteltoets LET OP
Bevestigen Steek de accu goed in en schuif vervolgens naar rechts totdat de accu vastklikt.
Verwijderen Schuif de accu naar links en trek naar u toe terwijl u het hendeltje onder de accu indrukt.
Opladen
Oplaadtijd bij benadering Oplaadtijd BN-VG114E (los verkrijgbaar)
2 uur 30 min.
BN-VG121E (los verkrijgbaar)
3 uur 30 min.
BN-VG138E (los verkrijgbaar)
6 uur 10 min.
Voorbereiding
• Gebruik uitsluitend de door ons gefabriceerde accu. De veiligheid en prestatie worden niet gegarandeerd bij het gebruik van accu's van een ander merk. • Het opladen duurt mogelijk wat langer of is onmogelijk op plaatsen waar de temperatuur buiten het aangegeven temperatuursbereik is.
Opnametijd bij benadering Werkelijke opnametijd
Doorlopende opnametijd
BN-VG114E (los verkrijgbaar)
35 min.
1 uur 00 min.
BN-VG121E (los verkrijgbaar)
55 min.
1 uur 35 min.
BN-VG138E (los verkrijgbaar)
1 uur 35 min.
2 uur 55 min.
Verbind de adapter met de gelijkstroomaansluiting van de camera en schakel de stroom uit. Het opladen start. De stroomtoets van de camera knippert tijdens het opladen. De stroomtoets dooft zodra het opladen is voltooid.
29
Verbinden van een externe microfoon Verbind een externe microfoon voor opname van externe geluiden. Verbind een los verkrijgbare microfoon met de MIC-aansluiting van de pan-tilter indien deze is bevestigd, of met de camera indien de pan-tilter niet is bevestigd. • Gebruik een microfoon van het "plug-in" stroomtype. • Gebruik geen microfoon met L-vormige stekker. • Schakel de stroom uit alvorens de microfoon te verbinden/ontkoppelen. • Zonder een externe microfoon, kan de interne microfoon geen omgevingsgeluid opnemen. • Verander "INSTELL. MIC-NIVEAU" indien het geluid te hard of te zacht is. ( ➭ pagina 45)
Voorbereiding
Verbinden met de camera
Microfoon (los verkrijgbaar) f3,5 mm stereo-microfoonaansluiting
Bevestigen met de flitserschoen 1 Verwijder de afdekking van de flitserschoen.
2 Bevestig de microfoon.
30
Verbinden met de pan-tilter
Microfoon (los verkrijgbaar) f3,5 mm stereo-microfoonaansluiting
Verbinden van het AV-snoer Door een verbinding met een TV of monitor te maken met gebruik van een AV-snoer (los verkrijgbaar), kunt u de beelden die worden opgenomen/verstuurd zonder gebruik van een computer of mobiele terminal bekijken. Verbind een los verkrijgbaar AV-snoer met de AV-aansluiting van de pan-tilter indien deze is bevestigd, of met de camera indien de pan-tilter niet is bevestigd. • Schakel de stroom uit alvorens het AV-snoer te verbinden/ontkoppelen. • Gebruik het f3,5 mm 4-polige mini-stekkertype. Gebruik geen L-vormige ministekker.
Verbinden met de camera
Video-ingang Audio-ingang (L)
(Geel)
Audio-ingang (R)
(Rood)
Voorbereiding
Video-ingang
Verbinden met de pan-tilter
(Wit) (Geel) (Wit)
AV-snoer . (los verkrijgbaar) TV, etc.
(Rood)
Video-ingang
Video-ingang Audio-ingang (L)
Audio-ingang (R)
AV-snoer . (los verkrijgbaar) TV, etc.
31
Het toestel afzonderlijk gebruiken Plaats een SD-kaart en bevestig de accu zodat u het toestel kunt dragen en als een normale videocamera kunt gebruiken. Bepaal of u de opgenomen video's op een SD-kaart wilt opslaan of draadloos wilt streamen. ( ➭ pagina 41)
In-/uitschakelen van de stroom Inschakelen van de stroom Houd de stroomtoets even ingedrukt. De opnametoets begint te knipperen. Wacht totdat de toets niet meer knippert en dooft. Uitschakelen van de stroom Houd de stroomtoets weer even ingedrukt. De stroomtoetsindicator dooft.
Starten/stoppen van een opname Starten van opname Druk op de opnametoets. De opnametoets knippert. De toets knippert 2 seconden snel wanneer de opname niet kan worden gestart. Controleer de SD-kaart of instellingen van het toestel. Stoppen van opname Druk nogmaals op de opnametoets. De opnametoetsindicator dooft. LET OP
Gebruik 32
• De stroom wordt automatisch uitgeschakeld wanneer "AUTOM. UITSCHAKELEN" op "AAN" is gesteld, het toestel met de accu wordt gevoed en er gedurende 5 minuten geen bediening wordt uitgevoerd. ( ➭ pagina 46) • De opname stopt automatisch omdat opname niet 12 of meer achtereenvolgende uren kan worden uitgevoerd.
Besturen via een webbrowser U kunt het toestel besturen via een webbrowser zonder extra software te installeren. "CONTROLE-INST." ( ➭ pagina 18) moet worden ingesteld voor het bekijken van een video via een netwerk. Systeemvereisten Besturingsprogramma: Windows 7 Browser: Internet Explorer 9 of later
Inloggen Gebruik de "GEBRUIKERSNAAM" en "WACHTWOORD" van de beheerder ( ➭ pagina 16). 1 Houd de stroomtoets even ingedrukt indien de stroom niet is ingeschakeld om de stroom in te schakelen. De opnametoets begint te knipperen. Wacht totdat de toets niet meer knippert en dooft.
Gebruik
2 Start Internet Explorer en voer "http://(camera's IP address):80" in de adresbalk in. • Indien een bedrade verbinding is gemaakt, is het IP-adres van de camera met de fabrieksinstelling "192.168.1.100". • Indien een draadloze verbinding is gemaakt, wordt met de fabrieksinstelling het IP-adres van de camera automatisch door het toegangspunt toegewezen. Zie het instelscherm, etc. van het toegangspunt voor de toe te wijzen waarden. • Voor toegang tot de camera met het internet, moet u de URL van de DDNS-service in plaats van het IP-adres van de camera invoeren. ( ➭ pagina 18) 3 Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerder in. Basisinstelling: GEBRUIKERSNAAM "root", WACHTWOORD "password". 4 Klik op de "AANMELDEN" toets. Het "MONITOR" scherm verschijnt indien juist is ingelogd.
33
Besturen van de camera ("MONITOR" tab) Bestuur de camera en bekijk beelden met de "MONITOR" tab.
1
4 5 6
2
7 3
Gebruik
1 Tab Veranderen van display. "MONITOR" Bestuur de camera en bekijk gestreamde beelden. "BESTANDSBEHEER" Wis videobestanden van de SD-kaart of download ze naar uw computer. ( ➭ pagina 37) "STATUS" Controleer de geschiedenis van meldingen. ( ➭ pagina 38) 2 Bedieningspaneel Bedien de camera/pan-tilter.
1
1 Zoom U kunt de zoomverhouding veranderen met "CAMERA-INSTELLINGEN" (pagina 45). 2 Pan-tilter Pan/tilt de camera in de richting waarin u heeft geklikt. U kunt de hoek veranderen met "PAN-TILTERINST." (pagina 45). 3 "PRESET"-toetsen Klik op de "1", "2" of "3" toets om de camera te bewegen naar de positie die aan de respectievelijke toets is toegewezen. 4 "TERUG NAAR CENTRUM"-toetsen Stel de positie voor de pan/tilt terug om de camera weer naar de voorkant te richten. 5 "OPSLAAN VOORINST."-toets Klik op deze toets en vervolgens op de "1", "2" of "3" toets om de huidige camerapositie vast te leggen onder de overeenkomende toets. 3 Mededelingenbalk Toont een foutmelding, etc. 4 "AFMELDEN" Klik hier om uit te loggen.
2
5 Status Toont de huidige status van o.a. de resterende accustroom. 1
2
3
3 4
34
5
1 Pan-hoek Toont de huidige pan-hoek (rechts/links) (bij benadering). 2 Tilt-hoek Toont de huidige tilt-hoek (omhoog/omlaag) (bij
benadering). 3 Zoomverhouding Toont de huidige zoomverhouding. 4
5
6
7
8
4 Opnamestatus Toont de camerastatus. STANDBY: Geen opname OPNAME: Opname wordt uitgevoerd 5 Opnamefunctie Opnamefunctie: UXP, XP, SP, EP 6 SD-kaart Toont dat een SD-kaart kan worden gebruikt. 7 Resterende opnametijd Toont de resterende opnametijd. 8 Stroomstatus Toont de huidige stroomstatus.
(Groen): Resterende accuspanning: 60 % of meer
Gebruik
(Groen): Resterende accuspanning: 50 tot 60 % (Geel): Resterende accuspanning: 40 tot 50 % (Geel): Resterende accuspanning: 30 tot 40 % (Rood): Resterende accuspanning: 20 tot 30 % (Rood): Resterende accuspanning: 0 tot 20 %
: Werking met de netadapter 9
p
9 Herladentoets Update beelden. p Insteltoets Toont het instelscherm. ( ➭ pagina 36) 6 "STREAM-INSTELLINGEN" Kies een streamformaat. 7 Opnametoets/stoptoets ●: Start de opname. ■: Stop de opname. LET OP • De opname stopt automatisch omdat opname niet 12 of meer achtereenvolgende uren kan worden uitgevoerd.
35
Configureren van de camera-instellingen Verander de camera-instellingen.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 =
Gebruik
1 "AUTO OPNAME" Schakel de "AUTO OPNAME" functie in/uit voor opname bij het veranderen van scène. Wanneer u "AAN" instelt, veranderen de volgende
instellingen automatisch: "HELDERHEID AANPASSEN": "AUTOMATISCH" "BEELDSTABILISATOR": "UIT" "LICHT": "UIT" Met "AAN" ingesteld, kunt u geen opname starten, de camera niet horizontaal bewegen/kantelen en de "OPHELDEREN" instelling niet veranderen. De digitale zoom wordt automatisch ingesteld op het optische zoombereik.
7 "VIDEOKWALITEIT"* Kies "UXP", "XP", "SP" of "EP" voor de videokwaliteit voor het opslaan op een SD-kaart. Zie pagina 28 voor de opnametijd met iedere functie. 8 "LICHT" Kies "UIT", "AAN" of "AUTOMATISCH" voor de status van de LED-verlichting.
2 "FOCUS"* Verander de instelling voor de scherpstelling. "AUTOMATISCH": Automatische scherpstelling op het onderwerp wanneer het beweegt of verandert. "VAST": Vergrendelt de huidige scherpstelling.
9 "LAMP VAN INFO" Kies "UIT" of "AAN" voor de informatielamp.
3 "BEELDSTABILISATOR"* Kies "UIT", "ZACHT", "GEMIDDELD" of "STERK" voor de beeldstabilisator.
- "DATUM/TIJD OPNAME" Kies "UIT" (geen opname), "LINKS BOVEN", "RECHTS BOVEN", "ONDER LINKS" of "ONDER RECHTS" voor de positie waar de datum en tijd worden opgenomen.
4 "HELDERHEID AANPASSEN" Kies "–6" tot "+6" of "AUTOMATISCH" voor de helderheid. 5 "SLUITERSNELHEID" Kies "1/2" tot "1/4000" of "AUTOMATISCH" voor de sluitertijd.
36
omgeving. Met "MWB" wordt de witbalans ingesteld op basis van het huidige beeld dat u heeft geïmporteerd door een klik op de "IMPORTEREN" toets. (Klik op de toets terwijl het gehele scherm is gevuld door een vel wit papier.)
6 "WITBALANS" Kies "AUTOMATISCH", "FIJN", "BEWOLKT", "HALOGEEN", "MWB" voor de kleurgevoeligheid van de camera in overeenstemming met de
0 "OPHELDEREN"* Kies "UIT", "AAN" of "AUTO TRAGE SLUITER" voor de verwerking wanneer het beeld niet helder is.
= "LAAT DE TWEEDE" Kies "UIT" of "AAN" voor het secondedisplay voor "DATUM/TIJD OPNAME". * Tijdens opname kan de instelling niet worden veranderd.
Beheren van bestanden die op een SD-kaart zijn opgeslagen ("BESTANDSBEHEER" tab) Gebruik het "BESTANDSBEHEER" tab voor het versturen/wissen van bestanden die op een SD-kaart zijn opgeslagen. 3
1
4
2
3 "WISSEN" Klik voor het wissen van een videobestand eerst op deze toets. Klik vervolgens op een miniatuur om het bevestigingsscherm voor het wissen te tonen. Klik op "JA" om te wissen.
2 Miniatuur Klik eerst op "OVERDRACHT" of "WISSEN" en vervolgens op de miniatuur van het te versturen of te wissen bestand.
4 Veranderen van pagina Klik op "VORIGE PAGINA" of "VOLGENDE PAGINA" om van miniatuurpagina te veranderen.
Gebruik
1 "OVERDRACHT" Klik voor het downloaden van een videobestand op uw computer eerst op deze toets. Klik vervolgens op een miniatuur om het downloadscherm op een browser te tonen.
Map-/bestandlijsten De mappen en bestanden worden als volgt op een SD-kaart opgeslagen. Mappen en bestanden worden wanneer vereist gemaakt.
[JVCCAM_SD]
[EXTMOV]
[PRIVATE] (Beheerinformatie) ( 管理情報 )
MOV_0001.MTS MOV_0002.MTS MOV_0003.MTS
[AVCHD] [JVC]
(Videobestanden met foute beheerinformatie) ←(管理情報が壊れたファイル)
[BDMV]
[STREAM] [XXXXX.MTS] .. [BACKUP] [CLIPINF] [PLAYLIST] [INDEX.BDM] [MOVIEOBJ.BDM]
(Videobestand) ←(動画ファイル)
• U mag mappen en bestanden niet wissen/verplaatsen/opnieuw benamen. • De opgeslagen data kunnen worden afgespeeld met Windows Media Player 12 ( ➭ pagina 37).
37
Controleren van de mededelingen-geschiedenis ("STATUS" tab) Gebruik de "STATUS" tab voor het controleren van foutmeldingen of huidige verbonden gebruikers. De "STATUS" tab is onderverdeeld in "CAMERA", "NETWERK" en "GEBRUIKER AANMELDEN".
"CAMERA"
"GEBRUIKER AANMELDEN"
1 2
1
2
1 Tab Veranderen van display.
1 "AANGEM. GEBRUIKERS" Toont de aangemelde gebruikers.
2 "FOUTINFO" Toont de foutmeldingen van de camera/pan-tilter.
2 "UITSCHAKELEN" toets Kies een gebruiker uit "AANGEM. GEBRUIKERS" om deze gebruiker te verbieden een verbinding te maken.
Gebruik
"NETWERK"
1
2
1 "FOUTINFO" Toont de netwerkfouten. 2 "INFO INSTELLINGEN" Toont de huidige instellingen.
38
Gebruik van "JVC CAM Control" Met de bijgeleverde "JVC CAM Control" kunt u meerdere camera's besturen. Systeemvereisten Besturingssysteem: Windows® 7 Home Premium (32-bit/64-bit, reeds geïnstalleerd met SP1) CPU: Intel® CoreTM 2 Duo 2 GHz of hoger (Intel® CoreTM 2 Quad 2,66 GHz of hoger bij gebruik van MPEG-2 TS(HD)) RAM: 2 GB of meer
Installeren van "JVC CAM Control" 1 Plaats de bijgeleverde software CD-ROM in de CD/DVD-drive van uw computer.
Installeer de bijgeleverde "Camera Driver" om dit toestel als een webcamera te gebruiken. Gebruik distributiesoftware of een website voor de webcamera, bijvoorbeeld Ustream Producer (http://www.ustream.tv/ producer) om beelden te streamen. Het camerastuurprogramma en "JVC CAM Control" worden tegelijkertijd geïnstalleerd.
Gebruik
2 Klik op "JVC_CAM_Control_1.0.0.0 (JVC_CAM_ Control_1.0.0.0.exe)" op het automatische weergavevenster. • Indien het automatische weergavevenster niet verschijnt, moet u dubbelklikken op het "JVC_CAM_Control_1.0.0.0 (JVC_CAM_ Control_1.0.0.0.exe)" pictogram van de software CD-ROM. • Volg de instructies op het scherm om het installeren te voltooien. • Klik op "Ja" indien het gebruiksaccount-venster verschijnt. • Er verschijnen 2 pictogrammen op uw bureaublad wanneer het installeren is voltooid.
Streaming van beelden
39
Gebruik van een mobiel apparaat U kunt de camera interactief bedienen met het aanraakpaneel van een smartphone/tablet. Daarbij kan de camera horizontaal worden bewogen en verticaal worden gekanteld (pan-tilt) door de tablet te bewegen.
Namen van apps voor mobiele apparaten Er zijn drie soorten apps voor mobiele apparaten: Voor smartphone (Android besturingsprogramma), voor Android tablet en voor iOS. Download the vereiste app. Voor smartphone (Android besturingsprogramma) "JVC CAM Control Single" Systeemvereisten: Android OS 2.3 of later Download het van Google Play Store.
Gebruik 40
Voor Android tablet "JVC CAM Control Multi" Systeemvereisten: Android OS 2.3 of later, Schermformaat: 7 inch of meer, Resolutie: 1024 x 600 of meer Download het van Google Play Store. Voor iPhone/iPod touch/iPad "JVC CAM Control" Vereiste bedrijfsomgeving: iOS 5.1.1 of later Download het van App Store.
Installeren van een app voor mobiel apparaten 1 Download de voor uw omgeving vereiste software. • Smartphone (Android OS 2.3 of later) Download "JVC CAM Control Single" van Google Play Store. • Android tablet (Android OS 2.3 of later, Schermformaat: 7 inch of meer, Resolutie: 1024 x 600 of meer) Download "JVC CAM Control Multi" van Google Play Store.
• iPhone/iPod touch/iPad (iOS 5.1.1 of later) Download "JVC CAM Control" van App Store. 2 Volg de instructies op het scherm om het installeren te voltooien.
Instelbare onderdelen U kunt de instellingen veranderen nadat u als beheerder met een browser of uw computer heeft ingelogd. De instellingen worden onderverdeeld in "NETWERK", "CAMERA/PAN-TILTER" en "BEHEREN". Zie "Naar wens configureren van de camera-instellingen" (pagina 13) voor het tonen van de lijst met instelbare onderdelen.
"NETWERK" Configureer de instellingen voor het netwerk en streamen met "NETWERK". "NETWERK" wordt onderverdeeld in "BEDRAAD NETWERK", "DRAADLOOS NETWERK", "CONTROLE-INST." en "STREAM-INSTELLINGEN".
"BEDRAAD NETWERK"
"DRAADLOOS NETWERK"
Verander de instellingen voor het maken van een bedrade verbinding.
Verander de instellingen voor het maken van een draadloze verbinding.
1
1 3 2
2
2 "MAC-ADRES" Toont het MAC-adres (fysieke adres) van het toestel. U heeft dit mogelijk nodig bij toegang via een computer of smartphone. 3 "OPSL."-toets Klik na het veranderen van de instellingen hierboven op deze toets om de veranderingen op te slaan.
3 4
1 "DIRECTE VERBINDING" Instellingen voor het direct draadloos verbinden met een computer (Wi-Fi).
Informatie
1 "NETWERKINSTELLINGEN" Kies "AUTOMATISCH" of "HANDMATIG". Indien u "HANDMATIG" heeft gekozen, voer dan "IP-ADRES", "SUBNETMASKER", "STANDAARD GATEWAY", "PRIMAIRE DNS" en "SECUNDAIR DNS" juist in voor uw omgeving.
"SSID", "WACHTWOORD", "WACHTWOORD (BEVESTIG)" Verander de SSID en het wachtwoord van het toestel. De SSID en het wachtwoord worden op uw computer getoond. Voer 2 tot 25 tekens in voor de SSID en 8 tot 63 tekens voor het wachtwoord. "OPGELEGDE GROEPSEIG." Stel in of u geforceerd een groepeigenaar wordt bij het direct verbinden. Stel "UIT" in indien u geen verbinding kunt maken met een Wi-Fi direct compatibel toestel. (Met "UIT" ingesteld, kunt u geen enkel Wi-Fi direct incompatibel toestel verbinden.) "MAC-ADRES" Toont het MAC-adres (fysieke adres) van het toestel wanneer u direct met een computer verbindt (Wi-Fi Direct). U heeft dit mogelijk nodig bij toegang via een computer of smartphone.
41
2 "TOEGANGSPUNTVERBINDING" Instellingen voor het draadloos verbinden (Wi-Fi) met een toegangspunt (draadloze LAN-router). "GEREGISTREERD TOEGANGSPUNT" Lijst met maximaal acht toegangspunten waarmee hiervoor een verbinding was gemaakt.
"HANDMATIG"-toets Toont het "TOEVOEGEN (HANDM.)" scherm voor het handmatig invoeren van de informatie voor de verbinding.
"SELECT"-toets Kies een toegangspunt uit "GEREGISTREERD TOEGANGSPUNT" en klik op deze toets om de verbindingsbestemming te veranderen. "WISSEN"-toets Kies een toegangspunt uit "GEREGISTREERD TOEGANGSPUNT" en klik op deze toets om de verbindingsbestemming te wissen. "UPDATEN"-toets Kies een toegangspunt uit "GEREGISTREERD TOEGANGSPUNT" en klik op deze toets om de verbindingsbestemming up te daten. 3 "TOEV." Voeg een verbindingsbestemming toe. "ZOEKEN"-toets Toont het "TOEVOEGEN (ZOEKEN)" scherm om te zoeken en met een toegangspunt te verbinden. Er worden maximaal tien toegangspunten in de lijst getoond. 1
Informatie
2 3 4 5 6
1 2 3
1 "SSID", "AUTHENT.METHODE", "WACHTWOORD" Voer de voor uw omgeving vereiste waarden in. 2 "NETWERKINSTELLINGEN" Kies "AUTOMATISCH" of "HANDMATIG". Indien u "HANDMATIG" heeft gekozen, voer dan "IP-ADRES", "SUBNETMASKER",
"STANDAARD GATEWAY", "PRIMAIRE DNS" en "SECUNDAIR DNS" juist in voor uw omgeving. 3 "OPSL."-toets Sla de informatie voor de verbinding op en ga terug naar het "DRAADLOOS NETWERK" scherm. "WPS PIN"-toets Toont het "TOEVOEGEN (WPS PIN)" scherm voor het verbinden met WPS. Voer de getoonde PIN-code voor het basistoestel in en klik op de "START" toets.
1 "ZOEKEN"-toets Zoek nogmaals naar een toegangspunt.
1
2 "AUTHENT.METHODE" Toont de authenticatiemethode van het gekozen toegangspunt.
2
3 "WACHTWOORD" Voer het wachtwoord voor de verbinding in.
42
4 "NETWERKINSTELLINGEN" Kies "AUTOMATISCH" of "HANDMATIG".
1 "START" toets Start de verbinding.
5 "IP-ADRES", "SUBNETMASKER", "STANDAARD GATEWAY", "PRIMAIRE DNS", "SECUNDAIR DNS" Indien u "HANDMATIG" heeft gekozen voor "NETWERKINSTELLINGEN", voer dan de juiste waarden voor uw omgeving in. 6 "OPSL."-toets Sla de informatie voor de verbinding op en ga terug naar het "DRAADLOOS NETWERK" scherm.
2 "TERUG" toets Stop de verbinding en ga terug naar het "DRAADLOOS NETWERK" scherm. 4 "MAC-ADRES" Toont het MAC-adres (fysieke adres) van het toestel bij het verbinden met een toegangspunt. U heeft dit mogelijk nodig bij toegang via een computer of smartphone.
"CONTROLE-INST." Verander de instellingen voor het verbinden via een netwerk. 1 2 3 4 5
1 "GEBRUIKERS (JVC CAM driver)" Toont de geregistreerde gebruikers. Zie pagina 19 voor details. "TOEV."-toets Maximaal vier camerabestuurders kunnen worden toegevoegd. "UPDATEN"-toets Update de gebruikersnaam en het wachtwoord van de geregistreerde gebruiker. "WISSEN"-toets Wis de geregistreerde gebruiker. 2 "POORTNUMMER" Verander het aan het toestel toegewezen poortnummer wanneer het toestel bijvoorbeeld andere apparaten stoort.
LET OP
Informatie
3 "UPnP" Kies "UIT" of "AAN" voor de UPnP ("Universal Plug and Play") functie. Kies "UIT" wanneer u een verbinding maakt met een UPnP incompatibel toegangspunt (draadloze LAN-router) of wanneer meerdere UPnPcompatibele apparaten zijn verbonden. UPnP werkt niet indien de netwerkinstelling van de camera op "HANDMATIG" is gesteld. Stel in dat geval het toegangspunt zodanig in dat u via het internet toegang tot de camera kunt krijgen. "UPnP" wordt afhankelijk van het toegangspunt mogelijk als volgt genoemd: – "IP Masquerade" – "Network Address Translation" – "Virtual Server" 4 "DDNS" Kies "UIT" of "AAN" voor de DDNS ("Dynamic Domain Name System") functie. Voor gebruik van onze DDNS-service, moet u "AAN" instellen en "GEBRUIKERSNAAM" en "WACHTWOORD" invoeren. ( ➭ pagina 18) 5 "OPSL."-toets Klik na het veranderen van de instellingen hierboven op deze toets om de veranderingen op te slaan.
43
"STREAM-INSTELLINGEN" Voor het formatteren voor verzenden/opnemen. 1 2
3
1 "STREAM 1 / STREAM 2" Kies de kwaliteit voor de te streamen beelden uit het volgende: "MotionJPEG(640x360) / GEEN" "MPEG-2 TS (720x576)/MotionJPEG (640x360)" "MPEG-2 TS (1920x1080)/MotionJPEG (640x360)" 2 "MAX RASTERFREQUENTIE (MotionJPEG)" Kies "12,5fps" of "6,25fps" voor de maximale rasterfrequentie van MotionJPEG.
3 "OPSL."-toets Klik na het veranderen van de instellingen hierboven op deze toets om de veranderingen op te slaan.
Informatie 44
"CAMERA/PAN-TILTER" Configureer de instellingen voor de camera en pan-tilter met "CAMERA/PAN-TILTER". Onderverdeeld in "CAMERA-INSTELLINGEN" en "PAN-TILTER-INST.".
"CAMERA-INSTELLINGEN"
"PAN-TILTER-INST."
Verander de camera-instellingen.
Verander de pan-tilterinstellingen. 1 2 3 4 5 6
1 2 3
7 1 AUTOM. ZOOM-RESET Kies "UIT" of "AAN" voor de functie die de zoomratio automatisch terugstelt indien er gedurende 5 minuten geen bediening wordt uitgevoerd. 2 WINDFILTER Kies "UIT" of "AAN" voor de functie waarmee ruis van bijvoorbeeld de wind wordt gereduceerd.
4 MAX. ZOOMVERHOUDING Kies de zoommethode en de maximale ratio. De opties verschillen afhankelijk van het model. Kies "10X/OPTISCH", "16X/DYNAMISCH", "64X/ DIGITAAL" of "200X/DIGITAAL".
2 Pan-tilter rotatiehoek DRAAIHOEK (PAN1) Stel de waarde voor de rotatiehoek in tussen 1 tot 90 graden bij een druk op de pan-toets. DRAAIHOEK (PAN2) Stel de waarde voor de rotatiehoek in tussen 1 tot 90 graden bij een druk op de pan-toets. DRAAIHOEK (TILT1) Stel de waarde voor de rotatiehoek in tussen 1 tot 70 graden bij een druk op de tilt-toets. DRAAIHOEK (TILT2) Stel de waarde voor de rotatiehoek in tussen 1 tot 70 graden bij een druk op de tilt-toets.
Informatie
3 INSTELL. MIC-NIVEAU Kies "+2", "+1", "0", "-1" of "-2" voor het audioingangsniveau van de externe microfoon. Stel een lagere waarde in indien het geluid te hard is. Stel een hogere waarde in indien het geluid te zacht is.
1 AUTO-RESET-POSITIE Kies "UIT" of "AAN" voor de functie die de camerapositie automatisch terugstelt indien er gedurende 5 minuten geen bediening wordt uitgevoerd.
3 "OPSL."-toets Klik na het veranderen van de instellingen hierboven op deze toets om de veranderingen op te slaan.
5 ZOOMWAARDE (ZOOM1) Kies "x1", "x2" of "x3" voor de zoomwaarde wanneer op de toets wordt gedrukt. 6 ZOOMWAARDE (ZOOM2) Kies "x1", "x2" of "x3" voor de zoomwaarde wanneer op de toets wordt gedrukt. 7 "OPSL."-toets Klik na het veranderen van de instellingen hierboven op deze toets om de veranderingen op te slaan.
45
"BEHEREN" Configureer de instellingen voor de beheerder en hardware met "BEHEREN". Onderverdeeld in "GEWONE INSTELLINGEN", "MEDIABEHEER" en "CAMERA UITSCHAKELEN".
"ALGEMENE INSTELLINGEN"
"MEDIABEHEER"
Verander de instellingen van de beheerder en camera.
Voor het formatteren van de SD-kaart.
1 3
2 4
5 7
6
1 "CAMERANAAM" Voer 1 tot 15 tekens voor de cameranaam in die tijdens weergave wordt getoond. (alleen 1 byte alfanumerieke tekens) 2 "GEBRUIKER/WACHTWOORD BEHEERDER WIJZIGEN" Klik op de "UPDATEN" toets aan de rechterkant om de gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerder te wijzigen. ( ➭ pagina 16) 3 "KLOK INSTELLEN" Klik op de "INSTEL" toets aan de rechterkant om de interne klok in te stellen. ( ➭ pagina 15)
Informatie
4 "DATUM WEERGAVESTIJL" Kies "jaar.maand.dag", "dag.maand.jaar" of "maand.dag.jaar" voor het formaat van de datum die tijdens weergave wordt getoond. Kies daarbij "12H" (12-uur formaat) of "24H" (24-uur formaat) voor de tijd. 5 "AUTOM. UITSCHAKELEN" Kies "UIT" of "AAN" voor de functie waarmee de stroom automatisch wordt uitgeschakeld wanneer het toestel op de accu werkt en er gedurende 5 minuten geen bediening wordt uitgevoerd. 6 "UPDATEN" Schrijf de update-data op de SD-kaart en klik vervolgens op de "UITV" toets om de firmware up te daten. ( ➭ pagina 57) 7 "FABRIEKINSTELLING" Klik op de "UITV" toets om alle instellingen naar de fabrieksinstellingen terug te stellen. ( ➭ pagina 56)
46
"CAMERA UITSCHAKELEN" Klik op de "UITV" toets om de stroom van de camera op afstand uit te schakelen. LET OP * De stroom kan niet op afstand worden ingeschakeld.
Informatie 47
Oplossen van problemen Verbinding Probleem
Informatie 48
Controlepunt
Zie
De accu kan niet worden opgeladen.
• Controleer de resterende accuspanning. De accu wordt niet meer geladen indien deze vol is.
pagina 35
De stroom wordt niet ingeschakeld bij gebruik van de accu.
• Laad de accu op. • Controleer of de aansluiting vuil is. Indien vuil, reinig dan met bijvoorbeeld een wattestokje.
pagina 29
De SD-kaart kan niet worden geplaatst.
• Controleer de richting voor het plaatsen van de kaart.
pagina 28 pagina 25
De stroom wordt niet ingeschakeld wanneer de pan-tilter is bevestigd.
• Controleer of de camera goed aan de pan-tilter is bevestigd. • Controleer of de netadapter goed aan de pan-tilter is bevestigd.
pagina 26
Setup Probleem U kunt geen verbinding met het toestel maken wanneer u thuis bent. (U moet de URL invoeren.)
Controlepunt
Zie
• Controleer of de draadloze (Wi-Fi) verbinding goed is. • Controleer of de camera als verbindingsbestemming van een computer of mobiel apparaat is ingesteld. • Schakel de stroom van het toestel, de computer en het mobiele apparaat opnieuw in en probeer nogmaals.
pagina 20
• Controleer of de UPnP-functie van het toegangspunt (draadloze LAN-router) is geactiveerd. U kunt niet
U heeft de URL ingevoerd maar het toestel wordt niet gevonden.. (Bij het verbinden met het internet)
worden verbonden indien het is uitgeschakeld of incompatibel is. • U kunt niet worden verbonden indien meerdere toegangspunten worden gebruikt. • Controleer of DDNS juist is ingesteld. • Controleer of de UPnP-functie van het toestel is geactiveerd. U kunt niet worden verbonden indien het is uitgeschakeld. • UPnP is niet beschikbaar wanneer u het cameranetwerk (IP-adres) handmatig instelt. • Controleer of het op het toestel ingestelde poortnummer uniek is en voor gebruik met het toegangspunt is ingesteld. • Schakel de stroom van het toestel, de computer en het mobiele apparaat opnieuw in en probeer nogmaals.
–
– pagina 18 pagina 43
pagina 43 pagina 43
–
• Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in. Voor de beheerdersaccount is de fabrieksinstelling voor de gebruikersnaam "root" en voor het wachtwoord "password".
pagina 16
Wanneer het toestel is verbonden, is toegang tot het internet via de computer onmogelijk.
• Wanneer het toestel direct met de computer is verbonden, kan de computer geen verbinding maken met het toegangspunt (draadloze LAN-router). • Verbind de computer opnieuw met het toegangspunt. Indien de computer ongewenst met het toestel werd verbonden, moet u de setup-informatie van het toestel van de computer wissen. • Stel de netwerkfunctieschakelaar van het toestel op een andere stand dan "DIRECT".
pagina 5
De verbinding werd verbroken of "GEEN COMPATIBEL APPARAAT GEVONDEN" verschijnt.
• Probeer onder betere ontvangstomstandigheden nogmaals te verbinden. De communicatiesnelheid verslechtert of er kan mogelijk geen verbinding worden gemaakt indien de afstand lang is of er storing door bijvoorbeeld een magnetron of andere draadloze apparatuur is. • Schakel de stroom van de computer en het mobiele apparaat weer in en probeer opnieuw. • De camera’s werken mogelijk onjuist wanneer er meerdere camera’s verbonden zijn. Verminder het aantal draadloos verbonden camera’s door via een LAN-kabel, etc. met het toegangspunt te verbinden.
–
Informatie
U heeft de URL ingevoerd maar krijgt geen toegang tot het toestel.. (U moet de gebruikersnaam en het wachtwoord invoeren.)
49
Informatie 50
Probleem
Controlepunt
Zie
Het toegangspunt (draadloze LANrouter) kan niet worden gevonden.
• Probeer onder betere ontvangstomstandigheden nogmaals te verbinden. De communicatiesnelheid verslechtert of er kan mogelijk geen verbinding worden gemaakt indien de afstand lang is of er storing door bijvoorbeeld een magnetron of andere draadloze apparatuur is. • Indien een verborgen SSID aan het toegangspunt is toegewezen, moet u het uitschakelen. • Het gewenste toegangspunt wordt mogelijk niet gevonden indien er veel toegangspunten zijn. Stel in dat geval handmatig in.
pagina 21
Het toegangspunt (draadloze LANrouter) kan niet worden gevonden.
• Indien handmatig verbonden, controleer dan of de SSID en authenticatiemethode juist zijn.
–
U weet het gewenste toegangspunt (draadloze LAN-router) niet.
• De fabrieksinstelling van het toegangspunt is normaliter op het toestel of in de handleiding aangegeven. Zie het toestel of de handleiding.
–
Gebruik Probleem
De opname stopt automatisch.
Controlepunt
Zie
• De opname stopt automatisch omdat er niet langer dan 12 uur achterelkaar kan worden opgenomen.
• Het toestel stopt automatisch ter bescherming van het circuit wanneer de temperatuur te veel stijgt. Schakel het toestel uit, wacht even en schakel weer in.
–
Een opgenomen bestand kan niet worden gevonden.
• Er wordt geen bestand opgeslagen wanneer de weergavetijd korter dan 1 seconde is.
De helderheid verandert onregelmatig.
• "AUTOMATISCH" of "HELDERHEID AANPASSEN" werkt afhankelijk van de situatie niet juist, bijvoorbeeld indien er verschillende lichtbronnen zijn. Stel handmatig in.
pagina 36
De scherpstelling werkt niet automatisch.
• Stel "FOCUS" op "VAST" indien u op een donkere plaats opneemt of wanneer het onderwerp geen contrast heeft.
pagina 36
De beweging is niet soepel.
• Gebruik een SD-kaart met hoge snelheid (klasse 4 of hoger). • Controleer of de aansluitingen van de SD-kaart vuil zijn of er te veel bestanden zijn. De schrijfsnelheid kan verbeteren door de kaart te formatteren. • Controleer of de snelheid en prestaties van de computer goed genoeg zijn.
–
pagina 28 pagina 46
–
• Schakel de interne lamp in. • Controleer de "HELDERHEID AANPASSEN" en "OPHELDEREN" instellingen.
pagina 36
De kleur lijkt verschillend.
• Stel "WITBALANS" juist in.
pagina 36
Het geluid of beeld wordt onderbroken of is traag.
• Controleer of de snelheid en prestaties van de computer goed genoeg zijn.
–
De computer kan de SDXC-kaart niet herkennen.
• Controleer het besturingssysteem van de computer en update indien nodig. • Windows Vista en Windows 7 moeten mogelijk worden geüpdated. • Mac OS X moet naar 10.6.5 of later worden geüpdated.
–
Data kunnen niet op de SD-kaart worden opgeslagen.
• Stel "STREAM 1 / STREAM 2" op "MotionJPEG(640x360)/GEEN". • Formatteer de kaart indien deze nieuw is of met andere apparatuur werd gebruikt.
Informatie
De beelden zijn donker.
pagina 44 pagina 46
51
Probleem
Camerabeelden verschijnen niet./ De camerabeelden zijn weg.
Controlepunt
Zie
• De camerabeelden verdwijnen indien er gedurende 120 uur geen bediening wordt uitgevoerd. Voer een van de volgende handelingen uit zodat de beelden weer verschijnen: ––Druk op de opnametoets. (De opname start.) ––Bedien de pan-tilter. ––Druk op de herladentoets. ––Ontkoppel het AV-snoer en sluit weer aan. • Verbind het AV-snoer niet tegelijk met de camera en met de pan-tilter. • De beelden verdwijnen automatisch omdat beelden niet langer dan 12 uur achterelkaar kunnen wroden verzonden. Druk op de herladentoets om de beelden te tonen.
–
• Verbind de netadapter met de pan-tilter. De . pan-tilter werkt niet indien de adapter met de camera is verbonden. • Gebruik de bijgeleverde LAN-kabel. Zet met een
De pan-tilter werkt niet./De middenpositie van de camera verschilt.
Informatie 52
stopper vast. • Draai de kabel niet bij het vastzetten. • Wanneer de LAN-kabel de vloer, etc. raakt, werkt de pan-tilter mogelijk niet vanwege friktie van de kabel. • De pan-tilter werkt mogelijk niet wanneer deze schuin staat. • Indien een microfoon of ander accessoire op de flitserschoen is bevestigd, moet u deze verwijderen. • Verwijder de accu van de camera alvorens de camera aan de pan-tilter te bevestigen. • Raak de camera niet aan tijdens het afstellen van de positie. • De middenpositie van de camera is mogelijk iets anders onder bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld bij een lage temperatuur; dit duidt niet op een defect.
pagina 26
pagina 27 pagina 27 pagina 27 pagina 27 pagina 30 pagina 29 pagina 27 pagina 27
Foutmelding Melding
Controlepunt
Zie
• Plaats voor opname een SD-kaart in de camera.
pagina 28
GEHEUGENKAART MOET WORDEN GEFORMATTEERD.
• Een nieuwe kaart of een kaart die met een ander apparaat werd gebruikt, moet mogelijk eerst met dit toestel worden geformatteerd.
pagina 46
DEZE KAART KAN NIET WORDEN GEBRUIKT VOOR OPN. EN BEW. OP DEZE CAMERA
• Formatteer de kaart.
pagina 46
ONVOLDOENDE RUIMTE
• Onvoldoende ruimte. Wis onnodige bestanden.
pagina 37
AANTAL SCENES OVER LIMIET
• Er zijn te veel opgenomen bestanden. Wis onnodige bestanden.
pagina 37
CONTROLEER WISBEVEILIGING KAART
• De schrijfbescherming-schakelaar van de SD-kaart is naar "LOCK" gedrukt. Druk naar de andere stand.
–
VIDEOBEHEERBESTAND IS BESCHADIGD, BEZIG MET HERSTEL
• Het beheerbestand moet worden hersteld na het schrijven/lezen van de SD-kaart op een computer. Wacht even.
–
BEHEERBESTAND IS BESCHADIGD
• Het beheerbestand kon niet worden hersteld. Voor het formatteren van de SD-kaart.
pagina 46
FOUT BIJ OPNAME
• Het opgenomen bestand kon niet worden opgeslagen. Controleer de SD-kaart.
pagina 28
OPNEMEN GEANULLEERD
• Het bestand kon niet worden opgeslagen en de opname werd geannuleerd. Controleer de transmissiesnelheid van de kaart.
pagina 28
FOUT GEHEUGENKAART!
• De SD-kaart wordt niet herkend. Controleer de kaart.
pagina 28
GEEN COMPATIBEL APPARAAT GEVONDEN
• Geen WPS-compatibel apparaat kan worden gevonden. Controleer de afstand tussen de apparatuur en of er storing is.
–
COMMUNICATIEFOUT OPGETREDEN
• Controleer de verbinding en bestemming.
–
AANMELDING NIET MOGELIJK CONTROLEER DE GEBRUIKRSNAAM EN HET WACHTWOORD
• Voer de juiste gebruikersnaam en het wachtwoord in. Voor de beheerdersaccount is de fabrieksinstelling voor de gebruikersnaam "root" en voor het wachtwoord "password".
–
KAN NIET OVERSCHAKELEN TIJDENS OPNAME
• U kunt de "BESTANDSBEHEER" tab niet openen tijdens opname. Stop de opname.
KAN NIET BIJWERKEN TIJDENS OPNAME
• U kunt de "BEELDSTABILISATOR"/"OPHELDEREN" instelling niet veranderen tijdens streaming/opname. Stop de streaming/opname.
–
ONGELDIGE GEGEVENSINVOER
• Controleer het type van de ingevoerde tekst (tekens, nummer, enkele-byte/dubbele-byte, etc.).
–
DE GEBRUIKERSNAAM IS AL IN GEBRUIK
• U kunt geen gebruikersnaam registreren die reeds in gebruik is. Voer een andere gebruikersnaam in.
–
VERKEERD WACHTWOORD
• De twee ingevoerde wachtwoorden op het wachtwoordscherm zijn verschillend. Voer hetzelfde wachtwoord in de twee velden in.
–
Informatie
PLAATS GEHEUGENKAART!
pagina 34
53
Melding
Informatie 54
Controlepunt
Zie
GEBRUIK AC-ADAPTER
• Verbind de netadapter voor het updaten van de firmware.
GEEN UPDATE BESCHIKBAAR
• Controleer of het update-bestand in de juiste map van de SD-kaart werd geschreven.
–
UPDATE BESCAHDIGD
• Herstel het update-bestand voor de firmware en kopieer het naar de SD-kaart.
–
UPDATE GEÏNSTALLEERD OP DEZE CAMERA KAN NIET
• Zorg dat u de update voor het toestel krijgt.
–
UPDATE IS DEZELFDE OF OUDERE VERSIE. GEEN INSTALLATIE VEREIST
• De firmware is reeds geüpdated. Update is niet vereist.
–
STROOM UITGESCHAKELD OM BATTERIJ TE SPAREN
• De stroom wordt automatisch uitgeschakeld indien "AUTOM.UITSCHAKELEN" op "AAN" is gesteld, het toestel met de accu wordt gevoed en er gedurende 5 minuten geen bediening wordt uitgevoerd.
(12 UUR LIMIET) . OPNEMEN GEANULLEERD
• De opname stopt automatisch omdat opname niet 12 of meer achtereenvolgende uren kan worden uitgevoerd.
ABNORMALITEIT OPGETREDEN IN PAN-TILTER
• Schakel de stroom weer in en probeer opnieuw.
pagina 7
STROOM UITGESCHAKELD OMDAT CAMERATEMPERATUUR TE HOOG IS
• Wacht even en schakel de stroom weer in.
pagina 6
PROCES MISLUKT
• Setup, wissen van bestand, etc. mislukt om bepaalde redenen. Controleer de verbinding en probeer opnieuw.
pagina 12
pagina 46
–
–
Lampstatuslijst Opname
WPS
STROOM (pan-tilter)
Stroom uit
Lichten uit
–
–
–
Stroom uit (opladen)
Knippert langzaam
–
–
–
Stroom aan (activeren)
Opgelicht
Knippert
–
–
Stroom aan (activeren voltooid)
Opgelicht
–
–
–
Draadloos/bedraad uitgeschakeld *1
–
–
Lichten uit
–
Poging tot verbinden *2
–
–
Knippert langzaam
–
Verbinding gemaakt *3
–
–
Opgelicht
–
Poging WPS
–
–
Knippert
–
Geen toegang (niet gerelateerd aan aanwezigheid van media)
–
Lichten uit
–
–
Opname onmogelijk
–
Knippert snel (slechts 2 seconden)
–
–
Toegang tot media
–
Knippert
–
–
Opname
–
Knippert
–
–
Stroom uit (pan-tilter)
–
–
–
Lichten uit
Stroom aan (pan-tilter)
–
–
–
Opgelicht
Pan-tilterfout
–
–
–
Knippert snel
Veranderen van de instellingen
Knippert
–
–
–
Terugstellen
Knippert
Knippert
Knippert
–
Updaten van firmware
Knippert
Knippert
Knippert
–
Formatteren van media
Knippert
Knippert
Knippert
–
Stroom/Activeren Netwerk Media Pan-tilter Etc.
*1 Draadloos (toegangspunt) functie: Draadloos (direct) functie: Bedraad functie: *2 Draadloos (toegangspunt) functie:
Informatie
STROOM (camera)
Status
Geen toegangspunt geregistreerd. – LAN-kabel is niet aangesloten.
Het toegangspunt is geregistreerd maar er is nog geen verbinding gemaakt. Draadloos (direct) functie: Geen toestel verbonden. Bedraad functie: LAN-kabel is verbonden en er is een verbinding gemaakt. *3 Draadloos (toegangspunt) functie: Verbinding met toegangspunt is gemaakt. Draadloos (direct) functie: Het apparaat is met het toestel verbonden. Bedraad functie: De LAN-kabel is verbonden en de LAN-instelling is van de DHCP-server ontvangen of de LAN-instelling is vastgesteld.
55
Terugstellen naar de fabrieksinstellingen Stel alle instellingen van het toestel terug naar de fabrieksinstellingen.
Wis de in het toestel opgeslagen informatie voor het verbinden.
1 Kies "GEWONE INSTELLINGEN" in "BEHEREN". Indien de sub-instellingen niet worden getoond, klik dan op "+" links van "BEHEREN".
Houd de terugsteltoets van de camera drie seconden ingedrukt terwijl de netadapter is verbonden. De toetsen voor opname, WPS en de stroom knipperen terwijl de camera wordt teruggesteld. Wacht totdat de toets niet meer knippert maar continu oplicht.
2 Klik op de "UITV" toets rechts van "FABRIEKINSTELLING".
Informatie 56
Wissen (terugstellen) van de informatie voor het verbinden
3 Klik op de "UITV" toets om het uit te voeren.
Updaten van de firmware Op onze website is er soms een firmware-update voor het verbeteren van de werking. (Er verschijnt pas een melding op onze website wanneer er daadwerkelijk een update voor de firmware is.) http://www3.jvckenwood.com/dvmain/support/ download/index.html 1 Kopieer het update-bestand naar een SD-kaart en steek de kaart in het toestel. Kopieer geen andere bestanden. 2 Kies "GEWONE INSTELLINGEN" in "BEHEREN". Indien de sub-instellingen niet worden getoond, klik dan op "+" links van "BEHEREN".
3 Klik op de "UITV" toets rechts van "UPDATEN".
• Schakel de stroom niet uit en verwijder de SD-kaart niet tijdens het updaten van de firmware. Indien de update mislukt, kan het toestel mogelijk niet meer worden gebruikt omdat bijvoorbeeld de stroom niet meer kan worden ingeschakeld.
Accu (los verkrijgbaar) De accu heeft een lithium-ion batterij. Lees de volgende waarschuwingen alvorens de accu te gebruiken. • Voorkom als volgt risicovolle
Contactpunten
situaties ... niet in brand steken. ... Let op voor kortsluiting van de aansluitingen. Houd het uit te buurt van metalen voorwerpen indien niet in gebruik. Vervoer de batterij in een plastic zakje. ... niet aanpassen of demonteren. ... niet blootstellen aan temperaturen boven de 60°C, aangezien de accu hierdoor oververhit kan raken, kan ontploffen of vlam kan vatten. ... gebruik alleen de opgegeven laders.
• Voorkom schade en verleng de levensduur ... vermijd onnodige schokken. ... laad op in het temperatuurbereik van 10°C tot 35°C. Bij lagere temperaturen duurt het opladen langer, of in sommige gevallen stopt het opladen geheel. Bij hogere temperaturen wordt het opladen niet voltooid, of in sommige gevallen stopt het opladen geheel. ... bewaar de accu op een koele, droge plaats. Langdurige blootstelling aan hoge temperaturen vergroot de natuurlijke ontlading en verkort de levensduur. ... houd het niveau van de accu op 30% ( ) als het accupack gedurende lange tijd niet zal worden gebruikt. Het accupack moet bovendien om de 6 maanden volledig worden opgeladen en ontladen, en moet vervolgens terug worden opgeslagen met het niveau van de accu op . 30% ( ). ... verwijder de accu uit de lader of de ingeschakelde camera wanneer u die niet gebruikt, aangezien sommige apparaten ook stroom gebruiken als ze zijn uitgeschakeld. ... Laat de eenheid niet vallen of stel het niet bloot aan sterke impacten.
Informatie
4 Controleer dat de netadapter is verbonden en klik vervolgens op de "JA" toets.
LET OP
57
Technische gegevens Camera Stroomtoevoer Stroomverbruik Afmetingen (mm) Gewicht Omgevingsvereisten Beeldelement Opnamevlak Lens Laagste verlichting Zoom Opnamemedia Netwerkstandaard Batterij klok
Gebruik van de netadapter: 12 V gelijkstroom, Gebruik van accu: 3,6 V gelijkstroom 5,6 W (bij gebruik van de pan-tilter), Nominaal stroomverbruik: 2 A 73 x 48 x 90 (B × H × D) Ongeveer 229 gram (alleen camera) Toelaatbare bedrijfstemperatuur: 0 ˚C tot 40 ˚C Toelaatbare opslagtemperatuur: – 20 ˚C tot 50 ˚C
Toelaatbare relatieve vochtigheid: 35 % tot 80 % 1/2,3" 12.400.000 pixels 5.400.000 tot 2.070.000 pixels (BEELDSTABILISATOR: UIT, Dynamische zoom: AAN) F1,2 tot F2,8, f = 3,76 mm tot 37,6 mm 35 mm conversie: 29,5 mm tot 476 mm (Dynamische zoom: AAN) 35 mm conversie: 29,5 mm tot 407 mm (Dynamische zoom: UIT)*1 10 lux (OPHELDELEN: AAN) 1 lux (OPHELDELEN: AUTO TRAGE SLUITER) Optische zoom: tot max. 10x Dynamische zoom: tot max.16x (BEELDSTABILISATOR: UIT) Digitale zoom: tot max. 200x SD-/SDHC-/SDXC-kaarten (los verkrijgbaar) Bedraad: 10BASE-T/100BASE-TX Draadloos: Alleen IEEE 802.11b/g/n 2,4 GHz band Oplaadbare accu
*1 Verwachting onder voorwaarde dat BEELDSTABILISATOR op "UIT" is gesteld voor groothoek (W) en op
"GEMIDDELD" voor tele (T).
Informatie
Aansluitingen AV-uitgangsaansluiting Microfoonaansluiting
Video-uitgang: 1,0 V (p-p), 75 W Audio-uitgang: 218 mV (rms), 1 kW f3,5 mm mini-aansluiting: stereo, analoog, plug-in stroom ondersteuning
Video Opnameformaat Extensie Signaalsysteem Beeldkwaliteit (video) Geluidskwaliteit (audio)
58
AVCHD-standaard Video: AVC/H.264 Audio: Dolby Digital (2-kanalen) .MTS PAL-standaard UXP: 1920 x 1080 pixels gemiddeld ongeveer 24 Mbps XP: 1920 x 1080 pixels gemiddeld ongeveer 17 Mbps SP: 1920 x 1080 pixels gemiddeld ongeveer 12 Mbps EP: 1920 x 1080 pixels gemiddeld ongeveer 4,8 Mbps 48 kHz, 256 kbps
Stream-uitvoerformaat Formaat 1 Formaat 2
Formaat 3
Video
Stream 1 JPEG (640x360)
Audio
LPCM 16 kHz 16 bit 1-kanaal
Video Audio Systeem Video Audio
H.264 Hoofdprofiel (720x576) AAC 48 kHz 16 bit 2-kanalen MPEG-2 TS H.264 High Profile (1920x1080) AAC 48 kHz 16 bit 2-kanalen
Systeem
MPEG-2 TS
Stream 2 Geen —
JPEG (640x360) LPCM 16 kHz 16 bit 1-kanaal — JPEG (640x360) LPCM 16 kHz 16 bit 1-kanaal
Netadapter (UIA324-12) Stroomtoevoer Uitvoer Toelaatbare bedrijfstemperatuur Afmetingen (mm) Gewicht
100 V tot 240 V, 50 Hz/60 Hz wisselstroom 12 V gelijkstroom, 2 A 0 °C tot 40 °C (10 °C tot 35 °C bij opladen) 44 x 29 x 96 (B × H × D, exclusief netsnoer en netstekker) Ongeveer 175 gram
Pan-tilter (GV-LS2WEP) Afmetingen (mm) Gewicht Hoekbereik
128 x 113 x 108 (B × H × D) Ongeveer 625 gram Pan: ±150° (bij draadloze verbinding) / ±100° (bij bedrade verbinding), Tilt: –30° tot +40°
• Technische gegevens en ontwerp zijn ter productverbetering zonder voorafgaande kennisgeving wijzigbaar.
Informatie 59
©2012 JVC KENWOOD Corporation
0912HO-MW-VM