Laat vandaag geen gelegenheid voorbijgaan om een zonnetje te zijn voor Uw medemens, met een oprechte glimlach die niet van de lippen doch uit het hart komt, en een woord van bemoediging of troost. Wees een levend teken van hoop, vertrouwen en geborgenheid. Richt tot Maria het volgende gebed (nr. 897):
Lieve Moeder Maria, allerheiligste Moeder van Rust, In elke nood geeft U mijn hart het water van Leven te drinken, dat in Uw Onbevlekt Hart onuitputtelijk is. Ik roep tot U in mijn onrust, want mijn hart dreigt te vergaan in de storm der beproevingen en bekoringen, die het water van Leven in mij onstuimig hebben gemaakt. O Koningin van alle harten, richt U toch op in de volheid van Uw macht, om Uw bevelen van rust en vrede te verkondigen over de golven in mijn hart. Laat mij toch delen in de warme geborgenheid van Uw vlekkeloos vertrouwen, opdat mijn hart reeds de glimlach van de zon achter de storm moge ervaren. Leef en heers in mij, o Meesteres van mijn hart, opdat ik Uw vrede om mij heen moge verspreiden als een teken van Uw macht over de geest van onrust, want de ware vrede, het onwankelbaar vertrouwen en de blijmoedige overgave aan Gods beschikkingen op mijn weg zijn de kleuren van de vlag van Gods Rijk in de ziel. 4. Dagelijkse sleutel tot bevrijding van mijn hart, geest en ziel Ik neem mij voor om voortaan zo sterk te geloven in Gods werking in mij en in elk detail van mijn leven, en in de totale en onfeilbare leiding door Maria, dat ik hierdoor inwendig volkomen tot rust en vrede kan komen, in de zekerheid dat de stormen van het leven mij niet zullen beletten om de haven van bestemming (de eeuwige gelukzaligheid) te bereiken. Ik zal elk woord van bemoediging tot een medemens, elke gedraging waardoor ik mijn eigen vrede van hart in hem kan laten overvloeien, beschouwen als een bevel dat Jezus in mij geeft aan de stormen in de harten van mijn medemens: “Zwijg stil!”, zodat elke ziel in mijn tegenwoordigheid de innerlijke rust en vrede vindt. Door deze gesteldheid zal ik mijn eigen hart en dat van vele anderen bevrijden. 11e dag van de 40-dagentijd: Maandag gebrek aan eerbied voor het lichaam als tempel van de ziel
De ziel wordt op aarde gezonden voor een leven in een stoffelijk lichaam. Dit lichaam heeft allerlei behoeften, en door de erfzonde is het ook ten prooi aan allerlei zwakheden. God heeft de mensheid hierdoor de gelegenheid gegeven om de zondigheid, die het evenwicht binnen de schepping steeds zwaarder verstoort, uit te boeten (goed te maken) door lichamelijk lijden. Om deze reden kon Jezus in een menselijk lichaam de mensheid verlossen, dit betekent: de grendel wegschuiven van de poort die de Hemel voor de zielen gesloten hield op grond van de ernstige verwonding die de erfzonde had toegebracht aan Gods Hart. Het menselijk lichaam is een middel tot het verwezenlijken van de grote doelstelling van het leven op aarde: de heiliging. Het is de noodzakelijke basis, het voertuig, de tempel, voor de ziel gedurende haar reis over de aardse levensweg. In dit opzicht is het lichaam een geschenk van God. In wezen behoort Uw lichaam U niet helemaal toe, in de grond blijft het Gods eigendom. Om te bekomen dat het ook daadwerkelijk door God gezegend en beschermd mag worden voor de verwezenlijking van de doelstelling waartoe het is gemaakt, zou ieder mens zijn lichaam moeten toewijden aan Maria. Het is een doorn in Gods ogen wanneer de mens zijn lichaam blootstelt aan gedragingen en invloeden die het mogelijk verhinderen om ten volle benut te worden voor de verwezenlijking van Gods Plannen en Werken. Dat kan door het gebruik van middelen die het lichaam kunnen schaden, zoals alcohol, drugs, medicijnen waarvan het schadelijk effect aangetoond is, tabak, ongezonde voedingsmiddelen. Het kan eveneens door vraatzucht, allerlei overdaad, snoepzucht, verslavingen, gulzigheid, onvoorzichtigheid of roekeloosheid, levensgevaarlijke activiteiten, het zich vrijwillig blootstellen aan levensbedreigende situaties en dergelijke. De ziel die haar lichaam aan deze dingen overgeeft, zoekt de kortstondige vreugde, genot of opwinding ten koste van de Plannen die God mogelijk met haar kan hebben op een later tijdstip, en waarvoor zij moet kunnen terugvallen op haar lichaam. Alles wat het lichaam kan schaden of de werking ervan kan verstoren, doch dat een rechtstreeks uitvloeisel is van Gods Wil of van de werking van Zijn Voorzienigheid, valt niet hieronder, want het wordt door God Zelf op een bepaald ogenblik gekozen omdat het voor Zijn Plannen en Werken nuttig is, bijvoorbeeld een ziekte, vermoeidheid, ongemak, ongeval enzovoort, voor zover deze niet ontstaan uit onvoorzichtigheid of enige ongunstige vrijwillige handeling of verzuim vanwege de mens zelf, die niet gepland is door Gods Wil. Het lichaam mag geen overmatige aandacht krijgen, doch moet geëerbiedigd worden als een instrument waarmee God op Zijn tijd volgens Zijn Wil moet kunnen werken. 2. Laat het licht schijnen in de duisternis – een kijk in de ziel Maak het stil en rustig in Uw hart, keer Uw blik diep in Uzelf, en reik de hand aan Uw Hemelse Moeder Maria, de Meesteres van Uw ziel, opdat Zij
1. Ter bezinning 30
31
de Heilige Geest over U kan afroepen. Spreek Haar aan als volgt (herhaal 3 x heel langzaam): “O Maria, machtige Meesteres van mijn ziel, roep de Heilige Geest over mij af. Kom, Heilige Geest, doorstraal mijn hart, mijn geest en mijn ziel met Uw Goddelijk Licht, opdat ik mijzelf moge zien zoals God mij ziet. Breng mij tot zelfkennis. Laat mij zien wie ik werkelijk ben”. In het licht van het Hemels Vuur zult U Uzelf beter leren kennen wanneer U Uzelf volgende vragen stelt: - Wanneer ik ziek ben, geef ik dan de voorkeur aan kunstmatig bereide medicijnen boven natuurlijke middelen die méér in overeenstemming zijn met de Goddelijke Wet die het lichaam heeft gemaakt en zijn werking regelt? - Gebruik ik zogenaamde genotmiddelen zoals suiker, gebak, snoep, alcohol, tabak enzovoort nog steeds nadat ik uit betrouwbare bronnen heb vernomen dat deze mijn lichaam, geest en gevoelsleven nadelig kunnen beïnvloeden? - Zijn er voedingsmiddelen of dranken die voor het lichaam weinig of geen voedingswaarde hebben of zelfs negatieve uitwerkingen in het lichaam kunnen krijgen, maar die ik niet kan of wil missen (snoep, chocolade, frisdranken, koekjes enz.)? - Kan ik het opbrengen om geregeld te vasten, niet omdat ik wil afslanken doch louter uit liefde voor Gods Heilsplan voor de zielen? - Wanneer ik handelingen stel die in feite niet zonder gevaar zijn voor mijn lichaam (met risico voor valpartijen enz., zowel in het huishoudelijk werk als op straat, in het verkeer of in sportbeoefening), komt dan soms in mij de overweging op dat het mogelijk is dat God met mij een Plan kan hebben dat Hij niet meer op het voorziene ogenblik zou kunnen voltrekken indien ik door onvoorzichtigheid een ongeval krijg? - Slaap ik voldoende, of stel ik mijn lichaam bloot aan uitputting door in de late uren televisie te kijken, te lezen of handelingen te verrichten die op dat ogenblik niet strikt noodzakelijk zijn? 3. Oefening van de dag, met toewijding Tracht vandaag bij alles wat U eet of wat U drinkt even te overwegen of dit voedsel of deze drank “passen bij” Uw lichaam, dat door God met onfeilbare Wijsheid is gemaakt om Zijn Plannen te dienen als een uitboetingsinstrument, dat in wezen Gods eigendom is, en dat daarom door U moet worden voorzien van voedsel en drank die het in stand kunnen houden voor het zielswerk dat God van U verwacht in het kader van Uw levensroeping. Bij alles wat U doet, overweegt U of het de tempel van Uw ziel niet in gevaar kan brengen, en dan stelt U de handeling met
diepgewortelde (vaak onbewust werkzame) onrust. Een ziel met ware vrede in het hart is in Gods ogen als een bloem: zij is mooi en geurig, en verspreidt vreugde om zich heen. Vaak roept Maria ertoe op dat Haar dienaren zouden zijn als engelen. Het is de vrede van hart die de ziel de juiste basis verschaft om dit waar te maken. Vrede van hart is als een rijke bodem waaruit alle deugden opbloeien als bloemen. Slechts in ware vrede van hart kan een ziel blijmoedig, zachtmoedig, vriendelijk, hoopgevend, vertrouwenwekkend en vreugdevol op haar omgeving afstralen. De ziel die deze gesteldheid doet wankelen door eigen onvrede, is als een piraat die de Werken van de Heilige Geest ondermijnt. 2. Laat het licht schijnen in de duisternis – een kijk in de ziel Maak het stil en rustig in Uw hart, keer Uw blik diep in Uzelf, en reik de hand aan Uw Hemelse Moeder Maria, de Meesteres van Uw ziel, opdat Zij de Heilige Geest over U kan afroepen. Spreek Haar aan als volgt (herhaal 3 x heel langzaam): “O Maria, machtige Meesteres van mijn ziel, roep de Heilige Geest over mij af. Kom, Heilige Geest, doorstraal mijn hart, mijn geest en mijn ziel met Uw Goddelijk Licht, opdat ik mijzelf moge zien zoals God mij ziet. Breng mij tot zelfkennis. Laat mij zien wie ik werkelijk ben”. In het licht van het Hemels Vuur zult U Uzelf beter leren kennen wanneer U Uzelf volgende vragen stelt: - Spreek ik gemakkelijk ontmoedigende woorden, bijvoorbeeld omdat ik zelf weinig vreugde in mijn leven vind? - Spreek ik gemakkelijk onheilspellende woorden, bijvoorbeeld omdat ik zelf automatisch terugdenk aan situaties in mijn verleden die een eerder onaangenaam verloop hebben gekend? - Voel ik mij vaak ontevreden, zelfs op een vage manier en zonder dat ik hiervoor een duidelijke verklaring heb? - Gedraag ik mij in tegenwoordigheid van andere mensen geregeld wat onverschillig, ongeïnteresseerd of mat (alsof er geen echt leven van mij uitgaat)? - Ben ik vaak verzonken in onaangename herinneringen in verband met oude wonden in mijn gevoelsleven, of word ik vaak aangevreten door gevoelens van eigen onvermogen, ondeugden, tekortkomingen, gebreken, twijfels, onzekerheid, of door gepieker over dingen (plannen enz.) in de toekomst? - Heb ik de neiging om veelvuldig bezig te zijn met de problemen van anderen en het zoeken naar oplossingen daarvoor, en word ik wat wrevelig wanneer ik er niet uitkom? Word ik dan geremd door gevoelens van persoonlijk tekortschieten of falen? 3. Oefening van de dag, met toewijding
32
29
O allerzuiverste Bron uit Gods Tuin, spoel toch elke ziekmakende herinnering en elk bijtend gif uit mijn hart weg, opdat de bodem van mijn ziel opnieuw vruchtbaar moge worden, en de bloemen van mijn blijheid Uw macht over de dood van mijn gemoed voor altijd mogen verheerlijken.
eerbiediging van alle regels van de voorzichtigheid. Zeg vandaag regelmatig:
4. Dagelijkse sleutel tot bevrijding van mijn hart, geest en ziel
Richt het volgende gebed tot Maria (nr. 898):
Voortaan wil ik elk ogenblik van bitterheid of verbittering, en elke neiging tot het spreken van sarcastische woorden, beschouwen als druppels van een bijtend gif dat gaten brandt in mijn ziel, en dat ik moet wegspoelen met het water van een bloeiende hoop op de toekomst, zowel in dit leven als in het Eeuwig Leven. Ik leg mijn hele verleden onder Maria’s voeten, opdat het onder Haar macht al zijn greep op mijn gevoelsleven zou verliezen. Van nu af aan beschouw ik al mijn teleurstellingen uit het verleden als geschenken die mij de eeuwige gelukzaligheid zullen brengen op voorwaarde dat ik Maria de enige ware Heerseres over mijn herinneringen laat worden.
Lieve Moeder Maria,
10e dag van de 40-dagentijd: Zaterdag de medemens van zijn vrede van hart beroven 1. Ter bezinning In Gods ogen is één van de verschrikkelijkste gedragswijzen en gesteldheden deze waardoor een ziel een medemens van zijn innerlijke vrede berooft, hem de vrede van hart en de blijmoedigheid bemoeilijkt of wegneemt, of het hart van haar medemens in onrust brengt. De vrede van hart is de grootste verworvenheid van de ziel die haar leven zoekt te leiden “in samenwerking met” God. Innerlijke vrede is het gevolg van een diep vertrouwen, een stille zekerheid, een vast geloof dat God er steeds voor de ziel is en dat Hij haar levensweg steeds bestraalt met Zijn Licht en besproeit met Zijn Genaden. De ziel in de gesteldheid van een grote vrede van hart vertrouwt totaal op Gods Voorzienigheid en weet dat alles wat haar overkomt, voor haar eeuwig welzijn nodig is. Deze ziel kijkt dus steeds verder dan de grenzen van haar vergankelijke aardse leven. Zeer vaak ontmoet de ziel situaties en mensen die de gesteldheid van haar hart ongunstig kunnen beïnvloeden. Het betreft dan omstandigheden of toestanden die de ziel confronteren met wereldse problemen, negatieve of bedreigende situaties, of medemensen die een zekere mate van hun eigen onvrede laten overstromen naar haar hart toe. De ziel die de gesteldheid van vrede van hart heeft verworven door het besef van de Goddelijke realiteit in zichzelf diep wortel te laten schieten, kan een grote schok ervaren wanneer een medemens haar plots beïnvloedt door een negatieve houding, een gebrek aan blijmoedigheid, enig gedrag of woorden die blijk geven van een gebrek aan ware liefde, geloof of hoop, of zelfs gewoon een 28
“Lieve Moeder Maria, wees de ware Meesteres van mijn lichaam. Vorm mijn lichaam tot een bruikbare tempel voor mijn ziel, en leer mij, deze tempel in stand te houden”.
God heeft mij een lichaam bereid opdat mijn ziel geheiligd kan worden door de beproevingen en lasten van mijn stoffelijke natuur. Zie, ik kom mijn lichaam aan Uw voeten neerleggen opdat U er volmaakt over kunt heersen. Wil het vormen en kneden tot een tempel van lofprijzing, boete en offerande. Wil het vormen tot een tempel van verlossend lijden. Wil de ervaring en bevrediging van al mijn behoeften en noden onderwerpen aan Uw wil, opdat mijn lichaam geheiligd worde tot een spiegel van het Uwe. Help mij, mijn lichaam te gebruiken volgens Gods Wijsheid, opdat het klaar moge zijn om te beantwoorden aan elke roep van Gods Plan van Verlossing op de kruisweg van mijn leven. Beziel mijn lichaam met Uw eigen matigheid, opdat het een fijngevoelig instrument van Uw allerheiligste inspiraties moge zijn. Bestuur al mijn handelingen, opdat ik hen moge stellen met voorzichtigheid en zorgzaamheid, want ik heb mijn lichaam aan U gegeven om Uw bezit en eigendom te zijn tot in het uur van mijn dood. O Moeder, wil nu mijn lichaam bekleden met de mantel van Uw heiligheid, opdat het volkomen kan dienen voor het doel waartoe de Schepper het heeft bestemd. 4. Dagelijkse sleutel tot bevrijding van mijn hart, geest en ziel Voortaan wil ik mij constant voor ogen houden dat God (Maria) mij op elk ogenblik van de dag kan roepen om met Hem (Haar) op reis te gaan om een heel belangrijke opdracht te vervullen die voor mij en voor vele anderen geluk zal brengen. Telkens ik mijn lichaam blootstel aan een onnodig risico (door te veel te eten, schadelijke producten, voedingsmiddelen of dranken te gebruiken, of door onvoorzichtig of roekeloos gedrag), is het mogelijk dat God (Maria) mij roept op een ogenblik waarop ik niet in de gewenste conditie verkeer om mee op reis te gaan. Ik stel mij voor dat God (Maria) op mij rekent, dat Zij op dat ogenblik bij niemand anders terecht kunnen, en dat het vreselijk zou zijn indien ik niet klaar zou zijn, want een reis met God
33
(Maria) is steeds een tocht naar de ware bevrijding van de eigen ziel en vele andere zielen. 12e dag van de 40-dagentijd: Dinsdag gebrek aan innerlijk leven 1. Ter bezinning Elke contact met het Goddelijke speelt zich af in de diepte van de ziel. Men zou het zo kunnen stellen: uit de mond komt slechts de geur, het parfum zelf (of een andere stof die minder aangenaam ruikt) zit in de kern van de ziel. Men kan God niet waarnemen met de ogen van het lichaam, maar wel in de diepte van de ziel, indien de ziel voldoende vrij is van hinderlijke invloeden om Hem aan te voelen. De ziel die oppervlakkig leeft, is overwegend bezig met alle dingen om haar heen, en heel weinig met alle wonderbare processen die zich in haar binnenste afspelen, omdat dit “binnenste” de speeltuin der engelen is, de lusttuin van de Heilige Geest, de grond waarin God voortdurend poogt te zaaien en te oogsten. De ziel die niet in zichzelf kan wegduiken om daar de eenheid met God te zoeken en zich daarbij los te maken van alle wereldse invloeden in haar leven, is een ziel met weinig diepgang. Zij leeft oppervlakkig. Niet elke ziel bezit een gelijk vermogen om in zichzelf weg te duiken: de ziel met een mystieke roeping zal dit doorgaans vlotter kunnen dan een andere. Het gaat hier echter om de bereidheid en het verlangen om zich voor de wereld om zich heen èn voor de eigen gedachten af te sluiten. De ziel met weinig diepgang zal de neiging vertonen om nieuwsgierig te zijn, alle gebeurtenissen in de wereld en in haar eigen omgeving een groot belang toe te meten, geregeld op zoek gaan naar “kicks” (ervaringen die het gemoed een schok geven en daardoor de ziel het gevoel geven dat zij plots, voor een korte tijd, heel intens leeft). Zij zal vaak ook neigen tot praatzucht, omdat al haar denken, voelen en handelen afgestemd is op haar medemensen. Bij velen komt een gebrek aan diepgang ook tot uiting in de vorm van uitbundigheid, gebrek aan ingetogenheid, luidruchtigheid. Zij kunnen niet zonder lawaai of muziek, hebben de neiging om op straat hardop te spreken, te roepen, te zingen of te telefoneren alsof zij alleen op de wereld waren. De ziel die diep in zichzelf het Goddelijk Leven begint te ontdekken, heeft geen behoefte aan uiterlijke sensaties en gedragingen die haar vasthouden in de “lagere” belevingen van de menselijke natuur. De Vastentijd is een periode om te groeien, om op te stijgen naar een hoger niveau van beleving van ons mens-zijn, naar het niveau waar Gods Geest Zijn wijsheden fluistert in de stilte van het hart dat zich van de wereld zoekt los te maken. 2. Laat het licht schijnen in de duisternis – een kijk in de ziel Maak het stil en rustig in Uw hart, keer Uw blik diep in Uzelf, en reik de hand aan Uw Hemelse Moeder Maria, de Meesteres van Uw ziel, opdat Zij 34
“O Maria, machtige Meesteres van mijn ziel, roep de Heilige Geest over mij af. Kom, Heilige Geest, doorstraal mijn hart, mijn geest en mijn ziel met Uw Goddelijk Licht, opdat ik mijzelf moge zien zoals God mij ziet. Breng mij tot zelfkennis. Laat mij zien wie ik werkelijk ben”. In het licht van het Hemels Vuur zult U Uzelf beter leren kennen wanneer U Uzelf volgende vragen stelt: - Heb ik vaak een vaag gevoel van ontevredenheid, dat binnenin mij lijkt te knagen? - Ben ik soms onvriendelijk of opvliegend, zonder duidelijk te weten waarom, zelfs zonder mij ervan bewust te zijn dat ik zo ben? - Maak ik wel eens kwetsende opmerkingen? - Ben ik geregeld in een innerlijke strijd verwikkeld, die mij ofwel ertoe aanzet om een hekel aan mijzelf te krijgen ofwel mij het gevoel geeft dat mijn medemens mij steeds in de weg loopt (of beide)? - Beschouw ik het leven vaak als één eindeloze last of een zwaar labeur dat voltooid moet raken? Heb ik, wanneer ik in een dergelijke gesteldheid verkeer, al eens gelet op mijn gedrags- en reactiepatroon in contact met mijn medemens? - Waarom vind ik negatieve ervaringen uit mijn verleden vandaag nog voldoende belangrijk om toe te laten dat zij mijn innerlijke vrede en blijheid ondermijnen? Waarom laat ik deze dingen zo moeilijk helemaal los? - Heb ik er moeite mee, mij levendig voor te stellen dat het verleden dood en begraven is, en dat het huidige ogenblik het grote moment van mijn totale wedergeboorte voor het Eeuwig Leven kan worden? 3. Oefening van de dag, met toewijding Tracht vandaag na te gaan welke situaties uit Uw verleden in U een spoor van bitterheid hebben nagelaten, en zeg daarna langzaam en diep: “Lieve Moeder Maria, voed mijn ziel met de honing van de ware Liefde, want ik wil niet langer de Kelk van Jezus in de Hof van Olijven bitter maken” Spreek tevens de volgende toewijding uit (gebed nr. 896): Lieve Moeder Maria, Bron van Hemelse Bloemen, Wil mijn hart drenken in het levenbrengende water uit het paradijs van Uw ziel, want de bron van mijn blijheid is opgedroogd. O Schatkamer van de honing der ware Liefde, wil de tuin van mijn ziel bevruchten met de zoete dauw van Uw deugden, want de winden van mijn verleden hebben het zaad van de bitterheid in mij achtergelaten. In de vurige koorts van de teleurstellingen van mijn levensweg is dit zaad gegroeid tot onkruid dat het ware leven uit mij heeft weggezogen. 27
1. Ter bezinning Ontelbaar zijn de zielen die met een bezwaard hart doorheen het leven gaan. Deze zielen zijn vergelijkbaar met wagens die rijden met de handrem aangetrokken: het leven kost hen zeer veel moeite, zij verspillen veel energie, ondanks hun inspanningen lijken zij nauwelijks vooruit te komen, en het komt hen soms voor alsof zij bezig zijn, inwendig te verbranden of voortijdig te verslijten. Vaak is een ziel bezwaard op grond van niet verwerkte ervaringen, die hun vermogen tot liefhebben en/of om liefde te ontvangen, uitgeschakeld hebben. De ziel kan zo reageren wanneer zij op het ogenblik van haar trauma haar lot niet aanvaardt (dus in opstand komt tegen de werkingen van Gods Voorzienigheid) en niet in staat is om snel de spons van de ware liefde over de gebeurtenis te vegen. De ware liefde kan in dit verband worden gezien als een wasbekken waarin elke bezwarende ervaring kan worden gegooid om haar te wassen, ja zelfs te verdrinken: nadat de ziel dergelijke ervaringen in aanraking heeft gebracht met de liefde in haar hart, zal de ervaring er ofwel gereinigd uit te voorschijn komen, zodat de ziel deze ervaring plots heel anders kan bekijken, ofwel zal de ervaring als het ware voor haar “dood” zijn (zij acht haar dan plots zo onbelangrijk dat zij verderleeft alsof de gebeurtenis nooit had plaatsgevonden). Heel vaak echter, reageert een ziel op een als negatief beschouwde ervaring met bitterheid, met sarcasme, met cynisme of met ironie. Dit alles zijn uitingen van een bitter hart. Bitterheid is de wrange smaak die de ziel laat walgen van datgene wat zij heeft meegemaakt. Deze bitterheid laat zich niet gemakkelijk gewoon wegspoelen (wij hoeven slechts te bedenken hoeveel water wij moeten drinken om een bittere smaak op de tong te verdunnen). Wanneer de ziel echter de bitterheid bestrijdt met zoetheid, wordt zij snel minder. Deze zoetheid is de ware liefde, die de ziel opnieuw in contact brengt met het Goddelijke. Bitterheid in het hart is de grote verwekker van kanker in de ziel: zij vreet de ziel aan, verandert haar grondig, en laat elke als onaangenaam aangevoelde gebeurtenis woekeren als een gezwel dat het hele zielenleven begint te overheersen. Bitterheid kan ongeneeslijk zijn, tenzij de ziel zich bedient van het enige geneesmiddel: de Liefde, de kracht van God Zelf. Naarmate in de ziel het vermogen om lief te hebben, sterker wordt, worden alle bitterheden over onaangename herinneringen kleiner en onbeduidender, tot zij door het immuunsysteem van de ziel totaal opgeruimd zijn. Op dat ogenblik is de ziel zozeer met God verbonden dat in haar alle deugden klaar zijn om te bloeien als bloesems onder de lentezon. 2. Laat het licht schijnen in de duisternis – een kijk in de ziel Maak het stil en rustig in Uw hart, keer Uw blik diep in Uzelf, en reik de hand aan Uw Hemelse Moeder Maria, de Meesteres van Uw ziel, opdat Zij de Heilige Geest over U kan afroepen. Spreek Haar aan als volgt (herhaal 3 x heel langzaam): 26
de Heilige Geest over U kan afroepen. Spreek Haar aan als volgt (herhaal 3 x heel langzaam): “O Maria, machtige Meesteres van mijn ziel, roep de Heilige Geest over mij af. Kom, Heilige Geest, doorstraal mijn hart, mijn geest en mijn ziel met Uw Goddelijk Licht, opdat ik mijzelf moge zien zoals God mij ziet. Breng mij tot zelfkennis. Laat mij zien wie ik werkelijk ben”. In het licht van het Hemels Vuur zult U Uzelf beter leren kennen wanneer U Uzelf volgende vragen stelt: - Raak ik gemakkelijk afgeleid in mijn spirituele beleving (tijdens H. Mis, gebeden, innerlijk gesprek met God (Maria)? - Beschouw ik het als een gemis wanneer ik een dag geen krant heb gezien, niet naar de televisie heb gekeken, geen nieuwsuitzending heb gevolgd, of geen nieuwtjes uit familie, buurt of kennissenkring heb gekregen? - Heb ik de neiging of behoefte om met iedereen te praten over koetjes en kalfjes? - Heb ik er moeite mee, mijn geest tot rust te brengen? Stel ik vast dat ik altijd wel met iets bezig ben, zodat ik mij moeilijk kan losmaken van het wereldse om mijn hart open te zetten? - Zoek ik geregeld naar speciale ervaringen (reizen, bezoeken aan pretpark of deelname aan het uitgaansleven)? Vind ik mijn dagelijks leven saai en kleurloos? Zo ja, waarom? - Ben ik vaak luidruchtig of onstuimig in mijn optreden, handelen en spreken? - Wanneer ik op straat loop, zie ik dan veel of weinig van de dingen om mij heen? - Voel ik mij geremd, of niet, om op straat of in een openbaar gebouw een GSM-toestel te gebruiken of in een ander verband hardop te spreken? 3. Oefening van de dag, met toewijding Tracht U vandaag te bezinnen over Uw levensroeping. Tracht uit de dingen die U doet of wil doen, uit Uw verlangens in het algemeen, af te leiden wat Uw grootste opdracht in dit leven is. Overweeg eveneens welke sterke kanten aanwezig zijn in Uw persoonlijkheid, talenten en vermogens, en hoe U deze optimaal kunt laten renderen om Uw leven tot een succes te maken in Gods ogen, voor de verwezenlijking van Zijn Plannen en Werken. Tracht in elk opzicht vandaag echt bewust te leven, met andere woorden: doe een inspanning om de handelingen die U stelt, niet automatisch, mechanisch of ondoordacht te verrichten, doch welbewust. U zult merken dat het U dan gemakkelijker zal vallen om te achterhalen wat belangrijk is voor Uw ziel, op welke punten U moet letten om niet in bepaalde zwakheden te vervallen, en hoe U van elk ogenblik van Uw dagelijks leven echt het beste voor Gods Plannen en Werken kunt maken. 35
Zeg vandaag geregeld:
U hand in hand met hen vóór Maria gaat staan. Zeg dan vanuit de diepte van Uw hart tot Maria:
“Kom, o Heilige Geest, toon mij de plaats waar ik hoor te zijn binnen het grote Plan van God”
“Mijn lieve Hemelse Moeder, Koningin van de vrede, vermeerder mijn liefde, opdat ik deze mens(en) waarlijk kan beminnen”.
Richt vandaag het volgende gebed tot Maria (nr. 899):
Tracht vandaag een dienst te bewijzen aan iemand die U op één of andere wijze het leven niet gemakkelijk maakt of die ooit iets jegens U heeft gedaan dat U schade heeft toegebracht. Indien U vandaag niet met een dergelijke medemens in contact denkt te komen, kunt U ook een speciaal gebed voor hem of haar verrichten, waarin U vraagt om een gunst voor zijn of haar ziel. Verricht eveneens gebed nr. 647 (Akte van Vergeving) om de medemens(en) die jegens U hebben misdaan, vergiffenis te schenken:
Lieve Moeder Maria, De erfzonde heeft God voor de zielen onzichtbaar gemaakt. Hoe leeg lijkt toch de schepping zodra zij de geest der mensen ademt. O leid mij toch op de reis naar de diepten van mijn ziel, opdat ik mij kan verheugen over de schatten die God in mij verborgen heeft. Wil toch voor mij het Aards Paradijs van de heiligheid ontsluiten, dat nog slechts bestaat in de kern van de ziel zolang zij God niet uit haar leven heeft verbannen. Hoezeer verlang ik dat de geur van de bloemen uit de diepte van mijn ziel mijn hart en geest en al mijn waarnemingen moge beheersen. O vergun mij toch de verrukking, Uw troon te mogen vinden in de meest verborgen kamer van mijn ziel, opdat ik moge weten dat ik slechts waarlijk één met U kan zijn wanneer ik U zoek in de stille beslotenheid van mijn hart. Maak mij los, o Hemelse Meesteres, van alles wat mij naar de wereld toe kan trekken, opdat ik slechts vreugde moge vinden in de ontsluiting van mijn eigen ziel, waar Uw verrukkelijke schoonheden en de onuitsprekelijke schatten van Mijn Schepper wachten op het uur waarin ik méér naar hen verlang dan naar de dwaallichten der wereld.
Eeuwige Vader, In de naam van Jezus Christus, die voor de uitboeting van alle zonden gestorven is, en in tegenwoordigheid van Maria, de Moeder en Medeverlosseres van alle mensen, vraag ik U om de vrijspraak van ..... (naam), die tegen mij misdaan heeft. Mijn God, omdat mildheid U zo welgevallig is, belijd ik voor Uw Aanschijn dat ik mijn medemens vergeving schenk, opdat zijn ziel gereinigd kan worden door de macht van de Liefde. Moge deze akte van vergeving hem tot bekering brengen, hem kracht geven om zijn fouten niet te herhalen, en mijzelf de genade bekomen van een steeds grotere vergevingsgezindheid, die de macht van de satan over de zielen zal breken in het Licht van Uw oneindige Liefde. Moge de Heilige Geest voor altijd leven in mijn medemens en in mij.
4. Dagelijkse sleutel tot bevrijding van mijn hart, geest en ziel
4. Dagelijkse sleutel tot bevrijding van mijn hart, geest en ziel
Voortaan wil ik mij ervan bewust worden en blijven dat het wereldse leven met al zijn omstandigheden in wezen totaal onbelangrijk is, niets anders dan een aaneenschakeling en onderlinge vervlechting van ontelbare gebeurtenissen en situaties die niets méér zijn dan een leerschool om mijn ziel te vormen voor de ware heiligheid. Ik zal het zo leren beschouwen, dat ik om mij heen slechts vergankelijke dingen zie die mij nooit het eeuwig geluk kunnen geven. Ik wil er daarom naar verlangen om zo veelvuldig mogelijk diep in mijn hart weg te zinken om daar het Hemels landschap te vinden: de schoonheden van God die niet vergankelijk zijn en die mij een diepe vrede en een gevoel van ware vrijheid zullen geven.
God heeft alle zielen samen bedoeld als stenen in eenzelfde bouwwerk. Voortaan wil ik het zo zien, dat telkens in mijn hart een gevoel van wrok, wrevel, rancune, haat, wraakzucht of leedvermaak opwelt, of ik een medemens moeilijk kan vergeven, ik hierdoor een steen uit het gezamenlijk bouwwerk loswrik, zodat het gebouw waarvan ook mijn eigen ziel deel uitmaakt, wankel wordt en regen en wind binnendringen. Telkens ik een stap zet naar oprechte vergeving en verzoening, of een gevoel van liefde voor mijn medemens koester, verstevig ik de muren van dit gebouw. Ik wil mij er bovendien rekenschap van geven dat telkens ik een steen uit het bouwwerk lostrek, mijn ziel deze steen gebruikt om voor zichzelf een gevangenis te bouwen.
13e dag van de 40-dagentijd: Woensdag onvermogen tot onthechting
36
9e dag van de 40-dagentijd: Vrijdag bitterheid in het hart
25
Een heel aparte categorie vormt het gebrek aan vergeving. Een ziel die niet volkomen kan vergeven wat haar ooit is aangedaan, blijft in zich een haard van wrok bewaren, die de ziel van binnen uit vergiftigt. Vele zielen zijn van oordeel dat zij hun medemensen vergeven hebben, terwijl dit slechts aan de oppervlakte is gebeurd. Hoe kan de ziel weten of haar vergeving volkomen is of niet? Zolang onaangename herinneringen nog een zekere onvrede naar boven halen, is de vergeving niet volkomen. Zodra vergeving volkomen is, laat de ziel de herinnering volledig los in die zin, dat zij plots onbelangrijk lijkt en dan ook geen bijzondere emoties meer opwekt. 2. Laat het licht schijnen in de duisternis – een kijk in de ziel Maak het stil en rustig in Uw hart, keer Uw blik diep in Uzelf, en reik de hand aan Uw Hemelse Moeder Maria, de Meesteres van Uw ziel, opdat Zij de Heilige Geest over U kan afroepen. Spreek Haar aan als volgt (herhaal 3 x heel langzaam): “O Maria, machtige Meesteres van mijn ziel, roep de Heilige Geest over mij af. Kom, Heilige Geest, doorstraal mijn hart, mijn geest en mijn ziel met Uw Goddelijk Licht, opdat ik mijzelf moge zien zoals God mij ziet. Breng mij tot zelfkennis. Laat mij zien wie ik werkelijk ben”. In het licht van het Hemels Vuur zult U Uzelf beter leren kennen wanneer U Uzelf volgende vragen stelt: - Zijn er mensen aan wie ik een hekel heb (hetzij duidelijk hetzij eerder vaag en onverklaarbaar)? Wat kan ik in mijzelf veranderen om te trachten, deze mensen anders te leren bekijken en benaderen? - Ik heb het moeilijk met een medemens. Ik kan hem/haar moeilijk vrij, onbevangen en positief benaderen. Is het mogelijk dat ik daar ook zelf schuld aan heb? Wat kan ik hebben gedaan of gezegd, of wat gaat van mijn houding of optreden uit, waardoor deze mens zich in mijn tegenwoordigheid niet helemaal gedraagt zoals ik zou willen? - Ben ik er zeker van dat de wrok of wrevel die ik jegens één of meer medemensen koester, niet geboren is uit een misverstand? Hebben deze mensen werkelijk objectief een fout jegens mij begaan? Welke? Hoe kan ik hen op grond van dit inzicht door gebed en offers in het verborgene tot bevrijding helpen brengen? - Wanneer ik terugdenk aan onaangename ervaringen met een medemens, komt dan in mijn hart onrust, onvrede, wraakzucht of een andere duidelijke emotie naar boven? 3. Oefening van de dag, met toewijding Laat even Uw innerlijke blik over Uw leven gaan, en ontdek jegens welke medemens(en) U om één of andere reden vandaag nog gevoelens van wrok, wrevel, onverzoenlijkheid of rancune koestert, en welke medemens(en) U ooit hebt verwenst, kwaad hebt toegewenst of zelfs vervloekt. Trek in gedachten deze mens(en) in Uw hart, en stel U voor dat 24
1. Ter bezinning Ontelbare zielen groeien niet doordat zij zichzelf met dikke kettingen hebben vastgemaakt aan dingen die vergankelijk zijn. Ieder mens kent vele medemensen die in de loop van tien, twintig of méér jaren nauwelijks of niet lijken te zijn veranderd in hun houding tegenover de wereld om zich heen of in hun benadering van de beproevingen en situaties op hun levensweg. Dit zijn zielen die niet kunnen loslaten. De ziel wordt in grote trekken gevormd gedurende de kinderjaren. Velen blijven in gedachten en gevoelens, maar ook in hun gedragspatronen, in die kinderjaren steken. Zij blijven de “wijsheden” die zij toen hebben meegekregen, volgen als de enige waarheid, en vertonen nauwelijks neiging om hun gedrag aan te passen volgens de lessen die de Goddelijke Voorzienigheid hen via hun levensweg tracht te leren. Bij deze zielen botsen de ervaringen vaak met de patronen die hun denken, hun voelen en hun voorstellingen over het leven beheersen. Hierdoor raken zij gemakkelijk teleurgesteld in het leven, of trekken zij zich in hun verleden terug: zij beginnen méér en méér achterom te kijken, en vergeten in het hier en nu verder te leven. Zo stellen zij zichzelf buiten werking voor de Plannen die God met hen heeft. Zij beschouwen hun levensweg als een doel op zich, hangen vast aan hun ervaringen en herinneringen, hechten overmatig veel belang aan elk detail ervan, en al hun handelingen missen bezieling doordat hun hart niet openstaat voor Gods leiding in het heden. Zij staan voortdurend stil bij allerlei gebeurtenissen in verleden en heden, houden deze vast, neigen tot analyseren en piekeren, worden daarin zelfs verkrampt, en vergeten met God en met Maria te leven door alles toe te wijden. Zij zijn er vaak van overtuigd dat zij alles zelf moeten regelen, want de levenservaringen en hun onvermogen om er vruchtbaar mee om te gaan, maken hen onzeker, en zij vinden niet het vertrouwen in God en Maria dat zij nodig hebben om uit deze verstarring los te breken. Een ziel die zich niet van het wereldse, van menselijke relaties, en/of van haar eigen verleden kan losmaken, legt zichzelf een zware ketting aan het been. Zij stijgt niet meer, zij blijft aan de aarde vastgeketend. Deze ziel heeft bevrijding nodig, want zij leeft voortdurend in een innerlijke spanning, en wordt voor Gods Werken onbruikbaar. 2. Laat het licht schijnen in de duisternis – een kijk in de ziel Maak het stil en rustig in Uw hart, keer Uw blik diep in Uzelf, en reik de hand aan Uw Hemelse Moeder Maria, de Meesteres van Uw ziel, opdat Zij de Heilige Geest over U kan afroepen. Spreek Haar aan als volgt (herhaal 3 x heel langzaam): “O Maria, machtige Meesteres van mijn ziel, roep de Heilige Geest over mij af. Kom, Heilige Geest, doorstraal mijn hart, mijn geest en mijn ziel met Uw
37
Goddelijk Licht, opdat ik mijzelf moge zien zoals God mij ziet. Breng mij tot zelfkennis. Laat mij zien wie ik werkelijk ben”. In het licht van het Hemels Vuur zult U Uzelf beter leren kennen wanneer U Uzelf volgende vragen stelt: - Houd ik vast aan eerder strakke opvattingen? Wijs ik nieuwe ideeën (dus ideeën die ik zelf nog nooit in mijn leven heb toegepast) af zonder de bereidheid om te achterhalen of zij goed of ongeschikt zijn (tenzij ik meteen vaststel dat zij indruisen tegen Gods Wet doordat zij mij tot ondeugd kunnen brengen)? - Ga ik in gedachten vaak terug naar het verleden, en heb ik daarbij de neiging om ofwel steeds weer het onaangename op te halen ofwel te doen alsof in het verleden alles rozengeur was en het dus geen zin heeft om pogingen te ondernemen om de dag van vandaag intens te beleven? - Hecht ik zodanig veel belang aan mijn verleden dat een aantal elementen daaruit als het ware een leven op zich beginnen te leiden, met andere woorden: doe ik mijn best om elk detail zo haarscherp mogelijk vast te houden? Herkauw ik vele dingen voortdurend? Laat ik bepaalde toestanden steeds weer doorheen mijn geest gaan zoals een film die wordt gespeeld, opdat ik alle oorzaken, verbanden en gevolgen van situaties zou kunnen analyseren en eventueel nog zou kunnen veranderen? - Stel ik mijzelf nog steeds de vraag, wie schuldig is aan bepaalde situaties in mijn leven, en waarom deze heeft gedaan wat hij/zij heeft gedaan? Voer ik eventueel ook innerlijke gesprekken (zelfs woordentwisten) met deze medemens(en)? - Hoeveel belang hecht ik aan mijn dagelijkse gewoonten? Ben ik bereid, deze aan te passen indien ik het gevoel mocht krijgen dat ik daardoor beter zou renderen voor God (ook al zou dit mij meer uit wereldse contacten of wereldse genietingen weghalen)? - Welk belang hecht ik aan mijn relaties met vrienden, kennissen, familieleden? Zoek ik in een contact met een medemens de bevrediging van mijn gevoel van eigenwaarde, van andere persoonlijke of wereldse behoeften, of iets anders? 3. Oefening van de dag, met toewijding Zeg vandaag geregeld tot Uzelf: “Mijn verleden is dood. Ik kan niet waarlijk leven zolang ik mijn ziel blijf voeden met dode dingen”. Stel U verder bij alles wat U doet of denkt de vraag, welk nut dit heeft voor Uw ziel en het Eeuwig Leven ervan. U zult merken dat U beheerst wordt
38
8e dag van de 40-dagentijd: Donderdag de medemens een kwaad hart toedragen 1. Ter bezinning Gisteren heeft Gods Geest ons geleid naar de duistere wolk die over een ziel kan schuiven waardoor zij de neiging gaat vertonen om haar medemens kwaad te berokkenen met woorden. Wanneer deze gesteldheid zich vast in de ziel verwortelt, opent de ziel als het ware een kanaal langs hetwelk zij al haar gevoelens jegens één of meer van haar medemensen begint te leiden: zij draagt haar medemens(en) een kwaad hart toe. Deze gesteldheid kan inderdaad gericht zijn op één of welbepaalde zielen: over het algemeen wordt zij dan geboren uit negatieve ervaringen met die zielen of uit ervaringen die de ziel als negatief waarneemt maar die niet noodzakelijk negatief waren. Dit gevoelspatroon kan echter ook zodanig de ziel overheersen dat zij alle medemensen zo begint te benaderen. Deze gesteldheid kan tot uiting komen als haat, wrevel, wrok, rancuneus zijn, haatdragend zijn, wraakzucht, onverzoenlijkheid, de neiging om één of meer medemensen kwaad toe te wensen, te verwensen of te vervloeken. De ziel kan zo negatief, zo onzuiver van hart worden dat zij zelfs vreugde ervaart over het leed van een medemens: deze ondeugd is bekend als leedvermaak. Weinig zielen geven zich rekenschap van de ernst van de ziekte waaraan een ziel in deze gesteldheid leidt. In Gods ogen staat het koesteren van haat of aanhoudende negatieve gedachten en gevoelens jegens een medemens gelijk aan het plegen van moord in het hart. Wie zijn medemens vervloekt, verwenst, haat, en leed of allerlei negatieve dingen toewenst, doet met deze medemens in zijn hart wat hij in de lichamelijke werkelijkheid niet kan doen (de medemens uit de weg ruimen), omdat hij dan strafbaar zou worden voor de menselijke wet. Veel erger nog echter, is zichzelf strafbaar te maken voor Gods wet. De medemens een kwaad hart toedragen, staat lijnrecht tegenover de Wet van de Liefde, en verloochent de grote gedragslijn die Jezus de zielen heeft voorgehouden. De ziel die zich heeft opgesloten in de gevangenis van een dergelijke gevoelswereld, kan zichzelf slechts bevrijden door de betrachting van de ware Liefde. Dat kan, door zichzelf voor te houden dat diep in elke medemens Jezus en Maria leven, want dat elke ziel een kiem van Goddelijke eigenschappen in zich heeft gekregen. Laten de zielen zich steeds voor ogen houden dat elke vorm of uiting van haat of gebrek aan liefde of medevoelen jegens hun medeschepselen, geïnspireerd wordt door de satan, die alle schepselen tegen elkaar wil opzetten. Door deze gevoelens schaden en ondermijnen zij elkaar in hart en geest. Een wezen dat zich niet geliefd voelt of op enige wijze het gevoel krijgt, niet met een warm hart benaderd te worden, kan vervallen in gesteldheden van droefgeestigheid, ontmoediging en eenzaamheid.
23
- Vind ik het opwindend om negatief over een medemens te spreken of om niet onverdeeld positieve elementen uit zijn verleden, persoonlijkheid, of zijn fouten of zwakheden, bloot te leggen? - Welk gevoel komt als eerste in mij boven wanneer ik anderen over een bepaalde ziel hoor roddelen of lasteren? Ben ik blij dat het niet over mij gaat? Ben ik in het verborgene verheugd? Breekt dit de saaiheid van mijn dag? Of voel ik droefheid omdat ik getuige ben van een ondeugd die de staat van genade van de mensheid als geheel negatief beïnvloedt? - In welke mate laat ik mij beïnvloeden door laster, roddel of verdachtmakingen over een medemens van wie ikzelf nochtans geen negatief beeld heb? 3. Oefening van de dag, met toewijding Tracht vandaag over geen enkele medemens ook maar één negatief woord te spreken. Wees zoals de Heilige Veronica, en was in elke ziel waarover U spreekt of met wie U in aanraking komt, het Gelaat van Jezus schoon door niets dan goeds te zeggen. Verricht ook de volgende toewijding (nr. 895): Lieve Moeder Maria, Mag ik mij onderdompelen in de oceaan van Uw onmetelijke zuiverheid, opdat mijn mond gereinigd moge worden van het bederf van elk onrein woord dat ooit over mijn lippen is gekomen. O was toch mijn tong van alle gif dat ik ooit heb toegelaten, de weg uit mijn hart naar mijn medemens te zoeken. O Meesteres van alle deugden, hoe beschamend is toch Uw les van Kalvarie, waar zelfs de aanblik van het vreselijkste onrecht dat Uw Zoon, de Goddelijke Onschuld, werd aangedaan, U geen enkel oordeel over Uw zondige medemens kon ontlokken. O zachte Duif, zo vol van Hemelse tederheid, de Schepper had de zielen bedoeld als lammeren. De zonde heeft hen tot wolven gemaakt. Moge op Uw woord het Bloed van het Goddelijk Lam alle harten bevloeien, opdat de hele mensheid moge worden tot het rijk van zachtmoedigheid en Liefde, dat sedert zovele eeuwen in U zijn Koningin heeft ontvangen. 4. Dagelijkse sleutel tot bevrijding van mijn hart, geest en ziel Vanaf vandaag wil ik mij voorstellen dat deelnemen aan roddel, laster, achterklap of verdachtmakingen, of mijn medemens het leven zuur maken, is zoals gaan wandelen met een wolf aan de lijn: ik geef hem de vrijheid om mijn medemens te bijten en langzaam te verscheuren, doch bij elke beet wordt het dier bij het zien en ruiken van “het bloed in hart of ziel” van mijn medemens zo woest dat hij mij zelf begint te bijten. Hoe langer ik dit dier zijn gang laat gaan, hoe méér ik zelf verscheurd word (in mijn eigen ziel).
door vele gewoonten en denkpatronen die Uw ziel geen stap dichter bij God brengen. Richt vandaag het volgende gebed tot Maria (nr. 900): Lieve Moeder Maria, God heeft mijn ziel in de wereld gezonden opdat zij de heiliging moge verwerven door de overwinning op de talloze afgoden van het stoffelijk leven. O Moeder, deze wereld met zijn talloze schijnbehoeften en dwalingen heeft zich aan de zielen opgedrongen als de enige zingeving en doelstelling van mijn leven. Bevrijd mij, U die macht hebt over alles, maak mij toch los uit de wereldse banden die mij onmerkbaar wurgen, want mijn ziel wordt gehinderd in de vlucht waartoe zij geroepen is. Bevrijd mij uit de netten van mijn verleden. Zuiver mij van alle herinneringen die een eigen leven in mij willen leiden. Bevrijd mij uit de valstrikken van de valse bezorgdheid, het onnodige gepieker en de verplichtingen waaraan mijn medemens mij jegens hem tracht te binden. Verlam onder Uw voeten alles wat mij belemmert om mij onverdeeld in Uw armen te werpen voor een leven van volmaakte en onvoorwaardelijke toewijding, want van God alleen was ik bij mijn schepping, en van God alleen wil ik zijn van nu af tot in de eeuwigheid. 4. Dagelijkse sleutel tot bevrijding van mijn hart, geest en ziel Voortaan wil ik er een sport van maken, dagelijks zoveel mogelijk tijd te besteden aan gedachten, gevoelens, handelingen en woorden die mij verbinden met het Goddelijk Leven en mij boven mijzelf, mijn gewoonten, mijn gehechtheden en mijn gebruikelijke verlangens laten uitstijgen. Alle gebeurtenissen, gedachten, gevoelens, enzovoort, die mij vasthouden in de gesteldheden van de wereldse geest, wil ik leren beschouwen als waardeloos, van geen enkel belang voor mijn eeuwige gelukzaligheid noch voor het heil van de zielen. Alleen de ogenblikken waarop ik in gedachten en gevoelens met God (Maria) verbonden heb doorgebracht, zal ik beschouwen als echte bijdragen tot het doel waartoe ik in de wereld ben gezonden. Zo zal ik mijn leven bewuster in de sfeer van het Hemelse ervaren, en mij bevrijden uit de wurggreep van wereldse activiteiten en beslommeringen. 14e dag van de 40-dagentijd: Donderdag verleiding tot bedrog 1. Ter bezinning
22
39
De ziel die vasthangt aan het materiële, en die het bezit en gebruik van materiële zaken tot middelpunt van haar leven maakt, begint spoedig ook Gods Waarheid te verloochenen of deze bij haar eigen levenshouding “aan te passen”. Zij verlangt naar het materiële, en al haar gedachten, gevoelens en handelingen zijn erop gericht om aan haar vele (en onophoudelijk toenemende) behoeften te voldoen. Doordat deze ziel al haar betrachtingen richt op het wereldse, wordt zij spoedig besmet door de wetten van het werelds leven, die de kiem van de menselijke dwaasheid in zich dragen. Wanneer de verwerving van bezit (vaak in kleine zowel als grote dingen) tot doel op zich en tot centrum van de dagelijkse beleving wordt, vervalt de ziel ook gemakkelijk in oneerlijkheid. Zij is vaak bereid, hiervoor zelfs haar morele remmen uit te schakelen, zodat zij hard en gevoelloos kan worden in haar bestrevingen (de mentaliteit van de meedogenloze zakenman zodra deze de christelijke waarden in zijn leven buiten spel zet). Zo kan een ziel komen tot bedrog in vele vormen: de medemens oplichten, uitbuiten, bestelen, lenen en opzettelijk niet teruggeven, de medemens opzettelijk te weinig betalen voor een door hem geleverde prestatie, de medemens een verdiende beloning of vergoeding onthouden, enzovoort. Wie zijn medemens bedriegt, bedriegt ook God, en zelfs zichzelf, want de ziel kan geen enkele handeling stellen, goed of kwaad, die geen weerslag heeft op het geheel van alle zielen. Elke zonde, evenals elke goede daad, beïnvloedt de staat van genade van de mensheid als geheel. De ziel die gedreven wordt door een ware, zuivere liefde, zal nooit een medemens kunnen bedriegen. Bedrog is daarom een waarschuwingsteken voor het feit dat in de ziel die het bedrog pleegt, het ware Leven verzwakt is. Deze ziel moet opnieuw leren beminnen, en zich bewust worden van het feit dat God in elke medemens leeft. 2. Laat het licht schijnen in de duisternis – een kijk in de ziel Maak het stil en rustig in Uw hart, keer Uw blik diep in Uzelf, en reik de hand aan Uw Hemelse Moeder Maria, de Meesteres van Uw ziel, opdat Zij de Heilige Geest over U kan afroepen. Spreek Haar aan als volgt (herhaal 3 x heel langzaam): “O Maria, machtige Meesteres van mijn ziel, roep de Heilige Geest over mij af. Kom, Heilige Geest, doorstraal mijn hart, mijn geest en mijn ziel met Uw Goddelijk Licht, opdat ik mijzelf moge zien zoals God mij ziet. Breng mij tot zelfkennis. Laat mij zien wie ik werkelijk ben”. In het licht van het Hemels Vuur zult U Uzelf beter leren kennen wanneer U Uzelf de ene volgende vraag stelt: - Kom ik wel eens in de verleiding om eigen voordeel te zoeken ten nadele van een medemens, en zo ja, waarom doe ik dat?
komt, des te beter lijk ikzelf”. De ziel in deze gesteldheid begint haar medemensen zo veel mogelijk te bezoedelen, in opspraak te brengen, in diskrediet te brengen, te schandvlekken, verdacht te maken, over hen te roddelen, kwaad over hen te spreken, laster en achterklap over hen te verspreiden. Dit alles met de bedoeling dat de medemens in de ogen van anderen een negatief beeld zou krijgen. Indien nodig leggen zij zelfs valse getuigenissen af om hun medemens nadeel of schade te berokkenen. In bepaalde gevallen berokkent de ziel zelfs haar medemens kwaad door opzettelijk lichamelijk letsel of schade aan goederen toe te brengen. Deze levenshouding is één van de meest voorkomende vormen van wat in de volksmond wel eens wordt genoemd “anderen de duivel aandoen”. De ziel maakt zichzelf hier tot rechter over haar medemens, en oordeelt en veroordeelt haar medemens niet op basis van wijsheid en rechtvaardigheid, doch op basis van innerlijke onvrede die een uitlaatklep zoekt. Deze innerlijke gesteldheid kan worden omschreven als “ik ben niet gelukkig, dus wil ik ook niet dat anderen wel gelukkig zijn”. De ziel in deze gesteldheid verspreidt niet langer licht en warmte, doch zoekt verlichting voor haar innerlijk lijden door duisternis en kilte om zich heen te verspreiden. Soms lijkt de ziel hierin een rechtvaardiging te zoeken voor het kwellende gevoel “dat God haar heeft verlaten”: zij zet op haar beurt niet langer Gods Werken in de zielen voort, doch doet de werken van de duisternis. 2. Laat het licht schijnen in de duisternis – een kijk in de ziel Maak het stil en rustig in Uw hart, keer Uw blik diep in Uzelf, en reik de hand aan Uw Hemelse Moeder Maria, de Meesteres van Uw ziel, opdat Zij de Heilige Geest over U kan afroepen. Spreek Haar aan als volgt (herhaal 3 x heel langzaam): “O Maria, machtige Meesteres van mijn ziel, roep de Heilige Geest over mij af. Kom, Heilige Geest, doorstraal mijn hart, mijn geest en mijn ziel met Uw Goddelijk Licht, opdat ik mijzelf moge zien zoals God mij ziet. Breng mij tot zelfkennis. Laat mij zien wie ik werkelijk ben”. In het licht van het Hemels Vuur zult U Uzelf beter leren kennen wanneer U Uzelf volgende vragen stelt: - Ben ik voldoende alert op situaties waarin ik tegen een medemens word uitgespeeld? Let ik er voldoende op, niet in deze val te trappen, met de bedenking dat de eensgezindheid met mijn medemens heilig is? - Heb ik de neiging om gebruik te maken van elke gelegenheid die de omstandigheden mij bieden om een medemens ongunstig af te schilderen of om hem “onder mijn niveau” te trekken? Wanneer ik daarin slaag, ben ik dan in het verborgene hierover verheugd?
3. Oefening van de dag, met toewijding 40
21
Met een rouwmoedig hart stort ik vóór Uw voeten elke ontevredenheid uit, die ik tijdens mijn leven heb gekoesterd. Hoe vaak toch heb ik in mijn blindheid gemeend dat mijn God mij niet beminde, omdat ik regen oogstte terwijl de weg van mijn medemens overgoten leek met zonnestralen. O laat mij toch de Liefde voelen van de God der Voorzienigheid, die mij de regen der Genade schonk omdat Hij rijpe vruchten aan mijn boom verlangde. O Koningin van de volmaakte Liefde, alle afgunst en nijd, alle jaloersheid en onvrede, alle opstandigheid in mijn niet-begrijpend hart, laat ik met berouw vóór Uw voeten uit mij wegvloeien als druppels van bitterheid. Wil nu mijn ogen richten op de knoppen van de eerste bloesems die weldra mijn ziel zullen sieren, want Gods oneindige Liefde wacht slechts op het uur waarop ik zal begrijpen en bereid ben te geloven, opdat de eeuwige lente ook over mijn weg moge verrijzen. 4. Dagelijkse sleutel tot bevrijding van mijn hart, geest en ziel Voortaan wil ik leven met de zekerheid dat de ware schatten voor de eeuwigheid niet op deze wereld worden geschonken. Telkens ik voel dat mijn medemens op één of andere wijze meer waardering ontvangt dan ik, zal ik God prijzen voor de kus en de bloem die mijn ziel op dat ogenblik ontvangt. Naarmate de situaties waarin ik mij tegenover een medemens wat achteruit geschoven voel, toenemen, zal ik mij in het verborgene verheugen over de groei en bloei van mijn Hemelse bloementuin. Terwijl ik Maria vraag dat Zij voor mijn tuin wil zorgen tot ik zelf in de Hemel kom, zal ik Haar eveneens vragen dat zij de betreffende medemens het ware licht zou schenken opdat hij met de hem geschonken wereldse gunst op de juiste wijze zou omgaan. Zo zal ik tegelijkertijd werken aan zijn bevrijding, en aan mijn eigen bevrijding. 7e dag van de 40-dagentijd: Woensdag de medemens kwaad berokkenen met woorden
Ga vandaag bij Uzelf te rade of U ooit op één of andere wijze bedrog hebt gepleegd, zelfs in heel kleine dingen. Indien U zich een dergelijke situatie herinnert, vraagt U hiervoor vergiffenis als volgt: “Lieve Moeder Maria, met berouw kom ik tot U met de smeekbede, voor mij bij de God van Gerechtigheid vergiffenis te willen bekomen voor elke mogelijke handeling waardoor ik mij schuldig kan hebben gemaakt aan een gebrek aan eerlijkheid of rechtvaardigheid jegens mijn medemens. Wil mij leiden naar een mogelijkheid tot goedmaking”. Neem U nu voor, deze fout zo spoedig mogelijk te biechten (indien U niet zeker bent of U ze ooit hebt gebiecht), en tracht vandaag een boetehandeling te stellen tot goedmaking. Indien een welbepaalde medemens het slachtoffer is geweest van dit gebrek aan eerlijkheid, tracht dan (eventueel in het verborgene) iets voor deze mens te doen of een gebed voor hem te verrichten. Verricht verder de volgende aanroeping tot Maria: “Lieve Moeder Maria, stort in mij de geest van eerlijkheid en rechtvaardigheid, opdat ik nooit in de verleiding moge komen om mijn medemens te bedriegen tot mijn eigen voordeel of hem te onthouden waarop hij recht heeft. Sta niet toe dat ik ooit enige handeling zou stellen of enig verlangen zou koesteren die gedreven zijn door de zucht naar geldgewin”. 4. Dagelijkse sleutel tot bevrijding van mijn hart, geest en ziel Voortaan wil ik mij voorstellen dat elke handeling of voornemen tot bedrog, zelfs in kleine dingen, is als het eten van een giftige vrucht: tegenover het financieel gewin staat het feit dat ik mijn ziel een wonde toebreng en daardoor mijn geweten in onrust breng, zodat ik als het ware de gevangene word van mijn eigen onbewuste onvrede. 15e dag van de 40-dagentijd: Vrijdag gebrek aan licht in het hart
1. Ter bezinning Alle werken van de satan vinden hun oorsprong in zijn betrachting om alle zielen tegen elkaar op te zetten en tegen elkaar uit te spelen. Om dit te bereiken, zaait hij het gif van negatieve, verwoestende gevoelens en gedachten in de harten en geesten. Hij kruidt dit alles met de influistering van een behoefte aan macht. Bij sommige zielen groeit dit alles uit tot een mate en een intensiteit die hen van binnen uit helemaal opvreet. Deze zielen zien niets dan slechte eigenschappen en neigingen in hun medemensen, en worden in al hun handelen en spreken slechts gedreven door een neiging om de medemens omlaag te trekken in een poging om daar zelf beter van te worden: “hoe slechter mijn medemens te voorschijn 20
1. Ter bezinning In de mate waarin een ziel God, de Goddelijke genaden en het ware Goddelijk Leven in zich heeft opgenomen en er inniger mee samensmelt, begint zij als het ware te veranderen in een zon. De stralen van deze zon zijn dragers van twee hoofdelementen: licht en warmte. Deze elementen uiten zich in twee deugden: blijmoedigheid is het licht, zachtmoedigheid is de warmte. Naarmate de ziel inniger door God en Zijn betrachtingen gedreven wordt, neemt zij Zijn licht in grotere hoeveelheden in zich op. Zij wordt er zozeer van vervuld dat alle duisternis geleidelijk aan uit haar 41
verdreven wordt. Een blijmoedige ziel is een ziel die diep vanbinnen verheugd is over de stand van haar leven. Zelfs al ontmoet deze ziel vele tegenslagen, tegenkantingen, struikelblokken, onaangename ervaringen en lijden, zij is zozeer doordrongen van Gods Tegenwoordigheid in haar leven en van Zijn leiding in alles wat haar leven uitmaakt, dat zij hierover een diepe vrede ervaart. Zij is blijmoedig, en dus draagster van Goddelijk licht, omdat zij het gevoel heeft dat zij “thuis is” (dus als het ware in het Hart van God woont), dat alles is zoals het hoort te zijn. Haar geloof en vertrouwen in de Goddelijke Voorzienigheid zijn zo groot dat zij alles wat haar overkomt, zeer sterk kan relativeren: de dingen groeien haar niet gemakkelijk meer boven het hoofd. Het hart kunnen wij beschouwen als de plaats waar de ziel haar gevoelsleven leidt, haar gevoelsindrukken verwerkt, en waar zij de stroom van Liefde die van God uit naar alle schepselen stroomt, opneemt tot voedsel voor haar hele wezen, laat rijpen volgens Gods leiding, en doorgeeft naar haar omgeving toe. De ziel die een hoge maat aan licht in zich draagt, zal dit uitstralen naar haar medeschepselen toe, en zal hierdoor in staat zijn om in zielen de vrede van hart te bevorderen. Een ziel die blijk geeft van een gebrek aan licht in het hart, is vaak een ziel die zeurt, mort, ontevreden is. Soms voldoet zij aan de beschrijving van wat in de volksmond “een zuurpruim” heet. Het is een ziel die een donkere wolk over zich heen draagt, en ten prooi is aan innerlijke onvrede. In haar “stroomt” Gods levenbrengende Liefde niet ongestoord. Niet zelden straalt zij dit gebrek aan innerlijke vrede met zichzelf zelfs uit zonder één woord te zeggen of zonder bepaalde handelingen te stellen. Blijmoedigheid is tevens de gesteldheid die leven geeft aan de communicatie tussen zielen. Een communicatie zonder oprechte blijmoedigheid die echt van binnenuit opbruist, is als het ware dood. Gebrek aan licht in het hart, is een gesteldheid van de ziel die zich “niet goed in de huid voelt” en dus bevrijding nodig heeft. 2. Laat het licht schijnen in de duisternis – een kijk in de ziel Maak het stil en rustig in Uw hart, keer Uw blik diep in Uzelf, en reik de hand aan Uw Hemelse Moeder Maria, de Meesteres van Uw ziel, opdat Zij de Heilige Geest over U kan afroepen. Spreek Haar aan als volgt (herhaal 3 x heel langzaam): “O Maria, machtige Meesteres van mijn ziel, roep de Heilige Geest over mij af. Kom, Heilige Geest, doorstraal mijn hart, mijn geest en mijn ziel met Uw Goddelijk Licht, opdat ik mijzelf moge zien zoals God mij ziet. Breng mij tot zelfkennis. Laat mij zien wie ik werkelijk ben”. In het licht van het Hemels Vuur zult U Uzelf beter leren kennen wanneer U Uzelf volgende vragen stelt:
42
de Heilige Geest over U kan afroepen. Spreek Haar aan als volgt (herhaal 3 x heel langzaam): “O Maria, machtige Meesteres van mijn ziel, roep de Heilige Geest over mij af. Kom, Heilige Geest, doorstraal mijn hart, mijn geest en mijn ziel met Uw Goddelijk Licht, opdat ik mijzelf moge zien zoals God mij ziet. Breng mij tot zelfkennis. Laat mij zien wie ik werkelijk ben”. In het licht van het Hemels Vuur zult U Uzelf beter leren kennen wanneer U Uzelf volgende vragen stelt: - Heb ik vaak het gevoel dat ik niet meetel, dat ik “het vijfde wiel aan de wagen ben” of niet echt gewaardeerd word? - Word ik gauw bedroefd, of jaloers, wanneer een medemens lof of een uiting van liefde of waardering ontvangt? Denk ik daarbij wel eens dat liefde die naar mijn medemens toe vloeit, automatisch betekent dat ikzelf minder liefde zal krijgen? - Heb ik last van het gevoel dat mijn werk, of mijn roeping, in de ogen van anderen niet heel belangrijk wordt geacht? - Ben ik vaak geneigd om anderen te bewijzen dat ik beter, verstandiger, rijper... ben dan zij schijnen te denken? Stem ik vele van mijn handelingen af op de betrachting, door mijn medemens “au sérieux” te worden genomen? - Denk ik geregeld dat mijn beproevingen en tegenslagen erop wijzen dat God mij niet echt kan beminnen? - Verdenk ik mijn medemensen er geregeld van dat zij partijdig zijn, dat zij een voorkeur hebben voor anderen boven mij? - Zoek ik wel eens compensaties voor het gevoel dat mij tekort wordt gedaan, bijvoorbeeld door mijzelf te verwennen, door mijn toevlucht te zoeken tot bevredigingen in de wereld van het stoffelijke, of door wrevelig te worden jegens mijn medemens, vooral jegens diegene van wie ik meen dat hij op mij voorgetrokken wordt? 3. Oefening van de dag, met toewijding Onderzoek vandaag Uw hart, en tracht te ontdekken in welke situaties, of tegenover wie, U in Uw leven het gevoel hebt gehad dat U tekort werd gedaan. Telkens een dergelijke situatie en/of medemens U voor de geest komt, zegt U langzaam en heel aandachtig drie maal: “Dank U, mijn God, want voor alles wat ik in dit leven verlang maar niet krijg, wacht mij een schat in het Eeuwig Leven”. Spreek vandaag ook de volgende toewijding uit (gebed nr. 894): Lieve Moeder Maria,
19
traag en vervuld van onverteerbare ervaringen. Ik stel voortaan mijn hele leven onder Maria’s heerschappij, en zal hierdoor gereinigd en verlicht worden, en nuttig worden voor Gods Heilsplan.
6e dag van de 40-dagentijd: Dinsdag zich tegenover de medemens tekort gedaan voelen 1. Ter bezinning Diep in de menselijke aard geworteld, zit een drang om zich geapprecieerd te weten, een drang om zich voldoende belangrijk te weten in de ogen van de medemens of om te voelen dat men enigszins van tel is. Deze drang kan zich in vele verschillende gradaties vertonen. In vele zielen zit deze neiging zo diep geworteld dat zij hierdoor zeer kwetsbaar worden. Een ziel in een dergelijke gesteldheid lijkt ervan uit te gaan dat de liefde van God of van de medemens steeds beperkt is, en dat dus alle liefde die aan een andere ziel wordt betuigd, automatisch betekent dat zijzelf voor eenzelfde hoeveelheid minder liefde zal krijgen. Deze ziel gelooft onvoldoende dat God een gelijke Liefde heeft voor elke ziel. Zij voelt zich spoedig tekort gedaan wanneer een medemens schijnbaar gezegend is door een gunstig lot. Zij geeft hieraan uiting door gevoelens van droefheid, zich-miskendvoelen, zich-achteruitgesteld-voelen, zelfs van bitterheid, in de mening dat “sommigen alle geluk hebben, en anderen alle tegenslag”. Deze ziel begrijpt Gods Liefde niet. Zij heeft niet begrepen dat Gods Liefde voor elke ziel afzonderlijk oneindig is, en dat de Goddelijke Voorzienigheid hiervan getuigenis aflegt in alles wat elke ziel overkomt, zowel het pijnlijke als het verheugende, want dat de beproevingen van het leven de grootste genaden voor de ziel dragen, mits zij op de juiste wijze aanvaard en gedragen worden. Zo worden gevoelens van nijd, afgunst en jaloersheid geboren, en het waandenkbeeld dat men niet of weinig door God bemind wordt. Deze ziel neigt ertoe, haar medemens gemakkelijk te verdenken van gebrek aan rechtvaardigheid of van partijdigheid. Niet zelden poogt de ziel dit “tekort aan begunstiging door het lot” te compenseren door zichzelf extra te verwennen, met de stelling “wat de anderen mij onterecht onthouden, zal ik mijzelf geven”, of ook door andermans goederen te begeren met de stelling “hij/zij heeft dit alles op onrechtvaardige wijze verworven, het is dus juist en terecht indien ik opeis wat het leven mij niet heeft gegeven”. Hier opent zich een brede poort naar vele ondeugden die te maken hebben met materialisme en met onzuiverheid in het hart. Dit is een gewonde ziel. Zij krijgt de Liefde, doch herkent haar niet, en meent daarom dat zij ze niet krijgt. 2. Laat het licht schijnen in de duisternis – een kijk in de ziel Maak het stil en rustig in Uw hart, keer Uw blik diep in Uzelf, en reik de hand aan Uw Hemelse Moeder Maria, de Meesteres van Uw ziel, opdat Zij 18
- In welke omstandigheden verlies ik mijn blijmoedigheid? Door welke oorzaken? - Wanneer ben ik juist wèl blijmoedig? Heeft deze stemming niet noodzakelijk een oorzaak of reden in mijn dagelijks leven, of lijk ik vooral blijmoedig te worden wanneer ik een onverwachte of opvallende meevaller heb ervaren in de materiële zijde van mijn leven? - Voel ik iets bijzonders wanneer ik eenvoudig opga in de gevoelsmatige zijde van mijn beleving, bijvoorbeeld tijdens een wandeling in een mooi landschap, of tijdens het beluisteren van een zingende vogel, of in de aanschouwing van spelende dieren of kinderen? - Wat zou mijn innerlijke blijheid het meest aanwakkeren: een grote financiële winst, of een plots gevoel van eenheid met Gods Hart? 3. Oefening van de dag, met toewijding Oefen U vandaag in de blijmoedigheid. Houd U bij alles wat U doet of wat op Uw levensweg gebeurt, duidelijk voor ogen dat U in goede handen bent in de mate waarin U zich aan de Allerheiligste Maagd hebt toegewijd en U die toewijding daadwerkelijk beleeft in alle details van Uw leven. Zet voor Uzelf even Uw voornaamste zorgen of bekommernissen op een rijtje, draag deze op aan Maria, en zeg dan 3 maal langzaam en diep in Uw hart verzonken: “Lieve Moeder Maria, alles is goed, omdat U in mij leeft. Niets kan mijn ziel schaden zolang ik in Uw handen ben”. Voel de bemoediging die uitgaat van deze woorden. Wees er nu van overtuigd dat alles wat U overkomt, uiteindelijk voor Uw eeuwig welzijn gebeurt. Zo zult U inwendig een steeds groeiende rust en vrede vinden, en alle spanningen uit U voelen wegvloeien. Vanuit deze rust en vrede zal een kracht opwellen die U de zekerheid zal geven dat alles in orde komt, en U zult de blijmoedigheid vinden en Gods Licht om U heen kunnen verspreiden. Richt vandaag het volgende gebed tot Maria (gebed nr. 901) Lieve Moeder Maria, Als een bloem in dorre grond verlangt mijn hart ernaar, het Licht van God in zich op te drinken, opdat mijn gemoedsleven gezuiverd en verkwikt moge worden. Zie, ik wijd U toe, de ogen van mijn ziel, opdat zij ook in volle storm niet blind blijven voor de blauwe hemel waarmee U hen tracht toe te dekken. O Moeder, hoezeer hebben de slagen van het lot de bronnen van mijn vreugde bedolven onder het stof der wereld. Hoezeer hebben de bittere en ontmoedigende woorden en daden van dwalende zielen mijn hart aangevreten als een gif dat mijn ziel in de koorts der onrust en onvrede heeft ondergedompeld. 43
Hoe vredig is toch Uw glimlach, hoe rustgevend het kloppen van Uw Onbevlekt Hart, o Overwinnares van elke haard van droefheid en ontevredenheid. Mag ik mij begraven in Uw Hart, dat de wedergeboorte is van het verloren Aards Paradijs. Wil mij de genade vergunnen van de verrukkingen in de aanschouwing van Uw onmetelijke schoonheden, opdat ik moge weten waarvoor ik leef, en het licht van de blijmoedigheid mijn hart moge vervullen tot bevrijding van mijzelf en mijn medemens. 4. Dagelijkse sleutel tot bevrijding van mijn hart, geest en ziel Voortaan wil ik mij elke dag levendig voor de geest houden dat in mijn hart de troon van Maria staat, en dat ik Haar macht, Haar Licht en Haar vrede altijd en overal met mij meedraag. Alle struikelblokken op mijn levenspad worden voortaan verbrijzeld door het Licht van de innerlijke blijheid die uit mij straalt als een macht die alle duisternis verdrijft. Voor Maria vlucht alles weg wat duisternis is. Wanneer ik Haar als mijn Koningin en Meesteres in mij ronddraag, word ook ikzelf een stormram tegen alle duisternis. Ik word vrijer van dag tot dag.
16e dag van de 40-dagentijd: Zaterdag gebrek aan warmte in het hart 1. Ter bezinning De ziel is niet gemaakt om alleen te leven: zij wordt geacht, God in zich te dragen en Hem voluit in en door zich heen te laten werken. De Goddelijke inwoning maakt de ziel tot een zon, zoals gisteren aangeduid. God schept Zijn eigen Licht en warmte in elke ziel die zich daarvoor openstelt, en in de mate waarin zij daarvan vervuld wordt, kan zij deze ook uitstralen over haar leefwereld. De ziel die overloopt van Gods Liefde en deze heel diep in zichzelf tot rijping laat komen, verandert in een bloeiende tuin van deugden en straalt oprechte warmte uit naar haar medeschepselen. De aanwezigheid van een dergelijke ziel is vergelijkbaar met deze van een aangename warmtebron: zij spreidt om zich heen gevoelens van behaaglijkheid, geborgenheid, diepe vrede en rust, tekenen van de Tegenwoordigheid van God en Maria in haar. De ziel die deze eigenschappen en vermogens niet of in mindere mate bezit, is een ziel die de warmte van het Goddelijk Leven niet in ongestoorde mate in zich tot ontwikkeling heeft weten te brengen. Het ontbreekt haar aan de diepe vrede die gepaard gaat met Gods inwoning, zodat zij deze diepe vrede ook niet onbelemmerd in andere harten kan laten doordringen. Wanneer de warmte van het Goddelijk Leven onvoldoende in de ziel tot rijping komt, kan dit tot uitdrukking komen in uitingen van ontevredenheid, onvriendelijkheid, norsheid, opvliegendheid, zelfs in woede-uitbarstingen en driftbuien, dus in gebrek aan zachtmoedigheid in al haar vormen. Gebrek aan warmte in het hart wijst over het algemeen op een diepgewortelde onvrede, een gevoel 44
Geloof ik hierin, en vind ik dat elke mens het recht heeft, zijn toekomst te kennen? - Heb ik geregeld de neiging om op gebeurtenissen vooruit te lopen, en “het toeval een handje te helpen”? 3. Oefening van de dag, met toewijding Stel vandaag de volgende akte van vertrouwen naar God toe: breng U datgene voor de geest dat U tegenwoordig het meeste bezighoudt. U legt dit in Maria’s Hart, formuleert met eigen woorden Uw verlangen, en neemt U voor dat U rotsvast gelooft in Gods leiding en dat U geen handelingen zult stellen die op de zaken vooruitlopen. Wijd Uw probleem toe aan Maria met de woorden (gebed nr. 893): Lieve Moeder Maria, Ik kom al mijn zorgen begraven in de heilige grond van Uw Onbevlekt Hart. O Rots van geloof, hoe zwak is toch mijn vertrouwen in de almacht van God in mijn leven. Welke macht heeft God U gegeven over de zielen en de kruiswegen van hun leven. Naar wie anders dan naar U zou ik gaan om de genade van verhoring te bekomen in al mijn noden. O stort in mij de zekerheid van het kind dat rust en vrede vindt zodra moeder zich over zijn zorgen ontfermt. Heers over mij en over mijn leven, opdat ik niet langer de vijand van mijn eigen heil zou zijn, doch al mijn vertrouwen moge stellen op Uw woorden van voorspraak, Uw bemiddeling, Uw Liefde voor mij, en Uw werken tot voltooiing van Gods Wet in mijn leven, en alles aan mij voltrokken moge worden volgens Uw wil, tot verheerlijking van Gods Voorzienigheid. 4. Dagelijkse sleutel tot bevrijding van mijn hart, geest en ziel Ik wil mij voortaan voorstellen dat mijn ziel, en mijn hele leefwereld, een landschap is dat bloeit omdat God het volgens Zijn volmaakte Wijsheid op de gepaste tijdstippen van zonnestralen en van regen voorziet. Telkens ik daar zelf op ingrijp, veroorzaak ik een “verschuiving in de seizoenen”, waardoor dit landschap ontwricht wordt. Zo wordt Gods Lusttuin tot een woestenij. Telkens ik kennis over mijn toekomst tracht te achterhalen die nog in het verborgene ligt, verlies ik de verdiensten van het blind geloof, en stel ik mijn ziel bloot aan het risico op “indigestie”: God schenkt mij alles op Zijn tijd, want Hij weet wanneer mijn ziel het volle nut uit iets haalt. Telkens ik ongeduldig of voortvarend word, en op gebeurtenissen vooruit wil lopen, is het alsof ik wil eten vóór ik het kan verteren. Hierdoor wordt mijn ziel zwaar, 17
wezen niets méér is dan een gebruiker van Gods bezit bij Gods gratie. Omdat hij op bepaalde ogenblikken niettemin het gevoel krijgt dat hij met de rug tegen de muur staat en de greep op zijn omgeving verliest, gaat hij soms toch op zoek naar de steun van een “hogere macht”, doch is intussen in zijn oordeelsvermogen zo afgedwaald dat hij de dwaallichten der duisternis naloopt door allerlei bijgeloof en zoektochten in de wereld van het occulte (helderzienden, spiritisme, waarzeggerij, horoscopen enzovoort), omdat zijn onzekerheid hem ertoe aanzet om absoluut de dingen te achterhalen vóór Gods uur is aangebroken om deze aan de mens te openbaren. Zodra de mens zijn eigen levenswetten maakt en zijn leven begint te leiden volgens die wetten, verbant hij God en Zijn Wetten uit zijn leven, en wordt hij steeds minder ontvankelijk voor de tekenen van Gods Werken via de talrijke tussenkomsten en influisteringen van de Goddelijke Voorzienigheid in het dagelijks leven. De vrucht is een onzekere, gejaagde en ongelukkige ziel, die zich verloren en verlaten voelt en dit gevoel beschouwt als een vaststaand bewijs voor het feit dat God niet bestaat. De ziel in deze gesteldheid zinkt steeds dieper weg in het moeras van de menselijke, wereldse dwaasheid met haar valse behoeften en haar angsten die de mens tot slaaf van duistere krachten maakt. 2. Laat het licht schijnen in de duisternis – een kijk in de ziel Maak het stil en rustig in Uw hart, keer Uw blik diep in Uzelf, en reik de hand aan Uw Hemelse Moeder Maria, de Meesteres van Uw ziel, opdat Zij de Heilige Geest over U kan afroepen. Spreek Haar aan als volgt (herhaal 3 x heel langzaam): “O Maria, machtige Meesteres van mijn ziel, roep de Heilige Geest over mij af. Kom, Heilige Geest, doorstraal mijn hart, mijn geest en mijn ziel met Uw Goddelijk Licht, opdat ik mijzelf moge zien zoals God mij ziet. Breng mij tot zelfkennis. Laat mij zien wie ik werkelijk ben”. In het licht van het Hemels Vuur zult U Uzelf beter leren kennen wanneer U Uzelf volgende vragen stelt: - Neem ik wel eens deel aan kansspelen, of aan spelen (bijvoorbeeld kaarten) met een financiële of materiële inzet? - Pieker ik gemakkelijk, of ben ik gauw bezorgd over mensen (huisgenoten, vrienden...) of gebeurtenissen of situaties, of over de toekomst? - In welke mate is mij totnogtoe opgevallen welke grote rol Gods Voorzienigheid in mijn leven speelt, zowel in het aangename als in het (schijnbaar) onaangename? - Word ik ongeduldig of onrustig of ontevreden wanneer iets niet gebeurt op het ogenblik waarop ik het had verwacht, gehoopt of verlangd? - Ben ik geïnteresseerd in mijn horoscoop? - Verlang ik er wel eens naar, een helderziende of waarzegger te raadplegen, of via een andere weg mijn toekomst bij voorbaat te kennen? 16
van “gemis”: de ziel mist iets, maar weet vaak niet wat. In vele gevallen heeft zij het vermogen om Gods warmte vast te houden, verloren door kwetsende ervaringen of door het gevoel dat zij haar levensidealen niet heeft verwezenlijkt. Wanneer een dergelijke teleurstelling of wonde niet met veel overgave en geloof aan Maria toegewijd wordt en de ziel niet absoluut haar vertrouwen in het leven terug wil vinden, ligt voor haar een weg van verbittering open. Niemand kan geven wat hij zelf niet heeft. Om warmte en geborgenheid aan haar medeschepselen te geven, moet de ziel deze eerst zelf in de diepte ervaren. 2. Laat het licht schijnen in de duisternis – een kijk in de ziel Maak het stil en rustig in Uw hart, keer Uw blik diep in Uzelf, en reik de hand aan Uw Hemelse Moeder Maria, de Meesteres van Uw ziel, opdat Zij de Heilige Geest over U kan afroepen. Spreek Haar aan als volgt (herhaal 3 x heel langzaam): “O Maria, machtige Meesteres van mijn ziel, roep de Heilige Geest over mij af. Kom, Heilige Geest, doorstraal mijn hart, mijn geest en mijn ziel met Uw Goddelijk Licht, opdat ik mijzelf moge zien zoals God mij ziet. Breng mij tot zelfkennis. Laat mij zien wie ik werkelijk ben”. In het licht van het Hemels Vuur zult U Uzelf beter leren kennen wanneer U Uzelf volgende vragen stelt: - Zijn er ogenblikken in mijn verleden waaraan ik kan terugdenken en in mijn hart een zalige warmte voelen bij die herinnering? - Zijn dergelijke ogenblikken van zalige warmte in mijn hart ook heel recent nog voorgekomen? Zo ja, welke situaties of gebeurtenissen hebben dit zalig gevoel opgeroepen? Zo niet, waarom voel ik tegenwoordig zelden of nooit nog een zalige warmte in mijn hart? Wat had het verleden mij te bieden dat ik in het heden mis? Kan ik die inwendige warmte niet terugvinden in enige andere ervaring in het heden? - Indien ik mij vroeger zalig warm kon voelen in mijn hart, en nu niet meer of veel minder vaak of minder intens, waaraan schrijf ik dit verschil toe? Kan ik op grond van dit inzicht iets in mijn levenshouding veranderen waardoor ik inwendig opnieuw rustiger, vrediger en warmer word? - Welke situaties of gebeurtenissen kunnen mij wel eens opvliegend maken? - Zijn er ogenblikken waarop ik mij “niet goed in mijn huid voel”, met een gevoel van algemene kilte vanbinnen? Waarmee staan dergelijke situaties of gebeurtenissen in verband? Waarom lokken deze toestanden dat gevoel bij mij uit? 3. Oefening van de dag, met toewijding
45
Tracht vandaag elke medemens met zachtheid tegemoet te treden. Zeg geregeld: “Maria, Moeder van tederheid, leen mij Uw fluweelzachte handen, Uw betoverend zachte ogen, en Uw strelend zachte stem. Bedek mijn gelaat met de zachte gloed van het Uwe”. Stel U levendig voor dat U als het ware helemaal verandert in Maria, dat Zij “in U binnenglijdt” en Uw hele voorkomen vervangt door het Hare, wondermooi en betoverend zacht. Laat dit beeld zo diep in U doordringen dat U zich helemaal Maria voelt. Geleidelijk aan (soms zelfs heel spoedig) zult U een verrassende uitwerking krijgen op Uw medemens, want Maria zal vanuit Uw hart in en door U heen leven. Richt vandaag tot Maria het volgende gebed (nr. 902):
Lieve Moeder Maria, Hoezeer verlangt mijn hart naar Uw geborgenheid, nu de tocht doorheen de woestijn van mijn levensweg zo vijandig is geworden. O Moeder, voel mijn nood aan de warmte uit Uw eigen Hart, want de woestijnzon wekt in mij slechts de zielenkoorts die het gemoed laat bevriezen. Genees toch mijn koorts, o Bron van Hemelse Vrede, opdat ik de verrukkingen van de ware Hemelse warmte moge oogsten. Vervul mijn hart met Uzelf, opdat in mij de ware rust geboren moge worden, die mij tot de volmaakte overgave aan U zal voeren, want slechts in de totale overgave kan mijn hart alle kilte en alle hardheid loslaten. Vorm mijn gemoed tot een spiegel van Uw zachtheid, opdat mijn aanwezigheid bij zielen moge zijn als een weldoende lentebries die vreugde en rust in de harten achterlaat. O Koningin van de zachtmoedigheid, zalf mijn hart met Uw tedere handen, opdat in mij alles ontsloten moge worden dat de uitstraling van Uw Hemelse warmte vanuit de diepten van mijn ziel belemmert. 4. Dagelijkse sleutel tot bevrijding van mijn hart, geest en ziel Voortaan zal ik elke dag een zo innige eenheid betrachten met Maria, het Vuur van de schone Liefde, dat ik altijd en overal zal stralen als een kleine zon, en warmte zal brengen in vele harten. Zo zal ik in staat zijn om zowel in mijzelf als in mijn medemens vele onreinheden te laten wegsmelten, om aldus harten te bevrijden uit hun kilte en dorheid. Ik word een klein paradijs voor de zielen die in woestijnen veranderd zijn.
46
Stort in mij de totale en onvoorwaardelijke bereidheid tot volkomen verzoening met mijn medemens, vergeving aan alle zielen die jegens mij hebben misdaan, en het uitroepen van de ware vrede tussen mijzelf en alle zielen die mijn levensweg kruisen of hebben gekruist. Leg in mij de moed en de wijsheid om mij af te keren van elke bekoring tot onenigheid, wantrouwen of onvrede ten aanzien van mijn medemens. Moge mijn innerlijke vrede en Uw Liefde in mijn hart alle onvrede tussen zielen bedaren, opdat ik de ware Vrede van Christus in de harten moge kunnen brengen en zo Zijn Werken van eenmaking van de hele mensheid moge bevorderen. 4. Dagelijkse sleutel tot bevrijding van mijn hart, geest en ziel Telkens ik persoonlijk met een medemens een onenigheid heb, wil ik mij voortaan voorstellen dat, zolang deze duurt, Jezus (de Vredevorst) en Maria (de Koningin van de Vrede) in een cel opgesloten zitten, en dat zodra ik een concrete stap zet naar verzoening en nieuwe eenheid, ik Jezus en Maria uit deze cel bevrijd. Ik zal mij er rekenschap van geven dat ik door deze stap tegelijkertijd mijn eigen ziel uit een kerker bevrijd. 5e dag van de 40-dagentijd: Maandag gebrek aan vertrouwen in de Goddelijke Voorzienigheid 1. Ter bezinning Hoe graag toch laten mensen hun leven regelen en hun gedragingen voorschrijven door de almachtig gewaande wetenschap en technologie. Deze afgoden van de ontwikkeling van de beschaving zijn in de loop der jongste eeuwen tot voedingsbodem geworden voor een genadeloze geldmaatschappij. De geldeconomie haakt in op alle natuurlijke menselijke behoeften, maar schept er zelf nog een ontelbaar aantal bij, elke dag opnieuw. Het moderne leven is hierdoor flink uit de hand gelopen. Er wordt overdadig geproduceerd en overschotten die niet winstgevend zijn, worden vernietigd. Er worden verzekeringen aangepraat voor steeds méér soorten risico’s. De wereld gaat ten gronde aan een kunstmatig geschapen en in stand gehouden atmosfeer van algemene onzekerheid, onveiligheid, angst voor de toekomst, twijfel, doemdenken. De mens wil alles zelf regelen, houdt geen rekening meer met Gods werking in het leven, wordt ongeduldig en gejaagd, houdt zich nog slechts vast aan de afgod van het geld en het materiële bezit, wordt gierig en hebzuchtig, stort zich in kansspelen en gokken, piekert en maakt zich zorgen over duizend dingen. Het gebrekkig of onbestaand geloof in Gods werking leidt tot voortvarendheid, het vooruitlopen op Gods tijd, onverdraagzaamheid als gebrek aan aanvaarding van datgene wat God op bepaalde ogenblikken beschikt, en zelfs bemoeizucht als uiting van de overtuiging dat men beter alles zelf regelt. De mens heeft zichzelf tot heer van de wereld gemaakt, terwijl hij in 15
Goddelijk Licht, opdat ik mijzelf moge zien zoals God mij ziet. Breng mij tot zelfkennis. Laat mij zien wie ik werkelijk ben”. In het licht van het Hemels Vuur zult U Uzelf beter leren kennen wanneer U Uzelf volgende vragen stelt:
17e dag van de 40-dagentijd: Maandag zichzelf tot middelpunt van zijn omgeving maken 1. Ter bezinning
Richt tot Maria het volgende gebed (nr. 880):
De ziel wordt door God zodanig geschapen dat zij zich in “gezonde“ omstandigheden bewust blijft van haar afhankelijkheid jegens God. Een gezonde ziel weet en voelt met zekerheid dat God de motor van al haar vermogens is. Zij zal daarom al haar eigen handelingen en prestaties relativeren, en zichzelf niet beschouwen als belangrijk op zich. De ziel is op zichzelf even onvermogend als een gaspedaal in een wagen: tenzij iemand de pedaal indrukt, gaat de wagen nergens heen. Wanneer een ziel zichzelf bovenmatig belangrijk vindt, lijdt zij aan gebrek aan zelfkennis en bedriegt zij zichzelf. Het is door Gods werking dat de ziel in staat is om te handelen en dingen tot stand te brengen. Hoezeer vergist zich dan ook de ziel die zichzelf tot middelpunt van alles zoekt te maken. Hoezeer is zij in dwaling wanneer zij zichzelf zoekt, alles doet om op te vallen, en zichzelf als spil van alles ziet. Een ziel in deze gesteldheid heeft de neiging om in gesprekken de aandacht op zichzelf te vestigen, zij zoekt naar aanleidingen om beklaagd te worden maar ook om geprezen te worden, zij neigt tot overdrijven, bluffen, opscheppen. Haar hele gedrag in doen, laten en spreken, soms zelfs in haar uiterlijke verschijning, lijkt een schreeuw om aandacht. De ziel in deze geaardheid (egocentrisme en aanverwante gesteldheden) is zeer gehecht aan het oordeel van haar medemensen, omdat voor haar slechts de belangen van haar werelds leven van tel zijn. Hierdoor ontstaat het risico dat zij het bovenwereldse uit haar leven begint te bannen en zichzelf tot god begint te maken. Een ander risico waaraan deze ziel ten prooi kan vallen, is dit, dat zij bij haar medemens niet het verhoopte succes oogst en zich daarom in haar eigen wereld terugtrekt, een wereld waarin zij aan niemand meer verantwoording hoeft af te leggen, waarin slechts haar eigen regels gelden, en waaruit zij alle schepselen bant die zij niet in haar eigen levensvisie kan inpassen. De ziel die zich louter op eigen kunnen beroemt of die verlangt dat anderen haar ook beschouwen als het centrum van hun leefwereld, heeft haar ware levensdoel niet begrepen. Zij kan Gods Plannen niet helpen verwezenlijken, want zij leeft slechts voor zichzelf.
Lieve Moeder Maria,
2. Laat het licht schijnen in de duisternis – een kijk in de ziel
God heeft elke ziel bevrucht met Zijn Geest, die eenheid, harmonie en vrede schept tussen alle Werken van Zijn handen. Hoe diep is de mensheid weggezonken in het moeras van eigenbelang en genotzucht ten koste van de medemens. Hoe gewillig heeft zij zich verkocht aan de prins van de duisternis en de haat. Ik smeek U, wil mij zozeer vervullen van Uw volmaakte Liefde dat ik een teken van vrede en eenheid onder de zielen moge zijn.
Maak het stil en rustig in Uw hart, keer Uw blik diep in Uzelf, en reik de hand aan Uw Hemelse Moeder Maria, de Meesteres van Uw ziel, opdat Zij de Heilige Geest over U kan afroepen. Spreek Haar aan als volgt (herhaal 3 x heel langzaam):
- Wanneer ik mensen ruzie zie maken of ik verneem dat tussen mensen (die ik al dan niet ken) onenigheid is ontstaan, voel ik hierover dan vreugde, leedvermaak, of droefheid? - Voel ik de neiging om elke onenigheid waarvan ik kennis heb, te helpen bijleggen, hetzij door mijn persoonlijke tussenkomst of door tot God (Maria) te beginnen smeken dat de harten van de betrokkenen geraakt mogen worden door het vuur van de vergevende liefde? - Indien ik met iemand onenigheid heb (eventueel zelfs slechts een kleine wrijving binnen mijn gezin), ben ik dan geneigd om stappen te ondernemen om het zelf bij te leggen, of ben ik geregeld van oordeel dat de ander de eerste stap moet zetten? - Hoe zwaar til ik aan onenigheden die mijn eigen relaties treffen? - Hoe zou ik mijn gevoelens beschrijven wanneer ik ervaar (of mij ter ore komt) dat een onenigheid bijgelegd is? 3. Oefening van de dag, met toewijding Tracht vandaag een bijdrage te leveren tot het herstel van de eensgezindheid tussen twee of meer mensen die met elkaar in onmin leven, of tussen Uzelf en een ziel met wie U zelf in onmin leeft. Indien een dergelijke rechtstreekse tussenkomst of handeling onmogelijk of niet zonder risico is, keert U zich diep in Uw hart en spreekt daar, in het verborgene, op intense en oprechte wijze het verlangen uit dat tussen de betrokken zielen alles weer goed zou komen. Richt dit verlangen tot Maria, de Middelares van alle Genaden, en besluit Uw smeking met de woorden: “O Maria, Koningin van de Vrede, breng het licht der verzoening waar nu nog de duisternis van de wrok heerst”.
14
“O Maria, machtige Meesteres van mijn ziel, roep de Heilige Geest over mij af. Kom, Heilige Geest, doorstraal mijn hart, mijn geest en mijn ziel met Uw 47
Goddelijk Licht, opdat ik mijzelf moge zien zoals God mij ziet. Breng mij tot zelfkennis. Laat mij zien wie ik werkelijk ben”. In het licht van het Hemels Vuur zult U Uzelf beter leren kennen wanneer U Uzelf volgende vragen stelt: - Heb ik er vaak behoefte aan om tot mijn medemens over mijzelf en mijn beproevingen te spreken? Indien dat zo is: wanneer ik diep in mijn hart kijk, vind ik dan de reden waarom? (tegenover mijzelf kan ik zonder schaamte de ware reden toegeven). - Wanneer ik iets doe samen met andere mensen, en het resultaat mag gezien worden, welk gevoel heb ik dan over mijn eigen aandeel in het succes, en ben ik geneigd om dit gevoel aan mijn “partners” mede te delen? - Val ik graag op? In welke zin en in welke omstandigheden? Waarom? Wil ik mijn medemens iets bewijzen? - Wanneer ik de indruk krijg dat mijn medemens mijn leven saai en onbelangrijk vindt, ben ik dan soms geneigd om bepaalde aspecten van mijn leven, mijn persoonlijkheid of talenten en verwezenlijkingen in de verf te zetten (eventueel door erover op te scheppen of ze op een “gekleurde” wijze af te schilderen) in een poging om zijn mening over mij te veranderen? - Indien ik eerlijk ben tegenover mijzelf: hoe belangrijk is voor mij het oordeel dat anderen over mij vellen? Volstaat het voor mij, te weten dat ik mijn best doe in het verborgene (alleen zichtbaar voor God/Maria), of heb ik slechts vrede wanneer medemensen zich onverdeeld positief over mij uitspreken? - Wanneer ik bij mijn medemensen niet voelbaar succes oogst, heb ik dan de neiging om weg te vluchten in een eigen wereld (eventueel met dagdromen over succes dat ik zou willen hebben in andermans ogen)? - Welk gevoel ervaar ik diep vanbinnen wanneer ik geprezen word? 3. Oefening van de dag, met toewijding Tracht vandaag in alle omstandigheden en gebeurtenissen van de dag op de achtergrond te blijven, alsof U geruisloos als een schaduw tussen de mensen door zou glijden, zodat niemand de neiging heeft om speciaal naar U te kijken. Zeg daarbij geregeld tot Maria: “Lieve Hemelse Moeder, laat mij verdwijnen in het Paradijs van Uw Hart. Ik verlang slechts Uw ogen te ontmoeten”. Richt vandaag tot Maria het volgende gebed (nr. 903): Lieve Moeder Maria, Koningin van de nederigheid,
48
zielen in volkomen eensgezindheid naar dit ene doel toe werken. De grondvesting van Gods Rijk op aarde is een Goddelijk Decreet. Dit betekent dat het Rijk van Liefde en Vrede met absolute zekerheid zal komen, want de uitvoering van alle Goddelijke Decreten zal in de volheid van Zijn tijd tot voltooiing gebracht worden. Het hangt af van de zielen wanneer de volheid van de tijd komt. God dringt Zijn weldaden niet op, Hij tracht slechts de zielen zodanig te inspireren dat zij uit eigen vrije wil in al hun doen en laten de volle uitvoering van de Goddelijke Decreten zouden nastreven. Zodra slechts één ziel in haar bestrevingen afwijkt van het Goddelijk streefdoel, begint reeds de ontsporing van de hele schepping. Elke ziel die de eenheid verstoort, zal daarvoor verantwoording moeten afleggen. De eenheid verstoren, gebeurt door elke afwijking van om het even welke deugd, want “de eenheid” moet worden verstaan als het eensgezind nastreven van heilige gedragingen, dus gedragingen die de verwezenlijking van Gods Plannen bevorderen. Jezus is de zielen de Liefde komen prediken. De Liefde is de gesteldheid van hart waardoor de ziel zich op volmaakte wijze inpast in Gods bedoelingen en Werken, door God en Zijn Vertegenwoordigster (de Hemelse Koningin Maria) te dienen in alle elementen van haar leven en door haar medeschepselen te helpen om op hun beurt hun eigen levensopdrachten te volbrengen op een wijze die voor Gods Plannen dienstbaar is. De ziel die mensen tegen elkaar opzet, die onenigheid bevordert of op enige wijze verdeeldheid zaait, ondermijnt Gods Werken. Alles wat verdeeldheid brengt of niet bijdraagt tot de beëindiging van verdeeldheid, dient de plannen van de krachten der duisternis. De satan is op aarde zo machtig geworden omdat hij erin geslaagd is om op ontelbare wijzen zielen tegen elkaar uit te spelen. Hij doet dit dagelijks, zowel op wereldvlak als binnen elk gezin. Hierdoor worden onnoemelijk veel krachten verspild, worden zielen zo ontmoedigd dat zij zich niet meer voor Gods Werken kunnen inzetten, en zinken ontelbaren weg in de diepste duisternis. Jezus zei dat elk rijk dat innerlijk verdeeld raakt, in elkaar zakt. Zo is het met de heiligheid van de hele mensheid gebeurd, en zo gebeurt het heel vaak binnen de gezinnen. De tijd is aangebroken voor een resolute keuze voor het Licht dat eenheid brengt. De ziel die de Leer van Christus en de richtlijnen van haar Hemelse Meesteres volgt, zal niet meer dwalen. Zij zal de ene weg van het heil vinden. Wanneer elke ziel deze weg volgt, kan geen verdeeldheid nog een kans krijgen. 2. Laat het licht schijnen in de duisternis – een kijk in de ziel Maak het stil en rustig in Uw hart, keer Uw blik diep in Uzelf, en reik de hand aan Uw Hemelse Moeder Maria, de Meesteres van Uw ziel, opdat Zij de Heilige Geest over U kan afroepen. Spreek Haar aan als volgt (herhaal 3 x heel langzaam): “O Maria, machtige Meesteres van mijn ziel, roep de Heilige Geest over mij af. Kom, Heilige Geest, doorstraal mijn hart, mijn geest en mijn ziel met Uw 13
waaraan U soms moeilijk weerstand kunt bieden...), en tracht zo intens mogelijk te leven met Uw gedachten en gevoelens op de dingen van de ziel en van de Hemel gericht. Tracht eveneens, iets te lezen dat louter voedsel is voor Uw ziel. Richt tot Maria ook het volgende gebed (nr. 876): Lieve Moeder Maria, God heeft mijn ziel voorbestemd voor het leven in Zijn Rijk, het Paradijs waar geen honger, geen dorst, geen ziekte noch vermoeidheid bestaan. Ik smeek U om bevrijding uit de ketenen der wereld, want de aardse levensweg die bedoeld was om mijn ziel naar het eeuwig Rijk te leiden, dreigt een doel op zich te worden. O Koningin van het Rijk van de ziel, grondvest toch Uw troon in mij, opdat de heerschappij van mijn behoeften en van de invloeden van het aardse leven in mij gebroken moge worden. Leg al mijn gewoonten en alles wat mij aan wereldse gewoonten, gevoelens en verlangens bindt, als slaven onder Uw machtige voeten, want ik verlang er zo naar, zoals U met hart en ziel te delen in het Goddelijk Leven. O Maria, wees de machtige Meesteres over mijn leven en mijn hele wezen. Breek genadeloos de tirannie die alle verleidingen van het moderne leven over mij uitoefenen. O schenk mij toch de genade van onthechting van alle trekken van materialisme en van alles wat mij aan de wereldse schijnbehoeften bindt. Trek mij terug in de diepste kamer van mijn ziel, om er te ontdekken waarvoor ik werkelijk in de wereld ben gezonden, opdat ik moge begrijpen dat het leven voor mijn God en mijn Meesteres de enige ware bron van verrukking en mijn enige ware bestemming is. 4. Dagelijkse sleutel tot bevrijding van mijn hart, geest en ziel Ik wil mij voortaan elke dag voorstellen dat, telkens ik denk aan dingen die betrekking hebben op de wereld, het duister wordt en het begint te regenen en de natuur kleurloos wordt, en telkens ik denk aan dingen die betrekking hebben op God, op Jezus, op Maria, op de heiligen en engelen, of op de belangen van mijn ziel, een pracht van een lentezon begint te schijnen en verrukkelijke bloesems bloeien. Ik wil mij daarbij inprenten dat dit alles op dat ogenblik gebeurt in mijn ziel. 4e dag van de 40-dagentijd: Zaterdag verdeeldheid zaaien of bevorderen 1. Ter bezinning God heeft met de mensheid één bedoeling: alle leden ervan op deze aarde te laten leven in staat van genade, dit wil zeggen in een gesteldheid die past binnen Zijn Wetten, opdat zij in ware heiligheid naar Hem terug kunnen keren en samen op aarde de grondvesting van het Rijk Gods mogelijk kunnen maken. Dit streefdoel kan uitsluitend bereikt worden indien alle 12
In mijn nietigheid kom ik mij voor U ter aarde werpen en smeek ik U, mij te willen verbergen onder Uw mantel van heiligheid. Neem mij op, o machtige Meesteres, in de sferen van het onzichtbare, waar de engelen Gods Werken zaaien doch geen sterveling hun handen ziet. Onttrek mij aan de ogen der mensen, want in de prijzingen der zielen bloeien de haarden der duisternis. Ik begeer slechts, Uw dienaar te zijn, want zie, mijn God heeft mij gemaakt om te dienen, en om Zijn Plannen tot rijping te brengen op de omgeploegde bodem van mijn lichaam. Ik offer al mijn lasten en lijden op aan Uw heerlijkheid, opdat Uw macht moge schitteren uit de kelk van mijn zelfofferande. Ik smeek U om de gunst, mijzelf te vergeten opdat de zielen zich Gods Glorie mogen herinneren. Alle aandacht die zielen in mij hebben gelegd en nog kunnen leggen, laat ik nu wegvloeien in de heilige grond onder Uw voeten, want ik laat mijn hele wezen verteren in het vuur van Uw macht over mij. Neem mij nu in U op, o Troon van mijn zaligheid, want in U kan ik vergeten dat ik ooit heb geleefd. In U sterft de ziel slechts voor een wedergeboorte in God. In U kan ik mij verbergen voor sterfelijke ogen, die toch niet zien wat is. 4. Dagelijkse sleutel tot bevrijding van mijn hart, geest en ziel Voortaan wil ik de bedrieglijke dwaallichten van wereldse waardering schuwen en zoeken naar het ware Paradijs: de Liefde van mijn Hemelse Moeder en Meesteres. Mijn toegangskaartje tot dit Paradijs is de betrachting om als kleine, eenvoudige en onopvallende ziel mijn leven te geven aan de dienst aan Haar en aan God. Ik zal ervaren dat geen werelds loon mij de warmte kan geven die ik zal krijgen wanneer Maria mij in Haar armen sluit, want in Haar ligt het Aards Paradijs dat door de erfzonde verloren is gegaan. 18e dag van de 40-dagentijd: Dinsdag onvermogen om zich in de plaats van de medemens te stellen 1. Ter bezinning God heeft Zijn Schepping gemaakt als een geheel waarvan de onderdelen innig met elkaar verbonden moesten blijven. De Schepping zoals God haar had voorzien, kan worden beschouwd als een net van ontelbare draadjes die alle schepselen onderling verbinden. Om deze reden heeft elke goede daad, maar ook elke zonde of elke uiting van ondeugd, een weerslag op de hele schepping. God meet de waarde van elke ziel af volgens de mate waarin zij zich heeft ingespannen om het gehele netwerk gunstig te beïnvloeden en haar bijdrage te leveren tot een vaster evenwicht binnen het netwerk. Zolang de ziel voldoende zuiverheid bezit om deze bedoeling van de Schepper aan te voelen, zal zij zich pas enigszins gelukkig weten wanneer zij de indruk heeft dat het haar medeschepselen goed gaat, vooral 49
deze welke zij op haar eigen levensweg vindt en jegens dewelke zij dan ook enig verantwoordelijkheidsgevoel heeft. Wij vinden hierin de drijfveer terug die Maria ertoe aanspoorde om op de bruiloft te Kana oog te hebben voor het feit dat anderen geen wijn meer hadden, terwijl Zijzelf er persoonlijk geen belang bij had of er nog wijn voorradig was of niet. De ziel die helemaal in God geworteld leeft, kan de noden, de vreugden en het leed van haar medemens zozeer leren aanvoelen dat alles wat deze laatsten overkomt, haar evenzeer raakt als de medemensen zelf. Uit dit vermogen wordt de totale zelfverloochening en de ware, zuivere naastenliefde geboren. Indien de ziel niet in staat is om zich in haar medemens “in te leven”, laat zij dit merken door onverschilligheid, laksheid, gebrek aan hulpvaardigheid, de neiging om de medemens aan zijn lot over te laten, ongastvrijheid en gelijkaardige gesteldheden. God heeft elke ziel haar specifieke kwaliteiten en talenten gegeven, en heeft voor elke ziel ook een specifieke levensweg voorzien. De bedoeling ligt hierin, dat de ziel haar kwaliteiten en talenten maximaal laat renderen, en de noden van de lijdende helpt lenigen. Slechts zo kunnen alle zielen elkaar onderling tot steun zijn op hun respectieve levenswegen. Dit kan pas echt vruchten afwerpen in de mate waarin elke ziel werkelijk oog wil hebben voor de noden van haar medeschepselen, zonder zich op te dringen of met respect voor de dingen die de medemens liever voor zich houdt. Ook Jezus drong Zich niet op, Hij was een open deur voor ieder die het verlangen had om in Zijn Hart binnen te komen. 2. Laat het licht schijnen in de duisternis – een kijk in de ziel Maak het stil en rustig in Uw hart, keer Uw blik diep in Uzelf, en reik de hand aan Uw Hemelse Moeder Maria, de Meesteres van Uw ziel, opdat Zij de Heilige Geest over U kan afroepen. Spreek Haar aan als volgt (herhaal 3 x heel langzaam): “O Maria, machtige Meesteres van mijn ziel, roep de Heilige Geest over mij af. Kom, Heilige Geest, doorstraal mijn hart, mijn geest en mijn ziel met Uw Goddelijk Licht, opdat ik mijzelf moge zien zoals God mij ziet. Breng mij tot zelfkennis. Laat mij zien wie ik werkelijk ben”. In het licht van het Hemels Vuur zult U Uzelf beter leren kennen wanneer U Uzelf volgende vragen stelt: - Wanneer ik een noodlijdende of een zieke ontmoet, welke gevoelens gaan dan door mij heen? - Wanneer een geteisterde mens mij zijn of haar verhaal vertelt, bekijk ik dit dan als een film die voor mij afgespeeld wordt, of voel ik mij werkelijk als een “acteur” in die film (met andere woorden: heb ik het gevoel alsof ik dit alles zelf ervaar)?
50
zelfverwenning, zelfs nieuwsgierigheid omdat zij kleur aan hun leven zoeken toe te voegen door zich op de hoogte te stellen van alles wat in de wereld en om hen heen gebeurt. Deze laatste betrachting is tevens het kind van de onzekerheid: de ziel die de organisatie van haar leven in eigen hand heeft genomen en het Goddelijke op het achterplan heeft geschoven of totaal heeft uitgebannen, wordt vroeg of laat het slachtoffer van gevoelens van onveiligheid, want zij ontbeert de Liefde en de leiding van een ongekende macht die slechts het goede met haar voorheeft. De Vastentijd moet een tijd zijn voor het ontdekken van de innerlijke wolken teneinde de zon terug te vinden. 2. Laat het licht schijnen in de duisternis – een kijk in de ziel Maak het stil en rustig in Uw hart, keer Uw blik diep in Uzelf, en reik de hand aan Uw Hemelse Moeder Maria, de Meesteres van Uw ziel, opdat Zij de Heilige Geest over U kan afroepen. Spreek Haar aan als volgt (herhaal 3 x heel langzaam): “O Maria, machtige Meesteres van mijn ziel, roep de Heilige Geest over mij af. Kom, Heilige Geest, doorstraal mijn hart, mijn geest en mijn ziel met Uw Goddelijk Licht, opdat ik mijzelf moge zien zoals God mij ziet. Breng mij tot zelfkennis. Laat mij zien wie ik werkelijk ben”. In het licht van het Hemels Vuur zult U Uzelf beter leren kennen wanneer U Uzelf volgende vragen stelt: - Heb ik mijn leven zo ingericht dat ik mijn contacten (gebeden enz.) met God (Maria) op welbepaalde ogenblikken tot stand zoek te brengen, zodanig dat ik ofwel bid (of met mijn hart bij God/Maria ben) ofwel niet? - Wat staat in mijn leven in het middelpunt van mijn belangstelling en van mijn bestrevingen? - Welk belang hecht ik aan televisie, aan geld, aan spel, aan de uitbouw van mijn toekomst binnen dit leven? - Word ik gemakkelijk verleid door aanbiedingen over nieuwe producten, zodat ik spoedig het gevoel krijg dat ik iets mis indien ik deze producten niet aanschaf? - Wanneer ik bid, verlang ik dan resultaten van mijn gebed te zien die een invloed hebben op mijn werelds leven? - Maak ik mij gemakkelijk zorgen over materiële of financiële zaken? Word ik onrustig wanneer iemand mij niet tijdig betaalt? 3. Oefening van de dag, met toewijding Tracht vandaag ten minste één maal met al Uw krachten weerstand te bieden aan een wereldse verleiding (televisie kijken, in een krant lezen, een gesprek willen volgen dat mensen buiten aan het voeren zijn, of iets anders 11
zij op elke situatie van het dagelijks leven reageert, de wijze waarop zij omgaat met haar medemens, met de levende en de niet-bezielde schepping, en met het Goddelijke. De onophoudelijke opeenvolging van de miljoenen situaties en gebeurtenissen die samen Uw levensweg vormen, neemt U zodanig in beslag en voedt Uw zintuigen en Uw geest met een zodanige ballast aan indrukken en informatie, dat een groot risico bestaat dat het leven als geheel U totaal en restloos verzwelgt. Ja, het leven is als drijfzand: de ziel kan er zo gemakkelijk in wegzinken dat zij er zonder hulp van buitenaf niet meer uit komt. De enige onfeilbare hulp van buitenaf is in wezen de hulp van bovenaf: alleen God en Zijn grote Vertegenwoordigster (Maria, de Allerheiligste Maagd en Meesteres van alle zielen) mogen middelpunt van het aardse leven en van alle innerlijke processen in hart, geest en ziel zijn en blijven. Via Uw gedrag als reactie op alle situaties van het dagelijks leven moet U Uw ziel vormen volgens Gods beeld en gelijkenis. U moet Uw ziel laten heiligen door de juiste keuzen te maken en U slechts door de juiste invloeden te laten leiden. Dit betekent een resolute keuze voor Gods voorschriften, de Leer van Christus, de richtlijnen van Maria, de influisteringen van de Heilige Geest, en alle gelegenheden die de Goddelijke Voorzienigheid in Uw leven schept om U ontelbare malen een zachte stoot in een bepaalde richting te geven. De ziel moet zich zo onbelemmerd openen voor Gods leiding dat zij begint te voelen dat alles in haar leven onder één noemer gebracht moet worden: het bijdragen tot Gods Werken. De ziel is op aarde om heilig te worden, en hierdoor veel vruchten te geven voor Gods Rijk, en na dit leven naar God terug te keren voor het Eeuwig Leven in de gelukzaligheid van de Hemel. Een heilige ziel is een ziel die niet leeft in vakjes: bidden – eten – slapen – werken – Heilige Mis – spelen, enzovoort. Al deze vakjes moeten samensmelten tot één allesomvattend vak: het ware Goddelijke Leven, dat alles moet beheersen. De gouden weg naar de heiligheid is deze van totale toewijding aan Maria, waarin de ziel alles doet met, in, voor en door Maria, en Haar bij alles betrekt. Zeer vele zielen leven zodanig in het wereldse verzonken dat zij de ene ware God uit hun leven verbannen en hun eigen afgoden maken: hobby, televisie, beroep, prestige, auto, geld, computer, sport, seksualiteit, eten en vele andere dingen worden tot middelpunt van al hun doen en denken. Zij beminnen en aanbidden hierdoor de valstrikken van de satan, die hen van het Goddelijke wil afleiden. Zelfs indien deze zielen nog bidden, doen zij dit met wereldse doelstellingen (“geef mij werk, genees mij, laat mijn kind slagen op school, zorg dat morgen de zon schijnt...”). Dit gebed is geen uitwisseling van liefde met God, doch een ontzielde, gevoelloze ruilhandel of koop. Deze zielen zijn zozeer bezig met hun wereldse beslommeringen dat zij hun leven laten dirigeren door strakke regels in huishouden, werk enzovoort. Zij stellen zich niet meer open voor Gods leiding op elk afzonderlijk ogenblik doch organiseren hun leven volgens menselijk denken, met vaste regeltjes en tijdsschema’s die bronnen van spanning, onvrede en onenigheid worden. Hun op-de-wereld-gericht-zijn verstrikt hen in het web van vele ondeugden: materialisme, geldzucht, 10
- Wanneer een medemens mij vertelt over een meevaller in zijn of haar leven, wat voel ik dan? - Wanneer een medemens hulp nodig heeft, geef ik hem deze dan onvoorwaardelijk, of verwacht ik iets terug (eventueel gewoon uitdrukkelijke waardering)? - Ben ik wel eens geneigd om mijn hulpbehoevende medemens méér te geven dan hij zichtbaar nodig heeft (al was het slechts een extra dosis bemoediging om hem te sterken voor eventuele verdere beproevingen)? - Wanneer een mens in nood een vorm van hulp nodig heeft die mij (tijdelijk) enig nadeel zou kunnen opleveren, kies ik er dan niettemin voor om hem te helpen? Bijvoorbeeld: een mens, die mij eerlijk en betrouwbaar lijkt, is druipnat door harde regen: nodig ik hem uit om zich in mijn huis te komen verwarmen, of deins ik hiervoor terug uit vrees voor mijn interieur? - Wanneer een mens hulp nodig heeft, doch hij lijkt niet gretig om mijn hulp te aanvaarden, dring ik die hulp dan op? - Wanneer ik een medemens wil helpen, stel ik mij dan wel eens de vraag, welk effect deze hulp kan hebben voor zijn ziel, en pas ik dan de vorm van hulpverlening aan bij het gevoel dat in mij opkomt? 3. Oefening van de dag, met toewijding Richt U vandaag tot Maria en smeek Haar dat Zij U Haar eigen Hart en ogen zou lenen opdat U een speciale gevoeligheid zou ervaren voor de nood en de hulpbehoevendheid van de zielen die Uw levensweg kruisen. Zeg regelmatig vanuit de diepte van Uw hart: “Lieve Moeder Maria, leef in mij, opdat ik mijn omgeving kan bekijken met Uw Hart en Uw ogen tijdens het bruiloftsfeest te Kana” Richt vandaag tot Maria het volgende gebed (nr. 904): Lieve Moeder Maria, Ik kom al mijn behoeften onder Uw voeten leggen, opdat zij door U getemd mogen worden. Hoe vaak toch tracht het hart de ziel te verraden door zich op te sluiten in een tempel van eigen verlangens. O laat mij, zoals U, verlangen om de hartenklop van mijn medemens te horen. Zijn niet alle zielen geschapen uit dezelfde vlam in Gods Hart? Leven zij niet alle door de ene ware Goddelijke Liefde? O Koningin van de volmaakte Liefde, ik smeek U om de gunst, te voelen vanuit het hart van mijn naaste, opdat ik hem kan dienen in al zijn noden. Ik smeek U om de eenheid van hart met alle zielen, opdat mijn bloed moge stromen op de hartenklop die de hele Schepping in leven houdt. Moge de vlam van Uw Liefde het ijs van mijn onverschilligheid breken. Brand toch Uw heiligheid in mijn hart, opdat ik geen rust moge kennen tot ik het geluk van mijn naaste heb afgekocht met de offerande van mijzelf en mijn eigen verlangens en behoeften.
51
Leer mij, hem in mijn hart te trekken tot de kennis van zijn noden ook de motor van mijn eigen leven wordt. 4. Dagelijkse sleutel tot bevrijding van mijn hart, geest en ziel Voortaan wil ik de genade afsmeken om tijdens elk contact met een medemens mijzelf helemaal te kunnen vergeten en te trachten, het leven te bekijken vanuit het hart van deze ziel, teneinde haar beter te kunnen begrijpen en haar noden op een doeltreffender wijze te kunnen helpen lenigen. Ik zal elk contact met een noodlijdende of hulpbehoevende medemens beschouwen als een voorloper op de Hemelse Bruiloft met God die in de Hemel aan mij voltrokken zal worden, want in de versmelting met het hart van mijn medemens kan ik nu reeds, bij elke mogelijkheid die ik krijg om de naastenliefde te beoefenen in woord en daad, een vereniging ervaren met Christus in deze medemens. Zo zal ik deze ziel en mijzelf dichter bij de ware vrijheid brengen.
“O mijn Hemelse Moeder, hoezeer heb ik U lief!” Laat Uw hart totaal in Maria overvloeien, alsof de grote geliefde van Uw leven vóór U stond, en spreek dan Uw gebed uit alsof het een ware liefdesverklaring zou zijn, met alle vuur dat U kunt opbrengen. Zeg na het gebed:
Lieve Moeder Maria, Ik begraaf dit gebed in Uw Hart als een ontboezeming van mijn liefde. Wil het voor Gods troon neerleggen als een lentebloem. Moge zijn geur een versteend hart verzachten, een gekwelde geest vertroosten, of een zondige ziel tot bekering brengen, waar ook ter wereld. 4. Dagelijkse sleutel tot bevrijding van mijn hart, geest en ziel
e
19 dag van de 40-dagentijd: Woensdag gebrek aan inzet voor Gods Plannen en Werken 1. Ter bezinning De ziel leeft voor niets anders dan voor de verwezenlijking van Gods Plannen en Werken. Ons leven op deze wereld heeft op zich niets te betekenen. De waarde van het leven bestaat slechts uit de mate waarin het Gods Werken vooruit helpt. De Allerhoogste zal Zich in Zijn oordeel over de verdiensten van de ziel (wanneer deze dit leven verlaat) dan ook in de eerste plaats baseren op deze maatstaf: wat heeft deze ziel gedaan om Mijn Plan (de vestiging van Mijn Rijk op aarde) en Mijn Werken (de voltooiing van de verlossing en de heiliging van alle zielen) te bevorderen, wat heeft zij gedaan waardoor Mijn Plan en Mijn Werken schade hebben ondervonden, en wat heeft zij nagelaten waardoor zij de verwezenlijking van Mijn Plan en Mijn Werken niet voldoende heeft bevorderd? Door welke geaardheden of gesteldheden kan de ziel Gods grote Plan en Werken hinderen? Zij kan dit in wezen door elke zonde en door elke ondeugd. In het bijzonder kan zij dit door de werken van het kwaad te bevorderen: alle vormen van misdaad, heiligschennissen, ondermijning van de Leer van Christus en verdachtmaking van werken en geschriften die gebaseerd zijn op Gods enige Waarheid en die tot doel hebben, deze Waarheid bekend te maken en te helpen naleven. De ziel kan Gods Plan en Werken ook hinderen door luiheid. Luiheid is in wezen een gebrek aan inzet vanwege de ziel voor Gods Plan in haar eigen leven. Zij kan dit ook door nalatigheid, nonchalance, slordigheid, en door verwaarlozing van wezens (kinderen of volwassenen, en zelfs dieren) die aan haar hoede zijn toevertrouwd. Hoe komt een ziel ertoe, zich te weinig in te zetten voor Gods belangen? Dit kan 52
Voortaan wil ik mij elke dag voorstellen dat ik bij het begin van elk gebed dat ik verricht en van elke Heilige Mis die ik bijwoon, een zaadje in de bodem van mijn ziel strooi, dat ik gedurende het gebed of de Mis mijn grond bewerk, begiet en laat bestralen door de zon van de ware Liefde, opdat ik op het einde ervan een prachtige en geurige bloem aan Maria kan geven. Ik wil het tot een ware sport maken, op deze wijze dag na dag vele bloemen te verzamelen tot goedmaking voor de zonden der mensheid en als grondstoffen voor een ware bloemenregen van bekeringen in alle zielen. Deze gedachte aan de mogelijkheid om zeer actief bij te dragen tot het heil van de zielen, zal ook mijn eigen hart en ziel bevrijden. 3e dag van de 40-dagentijd: Vrijdag het wereldse tot middelpunt van het leven maken 1. Ter bezinning Elke ziel is in de wereld gezonden met een doel dat oneindig ver boven het wereldse uitstijgt. Hoe zinloos zou dit leven zijn indien het niets anders te bieden had dan de vergankelijke vreugden van het aardse: de mens wordt geboren, gaat naar school, kiest een beroep, enzovoort. Niets van dit alles heeft een zin op zich, het zijn niets anders dan middelen tot het bereiken van een veel hoger doel: de heiliging van de ziel. De Goddelijke Voorzienigheid heeft een overzicht over alle zielen, hun dagelijkse handelingen, woorden, gedachten, gevoelens en bestrevingen, en tracht deze ten dienste te stellen van de verwezenlijking van Gods Plan van Heil voor alle zielen. De absolute uiteindelijke betrachting is de grondvesting van het Rijk Gods op aarde. Elke ziel moet daartoe bijdragen door haar eigen levensweg. Zij moet dit doen door de keuzen die zij maakt, de wijze waarop 9
in zichzelf niet de liefde om deze met vuur te overwinnen in een intens verlangen om de Hemelse Geliefde te behagen, zelfs ten koste van eigen welbevinden. Deze ziel zal ontgoocheld worden en vroeg of laat het geloof de rug toekeren, want de geul waarin Gods Liefde moet doorstromen, is in haar verontreinigd: de bodem van de geul is niet stevig en effen, doch slap en oneffen, zodat het water van het ware Leven erin blijft stilstaan en verwordt tot slijk. In de bodem van deze ziel groeit spoedig het onkruid van allerlei hartstochten en ondeugden, die de groei van de echte vruchten belemmeren en in het slijk op de bodem van de ziel tot ontbinding overgaan. 2. Laat het licht schijnen in de duisternis – een kijk in de ziel Maak het stil en rustig in Uw hart, keer Uw blik diep in Uzelf, en reik de hand aan Uw Hemelse Moeder Maria, de Meesteres van Uw ziel, opdat Zij de Heilige Geest over U kan afroepen. Spreek Haar aan als volgt (herhaal 3 x heel langzaam): “O Maria, machtige Meesteres van mijn ziel, roep de Heilige Geest over mij af. Kom, Heilige Geest, doorstraal mijn hart, mijn geest en mijn ziel met Uw Goddelijk Licht, opdat ik mijzelf moge zien zoals God mij ziet. Breng mij tot zelfkennis. Laat mij zien wie ik werkelijk ben”. In het licht van het Hemels Vuur zult U Uzelf beter leren kennen wanneer U Uzelf volgende vragen stelt: - Wanneer ik klaar ben om een gebed te verrichten, doe ik dit dan met een diep verlangen om God (Maria) werkelijk iets te zeggen, of doe ik het eerder omdat ik een slecht gevoel krijg indien ik dit gebed niet verricht (bijvoorbeeld omdat ik de gewoonte heb om op dit uur van de dag te bidden)? - Wanneer zich in mijn leven moeilijkheden voordoen, blijkt het vuur waarmee ik over spirituele dingen spreek dan plots weg, of leeft in mij een gevoel dat zegt “voor U wil ik lijden, en indien dit voor Gods Plan nodig zou zijn, zelfs sterven of ten minste mijn eigen verlangens in dit leven terzijde schuiven”? - Wanneer ik in het dagelijks leven een inspanning doe, denk ik daarbij dan aan de gevolgen daarvan voor mijn wereldse belangen, of laat ik mij méér leiden door de mogelijke (positieve of negatieve) uitwerkingen hiervan voor mijn eigen ziel en voor andere zielen? 3. Oefening van de dag, met toewijding Maak het vandaag vóór één van Uw gebeden gedurende enkele ogenblikken stil in Uw hart en geest, richt al Uw gevoelens op Maria, en zeg drie maal langzaam: 8
vele oorzaken of redenen hebben, maar de voornaamste zijn een gebrek aan belangstelling voor de spirituele behoeften van de ziel, een algemeen gebrek aan levenslust of geestdrift, en in de eerste plaats de zo veelvuldig voorkomende keuze voor het materiële (de belangen van het lichamelijk leven met alles wat die belangen kan dienen: geld, bezit, genotmiddelen enzovoort) als middelpunt en uiteindelijk doel van het leven. De ziel kan geen twee heren dienen: God èn de mammon. De mammon dienen, gebeurt door het materiële tot levensdoel te verheffen. De ziel die dit doet, bevordert (steeds in wisselende mate, en vaak onrechtstreeks) de plannen en werken van de prins der duisternis, zodat zij ongemerkt in zijn belevingswereld getrokken wordt, een wereld waarin weinig of geen plaats meer is voor alles wat verband houdt met het Goddelijke. 2. Laat het licht schijnen in de duisternis – een kijk in de ziel Maak het stil en rustig in Uw hart, keer Uw blik diep in Uzelf, en reik de hand aan Uw Hemelse Moeder Maria, de Meesteres van Uw ziel, opdat Zij de Heilige Geest over U kan afroepen. Spreek Haar aan als volgt (herhaal 3 x heel langzaam): “O Maria, machtige Meesteres van mijn ziel, roep de Heilige Geest over mij af. Kom, Heilige Geest, doorstraal mijn hart, mijn geest en mijn ziel met Uw Goddelijk Licht, opdat ik mijzelf moge zien zoals God mij ziet. Breng mij tot zelfkennis. Laat mij zien wie ik werkelijk ben”. In het licht van het Hemels Vuur zult U Uzelf beter leren kennen wanneer U Uzelf de volgende vragen stelt: - Ontbreekt het mij wel eens aan levenslust of geestdrift? Is mij bekend welke factoren een dergelijke gesteldheid in mij opwekken? Heb ik in dergelijke fasen wel eens gepoogd om mijn hart helemaal leeg te maken en het op God/Maria te richten om de ware zin van mijn leven terug te vinden? - Hoe kan ik mijn gaven en talenten het beste gebruiken om mijn levensopdracht te vervullen? 3. Oefening van de dag, met toewijding Bezin U vandaag even over de opdrachten die God U in dit leven blijkbaar heeft gegeven. Tracht voor Uzelf te achterhalen in welke mate U bezig bent om die opdrachten daadwerkelijk te vervullen, en op welke punten U daaraan iets kunt verbeteren. Zet U vandaag speciaal in op de punten in Uw levenstaak waarin U Uw grootste zwakheden vaststelt. Zeg geregeld tot Maria:
53
“Lieve Moeder Maria, ik smeek U om kracht en bezieling voor de vervulling van mijn levenstaak”. Richt vandaag het volgende gebed tot Maria (nr. 905): Lieve Moeder Maria, Omdat U door God bent aangesteld tot Koningin van de laatste tijden, en in U de macht is gelegd om de grondvesting van het Rijk Gods op aarde te voltooien, stort ik het zaad van mijn gaven, talenten en vermogens voor Uw voeten uit. Wil het bekrachtigen met het zegel van Uw oneindige verdiensten, opdat ik dit zaad langsheen mijn levenspad moge uitstrooien om zielenakkers te bevruchten met de kiemen der heiligheid. Machtige Meesteres van de zielen, wakker toch in mij het vuur aan dat mij dag na dag op tocht zal zenden, brandend van verlangen om U en de God van het Heil te dienen met de vurige inzet van al mijn werken. Leer mij, mijzelf te verloochenen in de offerande van al mijn dagen aan U, want al mijn handelingen worden tot zuiver goud wanneer zij door U bezield zijn. Zie, ik werp mij in totale overgave aan Uw voeten neer opdat al mijn wereldse verlangens door U getemd zouden worden en ik nog slechts zou leven tot bevrediging van Uw wil en tot verwezenlijking van Uw intenties voor Gods Rijk. Wil mij sterken door de diepe vrede van mijn eenheid met Uw Hart, opdat ik geen ander verlangen meer zou kennen dan de begroeting van het uur waarin al het geschapene aan Uw voeten ligt in de voltooiing van Gods Plannen en Werken. 4. Dagelijkse sleutel tot bevrijding van mijn hart, geest en ziel Voortaan wil ik mij voor ogen houden dat ik, ondanks mijn nietigheid, een wandelende schatkamer van God ben. De gaven en talenten die ik in mij draag, zijn als een zak Hemels zaad. Elke dag stuurt de Schepper mij verder op mijn levensweg, om overal om mij heen het Hemels zaad uit te strooien om de schepping klaar te maken voor de bloei van een nieuw Aards Paradijs. Ik wil mijzelf elke dag weer vooruit branden door naar mijn leven te leren kijken alsof het reeds voorbij was, en mij voor te stellen dat ik dan verzucht: “Had ik toch nog méér kunnen doen!”. Ik wil het beste maken van elke minuut van mijn leven, opdat ik elke avond kan zeggen: deze dag is geslaagd, want ik heb Gods zaad uitgestrooid. Ik heb vandaag mogen meewerken aan de grondvesting van Gods Rijk op aarde. Zo bouw ik mee aan mijn eigen bevrijding, en deze van alle zielen op aarde. 20e dag van de 40-dagentijd: Donderdag het lichaam tot middelpunt maken 1. Ter bezinning
54
behoeftenbevrediging die deze voor zich opeist. De ziel die werkelijk verlangt om haar leven op aarde te leiden in innige verbondenheid met God, Zijn bezieling en Zijn kracht, zal als eerste geschenk Zijn Liefde erven: het vermogen om met de ware Liefde om te gaan, haar in de diepte te ervaren en haar tot vrucht te brengen voor zichzelf en voor het heil van zeer velen. Een ziel die onvoorwaardelijk, ondanks alles, weet lief te hebben, is een zuivere geul doorheen dewelke het levengevende water van Gods Liefde onbelemmerd stroomt naar alle zielen met wie zij in aanraking komt. Deze ziel wordt op elke stap van haar levensweg geleid door Gods Geest. Deze voortdurende voeding uit Gods hand laat in de ziel weelderige vruchten rijpen. De grootste van die vruchten, deze welke voor de ziel de poort opent naar de hoogste verdiensten, is deze van een waar vuur voor Gods belangen: deze ziel cijfert zichzelf weg om zich totaal te geven voor de verwezenlijking van Gods Plannen en Werken. Het gevolg is, dat deze ziel voor niets anders meer leeft dan voor de inzet voor Gods Werken. Zij wordt gedreven door de stem van de Heilige Geest. Zij zal ook doordrongen worden van de noodzaak om zich totaal aan Maria toe te wijden, omdat zij begrip krijgt van de ware hoedanigheid, de ware grootheid, de ware bestemming van Maria in de voltooiing van Gods Heilsplan voor de zielen. Deze ziel wordt door dit alles steeds verder boven het wereldse uitgetild en als het ware van haar menselijkheid losgemaakt om een leven van vurige devotie te leiden. God en Maria worden haar Licht en haar Leven. Vele zielen ontberen het diepe gevoel voor de ware Liefde, het vuur dat zin en kleur geeft aan elk detail van het leven. Zo ontstaat de spirituele lauwheid, het gebrek aan bezieling in de beleving van het Goddelijke in het leven van elke dag. Zeer vele zielen, ook onder de zogenaamde christenen, zijn ten prooi aan spirituele lauwheid. Zij bidden en wonen geregeld de Heilige Eucharistie bij, doch doen dit alles eerder vanuit een soort plichtsbesef dat zij uit hun opvoeding hebben meegekregen, of in een poging om het sociaal contact met bepaalde medemensen in stand te houden, dus als een soort noodroep om gevrijwaard te blijven van vereenzaming of om “erbij te horen”. Deze zielen worden niet gedreven door het zuivere verlangen om God en Maria te dienen. Hun spirituele leven wordt gekenmerkt door oppervlakkigheid, lusteloosheid, gebrek aan vuur en bezieling. Soms worden deze gebreken gecompenseerd door onechte spirituele beleving: de ziel dweept met het Goddelijke, doch zou zich niet met inzet van haar hele leven aan God of aan Maria toewijden, want daartoe ontbreekt haar de ware Liefde die haar de kracht moet geven om niet te struikelen bij elke beproeving of tegenslag. Deze ziel misleidt zichzelf veelvuldig: zij geeft voor, en is er voor zichzelf van overtuigd, dat zij Jezus en Maria boven alles bemint, doch deze liefde is eerder een droomwereld dan een realiteit waarvoor zij zelfs zou willen sterven. Deze ziel is het slachtoffer van zelfbedrog en gebrek aan zelfkennis. Haar spiritualiteit heeft geen diepe, sterke wortels, want zodra haar weg een stevige hindernis ontmoet, vindt zij 7
- Heb ik in de meeste omstandigheden van het dagelijks leven de neiging, te kiezen voor de gemakkelijke oplossing, of durf ik ook mijzelf een grotere last opleggen dan strikt noodzakelijk? - Wordt mijn leven van tegenwoordig gekenmerkt door vaste gewoonten, vaste (zelfs voorspelbare) patronen? - Geef ik mij wel voldoende rekenschap van het feit dat Jezus en Maria voor de hele duur van de wereld de last blijven dragen van zonden die Zij nooit hebben begaan? - Om welke redenen ben ik zo weinig geestdriftig om tot de uitboeting van mijn eigen zonden en deze van de hele mensheid bij te dragen? 3. Oefening van de dag, met toewijding Tracht vandaag iets te doen wat U normaal gesproken liever niet doet, en wijd deze handeling toe met de woorden (gebed nr. 892): Lieve Moeder Maria, Tot eerherstel aan Uw Smarten en aan het Lijden van Jezus draag ik deze handeling op als een kus van liefde aan Uw Smartvol Hart, tot uitboeting van de zonden van de hele mensheid en van de zonden, fouten en tekortkomingen van mijn eigen leven. Wil deze boetehandeling in vereniging met Uw oneindige Liefde en met de eeuwigdurende verdiensten van Uw tranen opdragen aan God, tot genoegdoening aan Zijn onfeilbare Gerechtigheid. 4. Dagelijkse sleutel tot bevrijding van mijn hart, geest en ziel Ik neem mij voor, voortaan elke dag een pijn, een ongemak, een vermoeidheid of een inspanning niet uit de weg te gaan, als mijn dagelijkse bijdrage tot de uitboeting van de zonden, fouten, tekortkomingen en nalatigheden van mijn hele leven en van alle zonden, fouten, tekortkomingen en nalatigheden die de hele mensheid doorheen de eeuwen heeft bedreven. Ik wil deze dagelijkse inspanning leveren uit liefde tot de lijdende Jezus en de smartvolle Maria. 2e dag van de 40-dagentijd: Donderdag spirituele lauwheid en onechte spirituele beleving 1. Ter bezinning Jezus heeft de zielen veel geleerd. De grootste les die hij hen heeft gebracht, stijgt echter boven het niveau van de gesproken woorden uit: de les van de ware Liefde, het vuur van het ware Goddelijke Leven. Ware Liefde is de enige kracht die in staat is om de ziel boven zichzelf te laten uitgroeien en haar los te maken van haar lichamelijkheid met alle 6
Elke ziel leidt haar leven op aarde noodgedwongen in een stoffelijk lichaam. De behoeften van het lichaam (voeding, kleding, huisvesting, verzorging) kunnen nooit totaal verwaarloosd worden, want hierdoor zou de ziel in ondeugd vervallen: roekeloosheid of onvoorzichtigheid. Het lichaam is de mens gegeven als een instrument om bij te dragen tot de verwezenlijking van Gods Plannen en Werken. Om deze reden moet de ziel tot op zekere hoogte toegeven aan de noden van het lichaam. Het is echter belangrijk dat zij deze “hoogte” voldoende “laag” laat blijven. Zodra de aandacht voor het lichamelijke uitstijgt boven de basis van het noodzakelijke of wenselijke (deze basis zal aan de ziel van dag tot dag door Gods Geest kenbaar gemaakt worden, op voorwaarde dat de ziel voldoende zuiver blijft om deze innerlijke inspiratie te “horen” of te “voelen”), kan de ziel vervallen in een levenspatroon dat gebaseerd is op een brede waaier van ondeugden. Dit is alvast het geval wanneer de ziel een groot gedeelte van haar aandacht, haar gedachten, bestrevingen en doelstellingen begint te richten op de uiterlijke verschijning van haar lichaam en op alles wat zij daardoor zou kunnen bereiken. Zij betreedt hier het terrein van de ijdelheid, of het terrein van de hypochondrie (wanneer zij zozeer bezig is met haar lichamelijke gesteldheid, gezondheid en welbevinden dat haar gedachten beheerst worden door redeneringen en gepieker over de vraag, hoe zij deze gesteldheid door eigen ingrijpen kan veranderen). Deze ziel kan als “bezeten” worden door de beleving van haar lichaam. Op deze wijze kan zij aan ingebeelde ziekten lijden. Het lichaam is dan niet langer een instrument om Gods Werken te helpen verwezenlijken, doch wordt tot een gevangenis voor de eigen gedachten. Het begint een eigen leven te leiden, los van de ziel, en het wordt tot een instrument van zelfverheerlijking. Inderdaad, de ziel kan van haar lichaam een soort afgod maken door er voortdurend mee bezig te zijn. Zij wil het lichaam tot middelpunt van alle aandacht maken door over haar (echte of ingebeelde) ziekten te praten of door te zorgen dat haar lichaam bij haar medemens opvalt door haar inspanningen om haar uiterlijke verschijning te accentueren. Zowel ijdelheid als hypochondrie kunnen worden tot middelen waardoor de ziel macht over haar medemensen poogt uit te oefenen. Hierdoor stelt zij een stoffelijk en vergankelijk lichaam boven de onvergankelijke ziel, en zelfs boven de Schepper en Maria, de enigen aan wie van nature (God) en door volheid van genade (Maria) toekomt om macht over de zielen uit te oefenen. 2. Laat het licht schijnen in de duisternis – een kijk in de ziel Maak het stil en rustig in Uw hart, keer Uw blik diep in Uzelf, en reik de hand aan Uw Hemelse Moeder Maria, de Meesteres van Uw ziel, opdat Zij de Heilige Geest over U kan afroepen. Spreek Haar aan als volgt (herhaal 3 x heel langzaam): “O Maria, machtige Meesteres van mijn ziel, roep de Heilige Geest over mij af. Kom, Heilige Geest, doorstraal mijn hart, mijn geest en mijn ziel met Uw 55
Goddelijk Licht, opdat ik mijzelf moge zien zoals God mij ziet. Breng mij tot zelfkennis. Laat mij zien wie ik werkelijk ben”. In het licht van het Hemels Vuur zult U Uzelf beter leren kennen wanneer U Uzelf volgende vragen stelt: - Hoeveel aandacht besteed ik aan mijn lichaam? Kijk ik vaak in de spiegel? - Hoe belangrijk vind ik mijn uiterlijk en mijn kleding? - Besteed ik veel tijd aan gedachten (of gepieker) over mijn lichamelijke gevoelens of conditie? - Ben ik in gedachten regelmatig bezig met de medische geschiedenis van mijn lichaam? - Spreek ik graag met mijn medemens over mijn ziekten en pijnen uit verleden en heden? - Is het mij welgevallig wanneer mensen zich extra inspanningen getroosten om mij ter wille te zijn wanneer ik ziek ben? - Zijn bepaalde van mijn handelingen, lichaamsverzorging, kleding, gedragingen, enzovoort, bewust (of onbewust!) bedoeld om indruk te maken op mijn medemens (in het bijzonder op het andere geslacht), om mijn medemens aan mij te binden of op enige wijze macht uit te oefenen over mijn medemens? 3. Oefening van de dag, met toewijding Tracht vandaag zo weinig mogelijk aandacht te besteden aan lichamelijke ongemakken of Uw lichamelijke toestand in het algemeen, en er niet over te spreken met Uw medemens. Zeg hierbij geregeld tot Maria: “Lieve Moeder Maria, richt mijn hart op de noden van het Hemelse Leven. Help mij, mijn lichaam zoveel mogelijk te vergeten”. Richt ook tot Maria het volgende gebed (nr. 907): Lieve Moeder Maria, De Schepper van alle leven heeft mij een lichaam bereid, opdat ik het vrijwillig zou kunnen overgeven aan de kelk van het heil, die U bij de Menswording van Jezus aan de wereld hebt getoond. Hoe heilig is toch deze sleutel die God mij heeft gegeven tot de opening van Zijn Schatkamers voor de zielen. Ik begraaf hem in Uw Hart, opdat hij gevrijwaard moge worden voor alle misbruik. Wil mijn lichaam zegenen met de sluier van Uw onbevlekte maagdelijkheid, opdat het zuiver en rein moge blijven, en niets anders moge zijn dan een sleutel tot het sluiten van de poorten der hel.
56
voeren. De ware heiligheid is de volkomen gezondheid van de ziel doordat deze steeds dichter tot God nadert en waarlijk omgevormd wordt tot Zijn beeld en gelijkenis. Dit kan alleen door zich te ontdoen van de ballast van alles wat de ziel in wereldse patronen vasthoudt. Eén van de grote middelen hiertoe is de boetedoening. Boetvaardigheid is de bereidheid om zichzelf boete op te leggen. Boete is elke handeling waardoor men zichzelf een last oplegt die bedoeld is om zonden (van zichzelf of van anderen) goed te maken tegenover Gods Gerechtigheid. Boetvaardigheid verwijst doorgaans naar het doen van iets wat een mens vanuit het oogpunt van het werelds denken, normaal gesproken liever niet zou doen. De ziel legt hierdoor over het algemeen aan het lichaam welbepaalde gedragingen, inspanningen, lasten of lijden op, die in normale omstandigheden vermeden kunnen worden maar waarvoor de ziel bewust kiest met de bedoeling, een bijdrage te leveren voor de verwezenlijking van Gods Plan van Heil voor alle zielen. Boetvaardigheid is een deugd die vooral in deze duistere tijd van zonde buitengewoon waardevol is geworden. Jezus nodigt elke ziel uit om in Zijn voetsporen te treden. De ware navolging van Christus verwijst naar de navolging van Zijn eigen bereidheid om talloze zonden uit te boeten die Hijzelf nooit had bedreven. U kunt Uzelf niet in alle ernst “christen” noemen indien U deze gouden weg naar medeverlossing van het mensdom uit de weg gaat. Er is sprake van een gebrek aan boetvaardigheid wanneer U buiten de lasten die het dagelijks leven U oplegt, elke bijkomende inspanning schuwt. Bedenk dat elke boete Gods Licht en Genade over de wereld afroept, en bedenk tevens dat de mens geen gegronde reden bezit om zichzelf angstvallig te sparen, want het enige doel van het aardse leven bestaat hierin: het beste te maken van het kapitaal dat God U heeft gegeven in Uw lichaam, dat in de eerste plaats een instrument is tot uitboeting van de zondenlast der mensheid. 2. Laat het licht schijnen in de duisternis – een kijk in de ziel Maak het stil en rustig in Uw hart, keer Uw blik diep in Uzelf, en reik de hand aan Uw Hemelse Moeder Maria, de Meesteres van Uw ziel, opdat Zij de Heilige Geest over U kan afroepen. Spreek Haar aan als volgt (herhaal 3 x heel langzaam): “O Maria, machtige Meesteres van mijn ziel, roep de Heilige Geest over mij af. Kom, Heilige Geest, doorstraal mijn hart, mijn geest en mijn ziel met Uw Goddelijk Licht, opdat ik mijzelf moge zien zoals God mij ziet. Breng mij tot zelfkennis. Laat mij zien wie ik werkelijk ben”. In het licht van het Hemels Vuur zult U Uzelf beter leren kennen wanneer U Uzelf volgende vragen stelt:
5
bevrijding van de mensheid uit de greep van de krachten der duisternis, begint met de inspanningen van elke ziel om zichzelf te bevrijden. Voor de Meesteres van de zielen, Uw “Myriam”, februari 2007 Laten wij samen de hele Vastentijd onder Maria’s hoede stellen met het volgende gebed (nr. 522): Lieve Moeder Maria, allerheiligste Medeverlosseres van de mensheid, In deze Vastentijd geef ik mijn hele wezen prijs aan het vuur van Uw Smartvol en Onbevlekt Hart, opdat daarin alles verbrand moge worden wat mij tot slaaf van mijn lichaam maakt. Ik smeek U, mij door het Licht van de Heilige Geest te willen bevrijden uit de boeien van mijn behoeften, opdat ik sterk moge worden tegen alle bekoringen, verleidingen en begeerten, en ik aan mijn oude ik moge sterven. Laat mij niet meer los, opdat ik in Uw Hart deze weg naar Kalvarie moge voltooien, om er op Goede Vrijdag alle zonden, fouten en zwakheden van mijn leven te kruisigen voor een wedergeboorte van mijn ziel uit U op Pasen. Ik smeek U om een vurige liefde tot het Kruis en tot Uw Smarten, opdat deze tocht mij moge heiligen in de geest van boete die zielen zal verlossen door het Kruis dat Licht en Leven brengt. 1e dag van de 40-dagentijd: Aswoensdag gebrek aan boetvaardigheid
Sta niet toe dat het een voorwerp van verheerlijking noch van misleiding zou worden. Wil het bezielen met het diepe wezen van Uw eigen lichaam, dat slechts was bestemd om door God Zelf verheerlijkt te worden. Verzegel mijn mond wanneer ik lijd, opdat mijn ziel zich niet in mijn lichaam zou begraven, doch de vrijheid der engelen moge verwerven. Wil Uw Hart in mij laten overvloeien, opdat ook ik, zoals U, de vreugde moge kennen, te vergeten dat ik een lichaam heb, want in U hebben hart en geest de bruiloft gesloten met het volmaakte Goddelijk Leven.
4. Dagelijkse sleutel tot bevrijding van mijn hart, geest en ziel Voortaan wil ik mijn lichamelijkheid beschouwen als een verborgen tuin, een geheime ontmoetingsplaats tussen mijzelf en Maria, aan wie ik mijn lichaam heb toegewijd. Telkens ik in het wilde weg over mijn lichamelijke toestand of mijn ziektegeschiedenis zou beginnen te spreken, zal het voor mij zijn alsof ik het toegangspoortje tot die tuin openstel voor indringers. Telkens ik de neiging voel opkomen om in gedachten over lichamelijke zaken te verzinken, zal het voor mij zijn alsof ik Maria uit onze ontmoetingsplaats buitensluit om daar helemaal alleen te blijven wandelen. Zodra ik mijn lichamelijkheid leer te gebruiken als een middel tot uitboeting, een sleutel tot het heil en een geheime tuin waartoe slechts Maria toegang heeft, zal ik niet langer het gevoel hebben dat mijn ziel de gevangene is van mijn eigen denk- en gevoelswereld. Wat met mijn lichaam gebeurt, zal gebeuren omdat Maria het wil. Deze gedachte maakt mijn hart vrij.
21e dag van de 40-dagentijd: Vrijdag gevoelloosheid
1. Ter bezinning Vandaag begint de Veertigdagentijd, de Vasten die ons naar Pasen leidt. Vasten herinnert de mens aan het ontberen van voedsel, maar het diepe wezen, de ware zin, van vasten ligt op het vlak van de ziel: vasten is een aansporing van Uw hele wezen om zich te ontdoen van bepaalde patronen die het vasthouden in het werelds leven, het stoffelijk leven. Het ware vasten beoogt een reiniging van Uw hele wezen: Uw gemoed, Uw denkwereld, Uw gewoonten en gedragspatronen, en in de diepte: een loutering van Uw zielenleven. Het ware vasten is een poging van de ziel om zich te ontdoen van de ballast van de wereld opdat haar vlucht naar God lichter zou worden. Wanneer U de Veertigdagentijd beleeft tegen deze achtergrond, kan de tocht naar Pasen een reis naar de ware verrijzenis worden: een wedergeboorte met een ziel die haar echte roeping leert ontdekken of deze herontdekt met een veel grotere diepgang dan voorheen. Zoals vasten van het lichaam Uw organisme kan reinigen van oude ballast en ziekmakende stoffen die diep in Uw weefsels verborgen zijn gebleven, zo kan het vasten van de ziel U naar een grotere heiligheid 4
1. Ter bezinning De Schepper heeft elke ziel voorzien van een kiem van Zijn eigenschappen. Deze kiem van heiligheid is de grootste schat van de ziel, zij is haar sleutel tot het Hemels Paradijs, op voorwaarde dat zij deze kiem een leven lang verzorgt, koestert en voedt, opdat zij kan uitbloeien tot een vrucht van verlossing en heiligheid. De ziel verwerft de heiligheid niet met de geest (het gedachteleven, het verstand, het redeneren, het gepieker), doch met het hart als centrum van het gevoelsleven. In het hart voltrekken zich alle processen die de ziel met God in contact houden en waardoor zij alle deugden ervaart en in zichzelf tot ontwikkeling kan laten komen. Deze processen zouden wij kunnen vergelijken met de werkingen van een machine die grondstoffen verwerkt tot voltooide producten. Deze werkingen hebben brandstof nodig. Deze brandstof is de Liefde, die de ware essentie is, het diepe wezen, van het Goddelijk Leven. Door de Liefde schept God, verlost Hij en heiligt Hij. Door de wijze waarop de ziel de Liefde in zich 57
opneemt, ermee omgaat, en haar om zich heen verspreidt, maakt de ziel zichzelf klaar om haar heiliging te voltooien. God schenkt de grondstoffen voor de heiliging, Hij zoekt deze door Zijn inspiraties en de werkingen van Zijn Voorzienigheid in de ziel binnen te leiden, en de ziel zelf moet zich volkomen openstellen om deze grondstoffen op de juiste wijze te verwerken en tot vrucht te brengen. Maria, door God verheven tot Meesteres van de zielen, heeft de macht om dit hele proces te besturen en edeler te maken door het aan te vullen met Haar oneindige verdiensten en de uitwerkingen van Haar onbegrensde macht. De openheid van de ziel om de Liefde als grondstof van heiliging in zich te verwerken, wordt bepaald door haar verlangen om zichzelf totaal in te schakelen in de stroming van Gods Liefde doorheen Zijn Schepping. De ziel moet hiervoor de juiste gevoeligheid bewaren. God stuurt Zijn Liefde als kracht van het ware Leven naar de ziel toe, en de ziel moet zich inspannen om deze Liefde optimaal in zich op te nemen, te verwerken als bron van Leven, en in optimale, zuivere toestand te laten doorstromen. Deze stroming wordt geblokkeerd in de ziel die meedogenloos is, hardvochtig, die gebrek toont aan medelijden en medeleven met haar medeschepselen, die onverbiddelijk of streng en onbuigzaam is, en die regels strikt toepast zonder bereidheid om ze te matigen wanneer de omstandigheden van het leven en de groei van andere zielen dit wenselijk maken. Het is deze houding die Jezus aanspoorde tot de vermaning dat de sabbat er voor de mens was, en niet omgekeerd. Deze uitingen van betrekkelijke gevoelloosheid wijzen op een verstarring in het zielenleven, en dus op een ontoereikende verwerking van de Liefde in zich. Inderdaad, de ziel die Gods bedoelingen en Werken begint te begrijpen (of beter gezegd: die met Gods bedoelingen en Werken “voeling begint te krijgen”), laat zichzelf kneden en omvormen tot zij voldoende soepel is om een milde en liefdevolle spiegel te zijn van Gods eigen gesteldheid. De Liefde die zij ontvangt, vindt in haar een vruchtbare voedingsbodem, en haar vruchten dragen de geur van Gods hand: een geur van Liefde, Barmhartigheid en tedere gevoeligheid. De volmaakte spiegel van Gods Hart is Maria. Volg Haar, en word tot voedsel van bemoediging en hoop voor alle schepselen. 2. Laat het licht schijnen in de duisternis – een kijk in de ziel Maak het stil en rustig in Uw hart, keer Uw blik diep in Uzelf, en reik de hand aan Uw Hemelse Moeder Maria, de Meesteres van Uw ziel, opdat Zij de Heilige Geest over U kan afroepen. Spreek Haar aan als volgt (herhaal 3 x heel langzaam): “O Maria, machtige Meesteres van mijn ziel, roep de Heilige Geest over mij af. Kom, Heilige Geest, doorstraal mijn hart, mijn geest en mijn ziel met Uw Goddelijk Licht, opdat ik mijzelf moge zien zoals God mij ziet. Breng mij tot zelfkennis. Laat mij zien wie ik werkelijk ben”.
58
INLEIDING Lieve zusters en broeders in Jezus en Maria, De titel van dit geschenk dat Maria, de Meesteres van de zielen, U geeft, maakt wellicht in U herinneringen los aan de beelden die U op school werden geschetst over de Middeleeuwse ridders uit grote gebiedsdelen van Europa, die zich organiseerden om een aantal tochten te ondernemen naar Jeruzalem om daar de heilige stad, wieg van het christendom, te bevrijden van de Turken. Kruistocht naar de Ziel is geschreven op inspiratie van de Meesteres van de zielen als een strijdplan om Uw ziel te bevrijden van het zaad dat de grote bezetter van de zielen, de satan, reeds Uw hele leven lang in U tracht te zaaien in zijn pogingen om U te ontheiligen. Uw ziel kan vergeleken worden met het Heilig Graf waarin Christus is neergelegd om er in de glorie van het Goddelijk Licht te verrijzen als een getuigenis tegen de duisternis. Deze “Graflegging” wordt in zekere zin herhaald telkens U de H. Communie ontvangt: de Verlosser wordt met al Zijn Werken en al Zijn intenties voor Uw heil in U gelegd nadat Hij tijdens de Heilige Eucharistie opnieuw Zijn Kalvarie heeft herbeleefd. Vanuit Uw ziel wil Hij hand in hand met U opstaan, opdat U als christen een licht zou mogen zijn dat in de wereld straalt als getuigenis voor Gods enige Waarheid. De Vastentijd is bij uitstek de geschikte periode om een kruistocht te ondernemen naar de kern van Uw eigen wezen om er de Goddelijke erfenis veilig te stellen en Uw eigen verrijzenis voor een heilig leven in Christus mogelijk te maken. Elke dag wordt U een thema aangeboden tot bezinning, richtlijnen om Uzelf te bevrijden van een bepaald soort onkruid dat in Uw ziel wortel kan hebben geslagen, en aanroepingen om in innige eenheid met Maria van dag tot dag dichter te naderen tot de bevrijding van Uw ziel. Kruistocht naar de Ziel is bedoeld als een hulpmiddel om Uw eigen zwakheden te leren herkennen en deze samen met Maria te overwinnen. Moge de Vastentijd voor ieder van ons een periode zijn van diepe loutering, van uitzuivering van allerlei gesteldheden die het zielenleven bezwaren, en van de echte ontdekking van Christus in de diepste kamer van de ziel: de Christus die voor eeuwig Drager blijft van de onmetelijke schatten van Zijn Verlossingswerk en van Zijn Verrijzenis in heerlijkheid. Het leven is een kruisweg van zaligmakende beproevingen. Het is tevens een kruistocht naar het heil van de ziel. Onderweg ontmoet de ridder rovers en onheil in talloze vormen en gedaanten. Het enige ware doel blijft de ontzetting van het heiligdom van zijn ziel uit de bezettingsmacht van alle krachten die God en de ziel vijandig zijn. Zowel de beproevingen van de moeilijke en verraderlijke tocht, als de strijd tegen de bezettingsmacht zelf, kunnen slechts de beoogde vrucht van de heiliging opleveren indien dit alles gedaan wordt met, voor, door en in Maria. Leef geen uur zonder Haar, want Zij heeft de vijanden van God en van de zielen onder Haar voeten gelegd. Gedenk dat Gods ultieme doelstelling, de grondvesting van Zijn Rijk op aarde, haar eerste verwezenlijkingen moet krijgen in Uw eigen ziel. De 3
Openbaring van de ALLERHEILIGSTE MAAGD MARIA aan “Myriam van Nazareth” 13 februari 2007 “Wat verlangt de Allerhoogste van de ziel in de Veertigdaagse Vastentijd? Ik geef het antwoord door te verwijzen naar drie grote gebeurtenissen in de geschiedenis van het heil: 1. Ten tijde van Noah regende het 40 dagen en 40 nachten. Door de zondvloed beoogde God een diepgaande reiniging van Zijn Schepping. De Veertigdagentijd moet voor de ziel een periode van diepgaande reiniging zijn. Door een aanhoudende gesteldheid van boetvaardigheid moet zij de regen van de Genade gedurende 40 dagen in haar allerdiepste wezenskern laten doordringen, zodat haar wortels er volkomen van doortrokken worden. 2. Na Zijn Verborgen Leven trok Jezus voor de duur van 40 dagen naar de woestijn. In Zijn navolging moet de Veertigdagentijd voor de ziel een periode zijn van diepe bezinning over haar ware roeping en levensopdracht, en een diepgaande voorbereiding op haar verdere werking in dienst van Gods Rijk. 3. Na Zijn Verrijzenis verscheen Jezus nog gedurende 40 dagen regelmatig aan Zijn apostelen en volgelingen, alvorens op de 40e dag ten Hemel op te stijgen. De Veertigdagentijd moet voor de ziel een periode zijn van ultieme voorbereiding op haar hoge vlucht naar het bovenwereldse leven. Jezus beleefde de 40 dagen tussen Zijn Verrijzenis en Zijn Hemelvaart in een verheerlijkt lichaam. Voor de ziel moet dit een symbool zijn van totale onthechting: een leven alsof zij niet meer op de wereld was, door een denk- en gevoelsleven dat totaal afgestemd is op de verspreiding van Gods Waarheid en de verheerlijking van Zijn grote Mysteries. Ook dit is een opgave voor de Veertigdagentijd. Deze drie fasen in de heilsgeschiedenis kan men beschouwen als symbolen voor herschepping (de zondvloed), Verlossing (het begin van Jezus’ Openbaar Leven als de Verlosser) en heiliging (de verrezen ziel bereidt haar opgang naar de Hemel voor in een ervaringssfeer die reeds boven het wereldse uitstijgt). Ja, de Veertigdagentijd moet voor de ziel zijn: herschepping, voltooiing van haar verlossing, en heiliging. Zie hoe de DrieEne God aan het werk is als Schepper, Verlosser en Heiligmaker: Vader, Zoon en Heilige Geest, in dit alles vertegenwoordigd door de Meesteres van de zielen, die aan de zielen is gegeven als Gids doorheen de woestijn van het leven”.
In het licht van het Hemels Vuur zult U Uzelf beter leren kennen wanneer U Uzelf volgende vragen stelt: - Geef ik mij steeds rekenschap van de uitwerkingen die mijn handelingen en woorden in andere zielen kunnen hebben? Heb ik de gewoonte om een handeling pas te stellen, of een woord pas te spreken, nadat ik dit met mijn hart in overeenstemming heb kunnen brengen, met andere woorden: zodra ik het gevoel heb dat ik mijn medemens niet zal kwetsen? - Leg ik mijzelf en mijn medemens regels op aan dewelke ik strak vasthoud, omdat ik van oordeel ben dat de mens zijn leven moet organiseren volgens een bepaald patroon? - Ben ik in staat tot medelijden met mijn medemens? Ben ik in staat om mijn dagindeling of mijn gewoonten aan te passen om hem behulpzaam te zijn? Voel ik irritatie, teleurstelling of onvrede in mij opkomen wanneer mijn dag er helemaal anders blijkt uit te zien omdat ik onverwacht mijn tijd aan een medemens heb besteed? 3. Oefening van de dag, met toewijding Tracht U vandaag op een bijzondere wijze in te leven in de gevoels- en denkwereld van elke ziel met wie U in contact komt. U zult wellicht merken dat U dan beter begrijpt waarom deze op welbepaalde wijzen handelt en reageert. Vanuit deze “verplaatsing” naar de gevoelens van Uw medemens toe, tracht U hem met tact, fijngevoeligheid en soepelheid te benaderen. Zeg vooral bij elk contact met een U weinig of niet bekende ziel tot Maria: “Lieve Moeder Maria, moge deze ziel tot mij komen in het Licht van Jezus Christus. Wil U doorheen mijn mond spreken”. Richt vandaag ook het volgende gebed tot Maria (nr. 909): Lieve Moeder Maria, De Goddelijke Liefde heeft mij het leven gegeven. Mijn Schepper heeft mij in de wereld gezonden om het leven in de zielen in stand te houden en tot bloei te brengen door Zijn Liefde onbelemmerd te laten stromen. O Koningin van Hemel en aarde, voor God is elke ziel een diamant, want Hij heeft haar bekleed met Zijn heiligheid en heeft in haar het vermogen geborgen om naar het Eeuwig Paradijs terug te keren. Bekleed mij toch met Uw fijngevoeligheid, met Uw zachtheid, met Uw tederheid en toegeeflijkheid, opdat ik de zielen moge reinigen, niet met een storm die verwoesting brengt, doch met een zachte regen die vruchtbaar maakt. O volmaakte Moeder, de stroom der Genade laaft, hij verdrinkt niet. De zon van de wijsheid verlicht, zij verbrandt niet. De wind van de Heilige Geest richt op, hij ontwortelt niet.
TOTUS TUUS, MARIA! 2
59
Maak mij tot een gevoelig instrument in Uw handen, dat Gods Waarheid en Gods Wet in de zielen zaait met tederheid, opdat zij er niet onder bedolven worden doch ze in zich opnemen. Leef in mij en straal door mij heen. Maak mij voor de zielen niet tot een gesel, doch tot een voorbeeld van Goddelijk Leven. 4. Dagelijkse sleutel tot bevrijding van mijn hart, geest en ziel Voortaan wil ik mijn leven beschouwen alsof ik een tuinier was in Gods Paradijs. Ik word elke dag uitgezonden tussen de bloemen (de zielen) met een arsenaal van fijne instrumenten om hen te verzorgen: tederheid, mildheid, tact, zachtmoedigheid, blijmoedigheid, soepelheid, inlevingsvermogen, medelijden, mededogen, begrip, barmhartigheid, vergevingsgezindheid, maar ook liefde voor de enige Waarheid van God. Ik snoei (zuiver) zachtjes en geduldig, vol zorg om niet méér af te snijden dan strikt noodzakelijk voor een dag. Ik richt op en ondersteun de stengels (hulpvaardigheid), ik begiet (troost), ik bemest (onderricht hen in Gods Waarheid). In navolging van Jezus word ik slechts door één streefdoel gedreven: het Rijk Gods voorbereiden. Ik wil dit niet alleen doen door te zuiveren, door ook door te voeden met diepe liefde en medevoelen.
KRUISTOCHT NAAR DE ZIEL
Praktische Wegen naar Bevrijding van de Ziel en het ware Geluk BEZINNINGS-, GEBEDS- EN OEFENPLAN VOOR DE 40-DAGEN-TIJD
Gids voor de Toegewijden van Maria in de Strijd tegen hun Zwakheden © Copyright 2008: Deze heilige boodschappen zijn een vrije publicatie. Daarom werd door Myriam van Nazareth toegestaan, kopieën te maken onder voorwaarde dat de tekst op geen enkele manier wordt veranderd en alleen mag doorgeven worden zonder financieel gewin.
door
“Myriam van Nazareth” (pseud.)
Apostolat Postfach 50 15 59 D-50975 Köln
Deel 1
e-mail:
[email protected]
Opgedragen aan MARIA, de Onbevlekte Koningin van de Hemelse Schoonheid en Meesteres van Uw Ziel
© Copyright 2008: "Myriam van Nazareth" Verdere teksten: www.myriam-van-nazareth.net 14.02.2010
60