Leveranciersbijeenkomst ‘Overkoepelend inzicht in het leren’ 30 oktober en 3 november 2015
Aanwezigen 30 oktober Naam 1. Maarten van der Steeg 2. Michiel Veldhuisen 3. Lalibel Mohaupt 4. Antoinette Erdmann 5. Coen Thönissen 6. Ruud Alers 7. Jan Jaap Karsten 8. Frank van Rooij 9. Eduard Beck 10. Judith Geraedts 11. Ronald Slomp 12. Hilde van der Togt 13. Marcel Dol 14. Marthe Straatemeier 15. Ernst jan Heuseveldt 16. Heleen van der Laan 17. Leonie Habraken 18. Renate Boers 19. Rimmer Hylkema 20. Kees Mastenbroek 21. Peter Meijer 22. Jorrit Janszen 23. Jos brouwer 24. Eduard Cohen 25. Peter Boersema 26. Hans van Alphen 27. Sharon Zuidgeest
Organisatie Basisconsult Campiade Cedin Dotcomschool Heutink-ict Hotmail Jongbloed Malmberg Microsoft Min OCW Min OCW Noordhoff Uitgevers Noordhoff Uitgevers Oefenweb Rovict Schoolmaster Squla ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff Topicus Trifork Uitgeverij-Deviant Uitgeverij-Deviant Van Dijk Educatie Van Dijk Educatie Stichting ASG/Het Palet (Versnellingsvraag) Rijdende School (– Versnellingsvraag)
Aanwezig 3 november Naam 28. Richard Bergmans 29. Huig Ouwehand 30. Hans van Alphen 31. Jan Westenbroek 32. Jelte de Jongh 33. Milou van de Weele 34. Erik-Jan van der Linden 35. Geeske Steeneken 36. Melchior de Vries 37. Rianne Rhodes 38. Ingrid van Erp 39. Theo Schijf 40. Sjoerd Nijhuis
Organisatie Brightcenter Cloudwise Stichting ASG/Het Palet (Versnellingsvraag) Edu-Actief Leeruniek Leeruniek Magnaview GEU Malmberg Malmberg Min OCW Muiswerk SWV IJmond – Versnellingsvraag
1
Naam 41. Frank van Amerongen 42. Rogier van Benthem 43. Albert Rouschop 44. Lisette van Kemenade 45. Maarten Lommer
Organisatie ThiemeMeulenhoff Topicus Onderwijs Zwijsen Zwijsen Zwijsen
Gespreksleiding Naam 46. Arjan Geurts 47. Bianca Geerts 48. Corine van Herk 49. David Berg 50. Erwin Bomas 51. Manon Haartsen 52. Nienke van Langeveld 53. Rick de Visser
Organisatie Doorbraakproject – Keten/Verbinden Leermaterialen, leerdoelen, leerinformatie Doorbraakproject – Keten/Verbinden Leermaterialen, leerdoelen, leerinformatie Kennisnet - UWLR Doorbraakproject – Keten/Verbinden Leermaterialen, leerdoelen, leerinformatie Doorbraakproject - Versnellingsvraag Doorbraakproject – Keten/Verbinden Leermaterialen, leerdoelen, leerinformatie Doorbraakproject - Leerlabs Doorbraakproject - Versnellingsvraag
In een presentatie zijn de wensen van de scholen uit het VO (die deelnemen aan de leerlabs) en PO (die versnellingsvragen hebben ingediend) op hoofdlijnen uiteen gezet (zie PowerPoint presentatie). In deze presentatie zijn de 11 belangrijkste wensen zoals geïnventariseerd met de scholen kort toegelicht. Bij deze inventarisatie is ook gekeken naar eerdere analyses en het oordeel van experts.
De 11 wensen NB: dit is een eerste analyse. In vervolgbijeenkomsten en verdere analyses zullen wensen concreter worden, zal prioritering aan de orde komen, en zal gekeken moeten worden welke stappen nodig zijn om de wensen met hoogste prioriteit in te kunnen willigen. Het Doorbraakproject heeft zo transparant mogelijk proberen weer te geven wat de vraag is, zoals scholen die formuleren. Daardoor geeft onderstaand overzicht ook een breed beeld. Het zijn veel punten die op tafel worden gelegd. En bij verschillende punten is ook de oplossingsrichting nog niet helder. Tegelijkertijd biedt het een mooi inzicht in de vragen waarmee veel scholen in het veld rondlopen, daar waar het gaat om overkoepelend inzicht in de voortgang van het leren. 1. Het systeem voorziet in beslissingsondersteuning voor de gebruiker t.b.v. het personaliseren van het leren voor individuele of groepen leerlingen
Bij personalisatie (keuzes voor inzet van leermiddelen of leerinterventies op basis van voortgang, leerstrategie, en andere informatie) op meso- en macroniveau is beslissingsondersteuning voor de leerkracht gewenst; alleen op microniveau is volledig automatische adaptiviteit/personalisatie wenselijk. Deze beslissingsondersteuning veronderstelt: - het kunnen combineren van leerlingkenmerken, leerresultaten, leerlijnen, leerarrangementen, leermiddelen, ... - algoritmes voor het suggereren van leermiddelen op basis van voortgang en overige leerinformatie -…
2
5. In één overzicht (per groep) inzicht in afwezigheid/ziekte/thuissituatie/verlaat/opvallende leerresultaten/… etc. van leerlingen (zodat je bijv. als leerkracht weet hoe de groep eruit ziet die je voor je hebt, of over 10 minuten treft) 17. Toegang tot informatie waarmee inzicht kan worden verkregen over werkhouding, leerproblemen, leerstrategie, tijdsbesteding, tempo, etc.
20. Leermiddelen zijn te vinden op leerdoelen (eindtermen, tussendoelen, en in een aantal vragen ook op microdoelen), methode-onafhankelijk 4. Leermiddelen zijn te vinden op moeilijkheidsgraad (afhankelijk van het niveau van de leerling) 7. Leermiddelen zijn te vinden op werkvorm, zodat een gebruiker gericht kan zoeken op laagdrempelige of juist uitdagende materialen/leerinterventies voor een leerling/groep leerlingen 13. Overzicht ontwikkeling van beheersingsniveau in relatie tot landelijke referentie (bijv. CITO)
14. Overzicht ontwikkeling van beheersingsniveau kennis in relatie tot leerlijn en (micro-) leerdoelen
In het overzicht van leerlingen moeten een aantal indicatoren zichtbaar zijn die relevante informatie over de individuele leerlingen tonen (vlaggetjes, kleurcoderingen, tekstballonnetjes, …). Sommige van deze indicatoren kunnen gegenereerd worden uit de onderliggende data (bijv. voortgangsissue dat aandacht verdient). Andere indicatoren moeten handmatig ingevoerd kunnen worden (bijv. ziekte, of gedragsobservatie door collega) Leerinformatie wordt gepresenteerd: - Eerste indicatie van benodigde informatie vanuit de leerlabs en versnellingsvragen: het gaat om een combinatie van benodigde tijd, leertempo, geobserveerde leerstrategie, specifiek microdoel waar iets opvallends gebeurt. Ook genoemd worden: contactmomenten van leerling/ouder met leerkracht, mentor/coach, IB-er, - deze indicatoren bieden bijv. de leraar handvatten voor didactische interventie, de klassendocent/mentor voor gerichte begeleiding van een leerling. - Sterke wens is om deze informatie vakoverstijgend beschikbaar te hebben. Daarmee heeft de leraar/mentor/IB-er/... houvast, kan collega's raadplegen. - Indicatoren moeten wel betekenisvol zijn: gerelateerd aan standaard referentieniveaus, of in relatie tot gemiddelden (van klas, school of landelijk) Mogelijke oplossing: leermiddelen koppelen aan de doelen en inhouden uit de kernprogramma’s van SLO en deze koppeling ook uitdrukken in metadatering (volgens NL-LOM)
Mogelijke oplossing: Leermiddelen metadateren volgens NL-LOM (m.n. veld 5.8 Difficulty, in combinatie met leeftijd/beheersingsniveau en onderwijsniveau) Mogelijke oplossing: Leermiddelen metadateren volgens NL-LOM (waarbij veld 5.2 Learning Resource Type gebruikt wordt). (Zie ook wens 10)
Ontwikkeling beheersingsniveau van individuele leerlingen wordt per vakgebied gepresenteerd in relatie tot landelijke referentieniveaus (bijv. CITO, maar ook het referentiekader taal en rekenen en RTTI). - waarbij toetsresultaten uit verschillende leermiddelen afkomstig kunnen zijn - Verschillende benchmarks zijn mogelijk. Keuze is aan de school. Typische user story: Als LK wil ik gewaarschuwd worden als leerlingen onder of boven de ‘groeilijn’ scoren, zodat ik weet wanneer ik moet ‘ingrijpen’ Ontwikkeling beheersingsniveau kennis van individuele leerlingen wordt gepresenteerd in relatie tot leerlijn en kerndoelen en tussendoelen en eventueel microleerdoelen: - Wat nu (nog) niet beschikbaar is, is het overzicht methode-overstijgend per vak & vakoverstijgend - Beheersingsniveau van leerdoelen/vaardigheden waaraan wordt gewerkt in de methode/leerarrangement (gerefereerd aan leerlijn/landelijke leerdoelen: kernprogramma)
3
15. Overzicht ontwikkeling van beheersingsniveau vaardigheden in een rubric (o.i.d.).
12. Overzicht voortgang in relatie tot (individueel) leerarrangement
11. Overzicht toetsresultaten
Ontwikkeling beheersingsniveau vaardigheden van individuele leerlingen wordt gepresenteerd in relatie tot leerlijn en kerndoelen en tussendoelen en microleerdoelen: - Kenmerkend voor veel vaardigheden is dat vakoverstijgend overzicht nodig is - Beheersingsniveau van leerdoelen/vaardigheden waaraan wordt gewerkt (gerefereerd aan leerlijn/landelijke leerdoelen: kernprogramma) Voortgang wordt gepresenteerd in relatie tot het leerarrangement: - Methodeoverstijgend - Welke leermiddelen/onderdelen van leermiddelen zijn doorlopen/afgerond? - Is een opdracht ingeleverd? - Beheersingsniveau van leerdoelen/vaardigheden waaraan wordt gewerkt in het leerarrangement Voortgang wordt gepresenteerd in de vorm van een opsomming van toetsresultaten. - Methode-overstijgend per vak & vakoverstijgend - Gebruiker moet de mogelijkheid hebben om specifieke typen toetsresultaten uit te sluiten - Toetsresultaten moeten, voor zover beoordelingen digitaal worden gerealiseerd, automatisch worden opgenomen in het overkoepelend overzicht toetsresultaten - Toetsresultaten moeten onvertaald (vanuit het bronsysteem waarin de toets is gemaakt en beoordeeld) worden overgezet - De ruwe toetsresultaten kunnen automatisch worden vertaald naar een genormaliseerde schaal (10-punts schaal). Deze omzetting moet corrigeerbaar zijn door de geautoriseerde gebruiker (mutaties moeten audit-proof worden gelogd door het systeem)
Op 30 november is in vijf groepjes gesproken over de verschillende wensen, opgedeeld in vijf thema’s: 1. Uitwisseling leerresultaten en voortgang in de methode/ het leerarrangement 2. Ontwikkeling beheersingsniveau (kennis en vaardigheden) 3. Leermiddelen zijn vindbaar 4. Leerlingprofiel en complexe leerinformatie 5. Beslissingsondersteuning Op 3 november zijn de thema’s iets verder in elkaar geschoven omdat de groep kleiner was: 1. Ontwikkeling beheersingsniveau, inzicht in voortgang 2. Leermiddelen zijn vindbaar 3. Leerlingprofiel en complexe leerinformatie Hieronder zijn onze aantekeningen geordend volgens de drie thema’s die we op 3 november hanteerden.
4
1. Ontwikkeling beheersingsniveau, inzicht in voortgang Uitwisseling leerresultaten en voortgang in de methode/ het leerarrangement Duidelijker maken van de vraag/wensen
Op de functionele wensen wordt aangemerkt dat er niet zozeer aanvullingen zijn, als wel een behoefte aan verdere verdieping. Bij dit verslag is het overzicht gevoegd waarin alle ruim 100 user stories van verschillende bronnen binnen VO en PO zijn opgenomen (de basis voor de 11 wensen zoals gepresenteerd tijdens deze bijeenkomst). Essentie is dat scholen willen zien waar een leerling staat, frequenter dan de enkele formele momenten die er nu zijn bij toetsen (enkele keren per jaar). Dat is ook waar deze wens van scholen vandaan komt: ze willen continue de leerling kunnen volgen, want toetsen zijn maar een momentopname. De reden dat deze wens genoemd wordt is dat docenten behoefte hebben aan het snel kunnen inspelen op de gewenste differentiatie tussen groepen leerlingen. Over de plaats/functie van het dashboard: het dashboard moet ondersteunend zijn in het vormgeven van het leerproces. Het dashboard moet niet de leiding overnemen.
Vragen Q: Het verschil tussen vakoverstijgend en methode-overstijgend wordt opgemerkt. Wat wordt hier precies onder verstaan? Welke sectoren hebben waaraan behoefte? A: Methode-overstijgend: Leraren op PO én VO geven aan dat zij aanvullend materiaal gebruiken bij de methodes om te kunnen differentiëren en personaliseren. Dan geven de instrumenten van de methode die inzicht bieden in voortgang dus geen volledig beeld van de voortgang van de leerling, omdat daarin niet wordt bijgehouden wat in aanvullende leermiddelen wordt gedaan. Vakoverstijgend: veel vaardigheden, en sommige vakinhouden zijn vakoverstijgend. Naarmate scholen meer gepersonaliseerd leren mogelijk maken wordt het belangrijker voor een leraar/leerling om, over vakken heen, inzicht te hebben op de ontwikkeling van leerlingen op die vaardigheden en vakinhouden. Vooral hier is het onderscheid tussen PO en VO goed zichtbaar: de groepsleerkracht in het PO heeft in de mentor-rol behoefte aan een integraal, vakoverstijgend beeld van de leerling. In het VO bestaat die behoefte ook vanuit de klassenmentor (en de leerling). Zoals tijdens de bijeenkomst aangegeven: de toekenning van rollen, en dus autorisaties, aan betrokkenen binnen de school kan sterk verschillen. Maar bijv. de mentor-rol heeft bij vrijwel alle scholen een aanwijsbare plek. Q: Wat gemist werd in de toelichting op de begrippen: wat verstaan we onder ‘gepersonaliseerd leren’? A: (Plan van Aanpak Doorbraakproject, december 2014, p. 6) “Uitgangspunt is een didactisch neutrale opvatting. Het doorbraakproject ondersteunt alle uitingsvormen van gepersonaliseerd leren en maakt geen onderscheid in het gekozen onderwijs en/of de inrichting of organisatie van dit onderwijs… In essentie gaat het om differentiëren met ict, zodat leraar en leerling optimale verbindingen tussen leerdoelen, leermateriaal en leerinformatie kunnen maken. Welke vorm een school ook kiest, in dit samenspel kan elke leerroute persoonlijk en relevant gemaakt worden gedurende de gehele cyclus van leren, meten, bijsturen en plannen.”
5
Stappen op weg naar een markt voor dashboards volgens de wens van de scholen:
Om leerresultaten valide te laten zijn moeten deze van inhoud worden voorzien en gekoppeld worden aan een leerlijn. o De gegevens komen uit allerlei bronnen. Voor een goede verwerking van leerresultaten is het belangrijk om de context van de bron waarin ze tot stand zijn gekomen juist te kunnen interpreteren. Het is noodzakelijk om een gezamenlijk besluit te creëren over het aggregatieniveau van informatie. Hiervoor is een datamodel nodig. o Gestandaardiseerde toetsen kunnen helpen om kinderen gepersonaliseerde routes te laten volgen. Methodes/leermateriaal kan divers zijn, als toetsen maar een leidraad bevatten zodat je kunt vergelijken (bijvoorbeeld: als een toets gemaakt wordt in een app; wat zegt dit resultaat dan in vergelijking met de methode). Leerresultaten moeten met elkaar vergeleken kunnen worden. o Het standaardiseren van leerdoelen is wenselijk om betekenis te kunnen geven aan leerresultaten en informatie vergelijkbaar te kunnen maken, gebaseerd op de (SLO) leerdoelen. Anderzijds zouden scholen ook vrij moeten zijn om hun eigen leerdoelen of een andere standaard aan leerdoelen te gebruiken (voor zover daar wettelijke ruimte zit). Standaardisering van leerdoelen zou het ontwikkelen van een dashboard eenvoudiger maken. Er zal gezamenlijk bekeken moeten worden in hoeverre (en hoe diep) leerdoelen gestandaardiseerd kunnen worden. Betrouwbaarheid van resultaten: laat het dashboard resultaten op de manier zoals bedoeld is in het aanleverende platform? Gaat het goed in de normalisering en transformering naar een standaardschaal? o De uitdaging: hoe ga je vakoverstijgende voortgang definiëren en meten. Lastige is dat informatie uit verschillende bronnen ook elk een ander gewicht hebben. o Een eerste stap kan zijn: in één overzicht inzichtelijk maken van ruwe data uit verschillende online omgevingen (leermiddelen, apps) waarbij het niet direct gaat om (summatieve) toetsing maar over de platte resultaten van oefeningen.
6
Het is het leermiddel dat of de leverancier die de normering voor punten meegeeft. Het probleem van de normering moet op schoolniveau worden opgelost. Het eindoordeel ligt bij de school. Belangrijk daarbij wel is dat de leermiddel-leverancier zoveel mogelijk informatie levert over wat een resultaat/score/voortgang betekent voor de voortgang in het leren. Leerdoelen en leerlijnen: o Er is behoefte aan meer duidelijkheid over hoe om te gaan met de volgordelijkheid (wanneer moet een kind wat kunnen), zoals gedefinieerd in de Tule inhouden en activiteiten en de vrijheid van onderwijs die scholen hebben aan de andere kant. Een uitdaging hierbij zijn nieuwe onderwerpen: welke referentieniveaus te hanteren? o Om goed inzicht te kunnen geven in de voortgang van de leerling is er behoefte aan fijnmazige beschrijving van leerdoelen. Hoe fijnmazig zal in samenwerking onderzocht moeten worden (zoals nu al gebeurd in de proeftuin PO). o Wat nodig is om dit goed te laten werken zijn de leerdoelen zelf, maar ook afspraken over de beheersingsniveaus bij die doelen, en mogelijk indicatoren om te bepalen of een bepaald niveau beheerst wordt. Informatiehuishouding: Het is belangrijk om afspraken te maken over veilige, privacy-proof, betrouwbare, beheersbare, bruikbare, en duurzame informatiehuishouding: o Zorg (bijv. per school) voor een centrale plek voor het vastleggen data en bieden van centraal overzicht. NB: De scholen hebben zelf, volgens privacy convenant, de verantwoordelijkheid over het beheer. Aanbieders (incl. LVS en uitgevers leermiddelen) hebben een bewerkingsovereenkomst met de school. o Om dit mogelijk te maken moeten scholen leveranciers vragen om data beschikbaar te stellen aan systemen naar keuze. o De identificatie van leerlingen (nummervoorziening) is randvoorwaardelijk om goede dashboards te ontwikkelen. Prioritering: o Eerste stap is om de resultaten te kunnen delen tussen verschillende systemen: dus de implementatie van UWLR. o Vervolgstap is om te kijken naar voortgang. De wens vraagt om (near-)real time inzicht in wat de leerling doet. o Aan één van de tafels tijdens de bijeenkomsten is gesuggereerd dat in eerste instantie alleen het inzicht in de onderwerpen waaraan leerlingen gewerkt hebben al voldoende is voor een eerste stap (minimal viable product) Wil je naar (near)real time volgen van online activiteiten van leerlingen, dan worden de volgende opmerkingen gemaakt: o Het gaat om de gegevens uit de clickstream. Zo kan je bijvoorbeeld concentratie in de klas meten. o Maak een keuze voor de NL markt: xAPI of Caliper? Randvoorwaarden vanuit de markt: o Standaardisatie is nodig, maar het moet geen waterhoofd worden. Gewoon stapjes nemen. Standaardisatie vereist een grote groep o Kleine partijen moeten makkelijk kunnen aansluiten. Alle partijen moeten in staat zijn dashboards te kunnen maken o Zorg voor een agile aanpak
7
2. Leermiddelen zijn vindbaar Duidelijker maken van de vraag/wensen
Leermaterialen moeten volgens scholen vindbaar zijn in ieder geval op leerdoelen (deze zou bovenaan moeten staan), op moeilijkheidsgraad en op werkvorm. Suggestie om daaraan toe te voegen: didactische keuze (bijvoorbeeld Daltononderwijs) en identiteit (levensovertuiging). PO en VO zijn wel degelijk heel verschillend. Er zijn een aantal dezelfde basisbehoeften, die voor beide sectoren gerealiseerd moeten worden, maar in de uitwerking zit veel verschil. Er is aan tafel nadrukkelijk gediscussieerd vanuit de normaalverdeling met ‘het peloton’ en ‘de voorhoede’: Rode vakje: Voorhoede van het peloton
Voorhoede
Peloton
Wat de voorhoede van scholen doet is heel interessant, maar wordt niet altijd overgenomen door de massa van scholen (het peloton). Voor aanbieders is het daarom ook belangrijk om zicht te houden op de voorhoede van het peloton, zo wordt gesteld. De vraag werd gesteld: waar heb je eigenlijk metadatering voor nodig? En welke groep scholen zou dit ook gebruiken? Meerdere onderwijsvragen spelen dan een rol: a. Om te kunnen variëren met leermateriaal is metadata nodig: over welke leerdoelen gaat het leermateriaal? En welk leermateriaal gaat ook over dit leerdoel? Kan ik bij een hoofdstuk uit de methode aanvullend materiaal vinden met hetzelfde leerdoel? Dit scenario geldt zeker voor de voorhoede van het peloton. N.B. bij dit scenario is het ook belangrijk dat de kwaliteit van het aanvullend leermateriaal hoog, of op zijn minst bekend is (kwaliteitsvraagstuk). Ook is het interessant voor dit scenario nog beter te leren of er een ritme is in wanneer er gezocht wordt naar aanvullend materiaal (welke tijden van het jaar, welke aanleidingen). b. Voorhoede-scholen zullen ook willen arrangeren met leermateriaal. Dit geldt (nog) niet voor veel scholen; de verwachting aan tafel was dat dit ook beperkt zou blijven. Maar ook voor inzicht in voortgang is metadata nodig: c. Om inzicht te krijgen hoe het leermateriaal (methode maar ook aanvullend leermateriaal) het kernprogramma dekt, wil een docent weten hoe het leermateriaal zich verhoudt tot de leerdoelen d. Om te weten aan welke leerdoelen een leerling al gewerkt heeft, is het nodig dat leermateriaal ook voorzien is van die leerdoelen. e. Om de voortgang van een leerling methode-overstijgend en evt. vakoverstijgend te kunnen weergeven is ook koppeling aan leerdoelen nodig. Dit inzicht maakt metadata over leerdoelen nog eens zo belangrijk. En misschien is dit wel urgenter dan metadata voor variëren en arrangeren. De verwachting was dat in ieder geval punten c & d ook voor de voorhoede van het peloton gelden. Het gaat dan overigens zowel om folio-materiaal als om digitaal materiaal Er is ook gesproken over hoe diep de leerdoelen dan moeten worden toegepast:
8
o Kerndoelen/eindtermen? (methode) o Tussendoelen? (paragraafniveau in de methode) o Microdoelen? (opdrachtniveau in de methode) De aanwezige scholen gaven duidelijk aan dat voor hen microdoelen het ambitieniveau zijn. Maar dat ze de stap naar metadatering met tussendoelen al een essentiële stap zouden vinden. Dat is het ook het deel waar al (soms nog prille) standaarden voor beschikbaar zijn; op microniveau moet dit nog worden verkend. Daarbij moet ook gekeken worden naar inhoud: vak, vakkern, vaksubkern, vakinhoud en op termijn ook naar micro-inhouden. Want daar wordt het ook echt ingevuld. Welke mijlpalen zijn er in een vak? Dat is essentiële informatie. Tot slot werd nog gesproken over organiseerbaarheid: wanneer scholen de methode loslaten om zelf te gaan arrangeren, is de organiseerbaarheid in het geding. Idem wanneer er heel veel informatie over elke leerling en zijn of haar individuele leerlijn wordt weergegeven. Het is dus belangrijk om dit in het oog te houden, dit is een zorg. De aanwezige scholen waren hier niet zo bang voor, zij vonden dit de professionaliteit van de leerkracht. Zij geven aan: als er maar voldoende grip is vanuit inzicht in de voortgang, dan gaat het balletje wel rollen. Tegelijkertijd werd ook gezegd door aanbieders dat zij verwachten dat deze stap voor het peloton waarschijnlijk (nu) nog te groot is. Dit heeft ook te maken met wie er zoekt naar leermateriaal: o Zoekt de leerling of docent zelf? o Of zoekt het systeem voor hem? (met al dan niet invloed op de keus) En wie de koppeling legt naar de leerdoelen om tot het inzicht te komen: o De docent of leerling zelf? o Of het systeem? De verwachting is dat de systemen de organiseerbaarheid zullen verhogen.
Stappen op weg naar een markt voor dashboards volgens de wens van de scholen:
De kernprogramma’s. Deze zijn nog wat onbekend en ook nog onduidelijk of deze wel al af zijn. Belangrijk om hier ruim over te communiceren, vanuit Doorbraak, Edu-K, ministerie van OCW en SLO. o Gevraagd werd ook: Zou het niet eigenlijk verplicht moeten zijn voor scholen om te laten zien hoe ze aan de leerdoelenstructuur voldoen? Daarmee kunnen scholen ook hun leveranciers vragen (bindend) om hiermee de relaties te laten zien. Belangrijk is dat dit in het inkoopproces een goede plek krijgt. Er zal niet 1 dashboard moeten komen. Er moet ruimte en flexibiliteit blijven in de markt om allerlei diverse dashboards te realiseren. Het dashboard is een middel en geen doel op zich. Het is wel een mooi concreet beeld. Het gaat erom de componenten te realiseren, de standaarden voor de componenten te realiseren, dan ontstaat ruimte voor de markt om de echte dashboards te realiseren. Informatiehuishouding: waar wordt de leerinformatie opgeslagen? Aan tafel was de mening dat dit liever niet in een centrale bak plaatsvindt, m.n. vanwege de privacygevoeligheid. Uitwisselformaten voor overdraagbaarheid zijn essentieel. De basisinformatie moet gedeeld kunnen worden. Daarbovenop kan er informatie zijn die niet gedeeld hoeft of kan worden.
9
3. Leerlingprofiel en complexe leerinformatie Aanvulling/aanscherping op de wensen van scholen
De groep geeft aan dat zij graag inzichtelijk willen hebben wat docenten willen met de informatie op een dashboard. Als dat niet helder is en het dashboard eindeloos gevuld wordt met informatie, zal het in de praktijk niet werken en loop je de kans dat het kind met het badwater wordt weggegooid. Uit het doorbraakproject komt naar voren dat docenten aanknopingspunten willen om didactische keuzes te kunnen maken en te kunnen differentiëren binnen een klas/groep. 5. Inzicht afwezigheid/ziekte/thuissituatie/verlaat etc. van leerlingen. o Gaat hier om eenvoudige ‘platte’ informatie. Dit is informatie die relatief makkelijk in een systeem is onder te brengen. Voorwaarde is wel dat het systeem interactief is (moet vanaf verschillende wegen in te vullen zijn – zoals ook de docent op maandagochtend het eerste uur) o Een van de vragen die hierbij opkwam was: hoe (op welke plek) begin je hiermee? Op het moment dat je naar een algemeen online systeem toewerkt, zal de leerling misschien moeten inloggen bij aankomst op de school (op deze manier hoef je dan geen aan-afwezigheidssysteem te ontwikkelen, deze informatie raakt bekend op het moment dat een leerling zich al dan niet inlogt). o Niemand aan deze tafel herkende deze problematiek. De vraag werd gesteld ‘is dit inderdaad een thema’? Ja. Onafhankelijk van elkaar is bij minimaal twee bijeenkomsten (PO en VO) gezegd dat een overzicht met enkele primaire indicatoren zoals genoemd in de wensen een wens is van leraren. Gezien de hoeveelheid functionele wensen die zijn geïnventariseerd, is de wens eerst terug te gaan naar de basis: welk probleem moet er worden opgelost? o Minder (administratieve) last bij leraren, o Tijdswinst, o Overdracht, o Klassenmanagement, o Differentiëren, zodat de leraar in staat is didactische interventies te plegen ten bate van gepersonaliseerd onderwijs. De leerwinst moet zichtbaar zijn op een dashboard. Leerwinst bestaat uit harde en zachte data (het gesprek met de leerling). Harde data zijn contextloos. Het is dus belangrijk om een manier te vinden om die context toch mee te nemen bij de interpretatie van data/informatie. Toegang tot informatie waarmee inzicht kan worden verkregen over werkhouding, leerproblemen, leerstrategie, tijdsbesteding, tempo etc. o Uitgaan van ontwikkeling(sperspectief) van leerlingen o Gelaagdheid in leerlijnen behouden: leermiddelen gekoppeld aan leerdoelen. Een van de eerste zaken die werden benoemd is de problematiek omtrent de bovengenoemde termen. Niet iedereen bedoeld het hetzelfde bij deze begrippen.
10
Vraag: Q: De verwachting (en hoop) is dat het project niet als doel heeft 1 centraal dashboard te ontwikkelen? A: Nee. Het project streeft naar een divers aanbod van dashboards door de markt, passend bij de grote diversiteit aan onderwijsvormen, -visies, etc. Voorgestelde stappen/aanpak om de realisatie van deze wens dichterbij te brengen:
Zorg ervoor dat processen van administratie en verantwoording aan de ene kant, en leren aan de andere kant, uit elkaar gehaald wordt. o Wat de groep bespreekbaar wil maken, is dat het huidige bekostigingsstelsel dat als uitgangspunt wordt gebruikt voor hoe het onderwijs nu is georganiseerd, een doorbraak in de weg staat. Op die systematiek van onderwijsorganisatie wordt namelijk voortgebouwd, terwijl er vanuit het leren en het leerproces van de leerling moet worden gedacht. In de groep wordt ervoor gepleit om administreren/verantwoorden en het proces van het leren zelf afzonderlijk te bespreken als het om dashboards gaat. Agile/scrum ontwikkelen, markt samen met scholen: o Systemen gaan ontwikkelen vanuit een thema. Ook het idee van ‘begin nu maar eens ergens’ speelde heel erg. Je kunt gaan ontwikkelen vanuit het thema leerstrategie, maar niet in combinatie met de andere termen. o Daarnaast moet er een inventarisatie worden gedaan welke informatie er nodig is om tot de ontwikkeling van bijvoorbeeld een tijdsbestedingdashboard (functionaliteit) te komen. Informatiehuishouding/datamodel o De markt moet de bereidheid tonen om specifieke data vrij te geven (nader onderzoeken om welke data dit gaat). Scholen moeten hun inkoopbeleid daar op afstemmen en alleen in zee gaan met marktpartijen die die data vrij geven. o Begin met een universeel ‘profielbasisset’. De informatie/functionaliteiten in die basisset moet vanuit de scholen komen. Deze profielbasis moet deelbaar zijn tussen alle aanbieders. o Daarnaast moet er een inventarisatie worden gedaan aan welke metadatering er behoefte is bij de scholen. Roadmap: geschetst wordt een mogelijke fasering voor aanpak vanuit de aanbieders: o Fase 1: Toetsresultaten worden zichtbaar (UWLR) o Fase 2: Het pad dat een leerling heeft gelopen met oefenmateriaal is zichtbaar o Fase 3: Inzicht in/ overzicht van vakoverstijgende data (bv gekoppeld aan leerlijnen)
11