Levensbeschouwing, religie en zingeving in de zorgverlening wat wel, wat niet? Workshop Week van de Reflectie René van Leeuwen 27 november 2012
‘ik werk bij elke patiënt volgens de principes van therapeutic touch’ ‘Zal ik ingestraalde kaartjes onder het kussen van uw kind leggen?’ ‘U zou dat boek eens moeten lezen over verwerking van uw ziekte’ ‘ Ik wil de patiënt bewust maken van de kracht van positief denken’ ‘Ik lees de patiënt niet voor uit de Koran; ik heb niets met dat geloof’ ‘Zal ik voor u bidden?’
2
Oncologie verpleegkundige Leeffers‐Vleesenbeek & van der Sluis, 2010
‘ik denk wel dat we het zien, bij patiënten, existentiële nood, maar dat is pas als het zich erg aandient. Alles wat er aan vooraf gaat, het met een patiënt in gesprek gaan of daar aandacht voor te hebben, dat is heel verschillend per verpleegkundige. Het is geen afdelingsbeleid of standaard. Iedereen is in de anamnese of in contact met patiënten vrij hoe je dat vormgeeft’
Sister Caroline: ‘shall I pray for you?’ ‘It is acceptable to offer spiritual support as part of care when the patient asks for it. But for nurses, whose principal role is giving nursing care, the initiative lies with the patient and not with the nurse. Nurses like Caroline do not have to set aside their faith, but personal beliefs and practices should be secondary to the needs of the patient and the requirements of professional practice’ National Health Service, 2009
Workshop • Reflecteren op: – Rol levensbeschouwing en zingeving in de eigen werksituatie – Eigen rol/opvatting – Conclusies
Korte inleiding ‐ Gesprek in subgroepen ‐ Plenaire afronding
Spirituele zorg = zorg voor spiritualiteit Herkennen van de spirituele behoeften van patiënten en de zorg voor die behoeften (Pesut, 2006) Spiritualiteit: levensbeschouwing en zingeving (Richtlijn Spirituele Nood, IKC 2010)
• • • • • • •
Geloof en levensbeschouwing Levensdoel en levensbalans Spirituele ervaringen en emoties Moed, hoop en groei Religieuze/spirituele praktijken Relaties Orientatiebron
(Fitchett, 1995/van Leeuwen, 2008)
Het goede doen: Gezondheid en welbevinden (Neuman, 1995)
‘zorgverleners hebben een ethische verplichting om aandacht te hebben voor alle dimensies van een persoon in het kader van holistische zorg’ (Casarez & Engebretson, 2012)
• • • •
Niet storen Niet meeluisteren Attent maken Dadelijk doorgeven
Multidisciplinaire benadering Richtlijn spirituele zorg (IKC 2010)
Arts/Verpleegkundige
Geestelijk verzorger
Psycholoog/Psychiater
A-B-C Model Aandacht – Begeleiding - Crisisinterventie
Spirituele zorg Wat wel, wat niet? vermijden ‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐ opdracht
Barrieres die rol spelen bij vermijding (Casarez & Engebretson, 2012)
• Geen gemeenschappelijke taal • Verschillende opvattingen over belang spiritualiteit • Niet weten wat te doen: overvraag je zelf niet • Het is mijn taak niet • Spiritualiteit is privé
Ethische principes zorg (Beauchamps & Childress, 2009) • Het goede doen voor de patiënt; wat is heilzaam? Respecteren, tegemoet komen aan spirituele behoeften
• Brengt (gezondheid van) patiënt niet in gevaar Negeren van spirituele behoeften
• Autonomie Eigen principes opzij, uitgaan van wat belangrijk is voor de patiënt
• Rechtvaardigheid Advocaat van de patiënt, helpen spirituele behoeften te uiten
Spirituele zorg als opdracht: problemen • Dwang: niet aansluiten bij patiënt, opdringen eigen opvatting (Pesut, 2006)
Humanistische benadering: positief denken ‐ Religieuze benadering: expliciet getuigen, evangeliseren ‐ New Age benadering: healing (o.a. Therapeutic Touch, Reiki) ‐
• Competentie overstijgen (Casarez & Engebretson, 2012) ‐ onvoldoende kennis, vaardig ‐ te laat (niet) verwijzen
Ethisch handelen in spirituele zorg (Winslow, 2007)
• • • • •
Herken de spirituele behoeften, bronnen en voorkeuren Volg de wensen van de patiënt Dwing je eigen geloof en praktijken niet op Wees je bewust van de uitwerking van je eigen geloof Wees integer en respectvol
Casus – reflectie: rol levensbeschouwing Reanimeren of niet? – eigen situatie Ethische principes zorg
Ethisch handelen spirituele zorg
(Beauchamps & Childress, 2009)
(Winslow, 2007)
• • • •
Het goede doen, wat is heilzaam Brengt gezondheid niet in gevaar Autonomie Rechtvaardigheid
• Herken de spirituele behoeften, bronnen en voorkeuren • Volg de wensen van de patiënt • Dwing je eigen geloof en praktijken niet op • Wees je bewust van de uitwerking van je eigen geloof • Wees integer en respectvol
Herken de spirituele behoeften, bronnen en voorkeuren Anamnese: ‐ ‐
Hoe belangrijk is spiritualiteit/geloof en heeft men zorgen op dat gebied Welke spirituele ondersteuning wenst men van het team
Diepte‐interview: ‐ ‐ ‐ ‐
Als het belangrijk is en relevant voor de patiënt Met respect voor autonomie van de patiënt Als de zorgverlener competent is om dat te doen Relevant voor gezondheid van en zorg aan patiënt
Volg de wensen van de patiënt
Let op verbale en non‐verbale signalen van bevestiging en afwijzing ‘Spirituele gevoeligheid’
Dwing je eigen geloof en praktijken niet op • • • •
Patiënt is in kwetsbare positie Patiënt kan alles dat hoop brengt aangrijpen Zorgverlener zit in machtspositie Getuigen kan dan dwingend overkomen
Wees bewust van de uitwerking van je eigen overtuiging • ‘het is goed , hij is nu in de hemel’ • ‘in de hemel wacht ze op je’
Wees integer en respectvol ‘de stervende patiënt die elke vorm van spirituele zorg afwijst moet daarin gerespecteerd worden’ ‘wel niet reanimeren’
Lectoraat Zorg & Spiritualiteit www.lectoraatzorgenspiritualiteit
[email protected]