lesID Dr.Mobi klasgesprek WIE ZOEKT, DIE VINDT ...
• Hoe kom jij naar school? Op wie lijk je dan het meest? • Wie zou jij het liefst zijn? • Wie wil je liever niet zijn? • Wie geeft er het goede voorbeeld in het verkeer? • Wie doet er iets wat helemaal niet zo veilig is? • Zie je dingen die niet goed zijn voor de natuur? • Zie je dingen die goed zijn voor de natuur? • De kinderen gaan in een bepaalde volgorde achter Dr.Mobi aan. Kan jij een 4-letterwoord maken met de eerste letter van elk transportmiddel? (Antwoord: STOP) • Wat wordt er bedoeld met dat STOP-principe?
30/08/2011 16:42:52
Dr.Mobi verstopte 5 veilige en milieuvriendelijke thema’s in de affiche. Zo kunt u de affiche ook gebruiken om een boeiend klassikaal gesprek te voeren. De vragen van Dr.Mobi helpen u om de leerlingen aan het denken te zetten:
het STOP-principe: Stap wanneer het om kleine afstanden gaat; Trap met je fiets wanneer uw bestemming wat verder ligt; Openbaar vervoer brengt u naar nog verder gelegen plaatsen; Personenwagens gebruik je als de eerste drie onmogelijk zijn.
2
Kinderen die goed uitkijken bij het oversteken.
3
Fietsers die extra opvallen met helm, hesje en fietslicht.
4
Heel wat milieuvriendelijke voertuigen verminderen de uistoot van schadelijke gassen.
5
Een kikker die - net zoals veel van zijn vrienden minder geluk had tijdens de jaarlijkse paddenoversteek.
KLAS IN ACTIE! Op de affiche kunt u uw eigen slogans neerpennen of eigen activiteiten aankondigen in het witte vak. Een uitstekende klus voor de leerlingen. 1. Verdeel verschillende thema’s die te maken hebben met verkeersveiligheid of milieuvriendelijke mobiliteit over alle klassen. Voorbeelden van thema’s zijn: stappen op de straat, fietsen op de straat, zichtbaarheid in donkere dagen, dode hoek, het openbaar vervoer, gordel aan in de auto, fietsen is gezond, dieren in gevaar, gezonde lucht, alternatieve energiebronnen, waar komt ons eten vandaan (voedselkilometers) ... 2. Geef een inleidende les over het thema (bronnen op pagina 12). 3. Vraag op het einde van de les aan de leerlingen om een slogan te bedenken over het opgegeven thema die ze op de affiche kunnen schrijven en kies er de leukste slogan uit. 4. Hang de affiche met de klasslogan op de deur van elke klas. Zo kunnen de leerlingen aan de deur van elke klas ontdekken wat Dr.Mobi daar te vertellen heeft.
MEER LESIDEEËN OP WWW.VLAAMSBRABANT.BE/DRMOBI
SLIM-mobiliteit-02-middenkatern.ind
1
d 1
DEZE THEMA’S VERSTOPTE DR.MOBI IN DE AFFICHE...
BESTEL UW
Bestel uw Dr.Mobi materiaal Bestel voor 30 juni 2014 uw actiepakket en ontvang het voor 1 september op school. Andere aantallen zijn mogelijk mits een goede motivering en zolang de voorraad strekt.
©Floris
1 actiepakket bevat:
Straffe communicatie vergroot de zichtbaarheid en het succes van uw project. Dr.Mobi ontwierp raamstickers, een leuke affiche op A2-formaat en een V-bord met ruimte voor uw slogan. Zo kunt u uw eigen boodschap professioneel overbrengen aan kinderen, ouders en voorbijgangers.
3 V-borden Dr. Mobi Op de V-borden schrijft u uw verkeerstips voor leerlingen, ouders en passanten. e/drmobi
www.vlaamsbrabant.b
e/drmobi
www.vlaamsbrabant.b
www.vlaamsbrabant.be/drmobi
www.vlaamsbrabant.be/drmobi
6 Raamstickers Met de dubbelzijdige raamsticker loopt u Dr.Mobi niet onopgemerkt voorbij.
In de tekeningen zitten heel wat verborgen boodschappen. Zo kunt u tijdens een leuke klasactiviteit het thema duurzame mobiliteit stap voor stap verkennen. Al eens goed gekeken in welke volgorde de verschillende vervoerswijzen zijn afgebeeld? Wie zou de energie van die windmolens gebruiken? Waarom bengelt er een elektriciteitssnoer uit de wagen achter de bus? Welk opschrift staat er op het voertuig van de kabouters en waarom is dat zo belangrijk? Al gehoord van de Zeppelin NT of de Cargolifter?
i
Steven Fagard, 016-26 75 27,
[email protected]
5 Affiches Dr. Mobi Onderaan is ruimte voor uw eigen slogan of activiteit
Naamloos-2 1
30/08/2011 16:50:00
Naaml
oos-2
1
30/08/2
011
16:50:0
0
lesID vervoerscirkels vervoerscirkels lesID vervoerscirkels
De stapsnelheid van een jonge voetganger bedraagt De Destapsnelheid stapsnelheidvan vaneen eenjonge jongevoetganger voetgangerbedraagt bedraagt333ààà444 km/u. De snelheid van een jonge fi etser varieert tussen de 12 km/u. km/u.De Desnelheid snelheidvan vaneen eenjonge jongefietser fietservarieert varieerttussen tussende de12 12 en 16 km/u. Op een kwartiertje tijd kan jejeongeveer ongeveer 750 mm en en16 16km/u. km/u.Op Opeen eenkwartiertje kwartiertjetijd tijdkan kanje ongeveer750 750m tot km stappen of km fifietsen. etsen. Wie Wie zou er allemaal te tot tot111km kmstappen stappenof of333ààà444km kmfietsen. Wiezou zouer erallemaal allemaalte te voet of met de fifiets ets naar naar school kunnen komen? Tijd voor een voet voetof ofmet metde defiets naarschool schoolkunnen kunnenkomen? komen?Tijd Tijdvoor vooreen een onderzoek! onderzoek! onderzoek! Neem een stratenplan van de gemeente. Duid daarop de 1.1.1.Neem Neemeen eenstratenplan stratenplanvan vande degemeente. gemeente.Duid Duiddaarop daaropde de school en de plaats aan waar de leerlingen wonen. school schoolen ende deplaats plaatsaan aanwaar waarde deleerlingen leerlingenwonen. wonen.
ook best de veiligste weg naar hun bestemming, dat niet ook ookbest bestde deveiligste veiligsteweg wegnaar naarhun hunbestemming, bestemming,dat datisisisniet niet altijd de kortste. De afbakening van de ‘stapzone’ en ‘fi etsaltijd altijdde dekortste. kortste.De Deafbakening afbakeningvan vande de‘stapzone’ ‘stapzone’en en‘fiets‘fietszone’ zal ininde de meeste gevallen geen cirkel maar een veelzone’ zone’zal zalin demeeste meestegevallen gevallengeen geencirkel cirkelmaar maareen eenveelveelhoek zijn. Je kan de leerlingen ook met een routeplanner hoek hoekzijn. zijn.Je Jekan kande deleerlingen leerlingenook ookmet meteen eenrouteplanner routeplanner de afstand tussen twee plaatsen laten berekenen. Opgelet: de deafstand afstandtussen tussentwee tweeplaatsen plaatsenlaten latenberekenen. berekenen.Opgelet: Opgelet: een routeplanner berekent meestal de kortste, en niet de een eenrouteplanner routeplannerberekent berekentmeestal meestalde dekortste, kortste,en enniet nietde de veiligste veiligsteweg. weg. veiligste weg. vervoerscirkel theoretische vervoerscirkel vervoerscirkeltheoretische theoretischesituatie situatie
vervoerscirkelwerkelijke werkelijke situatie vervoerscirkel vervoerscirkel werkelijkesituatie situatie
2. Teken twee vervoerscirkels op de kaart met de school 2. 2.Teken Tekentwee tweevervoerscirkels vervoerscirkelsop opde dekaart kaartmet metde deschool school
als middelpunt. Teken een eerste cirkel met een straal die als alsmiddelpunt. middelpunt.Teken Tekeneen eeneerste eerstecirkel cirkelmet meteen eenstraal straaldie die overeenkomt met km op de kaart (de stapzone). Teken overeenkomt overeenkomtmet met111km kmop opde dekaart kaart(de (destapzone). stapzone).Teken Teken een tweede cirkel met een straal gelijk aan kilometer op de een eentweede tweedecirkel cirkelmet meteen eenstraal straalgelijk gelijkaan aan555kilometer kilometerop opde de kaart (de fifietszone). etszone). kaart kaart(de (defietszone).
BESPREKING: bEspREkING: bEspREkING: Wie valt binnen welke cirkel? Gebruik de verplaatsings1.1.1.Wie Wievalt valtbinnen binnenwelke welkecirkel? cirkel?Gebruik Gebruikjijjijjijde deverplaatsingsverplaatsingswijze voor jouw zone of niet? wijze wijzevoor voorjouw jouwzone zoneof ofniet? niet?
VERVOERSCIRKELS VOOR DE 2. Wat zijn de redenen waarom ouders en kinderen inineen een 2. 2.Wat Watzijn zijnde deredenen redenenwaarom waaromouders oudersen enkinderen kinderenin een vERvOERsCIRkEls vERvOERsCIRkElsvOOR vOORDE DE SCHOOLACTIVITEITEN bepaalde zone toch met de auto naar school komen? bepaalde bepaaldezone zonetoch tochmet metde deauto autonaar naarschool schoolkomen? komen? sCHOOlACTIvITEITEN sCHOOlACTIvITEITEN Onderzoek of een aantal buitenschoolse activiteiten (bezoek Onderzoekofofeen eenaantal aantalbuitenschoolse buitenschoolseactiviteiten activiteiten(bezoek (bezoek 3. Kan jejeeen een oplossing bedenken voor kinderen die met de 3. 3.Kan Kanje eenoplossing oplossingbedenken bedenkenvoor voorkinderen kinderendie diemet metde de Onderzoek aan zwembad, sporthal, bibliotheek enz.) binnen deze verauto tot aan de schoolpoort gebracht worden. (Iedereen kan auto autotot totaan aande deschoolpoort schoolpoortgebracht gebrachtworden. worden.(Iedereen (Iedereenkan kan te voet naar school gaan als de ouders hun wagen op een te tevoet voetnaar naarschool schoolgaan gaanals alsde deouders oudershun hunwagen wagenop opeen een honderdtal meter van de school parkeren en hun kinderen honderdtal honderdtalmeter metervan vande deschool schoolparkeren parkerenen enhun hunkinderen kinderen vanaf daar alaldan dan niet begeleid te voet naar school laten vanaf vanafdaar daaral danniet nietbegeleid begeleidte tevoet voetnaar naarschool schoollaten laten gaan.) gaan.) gaan.) Een vervoerscirkel hoeft geen cirkel te zijn. De werkelijke ***Een Eenvervoerscirkel vervoerscirkelhoeft hoeftgeen geencirkel cirkelte tezijn. zijn.De Dewerkelijke werkelijke afstand niet de afstand ininvogelvlucht. vogelvlucht. Kinderen nemen afstand afstandisisisniet nietde deafstand afstandin vogelvlucht.Kinderen Kinderennemen nemen
aan aanzwembad, zwembad,sporthal, sporthal,bibliotheek bibliotheekenz.) enz.)binnen binnendeze dezeververvoerscirkels liggen. voerscirkels voerscirkelsliggen. liggen. Stip ook de ondernomen en geplande leeruitstappen aan en Stip Stipook ookde deondernomen ondernomenen engeplande geplandeleeruitstappen leeruitstappenaan aanen en evalueer de vaststellingen. Wellicht moeten we het niet steeds evalueer evalueerde devaststellingen. vaststellingen.Wellicht Wellichtmoeten moetenwe wehet hetniet nietsteeds steeds zo ver van huis zoeken. De vraag is of een grote afstand aflegzozover vervan vanhuis huiszoeken. zoeken.De Devraag vraagisisofofeen eengrote groteafstand afstandaflegafleggen een meerwaarde betekent voor de leeruitstap. gen geneen eenmeerwaarde meerwaardebetekent betekentvoor voorde deleeruitstap. leeruitstap.
lesID vervoerscirkels Leeruitstappen kunnen groeien in afstand. Ga eens op zoek naar enkele locaties voor: • kleuters en 1ste leerjaar: op stapafstand in de onmiddellijke omgeving van de school • 2de en 3de leerjaar: op stap- en fietsafstand in de eigen gemeente • 4de leerjaar: op stap- en fietsafstand in de buurgemeenten • 5de leerjaar: met het openbaar vervoer in een naburige provincie • 6de leerjaar: met het openbaar vervoer in België of net over de grens.
WWW.VLAAMSBRABANT.BE/DRMOBI
ACHTERGRONDINFORMATIE Het Belgisch wagenpark telt ongeveer 4,9 miljoen wagens die zorgen voor 17% van de uitstoot van broeikasgassen in België. Ander opmerkelijk gegeven is dat de helft van de verplaatsingen met de auto korter zijn dan vijf kilometer. Ons autoverkeer draagt bij tot een verhoogd CO2-gehalte en verspreidt via de uitlaatgassen ook andere vervuilende stoffen zoals stikstofoxide, koolmonoxide en onverbrande koolwaterstoffen. Vooral te voet gaan en fietsen zijn gezonde, goedkope en milieuvriendelijke verplaatsingswijzen voor afstanden korter dan 5 kilometer. Voor sommige verplaatsingen is een auto wel noodzakelijk. Eigenlijk ligt een groot deel van de autoverplaatsingen dus binnen het bereik van de fietser. Waarom stappen dan niet meer mensen op de fiets? Vaak doen wij dingen uit gewoonte. Eén vierde van het verkeer tijdens de ochtendspits is woon-schoolverkeer. Omdat het verkeer steeds onveiliger wordt, brengen meer en meer ouders hun kinderen met de auto naar school. Daardoor wordt het nog drukker aan de schoolpoort met draaiende motoren en dubbel geparkeerde auto’s.
DEZE LESTIP IS EEN VAN DE VELE ACTIVITEITEN UIT DE FICHES VAN MOS. RAADPLEEG OOK DE ANDERE FICHES OP WWW.MOSVLAANDEREN.BE
MOS
duurzame scholen straffe scholen
MOS-scholen zijn scholen die geloven dat we samen kunnen leren duurzame keuzes te maken voor onze planeet. Maak deel uit van de MOS-community, registreer je als MOS-school op www.mosvlaanderen.be, en plaats jouw school op de Groene Kaart van Vlaanderen! Leerlingen werken samen met het schoolteam en ouders acties uit op maat van de school, zodat de leerlingen, schoolteam, en ouders bewuste keuzes leren maken en de school duurzamer wordt. Weten jullie niet goed hoe er aan te beginnen? Vraag je provinciale MOS-begeleider om langs te komen. Zij helpen je graag verder.
[email protected] - WW.VLAAMSBRABANT.BE/MOS
lesID vroeger en nu
Het autobezit in België groeit. Tussen 1977 en 2007 steeg het aantal personenwagens met ruim 2.200.000, terwijl de bevolking maar met iets meer dan 761.000 personen steeg. Daardoor wordt het steeds drukker op onze wegen en nemen reistijden toe. Door het groeiend aantal voertuigen stijgt ook de nood aan meer infrastructuur waardoor nog meer open en groene ruimtes worden ingenomen of doorsneden. De open ruimte geraakt stilaan op. Tijd dus om even stil te staan bij de vraag of het ook anders kan. Waarom niet met een vleugje nostalgie? Tijd voor verhalen uit de oude doos.
OUDE FOTO’S VERTELLEN
VERGELIJK OUDE EN NIEUWE FOTO’S Zoek enkele oude foto’s met een straatbeeld uit je gemeente en tracht vanuit hetzelfde standpunt een recente foto te nemen. Uw gemeente heeft wellicht een heemkundige kring waar heel wat informatie verkrijgbaar is. Vergelijk de foto’s met vooral aandacht voor de toegenomen verkeersdrukte en infra-
Foto uit 1904 van de ‘Statiestraat’ (nu: Stationsstraat) te Leopoldsburg, zo genoemd sedert de eerste trein in 1878 Leopoldsburg ‘binnen liep’ en het station werd gebouwd. Het straatbeeld vertoont weinig
structuur. Laat de leerlingen verwoorden wat er allemaal veranderde.
verkeer op het reeds gekasseid
VRAGEN:
nog, het verkeer van voertuigen
Kon je hier vroeger op straat spelen? Was het toen rustig of druk? Zou je
mocht nog in dubbel richting, men-
toen te voet of met de fiets naar school durven gaan? Wie bezat toen een auto? Waarom waren er toen nog niet zo veel vrachtwagens? Bestonden er toen ook al verkeersborden, wegmarkeringen? Gebeurden er toen ook al verkeersongevallen?
wegdek, de tramsporen liggen er
sen konden nog weinig gehinderd door passerende voertuigen de straat oversteken. Goed zichtbaar in de straat is een cremekar.
Kleuters kunnen foto’s rangschikken van heel oude naar recentere, van weinig verkeer naar grote
De eerste tram in Limburg vertrok
verkeersdrukte.
eind 1888 van Leopoldsburg naar Bree. In 1949 verdween de tram uit het straatbeeld. Begin 1960 werden de tramsporen opgebroken. (Bron: heemkundekring Leopoldsburg).
lesID vroeger en nu
HOE GING MEN VROEGER NAAR SCHOOL? U kunt de leerlingen hun ouders en grootouders laten bevragen hoe zij vroeger meestal naar de basisschool gingen. Stel met hen een aantal vragen op waarvan ze de resultaten kunnen verwerken in een diagram. U kunt een diagram maken over te voet, met de fiets, auto, openbaar vervoer/schoolbus.
o met de fiets o te voet o met de auto o het openbaar vervoer
aantal bevraagde leerlingen: ......... aantal bevraagde ouders: ......... aantal bevraagde grootouders: .........
Waarschijnlijk komen we door middel van het diagram tot de vaststelling dat het gemotoriseerd verkeer toegenomen is in de tijd en hieraan gerelateerd ook de belasting op het milieu.
leer‑ lingen
ouders
groot‑ ouders
VRAGEN:
Stel vragen aan de ouders en grootouders overAansluitend de afstand van hun woon‑ werk‑ kunt u tot dehun leerlinplaats en hoe ze zich verplaatsten. Misschien kun je daar met de leerlingen verrassende gen bij hun ouders en/of grootconclusies uit trekken. Werkte men vroeger dicht bij huis? Werd er meer gebruik gemaakt van het openbaar vervoer? Werkten er meer mensen thuis? Hadden sommige mensen ouders laten vragen: geen auto?
- waarom zij die verplaatsingswijze kozen - hoe het vroeger was met Aansluitend kun je de leerlingen bij hun ouders de en/ofverkeersveiligheid grootouders laten vragen en de drukte ‑ waarom zij die verplaatsingswijze kozen, ‑ hoe het vroeger was met de verkeersveiligheid en de verkeersdensiteit, - wat zij onderweg allemaal ‑ wat zij onderweg allemaal beleefden, ‑ of ze op school/werk bleven eten of niet,beleefden ‑ welke duidelijke veranderingen de mensen in de loop van de jaren gemerkt - of ze op school/werk blehebben wat hun mobiliteit betreft. ven eten Je kunt natuurlijk een ouder/grootouder in de klas uitnodigen om zijn/haar verhaal te komen vertellen. - welke duidelijke veranderingen de mensen in de loop van de jaren gemerkt hebben wat hun mobiliteit betreft. Waarschijnlijk komen we door middel van het diagram tot de vaststelling dat het gemo‑ toriseerd verkeer toegenomen is in de tijd en hieraan gerelateerd ook de belasting op het milieu.
U kunt natuurlijk een ouder/grootouder in de klas uitnodigen om zijn/haar ver
haal te komen vertellen.
WWW.VLAAMSBRABANT.BE/DRMOBI
DEZE LESTIP IS EEN VAN DE VELE ACTIVITEITEN UIT DE FICHES VAN MOS. RAADPLEEG OOK DE ANDERE FICHES OP WWW.MOSVLAANDEREN.BE
MOS
duurzame scholen straffe scholen
MOS-scholen zijn scholen die geloven dat we samen kunnen leren duurzame keuzes te maken voor onze planeet. Maak deel uit van de MOS-community, registreer je als MOS-school op www.mosvlaanderen.be, en plaats jouw school op de Groene Kaart van Vlaanderen! Leerlingen werken samen met het schoolteam en ouders acties uit op maat van de school, zodat de leerlingen, schoolteam, en ouders bewuste keuzes leren maken en de school duurzamer wordt. Weten jullie niet goed hoe er aan te beginnen? Vraag je provinciale MOS-begeleider om langs te komen. Zij helpen je graag verder.
[email protected] - WW.VLAAMSBRABANT.BE/MOS
lesID Voedselkilometers Duurzame mobiliteit heeft niet alleen te maken met de verplaatsingen die u zelf doet. Er rijden bijvoorbeeld heel wat vrachtwagens rond met voedsel dat uiteindelijk op uw bord belandt. De CO2-uitstoot van dit transport over land, via het water of door de lucht, heeft een belangrijke invloed op de opwarming van de aarde. Tijd voor een onderzoek!
WAT IS EEN VOEDSELKILOMETER? Een voedselkilometer geeft de afstand weer die ons voedsel aflegt van het veld tot op ons bord. Binnen Europa gebeurt dat meestal met de
De uitstoot van goederentransporten wordt uitgedrukt in gram CO2 per kilometer ton. Dit is de CO2-uitstoot om 1 ton levensmiddelen over een afstand van 1 km te vervoeren (bron: www.observ.be) :
vrachtwagen en in mindere mate per trein of via
15 tot 30 g/km ton
de binnenscheepvaart. Vanuit Azië, Australië en Amerika worden vliegtuigen ingezet voor de verse producten (zoals boontjes, verse kruiden of mango) en de boot voor de zogeheten bewaarproducten (zoals bananen, ananas, avocado of rijst).
30 g/km ton 210 tot 1.430 g/km ton Grotere vrachtwagens stoten meer CO2 uitdan kleinere. Een koelwagen stoot tot 800g/km ton meer uit. 570 tot 1.580 g/km ton Korte vluchten veroorzaken een hogere uitstoot van CO2 per km ton dan langere vluchten.
LABO-OPDRACHT: UITSTAP NAAR DE WINKEL. Ga met de leerlingen op stap naar de supermarkt. Kijk eens op het etiket naar de afkomst van het product. Bij elk voedingsproduct in de winkelrekken moet het land van herkomst aangeduid staan zodat u de oorsprong van een product kunt achterhalen. Jonge kinderen doen de indruk op dat heel wat producten van ver moeten komen. Vanaf de derde graad kunnen leerlingen, als voorbereiding, samen met hun ouders in de winkel op zoek gaan naar de afkomst van producten. Zo wordt het een unieke kans om ouders mee te sensibiliseren. PROBEER HET EENS VOOR DEZE TWEE KOMMEN FRUITSLA:
Fruitsla uit de streek
1
2
1
2
appel
1
Uit welke landen komen deze ingrediënten?
peer
Zijn er meerdere herkomstplaatsen, kies dan voor het fruit
aardbei
dat het dichtst bij huis wordt geoogst. Wordt het fruit in België geoogst, zoek dan uit welke streek
2
pruim
het wordt aangevoerd.
Fruitsla exotic
Hoeveel kilometers heeft uw fruitsla
mango
afgelegd?
ananas
Zoek in de klas op atlaskaarten het land van
kiwi
herkomst op en bereken bij benadering de
banaan
afgelegde afstanden.
lesID Voedselkilometers
Organiseer op de restaurantdag van de school of tijdens de projectweek over gezonde voeding een kleine tentoonstelling over voedselkilometers. Moedig zo de hele school aan om duurzaam te consumeren. Maak een grote wereldkaart en duid de weg aan die bepaalde voedingswaren moeten afleggen voordat zij bij ons in de winkel liggen. Neem het menu van het gezonde ontbijt als voorbeeld of serveer op uw restaurantdag de fruitsla die in de Labo-opdracht onderzocht werd. Verbind met spelden en touwtjes de verschillende punten met elkaar. Trek rechte lijnen voor vliegtuigtransport Maak slingerlijnen voor vrachtwagenvervoer en voor vaarroutes van transport per schip. De leerlingen van het zesde leerjaar kunt u laten berekenen hoeveel gram CO2 per kilometer ton er werd uitgestoten. Hang aan elk touwtje een label met vermelding van de uitstoot. Smakelijk eten!
WWW.VLAAMSBRABANT.BE/DRMOBI
DEZE LESTIP IS EEN VAN DE VELE ACTIVITEITEN UIT DE FICHES VAN MOS. RAADPLEEG OOK DE ANDERE FICHES OP WWW.MOSVLAANDEREN.BE
MOS
duurzame scholen straffe scholen
MOS-scholen zijn scholen die geloven dat we samen kunnen leren duurzame keuzes te maken voor onze planeet. Maak deel uit van de MOS-community, registreer je als MOS-school op www.mosvlaanderen.be, en plaats jouw school op de Groene Kaart van Vlaanderen! Leerlingen werken samen met het schoolteam en ouders acties uit op maat van de school, zodat de leerlingen, schoolteam, en ouders bewuste keuzes leren maken en de school duurzamer wordt. Weten jullie niet goed hoe er aan te beginnen? Vraag je provinciale MOS-begeleider om langs te komen. Zij helpen je graag verder.
[email protected] - WW.VLAAMSBRABANT.BE/MOS
lesID Leve de lucht! De Vlaamse Milieumaatschappij meet de kwaliteit van onze lucht. Zonder lucht geen leven, stelt ze. Jammer genoeg is de luchtkwaliteit niet altijd even behoorlijk. Verkeer, verwarming, industrie vervuilen de lucht die we inademen. Of beter: ons verkeer, onze verwarming, onze industrie doen dat. Want u en ik houden zelf de sleutels tot minder luchtvervuiling in handen. En dus ook tot een betere gezondheid. Op www.vmm.be vindt u meer informatie over het thema gezonde lucht. Drie experimenten van Dr.Mobi geven de kinderen inzicht in oorzaken en gevolgen van luchtverontreiniging. Zo kijkt u eens door een andere bril naar onze mobiliteit.
FIJN STOF Fijn stof is een verzamelnaam voor kleine, met het blote oog onzichtbare, deeltjes die in de lucht zweven zoals bijvoorbeeld roetdeeltjes of zeezout. Die kleine deeltjes ademen we in en dat is niet zo gezond. Vooral kinderen, ouderen en mensen met longproblemen, hart- en vaatziekten hebben er last van.
ZURE REGEN Uitlaatgassen bevatten stoffen die zich vermengen met het vocht in de wolken. Zo ontstaat er ‘zure regen’ en de gevolgen daarvan zijn niet min. Planten en bomen worden vatbaarder voor ziektes of sterven af. Wanneer zure regen neerkomt op oude gebouwen, lost de kalksteen op. Misschien kent de klas wel gebouwen in de buurt die er wat ‘aangevreten’ uitzien.
Als er heel veel luchtverontreiniging is, bijvoorbeeld bij SMOG-alarm, roept de overheid op om geen zware inspanningen te doen.
Dr.Mobi Labo: Maak je eigen rodekool-zuurverklikkers (2de graad)
Dr.Mobi Labo: Vang het stof op dat in uitlaatgassen zit (1ste graad) 1. Maak een koffiefilter of een stuk keukenpapier vast op een lange stok 2. Hou je meettoestel gedurende een minuut achter de uitlaat van een auto of de schoolbus.
1. Snijd rode kool in stukjes en kook ze minstens 10 minuten in een pan water.
2. Giet alles door een zeef en vang het rode sap op.
3. Knip een filterzakje in reepjes en dompel ze in het sap.
5. Dompel een strookje in kraantjeswater, citroensap, azijn en regenwater. Hoe zuurder de vloeistof, hoe roder het strookje. Kleurt het strookje eerder blauw, dan is uw vloeistof een base.
Wat zie je op je papier?
4.Laat de strookjes even drogen.
U kunt met de vloeistoffen ook een groeitest doen. Zaai tuinkers in verschillende potjes en kijk welk effect de verschillende vloeistoffen hebben op de groei ervan.
lesID Leve de lucht! BROEIKASGASSEN Broeikasgassen
houden
ons
warm. Ze zorgen ervoor dat de gemiddelde temperatuur op aarde 15°C bedraagt. CO2 is zo’n broeikasgas dat van nature op onze planeet aanwezig is. Maar menselijke activiteit, zoals het verkeer, zorgt er de laatste 100 jaar voor dat er steeds meer broeikasgassen zijn. Hoe meer broeikasgassen, hoe meer broeikaseffect, hoe hoger de gemiddelde temperatuur op aarde. Om de gevolgen voor mens en natuur in te perken,
Dr. Mobi Labo: plastic broeikas (3e graad) Neem twee thermometers. Stop één thermometer in een plastic zakje en knoop het dicht. Leg de andere thermometer en het zakje naast elkaar in de zon. Wat zie je? Zoek in de krant of op het internet naar artikelen over gevolgen van klimaatverandering. Maak er een mooie tentoonstelling mee in de toegangshal van de school.
doen we er goed aan om onze CO2 uitstoot aan te pakken.
WWW.VLAAMSBRABANT.BE/DRMOBI
DEZE LESTIP IS EEN VAN DE VELE ACTIVITEITEN UIT DE FICHES VAN MOS. RAADPLEEG OOK DE ANDERE FICHES OP WWW.MOSVLAANDEREN.BE
MOS
duurzame scholen straffe scholen
MOS-scholen zijn scholen die geloven dat we samen kunnen leren duurzame keuzes te maken voor onze planeet. Maak deel uit van de MOS-community, registreer je als MOS-school op www.mosvlaanderen.be, en plaats jouw school op de Groene Kaart van Vlaanderen! Leerlingen werken samen met het schoolteam en ouders acties uit op maat van de school, zodat de leerlingen, schoolteam, en ouders bewuste keuzes leren maken en de school duurzamer wordt. Weten jullie niet goed hoe er aan te beginnen? Vraag je provinciale MOS-begeleider om langs te komen. Zij helpen je graag verder.
[email protected] - WW.VLAAMSBRABANT.BE/MOS
lesID Roadmovie Kinderen hebben een andere kijk op hun omgeving en op het verkeer. Letterlijk omwille van fysieke en cognitieve kenmerken, maar evengoed spreekwoordelijk vanuit hun eigen beleving. Op straat valt heel wat te ontdekken, want achter elke hoek schuilt een nieuw avontuur. Zien: Kinderen merken door hun kleine gestalte andere weggebruikers minder snel op. Ze kunnen bijvoorbeeld niet over een geparkeerde wagen kijken. Plaatsen die voor een volwassene niet meteen een knelpunt vormen kunnen dat voor kinderen wel zijn. Horen: Er zijn heel wat geluiden in het verkeer. Kinderen vinden het moeilijker om te herkennen uit welke richting een geluid komt en kunnen de betekenis niet altijd onderscheiden. Ontdekken: Voor jonge kinderen is de straat een nieuwe wereld die ze met veel goesting willen ontdekken. Onderweg komen er heel wat prikkels op hen af. Kinderen kijken graag naar wat hen opvalt of interesseert. Kennen en kunnen: Kinderen leren nog volop bij over verkeersregels. Alle verkeersborden kennen is een flinke opgave. De regels omzetten in de praktijk en reageren op gedrag van andere weggebruikers vraagt heel wat oefening. Een uitgebreid overzicht van wat kinderen kennen en kunnen in het verkeer staat in Inzicht, nummer 11, SOS, mijn kind op de fiets. op www.mobiel21.be.
OPDRACHT: MAAK EEN ROADMOVIE MET DE KLAS
1. Zet de leerlingen samen in kleine groepjes om de route die ze nemen naar de school of de sporthal uit te tekenen op een kaart.
Leen een GoPro sportcamera bij de provinciale uitleendienst en maak een
2. Oefen even met de camera op
Roadmovie met de klas.
de speelplaats om te wennen aan het gebruik.
De GoPro is een lichte camera die speciaal ontworpen is voor dit soort actie-
3. Fiets langs de uitgestippelde
beelden. In de set vindt u verschillende
route met de GoPro camera.
accessoires om de camera veilig op een
Beslis op basis van de verkeerssituatie
fietsstuur of fietshelm te bevestigen.
op de route en de fietsvaardigheid van de leerlingen of u een volwassen
www.vlaamsbrabant.be/uitleendienst
begeleider mee op pad stuurt. 4. Bekijk samen de opgenomen beelden. Deze vragen geven al een
©Gopro.com
aanzet voor de bespreking:
a. Wat zijn de leukste stukken van de rit? b. Op welke plaatsen is er druk verkeer? c. Heb je overal een even goed zicht op de verkeerssituatie? Waarom niet? d. Welke geluiden hoor je onderweg? e. W elke plaats maakt je nieuwsgierig? f. W elke verkeersborden heb je gezien en wat betekenen ze? g. W elke weg, fietspad of plaats kan beter ingericht worden? 5 .Maak met alle antwoorden een grote muurkrant. Denk bij de genoteerde knelpunten ook al eens na over mogelijke oplossingen.
lesID Roadmovie Organiseer je eigen filmestival Je kan met de beelden ook een leuke actiefilm maken met een leuk achtergrondmuziekje. Vraag aan de ICT-coördinator wat hulp om je op weg te zetten. Vertoon alle afgewerkte filmpjes op een filmfestival. Gratis popcorn voor wie te voet of met de fiets komt!
Dr.Mobi Labo: Filmen met je eigen smartphonehouder
Benodigdheden:
Stevig karton Breekmes Snijplank 4 elastiekjes 2 plastic snelbinders Fietshelm
1. Snij een lange strook karton uit die net iets smaller is dan de smartphone. 2. Maak twee U-vormige benen.
3. Plooi aan het andere uiteinde een kleine goot. Daar ligt de smartphone in zodat die niet kan vallen onderweg. 4. Plooi de twee benen zo om tot de smartphone rechtop kan staan vooraan op de fietshelm. 5. Doe 4 elastiekjes rond de houder.
6. Maak de houder vast aan de fietshelm met de snelbinders. 7. Schuif de smartphone onder de rekjes. Zwaai eens met de helm heen en weer om te testen of alles goed vast zit.
lesID Doe de test Dr.Mobi Labo: De vergelijkende test Laat de leerlingen de verschillende vervoerwijzen met elkaar vergelijken in een echte test.
©Floris
Deel de klas op in groepjes en zorg voor een volwassen begeleider. Elk groepje vertrekt op hetzelfde moment om een boodschap te doen. Bijvoorbeeld om een brood te halen bij de bakker, een krant in de boekenwinkel… Naar elke bestemming gaat er een groep te voet, een andere met de fiets en de laatste met de auto. Als dat mogelijk is kan er ook een groepje met het openbaar vervoer gaan. Benadruk dat ze de verkeersregels moeten respecteren en dat het geen race is.
Laat de kinderen op een routeplanner of kaart uitzoeken welke weg ze moeten volgen. Laat hen ook schatten hoeveel tijd ze nodig hebben voor de boodschap en de verplaatsing. Vraag hen om onderweg al goed na te denken over de voor- en nadelen van de vervoerswijze. Wanneer ze terug aankomen in de klas noteren ze de duur van de uitstap. Gebruik onderstaande tabel om de voor- en nadelen te bespreken.
Voordelen
TE VOET
FIETS
BUS
TREIN
AUTO
TE VOET
FIETS
BUS
TREIN
AUTO
Je bent beschermd tegen weer en wind Sportief Snel Je kunt een praatje slaan Niet vervuilend Je kunt samen rijden/stappen met enkele vrienden Je komt aan wanneer je wilt en vertrekt wanneer je wilt Parkeren voor de deur Je kunt je boodschappen makkelijk vervoeren
Nadelen Als het regent wordt je nat Niet zo snel Je moet je uurwerk in de gaten houden Het brengt je niet tot vlak voor de deur Maakt lawaai Vervuilt de lucht Last van file of vertraging Het kost geld Het is vermoeiend
Bron: MOS-themabundel mobiliteit