Jaarverslag 2012 Datum Status Door
: 12 juni 2013 : Definitief na goedkeuring Raad van Toezicht in vergadering 13 juni 2013 : L. van Duijn, voorzitter College van Bestuur
Inhoud Inhoud ...................................................................................................................................................................... 2 Leeswijzer ................................................................................................................................................................. 3 Voorwoord Raad van Toezicht ...................................................................................................................................... 4 Voorwoord College van Bestuur .................................................................................................................................... 5 Inleiding .................................................................................................................................................................... 6 Het College van Bestuur en de Raad van Toezicht ...................................................................................................... 6 De scholen van de Stichting Willem van Oranje .............................................................................................................. 7 Medezeggenschapsraad .......................................................................................................................................... 9 Onderwijs ................................................................................................................................................................. 10 Introductie ........................................................................................................................................................... 10 Activiteiten ........................................................................................................................................................... 10 Resultaat.............................................................................................................................................................. 11 Conclusie ............................................................................................................................................................. 16 Organisatie ............................................................................................................................................................... 17 Introductie ........................................................................................................................................................... 17 Activiteiten ........................................................................................................................................................... 19 Conclusie ............................................................................................................................................................. 19 Personeel ................................................................................................................................................................. 20 Introductie ........................................................................................................................................................... 20 Doelen in 2012 ..................................................................................................................................................... 20 Activiteiten ........................................................................................................................................................... 20 Resultaat.............................................................................................................................................................. 21 Conclusie ............................................................................................................................................................. 23 Omgeving................................................................................................................................................................. 24 Introductie ........................................................................................................................................................... 24 Resultaat.............................................................................................................................................................. 26 Conclusie ............................................................................................................................................................. 27 Financiën.................................................................................................................................................................. 28 Introductie ........................................................................................................................................................... 28 Strategische doelen ............................................................................................................................................... 28 Activiteiten ........................................................................................................................................................... 28 Resultaat en financieel jaarverslag, een toelichting op de Staat van baten en lasten en een toelichting bij het resultaat 2012 ........................................................................................................................................................................... 28 Toekomstparagraaf .................................................................................................................................................... 34
2
Leeswijzer Voorwoord
Organisatie Stichting Willem van Oranje
De scholen van de Stichting Willem van Oranje
Onderwijs
Organisatie
Personeel
Omgeving
Financiën
Toekomstparagraaf
Inspectie Ouders Personeel Samenwerkingsverbanden Gemeente Toeleverende scholen Raad van Toezicht
3
Voorwoord Raad van Toezicht Het jaar 2012 heeft de Raad van Toezicht in gesprek met het College van Bestuur actief nagedacht over de doelen en de kaders met betrekking tot het strategisch beleidsplan 2013-2015. Dit natuurlijk met inachtneming van ieders eigen verantwoordelijkheid en mandaat. Er zijn veel omgevingsfactoren waarop geanticipeerd moet worden en bedrijfsmatig moest en moet er soms scherp aan de wind gezeild worden. Veel aandacht is ook gegeven aan de positionering van het Willem in de regio en de kwaliteit van het onderwijs. Daarnaast heeft het identiteitsvraagstuk verder uitwerking gekregen. Identiteit is niet het toefje slagroom op de pudding, iets “extra’s”, identiteit raakt aan de wortels van het onderwijs. Middels de merkbelofte – die we in samenspraak met de verschillende stakeholders hebben geformuleerd – geven we aan wat de waarden van onze school zijn en hoe die waarden vorm geven aan een beloftevolle toekomst voor onze kinderen en jongeren, een toekomst waarin zij zich ten volle kunnen ontwikkelen als beelddragers van God. Identiteit is daarmee een integraal onderdeel geworden van beleid en een integraal onderdeel van het onderwijs. De waarden van het Willem zijn niet exclusief (uitsluitend), maar inclusief (omvattend en uitnodigend) en laten daarmee een tegengeluid horen tegen het cynisme en het individualisme van onze tijd. Als Raad van Toezicht willen we onze dank uitspreken in de richting van onze bestuurders: zij hebben het schip op koers weten te houden, ook als er sprake was van tegenwind. Maar ook alle andere medewerkers verdienen onze dank voor de manier waarop zij zich inzetten voor ons “Willem”. Met elkaar mogen we laten zien wat én Wie ons beweegt als beelddragers van God.
Dr. F.A. Petter Voorzitter Raad van Toezicht
4
Voorwoord College van Bestuur Het jaar 2012 is voor ons voortgezet onderwijs het laatste jaar van de schoolplanperiode 2008 -2012. Het afgelopen jaar stond in het teken van afronding en anderzijds van de voorbereidingen van het nieuwe strategisch beleidsplan van de Stichting Willem van Oranje 2013 - 2015 en de daaraan gekoppelde schoolplannen, jaaractiviteitenplan in het basisonderwijs en de locatie resultaten plannen in het voortgezet onderwijs. Veel zaken zullen ook nog doorlopen, maar met andere accenten. Zo werden de activiteiten gericht op de gestelde doelen in het bestuursakkoord. In het basisonderwijs hadden we te maken met reorganisatie als gevolg van krimp, met kwaliteitsverbetering en met de nieuwbouw van de Juliana van Stolbergschool in Waalwijk. Zowel in het basis- als voortgezet onderwijs wordt deelgenomen aan het project School aan Zet. Belangrijk is dat we ons concentreren op onderwerpen die aantoonbaar effect hebben op de kwaliteitsverbetering van ons onderwijs. Daarbij geldt dat in de beperking zich de meester toont. Doelgericht handelen en opbrengstgericht werken is voor ons een uitdaging. In dit jaarverslag is ook het financieel jaarverslag van 2012 opgenomen. Om het protestants-christelijk onderwijs te versterken, hebben we ons Stichtingbreed gebogen over onze identiteit. Dat heeft geresulteerd in het formuleren van de merkbelofte voor de totale Stichting. Ook hebben we werk gemaakt van onze horizontale verantwoording door o.a. het installeren van Vensters voor Verantwoording en Schoolkompas voor het voortgezet onderwijs en het instellen van klankbordgroepen voor ouders. De belangrijkste voorwaarden voor de continuïteit van onze scholen zijn: heldere identiteit, kwalitatief goed onderwijs, behoud of versterken van ons marktaandeel, de professionalisering van de medewerkers en een gezonde financiële bedrijfsvoering. Wij zullen op onze vier strategische velden, te weten onderwijs, personeel, organisatie en omgeving u een terug- en vooruitblik geven in dit jaarverslag. Als bestuur spreken wij onze dank uit aan alle medewerkers voor hun inzet voor onze leerlingen, ook willen wij leerlingen, ouders/verzorgers en externe ondersteunende instanties bedanken voor hun bijdrage aan ons onderwijs. Onderwijs dat wij mogen verzorgen in afhankelijkheid van God en geïnspireerd door Zijn Woord.
L. van Duijn Voorzitter College van Bestuur
J.M. de Bruin Lid College van Bestuur
5
Inleiding De Stichting Willem van Oranje bestaat uit twee scholen voor voortgezet onderwijs en twee scholen voor basisonderwijs en een school voor speciaal basisonderwijs. Het totaal aantal leerlingen is gelijk gebleven. Het basisonderwijs kent twee locaties te Waalwijk, te weten de Juliana van Stolbergschool en de Oranjeschool, die in verband met afbouw thans gehuisvest zijn in een collega school de Theresia te Waalwijk. De Oranjeschool zal per 1 augustus 2013 worden gesloten. Het speciaal basisonderwijs De Leilinde is gehuisvest in Heusden evenals de basisschool De Fontein. Het voortgezet onderwijs heeft een locatie in Wijk en Aalburg, Perzikstraat 7, en twee locaties in Waalwijk, hoofdvestiging op De Gaard 4 en een locatie op de Van Casterenstraat in Landgoed Driessen. De Stichting Willem van Oranje hanteert voor haar sectoren de code van goed bestuur PO en de code van goed bestuur VO.
Raad van Toezicht
College van Bestuur Centrale Directie
Staforganisatie - Bedrijfsvoering
met algemene managementtaken Secretariaat College van Bestuur
- Financiën - Personeel - ICT
Afstemmingsoverleg met staforganisatie
GMR PO Kerndirectie PO
Kerndirectie VO
Locatie directie
Locatie directie
Locatie directie
SBaO De Leilinde
Juliana van Stolbergschool
Basisschool De Fontein
MR per school
Locatie directie
Locatie directie
WvOC Locaties Waalwijk
WvOC Locatie Wijk en Aalburg
MR VO
Het College van Bestuur en de Raad van Toezicht De Stichting Willem van Oranje heeft een College van Bestuur van twee personen en een Raad van Toezicht met zeven personen. De Raad van Toezicht houdt toezicht op bestuur volgens het principes van John Carver de zgn. Policy Governance. Voor het toezicht is een toezichtskader opgesteld. De Raad van Toezicht laat zich coachen en scholen door de heer J. Maas van bestuursvraagstukken uit Harmelen. Het College van Bestuur bestaat uit twee personen: de heer L. van Duijn, voorzitter en de heer J.M. de Bruin, lid De Raad van Toezicht bestaat uit 7 leden. De leden zijn: mevrouw A.W. de Bruijn-van Helden de heer J.E.J. Dörr de heer J. Lam de heer dr. F.A. Petter (voorzitter) de heer P.A.J. Pruijssers de heer F. van Reen de heer J. Uijl
6
De scholen van de Stichting Willem van Oranje Naam van de school PO
Brinnr.
Directie
Leerlingen aantal 2010
Leerlingen aantal 2011
Leerlingen aantal 2012
10RF02
Mevrouw J. van HeijstWarnaer
58 leerlingen
52 leerlingen
11 leerlingen
PCBS Juliana van Stolberg 10RF00 Woeringenlaan 20 5144 CJ Waalwijk T 0416 – 332287 F geen faxnummer e-mail:
[email protected] site: www.julianavanstolbergschool.nl
Mevrouw A. BuijsVersteeg
289 leerlingen
281 leerlingen
336 leerlingen
SBO De Leilinde Kasteellaan 41 5256 GV Heusden T 0416- 339486 F geen faxnummer e-mail:
[email protected] site: www.deleilindesbo.nl
23DK
De heer D. Barghoorn
54 leerlingen
57 leerlingen
77 leerlingen
SBO De Poort Molenstraat 1 5141 BS Waalwijk T 0416 - 336231 F geen faxnummer e-mail: geen e-mail site: geen site
05UC
23 leerlingen
13 leerlingen
opgeheven
PCBS Oranjeschool Oranjeplein 10 5142 SL Waalwijk T 0416 - 333032 F geen faxnummer e-mail: via site site: www.cbsoranjenassau.nl
09ZC
91 leerlingen
65 leerlingen
Zie Juliana van Stolbergschool
515 leerlingen
468 leerlingen
424 leerlingen
CBS De Fontein Kasteellaan 41 5256 GV Heusden T 0416 – 662130 F 0416 – 660235 e-mail:
[email protected] site: www.cbs-defontein.nl
Mevrouw A. BuijsVersteeg
Totaal aantal leerlingen PO
Naam van de school VO
Brinnr.
Directie
Leerlingen aantal 2010
Leerlingen aantal 2011
Leerlingen aantal 2012
VO Willem van Oranje College De Gaard 4 5146 AW Waalwijk T 0416 – 333069 F 0416 – 344499 e-mail:
[email protected] site: www.het-willem.nl
01GH
De heer C.W. Smit
1.574 leerlingen
1.601 leerlingen
1.625 leerlingen
VO Willem van Oranje College Perzikstraat 7 4261 KC Wijk en Aalburg T 0416 – 691722 F 0416 – 691683 e-mail:
[email protected] site: www.het-willem.nl
01GH
Mevrouw A.K. Spuijbroek-Maijers
613 leerlingen
601 leerlingen
626 leerlingen
Totaal aantal leerlingen VO
2.187leerlingen
2.202 leerlingen
2.251 leerlingen
Totaal aantal leerlingen Stichting Willem van Oranje
2.707 leerlingen
2.670 leerlingen
2.675 leerlingen
7
PCBS Juliana van Stolberg zal in 2013 een nieuwe school betrekken op de huidige locatie. De stichting verzorgde met de Juliana van Stolbergschool, De Hoeksteen (collega basisschool) en het Willem van Oranje College in 2012 een Plusklas voor hoogbegaafde leerlingen. Eén dagdeel per week ontvangen zij op het voortgezet onderwijs een extra onderwijsaanbod. PCBS De Fontein is een nevenvestiging van PCBS Juliana van Stolberg. De leerlingenaantallen blijven beneden de gewenste aantallen en dreigde onder de 50 leerlingen te komen. In 2012 is besloten dat deze school zal worden afgebouwd en in 2013 zal sluiten. In goed overleg met personeel en ouders is dit besluit genomen, de leerlingen zullen merendeels onze collegaschool van Scala gaan bevolken. SBaO De Leilinde Deze school heeft in 2012 een kleine groei doorgemaakt en men werkt er volgens het Dalton-principe. De Leilinde behoort tot het Samenwerkingsverband Over Maas en Duin en verzorgt de opvang van met name leerlingen van protestants-christelijke huize. PCBS Oranjeschool De Oranjeschool is in 2010 gefuseerd met de Juliana van Stolbergschool. De Oranjeschool zal per 1 augustus 2013 ophouden te bestaan, in 2012 volgt alleen groep 8 nog onderwijs. Willem van Oranje College locatie Waalwijk De locatie Waalwijk bevat de afdelingen VMBO T (MAVO), HAVO, Atheneum en Gymnasium. Op het VMBO is er een mogelijkheid om een ICT-route te volgen vanaf klas 3. Het aantal leerlingen in 2012 is gestegen naar 1625 leerlingen. De groei wordt in 2012 opgevangen op de Van Casterenstraat. Speciale onderwijsprogramma’s zijn er in Atheneum: de Cambridge Class en in HAVO 4-5: het International Business College (IBC) met ondersteuning van een ONO-subsidie en Bèta Platform. Willem van Oranje College locatie Wijk en Aalburg De locatie Wijk en Aalburg heeft de afdelingen VMBO met LWOO (leerweg ondersteunend onderwijs), VMBO Basisberoepsgericht, VMBO kaderberoepsgericht, VMBO Gemengd/Theoretisch en VMBO Theoretische leerweg en is instroompunt HAVO tot en met klas 3 en Atheneum tot en met klas 2. Speciale onderwijsprogramma’s zijn er in VMBO basisberoeps- en kadergerichte leerweg met het Vakcollege en in VMBO T de VMBO T Business met ondersteuning van een ONO-subsidie. Toelatingsbeleid Onze scholen hebben een open toelatingsbeleid, waarbij wij vragen aan ouders die onze grondslag niet kunnen onderschrijven, deze te respecteren en deelname van hun kinderen aan schoolactiviteiten met een christelijk karakter. Zonodig zijn er gesprekken met ouders om verwachtingen af te stemmen. De toelating op het voortgezet onderwijs is gebaseerd op het advies van de basisschool. Bij plaatsing is het advies van de basisschool leidend. Wordt dat advies onderbouwd door de wens van de ouders en een cito-score, dan wordt tot definitieve plaatsing in gevraagde brugklas overgegaan. Bij de plaatsing van leerwegondersteunend onderwijs is er een indicatie nodig van de PCL (permanente commissie leerlingenzorg). De opvang in klassen met een groepsleerkracht geeft deze leerlingen veel structuur en geborgenheid. Het aantal gedragsproblemen is daardoor sterk verminderd. Voor de speciale onderwijsprogramma’s gelden specifieke eisen en is er een intakegesprek en/of sollicitatiegesprek. Voor de toelating VMBO-T en HAVO volgen we de toelatingscode die regionaal met de scholen voor voortgezet onderwijs is afgesproken.
8
Medezeggenschapsraad In onze stichting heeft het basisonderwijs voor de Juliana van Stolbergschool/Oranjeschool en SBaO De Leilinde een medezeggenschapsraad (MR) en De Fontein heeft een deelraad. Daarnaast functioneert er een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). In het voortgezet onderwijs is voor de drie locaties één MR, waarin ook leerlingen en ouders zijn opgenomen. De stichting ervaart de werkzaamheden van de medezeggenschapsraden als positief en betrokken en als een waardevolle bijdrage aan ons onderwijs. Onderwerpen die in 2012 in de GMR zijn besproken, zijn: afvloeiingsvolgorde in verband met reorganisatie/fusie begroting 2013, meerjarenbegroting en formatie jaarverslag en financieel jaarverslag Passend Onderwijs en zorgplan Samenwerkingsverband Over Maas en Duin Samenvoeging SBaO scholen De Poort en De Leilinde per 1 augustus 2012 afbouw Oranjeschool Waalwijk 2012-2013 DGO (Decentraal Georganiseerd Overleg) met vakcentrales sociaal plan en meerjarenformatie toekomst en sluiting basisschool De Fontein in Heusden meldcode huisewlijk geweld en kindermishandeling GMR-reglement zorgprofielen Passend Onderwijs gratificatieregeling identiteit Onderwerpen die in 2012 in de MR VO zijn besproken, zijn: risicomanagement zorgprofielen VO periodisering en jaarrooster taal- en rekenbeleid code huiselijk geweld onderwijstijd wijziging lessentabel klas 1 en 2 jaarverslag en financieel jaarverslag 2011 formatie 2012-2013 overgangsnormen ICT-protocol gebruikers Gezonde School vakantieregeling tevredenheidsonderzoek leerlingen en ouders/verzorgers vrijwillige ouderbijdrage en schoolkosten MR-verkiezingen Fuwa VO Vensters voor Verantwoording Begroting 2013, meerjarenbegroting zorgplan Samenwerkingsverband VO De Langstraat.
9
Onderwijs Introductie Ambities De ambities die geformuleerd zijn in het strategisch beleidsplan zijn in 2012 aangescherpt in het kader van het project School aan Zet. De krachtige leeromgeving heeft in basisonderwijs en het voortgezet onderwijs een vertaling gekregen richting: - Streven naar resultaten en rendement boven het landelijk gemiddelde, maatwerk in de zorg en excellentie in het kader van Passend Onderwijs. - Horizontale verantwoording is versterkt door intern en extern het opbrengstgericht werken transparanter te maken. - Versterkt rekenen- en taalonderwijs. - Uitgangssituaties zijn beschreven en doelen zijn vastgesteld. Hierbij hanteren we de prestatie indicatoren uit de bestuursakkoorden PO en VO.
Activiteiten Het voortgezet onderwijs In 2012 is weer extra ingezet op het verrijken van ons onderwijsaanbod. Daarbij moeten we letten op balans. Balans tussen de extra’s en de vereiste basisresultaten van ons reguliere onderwijs en de balans tussen ambitie en financieringsmogelijkheden. De ontwikkelingen die we drie jaar geleden zijn gestart met de Plusklas in het basisonderwijs voor hoogbegaafden, Vak College VMBO, VMBO-T Business, IBC (International Business College) en Cambridge Class in het Atheneum, gaan voortvarend en zorgen voor de nodige nieuwe stimulansen. Het Vakcollege in het VMBO kan zich verheugen in steeds meer aanmeldingen. In 2012 is samen met het ROC Da Vinci uit Dordrecht/Gorinchem het programma voor klas 5 en 6 opgesteld. De komende vier jaar zullen we samen met het ROC zorgen voor een onderwijsaanbod. Scholing van VMBO- en ROC-docenten vindt plaats op de werkvloer door collegiale uitwisseling van stof en personeel. Het IBC geeft door veel buitenschools leren ook docenten de mogelijkheid samen te werken en te leren met collega’s uit het HBO (Avans) en de Universiteit van Tilburg. Ook veel ervaring wordt opgedaan door nauwe samenwerking met bedrijven uit de regio. Het internationale karakter van de opleiding IBC zal op het VWO IBR (International Business and Research) versterkt worden in klas 4, 5 en 6 door tweetalig onderwijs. Zowel IBC als VMBO-T Business worden gesubsidieerd door ONO (Ondernemend Onderwijs) van het Ministerie van Economische Zaken. Onze school c.q. HAVO-afdeling, profiel Economie en Maatschappij, vervult met een team van docenten een voortrekkersrol in Nederland. Doel is om IBC als 20-80 concept uit te rollen over Nederland, d.w.z. dat leerlingen in 80% van de tijd hun HAVO-diploma halen en in 20% hun Business kwalificatie. Op dit moment volgen inmiddels circa 10 scholen dit programma. Door deze ontwikkelingen ontstaat er voor leerlingen en personeel een zeer gemotiveerde leeromgeving en mogelijkheden tot ontwikkeling. De Plusklas De Plusklas in groep 7 en 8 van de basisscholen is uitgebreid tot collega basisscholen en wordt thans ondersteund door de heer J. van Nuland. De docenten in het basisonderwijs (1) en voortgezet onderwijs (2) volgen een cursus voor hoogbegaafde leerlingen in Nijmegen. De doorlopende zorg- en leerlijn PO-VO voor hoogbegaafde leerlingen krijgt steeds meer vastere vorm. Hoogbegaafdheid is een onderdeel van excellentiebeleid. Het basisonderwijs Om het rekenonderwijs te verbeteren is er in het basisonderwijs een inhoudsopgave van borgboek opgesteld. Om versterkt rekenen en wiskunde onderwijs te borgen worden per methodeblok door leerkrachten van groep 3 t/m 8 cursussen gevolgd. Naast het werken met de methode is er aandacht voor parwo-gedachtengoed. Praktisch rekenen en wiskunde onderwijs, waarin met concrete rekenopdrachten en spelletjes het rekeninzicht van de kinderen geprikkeld wordt. In 2012 hebben we een visitatie gehad van ons natuurlijk Engels, Early Bird. We voldoen als eerste school in Midden-Brabant aan de standaard VTTO (= Vroeg Vreemde Talen Onderwijs). Er wordt door de vakleerkracht en de groepsleerkrachten op verschillende momenten in de week Engels gesproken met de kinderen. Deze momenten zijn geïntegreerd met de lessen of de thema’s die in de planning staan. Het varieert van liedjes, verhaaltjes, programma’s op de computer, gesprekken en opdrachten tot presentaties en werkstukken. Naast het integreren met de al bestaande vakken, is er ook aandacht voor de bewustwording van het leven in een internationale samenleving. Zo zijn er contacten met andere scholen in het buitenland. De doorgaande leerlijn met het voortgezet onderwijs moet volgend jaar verder worden uit gewerkt.
10
Resultaat Toezichtarrangementen Door de Inspectie van het Onderwijs zijn de volgende toezichtarrangementen toegekend: Juliana van Stolberg/De Fontein : basisarrangement, voldoet aan de doelstelling. Oranje Nassau : basisarrangement, voldoet aan de doelstelling. De Leilinde : basisarrangement, voldoet aan de doelstelling. VO-locatie Wijk en Aalburg : basisarrangement voor BB (BasisBeroeps), KB (KaderBeroeps) en GT (Gemengd Theoretisch). Men voldoet hiermee aan de doelstelling. VO-locatie Waalwijk : basisarrangement voor VMBO T, HAVO, Atheneum, Gymnasium. Uitstroomgegevens groep 8 PO per school 2012 Naam school PRO Praktijkonderwijs VMBO CBS De Fontein 0 3 PCBS Juliana van Stolberg 0 8 SBO De Leilinde 1 6 PCBS Oranjeschool 0 11 SBO De Poort 2 1
HAVO 3 7 0 2 0
VWO 1 6 0 2 0
Onbekend/ overig 0 0 0 0 1 (VSO)
leerlingen
Slagingspercentages VO – Willem van Oranje College 2010-2012
VMBO HAVO VWO
VMBO LWT LWT-Techniek VMBO BB B-Techniek B-Z&W VMBO KB K-Techniek K-Z&W VMBO GL G-Techniek G-Z&W VMBO TL HAVO N&T N&G E&M C&M VWO N&T N&G E&M C&M
2010 Locatie Landelijk 90,2% 93,1% 87,0% 85,3% 94,2% 89,0%
Locatie Waalwijk 2011 Locatie Landelijk 91,4% 93,7% 81,7% 85,0% 95,9% 89,0%
Locatie 91,0% 70,5% 84,7%
2012 Landelijk 90,3% 86,7% 87,3%
2009 Locatie Landelijk 90,2% 93,2%
Locatie Waalwijk 2010 Locatie Landelijk 91,4% 92,8%
Locatie 91,0%
2011 Landelijk 90,3%
93,3% 82,1% 87,1% 86,4%
88,8% 84,1% 85,0% 83,8%
62,5% 66,7% 88,8% 85,7%
87,9% 83,6% 85,7% 83,3%
63,2% 83,3% 61,2% 92,9%
90,1% 86,1% 86,6% 84,1%
87,5% 100% 100% 100%
91,5% 84,9% 87,2% 89,0%
100% 100% 66,7% 100%
90,8% 86,1% 86,6% 88,8%
73,3% 91,7% 100% 66,7%
90,2% 82,4% 85,0% 86,9%
11
VMBO HAVO VWO
VMBO LWT LWT-Techniek VMBO BB B-Techniek B-Z&W VMBO KB K-Techniek K-Z&W VMBO GL G-Techniek G-Z&W VMBO TL HAVO N&T N&G E&M C&M VWO N&T N&G E&M C&M
2010 Locatie Landelijk 92,3% 93,1% -
Locatie Wijk en Aalburg 2011 2012 Locatie Landelijk Locatie Landelijk 94,0% 93,7% 85,7% 93,2% -
2010 Locatie Landelijk 85,4% 96,0% 76,5% 95,2% 91,7% 96,77% 96,9% 94,2% 100% 94,1% 90,9% 95,3% 94,6% 93,1% 100% 94,4% 94,1% 93,2%
Locatie Wijk en Aalburg 2011 2012 Locatie Landelijk Locatie Landelijk 97,6% 95,5% 87,2% 96,0% 95,0% 94,8% 80,0% 95,6% 100% 96,3% 100% 95,8% 90,5% 94,2% 87,0% 93,4% 87,5% 94,2% 90,9% 94,3% 94,4% 94,3% 100% 92,9% 82,9% 90,3% 75,0% 92,4 91,5% 92,8% 83,8% 90,7%
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
= boven landelijk gemiddelde = beneden landelijk gemiddelde = overig
12
Conclusie: De norm is het landelijk gemiddelde en is voor verschillende afdelingen niet gehaald. Een verbetering ten opzicht van vorig jaar zien we bij VMBO T in Waalwijk. De HAVO-resultaten waren teleurstellend en er heeft een grondige analyse plaatsgevonden. Ook in Wijk en Aalburg hebben we tot op vak-, examinator- en leerlingniveau de resultaten geanalyseerd. Plannen voor herstel zijn geformuleerd om tot verbeteringen te komen. In de bespreking van het overzicht meerjarenopbrengsten leest u meer daarover. In-, door- en uitstroomgegevens Willem van Oranje College 2011-2012 IDU-gegevens zijn de in-, door- en uitstroomgegevens. Deze gegevens geven een beeld van de school ten opzichte van de landelijke cijfers betreffende doorstroom van leerlingen, overgang naar een volgende klas of overstap naar een andere schoolsoort en leerlingen die de school verlaten. Locatie Waalwijk
Locatie Wijk en Aalburg
Uitstroom De uitstroom is te verdelen in tussentijdse uitstroom en uitstroom aan het einde van de schoolloopbaan met of zonder overgangsbewijs of diploma. De grote uitstroom te Wijk en Aalburg (47) heeft er mee te maken dat er een HAVO-instroompunt is tot en met klas 3, daarna kiezen leerlingen voor HAVO 4 te Waalwijk of elders. De relatief grote uitstroom VMBO 4 (8) zonder diploma is geanalyseerd en geconstateerd is dat motivatie een rol speelde en dat de keuze voor diplomagericht onderwijs voor enkele BB-leerlngen toch te hoog gegrepen was. Het was beter geweest deze leerlingen een leerwerktraject aan te bieden. De relatief grote uitstroom in Waalwijk doet zich voor in HAVO 5 (16) en VWO 5 en 6 (2 en 13). Verklaring voor deze cijfers is het aantal gezakte kandidaten die hun studie elders voortzetten of in MBO of via VAVO. Redenen voor uitstroom laten zien dat men via VAVO op een andere manier aan een diploma kan komen door in een beperkt aantal vakken examen te doen. De toelating tot HAVO 4 zal opnieuw bezien worden in het licht van de exameneisen en studiehouding, aangezien wij deze uitstroom te hoog vinden. In schooljaar 2011-2012 volgden 44 leerlingen een VAVO-traject en in schooljaar 2012-2013 zijn dit 61 leerlingen.
13
Instroom en doorstroom Het onvertraagd doorstromen (zonder zittenblijven doorstromen) moet beter zijn dan de gemiddelde landelijke cijfers. In Wijk en Aalburg constateren we een vertraagde doorstroming die met uitzondering van HAVO 3 in alle leerjaren boven de landelijke norm zit. De determinatie, zowel als de overgangsnormen zijn doorgenomen en geconcludeerd is dat met name bij de instroomadviezen klas 1 er al significante verschillen optreden met betrekking tot niveau. Besloten is om niveautoetsen toe te passen en om de basisscholen extra voorlichting te geven met betrekking tot verwijzing en niveau. Tevens is intern gekeken naar programma’s en aanpak. Wanneer we de gegevens voor Waalwijk bezien, valt de vertraging op die leerlingen oplopen in klas 3 VMBO voor wat betreft het onvertraagd doorstromen. Hier moet met name aandacht zijn voor meer structuur en meer investering in groepsprocessen. Voor HAVO geldt dat de problemen met doorstroom zich voordoen in HAVO 4 en 5. Bezien wordt of de instroomkwalificatie wel klopt en/of de aanbieding van stof en niveau goed op elkaar zijn afgestemd. Ook hier moeten we de determinatie en onderwijsaanbod wijzigen. Voor VWO valt alleen VWO 3 op in negatieve zin. Onderzocht is of de adviezen in lijn zijn met de plaatsing, hetgeen zo is en er dus meer aandacht moet zijn voor klassenmanagement en niveau. Ook de tussentijdse afstroom VWO-HAVO-VMBO laat zien dat we daar boven de landelijke cijfers zitten. Conclusie: de instroom in VWO moet meer gebaseerd worden op niveau en met niveautoetsen gevolgd worden. Overzicht meerjarenopbrengsten Willem van Oranje College Waalwijk en Wijk en Aalburg (voorheen kwaliteitskaarten)
14
In de overzichten zien we dat het opbrengstenoordeel voor alle locaties en afdelingen voldoende is. Aangezien het gaat om een driejaren overzicht en een gemiddelde daarvan zullen we hier een vergelijking maken met de laatste drie jaar. Zijn we over het eindoordeel tevreden, op onderdelen zullen verbeteringen moeten plaatsvinden, willen we onze gestelde doelen realiseren. 1. Het rendement van de onderbouw is ongewijzigd voldoende gebleven en scoort positief. Voor Wijk en Aalburg is het driejaarsgemiddelde gelijk gebleven. Er is verbetering te verkrijgen door doorstroom te verbeteren. Voor Waalwijk is het driejaarsgemiddelde goed, doch letten op de lichte daling die optreedt. 2. De doorstroming van het 3e leerjaar naar diploma zonder zittenblijven toont aan dat daar voor drie afdelingen van de zes voldoende wordt gescoord. Onvoldoende scoren de VMBO Basisgerichte Leerweg, de Kaderberoepsgerichte Leerweg in Wijk en Aalburg en de VMBO Theoretische Leerweg in Waalwijk. Verklaring: in 2011-2012 neemt met name het aantal zittenblijvers toe. Voor het VMBO in Waalwijk is er geen directe relatie waarneembaar tussen de Cito-score en het aantal zittenblijvers in leerjaar drie. In 2012 is aldaar geïnvesteerd in de verheldering van de structuur voor leerlingen en de kwaliteit van leiding. Er is een opvanglokaal ingericht en er is ingezet op een verbetering van onderwijs- en leerklimaat met inschakeling van ouders. We zijn positief over de toekomstige ontwikkelingen. Voor het VMBO in Wijk en Aalburg geldt dat het ingeschatte instroomniveau niet overeenkomt met de het gevraagde niveau in klas 2 en 3. Een aanpassing van de determinatie en overgangsnormen wordt ter hand genomen.
15
3. Gemiddeld cijfer centraal eindexamen relatief. Voor Wijk en Aalburg zijn die voldoende, maar we moeten deze cijfers wel in de gaten houden aangezien er voor KB en GT een dalende tendens in zit. De gemiddelde examencijfers moeten omhoog, dit is per vak bekeken. Voor Waalwijk zien we bij het VMBO een stijging in 2012 voor het HAVO is het resultaat op dit punt teleurstellend en is aanleiding geworden voor een grondige analyse en monitoring. Voor VWO is dit dalend. Er is na een analyse van de HAVO CE-resultaten een plan van aanpak opgesteld om te komen tot verbeteringen van de CEresultaten. De analyse laat zien dat het HAVO met betrekking tot de doorstroming problemen kent. Leerjaar 4 is een punt van zorg (vorig jaar zaten we op het landelijk gemiddelde van zittenblijven). In leerjaar 2 en 3 zat de doorstroom op de landelijke norm. We concluderen een toename van zittenblijvers in HAVO 4 en een toename van het aantal gezakten. In lichtere vorm doet deze ontwikkeling zich ook voor in het VWO 3, met name een toename van afstroom vanuit VWO 4 naar HAVO 4. Ook in het VWO nam het aantal gezakte leerlingen licht toe. Verklaring voor de mindere resultaten wordt gezocht in de doorstroming en de daarbij toegepaste determinatie. De relatief hoge opstroom cijfers vanuit leerjaar twee naar HAVO leverde voor leerlingen problemen op. Met name de leerlingen uit de VMBO/HAVO brugklas lopen een verhoogd risico op vertraging. Twee maatregelen om dit risico te vermijden zijn: ten eerste de determinatie herzien en ten tweede genormeerde/ gestandaardiseerde toetsen toepassen. Conclusie: Een historie van doorstroming is niet een twee drie te herzien en vraagt om extra investeringen in het dagelijks onderwijs en om goede begeleiding van studieresultaten. Dat betekent dat het risico nog niet uit de lucht is. 4. Cijfer schoolexamen minus cijfer centraal examen, het verschil tussen cijfer centraal examen en schoolexamen is met uitzondering van de afdeling VWO, positief d.w.z. er is een verschil van minder dan 0,5 punt. In Wijk en Aalburg is dit verschil voor alle afdelingen minder dan 0,5 punt. In Waalwijk is er voor de afdelingen VMBO en HAVO een gering verschil, maar het verschil SE en CE op het VWO is te hoog. Uit de analyse VWO blijkt dat de onderdelen schoolexamens met vaardigheden als praktische opdrachten en andere vaardigheden in de schoolexamenwaardering te veel waardering opleveren. In de weging van de cijfers op SE-onderelen is verandering aangebracht. De schoolexamens worden ook meer in lijn gebracht met de centrale eindexamenprogramma’s voor vakken waar de discrepantie te groot is, PTA’s zijn aangepast. 5. De gemiddelde cijfers centraal examen zijn voor Wijk en Aalburg voor alle afdelingen boven de norm, maar de marges zijn gering. Het doel is de gemiddelde cijfers CE op een hoger niveau te tillen. Voor Waalwijk scoren VMBO en VWO boven de norm, maar HAVO onder de norm. HAVO-cijfers moeten boven de norm komen, extra inspanningen zijn gepleegd, per vak zijn tendensen geanalyseerd en opdrachten verstrekt. Met alle vakken en examinatoren zijn de resultaten doorgesproken en zijn afspraken gemaakt voor verbetering van het resultaat. Uit de analyse kwam naar voren dat: - er relatief veel leerlingen met een BB/KB advies in de Theoretische Leerweg zitten. De determinatie is een punt van aandacht en herziening; de aanbeveling hier is om bij de instroom c.q. plaatsing kritischer te kijken naar instroomniveau en ontwikkelingsperspectief. Ook betere voorlichting aan de basisschool is nodig; - meer oefening blijkt nodig te zijn voor digitale examens; - het PTA aangepast moet worden en meer gericht moet zijn op CE vaardigheden; - toets en toetsnormering in de onderbouw meer gestandaardiseerd moet worden. Bij de determinatie van leerjaar 2 naar 3 naast de invoering gestandaardiseerde toetsen ook de Nio betrekken.
Conclusie Het geheel laat zien dat we als voortgezet onderwijs op een zesjesniveau zitten, dat achten wij te risicovol. Wij zijn van mening, en onze inspanningen zijn daarop ook gericht, dat de cijfergemiddelden omhoog moeten. Daarvoor is een schoolinspanning nodig en uitdagend onderwijs, maar ook de inzet van leerlingen moet wijzigen, zij moeten afscheid nemen van de ‘zesjes-cultuur’. Een niet gemakkelijke opgave, maar wel één die noodzakelijk is om kansen in de vervolgopleiding te vergroten en uitval tegen te gaan. De kwaliteit in het basisonderwijs neemt toe op onderdelen als rekenen en lezen en met name ook de kwaliteit van het SBaO. Inzet tot verbetering: het onderwijs heeft in zijn profilering een sterke ontwikkeling doorgemaakt door o.a. verbreding van het onderwijsaanbod en diversiteit. Het onderwijs zal in de toekomst met betrekking tot kwaliteit meer aandacht moeten gaan besteden aan basisvaardigheden van leerkrachten met betrekking tot instructie, verwerking en evaluatie. Een hernieuwde bezinning op basisvaardigheden en op determinatie moet er voor zorgen dat leerlingen op de plaats waar zij werken en leren optimaal worden aangesproken op hun talenten. Het opbrengstgericht werken zal op onderdelen nader geconcretiseerd moeten worden. Middels ‘scholen aan zet’ zullen we de doelen in het bestuursakkoord voortgezet onderwijs moeten realiseren. Met betrekking tot de zorg wordt de effectieve leerlingbespreking een impuls tot kwaliteitsverbetering namelijk snellere signalering, betere analyse en snellere aanpassing van ondersteunend onderwijs. Het handhaven van de basiskwaliteit van alle scholen po en vo is onze prioriteit
16
Organisatie Introductie De financiële bedrijfsvoering heeft in verband met de bezuinigingen de volle aandacht gehad. Naast de financiële organisatie hebben we ons ook gericht op de lopende bedrijfs- en onderwijsprocessen om de risico’s voor nu en in de toekomst in beeld te krijgen en te houden. Vanuit de inventarisatie is er een risicomanagement opgestart. In het kader van Goed Bestuur heeft de Raad van Toezicht het functioneren van het bestuur geëvalueerd en zijn er functioneringsgesprekken geweest. Het jaar 1. 2. 3. 4.
2012 stond in het teken van de volgende doelen: Fusie en opheffing basisscholen realiseren om te komen tot een financieel gezonde organisatie Verandering organisatiestructuur VO: resultatenplannen om intern toezicht op onderwijs te versterken Risicomanagement starten om inzicht te krijgen in risico’s en antwoorden daarop Zorgorganisatie/Zorgplan samenwerkingsverbanden en gevolgen voor eigen zorgorganisatie en zorgplan in beeld brengen
Ad 1. Fusie en opheffing basisscholen De krimp in het basisonderwijs zet door. Financiële overwegingen en kwaliteitsoverwegingen hebben ons doen besluiten om per 1 augustus 2012 de SBaO school De Poort te Waalwijk te laten fuseren met de SBaO school De Leilinde te Heusden. Hiermee is ook voldaan aan een afspraak met het Samenwerkingsverband “Over Maas en Duin” om het aantal SBaO scholen terug te brengen van vier naar twee scholen: ook Leerrijk! (RK) bevindt zich met haar SBaO scholen in een fusieproces. In Heusden is het SBaO nu zowel financieel als kwalitatief gezond. De school heeft als enige school in Nederland het Dalton predicaat, dat jaarlijks wordt gecontroleerd. Als bestuur hebben we ook het besluit genomen om de basisschool De Fontein in Heusden per 1 augustus 2013 te sluiten. Voor de onderbouw klassen is de school per 1 augustus 2012 al niet meer in bedrijf. Te weinig leerlingen leidde tot teveel combinatieklassen, hetgeen de kwaliteit niet ten goede komt. Ook de Oranjeschool te Waalwijk is aan haar laatste cursusjaar bezig. Wanneer in 2013 groep 8 de school verlaat, zal de school per 1 augustus 2013 op houden te bestaan. Naast deze reorganisaties en fusies maken we met de Juliana van Stolbergschool een mooie ontwikkeling door. Het leerlingenaantal neemt toe en de nieuwe school zal in 2013 klaar zijn voor gebruik. Er ontstaat een grote en brede school. De kinderopvang en BSO in hetzelfde gebouw wordt verzorgd door MIKZ. De uitbreiding van formatie op de JvS is niet zodanig dat alle personeelsleden van de andere scholen aldaar een baan konden krijgen. Als bestuur hebben we in samenspraak met de vakorganisaties een sociaal plan opgesteld om zo te voorkomen dat we met boventallig personeel komen te zitten. In 2012 is menigmaal DGO (=decentraal georganiseerd overleg) gevoerd met de vakorganisaties. Het sociaal plan zorgt voor een oplossing van de boventalligheid. Ook plaatsingsmogelijkheden in het voortgezet onderwijs bieden soms een oplossing. Voor het basisonderwijs hebben we de toekomst veilig gesteld doordat we thans financieel gezond zijn en kunnen werken aan de kwaliteitsverbetering van ons basisonderwijs. Ad 2. Verandering organisatiestructuur VO In 2012 is op beide locaties van het voortgezet onderwijs de onderwijsorganisatiestructuur gewijzigd. Aanleiding voor de structuurverandering was tweeledig. Het aantal leerlingen dwong ons tot een aanpassing, namelijk in Wijk en Aalburg daalde het aantal leerlingen en Waalwijk maakte een stormachtige groei door en daar was behoefte aan meer beheersbaarheid en sturing. Daarbij kwam ook het feit dat de onderwijsontwikkelingen steeds meer nadruk leggen op doorlopende leerlijnen en rendement per schoolsoort. De horizontale teams op basis van leerjaren zijn vervangen door verticale teams binnen de schoolsoorten. Hierdoor zijn de zorg- en leerlijnen en de daarbij te behalen resultaten letterlijk meer in lijn gebracht met het te behalen niveau per schoolsoort. Ook het aantal teams is uitgebreid in Waalwijk, zodat de beheersbaarheid is toegenomen. Dat was ook noodzakelijk doordat we in 2010 een tweede locatie in Waalwijk opende aan de Van Casterenstraat. Met de verticale structuur wordt ook aan de vakkenlijn en rendement meer aandacht besteed, zoals in de doelstelling van de school en het bestuursakkoord wordt voorgeschreven. Met de structuurverandering sloten we ook aan bij het systeem van intern toezicht. Die is als volgt georganiseerd. De locatiedirecties schrijven vanuit het strategisch beleidsplan van het bestuur hun jaaractiviteiten plan (PO) of locatieresultatenplan (VO), waarin er een vertaling/concretisering plaatsvindt van: a. Doelen en ambities uit het strategisch beleidsplan van de Stichting; b. Doelen en ambities van het bestuursakkoord PO of VO; c. Risico’s die door directie, bestuur of inspectie zijn aangegeven.
17
De teamplannen zijn weer een vertaling van de LRP’s (Locatie Resultaten Plan) of jaaractiviteitenplannen. De LRP’S en jaaractiviteitenplannen worden in mei/juni voorafgaand aan het nieuwe cursusjaar met het College van Bestuur besproken en goedgekeurd. Daarbij worden de plannen voorzien van de gelden die daarvoor nodig zijn, zodat er een koppeling ontstaat tussen begroting en onderwijs. In april/mei worden de oude LRP’s op resultaten besproken en geëvalueerd volgens het stramien van indicator, analyse, interventie en resultaat en bijstelling de PCDA cyclus (Plan-Check-Do-Act). De examenresultaten worden per examinator en per vaksectie besproken door de locatiedirectie en door het jaar maandelijks gevolgd. Daar waar nodig wordt bij- en herscholing aan de orde gesteld en wordt “good –practice” gebruikt voor andere vakken of collega’s. In 2012 is naar aanleiding van tegenvallende examenresultaten HAVO naast deze interventie ook een kwaliteitsscan opgesteld voor de schoolexamens om de kwaliteit van de schoolexamens te volgen en te borgen. Ad 3. Risicomanagement De continuïteit van de organisatie is gediend bij tijdig ingrijpen in zaken die een risico vormen. Dat kunnen risico’s zijn die zich op alle strategievelden voordoen. In 2012 hebben we een risicoanalyse gepleegd en hebben we risicomanagement vormgegeven. In 2013 zal het risicomanagement verder geïmplementeerd worden, waarbij risico’s op stichtings- en locatieniveau concreet in beeld worden gebracht. Hierdoor ontstaat een risicoprofiel. De hoogte van een risicoprofiel (licht – matig – hoog) geeft aan hoeveel weerstandsvermogen een organisatie moet hebben om toekomstige klappen op te vangen. In enkele scholingsbijeenkomsten zal ingezet worden te komen tot een duurzame verankering van het risicomanagement binnen onze stichting en als instrument voor integraal leiderschap van locatiedirecteuren, staf en college van bestuur. Het managen van risico’s (en niet alleen financiële) is een belangrijk onderdeel van Policy Governance. De Governance Code stelt dat er systemen nodig zijn voor risicobeheersing en –controle. Dat is de verantwoordelijkheid van het College van Bestuur. De Raad van Toezicht heeft de verantwoordelijkheid erop toe te zien dat deze systemen er zijn en dat het College van Bestuur zorgt voor het adequaat functioneren daarvan. Hierbij gaat het onder andere om het in beeld brengen van risico’s voor het realiseren van gestelde doelen en het managen daarvan. Door inzicht in de risico’s wordt de organisatie in staat gesteld om op verantwoorde wijze besluiten te nemen, zodat ook toekomstige investeringen op de lange termijn in verhouding staan tot de vermogenspositie van de organisatie. Ad 4. Zorgorganisatie/Zorgplan samenwerkingsverbanden In 2012 is er met goedkeuring van de stelselwijziging Passend Onderwijs veel voorbereidend werk gedaan om Passend Onderwijs vorm te geven. Zowel het SWV “Over Maas en Duin” (PO) als SWV “De Langstraat” (VO) hebben initiatieven genomen die hebben geleid tot: a. Herschikking SBaO in de regio; b. Vastlegging van de ondersteuningsprofielen in PO en VO; c. Extra aandacht voor onze eigen zorgstructuur; d. Handhaving SWV regio VO en samenvoeging SWV regio Waalwijk met Heusden. In Wijk en Aalburg is men naar aanleiding van de individuele handelingsplannen en de uitvoering daarvan gestart met een training effectieve leerlingbespreking. In Waalwijk is de zorgstructuur op rolverdeling en uitvoering doorgelicht om te komen tot een effectief werkende zorgorganisatie. Op beide locaties zijn in samenspraak met andere VO-scholen in het SWV de ondersteuningsprofielen vastgesteld. Inmiddels is er in het SWV VO een dekkend zorgaanbod. De signalering van problemen bij leerlingen in IZT en ZAT (intern zorg adviesteam en zorgadvies team met externe deskundigen) en de aanpak daarna worden begeleid door een procesbegeleider die betaald wordt door het SWV. Deze coach is ingehuurd om de professionaliteit van IZT en ZAT te vergroten. De zorgcoördinatoren, de leerlingbegeleiders en enkele docenten volgen op basis van het ondersteuningsplan scholing bij Fontys in Tilburg. Een scholing die door SWV voor alle VO-scholen is opengesteld. Met de gewijzigde financiering in de toekomst van de LGF leerlingen (LeerlingGebonden Financiering) is in 2012 al gekeken naar de hernieuwde inrichting van onze zorgstructuur, de afstemming met REC. Veel is nog onduidelijk. Tot slot. De zorgplicht die we straks als school hebben binnen het SWV vraagt om een goede vormgeving van ons eigen zorgsysteem. Met name de aanpassing van gedrag en diagnose zal het nodige vragen van onze docenten om te komen tot passende onderwijs/zorgarrangementen voor zoveel mogelijk leerlingen.
18
Activiteiten Het managementstatuut van de locatiedirecties is omgezet in het stramien van Policy Governance en is geëxpliciteerd op opbrengsten en resultaat. De locatieresultatenplannen zijn naar doel en resultaat in lijn gebracht met de financiën van de stichting, zodat ‘ambities binnen grenzen’ gerealiseerd werden. In het locatieresultatenplan is aandacht voor kernwaarden en voor de vier strategievelden: onderwijs, personeel, organisatie en omgeving. De staforganisatie is versterkt met een parttime controller en er is een plan van aanpak staforganisatie opgesteld dat fasegewijs de ontwikkelingen beschrijft en monitort. De teamleiders en locatiedirecteuren zijn in scholing geweest met betrekking tot leiderschap en organisatieveranderingen. De personeelsorganisatie is uitgebreid met een personeelsfunctionaris. AFAS als financieel en personeel softwarepakket is geïmplementeerd om de managementinformatie te stroomlijnen zodat sturingsinformatie voor College van Bestuur en locaties voorhanden is. Er is een risicoinventarisatie uitgevoerd onder leiding van de accountant, waarbij alle geledingen van de scholen betrokken zijn geweest. Het risicomanagement moet afgestemd worden op de financiële keuzes en haalbaarheid van projecten. Studie- en werkdagen met staffunctionarissen en locatiedirecties met als thema ‘strategisch bezuinigen’ met aandacht voor niet alleen de techniek maar ook het gedrag van functionarissen. Mandaatregelingen zijn opgesteld en de inkoopprocessen zijn geformaliseerd. De examenresultaten zijn geëvalueerd met examinatoren, gericht op verbeterplannen. Vensters voor Verantwoording is gelanceerd en bepaalde resultaten zijn besproken met MR en Raad van Toezicht. Kwaliteitsmetingen van ‘Kwaliteitscholen’ zijn geanalyseerd en besproken met de uitvoerenden om te komen tot verbeteringen. Het toezichtskader van de Raad van Toezicht is geëvalueerd en de Raad van Toezicht heeft functioneringsgesprekken gehouden met de twee leden van het College van Bestuur. Klachtenregeling De Stichting Willem van Oranje wil een veilige organisatie zijn. Een organisatie waar leerlingen en personeel in een sfeer van vertrouwen en respect met elkaar omgaan. Waar mensen samenwerken, gaan soms dingen mis. De meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerling, personeel en schoolleiding weggenomen worden. Hiervoor hebben wij onze interne klachtenregeling die op de site wordt gepubliceerd. In 2010 is de interne klachtenprocedure opgesteld voor PO en VO. Er is in 2012 geen gebruik gemaakt van de procedure.
Conclusie De fusie van basisscholen of een opheffing van een school is voor personeel en ouders altijd een ingrijpende gebeurtenis. Door heldere communicatie en een goed sociaal plan zijn de fusieprocessen goed verlopen. Een woord van dank is op z’n plaats aan zowel ouders als personeel. Met de fusies zijn voor de komende vijf jaar weer financieel gezonde scholen ontstaan die werken aan kwalitatief goed onderwijs. De verandering in de organisatiestructuur van het VO en de inbedding van processen in locatieresultatenplannen moeten in 2013 nog geëvalueerd worden. De eerste tussentijdse resultaten geven aan dat er in de organisatie meer rust en beheersbaarheid is opgetreden. Nu staan we voor de taak om de effecten van onze veranderingen te vertalen en te meten in onderwijsopbrengsten. Met name op het gebied van onderwijsresultaten en het ‘in control’ komen voor die processen, zal voor ons de komende jaren een grote uitdaging zijn. Onze kernambities voor de komende jaren zijn: 1. Vormgeven van een krachtige leeromgeving om te komen tot goede leerprestaties en rendement en ontplooien van talenten bij kinderen en personeel. 2. Tonen van leiderschap en uitdagend onderwijs. 3. Educatief partnerschap tussen school en ouders/verzorgers. 4. Doorgaande zorg- en leerlijnen ontwerpen en uitvoeren. 5. De besturingsfilosofie realiseren zodat onze waarden gerealiseerd worden. 6. Het handhaven en versterken van protestants-christelijk onderwijs in de scholen en in de regio De Langstraat e.o. door verbindingen aan te gaan met andere besturen en instellingen. Passend Onderwijs vraagt van de scholen een extra inzet, want passend onderwijs begint in de klas. Professionalisering van personeel, moet gelijke tred houden met de structuur en inhoud van veranderingen in ons samenwerkingsverband. Veel staat op de rails, de trein moet nu gaan rijden en dan wel in de goede richting.
19
Personeel Introductie Ook in 2012 zijn erop personeelsgebied verschillende ontwikkelingen geweest, die te maken hadden met sluiting van scholen en nieuwe of lopende projecten. Zo heeft het besluit van het bestuur om in 2013 de Oranjeschool te Waalwijk en De Fontein te Heusden te sluiten, gevolgen voor personeel. Met een nieuw sociaal plan zijn we meerdere malen in overleg geweest met vakorganisaties. Er is constructief decentraal georganiseerd overleg (DGO) geweest in nauwe samenspraak met de GMR. Doel van het sociaal plan is om door herplaatsing of gestimuleerde afvloeiing de boventalligheid van personeel voor onze stichting op te lossen. Het proces loopt volgens plan, maar definitieve resultaten zijn pas te melden in 2013. Het personeelsbeleid kende in 2012 twee belangrijke doelen. Ten eerste de kwaliteitsverbetering van leidinggevenden en personeel door enerzijds her- en bijscholing en anderzijds door te streven naar 100% bevoegdheid van docenten. De instrumenten ROG (Resultaat OntwikkelingsGesprek), functiemix en lerarenbeurs zijn positieve stimulansen. De inzet op kwaliteitsverbetering en de implementatie van Passend Onderwijs en de sluiting van scholen in het basisonderwijs hebben gevolgen voor de werkdruk en werkdrukbeleving. In ons risicomanagement is werkdruk opgenomen als strategisch risico. Ook het docententekort vanuit het verleden leidt nog steeds tot overuren en dus extra werkdruk. In 2011 en 2012 hebben we met het personeel op het terrein van taakbeleid onder druk van de financiën een convenant gesloten wat leidde tot een grotere lesgevende taak. De meer-activiteiten in de sfeer van niet lesgebonden activiteiten, de extra aandacht voor verbetering van resultaten en de ambities voor een breder en interessanter onderwijsaanbod, vragen dus de nodige aandacht voor werkdruk. Het meer bekwaam en bevoegd geraken en een betere organisatie van het werk, wordt gemonitord door de ROG’s. Hier wordt de ontwikkeling van welbevinden en rendement bespreekbaar gemaakt en gezocht naar oplossingen op individueel niveau en organisatorisch niveau. Kwaliteit van onderwijs is ook gebaat bij een goede kwaliteit van werkdrukregulering, een opgave die voor 2013 op de agenda staat.
Doelen in 2012 1. De professionele ontwikkeling van het personeel staat in relatie tot verbeteringen van examenresultaten en basisvaardigheden. 2. De stichting wil door middel van mobiliteit, scholing, taakdifferentiatie en functiedifferentiatie, interne scholing en begeleiding, ruimte geven aan de professionalisering van personeel en de organisatie (personele ontwikkeling en teamontwikkeling). 3. Invoering functiemix koppelen aan een wijze van resultaat- en ontwikkelingsgericht werken. 4. Onderwijsvormen aanbieden en uitvoeren die gericht zijn op excellentie.
Activiteiten In 2012: Personeel, betrokken bij de Plusklas en excellenten, volgen cursus hoogbegaafdheid in Nijmegen. In Wijk en Aalburg heeft handelingsgericht werken in 2012 een vervolg gekregen met een training en omtrent ‘effectieve leerlingbespreking’. In het kader van bezuinigingen heeft het bestuur met betrekking tot de lesgevende taak in het voortgezet onderwijs een tweejarig convenant taakbeleid afgesloten. Dat convenant loopt in 2012 door. Voor het basisonderwijs en voortgezet onderwijs is het functieboek aangepast en loopt er een procedure herwaardering functies. Er zijn met betrekking tot Passend Onderwijs voor de zorgcoördinatoren twee studiedagen geweest om zicht te krijgen op het functioneren ZAT (Zorg Advies Team). De verzuimregistratie is volledig geautomatiseerd en scholing heeft plaatsgevonden. In het basisonderwijs is de gesprekkencyclus nu volledig ingevoerd met nadruk op persoonlijke ontwikkelingsdoelen in relatie tot schoolontwikkeling.
20
Resultaat Aantal personeelsleden en betrekkingsomvang De Fontein
Aantal personeelsleden Gem. betrekkingsomvang Percentage m / v
2010 Nvt Nvt Nvt
2011 Nvt Nvt Nvt
Juliana van Stolberg (incl. De Fontein en Oranjeschool)
2012 Nvt Nvt Nvt
2010 38 0,63 10/90
2011 42 0,63 12/88
2012 41 0,6 10/90
De Leilinde
Oranjeschool
2010 2011 2012 14 10 17 0,89 0,78 0,6 20/80 17/83 12/88
2010 14 0,56 9/91
2011 10 0,64 0/100
2012 Nvt Nvt Nvt
De Poort
2010 13 0,69 22/78
2011 9 0,67 0/100
Willem van Oranje College 2012 Nvt Nvt Nvt
2010 2011 2012 229 236 238 0,74 0,85 0,8 56/44 58/42 50/50
Conclusie Binnen het Willem van Oranje College is er een lichte groei van personeelsleden te constateren, doordat er ook een lichte stijging van leerlingen is ten opzicht van de voorgaande jaren. De Leilinde lijkt een stijging te realiseren in personeelsleden, maar oorzaak is de samenvoeging van de personeelsleden van De Poort aan de Leilinde. Deze samenvoeging was per 1-8-2012 een feit. De gemiddelde betrekkingsomvang is door deze samenvoeging ten opzichte van voorgaande jaren sterk verminderd. Voor het basisonderwijs geldt vorig jaar de personeelsleden van De Fontein al aan de jaarcijfers van de Juliana van Stolbergschool waren toegevoegd. Dit jaar is daarbij ook de Oranjeschool gevoegd (sluiting Oranjeschool per 1 augustus 2013). Opvallend is de reductie van het aantal personeelsleden in het primair onderwijs. Daar waar vorig jaar 52 personeelsleden werkzaam waren binnen het basisonderwijs zijn nu nog maar 41 personeelsleden werkzaam. Deze vermindering is passend binnen de fase van sociaal plan en reorganisatie van het primair onderwijs. Overzicht bevoegd/onbevoegd VO onbevoegden
2010-2011 *)
2011-2012
WW
2012-2013
4,7% 250 lessen, maar docenten zijn wel in opleiding (zowel onbevoegd als onderbevoegd)
Betreft 346 lessen, waarvan 250 lessen onbevoegd en 96 lessen onderbevoegd. Onbevoegd 13,5 % Onderbevoegd 5,2% 13,3 fte
1,68 fte WeA
18,7%
4,6%
19,2%
72,5 lessen In dit jaar zijn alleen de onbevoegden geteld en niet de onderbevoegden.
172,5 lessen Betreft 72,5 lessen onbevoegd en 105 lessen onderbevoegd.
3,1 fte
6,6 fte
Totaal
4,6% 322,5 lessen Economie
top 4
Techniek
Wiskunde
25,5
17,4% 452 lessen
19,9 fte 53
17,8% 175 lessen Betreft 75 lessen onbevoegd en 100 lessen onderbevoegd. Onbevoegd 7,6% Onderbevoegd 10,2% 6,7 fte
18,98% 518,5 lessen
4,78 fte Vakken
16,2% Betreft 277 lessen, waarvan 190 lessen onbevoegd en 87 lessen onderbevoegd. Onbevoegd 11,1% Onderbevoegd 5,1% 10,7
16,8 fte 99,5
Wiskunde
135
Engels
97
Engels
87
Wiskunde
24
Economie
54
Techniek
54
Duits
18
Nask
44
Economie
31
*) Cijfers 2010-2011 tonen alleen het aantal onbevoegden. Onderbevoegden (wel bevoegd, maar lesgevend in een ander vak) zijn in dat schooljaar niet meegenomen.
Er is een dalend percentage waarneembaar van het aantal onbevoegden in Waalwijk en Wijk en Aalburg. De meeste docenten zijn in opleiding. Verwachting is dat binnen 3 jaar het percentage is gereduceerd tot < 5%. In 2012 zijn acht personeelsleden bevoegd geraakt. Het gaat om een docent Duits en Bedrijfseconomie, twee docenten Geschiedenis, en een docent Godsdienst, Engels, Wiskunde en Engels. Ziekteverzuim Ziekteverzuim OP
2010
2011
2012
2010 Landelijk
2011 Landelijk
De Leilinde (SBaO) De Poort (SBaO) De Fontein (PO) Oranjeschool (PO) Juliana van Stolberg (PO) Willem van Oranje College (VO)
18,00 11,92 7,41 8,48 3,96
11,14 7,65 19,99 8,03 10,80 7,67
8,86 8,86 8,07 0,28 10,89 3,65
6,48 6,48 6,28 6,28 6,28 4,9
6,78 6,78 6,08 6,08 6,08 5,2
(Onderwijzend Personeel)
2012 Landelijk Landelijke cijfers zijn nog niet beschikbaar.
21
Conclusie primair onderwijs Het verzuimpercentage voor De Leilinde en De Poort is samengevoegd, omdat personeelsleden sinds 1 augustus 2011 op dezelfde school (De Leilinde) werkzaam zijn. Het verzuimpercentage ligt boven de landelijk gemiddelden van de afgelopen drie jaar. Oorzaak is het langdurig ziekteverzuim waarvoor een apart traject is ingezet. De meldingsfrequentie van het personeel ligt ver onder de landelijke gemiddelden van afgelopen drie jaar. Er is een dalende lijn zichtbaar. Op de Juliana van Stolbergschool is het ziekteverzuim nog hoog, dit in verband met langdurig zieken. Kijkend naar de overige medewerkers zien we een zeer laag ziekteverzuimpercentage als ook een lage meldingsfrequentie. Een gezond personeelsbestand (op uitzondering van de vier langdurig zieken) mag voor het primair onderwijs geconcludeerd worden. Conclusie voortgezet onderwijs Het ziekteverzuimpercentage van 3,65% ligt onder de landelijke gemiddelden van 2009-2011 en er is ook ten opzichte van 2011 een flinke reductie gerealiseerd. Inzoomend op de locaties is echter wel een verschil te zien. Op de locatie Waalwijk is het ziekteverzuimpercentage 2,99%. Op de locatie Wijk en Aalburg is het ziekteverzuimpercentage 4,96%. Oorzaak: twee langdurige zieken en ook redelijk veel personeelsleden met een langere verzuimduur. Hier is aandacht voor binnen het intern SMT. Sterke aandacht heeft op dit moment de meldingsfrequentie. Deze ligt met 2,01 boven de landelijke gemiddelden van afgelopen jaren en is een punt van aandacht. Op de locatie Waalwijk wordt meer keren ziekgemeld (2,88). In Wijk en Aalburg ligt de frequentie op 1,55. Ziekteverzuim OOP
2010
2011
2012
2010 Landelijk
2011 Landelijk
De Leilinde (SBaO) De Poort (SBaO) De Fontein (PO) Oranjeschool (PO) Juliana van Stolberg (PO) Willem van Oranje College (VO)
3,12 0,25 33,49 16,08 5,30
1,55 0,56 0,98 0,40 12,33 11,14
1,85 1,85 0,00 4,23 11,02 3,87
7,03 7,03 6,68 6,68 6,68 5,4
7,45 7,45 7,14 7,14 7,14 5,5
(Onderwijs Ondersteunend Personeel)
2012 Landelijk Landelijke cijfers zijn nog niet beschikbaar.
Het onderwijsondersteunend personeel in het primair onderwijs: Voor De Leilinde ligt het ziekteverzuimpercentage ver onder het landelijk gemiddelde. Wel zien we op medewerkersniveau een afwijkend patroon van een medewerker m.b.t. de meldingsfrequentie. Deze werknemer is besproken in het intern SMT en er zijn afspraken gemaakt. Voor het basisonderwijs ligt voor De Fontein en De Oranje Nassau het percentage ver onder de landelijke gemiddelde. Het hoge percentage op de Juliana van Stolbergschool wordt veroorzaakt door drie personeelsleden die zich frequenter ziekmelden of een langere verzuimduur hebben. Deze personeelsleden zijn onder aandacht en worden in 2013 gevolgd, eventueel in preventieve trajecten. Het onderwijsondersteunend personeel in het voortgezet onderwijs Presenteert een ziekteverzuimpercentage onder de landelijke gemiddelden van afgelopen drie jaar. Kijkend naar de locaties is wel te constateren dat het stafbureau (0,52%) en locatie Wijk en Aalburg (1,69%) dit cijfer verlagen en dat op de locatie Waalwijk het percentage boven het gemiddelde komt (6,23%). De meldingsfrequentie ligt voor het stafbureau en locatie Waalwijk om en nabij het landelijk gemiddelde. Locatie Wijk en Aalburg heeft een beduidend lagere meldingsfrequentie. Functiemix en percentages LA, LB, LC en LD in 2012 Wij voldoen in 2012 aan de streefpercentages van de functiemix. Het beleid functiemix is verbonden met onze resultaten ontwikkelingsplannen om zo de promotie naar een hogere schaal te koppelen aan de ontwikkeling van de medewerker. De criteria voor toelating in een hogere schaal, zijn in 2012 in samenspraak met de (P)MR geëvalueerd en bijgesteld.
22
Werkloosheid in het voortgezet onderwijs Sinds 1 januari 2007 is het voortgezet onderwijs uit het participatiefonds getreden en is voor de verrekening van uitkeringen het model van ‘normatief verevenen’ van kracht. Driekwart van de uitkeringskosten wordt collectief verevend. Een kwart is voor rekening van de werkgever. De wijze waarop de re-integratieactiviteiten ingevuld dienen te worden, is niet wettelijk vastgelegd. De overheidswerkgever kan daar zijn eigen invulling aan geven. Binnen stichting Willem van Oranje wordt aan het einde van het dienstverband geïnformeerd wat de status is bij de vertrekkende werknemer: wel/geen werk, plannen e.d. Deze zaken worden geregistreerd in het digitaal personeelsdossier. Indien een werknemer toch werkloos raakt ontvangt de werkgever vanuit het UWV de uitkeringsbeschikkingen, waardoor zichtbaar is welke werknemers een uitkering aanvragen. In 2012 zijn op deze wijze 6 werknemers gemeld. Alle overheidswerkgevers zijn als gevolg van de wetswijziging verplicht verantwoordelijk voor de re-integratie van hun werkloze ex-werknemers. De werkwijze is in 2012 nog niet geheel vastgelegd. Binnen het stafbureau wordt op basis van het document ‘artikel 72a WW’ een werkwijzer voor werkgevers’ een interne werkwijze opgesteld op welke wijze we de re-integratieverplichting realiseren. Dit wordt voorgelegd aan CvB waarna het stafbureau alle medewerkers die in 2012 zijn uitgestroomd en in 2013 gaan uitstromen conform de werkwijze gevolgd. Werkloosheid in het primair onderwijs Het primair onderwijs is nog aangesloten bij het participatiefonds. Het collectief kan de werkloosheidskosten voor rekening nemen mits werkgevers zich houden aan een aantal eisen. Als een schoolbestuur in het primair onderwijs een dienstverband beëindigt, kan het bij het Participatiefonds een verzoek indienen voor vergoeding van de uitkeringskosten. Het schoolbestuur betaalt hiervoor een premie (in 2012 2,68%). Als het schoolbestuur heeft voldaan aan de voorwaarden in het reglement wordt de uitkering vergoed. Dat heeft sinds jaar en dag gewerkt met de zogenaamde instroomtoets. Uitstromende medewerkers hebben allen weer opnieuw werk gevonden waardoor in 2012 geen aanmelding van de instroomtoets nodig was. In 2013 is het reglement vernieuwd: beëindigingsgronden participatiefonds gaan gelijklopen met de beëindigingsgronden vanuit de cao PO, de instroomtoets vervalt en wordt omgezet in vergoedingsverzoeken. Tevens zal de werkgever de waarde van de ingekochte activiteiten (m.b.t. outplacement, re-integratie) als ook bepaalde modelverklaringen zichtbaar moeten aantonen. De werkgever vermeldt de mogelijke uitkeringsgerechtigden in het werkgeversportaal. De nieuwe informatie is al bekend bij de werkgever en is omgezet in een beschrijving van een werkwijze waar vanaf 20 mei 2013 mee gewerkt wordt.
Conclusie Door de toenemende vraag naar kwaliteit en de toenemende verantwoordingsplicht wordt het steeds belangrijker om transparant te werken, d.w.z. dat we kunnen laten zien hoe er gewerkt wordt met groepen leerlingen of individuele leerlingen. Dat vraagt een bewust handelen en op tijd terugkoppelen om het werk te verbeteren. De omslag in werken is nog niet overal gemaakt doordat dit veel administratief werk vraagt. Hierdoor ontstaat er druk op het ‘gewone’ handwerk voor de klas. De discussie ontstaat of de administratieve last van docenten niet te groot wordt in relatie tot het lesgeven. Een discussie die nog verder gevoerd moet worden in het licht van onze verticale en horizontale verantwoording. Het werken aan bevoegdheid en bekwaam personeel is in deze situatie een must. Relatief veel docenten hebben middels de lerarenbeurs hun bevoegdheid behaald. Het hoge ziekteverzuim heeft aandacht en zal in 2013 leiden tot een aangescherpt verzuimbeleid.
23
Omgeving Introductie De verwachtingen van de omgeving aangaande de scholen en hun prestaties nemen toe. Belangrijk daarbij is dat we als scholen ons verantwoorden over leer- en werkklimaat en de behaalde resultaten. Het is om die reden dat we onze beloften hebben geëxpliciteerd in merkbeloften. Onderdelen die te maken hebben met scholen en omgeving worden hier behandeld, o.a.: 1. Identiteit/merkbeloften 2. Hoe geven we horizontale verantwoording vorm? (vensters, resonans groepen); 3. Huiselijk geweld en pesten (meldcode huiselijk geweld) 4. Tevredenheidsonderzoeken ouders/verzorgers 5. School – kerk – bedrijf De stichting heeft ingezet op het educatief partnerschap tussen scholen en ouders/verzorgers. Vanuit onze kernwaarde betrokkenheid, maken we werk van onze waarde door de ouders frequent en tijdig te informeren en door ruimte te schappen voor communicatie. Naast de ouderparticipatie in (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden en oudercommissies in het basisonderwijs, worden ouders via de website en schriftelijke informatie op de hoogte gehouden. In het voortgezet onderwijs hebben de Vensters voor Verantwoording bijgedragen tot een versterking van de horizontale verantwoording. In het voortgezet onderwijs moet de schoolcultuur gestimuleerd worden door de thuiscultuur. De afleiding in de thuiscultuur is voor leerlingen zo groot, dat de effectiviteit van de studielasturen ‘huiswerk’ onder druk staat. Een probleem dat niet alleen opgelost kan worden door meer uitdagend onderwijs op school. In de thuissituatie is discipline in het schoolwerk een voorwaarde voor succes. Ad 1. Identiteit/merkbeloften De positie van de scholen in de regio moet qua identiteit en cultuur geworteld zijn in hun omgeving, zodat scholen herkenbaar zijn voor ouders/verzorgers en leerlingen. Dat vraagt om een profilering van de scholen op zowel de godsdienstige identiteit als op de onderwijskundige identiteit. De Stichting wil waardegericht onderwijs verzorgen vanuit haar protestants-christelijke grondslag. Om aansluiting te blijven behouden bij omgeving moeten onze ambities op identiteitsgebied helder zijn in woord en daad. Om die reden heeft de Raad van Toezicht, het Bestuur, de directies en een afvaardiging van het personeel zich onder leiding van de Besturenraad PCO gebogen over een herformulering van onze identiteit. Daaruit zijn voortgekomen de merkbeloften die wij aan ouders/verzorgers en leerlingen kenbaar maken. Hieronder vindt u onze merkbeloften: Ons ID “Wie ontmoet, bereikt meer” 1. Onze overtuiging – Waar geloven wij in? Wij geloven dat Jezus in woord en daad betekenis heeft voor ons leven. Dat geloof ontlenen wij aan de Bijbel. Wij geloven dat mensen een geschenk zijn van God en dat in de ontmoeting met elkaar er groeikansen zijn in vertrouwen, hoop en liefde. Wij geloven dat mensen elkaar nodig hebben om van waarde te zijn voor elkaar en de wereld en voor een betere toekomst. 2. Onze visie – Hoe kijken wij naar de wereld? Wij zien een wereld die volop kansen biedt maar ook een wereld die vraagt om een kompas en richting bij het maken van verantwoorde keuzes. Wij zien een wereld waar de vrijheid van de één de vrijheid van de ander beperkt, maar ook een wereld die behoefte heeft aan naastenliefde en tolerantie. Wij zien een wereld waarin jongeren een grote openheid hebben voor andere ideeën met de behoefte aan zingeving en echtheid. 3. Onze missie/merkbelofte – Wat willen wij betekenen voor leerlingen en ouders? Bij ons leer je dat jouw leven waardevol is – voor jezelf, voor anderen en voor de wereld. Dat inspireert je om anderen ook als waardevol te zien. Je leert dit uit de Bijbelverhalen en in de ontmoeting met elkaar. Bij ons krijg je de ruimte om te ontdekken wat jouw talenten zijn en die in te zetten voor eigen ontwikkeling en die van anderen. Dat inspireert je om anderen ook kansen te bieden. Bij ons leer je dat we elkaar nodig hebben om te groeien in kennis en vaardigheden en om samen vol te houden als het je tegenzit. Dat inspireert je om met anderen naar oplossingen te zoeken. De merkbeloften vormen samen met onze kernwaarden en pedagogische opdracht een belangrijk onderdeel van onze krachtige leeromgeving.
24
De kernwaarden zijn: respect, verantwoordelijkheid, betrokkenheid, resultaatgerichtheid en openheid. Als leidraad voor ons handelen, hanteren wij het opvoedingsdoel dat door F. Boerwinkel in 1973 is geformuleerd. Centraal hierin staat de kritische participatie van jonge mensen in de samenleving. De verwoording van hetgeen ons beweegt en hetgeen we uiteindelijk met elkaar beogen is dan als volgt: "Het doel van opvoeding en onderwijs is de jonge mens zo te begeleiden en te stimuleren op zijn weg naar volwassenheid dat hij steeds meer in staat en bereid is te bepalen, waar hij z'n krachten wil inzetten, om de algemene cultuuropdracht van de mensen (namelijk deze aarde te bewerken en te bewaren in samenwerking met en tot vreugde van alle mensen) op persoonlijke wijze gestalte te geven; daarbij zijn kritische zin ten aanzien van wat echt of onecht, waar of onwaar, recht of onrecht is te scherpen en hem bereid te maken op te komen voor verdrukten en ontrechten, aan welke kant die zich ook bevinden. Van wezenlijk belang hierbij is dat de jonge mens is opgenomen in een gemeenschap. Vooral in een gemeenschap, waarin ouderen en jongeren, levend uit Godsvertrouwen zoals Abraham, elkaar bemoedigen en corrigeren, onderweg naar een toekomst van liefde, gerechtigheid en vrede. Een toekomst die voorgoed reeds is begonnen in Jezus de Heer en die door Hem eenmaal volle werkelijkheid zal worden". Vanuit deze normen en waarden begeleiden wij leerlingen op hun weg naar volwassenheid. De school is daarbij een proeftuin waar geleerd wordt verantwoorde keuzes te maken. Wij vragen van ouders en leerlingen respect voor onze grondslag en pedagogische opdracht. “Samen leren, samen leven, samen leren samen leven in een samenleving met perspectief.” In onze verantwoording naar ouders/verzorgers en leerlingen kunnen zij ons aanspreken op deze merkbeloften, waarden en pedagogische opdracht. Het is tevens voor personeel de leidraad van handelen. Op deze wijze geven wij vorm aan educatief partnerschap met ouders/verzorgers, zodat er een gedeelde verantwoordelijkheid is in opvoeding en leren van hun kinderen en onze leerlingen. Ad. 2. Hoe geven we horizontale verantwoording vorm? (vensters, resonans groepen) Om de horizontale verantwoording inhoud te geven hebben we de ouders en leerlingen in de MR in kennis gesteld van de gegevens van Vensters voor Verantwoording en hen gevraagd daarop te reageren met adviezen. Ook hebben we resonansgroepen ingesteld waar ouders op in kunnen tekenen om te reageren op thema’s uit Vensters voor Verantwoording of op ontwikkelingen die op school plaatsvinden. Suggesties, voorstellen uit deze groepen worden door de directie van de scholen besproken en verwerkt in plannen voor de toekomst. Het is tevens een goede reflectie op ons werk. Animo om aan deze resonansgroepen deel te nemen neemt toe, waarmee we de betrokkenheid van ouders een plaats geven en gebruik kunnen maken van goede ideeën. Ad 3. Huiselijk geweld en pesten (meldcode huiselijk geweld) Huiselijk geweld en pesten zijn onderwerpen die we Stichting breed hebben besproken rond de meldcode huiselijk geweld. Het cyberpesten vraagt onze aandacht en zal Stichting breed worden geanalyseerd en we zullen deskundig advies inwinnen om de juiste maatregelen te nemen. Een plan en training zullen worden georganiseerd om de veiligheid van ieder kind te garanderen. Ad 4. Tevredenheidsonderzoeken ouders/verzorgers De tevredenheidsonderzoeken in het voortgezet onderwijs scoorde op onderdelen onder onze norm en dat is besproken met de locatiedirectie en de MR. De onderzoeken laten wel zien dat leerlingen en ouders positief zijn over de veiligheid van de school. De uitkomsten van de enquêtes zijn ook besproken met de leerlingen om tot verbetermaatregelen te komen. De huidige onderzoeken laten een verbetering zien waar we tevreden over zijn. Wij verwijzen u voor de uitslag naar Vensters voor Verantwoording. Ad 5. School – kerk – bedrijf Zowel de basisscholen als de scholen voor voortgezet onderwijs zoeken de gelegenheden op om in de gemeente of streek aanwezig te zijn. Zo is er in 2012 een samenwerking geweest tussen de basisschool Juliana van Stolbergschool en de kerkelijke gemeente Waalwijk Centrum door het organiseren van schoolkerkdiensten. Ook het voortgezet onderwijs te Waalwijk heeft met het project India contacten met kerkelijke gemeente in Waalwijk en Sprang-Capelle. Onze leerlingen die India bezoeken of Mali fungeren als ambassadeurs voor hun klasgenootjes in andere werelddelen. In Wijk en Aalburg is er een gezamenlijk project met de Stichting Edukans. Ook op het gebied van school en bedrijf en overheid zijn er nauwe banden in de regio De Langstraat en Land van Heusden en Altena. Zo hebben leerlingen van VMBO T business en HAVO 4/5 International Business School contacten met bedrijven om hun eigen bedrijf te starten. Bedrijven voorzien onze leerlingen van adviezen op het gebied van ondernemen. Zo ontstaan er samen met bedrijfsleven businessplannen die door de leerlingen worden geschreven en uitgevoerd. Wij kunnen dit als school uitvoeren dankzij een subsidie van ONO (= ondernemend onderwijs). Hiermee willen wij ondernemend onderwijs stimuleren als onderdeel van onze krachtige leeromgeving en het van “buiten naar binnen” leren inhoud geven. Ook zijn er contacten en activiteiten in het kader van Triple O in het Land van Heusden en Altena, de O’s staan voor onderwijs, ondernemen en overheid. Internationale contacten In het voortgezet onderwijs is de internationalisering een belangrijk onderdeel van het onderwijsprogramma. Er zijn uitwisselingsprogramma’s met een zusterschool in Unna, Duitsland (Geschwister Schollgymnasium Unna), een middelbare school in Limoges, Frankrijk en India. 25
Resultaat In Landgoed Driessen is een nieuwe school gerealiseerd. De uitbreiding van de VO-school met 9 lokalen is gecompleteerd met 5 lokalen voor het basisonderwijs. Tijdelijke inwoning van Villa Vlinderhof en een protestants-christelijk lespunt van de Prins Willem Alexanderschool. In goede samenwerking met de gemeente is dit project tot stand gekomen. Engels in het basisonderwijs is ingevoerd op de Juliana van Stolbergschool en zal in de komende jaren leiden tot een doorlopende leerlijn met het VO. Met Mikz zijn afspraken gemaakt over de huisvesting van kinderopvang in de Juliana van Stolbergschool. Over de inhoudelijke samenwerking wordt verder gesproken. De onderwijsprogramma’s IBC en VMBO T Business worden nu in gemeenschappelijkheid met HBO Avans en ROC Da Vinci uitgevoerd. Voor Vakcollege zijn er vergaande afspraken. Ook zijn er met verschillende scholen voor VO contacten over ons concept IBC. Door verrijking van het programma ontstaat er zowel voor leerlingen als voor personeel een krachtiger leer- en werkomgeving.
26
Conclusie Door een breder onderwijsaanbod zowel in basisonderwijs als voortgezet onderwijs, profileert onze school zich als protestantschistelijk onderwijs in de regio. Dit leidt tot een positief imago en het aantrekken van leerlingen met als gevolg groei in het voortgezet onderwijs. In de totale groei blijven het basisonderwijs en VMBO achter, hetgeen van ons extra inspanning vergt. De ontwikkeling van de leerlingenaantallen in het basisonderwijs vertoont een krimp. De groei van de Juliana van Stolbergschool zal naar het zich laat aanzien in 2012 voortzetten, maar zal daarna ook afnemen. De aantrekkingskracht van een nieuwe school zal daar op positieve wijze aan bijdragen. De ontwikkelingen van De Fontein en de Oranjeschool noodzaakten ons tot maatregelen in de zin van sluiting van de Oranjeschool en De Fontein. Het SBaO heeft in Oudheusden een nieuwe start gemaakt. Het aantal leerlingen aldaar ontwikkelt zich positief, zodat in het samenwerkingsverband Over Maas en Duin een evenwichtige verdeling van SBO-onderwijs over de regio is gegarandeerd. De Leilinde is in 2012 nog steeds de eerste SBO-school met een Dalton-certificaat. Het voortgezet onderwijs zal zich blijven richten op modernisering van vakprogramma’s. De inzet is om de programma’s meer contextrijk te maken, zodat voor het VMBO de beroepscontext duidelijk is en voor het HAVO/VWO de onderzoekscontext à la wetenschappelijk onderwijs. Actualisering van de onderwijsprogramma’s mag niet ten koste gaan van de basisvaardigheden en resultaten. Taal- en rekenvaardigheden zullen meer en systematischer onderdeel zijn van ons onderwijsprogramma. Dit geldt zowel voor het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs. Wel zullen we steeds meer in samenwerking met bedrijven en instellingen onze programma’s vormgeven en uitvoeren om ons Ondernemend Onderwijs te realiseren. De zorgplicht zal verder vorm krijgen in het basisondersteuningsprofiel dat we als school kiezen. Belangrijk daarbij is de vraag op welke wijze de samenwerkingsverbanden komen tot dekkende zorg in de regio. De nieuwe samenstelling van het samenwerkingsverband is vastgesteld, d.w.z. dat we in het VO als zelfstandig samenwerkingsverband doorgaan. In het basisonderwijs wordt het SWV “Over Maas en Duin” uitgebreid met de Scala-scholen uit de gemeente Heusden. Op het gebied van de zorg zullen we onze kernopdracht van onderwijsgeven moeten versterken, dat wil zeggen differentiatie en maatwerk voor individuele leerlingen die dat nodig hebben. Vervolgens moeten we nagaan of extra zorg noodzakelijk is en hoe we dat organiseren.
27
Financiën Introductie De stichting heeft in 2012 haar financiën nader op orde gebracht. Nieuwbouw zal plaatsvinden bij de Juliana van Stolbergschool. In Waalwijk hebben we besloten om de organisatie en huisvesting weer in relatie te brengen met de groei. Dat betekende dat we in 2012 hebben geïnvesteerd in zes extra lokalen. De meerjareninvesteringen en meerjarenbegrotingen zijn opgesteld om binnen de signaalgrenzen te blijven van de commissie Don. Een opgave waar we in 2012 goed in geslaagd zijn. De financiële onzekerheden door de economische crisis en bezuinigingen vragen om een solide antwoord. Ook de formatierisico’s in het basisonderwijs als gevolg van de daling van het aantal leerlingen vroeg om actie. Het ‘in control’ zijn, blijven en geraken was opnieuw het belangrijkste doel in 2012. De komende jaren zal een stijging van liquiditeit en weerstandsvermogen zich moeten ontwikkelen binnen de normen van de onderwijsinspectie.
Strategische doelen 1. 2.
Het in control geraken van de financiële en bedrijfsmatige processen, waarbij risico’s afdoende worden afgedicht. Het afstemmen van de investeringen op de verhoging van de kwaliteit van onderwijs.
Activiteiten Het installeren en implementeren van AFAS als nieuw administratiepakket is in 2012 voltooid. De managementinformatie is maandelijks te volgen binnen de afgesproken richtlijnen c.q. mandaatregeling. Het afslanken van het aantal taken van onderwijspersoneel ten gunste van de lesgevende taak. Het inrichten van een staf met controller die processen als benoemd in bedrijfsmatig plan monitort. De formatie basisonderwijs en formatie voortgezet onderwijs Wijk en Aalburg is in verband met de krimp aangepast aan het aantal leerlingen. De investeringsprogramma’s zijn vastgelegd in een meerjareninvesteringsplan c.q. meerjarenbegroting. De investeringen zijn gericht op digitalisering van het onderwijsproces, de beheersing van de groei in het voortgezet onderwijs in Waalwijk en de komst van Passend Onderwijs. Ook in de projecten in het kader van excellent onderwijs wordt extra geïnvesteerd, waarbij ook de gelden uit de prestatiebox worden ingezet voor verdere ontwikkeling van ons onderwijs.
Resultaat en financieel jaarverslag, een toelichting op de Staat van baten en lasten en een toelichting bij het resultaat 2012 Voor kalenderjaar 2012 presenteert Stichting Willem van Oranje een positief exploitatiesaldo van € 605.168,-. De begroting 2012 ging uit van een positief exploitatieresultaat van € 304.400,- (uit gewone bedrijfsvoering). Het gerealiseerde resultaat wijkt hiermee € 300.768,- positief af van het begrote resultaat. Positief resultaat is passend bij de gestelde doelen in 2012 Na 2011 heeft ook het kalenderjaar 2012 vanuit bedrijfsvoering en financieel beleid in het teken gestaan het herstelplan bedrijfsvoering. Dit herstelplan behelst bewust in control komen en vanuit bedrijfsvoering een ontwikkeling op vier deelterreinen: Organisatieontwikkeling Systeemontwikkeling Inrichting administratieve organisatie Betrouwbaar meerjarenperspectief Daarnaast zijn er te realiseren doelen vanuit het strategisch beleidsplan en vanuit het bestuursakkoord voor PO & VO. De focus voor 2012 richtte zich daarbij op: het herstel van liquiditeit, weerstandsvermogen en kapitalisatiefactor (financiële kengetallen); resultaat en rendement; de verdere ontwikkeling van het ‘in control’ zijn van ad hoc naar repeterend; het met elkaar in gesprek zijn over financiële rapportage en de (financiële) gevolgen van keuzes in onderwijs en organisatie en het daarbij betrekken van risico’s; het verder inrichten van het administratiepakket Afas en voorbereiden van het per 1 januari 2013 voeren van de salarisadministratie; het opstellen van een betrouwbare beleidsrijke meerjarenbegroting; het meer concreet maken van strategische doelen en ambities gericht op onderscheidend zijn ten opzichte van andere scholen en het verbeteren van resultaten; specifiek voor het primair onderwijs gold het passend maken van de personele formatie gekoppeld aan schoolomvang en bekostiging. 28
In onderstaande toelichting wordt het resultaat over 2012 en de verschillende ontwikkelingen (kort) beschreven. De toelichting geeft daarbij een nadere verklaring bij de cijfers van deze jaarrekening. Herstel financiële kengetallen Het herstel van de financiële kengetallen zoals liquiditeit, weerstandsvermogen en kapitalisatiefactor zijn geen doel op zichzelf. De kengetallen geven aan in hoeverre we als Stichting Willem van Oranje in staat zijn aan onze (korte termijn) verplichtingen te voldoen en in hoeverre er voldoende vermogen en liquiditeit is om risico’s te kunnen opvangen en de continuïteit van de stichting te borgen. In de paragraaf: Financiële positie op balansdatum 31 december 2012 worden de afzonderlijke kengetallen nader toegelicht en is in tabellen de historische ontwikkeling van de kengetallen af te lezen. Met betrekking tot de liquiditeit wordt ultimo 2012 de gewenste ratio van 1,0 gerealiseerd. Met een liquiditeit van 1,0 is er voldoende geld om per heden alle korte lopende schulden/verplichtingen te betalen.
Door een positief exploitatieresultaat neemt ook het Eigen Vermogen toe. We kunnen dat aflezen uit de ontwikkeling van het weerstandsvermogen waarin het Eigen Vermogen uitgedrukt wordt in een percentage van de omzet (de totale baten).
Op stichtingsniveau én op sectorniveau (PO & VO) wordt gestreefd naar een weerstandsvermogen van minimaal 15%. Om dat te realiseren is als financieel kader vast gelegd om steeds gemiddeld over drie boekjaren (t-2 + t-1 + t) een exploitatieresultaat te boeken van ten minste 1%. In de jaren 2008 t/m 2010 was er sprake van een negatief exploitatieresultaat. In 2011 noteerden we een resultaat (rentabiliteit) van 3,57% en in 2012 wordt 2,96% gehaald. 29
In onderstaande grafiek wordt het weerstandsvermogen van sector PO en VO apart getoond. Uit de grafiek wordt goed zichtbaar dat de sector VO nog onder het streef percentage van 15% blijft. Weerstandsvermogen
Het derde kengetal waar we kort op ingaan is de kapitalisatiefactor. De kapitalisatiefactor wordt gedefinieerd als: totaal kapitaal (min gebouwen en terreinen) gedeeld door de totale baten. De Inspectie van het Onderwijs kent aan de kapitalisatiefactor drie functies toe: 1. De transactiefunctie: een bestuur dient middelen aan te houden om schulden op korte termijn te voldoen. 2. De financieringsfunctie: er moeten middelen beschikbaar zijn om materiële vaste activa te vervangen. Denk hierbij aan inventaris, computers, digiborden, methoden/leermiddelen. 3. De bufferfunctie: er moeten middelen zijn om onvoorziene risico’s af te dekken zoals fluctuaties in leerlingen aantallen, de financiële gevolgen van arbeidsconflicten, instabiliteit in bekostiging en onvolledige indexatie van de bekostiging. Voor deze laatste functie wordt door de inspectie een ondergrens van 5% voor grote besturen gehanteerd en van 10% voor kleine besturen. Stichting Willem van Oranje wordt gezien als een groot bestuur. De bufferfunctie geeft voor het externe toezicht relevante informatie. Iedere instelling dient zelf te bepalen of op basis van dit kengetal er aanleiding is om een financiële impuls aan het onderwijs te geven, de financieringsstructuur te herzien of geen verdere maatregelen te treffen. Bij een (te) hoge bufferfunctie zal de inspectie vragen stellen. In de onderstaande grafieken is het verloop van de kapitalisatiefactor en de bufferfunctie vanaf 2009 zichtbaar gemaakt. De cijfers zijn ook in een tabel opgenomen. Zichtbaar is dat de kapitalisatiefactor eind 2012 ruim 30% (31,6%) bedraagt. De bovengrens is daarmee vrijwel bereikt. De bufferfunctie bedraagt eind 2012: 3,4% en ligt daarmee onder de signaleringsgrens van 5% voor grote besturen. Kapitalisatiefactor
30
Bufferfunctie
Resultaat in 2012 De staat van baten en lasten over 2012 laat een voordelig saldo van € 605.168,- zien ten opzichte van een begroot resultaat van € 304.400,- en een voordelig saldo van € 716.474,- over het boekjaar 2011. Het verschil tussen begroot en gerealiseerd resultaat wordt op sector niveau nader toegelicht. De cijfers worden in een overzicht gepresenteerd. Sector PO De sector PO heeft over 2012 een negatief resultaat van € 7.421,-. Begroot was een negatief resultaat van € 56.600,-. Ten opzichte van een begroting een is er dus sprake van een positief verschil van € 49.179,-. Dit positieve verschil wordt verklaard door: Hogere baten: een hogere rijksbekostiging van ruim € 73.000,o indexering van personele en materiele bekostiging o een aanvulling op de prestatiebox (bestuursakkoord) o aanvullende bekostiging (materieel) voor groei Juliana van Stolberg o aanvullende bekostiging voor samenvoeging SBO De Poort en SBO De Leilinde o toekenning van leerlinggebonden financiering (aangevraagde rugzakgelden) o toekenning van aangevraagde lerarenbeurs meer overige baten, een bedrag van ruim € 53.000,o subsidie van de provincie voor de natuurleertuin Juliana van Stolberg o ontvangsten van samenwerkingsverband Weer samen naar school Heusden o ontvangen vergoeding wegens detachering personeel, naar samenwerkingsverband en naar andere scholen. Hogere lasten: personele lasten waren ruim € 58.000 hoger dan begroot o door extra inzet van personeel wegens detachering, inzet leerling gebonden financiering o ten gevolge sociaal plan, scholingskosten en aanvullende premies aan ABP overige instellingslasten € 50.000 hoger dan begroot o afboeken van vaste activa van Oranje Nassauschool (locatie Oranjeschool aan het Oranjeplein) en CBS De Fontein in Oudheusden. Lagere lasten: afschrijvingen zijn ruim € 5.300 lager dan begroot o door minder en uitgestelde aanschaffingen minder afschrijvingslasten dan begroot in 2012 huisvestingslasten zijn ruim € 25.000 lager dan begroot o in verband met nieuwbouw voor de Juliana van Stolbergschool geen dotatie aan de voorziening onderhoud (-/- € 55.000) o lagere energiekosten en dagelijkse onderhoudskosten (-/- € 16.000) o hogere kosten door verhuizing en opheffing Oranjeschool en Fontein (+ € 13.000) o aanleg natuurleertuin ( + € 33.000)
31
Sector VO De sector VO boekt in 2012 een positief resultaat van € 589.812,-. Begroot was een positief resultaat van € 321.000,-. Ten opzichte van de begroting is er een positief verschil van € 268.812,-. Dit positieve verschil wordt verklaard door: Hogere baten: een hogere rijksbijdrage van ruim € 406.000,o indexering voor personele en materiële kosten o overige subsidies en vergoeding voor gratis schoolboeken o een aanvulling op prestatiebox (bestuursakkoord) o toekenning van leerlinggebonden financiering (aangevraagde rugzakgelden) o toekenning van aangevraagde lerarenbeurs en zijinstroom meer overige overheidsbijdragen van ruim € 22.500,o ontvangen vergoeding van gemeente Waalwijk voor huur sportterreinen. meer overige baten, bijna € 164.000,o ontvangen vergoeding wegens detachering personeel naar samenwerkingsverband en naar andere scholen. o subsidies voor stimuleren ondernemend onderwijs (IBC), vmbo-business, beta-excellent en van drempel naar wimpel. Hogere lasten Personele lasten waren ruim € 185.000,- hoger dan begroot o door extra inzet van personeel voor projecten o voor scholingsactiviteiten o door werving van personeel o door inzet van personeel via uitzend/payroll oplossingen Huisvestingslasten waren € 66.000,- hoger dan begroot o door huur van de sportvelden; hier staan extra inkomsten tegenover o door hogere schoonmaakkosten en dagelijks onderhoud o door huur tijdelijke huisvesting (Burg. Van Casterenstraat) Overige instellingslasten zijn ruim € 84.000,- hoger dan begroot o Afwikkeling oude kopieercontracten o Detachering van meer VAVO-leerlingen Lagere lasten afschrijvingen zijn ruim € 3.400 lager dan begroot o door minder en uitgestelde aanschaffingen minder afschrijvingslasten dan begroot in 2012 door extra aflossingen lagere rente lasten daar door beter resultaat van ruim € 8.400,- op financiële baten/lasten Centrale diensten De centrale dienst ontvangt haar inkomsten vanuit afdracht (via de lasten) door de sectoren PO en VO. De overige baten betreffen een detacheringsvergoeding voor inzet van personeel in het samenwerkingsverband VO. De personele lasten zijn hoger dan begroot. Dit is veroorzaakt door een verschuiving van ICT-medewerkers van de sectoren naar centraal. Daarnaast liggen de overige instellingslasten hoger dan begroot door advies en ondersteuning voor opzet schoonmaak BV, financiële bedrijfsvoering en risicomanagement. Door hogere koers en verkoop van obligaties, door meer rentebaten ten gevolge van de verhoging van de liquiditeit is het resultaat op financiële baten/lasten ruim € 53.000,- hoger dan begroot. Stichting Willem van Oranje Geconsolideerd op stichtingsniveau zijn de baten € 722.889,- hoger dan begroot. Daarnaast is het resultaat op financiële baten/lasten € 61.531,- hoger dan begroot. Tegenover de hogere baten staan ook hogere lasten; de totale lasten zijn € 483.652,- hoger dan begroot. Per saldo verklaart dit het positieve resultaat ten opzichte van de begroting van € 300.768,-. Op stichtingsniveau hebben we hiermee een rentabiliteit gerealiseerd van 2,96%.
32
Bezoldiging bestuurders en toezichthouders De stichting wordt bestuurd door twee bestuurders, waarvan één voorzitter is van het College van Bestuur. Daarnaast is er een Raad van Toezicht. Bestuurders zijn benoemd door Raad van Toezicht. Salarisregeling valt binnen CAO voor bestuurders VO 2011-2013, de basis voor deze beloning zijn de salarisschalen conform CAO-VO voor bestuurders VO. Concreet houdt dit in: voorzitter schaal functiecontract B3 (schaal 16) en lid schaal functiecontract B2 (schaal 15), jaarsalaris inclusief 8% vakantiegeld en 7,4% eindejaarsuitkering, compensatie beperking vakantiedagen en afstand BAPOen spaarverlofrechten. De bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht van de Stichting Willem van Oranje over het jaar 2012 is conform de richtlijn opgesteld door de VTOI (Vereniging voor toezichthouders in het onderwijs). Het bedrag is € 2.500,- per kalenderjaar per lid, de voorzitter ontvangt € 5.000,- per kalenderjaar.
33
Toekomstparagraaf De toekomst zal in het teken staan van hoofdambities die we op onze vier strategievelden hebben geformuleerd: 1. Vormgeven van een krachtige leeromgeving om te komen tot goede leerprestaties en rendement en ontplooien van talenten bij kinderen en personeel. 2. Tonen van leiderschap en uitdagend onderwijs. 3. Educatief partnerschap tussen school en ouders/verzorgers. 4. Doorgaande zorg- en leerlijnen ontwerpen en uitvoeren. 5. De besturingsfilosofie realiseren zodat onze waarden gerealiseerd worden. 6. Het handhaven en versterken van protestants-christelijk onderwijs in de scholen en in de regio De Langstraat e.o. door verbindingen aan te gaan met andere besturen en instellingen. De toekomst van onze basisscholen zal in het teken blijven staan van minder aanbod van leerlingen. De krimp blijft zich na 2012 voortzetten. Het bestuur is van mening dat schoolvergroting in ons basisonderwijs noodzakelijk is om de toekomstige risico’s op te vangen. Om die reden heeft het bestuur oriënterende gesprekken met protestants-christelijke schoolbesturen in Breda en Etten-Leur. Ook worden onder leiding van de Besturenraad de scholen in De Langstraat en het Land van Heusden en Altena uitgenodigd om te bezien waar samengaan leidt tot behoud en versterking van het protestants-christelijke basisonderwijs. De toekomst van ons voortgezet onderwijs, met name VMBO, zal ook de gevolgen van krimp ervaren. HAVO en VWO staan bij ouders en leerlingen meer in de belangstelling dan het VMBO. In het voortgezet onderwijs zal de kwaliteitsverbetering, met als gevolg resultaatverbetering, de komende jaren onze aandacht vragen. Het nieuwe strategische beleidsplan heeft in haar ambities die verbeteringen ook op het oog. Er zijn onderwijskundig de nodige slagen te maken. Ook zijn er, gezien de bezuinigingen, financiële risico’s. Ons motto ‘Ambities binnen grenzen’ slaat met name op het evenwicht tussen onze ambities en wat financieel mogelijk is en blijft. Wij blijven streven naar ondernemend onderwijs en naar het realiseren van de doelen in het bestuursakkoord PO en VO, maar de risico’s in de bedrijfsvoering vragen van ons alert gedrag. De financiële verbeteringen zullen we continueren, zodanig dat er weer geïnvesteerd kan worden in kwaliteit, zonder dat onze liquiditeit in gevaar komt. Onzekere factoren in de toekomst maken het nodig dat we risicomanagement als geïntegreerd onderdeel van ons beleid en beleidsuitvoering meenemen. Ook het toezicht op bestuur zal aandacht blijven vragen, effectief toezicht op financiën, onderwijs en resultaten binnen het concept van Policy Governance van Carver zal steeds hernieuwd op de agenda komen en blijven. De Governance Code vraagt om systemen die nodig zijn voor risicobeheersing en risicosignalering. Door goed inzicht in de risico’s, wordt de organisatie in staat gesteld tijdig en adequaat te reageren, zodat voortbestaan van de scholen is gegarandeerd en de kwaliteit wordt verbeterd. Van 2012 naar 2013 en de verdere toekomst In het strategische beleidsplan heeft Stichting Willem van Oranje voor de jaren 2013-2015 haar ambities geformuleerd met betrekking tot de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoering dient zo ingericht te worden, dat de kwaliteit van besluitvorming en de kwaliteit van de interne beheersing een garantie zijn voor de continuïteit van de stichting en het realiseren van haar ambities. Er wordt gestreefd naar het systematisch verbeteren van de onderwijs- en bedrijfsprocessen. Voor de financiële organisatie houdt dit in: streven naar balans. Balans tussen organisatieontwikkeling en het primaire onderwijsproces, waarbij uitgangspunt is: een balans tussen inkomsten en uitgaven, waarbij inzet van middelen en (onderwijs)verbeteringen efficiënt plaats moeten vinden; het verbeteren/optimaliseren van structuren en de ondersteuning die daarvan uitgaat op het bedrijfsproces. De bedrijfsvoering is geen doel op zich, maar een middel tot het realiseren van goed werkgeverschap, continuering van de organisatie, het bedrijf en goed onderwijs. Vanuit deze strategische ambities worden meer concrete doelen en acties geformuleerd waaraan gewerkt wordt. In control In de boekjaren 2011 en 2012 zijn we qua bedrijfsvoering van de fase ad hoc in control gegroeid naar de fase van repeterend en beheerst in control. Dit is ontstaan door de opzet van een nieuwe administratieve organisatie (AO) en interne controle (IC) rond personeel en financiën. Digitalisering en de volledige invoering van het administratiepakket AFAS hebben daar in sterke mate aan bij gedragen. Ook het formaliseren van overleg tussen afdelingen en functionarissen heeft hieraan een positieve bijdrage geleverd. Nu dit loopt, moet gewaakt worden voor terugval in oude patronen/gewoontes. Een goede planning & control cyclus met het formaliseren en bij de juiste medewerker beleggen van de bewaking en uitvoering van werkzaamheden zijn voor 2013 het uitgangspunt om in 2015 te komen tot een werkwijze en bedrijfsvoering die het label: “duurzaam in control” mag dragen. Om te komen tot de juiste verdere ontwikkelpunten, heeft Ernst & Young in januari 2013 een quick scan uitgevoerd met betrekking tot de stand van zaken van de ontwikkeling van de bedrijfsvoering van Stichting 34
Willem van Oranje. De uitkomsten van deze quick scan worden besproken met staf en locatiedirectie en zullen input zijn voor de ontwikkeling naar “duurzaam in control” in de komende jaren 2013-2015. Meerjarenbegroting beleidsrijk opgesteld vanuit financiële uitgangspunten In de maanden oktober en november 2012 is de meerjarenbegroting 2013-2017 opgesteld. Deze begroting is meer dan andere jaren beleidsrijk gemaakt door gesprekken met (P)GMR en met locatiedirecteuren. Er zijn financiële uitgangspunten (op basis van financiële kengetallen) geformuleerd. Deze uitgangspunten zijn in de toelichting bij de begroting nader toegelicht. Daarnaast hebben er ronde tafel gesprekken plaats gevonden met de locatiedirecteuren en is er een koppeling gemaakt tussen de school- en jaarplannen van de locaties en de begroting. Voor 2013/2014 hebben we de ambitie te komen tot koppeling van de verschillende financiële & cijferbestanden, om daarmee te komen tot een aanvulling op bijvoorbeeld de school- en zorgplannen en de formatieplannen. In het schema hieronder staat een mogelijke koppeling van instrumenten (Exceldocumenten) weergegeven. 2013 - ... formatieve kadernota
2013 (A)
2013 - 2017 (D) meerjaren investeringsbegroting
materiële begrotingen scholen
(op kalenderjaar)
- gesprekken met budgethouders
afschrijvingen
2013 (E) kalenderjaar begroting
2012 - …
2013 - 2017 (F) is startjaar van ..
(personeel en materieel)
meerjaren integrale begroting + balans
dotaties
(op kalenderjaar)
- is onderdeel van …
meerjaren onderhoudsplan
- schooljaar omgerekend naar kalenderjaar - stichtingstotalen overgenomen
2013 (C) personele begroting (op kalenderjaar)
2013 - 2018 (B) - schooljaar omgerekend naar kalenderjaar
2013-2014 (G)
meerjaren personele begroting
cijfers worden gebruikt
(op schooljaar)
als bijlage bij bfp
Bestuursformatieplan (bfp)
2013 - ... formatieve kadernota
35
Integraal (financieel) leiderschap De bedrijfsvoering en het “in control” zijn, is niet alleen de verantwoordelijkheid van CvB en staf. Leidinggevende en personen met een budgetverantwoordelijkheid hebben wezenlijk een bijdrage te leveren aan strategische ambities en daarmee ook in houding en gedrag aan de kwaliteit van besluitvorming en interne beheersing. Om locatiedirecteuren, staf en college van bestuur meer een zelfde taal te laten spreken en om te komen tot goede afbakening van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden op met name financieel terrein wordt in 2013 deel genomen aan leergang professionalisering financieel leiderschap. De opleiding is gericht op het professionaliseren van financieel leiderschap van bestuurders, controllers en schoolleiders. Ook worden handvatten aangereikt om het financieel management goed vorm te geven. Het curriculum en het inhoudelijke programma worden verzorgd door het Zijlstra Center van de Vrije Universiteit en TiasNimbas van de University of Tilburg, in samenwerking met VO-onderwijsinstellingen. Inhoudelijke accenten worden gelegd in overleg met de groep. Onderwerpen die centraal staan zijn in elk geval: Governance & Bestuursdynamiek; Transitiemanagement; Reflectie op gedrag en organisatiecultuur; Reflectie op de huidige financiële situatie van uw school in relatie tot de doelstellingen; Hoe sturen wij op financiën? Een verbeterplan van de school leidt tot een andere aanpak van financieel leiderschap; Waar vullen bestuurders, managers en controllers elkaar aan? Zij kunnen alle drie iets wat de ander niet kan! Financiële kadernota Om (financiële) uitgangspunten, procedures, planningen en checks duurzaam te borgen, wordt er in 2013 een financiële kadernota opgesteld. Deze kadernota bevat afspraken en vastgestelde structuren vanuit het herstelplan bedrijfsvoering 2010, vanuit het managementstatuut en de verschillende (scholings)bijeenkomsten om te komen tot meer integraliteit en kwaliteit van de bedrijfsvoering ten behoeve van de doelstelling om de kwaliteit van besluitvorming èn de kwaliteit van de interne beheersing een garantie te laten zijn voor de continuïteit van de stichting en het realiseren van haar onderwijsambities. Daarnaast biedt het een leidraad om uitgangspunten voor bedrijfsvoering, schoolplannen, meerjaren formatieplannen en meerjarenbegrotingen consequent en consistent te hanteren.
36