Leerlingenstatuut ISW 2011 - 2015 08-02-2012 ISW werkgroepleden: Roderik Rot (algemene directie) Hans Toetenel (MR oudergeleding) Bram Verbeek en Bas Vreugdenhil (MR leerlinggeleding) Ton van Spronsen (laatste twee werkbijeenkomsten)
Het leerlingenstatuut ISW
In het leerlingenstatuut staan de rechten en plichten van alle leerlingen van ISW. Aanvullend daarop bestaat er op elke school van ISW een huishoudelijk reglement waarin schoolspecifieke afspraken staan beschreven. Beide documenten zijn hier samengevoegd. Belangrijker dan al die regels en afspraken is de medewerking van iedereen aan het scheppen van een goede sfeer op school en prettige onderlinge verhoudingen. Als er problemen of klachten zijn, is het beter er eerst met de direct betrokkene over te spreken. Het leerlingenstatuut is een soort “wetboek”; je grijpt er pas naar als je je onrechtvaardig behandeld voelt en gesprekken met betrokkenen onvoldoende hebben opgeleverd. Je kunt dan in het statuut precies lezen wat je rechten en plichten zijn en welke andere mogelijkheden er zijn om het probleem of de klacht op te lossen. Als iedereen zich goed bewust is van elkaars rechten en plichten, zoals die o.a. in het leerlingenstatuut staan opgeschreven, zal het maar zelden nodig zijn om dit wetboek toe te passen.
2
Procedure totstandkoming van het leerlingenstatuut ISW Het leerlingenstatuut bestaat uit twee soorten artikelen. Artikelen die ISW breed zijn vastgesteld en de artikelen die binnen de locatie worden vastgesteld. Het leerlingenstatuut heeft een geldigheidsduur van 4 jaar. ISW brede artikelen worden opgesteld door een in gezamenlijk overleg (MR) samen te stellen werkgroep waarin ouders en leerlingen vanuit de MR en algemene directie vertegenwoordigd zijn. De specifieke locatieartikelen worden opgesteld door een in gezamenlijk overleg samen te stellen werkgroep waarin ouders en leerlingen vanuit de locatieraad en de schoolleiding zijn vertegenwoordigd. De ISW brede artikelen worden uiteindelijk vastgesteld door de MR met instemmingsrecht van ouders en leerlingen. De locatieartikelen worden uiteindelijk vastgesteld door de locatieraad met instemmingsrecht van ouders en leerlingen. Op het moment van vaststellen van het leerlingenstatuut in de locatieraad heeft het een geldigheidsduur van 4 jaar. Alle locaties doorlopen in de tijd dezelfde cyclus. Tussentijdse wijzigingen Tussentijds kan het noodzakelijk zijn wijzigingen aan te brengen. Zo kan het zijn dat wetgeving wijzigt waardoor aanpassing noodzakelijk is. Voor de ISW brede artikelen worden voorstellen ingebracht door leden van de MR. Voor de locatiegerelateerde artikelen worden voorstellen ingediend door leden van de locatieraad. Voorstellen tot wijzigingen moeten altijd voorzien zijn van argumenten, waaruit de noodzaak voor de wijziging blijkt.
3
Begrippen In het leerlingenstatuut komen de volgende begrippen voor: • • • • • • • • • • • • • • • • • •
•
De scholengroep: Interconfessionele Scholengroep Westland, voor Praktijkonderwijs, VMBOBL, VMBO-KL, MAVO, HAVO, VWOplus,WVOxtra, Gymnasium; De scholengroep bestaat uit zes scholen en heeft zeven locaties; Locatie: één van de scholen uit de scholengroep ISW, zoals de locatie "Hoge Woerd"; HR staat voor huishoudelijk reglement per locatie; Leerlingen: alle bij ISW ingeschreven leerlingen; Ouders: de ouders, voogden en verzorgers van de leerlingen op ISW; Personeelsleden: alle aan de school verbonden medewerkers; Docenten: de aan de school verbonden leraren en personeelsleden met een lesgevende taak; Schoolleiding: locatiedirecteur en teamleiders; Directieraad ISW: de algemeen directeur, de stafdirecteuren en de locatiedirecteuren. Locatieraad: de locatieraad is een raad waarin ouders, leerlingen en personeelsleden niet zijnde de schoolleiding van de betreffende school zijn vertegenwoordigd. De locatieraad opereert binnen de WMS als zijnde een deelraad van het grotere geheel ISW/Lucas; Leerlingenraad: het vertegenwoordigend orgaan van de leerlingen binnen de afzonderlijke school; Leerlingenstatuut: regels en afspraken over de rechten en plichten van de leerlingen die deel uitmaken van de scholengroep. Inspecteur: de inspecteur van het voortgezet onderwijs. Commissie van beroep: de commissie die adviseert over geschillen betreffende de toepassing van het leerlingenstatuut. Onder afgenomen toets wordt verstaan: alle toetsingen die afgenomen worden zoals genoemd onder artikel 4 van dit statuut. Het voortschrijdend gemiddelde is een gewogen gemiddelde van alle cijfers die gedurende een schooljaar tot dan toe zijn behaald voor het betreffende vak. Een leseenheid is een in tijd aaneengesloten les van een specifiek vak of lesactiviteit. Zo kan een leseenheid bestaan uit een lesuur van 50 minuten of een blokuur van 2x50 minuten of meer maar ook een lesactiviteit buiten de deur zoals een museumbezoek, biologiepracticum buiten in de natuur, natuurkundeproef middag, etc. met een aaneengesloten tijdsduur. Een pauze in de leseenheid kan voorkomen en maakt het nog steeds tot een leseenheid. Schoolactiviteiten zijn alle activiteiten die in naam en onder de verantwoordelijkheid van de school worden uitgevoerd op school zoals de lesactiviteiten, tussenuren of buiten school zoals alle buitenschoolse activiteiten zoals excursies, reizen, disco’s en feestavonden, etc.
(In dit leerlingenstatuut wordt ten behoeve van de leesbaarheid alleen in de mannelijke vorm geschreven. Daar waar mannelijke voornaamwoorden worden gebruikt, kunnen ook vrouwelijke worden gelezen.)
4
Artikelen, leden en subleden 1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.6. 1.7. 1.8. 1.9 1.10.
Algemene zaken .......................................................................................................................7 Aanwezigheid op school ...........................................................................................................7 Kledingvoorschriften ..................................................................................................................8 Het maken van audio/audiovisuele opnamen ...........................................................................8 Taalgebruik................................................................................................................................8 Schade ......................................................................................................................................8 Algemene gedragregels en gedrag tijdens pauzes en tussenuren ..........................................8 Voorwaarden voor computergebruik .........................................................................................9 Ruimten ................................................................................................................................. 10 Veiligheid ................................................................................................................................ 10 Huiswerk................................................................................................................................. 11
2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6. 2.7.
Gedrag tijdens de schooldagen ............................................................................................. 12 Gebruik genotsmiddelen ........................................................................................................ 12 Kauwgom ............................................................................................................................... 12 (Digitale) Geluidsdragers / mobiele telefoons ....................................................................... 12 Eten ........................................................................................................................................ 12 Vuurwerk ................................................................................................................................ 12 Roosters en afwezigheid docenten ........................................................................................ 12 Extra kleding, vervoer en kluisjes/garderobekastjes .............................................................. 13
3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6.
Disciplinaire maatregelen ....................................................................................................... 14 Straf ........................................................................................................................................ 14 De zwaarte van de straf ......................................................................................................... 14 Ten onrechte straf .................................................................................................................. 14 De rol van de locatiedirecteur ................................................................................................ 14 Verstoren van de les .............................................................................................................. 14 Wangedrag ............................................................................................................................. 14
4. 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5. 4.6. 4.7. 4.8. 4.9.. 4.10. 4.11. 4.12. 4.13.
Toetsing, beoordeling en rapportage ..................................................................................... 15 Toetsing.................................................................................................................................. 15 Weging van de resultaten ...................................................................................................... 15 Omstandigheden .................................................................................................................... 15 Opgave en bespreking van de toetsen .................................................................................. 15 Aantal toetsen per periode ..................................................................................................... 15 Nakijkperiode toetsen ............................................................................................................. 16 Nakijkperiode toetsen niet vallend onder 4.6…………………… 16 Normen van beoordeling toetsen ........................................................................................... 16 Werkstuk, spreekbeurt of practicum ...................................................................................... 16 Cijfers op de eindrapporten .................................................................................................... 16 Aantal rapporten per jaar ....................................................................................................... 16 Publicatie studieresultaten ..................................................................................................... 16 Maatregelen naar aanleiding van studieresultaten ................................................................ 16
5. 5.1. 5.2.
Overgang, keuze in onderwijs ................................................................................................ 17 Bevordering ............................................................................................................................ 17 Keuze van onderwijs .............................................................................................................. 17
6. 6.1.
Klachten ................................................................................................................................. 18 Interne en externe klachten.....................................................................................................18
7.
De commissie van beroep algemeen..................................................................................... 19
8. 8.1. 8.2.
Commissie van beroep voor de overgang ............................................................................. 20 Er is een commissie van beroep voor de overgang ............................................................... 20 Bezwaar ouders ..................................................................................................................... 20 5
8.3. 8.4. 8.5. 8.6. 8.7. 8.8.
Samenstelling commissie....................................................................................................... 20 Rol mentoren / teamleiders .................................................................................................... 20 Horen leerling / ouders ........................................................................................................... 20 Bijeenkomst commissie.......................................................................................................... 20 Geldige bezwaren .................................................................................................................. 20 Uitspraak van de commissie .................................................................................................. 20
9. 9.1. 9.2.
Examens ................................................................................................................................ 21 Programma van toetsing en afsluiting .................................................................................... 21 Examenreglement .................................................................................................................. 21
10. 10.1. 10.2. 10.3. 10.4. 10.5. 10.6. 10.7.
Leerlingenparticipatie ............................................................................................................. 22 Leerlingenparticipatie ............................................................................................................. 22 Leerlingenraad ....................................................................................................................... 22 Kiesprocedure ........................................................................................................................ 22 Afvaardiging medezeggenschap ............................................................................................ 22 Belangen………………………………………. 22 Bij het ontbreken van een leerlingenraad .............................................................................. 22 Leerlingenraadstatuut ............................................................................................................ 22
6
1.
Algemene zaken
1.1. Aanwezigheid op school 1.1.1.
Lestijden Alle leerlingen zijn in principe van maandag tot en met vrijdag tussen 08.00 uur en 16.35 uur beschikbaar voor het volgen van lessen, het maken van toetsen en het doen van andere activiteiten. De leerling dient hiermee rekening te houden bij het maken van afspraken voor onder meer werk, sport en muziekles. Van de leerling wordt verwacht dat hij na zijn laatste les naar huis gaat. Onnodig verblijf op school kan immers voor overlast zorgen.
1.1.2.
School open De school is door de weeks open van 07.30 uur tot 17.00 uur.
1.1.3.
Te laat komen Het officiële verzuimprotocol (zie bijlage 1a) ten aanzien van o.a. te laat komen en de Haltprocedure is altijd van kracht. Een leerling die te laat is, meldt zich bij de frontoffice, krijgt aldaar een toegangsbewijs tot de les, hoort van de betreffende persoon de sanctie en gaat daarna naar de les. Een leerling van klas 1, 2 en 3 m/h/v die op het eerste uur te laat komt, moet zich de volgende ochtend om 07.45 uur melden, een leerling van 4 m/h/v, 5 h/v en 6v om 07.30 uur. Indien de leerling op die dag minimaal de eerste twee uren geen les heeft, dient hij zich op die dag in principe niet te melden. Melding vindt dan plaats op de eerst volgende dag waarop betreffende leerling vanaf het eerste of het tweede uur les heeft. Een leerling die vanaf het tweede uur te laat in de les komt, krijgt een uur corvee. Vanaf zes keer te laat op school en/of in de les krijgt de leerling automatisch een uur corvee erbij. In bijlage 1b is de te volgen procedure in een overzicht weergegeven.
1.1.4.
Afwezigheid Indien de leerling door ziekte niet naar school kan, dient dit door zijn ouders/verzorgers op de eerste dag voor 08.00 uur telefonisch gemeld te zijn ( telefoonnummer 0174 – 628961). Bij meer dan twee dagen ziekte wordt verwacht dat de ouders/verzorgers wederom contact zoeken met school. Ook na het weekend wordt dit ten zeerste op prijs gesteld. De eerste dag waarop de leerling weer op school komt, meldt hij zich aanwezig door inlevering van een door de ouders/verzorgers ondertekende betermelding bij de frontoffice. Wie tijdens een lesdag ziek wordt, moet zich altijd afmelden bij zijn teamleider of diens vervanger en de frontoffice. Bij thuiskomst wordt een bevestiging verwacht van de kant van de ouders/verzorgers. Een bezoek aan onder meer de dokter, tandarts of orthodontist tijdens lestijd moet vierentwintig uur van te voren gemeld worden door middel van een door ouders/verzorgers ingevuld en ondertekend geel briefje dat bij de frontoffice te verkrijgen is. Hetzelfde dient te gebeuren bij een verlofaanvraag voor onder meer een bruiloft, jubileum en begrafenis. Voor vakantieverlof moet via een speciaal formulier toestemming verleend worden door de schoolleiding. Dit formulier is te verkrijgen bij de frontoffice of te downloaden van de site van ISW Hoogeland. Voor een leerling die niet deel kan nemen aan een onderdeel van het school - of centraal examen vanwege ziekte of een andere vorm van overmacht, wordt verwezen naar de examenreglementen voor het VMBO, het HAVO en het VWO. Deze reglementen zijn te vinden op de site van ISW Hoogeland.
1.1.5.
Gymlessen Wanneer iemand door een blessure of ander lichamelijk ongemak tijdelijk de gymlessen niet kan volgen, neemt hij een brief mee van zijn ouders en geeft deze voor aanvang van de les aan de gymdocent. De gymdocent kan, in lijn met het beleid van de locatiedirectie, aanwezigheid eisen tijdens de gymles of eisen dat andere taken tijdens de 'gemiste' lessen worden uitgevoerd. Voor het aanvragen van een totale vrijstelling, door langdurige blessures of anderszins, dient de leerling/ouders een schriftelijk verzoek in bij de schoolleiding.
1.1.6.
Privacy In het kader van de privacy kent ISW een privacyreglement voor leerlingen. In dit kader wordt
7
ook aangegeven welke regels gehanteerd worden ten aanzien van het vastleggen van 1 gegevens in het leerlingvolgsysteem van de school voor het gehele privacyreglement . 1.2. Kledingvoorschriften 1.2.1.
Elke leerling heeft in principe de vrijheid zich te kleden zoals hij wil. Gangbare fatsoensnormen geven hierbij de grenzen aan, die ter beoordeling zijn van de locatiedirecteur.
1.2.2.
Discriminerende of aanstootgevende teksten op kleding zijn niet toegestaan, evenmin is aanstootgevende kleding toegestaan.
1.2.3.
Het dragen van hoofdbedekking, met uitzondering van hoofddoek en andere “hoofddeksels” op grond van religie, is niet toegestaan. In alle gevallen dient het gezicht volledig zichtbaar te zijn.
1.2.4.
De school kan bepaalde kleding verplicht stellen om gebruiks- of veiligheidsredenen.
1.2.5.
De school kan het dragen van bepaalde kleding, hoofdbedekking of sieraden om veiligheidsredenen verbieden. Dit kan bijvoorbeeld in de lessen lichamelijke opvoeding en bij activiteiten van praktische aard het geval zijn. De betreffende docent geeft aan wat de gangbare regels zijn die zijn afgesproken op de betreffende locatie.
1.3. Het maken van beeld- en/of geluidsopnamen Het maken van beeld en/of geluidsopnamen is niet toegestaan zonder toestemming en opdracht van een docent of van de schoolleiding. Deze opnamen staan veelal in het kader van onderwijskundige activiteiten. 1.4. Taalgebruik Iedere leerling heeft de vrijheid zijn mening te uiten binnen de grenzen die de identiteit van de school daaraan stelt en tevens binnen de grenzen die zijn vastgelegd in het Nieuw Burgerlijk Wetboek. Leerlingen dienen elkaars mening en die van anderen te respecteren. Uitingen van discriminerende en/of beledigende aard zijn niet toegestaan. 1.5. Schade 1.5.1.
Schade aan andermans eigendommen Leerlingen moeten de eigendommen van anderen respecteren. Dat geldt in het bijzonder voor de (brom-)fietsen van andere leerlingen. Het aanbrengen van schade aan (brom-)fietsen kan niet alleen financiële gevolgen hebben, maar ook lichamelijk letsel veroorzaken. De school stelt zich niet aansprakelijk voor schade die in de fietsenstalling door derden wordt aangericht.
1.5.2.
Schade aan gebouw, inventaris en terrein. Het is leerlingen niet toegestaan zonder toestemming van de docent aan ramen, zonwering, projectieschermen, e.d. te komen. Schade die leerlingen aan het gebouw, inventaris en terrein aanbrengen, wordt op de veroorzaker verhaald.
1.6. Algemene gedragsregels en gedrag tijdens pauzes en tussenuren 1.6.1.
1
Op ISW Hoogeland gaan we uit van de zeven gouden regels, te weten 1. Zorg ervoor dat je altijd je schoolpas bij je hebt. 2. Houd de school schoon en netjes: geen kauwgom in de school en eten en drinken alleen in de aula. 3. Op het schoolterrein volg je de juiste route naar de fietsenstalling: gebruik de juiste brug en trap. Niet brommen op het schoolterrein. 4. Op de gangen loop en praat je tijdens de leswisseling rustig. 5. Leerpleinen om te studeren en aula’s om te recreëren. 6. We spreken elkaar aan op een respectvolle manier.
http://www.isw.info/algemeen/privacyreglement.html 8
7. We hebben respect voor elkaar en voor de omgeving. 1.6.2.
Pauzes De leerling brengt zijn pauze door op een van de aula’s, in de mediatheek of op een van de schoolpleinen. Tijdens de pauze houdt de leerling zich niet op in de gangen of op een van de leerpleinen. Er mag alleen gegeten en gedronken worden in beide aula’s en op beide schoolpleinen. In de kleine pauzes blijven alle leerlingen op het terrein. Leerlingen van klas 1,2 en 3 m/h/v mogen ook tijdens de grote pauze het terrein niet verlaten.
1.6.3.
Tussenuren Elke leerling met een tussenuur kan gebruik maken van een van de leerpleinen of de mediatheek. Wel dient op deze plekken in alle rust gestudeerd te worden. Wil de leerling praten en/of eten dan gaat hij naar een van de aula’s of een van de schoolpleinen. De leerlingen van klas 1 en 2 m/h/v hebben in principe geen tussenuren. Bij afwezigheid van de docent zal voor deze leerlingen gezocht worden naar vervanging. Daarnaast hebben de leerlingen van 3h/v de plicht minimaal twee derde deel van hun tussenuren studerend door te brengen op een van de leerpleinen of in de mediatheek. Onreglementaire afwezigheid zal gezien worden als spijbelen en wordt ook als zodanig bestraft. Leerlingen van klas 1, 2 en 3 m/h/v mogen tijdens een tussenuur het schoolterrein niet verlaten.
1.6.4.
Afval Afval zoals melkbekertjes, blikjes, broodzakjes, klokhuizen e.d. horen in de daartoe bestemde afvalbakken te worden gedeponeerd.
1.7. Voorwaarden voor computergebruik 1.7.1. • •
Het schoolaccount Het schoolaccount is strikt persoonlijk en mag niet aan derden beschikbaar worden gesteld. Het schoolaccount mag niet worden gebruikt voor: o Het verspreiden en downloaden van (illegale) software, virussen en informatie waarop het auteursrecht van toepassing is; o Het verspreiden van digitale informatie die strijdig is met de algemene waarden en fatsoensnormen; o Het zich onrechtmatig toegang verschaffen tot computersystemen; o Het ontplooien van commerciële activiteiten.
1.7.2. • •
Ten aanzien van gedrag bij een computer Bij beschadiging van computerapparatuur: direct melden bij je docent of bij de uitleenbalie. Computerapparatuur dient voorzichtig en netjes behandeld te worden. Je bent zelf verantwoordelijk voor eventuele schade aan apparatuur. Schade wordt verhaald op de veroorzaker. Eigen programmatuur mag niet gebruikt worden. De apparatuur mag alleen gebruikt worden voor onderwijskundige doeleinden. Er mag geen software van het netwerk gekopieerd worden. Er mag niet worden gegeten en/of gedronken bij een computer.
• • • •
1.7.3.
Ten aanzien van computercriminaliteit Onder computercriminaliteit verstaan we die vormen van criminaliteit die betrekking hebben op computersystemen of met computersystemen (inclusief netwerken) worden gepleegd. Voorbeelden zijn: • • • • • •
Computervredebreuk: Het ongeoorloofd toegang verschaffen tot een computersysteem; Het kopiëren van vertrouwelijke gegevens; Ongeoorloofd computerdata verwijderen of aanpassen; Gebruik maken van het account van iemand anders; Ongeoorloofd computersystemen uitschakelen of onbruikbaar maken; Het versturen van virussen;
9
• •
Fraude met behulp van computers en valsheid in geschrifte met betrekking tot computerdata, bijvoorbeeld door berichten te onderscheppen en te veranderen zoals met een man-in-the-middle-aanval; Het valselijk beschuldigen of bedreigen via een sociaal netwerk of e-mail.
Al naar gelang de ernst van deze gevallen kan de school besluiten aangifte te doen bij de politie en/of een schorsings- en/of verwijderingsprocedure in gang te zetten. 1.8. Ruimten 1.8.1.
Niet toegankelijke ruimten De drukkerij, de ruimten van de conciërges, de personeelskamers, de docentenwerkplekken, de spreekkamers, opbergkasten, kabinetten en de ruimte van de catering zijn zonder toestemming niet toegankelijk voor leerlingen.
1.8.2.
De lift. Leerlingen kunnen in principe geen gebruik maken van de liften. Onder bijzondere omstandigheden ( bijvoorbeeld door een ernstige blessure ) zal dit toegestaan worden. De regels omtrent het gebruik zijn vastgelegd in een apart reglement, verkrijgbaar bij het hoofd van de facilitaire dienst.
1.8.3.
De administratie De backoffice is zonder toestemming niet toegankelijk voor leerlingen. Voor het inleveren van onder meer een geel verzuimbriefje, een verlofaanvraag en een kinderbijslagformulier kan men terecht bij de frontoffice. Ook voor andere administratieve handelingen dient de leerling zich aldaar te melden. De frontoffice is op elke werkdag open van 07.30 uur tot 16.00 uur.
1.8.4.
Buitengym Bij buitengym maakt de school gebruik van gehuurde ruimten. Vandaar dat van elke leerling verwacht wordt dat hij zich aldaar als een goede gast gedraagt. Aan het begin en op het einde van de les zijn de kleedkamers voor leerlingen toegankelijk. Het toilet is altijd te gebruiken.
1.9. Veiligheid De leerlingen gedragen zich naar de gegeven voorschriften betreffende de veiligheid in school en wel zodanig dat de veiligheid in de school optimaal wordt gewaarborgd. Bij bepaalde vakken is het verstandig dat aan veiligheid specifiek aandacht geschonken wordt. Vandaar dat in het begin van het schooljaar de leerling bij lichamelijke opvoeding, natuurkunde, scheikunde en techniek te horen krijgt hoe hij zich bij die vakken in het bijzonder dient te gedragen. Zo moet de leerling zich onder meer aan de volgende gedragsregels houden: lichamelijke opvoeding
natuurkunde
scheikunde
techniek
Gymmen mag alleen in de door de locatie voorgeschreven kledij. Het is niet toegestaan met hoofddoek te gymmen. Ook sieraden moeten afgedaan worden. Is er sprake van lang haar dan dient het strak naar achteren in een staart gebonden te zijn. Bij een practicum waarbij gebruik gemaakt wordt van vuur, dient de leerling zijn ogen te beschermen met een bril. Heeft de leerling lang haar dan heeft hij de plicht het in een staart te binden. Leerlingen die een hoofddoek dragen, mogen alleen aan dit practicum meedoen indien de hoofdbedekking van katoen is. Bij elk practicum heeft de leerling een bril op en een labjas aan. Bij een practicum waarbij vuur gebruikt wordt, gelden dezelfde regels als bij natuurkunde. Bij het gebruik van een machine moet de leerling een bril dragen en geen sieraden om de hals en/of aan de hand hebben. Heeft de leerling lang haar dan heeft hij de plicht het in een staart te binden.
10
1.10. Huiswerk Van elke leerling wordt verwacht dat hij zijn huiswerk maakt en zijn spullen in orde heeft. Met regelmaat zal de docent hierop toezien. Indien de leerling aan het begin van de les een ondertekend briefje van zijn ouders/verzorgers overhandigt in verband met het niet kunnen maken van het huiswerk, heeft de docent het recht te bepalen of hier inderdaad sprake is van een aanvaardbare reden. Zowel de leerling als de ouders/verzorgers hebben het recht om tegen het besluit van de docent bij de teamleider in beroep te gaan. De uitspraak van de teamleider is bindend. Bij afwezigheid van een docent door ziekte of anderszins, schuift het opgegeven huiswerk vanzelf één les door. Voor hierdoor uitgevallen proefwerken wordt in redelijk overleg voor een oplossing gezorgd. Indien gebruik wordt gemaakt van een studieplanner, wordt gewerkt overeenkomstig deze planning tenzij de docent anders beslist. Heeft een leerling door ziekte of anderszins een proefwerk gemist, dan wordt eveneens in redelijk overleg een nieuwe afspraak gemaakt. Een en ander is slechts mogelijk, indien niet strijdig met reeds eerder gemaakte afspraken. In bepaalde situaties kan de schoolleiding besluiten leerlingen huiswerkvrij te geven. Zo heeft de leerling volledig huiswerkvrij op de eerste schooldag na de herfst-, kerst-, voorjaars-, en meivakantie. Dit geldt niet voor een proefwerk dat een leerling gemist heeft en moet inhalen.
11
2.
Gedrag tijdens de schooldagen
2.1. Gebruik genotsmiddelen 2.1.1.
Roken Binnen de gebouwen van ISW is roken verboden. Leerlingen van klas 1, 2 en 3 m/h/v mogen op het schoolterrein niet roken. Leerlingen van klas 4 m/h/v, 5h/v en 6v hebben een beperkte mogelijkheid tot roken. De leerling dient dan wel te beschikken over een toestemmingspasje. Deze kan door zijn ouders/verzorgers bij de teamleider aangevraagd worden.
2.1.2.
Verdovende en stimulerende middelen Het is bij wet verboden in de school of in de omgeving van het schoolgebouw verdovende en stimulerende middelen te gebruiken, te verhandelen of in bezit te hebben. Leerlingen lopen bij overtreding kans direct van school verwijderd te worden.
2.1.3.
Alcohol Onder invloed zijn van alcohol tijdens een schoolactiviteit is niet toegestaan. Leerlingen worden dan niet toegelaten tot die schoolactiviteit. Hiervoor hanteert het ISW een “zerotolerance” beleid. Alle locaties kunnen de blaaspijp als ondersteunend instrument hanteren om te bepalen of een leerling gedronken heeft. Uitzonderingen: De locatiedirecteur kan na overleg met de locatieraad bij hoge uitzondering dispensatie verlenen voor het drinken van alcohol. Uiteraard binnen de grenzen van de algemene normen en waarden en onder strikt toezicht van medewerkers van het ISW.
2.2. Kauwgom In de gebouwen mag geen kauwgom worden gekauwd. 2.3. (Digitale) Geluidsdragers / mobiele telefoons Dit aspect wordt in de werkgroep leermiddelenbeleid nader onder de loep genomen. De nu geldende afspraken staan in bijlage 4 vermeld.. 2.4. Eten Eten en drinken zijn slechts toegestaan in de aula’s en op de schoolpleinen. 2.5. Vuurwerk Het is bij wet verboden in de school of in de omgeving van het schoolgebouw vuurwerk af te steken, te verhandelen of in bezit te hebben. 2.6. Roosters en afwezigheid docenten 2.6.1.
Afwezigheid docent Wanneer een docent niet aanwezig is in zijn lokaal om les te geven, meldt één van de leerlingen van de klas dit bij een teamleider. Hij wacht de instructies van de teamleider af. Het is de klas niet toegestaan weg te gaan zonder toestemming van een teamleider. Als onverwacht maar wel bijtijds het eerste uur uitvalt, zullen de leerlingen door middel van een sms-bom hiervan op de hoogte gebracht worden. Hierbij is wel van belang dat het 06-nummer van de leerling bij de administratie bekend is.
2.6.2.
Roosterwijzigingen Roosterwijzigingen en mededelingen worden in principe minimaal 15 uur van te voren op de lichtkranten en de site van ISW Hoogeland geplaatst. Het is voor de leerling wel van belang een aantal keer per dag goed naar deze informatie te kijken en overeenkomstig te handelen. Immers ook gedurende de dag kunnen aanpassingen zich voordoen.
2.6.3.
Mededelingenborden Op verschillende plaatsen in het gebouw hangen borden waarop mededelingen van personeelsleden en leerlingen geplaatst kunnen worden. Wanneer een leerling een 12
mededeling, affiche, poster etc in het gebouw wil hangen, vraagt hij van tevoren toestemming aan de locatiedirecteur. Die zal vertellen waar dit soort mededeling geplaatst mogen worden. Alleen door de locatiedirecteur goedgekeurde en geparafeerde mededelingen zijn toegestaan.
2.7. Extra kleding, vervoer en kluisjes/garderobekastjes 2.7.1.
Fietsenstalling, brommerstalling en parkeerterrein Fietsen en bromfietsen mogen alleen in de daarvoor bestemde stalling geplaatst worden. Fietsen en brommen is wel toegestaan op de toegangspaden ( de rode tegels ), maar niet op de pleinen. Een (brom)fiets die buiten de stalling geplaatst wordt, kan achter slot en grendel gezet worden tot 17.00 uur van de betrokken lesdag. Verblijf in de stalling tijdens pauzes en tussenuren is niet toegestaan. Aan de zuidzijde van het gebouw is een parkeerterrein voor medewerkers van de school. Leerlingen die met de auto naar school komen, mogen daar niet parkeren.
2.7.2.
Regenkleding en bromfietshelmen In het kluisje kan de leerling zijn jas en andere eigendommen kwijt. Leerlingen nemen hun jas, regenkleding en/of helm niet mee in de klas. Jassen kunnen eventueel opgehangen worden aan kapstokken die bij leerpleinen te vinden zijn. Bij slecht weer kunnen leerlingen ook gebruik maken van extra kapstokken geplaatst in en rond de aula.
2.7.3.
Overige regelingen Elke leerling krijgt aan het begin van het schooljaar een kluisje toegewezen. Dit bevindt zich op (of in de buurt van) zijn afdeling. In het kluisje kan de leerling zijn jas en andere eigendommen kwijt. Het kluisje mag niet gebruikt worden als opslag van alcoholhoudende dranken, verdovende en/of stimulerende middelen, vuurwerk, messen en/of andere wapens. Controle door personeelsleden is te allen tijde toegestaan na goedkeuring van de locatiedirecteur. Ook de politie mag controleren na toestemming van de locatiedirecteur. Het kluisje dient aan het einde van het schooljaar of bij tussentijds vertrek schoon en onbeschadigd door de leerling te worden opgeleverd.
13
3.
Disciplinaire maatregelen
3.1. Straf De leerling die de in de school geldende regels niet nakomt, kan een disciplinaire maatregel worden opgelegd. Een dergelijke maatregel kan worden opgelegd door een personeelslid van de school. Disciplinaire maatregelen kunnen o.a. zijn: • maken van strafwerk; • uit de les verwijderd worden; • nablijven; • gemiste lessen inhalen; • opruimen van gemaakte rommel; • corveewerkzaamheden uitvoeren; • uitsluiting van lessen; • geschorst worden (zie bijlage 2); • definitief van de school verwijderd worden (zie bijlage 2). 3.2. De zwaarte van de straf Bij het opleggen van een maatregel moet er sprake zijn van een redelijke verhouding tussen de ernst van de aanleiding tot opleggen ervan en de zwaarte van de maatregel. 3.3. Ten onrechte straf Indien een leerling meent dat hem ten onrechte een maatregel door een personeelslid van de school is opgelegd, kan hij dit aan de teamleider ter beoordeling voorleggen. Zo heeft de docent niet het recht de leerling op eigen gezag de toegang te ontzeggen tot de volgende leseenheid. 3.4. De rol van de locatiedirecteur Indien een leerling meent dat hem ten onrechte een maatregel door een personeelslid (niet zijnde de locatiedirecteur) is opgelegd, kan hij dit aan de locatiedirecteur ter beoordeling voorleggen. 3.5. Verstoren van de les Een leerling die de goede voortgang van de les verstoort, is verplicht de les te verlaten zodra de docent hem dit opdraagt. Hij dient zich dan onmiddellijk te melden bij zijn teamleider of diens vervanger. 3.6. Wangedrag Een leerling die bij herhaling de in de school geldende regels overtreedt of zich schuldig maakt aan ernstig wangedrag, kan door of namens de locatiedirecteur worden geschorst, of definitief van de school worden verwijderd door de algemene directie. Bij schorsing en verwijdering dient gehandeld te worden conform het reglement van ISW (zie bijlage 2).
14
4.
Toetsing, beoordeling en rapportage Onderstaande punten gelden voor klas 1, 2 van het VMBO en 1 t/m 3 van het HAVO/VWO. Zie voor klas 3 en 4 VMBO: het Programma van Toetsing en Afsluiting en het examenreglement voor het VMBO Zie voor klas 4,5 HAVO: het Programma van Toetsing en Afsluiting en het examenreglement voor de HAVO Zie voor klas 4, 5 en 6 VWO/Gymnasium: het Programma van Toetsing en Afsluiting en het examenreglement voor het VWO
4.1. Toetsing Toetsing van de vorderingen van de leerlingen kan geschieden op de volgende wijzen: • repetities; • mondelinge (MO) of schriftelijke overhoringen (SO); • gesprekken of spreekbeurten bijvoorbeeld n.a.v. gelezen boeken; • werkstukken; • praktische oefeningen en (spel-)opdrachten; • verslagen; • andere vormen van toetsing. Definitie toets : Onder toets wordt verstaan: alle toetsingen die afgenomen worden zoals genoemd onder 4.1. 4.2. Weging van de resultaten Van een cijfer dat het resultaat is van een af te nemen toets wordt van tevoren de wegingsfactor ten opzichte van andere vormen van toetsing kenbaar gemaakt. 4.3. Omstandigheden Indien de omstandigheden, waaronder een toets wordt afgenomen, de leerling bij het maken van de toets hebben belemmerd, zal daarmee bij de beoordeling van deze toets rekening gehouden worden. 4.4. Opgave en bespreking van de toetsen Een repetitie wordt ten minste vijf schooldagen van tevoren opgegeven, omvat de stof van minimaal het aantal lessen per week voor dat vak en neemt een hele les in beslag. Bij de meeste vakken gaat het om één of meerdere hoofdstukken van een boek en dient het als afsluiting. Een repetitie, voortbouwend op een vorige repetitie en/of schriftelijke overhoring, kan slechts worden afgenomen als de vorige repetitie en/of schriftelijke overhoring besproken is. Een schriftelijke overhoring is een tussentijdse toets over een kleinere deelmoot van een onderwerp/hoofdstuk of over het huiswerk dat voor die dag geleerd had moeten worden. Hij kan onaangekondigd gegeven worden en neemt meestal maar korte tijd in beslag. Een leerling heeft recht op inzage in zijn toets nadat deze beoordeeld is. Vandaar dat elke toets ingekeken en/of nabesproken dient te worden. Indien de leerling het niet eens is met de beoordeling, overlegt hij eerst met de docent. Levert dit geen bevredigend resultaat op dan kan de betreffende teamleider worden ingeschakeld. Deze zal binnen vijf werkdagen reageren. De uitspraak is bindend. Een leerling die met een voor de schoolleiding aanvaardbare reden niet heeft deelgenomen aan een toets, heeft het recht alsnog getoetst te worden. Hij is zelf verantwoordelijk voor het maken van een afspraak met de betrokken docent. Weet de leerling van te voren dat hij afwezig zal zijn, dan moet hij het uiteraard vooraf regelen. Elk vorm van fraude of onrechtmatige afwezigheid bij een toets leidt tot verlaging van het behaalde of het te behalen cijfer met maximaal negen punten. Deze sanctie wordt opgelegd door de schoolleiding na overleg met de betrokken docent. 4.5. Aantal toetsen per periode Een leerling in de onderbouw kan maximaal een repetitie per dag hebben en een leerling in de bovenbouw twee. Toetsen waarvoor geen voorbereiding nodig is zoals teksten, spreekbeurten en discussies tellen daarbij niet mee,. Tijdens toetsdagen onderbouw mogen niet meer dan drie repetities per dag worden afgenomen waarvan maximaal twee met voorbereiding. Tijdens toetsdagen bovenbouw kunnen maximaal drie toetsen per dag aan de leerlingen worden voorgelegd. 15
Uitzonderingen op deze regel zijn: - inhaalproefwerken; - bijzondere omstandigheden welke door de schoolleiding gemotiveerd worden aangegeven. 4.6. Nakijkperiode MO, SO of repetitie Een docent beoordeelt een MO, SO of repetitie binnen 10 lesdagen nadat deze is afgenomen, tenzij er zich bijzondere omstandigheden voordoen en deze kenbaar worden gemaakt. 4.7. Nakijkperiode toetsen niet vallend onder 4.6 . Een docent beoordeelt toetsen niet vallend onder 4.6 binnen 20 lesdagen nadat de inleverdatum is verstreken, tenzij er zich bijzondere omstandigheden voordoen en deze kenbaar worden gemaakt. 4.8. Normen van beoordeling toetsen De normen van de beoordeling worden door de docenten aan de leerlingen medegedeeld en zo nodig toegelicht. 4.9. Werkstuk, spreekbeurt of practicum Indien een werkstuk, spreekbeurt of practicum meetelt voor een rapportcijfer, dient van te voren bekend te zijn aan welke normen het moet voldoen, wanneer het gereed moet zijn en welke sancties er staan op het te laat of niet inleveren ervan. 4.10. Cijfers op de eindrapporten Een rapportcijfer moet gebaseerd zijn op ten minste twee toetsen die in de betreffende periode verzameld zijn. Elke toets krijgt een weging afhankelijk van soort, grootte en moeilijkheidsgraad. Dit dient bij de leerling bekend te zijn. Het cijfer op het eindrapport wordt bepaald door de cijfers die gedurende het gehele schooljaar behaald zijn. Naast de weging van de individuele toetsen per vak wordt ook rekening gehouden met de weging van elke periode. In de eindexamenklassen wordt gehandeld overeenkomstig de examenreglementen van het VMBO, het HAVO en het VWO. 4.11. Aantal rapporten per jaar De leerling krijgt drie keer per jaar een rapport. Een rapport geeft de leerling een overzicht van zijn prestaties over een bepaalde periode. Het rapport is gericht aan de ouders, tenzij de leerling meerderjarig is. Ten aanzien van minderjarige leerlingen is bij inlevering de handtekening van één van de ouders/verzorgers vereist. In de eindexamenklassen gelden er vier perioden. Per periode ontvangen de leerlingen een schoolexamencijferlijst. Bij inlevering dient deze lijst voorzien te zijn van de handtekening van één van de ouders/verzorgers, tenzij de leerling meerderjarig is. 4.12. Publicatie studieresultaten De studieresultaten zijn voor leerlingen en ouders via het internet te raadplegen. 4.13. Maatregelen naar aanleiding van studieresultaten Indien de studieresultaten van de leerling aanleiding geven tot het treffen van maatregelen, dienen deze vooraf met de leerling besproken te worden. Indien de leerling minderjarig is, dienen deze resultaten met zijn ouders besproken te worden.
16
5.
Overgang, keuze in onderwijs
5.1. Bevordering a) de normen waaraan een leerling moet voldoen om toegelaten te worden tot een hoger leerjaar, dienen uiterlijk rond het eerste rapport op de site van ISW Hoogeland te staan. b) taken worden niet opgelegd om daarna alsnog bevorderd te worden. c) een leerling in klas 1m/h/v wordt in principe gericht bevorderd naar klas 2. d) wanneer de bevorderingsvergadering besluit dat een leerling klas 1 mag overdoen of ouders besluiten een gerichte bevordering naar klas 2 naast zich neer te leggen, kan hiervan afgeweken worden. In dat geval mag de leerling doubleren in dezelfde niveaugroep als waarin hij zat. e) een leerling mag niet vaker dan twee keer gedurende zijn schoolloopbaan doubleren ongeacht of er sprake is geweest van een overstap naar een andere afdeling. Het examenjaar telt hierbij als gewoon cursusjaar mee. f) een leerling mag nooit in twee opeenvolgende leerjaren doubleren ongeacht of er sprake is van een overstap naar een andere afdeling. g) de bevorderingsvergadering of eindexamenvergadering kan formeel besluiten om van deze regels af te wijken. Dit wordt schriftelijk vastgelegd. 5.2. Keuze van onderwijs De leerling kan zijn keuze voor een bepaalde richting van het onderwijs of voor een bepaalde samenstelling van zijn vakkenpakket kenbaar maken. Met deze voorkeur zal bij toelating tot een bepaalde richting of bij de toedeling van een bepaald vakkenpakket zoveel mogelijk rekening worden gehouden. Hierbij wordt rekening gehouden met de behaalde resultaten van de genoemde vakken.
17
6. 6.1.
Klachten Indien de ouders/verzorgers het niet eens zijn met de uitspraak van de commissies van beroep (artikelen 7 en 8) kunnen zij op grond van de Klachtenregeling Primair en Voortgezet Onderwijs van Stichting Lucas Onderwijs een klacht indienen bij het bevoegd gezag en/of de externe klachtencommissie.
Bij interne en externe klachten: zie klachtenprocedure bijlage 3 .
18
7.
De algemene commissie van beroep binnen de school
7.1. De taak van de commissie is het binnen ISW behandelen van alle officiële (d.w.z. schriftelijke) klachten van ouders / verzorgers, behalve die zaken die te maken hebben met de commissie van beroep voor de overgang. Zie artikel 8 en bijlage 3. 7.2. De klacht dient met redenen omkleed schriftelijk te worden gericht aan de commissie van beroep ter attentie van de locatiedirecteur. 7.3. De commissie van beroep bestaat uit de locatiedirecteur, een teamleider en een docent. De teamleider en de docent zijn niet de teamleider of docent van de leerling in kwestie. 7.4. De mentor en/of teamleider van de betreffende leerling worden gehoord door de commissie. De in te winnen informatie wordt gebruikt voor het nemen van een besluit. 7.5. De commissie kan besluiten de leerling te horen. De leerling kan zich laten bijstaan door een door hem aan te wijzen meerderjarige persoon. 7.6. De uitspraak van de commissie van beroep komt tot stand bij meerderheid van stemmen. Staken de stemmen, dan beslist de locatiedirecteur. 7.7. Als de klacht niet ontvankelijk wordt verklaard, worden ouders en/of leerling daarvan in kennis gesteld. 7.8. De commissie streeft ernaar binnen 10 werkdagen tot een uitspraak te komen. 7.9. De uitspraak wordt schriftelijk aan de ouders bekend gemaakt. 7.10. De locatiedirecteur zorgt voor een adequate terugkoppeling van de uitspraken van de commissie aan de docenten.
19
8.
Commissie van beroep voor de overgang
8.1. Er is een commissie van beroep voor de overgang De leden van de commissie en hun plaatsvervangers worden voor 1 jaar voor de overgangsvergadering benoemd. De benoeming geschiedt door de locatiedirectie. De namen worden via de jaarplanning bekend gemaakt. 8.2. Bezwaar ouders Ouders kunnen bezwaar maken tegen een beslissing van de overgangsvergadering. Dit moet dan wel gebeuren binnen 24 uur na bekendmaking aan de ouders van de uitslag van de rapportvergadering c.q. de uitreiking van het rapport. Het schriftelijk verzoek dient met redenen omkleed te worden gericht aan de commissie van beroep ter attentie van de locatiedirecteur. 8.3. Samenstelling commissie De commissie bestaat uit de locatiedirecteur en uit de verschillende sectiegroepen één docent. Ten behoeve van de commissie van beroep worden de vaksecties verdeeld in 5 groepen: Groep 1 fa,du,en Groep 2 ak,gs,ec,m&o, lv, ma/mw Groep 3 wi,na,sk,bi/vz, tn/o&o, anw Groep 4 mu, bv, lo, in/ik, ckv Groep 5 ne, fi, kv/la/gr 8.4. Rol mentoren / teamleiders De mentor en/of teamleider van de leerling worden gehoord door de commissie teneinde de informatie te gebruiken voor het nemen van een besluit. 8.5. Horen leerling / ouders De commissie kan besluiten de leerling en/of ouders te horen. 8.6. Bijeenkomst commissie De locatiedirecteur roept de commissie bijeen op het in de jaarplanning aangegeven tijdstip. 8.7. Geldige bezwaren De commissie van beroep zal alleen in de volgende drie gevallen bezwaren in overweging nemen: • Er zijn procedurefouten gemaakt; • Er is informatie ter tafel gekomen die op het moment van de uitslagbepaling niet beschikbaar kon zijn; • Er zijn omstandigheden die niet in een overgangsreglement te vatten zijn of die niet te voorzien waren. 8.8. Uitspraak van de commissie • De uitspraak van de commissie komt tot stand bij gewone meerderheid van stemmen. Elk lid heeft 1 stem. • Staken de stemmen, dan beslist de locatiedirecteur. • Als de klacht niet ontvankelijk wordt verklaard, worden ouders en/of de leerling daarvan in kennis gesteld. • De uitspraak wordt zo spoedig mogelijk aan de ouders en/of leerling medegedeeld. (eventueel telefonisch). • De uitspraak wordt schriftelijk aan de ouders bekend gemaakt. • De locatiedirecteur zorgt voor adequate terugkoppeling van de uitspraken van de commissie aan de docenten
20
9.
Examens
9.1. Programma van toetsing en afsluiting Aan het begin van het examenjaar, doch uiterlijk voor 1 oktober wordt aan de leerlingen van het e e e e e e 4 en 5 leerjaar (voor de HAVO) en 4 t/m 6 leerjaar (voor het VWO) en het 3 en 4 van het VMBO het programma van toetsing en afsluiting bekend gemaakt. Dit programma bevat regels over de wijze waarop de kennis en vaardigheden van deze leerlingen wordt getoetst. Daarnaast beschrijft dit programma de wijze waarop het schoolexamencijfer wordt vastgesteld. 9.2. Examenreglement De schoolleiding legt het examenreglement ter instemming voor aan de locatieraad, waarna het wordt vastgesteld.
21
10.
10.1
10.2
10.3
10.4
10.5
10.6
10.7
Leerlingenparticipatie
Leerlingenparticipatie Op iedere school mag een leerling voor zijn/haar rechten opkomen. Waar mogelijk gebeurt dit in een leerlingenraad. Leerlingenraad Een leerlingenraad is een groep gekozen leerlingen die bij elkaar komt op een vooraf vastgesteld aantal vergaderingen. Deze leerlingenraad is de schakel tussen de directie en de leerlingen en overlegt dan ook met de schoolleiding op een aantal vastgestelde data. Kiesprocedure Iedere leerling heeft het recht om gekozen te worden als lid van de leerlingenraad. De raad beslist aan de hand van de toegepaste kiesprocedure wie er wordt toegelaten tot deze leerlingenraad. Afvaardiging medezeggenschap De leerlingenraad kan (een) afgevaardigde(n) naar de locatieraad en/of medezeggenschapsraad sturen om daar deel te nemen aan de vergadering. Belangen De leerlingenraad vertegenwoordigt de belangen van de leerlingen en de leerlingenorganen op school. Bij het ontbreken van een leerlingenraad Overleg op locaties waar geen leerlingenraad (mogelijk) is, is ook een optie. De te bepalen procedure in deze gevallen moet worden overlegd met de locatiedirectie. Leerlingenraadstatuut Alle rechten en plichten van de leerlingenraad zijn te vinden in het leerlingenraadstatuut, welke elke drie jaar goedgekeurd dient te worden door de locatieraad en de locatiedirectie.
22
BIJLAGE 1a Het officiële verzuimprotocol Bij het nemen van maatregelen moet altijd het belang van het kind/de jongere centraal staan. Verzuimregistratie Reden afwezigheid Spijbelen • Betreft hele uren of dagen • Reden onbekend of niet legitiem • Reden achteraf gemeld Te laat komen • Te laat bij aanvang van de schooldag en/of bij aanvang van een tussentijds lesuur. • Reden onbekend of niet legitiem Vrije dag/vakantie zonder toestemming ( = luxe verzuim) Bezoek (huis) arts specialist en dergelijke. Niet conform gemeld Ziekte niet gemeld conform afspraak (=ongedekt ziekteverzuim) • Niet bijtijds gemeld • Niet gemeld door één van de ouders • Gemeld door de leerling zelf • Geen schriftelijke verklaring afgegeven schorsing Ziekte gemeld conform afspraak (=gedekt ziekteverzuim) • ’s-morgens (telefonisch) gemeld door één van de ouders • Bij hervatten onderwijs schriftelijke verklaring afgegeven Langdurig ziekteverzuim Bezoek (huis)arts, specialist e.d. Gemeld conform afspraak Vrije dag/vakantie met toestemming van schooldirecteur of leerplichtambtenaar Vrij verleend i.v.m. begrafenis, bruiloft, jubileum; verlof aangevraagd conform afspraak Vrij verleend i.v.m. sociale omstandigheden; het besluit hieromtrent ligt altijd bij de schooldirecteur eventueel in samenspraak met de leerplichtambtenaar
Registreren als Ongeoorloofd verzuim
Ongeoorloofd verzuim
Ongeoorloofd verzuim Ongeoorloofd verzuim Ongeoorloofd verzuim
Schorsing Ziekte
Ziekte Geoorloofd verzuim; bezoek arts Geoorloofd verzuim; extra verlof Geoorloofd verzuim; extra verlof Geoorloofd verzuim; extra verlof
Meldingsplicht scholen De school meldt ongeoorloofd verzuim bij www.ib-groep.nl. 1. LEERPLICHTIGEN EN KWALIFICATIEPLICHTIGEN (5-18 jaar) Soort verzuim Melden Hoe? Absoluut verzuim • Als een leerplichtige jongere • In- of uitschrijving direct niet (meer) staat binnen 7 dagen melden aan ingeschreven op een school leerplicht via verzuimloket DUO. Wettelijk verzuim • Ongeoorloofd verzuim van 16 • Direct melden aan leerplicht uur van de les- of praktijktijd via verzuimloket Duo binnen een periode van 4 weken. 23
Luxe verzuim
Te laat komen/licht verzuim
Ziekteverzuim
• Verlof buiten de schoolvakanties, zonder toestemming van de directeur of leerplichtambtenaar. • Bij licht verzuim of te laat komen kan preventief opgetreden worden door snelle melding en inzet van Halt. • Alleen bij zorgelijk of opvallend ziekteverzuim
Schorsen
• De school schorst de leerling maximaal 5 dagen van school
Verwijderen
• De school zet verwijderingprocedure in bij herhaalde ernstige incidenten • Vier weken geen schoolbezoek ongeacht de reden (Den Haag hanteert 10 dagen)
Thuiszitter
• Direct melden aan leerplicht via Verzuimloket Duo. • Melding mogelijk vanaf twee lesuren verzuim en/of te laat aan leerplicht via verzuimloket Duo. • Melding aan GGD/JGZ als hier lokaal afspraken over zijn gemaakt. Afschrift naar leerplicht. • Vanaf 2 dagen melden aan Inspectie. Afschrift naar leerplicht. • Melden aan inspectie. Afschrift naar leerplicht. • Melden aan leerplicht
Voor schorsing en verwijdering heeft ISW een eigen protocol opgenomen in het algemene leerlingenstatuut (zie bijlage 2). 2. NIET-LEERPLICHTIGEN TOT 23 JAAR Voortijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie (diploma mbo-niveau 2, of havo/vwo diploma. Wettelijk verzuim
• Leerling volgt geen onderwijs zonder geldige reden
•
Uitschrijving
• Leerling schrijft zich uit zonder startkwalificatie
•
Te laat komen
• Leerling komt te laat – intern verzuimprotocol van de school is dan van kracht.
•
24
Bij 30 dagen aaneengesloten melden aan RMC via verzuimloket Duo. Eerder melden bij zorg is gewenst! Direct melden aan afdeling RMC van de woongemeente via digitaal formulier Melding RMC 18+ mogelijk vanaf twee lesuren verzuim en/of te laat vanaf 9 keer in ieder geval melden aan leerplicht via verzuimloket Duo.
Te laat komen en beginnend verzuim: Halt-procedure. Te laat komen wordt gezien als een vorm van beginnend verzuim. Vandaar dat hier streng toezicht op is en landelijk afspraken over zijn gemaakt. Een leerling kan op twee momenten te laat komen: • Tijdens het eerste uur (start van de lesdag voor betreffende leerling). Deze vorm valt onder de verantwoordelijkheid van de ouders. Zij dienen in beginsel ervoor te zorgen dat hun kind op tijd komt. De school heeft onder meer als taak de ouders op bepaalde momenten te informeren en bij herhaling leerplicht in te schakelen. [telt mee in landelijke halt-procedure] • Tijdens de overige uren. Deze vorm valt onder verantwoordelijkheid van school. De school moet er alles aan doen om dit te laat komen te bestrijden. Ouders dienen wel op een gegeven moment geïnformeerd te worden. [telt niet mee in landelijke halt-procedure maar wel voor de interne verzuimprocedure]. Het moment waarop de leerling te laat komt of spijbelt, bepaalt de aanpak van de strafmaatregel. De telperiode loopt van 1 augustus tot 1 augustus. De aanpak hiervan is als volgt: Om te kunnen bepalen of de leerling naar de leerplicht wordt gestuurd wordt uitsluitend gekeken naar e het aantal 1 uren dat een leerling te laat is gekomen. Dus uren aan het begin van de schooldag van de desbetreffende leerling. De overige uren die een leerling te laat komt, gedurende de dag worden intern afgehandeld door conciërge/mentor/teamleider/…. Het aantal keren te laat komen bij aanvang van de schooldag wordt berekend gedurende een periode van een heel schooljaar. Er is dus geen sprake van een opnieuw beginnen bij een nieuwe rapportperiode. Dit geldt ook voor volledige spijbeluren. Frequentie Te laat komen algemeen.
3 maal te laat 1ste uren
6 of meer maal te laat 1-ste uren
School • De docent laat in alle gevallen een briefje halen zodat het geregistreerd wordt in magister. • Elke keer dat de leerling te laat komt krijgt deze een locatiespecifieke gepaste maatregel (bv. corveebeurt, dag daarna een half uur eerder op school komen, aanspreken op gedrag en verantwoording vragen). • Eventueel bijzonderheden worden opgenomen in het LVS. • Indien gewenst kan een medewerker altijd een melding maken via het verzuimloket. • Stuurt ouders een brief (kan per post of per mail verstuurd worden) met daarin opgenomen: De mate van te laat komen. Verwijzing naar de ouderlijke verantwoordelijkheid Wijst de ouders erop via internet het ongeoorloofd verzuim van hun zoon/dochter in de gaten te houden. • Er kan een gesprek gevoerd worden met een medewerker van school en de leerling in kwestie. De inhoud van het gesprek wordt altijd opgenomen in het LVS. • Leerling krijgt strafmaatregel vanuit school • Leerplicht wordt alleen bij zorgelijk verzuim via DUO op de hoogte gebracht. • Leerling krijgt strafmaatregel vanuit school. • Er wordt gesproken met de ouders/leerling betreffende het te laat komen. Inhoud van het gesprek wordt ingevoerd in het LVS. • Leerplicht wordt via DUO op de hoogte gebracht van de situatie in uitzonderlijke gevallen. School 25
Leerplicht • Onderneemt actie als school dit aangeeft in de verzuimloket melding.
Onderneemt actie als school dit aangeeft in de verzuimloket melding.
• Gaat evt. in uitzonderlijke gevallen een gesprek aan met de jongere en/of de ouders • Geeft een formele
geeft daarbij aan of eventuele acties vanuit leerplicht gewenst zijn. 9 maal te laat 1ste uren
• Leerling wordt door middel van de verzuimapplicatie van het Digitaal verzuim loket aangemeld bij het Regionaal Bureau leerlingzaken • Ouders en leerlingen krijgen een brief waarin staat dat er een melding wordt gemaakt naar leerplicht. • School handelt naar eigen inzicht ten aanzien van te nemen interne maatregelen indien maatwerk noodzakelijk is.
Bij 10- en verder keer te laat 1-ste uren
• School informeert leerplicht over stand van zaken • School handelt naar eigen inzicht ten aanzien van te nemen interne maatregelen indien maatwerk noodzakelijk is.
Of verzuim houdt aan tot totaal max 28 uren (spijbel en te laat uur zijn beide een uur).
waarschuwing in uitzonderlijke gevallen. • Leerplicht zet de Haltprocedure in gang. • Leerplicht stuurt waarschuwingsbrief naar ouders en leerling.
• Leerplicht neemt maatregelen (Haltprocedure) Proces Verbaal • Het dossier in het verzuimloket kan op afgesloten worden gezet als de Haltafdoening positief is afgerond en verzuim is gestopt.
In overleg met leerplicht kan het een zaak van het openbaar ministerie (OM) worden.
Na meer dan 12 keer te laat is een Halt straf niet meer mogelijk en wordt het in de meeste gevallen een zaak van het Openbaar Ministerie en dus een zaak van de rechter.
26
BIJLAGE 1b Procedure bij te laat komen We onderscheiden twee vormen van te laat komen: a) te laat komen tijdens het eerste uur (TV). Strafmaatregel: voor klas 1, 2 en 3 de volgende dag melden om 07.45 uur en voor klas 4, 5 en 6 de volgende dag melden om 07.30 uur; dit wordt verschoven naar een andere dag indien de les pas begint vanaf het derde uur. b) te laat komen tijdens de overige uren(TP). Strafmaatregel:een uur corvee. Vanaf zes keer te laat krijgt de leerling een uur corvee erbij. Dit wordt door de leerling – coördinator tijdens het gesprek bij zes keer te laat met de betreffende leerling verteld. Een keer per week wordt de leerling-coördinator/teamleider door de administratie geïnformeerd over de te laat komers. Frequentie 1-2
3
4-5
6
7-8
9
Eerste uur te laat ( code: TV ) - frontoffice overhandigt toelatingsbriefje aan leerling; - frontoffice meldt aan leerling de strafmaatregel. - frontoffice overhandigt toelatingsbriefje aan leerling; - frontoffice meldt aan leerling de strafmaatregel; - frontoffice geeft dit door aan teamleider door de daarvoor opgestelde brief te gebruiken; -teamleider ondertekent de brief en zorgt voor verzending. frontoffice overhandigt toelatingsbriefje aan leerling; - frontoffice meldt aan leerling de strafmaatregel. - frontoffice overhandigt toelatingsbriefje aan leerling; - frontoffice meldt aan leerling de strafmaatregel; - frontoffice geeft dit door aan teamleider door de daarvoor opgestelde brief te gebruiken; - leerling-coördinator voert gesprek met leerling ( bij 7 en 8 keer extra straf automatisch ingevoerd ), belt ouders op, zorgt voor verzending brief. - frontoffice overhandigt toelatingsbriefje aan leerling; - frontoffice meldt aan leerling de strafmaatregel. - frontoffice overhandigt toelatingsbriefje aan leerling; - frontoffice meldt aan leerling de strafmaatregel; - frontoffice geeft dit door aan teamleider door de daarvoor opgestelde brief te gebruiken; - teamleider voert gesprek met leerling, belt ouders op, zorgt voor verzending brief,meldt dit bij DUO onder de noemer beginnend verzuim en stuurt naar de leerplichtafdeling een uitdraai van de 27
Overige uren te laat ( code: TP ) - frontoffice overhandigt toelatingsbriefje aan leerling; - frontoffice meldt aan leerling de strafmaatregel. - frontoffice overhandigt toelatingsbriefje aan leerling; - frontoffice meldt aan leerling de strafmaatregel; - frontoffice brengt leerling-coördinator hiervan op de hoogte; - leerling-coördinator gaat gesprek aan met leerling. - frontoffice overhandigt toelatingsbriefje aan leerling; - frontoffice meldt aan leerling de strafmaatregel. - frontoffice overhandigt toelatingsbriefje aan leerling; - frontoffice meldt aan leerling de strafmaatregel; - frontoffice brengt leerling-coördinator hiervan op de hoogte; - leerling-coördinator gaat gesprek aan met leerling en licht ouders in (afhankelijk van de situatie ).
- frontoffice overhandigt toelatingsbriefje aan leerling; - frontoffice meldt aan leerling de strafmaatregel. - frontoffice overhandigt toelatingsbriefje aan leerling; - frontoffice meldt aan leerling de strafmaatregel; - frontoffice brengt leerling-coördinator hiervan op de hoogte; deze neemt contact op met teamleider; - teamleider gaat gesprek aan met leerling, legt hem nog een vierkant rooster op van een dag en licht ouders hierover in zowel mondeling als schriftelijk.
10
11 e.v.
verzuimregistratie plus de door de school uitgevoerde acties. - frontoffice overhandigt toelatingsbriefje aan leerling; - frontoffice meldt aan leerling de strafmaatregel. - frontoffice geeft dit door aan teamleider door de daarvoor opgestelde brief te gebruiken; - teamleider voert gesprek met leerling, belt ouders op, zorgt voor verzending brief, meldt dit bij DUO onder de noemer beginnend verzuim en stuurt naar de leerplichtafdeling een uitdraai van de verzuimregistratie plus de door de school uitgevoerde acties. - frontoffice overhandigt toelatingsbriefje aan leerling; - frontoffice meldt aan leerling de strafmaatregel. - frontoffice brengt teamleider hiervan op de hoogte; - teamleider voert gesprek met leerling, vertelt of strafmaatregel aangepast zal worden, brengt ouders hiervan op de hoogte ( op school laten komen of telefonisch wel of niet bevestigd door brief), en licht leerplicht in via het verzuimloket onder de noemer beginnend verzuim.
28
- frontoffice overhandigt toelatingsbriefje aan leerling; - frontoffice meldt aan leerling de strafmaatregel. - frontoffice brengt leerling-coördinator hiervan op de hoogte; deze geeft het door aan teamleider - teamleider gaat gesprek aan met leerling, legt hem nog een vierkant rooster op van twee dagen en licht ouders hierover in zowel mondeling als schriftelijk.
- frontoffice overhandigt toelatingsbriefje aan leerling; - frontoffice meldt aan leerling de strafmaatregel; - frontoffice brengt leerling-coördinator hiervan op de hoogte; deze geeft het door aan teamleider; - teamleider gaat gesprek aan met leerling,vertelt of strafmaatregel aangepast zal worden, regelt dit en licht ouders hierover in zowel mondeling als schriftelijk.
BIJLAGE 2 Regeling Schorsing en definitieve verwijdering
Interne Procedure Inleiding Deze regeling valt binnen de wettelijke kaders. Hoe daarmee binnen de scholengemeenschap dient te worden omgegaan en wie hieromtrent beslissingen neemt, wordt in deze interne ISW- procedure aangegeven. Deze heeft dus betrekking op de gehele scholengemeenschap.
Begripsbepalingen - “Uitsluiting van lessen” houdt in dat een leerling wel op school komt, maar geen les(sen) mag volgen. - Onder “schorsing” wordt verstaan dat een leerling geen lessen mag volgen en niet op school mag komen. N.B. In sommige gevallen is het mogelijk om een leerling gedurende 24 uur de toegang tot de school en de lessen te ontzeggen, onmiddellijk voorafgaande aan een gesprek met ouder(s)/ verzorger(s) over een voorgenomen officiële schorsing van hun zoon/dochter. Deze 24 uur valt niet onder het begrip “schorsing”. - “De toegang tot de school ontzeggen” houdt in dat de leerling in feite hangende een definitieve verwijdering is geschorst. N.B. Dit betekent niet dat de school ook is ontheven van de verplichting om de betreffende leerling ‘onderwijs’ aan te bieden. - ”Verwijdering” betekent dat een leerling het ISW dient te verlaten. - Teamleider: De functionaris die belast is met de leiding van een bepaalde groep leerlingen. - Locatiedirecteur: De functionaris die belast is met de leiding van een locatie - Algemeen directeur: De functionaris die de eindverantwoordelijkheid voor ISW als scholengroep heeft.
Uitsluiting van lessen Een leerling, die uit de les wordt verwijderd, maar ook een leerling die één of meer lessen niet bij mag wonen, maar andere werkzaamheden moet verrichten, wordt in concreto van (een) les(sen) uitgesloten. Dit gebeurt onder verantwoordelijkheid van de teamleider. Bij uitsluiting voor meer dan één les wordt door de teamleider na overleg met de locatiedirecteur contact opgenomen met ouder(s)/ verzorger(s). Aangegeven dient te worden dat het gaat om “uitsluiten van lessen.”
Schorsing A. Schorsing voor maximaal één dag. Dit wordt door de teamleider na overleg met de locatiedirecteur afgehandeld. Daarbij dienen de volgende zaken in acht te worden genomen: 1. de leerling wordt schriftelijk op de hoogte gesteld. 2. de ouders/verzorgers ontvangen een afschrift hiervan voor zover de leerling nog geen 21 jaar is. 3. de redenen voor de schorsing moeten worden aangegeven. 4. vermeld dient te worden dat het om een schorsing van één dag gaat. 5. de leerling resp. de ouders/verzorgers tekenen een kopie van de brief en retourneren deze naar school B. Schorsing voor meer dan één dag, maar minder dan vijf dagen. Dit wordt door de locatiedirecteur, na overleg met de algemeen directeur afgehandeld. 29
Daarbij dienen de volgende zaken in acht te worden genomen: 1. de leerling wordt schriftelijk op de hoogte gesteld. 2. de ouders/verzorgers ontvangen een afschrift hiervan voor zover de leerling nog geen 21 jaar is. 3. de redenen voor de schorsing moeten worden aangegeven. 4. vermeld dient te worden het aantal dagen van de schorsing. 5. de leerling resp. de ouders/verzorgers tekenen een kopie van de brief en retourneren die naar school. 6. de algemene directie wordt schriftelijk en met opgaaf van redenen in kennis gesteld. 7. de inspectie wordt schriftelijk en met opgaaf van redenen in kennis gesteld. 8. de leerplichtambtenaar wordt schriftelijk en met opgaaf van redenen in kennis gesteld. Toelichting Een schorsing zal over het algemeen voorafgegaan zijn door diverse conflicten en incidenten met de betreffende leerling. Mocht dat zo zijn, dan is het gewenst, dat dit ook wordt aangegeven. Vastleggen van dit soort zaken b.v. verwijderingen uit de les, is van belang en zal zichtbaar zijn in het leerlingvolgsysteem welke in gebruik is binnen ISW. Ook schriftelijke bevestiging van maatregelen naar ouders toe ligt voor de hand. C. Schorsing voor één week Dit wordt door de locatiedirecteur in overleg met de algemene directie afgehandeld. Een schorsing voor één week kan niet plaatsvinden zonder overleg en instemming van de algemene directie. Daarbij dienen de volgende zaken in acht te worden genomen: 1. de leerling wordt schriftelijk op de hoogte gesteld. 2. de ouders/verzorgers ontvangen een afschrift hiervan voor zover de leerling nog geen 21 jaar is. 3. de redenen voor de schorsing moeten worden aangegeven. 4. vermeld dient te worden dat het om een schorsing van één week gaat. 5. de leerling resp. de ouders/verzorgers tekenen een kopie van de brief. 6. de algemene directie wordt schriftelijk en met opgaaf van redenen in kennis gesteld. 7. de inspectie wordt schriftelijk en met opgaaf van redenen in kennis gesteld. 8. de leerplichtambtenaar wordt schriftelijk en met opgaaf van redenen in kennis gesteld. Toelichting Een schorsing voor één week is een ingrijpende maatregel, die de hele scholengemeenschap treft. Vandaar dat in dit geval de algemene directie nadrukkelijk bij de besluitvorming wordt betrokken. Verwijdering Definitieve verwijdering Definitieve verwijdering gebeurt uitsluitend door de algemene directie in overleg met de locatiedirecteur c.q. - directie. Een leerplichtige leerling kan niet van school worden verwijderd voordat op een andere school een plek voor hem is gevonden. Hangende de definitieve verwijdering kan de leerling wel door de algemene directie worden geschorst. Daarbij dienen de volgende zaken in acht te worden genomen: 1. de leerling wordt schriftelijk op de hoogte gesteld 2. bij ondertekening moet altijd worden aangegeven dat dit namens het bevoegd gezag, de Lucas Onderwis, gebeurt 3. ouders/verzorgers ontvangen een afschrift van de brief voor zover de leerling nog geen 21 jaar is 4. de redenen voor verwijdering moeten worden aangegeven. 5. vermeld dient te worden dat het om een definitieve verwijdering gaat 6. leerling resp. ouders/verzorgers tekenen een kopie van de brief 7. bij leerplichtige leerlingen wordt de leerplichtambtenaar ingeschakeld 8. conform artikel 27 van de WVO wordt voor leerplichtige leerlingen gezocht naar een andere school. 9. na overleg met de inspectie kan pas tot definitieve verwijdering worden overgegaan. 10. (ouders/verzorgers en) leerling dienen in een aangetekend schrijven schriftelijk op de hoogte te worden gesteld. 30
11. 12. 13.
de inspectie wordt schriftelijk en met opgaaf van redenen in kennis gesteld de officiële regeling inclusief beroepsmogelijkheden moet aan de ouders/verzorgers worden meegedeeld in de directieraad wordt de definitieve verwijdering gemeld.
Toelichting Definitieve verwijdering is een ingrijpende zaak. Daarom zal hiermee uiterst zorgvuldig moeten worden omgegaan. Van belang is, dat er in die gevallen, waarin sprake is van een langdurige periode van conflicten, dit ook daadwerkelijk kan worden aangegeven. Ouders/verzorgers zullen in voorkomende gevallen zo mogelijk ook in een eerder stadium op de hoogte moeten zijn gesteld. Hoor en wederhoor is van belang.
31
BIJLAGE 3 Interne klachtenregeling INTERNE KLACHT Klachten op locatie oplossen. Er kunnen veel soorten klachten zijn ten aanzien van de schoolorganisatie. In veel gevallen gaat het om klachten ten aanzien van lessituaties, in de klas of in de locatie. In de regel is het verstandig om dan eerst met de direct betrokkenen te spreken. Heb je bijvoorbeeld een probleem in een specifiek les dan is het het beste om eerst met de betrokken docent te spreken. Mocht dit niet helpen dan is de mentor de aangewezen persoon. Mocht dit ook niet voldoende helpen dan is het verstandig om een afspraak te maken met de teamleider. In het uiterste geval is het verstandig om met de locatiedirecteur een afspraak te spreken. Afhankelijk van het soort klacht kan natuurlijk ook rechtstreeks met de meest geschikt betrokkenen in de locatie contact gezocht worden. In die gevallen waarin de klager dan noodzakelijk acht of de klacht niet binnen de school kan worden behandeld kan de klager overeenkomstig de Klachtenregeling Primair en Voortgezet Onderwijs van Stichting Lucas Onderwijs een klacht indienen bij het bevoegd gezag of de externe klachtencommissie.
Officiële interne klacht indienen (artikelen 7 en 8) Een officiële klacht kan binnen ISW altijd ingediend worden via de commissie van beroep voor 2 3 algemene klachten en specifiek bij de overgang via de commissie van beroep van de overgang . In het uiterste geval kan de algemeen directeur van ISW benaderd worden. Contactpersoon intern Elke locatie beschikt over een mannelijke en een vrouwelijke contactpersoon bij wie u terecht kunt met een klacht. Denk aan klachten over begeleiding, toepassing van strafmaatregelen, beoordeling van een leerling, de inrichting van de schoolorganisatie, (seksuele) intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten. De contactpersoon geniet het vertrouwen van de mensen op de locatie. Hij zal in eerste instantie nagaan of u getracht hebt de problemen op te lossen met de betreffende persoon of met de directie. Overigens geldt altijd wel dat u de procedures, zoals die zijn vastgelegd in diverse regelingen (bijv. leerlingenstatuut, examenreglement) op juiste wijze moet volgen. Eindexamenreglement en PTA (Programma van Toetsing en Afsluiting) Het eindexamenreglement bevat onder andere regels over de wijze waarop het examen wordt afgenomen, de wijze waarop de cijfers worden gegeven, regels over verzuim bij examens, examenfraude, herexamen en over de mogelijkheden om tegen beslissingen betreffende het examen bezwaar te maken. Het PTA ook wel schoolexamen genoemd beschrijft per vak op welke wijze en wanneer voor dit vak het schoolexamen getoetst en afgesloten wordt. EXTERNE KLACHT Vertrouwenspersoon Voor het indienen van een klacht bij het bevoegd gezag o.g. de externe klachtencommissie kan een beroep worden gedaan op een externe vertrouwenspersoon. In bepaalde situaties kunt u een beroep doen op een externe vertrouwenspersoon. Deze heeft geen arbeidsrelatie met de scholengroep. Hij kan onderzoeken of de klacht op de juiste wijze is behandeld en of een bemiddeling wenselijk of haalbaar is. Wanneer u besluit de externe klachtencommissie in te schakelen, kan de vertrouwenspersoon u daarbij desgewenst begeleiden. Het adres van de vertrouwenspersoon is op elke locatie beschikbaar. De school is aangesloten bij een externe klachtencommissie. Deze bestaat uit drie deskundigen. Het adres is: Postbus 82324, 2508 EH Den Haag Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs (regio Noord) 2
Zie paragraaf 6 van dit leerlingreglement 32
T (070) 392 55 08 (van 09.00 tot 12.00 uur) F (070) 302 08 36 Geschillen- en bezwarencommissies T (070) 345 07 97 (van 09.00 tot 12.00 uur) E
[email protected] I www.geschillencies-klachtencies.nl Vertrouwensinspecteur Voor klachten over seksuele intimidatie en seksueel misbruik is sinds 1 juli 1999 een meld- en aangifteplicht bij wet geregeld. Als er een vermoeden is van een zedenmisdrijf op school, dan dient Lucas Onderwijs contact op te nemen met het Meldpunt Vertrouwensinspecteurs van het onderwijs. Voor klachtmelding over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld kunt u contact opnemen met: Meldpunt Vertrouwensinspecteur T 0900 - 111 31 11 (lokaal tarief) I www.onderwijsinspectie.nl
33
BIJLAGE 4
De huidige stand van zaken t.bv. gebruik/misbruik digitale middelen De huidige afspraken voor mobieltjes blijven vooralsnog van kracht. Voor leerlingen en medewerkers betekent dit het volgende:
Verantwoordelijkheid docent: Docent bepaalt zelf of en zo ja, in welke mate digitale middelen door leerlingen mogen worden ingezet in de eigen les of door hem/haar begeleide activiteit in de school. Hij/zij spreekt zich uit over verwacht gebruik (zie ook algemene regels hieronder) en handelt bij misbruik.
Verantwoordelijkheid leerling: De leerling mag gebruik maken van het meegebrachte digitale middel als/wanneer dit door docent of schoolleiding is toegestaan. Bij gebruik volgt de leerling de instructies van docent en schoolleiding op. De leerling is zelf aansprakelijk voor het meegebrachte apparaat. De leerling zorgt ervoor dat het gebruik of wijze van gebruik van digitale middelen zijn/haar leerproces niet belemmert.
Verantwoordelijkheid schoolleiding: Schoolleiding houdt samen met het OOP zicht op het correct gebruik van digitale middelen door leerlingen in de school. Algemene regels daarbij zijn:
Buiten de lessensituatie mag in de regel gebruik worden gemaakt van het meegebrachte digitale middel door leerlingen onder de volgende voorwaarden: o Gebruik is passend bij de schoolregels, niet storend of schadelijk: geen geluid, geen opnames maken, o Leerlingen of medewerkers mogen geen hinder ondervinden van het gebruik. o Geen gebruik van illegale toepassingen, bestanden, geen godslasterlijke, aanstootgevende, gewelddadige, racistische, pornografische uitingen. o Bij buitenschoolse activiteiten kunnen aparte regels van toepassing zijn. Als gebruik in een bepaalde plaats, situatie in de school niet is toegestaan dan geldt het volgende: o Het apparaat staat uitgeschakeld of in “stand-by”, zonder enige ingeschakelde (signaal)functie. o Het apparaat wordt niet in de hand gehouden, maar is opgeborgen in tas of kluisje. o Het apparaat is niet verbonden met een bedrade of draadloze oortelefoon. Maatregelen bij misbruik:
Waarschuwing Tijdelijke inname van het mobiele apparaat inclusief de daarin aanwezige simkaart: 34
Apparaat wordt bij de frontoffice geregistreerd en bewaard. Leerling kan het apparaat aan het einde van de schooldag (16.00 uur) ophalen. Afhankelijk van het aantal overtredingen wordt het apparaat één of meerdere achtereenvolgende dagen ingenomen. De teamleider neemt contact op met ouders indien een leerlingen meermalen de genoemde regels overtreedt. In bijzondere situaties neemt de teamleider een beslissing.
Naaldwijk, 5 februari 2013 Han Versloot
35