K W INT ESSENS
INHOUD
Shoot
02 Kort
60 Renaissance affair Athos Burez
06 C on f l ict & D esi g n 7 de T r i ë nn a l e v oo r Vo r m g e v in g Shoot 08 Lift Kris De Smedt Thema 16 De waarheid verkoopt niet altijd Verborgen verleiders in reclame An Bogaerts 20 Door de mode kijken Vooroordelen over Belgische mode onderuit gehaald Jesse Brouns 22 Haute lumière De lichtontwerpen van ACT lighting design Koen Van der Schaeghe 26 Onthullen en verhullen Over het spel met transparantie in lingerie Natasja Admiraal 32 Spelen met licht Drie producenten over ver nieuwing in de glassector Roel Jacobus 38 Van hard en koud naar zacht en warm Glaskunst in Vlaanderen, een stand van zaken Jan Walgrave 44 Van kamerschermen tot space dividers Wonen en werken in een hedendaagse mix van openheid en privacy Elien Haentjens 50 Van kledingfabriek naar kleerkast Hoe transparant is het modesysteem? Eva Buttiens
Cases 70 C o p y r i g ht con f l ict Natasja Admiraal 72 D e tuin va n H a ustie r Jolien Vanhoof 74 Ge l uid wo r dt si m p e l z ichtb a a r Roel Jacobus 76 H out v e r z eke r t on z e toeko m st Elien Haentjens 78 Resta u r atie va n g l a s-in- lood r a m en in S intBaafs Lut Pil 80 S t r a nds p ee l g oed : b r u g g enbouwe r tussen g ene r aties Elien Haentjens Gespot 86 E m b r a sse | Ambras Christian Oosterlinck 87 E u r o p ese T r i ë nn a l e v oo r K e r a m iek en G l a s Bie Luyssaert 88 H en r y va n de Ve l de . Pa ssie – Functie – S choonheid Lut Pil 90 T he M a ke W ay Lut Pil 91 W i l de desi g nidee ë n Lut Pil Special
SNESSE TNI W K
54 Zo oud als de straat maar brandend actueel Information design Elien Haentjens
92 B usiness o f D esi g n W eek H on g K on g Christian Oosterlinck
Een druk najaar Design en mode staan duide lijk in de belangstelling in Vlaanderen dit najaar en ko mende winter. Het begon in september in Gent, Antwerpen en Brussel met grote en kleine designevenementen, zoals Oeverture, A.track en Design September. Het liep door in oktober met de Fashion Talks van Flanders Fashion Institute, georgani seerd met de steun van Design Platform Vlaanderen. De hele Belgische mode wereld kwam bijeen voor Fashion Talks. Deze eerste grote modeconferentie in Antwerpen was goed ge timed. Belgische mode heeft naam en faam tot ver buiten de landsgrenzen. Toch zijn de uitdagingen zeer groot: de snelle veranderingen in de sector, van globalisering en fast fashion tot e-com merce, vergen een bundeling van de krachten. Op zo’n korte afstand van Londen en Parijs heeft Vlaanderen geen modeweek nodig. Maar een conferentie met internationale sprekers was wel een goed idee. Inspiratie, kennisuitwisseling en netwerken, allemaal in een goed gevulde dag. Dat de Fashion Talks geopend wer den door minister-president Kris Peeters en dat later op de dag ook Hare Majesteit koningin Mathilde enkele lezingen bijwoonde en een rondetafelgesprek had met vertegenwoordigers van de sector, was een hart onder de riem voor Flanders Fashion Institute en voor de modewereld. Het is nu uit kijken naar de resultaten van de haalbaarheidsstudie die de Vlaamse overheid samen met de sector opzette. Die studie onderzocht namelijk of een Vlaams Huis van de Mode, met onder meer ook een modefonds, de vaak precaire financiële en zakelijke onder bouw van start-ups én meer mature bedrijven concrete ondersteuning kan bieden. Imran Amed, een van de spre kers en de oprichter van The Business of Fashion, een ge
respecteerd online vakblad, was onder de indruk van het reilen en zeilen in onze modescène. Hij omschreef Antwerpen als een waar modemekka, met alle elemen ten voor een bloeiend eco systeem waarin jonge ont werpers niet alleen worden opgeleid, maar waarbij de regio ook een business incubator is. Amed riep de nieuwe generatie op om de wereld in te trekken en van zich te laten horen, net zoals de legendarische Zes die in 1986 samen naar Londen trokken. De grote klappers vinden deze maand, december, plaats. De hele Belgische design-, mode- en architectuurscène geeft present in Hong Kong van 4 tot 8 december 2013 tijdens de Business of Design Week (BoDW), het grootste design- en mode-evenement van die regio. België is gast land en toont er zijn creativi teit in het interregionaal initia tief Belgian Spirit. Je kunt er getuige zijn van tal van manifestaties zoals Tales of Heroes: de reizende tentoonstelling van Design Vlaanderen, voor de gelegen heid aangevuld met Waalse en Brusselse designers. Het is een van de topevenementen in de Inspiration Hall, de cen trale tentoonstellingsruimte in het Conference Center, in Wan Chai (zowat het ‘oude’ Hong Kong) waar het evene ment van BoDW plaatsvindt. Deze tentoonstelling past in het geheel van de Belgian Village, met stands van heel wat dynamische design bedrijven. In het Conference Center organiseert BoDW ook zijn grote conferentie waar tal van Belgische designers, mode ontwerpers en architecten een publiek van om en bij de 1 300 personen zullen toespreken. De partners van Belgian Spirit laten zich uiteraard niet onbetuigd. Dress Code is een overzichtstentoonstel ling van de Belgische mode in het Hong Kong Design Institute, waar ook Design in Motion loopt rond het werk van Charles Kaisin. Kaisin is trouwens curator van Dress Code en Surreal
Dinner. Op BoDW zal niet al leen onze koningin Mathilde aanwezig zijn, maar ook minister-president Peeters en de ministers Marcourt en Fremault. Ook vicepremier en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken Didier Reynders maakt er zijn op wachting. Het Design Platform Vlaan deren organiseert er een serie Talks from Flanders en een prospectie-event voor tien Vlaamse design- en mode bedrijven onder begeleiding van een lokale agent. Later in 2014 zal het platform een aan tal ontwerpers uitnodigen om voor een langere tijd in Hong Kong te verblijven en zaken te doen. Meer over BoDW ont dekt u in onze Special (p. 92).
Parlement. Onthoud de datum 21 januari 2014 voor de ceremonie en de vernis sage van de tentoonstelling in De Loketten van het Vlaams Parlement. Design is echt een hot item geworden in onze regio. Alvast veel leesplezier! We wensen u prettige einde jaarsfeesten een schitterende start in 2014. Trui Moerkerke en Johan Valcke
Maar ook in België zelf zitten we niet stil. Op 15 december start de 7de Triënnale voor Vormgeving in het Genkse cultuurcentrum C-mine, on der het curatorschap van Kurt Vanbelleghem met als titel Conflict & Design. Het wordt een bijzonder boeiende triën nale met een zestigtal pro jecten, die te maken hebben met economie, natuur, maat schappij en conflict, vanuit de visie dat design wortelt in het oplossen van conflicten. In deze projecten demonstreert design zijn grote waarde. De vernissage (op 14 december) vindt plaats in aanwezig heid van minister-president Peeters en de burgemeester van Genk Wim Dries, de gedeputeerde voor Economie Marc Vandeput en de gede puteerde voor Cultuur Igor Philtjens. Op p. 6 vindt u hier over meer info. Ook op 14 december stelt het Design Platform Vlaanderen zijn Design Summit voor, onder de titel Design Fusion. Design-goeroe John Thackara komt er spreken, naast andere eminente designkenners. De inhoud van de summit is gekoppeld aan het thema van de triënnale. En ten slotte bereiden we intens de 20ste editie van de Henry van de Velde Awards & Labels voor in het Vlaams
1
Thema
Transparantie In dit laatste dossier van het jaar staat trans parantie centraal. Het begrip bindt de ver schillende artikels maar is ruim genoeg om heel uiteenlopende onderwerpen te explo reren. Van transparante ‘niemendalletjes’ in lingerie tot de zoektocht naar een doorzich tig modesysteem, waarbij de herkomst van kleren getraceerd kan worden. En hoe zit het met het Belgische mode-DNA: transparant en sexy versus donker en cerebraal. Of zijn dat vooroordelen? Een update van de glas kunst in Vlaanderen en innovatieve toepas singen van glas konden evenmin ontbreken. Het begrip transparantie was ook een goede aanleiding om het te hebben over space dividers en over ontwerpen binnen lichtarchi tectuur. Een hot topic als information design en de oude term ‘verborgen verleider’ wor den eveneens tegen het licht gehouden.
Mc Donalds
De waarheid verkoopt niet altijd
Hans Brinker Budget Hotel, KesselsKramer
Verborgen verleiders in de reclame
16 17
Het imago van de gladde reclamemaker die zijn consument met allerlei sluwe trucs en halve waarheden probeert in te palmen, klopt dat nog? Geen betere manier om dat te ontdekken dan door met zo’n reclamemaker aan tafel te gaan zitten. Het slachtoffer: Eric Leurquin, designdirector bij advertisingbureau BBDO.
dat misschien zo, maar de consument is veel kritischer geworden. Zo ‘verborgen’ is die verleiding niet meer, de consumenten beseffen heel goed wat het doel van reclame is. Ze weten ook per fect dat er al eens iets mooier wordt voorgesteld dan het in werkelijkheid is. De badkamer waar de glinsteringen bijna van afspringen, of de verge lijkende test met de waspro ducten, iedereen wéét dat dat niet de volledige waarheid is. Het staat ook dikwijls in heel kleine lettertjes, of in rare be woordingen op de spot of ad vertentie aangegeven. Bij culi naire reclame wordt dat vaak als ‘serveertip’ toegevoegd, dat het zou kunnen dat ‘wat je ziet, niet écht is wat je krijgt’. Moeten we er dan van uitgaan dat álle reclame-afbeeldingen bedrog zijn?
Eric Leurquin. Foto: Christine Janssens
Eric Leurquin: “Wist je dat ongeveer 90% van de consu menten denkt dat reclame op hem of haar totaal geen vat heeft?”, vraagt Eric Leurquin wanneer ik hem ontmoet in de prachtige gebouwen van BBDO in het noorden van Brussel. Uiteraard heeft reclame wél vat op de consu ment, anders zouden deze ge bouwen niet zo druk bevolkt zijn. Maar de vormen en de strategie van reclame zijn wel duidelijk geëvolueerd sinds de glorieuze begindagen uit Mad Men. Denk maar aan de opkomst van internet, een platform waarin Leurquin zich heeft gespecialiseerd. De van opleiding grafisch vormgever werkte als designer voor The Parking Lot en als art director voor Design is Dead voor hij ruim twee maanden geleden bij BBDO aan de slag ging. Hier is hij onder andere actief voor merken als Belgacom, Luminus, Nestlé, NMBS, Pepsi, Spa Reine, Tabasco en Volvo. Wat vind je van de voorstelling als zou reclame bestaan uit verborgen verleiders? Ik vind het niet helemaal juist dat de reclamewereld als een verborgen verleider afge schilderd wordt. Vroeger was
Nee zeker niet. Dat hangt sterk af van merk tot merk, van product tot product. Een hamburger van McDonalds bijvoorbeeld, geef toe, die ziet er vaak véél smakelijker uit op de advertenties dan op je bord bij McDonalds zelf. Toch blijkt dat op de posters gewerkt wordt met échte hamburgers, identiek aan die in de winkel, alleen wat meer gestyled. De McDonaldsafdeling van Toronto heeft de geruchten dat ze misleidende fotografie zouden gebruiken, op een geniale manier de kop ingedrukt door een filmpje op het internet te plaatsen waar bij je kunt volgen hoe zo’n fotoshoot in zijn werk gaat. Een echte hamburger wordt er vergeleken met het gesti leerde exemplaar van de foto shoot. Aan het einde van de reportage kun je niet anders dan besluiten dat er geen be drog schuilt in de campagne. Het is een kwestie van styling, en hier en daar wat kleuren bijwerken. Bestaan er regels over hoever je van de waarheid mag afwijken? Uiteraard is er een legale context voor al die reclame boodschappen. Die kleine let tertjes waarover ik het eerder had, die voegt de producent zeker niet voor zijn plezier toe.
Dat is alleen omdat er een regel bestaat dat wanneer je voorgestelde product te veel afwijkt van het origineel, dat je dat dan moet vermelden op de reclame. Voor kinder producten zijn die regels nog véél strenger. Zij zijn immers extra vatbaar voor reclame. Zijn er bepaalde trucs in vormgeving om consumenten te verleiden? Er is geen kant-en-klare ge bruiksaanwijzing ‘hoe verleid ik de consument’. Als die bestond, dan zouden alle advertenties er net hetzelfde uitzien. Maar er bestaan zeker wel theorieën over de im pact van kleur bijvoorbeeld. Kunstenaar Josef Albers ontwikkelde daarover een be langrijke studie, die aantoont welke kleuren als combinatie goed werken, en welke niet. Zijn theorie kan verklaren waarom de meeste merken in hun logo’s en vormgeving twee kleuren combineren, dat trekt namelijk meer de aan dacht dan één enkele kleur. Het is ook belangrijk dat die kleuren de juiste boodschap overbrengen. Neem bijvoor beeld Media Markt: die com municeren in rood en wit. Dat zijn bijzonder toegankelijke kleuren, die duidelijk maken dat het om een erg democra tische zaak gaat. Verander die kleuren in zwart en goud, en je stuurt een totaal verkeerd beeld de wereld in. Hetzelfde geldt voor Makro, dat geel en blauw hanteert. Het interieur van fastfoodrestaurants zou trouwens zoveel felle kleuren bevatten om ervoor te zorgen dat mensen niet te lang blij ven zitten. Daarnaast zijn er wel ingre pen die een grote garantie bieden om de aandacht van consumenten te trekken. Een gele ster bijvoorbeeld, of het woord ‘gratis’, dat blijft werken. Qua vormgeving is uiteraard ook steeds de lees richting belangrijk. Omdat wij linksboven beginnen te lezen, zullen speciale aandachtstrek kers eerder daar staan. Dat is een basisregel. Is de reclamewereld fel geëvolueerd de laatste jaren?
Een duidelijke trend die nu een aantal jaren aan de gang is, is de zoektocht naar au thenticiteit. Ek merk, elk pro duct wil zich nu profileren met een verhaal. Waar wordt het gemaakt, en hoe, door wie? Wat is de rijke geschiedenis van het product? Dus eerder dan verleiden met vorm geving, wordt er vandaag verleid met verhalen. En ook daarin zitten zaken die niet helemaal kloppen. Producten zonder interessant verhaal verzinnen er dan maar een. Dat is natuurlijk moeilijker in regelgeving vast te leg gen. Een andere levensgrote verandering voor de reclame wereld is de opkomst van internet en de sociale media. Ons speelveld is plots veel groter geworden, én gecom pliceerder. Is het voor merken moeilijker om de waarheid te omzeilen dankzij de sociale media? De merken staan nu veel nau wer in contact met hun con sument, en dat zorgt wel voor extra waakzaamheid. Sociale media zijn voor heel wat pro ducten tegelijk ook een snelle en goedkope manier om aan publiciteit te winnen. Zo heb ik ooit gezien dat er op de Facebook-pagina van een be paalde touroperator een uit gebreide klacht gepost werd van een ontevreden klant. De reis waarvoor reclame werd gemaakt beantwoordde niet aan de verwachtingen van die klant, en die uitte zijn boos heid op Facebook. Iedereen kan die klacht lezen, dus is het belangrijk voor de tour operator om daar correct op te reageren. Dat heeft hij toen niet gedaan, en een ándere touroperator, een concurrent dus, heeft die mensen een nieuwe reis aangeboden. Een zeer slimme zet natuurlijk. Zogenaamde ‘virale filmpjes’ op het internet zien er vaak meer waarheidsgetrouw uit dan spotjes op televisie. Is dat ook altijd zo? Zulke korte filmpjes zijn een belangrijke tool in de promo tiestrategie van heel wat mer ken. Maar ik herken toch vaak acteurs in die filmpjes. Dus
hoewel sommige acties – zo als de James Bond-race van Coca-Cola in het station van Antwerpen – er heel spontaan uitzien, zijn die minutieus in scène gezet. Dat is ook niet verwonderlijk natuurlijk. Uiteindelijk betaalt de klant veel geld voor zo’n filmpje en dan moet dat ook goed zijn. Er wordt een cameraploeg in gehuurd, een regieteam, een montagecel, enz. Er is geen tijd om te wachten op een spontaan, grappig filmpje.
pige campagne, maar in ons land zou zoiets niet werken. Wij Belgen zien het graag allemaal wat mooier voorge steld. Hoe kan reclame jou ver leiden? Oei, moeilijke vraag. Ik kijk vooral om professionele redenen naar reclame in al haar vormen. Maar wat mij persoonlijk weet te verleiden? Een mooie verpakking mis schien, daar ben ik wel ge voelig voor. Voor de rest laat ik me graag leiden door ont dekkingen. Zo was ik onlangs bijzonder gecharmeerd door een fiets die ik op straat zag staan. Ik noteerde het merk en ben dan informatie begin nen opzoeken over dat merk. Intussen is mijn nieuwe fiets besteld.
Maar dezelfde ‘verborgen verleiding’ zie je vandaag ook terug in heel wat blogs. Zulke websites doen zich vaak voor als spontane, onafhankelijke vormen van vrije menings uiting, terwijl de bloggers in veel gevallen overspoeld worden met gratis producten in ruil voor een positieve re censie. Dus zogenaamde ‘re views’ op het internet kun je het best ook steeds met een korreltje zout nemen.
– www.bbdo.be An Bogaerts
Kunnen we dan niet verleid worden door de waarheid? Natuurlijk wel. En dat gebeurt steeds vaker. Net omdat consumenten op zoek zijn naar authenticiteit, promo ten heel wat producten zich op een what you see is what you get-manier. Een top punt van transparantie zijn de zogenaamde crowdfun ding-projecten. Zo vroeg een bedenker van een LEDverlichtingssysteem voor de fiets financiering aan via de Kickstarter-website. Intussen is zijn project verwezenlijkt (revolights.com). Het leuke aan zo’n product is dat de consument er zelf voor ge zorgd heeft dat het product überhaupt op de markt kwam en dus inherent deelnam aan het verwezenlijken ervan. Voor bepaalde producten is de waarheid dus zeker ge noeg. Voor een poetsmiddel is dat misschien iets moei lijker. Maar die paar glinste ringen die met de computer aan de badkamer worden toegevoegd, zijn die dan zo erg? Volgens mij niet. In Nederland bestaat trouwens een omgekeerde tactiek. De geniale reclamemakers van KesselsKramer in Amsterdam
hebben in hun promotie voor het Budget Hotel Hans Brinker net het tegengestelde gedaan: ze hebben het veel slechter voorgesteld dan het in werkelijkheid is. In de printadvertenties en promotiefilm pjes zie je hoe de dienstmeid het vuil onder de kast veegt, hoe de vuilnisemmers uitpui len, hoe lakens niet worden gewassen, enz. Een heel grap
18 19
D e t u i n va n Ha u s t i e r
Dat verschillende disciplines elkaar overlappen en zelfs overschrijden, noem het gerust een tendens van deze tijd. Maar dat ze wonderwel samengaan in één bescheiden studio, dat is hoogst eigenaardig. En toch: daar is Lodewijk Joye met Haustier. De freelancevormgever trekt de sfeer van zijn grafische werk door naar een nieuwe accessoirelijn. Het resultaat? Zes zijden sjaals, of zoals Joye het zo mooi verwoordt: “een tuin waar natuur, architectuur en technologie in perfecte har-
Here is a Garden, Haustier, Lodewijk Joye
monie naast elkaar bestaan”. Van safe sex-campagnes tot affiches en boeken voor de Vlaamse Opera, en tussendoor ook nog wat geprint textiel voor een handvol modeontwerpers. Dat je het hele jaar door aan de meest gevarieerde projecten kunt werken, is pure luxe. Zo ervaart freelancer Lodewijk Joye het althans. En hij is niet de enige. Steeds meer creativo’s wagen zich zo nu en dan aan een disciplineoverschrijdend avontuur. Onlangs nog mocht keramist Pieter Stockmans een stoffencollectie uittekenen voor het Belgische interieurlabel Aristide. En ook het brillenlabel Theo schakelde de voorbije jaren onder andere het talent in van modeduizendpoot Tim Van Steenbergen. Een trend, lijkt het wel. Eindelijk DIY Al jaren kijkt Lodewijk Joye met bewondering naar collega’s die in eigen beheer boeken uitgeven. Alleen had hij zelf zin in iets frivolers.
Kat en hond
zijn sjaals hun werk. “Ik heb het gevoel dat ik mezelf meer vrijheid gun in mijn grafische designs sinds ik me ook met textielontwerp bezighoud. Haustier haalt me uit mijn comfortzone. Dat is spannend, maar de reacties zijn tot dusver heel positief. Ik zit dus op de goede weg (lacht).” Van start-up naar break-even Het handelsmerk van Haustier: originele prints, hoge kwaliteit en innovatieve technieken, zoals digitale druk op crêpe de Chine waarvoor Lodewijk samenwerkt met een Nederlandse topfirma. Ook de rest van Haustiers werkterrein concentreert zich binnen de lijnen van Europa. Een bewuste keuze,
‘Haustier’ is de Duitse benaming voor ‘huisdier’. Tijdens een vakantie in Zwitserland botste Lodewijk per toeval op het goedbekkende woord en sindsdien heeft hij er nooit meer aan getwijfeld: dit wordt de naam van zijn eerste accessoirecollectie. De kunstige sjaals klinken al even veelbelovend: Memphis Botanic, Patio, Server Room en Here is a Garden nemen je mee naar een denkbeeldige wintertuin, opgesteld uit persoonlijke herinneringen, collages, 3D-tekeningen en geometrische beeldvormen.
zegt hij. “Het ontwerpproces is een intense periode van creëren, van oneindig lang wikken en wegen. Voor mij is het niet meer dan logisch om ook van nabij betrokken te zijn bij de productie. En dat is nu eenmaal gemakkelijker te bolwerken in buurlanden dan in pakweg China of India. Bovendien staat een Europees product kwalitatief hoger aangeschreven, en dan is er ook nog het ecologische en sociale aspect.”
Wie aandachtig kijkt, merkt trouwens een subtiele lijn met Joye’s werk als vormgever. Hij gelooft niet in een tabula rasa. Voor Haustier liet Lodewijk zich meermaals inspireren door de verschillende disciplines waarin hij actief is. En omgekeerd doen ook
Niet dat Lodewijk Joye met een grote boog om de commerce heen loopt, een realiteit die sommige beginners in de mode totaal vreemd lijkt. Het is wel degelijk de bedoeling dat Haustier rendabel is. “Op dit moment streef ik naar een break-even, wat bij een
start-up al een mooi resultaat is. Let wel: ik was goed voorbereid. Ik deed twee jaar lang research, volgde een korte opleiding aan het kunstinstituut Saint-Martins in Londen, bezocht verschillende internationale trade fairs en hield vooral mijn ogen goed open. De economische situatie is wat ze is, maar ik geloof dat er altijd een markt zal zijn voor originele en kwalitatieve producten, zoals die van Haustier.” Haustier wordt aangeboden via een nieuwe webshop. De collectie is ook verkrijgbaar in The Recollection in
Antwerpen en in het Koperhuis in Gent.
Server Room, Haustier, Lodewijk Joye
Het werd een verrassende eerste collectie zijden sjaals met originele grafische prints en talrijke verwijzingen naar stromingen in de muziek, beeldende kunst en design. Een groentje is de 39-jarige vormgever niet. Zijn gelijknamige studio is een waardevolle referentie op het vlak van boekontwerp, cultuurcommunicatie en huisstijlen. En ook zijn ervaring binnen textielontwerp speelt vandaag in zijn voordeel (Lodewijk ontwierp vele jaren geprinte stoffen voor onder meer Christophe Coppens en Ann Demeulemeester, red.). Gevraagd naar wat hem uiteindelijk tot een eigen lijn bracht, antwoordt hij: “Voor mij is het een normaal, bijna natuurlijk proces, om als designer en na jaren van freelanceopdrachten een eigen droom op poten te zetten. Eén die bol staat van persoonlijke accenten. Als je voor een andere ontwerper werkt, stap je mee in zijn verhaal, in zijn visie voor het object dat je creëert. Om dan na verloop van tijd zelf een project van a tot z te kunnen uitvoeren, dat is gewoon de kers op de taart.”
– www.haustier.be – www.lodewijkjoye.be Jolien Vanhoof
72 73
Wilde designideeën
Nowhere a Shadow, Cohen Van Balen
De relatie tussen design en biotechnologie is reeds geruime tijd actueel en loopt op dit ogenblik in de kijker met een aantal opvallende projecten. Het iGEM-team 2013 van de KU Leuven verdedigde begin november 2013 in Boston het concept van een genetisch gemodificeerde bacterie die bladluizen van planten verjaagt en de natuurlijke vijanden van de bladluis aantrekt. iGEM is een internationale wedstrijd voor synthetische biologie en het ontwerpen van genetisch geëngineerde machines. Tegelijkertijd loopt in Het Nieuwe Instituut in Rotterdam tot 5 januari 2014 de tentoonstelling Biodesign, over de kruisbestuiving van natuur, wetenschap en creativiteit. Curator is de Amerikaanse architectuuren designhistoricus William Muyers die in 2012 het boek BioDesign: Nature + Science + Creativity publiceerde. In dit boek is een selectie van het werk van Revital Cohen en Tuur van Balen opgenomen. Met hun recentste project, in opdracht van de architectuurtriënnale van Lissabon (tot 15 december 2013), spreken Revital Cohen en Tuur Van Balen opnieuw tot de verbeelding. Nowhere a Shadow is een installatie op Future Perfect, een van de centrale tentoonstellingen van de architectuurtriënnale. In het project wordt uitgetest of wolven kunnen verleid/geleid worden om genetisch gemodificeerde wilde bessen te eten. Het idee bestaat erin om wolven ‘s nachts te laten rondlopen rond metalen structuren die voorzien zijn van infrarode lichtbronnen. Aan de basis van deze artificiële constructies zijn twee metalen uiteinden bevestigd waartussen de wolven hun lijf schuren, een ‘massage’ die ze aangenaam blijken te vinden. Tegelijkertijd worden ze geleid naar bessen die genetisch herontworpen zijn: de bessen zouden genen voor een vaccin tegen hondsdolheid ingeplant krijgen (ook al is die technologie nog niet voor handen). De beweging van het schurende lijf wekt energie op voor het infrarode licht en voor infraroodcamera’s. Die plaatsen
beelden van de grijze wolf op het internet, waardoor geïnteresseerden vanop afstand het experiment kunnen bekijken. Nowhere a Shadow reflecteert zo ook over natuurbehoud als een vorm van entertainment en wildernis als een gecontroleerd en hypertechnologisch spektakel. Het verklaart de titel van het project. In Delirious New York (1978) citeert Rem Koolhaas de Russische schrijver Maxim Gorky wanneer die in 1907 Coney Island bezoekt en het schiereiland getransformeerd ziet tot een geësthetiseerde techno-fantasie: “The glare is everywhere, and nowhere a shadow.” Eén wolf is nog geen wetenschap en Nowhere a Shadow nog geen realiteit. Maar dit soort ideeën zou wel eens sneller dan gedacht de basis kunnen vormen voor design met grote impact. Ze geven aan waar de toekomst van design gedeeltelijk ligt en hoe we er ons mee vertrouwd kunnen maken. Zoals Liam Young, curator van Future Perfect, stelt: “Future Perfect is speculatief urbanisme, een overdreven nu, waar we de wonderen en mogelijkheden van opkomend biologisch en technologisch onderzoek kunnen exploreren en ons de mogelijke werelden kunnen voorstellen die we voor ons zelf zouden kunnen bouwen.” Lut Pil Nowhere a Shadow van Cohen Van Balen is nog tot 15 december 2013 te bezichtigen tijdens Future Perfect in Lissabon.
90 91