KWARTIERSTAAT ARTHUR MERGHELYNCK GENEALOOG De genealoog Arthur Merghelynck overleed dit jaar precies 100 jaar geleden. Dit wordt deze zomer passend herdacht met tentoonstellingen aan hem gewijd in het kasteel Beauvoorde (Wulveringem - Veurne) en het Stedelijk Museum Ieper . Zijn bijdrage in de ontsluiting van historische bronnen, van belang voor de genealogie van families uit westelijk West-Vlaanderen kan nauwelijks overschat worden (zie verder). De genealogie van zijn eigen familie werd al in meerdere publicaties beschreven, maar met zijn kwartierstaat gebeurde dit vreemd genoeg nog nooit. We kunnen hem daarom allicht niet beter in dit tijdschrift herdenken dan door zijn kwartierstaat te publiceren.
Arthur Merghelynck (Ieper, 1853 – Ieper, 1908) Maar laten we eerst de persoon zelf en zijn afstamming nader toelichten. Jonker Arthur Merghelynck werd geboren te Ieper op 9 maart 1853 als zoon van Leopold Merghelynck, schepen van Ieper en Elisa Carton, dochter van een oudburgemeester. Zijn rechtstreekse voorvaders waren toen al sinds meerdere generaties actief in het stadsbestuur of in stedelijke instellingen van Ieper. De verankering van de familie Merghelynck met de stad Ieper was, sinds zij er in 1502 vanuit het NoordFranse Saint-Georges (tussen Bourbourg en Duinkerke) ingeweken waren, met elke generatie sterker geworden. Joris Merghelynck was een lakenhandelaar toen hij in 1502 te Ieper een poorteres van de stad huwde en daardoor ook voor zichzelf het poorterschap verwierf. Hij overleed er in 1518. De volgende drie generaties waren tingieters en zij vervulden in hun ambacht ook de rol van verificateurs. In de 5de generatie was Jan Merghelynck (1612-1674) brouwer in de brouwerijen Sint-Arnold en de
Zie ook wwww.kasteelbeauvoorde.be. Er verschijnt ook een themanummer van Openbaar Kunstbezit, waarin vooral zijn beide historische woonsteden belicht worden en een tentoonstellingscatalogus Arthur Merghelynck, de passies van een edelman met diepgaandere artikelen over zijn persoon en zijn fonds. Om redenen van plaats beperken we ons hier tot de eerste zes generaties (d.i. tot de voorouders geboren eind 1600). In totaal zijn ons 812 voorouders bekend tot in de 15de eeuw. Hierover verschijnt een afzonderlijke publicatie: Kwartierstaat Arthur Merghelynck (1853-1908), 800 voorouders in 16 generaties en 31 portretten (zie aankondiging in Genealogie en Heraldiek in Vlaanderen). Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
337
Groene Hoed te Ieper, waarschijnlijk in opvolging van zijn schoonvader, brouwer van Sint-Arnold. Hij was ook lid van het armenbestuur van de Ieperse Sint-Pieterskerk en werd in die kerk begraven. Vermoedelijk deed Jan goede zaken want zijn beide zonen konden studeren: de oudste werd priester en kanunnik van de Ieperse Sint-Maartenskathedraal, de jongste licentiaat in de rechten. Begonnen als advocaat in het door Lodewijk XIV opgerichte Parlement van Vlaanderen te Doornik, werd hij vanaf 1699 koninklijk raadsheer in het baljuwgerecht (Bailliage et Siège Royal) van Westelijk Vlaanderen te Ieper en vanaf 1704 in het dan nieuw opgerichte gerechtshof Siège Présidial. (De kasselrij Ieper was samen met andere delen van Vlaanderen van 1678 tot 1713 aangehecht bij Frankrijk). Tegelijk bouwde hij ook een loopbaan uit in het stadsbestuur: schepen in 1682, raadslid, bestuurslid van de weeskamer en hoofdman van de ambachten der kleine neringen en de sayetterie. Met hem was de sociale opgang van de familie Merghelynck in een hogere versnelling ingezet. Vanaf het einde van de 17de eeuw treft men de Merghelyncks - voortaan ook bijna steeds licentiaten in de rechten - aan als raadslid, schepen of schatbewaarder van de stad. Ook bestuursfuncties of een voorzitterschap van weeskamer, hospitalen, godshuizen, het bureel van Weldadigheid of de stedelijke Academie schreven zij op hun actief. Hun huwelijkspartners vonden ze overigens ook keer op keer in precies hetzelfde midden van Ieperse schepenen, raadpensionarissen, schatbewaarders, armenbedeler of burgemeester. Op het einde van de 18de eeuw bereikte de sociale opgang een nieuw hoogtepunt: François Ignace Merghelynck (1744-1795), erfachtig schatbewaarder van Ieper en hoogbaljuw van stad en graafschap Mesen, werd in 1773 in de adelstand verheven. Zijn nieuw verworven status was aanleiding om een jaar later drie huizen aan te kopen, deze af te breken en er een grote en zeer stijlvolle herenwoning te doen optrekken, het huidige Hotel-Museum Merghelynck. Zijn zoon Clement Pie Aloïs Merghelynck (1776-1833) was lid van het Bureel van Weldadigheid van Ieper (1818-1829) en van de bestuurscommissie der Burgerlijke Godshuizen van Ieper van 1825 tot aan zijn overlijden. Ook andere leden van de familie of verwanten waren bv. procureur van het Leprozengesticht te Ieper geweest of van het Nazareth Godshuis of het H. Geest Godshuis. Clement had meerdere zonen: de oudste Ernest werd raadslid en bestendig afgevaardigde voor de provincie West-Vlaanderen. Hij huwde een dochter van de vroegere Ieperse burgemeester en jonker Henri Carton. Zijn jongste broer Leopold (de vader van de genealoog Arthur Merghelynck) zou overigens huwen met een twee jaar jongere dochter van dezelfde Ieperse oud-burgemeester. Een tweede zoon van Clement heette ook Arthur (Joseph Clement), hij was bestuurslid en later voorzitter van de Burgerlijke Godshuizen en de oud-leerling van de stedelijke Academie werd later ook directeur van deze instelling. Arthur Merghelyncks vader Leopold had te Ieper de humaniora gevolgd en enige tijd aan de universiteit gestudeerd. In 1861 werd hij gemeenteraadslid en in 1862 schepen van de stad. Vanaf 1856 was hij bestuurslid en later voorzitter van de bestuurscommissie van het Koninklijk Gesticht te Mesen. Hij overleed vrij jong als schepen in functie op 47-jarige leeftijd. 338
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
Hij liet twee zonen na. De oudste, Ferdinand (1845-1917) werd doctor in de rechten en de politieke en administratieve wetenschappen. Hij was een tijd advocaat te Brussel, van 1876 tot 1915 provincieraadslid van West-Vlaanderen en in 1879 arrondissementscommissaris van Ieper. Zijn acht jaar jongere broer Arthur koos een geheel andere loopbaan. Op 18-jarige leeftijd was hij met de genealogie in aanraking gekomen, wat weldra uitgroeide tot een grote passie, gedoubleerd met een al even grote passie als oudheidkundige. Als een gefortuneerd man had hij geen beroepsinkomen nodig om te kunnen leven en hij wijdde zich dan ook geheel aan zijn passies. Al in 1877 publiceerde hij, op 24-jarige leeftijd i.s.m. Hector van den Brande een boek in twee delen: Recueil de généalogies inédites de Flandre.
Kasteel Beauvoorde (Wulveringem-Veurne,1591-1617) en Hotel Merghelynck (Ieper, 1774-76)
Twee jaar eerder, op amper 22-jarige leeftijd had hij het vervallen kasteel Beauvoorde te Wulveringem aangekocht. Hij begon meteen met de restauratie van dit kasteel dat in 1591-1617 was gebouwd. Hij stoffeerde het ook overvloedig met allerlei kunstvoorwerpen om de sfeer van een adellijke woonst uit de 17de eeuw te reconstrueren. Toen in 1892 het grote stijlvolle Hotel te Ieper dat zijn overgrootvader François had gebouwd, te koop werd gesteld, kocht hij het meteen aan. Hij richtte het in als een museum van 18de-eeuwse architectuur en woninginrichting, dat ook door het publiek kon bezocht worden. Voor de inrichting en meubilering van deze beide historische woonsteden volgde hij de antiekmarkt op de voet en liet hij zich in zijn aankopen deskundig adviseren door erudiete kenners. Het succes van zijn genealogische publicatie Recueil de généalogies inédites de Flandre had bij hem het idee doen groeien om een handschriftenfonds samen te stellen dat alle informatie uit genealogische bronnen met betrekking tot de oude families uit de kasselrijen Veurne en Ieper en aangrenzende streken zou omvatten. Hij besteedde er 18 jaar van zijn leven aan, werkend zonder ophouden. Vele honderdduizenden akten uit archieven van openbare instellingen (poorterij, wezerij, Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
339
rekeningen van stad- en kasselrijbesturen, feodale instellingen), notariaat, tellingen, archieven van gilden, wateringen, kloosters, broederschappen, kapittels, hospitalen enz… werden ontleed en opgetekend in zijn handschriften. Daarnaast vonden ook verzamelingen van grafschriften, genealogieën, historische kronieken, originele buitenpoorterboeken en allerlei oude familiepapieren die hij had verzameld een plaats in zijn fonds. Veel aandacht besteedde hij ook aan de ontsluiting van zijn massa’s ontledingen door middel van voorbeeldig opgestelde alfabetische naamtafels. Een lijvige inventaris werd gepubliceerd in 1896-'97. Hij was ook daadwerkelijk archivaris van de steden Veurne (1888-1897) en Ieper waar hij archivaris Diegerick opvolgde in 1892 (tot 1897). Vanaf 1892 was hij lid van de Conseil Héraldique de Belgique. In 1894 verscheen een eerste monografie over het Hotel Merghelynck op zeer kleine oplage, met vooral foto’s van hoge kwaliteit en op groot formaat. In 1900 verscheen een nieuwe, veel gedetailleerder studie op klein formaat maar op grote oplage, dit om tegemoet te komen aan de vraag van de vele bezoekers. In 1900-01 publiceerde hij tenslotte nog een zeer uitgebreide beschrijving in twee delen van het kasteel Beauvoorde met daarin ook ruime aandacht voor de families die er gewoond hadden van de 15de eeuw tot 1900. Hij huwde in 1895, op 42-jarige leeftijd met de 29-jarige Juliana Flyps. Zij was de dochter van een kleine landbouwer en dit huwelijk buiten zijn stand werd hem door zijn familieleden en de Ieperse upper class niet in dank afgenomen. Zij hadden geen kinderen. Vanaf 1901 leed hij aan een oogkwaal die hem steeds meer hinderde in zijn activiteiten. Hij overleed op 14 juli 1908. Zijn echtgenote bleef nog 33 jaar de douairière van Beauvoorde tot aan haar overlijden in 1941. Bij testament had Arthur Merghelynck het kasteel Beauvoorde en het Hotel Merghelynck gelegateerd aan de Belgische Staat ten einde het ter beschikking te stellen aan resp. de Koninklijke Vlaamse Academie en de Académie Royale Française . Zijn genealogisch fonds schonk hij aan de Koninklijke Bibliotheek. Het vormt er in de afdeling handschriften het Fonds Merghelynck, een onuitputtelijke goudmijn voor genealogische gegevens van families uit westelijk West-Vlaanderen en aangrenzende gebieden. Pieter Donche
340
Thans: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (KANTL) en de Académie Royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique (ARB). Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
Kwartierstaat van Arthur MERGHELYNCK Generatie I 1
Arthur Marie Auguste Charles MERGHELYNCK, genealoog en oudheidkunde, restaurator van het kasteel Beauvoorde te Wulveringem-Veurne en het Hotel-Museum Merghelynck te Ieper, geboren te Ieper op 9 maart 1853, overleden te Ieper op 14 juli 1908. Gehuwd te Wulveringem op 20 juni 1895 met Juliana PHILIPS, gezegd FLYPS, geboren te Langemark op 27 mei 1866, dochter van Jacob (Langemark, 19 maart 1819 – Langemark, 7 mei 1900) en Virginie Nathalie Blanckaert (Langemark, 23 maart 1824 – Langemark, 22 augustus 1899). Zij overleed te Wulveringem op 13 mei 1941 .
Generatie II 2
3
Leopold François Emmanuel MERGHELYNCK, gemeenteraadslid en schepen van Ieper, voorzitter van de bestuurscommissie van het Koninklijk Gesticht van Mesen, geboren te Ieper op 24 december 1819, overleden te Ieper op 24 oktober 1866. Gehuwd te Ieper op 8 november 1842 met Elise Charlotte Henriette Ghislaine CARTON, geboren te Ieper op 7 maart 1820 , overleden te Brussel op 31 oktober 1871 .
Gebruikte afkortingen: AM, Recueil: Arthur Merghelynck, Recueil de généalogies inédites de Flandre dressées sur titres et d’après d’anciens manuscrits, 2 vols., Brugge, Edw. Gailliard, 1877; ANB: Annuaire de la Noblesse de Belgique; COPP: R. Coppieters ‘t Wallant, Notices généalogiques et historiques sur quelques familles en Flandre Occidentale. Brugge, Desclée de Brouwer, 1946; EVDH: E. Vanden H ove , Staten van Goed van de roede van Menen, IX delen, Wevelgem, 1991-1995; FLOR-INT: A. Florizoone, [stamboom Florizoone], http://users.telenet.be/Florizoone_Stam/stamboom/, Internet, 2007; FM: Fonds Merghelynck; FVG, Dictionnaire: F.-V. Goethals, Dictionnaire généalogique et héraldique des familles nobles du Royaume de Belgique, 4 vols., Brussel, Polack-Duvivier, 1849-1852; JC, SvG : J. Cailliau, De Staten van Goed van de Kasselrij Veurne, 20 delen, Koksijde, 2001-2005; KBR: Koninklijke Bibliotheek Brussel; KI: Kasselrij Ieper; KP, Doodhalmen: K. Papin, Doothalmen kasselrij Ieper 1624-1793, Roeselare, Familia et Patria, 1994; KV: Kasselrij Veurne; RAB: Rijksarchief Brugge; SAI: Stadsarchief Ieper; TDF: Tablettes des Flandres; VS: Vlaamse Stam. TDF T10, pp. 322-323. ANB 1865 (gen. Carton), p. 84 geeft 9 dec. 1820. TDF T10, p. 319. KBR, FM 81, ‘Décès’ bevat integrale kopie overlijdensakte. Zij is overleden te Brussel, rue de la Pépiniere, nr. 1,1D. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
341
Generatie III 4
5
6
7
Clement Pie Aloïse MERGHELYNCK, lid van het Weldadigheidsbureel en van de bestuurscommissie der Burgerlijke Godshuizen van Ieper, gedoopt te Ieper, St.‑Pieter op 9 januari 1776 (P: François‑Ignace van der Meersch, heer van Roosendaele (maternele kozijn) M: Marie Thérèse Françoise de Gheus (groottante pater‑materneel)), overleden te Ieper op 11 juni 1833. Gehuwd te Ieper, St.‑Maarten op 6 februari 1809 met Sophie Catherine Victoire DE LANGHE DE SCHEURPITTE ET DE VISSCHEWALLE, gedoopt te Ieper, St.‑Maarten op 21 juli 1776, overleden te Ieper op 6 januari 1843 . Henri François Xavier Emmanuel CARTON, burgemeester van Ieper voor 1830, voorzitter van bestuurscommissie van de Burgerlijke Godshuizen en de Academie voor Schone Kunsten van Ieper, gedoopt te Ieper, St.-Maarten op 8 maart 1791, overleden te Ieper op 14 september 1877. Gehuwd te Ieper op 12 mei 1812 met Charlotte Alexandrine Suzanne Augustine Antoinette HYNDERICK, geboren en gedoopt te Ieper, St.-Niklaas op 1 januari 1792, overleden te Ieper, Recollectenstraat 11 op 22 februari 1871 10.
Generatie IV 8
10
François Ignace Joseph MERGHELYNCK, licentiaat in de rechten, erfachtig schatbewaarder van de stad Ieper, hoogbaljuw van stad en graafschap van Mesen, lid van de bestuurscommissie van het Koninklijk Gesticht van Mesen (sinds de stichting in 1776) en procureur (avoué) van het H. Geest Godshuis te Ieper, geboren te Ieper, St.‑Pieter op 20 oktober 1744, overleden te Ieper, St.‑Pieter op 11 februari 1795. Hij werd geadeld bij patentbrieven op 8 januari 1773. Bouwer van het Hotel Merghelynck te Ieper. Gehuwd 11 te Ieper, St.‑Pieter op 19 maart 1767 (getuigen: Andre Colenbeun, heer van Strazeele, achterkozijn en François Louis Joseph van der Meersch, heer van Roosendaele, maternele oom van de bruid) met
ANB 1864 (gen. Merghelynck), p. 198 en ANB 1871 (gen. de Langhe), p. 314 geven 18 jan 1776. TDF T10, p. 318; AM, Recueil (gen. de Langhe de Scheurpitte), p. 553; ANB 1871 (gen. de Langhe), p. 314; hun beide overlijdensdata en leeftijd staan ook vermeld in het grafschrift van Jacobus Ignatius Joannes de Langhe. TDF T10, p. 319; ANB 1865 (gen. Carton), p. 83; ANB 1864 (gen. Hynderick), p. 189 vergist zich in de voornamen van de echtgenoot en schrijft: Henri-François Carton, maar wel de goede geboortedatum en ouders; LP, B Bonaert, ‘Les Hynderick…’, p. 323 geeft als 4de voornaam: Th.(eresia). Huwelijk ook vermeld in R. Coppieters, … Fl.-Occ., op. cit., p. 92. n
11
342
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
9
Amélie Anne Louise STRABANT, geboren te Veurne, St.‑Niklaas op 20 november 1745, begraven te Ieper, St.‑Pieter op 24 januari 1787 12.
10
Jacobus Ignatius Joannes DE LANGHE, lic. rechten, heer van Scheurpitte en Visschewalle, eerste schepen van Ieper, gedoopt te Menen op 8 september 1750, overleden te Ieper op 16 september 1813, begraven te Vlamertinge. Gehuwd op 20 juli 1772 met Isabelle Marie Joséphine WULLEMS DE BISTERVELT, gedoopt te Ieper, St.‑Maarten op 8 september 1747, overleden te Ieper op 4 maart 1824, begraven te Vlamertinge 13.
11
12 13
12
13
14
Henri Louis CARTON, gedoopt te Ieper, St.-Jacob op 8 november 1758, overleden te Ieper, Diksmuidestraat 75, op 23 januari 1834. Gehuwd te Ieper, St.-Maarten op 2 juni 1789 met Marie Geneviève Elisabeth VAN DEN PEEREBOOM, gedoopt te Ieper, St.‑Jacob op 3 november 1764, overleden te Ieper, Diksmuidestraat 65, op 3 april 1853 14.
TDF T10, pp. 314-317. In ANB 1870 (gen. Strabant), p. 307 vinden we een huwelijk vermeld tussen een Auguste Joseph Merghelynck en een Amélie Anne Louise Strabant, waarbij de echtgenoot geboren werd te Ieper op 20 oktober 1744, er overleed op 11 februari 1795, geadeld werd op 8 januari 1773 en zoon was van François Joseph Xavier Merghelynck en Marie Jeanne Florisone en de echtgenote overleed op te Ieper op 24 januari 1787, 42 jaar oud. Men merkt meteen dat de voornaam van de echtgenoot (Auguste Joseph) niet overeenstemt. De vermelde huwelijksdatum verschilt ook (lichtjes): 19 mei 1767. Het verschil wordt echter nog groter als we lezen dat de ouders van Amélie Anne Louise Strabant daar zijn: Louis Félix Joseph Strabant en Isabella Carolina Vastenhaven. Deze Louis Strabant wordt genoemd als gedoopt in 1734 en gehuwd in 1775. Een dochter Amélie Strabant, geboren in 1744 valt hiermee niet te rijmen, zij is dus niet op de correcte plaats gesitueerd in de genealogie Strabant! Die fout in de genealogie Strabant schijnt geslopen te zijn door overname uit de genealogie Merghelynck gegeven in ANB 1864, pp. 196-197 waar ook al aan de Amélie de verkeerde ouders werden gegeven, terwijl anderzijds haar echtgenoot eerst François Ignace Joseph Merghelynck (p. 196), maar twee paragrafen (p. 197) verder ineens Auguste-Joseph Merghelynck wordt genoemd. De ouders van Amélie Strabant, zoals in TDF T10 gegeven vindt men niet in de genealogie Strabant van ANB 1870, die helaas niet alle takken weergeeft. Maar we vonden toch de goede connectie zodat we enkele generaties verder alsnog terug konden aansluiten op deze genealogie. KBR FM 81bis bevat twee afschriften (het ene in het Vlaams, het andere in het Latijn) van hun grafschrift in de Ieperse St.-Pieterskerk. TDF T10, p. 318; AM, Recueil (gen. de Langhe de Scheurpitte), p. 552; AM, Recueil (gen. Wullems), p. 185; ANB 1864 (gen. Merghelynck), p. 198; ANB 1871 (gen. de Langhe), p. 314 die haar laat geboren worden op 8 nov. 1847 en overlijden op 4 maart 1824. KBR FM 81bis p. 110 bevat afschriften van hun grafschriften in kerk van Vlamertinge (aangebracht in september 1814); KBR FM 82 bevat een kopie van haar begraafakte van 4 maart 1824. ANB 1865 (gen. Carton) p. 83; TDF T10 (gen. Van Den Peereboom), p. 151; vermeld in het grafschrift van haar ouders. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
343
14
15
Pierre Jean Antoine HYNDERICK, schepen van de zaal en kasselrij Ieper, raadpensionaris in 1788, voorzitter van de rechtbank van Eerste Aanleg te Ieper 15, gedoopt te Ieper St.-Maarten op 18 augustus 1755 16, overleden te Ieper, Recollectenstr. 12, op 28 december 1842 17. Gehuwd te Kortrijk St.-Maarten op 3 november 1786 met Louise Françoise Caroline VAN DER STRAETEN, geboren op 17 en gedoopt te Menen op 18 augustus 1755, overleden te Ieper op 21 juni 1821 18.
Generatie V 16
17 18
19
20 21
17 15 16
18
François Joseph Xavier MERGHELYNCK, heer van Ter Camere, Hellacker, etc…, lic. rechten, erfachtig schatbewaarder van de stad Ieper, gedoopt te Ieper, St.‑Pieter op 10 december 1712, begraven te Ieper, St.‑Pieter op 8 december 1749. Gehuwd te Ieper, St.‑Pieter op 30 november 1739 met Marie Jeanne FLORISONE, gedoopt te Ieper, St.‑Pieter op 13 december 1713, begraven te Ieper, St.‑Pieter op 9 juni 1759 19. Antoine Joseph Ignace STRABANT, eerste raadpensionaris en griffier van de stad en kasselrij Veurne, geboren op 13, gedoopt te Veurne, St.‑Denijs op 24 september 1717, overleden te Vinkem op 30 augustus 1751, begraven te Veurne, St.‑Niklaas. Gehuwd na contract van 10 december en kerkelijk te Veurne, St.‑Walburga op 13 december 1742 met Marie Jeanne Françoise VAN DER MEERSCH, geboren op het Blauwhuis te Vinkem, gedoopt te Vinkem op 3 oktober 1718, begraven te Veurne op 9 augustus 1752 20. Jean Eugene DE LANGHE, heer van Scheurpitte en Visschewalle, burgemeester van Menen, gedoopt te Poperinge, St.‑Jan op 22 september 1716, overleden te Ieper op 9 juli 1801. Gehuwd te Menen op 12 juli 1746 met Maria Regina Amata Felicita DELVOYE, gedoopt te Menen op 10 juli 1721 21.
TDF10, p. 320: sinds een KB van 24 juni 1895 Hynderick de Theulegoet. Kopie doopakte in KBR FM 82 p. 186. Kopie overlijdensakte in KBR FM 82 p. 189; COPP (gen. Hynderick), p. 110; LP, B Bonaert, ‘Les Hynderick…’, pp. 320-322; Biographie Nationale, LX, kol. 765-770. Kopie overlijdensakte in KBR FM 82 pp. 187 en 227; COPP (gen. Hynderick), p. 111; ANB 1864 (gen. Hynderick), p. 189 en LP, B Bonaert, ‘Les Hynderick…’, p. 320 vermelden voor haar overlijdensjaar 1831 i.p.v. 1821. TDF T10, p. 312-314 vermeldt 24 juni 1759, FM 82, kopie begraafakte vermeldt 9 juni 1759. AM, Recueil (gen. Van Der Meersch), p. 162; TDF T10, p. 315. AM, Recueil (gen. De Langhe de Scheurpitte), p. 552; AM, Recueil (gen. Delvoye), p. 231; ANB 1871 (gen. de Langhe), p. 313 (geannoteerd exemplaar); EVDH, SvG, V, p. 42. n
n
19 20 21
344
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
22 23 24 25 26
27
28
29
22
23
24
25
26 27
28
29
Jan Baptist WULLEMS DE BISTERVELT, heer van Bistervelt, hoogbaljuw van de stad en kasselrij Waasten, gedoopt te Ieper, St.‑Niklaas op 1 januari 1710, begraven te Ieper, St.‑Maarten op 10 augustus 1783 22. Gehuwd te Ieper, St.‑Jacob op 6 september 1744 met Isabelle Joséphine DE CODT, gedoopt te Ieper, St.‑Jacob op 27 oktober 1722, begraven op 1 oktober 1795 23. François Norbert CARTON, lic. rechten, schepen van Ieper, geboren te Ieper, St.-Maarten op 21 november 1716, overleden te Ieper, St.‑Jacob op 5 maart 1788. Hij werd geadeld bij patentbrieven van 15 april 1750. Gehuwd in de kerk van het O.L.Vrouw godshuis op de Markt van Ieper, St.-Jacob op 29 mei 1751 met Anna Florentia Christina MERGHELYNCK, gedoopt te Ieper, St.-Pieter op 20 januari 1726, begraven te Ieper, St.‑Maarten op 20 juni 1765 24. Emmanuel Joseph VAN DEN PEEREBOOM, lic. rechten, lakenhandelaar, schepen van Ieper, lid van de raad van 27 van Ieper, gedoopt te Ieper, St.‑Maarten op 10 december 1734, overleden te Ieper, Mesenstraat op 12 juni 1807. Gehuwd te Ieper, St.‑Maarten op 8 mei 1763 met Marie Geneviève Elisabeth DE MEEZEMAECKER, gedoopt te Ieper, St.‑Maarten op 19 november 1743, overleden te Ieper, St.‑Maarten op 4 januari 1778 25. Pierre Jean François HYNDERICK, lic. rechten, heer van ‘t Heulegoet, schepen van de zaal en kasselrij Ieper, geboren op 12 en gedoopt te Ieper, St.-Niklaas op 13 januari 1728, overleden te Ieper in de Diksmuidestraat op 3 januari 1797, begraven te Brielen 26. Hij bekwam een adelserkenning op 9 mei 1781 en de titel van erfelijk ridder op 3 maart 1789 27. Gehuwd te Ieper St.-Maarten op 16 september 1754 28 met Suzanne Therese DE BUUS, gedoopt te Ieper, St.-Maarten op 12 februari 1734, overleden te Ieper, Diksmuidestraat, op 16 april 1798 29.
ANB 1861 (gen. Wullems), p. 322 vermeldt hem als geboren op 1 jan 1710, zo ook KBR FM 82 p 326 in de kopie van de doopakte. AM, Recueil (gen. Wullems), p. 184; ANB 1863 (gen. de Codt), p. 94. ANB 1861 (gen. Wullems), p. 322 vermeldt haar als overleden op 1 okt. 1795, wat ook bevestigd wordt in KBR, FM 82 p 329 (kopie begraafakte). Haar broer Henri Louis de Codt kreeg op 3 juli 1756 patentbrieven van erkenning van adel voor zover nodig. ANB 1865 (gen. Carton) p. 81-82; ANB 1864 (gen. Merghelynck), p. 204. KBR FM 81bis en FM 82 bevatten een afschrift van hun grafschrift in de Ieperse St.-Jacobskerk. TDF T10 (gen. Van Den Peereboom), p. 151; AM, Recueil (gen. de Meezemaker), p. 226. KBR FM 81bis bevat een afschrift van hun grafschrift, hij wordt vermeld als overleden op 19 juni 1807, 73 jaar oud, zij als overleden 1 jan 1778, 51 jaar oud. COPP, p. 109 vermeldt 1799 i.p.v. 1797. LP, B Bonaert, ‘Les Hynderick…’, pp. 316-319. De titel van ridder was erfelijk voor al zijn nakomelingen van welk geslacht ook. ANB 1865, p. 70 vermeldt verkeerdelijk 1751; COPP, p. 109 vermelden 1754; KBR FM 82 p. 185 bevat kopie van zijn huwelijksakte. ANB 1864 (gen. Hynderick), pp. 187-188; ANB 1865 (gen. de Buus), pp. 69-70; COPP, p. 109. n
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
345
30 31
Jan Baptist Xavier VAN DER STRAETEN, lic. rechten, heer van Te Lours 30, schepen van Kortrijk, geboren te Kortrijk St.-Maarten op 27 februari 1723. Gehuwd te Menen na contract van 16 31 en kerkelijk op 19 augustus 1749 met Marie Therese DE LE PORTE, vrouwe van Hoogenwalle, Bleutour en Meulengoet 32, gedoopt te Menen op 17 juni 1719.
Generatie VI 32
33 34
35 36 30 31
32 33
34
35
36
37
38
346
Jacques Dominique MERGHELYNCK, lic. rechten, schepen van Ieper, gedoopt te Ieper, St.‑Maarten op 25 september 1687 (P: Jacob Merghelynck, kanunnik St.-Maartens, oom, M: Maria Catharina Letten), overleden te Ieper St.-Niklaas op 13 oktober 1722 33. Gehuwd na contract van 22 oktober, kerkelijk te Ieper, St.‑Maarten op 30 oktober 1710 met Marie Therese Constance PLUMYOEN, gedoopt te Ieper, St.‑Maarten op 28 september 1682 34, begraven te Ieper, St.‑Maarten op 29 september 1742 35. Guillaume Ignace FLORISONE, schepen van Ieper in 1709 en 1710 en eerste raadpensionaris-griffier in 1717, procureur van het H. Geest Godshuis te Ieper, geboren te Ieper, St.-Maarten op 1 augustus 1683, overleden te Ieper, St.-Pieter op 7 juni 1751. Gehuwd te Ieper, St.-Pieter op 12 november 1712 met Marie Thérèse Josephine MERGHELYNCK, geboren te Ieper op 16 juni 1692, overleden op 26 april 1765, zuster van Albert Guillaume Merghelynck (nr. 50) 36. Cesar Bernard STRABANT, heer van Oudenfort en Buyschaere, lic. rechten, raadpensionaris en griffier van stad en kasselrij Veurne, overleden op 3 februari 1720 37. Gehuwd bij contract van 24 december 1709 met 38 COPP (gen. Hynderick), p. 111. VS 1977, p. 464; KBR FM 42C farde 183 (van der Straeten de Ten Aerde), genealogisch memoriaal fo 4v en 5v. KBR FM 82 p. 227; ANB 1864 (gen. Hynderick), p. 189; COPP (gen. Hynderick), p. 111. KBR FM 81bis bevat een afschrift van hun grafschrift, maar vermeldt het in de Ieperse St.-Pieterskerk (uit grafschriftenboek Lambin). AM, Recueil (gen. Plumyoen), p. 62 noemt haar gedoopt op 24 december 1675. Kopie doopakte in KBR FM 82 p 340 (Ieper St.-Maarten, 28 sept. 1682, geboren 23ste, p: Cornelis Vanamandel, M: Carolina Vandenameele, weduwe van Joris Plumyoen); kopie begraafakte in KBR FM 82 p 340-341. TDF T10 (gen. Merghelynck), p. 310-311; AM, Recueil (gen. Plumyoen, met correcties), p. 62. ANB 1864 (gen. Merghelynck), p. 203; FLOR-INT vermeldt Guillaume Florisone geboren 1 aug. 1683 en overleden 7 jan. 1751. JC, SvG KV, 6, nr. 8.707 is zijn staat van goed; RAB, Familiefonds, Fonds de Spot, nrs. 52-54 is de staat van goed van Isabella Clara Eugenia Strabant, + Veurne 1756, een dochter van Cesar Bernardus Strabant x Isabella Clara Mesdach). JC, SvG KV, 6, nr. 8.707. Dit huwelijk is onbekend in ANB 1870 (gen. Strabant), p. 304. Het eerste huwelijk van Cesar Bernard Strabant (met Maria Francisca Heneman) is er wel bekend, alsook een tweede huwelijk, maar met een Maria van de Portaele. Dit laatste gegeven moet evenwel verkeerd zijn, gezien het niet vermeld staat in de staat van goed van Caesar Bernard Strabant zelf (en waar beide huwelijken, Heneman en Mesdach vermeld worden). Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
37
Isabella Clara MESDACH, geboren op 17 mei 1686, overleden op 17 juli 1719 te Hondschoote 39.
38
Jan Ignaes VAN DER MEERSCH, schepen‑keurheer van de stad en kasselrij Veurne, geboren in 1670 40, overleden te Vinkem op 4 april 1736. Gehuwd te Vinkem op 28 april 1710 met Maria Joanna Petronilla MESDACH, geboren op het Blauwhuis te Vinkem, gedoopt te Vinkem in 1682, overleden te Vinkem (Blauwhuis) op 24 maart 1731 41.
39 40 41 42 43 44
45
39
40
41
42
43
44 45 46
Jacques François DE LANGHE, heer van Scheurpitte en Visschewalle, burgemeester van Poperinge, gedoopt te Poperinge, St.‑Jan op 18 februari 1686. Hij werd geadeld bij patentbrieven van 7 februari 1773. Gehuwd te Poperinge, St.‑Bertijn op 28 december 1709 42 met Maria Magdalena VAN DER FOSSE, geboren te Poperinge St.-Bertijn op 22 juli 1685, overleden te Poperinge St.-Jan op 21 augustus 1728 43. Thomas François DELVOYE, griffier van Menen, geboren in 1681, overleden te Menen op 27 oktober 1729. Gehuwd met Maria Isabella Clara DELVOYE, zijn nicht, geboren te Menen op 26 mei 1692, overleden te Menen op 5 januari 1747 44. Jean Baptiste WULLEMS, schepen van Ieper, gedoopt te Ieper, St.‑Maarten op 24 april 1678, begraven te Ieper op 13 juli 1727. Zijn weduwe bekwam met terugwerkende kracht adeldom voor haar overleden echtgenoot bij patentbrieven van 3 september 1761. Gehuwd te Waasten op 26 april 1705 met Rosa Isabella Barbara VAN DE BROUCKE, gedoopt te Nieuwkerke op 30 augustus 1678 45, begraven te Ieper, St.‑Maarten op 31 oktober 1761 46. De staat van goed vermeldt causuelyk overleden te Hondschoote, d.w.z. dit was niet haar woonplaats, maar allicht wel Veurne. Ook vermeld in FVG, Dictionnaire (gen. Mesdach de Ter Kiele), p. 870; (een genealogie Mesdach de Ter Kiele in ANB 1895 II, pp. 1539-1540 begint pas in 1782); TDF D6 (gen. Kekeraert), p. 74. FVG, Dictionnaire (gen. Mesdach de Ter Kiele), p. 872 vermeldt als geboortedatum Vinkem, 17 februari 1682, zijn geciteerd grafschrift vermeldt hem als overleden op 66-jarige leeftijd (dus geboren 1670). AM, Recueil (gen. Van Der Meersch), p. 161; FVG, Dictionnaire (gen. Mesdach de Ter Kiele), p. 872. TDF T6, p. 283 vermeldt als huwelijksdatum: 23 oktober 1703, AP V6, p. 164 (gen. van der Fosse), p. 163-164 vermeldt als huwelijksdatum 28 oktober 1709; Kopie huwelijksakte in FM 74bis map 5 (van der Fosse Poperinge) fo 2. AM, Recueil (gen. de Langhe de Scheurpitte), pp. 550-552; ANB 1871 (gen. de Langhe), p. 313; Er is een genealogie van der Fosse in ANB 1865, pp. 86-94 (vanaf 1667), maar zij komt er niet in voor. We vinden haar wel in een genealogisch fragment in W. van Hille, ‘Famille Makeblyde’, in: TDF T6, p. 282-283, noot 10. Een kopie van haar doopakte en begraafakte vindt men in KBR FM 74bis map 5 (van der Fosse, Poperinge) fo 1v (P: N. Marsillies, pastoor van Aynckercke, M: Maria Magdalena Lesue uit Steenvoorde), resp. 3v, maar wel d.d. 21 aug. 1720. AM, Recueil (gen. Delvoye), p. 231; EVDH, SvG, V, p. 42, VIII, p. 14, IX, p. 10. TDF T10 (gen. van den Broucke) vermeldt 1673 i.p.v. 1678. AM, Recueil (gen. Wullems), pp. 183-184 met correctie van 17 in 26 april voor huwelijksdatum; ANB 1861 (gen. Wullems), p. 321; AM, Recueil (gen. van den Broucke), p. 344; TDF T10 (gen. van der Broucke), p. 370; ANB 1871 (gen. van den Broucke), p. 74. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
347
46 47 48 49 50 51 52 53 54 55
47
48
49
50
51
52
53
54
348
Henri François Jean DE CODT, heer van Gistelhove, Noordstraete, lic. rechten, schepen van de zaal en kasselrij Ieper, gedoopt te Ieper, St.‑Jacob op 15 juni 1676, begraven te Ieper St.-Jacob op 25 september 1733 47. Gehuwd met Elisabeth Catharina RYCQUIER 48. Norbert Ignace CARTON, lic. rechten, schepen van Ieper, gedoopt te Ieper, St.-Maarten op 6 oktober 1687, begraven op te Ieper, St.‑Maarten 23 februari 1745. Gehuwd na contract van 4 januari en kerkelijk te Ieper, St.-Maarten op 29 januari 1714 met Maria Petronilla DE WILDE, gedoopt op 9 december 1682, begraven te Ieper St.-Maarten op 6 oktober 1726 49. Albert Guillaume MERGHELYNCK, lic. rechten, schepen van Ieper, geboren te Ieper op 13 januari 1689, overleden op 7 maart 1749, broer van Marie Thérèse Josephine Merghelynck (nr. 35). Gehuwd te Ieper, St.-Maarten (maar voor de pastoor van Woesten) op 15 september 1712 met zijn nicht 50 Maria Anne VOORMEERSCH, gedoopt te Ieper St.-Maarten op 7 november 1693, begraven te Ieper St.-Jacob op 21 februari 1751 51. Cornelius Josephus VAN DEN PEEREBOOM, schepen van Ieper en lid van de raad van 27 van Ieper, geboren circa 1697, begraven te Ieper, St.‑Maarten op 7 oktober 1779. Gehuwd te Ieper, St.‑Maarten op 24 februari 1734 52 met Jacoba Josepha DE TURCK, geboren en gedoopt te Ieper, St.‑Maarten op 15 maart 1709, begraven te Ieper St.-Maarten op 11 maart 1762 53. Jan Baptist DE MEEZEMAECKER, schepen van Ieper, geboren de Ieper St.-Maarten op 2 juni 1714, overleden te Ieper op 22 februari 1788. Gehuwd na contract van 20 juni, kerkelijk te Ieper, St.-Maarten op 22 juni 1738 met Jeanne Geneviève VAN DER MEERSCH, gedoopt te Ieper St.-Maarten op 28 januari 1709, overleden te Ieper op 26 juni 1770 54.
KP, Doodhalmen, p. 123: SAI, KI, reeks 1, nr. 277, fo 167r is zijn staat van goed (Henricus Joannes genoemd). AM, Recueil (gen. Wullems), p. 184; ANB 1863 (gen. de Codt), p. 94; KP, Doodhalmen, p. 174: SAI, KI, reeks 1, nr. 285, fo 187r is haar staat van goed. ANB 1865 (gen. Carton) p. 80-81; AM, Recueil (gen. de Wilde), pp. 258-259. KBR, FM 81, “Mariages”: integrale kopie huwelijksakte; ANB 1864 vermeldt 15 sept. 1712; KBR FM 42C farde 573 (Voormeersch), groot blad in zwarte en blauwe inkt, vermeldt verkeerdelijk 15 november 1712; Huwelijk ook vermeld in: R. Coppieters, … Fl.-Occ., op. cit., p. 36 Kopie van haar doop- en begraafakte in KBR FM 82 resp. p. 345 en p. 315; ANB 1864 (gen. Merghelynck), p. 203 vermeldt 18 feb. als haar overlijdensdatum. Kopie van hun huwelijksakte in KBR FM 82 resp. p. 346. Kopie van haar begraafakte in KBR FM 82 p. 347; TDF T10 (gen. Van Den Peereboom), p. 148, AM, Recueil (gen. de Meezemaker) vermeldt Johanna Josepha de Turck. TDF T10 (gen. Van Den Peereboom), p. 151; AM, Recueil (gen. de Meezemaker), p. 225; TDF T5 (frag.gen. Van Der Meersch), p. 167. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
56
57 58 59
60
61 62 63
55
56
Jean François HYNDERICK, heer van ‘t Heulegoet, lic. rechten, schepen en eerste raadpensionaris Ieper, griffier van de zaal en kasselrij Ieper, gedoopt te Gent, St.-Jacob op 25 januari 1698 55, overleden te Ieper, St.-Niklaas op 24 januari 1771 56. Gehuwd te Ieper, St.-Niklaas op 21 februari 1727 met Petronella Victoria Constantia PLUMYOEN, geboren te Ieper St.-Niklaas op 31 juli 1697, begraven te Ieper op 26 november 1728 57. Charles Augustin Bernard DE BUUS, heer van Hollebeke, Ten Hove, Kerchoven en Montenberg, raadslid van de zaal en kasselrij Ieper, overleden te Ieper op 17 februari 1769 (79 jaar oud). Gehuwd te Menen op 31 januari 1724 met 58 Suzanne Thérèse DE LA PORTE, vrouwe van Beaulieu, Spaux, Handstraete etc…, gedoopt te Menen op 20 maart 1700, overleden te Ieper, St.-Maarten op 30 maart 1763 (63 jaar oud) 59. Carolus Alexander VAN DER STRAETEN, heer van Stavele, Ten Aerden, etc…, lic. rechten, raadpensionaris van de kasselrij Kortrijk, geboren te Kortrijk, St.-Maarten op 10 april 1683, overleden op 12 en begraven te Kortrijk, St.-Maarten op 13 april 1748. Hij werd geadeld bij patentbrieven van 23 maart 1740. Gehuwd te Rijsel, St.-Maurits op 25 januari 1707 met Maria Joanne Rufine LEGHEZ, overleden op 9 en begraven te Kortrijk, St.-Maarten op 11 december 1757 60. Franciscus Ludovicus DE LE PORTE, lic. rechten, directeur van de roede van Menen, gedoopt te Menen op 8 augustus 1689, begraven te Menen op 2 februari 1752 61. Gehuwd te Menen op 28 februari 1717 met Maria Theresia DELVOYE, overleden te Menen op 15 maart 1756 62.
COPP, p. 108 en LP, B Bonaert, ‘Les Hynderick…’, p. 313 vermelden Gent St.-Jacob met citering van de doopheffers). ANB 1864 vermeldt, allicht verkeerdelijk, op p. 186: geboren te Ieper. KBR FM 82 p 184 bevat kopie van zijn begraafakte en vermeldt: afkomstig van Gent, St.-Jacob, 74 jaar oud; LP, B Bonaert, ‘Les Hynderick…’, pp. 313-316. AM, Recueil (gen. Plumyoen), p. 65; LP, B Bonaert, ‘Les Hynderick…’, p. 313; ANB 1864 (gen. Hynderick), p. 186 vermeldt Petronille Plumyoen, overleden op 16 december 1728. COPP, p. 109. ANB 1865 (gen. de Buus), p. 69. VS 1977, p. 464 (neemt verkeerdelijk de derde voornaam voor de familienaam en laat Leghez weg); KBR FM 42C farde 183 (van der Straeten de Ten Aerde), genealogisch memoriaal fo 3 en 6; LP, B Bonaert, ‘Les Hynderick…’, p. 320 noot 12 noemt haar Johanna Maria Rosina Leghez, dame van Stavele. KBR FM 42C farde 183 (van der Straeten de Ten Aerde), genealogisch memoriaal fo 5v. AM, Recueil (gen. Delvoye), p. 232. n
n
57
60 58 59
n
n
61 62
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
349
VAN MEEUWEN NAAR NEEROETEREN, EN LATER VERENIGD IN ALKEN. TWEE EEUWEN FAMILIE INDEKEU (CA. 1750-1950) (vervolg en slot van het vorige nummer van Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 3, mei 2008, pp. 291-313)
Charles Indekeu-Tielen (1856-1919) Sigarenfabrikant en gemeentesecretaris te Eksel (stamvader van tak Eksel) (generatie 3, deel 2) Charles (Carolus volgens zijn geboorteakte) Indekeu was amper één jaar oud toen zijn vader Johannes Jacobus (1825-1857) overleed en werd dus alleen door zijn moeder opgevoed. In 1872 beëindigde hij zijn middelbare studies aan het college te Weert (Nl.). Daarna ging hij samen met zijn twee oudere broers naar het Klein Seminarie te Sint-Truiden, maar alleen broer Martinus bleef er en die werd uiteindelijk priester. Charles keerde omstreeks 1874 terug naar Neeroeteren en stond zijn moeder bij in de ouderlijke hoeve & brouwerij. In 1879 huwde hij met Marie Anne Tielen (1856-1916) uit Eksel en volgde haar naar haar geboortedorp, waar hij van 1879 tot 1910 een sigarenmakerij runde (met als opzichter de uit het Nederlandse Woensel afkomstige Hendrik Van Gestel). In 1890 werd hij verkozen tot gemeenteraadslid en van 1892 tot 1919 was hij gemeentesecretaris. Zijn huwelijk werd gezegend met een dubbele koningswens, twee jongens en twee meisjes, allen te Eksel geboren: - Joseph (1881-1969), beter bekend als Jefke Indekeu, die – na studies notariaat te Leuven in de jaren 1904-1907 en een gelijktijdige stage bij notaris Peeters aldaar - in Hasselt directeur van de Pensioenkas voor mijnwerkers werd. Hij huwde met Irma Gillard (1881-1954) uit Stavelot. Hun beide zonen Charles (°1916) en Emile (°1920) trokken de wijde wereld in. De eerste trok naar Rome, waar hij eerst student-jezuïet was en later vele jaren docent Russisch aan Pauselijke instellingen. De tweede werd Belgisch ambassadeur in o.a. Tokio. - Josephine (1882-1967), die ongehuwd te Eksel bleef. - Martin (1883-1965), gemeentesecretaris te Eksel van 1919 tot 1953, gehuwd met Elisa van Leemput (1895-1977) uit Lommel. - Hélène (1885-1961), echtgenote van Henri van de Ven (1892-1972) uit Nistelrode (Nl.). In Eksel ook overleden beide echtgenoten: Maria Anna Tielen op 2 mei 1916, Charles Indekeu op 13 augustus 1919. De afstammelingen van Charles Indekeu noemen we in de familie: “tak Eksel”. 3.
Uiteindelijk verenigd in een “Meeuwen/Neeroeteren-huwelijk” (1916)
Jozef Indekeu-Indekeu (1888-1972), brouwer te Alken (generatie 4) Dat de stam Indekeu van Meeuwen nog geregeld contact hield met de familie in Neeroeteren, wordt bewezen door een huwelijk tussen twee Indekeu-telgen, 350
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
op 1 mei 1916 te Neeroeteren: Jozef Indekeu van de stam Meeuwen huwde met Pauline Indekeu van de stam Neeroeteren. Iets meer dan een eeuw na het vertrek (1811) van Matheus Indekeu naar Neeroeteren werd weer aangesloten met de Meeuwener roots.
Zittend: de vier kinderen van Charles Indekeu-Tielen te Eksel bij het graf van een Franse doua nier, die ten tijde van de boerenkrijg (omstreeks 1798) door boerenkrijgers werd vermoord.
Jozef Indekeu (1888-1972) kwam uit een oud brouwersgeslacht. Zijn vader Peter Jacob (1849-1920) had de familiale brouwerij weten op te tillen van lokaal tot regionaal niveau. Tegen de zin van vader brak Jozef Indekeu zijn nochtans schitterende middelbare studies te Leuven af toen hij nog geen 17 was, want hij moest en zou brouwer worden. In de jaren 1905-1908 ging hij de stiel leren in België en Nederland. Zijn ambitie was de beste in zijn vak te worden en hij schrok er dan ook niet voor terug om in de periode 1908-1911 in het verre Berlijn voor brouwerij-ingenieur te gaan studeren. Daar kwam hij onder de indruk van de baanbrekende professor Wilhelm Windisch, die een fervente propagandist van het Pilsener bier was. Na een tijdje in een brouwerij te Bornem werkzaam te zijn geweest, kwam Jozef Indekeu in 1914 op de brouwerij van Haacht terecht. Zijn hart lag echter in Limburg: daar wilde hij een grote, industriële brouwerij opzetten. Professor Verhelst, directeur van de brouwerijschool van de Leuvense universiteit, stimuleerde hem daarin. In de jaren 1920-22 werkte Jozef Indekeu dat plan uit op advies van Verhelst, die zijn oud-student Edouard Boes, brouwer te Alken, ervan overtuigde om met J. Indekeu in zee te gaan. In 1923 verenigde het duo zich in de n.v. Brouwerij van Alken, welke als eerste in België met een bier van lage gisting op de markt kwam: de 'Bock'. Indekeu wilde echter naar een bier van het echte Pilsener type en zo brouwde hij vanaf 1929 de 'Cristal', een succesnummer dat tot op heden door menig bierliefhebber gesmaakt wordt. Nog vele jaren kon Jozef Indekeu genieten van de steeds groeiende populariteit van zijn geesteskind. Hij overleed te Alken in 1972, op 84-jarige leeftijd. Twee zonen, Jaak (°1920) en Jan (°1934), waren later ingenieur op de brouwerij van Alken.
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
351
4. Aan religieuzen geen gebrek. Katholiek was men – afgaande op het hoge aantal roepingen - in de familie Indekeu in hart en nieren. Kinderen van Matheus, de stamvader van de Indekeus van Neeroeteren, die priester of zuster werden: - Martin Indekeu (1817-1881), seculier priester, zoon van Matheus. Na zijn theologische studies te Luik (1841) werd hij daar tot priester gewijd in 1842. Hij was kapelaan te Elen vanaf 1843, pastoor te Gerdingen vanaf 1851, en pastoor in Meeuwen (het dorp van zijn voorouders) van 1870 tot aan zijn overlijden in 1881. In 1878 schonk hij aan de Sint-Lambertuskerk van Neeroeteren een glasraam (links van het centrale raam), voorstellend o.m. Sint-Maarten. - Maria Gertrudis Indekeu (1822-1861), omstreeks 1841 ingetreden bij de Soeurs de Notre Dame te Luik, verbleef als Soeur Marie Renilde in kloosters van die orde te Namen en Luik, maar kon er blijkens haar eigen brieven, gericht aan haar broers in 1845, moeilijk wennen. Ze is uiteindelijk (in 1847?) teruggekeerd naar Neeroeteren om er te leven als “religieuze in de wereld” en overleed er in 1861. Religieuzen uit de tak Neeroeteren-kanaal: - Joannes Martinus Indekeu (1854-1940). In 1880 werd hij tot seculier priester gewijd. Hij werd kapelaan te Beverlo en later te Tongeren, was dan pastoor te Nieuwerkerken en te Hoeselt (1903-1929). In zijn oude dag keerde hij terug naar Neeroeteren. Hij woonde er aan het kanaal in het huis van wijlen zijn broer Jacques. Daar overleed hij op zijn verjaardag, op 11 november 1940. In 1901, als pastoor te Nieuwerkerken, had hij aan de Sint-Lambertuskerk van Neeroeteren een glasraam geschonken (te zien in de oostelijke vleugel van de linker dwarsbeuk). Het raam, dat ontworpen werd door de Gentse glazenier Jozef Casier, is een verheerlijking van O.-L.-Vrouw. - Vier dochters van zijn broer, meer bepaald van het echtpaar Jacques IndekeuNulens, worden religieuze: Maria (1882-1935), Martha (1895-1943), en Gerardina (1897-1985) traden in bij de Ursulinen te Maaseik; Anna (1886-1968) bij de Zusters van Maria te Leuven. Van de tak van Neeroeteren-dorp (notaris): - Jean Indekeu (1905-1984), jezuïet, ingetreden te Aarlen in 1923, missionaris in India (1927-54) en vervolgens in het Afrikaanse Zambia (1955-72), waar hij vele kerken en scholen bouwde; ten slotte pastoor in Dormaal (1972-84). Meer over hem in het tijdschrift Jezuïeten, jg. 43, 1985, nr. 2, pp. 58-60. - Jacques Indekeu (1908-2002), jezuïet, ingetreden te Drongen in 1926, vanaf 1953 bouwheer voor zijn orde (o.a. van het groot klooster in Heverlee), kapelaan in Opoeteren (1974-1987), daarna op rust in Heverlee. - Jan Indekeu (1936-2001), pater van Scheut en als dusdanig jarenlang in Guatemala werkzaam. Daar leerde hij Irène Rivas kennen en werd er vader van drie kinderen. Zijn neef Jan Roex, sj, was op 24 maart 2001 in Neeroeteren concelebrant in de gedachtenismis voor Jan Indekeu.
352
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
Nog meer religieuzen. Van de tak Tongeren, nl. van het echtpaar Joseph IndekeuMarchot, liefst twee zonen en drie dochters: - Robert Indekeu (1898-1976), seculier priester, gewijd te Luik in 1923, kapelaan te Luik 1923-34, pastoor te Francheville (1934-41), te Neerhespen/Linter (1941-52) en te Genoelselderen (1952-68). Daarna op rust te Nieuwerkerken. - Pascal Indekeu (1905-1992), jezuïet, ingetreden in 1925 te Drongen, leraar aan het college te Turnhout (1939-52) en later bekend musicus-organist in de Basiliek van O.L.-Vrouw van Lourdes te Oostakker bij Gent (1952-92) (zie zijn In Memoriam in: Jezuïeten, jg. 51, nr. 1, 1993, pp. 8-11); - Marie-Louise (1892-1925), werd Zuster van het H. Hart te Wetteren. - Marguerite (1895-?), werd Zuster van het H. Hart te Antwerpen. - Marthe (1903-1968), werd Zuster bij de Picpussen te Tongeren. Van de tak Eksel: - Charles (1916-2005), jezuïet, geboren te Hasselt op 11 juli 1916, na studies aan het Sint-Jozefscollege te Hasselt bij de jezuïeten te Drongen ingetreden in 1934, studeerde later o.a. 4 jaar aan het Institutum Orientale in Rome, werd priester gewijd te Leuven in 1947, had zich voorgenomen het Russisch te leren en Rusland te gaan bekeren (een droom die nooit in vervulling ging), in 1952 werd hij ingelijfd in de Byzantijns-Slavische missie van de jezuïeten, van 1952 tot 1965 was hij leraar Russisch voor kinderen van Russische emigranten en dat aan het Institut Saint Georges te Meudon bij Parijs; daarna werd hij als Professor Russisch naar Rome gestuurd om er aan pauselijke instellingen te doceren: van 1965 tot 1967 aan het Russicum en van 1967 tot 1978 aan het Institutum orientale. Hij keerde terug naar België en was van 1978 tot 2003 archivaris op het provincialaat te Brussel. Uiteindelijk ging hij op rust in Heverlee en overleed er op 6 mei 2005. Na het vaticaans concilie ontstond er toenadering tot de orthodoxe kerk; een delicaat proces waarover Pater Charles een aantal artikels in diverse tijdschriften publiceerde. De stam Neeroeteren was op het vlak van religieuzen “productiever” dan die van Meeuwen. In de tak Meeuwen noteren we alleen: seculier priester Karel Indekeu (1923-2004), gewijd in 1955, kapelaan te Bocholt (1955-70), pastoor te Wijshagen (1970-97), later op rust te Hasselt en er overleden in 2004. De Indekeus trokken in de 19de eeuw voor middelbare studies steevast naar het Klein Seminarie te Sint-Truiden. De “trendbreker” moet pater Jean Indekeu (geb. 1905) geweest zijn, want hij begon de humaniora aan het Klein Seminarie van Sint-Truiden, maar voltooide ze in het Sint-Jozefscollege van de jezuïeten te Turnhout (1920-23). Vanaf toen was er een zeer sterke band met dat college waar als Indekeu op de rhetorica zaten: Jean (sj) in 1923, Michel (notaris) in 1924, Jacques (sj) in 1926, Jean (zoon van de Neerharense notaris) omstr. 1932, Franz (notaris) in 1935, Jaak (Alken) in 1938, Karel (pr.) in 1943, Paul (dokter in Genk) in 1944, zijn broer Frans in 1945, Robert (notaris) in 1954, zijn broer Jan (Scheut) in 1955, enz. De band met Turnhout werd nog sterker toen de Tongerse advocaat Joseph Indekeu in 1937 een Klais-orgel aan het college schonk ter gelegenheid van de priesterwijding van zijn zoon Pascal Indekeu (sj), die er in de jaren 1939-1952 leraar en... organist was.
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
353
Notarissen, brouwers en pastoors … Bovenaan omstreeks 1985, van links naar rechts: Bruno (notaris te Lommel), Bernard (notaris te Zoutleeuw), zijn vader en voorganger wijlen Franz, Jean-Luc (notaris te Brussel), Gerard (notaris te Brussel), wijlen Robert (notaris te Neeroeteren), zijn voorganger en vader wijlen Michel), Jacques (voorheen notaris te Lommel). Midden links: omstreeks 1890 poseren enkele vooraanstaande figuren uit het Neeroeterse dorpsleven. U ziet van links naar rechts: de latere notaris Jacques Indekeu, de brouwer Jacques Indekeu-Nulens, Gustaaf Nagant, Pieter Theodoor Goijens en notaris Henri Eyben. Midden onder: een bijeenkomst van Limburgse geestelijken, met uiterst rechts onderaan J. Martinus Indekeu (ook detail in inzet). Rechts: in 1900 poseren twee vrienden als jeneverdrinkers voor de fotograaf. Christiaan Cuppens-Aendekerk houdt het aarden pijpje aan de mond en schenkt jenever aan zijn vriend Pol Indekeu (d.i. Leopold Indekeu-Deckers), bierbrouwer.
354
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
5. Ook notarissen bij de vleet Boze tongen beweren wel eens dat het notariaat bij de Indekeus woedt als een “familieziekte”; ze zijn er zgn. allen door “besmet”. In de stam Meeuwen was Petrus Johannes, roepnaam Jean, Indekeu (1876-1916), notaris te Neerharen van 1905 tot 1916. De regelrechte ”notarissen-dynasties” zijn echter in de stam Neeroeteren te vinden. Om te beginnen in de tak van Neeroeteren-dorp: - vier generaties te Neeroeteren: Jacques was notaris te Hamont (1905-1911) en vervolgens te Neeroeteren (1905-1938). Hij werd er opgevolgd door zijn zoon Michel (notaris van 1938 tot 1968), en deze op zijn beurt door zijn zoon Robert (Bob) van 1968 tot 1995. Diens dochter Anita zwaait er sinds toen de notariële plak; - Gerard, broer van Michel, notaris te Leopoldsburg 1929-33 en te Haren bij Brussel van 1933 tot 1941; - twee generaties te Zoutleeuw: Franz tot 1989 en zijn zoon Bernard sinds toen; - een eerste generatie te Brussel: Gerard, zoon van Franz, die er benoemd werd in 1989. Maar ook in de tak Neeroeteren-kanaal liet men zich niet onbetuigd: - drie generaties te Lommel: Charles (1929-43), Jacques (1951-1986), Bruno sinds 1986; Last but not least in de tak Tongeren: - Jean-Luc te Brussel, aldaar benoemd in 1981. Dat alles maakt dat er thans (2007) vijf notarissen Indekeu werkzaam zijn in het land: Neeroeteren, Lommel, Zoutleeuw, en twee in Brussel. 6. Maar op de eerste plaats een volk van brouwers! De Indekeus zijn bovenal bekend als een geslacht van brouwers. In de stam Meeuwen was men al vroeg in de 17de eeuw in de brouwerssector actief. In de rij volgden daarna alleszins: Joannes Martinus (1753-1799), Arnoldus (1782-1847), Peter Johannes (1821-1878) en zijn ongehuwde broer Johannes Martinus (1830-1866), Peter Jacob (1849-1920), Jozef Indekeu (1888-1972). Twee zonen van de laatste, Jaak (°1920) en Jan (°1934), sloten de rij; net als hun vader waren zij echter brouwer in Alken, niet meer in Meeuwen. Maar ook in Neeroeteren waren de Indekeus bierbrouwer. Op het Lipsenhof moet stamvader Matheus (1786-1850) tussen 1817 en 1850 brouwer geweest zijn. Zijn ongehuwde zoon Petrus Johannes was brouwer, maar overleed al in 1859. Heeft de brouwerij daarna een tiental jaren stilgelegen ? In ieder geval, pas in 1870 nam Antoinette Gielen (+ 1903), schoondochter van Matheus Indekeu en die al vroeg weduwe was geworden, de brouwerij over. Ze exploiteerde ze tot in 1886, waarna haar zoon Jacobus (1853-1925) de fakkel overnam. De laatste bracht de brouwerij in 1887 over naar de kanaalkom, maar zijn zoon Leopold (1881-1944) bracht de brouwerij omstreeks 1900 (?) terug op Lipsenhof; hij legde ze omstreeks 1922 stil in samenspraak met zijn schoonbroer Jozef Indekeu, die toen in Alken een industriële brouwerij had opgestart. De brouwerij Indekeu te Neeroeteren was sinds toen nog louter een depot voor de bieren uit Alken. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
355
Deze collage van een notarisakte en enkele facturen toont aan dat de Indekeus een nijver volkje waren.
Een anekdote - Donderdag 22 januari 2004 in de spreekkamer van de abdij van Achel – Aan zijn bezoekers vertelt pater Godfried, als Gerard Bussels in 1920 te Neeroeteren geboren, een anekdote. De familie Gijsen, die in Neeroeteren met de volksnaam Loijen werd genoemd, woonde in het laatste huis van de Kerkstraat tegenover de kerk, naast het huis waar nu fotograaf Eric Vliegen woont. Zoon Ernest ging later in Brussel wonen en met zijn zoontje kwam hij in Neeroeteren nog wel eens op vakantie. Bij Loijen hadden ze een pagegaai. “Die kon een liedje zingen en in onze zangerige tongval zongen wij met de papegaai mee.” lekker bier bier van Indekie dreink maar oet ich scheink nog mier De Indekeus in de boekhouding van hotelhouder en molenaar Christ CuppensAendekerk Christ Cuppens-Aendekerk (1872-1936) was de grootvader van Leo Cuppens, co-auteur van deze bijdrage. Christ was geboortig van Gebruggenmolen, was in Neeroeteren na zijn vrijgezellenleven caféhouder-winkelier aan het Marktplein en molenaar op de Neermolen, later naast hotelhouder-winkelier in de Kerkstraat en molenaar op de Neermolen ook nog handelaar (graan, kolen, kalk, meststoffen). Daarenboven had hij nog inkomsten van zijn boerderij. Van zijn boekhouding zijn er 9 registers bewaard. Geregeld zijn er inschrijvingen m.b.t. de familie Indekeu. Volgens Register 1 (1898-1903) levert brouwer Indekeu (klant 23) gedurende 1899 bier voor 833,30 fr. (afgerekend op 16.01.1900); gedurende 1900 voor 738,67 fr. 356
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
(voldaan op 13.01.1901); ook wordt er voldaan voor het bier dat in 1901 geleverd wordt. Op 28 mei 1898 wordt de nieuwe molensteen in de Neermolen “boven gedaan”. Die molensteen met een dikte van 0,45 m en een doorsnede van 1,50 m is tegen 270 fr. gekocht door M. Soors, houtkoopman Neeroeteren, bij J. Indekeu uit Meeuwen. In Register 2 (1903-1912/1913) staat brouwer Jac. Indekeu, Neeroeteren, als klant 135 opgetekend. Op 17.11.1914 wordt hem 1 liter karsmeer (0,50 fr.) aangerekend en verteer voor ‘het varen’ (tocht met kar en paard) naar Leuven. Ook in Register 4 (Boerderij 1903 en Uitgaven voor de bouw van het huis in de Kerkstraat, dat in 1907 betrokken wordt) staat een Indekeu vermeld. Op 18 januari 1908 stort Christ Cuppens-Aendekerk 100 fr. aan advocaat Joseph Indekeu uit Tongeren voor het behoud van de oogst van Gebruggen. In 1907 heeft Gebruggenmolen, waar molenaar Christ vandaan komt, gronden moeten verkopen. Het Register 7 (Dagboek 1913-) noemt onder de klanten ook Leopold/Pol Indekeu, brouwer, van wie er inschrijvingen zijn in 1913 (zo op 10.11.1913) en 1914. Volgens Register 8 (Dagboek 1914-) verhuurt de molenaar aan brouwer Leopold Indekeu over de periode 30 september 1915-25 november 1915 herhaaldelijk een paard, tegen 4 fr. per dag. Voor timmerwerken op 25-27 februari 1918 worden aan de timmerman de aankoop van planken en nagels bij een Indekeu vergoed. In Register 9 (Dagboek 1918-) staan er voor notaris Jac. Indekeu inschrijvingen op ma 20.10.1919, za 21.02.1920, vr 13.08.1920, vr 03.09.1920, vr 24.09.1920, za 09.10.1920 en ma 25.10.1920. Op za 10.05.1919 laat P. Indekeu 240 kg mout malen tegen 4,80 fr. of 2 fr. per 100 kg 7. Wie anders dan de brouwer van het dorp was beter geplaatst om burgemeester te worden? In de stam Meeuwen: - Joannes Martinus (1753-1799) was in het “ancien régime” meer bepaald in de periode 1750 tot 1794 als schepen en later als president-schepen van de schepenbank van Meeuwen. Zijn zoon Arnoldus (1782-1847) was er gemeenteraadslid vanaf 1812 en burgemeester vanaf minstens 1833, terwijl kleinzoon Peter Johannes (1821-1878) tussen 1848 en 1878 burgemeester van het aanpalende Gruitrode was. De zoon van deze laatste, namelijk Peter Jacob (1849-1920), was dan weer burgemeester van Meeuwen in de periode 19041920. In de stam Neeroeteren: - Stamvader Matheus (1786-1850) was in Neeroeteren burgemeester van 1825 tot 1850, weliswaar met een grote onderbreking in de jaren 1830-1843. Tot tweemaal toe had hij aan Willem Pendris de burgemeesterssjerp ontnomen. De kinderen en kleinkinderen van Matheus zouden zich op plaatselijk politiek vlak eerder afzijdig houden, ten voordele van de familie Peeters. Na het vertrek van de familie Peeters uit Neeroeteren zou Lambert Indekeu (1889-1978) samen met Mathieu Tyskens-Mooris alias Thieu Sevriens (omstreeks 1950?) voor de gemeenteraadsverkiezingen een lijst landbouwersbelangen aanvoeren. Lambert Indekeu en Tyskens waren weliswaar gekozen, maar voor het burgemeesterschap moesten ze het toch afleggen tegen de lijst Henri Indemans.
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
357
8. De oorlog eiste ook in de familie Indekeu zijn tol Op 18 juli 1948 meldt Het Belang van Limburg dat als gewapende weerstanders voor Neeroeteren erkend zijn: mej. Helena Indekeu, Theo Aendekerk en Victor Vandebroek. Vermoedelijk betreft het hier Marie-Hélène Indekeu (1912-1975), dochter van brouwer Leopold Indekeu-Deckers (1881-1944). Meer details over haar verzetsactiviteiten kennen we helaas niet. De arts Eugène Indekeu (1913-1948), van de stam van Neeroeteren-dorp, was reserve-officier van het Belgisch leger, en als dusdanig actief in Congo. Hij was overduidelijk de avonturier van de familie; toen hij in 1948 overleed, was hij houder van de medaille “Star of the Burma-campaign” (zie voetnoot en verderop in deze tekst). Na de moord door weerstanders op een Duits soldaat die in het Neeroeterse gehucht Voorshoven bij de oogst meehielp, een moord waarbij men Sylvain Dupont als één van de daders noemde, hielden de Duitsers in Neeroeteren in de nacht van 26 juli 1944 als gijzelaars aan: “Jack” Indekeu-de Wilde (geb. 1890; van de tak Neeroeteren-kanaal; sinds 1926 directeur van de zuivelfabriek Sint-Jozef), Mathieu Beliën (Geisteren, sectieoverste BNB), Flore Indekeu (notarisdochter), Pieter Renette (Kramelt), Eduard Neelen (Voorshoven). In Maaseik kon Flore Indekeu ontsnappen. Van de anderen overleefde alleen Eduard Neelen het concentratiekamp. Jack Indekeu kwam op 17 januari 1945 in het Duitse Neuengamme om het leven. Albert Philippe Indekeu (geb. Tongeren 31-01-1923; van de tak Tongeren) was student in de rechten te Leuven toen hij op 8 juni 1943 te Tongeren door de Duitsers gearresteerd werd. In de familie circuleert de legende dat dit hem overkwam omdat hij “liedjes tegen de Duitsers gezongen had”. De directere aanleiding was de aanslag die de weerstand op 31 mei 1943 pleegde bij Nikolaes Aerts te Millen, afdelingsleider VNV en lid van de Zwarte Brigade. Als represaille voor diens dood werden in Tongeren acht personen gearresteerd, onder wie Albert Indekeu. Na 24 dagen verblijf in het kamp Breendonk mochten 6 van de 8 huiswaarts keren, maar Albert was er helaas niet bij. Op 8 mei 1944 werd hij op konvooi van Brussel naar het concentratiekamp Büchenwald geplaatst. Hij overleefde het drama, maar droeg er voor de rest van zijn leven toch de sporen van. Hij was later werkzaam voor de BBL-bank te Hasselt en te Kortrijk. Jean Indekeu (geb. Luik 1914; van de stam Meeuwen), notariszoon te Neerharen, trok na zijn studie agronomie te Leuven, omstreeks 1936, naar Frankrijk, eerst naar de Champagnestreek waar hij maar korte tijd verbleef. Blijkbaar werkte hij voor de oorlog al voor Franse en Belgische inlichtingendiensten (als “souslieutenant”), zodat het niet mag verwonderen dat hij bij het begin van de oorlog in Duitsland verbleef. Tijdens de oorlog raakte hij betrokken bij de Franse weerstand in La Rochelle, toen een uitvalsbasis voor Duitse duikboten die van hieruit de bevoorradingsroutes van de geallieerden onveilig maakten. Op 11 augustus 1942 werd hij in Loges de Mervent door de Duitsers aangehouden. Op 28 augustus 1942 werd hij eerst naar Munster en naderhand naar Brondelsbourg overgebracht, waar hij
358
A. DUREN, (art.) Indekeu Eugene, in: Belgische Overzeese Biografie, dl. VI, 1948, p. 522. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
op 2 juli 1943 werd terechtgesteld. Op 29 februari 1972 besliste het stadsbestuur van La Rochelle een straat naar hem te noemen: “Rue Jan Indekeu”. 9. De lokroep van andere continenten Damien Indekeu (1884-1969), van de tak van Neeroeteren-kanaal, was de eerste van de familie om in de toenmalige kolonie Congo zijn kans te wagen. In 1910 vertrok hij als “agent de culture” om ginds op agronomisch vlak aan de slag te gaan. Wellicht was hij de co-auteur van het artikel Contribution à l’étude du cocotier au Congo Belge dat verscheen in het “Bulletin Agricole du Congo Belge” (XIII, 1, 1922, p. 44 e.v.). Twee zonen van zijn oudste broer Leopold (1881-1944) zouden in de jaren 1940-1960 ook hun geluk in Congo beproeven, namelijk Jacob (1913-1977) en Albert (°1914) Indekeu. Eugène Indekeu (1913-1948), van de tak van Neeroeteren-dorp, had geneeskunde gestudeerd aan de universiteit van Luik (1932-38) en Gent (1939) en was daarna naar Congo vertrokken. In tegenstelling tot zijn drie voornoemde familieleden keerde hij niet levend naar België terug. Hij overleed op 18 december 1948 te Sandré-Mai tijdens een uit de hand gelopen buffeljacht. Voor afstammelingen van de tak van Neeroeteren-kanaal moeten verre horizonten zijn blijven wenken. Marie-Claire Indekeu, geboren te Lommel op 31 maart 1933, weduwe van Sören Thorsen, trok naar Denemarken, het land van haar moeder en woont er nog (Blidahpark 32 st. th., 2900 Hellerup). Jean Louis Indekeu, geboren te Sint-Joost op 28 juli 1948, woont al een dikke 20 jaar in Zuid-Afrika (aan de Parklane in Groot Brakrivier). Dan is er nog Jack Indekeu, die op 7 februari 1960 te Turnhout geboren werd als zoon van Freddy Indekeu en Georgine Demaertelaere en als kleinzoon van de voormalige directeur van de Neeroeterse melkerij Sint-Jozef) en die te Kasterlee opgroeide. In het begin van de jaren tachtig behaalde hij een MBA in de Verenigde Staten en hij verblijft er nog steeds. In 1984 trouwde hij met Teri (Teresita) Hernandez (geb. 5 maart 1962 in New Orleans, LA), een Amerikaanse met Cubaanse ouders. Zij hebben twee zonen: Jacques Indekeu (geb. 29 december 1989 in Delray Beach, FL) en Phillipe Indekeu (geb. 19 april 1991 in Boca Raton, FL). Na bijna twintig jaar in Florida te hebben gewoond, verhuisden zij in 2001 naar Philadelphia, Pennsylvania. Jack werkt in de telecommunicatie, Teri – voormalig lerares – is huisvrouw, en de jongens zitten op “high school”.
M. Jacquet, Jean Indekeu. Biografie van een notariszoon uit Neerharen, in: GOSSU-tijdingen (Lanaken), jg. 35, 1998, pp. 114-116; Ph.J. STEAD Second Bureau, 1959, p. 196 Als u met de laatste twee zou willen converseren:
[email protected] en
[email protected]. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
359
10. Vier gebouwen te Neeroeteren, maar geen Indekeu meer te bespeuren Thans (2007) zal men van de Indekeus van Meeuwen en Neeroeteren nog weinig of geen afstammelingen in die dorpen meer aantreffen. In Neeroeteren neemt Anita de honneurs nog waar als notaris. Nog enkele gebouwen staan er in Neeroeteren als stille getuigen van veel Indekeudrukte; andere gebouwen zijn weliswaar intussen verdwenen. Zo het Lipsenhof en het notarishuis. Het Lipsenhof in Geisteren-Voorshoven: Op de kaart 56 Neeroeteren-54 Maaseik, die Tranchot en von Mûffling in de jaren 1803-1820 aanmaakten, vindt men het Lupsenhof als enige hof met naam ingetekend in het gehucht Geysteren bij de weg die noordwaarts naar Voorshoven loopt. Door de wet van 10 april 1841 werden de gemeenten verplicht om een atlas van de buurtwegen op te stellen. Deze atlassen tellen twee luiken. Enerzijds zijn er de kaarten van de buurtwegen en anderzijds de tabellen met de beschrijving van de wegen en de aangrenzende eigenaars. Tegenwoordig zijn die kaarten on line beschikbaar via de site van Gislimburg, terwijl de eigenaarstabellen door de Provincie Limburg op cd-rom beschikbaar zijn gesteld. Het Lipsenhof situeert zich op deze kaart tussen Molenweg (weg nr. 13), Steenenweg (weg nr. 148) en Lipsenweg (weg nr. 149) op de perceelnrs. 110-111-112. Als je de situatie vergelijkt met de huidige kaart, moet je bedenken dat toen (rond 1840) de Kinrooiersteenweg nog niet bestond; de weg staat wel met potlood ingetekend. Het Lipsenhof lag ten westen van de huidige Voorshoventerweg. In de registers van de schepenbank van Neeroeteren moet nog veel nagetrokken worden, maar vast staat dat de hof Lupsen of Lipsen genoemd is naar de familie met die naam. Men kan natrekken dat de hof van Lipsen, via Huveneers en Janssen in het bezit kwam van de brouwersfamilie Indekeu. In de afstamming Lipsen moet Lambertus Lambrichs alias Lipskens al voor 1602 schepen in Neeroeteren zijn geweest. Op 28 februari 1668 tegenover de schepenbank van Neeroeteren releveerde Hendrick de Berchoven van Opoeteren namens zijn vrouw Mathia Lipsens het Lipsenhof, waar zijn schoonvader Peter Lipsen overleden was. Het achterkleinkind van Lambertus was Lucia Lipsen. In 1702 trouwde zij in As met Wouter Huveneers. Bij een erfmangeling in 1714 met zwager Lups Lipsen, kapitein in Opglabbeek, bekwam kapitein Huveneers uit As zijn aandeel in de hof Lupsen te Neeroeteren. Maria Catharina Huveners, kleindochter van kapitein Wouter Huveneers, trouwde in 1779 te As met Antonius Philippus Mathias Janssen. In zijn actieve leven fungeerde haar man in Opglabbeek als brouwer, schepen en gemeentesecretaris. Het was hun dochter Joanna Gertrudis die in 1811 huwde met Matheus Indekeu, telg uit de brouwersfamilie van Meeuwen. Het echtpaar vestigde zich op het Lipsenhof in Voorshoven. Matheus, tussendoor ook landmeter, was er landbouwer. Ook hij werd brouwer en voor de gemeente ging hij ook als secretaris fungeren en later ook nog als burgemeester. Na zijn overlijden in 1850 bleven zijn ongehuwde kinderen er wonen tot in 1861. Heeft het Lipsenhof daarna een tiental jaren leeggestaan? In ieder geval waren de gebouwen eerder vervallen toen Antoinette Gielen, de vroeg weduwe geworden schoondochter van Matheus Indekeu, er in 1870 met haar drie zonen introk. Zij had er brouwerij tot in 1886, toen haar zoon Jacobus Indekeu-Nulens
360
Rijksarchief Hasselt, Schepenbank Neeroeteren, Gichten 16, f° 325. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
Een aantal gebouwen in Neeroeteren met een link naar de familie Indekeu. Bovenaan links: het kanaalhuis, dat nog bestaat. Bovenaan rechts: Lipsenhof vlak voor de afbraak in 2006 (met veel dank dhr. Jos Zoons die uit 12.000 dia’s moest zoeken). Vervolgens links de herenboerderij “L’Avenir” op de Kinrooierdijk, en rechts Scholtiskapel. Daaronder, links de Leverenmolen en rechts de Kleeskensmolen. Onderaan links Scholtisse en rechts de notarisvilla op het Dorpsplein. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
361
(1853-1925) de zaak overnam. De laatste verplaatste de brouwerij in 1887 echter naar de kanaalkom en ging er een tijdje later met zijn moeder en gezin ook wonen. Zijn zoon Leopold Indekeu-Deckers (1881-1944) zou achteraf het Lipsenhof nieuw leven inblazen door er oude brouwerij herop te starten; dat in de jaren 1900-1920 (het huis werd herbouwd in 1912). Na 1922 was er nog bierdepot voor de bieren van Alken. Het Lipsenhof is niet meer; de gebouwen zijn enkele jaren geleden afgebroken. Scholtisse/Notarishuis aan het Dorpsplein Het Scholtisse aan het Dorpsplein was de vroegere ambtswoning van de Neeroeterse schouten, o.m. de familie Pendris. In de kelder stond nog lang de oude pijnbank van de Neeroeterse justitie. Jean Mathieu Indekeu trok er wellicht in na zijn huwelijk in 1859. Hij overleed er in 1882. Zijn weduwe, Maria Paulina Peeters, bleef er vermoedelijk tot aan haar overlijden in 1905. Zij woonde er samen met haar ongehuwde zoon Alphons, die in 1920 overleed. Ook zoon Jacques, kandidaat-notaris, heeft er wellicht tot 1905 gewoond; hij baatte er een jeneverstokerij uit in de periode 1898-1902 en 1904-1905 (de industriële schouw is op oude foto’s te zien). In de jaren 1905-1911 verbleef Jacques als notaris in Hamont, maar in 1911 vestigde hij vermoedelijk zijn notariskantoor op Scholtenisse. Na onteigening door de staat werd het huis in 1913 afgebroken om meer ruimte te verschaffen aan het verkeer. Op het resterend perceel richtte Jacques Indekeu een villa met kantoor op. Jacques was er notaris tot in 1938, maar bleef er daarna wonen tot aan zijn overlijden in 1954. Daarna bleef zijn weduwe er met dochter Flore (geb. 1917) nog een tijd wonen. Om zijn vader als notaris in Neeroeteren op te volgen zal zoon Michel omtrent 1937 naar Maaseik of Neeroeteren zijn gekomen. In het begin van de Tweede Wereldoorlog verdween het joodse gezin Gerson uit Neeroeteren. Kwam het gezin van notaris Michel Indekeu dan al in het leegstaande huis Gerson aan de Ophovenstraat (tegenover de latere kaashandel Reuten) wonen? Hoe dan ook, daar heeft het verscheidene jaren gewoond voor het in het notarishuis aan het marktplein kwam wonen. Toen haar broer Michel in het notarishuis kwam wonen (wanneer?), ging Flore met haar oude moeder in het huis aan de Ophovenstraat wonen. Notaris Michel Indekeu gaf het notariaat uit Neeroeteren in 1968 door aan zoon Robert, die nog een tijdje in hetzelfde gebouw kantoor had. Later werd het notarishuis aan het Dorpsplein echter verkocht aan de kinderen Goossens-Paredis, die het afbraken om er flatwoningen te bouwen. Ere-notaris Michel Indekeu had een nieuwe woning aan de Diesterweg 127 gebouwd en daar voor zijn (vroeg - 1965 - overleden) zoon Michel Jozef een champignonkwekerij laten aanleggen. Notaris Robert Indekeu zou verscheidene jaren kantoor houden in het huis Vlemelinx aan het dorpsplein (voorheen KB), alvorens hij zijn nieuwe kantoren bouwde ten oosten van de Zuivelfabriek Sint-Jozef aan de Maaseikerlaan. De villa aan de kanaalkom Matheus Indekeu (1786-1850) bouwde aan de kanaalkom in 1828 een hoeve, maar bleef niettemin op Lipsenhof wonen. Zijn zoon Johannes Jacobus (1825-1857) kwam in 1851, na zijn huwelijk met Antoinette Gielen, in het kanaalhuis wonen; hij overleed er in 1857. Zijn weduwe en kinderen bleven er tot in 1870, maar verhuisden toen naar Lipsenhof. Heeft het huis tussen 1870 en 1888 leeg gestaan of werd het verhuurd? Jacobus Indekeu-Nulens (1853-1925) zou het in 1887-1888 grondig verbouwen en 362
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
vergroten. Hij ging er met zijn moeder en groeiende kroost wonen in 1888. Na zijn overlijden (1925) en dat van zijn echtgenote (1933) bleef het gebouw nog jarenlang bewoond door hun ongehuwde dochter Alice (1898-1991), die dan ook als “Alice van het kanaal” door het leven ging. Oud-pastoor Martin Indekeu was er (vanaf 1929?) op rust en overleed er in 1940. Het is ons niet bekend hoe lang Alice Indekeu er daarna nog gebleven is. In de jaren 1970-1980 deed het gebouw dienst als jongeren centrum Joppening. Nu (2007) woont er dr. Gillet, met als adres: Hagedoornstraat 20. Hij deelde ons mee dat hij de grote en hoge kelders (wegens vochtproblemen) met zand heeft moeten vullen, maar dat er op de balken veel inscripties stonden, en ook de jaartallen 1828 en 1829. Herenhoeve “l’Avenir”, bij “de Baard van Kie” Aan de Kinrooierdijk 10 staat een grote, mooi gerestaureerde herenboerderij. Ze werd omstreeks 1860 gebouwd door Luikse investeerders in het kader van aanleg van wateringen in het gebied. De investeerders koesterden blijkbaar hoge verwachtingen, want op de stafkaart van omstreeks 1880 kan je lezen hoe ze de boerderij gedoopt hadden tot: ferme “L’Avenir”. De hele operatie bleek echter onvoldoende vruchten af te werpen en daarom kon Jacobus Indekeu-Nulens (1853-1925) ze omstreeks 1890 aankopen, samen met omliggende landbouwgronden. Hij zou er aan bosbouw en fruitteelt doen. In 1918 nam zoon Lambert de exploitatie over en bleef er wonen tot aan zijn overlijden in 1978. Omwille van zijn lange baard kreeg Lambert in Neeroeteren de bijnaam “de baard van Kie”. Nu (2007) wordt het goed bewoond door advocaat Jaeken. Bruno Indekeu & Leo Cuppens
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
363
EIGENDOMMEN IN ZWIJNDRECHT 1850-1871 Op zolder of in een kelder vindt men soms méér dan men kan vermoeden. Tussen een massa stofrijke documenten, betreffende de militie en de burgerwacht van Zwijndrecht (19de en begin 20ste eeuw), vonden we een klein dossier met gegevens over eigendommen 1850-1871 en drie losse flodders. Ze hebben zeker al heel wat doorgemaakt, gezien de staat waarin ze zich bevinden. De dossiers behandelen de schatting van eigendommen. Misschien kan onderstaand werkje bepaalde lezers nuttig zijn. Eigendommen, waarvan de overdracht niet is uitgevoerd bij gemis aan inlichtingen. Wijzigingen aan de eigendommen. Annez de Zillebek Charles Alexandre (nr. 2-1871), eigenaar, overleden Kruibeke Akte successie 5.7.1850, registratie 3.3.1851 Overdracht 1871: Herry Julienne, minderjarige Verblijft in Brugge, enige erfgename
Eigendom: aanslibbing, een deel van Reyns J., Antwerpen Sectie C, percelen 245 tot 247, 2 ha. 43 a. 82 ca. Opmerking: Overdracht uitgesteld, gezien geen voldoende inlichtingen.
Bosteels, la veuve (nr. 7-1869) brouwer in Rupelmonde Bouwen van een nieuw huis (1870) Kruisstraat, rechtover de kapel Sectie B, perceel 906 Staat 223 van 1871, nr. 70 De Rycke Pierre Auguste (nr. 8-1869), schrijnwerker in Zwijndrecht Heropbouwen twee huizen, Sint-Annaboom, nr. 243 Sectie B, perceel 795b-c Staat 223 van 1871, nr. 64-65 Geldof Pierre Jean (nr. 6-1869), herbergier in Zwijndrecht Bouwen van een nieuw huis (1869) in Vlaams-Hoofd Sectie D, perceel nr. 155b Staat 223 van 1871, nr. 113 Hanegraef Marie Josèphe (nr. 3- 1868), weduwe Pelgrim, en anderen, Antwerpen Akte schenking 12.11.1867, registratie 11.11.1867, notaris Van Berckelaer Overdracht 1868: Kerkfabriek van Zwijndrecht Eigendom: Kapel Sint-Anna en bijhorend huisje, Sectie D, percelen 142-143 Opmerking: Inlichtingen overgeschreven uit lijst nr. 24. De Kerkfabriek had nog geen toelating deze gift te aanvaarden.
364
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
Orban Caroline Claire (nr. 1-1871), overleden in Luik. Akte successie 12.3.1850, registratie 12.10.1850 Overdracht 1871: Bousquet Gustave Arnold, weduwnaar Verblijft Trouville-sur-Mer (Calvados-France), woont in Luik en de kinderen Gustave Arthur, Caroline Louise, Charles Albert, Henri Camille en Jean Gustave. Eigendom: 1/15 van de werf voor constructie van ijzeren schepen, gelegen Vlaams-Hoofd in de gemeente Zwijndrecht, Sectie D, perceel nr. 122a. Opmerking: De overdracht is eerst uitgesteld. De overdracht wordt later ook niet uitgevoerd, gezien geen voldoende inlichtingen. Smet Paul (nr. 3-1854) landbouwer te Beveren Art.391 Overdracht 1854 Everaert Don. Jean Baptiste, in zijn leven burgemeester van Beveren Art.138 Eigendom: een perceel land gelegen wijk Gaver, Sectie B, perceel 174, 69 a. 50 ca. Inlichtingen vragen aan Mr.Lesseliers, notaris in Beveren. Dit Perceel wordt gebruikt door de weduwe Meersman, Heilige-Geesthoek. Opmerking: Inlichtingen overgenomen uit de nota van de Ontvanger, gezien geen andere voldoende inlichtingen. Spoorwegenmaatschappij (nr. 5-1869) Opmerking van de Ontvanger van Belastingen: geen toegelaten bouwsel. Er staan drie nieuwe huizen langs de spoorweg (1869) Van de Manakker Henri (nr. 11-1869), landbouwer in Zwijndrecht Volledige heropbouw van een huis, Heilige-Geesthoek Sectie B, perceel 323a-b Staat 223, nr. 48-49 Van Hove Jean Baptiste (nr. 4-1869), landbouwer in Zwijndrecht Akte bail 11.11.1869, registratie 13.11.1869, notaris Lesseliers Overdracht 1870: Baeten René, schaapherder in Zwijndrecht Eigendom: deel van een terrein Sectie B, perceel 892a, 2 a. 20 ca. Er is een nieuwgebouwde onafgewerkte stal op gebouwd, zonder toelating en zonder aanduiding van de afmetingen (gegevens uit het overzicht nr. 17, later overgeschreven in 1871 onder nr. 96).
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
365
Vercauteren Charles Louis (nr. 9-1869), eigenaar in Zwijndrecht Bouw van twee nieuwe huizen, achter de kerk Sectie B, perceel 643b Staat 223 in 1871, nr. 37 Vereecken Joseph (nr. 10-1869), landbouwer in Zwijndrecht Bouw van nieuw huis, Laar 17 Sectie B, perceel 1023 Opmerking: totale heropbouw 28bis Ministerie van Financiën. Administratie van de directe belastingen, douanen en accijnzen. Staat van de te schatten percelen 1871 Nr 1 Dorp Vercauteren Karel Lodewijk, herbergier, Zwijndrecht Sectie A, nrs 641D & 641E Kadastrale legger nr 796 Heropbouw van een huis ter vervanging van een landelijke woonst. Klas 11, geschat 96 fr Klas 18, geschat 42 fr Situatieschets Staat 224 Nr 99-100 Neerstraathoek D’Hondt Frans, de kinderen, schippers, Burcht Sectie A, 778B & 778C Kadastrale legger 249B, nr 3 Nieuwgebouwd huis Klas 22, geschat 18 fr x 2 = 36 fr Staat 224 Nr 101 Korensheide De Maere Frederik, Zand, Melsele & Van Goethem Lodewijk, (cynsp.), werkman, Zwijndrecht Sectie B, 104A Kadastrale legger 1196, nr 1 Nieuwgebouwd huis Klas 21, geschat 22 fr Staat 224 Nr 106-107 Noordschelde, weg en dijk Marguerie Lodewijk Victoor, scheepsmaker, Antwerpen Sectie C, 237C & 237D Kadastrale legger 1033, nr 4 & 5 Nieuwgebouwd huis Klas 20, geschat 30 fr Klas 13, geschat 72 fr 366
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
1873 Staat 224 Nr 95 3e Groenselaredoorn S’Heeren Hendrik August, broeders en zusters, Melsele & Lippeveld Lodewijk, (cynsp.) Zwijndrecht Sectie A, 135B Kadastrale legger 1206, nr 2 Nieuw huis en landgebouw Klas 17, geschat 48 fr Situatieschets Staat 224 Nr 97 3e Groenselaredoorn S’Heeren Hendrik August, broeders en zusters, Melsele & Moistyn Jozef (cynsp.), Zwijndrecht Sectie A, 136A Kadastrale legger 1208, nr 1 Nieuw huis en landgebouw Klas 18, geschat 42 fr Situatieschets Staat 224 Nr 105 Noorderschelde, weg en dijk Marguerie Lodewijk Victoor, scheepsmaker, Antwerpen Sectie C, 237A Kadastrale legger 1033, nr 2 Nieuw scheepsmakerswerkhuis Klas 18, geschat 1270 fr Situatieschets Staat 224 Nr 166 Geesthoek Orlent Domien, Zand, Zwijndrecht Sectie B, 698 O Kadastrale legger 302 Nieuw huis Klas 17, geschat 48 fr Staat 224 Nr 167 Geesthoek Orlent Domien, Zand, Zwijndrecht Sectie B, 698P Kadastrale legger 302 Nieuw huis en landgebouw Klas 21, geschat 24 fr Dora Kennivé
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
367
HET GESLACHT DE MALSCHE LanD VAN Waas Het antroponiem DE MALSCHE vinden we maar terug in het Land van Waas op het einde van de 14de - begin 15de eeuw. De vermeldingen blijken uit het hoofdcijnsboek van O.L.Vrouw van Antwerpen. Exacte data zijn niet vermeld. De periode blijkt alleen uit summiere aanwijzingen. De eerste met datum vermelde persoon met deze familienaam was PAUWEL DE MALSCHE, die anno 1475 vermeld werd in een lijst van leden in het Guldenboek van minhere Sinte Jacob de meerdere in Haasdonk. De eerste sporen van de familienaam De Malsche vinden we in Belsele. Vandaar greep er een uitwijking naar Elversele. Uit deze plaats verspreidde de familie zich naar Hamme, Temse, Tielrode, Waasmunster en Sint-Niklaas, later ook naar Bazel en Meerdonk. Volgens A. Van Geertsom en J. Van Overstraeten zou de naam ontstaan zijn uit het antroponiem MALSCHAERTS. Deze naam komt echter niet vroeger voor dan de familienaam De Malsche. Van Geertsom geeft ons niet de betekenis van deze naam maar schaart hem wel onder de plaatsnamen met de oorspronkelijke antroponiem Malschaerts in een evolutie naar de Malsche. Hij geeft echter geen toponiem aan waarvan de naam zou afgeleid zijn. Volgens dr. Frans Debrabandere is de Malsche een reïnterpretatie van De Walsche met wisseling van lipmedeklinkers. Hij geeft ook een antroponiem VAN MALSEN uit de plaatsnaam Malsen uit Gelderland, en vernoemt Egbertus de Malsen (1203) volgens het Oorkondenboek van Noord-Brabant en Claes Van Malsen Hellouw (1326).() Amaat Joos in zijn Waas Idioticon geeft de betekenis als spreekwoord: mals en vet: zo mals als boter, welig, tierig. De rapen staan mals, het brood bakt mals. Mals weer = wanneer het vochtig is en de vruchten goed groeien.() Malschaert slaat volgens hem op een appel, rood van kleur, rijp in september en gelijkt goed op renette rouge, maar is wat hoger en zo dik niet. De bijnaam kan slaan op de eigenschap van de persoon. Hij was mals van karakter, d.w z. meegaand van aard. LITERATUURLIJST: P. Blaton, Genealogisch Repertorium 1584-1816, Temse, 1972. P. Blaton, Genealogisch Repertorium 1573-1832, Tielrode, 1990. P. Blaton, Genealogisch Repertorium 1565-1802, Haasdonk, 2001. F. De Potter & J. Broeckaert,Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, derde reeks, arrondissment St.-Nicolas, Gent 1877 A. Maris, Het geslacht Wauman, in: VS 1973, p. 395 e.v. P.C. Serrure, De Weerbare mannen in het Land van Waas, Gent, 1867. J. Smet, Elversele tijdens het ancien régime, in: Jaarboek Museum Temse 1977. J. Smet, Het magistratuur door de eeuwen heen, in: Jaarboek Museum Temse 1974. J. Smet, De Heerlijkheden van Temse, in: Jaarboek Museum Temse 1988
368
F. Debrabandere, Woordenboek van de familienamen in België en Noord Frankrijk, p. 810. J. Amaat, Waas idioticon, uitg. Danthe Sint-Niklaas, p. 420. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
A. Van Geertsom, Familienamen in het Land van Waas, in: ALVW nr. 60 (1955). A. Van Geertsom, De hoofdcijnsboeken van de Sint-Baafsabdij, in: ALVW nrs 66, 67, 68, 69, 71, 72, 75, 77, 78. A. Van Geertsom & G. Roggeman, De hoofdcijnsboeken van het Land van Waas (10 delen), Familia et Patria, Handzame, 1970. AFKORTINGEN: AR = Algemeen Rijksarchief te Brussel FEUD. = ridder de Schoutheete de Tervarent, Livre des feudataires des Comtes de Flandre au Pays de Waes GA = gemeentearchief KA = kerkarchief PK = penningkohieren (1569: bewaard in AR; 1571/1577: bewaard in SA Gent) RABW = Rijksarchief Beveren-Waas RAG = Rijksarchief Gent RK= Rekenkamer SA = Stadsarchief VS = Vlaamse Stam. Tijdschrift voor familiekunde. ALVW = Annalen Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas De oudste tot hiertoe teruggevonden stamvader met de naam De Malsche was: 1.1. GILLIS DE MALSCHE. Hij trouwde met Joanna De Smet, dochter van Jan De Smet, en van Amelberga Van Heze. Joanna De Smet stamde uit het geslacht van Beatrix Van den Berghe, die als stammoeder aangetekend staat in een eerste fragment van het hoofdcijnsboek van Onze Lieve Vrouw van Antwerpen in de parochie van Belsele, in het Land van Waas.() Reeds vroeger was hier een JAN DE MALSCHE alias DE MALS in dit geslacht getrouwd met Amelberga Bauwens, dochter van Boudewijn en van Amelberga Van Meersche, oudste dochter van de voornoemde Beatrix Van den Berghe. Hoogstwaarschijnlijk was deze Jan de Malsche een familielid van de hier beschreven Gillis De Malsche, waarschijnlijk een oom of misschien zijn vader. Hij werd immers een generatie vroeger vermeld. Joanna De Smet was een dochter van Amelberga Van Heze, en kleindochter van Wouter Van Heze, die getrouwd was met Margriete Bauwens, eveneens een dochter van Boudewijn en van Amelberga Van Meersche.() De echtgenoten De Malsche - De Smet moeten vermoedelijk in Belsele geleefd hebben tussen 1400 en 1470. Volgens de inschrijving in de hoofdcijns hadden zij vier kinderen, drie zonen en een dochter die allen tussen 1430 en 1450 kunnen geboren zijn.
L. DE BURBURE, Familles du pays de Waes affranchies en 1243. Généalogies de leurs descendants aux XIVe et XVe siècles, verschenen in ALVW nr. VII. Het betreft hier een deel van het in (3) vermelde werk. Onder de titel van vrouwelijke afstammelingen tussen 1350 en 1511 in het Land van Waas, heeft ridder de Burbure een deel uitgegeven van het hoofdcijnsboek van O.L. Vrouwkerk te Antwerpen, en dit per parochie. Het betreft de opsomming van geslachten in vrouwelijke lijn. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
369
a) JAN DE MALSCHE, die we terugvinden onder 2.1. b) JACOB DE MALSCHE, die volgens de hoofdcijns van Sint-Baafs te Gent in de parochie Belsele onder § 11 getrouwd was met Lysbeth Tyeriin, geboren vóór 1464, dochter van Pauwel en van Joanna Soys, deze laatste overleden in 1464. In de cijns werden geen kinderen vermeld.() c) MARTEN DE MALSCHE, de derde zoon, zie: 2.2. d) AMELBERGA DE MALSCHE was getrouwd met Wouter Verhulst en hier werden evenmin kinderen vermeld. 2.1. JAN DE MALSCHE, zoon van Gillis en Joanna De Smet kennen we als weerbaar man in 1480 in Belsele. Hij trouwde met Maria Van Scoote, dochter van Pauwel en van Maria Smet. Dit huwelijk moet zeker gesitueerd worden vóór 1480. Uit dit gezin kennen we één dochter ANNA DE MALSCHE, geboren tussen 1480 en 1490. Zij trouwde eerst met Lodewijk Van Schoonbeke die vóór 1528 te Belsele overleed. Zijn erfgenamen hielden een leen te Belsele, dat als erve gekend stond onder de heerlijkheid van ten Moere in Sint-Niklaas.() Uit dit huwelijk werden geboren: 1. Jan, vermeld in Belsele, 2. Jacob en 3. Johanna, getrouwd met Olivier Busteels. Anna De Malsche ging een tweede huwelijk aan met Matheus Woytack, waarbij ze twee zonen kreeg: Jan en Diederik, beiden te Waasmunster vermeld en één dochter Elisabeth die met Gillis Van Cleemputte trouwde.() 2.2. MARTEN DE MALSCHE, zoon van Gillis en Joanna De Smet, trouwde met Lysbeth Van Heede alias Van Hee, dochter van Jan en Katelijne Gavere. Haar moeder stond in de hoofdcijns Sint-Baafs Gent parochie Sinaai § 9 ingeschreven tussen 1461 en 1483.() Uit dit huwelijk werden volgende kinderen geboren: a) GILLIS DE MALSCHE, volgt onder 3.1. b) ADRIAAN DE MALSCHE, volgt onder 3.2. c) DIERIK DE MALSCHE, volgt onder 3.3. Na het overlijden van Marten De Malsche, waarvan de datum ons echter onbekend is, hertrouwde zijn weduwe met Jan Van Hiele. Deze was in 1473 houder van een gravenleen onder de heerlijkheid van Ter Elst in Elversele. In 1460 bezat hij een eigendom in het broek van Elversele. Hij was weduwnaar van Beatrice Van Belsele.() 3.1 GILLIS DE MALSCHE, zoon van Marten en van Lysbeth Van Heede, trouwde met Lysbeth Van Hiele, dochter van Jan en Amelberga de Hont (St Baafs Gent - parochie Melsele § 4) Haar vader Jan Van Hiele was in 1510
370
A. VAN GEERTSOM, De Hoofdcijnsboeken van de St-Baafsabdij te Gent (1462 en 1475). Het betreft hier de scriptie van twee boeken gedeponeerd in RAG, St Baafsabdij nr. 41, gepubliceerd in ALVW nrs. 66, 67, 68 en 69. FEUD, f° 599. A.VAN GEERTSOM, De Hoofdcijnsboeken van het Waasland. Naar de originele cijnsboeken, thans RABW, Oud gemeentearchief Beveren-Waas, 39 lijsten van verschillende kerken van het Waasland. Hier Sint-Amands Belsele § 9, deel IV, f° 570. ALVW nr. 67 p. 97 en nr. 72 p. 290. J.T. DE RAADT, II, f° 82 Fiefs nr. 6438 – FEUD, f° 263 - ALVW nr. 66/240. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
provisor(10) van de Tafel van de H. Geest van Elversele. In 1527 zien we hem als vazal van Franchoys De Milde in zijn heerlijkheid van Tervarent in Elversele, en voerde hij het wapen: drie torens vergezeld van een ster met vijf punten in het hart. In 1514 was hij ook leenhouder van het kasteel van Dendermonde met een leen in Hamme, waar hij hetzelfde wapen voerde.(11) Lysbeth Van Hiele bezat in 1528 een leen van ¼ bunder, achterleen van de heerlijkheid Ter Elst.(12) Gillis De Malsche was in 1528 Heilige Geestmeester te Elversele.( 13) In hetzelfde jaar hield hij een leen van 100 roeden uit de heerlijkheid van Ter Elst in Elversele.(14) Gillis De Malsche, nog vermeld in 1530 en 1539, overleed vóór 1566. Zijn echtgenote Lysbeth Van Hiele overleed vóór 21 november 1539.(15) Het huwelijk en de afstammelingen blijken uit de staat van goed die door de schepenen van Waasmunster en Elversele werden opgemaakt. In het hoofdcijnsregister vinden we deze gegevens niet terug vermits de afstamming hier werd afgebroken. Aan de hand van dit bescheid kennen we drie kinderen: a) JAN DE MALSCHE, volgt onder 4.1. b) GILLIS DE MALSCHE, volgt onder 4.2. c) LYSBETH DE MALSCHE, geboren vóór 1516. Zij was minderjarig bij het overlijden van haar moeder en dus geen 25 jaar (meerderjarige leeftijd in het ancien régime). Lysbeth erfde van haar ouders een vierendeel bunders gelegen in het broek van Elversele, verhuurd aan Jan Verdict tegen 7 schellingen per jaar. Bovendien bezat zij een erfelijke niet losbare rente op de hofstede van haar broer Jan De Malsche van 2 schellingen per jaar. Zij bezat ook nog een rente van 16 groten bezet op de grond van Gheleyn van Schoote binnen de parochie van Belsele. Vermoedelijk heeft zij dit laatste over haar vader geërfd over zijn broer Jan en diens dochter Anna (zie hoger 2.1.). Bovendien bezat zij nog in onverdeeldheid met haar twee broers uit het sterfhuis van haar moeder en dit voor haar portie een rente van 2 schellingen per jaar. Zij kreeg ook nog een stuk grond met een waarde van 2 pond 10 schellingen uit het sterfhuis van haar moeder. Uit een vroegere afrekening opgemaakt op 21 november 1539 bleek dat haar broer Jan nog 2 pond en 10 schellingen aan haar schuldig was, en haar vader met haar broer Gillis samen 13 schellingen groten.(16) Ze trouwde met een zekere Jan Smet. Beide echtgenoten waren in 1568 nog in leven en in het bezit van een eigendom in Tielrodebroek. Vermoedelijk had Lysbette De Malsche die van haar vader geërfd. Deze stond circa 1530 vermeld met een poldre op den Crampen Noort, handhovende oost het Tielrobrouck west de Durme. Hiervoor betaalde Gillis De Malsche 14 schellingen en 3 deniers aan de ontvanger van de abt van Lobbes. Later werd de polder verkocht aan het bestuur van het Gemeen Broek. Een ander daarnaast liggend stuk was eigendom van 12 13 14 15 16 10 11
Provisor = armenmeester of Heilige Geestmeester. J.T. DE RAADT. II, f° 82 Fiefs nr. 3834. FEUD, p. 273. Parochiaal archief pastorij ter plaatse. FEUD, f° 274. RABW, Waasmunster & E1verse1e nr. 34, f° 10. RABW, Waasmunster & Elversele nr. 34, p. 10. Staten van Goed van Elversele. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
371
zekere Steven Van Hiele, en beide stukken vormden samen de voormelde polder.(17) In 1566 bezat Lysbeth De Malsche samen met haar broer Jan een gemet grond in Elverselebroek dat zij van haar vader geërfd had.(18) 3.2. ADRIAAN DE MALSCHE, zoon van Marten en Lysbeth Van Heede, trouwde met Pirine Van Der Berckmoes, dochter van Wouter en van Laurine d'Hertoghe (hoofdcijns Sint-Baafs Gent - parochie Temse § 22). In 1510 vinden we haar vader vermeld als effectief meier van Elversele.(19) Later, in 1552 en tot 1560, zal Adriaan De Malsche dit zelfde ambt uitoefenen.(20) Wouter Van der Berckmoes was een zoon van Gillis, meier van Waasmunster en van Marie Ver Lysen (Hoofdcijns Sint-Baafs Gent in Temse § 22). Zijn vrouw was een natuurlijke dochter van Gillis d'Hertoghe, een priester stammend uit een adellijke familie, en van zijn huishoudster Barbele Pijps. Door een Kerkelijk Concilie was het de priesters verboden te huwen. Voordien was dit wel mogelijk.(21) Na het overlijden van Van den Berckmoes, hertrouwde zijn weduwe met Jan de Munter en deze was meier te Elversele tot hij door Adriaan De Malsche werd opgevolgd. Adriaan De Malsche en zijn vrouw Piryne Van Den Berckmoes waren op 21 januari 1557 reeds overleden.(22) Volgens de hoofdcijns kennen we drie kinderen: a) JAN DE MALSCHE. Hij staat in de hoofdcijns vermeld als Pbr, afkorting van het Latijnse woord presbyter, wat priester betekend. Zoals we melden was zijn overgrootvader Gillis d'Hertoghe eveneens een priester. In 1574 werd hij nog vermeld als deservitor dus plaatsvervangend pastoor van Daknam.(23)
19 20 17 18
21
22
23
372
RABW, Tielrode nr. 22, f° 64v, landcijnzen van de abdij van Lobbes. AR, Rekenkamer nr. 45.292 p. 83. KA Elversele, Renteboek H. Geest en Kerk, 1510. C. P. SERRURE, De weerbare mannen van het. Land van Waas. Een meier was een grafelijke ambtenaar die moest waken op de rechtsorde. Hij had een gerechtelijke en een bestuurlijke opdracht, die hij onder het gezag van het hoofdcollege van Waas in opdracht van de Graaf uitoefende. De meierij was een leen, eerst verpacht daarna erfelijk. Enkele priesters waren in de l5de eeuw gehuwd. Zo kennen we Jan Van der Dict, gehuwd met Amelberch Polspoel, pastoor van Elversele, die door zijn zoon Niclaeus Van der Dict als pastoor werd opgevolgd. Vele pastoorsambten waren zelfs nog erfelijk, hetzij hier vader op zoon, of oom op neef. (L. LAVAERT, Renteboeken van de Armenkamer en van de Kerk Elversele, 1956). Het celibaat heeft heidense wortels: het contact met de goden moest volgens oeroude overtuigingen in reine staat gebeuren. De katholieke kerk nam dit verbod over. Reeds op de Spaanse synode van Elvira, in het begin van de 4de eeuw, werd het aan priesters verboden om nog echtelijk verkeer te hebben met hun vrouw. Op het eerste algemene concilie van Nicea (325) mislukte de poging van de kerkvaders om de wetten tegen het huwelijk op te leggen aan de gehele kerk. Bij de volgende synoden oordeelde men verschillend, en het zou uiteindelijk duren tot bij het Tweede Lateraans Concilie (1139), toen paus Innocentius II de wijding van de clerus tot huwelijksbeletsel maakte. Wie tot priester was gewijd, kon dus niet meer huwen. Toen met het concilie van Trente (1545-1563) het formele huwelijk werd ingevoerd, was de strijd beslecht: priesters konden voortaan ook, zoals voorheen vaak gebeurde, geen geheim huwelijk meer sluiten. Wie tóch problemen had met zijn vleselijke verlangens, moest zijn toevlucht nemen tot concubinaat of andere, mindere fraaie, uitlaatkleppen (U. RANKE-HEINEMANN, Eunuchen voor het hemelrijk. De rooms-katholieke kerk en seksualiteit, Baarn, 1990, p. 85-100). RABW, Waasmunster & Elversele nr. 34 f°30. F. DE POTTER & J. BROUCKAERT, Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, derde reeks, arrondissment St.-Nicolas, Daknam, p. 21, Gent 1877, Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
b)
c)
GILLIS DE MALSCHE. Hij volgde zijn vader vóór 1560 op als meier van Elversele, en bleef in deze hoedanigheid tot 1570.(24) Op 4 mei 1560 stelde hij voor de wethouders van Temse een gerechtelijke eis in tegen Arend Merlys over een som van 7 gulden die hij tegoed had over de verkoop van hooi. Om dezelfde reden eiste hij van Paschier De Stoeldraaier een som van 10 gulden.(25) In 1571, toen zijn erfgenamen een half gemet land verpachtten aan Gillis Van Bogaert, was hij reeds overleden.(26) LAURYNE DE MALSCHE, geboren na 1532. Haar ouders overleden voor haar meerderjarigheid. Daarom moest er een staat van goed worden opgemaakt, die werd overgegeven door haar neef, Jan De Malsche, zoon van Gillis en door haar oom Servaes Van Riet. Deze laatste was gehuwd met Josine Van der Berckmoes, zuster van haar moeder. Uit deze akte die opgemaakt werd op 21 januari 1557 (oude stijl, dus volgens onze tijdrekening 1558) blijkt het volgende: de wees was gerechtigd in twee gemeten leen onder de heerlijkheid van de Spiegele in Elversele in pacht van Jan Van Havenberghe voor 1 pond 12 schellingen per jaar. Ze bezat nog een bunder leen onder de heerlijkheid van Ter Vinckt op t Borchgraven belast met 12 schellingen herencijns en in pacht bij Jan Van Hecke voor 1 pond 18 schellingen. In gemeenschap met haar broeder Gillis bezat zij nog 200 roeden leen, het Cleyn Doorenstuc genaamd, en een halve hofstede verpacht aan Pauwel De Meester.(27)
3.3. DIERIK DE MALSCHE, zoon van Marten en van Lysbeth Van Heede, trouwde met Katerina Duffelare, dochter van Jan Duffelare uit Elversele en van Margriete Lauwereyns, dochter van Jan Lauwereyns uit de herberg De Ketel te Waasmunster en Katelijne Cammaerts, die in de hoofdcijns staat vermeld van 1452 tot 1482 (hoofdcijns St-Baafs Gent, parochie Lokeren § 10). Volgens deze cijns was Dierik De Malsche een visser die zich te Hamme vestigde. Alhoewel in de hoofdcijns geen kinderen werden ingeschreven, kennen we toch de namen van (enkele van) hun kinderen. a) ADRIAAN DE MALSCHE, die als zoon van Dierik op 19 april 1550 werd ingeschreven in de poortersboeken van Antwerpen, als groenvisverkoper komende van Hamme.(28) Hij was getrouwd met Katerina Scoemaker, dochter van Egidius uit Temse en van Cornelia Blocx (hoofdcijns St Michael Antwerpen - parochie Haasdonk § 1). Van deze kennen we één dochter: ELISABETH DE MALSCHE, geboren na 1560. Erg waarschijnlijk was er nog een tweede zoon: b) JAN DE MALSCHE, die bij zijn huwelijk eveneens te Hamme woonde. Hij trouwde met Francisca Van Wynacker, dochter van Karel, koster van Elversele, en van zijn echtgenote Lysbeth Durinck (hoofdcijns Sint-Pieters Gent parochie Sint-Pauwels § 20). Haar moeder Lysbeth Durinck overleed vóór 20 september 1532 en daar Francine (zo werd zij hier vermeld) toen nog minderjarig was - dus geboren na 1517 - moest er een staat van goed
27 28 24 25 26
Parochiaal Archief ter plaatse. Kerk en Armenrekeningen over die jaren. RABW, Temse nr. 511, f° 191. SA Gent, PK 1571 Elversele, zonder genummerde bladzijden. RABW, Waasmunster & Elversele nr. 34, f° 30. SA Antwerpen, Publicatie Poortersboeken van Antwerpen. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
373
32 29 30 31
374
ingediend worden bij de Schepenbank van Waasmunster en Elversele. Dit stuk laat ons toe een foutieve weergave van het cijnsboek recht te zetten. Volgens de gepubliceerde hoofdcijns hadden Jan De Malsche en Francisca Van Wynacker, twee kinderen, Kristiaan en Philip. Maar uit de successiestaat blijkt dat dit twee broers waren van Francisca Van Wynacker, waarvan de jongste geboren werd in 1532. Door de slordige inschrijving in de originele cijnslijsten heeft de kopiist zich waarschijnlijk vergist, en haar broers voor haar kinderen genomen.(29) Uit zelfde akte bleek dat haar vader een hofstede te Elversele bewoonde, groot van grond 25 roeden, uitgezonderd het omliggende land. Francisca moet voor haar man overleden zijn. Dit is niet zo verwonderlijk want vele vrouwen stierven in het kraambed. Wel staan er geen kinderen in de originele lijst van de hoofdcijns, maar het kind kan immers bij de geboorte gestorven zijn. Jan De Malsche ging een tweede huwelijk aan met Josine Steenaert, dochter van Pauwel en van Lysbeth Buels (uit de hoofdcijns Sint Baafs Gent in de parochie van Lokeren § 7). Zij was de weduwe van Jan De Jonghe. Uit dit tweede huwelijk werden geen kinderen geboren. Haar vader Pauwel Steenaert, zoon van Pieter, was in 1528 leenhouder van een volgleen van de graaf, groot 800 roeden, deel van 12 bunders onder het hoofdmanschap van Philip De Ruysscher, filius Philips. Hij was in dat jaar ook leenhouder van 2 gemeten onder de heerlijkheid van Tervarent in Elversele.(30) Hij overleed vóór 18 april 1541. Uit de op deze datum opgemaakte staat van goed, overgegeven door haar grootvader langs moederszijde Jan De Buel, bijgestaan door haar andere staande voogd Huygh Braem, bleek zij het enige kind te zijn. Van haar vader verwierf zij dan ook volgende bezittingen: een bunder leen nabij de hofstede van haar grootvader Pieter Steenaert. In deze hofstede was zij gerechtigd voor een vierde part. Zij erfde nog een gemet meers in Elverselebroek, waarvan de wederhelft toekwam aan haar moei Josine Steenaert, zuster van haar vader. Haar grootmoeder Katelijne Bisschop, weduwe van Pieter Steenaert, was hertrouwd met Jan Van Hoye en na haar overlijden had deze het vruchtgebruik op dit stuk. Samen met haar moei had zij een erfelijke rente van 6 groten op het goed van de kinderen van Lysbeth Van Puyenbroeck. Onverdeeld met haar moeder hield zij nog 2 gemeten schoofland in Elversele, schoofplichtig aan de heer van Sombeke, de kerk en de armen van Sint-Niklaas. In 1541 was haar moeder reeds hertrouwd met Jacob Van de Velde, en deze had zich verbonden haar tot de leeftijd van 15 jaar op te voeden. Haar moeder zou nog een derde huwelijk sluiten met Merten De Jonghe en deze leefde nog tot 1571.(31) Jan De Malsche was nog in leven in 1568, toen hij voogd werd van de kinderen van Christiaan Van Wynacker, zijn zwager, getrouwd met Margriete Van de Velde, dochter van Jacob en Lysbet De Buel.(32) Na zijn dood trouwde Josine een derde maal met Romaan Joos. Uit het huwelijk De Malsche - Steenaert werd één zoon geboren: JACOB, volgt onder 5.2
RABW, Waasmunster & Elversele nr. 34, f°7. FEUD, f° 255 & 263. RABW, Waasmunster & Elversele nr. 34, f° 6. RABW, Waasmunster & Elversele nr. 34, f° 52. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
4.1. JAN DE MALSCHE, zoon van Gillis en van Lysbeth Van Hiele, trouwde met Clara Wauman alias Verwauwen, die vóór mei 1555 overleden is, dochter van Symoen, geboren circa 1460, overleden te Elversele 1527/1528 en van Laura De Jonghe (hoofdcijns St-Gertrudis Nieuwkerken § 5).(33) Jan De Malsche was in 1552 weerbaar man in de parochie Elversele.(34) Hij is waarschijnlijk geboren tussen 1495 en 1510. Op 22 november 1554 zien we hem optreden als lid van de laatbank van de heerlijkheid Ter Vinckt, een leen van de Burggravij van Gent, gelegen in Elversele. In dezelfde hoedanigheid trad hij op 7 augustus 1556 nogmaals op. Op deze stukken vinden we zijn wapen of sibbeteken en ook zijn handtekening, getuigend van een vaste hand die gewoon was te schrijven.( 35) Het optreden als laatman includeert dat men ook een leen of leenerve heeft liggen onder deze leenbank. Inderdaad onder deze heerlijkheid had Jan een subtotaal van 4 gemeten liggen onder de heerlijkheid van Ter Vinckt. Na het overlijden van zijn vrouw, deed Jan De Malsche op 1 mei 1555 uitkoop van zijn wezen over de goederen die van zijn vrouw afkomstig waren. Dit gebeurde in bijzijn van de voogden, namelijk Adriaan Van Hecke, tweede man van Beatrice Wauman, zuster van Clara, en Steven Smet, die we in de verwantschap niet kunnen plaatsen. Als naaste ooms en vrienden waren nog aanwezig: Jan Wauman, broer van Clara, Philip Coolman, schoonbroeder getrouwd met Lysbette Wauman, en Gillys Keppens getrouwd met Katelijne Wauman, beiden zusters van Clara. Uit deze akte bleek dat Clara Wauman van haar ouders vier akkers geërfd had, samen circa 3½ gemeten. Met haar man kocht ze nog vier akkers, in het geheel 6 gemeten. De kinderen erfden van hun moeder een half bunder leen onder de heerlijkheid van Cauwerburg, ten gevolge van het hoofdleen van Beatrice De Kerf, dat men de Slanghe noemde. Bovendien hadden de kinderen nog recht op een gemet land, leen onder de Graaf op Elversele, en nog drie gewinnen erve. De voornoemde kinderen hadden nog een half gemet, de Beke genaamd, belast met 2 schellingen eeuwigdurende rente aan de kerk van Elversele, en een half vierendeel land sorterende onder de Graaf; een half gemet erve onder de heerlijkheid van Ter Vinckt belast met 3 groten herenrente per jaar; een gemet en een half vierendeel bunders erven onder de Graaf belast met herenrente en een vierendeel vaten evene (36) en Heilige Geestrente. Uit een conquest aangegaan tussen de voogden van de kinderen en de vader bleek ook nog de eigendom voor 4 gemeten leen, belast met herencijns en 2 zakken rogge aan de heer van
33
36 34 35
A. MARIS, Wauman in het Land van Waas, in: VS 1975 p. l -2; en RABW, Waasmunster & Elversele nr. 34, f° 34. SYMOEN WAUMAN als leenhouder van Cauwerburg, zegelde in 1527 zijn denombrement met het wapen: een uitgerukte palmboom (Wettige kamer van Vlaanderen nr. 6.443). C.P. SERRURE, Weerbare mannen in het Land van Waas. GA Kruibeke, deelgemeente Rupelmonde, Charters. Evene = goedkope haver, komt van het Latijn avene. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
375
Ter Vinckt. In zelfde conquest nog een vierendeel bunders meers belast met herencijns aan de heer van Sombeke. Ook kwamen de kinderen nog verscheidene renten toe o.m. 4 schellingen per jaar, de penning achttiende (37) ten nadele van Willem Van der Dict; een rente van 5 schellingen de penning zestiende op Machiel Maes, nog 4 schellingen de penning achttiende op een hofstede van zekere Corneel...? en een rente van 2 schellingen per jaar de penning 16de op Jan Van Landeghem zijn hofstede binnen de parochie Tielrode.(38) Jan De Malsche moet voor 2 maart 1562 overleden zijn, want op deze datum stelde Adriaan Van Hecke, over zichzelf en als voogd van de kinderen en wezen Jan De Malsche een gerechtelijke eis in tegen Paschier van Goethem, over de verkoop van hooi.(39) Deze kinderen waren: a) GILLIS DE MALSCHE. In de staat van goed van 1555 trad hij als meerderjarige zoon op samen met zijn vader, hij moet dus vóór 1530 geboren zijn. We weten niet of hij ooit trouwde. Wel weten we dat hij als zoon van Jan op 10 april 1585 volmacht gaf aan Daneel De Gruytere, procureur, om voor de wet van Temse in rechte op te treden tegen Christiaan Martijns.(40) Hij wordt in 1552 vermeld als weerbaar man in Waasmunster.(41) b) ELYSABETTE DE MALSCHE, die getrouwd was met Jan Van Kerckhove, en hierbij drie kinderen won: Huybrecht, Helena en Adriaan. c) FELIX DE MALSCHE, volgt onder 5.1. d) BEATRIX DE MALSCHE, overleden te Temse op 24 augustus 1627. Haar overlijden en afstamming werden op 16 november van hetzelfde jaar bevestigd door Joos Vercauteren, ontvanger van het hoofdcijnsboek.(42) Op 23 april 1625 verwierf ze bij calengiering 2 stukken land de Meerlaens nr. 331 en 332 van de figuratieve kaart over Anna Van Heusden, dochter van Jan en van Kateline Keppens.(43) Zij trouwde in een eerste huwelijk met Adriaan Stuer, waarvan twee dochters: Lysbette en Amelberga. Tussen 1569 en 1571 werd haar man vermeld met gronden op Cauwerburg, en de Eeckhoutdries. Hij overleed in 1572.(44) Zij hertrouwde met Robyn Buysschaert, waarbij zij Adriaan won. Vermoedelijk ging zij nog een derde huwelijk aan met Joos Keppens. Samen met haar derde man, de voogden van haar kinderen: haar broer Felix De Malsche, en Adriaan Van Hecke verkocht zij op 17 december 1580 een huis in het Vlietstraatje aan Jan Keppens.(45) e) ANDRIESINE DE MALSCHE, die trouwde met Petrus De Bruyne, waarbij ze Jan en Anna won.
37
40 38 39
41
45 42 43 44
376
Om de intrest te berekenen moet men 100:18 = 5,55 %. Zo kan men ook het geleende kapitaal berekenen of 4 schelling x 100:5,5 = 72 schelling 72 of 3 pond parisis en 12 schellingen. RABW, Waasmunster & Elversele nr. 34, f° 34. RABW, Temse nr. 511, f° 230. RABW, Temse nr. 512, p. 47v. Op 4 mei 1560 heest hij Paschier de Stoeldraaier 10 gulden over leveren van hooi (Temse nr. 511, f° lv). C.P. Serrure, De weerbare mannen van het Land van Waas 1552, bewerkt door H. Rottier, p. 107. RABW, dossiers de Bournonville nr. 26. RABW, Temse nr. 403, p. 163. AR, PK 1569 Temse, p. 78 & RABW, KA Temse nr. 12. RABW, Temse nr. 400, f° 58. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
f)
g)
JAN DE MALSCHE, die in het dorp van Temse een hofstede pachtte van de erfgenamen van Jan Rauwels, waarvoor hij in 1579 getaxeerd werd tot 2 pond 6 schellingen 8 groten.( 46) Op 27 november 1565 stelde hij een eis in tegen Pieter Van Damme, getrouwd met de weduwe Pieter Van Wayenbercht over 12 gulden die deze hem schuldig was uit een grotere som.(47) Hoogstwaarschijnlijk trouwde hij met AMELBERGA SMET, dochter van Jacob en Margriete Vernonnen, waaruit KATELINE DE MALSCHE geboren werd (hoofdcijns St-Amelberga Temse § 8 ). ADRIAAN DE MALSCHE trouwde op 30 mei 1585 met Elisabeth Beeckman te Temse. Getuigen bij dit huwelijk waren: Philip De Grave en Philip Eluwaerts. Hij woonde in 1584 in de Akkerstraat te Temse, zijn huis werd getaxeerd op 2 pond 9 schellingen.(48) In 1585 ging hij in de Kasteelstraat wonen, eigendom die hij zou nalaten aan zijn neef Michiel De Malsche. In hetzelfde jaar pachtte hij 2 gemeten land van de wezen Laureys Mertens, 1 gemet van de wezen Pieter Baeck en 1 gemet van de wezen Daneel Pauwels.(49) Op 31 januari 1584 deed Adriaan De Malsche klacht op de penningen berustend onder Jan Smet Steendonck, die toebehoorden aan Philip Van de Chasteele.(50)
4.2. GILLIS DE MALSCHE, zoon van Gillis en van Lysbeth Van Hiele, trouwde met Lysbette Van Herbruggen, dochter van Olivier en Lysbeth Geldolfs, uit Waasmunster Bavonis § 1. Hij overleed vóór 27 mei 1568; zijn vrouw was reeds vroeger overleden. De staat van goed, gedagtekend 27 mei 1568 werd ingediend door Jan Van Lare, zoon van Jan en van Driesine De Malsche, een groottante van Gillis De Malsche, en door Joos Schelfaut, gehuwd met Kathelijne Van Herbruggen, zuster van Lysebette. Hieruit blijkt dat de kinderen volgende bezittingen werden nagelaten: Een hofstede in Waasmunster groot 1 gemet erve, belast met 4 schellingen per jaar, en verpacht aan Adriaan Van Steenacker voor 6 jaar. Een bunder land in Sinaai in 2 akkers met vruchtgebruik van Lysbeth Brys. Een gemet erve in Elversele in pacht aan Bartolomeus Van Ettingen. De wezen van Gillis De Malsche de oude (hun grootvader) hielden hiervan de helft in vruchtgebruik. Een vierendeel bunders in Tielrodebroek, n. Lysbeth De Malsche, echtgenote Jan Smet, hun tante. Een half gemet meers in Elverselebroek. Bovendien hadden deze kinderen nog verscheidene renten staan op diverse eigendommen o.a. op de hofstede van Jan Steylaerts 5 schelling; op deze van Adriaan Wauman 15 schellingen; op Pieter Van Schoote, de helft in tocht aan Lysbeth Brys 4 schellingen, op Beatrice Rops 2 schellingen en op hun voogd Joos Schelfauts, een obligatie van 7 pond en 14 schellingen.(51)
48 49 50 46 47
51
RABW, Temse nr. 47 (landkohier 1.579). RABW, Temse nr. 510, f° 26. RABW, Temse nr. 510, f° 26. RABW, Temse nr. 47 (1584), f° 42; GA Temse nr. 099, f° 14v; RABW, Temse nr. 47, f° l77. RABW, Temse nr. 512, f° 9. Adriaan De Malsche had geld te goed van Philip van de Chasteele, hoofdbaljuw van Temse. Deze op zijn beurt had geld te goed van Jan Smet Steendonck, leenhouder van de heerlijkheid van Steendonck. Adriaan De Malsche liet hier beslag op leggen, zodat dit geld niet aan Philip de Chasteele mocht uitbetaald worden alvorens de schuld die hij tegenover Adriaan had, voldaan was. RABW, Waasmunster en Elversele nr. 34, f° 49. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
377
Daar verschillende van deze bezittingen in bijlevinge of vruchtgebruik waren gegeven aan Lysbeth Brys, vermoeden we dat hun vader een tweede huwelijk heeft aangegaan met deze vrouw. Volgens de hoofdcijns waren deze kinderen: a) ANNA DE MALSCHE. b) DIERIK DE MALSCHE. In 1571 verpachtte hij 1 gemet aan Bertelemeus Ver Ettinghen. Op 8 december 1585 kocht hij een hofstede te Waasmunster van Joos Boeykens die er zelf in woonde voor een som van 39 pond 10 schellingen groten. Op 17 mei 1599 bekende hij een schuld van 24 pond Vlaams aan Lieven Van Grembergen filius Laureys, poorter te Gent over het leveren van graan en betaalde een rente van 30 schellingen “de penning 16e” (=6,25 %° schuld bezet op zijn hofstede en boomgaard 250 roeden in het dorp van Waasmunster.(52) c) ANDRIESINE DE MALSCHE. Ze bezat in 1571 2 gemeten land en vóór 12 juni 1598 een stuk grond genaamd sClercx, leen onder de heerlijkheid van Cauwerburg voor deze datum verkocht aan Adriaan Wauman en vóór 1609 nog ¼ bunder overgelaten aan Gillis Van Bogaerde en echtgenote van Amelberga Van de Velde.(53)
5.1. FELIX DE MALSCHE, zoon van Jan en Clara Wauman was te Temse getrouwd met Clemencia Verstraeten, dochter van Jan en van Josine Verstraeten (uit de hoofdcijns van Sint-Bernardus in de parochie van Melsele § 3). Felix De Malsche werd vermoedelijk geboren tussen 1531 en 1540. Op 10 januari 1576 verkocht hij een half bunder te Elversele aan Philips Verdickt voor 43 pond, 10 schellingen groten.(54) In 1578 moest hij met wagen en paard de kok van de prins naar Dendermonde brengen. Met de prins wordt hier vermoedelijk bedoeld Willem van Oranje, bijgenaamd de Zwijger. Temse was toen in de macht van de Geuzenlegers en de kerk werd bediend door de protestantse dominee Gillis Coustaert. Trouwens deze prins was toen met zijn troepen in Temse geweest.(55) Clemencia Verstraeten overleed vóór 14 juni 1581, want op die dag verkocht Pieter De Witte een vierendeel bunder land voor 18 pond aan de wezen van Felix De Malsche uit Clemencia Verstraeten.(56) Felix De Malsche overleed in 1584. In dat jaar wordt hij nog vermeld in het landboek; in het landboek van 1585 worden zijn wezen vermeld. Op 6 november 1584, toen zijn broer Adriaan De Malsche de eed aflegde, samen met Jacob Stuer als staande voogden van de wezen, was hij zeker al overleden. Deelvoogd was Gillis Smet Joos.(57) Vermoedelijk in 1577 vestigde hij zich in Temse want op 3 december vermangelt hij een eigendom van ½ bunder in Elversele tegen een ½ bunder in Temse met Beatrys Van Polfliet bijgestaan door haar man Joos De Jonghe. In 1579 blijkt uit het landboek dat hij zich op een hofstede heeft gevestigd op het Schauselhoek
54 55 52 53
56 57
378
PK 1971, p. 13v 14; RABW, Waasmunster en Elversele nr. 64, p. 101 en nr. 65, p. 45v. PK 1971, p. 11v; RABW, Temse nr. 513, p. 58v; AR, PK 45.293 p. 106v. RABW, Waasmunster Elversele nr. 64, p. 26v. RABW, Temse nr. 67, F. DE POTTER & J. BROUCKAERT, Temse pag. 105-,106, Cronyck de Castro; WA nr. X, p. 193/200 & J. SMET, Van Vrijheid tot Heerlijkheid, Jaarboek Gemeentemuseum Temse, 1981. RABW, Temse nr. 401, f° 4v. RABW, Temse nr. 512, 183, 183v, 186 & RABW, Temse nr. 47, -jaar 1984, f° 305v, 330v, jaar 1585 f° 25l. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
in Temse, groot 1 gemet met nog 400 roeden land en nog ¼ bunder. In 1581 wordt hij te Temse vermeld met een hofstede van 320 roeden in het oosteinde van de gemeente. In 1584 blijkt deze hofstede te liggen in het Schauselhoek en bezat hij nog 400 roeden land en nog een vierendeel bunder aan de Vierstraat. Op 12 mei 1587 verkochten Jan De Vos als voogd van de kinderen en Joos Keppens Jans als naastbestaanden 1 gemet gelegen noord van de Broekstraat aan Jan Van Wauwe voordeel van Margriet Van Abeele.(58) Volgens de hoofdcijns was er maar één zoon ingeschreven namelijk Jan, die vermoedelijk de oudste was. Maar in al de archivalia spreekt men van de wezen in het meervoud. We proberen hier zoveel mogelijk deze kinderen verantwoord weer te geven: a) JAN DE MALSCHE, ingeschreven in de hoofdcijns; volgt onder 6.1. b) MICHIEL DE MALSCHE, geboren na 1562. Wordt niet in de hoofdcijns vermeld, doch erfde van Adriaan Verstraten de broer van zijn moeder. Hij oefende het beroep van leerlooier en schoenmaker uit. Samen met Michiel Kesteloot baatte hij een leerlooierij uit, gelegen ten zuiden van de Kasteelstraat aan de Vliet, west van het Oude Begijnhof. We lezen in de armenligger van 1610: Michiel de Malsche en Michiel Kesteloot 1 pond 1 sch. rente op de erve metter vetterye by haerlieden voorseyt gheleghen in de rechtestraete aen den bagheynhof.(59) Hij was kerkmeester in Temse van 1606 tot 1607. Hij trouwde te Temse op 17 augustus 1600 met Johanna Berthouts, dochter van Jan en Margriete Keppens (hoofdcijns Sint-Gertrudis en Waltrudis Nieuwkerken § 5). Samen met zijn echtgenote woonde hij aan de Hoogpoort, de huidige Markt, in de afspanning De Haan op de hoek van de Kasteelstraat, waar nu de herberg De Gulden Cop zich bevindt. De eigendom staat aangeven op nr. 60 van de figuratieve kaart van het dorp. Deze eigendom had hij geërfd van zijn oom Adriaan Verstraeten.(60) Uit hoofde van zijn vrouw bezat hij nog een huis met een boomgaard, gelegen in het Vuylstraetje, de huidige Scheldestraat. Zijn vrouw had deze eigendom van haar ouders geërfd. De eigendom lag op het dorpsnummer 154.(61) Hij overleed kinderloos in 1615. Vermits hij niet in de cijns van zijn moeder terug te vinden was, en er dus geen hoofdcijnsbrief of doods attest kon voorgelegd worden, werd hij door de hoofdbaljuw van Temse aangeslagen voor het beste cateyl. Dit was een zwarte mantel die voor 2 pond groten verkocht werd.(62)
58
61 62 59 60
RABW, Temse nr. 400, f° 36v. nr. 41 p. 43v; RABW, Temse nr. 47, f° 90, nr. 401, p. 40v-41r, en Land van Waas Temse nr. 3.019, p. 52. GA Temse nr. 484 f° 43v 68. GA Temse nr. 482, f° l5v & 484, f°13; RABW KA Temse nr.354, f° 1. GA Temse nr. 482, f°6v. & 484, f° 6. De heer van Temse had het recht het beste hoofd of het beste cateyl te vorderen wanneer iemand overleed die niet kon bewijzen dat hij vrij geboren werd. Het beste hoofd bestond uit een dier, een paard of rund, het beste cateyl, was een zaak, een meubelstuk, een kledingsstuk of iets dergelijks. De erfgenamen hebben zich kennelijk niet tegen deze vordering verzet hoewel zij konden bewijzen dat de moeder van Michiel De Malsche vrij geboren was. Men heeft het blijkbaar niet de moeite waard gevonden om hierop te reageren; het kwam wel meer dat volgende kinderen niet in de hoofdcijns werden genoteerd. Men kon hierover dan ook geen doodsattest verkrijgen (RABW, dossiers de Bournonville nr. 16). Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
379
c)
Zijn weduwe hertrouwde op 16 september 1616 met Roeland Tack, zoon van Mathys en van Katelijne Keppens (hoofdcijns St-Baafs Gent parochie Haasdonk § 16). Deze was schepen van Temse tussen 1624 en 1628. Joanna Berthouts overleed te Temse vóór 9 september 1632 en haar tweede man hertrouwde in 1637 met Elisabeth Van Hecke en overleed te Temse op 28 augustus 1641. CECILIA DE MALSCHE, eveneens niet vermeld in de hoofdcijns, die op 28 juli 1608 trouwde met Willem De Witte. Getuigen bij dit huwelijk waren Adriaan De Witte en Joos Van Kerckhoven, familielid van Cecilla De Malsche langs haar tante Elisabeth De Malsche zuster van haar vader.
5.2. JACOB DE MALSCHE, zoon van Jan De Malsche en van Josine Steenaert, werd vermoedelijk rond 1560 geboren. In 1602 en 1603 was hij kerkmeester van Elversele.(63) In 1609 staat hij bekend als eigenaar van een stuk grond, groot 1 gemet en 65 roeden, gelegen te Elversele, voortkomend van zijn moeder, die in 1566 de helft bij successie en de helft door aankoop verwierf van Jan Van Bogaerde filius Pieter.(64) Vermoedelijk was hij dezelfde persoon die getrouwd was met Livina Clais, die op 26 december 1592 een kind ter wereld bracht met de naam Anna De Malsche, en waarvan doopheffers waren: Petrus De Smet en een zekere Anna. Vermoedelijk waren er uit dit huwelijk volgende kinderen: a) JOANNES DE MALSCHE, getrouwd te Elversele op 2 oktober 1614 met Magdalena Van Vlierberghe. b) JOSYNE DE MALSCHE, vermoedelijk naar haar grootmoeder Josyne Steenaert geheten, te Tielrode overleden vóór 8 februari 1659.( 65) Zij trouwde een eerste maal te Elversele op 4 oktober 1611 met ADRIAAN WEEMAES. In 1615 was de vrouw van Joannes De Malsche, Magdalena Van Vlierberghe, doopheffer van een kind. In 1617 was een Gillis Clais (zie boven Livina Clais) peter van een ander kind. In 1621 was Tanneke of Anna De Malsche doopheffer van een derde kind. In 1640 was Josyne De Malsche zelf meter van haar kleinkind. Zij hertrouwde te Tielrode op 30 september 1627 met MICHAEL KELMUS alias KELLEMANS, die vóór 2 oktober 1655 te Tielrode overleed. Hij was smid van stiel. Uit dit huwelijk werden te Tielrode nog vijf kinderen geboren.(66) c) TANNEKE of ANNA DE MALSCHE, die op 26 april 1622 trouwde met Philip Verdickt, is zeer vermoedelijk dezelfde die in 1592 geboren werd. Bij de geboorte van haar kind Guilliam Verdickt op 18 juli 1624 was een Beatrix De Malsche doopheffer. Zij hertrouwde te Elversele op 9 februari 1627 met Pauwel Moerloos, en haar kind Judoca Moerloos, die te Hamme op 17 april 1630 geboren werd, had als doopheffer haar zuster Josyne De Malsche. Zij overleed te Elversele op 24 september 1630. d) JOOS DE MALSCHE, die op 23 januari 1622 te Elversele trouwde met Lauryntje Brys. Uit dit huwelijk kennen we:
66 63 64 65
380
Parochiearchief ter plaatse. AR, Rekenkamer nr. 45.293, f° 106v. RABW, Tielrode nr. 100, f°284. RABW, Tielrode nr. 100, f° 241. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
JACQUES DE MALSCHE, geboren te Elversele, op 11 december 1622, met als doopheffers Jacques Van Driessche, die ook doopheffer was bij een kind van Josyne De Malsche, en Amelken Peersman. Volgt onder 7.5. Uit een liefdesverhouding van Joos De Malsche met Maytjen Huygens, werd JOANNA DE MALSCHE op 2 juni 1626 te EIversele geboren. Hier waren de doopheffers: Adriaan Weemaes, eerste man van Josyne De Malsche en Joanna Brys. Joanna De Malsche trad op 19 september 1656 op als doopheffer bij Barbara De Malsche, dochter van haar halfbroeder Jacques De Malsche.(67)
6.1. JAN DE MALSCHE, zoon van Felix en van Clementia Verstraeten, moet circa 1570 geboren zijn. Hij overleed te Temse op 29 december 1653. Hij trouwde te Temse op 11 februari 1597 met Laurentia Van Nieuwenhuyse, dochter van Hendrik en van Amelberga Smet (hoofdcijns St-Baafs Gent, Bazel. §2). Getuigen bij dit huwelijk waren zijn oom Joos Verstraeten, en Joos Keppens, die getrouwd was met Beatrice De Malsche, tante van Jan. Laurentia Van Nieuwenhuys, werd circa 1572 te Temse geboren en overleed er op 14 september 1662, negentig jaar oud. Haar vader Hendrik Van Nieuwenhuyse was schepen van Temse van 1581 tot 1592 en schepen van het Schauselbroek van 1582 tot 1598. Hij overleed in dat jaar ten gevolge van de toen heersende pest.(68) Jan de Malsche zal de geschiedenis ingaan als de eerst vermelde burgemeester van Temse. Hij begon zijn ambtelijke loopbaan in 1602 als schepen van de heerlijkheid Temse. Hij zetelde in de schepenbank tot 1652, een uniek jubileum. In 1615, 1616, van mei 1620 tot mei 1624, van mei 1637 tot 1645, en van mei 1645 tot augustus 1651 was hij burgemeester, of voorzitter van de schepenbank.(69) Jans loopbaan beperkte zich niet tot dit ambt. In 1608 werd hij schepen van het Schauselbroek en na het overlijden van Pieter Gheensins in augustus van dat jaar, werd hij ontvanger - griffier van dit broek, tot 1621. Schepen van dit broek zou hij blijven tot zijn overlijden. In 1596 werd Jan griffier van de heerlijkheid van Cauwerburg, een grote heerlijkheid in Temse, met enclaves in verschillende parochies van het Land van Waas, in totaal méér dan 300 bunders groot. Hij bleef in dit ambt tot 5 november 1653.(70) Hij trad op als baljuw van verscheidene kleine heerlijkheden in Temse, o.a. van Vierstraten van 1627 tot 1631, van Steendonck van 1612 tot 1626, van Barbara Buytaert van 1617 tot 1623.(71) Jan De Malsche pachtte ook enkele ambten. Zo was hij in 1627 en 1628 pachter van de gemeentepointingen, en van 1611 tot 1625 van de afdreft.(72)
67
68
69 70
71 72
Gegevens geput uit F. VERBERCKMOES, Alfabetisch Repertorium van de families te Elversele van 1607 tot 1930, uitgave in eigen beheer, 1984 en P. BLATON, Alfabetisch Repertorium van de families te Tielrode 1572-1830. GA Temse nr. 503. Hendrik Van Nieuwenhuys hertrouwde met Catharina Van Leyenborch te Temse op 21 mei 1586. Zij was meter in 1597 van het eerste kind van Jan De Malsche en Laurentia Van Nieuwenhuyse. J. SMET, 1974. J. SMET, De Geschiedenis van de heerlijkheid van Cauwerburg, in: Jaarboek Gemeentemuseum Temse 1995. J. SMET, 1988. Afdreft = de inschrijving van personen, die land gebruikten op Temse, maar in een andere parochie woonachtig waren. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
381
Van 1628 tot 1632 en van 1634 tot 1639 was hij ontvanger van de Krieckwaghe en dienvolgens eveneens pachter van dit gemeenterecht.(73) Jan zetelde ook als leenman in de leenbank van Steenbrugge, een grote heerlijkheid op Temse en aldus vermeld van 1611 tot 1623, en in deze van de Royere van 1629 tot 1640.(74) Dit houdt in dat hij in bezit moest zijn van lenen schatplichtig onder deze heerlijkheden. Hij zetelde eveneens in de leenbank van Cauwerburg, vermeld in 1627. Hier kennen we hem als leenhouder van een leen van 7 gemeten, deel uitmakend van een groter geheel van 18 bunders, genaamd De Winninghe waarvan hij hoofdman was. Dit leen strekte zich uit tussen de Hoogkamerstraat en de Laagstraat.(75) Jan De Malsche was landbouwer en zijn hoeve lag op het nummer 280 van de figuratieve kaart, rechts van de Laagstraat, vroeger en nu nog op het gedeelte van Sint-Niklaas, Laarstraat genoemd. In 1625 was zijn eigendom aldus gemarkeerd: zijn hofstede 2½ gemeten - 1 gemet achter zijn hofstede en nog een ½ gemet in de nabijheid, met nog een vierde bunder. In deze wijk, Eeckhoutdries genaamd, lag nog een vierendeel bunders. Bovendien bezat hij nog vier stukken land in de Winningen, samen 7½ gemeten. Daarbij nog een vierendeel en nog een gemet. Hij had eveneens nog het 6de part in 5 gemeten land in de Laagstraat, gelegen in drie stukken, en het 6de part in een stuk land op Cauwerburg aan de hofstede van Jacus Stuer, groot 500 roeden. Daarbij pachtte hij nog 11 gemeten en 280 roeden. Zijn eigendom was op de figuratieve kaart te vinden op de nrs. 280, hofstede 265 r.- nr. 176 een boomgaard 105 roeden - en de nrs. 256, 257, 258, 259, 262, 277, 988, 1370, leen in de Elsstraat, en nrs. 2755 en 197.(76) Lauryne Van Nieuwenhuyse had van haar ouders ook verschillende eigendommen geërfd. Haar moeder Amelberga Smet, behorende tot de familie Smet - Dries, een tak waarvan een afstammingslijst bestaat tot in de 15de eeuw, was voor haar vader overleden en liet het vruchtgebruik van een hofstede aan De Velde aan haar echtgenoot Hendrik Van Nieuwenhuyse. In 1598 verkreeg zij deze eigendom, dat het ouderlijk huis van haar grootouders langs moederzijde was. Zo erfde zij eveneens een gemet land in de Elsstraat, gekend op de figuratieve kaart onder nr. 1370 en als leen gekend onder de heerlijkheid van Tergauwen. Op 17 maart 1598 zou zij het verkopen aan Jan Smet Dries, Niklaaszoon voor 24 pond groten.(77) Jan De Malsche had zijn hofstede verkregen door erfenis over zijn grootmoeder langs moederszijde, Josine Verstraeten, uit hoofde van haar vader Glllis Verstraeten zoon van Nicasius.(78) Deze familie droeg dan ook de bijnaam Verstraeten alias Caes.(79) Nabij deze hoeve werd door het gemeentebestuur van Temse een nieuwe straat getrokken en als erkentelijkheid aan de eerste burgemeester kreeg deze de benaming: Jan De Malschelaan.(80)
73
74
78 79 80 75
76 77
382
De gemeenterechten werden regelmatig verpacht aan de meest biedende, die hiervoor een borg moest stellen. Een man van leen was iemand die als rechter zetelende in een leenbank die kennis nam van feiten in verband met lenen, en hierover uitspraak deden. De volglenen van de heerlijkheid van Cauwerburg in het Land van Waas ALVW nr. 103 p. 88/96 RABW, Temse nr. 48 (fragmenten van landboeken). RABW, Temse nr. 401, f° 77. GA Temse nr. 482, f° 58. J. SMET, Genealogisch Repertorium Temse 1166-1620. Gemeenteraadsbeslissing Temse 1.12.1980. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
De kinderen volgens de hoofdcijns en de parochieregisters waren: a) CATHARINA DE MALSCHE, geboren te Temse op 17 oktober 1597. Haar doopheffers waren: Joannes Smet Adriaens familie langs vaderszijde, en Catharina Van Leysenborch, tweede vrouw van Hendrik Van Nieuwenhuyse, en dus stiefmoeder van Laurentia. b) AMELBERGA DE MALSCHE, geboren te Temse 30 november 1598; doopheffers: Philip Wauman, getrouwd met Margriet Smet, tante van Laurentia, en Amelberga Buytaert, familielid langs Jan De Malsche. Zij overleed te Temse in de Bilstraat (huidige Beeldstraat) op 7 juni 1675, en werd begraven bij haar ouders in het Sint-Amelbergakoor. Zij huwde te Temse, op 27 juli 1619 met Adriaan Van Mieghem, zoon van Adriaan en Livina Buytaert waarbij zij volgens de hoofdcijns vier kinderen, maar volgens het Genealogisch Repertorium van Paul Blaton 10 kinderen kreeg. Haar man overleed te Temse op 1 maart 1661. Amelberga hertrouwde te Temse op 14 januari 1662 met Paschasius Van Laere, zoon van Niklaas en Elisabeth Brys. c) JOOS DE MALSCHE, geboren te Temse op 1 maart 1599. Doopheffers: Joos Verstraeten Jans, grootoom langs vaderszijde, en Catharina Van Voorde. Volgt onder 7.1. d) JAN DE MALSCHE, geboren te Temse op 17 oktober 1600. Doopheffers: Jan Cosyns, schepen van Temse en Beatrix De Malsche, groottante langs vaderszijde. Volgt onder 7.2. e) RYCKAERT DE MALSCHE, geboren te Temse 28 februari 1605. Doopheffers: Richard Moenins, hoofdbaljuw van Temse en Margareta Van Wauwe, echtgenote Joos Verstraeten Adriaens, schepen van Temse. Volgt onder 7.3. f) ADRIAEN DE MALSCHE, geboren te Temse 30 januari 1607 Doopheffers: Adriaan Verstraten, grootoom langs vaderszijde, en Clementina Verstraeten. Hij overleed ongehuwd te Temse op 10 september 1638. g) ANNA DE MALSCHE, geboren te Temse 5 december 1609 Doopheffers: Michiel Cosyns en Catharina Buytaerts. h) THOMAS DE MALSCHE, niet vermeld in de doopregisters doch wel in de hoofdcijns, vermoedelijk geboren in 1616. Volgt onder 7.4. 7.1. JOOS DE MALSCHE, zoon van Jan en van Laurentia Van Nieuwenhuyse, overleed te Temse op 19 juni 1649, 50 jaar oud. Vermoedelijk trouwde hij te Temse omstreeks 1626 (de huwelijksakten tussen 1619 en 1634 bestaan niet meer) met Catelijne Duerinck, geboren Temse 26 december 1607, overleden te Temse 21 oktober 1661, dochter van Gillis en van Josyne Stuer (hoofdcijns Sint Amelberga Temse § 4). Joos De Malsche werd in 1644 en 1649 vermeld als leenman van de heerlijkheid van Cauwerburg. Bij zijn huwelijk had hij van zijn ouders een akker gekregen in de Winningen.(81) Zijn hofstede, groot 136 roeden, lag eveneens op de heerlijkheid van Cauwerburg, op de figuratieve kaart aangeduid onder nummer 221. De hoeve lag in de Smesstraat in het gedeelte dat de Grote Smestraat verbond met de grens van Tielrode, ten zuiden praktisch op de hoek van deze straat. Deze hoeve werd na het overlijden van de ouders eigendom van de dochter Amelberga, die met Gielielmus de Sieur trouwde.
81
GA Temse nr. 434, f° 6v. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
383
In 1645 bezat Joos De Malsche buiten deze hoeve nog 3 gemeten in eigendom en pachtte hij nog 4 gemeten.(82) Daar Joos voor zijn ouders overleed heeft hij van hen niet geërfd. Bij genachte(83) van 7 juli 1649 werden zijn broer Jan De Malsche en Joos Duerinck aangeduid als staande voogden, en zijn andere broer Ryckaert De Malsche en Merten Smet, die met een zuster van Katelijne was getrouwd, als deelvoogden van de achtergebleven wezen. Op 18 juli 1649, in akkoord met de voorgaande voogden en Jan De Malsche, grootvader van de wezen, nam Catelijne Duerinck de verantwoordelijkheid op zich om voor de kinderen te zorgen tot hun 18 jaar, Als compensatie mocht zij de eigendom behouden. Zij moest echter aan de nog levende kinderen ieder 5 pond en 10 schellingen uitbetalen.(84) De kinderen volgens de parochieregisters waren: a) JAN DE MALSCHE, geboren Temse op 7 maart 1627. b) GILLIS DE MALSCHE, geboren Temse op 25 november 1629, vermoedelijk overleden in 1633. c) JOOS DE MALSCHE, geboren te Temse 27 februari 1633, volgt onder 8.1. d) ELISABETH DE MALSCHE, geboren Temse 16 september 1635 getrouwd te Temse op 8 november 1659 met Gillis D'hondt. e) ADRIAAN DE MALSCHE, geboren te Temse op 10 december 1637, overleden te Temse op 11 juni 1666, amper 24 jaar en begraven in het koor van de kerk. f) JUDOCA DE MALSCHE, geboren te Temse op 31 december 1640, overleden te Temse op 23 augustus 1700, op 29 september 1663 te Temse getrouwd met Jan Verstraeten. g) AMELBERGA DE MALSCHE, geboren te Temse op 10 februari 1644, overleden te Temse, op 12 juni 1676, 32 jaar oud, getrouwd te Temse op 24 augustus 1670 met Gillis De Jonghe. De echtgenoten woonden op Cauwerburg. h) MAGDALENA DE MALSCHE, geboren te Temse 13 juli 1647, overleden te Temse op 24 juli 1688 en begraven in het koor; getrouwd te Temse 7 april 1667 met Guilielmus De Sieur. Zij erfde de hofstede, in de Smesstraat op Cauwerburg.
7.2. JAN DE MALSCHE, zoon van Jan en Laurentia Van Nieuwenhuyse, overleden te Temse op 2 november 1669, aan de pest, toen woonachtig in de Laagstraat, was te Temse op ongekende datum getrouwd met Katelijne Smet geboren te Temse, op 15 augustus 1608, overleden te Temse op 10 november 1671. Zij was een dochter van Jan Smet filius Frans Coorens en van Maria Van Remoortere. Dit huwelijk had vermoedelijk te Temse plaats in 1628 maar om dezelfde reden als zijn broer is er geen huwelijksakte. Jan De Malsche de jonge volgde in 1652 zijn vader op als griffier van de heerlijkheid Cauwerburg en bleef in bediening tot 1661. In 1641 was hij kerkmeester en in 1556 armenmeester.
82 83
84
384
GA Temse. nr. 217. Genachte = Middelnederlands voor gerechtsdag die gehouden werd door de mannen van een leenbank. GA Temse. nr. 434, f° 121. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
Jan en Katelijne pachtten de hofstede nr. 282, eigendom van zijn schoon vader, niet ver van zijn vaders hoeve gelegen in de Laarstraat. Volgende akkers aangeduid op de figuratieve kaart waren zijn eigendom: nrs. 310 - 284 285 - 259.(85) Na het overlijden van zijn vader ging hij op het nummer 280 wonen, waarvan hij gedeeltelijk eigenaar was en verpachtte zijn hoeve. Bij het overlijden van zijn vader had hij een gedeelte van deze hoeve geërfd, bij het overlijden van zijn moeder werd hem de ganse hoeve toegewezen. Hij kreeg ook nog 1 gemet en 57 roeden in Tielrodebroek. De kinderen volgens de parochieregisters: a) DANIEL DE MALSCHE, geboren te Temse op 14 januari 1629 vermoedelijk jong gestorven. b) JOOS DE MALSCHE, geboren 30 maart 1631. c) JOANNES DE MALSCHE, geboren te Temse op 15 oktober 1633, volgt onder 8.2. 7.3. RICHARD DE MALSCHE, zoon van Jan en Laurentia Van Nieuwenhuyse, overleden te Temse op 18 mei 1676 en begraven in het O.L.Vrouwkoor, trouwde te Temse op 10 januari 1637 met Margareta Volckerick, geboren te Temse op 10 oktober 1610, overleden te Temse op 13 mei 1676, dochter van Pieter en Anna Van Royen. In 1648 was hij kerkmeester, in 1656 armenmeester en van 1652 tot 1673 was hij leenman van de heerlijkheid Cauwerburg. Hij zetelde eveneens in de leenbank van de heerlijkheid van de Royere van 1655 tot 1671, wat ons doet besluiten dat hij onder deze heerlijkheid eveneens een leen liggen had. Zijn hofstede, verworven van Pieter Buytaert, lag eveneens in de Laagstraat. We vinden haar op het figuratieve nummer 303: “hofstede 95 roeden en de boomgaard op nummer 304 105 roeden”. Later zou hij deze verpachten aan zijn broer Thomas De Malsche. Deze hoeve lag op de oostzijde van de straat, iets voorbij de hoeve van zijn ouders en de hoeve van zijn broer Jan De Malsche de jonge.(86) In 1645 bezat hij 4 gemeten eigendom op Temse en nog 300 roeden op Cauwerburg. Hij pachtte nog ongeveer 3 gemeten. Bovendien verhuurde hij nog 6 gemeten die hij zelf niet gebruikte.(87) Uit dit huwelijk werden twee dochters geboren die echter beiden op jonge leeftijd stierven. a) TOMASINE DE MALSCHE, geboren te Temse 22 december 1637, geheten naar haar peter Thomas De Malsche, broer van haar vader. Zij overleed te Temse op 1 januari 1638. b) LAURENTIA DE MALSCHE, geboren Temse op 3 oktober 1639, geheten naar haar meter en grootmoeder Laurentia Van Nieuwenhuyse. Zij overleed te Temse 28 oktober 1639, 25 dagen jong. 7.4. THOMAS DE MALSCHE, zoon van Jan en Laurentia Van Nieuwenhuyse, werd omstreeks 1616 geboren. Zo blijkt uit het hoofdcijnsboek.Van hem is geen geboorteakte teruggevonden. Hij overleed op 27 september 1676 te Temse in de 87 85 86
RABW, Temse nr. 54, f° 66. GA Temse nr. 97, f° 32, 33, 61. GA Temse nr. 217. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
385
Laagstraat, en was toen 60 jaar. Hij trouwde te Temse op 23 februari 1664 met Catharina Van Remoortere, geboren te Temse op 18 augustus 1630, overleden te Temse op 29 september 1676, amper twee dagen na haar man. Zij was de dochter van Joos en van Catelijne Van Hoey. In 1657 bezat Thomas 4 gemeten land in eigendom, en pachtte nog 4 gemeten op Temse en 3 gemeten op Cauwerburg. In dat jaar pachtte hij eveneens een hoeve met een grootte van 271 roeden. Vóór 1670 pachtte hij de hoeve, op de figuratieve kaart gekend onder nummer 303, groot 95 roeden in de Laagstraat, eigendom van zijn broer Richard De Malsche.(88) De kinderen volgens de doopregisters: a) MARIE ANNE DE MALSCHE, geboren te Temse op 17 januari 1665, overleden te Temse 7 oktober 1676, 11 jaar. b) THOMAS DE MALSCHE, geboren te Temse op 27 maart 1670. c) RICHARDUS DE MALSCHE, geboren circa 1668 (er is geen geboorteakte terug te vinden) overleden te Temse 8 oktober 1676, amper 8 jaar oud.(89) 7.5. JACQUES DE MALSCHE, zoon van Joos en Laurynke Brys, overleed te Temse op 26 december 1688 in de Heistraat. Vermoedelijk was dit overlijden toevallig, vermits hij in Tielrode woonachtig was. Mogelijk was dit op het nummer 1515, eerst eigendom van zijn schoonvader, en sedert 1680 toebehorende aan zijn zwager Jan Soetinck. Hij was getrouwd met Magdalena Soetinck alias Soetens, geboren te Temse op 25 januari 1618, overleden te Tielrode op 27 oktober 1676, dochter van Jacques en van Mergriete Van Meirvenne (hoofdcijns Sint Amelberga Temse § 4). De kinderen volgens de hoofdcijns en de parochieregisters: a) MARGRITE DE MALSCHE, geboren Temse op 11 november 1650. Doopheffers: Michiel Kellemus, grootoom, getrouwd met Josyne De Malsche, filia Jacob, en Margriete Van Meirvenne, grootmoeder langs moederzijde. Zij trouwde eerste te Temse op 22 november 1672 met Thomas Van Wauwe, overleden te Temse op 30 september 1676, 35 jaar oud, hertrouwde met Jan Van Wauwe, waarvan in 1687 Gillis Van Wauwe werd geboren. b) JOOS DE MALSCHE, geboren te Tielrode op 18 juli 1652. Doopheffers: Adriaan Van Meirvenne, grootoom langs moederszijde en Elisabeth Smet. Volgt onder 8.3. c) JAN DE MALSCHE, geboren te Tielrode op 27 oktober 1653. Doopheffers: Jan Brys en Antonia Soetinck, tante. d) JUDOCA DE MALSCHE, geboren te Tielrode op 19 april 1655 en waarschijnlijk jong gestorven. Zij staat niet in de hoofdcijns van de moeder vermeld.
88 89
386
GA Temse nr. 97, f° 32. In die tijd heerste te Temse de pest, die meer dan één tiende van de bevolking weghaalde (431 personen) (F. DE POTTER & J. BROUCKAERT, Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, derde reeks, arrondissment St.-Nicolas, Temse, p. 110, Gent 1877. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
e)
BARBARA DE MALSCHE, geboren te Tielrode, op 19 september 1656. Doopheffers: Jan Soetinck, oom langs moederszijde, en Joanna De Malsche, halfzuster van haar vader. Zij overleed te Temse op 25 September 1727. Zij trouwde te Temse op 5 september 1684 met Joannes Van Wauwe. Zij woonden in de Heistraat op de hoeve De Smesse waarvan zij samen met de weduwe van Jan Soetinck mede-eigenaars waren. In 1686 waren zij reeds in het bezit van het hofland.(90)
8.1. JOOS DE MALSCHE, zoon van Joos en van Catharina Duerinck overleed te Rupelmonde op 14 augustus 1706. Hij was er op 25 maart 1654 getrouwd met Joanna Van Geyt, geboren te Rupelmonde op 4 maart 1632, dochter van Pieter en van Catelijne Van Royen. Zij overleed te Temse op 5 november 1708, 77 jaar oud. Haar moeder Catelijne Van Royen, dochter van Gillis Van Royen Pieters, erfde van haar vader het grote leen van 17 bunders, hoofdleen onder de Royere, en bekend onder de naam Alsenberch.(91) Joos De Malsche werd uit hoofde van zijn vrouw en haar familie tussen 1672 en 1674 betrokken in een gerechtszaak in verband met erfeniszaken, ingesteld door de weduwe en erfgenamen van Geeraert Pattheet.(92) In 1687 woonde Joos De Malsche in de Laagstraat op het nummer 280 van de figuratieve kaart, de oude hoeve van zijn grootvader Jan De Malsche. Circa 1690 verpachtte hij deze aan zijn zoon Gillis.(93) We zien hem optreden als schepen van Temse in 1674, 1675, 1681, 1683 en 1684. Zijn eigendommen lagen verspreid, volgens de figuratieve kaart op de nrs. 169, 186, 194, 198/200, 208, 280, 282, 283, 286, 287, 302, 468. Zijn kinderen volgens de parochieregisters: a) MARIA DE MALSCHE, geboren te Temse op 18 januari 1655. Zij overleed ongehuwd en maar 30 jaar oud op 15 juni 1685 in de Laarstraat en werd in het koor van de kerk van Temse begraven. b) KATHELINE DE MALSCHE, geboren te Temse op 22 september 1656, overleden te Temse, 1 oktober 1706. Op 9 oktober 1677 trouwde zij te Temse met Jan Aertssens, overleden te Temse op 23 juni 1690. Zij hertrouwde te Temse op 21 oktober 1690 met Michiel Van De Vyver, overleden te Temse op 16 december 1708. c) JOANNA DE MALSCHE, geboren te Temse op 26 maart 1658, overleden te Temse op 27 januari 1700. Zij trouwde te Temse op 3 juni 1687 met Antony Brys, overleden te Temse op 19 juli 1730. Zij woonden in de Laarstraat op het nummer 282 van de figuratieve kaart.(94) d) GILLIS DE MALSCHE, geboren te Temse op 15 januari 1660, volgt onder 9.1.
92 93 94 90 91
GA Temse nr. 97, f° 67v. J. SMET, Jaarboek gemeentemuseum Temse, 1988. H. COPPEJANS-DESMEDT, Inventaris.Oud Archief Rupelmonde, nr. 909, p. 89. GA Temse nr. 97, f° 52. Antony Brys en zijn kinderen ontvingen op 9.7.1708 van Anna Bannaert weduwe Sterck, 16 pond groten bezet op het Cape1rijegemet, in de Schoenstraatwijk, land eigendom van de wezen volgens verkaveling van 7.2.1708 tussen de hoirs van Joos De Ma1sche (GA Temse nr. 465). Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
387
e) f) g)
h)
i)
JAN DE MALSCHE, geboren te Temse op 21 april 1662, volgt onder 9.2. ADRIAAN DE MALSCHE, geboren te Temse op 6 februari 1664, overleden te Temse op 21 augustus 1684, 20 jaar oud en begraven in het koor van de kerk van Temse. LYSBETH DE MALSCHE, geboren te Temse op 1 maart 1666, overleden te Temse op 28 januari 1751, getrouwd te Temse 6 september 1690 met Hendrik Van Bogaert, overleden te Temse op 10 augustus 1734, wonende op de heerlijkheid Cauwerburg, Oversprongstraat, figuratieve kaart nr 257. PIETER DE MALSCHE, geboren te Temse op 19 april 1671. Hij werd in 1692 pater-oratoriaan in Temse, verbleef van 1702 tot 1706 in het Oratorie te Sint-Niklaas, trad uit de orde en werd kapelaan in Sint-Katrien te Brussel, waar hij voor 29 januari 1717 overleed.(95) JOOS DE MALSCHE, geboren te Temse op 25 juni 1673.
8.2. JAN DE MALSCHE, zoon van Jan en Katelijne Smet, overleden vóór 10 maart 1705(96), trouwde op 14 juli 1658 te Sint-Niklaas met Joanna De Jonghe, geboren ca 1635, overleden te Temse op 4 mei 1712, dochter van Pieter filius Pieter en Margriet Smet.(97) Onmiddellijk na zijn huwelijk vestigde hij zich als landbouwer te Temse in de Laagstraat op het voornoemde nummer 280. Hij pachtte de hoeve van zijn vader. In 1672 werd hij eigenaar van de hoeve nr 282, die hij verhuurde aan Thomas Van Wauwe, filius Frans. In 1682 verpachtte hij de hoeve nr 280 aan Gillis Van Daele filius Joos, doch in 1692 moet deze hoeve overgegaan zijn aan zijn broer Joos De Malsche.(98) Op 9 december 1677 verkocht hij uit naam van zijn vrouw een stuk land, groot 2 gemeten en 84 roeden, gelegen te Nieuwkerken in de wijk Pr. Seghers, aan Gillis Varendonck voor 160 pond groten. Dit land was in pacht aan Pieter De Jonghe.(99) Op 11 januari 1680 ging hij een zelfde transactie aan van een stuk land te Sint-Niklaas, in de Eerste Heiwijk, dat tijdens de verkoop werd gecallengiert(100) door Frans De Jonghe, een broeder van zijn vrouw, voor 3 pond 10 schellingen per jaar de penning 16de.(101) De kinderen volgens de parochieregisters van Temse: a) PETRUS DE MALSCHE, geboren te Temse op 29 april 1659. Doopheffers: Petrus De Jonghe, grootvader en Amelberga Smet.
95
96
97
98
99
100
101
388
G. BOEYKENS, Het Oratorie te Temse en te Sint-Nik1aas, in, ALVW nr. 14, & GA Temse, nr. 466. Zijn erfgenamen verkopen 4 huizen aan de Vliet, die zij van hem geërfd hebben, dd. 26.1.1717. Op 10.3.1705 betaalde Joanna De Jonghe, als weduwe van Jan De Ma1sche, 20 pond aan Anthony Brys fs Gi11is. De schuld werd bezet op de hofstede in de Laagstraat. De andere helft van de hofstede behoorde aan de kinderen van voornoemde Antony Brys uit zijn huwelijk met Joanna De Ma1sche filia Joos. (betreft perceel 282 – GA Temse nr. 465). R. COLAES, De Wezenboeken van Baze1, 1989. Margriet Smet had uit dit huwelijk drie kinderen: Jenneken x Jan De Ma1sche, Frans en Jan. Zij hertrouwde met Gillis Van Royen (RABW, Bazel nr. 211, f° 188). GA Temse nr. 097, f° 32v, 34v en 52v. SA Sint-Nik1aas, Oud Archief nr. 1.074, f° 105 & 251. Callengieren of recht van naerhede, was de mogelijkheid om verkochte goederen op te eisen tegen dezelfde prijs als de eerste koper. Men moest bewijzen dat men bloedverwant was. Men moet 100:16 = of 6,25 % intrest of een kapitaal van 56 pond. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
b) c)
d) f)
GILLIS DE MALSCHE, geboren te Temse 1 maart 1661. Doopheffers: Gillis Van Royen fs Gillis en Catharina Smet, grootmoeder langs vaderszijde. Volgt onder 9.3. MARGARETHA DE MALSCHE, geboren te Temse op 22 april 1663. Doopheffers: Jan De Malsche, grootvader en Margareta Smet, grootmoeder langs moederszijde. Zij stierf als filia devota of geestelijke dochter op 5 juli 1745 te Temse.(102) ANDREAS DE MALSCHE, geboren te Temse op 7 oktober 1666. Doopheffers: Andreas De Bruyne, getrouwd met Amelberga Smet, groottante, en Maria Claeus. CATHARINA DE MALSCHE, geboren te Temse op 27 februari 1668. Doopheffers: de broer van Jan, Judocus De Malsche, en Catharina Brys. Zij overleed als fllia devota op 12 oktober 1739 te Temse, begraven in het H. Maagdkoor. Op 8 mei 1723 leende zij 61 gulden 10 stuivers bezet op 3 stukken land genaamd de Dullaert in de Laagstraat, de Smesakker aan de Heerweg, en een stuk land onder de heerlijkheid van Hoogkameren te Sint-Niklaas.(103)
8.3. JOOS DE MALSCHE, zoon van Jacques en van Magdalena Soetinck deed op 30 augustus 1684 huwelijksbeloften te Haasdonk en trouwde er op 12 september 1684 met Margareta De Westelinck, dochter van Gillis. Zij overleed te Tielrode op 28 maart 1710, 52 jaar oud. In dit gezin heerste een grote kindersterfte. De kinderen volgens de parochieregisters van Haasdonk waren: a) JACOBUS DE MALSCHE, geboren te Tielrode 28 november 1685. Doopheffers: Adriaan Felix en Anna Van Strydonck. Hij overleed te Tielrode op 5 december 1685. b) JAN BAPTIST DE MALSCHE, geboren te Tielrode 19 februari 1688. Doopheffers: Jan Van Wauwe, oom langs vaderszijde en Elisabeth Smets. Hij overleed te Tielrode op 24 december 1704. c) ANNA DE MALSCHE, geboren te Tielrode op 26 november 1689. Doopheffers: Joos De Westerlinck en Laurentia Soetinck, groottante langs vaderszijde. Zij overleed te Tielrode op 22 mei 1703. d) AMELBERGA DE MALSCHE, geboren te Tielrode op 31 mei 1691. Doopheffers: Jan Soetens, grootoom en Joanna De Swerte. Zij overleed te Tielrode op 10 november 1693. e) MARIA DE MALSCHE, geboren te Tielrode 4 april 1693. Doopheffers: Jan Van Strydonck en Marie De Westelinck. Zij overleed op 12 november 1695 te Tielrode. f) PETRUS DE MALSCHE, geboren te Tielrode op 21 februari 1697. Doopheffers: Petrus Heligiers, en Cathelijne Thysman. Hij overleed te Tielrode op 31 januari 1698. f) AMELBERGA DE MALSCHE, geboren te Temse 26 januari 1670. Doopheffers: Daniel Bolsens in naam van Boudewijn Coolman en Joanna Van Geers.
102
103
Een fi1ia devota of geestelijke dochter was een ongehuwde vrouw, die op een devote manier zich inzette voor de geestelijke en materiele verzorging van de minderbedeelden. R. Co1aes, Bezette rente te Temse 1622-1796, p. 66. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
389
g) h)
JOANNA DE MALSCHE, geboren te Temse op 18 maart 1673. JOANNES DE MALSCHE, geboren te Temse 5 april 1679. Doopheffers: Joannes De Jonghe, broer van Joanna, en Maria De Malsche
9.1. GILLIS DE MALSCHE, zoon van Joos en van Joanna Van Geyt, overleed in de ouderdom van 81 jaar te Temse op 1 december 1737 en werd in de kerk van Temse begraven in het Onze Lieve Vrouwekoor. Hij was in 1692 kerkmeester. Van 1703 tot 1704 en van 1715 tot 1716 was hij Heilige Geestmeester. Vanaf 1719 tot 1722 was hij schepen van de heerlijkheid van Temse. Hij trouwde te Tielrode op 8 juli 1693, met Catharina Smet die te Temse overleed op 16 juli 1769, in de gezegende ouderdom van 98 jaar, en in het Sint-Amelbergakoor van de kerk van Temse begraven werd. Zij was een dochter van Bertelemeus Smet, te Tielrode overleden op 2 september 1676 (44 jaar) en van Catelijne Daelmans. Catharina Smet zag het levenslicht te Tielrode op 10 maart 1671. Gillis De Malsche woonde op het ouderlijk hof, het meergemelde nummer 280 van de figuratieve kaart in de Laagstraat, dat hij pachtte van zijn vader. Later zou hij hiervan de eigenaar worden. Bij zijn huwelijk pachtte hij circa 20 gemeten land. In 1726 liet hij de helft van zijn hofstede aan zijn zoon Jan De Malsche. In 1755, nog tijdens het leven van Catharina Smet, kwam de andere helft van de hoeve in bezit van een andere zoon, David De Malsche. Buiten de bovengemelde hofstede bezat Gillis De Malsche nog enkele stukken land, zoals het nummer 190, groot 134 roeden, dat hij in 1710 naliet aan zijn zoon David; nummer 186, groot 202½ roeden in 1744 eveneens overgegaan aan David; het nummer 213, groot 340 roeden, het nummer 297, 628¾ roeden, dat in 1726 in pacht kwam van zijn zoon Jan; en het nummer 330, 253 roeden, in bezit van David De Malsche. Ook op de heerlijkheid van Cauwerburg bezat hij nog eigendom. Zo kennen we het nr. 13, groot 375 roeden, dat in 1726 verpacht werd aan zoon Michiel, nr. 22, groot 412 roeden in 1726 op de zoon Jan, en 23, groot 540 roeden in 1738 bezit van de zoon Gillis De Malsche.(104) De kinderen volgens de parochieregisters waren: a) JOANNA CATHARINA DE MALSCH, geboren te Temse op 9 juli 1694. Doopheffers Jan Smet, en grootmoeder Joanna Van Geyt. b) JOANNES DE MALSCHE, geboren te Temse op 24 oktober 1696. Doopheffers: Jan De Malsche, oom, en Catharina De Malsche, tante. Volgt onder 10.1. c) MICHAEL DE MALSCHE, tweelingbroer van voorgaande. Doopheffers: Michael Van de Vyver en Joanna De Malsche, oom en tante. Volgt onder nummer 10.2. d) GILLIS DE MALSCHE, geboren te Temse op 21 januari 1700. Doopheffers: Jan De Malsche in naam van Petrus Van Geyt en Judoca Smet, tante. Volgt onder 10.3. e) JOOS DE MALSCHE, geboren te Temse op 20 april 1702. Doopheffers: Joos De Malsche, de grootvader of de oom, en Joanna Abeels. Volgt onder 10.5.
104
390
GA Temse nr. 099, f° 18, 18v. & nr. 104, f° 56. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
f)
CATHARINA DE MALSCHE, geboren te Temse op 22 mei 1705. Doopheffers: Gillis De Malsche en Catharina De Malsche, tante. De geestelijke die de doop verrichtte was Petrus De Malsche, pater oratoriaan te Sint-Niklaas en oom van de dopeling. Zij overleed te Temse ongehuwd op 19 maart 1724, amper 18 jaar oud en werd begraven in het H. Maagdkoor. g) PETRUS DE MALSCHE, geboren te Temse op 8 juli 1708. Doopheffers: Gillis De Malsche, pater oratoriaan en Judoca Smet. Volgt onder 10.4. h) DAVID DE MALSCHE, geboren te Temse op 29 oktober 1712. Doopheffers: Jan Pieter Stuer en Anna Catharina De Malsche. Volgt onder 10.6. 9.2. JAN DE MALSCHE, zoon van Joos en Joanna Van Geyt, overleden te Temse, op 15 augustus 1712, trouwde in eerste huwelijk te Temse op 19 oktober 1694 met Judoca Van De Velde, geboren te Temse 10 november 1674, overleden te Temse in de Laagstraat op 10 juli 1699, 25 jaar, begraven in het Sint-Sebastiaankoor, dochter van Jacobus en van Anna Maes (hoofdcijns St Bernard Kruibeke § 8). Hij trouwde voor de tweede maal te Sint-Niklaas op 29 juni 1706 met Judoca Verbraecken, geboren te Sint-Niklaas op 15 september 1672, overleden te Temse 8 april 1741, dochter van Jan en Anna Maes (hoofdcijns Sint-Amelberga Temse § 6). Zij hertrouwde te Temse op 25 februari 1713 met Jan Van Cleemput, filius Gillis, overleden te Temse op 2 maart 1754. Bij zijn huwelijk pachtte Jan De Malsche van zijn vader circa 7 gemeten. In 1695 pachtte hij de hofstede nr 199 in de Laagstraat, die toebehoorde aan Jan De Malsche, vermoedelijk de broer van zijn vader, die misschien nooit trouwde en dus in 1695 nog in leven was. Nadien moet hij eigenaar geworden zijn van deze hofstede, en na zijn overlijden kwam de eigendom aan zijn weduwe en haar tweede man Jan Van Cleemput, die deze in 1754 naliet aan zijn zoon Joos Van Cleemput.(105) Uit het eerste bed kennen we: a) PETRUS DE MALSCHE, geboren te Temse op 16 augustus 1695. Doopheffers: Petrus Van de Velde, en Catharina De Malsche, tante in naam van de grootmoeder Joanna Van Geyt. Hij overleed te Temse op 9 september 1695. b) ANNA MARIA DE MALSCHE, geboren te Temse op 9 september 1696. Doopheffers: Gillis De Malsche, oom in naam van Petrus Van Geyt, en Catharina Van de Velde. Zij overleed te Temse, op 27 juli 1755 als filia devota, en werd begraven in het Sint-Sebastiaanskoor. Haar vader was dus schutter van de Sint-Sebastiaansgilde en zetelde vermoedelijk in het bestuur van deze weerbare gilde. c) CLARA DE MALSCHE, geboren te Temse 6 april 1698. Doopheffers: Petrus Stoop en Catharina De Malsche, tante. Zij overleed te Temse op 8 augustus 1698. Uit het tweede bed kennen we: d) JOANNA DE MALSCHE, geboren te Temse op 30 oktober 1707. Doop heffers: Gillis Melis, stiefvader van haar moeder en haar grootmoeder Joanna Van Geyt. Zij overleed te Temse op 24 april 1781, 74 jaar oud. Zij trouwde te Temse op 22 november 1740 met Jan Baptist Van Der Gucht, die te Temse op 19 maart 1783 overleed, 74 jaar oud.
105
R. COLAES, Landelijk Temse 1670-1815, p. 21. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
391
e) f)
GILLIS DE MALSCHE, geboren te Temse op 21 januari 1709. Doopheffers: Gillis De Malsche, oom en Anna Maes, grootmoeder. Hij overleed te Temse op 28 augustus 1720, amper 11 jaar oud en werd in de kerk begraven. MARIA THERESIA DE MALSCHE, geboren te Temse op 14 oktober 1710. Doopheffers waren Henricus Van Bogaert, en Maria Verbraecken, oom en tante. Zij overleed te Temse op 20 juli 1783, 73 jaar oud en werd in de kerk begraven. Zij trouwde te Temse op 21 december 1735 met dispensatie in de 2de graad Gillis Van Bogaert, geboren circa 1706, te Temse overleden op 30 april 1789, 88 jaar oud. Hij was een zoon van Henricus Van Bogaert en van Lysbet De Malsche. Bij zijn huwelijk in 1735 werd hij eigenaar van de vaderlijke hoeve nr 80, zuidelijk van de Dweersstraat tussen Laag- en Schoenstraat, die hij in 1782 overliet aan zijn zoon Pieter Jan Van Bogaert.(106)
9.3. GILLIS DE MALSCHE, zoon van Jan en van Joanna De Jonghe overleed te Temse op 7 februari 1711, en werd in de kerk begraven. Hij trouwde een eerste maal te Temse op 23 maart 1682 met Josyne Pasteyn, geboren te Temse op 4 november 1648 overleden te Temse op 5 september 1697, dochter van Jacob en van Anna Stroobandt. Zij was weduwe van Adriaan De Cock, overleden te Temse op 16 januari 1682. Hij hertrouwde te Temse op 24 januari 1699 met Elisabeth Laureys, geboren te Temse op 29 mei 1671, en overleden te Temse op 19 augustus 1740, dochter van Symoen, koster van Temse, en van Magdalena Sas. Op 11 juni 1711 hertrouwde zij met Joos Saeys, overleden te Temse op 6 juli 1721. De echtgenoten De Malsche - Laureys woonden op de hoek van de Akkerstraat en de huidige Kamiel Wautersstraat, de vroegere Rechtestraat, gekend op de figuratieve kaart van het dorp nrs. 101, en 102. Elisabeth Laureys kocht als weduwe op 16 juli 1727 van jonker Jacobus Laurens een stuk land nr. 2884. Op 5 oktober 1730 kocht ze nog van Francies Van Meervenne het nr. 1557. Van haar schoonbroer en zuster Jan Everaert en Isabella Laureys, kocht zij op 26 april 1735 het nr. 2273. Van haar moeder, Magdalena Sas, erfde zij drie stukken land gekend onder de nrs. 309, 311 en 326. Op 3 december 1732 leende E1isabeth Lauwereys filia Symoen, weduwe van Gillis De Ma1sche en Joos Saeys, 33 pond 6 schellingen 8 groten aan Rogier Van Royen filius Pieter.(107) Over de vaderlijke goederen zijn we minder geïnformeerd. Evenmin over het beroep of de functies die Gillis De Malsche heeft uitgeoefend in de gemeente. Uit het eerste huwelijk werd één kind geboren: a) CLARA DE MALSCHE, geboren te Temse op 12 januari 1683. Doopheffers: Joos De Malsche, in naam van Jan De Malsche, grootvader, en Clara Pasteyn. Zij overleed te Temse op 3 september 1731, en was te Temse getrouwd op 24 oktober 1711 met Pieter De Clippeleir, overleden te Temse 10 december 1730. Zij erfde van haar moei paternel Catharina De Malsche, filia devota, bij contract van uitgroting, dd. 5 juli 1745, drie stukken land in de Eeckhoutdrieswijk nrs. 284, 285 en 286.(108)
106 107 108
392
R. COLAES, o.c., p. 19. GA Temse. nr. 463; GA Temse nr. 469 (Rentebrieven). GA Temse, nr. 463. Zie ook nr. 469 in verband met de familie Pasteyn, en de uitgrotinge waarbij Clara De Malsche betrokken was. Rentebrief dd. 17.6.1732. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
Uit het tweede bed werden volgende kinderen geboren: b) MARIA JOANNA DE MALSCHE, geboren te Temse op 3 februari 1700. Doopheffers: Simon Laureys en Joanna De Jonghe, grootouders. c) JAN FRANS DE MALSCHE, geboren te Temse op 11 september 1701. Doopheffers: Jan De Malsche en Magdalena Sas, grootouders. Volgt onder 10.7. d) PETRUS DE MALSCHE, geboren te Temse op 13 januari 1704. Doopheffers: Joannes Laureys en Catharina De Malsche, oom en tante. e) JOOS DE MALSCHE, geboren te Temse 23 maart 1706. Doopheffers: Gillis Laureys, in naam van de heer Joos Laureys, priester, beiden ooms, en Catharina Stuer. Hij overleed te Temse op 12 december 1706, 9 maand jong. f) ISABELLA CLARA DE MALSCHE, geboren te Temse 2 oktober 1707, overleden te Temse op 5 oktober 1717, leeftijd amper 10 jaar, begraven in de kerk. Haar doopheffers waren Gillis Laureys, oom, en Clara De Malsche, haar halfzuster. g) ANNA CATHARINA DE MALSCHE, geboren te Temse 26 januari 1710. Doopheffers: Mathias De Cock, en Anna Catharina Laureys. Zij overleed te Temse op 4 december 1711. 10.1. JAN DE MALSCHE, zoon van Gillis en Catharina Smet, overleed te Temse op 14 februari 1761, 64 jaar oud. Hij trouwde te Sint-Niklaas op 5 januari 1726 met Isabella Brys, geboren circa 1708, overleden te Temse op 7 november 1741 in de ouderdom van 33 jaar. Zij was een dochter van Jacobus en van Elisabeth Smet. Isabella Brys erfde van haar ouders land de nrs. 1118 en 1660, beiden lenen onder de heerlijkheid van de Royere in Temse.(109) Hij trouwde een tweede maal te Tielrode, op 10 september 1743 met dispensatie in de 3de graad met Amelberga Smet, geboren te Tielrode op 7 oktober 1720 en overleden te Sint-Niklaas op 7 februari 1792, 72 jaar, weduwe van Jan De Malsche. Zij was een dochter van Gillis en Amelberga Bryssinck. Jan De Malsche was in 1747 kerkmeester van Temse, en in 1733-34 arm- of H. Geestmeester. In 1726 bij zijn eerste huwelijk vestigde hij zich in de Laagstraat in de voorvaderlijke hoeve na 280 die hij pachtte van zijn vader, en na 1737 van zijn moeder. In 1740 ging deze pacht over op zijn broer David De Malsche. In dat jaar kocht hij de hoeve nr. 231 in de Dweersstraat van Jan Van Wauwe filius Thomaes, die hij bij zijn overlijden zou overlaten aan zijn zoon Richard De Malsche.(110) Gedurende zijn tweede huwelijk op 18 augustus 1756 maakte hij een contract van uitgroting, waarbij hij zijn twee zonen Richard en Ferdinand De Malsche met goederen begiftigde.(111)
111 109 110
GA Temse, nr. 452, f° 76v. R. COLAES, Landelijk Temse, p. 25-24. GA Temse, nr. 463 (staten ten sterfhuizen). Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
393
De kinderen uit het eerste huwelijk waren: a) ANNA CATHARINA DE MALSCHE, geboren te Temse 12 oktober 1727. Doopheffers: de grootmoeder Catharina Smet en de grootvader Jacobus Brys. b) RICHARD DE MALSCHE, geboren te Temse op 30 maart 1732. Doopheffers: grootvader Gillis De Malsche, en Elisabeth Thierens. Volgt onder 11.1. c) FERDINAND EMMANUEL DE MALSCHE, geboren te Temse op 6 december 1733. Doopheffers: Michael De Malsche, oom, en Anna Catharina De Malsche. Hij overleed op de Eeckhoutdries, als ongehuwd rentenier op 8 december 1824. Tot 1818 was hij landbouwer geweest. Op 18 maart 1809 deponeerde hij zijn eigenhandig geschreven testament op het notariaat van Maximiliaan Emmanuel Reynaerts. Uit dit testament en de bijhorende stukken distilleren we het volgende. Van zijn grootouders Jacob Brys en Elisabeth Smet erfde hij 600 roeden land in de wijk Nieuland te Sint-Niklaas, en een stuk van 400 roeden en 10 ellen in de Cloothiende aan de Brandstraat eveneens te Sint-Niklaas. Van zijn moeder erfde hij nog de nrs. 689, 533, 536. Van zijn vader erfde hij de nrs. 118, 1660, 455, 271, 53, 243, 111 en 297. Als liggend geld bleek er een som beschikbaar van 1.062 guldens, waarvan er 160 guldens en 15 stuivers bestemd waren voor notaris en gerechtskosten. De renteobligaties bedroegen een som van 2.647gulden. d) JUDOCUS JOSEPHUS DE MALSCHE, geboren te Temse op 5 juli 1738. Doopheffers: David De Malsche, oom, en Judoca Brys, tante. Hij overleed te Temse op 8 november 1741. e) ISABELLA THERESIA DE MALSCHE, geboren te Temse op 11 augustus 1741, er overleden op 9 november 1741. Als kinderen uit het tweede bed kennen we: d) ANNA CATHARINA DE MALSCHE, geboren op 3 oktober 1744, en overleden te Temse, op 12 mei 1747. f) PETRUS JOANNES DE MALSCHE, geboren te Temse op 17 december 1745, en er overleden op 19 mei 1747. g) DAVID JOSEPHUS DE MALSCHE, geboren te Temse op 22 september 1747. Volgt onder 11.2. h) MARIA CATHARINA DE MALSCHE, geboren te Temse op 19 juni 1750. Zij was gehuwd met Joannes Deckers. Wij kennen één dochter: Joanna Catharina Deckers, die getrouwd was met Francies Van Meervenne. i) JOANNES FRANCISCUS DE MALSCHE, geboren te Temse op 25 april 1752, er overleden op 1 mei 1752. j) JOANNA FRANCISCA DE MALSCHE, geboren te Temse op 16 augustus 1753, overleden te Temse 23 september 1753. k) JOANNA CATHARINA DE MALSCHE, geboren te Temse op 18 augustus 1755, overleden te Temse op 17 april 1760. l) CATHARINA THERESIA DE MALSCHE, geboren te Temse 19 april 1758, overleden te Sint-Niklaas op 29 september 1836, te Sint-Niklaas getrouwd op 31 mei 1785 met Guilielmus Arens.
394
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
10.2. MICHIEL DE MALSCHE, zoon van Gillis en van Catharina Smet, overleden te Bazel, op 25 februari 1785. Trouwde een eerste maal te Temse op 12 augustus 1725 met Anna Van Royen, dochter van Pieter en Katelijne Staes, vermoedelijk overleden in 1745 (hoofdcijns Sint Amelberga Temse § 14). Zijn broer Glllis en een Judoca De Malsche waren getuigen. Hij ging een tweede huwelijk aan op 2 juni 1750 met Joanna Catharina Spruyt. Getuigen waren Jan en David De Malsche. Zijn tweede vrouw overleed te Bazel op 26 februari 1751. Hij trouwde nog een derde maal te Temse op 30 juli 1754 met Amelberga Van Acker, overleden te Bazel 14 juni 1775, weduwe van Jan Van Broeck, Hij woonde te Bazel, in de Haegstraatwijk nr 86, en het daar rond liggend hofland, de nrs. 76, 81 en 82 waren samen 4 gemeten 142 roeden groot.( 112) Michiel De Malsche had ook op Temse nog eigendom liggen. Zo kennen we het nr. 1948, 419 roeden, dat in 1772 naar zijn dochter Maria Francisca De Malsche overging. Deze akker was leenplichtig onder de heerlijkheid van Steendonck op Temse, en was eigendom causa uxoris. Op Temse pachtte hij nog enkele stukken land, waaronder het nr. 13 op Cauwerburg, eigendom van zijn vader, dat hij tot in 1730 zou bewerken, het nr. 1905 en nr. 1948 dat zijn eigendom werd.(113) De kinderen uit het eerste huwelijk waren: a) AMELBERGA DE MALSCHE, geboren te Bazel 7 januari 1730, getrouwd te Bazel, op 1 mei 1752 met Jacobus Van Bosche overleden te Bazel op 21 augustus 1782 b) PIETER JAN DE MALSCHE, geboren te Bazel op 15 oktober 1732, overleden op negenjarige leeftijd te Bazel op 2 december 1741. c) MARIA FRANCISCA DE MALSCHE, geboren te Bazel circa 1735, overleden te Bazel, 8 januari 1795, 60 jaar oud. Ze trouwde te Temse op 24 februari 1754 met Petrus Cornelis De Keersmaeker, geboren Temse op 24 november 1728, overleden te Bazel op 6 mei 1788, zoon van Jan en Amelberga Van Wynacker. Hij nam in 1754 het landbouwbedrijf over van zijn schoonvader. d) JUDOCA MARIA DE MALSCHE, geboren te Bazel op 6 december 1737. Nog in leven in 1789 wanneer zij optreedt als doopheffer van een kind van haar zuster Maria Francisca De Malsche. e) JOANNA ISABELLA DE MALSCHE, geboren te Bazel op 14 februari 1740. Doopheffers: Glllis De Malsche, grootvader en Anna Van Royen, tante langs moederszijde. Zij overleed te Bazel op 4 mei 1740, 2 maand oud als dochter van Michiel. f) DOMIEN DE MALSCHE, geboren Bazel 23 mei 1741, overleden te Bazel op 10 april 1765. In 1762 trad hij nog op als doopheffer bij een kind van zijn zuster Maria Francisca De Malsche.
112 113
RABW, Baze1 O.A. nr. 313. GA Temse nr. 104, f° 65 & nr. 106, f°52. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
395
10.3. GILLIS DE MALSCHE, zoon van Gillis en Catharina Smet, overleden te Sint-Niklaas op 18 januari 1740, trouwde te Sint-Niklaas op 27 december 1721, met dispensatie in de 3de graad. Getuigen bij het huwelijk waren Gillis en Joanna De Malsche. Zijn vrouw Josyne Brys, was een dochter van Jacobus en Elisabeth Smet (hoofdcijns St-Baafs Temse § 9). Samen met haar broer Jacobus en haar zus Isabella, getrouwd met Jan De Malsche, was zij erfgenaam van haar ouders van een stuk land nr. 1139 leen onder de heerlijkheid van De Royere in Temse.(114) Op 18 maart 1740 hertrouwde zij met Gillis Van Stappen. De echtgenoten De Malsche - Brys, woonden te Sint- Niklaas in het kwartier De Pas, gelegen in de 2de Moerputwijk. Uit de op 9 maart 1740 gemaakte staat van goed (te Sint-Niklaas) bleek hij eigenaar te zijn van zijn hofstede, die hij tijdens zijn huwelijk van zijn schoonouders gekocht had. De voogden van zijn kinderen waren: zijn broer Jan De Malsche, en zijn schoonbroer Jasobus Brys, filius Jacobus. Op 2 mei 1725 kocht hij voor 100 pond groten deze hofstede van zijn schoonmoeder Elisabeth Smet. Op 25 mei 1726 kocht hij van Cornelius Spiessens filius Cornelis, het stuk land nr. 1556 in de Veldmolenwijk. Hij kocht op 16 maart 1727 de helft van een eiken kapbos te Sint-Niklaas in de Eerste Heywijk, voor 18 pond, 1 gemet groot. Samen met zijn schoonbroer Jacobus Brys, was hij gerechtigd in een stuk land 500 roeden in de Tweede Moerput te Sint-Niklaas, dat hij op 3 maart 1728 kocht voor 400 pond courant. Verder werd hij nog eigenaar door aankoop op 15 maart 1731, voor 22 pond van een ½ gemet in de Tweede Moerput, en voor 20 pond op 7 maart 1736 van een gemet grond, het Bijlken in de Amelveldwijk op Sint-Niklaas.(115) Volgens dezelfde staat van goed was hij voor 150 pond eigenaar geworden van een leen van 2 gemeten in de Winningen gelegen op Cauwerburg, en afkomstig uit de erfenis van zijn vader. Dit leen vinden we terug op het nr. 22 van de figuratieve kaart van Cauwerburg in Temse. Hij deed op 29 januari 1738 verhef van dit leen, gespleten uit een groter van 5 gemeten, genaamd De Cleyne Winninge. Op 20 juli 1740 werd dit 1een verheven door zijn zoon Jan De Malsche als voogd van zijn minderjarige broers en zusters.(116) De kinderen volgens de parochieregisters van Sint-Niklaas: a) GILLIS DE MALSCHE, geboren te St-Niklaas op 25 oktober 1723 overleden te Sint-Niklaas op 18 september 1743. b) JUDOCA JACOBA DE MALSCHE, geboren ca 1725, en overleden te Sint-Niklaas op 21 september 1743. c) JACOBUS MAR1INUS DE MALSCHE, geboren te Sint-Niklaas op 8 april 1726, nog in leven in 1741. d) JAN BAPTIST DE MALSCHE, geboren circa 1729, samen met voorgaande vermeld in de Status Animarum circa 1732 en als 11-jarige vermeld in de staat van goed. Volgt onder 11.3. e) ANNA CATHARINA DE MALSCHE, geboren op 10 maart 1731, overleden te Temse op 16 november 1831, 100 jaar, 8 maand en 6 dagen oud. Zij trouwde te Sint-Niklaas op 10 november 1750 met Jan Flicx filius Adriaan en Catharina de Sieur, geboren te Temse, op 9 maart 1699, overleden te Temse op 23 februari 1762. Hij was weduwnaar van Joanna Suys. 116 114 115
396
GA Temse nr. 452, f°75v. SA Sint-Niklaas, oud archief nr. 1185 f° 313. GA Temse nr. 115, f° 45. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
f) g) h) i) j)
We kennen hem als schipper en herbergier in de Spiegel in de Oeverstraat. Zij hertrouwde op 2 april 1764 te Temse met Jan Baptist Vereecken. Buiten het pand De Spiegel, dat we op de parochiekaart terugvinden op het nr. 83, waren deze echtgenoten nog eigenaar van het Schippershuis, dorpsnummer 192 op de hoek van de Kaai en de huidige Priester Poppestraat. Op het nr. 81 waren zij voor de helft eigenaar van de Hooghehofstede, onverdeeld met Jan Baptist Van Eycke. Het nr. 244 van het land was eveneens hun eigendom.(117) Anna Catharina De Malsche was ook leenhoudster van een half bunder onder Cauwerburg, kaart nr. 78, verworven bij successie van Pieter Van de Velde filius Jacques, dat zij vóór 1758 had verkocht aan Boudewijn D'Hondt.(118) PETRUS DAMIANUS DE MALSCHE, geboren te Sint-Niklaas op 22 februari 1733, er overleden op 28 juni 1733. DAVID AUGUSTINUS DE MALSCHE, geboren Sint-Niklaas 7 februari 1734, overleden aldaar op 19 maart 1734. ELISABETH DE MALSCHE, geboren te Sint-Niklaas op 13 april 1735, getrouwd met Pieter De Potter uit Vrasene. JACOBUS DE MALSCHE, geboren te Sint-Niklaas op 3 februari 1739. ISABELLA THERESIA DE MALSCHE, geboren te Sint-Niklaas op 2 april 1739. Getrouwd met sieur Frans Verberckmoes uit Verrebroek. In 1825 leefde zij nog als weduwe en erfde van haar familielid Ferdinand Emmanuel De Malsche. Uit het tweede huwelijk van Josyne Brys met Gillis Van Stappen werd Joanna Francisca Van Stappen geboren, in 1825 weduwe van Gillis Francies de Graef, landbouwer op de Raap te Sint-Niklaas, en Judoca Van Stappen, overleden voor 1825, echtgenote van Ferdinand Maes uit Nieuwkerken (hoofdcijns Sint Baafs Temse § 9).
10.4. PETRUS DE MALSCHE, zoon van Gillis en Catharina Smet, overleden te Temse op 17 maart 1788, was te Temse op 6 juli 1728 getrouwd met Elisabeth Brys, dochter van Antoon en Maria Van Wauwe, geboren te Temse op 14 april 1682, er overleden op 3 oktober 1741 en in het koor van Sint Amelberga in de kerk van Temse begraven. Zij stierf zonder kinderen en haar erfgenamen waren: Jan Antoon Brys filius Antoon, Pieter Hillegheer causa uxoris, en de kinderen van Pieter Eeckelaert en Anna Marie Brys. Petrus De Malsche kocht in 1730 van Pieter Verhaeghen Joos de hoeve op Cauwerburg nr. 163. Hij verkocht deze in 1736 aan Judook De Keersmaecker. Sedert 1736 causa uxoris kwam hij in het bezit van de hoeve nr. 2.482, die echter in 1740 overging naar Jan Antoon Brys filius Antoon. Petrus De Malsche bezat nog volgende stukken land allen gelegen tussen de Blinden de Landmolenstraat, de nrs.: 2.388, 2.405, 2.408 en 2.409, samen groot 898 roeden.(119)
119 117 118
GA Temse. nr. 100, f° 4, 60 v. GA Temse nr. 115 & R. COLAES, Cauwerburg - volglenen 1710-1794, p. 58. GA Temse nr. 098, f°153. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
397
Op 21 februari 1730 leende hij samen met zijn echtgenote 2.100 guldens van Peeter De Man uit Antwerpen, en deze was bezet op de helft van de voormelde hofstede in de Landmolenstraat, waarvan de andere helft aan haar zuster Marie Brys behoorde, op de Langenacker ook in deze straat, op de Cleynen en de Groten Akker, en nog op twee stukken land gelegen achter de voornoemde hofstede, kaartnummers 2.481 tot en met 24.86. Al deze eigendommen had Elisabeth Brys op 2 september 1707 geërfd van haar moeder. De schuld was ook nog bezet op twee stukken land, de nrs. 1.934 en 3.139 erfenis van haar vader op 17 april 1710, en nog op een stuk land nr. 2.002 gekocht door Elisabeth Brys van Anna Vast, weduwe van R. Van Bogaert, op 2 maart 1728. Op 11 november 1727 erfde zijn vrouw van haar zuster Josine Brys, een huis aan de Hoogpoort (Markt van Temse) dat de echtgenoten op 3 maart 1734 belastten met een schuld van 700 guldens aan Isabella Philippa Gheylinck fa Frans. Zij verkochten dit huis op 30 augustus 1740 aan Geeraert Flicx filius Charel. Uit voormelde akten konden we ook opmaken dat de hoeve in de Landmolenstraat tevens een brouwerij was.(120) Op 20 juli 1740 kwam Petrus De Malsche in het bezit van een leen in de Winningen op Cauwerburg, twee gemeten, geërfd van zijn vader. In 1742 had hij echter de erfgenamen van zijn vrouw hiermee begiftigd.(121) 10.5. JOOS DE MALSCHE, zoon van Gillis en Catharina Smet, overleden te Bazel na 1729.(122) Trouwde te Bazel op 10 april 1725 met Amelberga Van Royen, geboren te Bazel circa 1689 en er overleden rond 1766, dochter van Pieter en van Katelijne Staes. Zij was weduwe in eerste huwelijk (Bazel 17 april 1708) van Michiel De Roeck, geboren te Bazel op 14 november 1681, er overleden op 1 november 1724) zoon van Mathys en Joanna Brauwers. Amelberga Van Royen overleefde ook haar tweede man. Volgens de Staten van Goed van Bazel, was zij houderigge ten sterfhuize van Joos De Malsche, filius Gillis. Volgens zelfde registers greep er ook een liquidatie plaats tussen haar als vertegenwoordigster van haar oudste kinderen uit haar eerste huwelijk, waarvan haar broer Jacques en haar zwager Jan De Roeck voogden waren van haar kinderen. Op een niet gemelde datum was er ook een verkaveling tussen Amelberga Van Royen, bijgestaan door haar man Joos (hij werd hier foutief Jan geheten). De Malsche en haar kinderen uit haar eerste huwelijk.(123) De kinderen volgens de parochieregisters: a) JOANNA ISABELLA DE MALSCHE, geboren te Bazel op 24 mei 1728. Doopheffers: Gillis De Malsche, grootvader, en Anna Van Royen, tante. Zij overleed te Bazel als Elisabeth (Elisabeth is de Vlaamse benaming van het Spaanse Isabella) op 5 juni 1728, 13 dagen jong, dochter van Judocus en Amelberga Van Royen. b) AMELBERGA DE MALSCHE, geboren te Bazel op 4 maart 1726. Doopheffers: de grootouders Petrus Van Royen en Catharina Smet. Zij
120 121 122
123
398
R. COLAES, Bezette Renten Temse 1622-1796, p. 78 (1730) & p. 88 (1734). GA Temse 115, f° 45. In 1729 was hij nog in leven bij de geboorte van zijn laatste kind; in 1737 erfden zijn kinderen over zijn vader Gillis De Malsche, filius Joos. R. COLAES, De Wezenboeken te Bazel, 1989, uit: RABW, Bazel nr. 218, f° 171v, nr. 219, f° 204, 209, 215, 236 en 253. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
trouwde te Bazel op 9 december 1750 met Jan Baptist De Roeck, geboren te Bazel op 19 augustus 1728, er overleden op 13 februari 1779, zoon van Mathys en Barbara Maes.(124) c) JUDOCUS FRANS DE MALSCHE, geboren Bazel 9 september 1729, er overleden op twaalfjarige leeftijd op 16 oktober 1741, zoon van Judocus. Zijn doopheffers waren Michael De Malsche, oom en Judoca Maria Rotthier, echtgenote van Jacobus Van Royen, tante. De twee laatste erven van hun grootvader Gillis De Malsche, filius Joos, die te Temse op 1 november 1737 overleed en zijn zoon Joos overleefde.(125) 10.6. DAVID DE MALSCHE, zoon van Glllis en Catharina Smet, overleed te Temse op 23 maart 1783, 70 jaar oud. Hij was te Temse op 29 januari 1743 getrouwd met Joanna Catharina De Beule, dochter van Adriaan en van Josine Vercauteren. Zij werd te Temse geboren op 11 juni 1714 en overleed er op 4 mei 1762, 48 jaar oud. Zij werd begraven in het O.L.Vrouwekoor. David ging op 15 mei 1765 een nieuw huwelijk aan met Anna Catharina Maes, geboren te Temse op 3 september 1721, dochter van Pieter en Judoca Maes. Nog voor zijn huwelijk, namelijk in 1740, nam David De Malsche de pacht over die zijn broer Jan hield van hun moeder Catharina Smet, weduwe Gillis De Malsche. Hij woonde dus op het nr. 280 in de Laagstraat. In 1755 werd hij eigenaar van dit complex. Tot zijn overlijden zou hij de ouderlijke hoeve blijven bewonen.(126) In 1755 erfde hij causa uxoris van Adriaan De Beul, twee stukken land de nrs. 437 en 438 samen 500 roeden.(127) Hij pachtte ongeveer 14 gemeten, waarvan het grootste gedeelte aan zijn familie behoorde. Van zijn vader erfde hij twee stukken land op de heerlijkheid van Cauwerburg, de nrs. 22 en 23, samen 952 roeden.(128) Beide stukken waren lenen onder de heerlijkheid van Cauwerburg en gespleten uit een groter geheel van 4 gemeten, dat hij in uitgrotinge verworven had van zijn zusters en broers. Hij deed hiervan verhef op 6 november 1756.(129) Voor zijn huwelijk, op 3 december 1739, had hij van Pieter Keppens filius Antoon 100 pond groten geleend, bezet op de helft van de hofstede nr 280; de andere helft behoorde toen nog toe aan zijn moeder. David had deze hofstede gekocht van zijn broer Michiel, dd. 15 september 1739. Hij kocht van deze op 17 juni 1738 eveneens het leen onder Cauwerburg, het Cleyn Winningsken geheten (nrs. 22 en 23) die hij hier eveneens in pand gaf. Zijn moeder stond pand voor de andere helft van de hofstede.(130) In 1758 ging David De Malsche, in naam van zijn vrouw en samen met zijn schoonbroeder Gillis Jacobs getrouwd met Isabella De Beule, een transactie aan met Boudewijn Van Wolvelaer over eigendom die aan Adriaan De Beul toebehoorde.(131)
124
127 128 129 130 131 125 126
Op 5.2.1755 verheft Jan Baptist Van Royen een leen van 375 roeden in De Winninge, dat hij kocht van Jan De Malsche en Amelberga De Malsche, echtgenote van Jan Baptist De Roeck (GA Temse nr. 115, f° 68). R. COLAES, De Wezenboeken te Bazel, 1989, uit RABW, Bazel nr. 223, f° 9 en nr. 220, f° 88. R. COLAES, Landelijk Temse, p. 25. GA Temse nr. 99, f° 18, 18v & nr. 102, f° 58. GA Temse. nr. 105, f° 58. GA Temse nr. 115, f° 72. GA Temse nr. 470. RABW, Temse nr. 335, f° 237. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
399
De kinderen volgens de parochieregisters uit het eerste bed: a) MARIA CATHARINA DE MALSCHE, geboren Temse 24 december 1744, overleden te Temse 11 juli 1813, getrouwd te Temse op 9 december 1772 met Frans Benedikt Bryssinck. Op 16 december 1771 leende Bryssinck van Philip De Pillecijn 1.400 gulden, die hij bezette op zijn huis en erve, genaamd den Hoet dorpsnummer 75, dat hij kocht van Jan De Bruyne en Gillis De Roos causa uxoris. Op hetzelfde dorpsnummer stond een huis genaamd De Sterre dat hij eveneens van deze familie kocht in 1771 en dat hij met 600 gulden beleende ten voordele van Judook Anthoon Brys.(132) b) ELISABETH DE MALSCHE, geboren te Temse op 5 december 1747, overleden teTemse op 28 januari 1751. c) PIETER JOANNES DE MALSCHE, geboren te Temse op 12 februari 1749, volgt onder 11.4. d) GILLIS DE MALSCHE, geboren te Temse op 10 maart 1751, er overleden 30 mei 1752, 14 maand. e) AMELBERGA DE MALSCHE, geboren Temse op 19 april 1752, er overleden op 11 april 1833, 81 jaar. Zij trouwde te Temse op 30 mei 1777 met Joannes Bauwelinck, hertrouwde te Temse op 13 januari 1789 met Joannes Wittock. Zij woonde met haar eerste en tweede echtgenoot in een huis rechts van de Akkerstraat, dorpsnummer 130, 11 roeden groot.(133) f) ISABELLA CAROLINA DE MALSCHE, geboren te Temse op 22 maart 1755, getrouwd te Temse op 11 april 1785 met JAN FRANS LAUREYS, geboren te Elversele op 7 oktober 1743, zoon van Petrus en van Havere Catharina, en gingen naar Sint-Niklaas wonen. 10.7. JAN FRANS DE MALSCHE, zoon van Gillis uit zijn tweede huwelijk met Elisabeth Laureys, overleed te Temse op 2 februari 1780. Hij werd nog in de kerk begraven omwille van zijn uitgeoefende functies in kerk en parochiebestuur. Zijn grafsteen, die bij de laatste vergroting van de kerk uit de kerk verwijderd werd, werd toen buiten de kerk geplaatst, links van de ingangsdeur. Hij trouwde een eerste maal te Temse op 29 juni 1734 met Regina Van Eycke, die echter reeds op 17 november 1735 overleed. Op 30 september 1736 ging hij een tweede huwelijk aan met Maria Francisca Coppens, geboren te Temse op 23 september 1711, overleden te Temse 30 april 1792, dochter van Jacobus, schepen van Temse, en van Petronilla Sloor. Jan Frans De Malsche was H. Geestmeester van 1733 tot 1734 en kerkmeester in 1747. In 1734 werd hij tot schepen verkozen en bleef in functie tot mei 1736. In mei teruggekozen in 1754, bleef hij in dienst tot mei 1756. In 1763 werd hij opnieuw schepen. In mei 1751 werd hij voor het eerst als burgemeester aangesteld en bleef aan tot mei 1754. Hij begon een nieuwe ambtstermijn van mei 1757 tot mei 1760. Hij zetelde zowel in de leenbank van de heerlijkheid van Cauwerburg, citaat (sic) 1749 tot 1780 leenman van de leenbank van de Royere, een heerlijkheid onder de heerlijkheid van Temse, waar wij hem vermeld vinden vanaf 1735 en het laatst in 1768.
132 133
400
GA Temse nr. 475, 477. GA Temse. nr. 100, f° 25v. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
Van zijn ouders erfde hij de woning op de hoek van de Akker- en de Kamiel Wautersstraat. Het was een statig hoekhuis, groot 12½ roeden. Het huis is waarschijnlijk na de Franse Revolutie verdwenen en vervangen door de latere herberg de Ster.(134) Op 18 september 1743 verhief hij een leen van 2 gemeten 65 roeden, gespleten uit de Grote Bertram in Bazel onder de heerlijkheid van Cauwerburg, dat hij geërfd heeft van zijn schoonvader Jacob Coppens.(135) Op naam van Jan Frans De Malsche werd er geen leenverheffing teruggevonden onder de heerlijkheid van de Royere. Wel weten we dat hij in 1732 bedienlijk man was van een leen onder deze heerlijkheid nr. 1.321 in naam van heer en meester Egidius Van de Velde, oratoriaan.(136) Dit is misschien de reden waarom hij leenman was van de Royere. Uit het tweede huwelijk kennen we volgende kinderen: a) JACOBUS JOANNES DE MALSCHE, geboren te Temse op 7 februari 1738, overleden te Temse op 5 augustus 1779. b) PETRONILLA BERNARDINA DE MALSCHE, geboren te Temse op 9 november 1739, overleden te Temse op 29 september 1740. c) BERNARDUS JOSEPHUS DE MALSCHE, geboren te Temse op 11 januari 1741, overleden te Temse op 26 augustus 1746. d) ISABELLA CORALINA DE MALSCHE, geboren te Temse op 13 mei 1742, er overleden op 24 januari 1746. e) AMELBERGA BERNARDINA DE MALSCHE, geboren te Temse op 11 maart 1744, overleden te Temse op 2 september 1746. f) JAN FRANS DE MALSCHE, geboren te Temse op 20 juni 1747, overleden te Temse op 14 februari 1759. g) JOSEPH EUGEEN DE MALSCHE, geboren te Temse op 5 december 1753, er als priester overleden op 12 juli 1815 in de ouderdom van 62 jaar. Van zijn nalatenschap is in het gemeentearchief van Temse een dossier bewaard. Hieruit kunnen we volgende gegevens distilleren. Hij maakte zijn testament op 13 juni 1792 voor notaris Joseph Antoon De Brabandere te Sombeke. Op 26 juni 1815, ziekelijk van lichaam maar geestelijk nog goed gezond, maakte hij een nieuw testament voor notaris Maximiliaan Emmanuel Reynaerts. Hij woonde toen in de Kasteelstraat, de ouderlijke woning op de hoek van de Akkerstraat. Hij bepaalde in dit testament dat men voor hem en voor zijn ouders een zwarte zerk met witte letters moest oprichten en dat de begrafenismaaltijd moest plaats hebben in het ‘Bourgondisch Kruis’ waar er twee tonnen bier moesten geschonken worden. Bij zijn begrafenis moest er een bedeling gebeuren van een zak tarwebrood ten voordele van de armen. Voor zijn jaargetijde voorzag hij 3.000 guldens, waarbij ieder jaar een zak wit tarwebrood aan de armen moest gegeven worden. Bovendien voorzag hij de armendis met een eenmalig bedrag van 50 pond groten. Daarboven op moesten er 300 zielemissen gecelebreerd worden, ieder mis voor 1,81 fr of 1 gulden. Aan de armen schonk hij ook een grote berkenboom staande aan zijn hof tegen de Doorn. Zijn dienstmeid Coleta Danckhoge kreeg een stuk land aan Eigenlo, groot 90 aren met de daaraan staande bomen, plus een som van 136 134 135
GA Temse. nr. 100, f° 11; nr. 101 van de dorpsnummers. GA Temse nr. 115, f° 51. GA Temse nr. 450, f° 221. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
401
275,70 fr. of 152 guldens Brabants. Hij voorzag ook nog talrijke formaliteiten ten voordele van zijn pachters, ter vrijwaring van hun pacht met voordeel van aankoop van de gepachte goederen. Zijn peter Joseph Van de Waele, zoon van Gille en van Isabella Sloor, geboortig van Gent, schonk hij boven zijn part in de erfenis al zijn zilverwerk. Uit de erfenis bleken ook de talrijke eigendommen. We weten dat hij deze stukken erfde bij successie van zijn vader, wegens uitgroting jegens de erfgenamen van wijlen Marie Mosselmans, fa Petrus ex Margriete De Malsche, dd. 9.4.1776 als bij uitgroting jegens Boudewijn Coppens en Catharina De Clippeleir fa Pieter en dat Catharina De Clippeleir het had van haar moeder Clara De Malsche, die het volgens uitgroting op 5 juli 1745, verkreeg van haar moei paterneel Catharina De Malsche, filia devota. Van zijn vader erfde hij nog de nrs. 2.178 en 2.227; van zijn grootmoeder Elisabeth Laureys over zijn vader het land nr 618, het huis hoek Akkerstraat, land nr 2.884 in het Lysebroek, land nr 557 in de Veldmolenwijk, land nr. 2.273 tussen Els- en Blindstraat, en 3 stukken land tussen Laag- en Schoenstraat nr. 309, 311, 326; over zijn grootvader materneel Jacobus Coppens, het land nrs. 2.251 en 2.249 in de Rupelmondestraat; over zijn grootmoeder materneel Petronilla Sloor, nr. 576 de Geersten Akker. Eigen ver.worven goederen waren nr. 3.061 De Koekoekbos – nr. 566, de Groten Akker, 7½ gemeten in de Schoenstraat, en 5 partijen land tussen de Schoen- en de Laagstraat.(137)
11.1. RYCKAERT DE MALSCHE, zoon van Jan en Isabella Brys, overleden te Temse op 5 Pluviose XIII (25 januari 1805) was te Temse op 7 juli 1778 getrouwd met Joanna Catharina Brys geboren te Temse 11 mei 1745, overleden te Temse op 27 Nivose XIII (17 januari 1805), dochter van August en Judoca Van Haver. Hij was in 1772-1773 schepen van de heerlijkheid Temse en van 1792 tot 1794 armmeester van de parochie Temse. Op 16 juni 1778, dus nog voor zijn huwelijk, leende hij van notaris Philip Jacobus Reynaert filius Jacobus, 400 gulden die hij bezette op een stuk land nr. 243 gelegen tussen de Laag- en. de Schoenstraat.(138) In 1761 zien we hem als eigenaar van 1/3 van een hofstede, die zijn vader in 1740 gekocht had, gelegen in de Dweersstraat nr. 231 van de figuratieve kaart en waarvan de 2/3 behoorden aan de weduwe van Jan Staut filius Joos. Het nr. 297, groot 6283/4 roeden bezat hij in onverdeeldheid. Het nr. 279, groot 399 roeden, had hij gekocht van Anthony Segers. Ook het nr. 163 kwam na 1797 in zijn bezit. Hij bezaaide ongeveer 13 gemeten. (139) Uit het huwelijk De Malsche - Brys werden geen kinderen geboren.
139 137 138
402
GA Temse nr. 463. GA Temse. nr. 477. GA Temse nr. 102, f° 72 & nr. 105, f° 6. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
11.2. DAVID JOSEPHUS DE MALSCHE, zoon van Jan en Amelberga Smet, was op 1 oktober 1768 te Beveren getrouwd met Anna Francisca Penneman Uit dit huwelijk kennen we: a) AMELBERGA DE MALSCHE. Zij was winkelierster in Beveren in 1825 en erfgename van haar oom Ferdinand Emmanuel De Malsche. Daar zij echter op 1 juli 1823 door de Rechtbank van Koophandel veroordeeld was tot het effenen van een schuld van 330 guldens, werd deze som van haar erfenis afgehouden. b) THERESIA DE MALSCHE, die reeds in 1825 overleden was. Zij was te Beveren getrouwd met Jan Baptist Marin, en waarvan er twee kinderen, namelijk Louise Françoise en Marie Marin, ieder 100 guldens Brabants erfden van hun oom Ferdinand Emmanuel De Malsche. 11.3. JAN BAPTIST DE MALSCHE, zoon van Glllis en Josine Brys, overleden te Sint-Niklaas op 8 mei 1807 in de Brandstraat, 78 jaar, was getrouwd met Maria Francisca Verbraecken, overleden te Sint-Niklaas op 28 juni 1857. Hij was landbouwer in de Brandstraat, waar hij gesitueerd werd in Sint-Niklaas van 1766 tot 1791. Zijn gronden lagen in Sint-Niklaas, verspreid in de Tweede Moerput- en in de Clootthiendewijken. Ook had hij in Temse eigendom, het nr. 711, groot 417 roeden, nr. 715, groot 460 roeden, nr. 678, groot 329 roeden, nr. 723, groot 242½ roeden. Al deze gronden lagen verspreid tussen de Brand- en de Beeldstraat.(140) Bovendien pachtte hij nog ongeveer 7 gemeten in Temse.(141) De kinderen volgens de doopakten te Sint-Niklaas en volgens de Status Animarum: a) PIETER JOANNES DE MALSCHE, geboren te Sint-Niklaas op 24 januari 1766, in 1825 nog in leven. b) ANDRIES DE MALSCHE, geboren te Sint-Niklaas op 6 juli 1767, getrouwd te Temse op 11 oktober 1820 met Francisca Andries, geboren te Temse op 8 oktober 1793, dochter van Jan Baptist en Theresia Petronella Smet. c) EGIDIUS JOSEPHUS DE MALSCHE, geboren te Sint-Niklaas op 23 augustus 1768, er overleden op 10 mei 1771. d) ANNA CATHARINA DE MALSCHE, geboren te Sint-Niklaas op 19 september 1769. e) ANNA MARIA, geboren te Sint-Niklaas op 5 juni 1772 en haar tweelingzuster: f) JOANNA FRANCISCA. g) PHILIPPUS FERDINANDUS DE MALSCHE, geboren te Sint-Niklaas op 14 augustus 1773, er nog in hetzelfde jaar overleden. h) MARIA JUDOCA DE MALSCHE, geboren te Sint-Niklaas op 18 april 1776, overleden vóór 1825. Te Sint-Niklaas op 2 maart 1803 getrouwd met Joseph Thierens, in 1825 nog in leven, en waarvan we een kind kennen: Pieter Joannes Thierens. i) MARIA THERESIA DE MALSCHE, geboren te Sint-Niklaas op 14 maart 1778. De kinderen deelden in de erfenis van Ferdinand Eugeen De Malsche in 1825.
140
141
Jan Baptist De Malsche filius Gillis tot Sint-Niklaas leent van Philip De Pillecijn 350 gulden bezet op een stuk land tussen de Brand- en de Beeldstraat, dd. 13 november l78l (GA Temse. nr. 478). GA Temse nr. 107, f° l7v & 18. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
403
11.4. PIETER JOANNES DE MALSCHE, zoon van David en Joanna Catharina De Beule, overleden te Temse op 17 Frimaire V (7.12.1797), trouwde te Bazel op 12 juni 1783 met Maria Theresia Claus, geboren te Bazel 12 maart 1756, overleden te Temse op 21 januari 1831, dochter van Jacobus en van Anna Maria Stuer. Zij hertrouwde op 5 Messidor VI (23.6.1798) met Thomas Van Bogaert, geboren te Temse op 29 oktober 1766, zoon van Jan Baptist en Amelberga Van de Velde.(142) Hij overleed te Temse op 25 september 1841. Hij woonde eerst op de oude hofstede nr. 280 in de Laagstraat, welk bedrijf hij in 1783 bij het overlijden van zijn vader overnam. In 1788 verkocht hij de hofstede aan Frans Caeldries(143) en hij kocht van Jan Frans Vercauteren, filius Gillis, de hofstede nr. 267 in de Schoenstraat. Nog datzelfde jaar kwam hij ook in het bezit van de hofstede nr. 353 eveneens in de Schoenstraat. Hij bleef echter wonen op het nr. 267 waar hij ook zal sterven. Zijn bedrijf werd dan ook verder gezet door zijn weduwe en haar tweede man voornoemde Thomas Van Bogaert. Van haar vader verwierf zijn vrouw de percelen 268, 265, 454, 222, 173, 174, samen meer dan 5 gemeten. Volgende nummers werden eveneens zijn eigendom: 456, 477, 85, 434, 438 en 478, samen 5 gemeten en 244 roeden. Na zijn overlijden kocht zijn weduwe nog de nr 321,322 samen 366 roeden, nr 264, 236 roeden. Samen met de gepachte gronden was zijn bedrijf zo een 24 gemeten groot.144 De kinderen volgens de parochieregisters van Temse: a) JACOBUS DE MALSCHE, geboren te Temse op 27 februari 1784, er overleden op 14 september 1785. b) JOSEPHUS DE MALSCHE, geboren op 9 januari 1785, er overleden op 17 februari 1786. c) DOROTHEA DE MALSCHE, geboren te Temse op 4 juni 1792, er overleden 9 juni 1792. d) MARIA AMELBERGA DE MALSCHE, geboren te Temse op 11 december 1787, overleden te Temse, getrouwd te Temse op 14 september 1814 met Jan Baptist De Volder, geboren te Bazel op 22 juni 1785, zoon van Benjamin en Petronilla Geeraerts. e) BENEDIKT DE MALSCHE, geboren te Temse op 16 februari 1790, volgt onder 12.1 f) JAN AUGUSTIEN DE MALSCHE, geboren te Temse op 28 februari 1791, volgt onder 12.2. g) DAVID DE MALSCHE, geboren te Temse op 24 mei 1793, er overleden op 2 december 1793. h) AGNES DE MALSCHE, geboren te Temse op 13 april 1795, overleden te Temse op 17 januari 1843, getrouwd te Temse op 13 juni 1731 met Josephus De Ryck, geboren te Bazel 25 april 1782, overleden te Temse op 25 juni 1850, zoon van Mathys en van Maria Anna De Ryck, weduwnaar van Anna Catharina Rotthier. Hij was achtereenvolgens broodbakker,
142
143
144
404
Thomas Van Bogaert werd ingevolge Keizerlijk Decreet van 31 mei 1804 aangesteld als lid van de Municipale Raad Jan Frans Caeldries leende van Jan Frans Vercauteren fs Gillis 1000 gulden die hij bezet op zijn hofstede in de Laagstraat, nummer 280 gekocht van Pieter Jan De Ma1sche, dd. 17 juni l788 (GA Temse nr. 480). GA Temse nr. 102, f° 62, 62v, 63. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
landmeter en molenaar. Vanaf 1817 was hij mulder op de Veldmolen, die hij op 21 januari 1826 gekocht had van de vrederechter Geerts. Rond 1843 verkocht hij de molen aan Carolus De Caluwe.(145) i) FRANCISCUS DE MALSCHE, geboren te Temse op 23 mei 1796, overleden teTemse op 3 Frimaire V (23 november 1796). j) JAN BAPTIST DE MALSCHE, geboren te Temse op 19 Messidor V (7 juli 1797) overleden te Temse op 21 Frimaire VI (11.12.1797). 12.1. BENEDIKT DE MALSCHE, zoon van Petrus Joannes en van Maria Theresia Claus, overleden te Temse op 15 april 1863, trouwde te Beveren 30 november 1831 met Christina De Gendt, geboren te Beveren op 15 januari 1798, overleden te Temse op 17 januari 1855, dochter van Jan en van Anna Judoca Beirtens. Ze waren landbouwers en woonden op de hofstede in de Schoenstraat, het oud hof van zijn vader, gekend op het kadaster sectie B nr. 457, 458 a en 459 c. De kinderen volgens de geboorte- en bevolkingsregisters van Temse: a) VITALIS DE MALSCHE, geboren te Temse op 4 oktober 1832, volgt onder 13.1. b) ROSALIE DE MALSCHE, geboren te Temse op 13 maart 1834, overleden te Hamme op 20 oktober 1924, trouwde te Temse op 25 april 1860 met Petrus Moens, afkomstig uit Hamme-Zogge, en aldaar overleden in 1876. c) CHARLES LOUIS DE MALSCHE, geboren te Temse op 7 november 1835 en er overleden op 5 juni 1836. d) JOSEPHUS DE MALSCHE, geboren Temse 14 november 1837, ongehuwd overleden op 21 november 1868 te Temse. e) MARIA AMELBERGA DE MALSCHE, geboren te Temse op 25 juli 1839, overleden te Zele op 30 augustus 1872, getrouwd te Zele op 21 augustus 1867 met Thomas Benoit Vercauteren, geboren te Zele op 27 augustus 1837, overleden te Zele op 29 januari 1924. 12.2. JAN AUGUSTINUS DE MALSCHE, zoon van Petrus Joannes en van Maria Theresia Claus, overleden te Waasmunster op 14 februari 1872, trouwde een eerste maal te Temse op 21 november 1821 met Regina Van Landeghem, geboren te Temse 26 juli 1794, en overleden te Waasmunster op 17 januari 1830, dochter van Ludovicus en van Beatrice Van Steenbergen. Hij trouwde een tweede maal met Isabella Theresia Smet, geboren te Temse op 21 Messidor V (9 Juli 1797) en overleden te Waasmunster op 29 maart 1879, 81 jaar, dochter van Petrus Joannes en van De Cauwer Theresia Josepha. Zij vestigden zich te Waasmunster. De kinderen uit het eerste bed: a) EDUARD DE MALSCHE, geboren te Waasmunster op 21 augustus 1822, er ongehuwd overleden op 11 januari 1891. b) PIETER JOANNES DE MALSCHE, geboren te Waasmunster op 2 november 1823, er ongehuwd overleden op 25 juni 1910. c) MICHIEL DE MALSCHE, geboren te Waasmunster in 1826, er ongehuwd overleden op 2 juni 1884, 58 jaar.
145
Voor meer informatie zie J. SMET, De Molens van Temse, in: Jaarboek Gemeentemuseum Temse jaar 1986 p. 40. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
405
d)
VITAL DE MALSCHE, geboren te Waasmunster in 1827, ongehuwd overleden op 20 augustus 1880, 53 jaar. e) FRANCISCA DE MALSCHE, geboren te Waasmunster 7 mei 1828, er overleden op 1 november 1850. De kinderen uit het tweede bed: f) PETRUS JAONNES DE MALSCHE, geboren te Waasmunster op 16 december 1832, volgt onder 13.2. g) JOZEF DE MALSCHE, geboren te Waasmunster op 4 maart 1835, volgt onder 13.3. 13.1. VITAL DE MALSCHE, zoon van Benedikt en Christina De Gendt, overleden te Temse op 23 maart 1917. Hij was eerst getrouwd te Temse op 19 mei 1869 met Maria Amelberga Smet, geboren te Temse 16 oktober 1834, overleden te Temse op 14 oktober 1875, dochter van Henricus Franciscus uit de Vijf Huizen, en Rosalie Van Mieghem. Hij trouwde een tweede maal te Vrasene 24 juli 1878 met Sophie Van Eynde, geboren Vrasene 24 april 1844, overleden te Temse 3 februari 1926, dochter van Karel en van Maria Van Hove. Vital De Malsche was gemeenteraadslid van Temse. Ook hij baatte een landbouwbedrijf uit gevestigd in de ouderlijke hoeve in de Schoenstraat. De kinderen uit het eerste bed waren: a) FRANCISCUS JOSEPHUS DE MALSCHE, geboren te Temse op 17 april 1870. Volgt onder 14.1. b) MARIA LEONIA DE MALSCHE, geboren te Temse op 11 mei 1871, er overleden op 26 november 1872. c) MARIA JOSEPHINA DE MALSCHE, geboren te Temse op 28 juli 1872, overleden te Overmeire op 15 april 1959, getrouwd te Temse op 31 augustus 1909 met Theophiel De Geest geboren te Overmeire op 7 oktober 1872, aldaar overleden op 25 januari 1947. d) ALOIS AUGUST DE MALSCHE, geboren Temse op 2 september 1873, werd priester-missionaris en overleed te Newport (USA)in november 1922. e) JOSEPUS DE MALSCHE, geboren te Temse op 10 oktober 1875, overleden te Temse op 22 november 1875. De kinderen uit het tweede bed: f) PETRUS ANTONIUS DE MALSCHE, geboren te Temse op 21 mei 1879, priester, onderpastoor te Oordegem, nadien pastoor te Zele, er overleden op 18 april 1952. g) JOSEPHUS MARIA ANTOON DE MALSCHE, geboren te Temse op 19 apri1 1880, volgt onder 14.2. h) ALFONS MARIA DE MALSCHE, geboren te Temse op 24 oktober 1881, volgt onder 14.3. i) LEON MARIA DE MALSCHE, geboren te Temse op 12 december 1883, ongehuwd overleden te Temse op 19 juli 1949, landbouwer. j) MARIA ELODIE DE MALSCHE, geboren te Temse 21 oktober 1885, overleden te Temse op 4 maart 1971, getrouwd te Temse, op 12 februari 1924 met Cyriel De Schrijver, landbouwer, geboren te Temse op 14 februari 1878, overleden te Temse op 7 oktober 1971. k) LEONTINA AUGUSTA DE MALSCHE, geboren te Temse op 14 april 1887, ongehuwd overleden te Temse op 11 februari 1937. 406
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
13.2. PETRUS JOANNES DE MALSCHE, zoon van Jan Augustinus en van Isabella Smet, overleden te Sint-Niklaas op 14 januari 1917, was te Beveren op 22 september 1869 getrouwd met Maria Ludovica De Gendt, geboren te Beveren 26 april 1841, overleden te Sint-Niklaas op 12 november 1921, dochter van Fidelis en van Idonia Van Hove. De kinderen waren: a) HENRICUS DE MALSCHE, geboren te Kruibeke op 17 januari 1872, overleden te Meerdonk op 18 juni 1946, getrouwd met Maria Stuer (Meerdonk). b) MARIA JOSEPHINA DE MALSCHE, geboren te Kruibeke op 29 augustus 1873, kloosterzuster, overleden op 15 februari 1960. c) ALBERTINE DE MALSCHE, geboren te Kruibeke op 28 september 1875, getrouwd met August Van Raemdonck uit Sint-Niklaas. d) LEONIA DE MALSCHE, geboren Kruibeke op 12 december 1876, getrouwd met Alfons Smet uit Beveren. e) CLEMENTINA DE MALSCHE, geboren Kruibeke 27 oktober 1877, over leden 17 januari 1878. f) PRUDENTIA DE MALSCHE, geboren te Kruibeke 15 februari 1879, overleden op 18 mei 1903. g) JOSEPHINE DE MALSCHE, geboren te Kruibeke op 28 maart 1880, overleden te Overmeire op 16 februari 1960, getrouwd met Cyriel Coppieters, geboren te Overmeire, op 31 januari 1877, er overleden op 11 september 1947. h) JAN FRANS DE MALSCHE, geboren te Kruibeke op 8 september 1881, volgt onder 14.4. Het gezin De Malsche - De Gendt verhuisde in 1887 van Kruibeke naar Sint-Niklaas en vestigde zich nabij het gehucht Hoogkameren. 13.3. JOZEF DE MALSCHE, overleden te Waasmunster op 17 januari 1894, was getrouwd met Sidonia Moens, geboren te Waasmunster, overleden aldaar op 18 december 1927. De kinderen waren: a) PETRUS DE MALSCHE, geboren te Waasmunster op 15 juni 1882. b) CAMIEL DE MALSCHE, geboren te Waasmunster op 4 oktober 1883. c) ALFRED ALOIS DE MALSCHE, geboren te Waasmunster op 3 juni 1886, er overleden op 7 juli 1980, getrouwd met Catharina De Witte, geboren te Waasmunster op 7 september 1892. d) MARIA IRMA DE MALSCHE, geboren te Waasmunster op 17 oktober 1888, er overleden op 20 juli 1952, getrouwd met Emiel Van Puyvelde. e) ISIDOOR DE MALSCHE, geboren te Waasmunster op 26 augustus 1892. f) MARIA HENRICA DE MALSCHE, geboren te Waasmunster op 3 februari 1894, getrouwd met Urbain Fierens.
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
407
14.1. FRANCISCUS JOSEPHUS DE MALSCHE, zoon van Vital en van Maria Amelberga Smet, overleden te Temse op 13 april 1948. Trouwde er op 28 september 1897 met Leonia Van Gheem, geboren te Temse op 25 juli 1865, overleden te Temse op 9 oktober 1926, dochter van Karel Lodewijk en van Elisabeth Vercauteren. Hij vestigde zich als blokmaker aan de Vierstraat in Temse. De kinderen waren: a) BAZIEL DE MALSCHE, geboren te Temse op 29 augustus 1898, pastoor te Beveren, er overleden op 26 mei 1948. b) ALBERT DE MALSCHE, geboren te Temse op 12 oktober 1899, priester, overleden te Eeklo op 6 januari 1967. c) PALMYRE DE MALSCHE, geboren te Temse 5 april 1901, ongehuwd overleden te Temse op 26 juni 1979. d) JOZEF DE MALSCHE, geboren te Temse op 19 november 1902, blokmaker, overleden te Temse op 29 juni 1953, getrouwd met Irma Van Landeghem. Waarvan afstamming. 14.2. JOZEF MARIA ANTOON DE MALSCHE, zoon van Vital en van Sophia Van Eynde, overleden te Temse op 6 juli 1976, was te Temse op 21 september 1926 getrouwd met Irma De Schryver, geboren te Temse op 20 augustus 1892, overleden te Temse op 20 oktober 1974. Het gezin vestigde zich als landbouwers in de voorouderlijke woning in de Schoenstraat, 1. De kinderen: Waarvan afstamming. 14.3. ALFONS MARIA DE MALSCHE, zoon van Vital en van Sophia Van Eynde, overleden te Temse op 15 juni 1961, getrouwd te Temse op 21 oktober 1925 met Anna De Schryver, geboren te Temse op 12 januari 1887, overleden te Temse op 14 juni 1961, weduwe in eerste huwelijk van Jan Maria Kamiel Smet, overleden te Temse op 15 november 1924. Waarvan één kind. 14.4 JAN FRANS DE MALSCHE, zoon van Petrus Joannes en Maria Ludovica De Gendt, overleden te Sint-Niklaas op 30 december 1965, gehuwd te Sint-Janssteen op 14 september 1910 met Maria Clementina Van Acker, geboren te Sint Janssteen op 9 maart 1883, overleden te Sint-Niklaas 6 januari 1969, dochter van Eduard en Eugenia Van Dorselaer. Hij was schatbewaarder van de kerkfabriek van Sint-Jan-Bosco parochie te Sint-Niklaas, landbouwer, lid van de Boerengilde en werd vereerd met het Landbouwereteken lste klas, en de zilveren medaille van de orde van Leopold II. Hij woonde te Sint-Niklaas op Hoogkameren nr 19. Waarvan afstamming. Jerome Smet
408
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
The Master Genealogist 7 (deel 2) Sinds het verschijnen van deel 1 in dit tijdschrift is er reeds een volgende update van TMG uitgekomen (7.01) en is een tweede in voorbereiding. In deel 1 bekeken we de wijzigingen aangebracht in het kader van Windows Vista, de gebruikersinterface, het nieuwe verbandenvenster, de herinneringsvensters voor bronnen en tags en vele kleine wijzigingen. In dit tweede deel bespreken we verder de nieuwigheden van TMG7.01. Nieuwe functies. ¸ Een optie om de herhaalbestanden te initialiseren werd toegevoegd aan het Bestand > Onderhoud menu. In sommige gevallen kregen gebruikers problemen na lang en vele gegevens ingevoerd te hebben met de herhaaltoetsen. ¸ De herhaalfunctie voor bronvermeldingen opent nu steeds het venster bronvermelding met de laatst ingevoerde bronvermelding. Daarna kunt u F3 drukken in het bronnummerveld om vroegere bronvermeldingen te herhalen. Nieuwe verhalende controle. De meeste genealogische programma’s produceren verhalende rapporten die samengesteld zijn uit stereotiepe volzinnen. Bijvoorbeeld: Jerome Goegebeur werd geboren op 27 juli 1866 in Brugge. Jerome Goegebeur werd gedoopt op 28 juli 1866 in Brugge. Jerome Goegebeur huwde Eugenia Vanhullebusch, dochter van Leonardus Van Hullebusch en Maria Ludovica Vandycke, op 3 februari 1891 in Oostende. Jerome Goegebeur was in 1895 herbergier in de Vandersweysplaats 1 te Oostende. Jerome Goegebeur overleed in 1895 in Oostende. Kinderen van Jerome Goegebeur en Eugenia Vanhullebusch waren als volgt: 2 i. Romanus Goegebeur werd geboren op 31 juli 1893 in Oostende. + 3 ii. Michael Goegebeur werd geboren op 29 juli 1895 in Oostende. TMG staat reeds jaren bekend om zijn ontelbare mogelijkheden om de verhalende rapporten niet zo stereotiep te maken. Om enkele voorbeelden te noemen: als alle kinderen in dezelfde plaats geboren zijn kan die plaats slechts één maal vernoemd worden. Als een naam - voornaam telkens herhaald worden kan deze slechts één keer vernoemd worden bij de eerste vermelding en in de volgende zinnen automatisch vervangen door het voornaamwoord. De volzinnen gegenereerd door TMG zijn volledig configureerbaar door de gebruiker en kennen opmaakcodes. Evenwel het is niet steeds eenvoudig de opmaakcodes te kennen en te weten of ze het verhoopte resultaat zullen leveren. ¸ Een nieuw Volzin preview venster helpt u te voorspellen hoe een volzin er zal uitzien in het verhalende rapport. Omdat u in staat bent onmiddellijk te zien wat het effect is van uw wijzigingen, zal u meer controle hebben over deze geavanceerde eigenschappen en zal u mooiere rapporten produceren. (bronvermeldingen worden niet getoond in de volzin preview). Zie figuur 1. ¸ Formaatcodes werden toegevoegd voor links inspringen ([LIND:]) en centreren ([CENTER:]) van tekst in rapporten naar word processors. Zie 'Formatting codes' in de help index. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
409
¸ Een nieuwe volzin code, [+], wanneer geplaatst aan het begin van een volzin zal maken dat deze zin toegevoegd wordt aan het einde van de vorige volzin wanneer een rapport gemaakt wordt. Dit maakt het eenvoudiger samengestelde zinnen te maken, inclusief ingebedde bronvermeldingen. Bijvoorbeeld: Jerome Goegebeur werd geboren op 27 juli 1866 en daags nadien op 28 juli 1866 gedoopt in Brugge. ¸ Een nieuwe volzin code, [:NP:], vertelt TMG om geen punctuatie toe te voegen aan het einde van de volzin. Naast andere doeleinden, kan dit gebruikt worden als de enige waarde in een volzin om bijvoorbeeld een afbeelding te drukken in een specifiek punt zonder een begeleidende volzin. ¸ U kan nu karakters gebruiken die anders een special mening hebben voor TMG door ze te ‘escapen’. Het escape karakter is een backslash (\) en het vertelt TMG dat het karate dat onmiddellijk op volgt letterlijk moet uitgevoerd worden en niet geïnterpreteerd als een speciaal karakter. De backslash zelf wordt niet opgenomen in het rapport. Het escape karakter wordt herkend in memo’s (tag, getuige, bronvermelding en bewaarplaats), volzinstructuren, bronmodellen, bronvelden, en het bronvermeldingdetail.
¸ Een nieuw standaard tag type, VerhaalKinderen, kan gebruikt worden om de standaard ‘Kinderen van X en Y’ te herroepen bij het begin van de opsomming van de kinderen in een journaal rapport. Het voorbeeld van hierboven zou er als volgt kunnen uitzien: Jerome Goegebeur werd geboren op 27 juli 1866 en daags nadien gedoopt op 28 juli 1866 in Brugge. Hij huwde Eugenia Vanhullebusch, dochter van Leonardus Van Hullebusch en Maria Ludovica Vandycke, op 3 februari 1891 in Oostende. Hij was in 1895 herbergier in de Vandersweysplaats 1 te Oostende. Hij overleed in 1895 in Oostende. Jerome en Eugenia hadden in Oostende volgende kinderen: 2 i. Romanus Goegebeur werd geboren op 31 juli 1893. + 3 ii. Michael Goegebeur werd geboren op 29 juli 1895.
410
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
¸ Een nieuwe standaard tag type, JournaalIntro kan gebruikt worden om een begeleidende tekst in te voegen voor de titel in een verhalend rapport. De tekst kan bestaan uit een paragraaf (of pagina’s). Indien u een titel wilt voor de begeleidende tekst dan kan u de tekst beginnen met iets in de zin van: ¸ [CENTER:][SIZE:]14;Dit is een titel[:SIZE][:CENTER][:CR:]Inleidende tekst begint hier... ¸ Een nieuwe standaard tag type, JournaalConclusie kan gebruikt worden om een begeleidende tekst in te voegen na het standaard rapport, ook hier kan de tekst beginnen met een titel. Beide nieuwe tags voor het journaal rapport werken niet in andere verhalende rapporten. Ze werken ook enkel indien ze aan een persoon toegevoegd werden en indien deze persoon onderwerp is van het journaal rapport. Nieuw rapport werktuigen. ¸ Een nieuw Kolomoptie in de lijst van bronvermeldingen rapport laat u toe de velden te specificeren die opgenomen moeten worden en ondersteunen uitvoer naar spreadsheets en databases voor externe bewerking. ¸ Gelijkaardig zal een nieuwe Kolomoptie in de lijst van bronnen rapport voorzien in meer flexibiliteit dan het standaard geformatteerde rapport. ¸ De Lijst van gebeurtenissen en Lijst van getuigen rapporten laten u nu toe de specifieke naamvariatie te gebruiken die ingesteld werd bij elke deelnemer aan een gebeurtenis. (niet enkel hun primaire naam). ¸ Filters werden bijgevoegd om te helpen bij de selectie van personen voor DNA studies. (m.a.w., is een Matrilineair voorouder, is geen Patrilineair afstammeling, etc.). Patrilineair is een term in de betekenis van afstamming in de mannelijke lijn. Een patrilineaire afstammeling is een persoon van gelijk welke sekse die afstamt van een man wanneer gelijk welke / alle tussenliggende voorouders ook mannen zijn. Deze filters kunnen voor twee zaken dienen: ten eerste om DNA studies te vergemakkelijken (Y-DNA of mtDNA) en ten tweede om bijvoorbeeld het in onze contreien veel gebruikte stamboomrapport te maken. In dit laatste geval zal men de patrilineaire filter gebruiken om zo een rapport te maken met alle naamdragers. ¸ Honderden Nieuwe filteropties laten u toe uw data te doorzoeken op nog meer criteria. Meer aanpassingsopties. ¸ Een nieuwe optie in de Voorkeuren (Programmaopties > Tag box) laat u toe de memo en bronkolommen aan of af te zetten in de tag box. ¸ De Lijst van getuigen op het tag invoerscherm toont nu de specifieke naamvariatie die geassocieerd werd met deze gebeurtenis voor elke getuige.
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
411
Besluit The Master Genealogist is ontegensprekelijk één van de krachtigste genealogieprogramma’s op de markt. Meer informatie en een demo kan men downloaden op www.whollygenes.com of www.tmgned.be. Deze demo is steeds de meest actuele versie van het programma (bij het verschijnen van dit artikel 7.02) en werkt volledig gedurende 30 dagen. Op dat ogenblik dient u het programma te registreren om het verder te gebruiken. Registratiecodes (unlock codes) kunt u via mij bekomen; er zijn twee aankoopmogelijkheden met of zonder Engels handboek. De prijzen schommelen naargelang de dollarkoers. Sinds mei 2007 is een Nederlands handboek beschikbaar op mijn homepages http://users.pandora.be/harry.goegebeur en op www.tmgned.be kunt u meer informatie vinden. Ik ben steeds te bereiken:
[email protected] Harry Goegebeur
412
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
HUWELIJKEN TE VOLLEZELE 1679 - 1707 In register 2 van Vollezele, kast 8, in het Rijksarchief te Leuven, berusten fotokopieën van de parochieregisters. In het register, dat de missen, zondagmeldingen en nog meer bevat, vonden wij vanaf pagina 122, ook de huwelijksakten van voorvermelde periode terug. Vermits deze niet gemicrofilmd zijn, moeilijk te lezen en, in het bijzonder, dikwijls de herkomst van de gehuwden weergeven, geven wij hier de transcriptie weer. Gemakkelijkheidhalve geven wij deze Latijnse akten en de vermelde gemeenten weer in het Nederlands. Bij 90 huwelijken vermeldt de pastoor de herkomst van de gehuwden. Hieruit kunnen we opmaken: - van deze 180 personen zijn er 62 of 29 % niet van Vollezele afkomstig; - deze 62 personen zijn van 18 verschillende gemeenten afkomstig. Als we Brussel met zijn 46 kilometer (slechts 1 huwelijk) als uitschieter buiten beschouwing laten, kunnen we stellen dat de gemiddelde afstand van al deze gemeenten tot Vollezele 7,6 kilometer bedraagt. Registrum proclam. matrimon. ac bannorum ab anno Dñj 1679 residente eius hac magistro Jacobus Balli pastor ecclesiæ de Vollezele et Abraham Cuvelier custos 1679 1. Akte 10. Ondertrouw op 28/6/1679 tussen Joannes De Veewauter van Galmaarden en Anna Waycke van Vollezele. Gehuwd op 16/7/1679. Getuigen: Adrianus De Nayere en Abraham Cuvelier koster. 2. Akte 11. Ondertrouw te Brussel op 17/7/1679 tussen Petrus Van Neyghen van Vollezele en Maria Vanderkelen van Brussel. Gehuwd te Brussel. 3. Akte 12. Ondertrouw op 1/9/1679 tussen Andreas Pardaens van Denderwindeke en Joanna dHauver van Vollezele. Gehuwd op 10/10/1679. Getuigen: Franciscus Bilterijssen en Judocus De Bonte. 4. Akte 13. Ondertrouw op 29/9/1679 tussen Adrianus Thienpont van Denderwindeke en Martina Esterdaels van Vollezele. Gehuwd op 15/10/1679. Getuigen: Judocus Nechelpunt en Gherardus Thienpont. 1680 5. Akte 1. Ondertrouw op 28/1/1680 tussen Guillielmus Tollembeckx en Maria Soumelions van Vollezele. Gehuwd op 4/2/1680. Getuigen: Jacobus Cools en Abraham Cuvelier. 6. Akte 2. Ondertrouw in Tollembeek op 9/5/1680 tussen Cornelius Dionghe van Vollezele en Catharina Vande Neucker van Tollembeek. Er Gehuwd op 5/6/1680.
Vollezele 2 koster Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
413
7. Akte 3. Ondertrouw in Oetingen op 9/6/1680 tussen Guilielmus Vander Troost van Vollezele en Catharina Luycx van Oetingen. Er Gehuwd op 16/6/1680. 8. Akte 4. Ondertrouw op 15/6/1680 tussen Franciscus Everard van Waarbeke en Catharina Dionghe van Vollezele. Gehuwd in Waarbeke op 7/7/1680. 9. Akte 5. Ondertrouw in Tollembeek op 22/7/1680 tussen Petrus Neuckermans van Vollezele en Joanna De Naijere van Tollembeek. Er gehuwd op 30/7/1680. 10. Akte 6. Ondertrouw op 26/10/1680 tussen Erasmus Thienpont en Adriana Dauwer beide van Vollezele. Gehuwd op 17/11/1680. Getuigen: Judocus Nechelput en Joannes Vander Spinnen. 11. Akte 7. Ondertrouw op 2/11/1680 tussen Christianus d’Hasselere en Joanna De Mil beide van Vollezele. Gehuwd op 28/11/1680. Getuigen: Egidius dHasseller en Joannes Vanden Berghe 12. Akte 8. Ondertrouw op 16/11/1680 tussen Gherardus Vander Maelen en Martina Van Reepinghe. Gehuwd op 28/11/1680. Getuigen Joannes Vanden Berghe en Egidius dHasseller. 1681 13. Akte 1. Ondertrouw op 20/3/1681 tussen Hieronimus Pardaens en Maria Breumeels beide van Vollezele. Gehuwd op 22/4/1681. Getuigen: Joannes Pardaens en Abraham Cuvelier. 14. Akte 2. Ondertrouw op 12/4/1681 tussen Judocus Dejonghe en Gyslena Beuckelmans beide van Vollezele. Getuigen: Franciscus Everaerts en Abraham Cuvelier. 15. Akte 3. Ondertrouw op 2/5/1681 tussen Jaspar De Ganseman van Tollembeek en Maria Agneese van Vollezele. Gehuwd op 22/5/1681. Getuigen: Joannes Vuyttenhove en Joannes Allert 16. Akte 4. Ondertrouw op 8/6/1681 tussen Carolus Pe dictus Loijer van Hove en Catharina Vander Taverne van Vollezele. Gehuwd in Hove op 8/7/1681. 17. Akte 5. Ondertrouw op 17/9/1681 tussen Joannes Van Bellinghe en Barbara Noirbourg beide van Vollezele. Gehuwd op 5/10/1681. Getuigen Judocus Van Bellinghe en Abraham Cuvelier. 18. Akte 6. Ondertrouw op 7/10/1681 in Schendelbeke tussen Judocus Nechelput en Teresia Nerincx van Schendelbeke. Er gehuwd op 9/11/1681. 19. Akte 7. Ondertrouw op 26/10/1681 tussen Christianus Vanden Berghe en Magdalena Van Wildre beide van Vollezele. Gehuwd op 23/11/1681. Getuigen: Judocus Pinnet en Judocus Vander Eecken. 414
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
20. Akte 8. Ondertrouw op 2/11/1681 tussen Arnoldus Vander Maelen van Vollezele en Catharina Van Wichelen van Nieuwenhove. Genoemde Catharina is overleden. 21. Akte 9. Ondertrouw in Oetingen op 8/11/1681 tussen Egidius Suijs van Vollezele en Maria Roosen van Oetingen. Er gehuwd op 22/11/1681. 1682 22. Akte 1. Ondertrouw op 27/12/1681 tussen Christianus Piletz en Catharina De Craen beide van Vollezele. Gehuwd op 7/1/1682. Getuigen: Guilielmus De Craene en Petrus De Groote. 23. Akte 2. Ondertrouw op 10/1/1682 tussen Joannes De Vrou van Tollembeek en Adriana Cauchie van Vollezele. Gehuwd op 1/1/1682 (sic). Getuigen: Nicolaas De Vrou en Adrianus Simeons. 24. Akte 3. Ondertrouw in Denderwindeke op 10/1/1682 tussen Arnoldus Vander Maelen van Vollezele en Anna Bacqueler van Denderwindeke. Er gehuwd. 25. Akte 4. Ondertrouw op 14/8/1682 tussen Judocus Spinnez en Anna Vander Audelinghe beide van Vollezele. Gehuwd op 13/9/1682. Getuigen: Quintina Verhasselt, Petrus Jacobs en Marcus De Rick. 26. Akte 5. Ondertrouw in Galmaarden op 22/8/1682 tussen Joannes Nechelput van Vollezele en Catharina De Bleu van Galmaarden. Gehuwd in Vollezele op 6/9/1682. Getuigen: Petrus Dhamer en Carolus Noygens. 27. Akte 6. Ondertrouw op 20/9/1682 tussen Petrus Stradean van Marcq en Petronella Speldoerens van Vollezele. Gehuwd in Marcq op 31/10/1682. 28. Akte 7. Ondertrouw in Tollembeek op 27/9/1682 tussen Petrus De Pestere van Vollezele en Anna Van Holdre van Tollembeek. Gehuwd in Tollembeek op 3/11/1682. 29. Akte 8. Ondertrouw op 3/10/1682 tussen Petrus Neuckermans van Tollembeek en Joanna Thienpont van Vollezele. Gehuwd op 28/10/1682. Getuigen: Joannes Crens en Adrianus Seghers. 1683 30. Akte 1. Ondertrouw op 2/1/1683 tussen Jacobus Dauwe van Nieuwenhove en Joanna Vuijttenhove van Vollezele. Gehuwd op 17/1/1683. Getuigen: Livinus Mertens en Joannes van Neijghem. 31. Akte 2. Ondertrouw op 6/2/1683 tussen Joannes Esterdaels en Anna De Bruyn beide van Vollezele. Gehuwd op 28/2/1683. Getuigen: Joannes Vander Spinnen en Joannes De Masenere.
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
415
32. Akte 3. Ondertrouw in Edingen op 6/6/1683 tussen Joannes De Backere van Vollezele en Apolonia Schailledeckers van Edingen. Gehuwd in Edingen op 22/6/1683. 1684 33. Akte 1. Ondertrouw op 25/7/1684 tussen Judocus Van Bellinghe en Joanna Pauwels beide van Vollezele. Gehuwd op 27/8/1684. Getuigen: Petrus Van Bellinghe en Mattheus Pauwels. 34. Akte 2. Ondertrouw op 17/8/1684 tussen Guillielmus Thienpont en Petronilla Vander Spinnen. Gehuwd dezelfde dag in de kapel van Raspaille met toelating van de pastoor. Getuigen: Adrianus Vander Spinnen en Catharina Vander Spinnen. 35. Akte 3. Ondertrouw op 6/10/1684 tussen Guillielmus De Ber van Denderwindeke en Maria Du Mont van Vollezele. Gehuwd op 22/10/1684. Getuigen: Joannes Berckmans en Nicolaus Heremans. 36. Akte 4. Ondertrouw op 10/11/1684 tussen Joannes Vander Spinnen en Maria Bernaerd beide van Vollezele. Gehuwd op 26/11/1684. Getuigen: Anthonius Thienpont en Joannes Vanden Berghe. 1685 37. Akte 1. Ondertrouw op 13/1/1685 tussen Petrus Vanden Droogenbrouck van Tollembeek en Petronilla Deschamps van Vollezele. Gehuwd op 30/1/1685. Getuigen: Martinus Vanden Droogenbrouck en Joannes Vanden Droogenbrouck. 38. Akte 2. Ondertrouw op 17/2/1685 tussen Petrus Vischeron van Tollembeek en Elisabeth Pletinx van Vollezele. Gehuwd op 4/3. Getuigen: Jacobus De Valckeneer en Joanna Sirjacobz. 39. Akte 3. Ondertrouw op 26/4/1685 in Geraardsbergen tussen Laurentius Vanden Abbiele van Vollezele en Anna Leuwericx van Geraardsbergen. Gehuwd in Geraardsbergen op 5/5/1685. 40. Akte 4. Ondertrouw in Tollembeek op 18/8/1685 tussen Petrus De Nayere van Tollembeek en Catharina Pletincx van Vollezele. Gehuwd in Vollezele op 2/9/1685. Getuigen: Joannes De Nayere en Abraham Cuvelier. 41. Akte 5. Ondertrouw in Herfelingen op 3/11 tussen Joannes Vander Voirden van Vollezele en Catharina Franchois van Herfelingen. Gehuwd in Herfelingen op 25/11/1685.
416
Getrouwd in de kapel van de Dominicanen van Raspaillebosch. Dit kapelletje bestaat nog steeds en staat aan de voet van de Bosberg. (Ronde van Vlaanderen, na de muur.) Het klooster van de Dominicanen stond echt in het bos, nu aan de rand ervan. Info: Rik Van Hauwe. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
1686 42. Akte 1. Ondertrouw op 2/2/1686 tussen Joannes Alartz van Lennik en Adriana Vuyttenhove van Vollezele. Gehuwd op 27/2. Getuigen: Petrus De Nayere en Judocus Alartz. 43. Akte 2. Ondertrouw op 6/4/1686 in Waarbeke tussen Adrianus Heymans van Nieuwenhove en Joanna Requengien van Vollezele. Gehuwd in Waarbeke op 27/4/1686. 44. Akte 3. Ondertrouw op 20/5/1686 in Nieuwenhove tussen Joannes De Ganseman van Vollezele en Joanna Roose van Nieuwenhove. Gehuwd op 15/11 in Nieuwenhove. 45. Akte 4. Ondertrouw op 24/8/1686 tussen Petrus Walravens van Bogaarden en Joanna Dachelincx van Vollezele. Gehuwd in Bogaarden op 1/9/1686. 46. Akte 5. Ondertrouw in Herne op 6/11/1686 tussen Joannes Weverberch van Vollezele en Adriana Denys van Herne. Gehuwd in Vollezele op 26/11/1686. Getuigen: Anthonius Thienpont en Petrus De Groote. 1687 47. Akte 1. Ondertrouw in Kester op 28/12/1686 tussen Nicolaus Dauwe van Vollezele en Catharina Lutz van Kester. Gehuwd in Vollezele op 12/1/1687. Getuigen Anthonius De Decker en Joannes Eeckaut. 48. Akte 2. Ondertrouw op 5/1/1687 tussen Philipppus Bilteryssen van Tollembeek en Catharina Schaex van Vollezele. Gehuwd op 26/1/1687. Getuigen: Adrianus Jacobz en Machialus De Ganseman 49. Akte 3. Ondertrouw in Herne op 20/1/1687 tussen Gerardus Lostermans en Petronella Langendries. Gehuwd in Vollezele op 1/2/1687. Getuigen Jacobus De Mayere en Joannes De Quicq 50. Akte 4. Ondertrouw op 8/4/1687 tussen Petrus Denijs van Herne en Anna Dhauwer van Vollezele. 51. Akte 5. Ondertrouw op 19/4/1687 tussen Franciscus Le Pevre van Kester en Maria De Coen van Vollezele. Gehuwd in Kester op 16/5/1687. 1688 52. Akte 1. Ondertrouw op 4/1/1688 tussen Augustinus De Genst en Egidia De Ganseman beide van Vollezele. Gehuwd op 18/1/1688. Getuigen: De Genst en Joannes Vasterzaeghen
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
417
53. Akte 2. Ondertrouw op 1/2/1688 tussen Carolus Gillaijns en Martina De Ganseman beide van Vollezele. Getuigen: Nicolaus Heremans en (zonder voornaam) Gillaijns. Gehuwd op 18/2/1688. Getuigen: Nicolaus Heremans en Abraham Cuvelier. 54. Akte 3. Ondertrouw in Gooik op 24/4/1688 tussen Gerardus Van Lathum van Vollezele en Catharina Vander Haeghen van Gooik. Gehuwd in Gooik op 13/5/1688 (getuigen Joannes De Bruijn en Petrus Vander Slachmolen, info Paul De Clerck). 55. Akte 4. Ondertrouw in Oetingen op 15/5/1688 tussen Egidius Dhauwer van Vollezele en Anna Schoonjans van Oetingen. Gehuwd in Oetingen op 10/6/1688. 56. Akte 5. Ondertrouw in Denderwindeke op 15/5/1688 tussen Guillielmus Bosmans van Vollezele en Anthonia De Bus van Denderwindeke. Gehuwd in Denderwindeke op 13/6/1688. 57. Akte 6. Ondertrouw op 29/6/1688 tussen Joannes Lemmens van Denderwindeke en Jasparina Dauwre van Vollezele. Gehuwd in Denderwindeke op 18/7/1688. 58. Akte 7. Ondertrouw op 1/7/1688 tussen Joannes Pennincx van Galmaarden en Guillielma Gansemans van Vollezele. Gehuwd op 25/7/1688. Getuigen: Gerardus Gansemans en Gerardus Somers. 59. Akte 8. Ondertrouw op 3/7/1688 tussen Petrus De Groote en Joanna Somers beide van Vollezele. Gehuwd op 18/7/1688. Getuigen: Anthonius De Decker en Joannes De Vrize. 60. Akte 9. Ondertrouw in Tollembeek op 4/7/1688 tussen Daniel Beckmans van Vollezele en Maria Herpeni van Tollembeek. Gehuwd in Tollembeek op 25/7/1688. 61. Akte 10. Ondertrouw in Gooik op 25/9/1688 tussen Petrus Dachelinx van Vollezele en Catharina De Dobbelere van Gooik. Gehuwd in Gooik op 29/9/1688. 62. Akte 11. Ondertrouw op 3/10/1688 tussen Carolus Begheijn en Petronilla Dachelincx beide van Vollezele. Gehuwd op 25/10/1688. Getuigen Joannes en Adrianus Foubert. 63. Akte 12. Ondertrouw op 9/9/1689 tussen Guillielmus Matthys van Denderwindeke en Judoca Allebos van Vollezele. Gehuwd op 20/9. Getuigen: Petrus Dhasseler en Adrianus Foubert 1689 64. Akte 1. Ondertrouw op 1/1/1689 tussen Rochus Claes en Anna Otz beide van Vollezele. Gehuwd op 11/1. Getuigen Gerardus dHasseler en Joannes Foubert. 65. Akte 2. Ondertrouw op 22/1/1689 tussen Joannes Exterdaels en Adriana De Coster beide van Vollezele. Gehuwd op 2/2/1689. Getuigen Petrus Exterdaels en Abraham Cuvelier. 418
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
66. Akte 3. Ondertrouw op 9/7/1689 tussen Gisbertus Vander Esche van Oetingen en Maria Vander Voorden van Vollezele. Gehuwd op 24/7/1689. Getuigen: Egidius Neetens en Guillielmus De Vleminck. 67. Akte 4. Ondertrouw op 26/7/1689 tussen Joannes Foubert en Barbara Vander Spinnen beide van Vollezele. Gehuwd op 24/8/1689. Getuigen: Adrianus Foubert, Cornelius Haymans en Joannes Eeckaut. 68. Akte 5. Ondertrouw in Herfelingen op 27/8/1689 tussen Joannes Van Eeckaut van Vollezele en Barbara Thienpont van Vollezele. Gehuwd in Vollezele op 9/10/1689. Getuigen: Judocus Thienpont en Judocus Van Eeckaut. 69. Akte 6. Ondertrouw in Herne op 27/8/1689 tussen Joannes Baptist De Nayere van Vollezele en Maria Daminet van Herne. Gehuwd in Herne op 10/9/1689. 70. Akte 7. Ondertrouw op 10/9/1689 tussen Petrus De Masener en Anna Weycke beide van Vollezele. Gehuwd op 10/10/1689. Getuigen: Nicolas en Joannes De Masener. 1690 71. Akte 1. Ondertrouw op 27/12/1689 tussen Joannes De Masener en Adriana Vrancx beide van Vollezele. Gehuwd op 11/1/1690. Getuigen: Joannes Tollembeckx en Marcus Cools. 72. Akte 2. Ondertrouw in Nieuwenhove op 25/3/1690 tussen Joannes Vanden Berghe van Vollezele en Anna De Smet van Nieuwenhove. Gehuwd in Nieuwenhove op 12/4/1690. 73. Akte 3. Ondertrouw in Herne op 19/4/1690 tussen Martinus Brisaert van Herne en Joanna Tollembeck van Vollezele. Gehuwd in Vollezele op 4/5/1690. Getuigen: Judocus De Masenere, Stephanus Van Holdre en Joannes Gilbert. 74. Akte 4. Ondertrouw op 4/11/1690 tussen Joannes Somers en Elisabeth De Dobbeler beide van Vollezele. Gehuwd op 15 november. Getuigen: Gherardus en Joannes Baptist De Vrou en Abraham Cuvelier. 75. Akte 5. Ondertrouw op 25/12/1690 tussen Marcus Cools en Jacoba Soinillion beide van Vollezele. Gehuwd op 9/1/1691. Getuigen: Marcus Derick, Joannes De Vrize en Joannes Tollembecx 1691 76. Akte 1. Ondertrouw op 5/1/1691 tussen Christianus Van Eeckaut en Jacoba Pardaens beide van Vollezele. Gehuwd op 24/1/1691. Getuigen: Marcus De Rick en Martinus Vander Kelen. 77. Akte 2. Ondertrouw op 16/1/1691 tussen Gerardus Somers van Galmaarden en Maria De Dobbeler van Vollezele. Gehuwd op 28/1/1691. Getuigen: Joannes De Vroede, Guillielmus Slenere en Hendricus Verhasselt Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
419
78. Akte 3. Ondertrouw in Oetingen op 21/1/1691 tussen Anthonius Picque van Vollezele en Catharina De Sagre van Oetingen. Gehuwd in Oetingen. 79. Akte 4. Ondertrouw in Nieuwenhove op 9/2/1691 tussen Gerardus De Ganseman van Vollezele en Anna Cortvrint van Nieuwenhove. Gehuwd in Nieuwenhoven op 25/2/1691. 80. Akte 5. Ondertrouw op 5/5/1691 tussen Guillielmus Otz van Herne en Barbara Elincx van Vollezele. Gehuwd op 17/7/1691. Getuigen: Joannes Bilteryssen en Joannes Otz. 1692 81. Akte 1. Ondertrouw op 12/1/1692 en gehuwd in onze kerk tussen Guillielmus Vander Roost en Judoca Vastersagers beide van Vollezele. Gehuwd op 27/1/1692. Getuigen: Petrus Vander Roost en Joannes Buckins. 82. Akte 2. Ondertrouw op 29/1 tussen Joannes De Masener van Kester en Joanna De Smet. Gehuwd op 13/2/1692. Getuigen: Adam Bellemans en Adrianus Bellemans beide van Kester. 83. Akte 3. Ondertrouw op 2/5 tussen Egidius Allert geboren in Tollembeek en Catharina De Antschutter van Vollezele. Gehuwd op 20/5/1692. Getuigen: Martinus De Anschutter en Abraham Cuvelier van Vollezele. 84. Akte 4. Adrianus Vanden Berge van Vollezele en Maria Vasteels van Zandbergen. Ondertrouw en trouw op 23/7/1692. Getuigen: Jacobus De Vos en Abraham Cuvelier beide van Vollezele. 85. Akte 5. Ondertrouw tussen Joannes Crispiels van Denderwindeke en Catharina De Ganseman. Gehuwd ? 86. Akte 6. Ondertrouw in Oetingen op 23/10/1692 tussen Petrus Rygaert van Oetingen en Francisca De Ber van Vollezele. Gehuwd op 9/11/1692. Getuigen: Joannes Van Lier van Vollezele en Joannes Christiaens van Oetingen. 1693 87. Akte 1. Ondertrouw op 4/4/1693 tussen Michael Gierts van Herfelingen en Elisabeth Stevens van Vollezele. Gehuwd op 30/4. Getuigen: Guilielmus De Vuyst en Anthonius De Jonge van Herfelingen. 88. Akte 2. Ondertrouw op 29/4/1693 tussen Joannes Nerincx en Maria Dhenau. Gehuwd op 10/5/1693. Getuigen Christianus Thienpont en Judocus De Ro.
420
geen vermelding van datum Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
89. Akte 3. Ondertrouw op 1/7/1693 tussen Eligius Vander Roost en Joanna Brouckmans beide van Vollezele. Gehuwd op 19/7/1693. Getuigen Jacobus De Vos en Judocus Vanderroost. 90. Akre 4. Ondertrouw op 18/10/1693 tussen Gerardus De Quick en Maria Du Mont beide van Vollezele. Gehuwd op 5/11. Getuigen: Adrianus De Quick en Petronella Du Mont. 91. Akte 5. Ondertrouw op 2/10/1693 tussen Antonius De Deckere en Margareta Hircon beide van Vollezele. Gehuwd op 28/10. Getuigen: Judocus Vanden Hichout en Abraham Cuvelier. 92. Akte 6. Ondertrouw op 24/10/1693 tussen Gerardus Van Hassel en Maria De Pestere. Gehuwd op 22/11/1693. Getuigen Adrianus De Quick en Georgius De Mel. 1694 93. Akte 1. Zijn getrouwd op 30/1/1694 Joannes Viewaeter en Elisabeth De Vrou. Getuigen: Antonius Boisdenghien en Petrus zijn zoon. 94. Akte 2. Zijn getrouwd op 15/2/1694, Rolandus De Rijcke en Jasperina Weuverbergh. Getuigen: Philippus De Corte en Joannes De Rijcke 95. Akte 3. Zijn getrouwd op 9/5/1694, Adrianus De Middeleer en Maria Beauvarlet. Getuigen: Christianus Thienpont en Maria De Middeleer. 96. Akte 4. Zijn getrouwd op 16/5/1694, Joannes Van Riepinghe en Maria Gansemans. Getuigen: Christianus Thienpont en Joannes De Middeleer. 97. Akte 5. Zijn getrouwd op 25/7/1694, Egidius Rutens et Juliana Gansemans. Getuigen: Joannes Pardoiens et Antonius De Mauseneer. 98. Akte 6. Zijn getrouwd op 21/10/1694, Joannes Van Langenhove en Petronilla Schriaeye. Getuigen: Adrianus De Quicq en Catharina Van Langenhove. 99. Akte 7. Zijn getrouwd op 28/10/1694, Judocus De Mil en Maria Claes. Getuigen: Georgius De Mil en Petrus Van Belle. 100. Akte 8. Zijn getrouwd op 31/11, Christianus Thienpont en Maria De Middeler. Getuigen: Antonius Thienpont en Joannes Baptist De Middeleer. 1695 101. Akte 1. Zijn getrouwd op 30/1/1695, Joannes De Smet en Maria Voorwaijck. Getuigen: Joannes Roosens en Petrus Maes. 102. Akte 2. Zijn getrouwd op 5/2/1695, Judocus Van Hiechout en Elisabeth Du Buysson. Getuigen: Petrus Du Buysson en Elisabeth De Middeleer. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
421
103. Akte 3. Zijn getrouwd op 6/2/1695, Joannes Van Bellinghen en Catharina De Gaest. Getuigen: Martina De Miel en Anna De Miel. 104. Akte 4. Zijn getrouwd op 13/2/1695, Judocus Allert en Adriana De Coster. Getuigen: Adrianus Jacobs en Adrianus Gallemarts. 105. Akte 5. Zijn getrouwd op 10/2/1695, Joannes Persoens en Catharina Langenhove. Getuigen: Gerardus Weverberghe en Catharina Weverberghe. 106. Akte 6. Zijn getrouwd op 14/4/1695, Adrianus Lystermans en Maria Coppens. Getuigen: Petrus Coppens en Jacobus De Maijer. 1696 107. Akte 1. Zijn getrouwd op 7/1/1696, Judocus Hallars en Joanna Weuverberghs. Getuigen: Rainardus Fiviest en Catharina Cuvelier. 108. Akte 2. Zijn getrouwd op 17/6/1696, Adrianus De Quick en Catharina Roosens. Getuigen: Gerardus en Joannes Roosens. 109. Akte 3. Zijn getrouwd op 24/6/1696, Joannes Tollembecks en Adriana Gansemans. Getuigen: Jacobus Coels en Joannes De Vrieze. 110. Akte 4. Ondertrouw tussen Stephanus Rebs en Catharina Vander Eecke, gehuwd in Herne (Huwelijk in Herne op 10/7/1696, hij wordt aldaar vermeld als Etienne Reps) 111. Akte zonder nummer, zijn ook op 24/6/1696 gehuwd in Denderwindeke Joannes Criespiels en Catharina Vyttenhove. 112. Akte 5. Zijn getrouwd op 25/11/1696, Joannes De Vrieze en Anna De Mil. Getuigen: Jacobus De Vos en Georgius De Mil. 113. Akte 6. Zijn getrouwd op 29/11/1696, Petrus De Coen en Martina De Mil. Getuigen: Joannes en Carolus De Coen. 1697 114. Akte 1. Zijn getrouwd op 22/1/1697, Anthonius Vande Roost en Petronella Criespiels. Getuigen: Adrianus Vande Roost en Judocus Thienpont 115. Akte 2. Zijn getrouwd op 24/11/1697, Georgius De Mil en Catharina Alleboeys. Getuigen: Boisdenghien en Joannes De Vroeu 1698 116. Akte 1. Zijn getrouwd op 26/1/1698, Joannes Van den Abeel en Joanna Meremans. Getuigen: Petrus en Mattheus Van den Abeel 422
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
117. Akte 2. Zijn getrouwd op 12/2/1698, Joannes Lambertus Favelie en Theresia Martien. Getuigen: Nicolas Martien en Maria Joanna Martien. 1699 118. Akte 1. Zijn getrouwd op 21/6/1699, Petrus De Roije en Maria Stevens. Getuigen: Mattheus Stevens en Egidius De Roye 119. Akte 2. Ondertrouw op 18/7/1699 tussen Joannes Baptist De Middeler en Catharina Gallez, gehuwd op 2/8. Getuigen Judocus Damiens en Clara De Middeler. 1700 120. Akte 1. Ondertrouw op 8/8 tussen Joannes Van der Spinne en Adriana Heuninx Gehuwd op dezelfde dag. Getuigen: Joannes Heuninx en Catharina Weuverbergh 121. Akte 2. Ondertrouw op 24/3/1700 tussen Arnoldus Van de Neucker van Tollembeek en Maria Beauvarlet van Vollezele. Getrouwd op 20/4/1700. Getuigen: Joannes Van de Neucker en Catharina De Vos. 122. Akte 3. Ondertrouw op 27/3/1700 tussen Joannes Baptist De Middeler en Anna Maria Walravens. Getrouwd op 20/4/1700. Getuigen: Franciscus Walravens en Jacobus Middeler. 123. Akte 4. Ondertrouw op 18/9/1700 tussen Petrus Van der Eelst en Maria Sommers. Getrouwd op 24/10/1700. Getuigen: Jacobus Dedeyn en Guilielmus Sommers 124. Akte 5. Ondertrouw op 18/9/1700 in Galmaarden tussen Petrus Van Belle en Anna De Blander. Getrouwd op 10/10. Getuigen: Petrus Boisdenghien en Egidius Van Belle. 125. Akte 6. Ondertrouw op 30/10/1700 tussen Petrus Van den Abiel en Maria Anna Luicx. Getrouwd op 3/11. Getuigen: Maria Van den Abiel en Carola Leucx. 1701 126. Akte 1. Getrouwd op 6/2/1701 Joannes Baptist Le Bacq en Petronella Weuverbergh. Getuigen: Joannes Van Daul en Martinus De Coster. 127. Akte 2. Ondertrouw op 4/4/1701 tussen Livinus Van Heerweghe en Joanna Pillet. Getuigen: Carolus Claus en Philippa Pillet.Gehuwd op 30/4/1701 met dezelfde getuigen. 128. Akte 3. Ondertrouw op 9/8/1701 tussen Petrus Martinus Dallie en Elisabeth Middeler. Getrouwd (zonder datum en geen vermelding van getuigen)
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
423
129. Akte 4. Ondertrouw op 24/9/1701 tussen Egidius Allert en Maria De Saugher. Getuigen: Martinus Anscutter en Barbara Anscutter. Getrouwd op 5/11. Getuigen: Abraham Cuvelier en Joanna Va(n)riepinghe. 130. Akte 5. Ondertrouw op 12/11/1701 tussen Judocus Vastesaegher en Martina Allebos. Getrouw op 26/11/1701. Getuigen: Paulus Allebos en Joannes De Vreu. 1702 131. Akte 1. Ondertrouw op 24/1/1702 tussen Paulus Ghignij en Catharina De Vos. Getuigen: Jacobus De Vos en Clara De Middeler. Getrouwd op 3/2/1702 met dezelfde getuigen. 132. Akte 2. Ondertrouw op 28/6/1702 tussen Egidius Uyttenhove en Barbara Anscutter. Getuigen: Petrus Van Eeckenroede en Maria Uyttenhove. Gehuwd in Kester op 15/7/1702 133. Akte 3. Ondertrouw op 19/7/1702 tussen Cristophorus De Roe en Joanna Dhauve. Getuigen Paulus Allebas en Maria Dhauve. Gehuwd in Waarbeke. 134. Akte 4. Ondertrouw op 14/10/1702 tussen Adrianus Anscutter et Elisabeth De Ro. Getuigen Martinus Anscutter en Egidius Uyttenhove. Gehuwd met dezelfde getuigen. 135. Akte 5. Ondertrouw op 4/11/1702 tussen Paulus Allebas en Adriana Pillet. Getuigen Joannes De Vra en Adriana Dhauve. Gehuwd op 26/11/1702. Getuigen Adrianus Dhauve en Jacobus Eeckhaut. 1703 136. Akte 6. Ondertrouw op 1/2/1703 tussen Petrus Ernestus Corbisens et Carolina Leux. Getuigen: Martinus Beauvarlet en Adrianus Leux. Gehuwd met dezelfde getuigen op 12/2/1703 137.Akte 1. Ondertrouw tussen Guilelmus De Vrieze en Elisabeth De Valkeneer. Gehuwd op 9/5/1703. Getuigen Nicolas Valkener en Gerardus Gansemans. 138. Akte 2. Ondertrouw in Viane tussen Henricus Helinx en Anna De Meye. Gehuwd in Vollezele. Getuigen: Nicolaus Helinx en Elisabeth De Veuijst. 139. Akte 3. Ondertrouw in Oetingen tussen Egidius Uyttenhove en Anna Heremans. Gehuwd te Oetingen. 140. Akte zonder nummer. Ondertrouw in Appelterre tussen Jacobus De Deyne en Joanna Lanckmans, en er gehuwd. 141. Akte 4. Ondertrouw tussen Adrianus Van Teinberghe en Elisabeth Barbara Anscutter. Getuigen: Martinus Anscutter en Catharina De Bonte. Gehuwd op 13/6/1703 met dezelfde getuigen. 424
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
142. Akte 4. Ondertrouw tussen Nicolas De Mil en Adriana Allebos. Getuigen: Joannes Boisdenghien en Adriana Van Belle. Gehuwd op 11/11/1703 met dezelfde getuigen. 143. Akte 5. Ondertrouw op 3/11/1703 in Galmaarden tussen Joannes Fonteyne en Clara Meyskens. Gehuwd op 23/11/1703 in Vollezele. Getuigen Henricus Meyskens en Antonius De Vos. 144. Akte 6. Ondertrouw op 10/11/1703 tussen Judocus De Vauyst en Adriana Vastesaghe. Getuigen: Johannes en Anna Vastesave. Gehuwd op 25/11/1703. Getuigen: Antonius Roosens en Josina Vastesave. 1704 145. Akte 1. Ondertrouw op 10/3/1704 tussen Guilelmus Gallopein en Maria Anna Weverbergh. Gehuwd door de pastoor Halle. 146. Akte 2. Ondertrouw op 10/8/1704 tussen Judocus Vagueek en Adriana Helinx. Gehuwd. 147. Akte 3. Ondertrouw tussen Jacobus De Vos en Anna Van der Spinne. Getuigen: Paulus Garnie en Barbara Cuvelier. Gehuwd op 7/10. Getuigen Jacobus De Middeler en Philippus Pletinx. 1705 148. Akte 1. Ondertrouw op 28/3/1705 tussen Martinus De Cester en Margareta Van Bellinghen. Getuigen: Nicolas De Coster en Martinus Van Bellinghen. 149. Akte 2. Ondertrouw op 13/6/1705 tussen Joannes Delein en Christina Mouremans. Getuigen: Gerardus Weuverbergh en Maria Mouremans. Gehuwd op 28/6/1705 met dezelfde getuigen. 150. Akte 3. Ondertrouw op 3/8/1705 tussen Victor Coppens van Heikruis en Anna Negelput. Getuigen: Adrianus Negelput en Catharina Negelput. Gehuwd op 30/8/1705 met dezelfde getuigen. 151. Akte 4. Ondertrouw op 7/11/1705 tussen Petrus Tollenbeck en Josina Vastesave. Getuigen: Guilelmus Langendries en Joanna Vastesave. Gehuwd op 25/11/1705. Getuigen: Jacobus Coels en Philippus Pletinx 1706 152. Akte 1. Ondertrouw op 24/1/1706 tussen Livinus Jacobs van Galmaarden en Elisabeth Goens van Vollezele. Getuigen Martinus Den Derden en Catharina Goens. 153. Akte 2. Ondertrouw op 15/4/1706 tussen Franciscus Degeijs en Petronella Buckens. Gehuwd op 2/5/1706. Getuigen Guilelmus Pillet en Nicolas Helinx. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
425
154. Akte 3. Gehuwd op 21/5/1706 Martinus Deschamps van Vollezele en Maria Van Vrecken van Denderwindeke. Getuigen: Joannes Drogenbrouck en Bernardus De Middeler. 155. Akte 4. Ondertrouw in mei 1706 tussen Henricus Van Belle en Joanna De Naijer. Getuigen Egidius Van Belle en Gregorius Van Bellinghe. Gehuwd op 6/6/1706. Getuigen Gregorius Van Bellinghe en Dionisius Leux (tekent Leuckx). De bruidegom en de bruid kunnen niet schrijven. 156. Akte 5. Ondertrouw op 23/6/1706 tussen Egidius Van Riepinghe van Vollezele en Maria Heymans van Waarbeke. Gehuwd op 29/6/1706. Getuigen: Martinus Pardaens en Martinus Van der Eecke. 157. Akte 6. Ondertrouw op 7/8/1706 tussen Adrianus De Crous en Maria Van den Bos. Gehuwd op 14/8/1706. Getuigen: Petrus De Crous en Adriana Lanbereck. De bruid kan niet schrijven. 158. Akte 7. Ondertrouw op 9/10/1706 tussen Judocus Van der Keelle van Oetingen en Martina De Gansemans van Vollezele. Gehuwd op 24/10/1706. Getuigen: Joannes Vastesaghen en Jacobus Masener. Het paar kan niet schrijven. 1707 159. Akte 1. Ondertrouw op 17/12 tussen Adrianus Agneessen en Catharina Nieubourgh. Gehuwd op 7/1/1708 (sic, is 1707). Getuigen: Meester Joannes Boillé en Nicolas Callebo. 160. Akte 2. Ondertrouw op 22/1/1707 tussen Petrus Van de Velde en Adriana De Naijer. Gehuwd op 7/2/1707. Getuigen: Joannes De Viewaeter en Joanna De Middeler. Kunnen niet schrijven. 161. Akte 3. Ondertrouw op 22/1/1707 tussen Martinus Anscutter en Catharina De Bonte. Gehuwd op 6/2/1707. Getuigen: Nicolaus Helinx en Joannes Pillet. 162. Akte 4. Ondertrouw op 16/4/1707 tussen Anthonius Den Decker en Josina Havaerts Gehuwd op 13/5/1707. Getuigen: Jacobus Eeckhout en Philippus Van Der Maele. De bruidegom kan niet schrijven. 163. Akte 5. Ondertrouw op 18/6/1707 tussen Judocus Van der Keele en Joanna Van de Roost. Gehuwd op 3/7/1707. Getuigen Jacobus Masener en Catharina Heuninx. Niemand kan schrijven. 164. Akte 6. Ondertrouw op 9/7/1707 tussen Nicolas De Coster en Catharina Elias Gehuwd op 24/7/1707. Getuigen: Guilelmus Pletinx (tekent Pletinckx) en Arnoldus Vits (tekent De Vidts)
426
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
Plaatsenindex Appelterre, 140 Bogaarden, 45 Brussel, 2 Denderwindeke, 3, 4, 24, 35, 56, 57, 63, 85, 111, 154 Enghien, 32 Galmaarden, 1, 26, 58, 77, 124, 143 Geraardsbergen, 39 Gooik, 54 61 Heikruis, 150 Herfelingen, 41, 68, 87 Herne, 46, 49, 50, 69, 73, 80, 110 Hove, 16 Kester, 47, 51, 82, 132
Lennik, 42 Marcq, 27 Nieuwenhove, 20, 30, 43, 44, 72, 79 Oetingen, 7, 21, 55, 66, 78, 86, 139, 158 Schendelbeke, 18 Tollembeek, 6, 9, 15, 23, 28, 29, 37, 38, 40, 48, 60, 71, 83, 121 Viane, 138 Vollezele, 1 tot 9, 11, 13 tot 17, 19 tot 33, 35 tot 81, 83, 84, 86, 87, 89 tot 91, 121, 150, 152, 154, 156, 158 Waarbeke, 8, 43, 133, 156 Zandbergen, 84
Alfabetische namenlijst met de volgnummers Agneese, Maria, 15 Agneessen, Adrianus, 159 Alartz, Joannes, 42 Alartz, Judocus, 42 Allebas, Paulus, 130, 133 Alleboeys, Catharina, 115 Allebos, Adriana, 142 Allebos, Martina, 130 Allebos, Paulus, 135 Allert, Egidius, 83, 129 Allert, Joannes, 15 Allert, Judocus, 104 Allibos, Judoca, 63 Anschutter, Adrianus, 134 Anschutter, Barbara, 132 Anschutter, Martinus, 134 Anscutter, Barbara, 129 Anscutter, Elisabeth Barb., 141 Anscutter, Martinus : 129, 141, 161 Bacqueler, Anna, 24 Beauvarlet, Maria, 95, 121 Beauvarlet, Martinus, 136 Beckmans, Daniel, 60 Begheijn, Carolus, 62 Bellemans, Adam, 82 Bellemans, Adrianus, 82 Berckmans, Joannes, 35 Bernaerd, Maria, 36
Beuckelmans, Ghislena, 14 Bilterijssen, Franciscus, 3 Bilteryssen, Joannes, 80 Bilteryssen, Philippus, 48 Boillé, Joannes, 159 Boisdenghien, Anthonius, 93 Boisdenghien, Joannes, 142 Boisdenghien, N.N., 115 Boisdenghien, Petrus, 93, 124 Bosmans, Guillielmus, 56 Breumeels, Maria, 13 Brisaert, Martinus, 73 Brouckmans, Joanna, 89 Buckens, Petronella, 153 Buckins, Joannes, 81 Callebo, Nicolaus, 159 Cauchie, Adriana, 23 Christiaens, Joannes, 86 Claes, Maria, 99 Claes, Rochus, 64 Claus, Carolus, 127 Coels, Jacobus, 109, 151 Cools, Jacobus, 5 Cools, Marcus, 71, 75 Coppens, Maria, 106 Coppens, Petrus, 106 Coppens, Victor, 150 Corbisens, Petrus Ernest., 136 Cortvrint, Anna, 79
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
427
Crens, Joannes, 29 Criespiels, Joannes, 111 Criespiels, Petronella, 114 Crispiels, Joannes, 85 Cuvelier, Abraham, koster, 1, 5, 13, 14, 17, 40, 65, 74, 83, 84, 91, 129 Cuvelier, Barbara, 147 Cuvelier, Catharina, 107 Dachelincx, Joanna, 45 Dachelincx, Petronilla, 62 Dachelinx, Petrus, 61 Dallie, Petrus Martinus, 128 Damiens, Judocus, 119 Daminet, Maria, 69 Dauwe, Jacobus, 30 Dauwe, Nicolaus, 47 Dauwer, Adriana, 10 Dauwre, Jasparina, 57 De Rick, Marcus, 25 De Anschutter, Martinus, 83 De Antschutter, Catharina, 83 De Backere, Joannes, 32 De Ber, Francisca, 86 De Ber, Guillielmus, 35 De Blander, Anna, 124 De Bleu, Catharina, 26 De Bonte, Catharina, 141, 161 De Bonte, Judocus, 3 De Bruijn, Anna, 31 De Bruijn, Joannes, 54 De Bus, Anthonia, 56 De Cester, Martinus, 148 De Coen, Carolus, 113 De Coen, Joannes, 113 De Coen, Maria, 51 De Coen, Petrus, 113 De Corte, Philippus, 94 De Coster, Adriana, 65, 104 De Coster, Martinus, 126 De Coster, Nicolaus, 148, 164 De Craene, Catharina, 22 De Craene, Guilielmus, 22 De Crous, Adrianus, 157 De Crous, Petrus, 157 De Decker, Anthonius, 47, 59 De Deckere, Antonius, 91 De Derden, Martinus, 152 Dedeyn, Jacobus, 123 428
De Deyne, Jacobus, 140 De Dobbeler, Elisabeth, 74 De Dobbeler, Maria, 77 De Dobbelere, Catharina, 61 De Gaest, Catharina, 103 De Ganseman, Catharina, 85 De Ganseman, Egidia, 52 De Ganseman, Gerardus, 79 De Ganseman, Jaspar, 15 De Ganseman, Joannes, 44 De Ganseman, Machialus, 48 De Ganseman, Martina, 53 De Gansemans, Martina, 158 Degeijs, Franciscus, 153 De Genst, , 52 De Genst, Augustinus, 52 De Groote, Petrus, 22, 46, 59 De Jonge, Anthonius, 87 Dejonghe, Judocus, 14 De Lein, Joannes, 149 De Lo, Elisabeth, 134 De Maijer, Jacobus, 106 De Masener, Joannes, 70, 71, 82 De Masener, Nicolaus, 70 De Masener, Petrus, 70 De Masenere, Joannes, 31 De Masenere, Judocus, 73 De Mauseneer, Antonius, 97 De Mayere, Jacobus, 49 De Mel, Georgius, 92 De Meye, Anna, 138 De Middeleer, Adrianus, 95 De Middeleer, Elisabeth, 102 De Middeleer, Joannes, 96 De Middeleer, J/B, 100 De Middeleer, Maria, 95 De Middeler, Bernardus, 154 De Middeler, Clara, 119 De Middeler, Jacobus, 147 Demiddeler, Joanna, 160 De Middeler, J/B, 119, 122 De Middeler, Maria, 100 De Miel, Anna, 103 De Miel, Martina, 103 De Mil, Anna, 112 De Mil, Georgius, 99, 112, 115 De Mil, Joanna, 11 De Mil, Judocus, 99
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
De Mil, Martina, 113 De Mil, Nicolaus, 142 Denaijer, Adriana, 160 De Naijer, Joanna, 155 De Naijere, Joanna, 9 De Naijere, Petrus, 40 De Nayere, Adrianus, 1 De Nayere, Joannes, 40 De Nayere, J/B, 69 De Nayere, Petrus, 42 Den Decker, Anthonius, 162 Denijs, Petrus, 50 Denys, Adriana, 46 De Pestere, Maria, 92 De Pestere, Petrus, 28 De Quick, Adrianus, 90, 92, 108 De Quick, Gerardus, 90 De Quicq, Adrianus, 98 De Quicq, Joannes, 49 De Rick, Marcus, 76 Derick, Marcus, 75 De Rijcke, Joannes, 94 De Rijcke, Rolandus, 94 De Ro, Judocus, 88 De Roe, Christophorus, 133 De Roije, Egidius, 118 De Roije, Petrus, 118 De Sagre, Catharina, 78 De Saugher, Maria, 129 Deschamps, Martinus, 154 Deschamps, Petronilla, 37 De Smet, Anna, 72 De Smet, Joanna, 82 De Smet, Joannes, 101 De Valckenere, Jacobus, 38 De Valkeneer, Elisabeth, 137 De Vauyst, Judocus, 144 De Veewauter, Joannes, 1 De Veuijst, Elisabeth, 138 De Viewaeter, Joannes,93,160 De Vleminck, Guillielmus, 66 De Vos, Antonius, 143 De Vos, Catharina, 131 De Vos, Catharina, 121 De Vos, Jacobus, 131 De Vos, Jacobus, 112 De Vos, Jacobus, 147 De Vos, Jacobus, 89
De Vos, Jacobus, 84 De Vreu, Joannes, 130 De Vrieze, Guilelmus, 137 De Vrieze, Joannes, 109, 112 De Vrize, Joannes, 59, 75 De Vroede, Joannes, 77 De Vroeu, Joannes, 115 De Vrou, Elisabeth, 93 De Vrou, Gherardus, 74 De Vrou, Joannes, 23 De Vrou, Joannes Baptista, 74 De Vrou, Nicolaus, 23 De Vuyst, Guilielmus, 87 dHasseler, Gerardus, 64 Dhasseler, Petrus, 63 dHasseller, Egidius, 11, 12 dHassellere, Christianus, 11 dHaumer, Petrus, 26 Dhauve, Adriana, 135 Dhauve, Adrianus, 135 Dhauve, Joanna, 133 Dhauve, Maria, 133 dHauver, Joanna, 3 Dhauwer, Anna, 50 Dhauwer, Egidius, 55 Dhenau, Maria, 88 Dionghe, Catharina, 8 Dionghe, Cornelius, 6 Drogenbrouck, Joannes, 154 Du Buysson, Elisabeth, 102 Du Buysson, Petrus, 102 Du Mont, Maria, 35, 90 Du Mont, Petronella, 90 Eeckaut, Joannes, 67 Eeckhaut, Joannes, 47 Eeckhout, Jacobus, 135, 162 Elias, Catharina, 164 Elincx, Barbara, 80 Esterdaels, Joannes, 31 Esterdaels, Martina, 4 Everaerts, Franciscus, 14 Everard, Franciscus, 8 Exterdaels, Joannes, 65 Exterdaels, Petrus, 65 Fauvelie, Joannes Lamb., 117 Fivies, Rainardus, 107 Fonteyne, Joannes, 143 Foubert, Adrianus, 62, 63, 67 Foubert, Joannes, 62, 64, 67
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
429
Franchois, Catharina, 41 Gallemarts, Adrianus, 104 Gallez, Catharina, 119 Gallopein, Guilelmus, 145 Ganseman, Guillielma, 58 Gansemans, Adriana, 109 Gansemans, Gerardus, 58, 137 Gansemans, Juliana, 97 Gansemans, Maria, 96 Garnie, Paulus, 147 Ghigny, Paulus, 131 Gierts, Michael, 87 Gilbert, Joannes, 73 Gillaijus, Carolus, 53 Gillajus, , 53 Goens, Catharina, 152 Goens, Elisabeth, 152 Hallars, Judocus, 107 Halle, 145 Havaerts, Josina, 162 Haymans, Cornelius, 67 Helinx, Adriana, 146 Helinx, Henricus, 138 Helinx, Nicolaus, 138, 153, 161 Heremans, Anna, 139 Heremans, Nicolaus, 35, 53 Herpeni, Maria, 60 Heuninx, Adriana, 120 Heuninx, Catharina, 163 Heuninx, Joannes, 120 Heymans, Adrianus, 43 Heymans, Maria, 156 Hircon, Margareta, 91 Jacobs, Adrianus, 104 Jacobs, Livinus, 152 Jacobs, Petrus, 25 Jacobz, Adrianus, 48 Joannes, DeVra, 135 Lanbereck, Adriana, 157 Lanckmans, Joanna, 140 Langendries, Guilelmus, 151 Langendries, Petronella, 49 Langenhove, Catharina, 105 Le Bacq, Joannes Baptista, 126 Lemmens, Joannes, 57 Le Pevre, Franciscus, 51 Leucx, Carola, 125 Leuwericx, Anna, 39 Leux, Adrianus, 136 430
Leux, Carolina, 136 Leux, Dionisius, 155 Lostermans, Gerardus, 49 Luicx, Maria Anna, 125 Lutz, Catharina, 47 Luycx, Catharina, 7 Lystermans, Adrianus, 106 Maes, Petrus, 101 Martien, Maria Joanna, 117 Martien, Nicolaus, 117 Martien, Theresia, 117 Masener, Jacobus, 158, 163 Matthys, Guillielmus, 63 Meremans, Joanna, 116 Mertens, Livinus, 30 Meyskens, Clara, 143 Meyskens, Henricus, 143 Middeler, Clara, 131 Middeler, Elisabeth, 128 Middeler, Jacobus, 122 Mouremans, Christina, 149 Mouremans, Maria, 149 Nechelput, Joannes, 26 Nechelput, Judocus, 4, 10, 18 Neetens, Egidius, 66 Negelput, Adrianus, 150 Negelput, Anna, 150 Negelput, Catharina, 150 Nerincx, Joannes, 88 Nerincx, Teresia, 18 Neuckermans, Petrus, 9, 29 Nieubourgh, Catharina, 159 Noirbourg, Barbara, 17 Noygens, Carolus, 26 Otz, Anna, 64 Otz, Guillielmus, 80 Otz, Joannes, 80 Pardaens, Andreas, 3 Pardaens, Hieronimus, 13 Pardaens, Jacoba, 76 Pardaens, Joannes, 13 Pardaens, Martinus, 156 Pardoiens, Joannes, 97 Pauwels, Joanna, 33 Pauwels, Mattheus, 33 Pe dictus Loijer, Carolus, 16 Pennincx, Joannes, 58 Persoens, Joannes, 105 Picque, Anthonius, 78
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
Piletz, Christianus, 22 Pillet, Adriana, 135 Pillet, Guilelmus, 153 Pillet, Joanna, 127 Pillet, Joannes, 161 Pillet, Philippa, 127 Pinnet, Judocus, 19 Pletincx, Catharina, 40 Pletinx, Elisabeth, 38 Pletinx, Guilelmus, 164 Pletinx, Philippus, 147, 151 Rebs, Stephanus, 110 Requengien, Joanna, 43 Roose, Joanna, 44 Roosen, Maria, 21 Roosens, Anthonius, 144 Roosens, Catharina, 108 Roosens, Gerardus, 108 Roosens, Joannes, 101, 108 Rutens, Egidius, 97 Rygaert, Petrus, 86 Schaex, Catharina, 48 Schailledeckers, Apolonia, 32 Schoonjans, Anna, 55 Schriaeye, Petronella, 98 Seghers, Adrianus, 29 Simeons, Adrianus, 23 Sirjacobs, Joanna, 38 Slenere, Giellielmus, 77 Soinillion, Jacoba, 75 Somers, Gerardus, 77 Somers, Gerardus, 58 Somers, Joanna, 59 Somers, Joannes, 74 Sommers, Guilielmus, 123 Sommers, Maria, 123 Soumelions, Maria, 5 Speldoerens, Petronella, 27 Spinnez, Judocus, 25 Stevens, Elisabeth, 87 Stevens, Maria, 118 Stevens, Mattheus, 118 Stradean, Petrus, 27 Suijs, Egidius, 21 Thienpont, Adrianus, 4 Thienpont, Anthonius, 36, 46, 100 Thienpont, Barbara, 68 Thienpont, Christianus,88, 95, 96, 100 Thienpont, Erasmus, 10
Thienpont, Gherardus, 4 Thienpont, Guillielmus, 34 Thienpont, Joanna, 29 Thienpont, Judocus, 68, 114 Tollembeck, Joanna, 73 Tollembecks, Joannes, 109 Tollembeckx, Guillielmus, 5 Tollembeckx, Joannes, 71 Tollembecx, Joannes, 75 Tollenbeck, Petrus, 151 Uyttenhove, Egidius, 132, 134, 139 Uyttenhove, Maria, 132 Vagueek, Judocus, 146 Valkeneer, Nicolaus, 137 Van Belle, Adriana, 142 Van Belle, Egidius, 124, 155 Van Belle, Henricus, 155 Van Belle, Petrus, 99, 124 Van Bellinghe, Gregorius, 155 Van Bellinghe, Joannes, 17 Van Bellinghe, Judocus, 17, 33 Van Bellinghe, Petrus, 33 Van Bellinghen, Joannes, 103 Van Bellinghen, Margareta, 148 Van Bellinghen, Martinus, 148 Van Daul, Joannes, 126 Vanden Abbiele, Laurentius, 39 Van den Abeel, Joannes, 116 Van den Abeel, Mattheus, 116 Van den Abeel, Petrus, 116 Van den Abiel, Maria, 125 Van den Abiel, Petrus, 125 Vanden Berge, Adrianus, 84 Vanden Berghe, Christ., 19 Vanden Berghe, Joannes: 11, 12, 36, 72 Van den Bos, Maria, 157 Van de Neucker, Arnoldus, 121 Vande Neucker, Catharina, 6 Van de Neucker, Joannes, 121 Vanden Hichout, Judocus, 91 Vander Audelinghe, Anna, 25 Vander Eecke, Catharina, 110 Van der Eecke, Martinus, 156 Vander Eecken, Judocus, 19 Van der Eelst, Petrus, 123 Vander Esche, Gisbertus, 66 Vander Haeghen, Catharina, 54 Van der Keele, Judocus, 163
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
431
Van der Keelle, Judocus, 158 Vanderkelen, Maria, 2 Vander Kelen, Martinus, 76 Van Dermaele, Philippus, 162 Vander Maelen, Arnoldus,20,24 Vander Maelen, Gherardus, 12 Vande Roost, Adrianus, 114 Vande Roost, Anthonius, 114 Van de Roost, Joanna, 163 Vander Roost, Eligius, 89 Vander Roost, Guilielmus, 7, 81 Vanderroost, Judocus, 89 Vander Roost, Petrus, 81 Vander Slachmolen, Petrus, 54 Van der Spinne, Anna, 147 Van der Spinne, Joannes, 120 Vander Spinnen, Adrianus, 34 Vander Spinnen, Barbara, 67 Vander Spinnen, Catharina, 34 Vander Spinnen, Joanna, 10 Vander Spinnen, Js., 31, 36 Vander Spinnen, Petronilla, 34 Vander Taverne, Catharina, 16 Vander Voirden, Joannes, 41 Vander Voorden, Maria, 66 Van de Velde, Petrus, 160 Van Droogenbrouck, Joan., 37 Van Droogenbrouck, Mart., 37 Van Droogenbrouck, Petrus, 37 Van Eeckaut, Christianus, 76 Van Eeckaut, Joannes, 68 Van Eeckaut, Judocus, 68 Van Eeckenroede, Petrus, 132 Van Hassel, Gerardus, 92 Van Heerweghe, Livinus, 127 Van Hiechout, Judocus, 102 Van Holdre, Anna, 28 Van Holdre, Stephanus, 73 Van Langenhove, Catharina, 98 Van Langenhove, Joannes, 98 Van Lathum, Gerardus, 54 Van Lier, Joannes, 86 Van Neijghen, Joannes, 30
Van Neyghen, Petrus, 2 Van Reepinghe, Martina, 12 Van Riepinghe, Egidius, 156 Vanriepinghe, Joanna, 129 Van Riepinghe, Joannes, 96 Van Teinberghe, Adrianus, 141 Van Vrecken, Maria, 154 Van Wichelen, Catharina, 20 Van Wildre, Magdalena, 19 Vasteels, Maria, 84 Vastersagers, Judoca, 81 Vasterzaeghen, Joannes, 52 Vastesaegher, Judocus, 130 Vastesaghe, Adriana, 144 Vastesaghen, Joannes, 158 Vastesave, Anna, 144 Vastesave, Joanna, 151 Vastesave, Josina, 144, 151 Verhasselt, Hendricus, 77 Verhasselt, Quintina, 25 Vischeron, Petrus, 38 Vits, Arnoldus, 164 Voorwaijck, Maria, 101 Vrancx, Adriana, 71 Vuijttenhove, Joanna, 30 Vuyttenhove, Adriana, 42 Vuyttenhove, Joannes, 15 Vyttenhove, Catharina, 111 Walravens, Anna Maria, 122 Walravens, Franciscus, 122 Walravens, Petrus, 45 Waycke, Anna, 1 Weuverbergh, Catharina, 120 Weuverbergh, Gerardus, 149 Weuverbergh, Jasperina, 94 Weuverbergh, Petronella, 126 Weuverberghe, Catharina, 105 Weuverberghe, Gerardus, 105 Weuverberghs, Joanna, 107 Weverberch, Joannes, 46 Weverbergh, Maria Anna, 145 Weycke, Anna, 70 René Maurice Jammart
432
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
Een wonder in Loenhout ? In het kader van een vrijwilligersproject worden in het Rijksarchief Antwerpen door een aantal vrijwilligers, de notarisakten van de provincie Antwerpen gedigitaliseerd zodat ze via de computer in de leeszaal in het bijzonder en via de webstek van het Algemeen Rijksarchief te Brussel in het algemeen, kunnen geraadpleegd worden. Dat notaris akten niet altijd een droge materie hoeven te zijn bewijst wel deze akte uit 1653, die we vonden bij notaris Van der Buijten te Loenhout. Lourdes kwam echt veel later. Op 3 mei 1653 biedt Jenneken Pauwels, de weduwe van Willem Janssens, zich aan bij voornoemde notaris. Zij is afkomstig van “het Slieckgat in Sevenberchs Lant” en voor de notaris en de meegebrachte getuigen, de priester Johan De Baron en de onderpastoor van Loenhout Corneel Van den Kieboom, doet zij haar verhaal. Al 17 jaar heeft zij ondraaglijke pijnen in haar rechter been als gevolg van “…gecregen heeft derthien gaten en daernaer noch aen tselve been veel meer andere gaten…”. Zij heeft meerdere meesters en chirurgijnen bezocht om “ de selve te doen cureren…” en niettegenstaande zij zoveel verschillende remedies heeft gebruikt, zijn de wonden in haar been niet genezen. Na dertien jaren van helse pijnen, belooft zij een bedevaart te zullen verrichten ter ere van de heilige martelaar Quirinus in Loenhout. En zie, ze heeft nog maar pas deze belofte gedaan, of de pijn in haar been is bijna verdwenen. Ze kan zonder al te veel moeite weer gaan. Van zodra de miserie verdwenen, zo is binnen de kortste keren ook de belofte op een bedevaart naar Loenhout bij Jenneken verdwenen. Maar dan is daar plots die helse pijn weer terug en van lieverleed besluit Jenneken dan toch maar haar belofte te volbrengen en op bedevaart te vertrekken. Ze heeft nog maar pas haar belofte hernieuwd of de pijn wordt weer beduidend minder en ze kan, weliswaar met een stok, opnieuw stappen. Zij vertrekt naar Loenhout, doet er vier volle dagen over om het dorp te bereiken, en als ze in het dorp bij Jan Nijs Van Tijchelt, de waard van een plaatselijke herberg, toekomt, kan ze zelfs al zonder haar stok verder stappen. Zij bezoekt de kerk en vooral de kapel van Sint-Quirinus, drinkt er van het water uit de bron en als bij wonder is haar pijn geheel verdwenen en na vier dagen zijn zelfs de wonden aan haar been genezen, en dat enkel “…daertoe anders nijet gebruijct hebbende als haere devotie ende het water vuijt den put staende ter deele onder het voorseide cappelleken”. Eens terug thuis krijgt zij echter weer helse pijnen en wonden, nu echter aan haar linker been, en gedurende vier jaren tracht zij opnieuw met allerlei remedies de wonden te genezen en de pijn te verdrijven. Ten einde raad besluit Jenneken dan maar opnieuw de lange tocht naar Loenhout te ondernemen. Plotseling is weer die pijn minder en kan zij met behulp van haar stok opnieuw stappen. Nu stapt zij in drie dagen naar Loenhout, bezoekt er weer de kerk en vooral het kapelletje van Sint-Quirinus, drinkt gretig van het bronwater en keert gelukkig huiswaarts. Het wonder geschiedt opnieuw, want “ … is haere voorseide slincke been van de voornoemde gaten ende pijnen binnen vijff a sesse daghen geheelijck genesen geweest…”. Wij zijn nu drie maanden na de laatste feiten, en de pijn is volkomen verdwenen, de vele wonden zijn volledig genezen en Jenneken “…seer wel can gaen ende staen…”. Het hoeft dus niet altijd ver weg te zijn opdat er wonderen zouden gebeuren. Daarenboven zijn het niet enkel verkopen en leningen, die men bij het notariaat aantreft. Gilbert De Lille
Er bestaat een gehucht Slikgat ten zuiden van Zevenbergen (Nederland). Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
433
NIEUWS UIT DE ARCHIEVEN NIEUWS UIT DE RIJKSARCHIEVEN OPENINGSTIJDEN Algemeen Rijksarchief (Ruisbroekstraat 2) Archiefleeszaal: van dinsdag tot vrijdag van 8.30 tot 18 u (gewijzigd !!!) van woensdag tot vrijdag van 8.30 tot 16.30 u. op zaterdag van 9 tot 12.30 u. en van 13 tot 16 u. (gewijzigd !!!) van dinsdag tot vrijdag van 8.30. tot 12 u. en van 13 tot 16.30 u. Bibliotheek op maandag en zaterdag gesloten. Alle andere Rijksarchieven van dinsdag tot vrijdag van 8.30 tot 16.30 u. - op zaterdag van 8.30 tot 12 u. en van 13 tot 16 u. - op maandag gesloten. SLUITINGSDAGEN 2008 Maandag 21 juli nationale feestdag. Volgende rijksarchieven zijn gesloten wegens bestandscontrole: van 8 tot 13 september: rijksarchief Eupen; van 15 tot 20 september: rijksarchief Doornik; van 22 tot 27 september: rijksarchief Aarlen; van 29 september tot 4 oktober: rijksarchieven Ronse, Beveren en Antwerpen. Rijksarchief Antwerpen De voorbije maanden vonden in het Rijksarchief Antwerpen ingrijpende veranderingen plaats. Nieuw correspondentieadres Rijksarchief Antwerpen: mogen wij u vriendelijk vragen alle correspondentie, inclusief publicaties, voortaan te sturen naar ons nieuwe adres: Rijksarchief Antwerpen, Kruibekesteenweg 39/1, 9120 Beveren. Tel.: 03 236 73 00 - fax: 03 775 26 46 - E-post:
[email protected] De microfilmleeszaal voor genealogisch onderzoek is gelegen in de buurt van het Oud Justitiepaleis van Antwerpen (Sanderusstraat, 81-85 - 2018 Antwerpen). De nieuwe dienstregeling in de microfilmleeszaal Sanderusstraat op zaterdag is als volgt: Voortaan is de leeszaal elke eerste en derde zaterdag van de maand open. Tijdens de maanden juli en augustus zijn alle leeszalen van het Rijksarchief gesloten op zaterdag. Concreet betekent dit voor 2008: zaterdagopening in ‘leeszaal Sanderus’: 6 en 20 september; 4 en 18 oktober; 8 november (ter compensatie van 1 november Allerheiligen) en 22 november (ter compensatie van 15 november - feest van de dynastie); 6 en 20 december. (voor de overige Rijksarchieven in Vlaanderen blijven de openingstijden ongewijzigd). Dienstregeling op weekdagen: De zomerregeling (maanden juli en augustus) blijft dezelfde als de voorgaande jaren; opening van dinsdag tot vrijdag van 8u30 tot 12u00 en van 13u00 tot 16u00.
434
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
Voor meer informatie over onze diensten, de openingstijden en de bereikbaarheid van onze leeszalen, of over de werkzaamheden aan het gebouw aan de Door Verstraeteplaats mag u ons altijd contacteren; u kan ook een kijkje nemen op de website van het Algemeen Rijksarchief (zie webstek hiervoor). (mededeling Michel Oosterbosch, Afdelingshoofd Rijksarchief Antwerpen) Andere rijksarchieven: ook de leeszaal van het Rijksarchief te Saint-Hubert zal open zijn op elke 1ste en 3de zaterdag van de maand; de leeszaal van het Rijksarchief te Eupen zal open zijn op elke 1ste zaterdag van de maand. De compensaties van 10 mei, 8 en 22 november gelden ook voor deze rijksarchieven. Internetadres: http://www.arch.be
NIEUWS UIT STADSARCHIEVEN Stadsarchief ANTWERPEN Nieuwe nieuwsbrief Het FelixArchief werkt aan een nieuwe nieuwsbrief. Wie de afgelopen 10 jaar een nieuwsbrief gemist heeft, kan die altijd nog raadplegen op onze website http://www.felixarchief.be onder de rubriek Nieuws. U vindt er alle nieuwsbrieven, vanaf de eerste publicatie in 1998! Medewerkers VVF maken u wegwijs in uw stamboom De Vlaamse Vereniging voor Familiekunde (VVF) en het FelixArchief werken samen om u te ondersteunen bij uw stamboomonderzoek. Zowel geroutineerde stamboomonderzoekers met meer complexe vragen of starters die graag aan een stamboom zouden beginnen, kunnen de vruchten plukken van het aanbod van de VVF in het FelixArchief. De gratis initiatiecursus Speuren naar je voorouders die de VVF dit voorjaar aanbiedt, is ondertussen volzet. Maar elke eerste en elke derde vrijdagnamiddag van de maand houden de medewerkers van de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde ook een trefpunt in de leeszaal van het FelixArchief. U kan dan bij hen terecht met uw vragen omtrent het zoeken naar uw familiegeschiedenis. Voor zo'n trefpunt hoeft u niet in te schrijven. De VVF-medewerkers vindt u op onderstaande data aan de microfilm toestellen in de leeszaal van het FelixArchief. U herkent ze aan hun badge. Ook handig voor wie in het FelixArchief naar informatie over zijn of haar voorouders zoekt, is het boekje “Opzoekingen naar personen” (te bereiken via volgende link: http://www.antwerpen.be/docs/Stad/Bedrijven/Zelfstandige_stafdiensten/ ZS_Stadsarch/Zoeken_naar_personen_20071217.pdf) Gratis verkrijgbaar in de leeszaal. Tijdens de zomermaanden biedt de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde geen cursus aan in het FelixArchief. Maar anders dan vorig jaar, vindt u ze in die periode wel nog terug in de leeszaal om u te ondersteunen in uw zoektocht naar uw voorouders.
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
435
In juni, juli en augustus staan de VVF-medewerkers elke eerste en elke derde vrijdagnamiddag van de maand voor u klaar in de leeszaal van het FelixArchief. Zij geven u raad en tips om uw zoektocht naar informatie over uw voorouders tot een goed einde te brengen. In het najaar zal de VVF ook een nieuwe cursus aanbieden. Wat die cursus zal inhouden en hoe u daarvoor kan inschrijven, verneemt u in een van de volgende nieuwsbrieven. U treft de VVF-medewerkers op onderstaande data aan bij de microfilmtoestellen in de leeszaal van het FelixArchief. U kan ze herkennen aan hun badge. • vrijdagnamiddag 18 juli • vrijdagnamiddag 1 augustus • Op 15 augustus is het FelixArchief gesloten en is er geen trefdag. Archiefstukken reserveren. Bezoekers van de leeszaal van het Antwerpse stadsarchief of FelixArchief kunnen voortaan vooraf archiefstukken reserveren. Indien u graag snel aan de slag gaat in de leeszaal kan u een aantal archiefstukken reserveren via het loket op de webstek: http://www.felixarchief.be/eLoket/Loket.aspx. Op die manier hoeft u ze niet meer aan te vragen wanneer u in de leeszaal aankomt en wint u tijd. Reservaties dienen wel minimum twee werkdagen voor het bezoek te worden aangevraagd. Let er ook op dat u bij uw bezoekersgegevens een e-adres opgegeven heeft. Zoniet, kan u geen bevestigingsmail van uw reservatie ontvangen. Uw bezoekersgegevens wijzigen of aanvullen kan ook via datzelfde loket. Lijsten rekwestboeken vrij raadplegen. Het FelixArchief bewaart een reeks van 270 rekwestboeken. Deze registers bevatten alle verzoekschriften (of rekwesten) die burgers en verenigingen vanaf 1559 tot 1797 aan het stadsbestuur aanboden. Voortaan zijn de lijsten met alle namen van de verzoekers vrij te raadplegen in de leeszaal van het stadsarchief. Het zijn niet de originele brieven van de burgers die bewaard bleven in het stadsarchief, die gingen immers naar de burger, maar wel een kopie in een register. Klerken op het stadhuis schreven één na één alle ontvankelijk verklaarde verzoeken over in een register. In de marge noteerden ze steeds de “apostille”: het besluit dat op het verzoek was genomen. Zulke rekwesten beginnen steeds met dezelfde geijkte formule “Geeft ootmoedelick te kennen …”. Om een verzoekschrift later gemakkelijk terug te vinden, maakten de stadsmedewerkers in die tijd lijsten op voornaam van de verzoekers. Dat was toen gebruikelijk. Kopieën van die lijsten zijn vanaf nu vrij te raadplegen in de leeszaal van het FelixArchief. Op die manier kan u snel nagaan of de door u gezochte persoon ooit een verzoekschrift heeft ingediend. E-post:
[email protected] - Meer informatie op www.felixarchief.be
436
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
Archief KADOC
Archief van de broeders van de Christelijke Scholen. KADOC ontving enkele maanden geleden het zeer omvangrijke archief van het District Noord-België van de broeders van de Christelijke Scholen in bewaring. De geschiedenis van de broeders start rond 1680, toen Jean-Baptiste de la Salle de congregatie in Reims stichtte. Haar leden legden zich van meet af aan toe op gratis onderwijs aan armen in een vooral stedelijke omgeving. In de achttiende eeuw vestigden zich de eerste broeders in België. Pas vanaf 1830 zou het instituut zich hier in een klimaat van godsdienst- en onderwijsvrijheid volop ontplooien met huizen in tientallen steden en gemeenten. De broeders verstrekten onderwijs in lagere en middelbare scholen, in normaal- en land- en tuinbouwscholen. Het overgedragen archief gaat terug tot het laatste kwart van de negentiende eeuw en bevat een schat aan informatie over de diverse aspecten van bestuur, beheer, leden, apostolaat en spiritualiteit van deze congregatie. Het archief werpt vooral een licht op twee onderzoeksdomeinen. Ten eerste is het lokale en regionale aspect bijzonder goed vertegenwoordigd. De dossiers over/van huizen en scholen illustreren uitstekend de plaatselijke initiatieven en activiteiten. Ten tweede laat het archief ook diepgaand onderzoek toe over de eigenheid van de lasalliaanse pedagogisch-didactische traditie en methode. Samen met het archief kwam trouwens een unieke verzameling onderwijshandboeken van de broeders over. Momenteel wordt de inventaris van het archief herwerkt, maar gerichte raadpleging, steeds na toestemming, is nu al mogelijk.
Archief AMSAB
Het archief van Raoul Miry. Raoul Miry (1889-1952) volgde in Gent een commerciële opleiding, werkte een tijd in de textielsector en bouwde na WO I een wetenschappelijke carrière uit. Via zijn schoonfamilie kwam hij in contact met de Gentse socialistische beweging, die hij zou vertegenwoordigen als bestuurder in vele overheidsinstellingen en adviesraden. Dit archief bestaat uit 2 dozen met 33 beschrijvingen. Naast artikels van zijn hand en toespraken zijn er ook enkele rapporten, zoals dat over de houding van de socialistische syndicalisten tijdens WO II.
Onontgonnen archief van de heerlijkheid Ekeren in Anholt (Duitsland).
Een initatief van de regionale VVF-afdeling Antwerpen. De oude heerlijkheid Ekeren omvatte vroeger Ekeren zelf, Brasschaat, Kapellen, Ettenhoven (Hoevenen), en Hoogboom. Op het einde van de 18de eeuw was deze heerlijkheid in bezit van de toenmalige Prins van Salm-Salm, Hertog van Hoogstraten, wildgraaf van Dhaun en Kyrbourg, Rheingraaf van Stein, Burggraaf van Aalst, heer van Anholt, enz., enz. De heerlijkheid was in het huis van de prinsen van Salm gekomen, door het huwelijk van Maria Gabriëlle van Lalaing met Karel Florentijn, Graaf van Salm Deze toestand bleef zo tot aan de Franse Omwenteling. Door de Franse overheid werden alle heerlijkheden en titels afgeschaft en het merendeel van de edellieden zocht een veilige schuilplaats. In het geval van de heerlijkheid Ekeren vluchtten de Salm-Salms naar hun waterkasteel te Anholt in Duitsland. Belangrijke papieren, documenten en archieven werden meegenomen en bleven vanaf dan bewaard op het kasteel in Anholt, waar zij heden nog berusten, praktisch 200 jaar onaangeroerd. Door leden van de VVF afdeling Antwerpen werd na veel correspondentie een “expeditie” op touw gezet om deze genealogisch, heemkundig, sociaal en demografisch belangrijke documenten digitaal te fotograferen. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
437
De eerste “expeditie” vertrok in alle vroegte op 8 april 2003. Deelnemers waren Patrick Cleiren, Engelbert Roels, Hugo Lambrechts en Jan Vanderhaeghe. Na een rit van 250 km konden wij voor de eerste maal de prachtige “Wasserburg “ aanschouwen. Boven in de donjon van het kasteel, aan het enige kleine venster dat daar aanwezig was, stelden wij ons materiaal op. Statieven, fototoestellen en boekensteunen. Tegen een behoorlijk snel tempo werden die dag ca 1.000 foto’s genomen, waarna de lange terugweg kon aangevat worden. Gans deze procedure werd hernomen op 11 november 2003. Een woord van dank aan de archivaris van het familiearchief de heer D. van Krugten is hier op zijn plaats. Hij was zo vriendelijk ons te ontvangen en toelating te geven tot het fotograferen van deze voor ons zeer belangrijke documenten. De drie CD's zijn te koop of te raadplegen in het VVF centrum te Merksem. Voor meer uitleg kan je de webstek van de afdeling bezoeken.
Voor U gelezen... Hart van Egmont terug thuis Overgenomen uit: De Standaard van 14 maart 2008 (Florian Vande Walle) Precies 440 jaar nadat Graaf van Egmont onthoofd werd op de Brusselse Grote Markt kreeg het Zottegemse stadsbestuur woensdag zijn hart terug. Dat hart verdween in 1952 samen met andere relikwieën uit de crypte van de kerk van Zottegem en kwam in het rijksarchief van Ronse terecht. Het hart van graaf Lamoraal van Egmont heeft er na zijn terechtstelling op de Grote Markt in Brussel in 1568 al vele reizen opzitten. Direct na zijn dood en die van zijn echtgenote Sabina von Beieren kwamen hun skeletten terecht in de crypte onder de kerk van Zottegem. Het hart van graaf Egmont lag er sindsdien bewaard in een loden kistje. Tot en met 1952, zo blijkt nu. Toen Egmontspecialist Leon De Vos in dat jaar een vernieuwde crypte wou openen, onderzocht hij enkele relikwieën en stuurde hij de beenderen voor conservering naar Brussel. Die beenderen kregen in 1954 opnieuw hun vertrouwde plaatsje in de crypte. Het hart, stukjes haar van Sabina von Beieren en maar liefst achttien archiefdozen werden echter nooit terugbezorgd aan de stad. Leon De Vos schonk deze relikwieën namelijk, nadat ze jarenlang bij hem thuis hadden gelegen, in 1991 aan het Rijksarchief van Ronse. 'Het hart lag sindsdien verscholen in een bokaaltje in een doos in een lokaal met familiearchieven', zegt Joachim Derwael, waarnemend diensthoofd van het Rijksarchief. 'Omdat wij geen museum zijn en dus niemand dit historisch waardevol reliek kan komen bezichtigen, schenken wij het dan ook met veel plezier aan de stad Zottegem.' Burgemeester Herman De Loor en zijn schepen van Cultuur en Erfgoed Dirk Van Herzeele zijn dan ook heel tevreden met de schenking. Zottegem kan zich nu nog meer profileren als Egmontstad en vooral de realisatie van een Egmontmuseum komt weer een stapje dichterbij. 'Lamoraal, een man van Europees formaat met naambekendheid die niemand in Zottegem ooit heeft gehad, is meer dan ooit het geknipte uithangbord om de city-marketing van onze burgemeester een duwtje in 438
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
de rug te geven', zei Dirk Van Herzeele op de officiële overhandiging. 'Graag zou ik daarvoor een groot Egmontmuseum realiseren dat alle historische vondsten die ooit in Zottegem zijn opgegraven een thuis biedt. Ik zal dan ook aan het bestuur vragen of we bij de renovatie van het stadscentrum geen ruimte kunnen graven die uitkomt op de grafkelder. Een gids zou er grotere groepen in kunnen ontvangen dan in de authentieke kelder nu.' Patrimonium federale instellingen wordt gedigitaliseerd Overgenomen uit: De Standaard van 14 maart 2008 Het uitzonderlijke cartografische patrimonium van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, de Koninklijke Bibliotheek van België, het Rijksarchief en het Nationaal Geografisch Instituut zal gedigitaliseerd worden, zodat onderzoekers en beleidsmakers de samengebrachte expertise van de instellingen online kan raadplegen. De minister van Economie, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid, Sabine Laruelle (MR), lichtte het initiatief, dat de naam 'excellentiepool' kreeg, vrijdag toe op een persconferentie. Het patrimonium kan volgens de minister van cruciaal belang zijn om huidige conflicten op te lossen. Voor de digitalisering is 1,8 miljoen euro voorzien over een periode van 5 jaar. Rijksarchief Kortrijk groeit, maar er is geen plaats meer Overgenomen uit: De Standaard van15 februari 2008 (Freddy Vermoere) Het rijksarchief in Kortrijk groeit jaarlijks aan met 150 tot 200 meter. Eigenlijk is er geen ruimte meer en de geplande uitbreiding laat op zich wachten. 'Een schriftelijk akkoord met de bevoegde minister en we kunnen starten', zegt burgemeester De Clerck (CD&V). De provinciehoofdplaatsen in ons land hebben een rijksarchief, evenals een aantal arrondissementen. Dat is onder meer in Kortrijk het geval waar het rijksarchief is ondergebracht in de Berg van Barmhartigheid, een stadsgebouw aan de Guido Gezellestraat nr. 1. Het archief was jaren geleden al overvol en daarom werd toen beslist om het rechtbankarchief onder te brengen in het depot van het rijksarchief van Beveren. Daardoor is er in Kortrijk weer een klein beetje meer ademruimte. Maar niet voor lang meer. Er bevindt zich daar nu, verspreid over zeven verdiepingen, vier kilometer aan archiefstukken. Vorig jaar kwam er 93 meter bij, zoals onder meer het archief van het textielbedrijf Nelca uit Lendelede. De 100 meter rechtbankarchiefstukken die er vorig jaar bij kwam, verhuisde meteen weer naar Beveren. Strikt genomen kan de uitbreiding starten. 'Ze is ingeschreven in de meer jarenplanning en via een begrotingswijziging kunnen we er zelfs dit jaar nog aan beginnen', zegt burgemeester Stefaan De Clerck (CD&V). Het is evenwel wachten Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
439
op het schriftelijke akkoord voor een huurovereenkomst tussen de stad en de regie der gebouwen. Ook de bevoegde minister Sabine Laruelle moet haar fiat geven. Een mondeling akkoord is er al, alleen haar handtekening ontbreekt nog. Nu maakt het rijksarchief gratis gebruik van het stadsgebouw en dat staat een investering van de stad in de weg. ‘Atlas der Buurtwegen’ gedigitaliseerd Overgenomen uit: West Info, nieuws van de Provincie West-Vlaanderen, jg. 5, 1 juni 2008. Trage wegen zijn een belangrijke schakel binnen het wegennet. De wetgeving over het beheer van deze tragen wegen dateert nog van 1841. In datzelfde jaar gelastte de toenmalige provinciale overheid alle gemeenten tot de opmaak van de ‘Atlas der Buurtwegen’. Dit document is niet alleen een belangrijke historische bron, maar heeft eveneens een grote juridische waarde. Vandaag is de atlas gedigitaliseerd en geactualiseerd en kan hij via het geoloket geraadpleegd worden. De beslissing viel in 2005. Nauwgezet liet de Provincie de 240 atlasboeken, 334 generale plannen, 3216 detailplannen en 914 tabellen met de nodige voorzichtigheid onder de scanner gaan. Ook alle wijzigingen die nadien aan de trage wegen werden aangebracht (afschaffingen, veranderen van het tracé, enz.) zijn verzameld en digitaal ingetekend. Voortaan is alle verzamelde informatie digitaal toegankelijk. Elke geïnteresseerde kan via www.giswest.be opzoekingen doen over de buurtwegen in haar/zijn omgeving. Voor de gemeenten zelf zijn er extra mogelijkheden.
440
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
IN, OM EN ROND HET SVVF Het 43ste Nationaal VVF-Congres had plaats in Sint-Pieters-Leeuw met als thema “private archieven” – 26 april 2008. Het was de eerste maal in de geschiedenis van de VVF dat het jaarlijkse congres plaats had binnen het tijdsbestek van een dag. Voorbeeld dat alvast volgend jaar een vervolg kent bij de inrichting van het 44ste congres in Sint-Niklaas. Plaats van het gebeuren was het prachtige kasteel Coloma nabij de dorpskom van deze Vlaams-Brabantse gemeente. Het was de laatste maal dat Edgard Seynaeve als algemeen voorzitter de openingstoespraak gaf, enkele weken nadien zou hij immers opgevolgd worden door Luc Grégoire. De voormiddag bracht drie referaten door de vertegenwoordigers van de maatschappelijke archieven (ADVN, AMSAB-ISG, Liberaal Archief en KADOC). ’s Namiddags kwamen twee gedreven sprekers aan het woord: Bernard Roobaert over het Arenbergarchief en Stefan van Lani over het archief van de Norbertijnen Abdij van Park-Heverlee. Tussen de voordrachten door konden de deelnemers genieten van een prachtig aanbod aan genealogische en heraldische werken in alle mogelijk zalen en zaaltjes van het kasteel. Na het officiële gedeelte werd overgegaan tot de overhandiging van de kwartierstaten aan burgemeester Lieve Vanlinthout en schepen van cultuur Marleen Bosmans. Algemeen voorzitter Edgard Seynaeve huldigde terecht congresvoorzitter André Janssens die uit handen van de voorzitter het plaket honoris causa van de VVF mocht ontvangen. Namens onze zusterverenigingen mochten we enkele toespraken noteren: Jean-Charles baron van Caloen (Belgische Federatie voor Genealogie en Heraldiek), Dr. Hermann Metzke (voorzitter DAGV, Duitsland), Rob van Drie (Centraal Bureau voor Genealogie, Nederland) en Christophe Drugy namens de Noord-Franse genealogen. De dag werd afgesloten met een heuse receptie aangeboden door de VVF en een feestelijk banket in de grote parketzaal. Een organisatie die af was.
André Janssens ontvangt uit de handen van algemeen voorzitter Edgard Seynaeve het plaket honoris causa als erkenning voor zijn lange staat van verdienste bij de VVF. Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
441
V.l.n.r. Johan Roelstraete (voorzitter Heraldisch College), Christophe Drugy (Lille), alg. voorzitter Edgard Seynaeve, Dr. Hermann Metzke (DAGV, Duitsland) en Rob van Drie (Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag).
V.l.n.r. ondervoorzitter Luc Grégoire (sedert 7 juni ll. algemeen voorzitter VVF), Jean-Charles baron van Caloen en Réginald baron de Kerchove d’Ousselghem.
442
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
Provinciale Prijs Volkskunde West-Vlaanderen voor Pieter Donche. De studie “Geschiedenis en genealogie van de familie Donche 1365-2004” van ons lid en gewaardeerd auteur Vlaamse Stam Pieter Donche (°Roeselare, 1953) werd bekroond met de Provinciale Prijs Volkskunde 2007 in de categorie academisch gevormden. De auteur is sinds 1980 verbonden aan het departement wiskunde en informatica van de Universiteit Antwerpen. De jury loofde de hoge kwaliteit en de vlotte leesbaarheid van deze familiegeschiedenis. De gewestelijke TV-zender WTVFocus gaf in een reportage ruim aandacht aan het gebeuren waarbij een deel van de reportage opgenomen werd bij de Kortrijkse VVF-voorzitter Johan Roelstraete. In 2006 mocht ons VVF-lid Pieter Donche ook reeds de prijs prins Alexandre de Mérode in ontvangst nemen. We wensen hem dan ook van harte geluk. De stedelijke Openbare Bibliotheek Roeselare publiceerde onlangs in de reeks “Roeselaarse auteurs” een werkje over de prijswinnaar Pieter Donche. Naast een korte biografie bevat het 21 pagina’s tellende boek een uitgebreide bibliografie. De publicatie is van de hand van bibliothecaris en VVF-lid Peter Aspeslagh. Archiefbank Vlaanderen De Universiteitsbibliotheek Gent bezit een schat aan archiefmateriaal als onderdeel van de collecties in de museale afdelingen. Sommige archivalia behoren tot de allereerste kern van de collectie, samen met de geconfisceerde boeken uit de Franse periode. De meeste archiefdocumenten werden verworven in de 19de eeuw maar tot op vandaag wordt archiefmateriaal verzameld. Archiefbank Vlaanderen brengt de archivalia van één archiefvormer samen in één beschrijving op bestandsniveau. Daardoor wordt de collectie van de UB-Gent via een bijkomend platform ontsloten en beter zichtbaar gemaakt. Wil je meer weten, ga dan zoeken op het web naar http://www.archiefbank.be:80/2407podium.html. Universiteitsbibliotheek Gent, Rozier 9, 9000 Gent. Tel. 09 264 38.51 - fax. 09 264 38 52. E-post:
[email protected] – Internetadressen: www.lib.ugent.be - www.boekentoren.be. Geschiedenis Zeeland Inhoud webportaal De inhoud van het webportaal is continu in ontwikkeling. Via een grootschalig registratie- en digitaliseringproject voor en door de Zeeuwse musea zal in 2008 en 2009 een groot deel van de museumcollecties via geschiedeniszeeland.nl worden ontsloten. In 2007 werden al verschillende thema’s op het webportaal gepubliceerd, waaronder Nehalennia, Johannis de Rijke, Stadhuis van Middelburg, Rooms-Koning Willem II en Slag om de Schelde. In 2008 worden de volgende thema’s toegevoegd: Dorpsvormen, Jacob Cats, Kaapvaart, Jacob Roggeveen en Paaseiland, Kunstenaars in Domburg, Molens, Kanaal en spoorweg op Walcheren, Verdronken geschiedenis, Sint Philipsland, Streektalen, Het vergeten bombardement, Watersnoodramp 1953, Zacharias Jansen en Popmuziek. Speciaal voor erfgoededucatie worden de onderwijsthema’s Plan Je Eigen Ruimte en De Explosie toegevoegd. Tenslotte wordt er gewerkt aan een koppeling met Krantenbankzeeland.nl, waarin op dit moment de Zierikzeesche Nieuwsbode 1844-1988, De Ierseksche en Thoolsche Courant 1883-1950 en het Noord-Bevelands Nieuws- en Advertentieblad 1895, 1908-1986 integraal zijn opgenomen. Meer info: Stuurgroep Geschiedeniszeeland.nl. Wim Scholten, e-post: whp.scholten@scez. nl;Marlies Jongejan, e-post:
[email protected]; Roelof Koops, e-post:
[email protected]. Internetadres: www.geschiedeniszeeland.nl Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
443
VRAAG – ANTWOORD Alle vragen en antwoorden met betrekking tot deze rubriek moeten gericht worden aan: Redactie “Vlaamse Stam”, rubriek “Vraag – Antwoord”, Leeuwerikstraat 5, 8800 Roeselare. Bij elke vraag 3 x 0,52 Euro in postzegels bijvoegen. Buitenlandse leden sluiten drie antwoord-coupons per vraag in, hetzelfde geldt voor vragen om inlichtingen rechtstreeks gestuurd naar een antwoordverlener. Van uit Nederland dient de tegenwaarde gestort op 000-0927382-62.
VRAGEN Deze rubriek is strikt voorbehouden aan onze leden. Bij de vragen – liefst getypt met interlinie – steeds de reeds geraadpleegde bronnen vermelden. Vragen ZONDER postzegels of antwoordcoupons worden nooit gepubliceerd noch beantwoord. De vragen dienen slechts gesteld over een persoon, maximum een huwelijkspaar, het heeft geen zin vragen te stellen over geheel uw kwartierstaat ! Ook “Burgerlijke Stand-vragen” – waarvoor het raadplegen van een BS-akte in regel volstaat om het antwoord te vinden – worden niet gepubliceerd. Vragen die nog uitzonderlijk met de hand geschreven worden, moeten ten minste LEESBAAR geschreven zijn, ook voor derden.
1. SOBRY Volgens de klappers huwden Bernard Sobry en Apollonia Forret (° Beselare, 1683 volgens klapper) te Beselare in 1718 (akten ontbreken). Alle klappers voor West-Vlaanderen werden doorgenomen in Oostende (documentatiecentrum) doch zonder resultaat. Hun zoon Martin Bernard Sobry huwde Beselare 1751 met Petronella Victoria Pype. De familie werd Soubry bij de geboorte van Philippus Jacobus (° Moorslede, 1806). Wie weet iets over de herkomst van Bernard Sobry ?
2. DEWULF – VAN DEN BUSSCHE Kent iemand de ouders van het echtpaar Hubertus Dewulf x Anna Van den Bussche, gehuwd in Hooglede in 1728 ? Yolande Soubry Koningslaan 42 8300 Knokke-Heist (voor beide vragen)
ANTWOORD In 1991 stelde ik een vraag (153-91) in Vlaamse Stam betreffende de herkomst van Pieter de Meijer die op 29 november 1697 te Zelzate huwde met Livina Goole en zeven jaar later, op 1 januari 1704, op de leeftijd van 37 jaar in de Autrichepolder (Westdorpe) in het toenmalige Staats-Vlaanderen overleed. Hij is de stamvader van het Zeeuws-Vlaamse geslacht de Meijer. Op deze vraag is nooit het verhoopte antwoord gekomen. Inmiddels heb ik zelf in 2002 zijn herkomst kunnen vinden en bewijzen.
444
Pieter werd op 17 juli 1669 geboren in de parochie Zeveneken (thans deel uitmakend van de gemeente Lochristi) in Oost-Vlaanderen, als zoon van Jan de Meijer en Judoca de Wilde. Binnenkort hoop ik in dit tijdschrift te publiceren hoe ik het bewijs heb kunnen leveren dat het hier om de lang gezochte Pieter de Meijer gaat.
Vlaamse Stam, jg. 44, nr. 4, juli 2008
dr. P.H.E.M. de Meijer Oegstgeest (Nederland)
[email protected]