Kwartaalbericht Woningmarkt
september 2013
Kennis en Economisch Onderzoek
Inhoudsopgave Inhoudsopgave
2
Samenvatting
3
Actuele prijsontwikkeling
4
Ontwikkeling marktomvang
6
Toekomstige ontwikkelingen
8
Scenario’s prijsmodel
13
Grafieken
14
Kerngegevens
16
Colofon
17
Kennis en Economisch Onderzoek staat ook op internet. Het adres is https://economie.rabobank.com
Afsluitdatum: 6 september 2013
september 2013
Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek
2
Samenvatting Experts houden meer en meer rekening met een stabilisatie van de woningmarkt. De Rabobank concludeerde al in februari dat marktherstel op de middellange termijn realistisch is, maar dat daarvoor eerst het vertrouwen moet verbeteren. Deze indicator is de afgelopen maanden iets verbeterd. Ook het aantal koopovereenkomsten is toegenomen. Tegelijkertijd zien we een risicoverschuiving op de woningmarkt van beleidsonzekerheid naar economische onzekerheid. Een kwartaal met twee gezichten Het tweede kwartaal van 2013 was volgens onze/de verwachting een slecht kwartaal voor de Nederlandse woningmarkt. Nog steeds hebben we te maken met negatieve effecten van de gewijzigde fiscale regelgeving. Vergeleken met het eerste halfjaar van 2012 ligt het aantal verkopen nu 22,8% lager. Ook daalde de woningprijs verder. De prijzen van bestaande koopwoningen (PBKindex) daalden met 2% ten opzichte van het vorige kwartaal en met 8,5% in vergelijking met het tweede kwartaal van 2012. Sinds het begin van de financiële crisis zijn de woningprijzen in reële termen met 30% gedaald. Er zijn signalen dat de markt herstellende is. Zo is sinds 2008 de betaalbaarheid van woningen verbeterd door de stevige prijsdaling, ondanks de nieuwe fiscale regels per 1 januari 2013 en de aanscherping van de verstrekkingsnormen. Ook de doorgaande daling van de nieuwbouw geeft druk op de prijs. Bovendien nam het consumentenvertrouwen op de woningmarkt (EHM) het afgelopen halfjaar iedere maand toe. Wel beweegt het nog steeds ver onder het langjarige gemiddelde, waardoor nog niet echt sprake is van een structureel vertrouwensherstel. De bovengemiddelde groei van koopovereenkomsten door NVM-makelaars in het tweede kwartaal vormt een vierde signaal dat lijkt te wijzen op een omslag naar een markt met stabiele verkopen. Normaal gesproken worden in het tweede kwartaal 13% meer koopovereenkomsten getekend dan in het eerste kwartaal. In het tweede kwartaal van 2013 bedroeg die groei 20%. Economische situatie kan herstel belemmeren De voortkwakkelende economie vormt een bedreiging voor het herstel van de woningmarkt. Vooral de oplopende werkloosheid en de daling van het gemiddelde beschikbare inkomen zijn zorgwekkend. Wij verwachten dat de afnemende daling van het aantal transacties in het derde of vierde kwartaal van dit jaar overgaat in een periode van stabiele verkoopaantallen. De initiatieven vanuit de politiek om de woningmarkt een extra zetje te geven door bijvoorbeeld hypotheekschuld af te lossen met opgebouwde vermogens in levensverzekeringen, zullen een zeer bescheiden positief effect hebben op het marktherstel.
Paul de Vries
[email protected] 030 - 213 0172
september 2013
Pieter van Dalen
[email protected] 030 – 216 7503
Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek
3
Actuele prijsontwikkeling Zoals verwacht was het tweede kwartaal op de koopwoningmarkt een slecht kwartaal. De prijzen van bestaande koopwoningen (PBK-index) daalden met 2% ten opzichte van een kwartaal eerder. In vergelijking met hetzelfde kwartaal in 2012 bedraagt de prijsdaling zelfs 8,5%. Sinds het begin van de financiële crisis zijn de wo-
Figuur 1: Prijsverloop PBK
%
120
Index, 2010=100
ningprijzen in nominale termen met 20% 25 20
100
15 80
10
60
5 0
40
-5 20 0
gedaald (figuur 1). Prijzen zijn flink gedaald… Zowel in het eerste (-2,3%) als in het tweede kwartaal (-2,0%) zijn de woningprijzen gedaald ten opzichte van het kwartaal ervoor.
-10
Die stevige dalingen zijn het gevolg van de
-15
aangepaste fiscale regelgeving per 1 januari
96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 Verandering in PBK, j-o-j (r) Prijsindex Bestaande Koopwoningen (PBK, l)
2013. Om voor hypotheekrenteaftrek in aanmerking te komen, moeten nieuwe hypotheken minimaal annuïtair en binnen dertig
Bron: CBS
jaar worden afgelost. Verder zijn op basis van het Nibud-normen de hypotheeknormen naar beneden bijgesteld vanwege de koopkrachtdaling van huishoudens. Hierdoor kunnen huishoudens minder lenen tegen dezelfde hypotheeklasten dan voor 1 januari van dit jaar. De verwachting was daarom dat de prijzen in het eerste halfjaar van 2013 verder zouden dalen. We vermoedden dat de maatregel door consumenten al deels was ingeprijsd. Immers, sinds de crisis daalt de prijs niet alleen door de verslechterde economische situatie, maar ook door de voortdurende discussie over de hervormingen van de hypotheekrenteaftrek.
Figuur 2: Prijsvergelijkingen
Figuur 3: Prijsmutaties Index
Index
%
%
25
300
300
25
275
275
20
20
250
250
225
225
15
15
200
200
10
10
175
175
5
5
150
150
0
0
-5
-5
125
1995 Q1 = 100
125 100
100 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 Mediane huizenprijs (NVM)
Pbk (CBS/Kadaster, -3mnd)
Koopsommen (Kadaster, -3mnd)
WOX (CALCASA WOX, -3mnd)
Vierkante meter prijzen (NVM)
Bron: CBS/Kadaster/NVM/Calcasa
september 2013
-10
-10 K-o-k prijsontwikkeling
J-o-j prijsontwikkeling
Bron: CBS
Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek
4
Actuele prijsontwikkeling In ons Kwartaalbericht van februari 2013 concludeerden wij dat de feitelijke woningprijs, gegeven de regels op de woningmarkt, vermoedelijk onder het langetermijnevenwicht ligt en dat deze dus op termijn kan stijgen. De recente ECB-publicatie bevestigt dat vermoeden.1 Ook Klaas Knot stelde dat de grootste prijsdalingen achter ons liggen en dat de markt op zoek is naar een nieuw, lager evenwicht.2 … maar voorlopende indicatoren suggereren afnemende prijsdaling De gemiddelde prijs en de woningprijsindex, zoals die door het CBS en het Kadaster worden gepubliceerd, geven de ontwikkeling op het moment van eigendomsoverdracht van de woning weer. Dat is gemiddeld twee tot drie maanden nadat de koper en verkoper tot overeenstemming komen en bij de makelaar een koopovereenkomst tekenen. Makelaarsvereniging NVM publiceert statistieken op het moment van tekenen van de koopovereenkomst. Deze statistieken zijn daarmee een redelijk betrouwbare indicatie voor het aantal overdrachten in het daaropvolgende kwartaal. Figuur 4 toont de prijsontwikkeling zoals de NVM die waarneemt. Daaruit blijkt dat de gemiddelde woningprijs tot en met het tweede kwartaal daalde met 0,3% naar € 205.000, maar dat drie van de vijf woningtypen een prijsstijging laten zien. Het gaat om de appartementen (0,6%), twee-onder-een-kapwoningen (0,8%) en vrijstaande woningen (1,7%). Juist de voorzichtige prijsstijgingen van de duurste woningtypen kan duiden op een marktherstel omdat deze woningtypen sneller en heftiger reageren op woningmarktontwikkelingen. 1
ECB, (mei 2013), Financial stability review. Artikel op http://www.ecb.europa.eu/press/pr/date/2013/html/pr130529_1.en.html 2 . DNB, (maart 2013), Jaarverslag DNB. Artikel op www.dnb.nl/binaries/DNB_Jaarverslag_2012_tcm46-286661.pdf
Figuur 4: Prijs vrijstaande woningen stijgt
500
x € 1000
Figuur 5: Vraagprijs is sinds de crisis aanzienlijk gedaald x € 1000
500
400
400
300
300
200
200
100
100
0
0
x 1000 €
x 1000 €
340
340
335
335
330
330
325
325
320
320
315
315
310
310
305
305
300
300
97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 alle woningtypen
vrijstaand
appartement
2-onder-1-kap
hoekwoningen
tussenwoningen
Bron: NVM
Vraagprijs van het aanbod
Bron: CBS/Rabobank
september 2013
Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek
5
Ontwikkeling marktomvang Volgens het Kadaster zijn in het tweede kwartaal van 2013 aanzienlijk minder bestaande woningen verkocht (22.111) dan in het tweede kwartaal van vorig jaar (34.628). In vergelijking met een kwartaal eerder (23.090) is de daling minder groot, namelijk 4,2%. Nog nooit zo weinig verkocht… Het topjaar voor de woningmarkt was 2006, met bijna 210.000 transacties van bestaande koopwoningen. Dat jaar werd het vorige record uit 1999 (204.500) verbroken. Het was toen ‘normaal’ dat meer dan 50.000 woningen per kwartaal werden verkocht. Na 2006 stagneerde de instroom van nieuwe kopers, onder andere vanwege afnemende betaalbaarheid (zie pagina 9). Sindsdien is het aantal transacties bijna gehalveerd; over de laatste twaalf maanden is het aantal verkopen gedaald naar 103.800 (figuur 6). Voor het tweede kwartaal van 2013 hadden wij om twee redenen een verdere krimp verwacht. Ten eerste was het vierde kwartaal van 2012 uitzonderlijk goed doordat huishoudens die toch al verhuisplannen hadden, anticipeerden op de nieuwe fiscale regelgeving per 1 januari 2013. Ten tweede zorgt de nieuwe fiscale regelgeving voor minder leencapaciteit voor starters. Sinds het Kadaster de transactieaantallen publiceert (1995), zijn in een kwartaal nog nooit zo weinig woningen verkocht als nu (22.111). …maar er zijn meer verkoopovereenkomsten afgesloten Het aantal transacties dat het Kadaster registreert, geeft weliswaar een volledig beeld van de marktomvang, maar loopt twee tot drie maanden achter op het marktmoment waarop koper en verkoper tot een koopovereenkomst komen. De NVM constateerde dat in het tweede kwartaal 20.625 woningen zijn verkocht, 19,8% meer dan in het eerste kwartaal. Normaal gesproken bedraagt die groei 13,1%.
Figuur 6: Transacties, jaar- en kwartaalbasis
Figuur 7: Aanbod stabiliseert
x 1000
x 1000
70 60
x 1000
250
200
200
200
150
150
100
100
50 40
150
30
100
20 50
10
x 1000
250
50
250
50
0
0
0
0 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 Transacties per kwartaal (l)
Transacties per jaar (r)
Bron: CBS/Kadaster
Aantal te koop staande woningen
Bron: Huizenzoeker.nl
september 2013
Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek
6
Ontwikkeling marktomvang Tegelijkertijd ziet ook Hypotheken Data Netwerk (HDN) dat in juni en juli meer hypotheekaanvragen via de intermediairs naar de aanbieders van hypotheken zijn verzonden dan in dezelfde maanden in 2012. Het gaat om een stijging van 15% naar ruim 24.000 aanvragen in juni en juli samen. Aantal betalingsachterstanden neemt toe, maar blijft op een laag niveau Het Bureau Krediet Registratie (BKR) registreert het aantal hypotheken met betalingsachterstanden van 120 dagen of meer. In totaal kampen op dit moment 81.888 huiseigenaren met een betalingsprobleem. Het gaat om 1,6% van de huiseigenaren in Nederland.3 Dit is in vergelijking met andere landen zeer laag (figuur 8). Bovendien is niet de economische tegenwind, maar zijn echtscheidingen de voornaamste oorzaak van betalingsachterstanden. Wel is het aantal huiseigenaren met een achterstand sinds het uitbreken van de crisis aanzienlijk gestegen. De stijging is vooral het gevolg van de toegenomen werkloosheid. In september 2008 bedroeg deze nog 3,1% (internationale definitie), in juli 2013 maar liefst 7%. Betalingsachterstanden leiden lang niet altijd tot veilingverkopen. De afgelopen periode zoeken geldverstrekkende instellingen (hypotheeknemers) samen met de hypotheekgevers naar oplossingen om een gedwongen verkoop te voorkomen. Dit is in de meeste gevallen voor beide partijen beter en zien wij terug in de daling van de veilingverkopen sinds 2012 (figuur 9).
3
BKR (2013), Persbericht BKR hypotheekbarometer, Artikel op https://www.bkr.nl/Documents/Persberichten/BKR_Hypotheekbarometer_april_2013.pdf
Figuur 8: Betalingsachterstanden
Figuur 9: Veilingverkopen %
%
25
3000
3,0%
20
20
2500
2,5%
15
15
2000
2,0%
1500
1,5%
10
10
1000
1,0%
500
0,5%
0
0,0%
25
5
5
0
0 04 05 06 07 08 09 10 Nederlandse Prime Portugese Prime Spaanse Prime Italiaanse Prime Griekse Prime
11 12 13 VK Prime Ierse Prime
Bron: Moody’s
12-maands-totaal (l)
als percentage van alle transacties (r)
Bron: Kadaster/bewerking Rabobank
september 2013
Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek
7
Toekomstige ontwikkelingen Voor de toekomstige ontwikkelingen op de woningmarkt is het van belang om te realiseren dat herstel begint met een stabilisatie en daarna een toename van de transactieaantallen. Pas als de transactieaantallen aantrekken, kan de prijs stabiliseren. Wij houden rekening met stabilisatie van het aantal verkopen binnen een half jaar.
Figuur 10: Vertrouwensindicatoren %
%
120
120
100
100
80
80
60
60
De economische recessie kan dit echter belemmeren. Vertrouwen krabbelt op… Ondanks het slechte tweede kwartaal van dit jaar geven verschillende organisaties aan dat het vertrouwen voorzichtig terugkeert op de woningmarkt. Het consumentenvertrouwen op
40 04 05 06 07 08 Eigen Huis Marktindicator Koopbereidheid
09
40 10 11 12 13 Consumentenvertrouwen
de woningmarkt –gemeten door de Eigen Huis Marktindicator (EHM) van de Vereniging Eigen Huis (VEH)– is het afgelopen halfjaar toegenomen van 52% in januari naar 69% in juli, maar
Bron: VEH, CBS
bevindt zich nog onder het langjarige gemiddelde (78%) en onder de waardevrije 100% zodat nog geen sprake is van een vertrouwensherstel (figuur 10). Het toenemende vertrouwen is wel een eerste signaal voor een kentering op de koopwoningmarkt. … en de verhuiswens neemt toe… Het verlies van vertrouwen in de afgelopen jaren zorgde ervoor dat woonconsumenten de aankoop van een woning uitstelden in anticipatie op een verdere prijsdaling (Van Dijk, 2013).4 Dit zien we ook terug in het WoON2012 waaruit blijkt dat in de afgelopen twee jaar minder huishoudens zijn verhuisd, maar meer huishoudens dan ooit willen verhuizen.5 De grootste toename betreft de groep die tussen één of twee jaar denkt te verhuizen (+18% ten opzichte van 2009). Het aantal huishoudens dat binnen een halfjaar tot een jaar wil zijn verhuisd, nam toe met 13%. Hierdoor is het aantal potentiële kopers fors toegenomen. … en de betaalbaarheid verbetert… Ook de toegenomen betaalbaarheid6 van woningen ondersteunt ons vermoeden dat het prijsniveau op middellange termijn herstelt (figuur 11). Sinds 2008 is de gemiddelde reële woningprijs met 30% en het reële inkomen per huishouden met 6,6% gedaald. Per saldo is hierdoor de betaalbaarheid verbeterd sinds
4
Dijk, van M. (2013), Verliesaversie op de woningmarkt artikel op http://www.cpb.nl Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2013), Wonen in ongewone tijden. 6 De betaalbaarheid wordt berekend op basis van de gemiddelde woningprijs (Kadaster) en het gemiddelde huishoudinkomen (CBS). Hierbij wordt uitgegaan van een annuïteitenhypotheek van dertig jaar en een hypotheeklastenquote van 30%. 5
september 2013
Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek
8
Toekomstige ontwikkelingen 2008. Ook de daling van de rente heeft daaraan bijgedragen. Door de fiscale hervorming per 1 januari zijn de financieringslasten echter toegenomen. De meeste kopers kiezen niet meer voor spaar- of aflossingsvrije hypotheken (met lagere maandlasten dan de annuïteitenhypotheek) omdat men dan geen recht meer heeft op hypotheekrenteaftrek. De hogere maandlasten van de annuïteitenhypotheek zorgen ervoor dat de woningprijs zich vanaf dit jaar op een structureel lager niveau zal gaan ontwikkelen. Onze inschatting is echter dat deze belastinghervorming al in de gedaalde prijs is verwerkt omdat huishoudens rekening hielden met deze maatregel. Er lijkt daarom niet zozeer sprake te zijn van een financieringsprobleem, maar meer van een vertrouwensprobleem. …met een stabilisering van het aantal verkopen als mogelijk gevolg Dat het aantal verkopen stabiliseert, lijkt werkelijkheid te gaan worden. De Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) geeft aan dat het aantal koopovereenkomsten in het tweede kwartaal is toegenomen naar ongeveer 27.900.7 Daarmee liggen de aantallen 20% hoger dan in het eerste kwartaal van 2013, terwijl op basis van seizoenspatronen een toename van 13% werd verwacht. Dit is een eerste signaal voor een kentering van de markt. Wij verwachten dan ook dat de jarenlange daling van het aantal transacties in het derde of vierde kwartaal van dit jaar overgaat in een periode met stabiele, zij het historisch gezien lage, verkoopaantallen. Stabilisatie is afhankelijk van de conjunctuur op de koopwoningmarkt… In theorie doorloopt de woningmarkt een terugkerende cyclus die schematisch kan worden weergegeven (figuur 12).8 Hierin worden zes achtereenvolgende fases onderscheiden: kenterend, herstellend, actief, stagnerend, teruglopend en inactief. Deze cyclus is herleid uit transactiedata van de NVM en daarmee (ook) 7
Schatting NVM op basis van het aantal verkochte woningen door NVM-makelaars (20.600). 8 Jos Janssen, 1992. Prijsvorming van bestaande koopwoningen, Nijmegen (SONO b.v.), dissertatie. Figuur 11: Betaalbaarheidsindex index
160
Figuur 12: Conjunctuur koopwoningmarkt index
slecht betaalbaar
160
140
140
120
120
100
100
80
80
60
60 40
40 20
20
goed betaalbaar
0
0 76 78 80 82 84 86 88 90 92 94 96 98 00 02 04 06 08 10 12
Bron: CBS/CPB/Bewerking Rabobank
september 2013
Bron: Jansen (1992)
Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek
9
Toekomstige ontwikkelingen kenmerkend voor de Nederlandse koopwoningmarkt. In de afgelopen periode zat de woningmarkt in de fase ‘inactief’ met dalende verkoopaantallen en een dalende prijs. Na de fase ‘inactief’ komt de fase van ‘kentering’. Deze fase kenmerkt zich door een licht stijgend aantal woningverkopen en dalende woningprijzen. Als het aantal woningverkopen in het derde en vierde kwartaal daadwerkelijk stabiliseert, dan komt de Nederlandse koopwoningmarkt aan het begin van deze fase terecht. Hoe lang deze fase aanhoudt, is lastig te zeggen, en is in onze visie sterk afhankelijk van de economische omgeving. Pas in de fase ‘herstellend’ zal ook de prijs een stabiele ontwikkeling laten zien. … maar nog meer van de economische situatie. Het economische herstel laat echter op zich wachten. Daar waar de Duitse en de Franse economie in het tweede kwartaal groeiden met respectievelijk 0,7% en 0,5%, kromp de Nederlandse economie met 0,2%. Behoudens één kwartaal van groei in 2012 is de Nederlandse economie al sinds half 2011 in recessie. Het tempo van de krimp nam in het afgelopen kwartaal wel af ten opzichte van de drie voorgaande kwartalen. Wij verwachten dat in het komende halfjaar een einde aan de recessie komt, maar van significant economisch herstel zal dit en volgend jaar nog geen sprake zijn. De internationale conjunctuur trekt iets aan waarvan de Nederlandse export profiteert. Daartegenover staan nog steeds dalende binnenlandse bestedingen als gevolg van dalende koopkracht en stijgende werkloosheid. Wel veronderstellen wij dat het einde van de recessie voldoende is om de woningmarkt een duwtje te geven naar een situatie van stabiele verkoopaantallen. Het is echter nog te vroeg om te zeggen dat de woningmarkt in echt rustiger vaarwater is gekomen. Discussie over de maximale hypotheek In Nederland is een discussie op gang gekomen over de hoogte van de hypotheek bij aankoop van de woning. Commissie Wijffels (27 juni 2013) presenteerde in haar rapport Naar een dienstbaar en stabiel bankwezen een aantal aanbevelingen voor financiële stabiliteit die de huizenmarkt raken. De commissie bracht advies uit over de structuur van de Nederlandse banken. Een van de adviezen is dat hypotheken in de toekomst niet hoger mogen zijn dan 80% van de waarde van een woning. Dat zou betekenen dat een koopstarter voor de aanschaf van zijn eerste woning moet sparen om 20% van de koopsom te kunnen betalen. In de eurozone bedraagt deze zogeheten loan-to-value gemiddeld maar 80%.10 Op dit moment is de maximale loan-to-value (LTV) in Nederland 105% (inclusief 2% overdrachtsbelasting) en is besloten om dit percentage in stapjes van 1%-punt per jaar af te bouwen naar 100% in 2018.9 9 In het Lenteakkoord (26 juni 2012) tussen de toenmalige regeringspartijen VVD en CDA en de oppositiepartijen D66, GroenLinks en ChristenUnie is deze afbouw opgenomen. Een uitzondering wordt gemaakt voor duurzame, energiebesparende investeringen voor zover deze leiden tot lagere woonlasten. Bij energiebesparende voorzieningen mag daarnaast conform de gedragscode hypothecaire financiering worden afgeweken van de inkomensnorm.
september 2013
Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek
10
Toekomstige ontwikkelingen Ook Rabobank stelt dat de LTV langzaam verder kan worden verlaagd tot onder de 100% als de woningmarkt in stabieler vaarwater komt. In onze ogen is dat de meest effectieve manier om de financiële kwetsbaarheden op zowel microals macroniveau te verminderen. Verder verwachten wij dat zowel hypotheeknemers als –
Figuur 13: LTV, per leeftijdscategorie %
%
gevers in de toekomst een andere risico-
120
120
afweging zullen maken met betrekking tot de
100
100
LTV, waardoor die vanzelf zal dalen. Dit kan
80
80
60
60
40
40
20
20
0
tot 35 jaar
35-45
2009
45-55
2010
55-65
2011
ouder dan 65 gemiddelde
2012
Bron: CPB
0
echter alleen op een goede manier als er ook een alternatief is in de vorm van een goed werkende private huursector.11 De gemiddelde LTV in Nederland bedraagt 55% en 12% van alle woningeigenaren heeft een hypotheek met een LTV van boven de 100% (figuur 13). Met andere woorden: 12% van alle eigenaren heeft een negatief huizenvermogen.12 Vooral jonge huishoudens die in de afgelopen tien jaar een huis kochten, heb-
ben hoge LTV’s. Als de schulden en bezittingen van alle Nederlandse huishoudens samen worden gesaldeerd, resulteert dit dus in een positief netto vermogen. Ondanks de dalende woningwaarde is de totale woningwaarde in Nederland nog altijd twee keer zo groot als de totale hypotheekschuld. Pensioenen, levensverzekeringen en woningmarkt Daarnaast is een discussie op gang gekomen over het gebruik van pensioengeld voor het aflossen van de hypotheekschuld. Het kabinet overweegt om de economie aan te jagen door het gebruik van ‘beklemde vermogens’ toe te staan en dit fiscaal aantrekkelijker te maken.13 Indien dit plan werkelijkheid wordt, zou dit betekenen dat woningeigenaren hun levensverzekering of pensioen kunnen gebruiken om de hypotheekschuld af te lossen. Verzekeraars hebben vervolgens gereageerd dat dit voor consumenten ongunstig is en dat men een aanzienlijk deel aan vermogensopbouw zal verliezen. Ook zit het opgebouwde vermogen niet bij jongeren die op het hoogtepunt van de markt zijn ingestapt, maar bij ouderen met lage LTV’s. Een gerelateerde discussie die momenteel wordt gevoerd, betreft het mogelijk investeren van pensioengeld in Nederlandse hypotheken. In maart verscheen de rapportage van de commissie Van Dijkhuizen over de vooruitgang van het plan
september 2013
Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek
11
Toekomstige ontwikkelingen om pensioenfondsen hypotheken te laten financieren. Op verzoek van minister Blok onderzocht commissie Van Dijkhuizen of pensioenfondsen en verzekeraars voor enkele tientallen miljarden willen beleggen in Nederlandse hypotheken met het minste risico; de NHG-hypotheken. De werkgroep Kroes werkt de voorstellen bij de uitgangspunten van het rapport van Van Dijkhuizen momenteel uit. De gesprekken worden waarschijnlijk op korte termijn afgerond.
10
Ministerie van Financiën (23 augustus 2013), Kabinetsvisie Nederlandse bankensector. Piljic, D & H. Stegeman (2013), Anders wonen - Naar een werkende woningmarkt, Rabobank. 12 Beers, N. en M. Bijlsma, (2013), Afbouw van consumentenschuld - welke rol voor de overheid? Artikel op www.cpb.nl 13 FD (14 augustus 2013), ‘Kabinet wil levensverzekeringen inzetten om hypotheek af te lossen’. 11
september 2013
Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek
12
Scenario’s prijsmodel Wij verwachten dat de woningprijzen binnen afzienbare tijd stabiliseren en op de lange termijn weer zullen stijgen. Wij baseren ons hierbij op onze studie ‘Over de waardering van woningen’. Afgelopen jaren zijn er verschillende onderzoeken gedaan naar de vraag of de Nederlandse woningprijs over- of ondergewaardeerd is. Wij hebben deze vraag beantwoord met behulp van een tijdreeksanalyse. Op basis van theorie en de beschikbare empirie hebben wij een langetermijnprijsmodel geschat waarmee het niveau van de woningprijs is verklaard vanuit de reële rente, het reëel beschikbaar arbeidsinkomen, spaargeld en de omvang van de woningvoorraad. Hoewel het lastig is om op basis dit model een exacte uitspraak te doen over de mate van over- dan wel onderwaardering, lijkt er sprake te zijn van een onderwaardering van de Nederlandse woningprijs (figuur 14). Indien we rekening houden met beleidswijzigingen dan is de onderwaardering een stuk minder groot. Op basis van deze studie is het ons inziens gerechtvaardigd om te veronderstellen dat stabilisatie van de woningprijzen binnen afzienbare tijd voor de hand ligt en dat woningprijzen op de lange termijn weer gematigd zullen stijgen. Ook verschillende scenario’s die we met dit model hebben doorgerekend ondersteunen dit beeld, waarbij er, gezien de economische omgeving, niet op moet worden gerekend dat prijzen krachtig zullen herstellen. Met verschillende kortetermijnvergeljkingen hebben we gekeken of er adequate uitspraken gedaan kunnen worden voor de komende jaren. Dit blijkt, vier jaar na de omslag in 2008, echter niet mogelijk. Alle door ons geconstrueerde modellen zijn te onbetrouwbaar om een adequate puntschatting te geven (figuur 15). Belangrijke oorzaken voor die onbetrouwbaarheid zijn de veranderende economische omgeving sinds 2008 waardoor verbanden structureel gewijzigd zijn en niet laten van in een tijdreeks van vooral beleidswijzigingen door het Rijk en hypotheekverstrekkende instellingen.
Figuur 14: Scenario nominale huizenprijsontwikkeling
Figuur 15: Puntschatting woningprijsmutatie op basis van verschillende kortetermijnmodellen
Nominale huizenprijs
Nominale huizenprijs
400000
400000 350000
350000
250000
250000
300 Korte termijn voorspellingen voor 2013 en 2014, nominale woningprijs
300000
300000
x € 1000
x € 1000
300
250
250
200
200
200000 150000
200000
100000
150000
50000
100000
0 2000
2004
2008
2012
2016
2020
2024
nominale prijsontwikkeling op basis van modelparameters nominale prijsstijging gelijk aan inflatie
Bron: Rabobank
150
150 11 Werkelijke prijs
12 kt11
13 kt12
kt6
kt7
14 kt8
kt9
Bron: Rabobank
september 2013
Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek
13
kt10
Grafieken
Verstrekte bouwvergunningen
Bouwproductie x 1000
x 1000
x 1000
x 1000
90
90
80
80
80
80
70
70
70
70
60
60
60
60
50
50
50
50
40
40
40
40
30
30
30
30
20
20
10
10
12 maands totalen
0
0
20 10
0 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12
Koopwoningen
Huurwoningen
Koopwoningen
Bron: CBS
Bron: CBS
Swaprente
Kapitaalmarkt: verschillende landen
%
6
%
6
5
5
4
4
3
3
2
2 1
1 Euro Swaprente
0
0 04
05
06
07
08
2 jaar
09
5 jaar
10
11
10 jaar
12
10
0
96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 Huurwoningen
20 12 maands totalen
20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0
%
08
13
09
Nederland
30 jaar
%
Rente op staatsobligaties (10jr)
10
11
Portugal
Ierland
12 Italie
13 Spanje
Duitsland
Bron: Reuters EcoWin
Bron: Reuters EcoWin
Spaar- en hypotheekrentes
Hypotheekrente nieuwe contracten naar looptijd %
%
20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0
%
%
7
7
7
6
6
6
6
5
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
5 4
4
3
3
2
2
1
1
0
0 03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
1-jaars spaarrente Eurozone
1-jaars spaarrente Hoog
1-jaars spaarrente Nederland
10-jaars hypotheekrente Eurozone
10-jaars hypotheekrente Hoog
10-jaars hypotheekrente Nederland
7
0
0 03
04
05
06
07
08
09
10
11
Variabele rente en <= 1 jaar rentevast > 1 jaar en <= 5 jaar rentevast > 5 jaar rentevast en <= 10 jaar rentevast > 10 jaar rentevast
Bron: DNB
Bron: ECB
september 2013
12
Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek
14
13
Grafieken
Volume bestaande hypotheken naar instelling x € mrd
Volume nieuwe hypotheken naar looptijd
x € mrd
x miljard
x miljard
14
700
14
600
600
12
12
500
500
10
10
400
700
300
8
8
400
6
6
300
4
4
2
2
200
200
100
100
0
0
0 03
04
07
08
09
10
Monetair-financiële instellingen Pensioenfondsen Beleggingsinstellingen
11
12
13
Special purpose vehicles Verzekeringsinstellingen
06
07
08
09
Bron: DNB
Bron: DNB
Nederlandse werkloosheid
Internationale werkloosheid % beroepsbevolking
Aantal personen x1.000
9300
7
Seizoensgecorrigeerd (Eurostat definitie)
6
8900
10
11
12
13
Variabele rente en <= 1 jaar rentevast > 1 jaar en <= 5 jaar rentevast > 5 jaar rentevast en <= 10 jaar rentevast > 10 jaar rentevast
0 06
05
8500
5
8100
4
7700
3
%
%
30
30 25
Werkloosheid, mei 2013
25
20
20
15
15
10
10
5
5
0
0
2
7300 03
04
05
Werkloosheid (r)
06
07
08
09
10
Werkgelegenheid (l)
11
12
13
Arbeidsaanbod (l)
Bron: Eurostat
Bron: CBS Internationale prijsvergelijking Index 2005 = 100
Economische verwachtingen Index 2005 = 100
160
160
jaar op jaar mutatie in %
12
13
14
140
140
Bruto binnenlands product
-1,3
-1¼
0
120
120
Particuliere consumptie
-1,6
-2
-1¼
100
100
Overheidsbestedingen
-0,8
-1¼
-1
80
80
Private investeringen
-4,6
-9
1½
60
60
Uitvoer goederen en diensten
3,2
1¾
3¾
40
40
Invoer goederen en diensten
3,3
-¾
3¼
20
20
0
0 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 Nederland Ierland
Belgie Zweden
Frankrijk VK
Bron: Reuters EcoWin
september 2013
Duitsland US
Consumentenprijzen
2,8
2½
1
Werkloosheid (%)
5,3
6¾
7½
Begrotingssaldo (% BBP)
-4,1
-2¾
-3
Staatsschuld (% BBP)
71,2
74¼
76½
Saldo lopende rekening (% BBP)
10,1
12¼
10
Bron: CBS en Rabobank
Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek
15
Kerngegevens
Woningprijzen Jaar-op-jaar mutatie (%)
2011
2012
2013Q1
NVM (mediane woningprijs)
-1,9
-7,5
-5,5
-5,3
Kadaster (gemiddelde prijs)
0,2
-5,6
-9,6
-9,5
CBS-index
-2,4
-8,3
-8,3
-8.5
Calcasa Wox
-0,2
-4,7
-7,9
-
2011
2012
2013Q1
2013Q2
120.739
117.261
23.090
22.111
2.811
2.488
517
437
2011
2012
2013Q1
2013Q2
Totaal
55.804
37.370
5.530
-
Koopwoningen
38.123
21.886
2.874
-
Huurwoningen
17.681
15.484
2.656
-
2013Q2
2013Q2
Markt van bestaande koopwoningen (CBS/Kadaster)
Verkochte woningen Onvrijwillige verkopen
Verleende bouwvergunningen (CBS)
Rente (DNB) 2011
2012
2013Q1
Lopende hypotheken
4,77
4,71
4,63
4,59
looptijd <=1 jaar
4,44
4,32
4,23
4,18
looptijd >1 en <=5 jaar
4,32
4,29
4,00
3,88
looptijd > 5 jaar
4,77
4,71
4,63
4,59
Nieuwe hypotheken
4,55
4,27
4,04
3,80
looptijd <=1 jaar
3,91
3,72
3,28
3,12
looptijd >1 en <=5 jaar
4,44
4,06
3,84
3,65
looptijd > 5 jaar
4,92
4,73
4,65
4,12
2011
2012
2013a
2014 a
BBP (volumegroei, %)
1,1
-1,3
-1,25
0
Inflatie (%)
2,3
2,8
2,5
1
Werkloosheid (%) a Prognoses Rabobank
4,4
5,3
6,75
7,5
Economische kerngegevens (augustus 2013)
september 2013
Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek
16
Colofon Het Kwartaalbericht Woningmarkt is een uitgave van het Directoraat Kennis en Economisch Onderzoek (KEO) van Rabobank Nederland. De in deze publicatie gepresenteerde visie is gebaseerd op gegevens uit door ons betrouwbaar geachte bronnen. Deze omvatten onder andere Reuters EcoWin, Kadaster, NVM, DNB, CPB en CBS. Deze gegevens zijn op zorgvuldige wijze in onze analyses verwerkt. Rabobank Nederland aanvaardt echter geen enkele aansprakelijkheid voor het geval dat de in deze publicatie neergelegde gegevens of prognoses onjuistheden bevatten. Het betreft algemene informatie die aan veranderingen onderhevig is. Aan de verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Rabobank en alle andere aanbieders van informatie uit deze brochure en op de websites waarnaar deze verwijst, aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor de inhoud hiervan of voor informatie die op of via de sites wordt verstrekt. Gehele of gedeeltelijke overname is uitsluitend toegestaan met bronvermelding. De afnemer van de informatie is verantwoordelijk voor de keuze en elk gebruik van de informatie. De afnemer is verplicht aanwijzingen van de Rabobank omtrent het gebruik van de informatie op te volgen. Nederlands recht is van toepassing. Kennis en Economisch Onderzoek is ook te vinden op internet: https://economie.rabobank.com Voor overige informatie kunt u bellen met het secretariaat van KEO op tel. 030 – 2162666, of mailen naar ‘
[email protected]’. Tekstbijdragen: Pieter van Dalen, Frits Oevering en Paul de Vries. Redactie: Enrico Versteegh Eindredactie: Hans Stegeman, hoofd Nationaal Macro-Economisch Onderzoek, Directoraat Kennis en Economisch Onderzoek Graphics: Pieter van Dalen/Selma Heijnekamp Productiecoördinatie: Christel Frentz
© 2013 - Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A., Nederland
september 2013
Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek
17
KEO op internet https://economie.rabobank.com Postadres Rabobank Nederland, KEO (UC.T.04.11) Postbus 17100 3500 HG Utrecht Bezoekadres Rabobank Nederland Croeselaan 18 3521 CB Utrecht