Kwalificatiedossier Naar Betrouwbare Persoonsgegevens
Senior medewerker
DATUM:
7 februari 2014
Inhoudsopgave Inleiding kwalificatie Senior medewerker ........................... 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
De beroepsgroep ............................................................................ 1 Overzicht kwalificaties beroepsgroep ............................................... 2 De kwalificatie Senior medewerker ................................................... 2 Werkcontext .................................................................................... 3 Niveau ............................................................................................. 3
Uitwerking kwalificatie Senior medewerker ....................... 4 1.6 1.6.1 1.6.2 1.6.3 1.6.4 1.6.5 1.7
Kerntaken en werkprocessen .......................................................... 4 Kerntaak 1: Verricht frontoffice werkzaamheden ................................ 4 Kerntaak 2: Verricht intake ................................................................ 5 Kerntaak 3: Behandelt aanvragen, aangiften en verzoeken ................ 6 Kerntaak 4: Geeft publieke producten af ........................................... 8 Kerntaak 5: Voert onderzoek uit ........................................................ 9 Competenties ............................................................................... 10
Uitwerking uitstroomrichtingen .......................................... 11 1.8 Persoonsinformatievoorziening .......................................................11 1.9 Identiteitsmanagement ....................................................................11 1.10 Overzicht kerntaken en werkprocessen per uitstroomrichting .......... 13
Verantwoording ............................................................................... 14
1
Inleiding kwalificatie Senior medewerker In dit hoofdstuk wordt de context van de kwalificatie Senior medewerker beknopt omschreven.
1.1
De beroepsgroep De kwalificatie Senior medewerker behoort tot de beroepsgroep die bestaat uit medewerkers Persoonsinformatievoorziening en Identiteitsmanagement (verder PIV en IDM). Deze beroepsgroep richt zich vooral op het openbaar bestuur. De medewerkers PIV en IDM hebben een aantal gemeenschappelijke taken en werkzaamheden. Enerzijds hebben zij veel contact met burgers en anderzijds werken zij aan dossiers. De contacten met burgers verlopen face-to-face, telefonisch, digitaal en/of schriftelijk, afhankelijk van het niveau van de kwalificatie. Veel van de contactmomenten bestaan uit gesprekken waarin de burgers informatie of een product willen. De medewerkers PIV en IDM zijn in staat om de vraag van de klant te achterhalen en daar een correct antwoord op te geven. Afhankelijk van de complexiteit van de vraag, wordt deze afgehandeld door een junior medewerker, een senior medewerker of door een specialist. Soms zal het antwoord voor de vragensteller niet het meest wenselijke antwoord zijn. De medewerker PIV en IDM moet daar goed mee kunnen omgaan. Soms ook kan een medewerker het antwoord ook niet geven. Hij moet dan kunnen doorverwijzen, zodat de burger bij de juiste collega of afdeling terecht komt. De contactmomenten kunnen ook bestaan uit gesprekken waarin informatie van de burgers wordt gevraagd. Deze informatie kan vanuit de eigen organisatie, maar ook op de locatie van de burger worden ingewonnen. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval bij werkzaamheden in het kader van toezicht en handhaving, zoals een bevolkingscontrole. Het kan zijn dat de medewerker PIV en IDM die informatie voor verdere afhandeling doorspeelt aan een collega of leidinggevende. De dossiers waar medewerkers PIV en IDM aan werken zijn vooral persoonsdossiers. De trend is dat er steeds meer zaakgericht en dus
2
met zaakdossiers wordt gewerkt. Het werken aan die dossiers verloopt volgens standaardprocedures. De medewerker PIV en IDM verricht daarbij zowel financiële als administratieve werkzaamheden. De medewerkers PIV en IDM voeren te allen tijde het geldende beleid uit, ook als zij er niet volledig achter staan. Daarnaast moeten zij het beleid uitvoeren zonder aanzien des persoon: een medewerker PIV en IDM moet integer zijn, handelen conform binnen de overheid geldende ethische maatstaven en altijd beseffen dat zij werken voor een bestuursorgaan. Een medewerker PIV en IDM is daarbij bereid een impopulair standpunt in te nemen als aan belangrijke principes wordt getornd.
1.2 Overzicht kwalificaties beroepsgroep MEDEWERKERS PIV EN IDM MBO niveau 2 Junior medewerker MBO niveau 4 Senior medewerker HBO Specialist
1.3 De kwalificatie Senior medewerker De senior medewerker verricht zijn werkzaamheden voornamelijk in de backoffice. Zijn contacten vinden vooral schriftelijk en digitaal plaats, maar ook telefonisch en aan de balie. De contacten bestaan grotendeels uit het verstrekken van informatie over complexe producten en diensten en het behandelen van gecompliceerde verzoeken en aangiften. De te verstrekken informatie heeft vaak betrekking op concrete situaties, zoals het verloop van een procedure, bijvoorbeeld bij een naturalisatieprocedure. In minder frequente situaties is de gewenste informatie algemeen van aard, zoals de indieningsvereisten bij een huwelijk. De senior medewerker werkt conform de nationale wet- en regelgeving inclusief circulaires en (standaard) jurisprudentie en volgens (lokaal vastgestelde) interne werkprocedures en beleidsregels. Een groot deel van zijn werk heeft ook te maken met internationale wet- en regelgeving. Op dit vlak wordt een senior medewerker geraadpleegd door de junior medewerker, of krijgt hij dossiers overgedragen van junior medewerkers. De senior medewerker wijst collega's en burgers op mogelijkheden en onmogelijkheden. Hij bewaakt de grens tussen de mogelijkheden van
3
de organisatie en de mogelijkheden binnen de dienstverlening aan de burger.
1.4 Werkcontext De medewerkers PIV en IDM werken bij organisaties in de overheidssfeer of zijn hier gedetacheerd. De senior medewerker is bijvoorbeeld werkzaam bij een gemeente of bij een samenwerkingsverband van gemeenten. Hij verricht zijn werkzaamheden voornamelijk in de (back-office) van de dienstverlening. In de dienstverlening worden producten afgegeven en worden diensten verstrekt. De aanvraag hiertoe kan via verschillende kanalen ontvangen worden. (schriftelijk, via internet, aan de balie of telefonisch) E-dienstverlening maakt onderdeel uit van de werkomgeving van de medewerker. Bij het beschrijven van deze kwalificatie is geen rekening gehouden met toepassingssystemen, applicaties en andere ondersteunende middelen, omdat er op dit vlak veel variatie tussen gemeenten bestaat. Verder is er geen rekening gehouden met de aard en soort van in te zetten kennis- en informatiebanken. Er is wel rekening gehouden met het bestaan hiervan en met het feit dat de senior medewerker bij de uitvoering van zijn werk gebruik maakt van kennisen informatiebanken.
1.5 Niveau Een senior medewerker is een volwaardig vakman. Hij is verantwoordelijk voor een aantal producten of processen. Hij werkt zelfstandig op basis van mandaat of eigen initiatief. De senior medewerker combineert en coördineert taken, past procedures toe en kan argumenten opstellen, analyseren, problemen planmatig oplossen en kennis en vaardigheden overdragen. De senior medewerker werkt in een complexe context, waarin onvoorspelbare factoren meespelen. Hij kan mede richting geven bij veranderingen, kan veranderingen initiëren of ideeën daarvoor aandragen. De senior medewerker werkt samen met gelijken, leidinggevenden en burgers. Daarnaast draagt hij verantwoordelijkheid voor resultaten van eigen werk en gedeelde verantwoordelijkheid voor het resultaat van het werk van anderen. Deze niveauomschrijving is gebaseerd op NLQF niveau 4 en MBO niveau 4.
4
Uitwerking kwalificatie Senior medewerker In dit hoofdstuk wordt de kwalificatie Senior medewerker verder uitgewerkt in termen van kerntaken, werkprocessen en competenties die nodig zijn om het werk te kunnen uitvoeren. Dit resulteert uiteindelijk in meetbare en concrete leerdoelen, ook wel toetstermen genoemd. 1.6
Kerntaken en werkprocessen In onderstaande tabel staan de kerntaken en werkprocessen behorend bij de kwalificatie Senior medewerker. In de paragrafen hieronder wordt elke kerntaak omschreven met daaronder een omschrijving van de bijbehorende werkprocessen. Kerntaken 1. Verricht frontoffice werkzaamheden 2. Verricht intake
3. Behandelt aanvragen, aangiften en verzoeken
4. Geeft publieke producten af
5. Voert onderzoek uit
Werkprocessen 1.1 Verstrekt informatie en advies 2.1 Wint informatie in bij de burger 2.2 Verifieert de identiteit van de burger en/of identificeert de burger 2.3 Legt informatie vast 3.1 Verifieert gegevens 3.2 Interpreteert en ordent gegevens en bepaalt of deze overgedragen moeten worden 3.3 Beslist op aanvragen, aangiften en verzoeken 3.4 Verwerkt gegevens 4.1 Stelt publieke producten op 4.2 Reikt publieke producten uit 4.3 Archiveert aanvragen, aangifte en verzoeken 5.1 Handelt terugmeldingen af 5.2 Formuleert onderzoeksopdrachten 5.3 Verzamelt en analyseert gegevens 5.4 Concludeert en maakt besluit
5
1.6.1 Kerntaak 1: Verricht frontoffice werkzaamheden Bij het verrichten van frontoffice werkzaamheden analyseert de senior medewerker de vraag van de burger. Hij toetst de vraag en wensen van de burger aan wettelijke en beleidsmatige criteria. Daarnaast verzamelt hij relevante gegevens in en hij verstrekt (proces)informatie en advies. Dit betreft complexe processen (circa 20% van de processen) van het vakgebied PIV en IDM, zoals niet veelvuldig voorkomende en complexe procedures. De senior medewerker legt de informatie vervolgens vast. Ook wijst hij de burger proactief op mogelijke rechten en op verplichtingen. De senior medewerker vervult een consulentrol op zijn vakgebied en fungeert in deze hoedanigheid als vraagbaak voor de junior medewerker. 1.1 Verstrekt informatie en advies Omschrijving Op basis van een vraag van een burger verstrekt de senior medewerker informatie. Indien nodig, vraagt de senior medewerker om specifieke informatie van de burger ter verheldering van de vraag. Daarnaast verstrekt de senior medewerker proactief informatie. Hij wijst de burger hierbij op zijn rechten en verplichtingen. In het kader van zijn signaalfunctie speelt hij (klant)informatie, die van belang is voor de optimalisatie van de (eigen processen binnen de) organisatie, door aan zijn leidinggevende.
1.6.2 Kerntaak 2: Verricht intake De senior medewerker verricht de intake van de complexe producten (circa 20%) op het vakgebied. Bij het verrichten van de intake verifieert de senior medewerker de door de burger aangeboden en/of verstrekte gegevens. Hij vergelijkt de aangeleverde gegevens met gegevens in de toepassingssystemen. Daarnaast controleert hij de juistheid, de volledigheid, de onderlinge samenhang en de betrouwbaarheid van gegevens ter voorkoming van een foutieve registratie en verstrekking van een product. Hij vult, waar nodig, de ontbrekende gegevens aan. 2.1 Wint informatie in bij de burger Omschrijving De senior medewerker beoordeelt de aanvraag, aangifte of verzoek op volledigheid, relevantie en (eventuele) rechtsgevolgen. Zo nodig wint hij advies van derden in en vraagt hij aanvullende gegevens
6
op. Ter verheldering van de vraag van de burger vraagt de senior medewerker specifieke informatie en aanvullende documenten aan de burger, zodat hij voldoende informatie heeft om het gevraagde product te kunnen leveren dan wel de dienst te kunnen verlenen. 2.2 Verifieert de identiteit van de burger en/of identificeert de burger Omschrijving Met behulp van een identiteitsbewijs verifieert de senior medewerker de identiteit van de burger. Indien er geen identiteitsbewijs voorhanden is, stelt hij de identiteit vast aan de hand van andere documenten. Daarbij stelt hij identificerende vragen. Hij maakt daarbij ook gebruik van de gegevens uit de BRP. Zo nodig wint hij advies van andere overheidsinstanties in en vraagt hij aanvullende gegevens op. 2.3 Legt informatie vast Omschrijving De senior medewerker legt de verkregen informatie vast. Dit kan in een zaaksysteem plaatsvinden, op een aanvraag- of aangifteformulier of in een dossier. De senior medewerker legt een dossier aan en beheert het dossier. Hij bewaakt de afhandelingstermijnen per dossier en houdt overzicht op het verloop van de procedure. Hij signaleert aan derden bij dreigende termijnoverschrijdingen of onderneemt zelf tijdig actie.
1.6.3 Kerntaak 3: Behandelt aanvragen, aangiften en verzoeken De senior medewerker behandelt ten opzichte van de junior medewerker de ingewikkeldere aanvragen, aangiften en verzoeken van de burger. Het betreft producten die minder vaak voorkomen en producten die complex zijn, vaak vanwege internationale aspecten op het vlak van personen- en familierecht. Dit behandelen bestaat uit het beslissen over de volledigheid, het aanvullen waar dit nodig is, het beslissen of is voldaan aan de juridische en beleidsmatige vereisten en het verwerken van de complexe aanvraag of de aangifte of het complexe verzoek in de administratie.
3.1 Verifieert gegevens
7
Omschrijving
De senior medewerker maakt gebruik van de gegevens die zijn verkregen in de intake. Hij verifieert of aan de voorwaarden voor het indienen van een aanvraag, verzoek of aangifte is voldaan of in het belang van het verdere verloop van de procedure. Ook betrekt hij de identiteitsgegevens in de verificatie en beoordeelt hij of deze juist en betrouwbaar zijn.
3.2 Interpreteert en ordent gegevens en bepaalt of deze overgedragen moeten worden Omschrijving De senior medewerker beoordeelt welke gegevens van belang zijn voor de aanvraag, de aangifte of het product. Deze informatie wordt in het zaaksysteem, op een aanvraag- of aangifteformulier, of in akten volgens de daarvoor geldende normen en/of regels vastgelegd. Op basis van de verkregen informatie bepaalt de senior medewerker of hij bevoegd is het product zelf af te handelen of dat hij dit moet overdragen aan een specialist. 3.3 Beslist op aanvragen, aangiften en verzoeken Omschrijving De senior medewerker beslist op beslist op aanvragen voor, aangiften van of verzoeken voor complexe producten, waarbij een beslissing op basis van wet- en regelgeving en vigerend beleid wordt vastgelegd. In veel gevallen is er sprake van een individualisering, waarbij in concrete situaties beslissingen genomen moeten worden. Het kan bijvoorbeeld gaan om de aanvraag van de Nederlandse nationaliteit, een geboorteaangifte of huwelijksaangifte. Het werken aan deze dossiers betreft vaak activiteiten waarbij specifieke kennis van internationale regelgeving noodzakelijk is en/of activiteiten die een meer administratief (muteren) of beheersmatig (dossierbeheer) karakter hebben. 3.4 Verwerkt gegevens Omschrijving De senior medewerker verwerkt de beslissing op een complexe aanvraag, aangifte of verzoek in de administratie. Dit gebeurt voornamelijk via een akte of een latere vermelding in de burgerlijke stand of op een persoonslijst in de BRP. De senior medewerker handelt ook foutberichten af.
8
1.6.4 Kerntaak 4: Geeft publieke producten af Publieke producten zijn producten die min of meer ‘op de plank’ liggen. Het merendeel van deze producten wordt door de junior medewerker afgegeven. Hieronder vallen ook de producten die behandeld zijn door de senior medewerker. De senior medewerker geeft deze producten wel eens af bij de beslissing op een aanvraag of verwerking van gegevens, bijvoorbeeld de afgifte van een afschrift van een akte, na geboorte- of overlijdensaangifte. 4.1 Stelt publieke producten op Omschrijving De senior medewerker legt aanvragen vast op een aanvraagformulier of rechtsfeiten in de administratie. Dit is nodig voor de afgifte van publieke producten (Identiteitsmanagement), zoals een reisdocument en een afschrift. Deze producten worden veelal door de junior medewerker opgesteld. In een enkel geval stelt de senior medewerker zelf publieke producten (Persoonsinformatievoorziening) op, zoals uittreksels en afschriften. Het ondersteunende zaaksysteem zorgt voor termijnbewaking. 4.2 Reikt publieke producten uit Omschrijving Publieke producten voor persoonsinformatievoorziening worden direct na de aanvraag uitgereikt. Tevens wordt door de senior medewerker, aan de hand van de legesverordening of het Legesbesluit bepaald of de burger hiervoor leges dient te betalen. 4.3 Archiveert aanvragen, aangiften en verzoeken Omschrijving Als op een aanvraag, aangifte of verzoek is besloten of als het product is uitgereikt, wordt de aanvraag, aangifte of het verzoek door de senior medewerker gearchiveerd. Vanwege de complexiteit van de producten die door een senior medewerker worden afgehandeld betreft dit vaak setjes aan documenten.
1.6.5 Kerntaak 5: Voert onderzoek uit De senior medewerker is belast met het uitvoeren van onderzoeken, zoals een kwaliteitsonderzoek op de basisregistratie of een zelfevaluatie. Hij voert ook identiteitsonderzoeken uit, waarbij hij eerste- en tweedelijns-onderzoeken op documenten uitvoert. De
9
senior medewerker verzamelt de onderzoeksgegevens en analyseert deze. Na de probleemanalyse trekt de senior medewerker conclusies en neemt hij een besluit. 5.1 Handelt terugmeldingen af Omschrijving Onderzoeken kunnen op verschillende manieren getriggerd worden, bijvoorbeeld door interne of externe terugmeldingen. De senior medewerker regisseert deze terugmeldingen. Hij ontvangt nieuwe terugmeldingen en actualiseert deze. Tussentijds beoordeelt de senior medewerker of een terugmelding leidt tot een onderzoek. 5.2 Formuleert onderzoeksopdrachten Omschrijving De senior medewerker formuleert de probleemstelling en bepaalt wanneer de informatie beschikbaar moet zijn. Hij geeft aan vanuit hoeveel bronnen informatie nodig is en bepaalt waar de informatie verzameld zal worden. De senior medewerker geeft verder nog aan wie voor welke informatie verantwoordelijk is en bepaalt welke informatie voor deze onderzoeksopdracht nuttig is. 5.3 Verzamelt en analyseert gegevens Omschrijving Bij informatie verzamelen gaat de senior medewerker na hoe een probleem is ontstaan en welke oplossingen mogelijk zijn. Diverse bronnen kunnen informatie leveren die nodig is voor een resultaat. De senior medewerker verzamelt deze informatie en analyseert deze. Hij legt verbanden tussen de verzamelde gegevens, bepaalt de relevantie en bruikbaarheid van de verkregen informatie en bedenkt adequate oplossingen. De verzamelde gegevens bestaan uit feitelijke informatie en juridische informatie. 5.4 Concludeert en maakt besluit Omschrijving De senior medewerker trekt op basis van de details of feiten uit de onderzoeksresultaten een conclusie. Deze conclusie wordt in een voornemen of besluit (schriftelijk) verwoord. Als het besluit individueel gericht is, worden in het schriftelijk besluit tevens de rechten van de burger opgenomen.
10
1.7
Competenties In deze paragraaf wordt een relatie gelegd tussen de competenties uit het Competentiemodel Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven powered by SHL en deze kwalificatiestructuur. Aan de hand van verschillende categorieën wordt inzichtelijk gemaakt of en zo ja, waar de betreffende competenties op dit niveau terugkomen in deze kwalificatiestructuur. Competenties in de categorieën 1 t/m 3 worden niet getoetst binnen deze kwalificatiestructuur. Competenties in de categorieën 4 en 5 zijn verweven in één of meerdere werkprocessen en/of kerntaken in deze kwalificatiestructuur. Competentie A. B. C. D. E. F. G. H. I. J. K. L. M. N. O. P. Q. R.
S. T. U. V. W. X. Y.
Beslissen en activiteiten initiëren Aansturen Begeleiden Aandacht en begrip tonen Samenwerken en overleggen Ethisch en integer handelen Relaties bouwen en netwerken Overtuigen en beïnvloeden Presenteren Formuleren en rapporteren Vakdeskundigheid toepassen Materialen en middelen inzetten Analyseren Onderzoeken Creëren en innoveren Leren Plannen en organiseren Op de behoefte en verwachtingen van de ‘klant’ richten Kwaliteit leveren Instructies en procedures opvolgen Omgaan met verandering en aanpassen Met druk en tegenslag omgaan Gedrevenheid en ambitie tonen Ondernemend en commercieel handelen Bedrijfsmatig handelen
Categorie 1 2 3
Toelichting 4
5 x x X
x
Kerntaak 3, 4 en 5. Kerntaak 1, 2, 3 en 4 Kerntaak 1, 2, 3 en 4 Werkproces 3.3
x x
x x
x
Gebeurt niet op dit niveau Kerntaak 1, 2, 3 en 4
x x x x x
x
x x
Zie S. Kerntaak 1, 2, 3, 4 en 5. Kerntaak . 3.2 en 5,3. Kerntaak 5 Werkproces 5.2 en 5.4.
x
Zie D.
x x
x x x
x
x x
x x
Kerntaak 1, 2, 3, 4 en 5 Kerntaak 1, 2, 3, 4 en 5
x
Gebeurt niet op dit niveau
x
Niet van belang voor deze beroepsgroep
11
Uitleg categorieën 1. Moeilijk of niet te toetsen gedurende of aan het eind van een opleiding. 2. Niet van belang voor deze beroepsgroep/de kwalificatie op dit niveau. 3. Wel van belang voor de beroepsgroep/de kwalificatie op dit niveau, maar generiek. Deze competentie krijgt een plek buiten deze kwalificatiestructuur. 4. Evident bij een bepaald werkproces/kerntaak op een bepaald niveau. 5. Hoort bij verschillende werkprocessen/kerntaken op een bepaald niveau.
12
Uitwerking uitstroomrichtingen Dit kwalificatiedossier is gericht op de uitstroomrichtingen Persoonsinformatievoorziening en Identiteitsmanagement. In dit hoofdstuk wordt duidelijk gemaakt wat het verschil tussen de uitstroomrichtingen is. Ook wordt een overzicht gegeven van de kerntaken en werkprocessen per uitstroomrichting. Bij zowel persoonsinformatievoorziening als identiteitsmanagement worden persoonsgegevens en/of identiteitsgegevens vastgelegd. Afhankelijk van het doel waarvoor de gegevens worden gebruikt horen zij bij persoonsinformatievoorziening of bij identiteitsmanagement. Ook de bronnen die bij het vaststellen worden gebruikt, verschillen. Zo mag een W-document van de IND niet worden gebruikt voor het vastleggen van de persoonsgegevens (persoonsinformatievoorziening), maar wel voor het vaststellen van iemands identiteit (identiteitsmanagement).
1.8 Persoonsinf ormatievoorziening Als de gegevens worden gebruikt om ze vast te leggen in de basisregistratie personen en om informatie te verstrekken aan afnemers, dan spreken we over persoonsgegevens voor persoonsinformatievoorziening. Persoonsinformatievoorziening betreft dus het bewerken, vastleggen en verstrekken van persoonsgegevens, of te wel van de administratieve identiteit. Deze handelingen vinden plaats in zowel de BRP als in akten van de burgerlijke stand. Om de persoonsgegevens te kunnen bewerken, vastleggen en verstrekken, wordt gebruik gemaakt van toepassingssystemen. Voor het vullen van de toepassingssystemen is kennis nodig over de regels die gelden bij het vastleggen van persoonsgegevens. Hierbij kan gedacht worden aan kennis van het naamrecht, afstamming en kennis van persoonslijsten. Bij het verstrekken van persoonsinformatie is kennis nodig van privacybescherming.
1.9 Identiteitsmanagement Als de gegevens worden gebruikt om de identiteit van de individuele burger te beheren, dan spreken we over Identiteitsmanagement. Identiteit is een ruim begrip. Alle elementen die een persoon kenmerken, behoren tot zijn identiteit. Ook iemands voorliefde voor een bepaalde voetbalclub of een hobby kan een identificerend gegeven zijn.
13
In deze kwalificatiestructuur gaan we uit van de volgende identificerende gegevens: een foto; het burgerservicenummer (BSN); de geslachtsnaam en voornamen; de geboortedatum, de geboorteplaats en het geboorteland; het geslacht; de biometrische kenmerken, zoals een vingerafdruk, de oogkleur en de lengte; de handtekening. Welke kenmerken van belang zijn voor de identiteitsbepaling is afhankelijk van het doel (en daarmee van het soort beveiligingsniveau en van de grootte van het afbreukrisico) waarvoor de gegevens worden gebruikt. Op het laagste niveau zijn een geboortedatum en een BSN al voldoende voor het bepalen van iemands identiteit. De processen die onder identiteitsmanagement vallen, zijn: het verifiëren van identiteiten; het vaststellen van identiteiten; het vastleggen van identiteiten in identiteitsdocumenten en daarvoor bestemde administratie- of toepassingssystemen; het beheren en verstrekken van identiteitsdocumenten en bijbehorende gegevens; het gebruik van biometrie; het controleren van identiteitsdocumenten; het voorkomen en signaleren van identiteitsfraude. Onder identiteitsmanagement behoort dus onder andere het vaststellen van de (rechts)geldigheid en de echtheid van documenten aan de hand van echtheidskenmerken. Dit geldt voor identiteitsdocumenten en voor andere ondersteunende documenten die van belang zijn voor de identiteitsvaststelling. Dit kunnen enkele documenten zijn, maar ook combinaties van documenten (afzonderlijk kunnen een paspoort en een geboorteakte bijvoorbeeld in orde lijken, maar de combinatie van deze documenten kan tot een andere conclusie leiden). De medewerker PIV en IDM moet kunnen voelen, zien of een document vermoedelijk echt of vals is. De junior medewerker controleert dit met name visueel (de pasfoto lijkt op de burger die voor me staat); de senior medewerker heeft bijvoorbeeld inzicht in de productietechnieken en papierkenmerken van documenten.
14
1.10 Overzicht kerntaken en werkprocessen per uitstroomrichting Zoals in onderstaande tabel is te zien, komen binnen beide uitstroomrichtingen dezelfde werkprocessen voor. De invulling van deze werkprocessen is echter wel verschillend. Dit blijkt voornamelijk uit de toetstermen bij beide uitstroomrichtingen. Kerntaken 1. Verricht frontoffice werkzaamheden 2. Verricht intake
3. Behandelt aanvragen, aangiften en verzoeken
4. Geeft publieke producten af
5. Voert onderzoek uit
Werkprocessen 1.1 Verstrekt informatie en advies 2.1 Wint informatie in bij de burger 2.2 Verifieert de identiteit van de burger en/of identificeert de burger 2.3 Legt informatie vast 3.1 Verifieert gegevens 3.2 Interpreteert en ordent gegevens en bepaalt of deze overgedragen moeten worden 3.3 Beslist op aanvragen, aangiften en verzoeken 3.4 Verwerkt gegevens 4.1 Stelt publieke producten op 4.2 Reikt publieke producten uit 4.3 Archiveert aanvragen, aangiften en verzoeken 5.1 Handelt terugmeldingen af 5.2 Formuleert onderzoeksopdrachten 5.3 Verzamelt en analyseert gegevens 5.4 Concludeert en maakt besluit
PIV X
IDM X
X
X
X
X
X X X
X X X
X
X
X X
X X
X
X
X
X
X X
X X
X
X
X
X
15
Verantwoording Dit document is opgesteld door stichting ICTU in samenwerking met Teelen Kennismanagement en expertgroep P&I. }}}}}}