Informatie
Op twitter @meefriesland www.meefriesland.nl In verband met de privacy van de cliënten zijn sommige namen in deze editie veranderd.
Krant najaar 2015
Duplo poppetjes helpen een verhaal te vertellen
2
Loop mee langs de MEE kennisgebieden
4
6
Met deskundige begeleiding kan Sharon (20) op zichzelf gaan wonen
7
Kees en Pietsje (26) enthousiast over cursus ‘Kinderen, waar kies ik voor?’
8
Darryl (25) laat zich niet van de wijs brengen door herbeoordeling
‘Je hebt mensen om je heen nodig die je helpen om een baan te vinden’ Elk jaar dreigen 30.000 jongeren vanwege een bijzondere thuissituatie, gedragsproblemen of specifieke leerbehoeften uit te vallen zonder afgeronde opleiding of goed arbeidsperspectief. Kwetsbare jongeren ondersteunen in hun schoolloopbaan en op weg helpen naar passend werk is dan ook een belangrijk thema in de samenleving. Maar hoe doe je dat? MEE Friesland, ROC Friese Poort Leeuwarden en Stenden Hogeschool werken al drie jaar nauw samen in het project ‘Versterk je Netwerk.’ Doel hiervan is om leerlingen tussen 16 en 25 jaar binnen het Entree-onderwijs van het MBO-onderwijs te leren op eigen kracht hun vragen in beeld te krijgen en ze leren waar ze terecht kunnen. “Door het versterken van het persoonlijke netwerk kunnen ze straks beter stappen zetten op weg naar werk,” aldus Joke de Jong, specialist Arbeid bij MEE Friesland. En de eerste resultaten zijn hoopvol.
N
eem nu Ranjdar (17). Als overlevenden van de gifgasbombardementen van Sadam Hoessein op het dorp Halabja, vluchtten zijn Koerdische ouders in oktober 1997 uit Noord-Irak naar Nederland. Een maand later werd Ranjdar geboren. Zijn vader besloot na enkele jaren terug te gaan naar Irak en komt nu enkel in de vakanties naar Nederland. Als enig kind is Ranjdar dus op zijn moeder aangewezen. En andersom. In onberispelijk Nederlands vertelt hij over zijn schoolperiode. “Ik heb VMBO Theorie gevolgd maar helaas niet afgemaakt. Ik had het heel moeilijk met mezelf. Ik zat in de pubertijd, miste mijn vader heel erg, was brutaal. Mijn cijfers werden steeds slechter. Toen ben ik gestopt.” Via de Sluisgroep (RENN4) kwam hij tenslotte terecht op de Entree-opleiding van ROC Friese Poort. En daar heeft hij het, inmiddels op niveau 2, enorm naar zijn zin. Een startkwalificatie lonkt. Mede dankzij ‘Versterk je Netwerk.’ Hierbij hebben de drie hoofdrolspelers de volgende rolverdeling afgesproken: ROC Friese Poort onderwijst, MEE Friesland ondersteunt en Stenden onderzoekt. In dit geval de ontwikkeling van de deelnemende jongeren.
Rollenspel “Het project heeft een volwaardige plek gekregen in het lesprogramma. Er worden rollenspelen gedaan waarbij je jezelf aan een nieuwe collega moet
Ranjdar: “Nu loop ik rechtop, ik ben socialer en heb mijn vriendenkring zien groeien.”
voorstellen. Of je oefent een sollicitatiegesprek. Allemaal gericht op je sociale vaardigheden,” vertelt Joke de Jong. Ranjdar vult haar aan. “In de klas kregen we informatie aangereikt over het project en ik dacht meteen: ‘Dat kan ik wel gebruiken’. Ik wilde graag sterker in mijn schoenen staan, mijn zelfvertrouwen opkrikken. Het gesprek met de docent ging alvast heel goed. Zij zei dat ik de antwoorden uit mezelf moest halen. Nu merk ik dat ik socialer ben geworden.” Joke: “Je was al bezig je te ontwikkelen en dit hielp je extra.” En de mogelijkheid werd geboden om een probleem uit je eigen leven met een coach gericht aan te pakken. Negen van de tachtig kandidaten deden dit ook. Ranjdar wilde vooral werken aan zijn onzekerheid. Met zijn coach ging hij hier in vier gesprekken mee aan de slag. “Nu loop ik rechtop, ben socialer en heb mijn vriendenkring zien groeien.” Joke: “Bewust worden: wie zijn er in mijn omgeving en hoe kan ik hen benutten om stappen te zetten naar een betaalde baan? En wat kan ik voor een ander betekenen? Hoger opgeleiden doen dit vaker van nature maar leerlingen van Entree hebben dit extra steuntje nodig.” Inmiddels heeft Ranjdar een bijbaantje als vakkenvuller bij de Albert Heijn, zijn oude stageadres. “Ik ben me door dit project bewust geworden dat je mensen om je heen nodig hebt die je
‘Door het versterken van het persoonlijke netwerk beter stappen zetten op weg naar werk.’
kunnen helpen een baan te vinden,” glundert hij. Kwestie van netwerken dus.
Succes
Versterk je Netwerk is in het voorjaar afgerond en kan al voorzichtig een succes genoemd worden. Vijfentwintig jongeren hebben het met goed gevolg afgerond. In het najaar start een nieuwe groep. Joke: “Dit project had als doel om in de lessen geïntegreerd te worden. Dat is gelukt. ROC Friese Poort denkt er over om het project ook op niveau 2 in te voeren. Maar we kunnen de cursus ook aanbieden bij Dienst Sociale Zaken van de gemeenten. De gemeente Leeuwarden heeft de cursus al ingekocht.” Ook voor de gebiedsteams staat Joke klaar. “Samen met andere trainers kan ik de cursus aanbieden bij andere opdrachtgevers zoals scholen of dagbestedingsbedrijven.” En de jonge deelnemers op de Friese Poort? Die ontwikkelen zich positief op de onderdelen ‘Wie ben ik?’, Hoe kan ik werk zoeken?’ en ‘Hoe kan ik om hulp vragen?’ Ranjdar weet al precies wat hij wil. “Ik doe nu de opleiding Administratief medewerker. Misschien kan ik stage lopen bij het kantoor van de advocaat die mij nu helpt om het Nederlanderschap te verkrijgen. En dan wil ik doorstuderen. Het liefst Rechten.”
2
3
Duplo poppetjes maken ongesproken woorden zichtbaar Dat Duplo nog steeds het populairste kinderspeelgoed is, zal bij iedereen genoegzaam bekend zijn. Maar dat het arsenaal gekleurde Duplo poppetjes ook bewezen helpt om problemen van cliënten zichtbaar te maken, is dat niet. De methodiek heet ‘Een taal erbij’ en het brengt relaties van de cliënt in beeld met de bijbehorende gevoelens en ervaringen. Medewerker Hanneke Netjes, die namens MEE in het gebiedsteam Dongeradeel werkt: “Vaak is een probleemsituatie terug te voeren op vorige generaties. Met hulp van Duplo poppetjes geven we ook het verleden een plaats omdat er altijd een band is tussen toen en nu. Ik heb wel eens vijf generaties op tafel gehad.”
Toen we vorig jaar gesprekken voerden met de gemeente Leeuwarden en Amaryllis over de brugfunctie die MEE in 2015 voor Amaryllis zou vervullen, betrapten we onszelf erop dat we droomden. Droomden van ontmoetingen waarin er echt sprake is van kruisbestuiving en kennisuitwisseling tussen professionals. Want met de overgang naar de Coöperatie Amaryllis zagen we een gat ontstaan in de kennis voor specifieke groepen kwetsbare burgers.
‘Woorden gaan weer weg maar de poppetjes blijven staan. Die zijn eigenlijk een soort hulplijn.’
Schatkistje En zo gaan Hanneke en Ramona aan de slag. “Ik pak de poppetjes erbij en plaats iedereen die bij haar horen willekeurig op tafel,” vertelt Hanneke. “Ramona heeft hierbij ook zelf controle over de plek waar de mensen staan in haar leven. En ik vraag dan altijd: ‘staat iedereen waar hij moet staan?’ Van daaruit praten we verder en kom ik met vervolgvragen.” Op tafel staan nu de Duplo poppetjes uit Ramona’s leven opgesteld. De soms verwarrende werkelijkheid krijgt voor het meisje nu structuur en het ordent voor consulent Hanneke meteen ook de zaken. De echtscheiding wordt verbeeld door een streepjesveter die tussen Ramona, moeder Ria en de vader wordt gelegd. Een witte sportveter loopt hier kruislings overheen ten teken dat ook al is haar vader niet in beeld hij toch altijd bij haar hoort omdat hij nu eenmaal haar vader is. Ramona, nu ze de opstelling bekijkt: “Ik heb zulke erge dingen nog
nooit meegemaakt. Je begrijpt je eigen situatie nu beter want de poppetjes spelen mee.” Na het neerzetten van die poppetjes gaan Hanneke en Ramona hierover in gesprek. Om toch een zekere afstand in acht te nemen wordt altijd in de derde persoon gepraat. Er wordt een houten poppetje ten tonele gevoerd. Die verbeeldt de schade die Ramona mogelijk heeft ervaren. “Als je al zo jong zulke heftige dingen meemaakt kan dat een veilige ontwikkeling schade toebrengen,” verduidelijkt Hanneke. “Al heel jong moet je dealen met ingewikkelde zaken.” Daar hoort ook een schatkistje bij. Symbool voor de winst die ze ondanks haar verdrietige ervaringen heeft geboekt. Zo kan ze anderen al goed helpen, zich beter invoelen door wat ze zelf heeft meegemaakt. Ook Ramona merkt dat de methodiek werkt. “Als iemand iets tegen mij zegt, vang ik het nooit zo goed op. Maar nu zie ik het voor me en onthoud ik het beter. Woorden gaan weer weg maar de poppetjes blijven staan. Die zijn eigenlijk een soort hulplijn.”
Normaliseren Twee gesprekken hebben Hanneke en Ramona nu gehad. Moeder Ria geeft aan dat ze geregeld geprobeerd heeft om met haar dochter ervaringen te bespreken. Maar het lukt haar maar moeizaam. Via ‘Een taal erbij’ komen nieuwe dingen aan het licht. “In het laatste gesprek bleek dat Ramona haar moeder hiermee wilde sparen,” aldus Hanneke. “Iedereen moest weer verder met de nieuwe werkelijkheid. Ook is ze
Wlz Meer weten over ‘Een taal erbij’? Hanneke komt graag in de gebiedsteams hierover vertellen. Ook kan ze samen met de teams bekijken wat zij hen kan bieden. Neem contact op met Hanneke via
[email protected] of
[email protected].
werken vanuit toegevoegde waarde
Kennisdagen Amaryllis
H
oewel Hanneke de methodiek vooral bij volwassenen toepast, werkt ‘Een taal erbij’ ook bij kinderen heel goed. Dat merkte de 11-jarige Ramona. Nadat haar ouders scheidden toen zij drie jaar was, verdween haar vader voorgoed uit haar leven. Met de nieuwe partner van haar moeder bouwde Ramona een innige en veilige band op. Totdat hij in mei van dit jaar na een slopende ziekte overleed. Hij was 49 jaar. Hanneke: “De hulpvraag voor ‘Een taal erbij’ kwam via school. De schoolmaatschappelijk werker was bezig om een lotgenotengroep te starten met kinderen van gescheiden ouders. In dezelfde periode kwam hier voor Ramona het overlijden nog eens bij. Haar juf merkte weinig aan haar terwijl ze wist hoeveel ze te verwerken had. Ze maakte zich terecht zorgen. Waarschijnlijk vond Ramona dat school ook gewoon door moest gaan. Thuis wilde iedereen elkaar sparen en kon ze ook niet goed met haar verhaal terecht.”
Laten we een feestmaal maken!
De Wet langdurige zorg (Wlz) is er voor mensen die intensieve zorg en nabijheid nodig hebben. Het kan gaan om kwetsbare mensen die niet goed duidelijk kunnen maken wat zij nodig hebben of niet goed weten wat er allemaal mogelijk is. Om die reden is er in de wet vastgelegd dat zij recht hebben op onafhankelijke ondersteuning waar men kosteloos gebruik van mag maken. Voor wie? Iedereen met een Wlz-indicatie kan een beroep doen op clientondersteuning van MEE. Sommige cliënten wonen in een instelling, anderen krijgen de zorg thuis via een volledig pakket thuis (VPT), een persoonsgebonden budget (PGB) of een
N
og niet in alle teams is zomaar brede ervaring aanwezig in het ondersteunen van burgers die vanwege een aangeboren of later ontstane beperking belemmeringen ervaren en tijdelijke ondersteuning nodig hebben. En we vonden dat deze burgers ook moeten kunnen vertrouwen op fijne aansluitende ondersteuning vanuit het wijkteam.
heel erg bang geweest. Een aantal weken na het overlijden van haar partner werd moeder Ria onverwacht in het ziekenhuis opgenomen. Ramona heeft dit als zeer beangstigend ervaren omdat ze vreesde dat ze ook haar moeder zou kwijtraken.” Nu kan ze samen met Hanneke het leed overzien. Dan blijkt ineens de waarde van deze ondersteunende methode in gespreksvoering, waarbij alles draait om erkenning. Hanneke: “Ik heb Ramona gezegd: ‘Wat jij voelt dat hoort erbij. Dit mag jij voelen. We normaliseren haar situatie en gevoelens zoveel mogelijk.”
Regie Is ‘Een taal erbij’ nu alleen geschikt voor mensen die verbaal minder sterk zijn? “Welnee,” antwoordt Hanneke. “Wel is het zo dat het voor allochtonen of mensen met een licht verstandelijke beperking erg behulpzaam kan zijn om zich te uiten of de probleemsituatie te schetsen.” De methodiek blijkt bovendien geschikt voor iedereen en voor elke situatie: echtscheidingen, opvoedingsproblemen, rouwverwerking of arbeidsconflicten. Overal biedt de methodiek uitkomst. En: “De inzet is dat mensen uiteindelijk zelf weer verder kunnen en de regie over hun leven weer in eigen hand hebben. Dure tweedelijns zorg is dan ook niet meer nodig.” Een elfjarig meisje tegenover de tafel is hiervan het levende bewijs. “Ik ben nu veel minder verdrietig en kan mijn gevoelens nu ook beter opvangen. En ik weet ook dat ik weer verder moet in het leven.”
modulair pakket thuis (MPT). Ook naasten zoals een familielid of belangenbehartiger mogen om ondersteuning vragen. Overdragen cliënten vanuit wijkteams naar Wlz MEE Friesland Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de inkoop van cliëntondersteuning tot de Wlz-indicatie is afgegeven. Daarna zorgen de zorgkantoren voor voldoende aanbod van onafhankelijke cliëntondersteuning. Het CIZ, het zorgkantoor en de zorgaanbieders moeten cliënten wijzen op het recht op onafhankelijke cliëntondersteuning. Voor de uitvoering van deze cliëntenondersteuning heeft het zorgkantoor een contract met MEE en Zorgbelang afgesloten. Indien jij of je gebiedsteam collega’s Wlz cliënten in de caseload hebben dan is er tevens de mogelijkheid om deze cliënten over te dragen naar het team Wlz van MEE Friesland. En dan onze andere tak, de onafhankelijke cliëntondersteuning kortweg OCO.
Praktijkverhalen Met de nieuw opgestarte vakgroep Kwetsbare Burgers van Amaryllis hebben we bij de social workers van de wijkteams een aantal specifieke onderwerpen opgehaald waar ze graag een inhoudelijke verdieping in wensen. Daar kwam een mooi
beperking, autisme, rouw- en verliesproblematiek, psychiatrie, suïcide en effectieve methodieken zoals Een Taal Erbij.
Kennis delen Het resultaat van deze unieke manier van kennis delen in een grote groep van ruim 120 professionals en over twee dagen verspreid is dat onze gezamenlijke kennis nu echt opgeschaald kan worden. In korte tijd veel expertise delen zorgt ervoor dat we kunnen aansluiten bij specifieke problematiek of hulpvragen. Op dinsdag 25 augustus heeft de startbijeenkomst plaatsgevonden. Myrthe van der Meer, auteur van de boeken PAAZ en UP was onze inspirerende spreker. Haar indrukwekkende verhaal, een lekker drukke zaal vol social workers in het MFC in Camminghaburen, stemt tot voldoening en blijdschap.
‘In korte tijd veel expertise delen zorgt ervoor dat we kunnen aansluiten bij specifieke problematiek of hulpvragen.’ lijstje uit. Al gauw waren we het eens over de vorm. Niet teveel theoretische kennis overdragen maar juist veel kennis delen door beleving en verhalen uit de praktijk uitwisselen. Zo ontstond het idee om in carrousel onderwerpen langs te laten komen op twee kennisdagen, voorafgegaan door een startbijeenkomst met een inspirerende opwarmer. Op 24 september en 15 oktober gaan de kennisdagen dan ook echt los. Kennissessies zullen thema’s behandelen als: herkennen van en omgaan met burgers met een lichte verstandelijk
Onafhankelijke cliëntondersteuning Een cliënt meldt zich in eerste instantie bij een gebiedsteam. De ondersteuner vanuit het gebiedsteam meldt daarbij aan de start van het gesprek dat de cliënt de mogelijkheid heeft om met een onafhankelijk cliëntondersteuner in gesprek te gaan. Het is dan aan de cliënt of hij verder gaat binnen het gebiedsteam dan wel met de onafhankelijke cliëntondersteuners zoals bijvoorbeeld bij MEE. In het laatste geval kan de medewerker van het gebiedsteam maar ook de cliënt zelf rechtstreeks contact met MEE Friesland opnemen. Het kan ook zijn dat de cliënt tijdens het proces niet de onafhankelijkheid ervaart waar hij gebruik van wil maken. Dan volgen dezelfde beschreven stappen. Indien alleen de cliënt ons informeert nemen wij contact op met de teamleider van het gebiedsteam. Als deze zijn/haar fiat geeft voor financiering gaat de onafhankelijke cliëntondersteuning bij MEE van start. Indien de gemeente ons informeert is die financiële stroom al geregeld.
Vervolg
Voor Amaryllis kunnen we nog een follow up organiseren per wijkteam of op specifieke kennisthema’s. We hebben het ook wel een ‘boost’ genoemd. Dan kunnen we ook nog meer ingaan op het toepassen, het je eigen maken en het ontwikkelen van kennis. Het zou helemaal geweldig zijn als dit op meerdere plekken in Friesland gerealiseerd zou worden! Ingrid Loenen – Programmaleider
[email protected] Arianne Wagt – Adviseur
[email protected]
Contact
Koken is in mijn gezin altijd een hectische bezigheid. Met twee jonge kinderen en een vegetariër in huis staan er regelmatig 4 tot 5 pannen op het vuur. Het blijft de uitdaging een smakelijke en voedende maaltijd op tafel te zetten. In het weekend nemen we daar ruimer de tijd voor. Dan probeer ik regelmatig nieuwe recepten uit, met verrassende ingrediënten of interessante combinaties. En iedere keer valt me op hoe de combinatie van ingrediënten en de hoeveelheid van ieder ingrediënt de smaak van het gerecht bepaalt. Het ontbreken van één ingrediënt valt dan meteen op net als een teveel van één bepaald ingrediënt. In teams werkt dat eigenlijk precies hetzelfde. De smaak van een team wordt bepaald door de verschillende teamleden, de verschillende ingrediënten. Werken vanuit toegevoegde waard betekent dat je optimaal gebruik maakt van ieders unieke smaak. En alleen de combinatie in verschillende hoeveelheden maakt dat je per burger maatwerk kunt leveren. Daarom vind ik de term ‘generalist’ zo lastig. Een generalist is als de hamburger van MC Donalds, die overal ter wereld hetzelfde smaakt. Maar hoe zit het dan met vegetariërs, mensen met een gluten allergie of mensen die gewoon niet van hamburgers houden? Die zullen nooit een hamburger eten, laat staan die van MC Donalds. Om hen te voeden kies je andere ingrediënten, andere producten. In teams kun je kiezen voor een eenduidige werkwijze zoals je ook in de keuken eerst het water kookt voordat je de pasta kunt koken. Tot zo ver het generalisme. Alles wat je daarna in de saus doet bepaalt de uiteindelijke smaak. Alle unieke smaken in een team voegen hun eigenheid toe. Dat maakt dat je maatwerk kunt leveren, aangepast aan de smaak en behoefte van de cliënt of de burger. Werken vanuit toegevoegde waarde is niet iets zweverigs of ongrijpbaars. Als we niet iedereen naar ieders volle vermogen en toegevoegde waarde inzetten doen we feitelijk aan kapitaal vernietiging. Door professionals steeds te vertellen wat ze wanneer moeten doen en hoe ze dat moeten doen, houden we ze klein en maken geen of onvoldoende gebruik van het potentieel dat ze hebben. Als we echt naar de professional kijken, werkelijk contact maken en een compleet beeld maken van de professional kunnen we iemand naar volle vermogen inzetten. Een compleet beeld bestaat uit zicht op iemands drijfveren, op zijn of haar talent, op het effect dat iemand heeft op cliënten en burgers maar ook op waar iemands rem zit, de angsten etc. Met een completer beeld van de professional help je de professional enerzijds zelfinzicht te ontwikkelen, eigenaarschap te laten formuleren, de te behalen resultaten zelf te laten benoemen en zich daarmee te verbinden. Anderzijds kun je specifieker met de professional in overleg over leervragen die iemand heeft, wat iemand nodig heeft om angsten en remmingen te overwinnen of er beter mee om te gaan. Het is de aandacht voor beide kanten van de professional die maakt dat de professional kan groeien en in zijn of haar kracht komt te staan. Goede coaching en vertrouwen in collega’s en leidinggevende is daarbij van essentieel belang. Als we met elkaar de opdracht voelen om de burger (meer) in zijn kracht te zetten, waarom denken we dan nog vaak dat we de professional moeten vertelen wat hij of zij moet doen? Is het niet zo dat we eerst de professional in zijn kracht moeten zetten voordat we van hen kunnen verwachten dat ze hetzelfde met ‘de burger’ doen? Volgens mij is dit een hele belangrijke les van de transformatie! Alle wijkteams zijn keukens met verschillende ingrediënten. Door het juiste ingrediënt in de juiste hoeveelheid in te zetten maken we effectiever en efficiënter gebruik van het kapitaal van onze sociale professionals! Zo komen alle smaken tot hun recht. Alle Friese keukens zijn aan het experimenteren, zoeken naar nieuwe gerechten en nieuwe ingrediënten. Dat is mooi om te zien. Laten we de burger geen droge boterham voorzetten, laten we er met alles wat we in ons hebben een heerlijke voedende maaltijd van maken! Voor meer informatie over werken vanuit toegevoegde waarde of de methode die MEE Friesland daarvoor heeft ontwikkeld kunt u uiteraard contact met mij opnemen. Hester van Gorkum Directeur Bestuurder MEE Friesland (Mede) Bestuurder Sociaal Consortium Friesland
[email protected]
Oplaaddag Gebiedsteam professionals op 27 oktober Het Sociaal Consortium Friesland houdt op 27 oktober een Oplaadbijeenkomst voor alle gebiedsteam professionals in onze provincie. Kennis delen is het motto. Kennis die direct gerelateerd is aan de dagelijkse praktijk, maar ook kennis die je in staat stelt eens anders te kijken naar jezelf, je omgeving en de ondersteuning die je aan cliënten biedt. En dat alles verpakt in verrassende en plezierige workshops onder leiding van collega’s uit het werkveld.
Wlz Er kan voor vragen en aanmelding rechtstreeks, ook door de cliënt, contact opgenomen worden met MEE Friesland via 058 - 28 44 999 of via ons mailadres:
[email protected]
Onderwerpen die ook in deze krant belicht worden, vind je terug op het programma van de Oplaadbijeenkomst: Een Taal Erbij, diagnostiek wat kun je ermee, auti-communicatie, talent en werken in flow, rouw en verlies, noem maar op.
OCO Voor vragen en aanmeldingen betreffende de onafhankelijke cliëntondersteuning (OCO) is het team bereikbaar via 058 - 28 44 944 (algemene receptie MEE) of via
[email protected]. Team onafhankelijk cliëntondersteuners Wlz en OCO, Hetty Lousma, Jessica Verbeek, Emiliek Baljet en Margreet van der Meijde
De Oplaadbijeenkomsten zijn net als de Inspiratiedag vanuit MEE Friesland ontstaan en worden nu opengesteld voor alle professionals. De uitnodiging en het programma worden via de gebiedsteams verspreid. Mocht deze onverhoopt niet in je postvakje of mailbox belanden neem dan zeker contact op met Ingrid Loenen, programmaleider van MEE Friesland. Kom kennis delen, we zien je graag! Ingrid Loenen – Programmaleider
[email protected]
4
5
6
7
‘Zo leer je hoe het voelt om overvraagd te worden’ MEE geeft trainingen aan professionals die in het dagelijkse werk te maken hebben met mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) of een autismespectrumstoornis (ASS). Mirjam Harmsen, trainer bij MEE: “De training is bedoeld voor professionals die te maken hebben met mensen met een licht verstandelijke beperking, maar daar niet voor opgeleid zijn. Waarom hebben jullie de training gevolgd? Willie: “Dat was in het kader van het project Integrale Aanpak Eenzaamheid in de gemeente Opsterland waar ik projectleider van ben. We signaleerden dat mensen met een licht verstandelijke beperking een verhoogd risico lopen te vereenzamen. En dan is het belangrijk om ze te herkennen, en te weten hoe je met hen communiceert. Want dat doe je op een andere manier. Otto: “Ik wilde veel meer weten en er ook direct mee aan de slag. En ik merk dat ik de kennis van de training nu ook kan toepassen bij mensen met niet-aangeboren hersenletsel en bij asielzoekers. Daar is helder communiceren in korte zinnen immers ook erg belangrijk.”
Welke waardevolle inzichten deed je op tijdens de training? Willie: “Ik weet nu meer van de kenmerken van iemand met een licht verstandelijke beperking. En duidelijker communiceren doe ik nu bijvoorbeeld door een verhaal samen te vatten. Dat is erg belangrijk. Dus je overleg met iemand met een licht verstandelijke beperking moet je niet eindigen met de vraag: ‘Heb je het begrepen?’ want dan zeggen ze toch ‘ja.’ Maar ik vraag : ‘Dus wat ga je nu doen? Om zo te checken of de afspraak helder is.”
Je kunt dan denken aan medewerkers van woningcorporaties, bewindvoerders, social workers of consulenten Werk en Inkomen.” Projectleider Willie Oldengarm (60) van Buur&Co en opbouwwerker Otto Veenstra (48) volgden namens Timpaan Welzijn de training ‘Herkenning van en effectief communiceren met mensen met een licht verstandelijke beperking.’
Otto: “Bij Buur&Co was een cliënt, een man, die openlijk toegaf dat hij zich indronk voordat hij zich bij de bijeenkomsten meldde. Hij was hier niet op zijn plaats en voelde zich duidelijk tekort schieten. Terwijl hij met een eenvoudige en concrete klus op de juiste waarde was geschat en mee had kunnen doen. Dat gevoel overschat te worden ondervonden we op de training ook aan den lijve bij de ‘1,2,3 oefening.’ Je telt in tweetallen van 1 tot 3. Stapsgewijs worden de woorden ‘één, twee, drie ‘ vervangen door gebaren. En dan in redelijk hoog tempo. Zo leer je hoe het voelt om overvraagd te worden en tot welk gedrag dat kan leiden. Nou, dan voel je je even heel klein hoor.”
Zijn er bijzondere vaardigheden die je geleerd hebt?
Hoe pas je het geleerde bij de trainingen nu in je werk toe? Willie: “Eigenlijk hadden we de training eerder moeten volgen. We hadden het goed kunnen gebruiken voorafgaand aan het project Buur&Co maar nu kunnen we het mooi inzetten voor verdere uitbouw ervan. Met dit project willen we de samenredzaamheid in Opsterland vergroten door buurtbewoners met en zonder beperking elkaar te laten helpen. Nu weten we dat de meeste LVB-ers gauw overvraagd worden als ze bij vergaderingen zitten. Korte taken werken daarentegen veel beter: koffie zetten, folders rond brengen. Aandeel naar vermogen dus.” Otto: “Eigenlijk is de training meteen toepasbaar in je werk. Direct de eerste week na de training al dacht ik bij iemand: ‘Zou bij deze persoon wellicht een licht verstandelijke beperking een rol spelen?’ Ik herken het al eerder en ben er extra alert op. Dit was één van de nuttigste trainingen die ik ooit in mijn leven heb gedaan.”
Willie: “Er was een actrice, Sonja, die zich voordeed als een dame met een licht verstandelijke beperking. Met haar gingen we een gesprek oefenen. Lange zinnen hielpen niet. We moesten met eenvoudige woorden en in korte zinnen van maximaal vijf woorden spreken. En dan het woord ‘vrijwilligersvacaturebank’ uitleggen. Dan blijkt al gauw dat je niet in beeldspraak of gezegdes moet spreken want iets als ‘groene vingers’ neemt Sonja dan letterlijk. Ook leerden we hoe je een gesprek voert als zij ergens mee zit. Daarbij let je er vooral op dat zij zoveel mogelijk zelf de regie heeft. “ Otto: “Sonja verwisselde tijdens haar verhaal van stoel. Op de ene stoel reageerde ze sociaal wenselijk als iemand haar wat vroeg en op de andere Is dit verhaal herkenbaar of heb jij andere vragen over herkennen of communicatie met cliënten, LVB, ASS of psychiatrie. En wil je stoel hoe ze het écht ervoer. De meer weten over de trainingen van MEE? Neem dan contact op binnenwereld en buitenwereld met de adviseur van de afdeling Maatschappelijk Ondernemen: werd zichtbaar. Want je ziet Hendrik Overeinder.
[email protected] vaak niet wat er écht in iemand om gaat.”
Zicht op Sharon door diagnostiek
Binnen de wijk- en gebiedsteams komen geregeld vragen langs over het functioneringsniveau en de redzaamheid van cliënten. Goede diagnostiek door een psychologisch onderzoek geeft inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van kinderen en volwassenen. Wordt het kind niet overvraagd? Is de opleiding wel haalbaar? Red deze man het zelfstandig nu zijn moeder is overleden? Waar moeten we rekening mee houden op het werk? Goede diagnostiek geeft helderheid.
“Sharon is een heel lief kind. Sociaal en behulpzaam,” begint moeder Amber het verhaal over haar oudste dochter. Ze kijkt daarbij naar een prachtig ingelijste potloodschets van haar die boven de eettafel hangt. Echtgenoot Pieter (50) vult aan: “Maar ze is heel snel emotioneel. Kwetsbaar. Alles
wat op haar betrekking heeft, raakt haar. En ze huilt snel bij plotselinge veranderingen.” Een typering van de nu 20-jarige Sharon uit Appelscha. Al vroeg werd duidelijk dat ze anders was dan haar leeftijdsgenootjes. Zo was de start van haar schoolperiode al direct moeizaam. Amber (47): “Op de peuterspeelzaal zeiden ze al: ‘Ze is nog niet schoolrijp.’ In groep 1 bleef ze zitten. In groep 2 werd ze op initiatief van school getest. Er werd PDD-NOS bij haar vastgesteld ” Besloten werd om Sharon het Speciaal Basisonderwijs in Oosterwolde te laten doen. “Dat ging hartstikke goed,” vertelt moeder. En daarna volgde ze de praktijkschool De Venen in Drachten waar men over haar zei: ‘Ze moet maar niet verder leren want ze pikt niets meer op.’ Toch heeft Sharon bij Groepsaccomodatie De Vrije Vogel in Elsloo een plek gevonden waar ze haar praktische vaardigheden goed kan inzetten. Ze maakt er schoon en verricht werkzaamheden in de keuken. En haar collega’s weten goed hoe ze met haar om moeten gaan. Maar Sharon’s grootste wens is een plekje voor zichzelf. Een huisje. “Onlangs zijn hier zeven appartementen gebouwd door HI- Totaalzorg. Speciaal voor mensen met een licht verstandelijke beperking of licht psychiatrische aandoeningen. Er is 24-uurs zorg op maat, ambulante begeleiding en dagbesteding. Eigenlijk precies wat we voor Sharon zoeken,” vertelt Pieter enthousiast. “En één appartement staat nu leeg.” Via de gemeente komt het gezin in contact met Susanne Klunder. Zij is sociaal werker van gebiedsteam Ooststellingwerf. Om in aanmerking te komen voor een plekje in de kleinschalige woonvorm moet duidelijk worden welke zorg Sharon nodig heeft en hoe
intensief de ondersteuning moet zijn. Dat moet een psychologisch onderzoek uitwijzen. En zo wordt een afspraak gemaakt met orthopedagoog Petra Wendelaar Bonga van MEE Friesland. Amber: “We waren blij dat we al snel terecht konden voor het onderzoek. Sharon vond het ook leuk om te doen, het maken van de test. Hoewel ze sommige dingen wel wat moeilijk vond.” Het onderzoek maakt duidelijk dat Sharon, naast PDD-NOS, ook een licht verstandelijke beperking heeft. “Dat was geen verrassing meer voor ons,” aldus vader Pieter. “Maar wat wel fijn is; uit het onderzoek komt naar voren dat ze is aangewezen op 24-uurs zorg. En dat biedt deze woonvorm.” De conclusie van het onderzoek geeft aan dat Sharon begeleiding in de nabijheid nodig heeft en toezicht omdat ze zelf niet snel hulp zal vragen. Verder zal ze blijvende ondersteuning nodig hebben bij post, administratie, regelzaken en het beheer van de financiën. En sociaal kan ze ook wel een steuntje gebruiken. “Sharon heeft geen vriendinnen,” vertelt Pieter. “Dus we vinden het zelf heel belangrijk dat ze in een groep terecht komt, contact heeft met huisgenoten en een gezellige tijd beleeft. Dat zou haar zo veel goed doen,” blikt hij hoopvol vooruit. Hoe spannend wordt het dan ook de komende dagen, als het gesprek met het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) staat gepland. Wordt het groen licht? Het appartement wordt nu nog voor haar vrij gehouden. Maar niet voor de eeuwigheid. Sharon zelf kan niet wachten als we moeder Amber moeten geloven: “Toen we zijn wezen kijken wilde ze er meteen wel blijven, zó enthousiast was ze. We kregen haar nauwelijks nog mee naar huis.”
Kinderen, waar kies je voor? Dolgelukkig zijn ze samen, Pietsje en Kees. En dat al viereneenhalf jaar. In het voorjaar zijn ze getrouwd. En weldra zullen er kinderen komen want dat is een wens die ze al geruime tijd koesteren. Maar juist dát ligt bij het jonge stel nu net even wat gevoeliger. Want Pietsje (26) en Kees (26) hebben een licht verstandelijke beperking. De cursus ‘Kinderen, waar kies ik voor?’ heeft hen veel nieuwe inzichten geboden. Nu wil Kees liever nog even wachten. Pietsje doet een stapje terug om hem hiervoor de ruimte te geven. En de oefenpop maakt binnenkort bij hen zijn opwachting.
Kees en Pietsje krijgen binnenkort de oefenpop te logeren
H
et was de woonbegeleider van Talant die de eerste signalen van Pietsjes kinderwens opving. Ze komt al drie jaar lang twee keer per week bij het stelletje over de vloer. Het enthousiasme waarmee Pietsje haar vrijwilligerswerk bij de peuterspeelzaal invult wakkerde het verlangen naar een eigen kindje aan. Omdat de woonbegeleider ooit een training bij MEE had gevolgd, waarbij ook vaardigheden worden geoefend om een kinderwens bespreekbaar te maken, ging bij haar een belletje rinkelen. Zo werd Natasja Krook ingeschakeld. Zij is MEEconsulent in gebiedsteam Dongeradeel en goed thuis in kinderwens bij mensen met een verstandelijke beperking. “Bij MEE bieden we ondersteuning bij het maken van een zorgvuldige keuze. We kijken samen naar de mogelijkheden, onmogelijkheden en dilemma’s die er misschien zijn. Is de kinderwens een diep verlangen of meer een wens om ‘erbij te horen?’” Bij Kees en Pietsje duidelijk het eerste.
‘Is de kinderwens een diep verlangen of meer een wens om erbij te horen?’
Netwerk “We willen niet te snel van stapel lopen dus ons ook goed laten informeren,” vertelt Kees die overdag als boerenhulp werkt. Pietsje knikt instemmend. Ze besluiten samen met twee andere stellen om de cursus ‘Kinderen, waar kies ik voor?’ te volgen. Aan de hand van een koffer vol thema’s als tijd, wonen, geld, relatie en vaardigheden worden antwoorden gezocht op vragen als: wat gebeurt er allemaal als je zwanger bent? Wat moet je regelen en kopen als er een kindje op komst is? Wat verandert er in je leven als er binnenkort een baby is? Hoe kan je een goede ouder zijn? Wat kost een kindje? Wat als het niet goed gaat? Natasja: “Het netwerk speelt een grote rol. Op wie kunnen Kees en Pietsje terugvallen als het kindje er is?” Kees’ ouders blijken nogal terughoudend bij zijn kinderwens. De cursus werkte verhelderend voor het stel, hoewel de serie van zes ontmoetingen en een afsluitend gesprek voor Pietsje nog te kort was. “Ik zit nog met veel vragen. Het lijkt mij bijvoorbeeld heel lastig als het kindje je gaat uitproberen. Hoe zorg je er dan voor dat het niet altijd zijn zin krijgt? Of als ze heel erg overstuur raken en ik ze niet rustig kan krijgen.” Kees heeft het groepsproces in de cursus als zeer waardevol ervaren. “Het levert meer op als je met anderen in gesprek raakt. Zo heb ik
geleerd om geduld te hebben. De cursus bevestigde wat ik altijd al voelde: ik wil nog te graag wat ‘flutterje.’ Met vrienden erop uit. Pierewaaien. Met een kindje kan dat niet meer zo snel.” En dus heeft het stel zichzelf extra tijd gegeven om over alle gevolgen van een zwangerschap na te denken. Natasja “Ik heb in mijn eindverslag aan Kees en Pietsje een aantal tips en adviezen gegeven. Daar zijn ze al druk mee aan de slag gegaan.”
Oefenpop En het jonge echtpaar kan ervaring opdoen met de ‘oefenpop’ Dit is een heuse babypop met een computertje dat net zo huilt en reageert als een echte baby. Wanneer je al zwanger bent kan je door middel van de oefenpop een baby beter leren kennen en leren wat de zorg voor een baby precies inhoudt. Want wie gaat er uit als het kindje ’s nachts veel huilt? Kees geeft al lachend aan dat hij gegarandeerd door al
het huilen heen zal slapen. Hierover moeten Kees en Pietsje van te voren dus goede afspraken maken. Kortom: wat zijn de punten waar ze begeleiding bij nodig hebben? Als het kindje er is zal het netwerk worden aangesproken. Allereerst zullen dat de ouders zijn van Kees en Pietsje. Oppassers van het eerste uur. Daarnaast zal er ondersteuning nodig zijn van een pedagogisch specialist die opvoedkundige tips kan geven. En tenslotte kan er nog beroep gedaan worden op extra opvoedingsondersteuning via Stevig Ouderschap. “Kees en Pietsje zijn heel goed in staat om hun keuze weloverwogen te maken. Dat zie ik aan de ernst waarmee ze alles aanpakken,” zegt Natasja. “Wij helpen ze alleen om de goede keus te maken.”
Bereikbaarheid MEE Friesland specialist Arbeid
specialist Diagnostiek
Anneke van der Wal 058 - 202 78 50
[email protected]
Aanvragen PO/diagnostisch onderzoek: Jetty Minnema 058 - 202 78 21
[email protected]
Joke de Jong 058 - 2844 991
[email protected] Siesie van Koeveringe 058 – 202 78 68
[email protected]
Juridisch specialist Jeanine Boss 058 - 2844 944
[email protected]
Consultatie gedragswetenschapper: Sandra van der Stege 058-2844 926
[email protected]
Team WLZ ondersteuning 058-2844 999
[email protected]
Team OCO 058 – 2844 944
[email protected]
Team Maatschappelijk Ondernemen 058 – 2844 944
[email protected]
Margriet Ledegang 058 - 2844 906
[email protected] Petra Wendelaar Bonga 058 - 2844 996
[email protected]
Algemee n nu MEE Frie mmer s 058 - 2 8 land: 44 944
MEE Friesland geeft voorlichting, maakt de kinderwens bespreekbaar en biedt ondersteuning aan cliënten en professionals. Natasja Krook: “Voor gebiedsteams kunnen we een consulterende rol hebben bij vragen rond kinderwens en ouderschap. Ook kunnen we collega’s coachen die een cliënt willen ondersteunen in het proces rond een kinderwens. We kunnen zorgen voor deskundigheidsbevordering in de vorm van trainingen op maat en professionals vaardigheden aanreiken bij het bespreken van de kinderwens. Maar we vinden het ook belangrijk om ‘onverantwoord ouderschap’ te voorkomen. Daarom investeren we ook in goede voorlichting. Dat doen we ook op scholen voor speciaal onderwijs, waarbij de kinderwens ter sprake komt bij thema’s als seksualiteit en vrienden en relaties.”
8
Herbeoordeling Wajong Voor de Wajongers in ons land zijn het spannende tijden. Het UWV gaat de komende drie jaar namelijk alle dossiers van mensen met een Wajong uitkering opnieuw bekijken. Hierbij gaat zij vaststellen of zij al dan niet gedeeltelijk aan het werk kunnen. Dit is het gevolg van de Participatiewet die vanaf 1 januari is ingegaan. De Wajong uitkering is bedoeld voor mensen die op jonge leeftijd een langdurige ziekte of handicap hebben gekregen en hierdoor niet of niet voldoende kunnen werken. Zij krijgen hulp bij het zoeken naar werk en hebben eventueel recht op inkomensondersteuning. Het kabinet wil met de Participatiewet bereiken dat mensen met een ziekte of handicap en mensen met een bijstandsuitkering die kunnen werken, sneller en makkelijker aan het werk gaan. Participeren dus. Anneke van der
N
u bestaan er binnen de Wajong twee groepen: de oude en de nieuwe Wajongers. Voor Wajongers die vanaf 1 januari van dit jaar een uitkering ontvangen, verandert er niets. Zij behouden hun uitkering. Maar alle Wajongers die vóór 1 januari 2010 hun uitkering hebben aangevraagd, krijgen nu een herbeoordeling. Zoals Darryl (25) uit Leeuwarden.
Darryl Bij Darryl is op jonge leeftijd PDD NOS vastgesteld. Hij en zijn ouders zijn al sinds 2002 bekend met de ondersteuning van en door MEE Friesland. Een consulent heeft hem in 2008 ondersteund bij het aanvragen van een Wajong uitkering. Na het speciaal onderwijs met goed gevolg te hebben afgerond, slaagde hij ook voor de opleiding tot coördinator beveiliging aan de Friese Poort. “Maar al gauw bleek het verschil tussen het geleerde en de praktijk voor mij te groot,” vertelt hij. “Ik kwam tussen wal en schip terecht en kreeg last van hyperventilatie. Ik liep helemaal vast, wilde niet anders zijn dan anderen en paste me dus constant aan. Dat wreekte zich uiteindelijk.” Vanaf 2008 ontvangt hij een Wajong uitkering maar het liefst wil hij weer aan het werk. Gelukkig krijgt hij hulp van Rondomzorg, een kleinschalige Friese zorgaanbieder. Een coach helpt hem op weg naar zelfstandig wonen.
‘Binnenkort het plan presenteren bij het UWV Werkbedrijf.’
Wmo indicaties. Tijdens dit gesprek geeft Darryl aan dat hij graag wil weer werken maar niet weet in welke richting. Hij wil niet meer vast lopen en een goede keuze maken. De medewerker van het wijkteam meldt hem met deze vraag aan bij het specialisme arbeid van MEE Friesland. Hier krijgt hij ondersteuning van Anneke van der Wal, specialist Arbeid. Die helpt hem om de brief van het UWV te interpreteren. “Ik schrok eerst enorm van die brief,” bekent Darryl. “Herbeoordeling. Zo snel al? De stress sloeg onmiddellijk weer toe. Want ik wil heel graag werken maar niet zonder begeleiding. Ik was bang om mijn Wajong te verliezen.” Anneke stelt hem meteen gerust: “Gelukkig gaat het niet om een herbeoordeling van je gezondheid maar om een beoordeling of je nu of in de toekomst kunt werken.” Darryl gaat verder: “In de brief stond een vragenlijst met daarbij een vraag als: ‘Heb jij arbeidsvermogen?’ Maar er werd niet uitgelegd wat ze daaronder verstaan. Uiteindelijk bleek het te gaan om het vermogen om ooit te kunnen werken. Volgens het UWV zou ik arbeidsvermogen hebben. Maar ik wil en kan nu nog geen 40 uur werken, zou dit graag eerst langzaam opbouwen.” Met de ingevulde vragenlijst van alle oude Wajongers en de gegevens die zij al heeft, gaat het UWV opnieuw bekijken wat iemand als Darryl in het arbeidscircuit kan betekenen. Als blijkt dat hij kan werken wordt hij per 1 januari 2018 met 5% gekort worden op zijn Wajong-uitkering.
Regie Herbeoordeling Door een medewerker van het wijkteam is Darryl in maart uitgenodigd voor een gesprek over de herbeoordeling van zijn
Maar daar wil Anneke van der Wal niet op wachten. “Het is heel belangrijk dat de regie bij Darryl blijft. Ik zeg hem ook: ‘Jij kunt zelf sturing en invloed op je toekomst uitoefenen.’” Daarom
Wal, specialist Arbeid
heeft ze samen met hem een participatieplan opgesteld. Een plan voor de toekomst. “Ik heb met Darryl een arbeidsinteressetest gedaan als onderdeel van het plan,” vertelt ze. “Hieruit blijkt dat hij grote belangstelling heeft voor commerciële werkzaamheden, zoals verkoper of voorlichter.” Darryl beaamt dit. “Ik ben een heel gewetensvol persoon, wil graag mensen helpen.” Maar Anneke waarschuwt. “Inderdaad heeft hij veel mensenkennis. Toch moet Darryl oppassen dat hij zichzelf niet voorbij loopt in zijn enthousiasme.” Maar eerst het participatieplan. Dat is zo goed als klaar. Anneke: “Het plan gaan we binnenkort presenteren bij het UWV werkbedrijf. Ik denk dat Darryl dit heel goed zelf kan. Stemt het UWV met ons plan in dan kan zij kijken of er een geschikte Wajong-plek bij een werkgever is. hebben.”
Jobcoach Darryl mijmert intussen hardop: “De Mediamarkt? Of BCC? Dat zou mooi zijn. Ik denk dat ik hier prima zou passen. “Bedrijven kunnen overigens ook zelf kijken in het doelgroepenregister of Darryls profiel bij hen past en contact met hem leggen. Anneke: “Naast de coach van Rondomzorg zou Darryl graag zien dat het UWV Werkbedrijf hem een jobcoach toewijst op wie hij kan terugvallen. Hij is zo hartstikke gemotiveerd dat het vast gaat lukken. Hoewel dat onafgebroken enthousiasme ook een valkuil zou kunnen zijn, ben ik ervan overtuigd dat er iets moois op Darryls pad komt waar hij zijn waarde aan toe kan voegen.”
MEE over talent Wendy de Lang, gezinswerker Jeugdteam Tytsjerksteradiel “Ik vind het ontzettend fijn dat wij als nieuw team tijd mogen investeren in onze ontwikkeling. De talent werkwijze vind ik prettig en positief. Door terug te gaan naar de basis ontdek je waar je eigen kracht en talent ligt. Maar ook wat draken zijn. Opvallend is dat je onbewust wel weet wat je talent is. Door er weer bewust van te worden kan ik mijn talent toevoegen in de praktijk. In oktober organiseren wij een teamdag en daar hebben we Ellen, de talentcoach van MEE, bij gevraagd. We willen onze talenten aan elkaar kenbaar maken en samenvoegen. Zodat we als team de talenten die al in huis zijn veel meer gaan benutten. Het zal enige tijd kosten om dit ook werkelijk in de praktijk te verwezenlijken. Maar de eerste stappen zijn gezet!” Remco Kuiper, medewerker gebiedsteam Franekeradeel “Talent, went het al?” Joop Stienstra, manager MEE Friesland “Binnen MEE heb ik medewerkers vanuit talent bijdragen zien leveren aan de organisatie die we in de top-down organisatie zeker hadden gemist. Een voorbeeld: de consulent die het voorwoord schrijft voor het jaarverslag omdat hij een talent heeft voor schrijven. Met het werken van talent
creëer je betrokkenheid, inspiratie en breng je energie in de organisatie. Eigenlijk maak je als organisatie slim gebruik van alles wat je medewerkers in huis hebben en dat is veel meer dan alleen hun functiebeschrijving! Juist in de gebiedsteams waarin alles nieuw en anders is, waarin het gaat om verbinding en waarin de professional een belangrijke rol heeft, kun je daarom volgens mij de waarden van het talent benoemen en gebruiken.”
een gezamenlijke zoektocht worden, maar ik ben er van overtuigd dat we samen tot iets moois komen en bewust worden van elkaars talent en dit op een goede manier kunnen inzetten.”
Ellen Boswinkel, talentcoach MEE Friesland “Talent gaat over ieders unieke en natuurlijke vermogen die een bron vormt voor zelfsturing en creativiteit. Het geeft antwoord op de vraag: ‘Waar ben jij van, waar ga en sta jij voor”. Een krachtig team waar samenhang heerst waardeert het unieke van ieder individu.” Lotte van Hoenselaar, gezinswerker Jeugdteam Tytsjerksteradiel “In een eerste gesprek over talent werd ik al nieuwsgierig, aangezien het mij aanspreekt om te werken vanuit ‘iets’ waar je echt van bent. Tijdens de talentsessie werd ik op een mooie manier bewust gemaakt van mijn eigen talent. Hierdoor voelt het eigen en sta ik stil bij mijn eigen kunnen. Hoe ik het een plekje geef binnen mijn werk houdt me nog wel bezig. De teamdag in oktober zal
houvast en richting omdat, wat er ook gebeurt: jezelf neem je overal mee naar toe. Voor mij begint talent daarom ook bij jezelf, het benoemen van je unieke bijdrage, het benoemen van waarin jij het verschil maakt. Dit hoeft niet groot te zijn. Het zijn juist vaak de kleine verschillen, maar die zijn toch waardevol en belangrijk. De een brengt rust in een team, de ander juist beweging en je hebt ze allebei nodig. Feitelijk voegt talent toe op de kennis die je bezit en de opleiding die je gehad hebt. Een talent hebben is daarin niet genoeg, het gaat ook om uitdragen, bijdragen, je talent durven te zijn. Werken vanuit talent kan ook eng zijn omdat je je talent moet erkennen, en het moet durven uitdragen. Het vraagt om uit je comfort zone te komen.” Audrey van Merode, medewerker gebiedsteam Franekeradeel “Wat ik nu sterk merk is dat in deze tijd van erge drukte en het gevoel overspoeld te
Joop Stienstra, manager MEE Friesland “De beweging die ik door ‘Talent binnen MEE’ heb gezien en ervaren is er een van bewustwording. Veel medewerkers zijn zich in de drukte en soms chaos van alle veranderingen, bewuster geworden waarin ze zelf het verschil maken als mens, als professional, als collega. Dit geeft rust,
worden door (niet leuke) werkzaamheden, ik weet waar mijn talent zit en van welke werkzaamheden ik blij word. Die werkzaamheden ga ik dan bewust weer meer opzoeken om toch het gevoel te houden dat ik werk doe waar ik goed in ben en weer energie van krijg. Zoek ik deze werkzaamheden niet dan verzand ik in mijn werk en raak ik mijn energie kwijt. Ik ben blij dat ik mij zo bewust geworden ben van mijn talent. Weet daarom ook wat ik meer moet gaan doen als ik het minder leuk vind op het werk. Voor mij is dat nu voldoende. Wel gun ik het mijn collega’s van het gebiedsteam ook om te ontdekken wat hun talent is. Ik zie ze soms erg worstelen binnen het team en dat komt denk ik ook omdat zij nog niet zo goed weten waar hun kracht vandaan komt, waar ze energie van krijgen. Ik hoop dat mijn collega’s ook hun talent mogen ontdekken en dat er over een jaar in het gebiedsteam daar ruimte en tijd voor zal komen.”
Algemeen nummer MEE Friesland: 058 - 2 844 944