KONINKRIJK BELGIË Federale Overheidsdienst
Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Wegwijs in Europa
© Europese Unie, 2011
Wegwijs in Europa is een uitgave van de federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Originele teksten: Caroline HUYNEN en Ann BRUSSEEL Update: Directie-generaal Europese Zaken en Coördinatie Concept en realisatie: Sandra FERNANDEZ Foto’s: © Europese Unie, 2011 Verspreiding: downloaden via http://diplomatie.belgium.be/nl/eu/pedagogischefiches/ Verantwoordelijke uitgever: Dirk ACHTEN, Karmelietenstraat 15, 1000 Brussel De gegevens in deze publicatie zijn louter informatief en binden de FOD juridisch op generlei wijze.
3e editie – April 2011 Wettelijk depot : 0218/2011/29
De onderwerpen • Voorwoord • Een lang verhaal ... • De motoren van het Europese project • Een nieuw verdrag voor de Europese Unie • De balans van het Belgische Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie • Een Unie van waarden • De grote Europese puzzel • Een steeds groter wordende familie • Europa kiest voor duurzame ontwikkeling • Een gezonde, kwaliteitsvolle en evenwichtige voeding • Een grote ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid • Een economische grootmacht • Genieten, studeren en aan wetenschappelijk onderzoek doen in Europa • Europa laat zijn stem horen op het wereldtoneel
Voorwoord Vertrouwd met Europa ! Door de didactische fiches heen loopt een rode draad: het pad effenen voor een meer toegankelijk en begrijpbaar Europa, minder vereenzelvigd met het cliché van de bureaucratische instelling maar dichter bij de dagelijkse realiteit van de burgers. Ook al zijn wij er ons niet steeds van bewust, toch beïnvloedt Europa ons dagelijks leven in belangrijke mate. Zo beantwoordt de brandstof van onze voertuigen aan de Europese kwaliteitsnormen. Het brood dat we kopen – in euro natuurlijk! – werd bereid volgens de productievoorschriften van de Europese voedselveiligheid. We reizen van het ene land naar het andere zonder grenscontroles. We kunnen onvergetelijke ervaringen opdoen in een ander land dankzij de talloze grensoverschrijdende onderwijsen opleidingsprogramma’s die de Europese Unie financiert. En de lijst van kleine dagelijkse dingen die het tastbare resultaat zijn van Europa, is zeer lang. Vandaar het belang de Unie beter te kennen en te begrijpen. Deze fiches werden bedacht en geschreven voor al degenen die zich als leerling, leerkracht, animator of eenvoudigweg als burger een beter beeld willen vormen van Europa. Voor hen is de herhaling van een aantal fundamentele aanknopingspunten wellicht zeer nuttig. Aan de hand van concrete voorbeelden vatten deze beknopte fiches samen hoe gedurende meer dan 50 jaar aan Europa gebouwd werd. Ook de rol van België – één van de zes stichtende lidstaten – in de Europese opbouw wordt in de verf gezet. De doelstelling van deze brochure bestaat er dus in u vertrouwd te maken met Europa zonder in overdreven vereenvoudiging te vervallen. We laten u eerst en vooral in grote lijnen de Europese Unie (her)ontdekken, haar geschiedenis en de werking van haar instellingen. We hebben het over de waarden, de ambitieuze verwezenlijkingen en concrete acties voor de burgers. We maken ook kennis met het uitgebreide Europa, dat de uitdagingen van de globalisering moet aangaan en dat zijn stem moeten laten horen op het internationale toneel om het milieu te beschermen en de ontwikkelingshulp uit te breiden. Meer dan vijftig jaar na de oprichting past de Europese Unie zich aan de opeenvolgende uitbreidingen aan. Ze ontwikkelt een nieuwe manier van beleidvoeren om haar werking een meer eenvoudige en duidelijke structuur te geven. Het Verdrag van Lissabon zet de bakens uit voor de integratie van de Europese Unie in de 21e eeuw tegen de achtergrond van wat bij de burgers en in de wereld leeft. Om didactische redenen zijn er de kadertjes “Goed om te weten!” en “Debat in de klas…”, die het thema uitdiepen aan de hand van weetjes, vragen en voorstellen tot discussie. Daarnaast is in een aantal fiches een link naar specifieke internetadressen geplaatst. Deze fiches kunnen ook in pdf gedownload worden op : http://diplomatie.belgium.be/nl/eu/pedagogischefiches/ Veel leesplezier !
Een lang verhaal … De Tweede Wereldoorlog blijft het grootste en meest moorddadige conflict in de geschiedenis van de mensheid. Wanneer de gruwelen van deze oorlog in ’45 eindelijk een einde kennen, ligt Europa er verslagen bij: miljoenen mensen zijn dakloos, de economie is volledig in elkaar gezakt en meer dan de helft van de Europese industriële infrastructuur is vernietigd. De schok die de twee wereldoorlogen in minder dan 30 jaar veroorzaken, brengt intellectuelen, politici en filosofen ertoe de eeuwenoude twisten te overstijgen. Ze bedenken ‘Europa’ en starten met de opbouw.
De geboorte van de zesling Deze filosofie indachtig, komt de Franse minister van Buitenlandse Zaken Robert Schuman met een plan op de proppen, dat men later het Schumanplan noemt: de Europese landen zouden zich economisch en politiek samen ontwikkelen. Met de Unie zou de welvaart stijgen en zou de vrede gegarandeerd zijn. Zes Europese landen – Frankrijk, Duitsland, België, Luxemburg, Nederland en Italië – reageren enthousiast. Samen beslissen ze om werk te maken van de economische samenwerking, in het bijzonder op het vlak van de grensoverschrijdende markten van kolen en staal. In 1951 wordt de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) geboren en daarmee meteen ook de eerste vorm van Europese integratie. Het hoeft niet te verwonderen dat het precies over staal en kolen gaat, twee grondstoffen die de basis vormen van elke oorlogsindustrie.
Leven in gemeenschap Op aansturen van de Belgische minister van Buitenlandse Zaken Paul-Henri Spaak gaan de zes lidstaten nog een stap verder. In 1957 ondertekenen ze het Verdrag van Rome en zo worden twee Gemeenschappen gesticht: • •
Enerzijds wordt de Europese Economische Gemeenschap (EEG) opgericht. Anderzijds richt het Verdrag van Rome ook de Europese Gmeenschap voor Atoomenergie (Euratom) op om onderzoek en ontwikkeling rond atoomenergie te bevorderen.
De bedoeling van het Verdrag van Rome is een gemeenschappelijke markt te creëren, namelijk een zone waarin goederen, personen, diensten en kapitaal vrij circuleren. In 1965 wordt het Verdrag ondertekend inzake de fusie van de verschillende uitvoerende organen van de drie Gemeenschappen (EGKS, EEG en Euratom), tot één Commissie en één Raad. Wanneer de omringende landen beseffen welke voordelen een dergelijke samenwerking biedt, besluiten sommige zich bij de zes stichtende lidstaten aan te sluiten. In 1973 worden Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk lid, gevolgd door Griekenland in 1981. In 1986 komen Spanje en Portugal erbij: het Europa van de Twaalf is geboren!
De groeifases De samenwerking tussen de lidstaten wordt steeds nauwer en de kandidaat-landen worden steeds talrijker. Daarom volgen verschillende nieuwe verdragen die het Verdrag van Rome aanpassen, met de bedoeling de werking van de Unie te vereenvoudigen en tegelijkertijd meer diepgang te geven. De Europese Akte (1986) vult het Verdrag van Rome aan met een aantal punten die zich concentreren rond de voornaamste doelstelling, de grote eengemaakte interne markt (afschaffing van de binnengrenzen en de invoering van het vrije verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen). Deze doelstelling zal worden gehaald in 1993. En de samenwerking gaat verder: in 1992 sluiten de lidstaten het Verdrag betreffende de Europese Unie, dat men over het algemeen het Verdrag van Maastricht noemt, verwijzend naar de Nederlandse stad waar het ondertekend werd. Dit Verdrag, dat voor de stichting van de Europese Unie zorgt, is noodzakelijk om de toekomstige economische en monetaire unie te organiseren op basis van de eenheidsmunt, om een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid te voeren en om de samenwerking op het vlak van justitie en binnenlandse zaken uit te diepen. Zoals je ziet, het accent ligt niet alleen meer op economische samenwerking. In 1995 treden Finland, Oostenrijk en Zweden toe. Zo zijn we bij het Europa van de Vijftien aanbeland. Kort daarna worden twee andere verdragen ondertekend: het Verdrag van Amsterdam (1997) en het Verdrag van Nice (2000). Het Verdrag van Amsterdam stelt werk en rechten van de burger centraal, ruimt de laatste hindernissen uit de weg in het vrije verkeer van personen en verstevigt het veiligheidsbeleid. Voorts wil het Europa een luidere stem geven op het wereldtoneel en de Europese instellingen hervormen, in het vooruitzicht van de uitbreiding in de richting van Oost-Europa en de Middellandse Zee. Het Verdrag van Nice legt de nieuwe basis voor de werking van de Europese instellingen met het oog op de vijfde uitbreiding van de EU. In 2004 kreeg Europa een groeischeut om U tegen te zeggen. In één klap kwamen er 10 lidstaten bij : Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovakije, Slovenië en de Tsjechische Republiek. Een Unie met zoveel leden en zo’n ruime bevoegdheden kon niet meer functioneren zoals een gemeenschap met 6 lidstaten en beperkte doelstellingen. Op basis van deze vaststelling werd een ontwerp van verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa uitgewerkt. Dit verdrag had tot doel Europa beter te laten functioneren, maar ook om in een tekst alle verdragen te bundelen die in de loop van 50 jaar tot stand waren gekomen. Het Verdrag werd in 2004 in Rome ondertekend, maar nooit bekrachtigd na de negatieve referenda in Frankrijk en Nederland.
Een lang verhaal … (2) De belangrijkste verworvenheden worden evenwel in het Verdrag van Lissabon overgenomen.
Een eeuw van vooruitgang! Dit is de bekende situatie vandaag : we zijn met z’n zevenentwintig, we betalen onze lunch in Finland in euro, we reizen zonder grenscontrole van het ene land naar het andere en als een streek in Europa getroffen wordt door overstromingen, dan bieden andere lidstaten financiële steun aan voor de wederopbouw. Eén ding is zeker: nooit is er méér welvaart en vrede geweest in het Europa dat minder dan een eeuw geleden onder interne oorlogen gebukt ging.
Victor Hugo heeft in de 19e eeuw de uitdrukking ‘Verenigde Staten van Europa’ gelanceerd, die hernomen werd door voormalig eerste minister Guy Verhofstadt, als titel voor zijn laatste boek over de toekomst van de Europese Unie. In 1955 werd op de conferentie van Messina de vooraanstaande Belgische staatsman Paul-Henri Spaak benoemd tot voorzitter van het Voorbereidend Comité, dat belast werd met het opstellen van een rapport over de oprichting van een gemeenschappelijke Europese markt. De Europese feestdag is 9 mei. Dit is de verjaardag van de redevoering voor de stichting van de EGKS, die op die dag in 1950 uitgesproken werd door Robert Schuman.
© Europese Unie, 2011
Na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009 kan Europa zich nu volledig toeleggen op concrete problemen waar de burgers rechtstreeks mee te maken hebben, zoals een sterkere groei en een beter concurrentievermogen, het scheppen van meer en kwaliteitsvol werk, de versterking van de interne markt, de bestrijding van de klimaatverandering en een concept voor duurzame landbouw, enz.
Goed om te weten
Robert Schuman
© Europese Unie, 2011
Het Verdrag van Lissabon wordt in 2007 ondertekend, het jaar waarin Bulgarije en Roemenië toetreden tot de EU die inmiddels 27 landen telt. Dit Verdrag past de institutionele structuur en het besluitvormingsproces van de Europese Unie aan. Hierdoor wordt de Europese Unie democratischer en efficiënter. Het Verdrag werd op 1 december 2009 van kracht.
Paul-Henri Spaak
De motoren van het Europese project
Het delen van soevereiniteit gebeurt via gemeenschappelijke instellingen die de lidstaten oprichtten en waaraan ze een deel van hun besluitvormingsbevoegdheden delegeren. De oprichtende verdragen voorzien in een afbakening van de macht, de bevoegdheid en de verantwoordelijkheid van deze instellingen.
De besluitvormingsorganen • De Europese Raad
De Europese Raad brengt minstens twee keer per jaar de staatshoofden, regeringsleiders en de voorzitter van de Europese Commissie samen. De Europese Raad legt de algemene beleidslijnen vast en stuurt de ontwikkeling van de EU aan maar doet geen wetgevend werk. Deze vergaderingen komen in de media uitgebreid aan bod. Met het Verdrag van Lissabon, dat op 1 december 2009 in werking trad, werd een voorzitter van de Europese Raad aangesteld voor een mandaat van tweeëneenhalf jaar dat eenmaal kan worden verlengd. Deze functie wordt door de Belg Herman Van Rompuy waargenomen. Deze functie geeft de Europese Raad, die op basis van het Verdrag van Lissabon een volwaardige instelling wordt, meer zichtbaarheid en ook een meer permanent karakter. Het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie vormen de ‘institutionele driehoek’ die de verschillende beleidslijnen uitstippelt en de wetgevingsbesluiten vastlegt die in de Unie van toepassing zijn.
• Het Europees Parlement Wat: in tegenstelling tot de nationale parlementen, stelt het Europees Parlement geen ‘Europese wetten’ op, maar onderzoekt het de wetsvoorstellen van de Commissie. Het Parlement neemt de meeste wetten aan met medebeslissing van de Raad of brengt een advies uit. Door het medebeslissingsrecht kan het Parlement op gelijke voet met de Raad van de Europese Unie deelnemen aan de goedkeuring van de wetten. Het speelt ook een essentiële rol in de begroting. Bovendien controleert het Parlement de Commissie: het moet de goedkeuring geven voor de aanstelling van haar leden en het kan de Commissie afzetten.
• De Raad van de Europese Unie Wat: de vertegenwoordigers van de regeringen, de ministers dus van de lidstaten, vergaderen en keuren wetten goed. Op vele gebieden beslist de Raad van de Europese Unie samen met het Europees Parlement. Voorts neemt de Raad ook besluiten inzake het buitenlands beleid en coördineert hij het optreden van de lidstaten op gebieden zoals het economisch beleid of het werkgelegenheidsbeleid. De Raad ziet bovendien toe op de uitvoering van de besluiten van de Europese Raad.
Wie: met het Verdrag van Lissabon, dat op 1 december 2009 van kracht werd, is het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie aangepast. Zo wordt het triovoorzitterschap ingevoerd. Drie lidstaten stellen samen een gemeenschappelijk werkprogramma op voor een periode van 18 maanden, wat bijdraagt tot een grotere continuïteit. Elk van de drie staten neemt het voorzitterschap van de werkzaamheden voor een periode van zes maanden waar. De Raad komt in tien samenstellingen bijeen: - Algemene Zaken - Buitenlandse Zaken - Economische en financiële Zaken (ECOFIN) - Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ) - Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken - Concurrentievermogen (interne markt, industrie en onderzoek) - Vervoer, Telecommunicatie en Energie - Landbouw en Visserij - Milieu - Onderwijs, Jeugdzaken en Cultuur De Raad Algemene Zaken wordt voorgezeten door de minister van Buitenlandse Zaken of de minister van Europese Zaken van het land dat het voorzitterschap waarneemt. Elke raadsformatie wordt voorgezeten door de bevoegde minister van de lidstaat die het voorzitterschap waarneemt, behalve de Raad Buitenlandse Zaken, die voorgezeten wordt door de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het Buitenlands en Veiligheidsbeleid.
Waar: de Raad van de Europese Unie vergadert in Brussel en in Luxemburg. Algemeen zicht op de vergaderzaal van het Europees Parlement
© Europese Unie, 2011
De Unie met 27 lidstaten is een regeringsmodel zonder weerga in de wereld. De lidstaten blijven soevereine en onafhankelijke staten. Ze aanvaarden evenwel om een deel van hun bevoegdheden af te staan om gemeenschappelijke en grensoverschrijdende problemen - zoals vervuiling of misdaad - samen aan te pakken.
Wie: het Parlement vertegenwoordigt de burgers en is de enige Europese instelling waarvoor de burgers rechtstreeks de leden kunnen kiezen. Alle landen hebben een vast aantal europarlementariërs, afhankelijk van het aantal inwoners van het land. Zo heeft België 22 europarlementariërs op een totaal van 736 leden. In het Europees Parlement zitten de parlementariërs niet per land, maar wel per politieke fractie bij elkaar. Waar: het Europees Parlement zetelt in Straatsburg. Sommige zittingen en vergaderingen van de parlementaire commissies vinden evenwel in Brussel plaats. Het secretariaat van het Europees Parlement is in Luxemburg gevestigd.
DEBAT IN DE KLAS Hoe werkt Europa en heb jij er greep op ?
De motoren van het Europese project (2) Opgelet! De Raad van de Europese Unie wordt nogal gemakkelijk verward met de Raad van Europa. De Raad van Europa is nochtans geen instelling van de EU. Hij groepeert 47 landen en is opgericht ter bescherming van de mensenrechten. Let wel, nog nooit is een land lid geworden van de EU zonder eerst lid te zijn van de Raad van Europa.
• •
• De Europese Commissie
Naast deze instellingen zijn er in de Europese Unie Europese agentschappen. We geven hier een paar voorbeelden : Europees geneesmiddelenagentschap, Europees agentschap voor fundamentele rechten, Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, …
Wat: ze stelt ‘ontwerpen van Europese wetten’ op en legt ze vervolgens ter goedkeuring voor aan het Europees Parlement en aan de Raad van de Europese Unie. Wanneer een ‘Europese wet’ is aangenomen, ziet de Commissie erop toe dat alle lidstaten die wet naleven. Daarnaast beheert ze ook de begroting van de Europese Unie. Wie: ze is samengesteld uit één commissaris per lidstaat die door zijn/haar regering wordt aangesteld. Elke commissaris is bevoegd voor een specifiek domein waarvoor de lidstaten willen samenwerken. Voormalig minister van Buitenlandse Zaken van België Karel de Gucht is Europees commissaris voor Buitenlandse Handel. Elke commissaris vertegenwoordigt de gehele Europese unie en niet zijn land van herkomst. Waar: de Europese Commissie zetelt in Brussel.
De controle-instellingen Het Hof van Justitie ziet erop toe dat de Europese instellingen en lidstaten de rechtstaat eerbiedigen. Op vraag van een land, een instelling of zelfs een individu kan een probleem door het Hof worden behandeld. Het moet echter over de toepassing van de Europese wetgeving gaan, anders zijn de nationale rechtbanken bevoegd. Merk wel op dat het Europees recht boven het nationaal recht staat. Het nationaal recht moet dus in overeenstemming worden gebracht met het Europees recht. Het Hof van Justitie zetelt in Luxemburg.
De Europese Centrale Bank is verantwoordelijk voor het monetair beleid van de eurozone. Ze is gevestigd in Frankfurt. De Europese Investeringsbank is één van de voornaamste investeringsinstellingen van de wereld. Ze heeft tot doel een evenwichtige ontwikkeling van de Unie te steunen. Ze is gevestigd in Luxemburg.
Naast al deze instellingen is er één persoon, de Europese ombudsman, die de Europese burgers en bedrijven beschermt tegen de risico’s van eventueel administratief wanbeheer van de Europese instellingen en organen. Veel klachten gaan bijvoorbeeld over de weigering van toegang tot bepaalde documenten, administratieve vertragingen of over recruteringen. De Europese ombudsman werkt in Straatsburg.
Goed om te weten Sinds 2003 is het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (EPSO) het enige contactpunt voor burgers van de Europese Unie die in de Europese instellingen willen werken. Het organiseert vergelijkende examens en tests (http://europa. eu/epso). Het Europees Parlement is een unieke supranationale instelling in de wereld: de leden worden sinds 1979 op democratische wijze om de 5 jaar rechtstreeks verkozen.
De Europese Rekenkamer controleert de uitvoering van de begroting van de Europese Unie. Ze onderzoekt alle ontvangsten en uitgaven van de Unie en gaat na of een goed financieel beheer is gevoerd. De Europese Rekenkamer heeft haar zetel in Luxemburg.
Wil je meer weten, surf dan naar:
De meer gespecialiseerde instellingen en agentschappen
Raad van de Europese Unie http://consilium.europa.eu
Soms hebben de instellingen met beslissingsbevoegdheden nood aan informatie alvorens een beslissing te kunnen nemen. Ze kunnen dan advies inwinnen bij verscheidene meer gespecialiseerde instellingen en agentschappen.
Hof van Justitie http://curia.europa.eu
• •
Het Europees Economisch en Sociaal Comité is het overlegorgaan van de civiele samenleving, d.w.z. van de werknemers, vakbonden, consumenten, landbouwers, enz. Het Comité van de Regio’s is het overlegorgaan waarin de regionale en lokale overheden vertegenwoordigd zijn. Het is samengesteld uit voorzitters van de regio’s en regionale parlementsleden, burgemeesters van grote steden, gemeenteraadsleden, enz.
Europa http://europa.eu
Europees Economisch en Sociaal Comité http://cese.europa.eu Europese Centrale Bank http://www.ecb.int Europese ombudsman http://ombudsman.europa.eu
Europees Parlement http://europarl.europa.eu Europese Commissie http://ec.europa.eu Europese Rekenkamer http://eca.europa.eu
Comité van de Regio’s http://cdr.europa.eu Europese Investeringsbank http://eib.europa.eu
Een nieuw verdrag voor de Europese Unie
Bij haar oprichting in de jaren vijftig telde de Europese Gemeenschap zes lidstaten en had ze voornamelijk economische doelstellingen. Vandaag telt ze 27 landen en is haar actieveld aanzienlijk groter geworden. Een dergelijk succes maakte een aanpassing nodig: een Unie van 27 landen, en binnenkort zelfs meer, met zeer ruime bevoegdheden, kon immers niet meer werken zoals een Gemeenschap van 6 lidstaten met beperkte doelstellingen. Het Verdrag van Lissabon zorgt ervoor dat de Unie zich niet enkel kan aanpassen aan haar eigen evolutie, maar ook dat ze de uitdagingen van de globalisering beter kan aangaan.
Bekrachtiging Op 13 december 2007 ondertekenden de Europese staats- en regeringsleiders plechtig het Verdrag van Lissabon. Dit Verdrag kon evenwel pas in werking treden nadat alle 27 lidstaten het hadden bekrachtigd volgens hun grondwettelijk vastgelegde procedures. Met de laatste bekrachtiging in november 2009 kon het Verdrag op 1 december 2009 in werking treden. In België keurden zowel het federale Parlement als de parlementen van de Gewesten en de Gemeenschappen het Verdrag goed. De bekrachtiging van het Verdrag van Lissabon door België, werd afgesloten met het neerleggen van de bekrachtigingsakte in Rome op 15 oktober 2008.
Belangrijke wijzigingen met het Verdrag van Lissabon Het Verdrag van Lissabon wijzigt deze vroegere verdragen zonder ze te vervangen. Het Verdrag van Lissabon is ingedeeld in twee hoofddelen: het eerste deel behelst de aanpassing van het vroegere Verdrag betreffende de Europese Unie, het tweede deel wijzigt het vroegere Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. In het nieuwe verdrag wordt dit laatste omgedoopt tot ‘Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie’.
Handtekeningen onder het Verdrag van Lissabon bezegeld
© Europese Unie, 2011
Het Verdrag van Lissabon bevat meerdere vernieuwingen: - De Unie wordt door het Verdrag van Lissabon democrati scher. Het verruimt in aanzienlijke mate de bevoegdheden van het Europees Parlement in zijn functie als medewetge ver, begrotingsautoriteit en politiek controleorgaan. Het Ver drag van Lissabon betrekt de nationale parlementen in gro tere mate bij de werkzaamheden van de Unie, in het bijzon der wat de controle van de subsidiariteit betreft. - Het stelt een burgerinitiatiefrecht in. Het breidt de be voegdheden van het Hof van Justitie uit en erkent de grond wettelijke structuur van de lidstaten, inclusief wat de regio nale autonomie betreft. - Het Handvest van de grondrechten, dat voorheen slechts een politieke verklaring was, werd niet in het Verdrag opgenomen, maar een bepaling stelt duidelijk dat de Unie de rechten, vrijheden en beginselen die zijn vastgelegd in het Handvest, eerbiedigt. Bijgevolg heeft dit Handvest dezelfde rechtskracht als de verdragen. Voor het Verenigd Koninkrijk, Polen en de Tsjechische Republiek werd in een afwijkende regeling voorzien. Deze formule werd verkozen boven andere mogelijkheden die het bindende karakter van het Handvest zouden hebben beperkt tot de instellin gen van de Unie. - Het Verdrag van Lissabon bepaalt dat de Unie toetreedt tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens.
Het optreden van de Unie wordt efficiënter en coherenter. Het Verdrag van Lissabon introduceert één enkele rechtspersoonlijkheid voor de Unie. Het breidt de communautaire methode uit en past het institutionele kader aan.
- Met het aantreden van de nieuwe permanente voorzitter van de Europese Raad, de Belg Herman van Rompuy, en van de hoge vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken, de Britse Catherine Ashton, wordt de werking van de Euro pese Unie eveneens verbeterd en haar zichtbaarheid in de wereld vergroot. De Unie beschikt voortaan over de nodige instrumenten om nieuwe uitdagingen aan te gaan en op vragen van de burgers te reageren. Het Verdrag vergemakkelijkt de besluitvorming binnen de Raad. De toepassing van de gekwalificeerde meerderheid wordt aanzienlijk uitgebreid. - Het Verdrag van Lissabon geeft het beleid van de Unie en in het bijzonder het externe optreden en de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht een nieuw elan. Er werd een hori zontale sociale clausule ingevoegd die de Unie verplicht in al haar beleidsmaatregelen rekening te houden met de sociale doelstellingen. Het Verdrag legt een specifieke juri dische basis vast voor de diensten van algemeen belang. Deze basis wordt aangevuld met een protocol dat niet in het Grondwettelijk Verdrag stond.
Een nieuw verdrag voor de Europese Unie (2)
Het Verdrag van Lissabon is ook vernieuwend. Het verwijst namelijk uitdrukkelijk naar de strijd tegen de klimaatverandering en vervolledigt de juridische grondslag op het gebied van energie.
- Het Verdrag van Lissabon stelt een duidelijk kader voor het optreden van de Unie in. Het maakt een einde aan de kunstmatige verdeling in pijlers, hoewel het specifieke karakter van het gemeenschappelijk buitenlands en veilig heidsbeleid wordt onderstreept. De bevoegdheden van de Unie en van de lidstaten worden duidelijk beschreven. Het Verdrag vereenvoudigt ten slotte de wetgevings- en uitvoeringsinstrumenten van de Unie en stelt een normen hiërarchie in.
DEBAT IN DE KLAS Rond welk thema zou je een Europees initiatief lanceren ?
Goed om te weten De naam ‘Verdrag van Lissabon’ is afgeleid van de hoofdstad waar het Verdrag in december 2007 werd ondertekend. Het Verdrag van Lissabon stelt een burgerinitiatiefrecht in. Dat is een nieuwe vorm van deelname aan het uitwerken van het beleid van de Europese Unie. Als ze met minstens één miljoen zijn en uit een groot aantal lidstaten komen, kunnen Europese burgers de Commissie rechtstreeks een voorstel voorleggen over vraagstukken die voor hen van belang zijn en die onder de bevoegdheid van de EU vallen.
© Europese Unie, 2011
Traité de Lisbonne
Crédit©Union européenne, 2010
De balans van het Belgische Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie In de nasleep van de wereldwijde bankencrisis was ook de versterking van het toezicht op en de regulering van de financiële sector een prioriteit.
Op 31 december 2010 sloot België officieel zijn Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie af en gaf de fakkel door aan Hongarije. Het was de 12de keer dat België het Raadsvoorzitterschap waarnam. Aangezien de Unie voor talrijke cruciale uitdagingen stond, koos België voor een pragmatische en doelgerichte aanpak: het programma van het Voorzitterschap streefde er naar zoveel mogelijk concrete resultaten te boeken op de diverse prioritaire actieterreinen in functie van de wetgevende agenda van de Raad en van het Europees Parlement. Een bijzondere zorg was ook de goede samenwerking tussen de Europese instellingen, want enkel met een goed functionerende machine kan de Unie daadwerkelijk beslissingen nemen.
Implementatie van het Verdrag van Lissabon Het was voor het Belgische Voorzitterschap van groot belang ervoor te zorgen dat de innovaties van het Verdrag van Lissabon, dat één jaar geleden in werking trad, volledig uitgevoerd, gerespecteerd en ten volle benut zouden worden. Het Voorzitterschap functioneerde daarom volledig binnen het kader van het Verdrag en de wijzigingen die het heeft aangebracht aan de uitoefening van het roterende voorzitterschap, in het bijzonder op het niveau van de Europese Raad, die een volwaardige instelling geworden is met een permanente voorzitter, alsook op het niveau van de Raad Buitenlandse Zaken die nu wordt voorgezeten door de Hoge Vertegenwoordigster. Een ander belangrijk dossier was de goedkeuring van de begroting van de Unie voor 2011 volgens de nieuwe begrotingsregels van het Verdrag. Het Belgisch Voorzitterschap slaagde er tevens in om een akkoord te bereiken met het Parlement over de uitwerking van het Europees Burgerinitiatief, een voor burgers zeer zichtbare vernieuwing van het Verdrag van Lissabon. Burgers zullen voortaan, mits het verzamelen van 1 miljoen handtekeningen en volgens bepaalde regels, de Commissie kunnen vragen wetgevingsvoorstellen te overwegen.
Strijd tegen de economische crisis – werken aan duurzame economische groei In het licht van de toenemende druk op de eurozone was de versterking van het economisch bestuur van de Unie de voornaamste prioriteit. Onder Belgisch Voorzitterschap zette de Raad een eerste verreikende stap in de richting van een betere coördinatie van het economische beleid met de invoering van een “Europees semester”, een reorganisatie van de kalender inzake economische beleidscoördinatie. Dit betekent concreet dat de regeringen van de lidstaten vanaf 2011 hun jaarlijkse begrotingsplannen samen met hun structurele hervormingsplannen moeten indienen voor een gezamenlijke Europese controle tijdens het eerste semester.
De Unie weerbaarder maken voor de toekomst betekent ook het doorvoeren van structuurhervormingen op lange termijn. Het Voorzitterschap gaf prioritaire aandacht aan het implementeren van de strategie voor groei en jobs “Europa 2020” die door de Europese Raad van juni 2010 was gelanceerd. Het Voorzitterschap werkte ook aan een aantal concrete dossiers ten gunste van bedrijven, werkgelegenheid en consumenten.
Naar een coherenter Europees extern beleid Europese uitbreiding en gemeenschappelijke handelspolitiek Een tweede kernopdracht van het Belgische Voorzitterschap was om bij te dragen aan een coherenter extern Europees beleid door de volledige toepassing van het Verdrag van Lissabon ook waar te maken op het vlak van het buitenlands beleid. In dit verband was de transitie naar en de oprichting van de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) een absolute prioriteit. Al vroeg tijdens het Belgisch Voorzitterschap kon het basisbesluit over de oprichting en de werking van deze Europese diplomatieke dienst goedgekeurd worden. Over de resterende instrumenten (inzake personeel, begroting en het financieel reglement) die noodzakelijk waren voor het functioneren van de Dienst, werd in oktober een akkoord bereikt met het Europees Parlement, zodat de Dienst op 1 december formeel van start kon gaan. In december keurde de Raad conclusies goed rond de Commissiemededeling waarmee een verdere verbetering van het Europese optreden op het vlak van ‘disaster response’ wordt beoogd en dit zowel op het vlak van doeltreffendheid en efficiëntie als coherentie en visibiliteit. Deze mededeling zal verder vertaald worden in een aantal wetgevende initiatieven. Met betrekking tot de uitbreidingsdossiers werden enkele belangrijke resultaten bereikt. Met IJsland werden op 27 juli de toetredingsonderhandelingen officieel geopend. De Europese Raad besloot op 17 december aan Montenegro de status van kandidaat-lidstaat toe te kennen. Het Belgische Voorzitterschap was inventief bij het zoeken naar mogelijkheden om de ‘externe vertegenwoordiging van de Unie’ te verbeteren. In Cancún, maar ook in een aantal multilaterale organisaties, zorgden we ervoor dat de EU niet enkel met één stem sprak, maar ook één geïntegreerd onderhandelingsteam vormde waarbij de Europese Commissie en het Voorzitterschap samen plaats namen achter de EU-vlag en steeds in één ploeg onderhandelden. De Raad Buitenlandse Zaken (in de formatie Handel) bereikte onder Belgisch Voorzitterschap een akkoord over de ondertekening en de voorlopige toepassing van een Vrijhandelsakkoord tussen de EU en Zuid-Korea. De ondertekening vond plaats tijdens de Top tussen de EU en Zuid-Korea op 6 oktober te Brussel, in de marge van de ASEM-Top. Het betreft het meest ambitieuze handelsakkoord dat ooit door de Unie gesloten werd.
De balans van het Belgische Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie (2) Klimaat, milieu en energie Onder impuls van het Voorzitterschap slaagde de Unie erin een eensgezind en coherent Europees standpunt te bepalen voor de biodiversiteitsconferentie in Nagoya en de klimaatconferentie in Cancún, twee belangrijke momenten voor de wereldwijde actie tegen biodiversiteitsverlies en klimaatverandering. Daarnaast werd ook gewerkt aan de uitwaaiering van het klimaatthema in andere sectoren waaronder de vergroening van transport en energie. Inzake milieu bereikte het Voorzitterschap een akkoord tussen Raad en Parlement over de herziening van de richtlijn over de beperkingen op het gebruik van gevaarlijke substanties in bepaalde elektrische en elektronische toestellen. Inzake de verordening die het gebruik van biociden aan banden legt werd een eerste akkoord binnen de Raad bereikt.
Een socialer Europa Het Europees jaar van de strijd tegen de armoede en de sociale uitsluiting werd in de kijker geplaatst via tal van debatten en conferenties; uiteindelijk werd ook een Verklaring van de Raad betreffende de strijd tegen de armoede goedgekeurd. Op het vlak van de gezondheidszorg kon het Belgisch Voorzitterschap een akkoord bereiken tussen Raad en Parlement over
DEBAT IN DE KLAS
de richtlijnen inzake bestrijding van namaakgeneesmiddelen en inzake grensoverschrijdende gezondheidszorg
Justitie, binnenlandse zaken, asiel en migratie Het Voorzitterschap streefde ernaar om zoveel mogelijk vooruitgang te boeken op een aantal wetgevende voorstellen die deel uitmaken van het asielpakket, conform de doelstelling om tegen 2012 een Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel te kunnen verwezenlijken. Er werd vooruitgang geboekt inzake de strijd tegen de mensenhandel en m.b.t. de externe dimensie van de strijd tegen het terrorisme. Op het domein van justitie bereikte het Belgisch Voorzitterschap een akkoord binnen de Raad over het voorstel tot verordening tot totstandbrenging van een nauwere samenwerking tussen lidstaten die dat wensen inzake wetgeving inzake echtscheiding (“Rome III”). Maar ook in andere domeinen slaagde het Belgisch Voorzitterschap erin tastbare vooruitgang te boeken in een reeks dossiers die, elk op hun domein, baanbrekend zijn. Aldus werden o.a. akkoorden bereikt op het vlak van verbetering van de rechten van buspassagiers en van consumenten, het op de markt brengen van bouwproducten, administratieve samenwerking tussen de lidstaten op fiscaal vlak, grensoverschrijdende verkeersveiligheid, de besteding van ongebruikte fondsen van het herstelplan voor energie, etikettering van textielproducten, voedingsinformatie aan consumenten en de visvangstquota voor 2011.
Hoe zou je een voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie organiseren ? Welke rol zou je willen spelen ?
Goed om te weten De Europese Raad, waar de staats- en regeringsleiders van de lidstaten en de voorzitter van de Europese Commissie vergaderen, wordt niet langer voorgezeten door het roterende voorzitterschap, maar door de Belg Herman Van Rompuy, de eerste permanente voorzitter van de Europese Raad.
© Europese Unie, 2011
De Europese Raad is een volwaardige instelling geworden sinds het in werking treden van het Verdrag van Lissabon. De Europese Raad geeft de nodige impulsen voor de verdere ontwikkeling van de Unie en bepaalt de algemene oriëntatie, politieke beleidslijnen en prioriteiten. De Europese Raad oefent geen wetgevende functie uit.
Een Unie van waarden Wie aan de Europese Unie denkt, heeft in de eerste plaats een groep landen voor ogen waarin mensen, goederen en kapitaal zonder controles over de grenzen kunnen bewegen. Deze bewegingsvrijheid is een recht voor elke inwoner van de Unie. Toch is Europa véél meer dan dit vrije verkeer van personen en goederen! De Unie is geen bureaucratische machine die zich uitsluitend met economische zaken bezighoudt. Alle landen van de Europese Unie delen immers een aantal fundamentele waarden en principes. De ‘waarden’ verwijzen naar de culturele tradities van de lidstaten. Zij hebben elk een geschiedenis, die hun identiteit en mentaliteit gevormd heeft. De ‘fundamentele waarden’ hebben ze echter alle gemeen. Alle lidstaten zijn immers democratieën waar de regering de mensenrechten respecteert en waar de burgers vrij en gelijk zijn. Ook verdraagzaamheid en solidariteit behoren tot deze waarden.
Een echt Europees burgerschap !
Alle EU-lidstaten hebben ook het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) getekend. Dit Verdrag geldt als het strengste en meest betrouwbare mensenrechtenverdrag ter wereld. Tot nu toe waren alleen de lidstaten partij bij dit Verdrag. Het Verdrag van Lissabon, dat op 1 december 2009 van kracht werd, bepaalt evenwel dat de Europese Unie als dusdanig toetreedt tot het Europees Verdrag van de rechten van de mens. Alleen de landen die de principes van democratie, mensenrechten en de rechtsstaat eerbiedigen, kunnen dus lid van de Unie worden. Deze voorwaarden worden zeer ernstig genomen en voortdurend getoetst. De lidstaten die deze principes niet eerbiedigen, zetten hun lidmaatschap van de Unie op het spel. Deze waarden zijn geen loze woorden, maar hebben een praktische betekenis. Zo verzekert het ‘Europees staatsburgerschap’ gelijke politieke rechten in heel de Unie en beschermt het elke burger op een gelijkwaardige manier.
De Europese Unie wil van deze waarden het fundament van haar bestaan maken en ze niet alleen laten gelden in Europa, maar ze ook bevorderen in de rest van de wereld.
DEBAT IN DE KLAS
© Europese Unie, 2011
Ik ben Europeaan … Een groot Europa : goed voor de democratie !?
Een Unie van waarden (2) Het Handvest van de Grondrechten De Europese Unie laat geen gelegenheid onbenut om deze fundamentele waarden in de schijnwerpers te zetten. In 1999 werkte ze een Handvest van de Grondrechten uit, dat de democratie en de rechtsstaat als grondslagen van de Unie bevestigt en zegt dat alle burgers van de Unie met elkaar verbonden zijn door gemeenschappelijke waarden: vrijheid, verdraagzaamheid, gelijkheid, solidariteit en culturele verscheidenheid. Het Handvest van de Grondrechten werd niet in het Verdrag van Lissabon opgenomen, dat op 1 december 2009 in werking trad, maar het Verdrag bepaalt duidelijk dat de Unie de rechten, vrijheden en beginselen die in het Handvest zijn verankerd, eerbiedigt, waardoor het Handvest dezelfde rechtskracht heeft als de verdragen. Zoals je ziet, heeft een Europese Unie gebaseerd op deze fundamentele waarden duidelijk een concrete meerwaarde voor elke Europeaan !
Goed om te weten ? Op 1 januari 2007 is het Europees Waarnemingscentrum voor Racisme en Vreemdelingenhaat vervangen door het Europees Bureau voor Fundamentele Rechten, dat eveneens in Wenen is gevestigd. Ter gelegenheid van de 50e verjaardag van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens in 1998 zette de Europese Unie het licht op groen voor de redactie van het Handvest van de Grondrechten.
Ondertekening van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie op de Europese Raad van Nice, 7 december 2000: handdruk tussen Nicole Fontaine, voorzitster van het EP (links) en Romano Prodi, voorzitter van de EC. In het midden Hubert Védrine, de Franse minister van Buitenlandse Zaken.
© Europese Unie, 2011
De grote Europese puzzel De Europese Unie Samenstelling : 27 lidstaten en 5 kandidaat-lidstaten Aantal inwoners (in miljoenen) : + 500 Oppervlakte : + 4.400.000 km² Officiële talen : 23 Dag van Europa : 9 mei (dag waarop Robert Schuman zijn verklaring aflegde) Zetels van de Europese instellingen : Brussel, Luxemburg, Straatsburg Domeinnaam : .eu
Bulgarije Toetreding : 2007 Hoofdstad : Sofia Aantal inwoners : 7 miljoen Inwoners : Bulgaren Oppervlakte : 111.000 km² Officiële taal : Bulgaars Nationale feestdag : 3 maart Typisch gerecht : Banitsa, maaltijd van bladerdeeg met witte kaas Nationaliteitskenteken op voertuigen : BG Telefooncode : 359 landdomein : .bg Staatsvorm : Republiek Munteenheid : Bulgaarse Lev
27 lidstaten
België Toetreding 1957 (stichtend lid) Hoofdstad : Brussel Aantal inwoners : 10 miljoen Inwoners : Belgen Oppervlakte : 30.500 km² Officiële talen : Nederlands, Frans en Duits Nationale feestdag : 21 juli Typisch gerecht : Frietjes met mayonaise … in een papieren puntzak ! Nationaliteitskenteken op voertuigen : B Telefooncode : 32 landdomein : .be Staatsvorm : Constitutionele monarchie Munteenheid : Euro
Denemarken
Cyprus Toetreding : 2004 Hoofdstad : Nicosia Aantal inwoners : 0,8 miljoen Inwoners : Cyprioten Oppervlakte : 9.000 km² Officiële talen : Grieks en Turks Nationale feestdag : 1 oktober Typisch gerecht : Koupepia, gevulde wijnbladeren Nationaliteitskenteken op voertuigen : CY Telefooncode : 357 landdomein : .cy Staatsvorm : Republiek Munteenheid : Euro
Toetreding : 1973 Hoofdstad : Kopenhagen Aantal inwoners : 5 miljoen Inwoners : Denen Oppervlakte : 43.000 km² Officiële taal : Deens Nationale feestdag : geen officiële datum, maar doorgaans op 5 juni Typisch gerecht : Smörrebröd, een bijzonder broodje met worst, kaas of vis Nationaliteitskenteken op voertuigen : DK Telefooncode : 45 landdomein : .dk Staatsvorm : Constitutionele monarchie Munteenheid : Deense kroon
De grote Europese puzzel (2) Duitsland Toetreding : 1957 (stichtend lid) Hoofdstad : Berlijn Aantal inwoners : 82 miljoen Inwoners : Duitsers Oppervlakte : 357.000 km² Officiële taal : Duits Nationale feestdag : 3 oktober Typisch gerecht : Alle soorten worst ! Nationaliteitskenteken op voertuigen : D Telefooncode : 49 landdomein : .de Staatsvorm : Republiek Munteenheid : Euro
Finland Toetreding : 1995 Hoofdstad : Helsinki Aantal inwoners : 5 miljoen Inwoners : Finnen Oppervlakte : 338.000 km² Officiële talen : Fins en Zweeds Nationale feestdag : 6 december Typisch gerecht : Karjalanpiirakka, pasteitje met rijst of aardappel Nationaliteitskenteken op voertuigen : SF Telefooncode : 358 landdomein : .fi Staatsvorm : Republiek Munteenheid : Euro
Griekenland
Estland Toetreding : 2004 Hoofdstad : Tallinn Aantal inwoners : 1 miljoen Inwoners : Esten Oppervlakte : 45.000 km² Officiële taal : Ests Nationale feestdag : 24 februari Typisch gerecht : Tallinna Kilu, kleine visjes in een pikant sausje met zwart brood en een hardgekookt eitje erbij Nationaliteitskenteken op voertuigen : EST Telefooncode : 372 landdomein : .ee Staatsvorm : Republiek Munteenheid : Euro
Frankrijk Toetreding : 1957 (stichtend lid) Hoofdstad : Parijs Aantal inwoners : 63 miljoen Inwoners : Fransen Oppervlakte : 632.000 km² Officiële taal : Frans Nationale feestdag : 14 juli Typisch gerecht : Quiche lorraine, overheerlijke hartige taart Nationaliteitskenteken op voertuigen : F Telefooncode : 33 landdomein : .fr Staatsvorm : Republiek Munteenheid : Euro
Toetreding : 1981 Hoofdstad : Athene Aantal inwoners : 11 miljoen Inwoners : Grieken Oppervlakte : 132.000 km² Officiële talen : Grieks Nationale feestdag : 25 maart Typisch gerecht : Moussaka, ovenschotel met aubergines, gehakt, aardappelen en tomaat Nationaliteitskenteken op voertuigen : GR Telefooncode : 30 landdomein : .gr Staatsvorm : Republiek Munteenheid : Euro
Hongarije Toetreding : 2004 Hoofdstad : Boedapest Aantal inwoners : 10 miljoen Inwoners : Hongaren Oppervlakte : 93.000 km² Officiële taal : Hongaars Nationale feestdag : 20 augustus Typisch gerecht : Gulyas, een soep van vlees en paprika’s Nationaliteitskenteken op voertuigen : H Telefooncode : 36 landdomein : .hu Staatsvorm : Republiek Munteenheid : Forint
De grote Europese puzzel (3) Ierland
Italië
Toetreding : 1973 Hoofdstad : Dublin Aantal inwoners : 4 miljoen Inwoners : Ieren Oppervlakte : 70.000 km² Officiële talen : Gaelic en Engels Nationale feestdag : 17 maart Typisch gerecht : Irish stew, stoofpot van lamsvlees, kool en selder Nationaliteitskenteken op voertuigen : IRL Telefooncode : 353 landdomein : .ie Staatsvorm : Republiek Munteenheid : Euro
Toetreding : 1957 Hoofdstad : Rome Aantal inwoners : 60 miljoen Inwoners : Italianen Oppervlakte : 300.000 km² Officiële taal : Italiaans Nationale feestdag : 2 juni Typisch gerecht : de enige echte pizza ! Nationaliteitskenteken op voertuigen : I Telefooncode : 39 landdomein : .it Staatsvorm : Republiek Litouwen Munteenheid : Euro
Luxemburg
Letland
Toetreding : 2004 Hoofdstad : Riga Aantal inwoners : 2 miljoen Inwoners : Letten Oppervlakte : 64.000 km² Officiële taal : Lets Nationale feestdag : 18 november Typisch gerecht : Piragi, lekkere broodjes met spek Nationaliteitskenteken op voertuigen : LV Telefooncode : 371 landdomein : .lv Staatsvorm : Republiek Munteenheid : Letse lats
Toetreding : 2004 Hoofdstad : Vilnius Aantal inwoners : 3 miljoen Inwoners : Litouwers Oppervlakte : 65.000 km² Officiële taal : Litouws Nationale feestdag : 16 februari Typisch gerecht : Cepelinai of zeppelins, pasteitjes bereid met gehakt en aardappel Nationaliteitskenteken op voertuigen : LT Telefooncode : 370 landdomein : .lt Staatsvorm : Republiek Munteenheid : Litas Malta
Toetreding : 1957 (stichtend lid) Hoofdstad : Luxemburg Aantal inwoners : 400.000 Inwoners : Luxemburgers Oppervlakte : 2.600 km² Officiële talen : Luxemburgs, Frans en Duits Nationale feestdag : 23 juni Typisch gerecht : Judd mit Gaardenboonen, mals varkensvlees met groene bonen, spek en aardappeltjes Nationaliteitskenteken op voertuigen : L Telefooncode : 352 landdomein : .lu Staatsvorm : Constitutionele monarchie Munteenheid : Euro
Toetreding : 2004 Hoofdstad : Valletta Aantal inwoners : 400.000 Inwoners : Maltezen Oppervlakte : 316 km² Officiële talen : Maltees en Engels Nationale feestdag : 21 september Typisch gerecht : Bigilla, pikante bonen voor moedige eters ! Nationaliteitskenteken op voertuigen : M Telefooncode : 356 landdomein : .mt Staatsvorm : Republiek Munteenheid : Euro
De grote Europese puzzel (4) Nederland Toetreding : 1957 (stichtend lid) Hoofdstad : Amsterdam Aantal inwoners : 16 miljoen Inwoners : Nederlanders Oppervlakte : 41.000 km² Officiële taal : Nederlands Nationale feestdag : 30 april Typisch gerecht : Maatjes, jonge gezouten haring Nationaliteitskenteken op voertuigen : NL Telefooncode : 31 landdomein : .nl Staatsvorm : constitutionele monarchie Munteenheid : Euro
Tsjechische Republiek
Oostenrijk
Toetreding : 1995 Hoofdstad : Wenen Aantal inwoners : 8 miljoen Inwoners : Oostenrijkers Oppervlakte : 84.000 km² Officiële taal : Duits Nationale feestdag : 26 oktober Typisch gerecht : Kaiserschmarren, soort ‘dikke versneden pannenkoek’ met rozijnen Nationaliteitskenteken op voertuigen : A Telefooncode : 43 landdomein : .at Staatsvorm : Republiek Polen Munteenheid : Euro Toetreding : 2004 Hoofdstad : Warschau Aantal inwoners : 38 miljoen Inwoners : Polen Oppervlakte : 312.000 km² Officiële taal : Pools Nationale feestdagen : 11 november en 3 mei Portugal Typisch gerecht : Bigos, zuurkool met rode wijn … en liefst nog wat ijskoude wodka! Toetreding : 1986 Nationaliteitskenteken op voertuigen : PL Hoofdstad : Lissabon Telefooncode : 48 Aantal inwoners : 10 miljoen landdomein : .pl Inwoners : Portugezen Staatsvorm : Republiek Oppervlakte : 92.000 km² Munteenheid : Zloty Officiële taal : Portugees Nationale feestdag : 10 juni Typisch gerecht : Bacalhau, populaire gedroogde en gezouten kabeljauw Nationaliteitskenteken op voertuigen : P Telefooncode : 351 landdomein : .pt Staatsvorm : Republiek Roemenië Munteenheid : Euro
Toetreding : 2004 Hoofdstad : Praag Aantal inwoners : 10 miljoen Inwoners : Tsjechen Oppervlakte : 79.000 km² Officiële taal : Tsjechisch Nationale feestdag : 28 oktober Typisch gerecht : Bramborak, pannenkoek met aardappelen, stukjes worst, look en fijne kruiden Nationaliteitskenteken op voertuigen : CZ Telefooncode : 420 landdomein : .cz Staatsvorm : Republiek Munteenheid : Tsjechische kroon
Toetreding : 2007 Hoofdstad : Boekarest Aantal inwoners : 22 miljoen Inwoners : Roemenen Oppervlakte : 238.000 km² Officiële taal : Roemeens Nationale feestdag : 1 december Typisch gerecht : Sarmale, koolrolletjes gevuld met gehakt, kruiden en rijst Nationaliteitskenteken op voertuigen : RO Telefooncode : 40 landdomein : .ro Staatsvorm : Republiek Munteenheid : Roemeense leu
De grote Europese puzzel (5) Slovakije
Toetreding : 2004 Hoofdstad : Bratislava Aantal inwoners : 5 miljoen Inwoners : Slovaken Oppervlakte : 49.000 km² Officiële taal : Slovaaks Nationale feestdag : 1 september Typisch gerecht : Bryndzove Halusky, gnocchi met gesmolten kaas Nationaliteitskenteken op voertuigen : SK Telefooncode : 421 landdomein : .sk Staatsvorm : Republiek Munteenheid : Euro
Spanje
Slovenië
Toetreding : 2004 Hoofdstad : Ljubljana Aantal inwoners : 2 miljoen Inwoners : Slovenen Oppervlakte : 20.000 km² Officiële taal : Sloveens Nationale feestdag : 25 juni Typisch gerecht : Potica, gebakje met walnoten en honing Nationaliteitskenteken op voertuigen : SLO Telefooncode : 368 landdomein : .si Staatsvorm : Republiek Munteenheid : Euro
Toetreding : 1986 Hoofdstad : Madrid Aantal inwoners : 45 miljoen Inwoners : Spanjaarden Oppervlakte : 505.000 km² Officiële taal : Spaans Nationale feestdag : 12 oktober Typisch gerecht : Paella, het wereldbekende rijstgerecht Nationaliteitskenteken op voertuigen : E Telefooncode : 34 landdomein : .es Staatsvorm : Constitutionele monarchie Munteenheid : Euro Verenigd Koninkrijk
Toetreding : 1973 Hoofdstad : Londen Aantal inwoners : 60 miljoen Inwoners : Britten Oppervlakte : 244.000 km² Officiële taal : Engels Nationale feestdag : geen officiële datum. Verjaardag van de Koningin op een zondag in juni Typisch gerecht : Roastbeef and Yorkshire pudding, typisch zondagsgerecht Nationaliteitskenteken op voertuigen : GB Telefooncode : 44 landdomein : .uk Staatsvorm : Constitutionele monarchie Munteenheid : Pond sterling
Zweden
Toetreding : 1995 Hoofdstad : Stockholm Aantal inwoners : 9 miljoen Inwoners : Zweden Oppervlakte : 450.000 km² Officiële taal : Zweeds Nationale feestdag : 6 juni Typisch gerecht : Gravad lax, in dille gemarineerde, rauwe zalm Nationaliteitskenteken op voertuigen : S Telefooncode : 46 landdomein : .se Staatsvorm : Constitutionele monarchie Munteenheid : Zweedse kroon
De grote Europese puzzel (6) IJsland
5 kandidaat-lidstaten
Hoofdstad : Reykjavik Aantal inwoners : 300.000 Inwoners : IJslanders Oppervlakte : 103.000 km² Officiële taal : IJslands Nationale feestdag : 17 juni Typisch gerecht : Þorramatur, oeroud assortiment van traditionele IJslandse gerechten met gezouten vlees, schapenkop, gedroogde vis, roggekoek, haai en gekookt vlees Nationaliteitskenteken op voertuigen : IS Kroatië Telefooncode : 354 landdomein : .is Hoofdstad : Zagreb Staatsvorm : Republiek Aantal inwoners : 4 miljoen Munteenheid : IJslandse kroon Inwoners : Kroaten Oppervlakte : 56.000 km² Officiële taal : Kroatisch Nationale feestdag : 25 juni Typisch gerecht : Kulen, salami met veel paprika, look en zout Nationaliteitskenteken op voertuigen : HR Telefooncode : 385 landdomein : .hr Turkije Staatsvorm : Republiek Munteenheid : Kuna Hoofdstad : Ankara Montenegro Aantal inwoners : 71 miljoen Inwoners : Turken Hoofdstad : Podgorica Oppervlakte : 780.000 km² Aantal inwoners : 0,7 miljoen Officiële taal : Turks Inwoners : Montenegrijnen Nationale feestdag : 29 oktober Oppervlakte : 13.812 km² Typisch gerecht : Döner Kebab, fijne plakjes Officiële taal : Montenegrijns gegrild vlees Nationale feestdag : 13 juli Nationaliteitskenteken op voertuigen : TR Typisch gerecht : Tullumba (cilindervormige Telefooncode : 90 gefrituurde stukjes deeg in siroop) landdomein : .tr Nationaliteitskenteken op voertuigen : MNE Staatsvorm : Republiek Telefooncode : 382 Munteenheid : Turkse lira landdomein : .me Staatsvorm : Republiek Voormalige Joegoslavische Republiek Munteenheid : Euro Macedonië Hoofdstad : Skopje Aantal inwoners : 2 miljoen Inwoners : Macedoniërs Oppervlakte : 26.000 km² Officiële taal : Macedonisch Nationale feestdag : 2 augustus Typisch gerecht : Tabre, witte snijbonen die in de oven bereid worden Nationaliteitskenteken op voertuigen : MK Telefooncode : 389 landdomein : .mk Staatsvorm : Republiek Munteenheid : Macedonische denar
Een steeds groter wordende familie Sinds de oprichting in 1957 door de zes stichtende leden, is de Europese Unie uitgegroeid tot een organisatie die 27 lidstaten telt in 2007 en die nog zal uitbreiden. Kroatië, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Turkije, Montenegro en IJsland zijn kandidaat voor de toetreding. Albanië en Servië hebben een aanvraag tot toetreding ingediend. Bosnië-Herzegovina en Kosovo willen op termijn ook tot de Europese Unie toetreden.
Hoe kan een land lid worden van de unie ? Het Verdrag betreffende de Unie bepaalt dat ‘Elke Europese staat die de beginselen in acht neemt van vrijheid, democratie, eerbiediging van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, en van de rechtsstaat (…), kan verzoeken lid te worden van de Unie.’ De voorwaarden van het Verdrag werden aangevuld met de meer concrete criteria van Kopenhagen, die werden aangenomen op de Europese Raad van Kopenhagen in 1993 : - de vorming van stabiele instellingen die een waarborg vormen voor de democratie, de rechtsstaat, de mensen rechten en de eerbiediging van minderheden ; - de ontwikkeling van een functionerende markteconomie en de mogelijkheid om te gaan met de concurrentiedruk van de marktwerking in de Unie ; - het vermogen om de verplichtingen van het lidmaatschap op zich te nemen, wat met name inhoudt dat de doel stellingen van een politieke, economische en monetaire unie worden onderschreven. In 1995 stelde de Europese Raad van Madrid dat een kandidaat-lidstaat ook zijn bestuurlijke instanties moet aanpassen teneinde de voorwaarden te scheppen voor een geleidelijke en harmonieuze integratie. De Europese Unie van haar kant moet toegankelijk zijn voor nieuwe leden. De Europese Raad beslist pas onderhandelingen te openen, wanneer alle politieke criteria (eerbiediging van de mensenrechten en democratie) vervuld zijn.
Let wel, het Verdrag betreffende de Europese Unie legt niet de grenzen van Europa vast en bepaalt dat religie geen criterium voor toetreding is.
Waarom een uitbreiding ? De laatste uitbreidingsgolf van de EU hielp de democratie en de rechtsstaat in Europa te versterken. De EU kreeg een groter gewicht om de wereldproblemen aan te pakken zoals de klimaatverandering of het concurrentievermogen. Landen werken samen om gemeenschappelijke problemen op te lossen en gemeenschappelijke belangen worden samen behartigd. Hierdoor wordt een herhaling van de conflicten die Europa in de eerste helft van de vorige eeuw geteisterd hebben, zo goed als onmogelijk. De uitbreiding tussen 2004 en 2007 met 12 Centraal- en Oost-Europese landen heeft ook een grote symbolische betekenis : er kwam een einde aan de opdeling van het Europese continent die het gevolg was van de Koude Oorlog. De uitgebreide Unie heeft meer invloed op wereldniveau als ze erin slaagt met één stem te spreken. Bovendien is ze bij de meeste grote internationale dossiers betrokken, gaande van het conflict in het Midden-Oosten tot de strijd tegen de vogelgriep en milieubescherming. Bovendien heeft de uitbreiding van de Unie onder meer een positieve weerslag op de economische groei en het welvaartsniveau. In een uitgebreide Unie zijn dezelfde regels inzake concurrentievermogen, kwaliteit van de producten en bescherming van de werknemers van toepassing in een groter economisch geheel. Uitbreiding moet evenwel gepaard gaan met ‘uitdieping’, dat betekent dat de lidstaten steeds nauwer moeten gaan samenwerken. Een Europese unie met zes leden kan niet op dezelfde wijze functioneren als een Unie die 27 landen telt. Het Verdrag van Lissabon, dat op 1 december 2009 in werking trad, draagt in grote mate bij tot deze uitdieping. Zo werd het besluitvormingsproces van de Unie aangepast aan deze nieuwe situatie opdat ze op georganiseerde en doeltreffende manier kan blijven functioneren.
De kandidaat-lidstaten moeten aantonen dat ze in staat zijn hun rol als lidstaat helemaal te vervullen. Hiertoe moeten ze zich verzekeren van voldoende steun bij de bevolking en zich aanpassen aan de strikte politieke, juridische en technische normen van de Europese Unie. In de praktijk gaan deze onderhandelingen over de overname van het ‘acquis communautaire’ door de kandidaat-lidstaat. Met ‘acquis communautaire’ worden de gemeenschappelijke verworvenheden van de Unie bedoeld : dat zijn de basisverdragen en alle gedetailleerde wetten en regels die in Europa gelden. Een land dat tot de Europese Unie wenst toe te treden, moet dus zijn bestaande wetten en regels aanpassen zodat ze in overeensteming zijn met de Europese wetgeving die duizenden pagina’s telt. Dit is een ingrijpend proces en daarom nemen de toetredingsonderhandelingen meerdere jaren in beslag. © Europese Unie, 2011
Een steeds groter wordende familie (2) Goed om te weten Met de toetreding van de Baltische staten (Estland, Letland en Litouwen) op 1 mei 2004 maakt nu ook een Russische enclave deel uit van de Europese Unie: Kaliningrad. Noorwegen had alle nodige stappen voor een toetreding tot de Europese Unie gezet, maar in een referendum werd hier anders over beslist.
DEBAT IN DE KLAS Wat vind jij van de toetredingscriteria ? Tot waar kan Europa worden uitgebreid ?
© Europese Unie, 2011
Europa kiest voor duurzame ontwikkeling Een vervuilde rivier stopt niet aan de landsgrenzen en de uitstoot van vervuilende fabrieken in het ene land kan een bron zijn van zure regen en zo de bodem verontreinigen in andere landen. Ook de bescherming van het leefmilieu is een uitdaging die enkel op Europees en mondiaal vlak kan worden aangepakt. Samen oplossingen vinden is dus de boodschap !
worden. In het nieuws zijn steeds vaker onthutsende beelden te zien van verwoestende orkanen, rampzalige overstromingen of droogtes. Het zeepeil stijgt en de gletsjers smelten.
Ademruimte voor Europa !
Het Kyotoprotocol trad in 2005 in werking en is wellicht het bekendste akkoord. Dit internationale protocol stelt een kalender voor voor de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, die de oorzaak zijn van de opwarming van de aarde. De Unie speelde destijds een belangrijke rol in dit akkoord. Daarom heeft ze zich ertoe verbonden om tussen 2008–2012 de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen met minstens 8% ten opzichte van het niveau van 1990. De transportsector, de energiesector, de industrie en de landbouw moeten zich aanpassen aan deze nieuwe ecologische normen. België heeft zich samen met de Europese partners ertoe verbonden de strijd tegen de klimaatopwarming aan te binden en het heeft verschillende belangrijke maatregelen getroffen in het kader van het Kyotoprotocol. In 2002 werd een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de federale staat en de drie Gewesten over een nationale doelstelling inzake de beperking van de uitstoot van broeikasgassen tot 7,5% ten opzichte van het niveau van 1990.
Op het gebied van leefmilieu is het beleid van de Europese Unie gericht op het behoud, de bescherming en de verbetering van de kwaliteit van het leefmilieu en op de bescherming van de gezondheid van de mensen. De Unie is ook begaan met het rationele gebruik van de natuurlijke rijkdommen en stimuleert de burgers om behoedzaam en zuinig om te gaan met water, energie, papier, ... Het wetenschappelijk onderzoek naar alternatieve, minder vervuilende bronnen, in het bijzonder energiebronnen, wordt aangemoedigd. Tot slot zorgt het Europese milieubeleid ervoor dat op internationaal niveau meer en betere maatregelen worden genomen om de regionale of planetaire milieuproblemen aan te pakken, zoals de klimaatverandering. Voor een meer doeltreffende milieubescherming beschikt de Europese Unie over twee instrumenten :
Sinds meer dan 10 jaar voert de Europese Unie een beleid ter bestrijding van de klimaatwijziging en vervult ze op dat gebied een belangrijke rol in de wereld.
- De Europese wetgeving inzake leefmilieu De milieuwetten richten zich tot burgers en bedrijven en gaan over het stedelijk milieu, bossen, lucht en water. Enkele voorbeelden : • De EU bevordert de selectieve ophaling en de recyclage van alle soorten afval en steunt projecten van ruimtelijke ordening met veel aandacht voor groene zones. • De EU werkt actief mee aan projecten die het openbaar vervoer verbeteren en het gebruik ervan stimuleren. • De EU controleert de strenge normen voor de uitstoot van gassen en afvalwater van fabrieken. • De EU ziet ook toe op het bosbeheer en legt richtlijnen op aan de landbouwsector over het gebruik van insecticiden en pesticiden. • Ook vissers en tankschepen moeten rekening houden met de regels die de EU oplegt om overbevissing en zee verontreiniging te voorkomen. - Het Europees Milieuagentschap Dit orgaan is gevestigd in Kopenhagen en is belast met het toezicht op de milieuomstandigheden en het geven van vroegtijdige waarschuwingen bij aankomende problemen. Het schrijft zeer regelmatig rapporten en prognoses op basis van deze waarschuwingen. Zo beschikt de Unie steeds over de nodige informatie betreffende deze problematiek.
Een groenere planeet Maar de grote milieuproblemen van onze tijd, zoals de klimaatverandering, kunnen alleen via mondiale akkoorden opgelost
© Europese Unie, 2011
Europa kiest voor duurzame ontwikkeling (2)
Momenteel worden op internationaal niveau onderhandelingen gevoerd om een akkoord te bereiken dat de opvolger moet worden van het Kyotoprotocol, dat in 2012 afloopt. Verwacht wordt dat de onderhandelingen tegen eind 2011 rond zijn. Overal ter wereld worden de fauna en de flora bedreigd. Europa wil dit probleem aanpakken door zichzelf de doelstelling op te leggen tegen 2010 een halt toe te roepen aan de achteruitgang van de biodiversiteit. Momenteel wordt deze doelstelling echter niet gehaald. Bovendien lanceerde Europa het programma Natura 2000. Dit programma streeft ernaar wilde dier- of plantensoorten en hun biotoop te beschermen. Natura 2000 groepeert zones over heel Europa die volgens specifieke criteria zijn gekozen en die erkend zijn vanwege de zeldzaamheid of de kwetsbaarheid van hun fauna of flora. In de praktijk betekent dit dat de Unie fondsen vrijmaakt om deze sites te beschermen.
Goed om te weten Het broeikaseffect ontleent zijn naam aan de analogie tussen de atmosfeer van de aarde en een broeikas voor planten. De zonnestraling verwarmt het aardoppervlak door de dampkring heen. De aarde kaatst een deel van deze energie terug in de vorm van infraroodstraling. De waterdamp, de koolstofdioxide en andere broeikasgassen die zich van nature in de atmosfeer bevinden, absorberen deze stralen gedeeltelijk. En dat is maar goed ook, want zonder deze natuurlijke bescherming zou het op aarde zo’n 30°C kouder zijn dan nu.
Europese labels om het milieu te beschermen Ecologielabel Voor de toekenning van het Ecologielabel wordt rekening gehouden met de schade die het product kan aanbrengen aan het milieu tijdens zijn levensloop. De grondstoffen, de productie, het verbruik van water en energie, de uitstoot en het afval worden hiervoor onderzocht. EC-label Het EC-label vind je terug op veel verschillende soorten producten zoals speelgoed, elektrische toestellen en kleding. Het label is er gekomen omdat de EU veel belang hecht aan 2 rechten: het recht op informatie en het recht op veiligheid. Het label mag daarom pas aangebracht worden als de producten volledig voldoen aan de strenge Europese regels. Energielabel De EU vindt zuinig omspringen met energie belangrijk omdat het merendeel van de energie die we in Europa gebruiken van niet-hernieuwbare bronnen komt. Daarom is er een speciaal label dat het energieverbruik aangeeft van huishoudtoestellen zoals wasmachines en koelkasten. Voor de toekenning van dit label houdt men rekening met de energie die nodig is voor de fabricage van het toestel en voor het gebruik ervan.
© Europese Unie, 2011
Een gezonde, kwaliteitsvolle en evenwichtige voeding De burgers verwachten dat het eten dat elke dag op tafel komt, gezond en kwaliteitsvol is. Daarom stelde de Europese Unie regels op inzake de gezondheid van dieren en planten, een traceerbaarheidssysteem en regels inzake de levensmiddelenhygiëne. Kwaliteit is uiteraard een subjectief begrip. Wat telt is dat iedereen voedingsmiddelen kan kiezen met kennis van zaken. Hiertoe werd een Europese wetgeving in het leven geroepen betreffende de biologische landbouw en regels over kwaliteitslabels, zoals bijvoorbeeld de gecontroleerde oorsprongsbenaming. Verder ondersteunt de EU concrete schoolacties om een evenwichtige voeding te promoten.
Labels voor kwaliteitsgarantie Label biologische landbouw De biologische productie is een milieuvriendelijke manier van produceren. Met het EU-logo ‘biologische landbouw’ kunnen producenten aangeven dat hun productiesystemen voldoen aan de strenge bepalingen van de regelgeving van de EU. Vanaf juli 2010 staat dit nieuwe logo in de EU op alle biologische producten :
Van veld tot vork Als voorbeeld nemen we het traject onder de loep van een lekkere steak. In alle stappen van de productie (veevoeder, vaccins, transport, slachten, …) moeten de verschillende partijen bekend en lokaliseerbaar zijn. Een dergelijk systeem is absoluut noodzakelijk. Als er iets mis is met het vlees, moet kunnen worden achterhaald wat er mis is en waarom. Dit is een moeilijke zoektocht omdat een probleem zich kan voordoen in de verschillende schakels van de voedselketen. Wanneer het slechts om één zieke koe gaat, is het risico gelukkig beperkt, maar wat als er een probleem is met het veevoeder? Dan moet kunnen worden nagegaan van welke producent dat voeder kwam, welke loten besmet zijn, aan welke andere boerderijen besmet veevoeder is geleverd en in welke winkels het vlees van die besmette dieren verkocht wordt. Hierbij is de traceerbaarheid van elk product of ingrediënt belangrijk. Hiertoe werd een systeem van etikettering van voedingswaren in het leven geroepen. Zo kunnen de diensten bevoegd voor voedselhygiëne makkelijk de oorsprong van een product achterhalen.
Specifieke en bijzondere producten Verschillende landbouwproducten en levensmiddelen met bijzondere kenmerken worden door de EU beschermd. Het gaat om de Beschermde Oorsprongsbenaming (BOB), de Beschermde Geografische Aanduiding (BGA) en de Gegarandeerde Traditionele Specialiteit (GTS). Zo heeft België als BOB/ BGA de ‘Hervekaas’, ‘Paté uit de Gaume’, ‘Ardense boter’, ‘Ardense ham’ en de ‘Geraardsbergse mattentaart’. Daarnaast zijn er verschillende biersoorten, voornamelijk kriek, lambiek en geuze erkend als GTS.
•
BE
R SP R O N
G
•
Het controleorgaan in de EU voor de voedingssector is de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA). De EFSA verstrekt wetenschappelijk advies aan de instanties van de EU en van de lidstaten om hen te helpen doelmatige en nuttige beslissingen te treffen inzake risicobeheer. De lidstaten hebben ook voedselagentschappen. In België ziet het federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) toe op de veiligheid van de voedselketen via een controleprogramma op basis van een risicobeoordeling.
E
OO
BENAMIN GS
Een kritiek punt in de voedselketen is de hygiëne. Van de veevoederproducenten tot de keukens waar het eten wordt bereid, gelden strenge hygiënenormen. Een slechte hygiëne kan immers vrij spel geven aan ziektekiemen die op de mens kunnen overgaan wanneer hij in contact komt met besmet voedsel. Ook voedingswaren die van buiten de EU worden ingevoerd, moeten aan al deze Europese regels voldoen en worden dus aan de buitengrenzen grondig gecontroleerd.
ER SCH MD
Gezonde voeding
Een gezonde, kwaliteitsvolle en evenwichtige voeding (2)
Goed om te weten De voedselpiramide is een model dat toont wat en welke hoeveelheden je elke dag moet eten om voldoende voedingsstoffen op te nemen. In afnemende volgorde zijn dat : 1. water en drank (1,5 liter per dag) ; 2. granen en koolhydraten; 3. fruit en groenten ; 4. melkproducten, vlees en vis ; 5. vetten (met mate). Het Europese programma Melk op School geeft financiële steun aan kleuter-, basis- en secundaire scholen voor het uitdelen van melk en zuivelproducten aan de leerlingen. Alle melkproducten komen in aanmerking: melk, yoghurt, kaas, karnemelk, enz. Er is ook een Europees programma voor het uitdelen van groenten en fruit in scholen dat bedoeld is voor leerlingen van het basisonderwijs (6-12 jaar).
DEBAT IN DE KLAS • Overal dezelfde strenge normen voor voeding, een garantie voor gezonde burgers ... • Als je op de computer ‘Europa BOB BGA GTS’ intikt, wat vind je dan ? •
Leer bepaalde opschriften lezen. De code op elk ei geeft inlichtingen over het houderijsysteem van de kippen gevolgd door de code van de producent (0=biologische houderij 1= houderij met vrije uitloop 2=scharrelhouderij, 3=kooihouderij). Op de verpakking staat de minimumhoudbaarheidsdatum die overeenkomt met de 28e dag na de legdatum.
Een grote ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid
Belg en Europeaan Elke persoon die de nationaliteit heeft van een lidstaat van de Europese Unie is automatisch ook een burger van de Europese Unie. Het nationale burgerschap wordt dus niet vervangen, maar wordt verruimd. De rechten en vrijheden die Europese burgers genieten, staan in de Europese Verklaring van de Rechten van de Mens (1950) en in het Handvest van de Grondrechten (2000). Beide verklaringen bieden onder andere bescherming tegen discriminatie op basis van geslacht, ras, religie, handicap en leeftijd. Dit Europese burgerschap houdt ook in dat men het recht heeft om zich kandidaat te stellen voor de Europese Parlementsverkiezingen en voor de gemeenteraadsverkiezingen in alle lidstaten.
Grenzen, welke grenzen ? Het vrije verkeer van personen betekent concreet dat de Europese burgers zonder belemmeringen over het hele grondgebied van de Unie kunnen reizen. De daadwerkelijke opheffing van de grenzen, gesymboliseerd door het afschaffen van de paspoortcontrole, kreeg vorm door de ondertekening van het Schengenakkoord en het welbekende ‘Schengengebied’.
Welke landen behoren tot het Schengengebied ? 22 lidstaten van de EU : België, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Slovenië, Slovakije, Spanje, Tsjechische Republiek en Zweden. Het Verenigd Koninkrijk en Ierland behoren niet tot deze Schengengroep. Bulgarije en Roemenië hebben zich ertoe verbonden hun spoedige toetreding voor te bereiden. 3 niet-lidstaten van de EU : IJsland, Noorwegen en Zwitserland.
Europa, een versterkte burcht ? Zonder controle aan de binnengrenzen is het voor burgers gemakkelijker vrij te reizen in Europa, maar dat geldt helaas ook voor criminelen en terroristen. De vrijheid om binnen het EUgrondgebied te reizen mag echter niet ten koste gaan van de veiligheid van de Europese burger. De EU besloot te reageren op deze dreiging en versterkte de samenwerking in de strijd tegen terrorisme en georganiseerde misdaad binnen Europa. De aanslagen van 11 september 2001 in de VS, gevolgd door die in Madrid en Londen, hebben de Unie ertoe aangezet om de wetgeving inzake de omschrijving en de bestraffing van terroristische daden op elkaar af te stemmen. De EU wil haar burgers beschermen door een efficiënte controle aan de buitengrenzen. Daartoe behoren niet alleen de grensovergangen van de lidstaten met andere landen, maar ook de internationale luchthavens, zeehavens en bepaalde spoorwegstations. Zo wordt niet alleen de criminaliteit een halt toegeroepen, maar wordt tevens de illegale immigratie bestreden. Het is echter niet de bedoeling om van Europa een versterkte burcht te maken. Dat zou immers de grensoverschrijdende handel en samenwerking ernstig bemoeilijken. Om relaties met landen van buiten de Unie te stroomlijnen op het stuk van migratie, werken alle lidstaten samen. Ze creëerden een gemeenschappelijke regelgeving inzake visumafgifte, asiel
© Europese Unie, 2011
Een prioriteit van de Europese Unie is één ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid te garanderen. De bevoegdheid van politiediensten en rechtbanken is vaak beperkt tot het nationale grondgebied, terwijl misdaad en terrorisme niet bij de landsgrenzen ophouden. Bijgevolg heeft de Europese Unie maatregelen getroffen om dit probleem doeltreffend te bestrijden op haar grondgebied, met name bescherming van de grondrechten van de mens, het stimuleren van de initiatieven inzake Europees burgerschap, het ontwikkelen van een Europees gemeenschappelijk asielbeleid en van een gerechtelijke samenwerking in burgerlijke zaken, migratiebeleid, een versterkte strijd tegen het terrorisme, het bevorderen van een samenhangend beleid op het gebied van strafrecht.
Een grote ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid (2) en migratie. Dit houdt in dat de lidstaten dezelfde criteria toepassen om de toegang tot hun grondgebied te regelen. Wanneer buitenlandse burgers een visum voor het Schengengebied aanvragen, hanteren de Europese ambassades dezelfde procedures.
Meer samenwerking … Om de veiligheid van de burgers te garanderen, kwam er een verregaande samenwerking tussen de verschillende nationale politiediensten en justitiële autoriteiten. Het Europese aanhoudingsbevel zorgt ervoor dat de Belgische politie een aanhoudingsbevel kan uitvaardigen dat ten uitvoer kan worden gelegd in elk ander EU-land. Verdachten of veroordeelden van zware misdrijven die naar het buitenland zijn gevlucht, kunnen niet meer schuilen achter langdurige uitzettingsprocedures, maar kunnen nu snel teruggebracht worden naar het land waar ze worden gezocht. Behalve dit aanhoudingsbevel zijn er ook twee diensten die over de grenzen heen de misdaad bestrijden : Europol en Eurojust. Europol is een politiecoördinatiecentrum voor het verzamelen, analyseren en delen van informatie op Europese schaal. Eurojust bestaat uit een procureur, een magistraat en een politieofficier uit elke lidstaat, die samenwerken om ernstige grensoverschrijdende criminaliteit aan te pakken. De nauwere samenwerking geldt ook voor burgerlijke zaken, om de verschillende rechtssystemen van de lidstaten beter op elkaar af te stemmen. De Europese burger moet zich even gemakkelijk tot de rechtbanken en autoriteiten van andere lidstaten kunnen wenden als in zijn eigen land. De vonnissen en beslissingen moeten nageleefd en uitgevoerd worden in de hele Unie. Er bestaan trouwens overeenkomsten die voorzien in de erkenning en uitvoering van de uitspraken van nationale rechtbanken in andere lidstaten, bijvoorbeeld in het geval van echtscheidingen en het hoederecht over kinderen.
Goed om te weten Het Europees Waarnemingscentrum voor Drugs en Drugsverslaving is een speciaal agentschap van de EU dat de talrijke drugsproblemen behandelt. Zijn voornaamste taak bestaat erin alle gegevens van de lidstaten overzichtelijk te verzamelen, om de omvang van het druggebruik in Europa te kunnen evalueren. De Europese Unie ontwikkelt een aantal wettelijke maatregelen om actief de strijd aan te gaan tegen computercriminaliteit: hacken, verspreiding van computervirussen, kinderpornografie, schendingen van de intellectuele eigendom …
DEBAT IN DE KLAS Biedt een veilig Europa alleen voordelen ?
Tot zover de vele middelen om van de Europese Unie een ruimte te maken waarin alle burgers in vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid kunnen reizen, wonen en werken.
© Europese Unie, 2011
Een economische grootmacht Vijftig jaar na de ondertekening van het Verdrag van Rome tot oprichting van de Economische Europese Gemeenschap in 1957, vormen de verschillende nationale economieën van toen de op één na grootste economie ter wereld. Drie mijlpalen hebben geleidelijk de Europese economie eengemaakt: de douane-unie, de interne markt en de economische en monetaire unie.
Handel in de lift De douane-unie werd in 1968 voltooid. Dit betekent concreet dat:
• bedrijven geen douanerechten meer betalen; • in elke lidstaat dezelfde voorwaarden gelden voor invoer uit de rest van de wereld; • import- en exportquota tussen de lidstaten zelf niet meer bestaan door het wegvallen van de grenzen.
De impact was enorm: in 1970 was de handel verzesvoudigd in vergelijking met 1958. Maar toch was nog niet alles rozengeur en maneschijn: de douaneposten controleerden nog steeds vrachttransporten aan de grens, met tijd- en geldverlies tot gevolg. In alle lidstaten waren verschillende wetten van kracht die de handel niet vereenvoudigden.
Meer mogelijkheden om te consumeren, te bewegen en te werken De lidstaten maakten opnieuw een grote sprong voorwaarts door de Europese Akte (1986) goed te keuren, die het pad effende voor een grote eengemaakte interne markt : opheffing van de grenzen en invoering van het vrije verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen. De interne markt maakte het voor bedrijven mogelijk om in heel de Unie te werken. De belemmeringen voor het kapitaalverkeer werden geleidelijk weggewerkt. Financiële instellingen konden zich gemakkelijker elders in de EU vestigen om er hun diensten aan te bieden: verzekeringen, spaarproducten en
bankdiensten. De interne markt is eveneens gebaseerd op concurrentieregels die tot doel hebben kartelmonopolies of misbruik door dominante posities te voorkomen. Zo kan de consument genieten van een ruimer aanbod aan producten. Als één bedrijf een monopolie heeft, is dit voordeel niet gewaarborgd.
Een première in de monetaire wereldgeschiedenis Het Verdrag betreffende de Europese Unie (of Verdrag van Maastricht) van 1992 bereidt een economische en monetaire unie voor die gebaseerd is op de eenheidsmunt. Om te kunnen toetreden tot de economische en monetaire unie (EMU) moeten de landen voldoen aan vijf criteria die verband houden met de inflatie, de langetermijnrente, de wisselkoers, het begrotingstekort en de overheidsschuld. Door de Maastrichtnorm te behalen konden in 1999 België, Duitsland, Finland, Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal en Spanje samen één gemeenschappelijk monetair beleid lanceren met de euro als gemeenschappelijke munt. De eurozone van elf landen werd vervolgens uitgebreid: in 2001 met Griekenland, in 2007 met Slovenië, in 2008 met Cyprus en Malta, in 2009 met Slovakije en in 2011 met Estland. Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Zweden besloten niet meteen tot de eurozone toe te treden. In 1999 werkte de zakenwereld alleen met een virtuele eenheidsmunt. De man in de straat betaalde nog steeds in frank, lire of gulden. Vanaf 1 januari 2002 kregen we acht verschillende euromunten en zeven verschillende eurobankbiljetten in onze portefeuille. De munt draagt aan de nationale zijde steeds een symbool van het land waar ze geslagen is. Voor België is dit koning Albert II. Alleen de munten van twee euro mogen als gedenkmunt worden gebruikt. De afbeelding op de Europese zijde - dezelfde voor alle landen - is een ontwerp van de Belg Luc Luyckx en symboliseert de eenheid van de Europese Unie. Vanaf dan kunnen de burgers in 17 Europese landen reizen zonder geld te moeten wisselen. Een première in de monetaire wereldgeschiedenis !
© Europese Unie, 2011
Een economische grootmacht (2) Europese banken Om de nieuwe eenheidsmunt in te voeren en te beheren werd in 1998 de Europese Centrale Bank in het leven geroepen. De ECB is verantwoordelijk voor het monetaire beleid van de eurozone en ziet toe op de stabiliteit van de prijzen, volgens het principe van een openmarkteconomie. Een andere taak van de ECB is de goede werking van de betalingssystemen te garanderen. In 1958 werd door het Verdrag van Rome de Europese Investeringsbank opgericht met de bedoeling investeringen op Europese schaal te financieren, o.a. op het gebied van transport en telecommunicatie. Ze investeert ook in milieubescherming en in de versterking van de internationale concurrentiekracht van de industrie en van de kleine en middelgrote ondernemingen. Buiten de Unie draagt de Investeringsbank bij tot het realiseren van de Europese ontwikkelingssamenwerking in de derdewereldlanden.
Goed om te weten In tegenstelling tot de euromunten dragen de eurobiljetten geen nationaal symbool. Eerlijke handel (beter bekend als fair trade) is een andere manier om handel te drijven en aldus de ongelijkheid te verkleinen en iedereen zijn plaats in de internationale handel te geven. De prijzen die de eerlijke handel hanteert zouden iedereen een aanvaardbare levensstandaard moeten garanderen.
Samen sterker op de wereldmarkt De Europese Unie vertegenwoordigt minder dan een tiende van de wereldbevolking. De Europese economie moet sterk en dynamisch zijn om een rol van betekenis te blijven spelen naast de nieuwe economische grootmachten zoals China en India. Individuele lidstaten, zelfs de sterkste, hebben op wereldvlak weinig gewicht. Samen kunnen ze echter een rol van formaat blijven spelen. De lidstaten worden door de Europese Commissie vertegenwoordigd binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO).
DEBAT IN DE KLAS Welke zijn de voordelen en de nadelen van de globalisering?
© Europese Unie, 2011
Genieten, studeren en aan wetenschappelijk onderzoek doen in Europa De lidstaten van de Unie hebben elk hun tradities, historisch erfgoed, taal, kortom, hun cultuur. Ondanks alle verschillen delen de landen toch een gemeenschappelijk cultureel erfgoed. Dit is de verdedigers van de Europese integratie niet ontgaan. Het Verdrag van Maastricht van 1992 erkent officieel een ‘Europese cultuur’, met alle eerbied voor de culturele verscheidenheid van elk land en elke regio. ‘Een steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa’ zoals vermeld in het Verdrag, is een nieuwe dimensie, naast de economische, politieke en commerciële eenmaking, die van start ging met de oprichting van de Europese Gemeenschappen in de jaren ’50.
Cultuur met een grote C Vanwaar die plotse aandacht voor cultuur? De culturele sector is een enorme industrie op zich. Het gaat hier over film, radio en televisie, literatuur, muziek en plastische kunsten. Met andere woorden: een belangrijke bron van inkomsten en werkgelegenheid. Op het gebied van onderwijs bevordert Europa de mobiliteit over de landsgrenzen heen om de studenten warm te maken voor andere talen en culturen.
Bruisende steden en hoofdsteden Één van de bekendste en meest succesvolle programma’s is dat van ‘Culturele Hoofdstad van Europa’. Dit initiatief werd gelanceerd door Melina Mercouri, voormalig Grieks minister van Cultuur. Het doel is de gemeenschappelijke culturele stromingen in de verf te zetten en ervoor te zorgen dat de burgers van de Unie elkaar beter leren kennen. Elke geselecteerde stad organiseert allerhande evenementen van Europees formaat, zoals tentoonstellingen, concerten, theatervoorstellingen, en pakt uit met zijn historische en moderne bezienswaardigheden. In 1985 werd Athene tot eerste Culturele Hoofdstad van Europa verkozen. Sindsdien wordt jaarlijks een stad of hoofdstad (of
meerdere) uitgeroepen tot culturele hoofdstad. Het programma kent een enorm succes en heeft een langetermijneffect op de ontwikkeling van cultuur en toerisme in de gekozen steden.
Een geslaagde toren van babel Europa heeft niet één taal uitgekozen als voertaal van de Unie. De taaldiversiteit is één van de fundamenten van de Europese Unie, die momenteel 23 verschillende officiële talen erkent. Ook de regionale en minderheidstalen worden erkend, zoals het Catalaans, het Bretoens … De Unie wil haar burgers ook aanmoedigen om naast hun moedertaal twee andere talen te leren. Een Europees commissaris heeft overigens de bevordering van de meertaligheid in zijn takenpakket gekregen. De initiatieven voor de bevordering van de meertaligheid zijn talrijk. Tijdens het ‘Europees Jaar van de Talen’ in 2001, werden een aantal steden tot ‘Toren van Babel’ uitgeroepen. Het idee was huizen, cafés en scholen open te stellen voor meertalige conversaties. In België organiseerde de stad Bergen een taalfestival waar iedereen welkom was.
Studeren in een ander land Een tweede belangrijke factor van de Europese verscheidenheid is de uitwisseling van studenten van verschillende lidstaten. Deze uitwisseling zorgt er niet alleen voor dat studenten in contact komen met een andere cultuur, maar ook dat ze hun kennis van een andere taal verbeteren. Duizenden jongeren, studenten, leerkrachten en docenten beleven een onvergetelijke ervaring in een ander land, dankzij de vele opleidings- en vormingsprogramma’s die de Unie rijk is. Erasmus is het oudste en ongetwijfeld het bekendste grensoverschrijdende opleidingsprogramma dat gefinancierd wordt door de Unie. Elk jaar verstrekt het beurzen aan studenten en leerkrachten, die zo aan universiteiten van andere lidstaten kunnen gaan studeren of lesgeven.
© Europese Unie, 2011
Genieten, studeren en aan wetenschappelijk onderzoek doen in Europa (2) Deze uitwisselingsprogramma’s versterken de doelstelling die Europa in 2000 vastlegde : de meest dynamische en competitieve kenniseconomie ter wereld uitbouwen. Om deze doelstelling te bereiken, trekt Europa middelen uit om het volgen van gespecialiseerde opleidingen in een ander land te vergemakkelijken. Verschillende programma’s willen op die manier de samenwerking tussen hogescholen en universiteiten van de verschillende lidstaten vereenvoudigen, met een erkenning en gelijkschakeling van diploma’s.
De Space Odyssee De EU stimuleert naast onderwijs ook het wetenschappelijk onderzoek, want nieuwe uitvindingen maken de kenniseconomie sterker. Één van die wetenschappelijke en technische projecten waaraan de Unie deelneemt is het Europees Ruimteagentschap (ESA). De Arianeraket lanceert ongeveer de helft van alle satellieten ter wereld. Een ander voorbeeld is het Galileoprogramma, het toekomstige navigatiesysteem via onafhankelijke satelliet. Binnen enkele jaren zullen 30 satellieten informatie leveren die een directe weerslag zal hebben op het dagelijkse leven: gps, beheer van de luchtvaart, weg-, rail- en watervervoer, humanitaire hulp… Op het gebied van
de Europese luchtvaart is Airbus op 30 jaar tijd de grootste vliegtuigbouwer van burgervliegtuigen ter wereld geworden. De rol van het Europese wetenschappelijk onderzoek wordt ook groter in de sector van de mobiele telefonie en de digitale revolutie. Deze technische vooruitgang verbetert rechtstreeks het dagelijkse leven op het vlak van telewerken, elektronische handel en administratie, afstandsonderwijs en -opleiding, … De ontwikkeling van de nanotechnologie (bewerkingen van het oneindig kleine) leidt reeds naar concrete toepassingen: nieuwe computerschermen, huidcrèmes, kunstmatige hartkleppen … Dankzij de nanotechnologie worden bepaalde ziektes beter behandeld, wordt degelijke kleding gemaakt die minder snel vuil wordt en wordt de bekleding van vliegtuigen en ruimtevaartuigen verbeterd. Alle onderzoeken en ontdekkingen die door de Europese Unie worden gestimuleerd, zorgen er dus voor dat het dagelijkse leven in Europa en in de rest van de wereld verbetert!
Meer inlichtingen Europees cultuurprogramma : http://ec.europa.eu/culture/index_en.htm Europese portaalsite voor talen : http://europa.eu/languages/nl/home Onderwijs- en opleidingsprogramma’s : http://europa.eu/youth/studying/index_eu_nl.html Europese onderzoeksprogramma’s : http://ec.europa.eu/research
Goed om te weten Sedert 7 april 2006 drukt Europa ook zijn stempel op het internet, dankzij de nieuwe domeinnaam ‘.eu’, die het bekende rijtje van ‘.com’ en ‘.be’ aanvult. Meer dan één miljoen internetsites hebben reeds gekozen voor de domeinnaam ‘.eu’, en hun aantal blijft stijgen! © Europese Unie, 2011
Antwerpen was Culturele Hoofdstad van Europa in 1993, Brussel in 2000 en Brugge in 2002. Bergen wordt Culturele Hoofdstad voor Europa in 2015. Gezien het enorme succes werd het programma ‘Culturele Hoofdstad van Europa’ verlengd met 15 jaar. Om de uitwisselingen binnen Europa aantrekkelijker te maken voor de studenten, werd het Bolognadecreet uitgevaardigd, dat de verschillende opleidingen in de Unie harmoniseert en de afgelopen jaren de hogescholen en universiteiten in Europa grondig heeft gereorganiseerd en geüniformeerd.
Europa laat zijn stem horen op het wereldtoneel Europa heeft op het wereldtoneel een plaats als een economische grootmacht verworven. Het heeft een uitgebreid netwerk uitgebouwd met landen uit de hele wereld. Zijn stem weerklinkt echter minder sterk als het over de internationale politiek gaat. Met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009, en dus de aanstelling van een permanente voorzitter van de Europese Raad en van een hoge vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid, zal de Europese Unie voortaan vermoedelijk meer gewicht in de schaal kunnen leggen op internationaal niveau. Nog nooit was Europa zo welvarend, veilig en vrij als vandaag. Na het geweld van twee wereldoorlogen kennen we nu de langste periode van vrede en stabiliteit in de Europese geschiedenis. De Unie bewijst dat democratische landen met succes hun economische en politieke middelen hebben kunnen verenigen. Deze Europese visie vormt een belangrijk beginpunt om een internationale politiek uit te stippelen.
Beter overleg over buitenlandse aangelegeheden Het Europese buitenlandse beleid gaat terug tot de ‘Samenwerking Buitenlands Beleid’. De Belgische diplomaat Etienne Davignon lanceerde in de jaren ’70 het idee van een informele vergadering tussen ministers en diplomaten over buitenlands beleid. Het Verdrag van Maastricht (1992) en het Verdrag van Amsterdam (1997) leidden uiteindelijk tot de oprichting van een echt Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB), dat de lidstaten in staat stelt samen standpunten in te nemen, acties goed te keuren en met één stem te spreken, via de hoge vertegenwoordiger voor het GBVB, een functie die van 1999 tot 2009 werd waargenomen door de Spanjaard Xavier Solana. Zijn aanstelling was een belangrijke beslissing: hierdoor werd het buitenlands beleid van de Unie doeltreffender en kreeg het meer zichtbaarheid. Het Verdrag van Lissabon betekent opnieuw een duidelijke verbetering op het stuk van
de coherentie en de eenheid van het buitenlands beleid en het externe optreden van de Unie. De hoge vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid is namelijk ook de vicevoorzitter van de Commissie die belast is met de externe betrekkingen en de coördinatie van de andere aspecten van het externe optreden van de EU (vroeger portefeuille van commissaris Ferrero-Waldner). Dit mandaat van 5 jaar wordt waargenomen door de Britse Catherine Ashton. De vaste voorzitter van de Europese Raad, Herman Van Rompuy, is dan weer belast met het GBVB op zijn niveau (met name de Top van staatshoofden en regeringsleiders). De Commissie van haar kant is belast met de andere aspecten van de externe betrekkingen van de EU. Het Verdrag van Lissabon bepaalt ook dat een Europese diplomatieke dienst (Europese dienst voor extern optreden) wordt opgericht. Deze dienst is samengesteld uit functionarissen van de Commissie, het secretariaat van de Raad en de diplomatieke diensten van de lidstaten en steunt de hoge vertegenwoordiger als voorzitter van de Raad Buitenlandse Zaken, in zijn hoedanigheid van vicevoorzitter van de Commissie en bij de uitvoering en de coördinatie van het buitenlands beleid van de Unie. De dienst zal ook steun verlenen aan de voorzitter van de Commissie, de Commissie en de vaste voorzitter van de Europese Raad.
Een instrument voor het voorkomen of oplossen van internationale conflicten In 1999 werd een gemeenschappelijk instrument voor crisisbeheer van het GBVB in het leven geroepen: het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid (EVDB), een nieuw operationeel luik van het GBVB dat een gemeenschappelijke defensie mogelijk maakt. Het Verdrag van Nice (2000) biedt aan de Unie officieel de mogelijkheid om buiten haar grondgebied vredesoperaties uit te voeren. Na tien jaar kan een positieve balans worden opgemaakt van de ervaringen op het gebied van het EVDB (dat met het Verdrag van Lissabon werd omge-
Goed om te weten? De wereldgemeenschap wil tegen 2015 de armoede met de helft terugdringen. Ngo’s zijn vaak de belangrijkste partij in gebieden die getroffen worden door burgeroorlog en waar de agentschappen van de Verenigde Naties of het Rode Kruis niet meer welkom zijn.
© Europese Unie, 2011
•
Europa laat zijn stem horen op het wereldtoneel (2)
doopt tot GVDB), Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid. De EU voert een toenemend aantal operaties uit, diversifieert de missies en vermogens, voert de operaties met meer vermogensontwikkeling uit en binnen een groter geografisch gebied. Sinds de eerste civiele EVDB-missie in 2003 in Bosnië-Herzegovina volgden er 19 civiele, politie- of militaire operaties in verschillende delen van de wereld: de Westelijke Balkan (Bosnië-Herzegovina, Kosovo), het Midden-Oosten (Palestijnse Gebieden, Irak), Azië (Afghanistan, Indonesië) en Afrika (DR Congo, Guinee-Bissau, Atalanta-missie in Somalië). In een tijdperk van mondialisering zijn bedreigingen uit verafgelegen gebieden even zorgwekkend als bedreigingen die van dichtbij komen. De nucleaire activiteiten in Noord-Korea en Iran, alsook de verspreiding van wapens in Azië en het Midden-Oosten zijn ook redenen tot ongerustheid voor Europa. Terroristen en misdadigers zijn nu in staat in de hele wereld toe te slaan. Dit Europees Veiligheids- en Defensiebeleid moet leiden tot het voeren van een echte Europese defensie, met de oprichting van een operationeel leger – samengesteld uit de verschillende nationale troepenmachten –, de aanstelling van een gemeenschappelijke politie en het sluiten van akkoorden betreffende het in de legers van de lidstaten gebruikte materiaal. Als de Franse militaire radioapparatuur niet compatibel is met die van de Duitsers, is het moeilijk samenwerken tussen de troepenmachten van de Unie. Op het gebied van de militaire samenwerking werden reeds belangrijke stappen gezet. Zo heeft men Europese ‘Battle Groups’ en het Europees Agentschap voor Defensie opgericht. België heeft hierin overigens een pioniersrol gespeeld. Onze Belgische matrozen oefenen reeds jaren op Nederlandse onderzeeërs … nog vóór de oprichting van een Europese defensie.
Meer humanitaire acties Overal in de wereld ontstaan steeds meer crisishaarden als gevolg van conflicten of natuurrampen. Tegen deze achtergrond stelt de Europese Unie zich tot doel zo snel mogelijk hulp te bieden aan de bevolking in nood. Ze is aanwezig in crisisgebieden als Irak, Afghanistan, verschillende regio’s in Afrika, enz. en ook in gebieden waar de situatie na een conflict onstabiel blijft. ECHO, het bureau voor humanitaire hulp van de Europese Unie, biedt eerstehulpmateriaal en specifieke hulp aan de slachtoffers. ECHO heeft eerst en vooral tot doel mensen te redden en in leven te houden door de levering van tenten, dekens, voedingsmiddelen, geneesmiddelen, medisch materiaal, waterzuiveringsinstallaties en via de financiering van medische teams, deskundigen en ontmijningsploegen, enz. ECHO werkt samen met niet-gouvernementele organisaties (ngo’s), gespecialiseerde agentschappen van de VN en het internationale Rode Kruis.
Ontwikkelingssamenwerking voor de armste landen De Europese Unie en haar lidstaten stellen de helft van de internationale ontwikkelingshulp ter beschikking. De belangrijkste doelstelling van het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie is de uitroeiing van de armoede. Hiertoe voert ze bilaterale en regionale overeenkomsten uit alsook specifieke programma’s. De acht millenniumdoelstellingen (MDG) vormen de kern van het Europese ontwikkelingsbeleid. Ze werden in 2000 goedgekeurd en het is de bedoeling tegen 2015 de extreme armoede terug te dringen, aids te bestrijden en basisonderwijs voor alle kinderen te waarborgen. De grondslag voor het Europese ontwikkelingsbeleid werd gelegd met de ondertekening van het Verdrag van Rome in 1957. Eerst was het gericht op de overzeese landen en gebieden van de toenmalige lidstaten. Met de latere uitbreidingen van de Unie werd de samenwerking geleidelijk aan uitgebreid tot de ACS-landen, dat zijn de - voor het merendeel - arme landen in Afrika, de Caraïben en de Stille Oceaan. De samenwerking stond model voor de wijze waarop de rijke landen hun markt kunnen openstellen voor de arme landen via bijzondere handelsbetrekkingen. Het doel was duidelijk: deze landen alle kansen bieden om hun uitvoer te vergroten om ze uiteindelijk sterker bij de wereldeconomie te betrekken. Met dit doel voor ogen tracht Europa handelsovereenkomsten met deze landen te sluiten en dergelijke overeenkomsten tussen de landen zelf aan te moedigen. Hierbij worden niet enkel economische en sociale doelstellingen nagestreefd, maar ook een politiek doel. Europa wil de democratie en de rechtsstaat versterken en de mensenrechten en de fundamentele vrijheden doen naleven. Dit soort economisch partnerschap werd ook uitgebreid tot Latijns-Amerika en Azië. De laatste jaren werd weliswaar een spectaculaire vooruitgang geboekt op het gebied van het buitenlands beleid van de Europese Unie, maar toch moet er nog een lange weg worden afgelegd. Elke lange weg begint echter met een eerste stap … en de Unie heeft al veel stappen gezet!
© Europese Unie, 2011