Knooppunten Over de community in het herstelrecht
Masterscriptie Universiteit voor Humanistiek Utrecht, december 2008
Auteur :
Diënne Hoofs LLM
Begeleider: drs. Jan Hein Mooren, universitair docent Meelezer:
dr. Laurens Ten Kate, universitair docent
Abstract Restorative justice is about bringing the victim and the offender of a crime together afterwards to restore the people involved and their relationships. The community is an important entity in restorative justice, it is seen as the third pillar after the victim and the offender. The community supports both victim and offender during the process and plays a role in the ‘reintegrative shaming’ of the offender. The community is, as a secondary victim, also a stakeholder in the process and restorative justice is seen as an instrument that can empower communities. In the Dutch and Flemish restorative justice however the community hardly seems to play a role. This is due to several cultural differences. Restorative justice has its roots in the common law system, which is used in the United Kingdom, most of its former colonies and the United States. The Netherlands and Belgium, as most of the European Countries, operate under the civil law system. Is the community a well known entity in the common law system and the cultures of the countries in which it operates, within the civil law system the community is an alien construct. Another important difference is the influence of laymen within these two justice systems. In common law systems laymen can be found on all levels of the justice field. Most civil law countries, however, do not have this tradition and cherish the professional character of their justice system. It is therefore no surprise that the community hardly plays a visible role in the Dutch and Flemish Restorative Justice. This does not pose a big threat to the possibilities of restorative justice in these two countries. On the contrary, a close look at the restorative justice practice in countries like the United States, Canada and New Zealand makes us conclude that, regardless of the promises of the restorative justice theory, the community in its geographical terms only plays a minimal role in the everyday exercise of restorative justice. The term community encompasses different entities like the geographical community, the community of interest and the micro-community of family and friends. Within restorative justice it is no so much the traditional entity of the geographical community that plays a dominant role. The majority of restorative justice initiatives are in reality about the micro communities of both the victim and offender. The only way through which the geographical community is represented during a restorative justice meeting is by ways of the coordinator, who is an unpaid community member The Dutch and Flemish restorative justice works with professionals so there is no active role for the geographical community. The emphasis lies with the micro communities, which are best suited to support the offender and the victim and to generate the ‘reintegrative shaming’. The geographical community should not be seen as a stakeholder in the process as it once again takes the conflict away from the primary stakeholders; the victim and the offender. The empowering effects of the restorative approach on the geographical community have not been scientifically proven and the conclusion must be drawn that these effects primarily take place at the level of the micro-community. The interests of the geographical community are best looked after through community justice initiatives. Within restorative justice it is the micro-community that plays an essential role, the Dutch and Flemish practices are no exception to this. They label the micro-community differently but the principles and the outcomes are similar.
Voorwoord Het zijn de communities, de mensen waarmee we verbonden zijn, die onze bloei en groei mogelijk maken en ons laten verworden tot wie we zijn. Ik ben mijn eigen communities diep dankbaar voor alles wat mij aangereikt wordt; een helpende hand, een luisterend oor, een kritische blik. Bepaalde leden van deze communities verdienen toespraken, trofeeën en een eigen standbeeld. Helaas heb ik als arme student enkel woorden van lof tot mijn beschikking, woorden die nooit de omvang van mijn dank kunnen dekken maar desondanks een poging tot doen. Allereerst gaat mijn dank uit naar de community van de Universiteit voor Humanistiek. Het is deze community die mij zowel theoretisch als praktisch gevormd heeft. Het klinkt misschien vooringenomen maar ik ben trots op het resultaat. In het bijzonder ben ik Jan Hein en Laurens dankbaar voor alle kennis, reflectie, inspiratie en motivatie die ik tijdens het schrijven van deze scriptie heb mogen ontvangen. De herstelrechtelijke community heeft mij versteld doen staan van haar enthousiasme en bereidheidwilligheid. Internationale herstelrechtdenkers als Paul McCold en Kay Pranis namen de tijd om uitvoerige reacties te schrijven op mijn vragen. Dankzij John Blad, Inge Vanfraechem en Isabelle Declerck heb ik antwoord kunnen krijgen op diverse vragen met betrekking tot het Nederlandstalige herstelrecht. Isabelle en Inge hebben zelfs nog scripties opgegraven en artikelen ingescand voor mij, dankjewel! Ook vanuit de praktijk van het herstelrecht hebben diverse mensen een enorme bijdrage weten te leveren door mij te verhalen over hun ervaringen. Rob Pagee van de Eigen Kracht Centrale, Merel Leliveld van Slachtoffer in Beeld, Kris Mullens van BAL Leuven, Erben Carsten van Alberta Community Restorative Justice, Mark Prenovitz van Resolution Northwest, Cherie Wagar van Chilliwack Restorative Justice en Islay Smith van het Restorative Justice Centre Aotearoa hebben allen een steentje bijgedragen aan deze scriptie, waar ik zeer dankbaar voor ben. En dan is er natuurlijk nog mijn eigen micro-community waar de nodige mensen van onschatbare waarde zijn geweest. Mocht God bestaan dan zou ik hem op mijn knieën danken voor Marjolein en Marlou, de meest fantastische collegae ooit. Zij hebben woord voor woord deze scriptie gecorrigeerd. Niet enkel ben ik hun dankbaar voor het uitvoeren van deze rotklus, ik ben ook blij dat hiermee mijn lezerspubliek direct verdubbeld is. Mara en Wies hebben regelmatig de keuken overgenomen zodat ik met mijn neus in de boeken kon blijven en dankzij de portiers van de Universiteitsbibliotheek was ik voorzien van luchtige praatjes en hete bamisoepjes. En tenslotte is er dan natuurlijk Thomas, die nooit te beroerd was om zijn visie met mij te delen en de mijne geduldig aan te horen. Dankjewel allemaal!
Inhoudsopgave ABSTRACT
2
VOORWOORD
3
INLEIDING
6
H1.
HERSTELRECHT, DE MORALITEIT TERUG IN HET STRAFRECHT
INLEIDING WAT IS HERSTELRECHT? MORALITEIT EN DE ANDER DE INSPIRATIEBRONNEN VAN HET HERSTELRECHT CONFLICTEN ALS EIGENDOM HERSTELRECHT ALS OORSPRONKELIJK RECHT HERSTELRECHT UIT INHEEMSE BRON VERSCHILLENDE VISIES DE TOEKOMST VAN HET HERSTELRECHT VORMEN VAN HERSTELRECHT VICTIM OFFENDER MEETING FAMILY GROUP CONFERENCE CIRKEL METHODE HERSTELRECHT IN NEDERLAND HERSTELRECHT IN BELGIË CONCLUSIE H2.
DE COMMUNITY, OVER WOLFSKINDEREN, DOMINA’S EN BENDELEDEN
9 9 10 13 14 15 16 16 17 18 19 19 20 21 22 24 25
26
INLEIDING DE OORSPRONG VAN DE TERM COMMUNITY POSITIEVE ASPECTEN VAN DE COMMUNITY DE COMMUNITY, ESSENTIEEL VOOR VOLWAARDIG MENS-ZIJN DE COMMUNITY, ESSENTIEEL VOOR DE MENSHEID ALS GROTER GEHEEL DE COMMUNITY EN UITBLINKENDE ZAKEN NUANCERING VAN DE NOSTALGISCHE COMMUNITY INDIVIDU VS. COMMUNITY IN- VS. UITSLUITEN GOED VS. KWAAD DE VEELZIJDIGHEID VAN COMMUNITIES CONCLUSIE
26 26 30 30 31 32 33 34 36 38 39 42
H3.
43
COMMUNITY BINNEN HET JURIDISCHE DISCOURS
INLEIDING DE GEOGRAFISCHE COMMUNITY ALS PRIMAIRE FOCUS
43 43
DE COMMUNITY OP ZIJN ENGELS DE COMMUNITY OP ZIJN CONTINENTAALS COMMON EN CIVIL LAW CONCLUSIE H4.
CONCEPTEN VAN COMMUNITY IN DE THEORIE VAN HET HERSTELRECHT
44 45 47 48
50
INLEIDING CONCEPTEN VAN COMMUNITY WELKE FUNCTIES HEEFT DE COMMUNITY BINNEN HET HERSTELRECHT? DE COMMUNITY ALS KRING VAN NAASTEN DE COMMUNITY ALS MOREEL KOMPAS DE COMMUNITY ALS SLACHTOFFER DE COMMUNITY ALS OVERWINNAAR ENKELE KANTTEKENINGEN CONCLUSIE
50 51 54 54 55 56 57 58 60
H5.
61
DE COMMUNITY IN DE PRAKTIJK VAN HET HERSTELRECHT
INLEIDING DE COMMUNITY IN HET ANGELSAKSISCHE HERSTELRECHT MET JAN VAN DE BUURTVERENIGING OM DE TAFEL INZOOMEN OP SLACHTOFFER EN DADER KIJKEN NAAR HET GROTE GEHEEL HOEKSTEEN VAN DE SAMENLEVING DE COMMUNITY IN HET NEDERLANDSE HERSTELRECHT DE COMMUNITY IN HET VLAAMSE HERSTELRECHT CONCLUSIE
61 61 62 63 64 64 66 68 70
H6.
72
DE HERSTELRECHTELIJKE COMMUNITY UITEENGERAFELD
INLEIDING DE THEORIE VS. DE PRAKTIJK DE NADRUK LIGT OP DE MICRO-COMMUNITY DAADWERKELIJK SLACHTOFFERSCHAP? HET SLACHTOFFER IS HET SLACHTOFFER COMMUNITY METHODES, GERICHT OP HERSTEL OF DE COMMUNITY? IS VERSTERKING VAN DE COMMUNITY MOGELIJK? DE COMMUNITY VAN HET HERSTELRECHT IN DE LAGE LANDEN CONCLUSIE
72 72 73 74 76 77 79 80 84
CONCLUSIE
87
LITERATUURLIJST
90
Inleiding Het herstelrecht is een onbekende en vernieuwende vorm van strafrechtelijke afdoening. Binnen het herstelrecht staat niet het strafrechtelijke proces maar de gehele groep van getroffenen centraal; dader, slachtoffer en de community waar ze deel van uitmaken. De afdoening van een delict is niet puur een zaak tussen de dader en de staat, integendeel. Binnen het herstelrecht wordt een delict gezien als een schending van inter-persoonlijke relaties. Herstelrecht richt zich dan ook op hen die het meest door deze schending getroffen zijn en zoekt naar wijzen om de geleden schade te kunnen herstellen of goed te maken. Hierbij richt herstelrecht zich zowel op slachtoffers als op daders en de community. De rol van deze laatstgenoemde factor, die van de community, is het onderwerp van deze scriptie. In Angelsaksische landen speelt de community een belangrijke rol in het herstelrecht, in het Nederlandse en Vlaamse herstelrecht lijkt de community echter nauwelijks aanwezig.1 Hoe komt dit en welke gevolgen heeft dit voor het Nederlandstalige herstelrecht? De centrale vraag van deze scriptie luidt dan ook als volgt:
Wat is de rol van de gemeenschap in het Nederlandstalige herstelrecht, in hoeverre verschilt deze van de rol die de gemeenschap heeft in het dominante Angelsaksische herstelrecht, hoe kunnen deze verschillen verklaard worden en welke consequenties hebben deze verschillen voor de uitvoering van het herstelrecht in Nederlandstalige initiatieven?
Ter beantwoording van deze vraag zal in het eerste hoofdstuk allereerst nader worden ingegaan op het herstelrecht. Waar komt het vandaan, wat zijn de kenmerken van de herstelrechtelijke aanpak en welke verschijningsvormen kent het?
1
In het vervolg wordt de term Nederlandstalig gehanteerd in plaats van de benaming ‘Nederlandse en Vlaamse’
Vervolgens zal de factor van de community nader onder de loep genomen worden. Wat is een community precies, waarom is deze factor essentieel en welke valkuilen herbergt het? In deze scriptie wordt niet de Nederlandse term gemeenschap gehanteerd maar wordt er vastgehouden aan het Engelse begrip community. De Engelse term community dekt de lading beter dan het woord gemeenschap. De redenen hiervoor worden ook in dit hoofdstuk behandeld.2
In het derde hoofdstuk komt de rol van de community binnen het juridische discours aan bod. De wijze waarop de community van oudsher vanuit het juridische discours wordt bezien en betrokken bij haar activiteiten, is onderwerp van dit hoofdstuk. Het vierde hoofdstuk richt zich vervolgens op de community binnen het herstelrechtelijke discours. De theoretische rol die de community binnen het herstelrecht speelt wordt in dit hoofdstuk uiteengerafeld en kritisch bekeken. Vervolgens gaat het vijfde hoofdstuk in op de praktijk van het herstelrecht en de rol van de community hierin. Welke rol speelt de community tijdens herstelrechtbijeenkomsten en hoe wordt deze ingevuld? Het zesde hoofdstuk plaatst theorie en praktijk vervolgens in één kader om zodoende de daadwerkelijke rol van de community en de invulling ervan te kunnen bepalen. Tenslotte wordt in de conclusie bekeken welke conclusies uit de vergelijking tussen de theorie en de praktijk van het herstelrecht in Angelsaksische en Nederlandstalige landen naar voren komen.
Het herstelrecht kent haar oorsprong in de Angelsaksische landen en is later ook in andere landen, waaronder Nederland en België geïntroduceerd. In deze scriptie worden de praktijken van de Angelsaksische landen telkens tegenover de Nederlandstalige praktijken gezet om zodoende een vergelijking te kunnen maken met betrekking tot de community. 2
Zie hiervoor pagina 29 en verder
Dat het hierbij zowel om Vlaamse als om Nederlandse praktijken draait komt voort uit de beperktheid van het Nederlandse herstelrecht. Het betrekken van de Vlaamse activiteiten schept een vollediger beeld van de praktijk van het herstelrecht in onze contreien.
Bij het schrijven van deze scriptie is dankbaar gebruik gemaakt van het werk en de inzichten van vele herstelrechtdenkers. Vooral de Amerikaanse herstelrechtdenker Paul McCold heeft zich intensief met de problematiek rondom de factor van de community beziggehouden en hier uitvoerig over gepubliceerd. McCold’s opvattingen zullen ruimschoots in deze scriptie aan bod komen. Daarnaast is een centraal werk in deze scriptie het recent uitgegeven werk onder redactie van de Britse herstelrechtdenkster Joanna Shapland genaamd: ‘Justice, Community and Civil Society’. Dit werk is het eindresultaat van een internationale denktank van toonaangevende wetenschappers rondom de thema’s recht en community en is van onschatbare waarde geweest tijdens het schrijven van deze scriptie. Tenslotte is Lode Walgrave de toonaangevende herstelrechtdenker met betrekking tot het Nederlandstalige herstelrecht en haar positie in het internationale veld. Er zijn dan ook de nodige verwijzingen naar het werk van hem en zijn collegae op de KU Leuven.
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
H1. Herstelrecht, de moraliteit terug in het strafrecht Inleiding She sat with her husband at a U-shaped table in Remville, Minnesota and told her former employers at the town’s liquor store how she had stolen money to support her gambling habit. Uneasiness gave way to understanding during a half-dozen meetings in which victims and defendant talked about their anger and remorse. It was an unusual experiment in ‘restorative justice’ where making amends becomes a face-to-face collaborative endeavor.3
Voorgaande is een praktijkvoorbeeld van een herstelrechtbijeenkomst, gehouden in de gemeenschap van een Amerikaans dorp. Wat herstelrecht precies is, waar het vandaan komt en welke toepassingen het kent, is onderwerp van dit hoofdstuk. Het herstelrecht is een relatief nieuw initiatief binnen de strafrechtelijke praktijk. In het reguliere strafrechtsysteem is een delict vooral een schending van de rechtsorde. Voor de morele en emotionele verwerking van de gebeurtenissen voor de betrokkenen, is in dit systeem geen ruimte. Het herstelrecht biedt deze mogelijkheid wel. In een persoonlijke ontmoeting tussen slachtoffer en dader kunnen de gebeurtenissen besproken worden en oplossingen worden bedacht om de geleden schade zoveel mogelijk te herstellen. In dit hoofdstuk wordt het herstelrecht nader verduidelijkt. De ideeën die ten grondslag liggen aan de herstelrechtelijke aanpak worden uiteengezet en enkele principes van het herstelrecht worden nader toegelicht. Tevens wordt ingegaan op de ontstaansgeschiedenis van het herstelrecht en de huidige situatie van het herstelrecht in Nederland en België.
3
Kersten 1995: 14
9
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Wat is herstelrecht? De kern van het herstelrecht is erin gelegen dat dader en slachtoffer, al dan niet in het bijzijn van naasten, na een delict bij elkaar worden gebracht om het delict te bespreken en waar mogelijk te herstellen. Centraal staat de visie dat een delict een breuk van menselijke relaties veroorzaakt. Het herstellen van deze breuk heeft binnen het herstelrecht de prioriteit. Middels het delict worden bepaalde normen en waarden overschreden, met een breuk als gevolg. Het herstelrecht streeft naar het bespreekbaar maken van het sociale contact tussen alle betrokkenen. De aandacht is hierbij, in tegenstelling tot de situatie in een strafproces, niet slechts gericht op de menselijke relatie naar en vanuit de dader. Binnen het herstelrecht is er nadrukkelijk gelijke aandacht voor de positie van de dader, het slachtoffer en de secundair getroffenen zoals de naasten van zowel dader als slachtoffer en de gemeenschap.4 In het traditionele strafrecht staat het sanctioneren van de dader centraal. Door bewuste leedtoevoeging, oftewel straffen, tracht men het verstoorde evenwicht in de rechtsorde te herstellen. Het slachtoffer speelt nauwelijks een rol in dit proces, voor het verhalen van schade bijvoorbeeld dient het slachtoffer een aparte civiele procedure op te starten. Het herstelrecht heeft een andere visie hierop. Een delict is een overschrijding van gedeelde waarden en normen en niet puur technisch een overschrijden van wettelijk vastgelegde regels. Het gaat binnen het herstelrecht dan ook niet zozeer om de vraag naar de juridische aspecten van de gebeurtenis maar juist om de consequenties van het delict voor alle betrokkenen. De dader moet de gevolgen van zijn actie onder ogen zien en verantwoordelijkheid nemen voor de door hem ondernomen acties.5 Het slachtoffer krijgt de kans zijn verhaal te doen en de dader te confronteren met de gevolgen van de daad.
4 5
Roche 2003, 25-32 Waar hij of zijn staat dient ook telkens zij of haar gelezen te worden
10
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Het stelen van iemands tas leidt niet alleen tot het verlies van het materiële goed, het veroorzaakt ook een aantasting van het vertrouwen in de medemens en kan ook tot verregaande sociaal emotionele schade bij het slachtoffer leiden. De vooraanstaande herstelrechtdenker Howard Zehr stelt het als volgt: "From a structural justice standpoint, one of the more fundamental needs is to hold offenders accountable in a meaningful way. I have conversations with judges sometimes and they say, 'Well, but I need to hold the offender accountable' - and I agree absolutely, but the difference is as to how we understand accountability. What they're understanding by it, and the usual understanding is 'you take your punishment'. Well, that's a very abstract thing. You do your time in prison and you're paying your debt to society, but it doesn't feel like you're paying a debt to anybody - basically, you're living off people while you are doing that. You never in that process come to understand what you did, and what I'm saying 'accountability' means is understanding what you did and, then taking responsibility for it; and taking responsibility for it means doing something to make it right, but also helping to be part of that process." 6
De kern van de term herstelrecht, te weten 'herstel', verwijst naar het streven om de consequenties van een delict zoveel mogelijk terug te draaien of te herstellen. In de realiteit is volledig herstel nauwelijks haalbaar, het teruggeven van een gestolen goed maakt de diefstal niet ongedaan. Met herstel wordt dan ook meer een herstel van de menselijke relaties dan een herstel van bijvoorbeeld de materiële situatie bedoeld. De breuk van de menselijke relatie dient zodanig te worden gerepareerd dat zowel slachtoffer als dader hun beider rollen kunnen overstijgen. Het slachtoffer is niet langer slechts slachtoffer van de situatie, maar hervindt door de herstelrechtbijeenkomst weer zijn kracht.
6
Mennonite Central Committee 1994
11
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
En door het nemen van de verantwoordelijkheid voor het gebeurde kan de dader dankzij een herstelrechtbijeenkomst weer als een volledig mens gezien worden, als een competente sociale actor, die zich in sociale interacties betrouwbaar opstelt en als betrouwbaar wordt erkend en herkend.7 Het is niet eenvoudig om een afdoende definitie van het herstelrecht te geven. Dit komt doordat het scala aan toepassingen dat onder de noemer herstelrecht valt groot is.8 Waar de lijn precies te trekken, welke initiatieven wel en niet onder de noemer herstelrecht vallen, is een onderwerp van verhitte discussies binnen het herstelrechtelijke discours. De meest nauwe definiëring van het herstelrecht komt van Marshall die stelt dat het herstelrecht een proces is 'whereby all the parties with a stake in a particular offence come together to resolve collectively how to deal with the aftermath of the offence and its implications for the future.9
Het andere uiterste, een ruime definiëring van de term herstelrecht, komt van Bazemore en Walgrave en stelt dat herstelrecht: every action (is) that is primarily oriented towards doing justice by repairing the harm that has been caused by crime'10
Howard Zehr heeft een bondig boekje gewijd aan de definiëring van het herstelrecht en komt uiteindelijk op de volgende definitie uit: Restorative justice is a process to involve, to the extent possible, those who have a stake in a specific offense and to collectively identify and address harms, needs, and obligations, in order to heal and put things as right as possible.11
7 8 9 10 11
Blad 2004: 19 Daly' 2002: 57-58 Daly 2002: 58 Daly 2002: 58 Zehr 2002: 37
12
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
In deze scriptie ligt de nadruk op de nauwe definitie van het herstelrecht. De aandacht ligt nadrukkelijk op herstelrechtelijke initiatieven waarbij een persoonlijke ontmoeting tussen dader en slachtoffer centraal staat. Andere herstelrechtelijke initiatieven, zoals taakstraffen en slachtofferraden, vallen hier buiten beschouwing.
Moraliteit en de Ander Naast het slachtoffer en de dader is de community een van de drie pijlers van het herstelrecht. Het belang van de community, de verbondenheid van slachtoffer en dader met de mensen om hen heen, is een gewichtig aspect van het herstelrecht. Zoals Howard Zehr het uitdrukt: We are all connected to each other and to the larger world through a web of relationships. When this web is disrupted, we are all affected12. Het individu wordt binnen het herstelrechtelijke discours gezien als nauw met zijn omgeving en zijn gemeenschap verbonden. Een mens is geen op zichzelf staand individu maar vormt talloze verbindingen met anderen, of, om met de woorden van Wielemans te spreken, binnen het herstelrecht worden dader en slachtoffer niet gezien als op zichzelf staande individuen maar juist als ‘knooppunten van relaties’.13 Deze verbindingen beperken zich niet enkel tot de naasten, eenieder heeft ook een verbinding met de grotere gemeenschap waar hij deel van uit maakt. Dankzij deze verbindingen kunnen anderen ter reflectie van het eigen gedrag dienen. Elk individu bezit zowel een individuele als sociale verantwoordelijkheid. Bij misstappen wordt een individu binnen het herstelrecht nadrukkelijk op zijn sociale verantwoordelijkheden aangesproken. De verbondenheid met anderen staat dan ook centraal binnen het herstelrechtelijke discours.14
12 13 14
Zehr 2002: 35 Wielemans 1993: 37 Bottoms 2003: 80
13
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Het herstelrecht is bij uitstek een wijze waarop getracht wordt de moraliteit weer terug in het strafrechtsysteem te brengen. Binnen het traditionele juridische systeem is het moralistische aspect nauwelijks nog te herkennen. De technischlegalistische aspecten hebben binnen het strafproces inmiddels een zodanig dominante rol, dat er nagenoeg geen ruimte meer is voor de morele implicaties van een delict. In het reguliere strafproces is er geen plaats voor moraliserende activiteiten, hier is de dader verworden tot een toeschouwer in zijn eigen strafproces, weinig actief in het juridisch complexe geheel, waarin het de professionele raadsman is die voor hem spreekt en handelt. Binnen een herstelrechtbijeenkomst is er nadrukkelijk wel ruimte voor het persoonlijke relaas van de dader en de noties die uit dit morele proces naar voren komen, zoals schaamte, berouw, verlies en vertwijfeling. In tegenstelling tot het traditionele juridische systeem, waar de dader slechts een passieve rol speelt, staat binnen het herstelrecht het nemen van de verantwoordelijkheid voor de begane daden en de gevolgen ervan, centraal. Dit nemen van de verantwoordelijkheid in een herstelrechtbijeenkomst is zeer confronterend, niet alleen vanwege de aanwezigheid van het slachtoffer en naasten, maar juist ook doordat de verantwoordelijkheid, en daarmee de schuld, expliciet worden benoemd voor wat ze zijn. Binnen het herstelrecht wordt het beestje bij zijn naam genoemd, het gaat niet om het 'wegnemen van een goed, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigen15, nee, je hebt iemand anders, een slachtoffer van vlees en bloed, met geweld van zijn tas beroofd.
De inspiratiebronnen van het herstelrecht Het herstelrecht is een recent fenomeen, origineel afkomstig uit Angelsaksische landen als Canada, Nieuw-Zeeland en Australië. De ontstaansgeschiedenis van het herstelrecht is niet eenduidig.
15
Art. 310 WvSr
14
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Er is geen sprake van een heldere tijdslijn of memorabele momenten in de historie van het herstelrecht. De geschiedenis van het herstelrecht is een achteraf geconstrueerde geschiedenis, op het moment dat er wereldwijd verschillende herstelrechtelijke initiatieven werden ontplooid, waren de initiatiefnemers zich er niet van bewust dat datgene wat zij opzetten, onder de noemer van het herstelrecht viel. Toen het herstelrechtelijke karakter van deze activiteiten eenmaal erkend werd, was het mogelijk de rode draad uit de ontwikkelingen te ontrafelen. Desondanks is er tot op heden nog geen eenduidig historisch overzicht van het herstelrecht. Enerzijds komt dit voort uit het feit dat het herstelrechtelijke paradigma betrekkelijk jong is, wat het destilleren van de voornaamste gebeurtenissen en ontwikkelingen op het gebied van het herstelrecht er niet eenvoudiger op maakt. Er dicht op staan maakt het door de bomen het bos zien niet eenvoudiger, integendeel. Anderzijds maakt de ruime definiëring van wat herstelrecht nu daadwerkelijk is het mogelijk om verschillende activiteiten en gebeurtenissen wel of juist niet onder de noemer van het herstelrecht te scharen, met verschillende interpretaties van de ontstaansgeschiedenis als gevolg.
Conflicten als eigendom Bepaalde denkers, in bijzonder uit de hoek van de slachtofferbeweging, zien het uit 1977 stammende artikel ’Conflicts as Property’ van de Noorse Nils Christie als de geboorte van het herstelrecht. In dit artikel stelt Christie dat conflicten een essentieel onderdeel uitmaken van onze samenleving. Het oplossen van conflicten is een activiteit welke de participatie bevordert, normverhelderend werkt en de sociale ontwikkeling stimuleert. Conflicten zijn volgens Christie dan ook essentieel. Echter, stelt Christie, in het huidige systeem worden conflicten middels het strafrechtsysteem ‘gestolen’ door de overheid. Door de inmenging van professionals uit het rechtssysteem zijn individuen buitenspel geplaatst, ze hebben geen zeggenschap meer over hun eigen conflicten, laat staan mogelijkheden om ze zelf op te lossen.16
16
Christie 1976
15
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Het herstelrecht is een tegenreactie op deze ‘diefstal’, een poging om conflicten, en het oplossen ervan, weer terug in handen van de samenleving zelf te brengen.
Herstelrecht als oorspronkelijk recht Weer andere denkers stellen dat de geschiedenis van het herstelrecht lang niet zo jong is. Elmar Weitekamp, een vooraanstaand herstelrechtdenker verbonden aan de KU Leuven, stelt in zijn ‘The History of Restorative Justice’ dat herstelrecht zo oud is als de eerste samenlevingen zelf.17 Volgens Weitekamp zijn de wortels van het herstelrecht in verscheidene oude samenlevingen terug te vinden, van de Inuits tot de Grieken en de Joden, allen praktiseerden ze wat we tegenwoordig herstelrecht zouden noemen. In deze samenlevingen werden cirkels gebruikt om normoverschrijdingen te bespreken en op te lossen. Zo namen Inuit daders de verantwoordelijkheden van het vermoordde slachtoffer over en zowel Joodse als Arabische gemeenschappen kenden in het verleden al compensatiemogelijkheden voor aangebracht leed. Deze visie van Weitekamp wordt door veel herstelrechtelijke denkers gedeeld. Er is echter ook de nodige en terechte kritiek op deze romantische voorstelling van het verleden. Naast het gebruik van herstelrechtelijke praktijken bestond er namelijk tegelijkertijd ook een rijk scala aan zeer retributieve maatregelen, van verstoting uit de gemeenschap tot fikse lijf-, en ook doodstraffen. Om te stellen, zoals de Australische herstelrechtdenker Braithwaite doet, dat 'Restorative justice has been the dominant model of criminal justice throughout most of human history for all the world's people' is dan ook wat al te bout.18
Herstelrecht uit inheemse bron Weer anderen leggen de kiem voor het herstelrecht bij de oude tradities van inheemse volkeren, zoals de Nieuw Zeelandse Maori en de Amerikaanse Indianen. Zij stellen dat het herstelrecht een revitalisatie is van de traditionele aanpak binnen deze culturen, waar conflicten binnen de gemeenschappen door de betrokkenen zelf werden opgelost. 17 18
Walgrave & Bazemore 1999 Braithwaite 1999
16
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
De invoering in 1989 van de ‘Children, Young Persons and their Families Act’ in het Nieuw-Zeelandse rechtssysteem, wordt hierbij als de belangrijkste mijlpaal gezien. Deze wetgeving is mede ontstaan uit onvrede van de inheemse Maori bevolking over het koloniale systeem dat tot dan toe in gebruik was. Binnen de cultuur van de Maori spelen de verbindingen met de familie en de stam een cruciale rol. De Maori wilden deze rol graag weerspiegeld zien in de manier waarop opgetreden werd tegen delinquent gedrag. Oftewel, er was behoefte aan een systeem waarin er meer nadruk op de whanau, de uitgebreide familie, lag. Een systeem waarbij deze whanau niet langer genegeerd, maar juist betrokken wordt bij de reactie op delinquent gedrag van kinderen en jongeren. De Family Group Conference (FGC) is een van de manieren waarop uiting wordt gegeven aan deze wens. Deze FGC’s zijn uniek in aanpak en visie en kennen op internationale schaal navolging. Naar aanleiding van het succes van deze conferenties zijn herstelrechtelijke praktijken tevens ingevoerd in Australië, de Verenigde Staten, Groot Brittannië en Zweden.19 Hiermee was Nieuw-Zeeland direct het eerste land waar herstelrechtelijke praktijken in het rechtssysteem verankerd werden, al waren de eerste conferenties weinig herstelrechtelijk van aard. De nadruk lag op de whanau, de aanwezigheid van het slachtoffer werd bij deze bijeenkomsten als een leuke bijkomstigheid gezien. Het was indertijd zelfs nog zo dat enkel de sociale kring van de dader betrokken werd bij de bijeenkomst, dat ook het slachtoffer baat kon hebben bij de aanwezigheid van naasten was in eerste instantie niet ingecalculeerd.20
Verschillende visies Uiteindelijk gaat het bij deze verschillende visies niet zozeer om de vraag welke visie de juiste is, maar de acceptatie dat de geschiedenis van het herstelrecht niet eenvoudig en rechtlijnig is.
19
20
Budford (et al) 2003: 211 Richards 2004
17
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Kathleen Daly, een Australische herstelrechtdenkster, stelt dat deze visies geen wetenschappelijke pogingen zijn om daadwerkelijk een historisch juist beeld van het ontstaan van het herstelrecht te schetsen, zij ziet deze visies als origin myths; oorsprong mythen. Myth ‘refers not to fantasy or fiction but to a “true story”. . . which is sacred, exemplary, significant’. ‘The “truth” of myth differs from the “truth” of historical or scientific accounts.’ Engel suggests that myths ‘differ from other forms of storytelling’ in that they ‘deal with origins, with birth, with beginnings . . . with how something . . . began to be’.21
Terwijl Daly de genoemde visies als onwetenschappelijke mythen afdoet, heeft ze tevens sympathie voor deze aanpak. Juist voor de bevordering van nieuwe initiatieven is het soms nodig om de zaken scherper neer te zetten dan ze in de wetenschappelijke werkelijkheid zijn. Ze stelt: I do not see bad faith at work here. Rather, advocates are trying to move an idea into the political and policy arena, and this may necessitate having to utilize a simple contrast of the good and the bad justice, along with an origin myth of how it all came to be.22
De toekomst van het herstelrecht Concluderend kan dan ook gesteld worden dat het herstelrecht evenveel, zoniet meer, geschiedenissen als verschijningsvormen kent. De afgelopen decennia heeft het werkveld van het herstelrecht zich inhoudelijk uitgebreid naar onder andere de domeinen van het onderwijs en internationaal recht. Op scholen wordt de herstelrechtelijke aanpak gebruikt als reactie op conflicten tussen zowel leerlingen onderling als met docenten en buitenstaanders.
21 22
Daly 2002: 56 Daly 2002: 63
18
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Internationaal worden waarheids- en verzoeningstribunalen, waar niet zozeer het straffen van de daders centraal staat maar het helder krijgen van de waarheid en het accepteren van de gevolgen, als herstelrechtelijke initiatieven gezien. Ook op de werkplek wordt er met herstelrecht geëxperimenteerd en zelfs voor families waarin sprake is van sexueel misbruik kan de herstelrechtelijke aanpak een waardevolle bijdrage aan het herstel van de familiebanden leveren. Geografisch vinden de herstelrechtelijke opvattingen en werkwijzen wereldwijd navolging. Ondanks dat de ideeën en de praktijk van het herstelrecht zich nog in de kinderschoenen bevinden, is er veel belangstelling voor deze nieuwe aanpak.
In deze scriptie ligt de focus niet zozeer op de herstelrechtelijke visie als op enkele ‘traditionele’ vormen van herstelrecht, gericht op aan een misdrijf gelieerde slachtoffers en daders, waarin een persoonlijke ontmoeting centraal staat. Deze vormen verdienen een nadere toelichting.
Vormen van herstelrecht Sinds enkele decennia is de term herstelrecht in gebruik voor diverse praktijken, zoals onder andere Slachtoffer-Dader bemiddeling, de Victim Offender Mediation (VOM) en de Family Group Conference (FGC). Het traditionele herstelrecht kent vele verschijningsvormen, hier beperken we ons echter tot de VOM, de FGC en de cirkelmethode. Omdat het community aspect in deze vormen het meest nadrukkelijk is vormgegeven, gaat de aandacht specifiek naar deze drie vormen van herstelrecht uit.
Victim Offender Meeting De Victim Offender Mediationis een herstelrechtbijeenkomst in haar meest pure vorm. Bij de VOM kunnen slachtoffer en dader, in het bijzijn van een getrainde, onpartijdige coördinator, communiceren over het misdrijf en de gevolgen ervan. Deelname is te allen tijde vrijwillig voor zowel slachtoffer als dader. Daarnaast is het belangrijk dat de dader de schuld voor het delict op zich heeft genomen en mag er geen mogelijkheid zijn tot hernieuwd slachtofferschap.
19
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Voor dit laatste is het bijvoorbeeld van belang dat de dader niet psychisch verward is, waardoor de VOM bijeenkomst en de uitspraken die erin gedaan worden voor het slachtoffer uiteindelijk alleen maar traumatische gevolgen hebben. In het voortraject maakt de coördinator persoonlijk kennis met slachtoffer en dader en beoordeeld of de zaak geschikt is voor een herstelrechtelijke aanpak. Beide partijen worden door de coördinator in het voortraject geïnformeerd over de werkwijze en de te verwachten uitkomsten. De VOM bijeenkomst zelf vindt plaats op een neutrale plaats en duurt over het algemeen enkele uren. Tijdens de bijeenkomst krijgen zowel slachtoffer als dader de mogelijkheid om hun verhaal te doen en zaken nader toe te lichten. Een herstelplan kan onderdeel uitmaken van de VOM. In een herstelplan kijken slachtoffer, dader en coördinator samen naar mogelijkheden waarop het herstel kan plaatsvinden. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van financiële compensatie voor het slachtoffer,maar ook het volgen of betalen van bepaalde cursussen is een mogelijkheid. Zo kan de dader beloven een zogenaamde 'anger management' cursus te volgen om zodoende zichzelf beter in de hand te hebben, en het is tevens mogelijk dat de dader bijvoorbeeld een zelfverdedigingcursus voor het slachtoffer betaald. Simpele afspraken kunnen ook deel uitmaken van het herstelplan, bijvoorbeeld over de bejegening van slachtoffer en dader in toekomstige situaties. Tijdens het natraject van de VOM is het aan de coördinator om een vinger aan de pols te houden en zorg te dragen voor een daadwerkelijke uitvoering van het herstelplan.
Family Group Conference Een gelijkaardige aanpak is de FGC. Essentieel verschil hierin is de deelname van het uitgebreide netwerk van zowel de dader als het slachtoffer. Dit netwerk bestaat uit familie, partner, vrienden en andere steunfiguren voor slachtoffer en dader. Binnen een FGC wordt de kracht van dit netwerk aangesproken, niet alleen ter steun en motivatie maar tevens om de dader ter verantwoording te roepen. De Australische herstelrechtdenker Braithwaite heeft het hierachter liggende mechanisme reintegrative shaming genaamd.
20
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Deze reintegrative shaming ontstaat als tijdens een FGC bijeenkomst de dader geconfronteerd wordt met de gevolgen van zijn daad. Hierbij is het beschamende effect niet enkel afkomstig van het feit dat eenieder tot in detail geïnformeerd worden over de gevolgen van de wandaad. Tijdens een FGC bijeenkomst wordt de dader tevens geconfronteerd met de gevolgen van de daad voor zijn naasten zelf. In juridisch opzicht staan de naasten overal buiten maar in de praktijk worden ook zij gedupeerd door de wandaad, tijdens een FGC wordt de dader hiermee geconfronteerd. Het beschamen is binnen de FGC niet stigmatiserend maar juist re-integrerend van aard. Het is nadrukkelijk de daad en niet de persoon welke tijdens de conferentie wordt afgekeurd en essentieel hierin is dat, ondanks de afkeuring, de onderlinge relaties blijven bestaan.23 Het mechanisme van de reintegrative shaming is namelijk, zoals de naam al doet vermoeden, vooral op de re-integratie gericht. De dader wordt geconfronteerd met de gevolgen van zijn daden, zowel voor het slachtoffer als zijn eigen naasten. Een FGC bijeenkomst maakt de dader duidelijk dat hij onderdeel uitmaakt van een netwerk waarin bepaalde zaken niet geaccepteerd worden maar dat dit netwerk hem desondanks wil steunen waar nodig. De FGC-methode is in eerste instantie ontwikkeld om de familie van de dader meer zeggenschap te geven. Het cruciale moment van een FGC is dan ook het moment waarop alle professionals en het slachtoffer en zijn naasten de ruimte verlaten om de dader en zijn netwerk de kans te geven om samen in alle rust een plan van aanpak op te stellen om zodoende enig herstel mogelijk te maken. Dit aspect maakt van de FGC een unieke aanpak binnen het herstelrechtelijke discours.
Cirkel Methode Een minder bekende vorm van herstelrecht is de zogenaamde cirkel methode. Deze methode is afgeleid van de besluitvormingscirkels zoals de Amerikaanse Indianen deze oorspronkelijk toepasten.
23
Makkai & Braithwaite 1993
21
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
In de jaren '90 van de vorige eeuw werd er in Canada voor het eerst geëxperimenteerd met deze aanpak en inmiddels is deze aanpak internationaal bekend. De cirkelmethode wordt vooral in gevallen gebruikt waarbij er sprake is van een dader van inheemse afkomst. De cirkelmethode heeft met de FGC gemeen dat niet slechts dader en slachtoffer, maar ook de wijdere kring van naasten deelneemt. Essentieel verschil is echter dat in de cirkelmethode tevens afgevaardigden van justitie, zoals rechters, maar ook politieambtenaren en advocaten, deel uitmaken van de cirkel. Daarnaast zijn ook geïnteresseerde leden van de gemeenschap welkom binnen de cirkel. Binnen de cirkelmethode wordt er meestal met meerdere cirkels gewerkt, zoals een herstelcirkel voor het slachtoffer, een herstelcirkel voor de dader, een cirkel om gezamenlijk tot een gepaste sanctie te komen en een nalevingcirkel waarin de vooruitgang van de dader centraal staat.24
Herstelrecht in Nederland Nederland wachtte niet af tot deze internationale initiatieven daadwerkelijk van de grond kwamen maar is al eerder begonnen met het toepassen van herstelrechtelijke activiteiten. Al vanaf eind jaren '90 van de vorige eeuw werden verschillende herstelrechtelijke projecten voor jeugdige daders opgezet.25 In verschillende steden werden pilot-projecten opgezet om te zien of herstelrechtelijke activiteiten geschikt waren voor landelijke invoering. Op de pilot in Middelburg na gebruikten al deze pilots het Amerikaanse/Nieuw-Zeelandse model, genaamd Real Justice, naar het Nederlands vertaald met 'Echt Recht'. De Echt Recht aanpak is een directe vertaling van de Nieuw-Zeelandse FGC, opgezet in samenwerking met Mike Doolan, een van de pioniers in het Nieuw-Zeelandse herstelrecht. De Eigen Kracht centrale, een organisatie in 2001 specifiek voor deze taak opgezet, verzorgde de noodzakelijke vertaling van het model en de uiteindelijke bijscholing van de coördinatoren. 24 25
Bazemore & Umbreit 2001 Boutellier 2006: IX
22
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Het door hen overgenomen en aangepaste model, het 'Echt Recht' model is speciaal ontworpen voor gebruik in een breed scala aan settings. De aanpak is geschikt voor educatieve settings en voor gebruik in een corrigerende omgeving (justitiële jeugdinrichtingen). De bijeenkomsten hoeven niet per se te worden georganiseerd door een onpartijdige buitenstaander maar kunnen ook door een reclassering- of politieambtenaar worden gecoördineerd. Ook op de werkplek kan deze aanpak worden toegepast. De eerste pilot projecten in Nederland waren enkel bedoeld als reactie op strafbare feiten van jeugdige delinquenten, volwassenen zijn buiten beschouwing gebleven. Deelname was vrijwillig en in al deze pilot-projecten maakte de bemiddeling geen deel uit van de strafrechtelijke afdoening. Doorverwijzing van zaken gebeurde vooral door de politie maar ook het Openbaar Ministerie en de Raad voor Kinderbescherming verwezen een substantieel deel van de zaken door.26
Inmiddels zijn deze pilot-projecten allen ten einde gekomen en zijn het enkel nog de Eigen Kracht Centrale en Slachtoffer in Beeld, de laatste een onderafdeling van Slachtofferzorg, welke in Nederland de herstelrechtelijke aanpak aanbieden. De coördinatoren van de Eigen Kracht Centrale zijn verspreid over het hele land en werken veelal decentraal. De meeste van deze coördinatoren zijn werkzaam bij justitiële organisaties als HALT en voeren vanuit die hoedanigheid de herstelrechtbijeenkomsten uit. De benodigde bijscholing ontvangen de coördinatoren via de Eigen Kracht Centrale.
Slachtoffer in Beeld werkt met professionele bemiddelaars en richt zich zowel op minder- als meerderjarige daders. De aanpak van Slachtoffer in Beeld leidt niet altijd tot een persoonlijk gesprek, dit blijft soms te ingrijpend voor de deelnemers.
26
Beek & Gramberg 2007: 12
23
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Is dit het geval is het mogelijk dat de communicatie over en weer plaats vindt middels brieven of een zogenaamde 'pendelbemiddeling', waarbij de bemiddelaar afwisselend slachtoffer en dader bezoekt om boodschappen van de ander over te brengen.
Herstelrecht in België In België heeft het herstelrecht vooralsnog meer succes geboekt. Dit kan enerzijds verklaard worden door het feit dat er in België een decennium eerder werd begonnen met herstelrechtelijke experimenten en anderzijds door verschillen in de wetgeving. In België werd in 1994 een nieuw artikel aan het Wetboek van Strafvordering toegevoegd welke bemiddeling in strafzaken mogelijk maakt. Deze bemiddeling kan onder bepaalde voorwaarden in de plaats van de strafvordering komen. Deze juridische inkadering, welke in Nederland vooralsnog ontbreekt, heeft de implementatie en uitbreiding van herstelrechtelijke praktijken in België behoorlijk gestimuleerd. Deze wetsuitbereiding kwam mede voort uit de onvrede welke eind jaren '80 en begin jaren '90 van de vorige eeuw wijdverbreid was onder de Belgische burgers. Het was niet alleen zaak voor de Belgische overheid om het vertrouwen van de burger in justitie te herstellen, er was ook grote onvrede, zowel bij de burgers als bij de justitiële instellingen zelf, over het magere effect dat de verschillende strafrechttoepassingen sorteerden. Vooral op het gebied van de bijzondere jeugdbijstand was de nood hoog. België was in die tijd dan ook naarstig op zoek naar effectieve manieren om de jeugddelinquentie aan te pakken en het herstelrecht was een van de opties waarmee men experimenteerde. De herstelrechtelijke aanpak bleek succesvol en in de jaren '90 breidde deze interesse zich uit naar volwassen delinquenten en startte de Katholieke Universiteit Leuven een onderzoeksproject naar de haalbaarheid van herstelrechtbijeenkomsten voor volwassen daders. Uit het onderzoek kwam naar voren dat de herstelrechtelijke aanpak tevens voor volwassen daders geschikt was en dit leidde in 1996 tot het opzetten van de eerste Bemiddelingsdienst voor het Arrondissement Leuven (BAL). 24
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
In 1998 werd ter uitbreiding van het herstelrecht op landelijk niveau het Vlaamse Forum voor Herstelrecht en Bemiddeling, Suggnomè, opgericht. Suggnomè is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en implementatie van de Leuvense herstelrechtpraktijk in de rest van Vlaanderen. Inmiddels is er in 11 arrondissementen een aanbod van herstelrechtelijke activiteiten voor zowel meerals minderjarige daders.27
Conclusie Het herstelrecht, welke haar oorsprong in verschillende ontwikkelingen vindt, heeft zowel in Nederland als in België een ingang weten te vinden. De herstelrechtelijke aanpak wordt getypeerd door een gelijkwaardigheid van slachtoffer, dader en samenleving en is gebaseerd op een dialoog waarin wederzijds begrip voor elkaar centraal staat. Met behulp van herstelrechtelijke activiteiten wordt de moraliteit van de dader aan gesproken en krijgt het slachtoffer de kans zijn kracht te hervinden en het gebeurde te verwerken.
Naast het slachtoffer en de dader wordt de community als een derde pijler van het herstelrecht gezien. In het volgende hoofdstuk wordt er nader naar de factor van de community gekeken. Hierbij wordt gekeken naar wat een community nu precies is en wat de belangrijkste kenmerken van de community zijn.
27
Suggnome 2005: 23-45
25
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
H2. De community, over wolfskinderen, domina’s en bendeleden Inleiding In dit hoofdstuk wordt de factor van de community nader onder de loep genomen. Waar komt de term community vandaan en hoe wordt de term tegenwoordig gehanteerd? Wat doet het deel zijn van een community met een mens? Welke positieve en negatieve aspecten kent de community? Dit hoofdstuk geeft antwoord op voorgaande vragen, teneinde in het volgende hoofdstuk nader in te kunnen gaan op de rol van de community binnen het juridische discours.
De oorsprong van de term community De term community komt van het Latijnse communitas, welke van het woord communis is afgeleid. De term communis staat voor 'publiek' en 'gedeeld door allen' en is opgebouwd uit de Latijnse prefix com- , welke 'gezamenlijk' betekent en het woord munis, welke herleid kan worden tot 'de uitwisseling van diensten'. In die zin valt de term community goed te vertalen naar de Nederlandse term 'gemeenschap'. Het woord gemeenschap bestaat uit de stam 'gemeen', als in 'datgene wat mensen delen', en is haast letterlijk vertaald van het Duitse woord Gemeinschaft, waarin de stam Gemein tevens verwijst naar 'datgene wat mensen delen'.28 In deze scriptie wordt echter steevast de term community gehanteerd. Dit omdat de term gemeenschap niet de lading dekt van het Engelstalige equivalent; community.29 De term community verwijst naar een groep mensen die een bepaald kenmerk met elkaar delen waardoor een onderlinge verbinding ontstaat. Community is geen fysieke entiteit maar een concept, een dynamisch concept. Een community is niet tastbaar, het kan niet worden aangeraakt en het is ook geen vaststaand iets maar aan voortdurende verandering onderhevig. 28 29
Philippa (et al) 2008 Verderop in deze paragraaf, op pagina 29 wordt deze begripshantering nader gemotiveerd
26
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Het is een symbolisch en essentieel construct. Community speelt een essentiële rol in het verwerven van een need of belonging, het gevoel ergens onderdeel van uit te maken.30 De community is dan ook niet slechts een bron van betekenis, de eigen identiteit wordt mede bepaald en gevormd door deze community.31
'Communities' bestaan sinds mensenheugenis maar de term zelf is van recentere herkomst, het was pas aan het eind van de 19e eeuw dat in Duitsland de eerste definities van de term ontstonden.32 Het was de socioloog Ferdinand Tönnies die in 1887 twee mogelijke vormen van samenkomst tussen mensen beschreef, te weten Gesellschaft en Gemeinschaft. Gemeinschaft (gemeenschap) is een hechte sociale entiteit waar het belang van de groep boven het belang van het individu staat. De Gemeinschaft is een werkelijke en organische entiteit. De leden van de groep worden niet slechts als doel maar als middel op zich gezien. Daarnaast is er sprake van een gedeelde en haast geïnternaliseerde set van normen en waarden, oftewel de Wesenwille (gedeelde wil). Zoals Tonniës het uitdrukt: Wo immer Menschen in organischer Weise durch ihre Willen miteinander verbunden sind und einander bejahen, da ist Gemeinschaft von der einen oder der anderen Art vorhanden.33
Voor Tönnies was die Gemeinschaft des Blutes, oftewel het gezin, het perfecte voorbeeld van een Gemeinschaft. Maar ook de Gemeinschaft des Ortes, (lokale gemeenschap) en de Gemeinschaft des Geistes (interesse gemeenschap) waren voor hem voorbeelden van een daadwerkelijke Gemeinschaft.34
Tegenover de term Gemeinschaft plaatste Tönnies het Gesellschaft, naar het Nederlands te vertalen met het woord 'samenleving'.
30 31 32 33 34
Baumeister 1991: 145 Cohen 1982: 118 Galpin 1962 Tonnies 1979 (1887): 12 Idem
27
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
In het Gesellschaft ontbreekt de Wesenwille en worden de anderen enkel als middel gezien om bepaalde doelen te bereiken. De verbondenheid die de Gemeinschaft kenmerkt, ontbreekt dan ook in het Gesellschaft. Dit komt ook in de wil tot uitdrukking. Wordt de Gemeinschaft gekenmerkt door de Wesenwille, bij het Gesellschaft spreekt Tönnies van een Kürwille, een haast egoïstische wil, blind voor de behoeften van anderen. Deze behoeften worden niet onderling gedeeld maar zijn puur individueel. Het is vanuit dit eigenbelang dat de individuen in het Gesellschaft bij elkaar komen, er is geen sprake van gedeelde waarden en normen. Wordt de Gemeinschaft als werkelijk en organisch getypeerd, het Gesellschaft was voor Tönnies denkbeeldig en mechanisch.35 Een fabriek is een uitstekend voorbeeld van een Gesellschaft. Er zijn geen daadwerkelijk gedeelde waarden en normen, de fabriek zelf is niet belangrijker dan de individuen die er werken en er is geen sprake van een gedeelde wil. Maar het is wel in ieders belang om bij de fabriek te behoren, het levert een inkomen op, en daardoor blijft de fabriek voortbestaan.
In de realiteit zal je volgens Tönnies noch een pure Gesellschaft noch een pure Gemeinschaft kunnen vinden. Tönnies introduceerde deze begrippen nadrukkelijk als zogenaamd Normaltyp, ze behoren niet tot de werkelijkheid maar tot het domein van de 'pure sociologie', het zijn hypothetische constructen. Tönnies verwachtte in de werkelijkheid, het domein van de toegepaste sociologie, niets anders dan een combinatie van beide uitersten te kunnen vinden. Om een degelijke analyse van deze werkelijkheid mogelijk te maken is het echter van belang de Normaltypen uit de pure sociologie ter beschikking te hebben.
De term Gemeinschaft is naar het Engels te vertalen met de term community en naar het Nederlands met de term 'gemeenschap'. De term gemeenschap dekt echter niet inhoudelijk de lading van het Engelse begrip community of dat van het Duitse begrip Gemeinschaft. 35
Tonnies 1979 (1887): 34
28
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
In het Nederlands wordt de term gemeenschap vooral gehanteerd bij de aanduiding van culturele of religieuze groeperingen, zoals de Turkse gemeenschap, of de katholieke gemeenschap. Wordt de term community in haar geografische vorm gebruikt, dan refereert dit meer naar het Nederlandse woord 'buurt' als naar 'gemeenschap'.36 Wordt de term community in een meer algemene vorm gebruikt, waar ook communities die niet geografisch bepaald zijn onder vallen, dan valt deze factor noch met de term gemeenschap, noch met die van buurt samen. Het woord community zal dan ook onvertaald onderdeel blijven maken van deze scriptie, dit omdat de Nederlandse vertalingen de lading van de term niet volledig weten te dekken.
Dankzij Tönnies insteek was de term Gemeinschaft al direct bij de introductie ervan met nostalgie en weemoed beladen, zoals Elias het stelt: (Since the late nineteenth century) the use of the term community has remained to some extent associated with the hope and the wish of reviving once more the closer, warmer, more harmonious type of bonds between people vaguely attributed to past ages37
Tönnies schreef zijn invloedrijke werk ten tijde van de Industriële Revolutie. Tot dan was er volop vertrouwen in en optimisme over de verbeteringen en mogelijkheden die deze revolutie de mensheid bracht. Dit enthousiasme werd op een gegeven moment echter danig getemperd door de continue uitbreiding van zowel de industrialisatie als de urbanisatie. Tonniës wist met zijn weemoedige dichotomie dan ook een gevoelige snaar bij zijn academische publiek te raken. Deze weemoedige hunkering, naar de tijd 'toen geluk nog heel gewoon was', is de term nooit meer kwijt geraakt. 38
36 37 38
Swaaningen, Van 2008: 89-90 Elias 1974: 13 Elias 1974: 17
29
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Positieve aspecten van de community De community, welke als organisatievorm tussen het individu en de samenleving in staat, is een essentiële factor, zowel voor de losse individuen als voor de samenleving in zijn geheel. Allereerst is het nauwe contact met anderen een vereiste voor de optimale ontwikkeling van het individu, daarnaast is de factor van de community een efficiëntere samenwerkingsvorm dan het abstracte gegeven van de samenleving. De community is verder een belangrijke bron van erkenning en herkenning, een factor welke niet enkel de identiteit van een individu vorm geeft en beïnvloed, maar tevens als een baken fungeert, een plek waar je 'thuishoort'. Tenslotte is de community ook een bron van unieke waardes die enkel door het deelnemen aan een community verkregen kunnen worden. Een toelichting van deze aspecten van de community is op zijn plaats.
De community, essentieel voor volwaardig mens-zijn Communities zijn van levensbelang voor mensen. De mens heeft anderen niet alleen nodig ter bescherming van buitenaf, voor een efficiënte verdeling van taken of het verlenen van betekenis en identiteit. Het zijn de anderen die van een mens een waarlijk mens maken. De filosoof Adam Smith omschreef dit als volgt: Were it possible that a human creature would grow up to manhood in some solitary place, without any communcation with his own species, he could no more think of his own character, of the propriety or demerit of his own sentiments of conduct, of the beauty or deformity of his own face. All these are objects which he cannot easily see, which naturally he does not look at, and with regard to which he is provided with no mirror which can present them to his view. Bring him into society and he is immediately provided with the mirror which he wanted before39.
Aan de hand van het voorbeeld van de zogenaamde ‘wolfskinderen’ is dit inzicht te verduidelijken. Wolfskinderen zijn kinderen die in isolement zijn opgegroeid. 39
Infantino 1998: 10
30
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Sommigen van hen leefden daadwerkelijk met andere dieren, zoals Ampala en Kampala, twee meisjes die in Noord-India onder de hoede van een wolfs-teef in de jungle werden gevonden. Anderen groeiden op in een situatie van eenzame opsluiting. Het meest recente voorbeeld hiervan is de inmiddels volwassen Genie, die op 13 jarige leeftijd in een kamer van haar ouderlijk huis in de Verenigde Staten werd gevonden, waar ze al minstens 10 jaar in nagenoeg complete isolatie leefde. Het gebrek aan menselijk contact heeft desastreuze gevolgen voor zowel de sociale als fysieke ontwikkeling van deze kinderen. Ze kunnen niet praten en hebben de grootste moeite om alleen al de elementaire vaardigheden van het spreken alsnog aan te leren. In het contact met andere mensen zijn ze onbewust van de behoeften en wensen van de ander en concepten als eigendom, moraal en empathie zijn hen onbekend. Het aanleren van sociale vaardigheden gaat moeizaam en het is geen enkel wild kind gelukt om als volwaardig mens in de maatschappij mee te draaien. De Amerikaanse Genie, inmiddels een volwassen vrouw, woont al haar gehele volwassen leven in een verzorgingshuis.40 Wat dit voorbeeld ons laat zien is hoe essentieel het leven met anderen voor de ontwikkeling van een mens is. Zonder anderen is het niet enkel nagenoeg onmogelijk om te overleven, het beperkt de ontwikkeling zodanig dat van volwaardig mens-zijn nauwelijks sprake is.
De community, essentieel voor de mensheid als groter geheel De community is niet enkel een essentiële factor voor de mens als individu, ook voor de mensheid als geheel is de factor van de community essentieel. Grote doelen en projecten kunnen immers niet gerealiseerd worden zonder de vereende krachten van meerdere individuen. Deze realisatie is niet enkel voorbehouden aan materiële projecten zoals het bouwen van een kathedraal. Ook voor het vormen van bijvoorbeeld een wetenschappelijk discours is een vorm van community vereist. Hierbij is sprake van een wederkerige relatie.
40
Newton 2002: 132-156
31
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Enerzijds is een bepaalde community van denkers vereist voor het vormen van een specifiek wetenschappelijk discours, anderzijds komt deze wetenschappelijke community ook voort uit de activiteiten welke benodigd zijn voor het vormen van het discours. Een individu op zichzelf zou niet in staat zijn dergelijke grootschalige resultaten te boeken en de samenleving is te abstract en te groot om op zichzelf een werkbare factor te zijn. De samenleving dient te worden opgedeeld in de kleinere deeleenheden van de communities om effectief te werk te kunnen gaan.
De community en uitblinkende zaken De Schotse filosoof Alasdair McIntyre stelt daarnaast dat de community tevens vereist is voor het verkrijgen van zogenaamde goods of excellence. Elke community, stelt McIntyre, kent bepaalde praktijken en het actief deelnemen aan deze praktijken resulteert in het verwerven van de goods of excellence. McIntyre gebruikt hierbij het voorbeeld van het schaakspel. Een kind dat schaak leert spelen gaat het in eerste instantie enkel om het winnen, desnoods door vals te spelen. Gaandeweg kan deze drang om koste wat kost te winnen echter op de achtergrond geraken door het ontstaan van plezier in het spelen van het spel zelf. Het vals spelen wordt hiermee nutteloos, het leidt niet langer tot voldoening. Het kundig spelen van het spel levert die voldoening wel. Er ontstaat een interesse in de vaardigheden en kunde verbonden aan het schaakspel en het vergroten van deze eigen vaardigheden en kunde leidt tot nog meer plezier in het spel. Dit plezier is een door McIntyre genoemd good of excellence, een plezier dat enkel bereikt kan worden door deel te nemen aan de praktijken van een specifieke community, in dit geval die van de schaakspelers. En dit deelnemen resulteert niet enkel in het verwerven van plezier als een good of excellence, de toenemende vaardigheden en kunde zijn op zichzelf ook goods of excellence. Deze goods of excellence kunnen alleen middels dergelijke gezamenlijke activiteiten verworven worden. Het plezier en de genoegdoening welke uit het gezamenlijk ondernemen voortkomen, kunnen niet in een winkel worden gekocht of van het internet worden gedownload. Om deze te verwerven is deelname aan een gedeelde praktijk essentieel.
32
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Een praktijk met een geschiedenis, een toekomst en de mogelijkheid om deel uit te maken van deze praktijk.
Het uitzonderlijke aan deze goods of excellence is dat ze door de gehele community gedeeld worden. Een vaardig gespeeld schaakspel is een genot voor zowel de winnaar, als de verliezer. als de andere leden van de schaak-community. Eenieder leert van een vaardig gespeeld schaakspel en zowel de leden, als het spel zelf ontwikkelen zich verder. McIntyre stelt dat middels de community en haar mechanismen tevens de deugden ontwikkeld kunnen worden. Sterker, het is enkel binnen de context van de praktijk van de community dat deugden ertoe doen, ze vereisen immers gedeelde doelen, regels en standaarden.41
Kortom, de community is niet enkel een factor welke essentieel is in de structurering van onze levens als individuen en voor de samenleving als geheel, deel uitmaken van een community is een activiteit welke een positieve invloed heeft op de kwaliteit van ons leven. Zoals de Amerikaanse wetenschapper Robert Putnam het stelt: Community connectedness is not just about warm fuzzy tales of civic triumph. In measurable and well-documented ways, social capital makes an enourmous difference in our lives.... social capital makes us smarter, healthier, safer, richer, and better able to govern a just and stable democracy42.
Nuancering van de nostalgische community In zoverre is het opgenomen zijn in een breder netwerk van anderen essentieel en een ware verrijking van de zelf. Maar de idee van de gemeenschap heeft ook minder rooskleurige kanten. Zo is er een spanningsveld tussen de community en het individualisme, verder is niet elke community even prachtig en lovenswaardig.
41 42
MacIntyre 1985: 188-191 Putnam 2000: 290
33
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Er zijn ook de nodige communities waar de communitie-mechanismen voor bedenkelijke activiteiten en doelen worden ingezet. Tenslotte is één van de belangrijkste kenmerken van de community, te weten de inclusiviteit, tegelijkertijd een gevaarlijke valkuil, omdat de inclusiviteit onherroepelijk vergezeld wordt door exclusiviteit. Deze negatieve aspecten van de community behoeven een nadere verduidelijking.
Individu vs. Community Allereerst is er het spanningsveld tussen het community denken en het individualisme. Deelname aan een community gaat gepaard met enige conformering aan de heersende groepsnormen. Hoe hechter de community, hoe groter de conformering is. Dit aanpassen aan de heersende moraal kan echter de individuele vrijheid bedreigen. Over het algemeen wordt de community veelal als slachtoffer van de toenemende individualiteit gezien. Communities lijden zogezegd een kwijnend bestaan door het toenemende individualisme, waarin eenieder enkel nog door de eigen wensen en behoeftes gedreven wordt. Ongemerkt wordt in deze visie individualisme meer en meer gelijk gesteld met egoïsme, zonder besef te hebben van de positieve zaken die ons dankzij het individualisme ten deel zijn gevallen. Eenieder is verschillend en wil de vrijheid om eigen keuzes te kunnen maken ten volste benutten, zonder al te veel bemoeienis van buiten. In plaats daarvan verwachten we enige tolerantie van anderen, ook als onze wensen en behoeftes niet overeen komen met die van anderen. Dat de tolerantie tegenwoordig zo groot is en dat we heden ten dage meer dan ooit de mogelijkheid hebben om deze individuele behoeftes en wensen te vervullen, ongeacht de mening van familie, buren en dorps- of landgenoten, is een aspect van onze maatschappij dat we niet graag zouden opgeven. Gevoelsmatig is er de nostalgische hunkering naar de feeërieke community, maar realistisch gezien is een terugkeer naar de ommuurde steden met gedeelde waardes, visies en religie en nagenoeg identieke levenslopen en verwachtingen onvoorstelbaar. Het individualisme, en de daarmee verbonden tolerantie, zijn immers nadrukkelijk deel uit gaan maken van zowel onze Gemeinschaften als van onze Gesellschaften. Ter 34
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
illustratie haalt de filosoof Beck hier de idee van het ‘doorsnee exotische alledaagse leven’ van zijn landgenoot Enzensberger aan: Sie äussert sich am deutlichsten in de Provinz. Niederbayerische Marktflecken, Dorfer in der Eifel, Kleinstadte in Holstein bevolkern sich mit Figuren, von denen noch vor dreissig Jahren niemand sich etwas traumen liess. Also golfspielende Metzger, aus Thailand importierte Ehefrauen, V-Manner mit schrebergarten, turkische Mullahs, Apothekerinnen in Nicaragua-Komitees, mercedesfahrende Landstreicher, Autonome mit Nio-Garten, waffensammelende Finanzbeamte, pfauenzuchtende Kleinbauern, militante lesbierinnen, tamilische Eisverkaufer, Altphilologen im Warentermingeschaft, Soldner auf heimaturlaub, extremistische Tierschutzer, Kokaindealer mit Braunungsstudios, Dominas mit Kunden aus dem hoheren Management, Computer Freaks, die zwischen kalifornischen datenbanken unhessischen Naturschutzparks pendelen, Schreiner, die goldene Turen nach Saudi Arabien liefern, Kunstfalscher, Karl-May-Forscher, Bodyguards, Jazz-Experten, Sterbehelfer und Porno-Produzenten.An die Stelle der Eigenbrotler und der Dorfidioten, der Kauze und der Sonderlinge is der durschschnittliche Abweichler getreten, der unter Millionen seinesgleichen gar nicht mehr auffalt.43
De community is nog steeds even essentieel voor de ontwikkeling van het individu maar tegelijkertijd mag deze community ons niet meer al te zeer remmen, laat staan belemmeren in het nastreven van onze persoonlijke doelen en individuele ontwikkeling. De gedeelde belangen en wensen van een community blijken in de praktijk al snel onverenigbaar met individuele behoeftes en keuzes. Een goed voorbeeld hiervan is het Overijsselse dorp Staphorst.
43
Beck & Beck-Gernsheim 1994: 76
35
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Deze streng gereformeerde community heeft zich in de loop der tijd enigszins weten aan te passen aan de veranderende moraal en gebruiken in de rest van het land maar desondanks heeft de religieuze community een zodanige invloed op het leven van de mensen die er deel van uitmaken dat het tot op heden een bijzondere enclave in Nederland blijft. Het conformeren aan de heersende moraal binnen deze community is inmiddels aan erosie onderhevig maar nog in 1961 werd ‘charivari’, oftewel een volksgericht, daadwerkelijk in dit dorp toegepast. Een koppel welke een buitenechtelijke verbintenis was aangegaan werd hiervoor gestraft door hen op een platte kar door het dorp te rijden. Met behulp van deze schandstraf werd het koppel publiekelijk gehoond voor hun individuele keuze, een keuze welke binnen de community niet viel te accepteren.44 Op deze wijze laat de community zich van een minder goede kant zien en toont aan dat de aan de community inherente mechanismen niet enkel vertrouwen en geborgenheid opleveren maar tevens kunnen leiden tot verregaande conformiteit en dwang.
In- vs. Uitsluiten Daarnaast wordt het rooskleurige beeld van de community genuanceerd zodra de inclusiviteit in nader ogenschouw genomen wordt. Het inclusieve karakter van de community is een van de meest bejubelde aspecten van de community. Dankzij de inclusiemechanismen van de community verwerven de leden een sense of belonging en wordt de community tot een nadrukkelijke vormgever van de eigen identiteit. Deze inclusie van de leden gaat echter gepaard met de exclusie van alle niet-leden en de gevolgen hiervan kunnen dwars tegen alle principes van het ‘communitydenken’ indruisen. Zoals Derrida het verwoord: Once you grant some privilige to gathering and not to dissociating, you leave no room for the other, for the radical otherness of the other, for the radical singularity of the other.45
44 45
Bergh 1980: 6 Pavlich 2004: 178
36
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Een beschouwing van de situatie vóór het ontstaan van de eerste strafrechtelijke systemen zal dit verhelderen. Tot de 11e eeuw was de bescherming tegen misdaad een persoonlijke aangelegenheid. Er was nog geen justitieel systeem, laat staan een politiemacht, eenieder was zijn eigen rechter. Het verzekeren van de eigen veiligheid was een heikele zaak, waarvoor de bescherming van de familie werd opgezocht. De familie was een brede kern van bloedverwanten die onder de leiding van een familiehoofd instond voor de veiligheid van al zijn leden. Naar buiten toe werd deze eenheid zo sterk mogelijk gepresenteerd, interne conflicten werden dan ook nooit ofte nimmer naar buiten gebracht. Daarnaast was het niet voldoende om enkel de leden te beschermen, wilde een familie haar leden daadwerkelijk veiligheid bieden dan was het van belang dat schending van de leden tevens werd gewraakt. Het devies hierbij was: allen voor één; familieleden stonden elkaar onvoorwaardelijk bij wanneer een lid onrecht was aangedaan door een lid van een andere familie. Uiteindelijk werd elk vergrijp automatisch aanleiding tot een vete tussen twee of meer families, en eerwraak en eigenrichting waren aan de orde van de dag. Dergelijke familieoorlogen kwamen slechts dan tot einde als één van de families volledig was uitgemoord of indien de families zich wisten te verzoenen, bijvoorbeeld door het sluiten van een huwelijk tussen verwanten van beide families. In deze situatie waren het enkel de leden van de sterke families die waarlijk veilig waren. Leden van zwakkere families waren genoodzaakt bondgenoten te vinden, waarbij de toename van de bescherming recht evenredig was aan de hoeveelheid nieuwe vijanden welke de bondgenoot inbracht. Uiteindelijk restte er, volgens de regel, ‘wie niet met ons is, is tegen ons’, nog slechts twee categorieën; de bondgenoten en de vijanden.46 Dit voorbeeld illustreert niet alleen de nood waaruit het strafrecht is geboren, maar verheldert tevens hoezeer ‘communities’ getypeerd worden door de eigen grenzen.
46
Monballyu 2006: 59-60
37
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Het inclusieve karakter van de community weerspiegelt zich immers naar een duidelijke exclusie van degene die geen deel uitmaken van de community. Die anderen zijn letterlijk ‘buitenstaanders’, ze staan erbuiten en maken uitdrukkelijk geen deel uit van de community. Soms ontstaat de community zelfs juist als een afzetten tegen een specifiek iets of iemand. Putnam geeft hiervan de volgende voorbeelden: Fraternity is most natural within socially homogeneous groups. Traditional southern white identity was forged in part in resistance to racial integration, Jews are unified by anti-Semitism, and some African Americans fear that integration might undermine racial solidarity. Social divisiveness is the central normative issue raised by communitarianism. Does ... community solidarity inevitably lead to the murderous hatred of Bosnia and Kosovo?47
De inclusiviteit van de community lijkt in de kiem onschuldig maar het is slechts een kleine stap naar buitensluiten en vervolgens uitdrijven.
Goed vs. Kwaad De factor van de community wordt over het algemeen als goed en onschuldig gezien. Bij community denken we aan een bloeiende groep waar mensen met respect en zorg behandeld worden. Een warme plaats waar men kan thuiskomen, welke in tijden van nood als opvangnet fungeert. Maar communities zijn niet altijd deze veilige thuishavens, laat staan onschuldig. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de zeer hechte communities van bendes. Bendes zijn in Nederland geen algemeen gegeven maar in de grote steden van de Verenigde Staten zijn ze een begrip. Bendes zijn zeer hechte groepen, Gemeinschaft zoals Tönnies het bedoelde. Er is een bepaald gedeeld gegeven dat de leden bij elkaar brengt, te weten misdaad en er is tevens sprake van een gedeelde moraal. Dat deze moraal over het algemeen als twijfelachtig bestempeld wordt doet niets af aan het feit dat de community van een bende dezelfde mechanismen als elke andere community kent.48 47 48
Putnam 2000: 361 Curry & Decker 2003
38
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Dat de community mechanismen evengoed binnen minder wenselijke communities functioneren wordt regelmatig buiten beschouwing gelaten. Daarnaast is het evenzeer goed mogelijk dat er binnen een community minder wenselijke mechanismen plaatsvinden. Machtsmisbruik, stigmatisering, dwang en controle zijn enkele voorbeelden van mechanismen, welke in communities aangetroffen kunnen worden. Juist ook in de omgeving van de communitie en in combinatie met de andere mechanismen van bijvoorbeeld de gedeelde moraal, kunnen deze negatieve mechanismen uitstekend gedijen. De Amerikaanse herstelrechtdenker Adam Crawford legt het als volgt uit: Communities are not the havens of reciprocity and mutuality, nor are they the utopias of egalitarianism, that some might wish. Rather, they are hierarchical formations, structured upon lines of differential power relations, most notably as feminists have argued, upon lines of gender, but also upon lines of ethnicity, age, class (if these social categories are not in themselves grounds for exclusion) and other personal attributes. Thus, the ‘moral voice of a community’ and the interests and values for which it speaks, are often not only exclusive and parochial, but also dominated and controlled by powerful elites.49
De veelzijdigheid van communities Tegenwoordig is de toepassing van de term community breed, de term kan zowel van toepassing zijn op een geografische community als op een interesse community en verder zijn er tegenwoordig ook nog de internet- en de micro communities. Al in 1974, nog voor de uitbreiding van de term dankzij de digitale revolutie, stelde Elias: ' it referred then and can still refer to villages of pre-industrial and predominantly agricultural societies. It can refer to villages in the less developed regions of more advanced industrial and urban societies. ... But it can also refer ... to suburban groups and estates of large cities in highly
49
Crawford 2002: 109-110
39
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
industrialized and urbanized societies. It can be applied to neighborhood groups, to groups of hippies, to religious or ethnic minorities, to student communities and to many other types of grouping even within the metropolitan cities50.
In principe zijn er twee verschillende categorieën van communities te onderscheiden, te weten de geografische community en de interesse community. Binnen deze laatste categorie is een onderverdeling mogelijk tussen fysieke communities en cyber-communities. Daarnaast is er nog de micro-community, de kleine, hechte kring van vrienden en familie, nauw verwant aan Tönnies Gemeinschaft des Bluten. De eerstgenoemde vorm van community, de geografische community, is eenvoudig uit te leggen, het is een community waarin de mensen op basis van fysieke nabijheid een community vormen. Het dorp, de wijk en de buurtvereniging zijn de bekendste vormen van geografische community. Binnen de interesse community is het gedeelde gegeven een bepaalde interesse. De meest voor de hand liggende voorbeelden van interesse communities zijn sportclubs en verenigingen. Maar ook beroep, religie, sexuele voorkeur en afkomst zijn kenmerken waarop een community gebaseerd kan zijn. Een recente verdeling van deze categorie is die van de fysieke community en de cyber-community. In de fysieke community staat het fysiek bijeenkomen centraal, binnen de cybercommunity staan de leden niet in fysiek, maar desondanks nauw, contact met elkaar, veelal via internet. Deze twee categorieën en haar onderverdelingen zijn niet strikt gescheiden, overlap is meer en meer aanwezig. Het gros van de leden van de lokale voetbalvereniging woont bijvoorbeeld in dezelfde buurt. Ook hebben geografische communities zoals buurtverenigingen meer en intensiever contact via cybertoepassingen.
50
Elias 1974: XII
40
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
De micro-community valt zowel onder de categorie van de geografische als de interesse community, de geografische verbinding ontstaat door de fysieke nabijheid van gezinsleden en door het gedeelde ‘bloed’ is er tevens sprake van een interesse community. De geografische nabijheid is echter geen vereiste, juist ook dankzij de cybertoepassingen is het eenvoudiger om een hechte micro-community te vormen zonder de fysieke nabijheid. De vraag waar de samenleving begint en de community ophoudt is hierbij niet altijd even eenvoudig, noch eenduidig te beantwoorden. Dit wordt tevens duidelijk uit voorgaande aspecten en voorbeelden. Hierin is niet altijd duidelijk of er expliciet en enkel naar de factor van de community verwezen wordt of dat de genoemde kenmerken en valkuilen tevens van toepassing zijn op de overkoepelende factor van de samenleving. In de context van deze scriptie is het ondoenlijk deze vraag te beantwoorden maar het is uit praktisch opzicht wel noodzakelijk enkele grenzen aan te geven. Deze grenzen worden dan tevens in plaats van een gegronde definitie gehanteerd. Het is immers niet eenvoudig een duidelijke definitie van de term community te geven, in het bijzonder in de context van deze scriptie, waarbij ook juist de veelzijdigheid van de community in de praktijk nader bekeken wordt. Sommige wetenschappers stellen zelfs dat het niet mogelijk is de term community afdoende te definiëren.51 Vandaar ook dat de grenzen van de toepassing van het begrip, en niet een exacte definiëring, als leidraad worden gebruikt. Binnen de context van deze scriptie wordt onder de term community een factor verstaan waarvan de micro-community de nauwste vorm en de geografische en interesse community de breedste vorm van community is. Met betrekking tot de laatste twee vormen wordt de grens gevormd door de omvang van de community. Zodra een bepaalde buurt de honderdduizend inwoners overschrijdt of een interesse community kent duizenden leden, dan is er binnen de context van deze scriptie geen sprake meer van een community maar van een samenleving. 51
Etzioni 1997: 127
41
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Conclusie Communities vormen een essentieel deel van onze maatschappij. Ze dragen bij aan de kwaliteit van zowel het leven van een individu als het bestaan van de samenleving. Zonder ingebed te zijn in een sociale context is het niet mogelijk te overleven, de community is vereist voor de ontwikkeling van taal en morele concepten. Middels de community verwerven we een gevoel van belonging en zijn we in staat om zogenaamde goods of excellence te bemachtigen en met elkaar te delen. Men dient echter waakzaam te zijn voor verheerlijking van de community. De normen en waarden van een community kunnen leiden tot een verregaande conformiteit. Hierdoor staat de community al snel op gespannen voet met de behoeften en wensen van de individuen. Daarnaast staat een community niet alleen voor inclusie maar ook voor exclusie. Verder is een vereniging van mensen niet per se goed, enkel en alleen al omdat ze een community vormen. Er zijn ook de nodige ‘slechte’ communities, waarin niet enkel sprake is van machtsmisbruik en verstoorde onderlinge verhoudingen, maar waarin tevens een ‘ongewenste’ moraal uitgedragen wordt.
De community is een dynamische factor, kent vele verschijningsvormen en is niet altijd even eenvoudig af te bakenen. Er is geen maatstaf die aangeeft waar de Gemeinschaft, oftewel de community, ophoudt en het Gesellschaft, zijnde de samenleving, begint. Het volgende hoofdstuk richt zich op de vraag welke rol de community in het juridische discours speelt. In welke hoedanigheid neemt de community deel aan de juridische praktijk en in hoeverre is deze deelname cultureel bepaald? Is het gehanteerde rechtssysteem van invloed op de deelname van de community en hoe wordt deze deelname verantwoord? Deze vragen worden in het volgende hoofdstuk beantwoord.
42
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
H3. Community binnen het juridische discours Inleiding Vooraleer de notie van de community nader wordt bekeken gaat de aandacht uit naar de plek van de community binnen het juridische discours. De manier waarop de community gezien wordt binnen het juridische discours is het centrale onderwerp van dit hoofdstuk. Hierbij is er vooral aandacht voor de meest voorname verschillen die er zijn in de interpretatie van de factor van de community tussen de twee dominante juridische systemen; te weten 'common law' en 'civil law'.
De geografische community als primaire focus Het scala aan communities is onvoorstelbaar groot maar binnen het juridische discours is de toepassing van het begrip community enigszins beperkt. Hierin is het primair de geografische community waar de aandacht naar uitgaat. Initiatieven die erop gericht zijn het rechtssysteem dichter bij de burger, de community, te brengen zijn zonder uitzondering op geografische communities gericht en hetzelfde geldt voor initiatieven waar de burgers worden betrokken bij de activiteiten van het rechtssysteem.52 Dit is zichtbaar als we nader kijken naar enkele juridische initiatieven die zich op de community richten. Internationaal is er bijvoorbeeld de neighbourhood watch, een initiatief van buurtbewoners die op toerbeurt door surveillance de veiligheid in de buurt trachten te verbeteren, en de neighbourhood mediation waar conflicten zonder juridische tussenkomst worden opgelost. In Nederland kennen we het project 'Justitie in de Buurt', dat het streven had de justitie beter zichtbaar te maken in wijken met ernstige veiligheidsproblemen. Gelijkaardige initiatieven zijn ook in andere landen te vinden, veelal onder de naam community justice centres.
52
Shapland 2008: 19
43
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
De specifieke rol van de community en de onderlinge verhoudingen tussen deze factor en het juridische systeem zijn echter niet zo eenduidig, er zijn internationaal de nodige verschillen qua perceptie en toepassing. Het Nederlandse 'Justitie in de Buurt' bijvoorbeeld, was voornamelijk gericht op een tijdige signalering van problemen en het verbeteren en intensiveren van de communicatie tussen instellingen die op het snijvlak van justitie werken.53 Gelijkaardige initiatieven, in bijvoorbeeld Australië en Zuid-Afrika, kennen een andere aanpak. Daar wordt ook werkelijk recht gesproken in de buurt, door professionele- maar ook door lekenrechters. Deze verschillen in aanpak komen voort uit de manier waarop in verschillende landen tegen het concept van de community wordt aangekeken. In bepaalde landen is de community een concept welke moeiteloos wordt toegepast, maar in andere landen wordt er met de nodige scepsis gekeken naar alles wat refereert aan een community.
De community op zijn Engels Het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld, is een land waar het concept van community binnen het juridische discours algemeen aanvaard is. Een belangrijke factor hierin is de specifieke indeling van taken en verantwoordelijkheden, waardoor het uitzetten van beleid grotendeels in handen van de veelal regionale politiekorpsen is. Deze korpsen zijn nadrukkelijk regionaal georganiseerd, ze hebben sterke regionale wortels en legitimeren zich ook nadrukkelijk als zodanig. Hierdoor worden de politiekorpsen, en het beleid dat ze uitzetten, niet als vreemd of opgelegd gezien.54 Deze sterke regionale korpsen verlagen niet enkel de drempel voor community participatie maar betrekken community groups tevens actief bij hun werkzaamheden. De meest dominante factor die aan de inbedding van de community in het Verenigd Koninkrijk bijdraagt is het rechtsprincipe dat eenieder door zijn gelijke wordt berecht.
53 54
Ministerie van Justitie 2005 Shapland 2008: 17
44
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Dit principe gaat ervan uit dat de berechting door een gelijke, een normaal, doorsnee iemand, eerlijker is dan een berechting door een professionele rechter die met afstand naar de situatie kijkt. Juist die afstand maakt het vanuit deze visie voor de rechter namelijk onmogelijk om daadwerkelijk begrip van, en inzicht in, de gehele situatie te kunnen verwerven. Vanuit dit idee verdient een berechting door de kruidenier op de hoek de voorkeur boven een berechting door een rechter. Dit wil niet zeggen dat in het Verenigd Koninkrijk het gros van de zaken door gelijken, oftewel leken en community members, worden beoordeeld. En ook het gebruik van jury's is niet zo wijdverbreid als menige misdaadserie ons doet geloven. Toch is het aandeel van Jan Modaal aanzienlijk veel groter in het rechtssysteem van landen als het Verenigd Koninkrijk,de Verenigde Staten, Canada en Nieuw-Zeeland. Dit heeft een positief effect op de acceptatie en de invloed van communities in deze landen.55
De community op zijn Continentaals Niet overal is de community echter zo stevig verankerd als in het Verenigd Koninkrijk. De meeste Europese landen hebben grote moeite met de term community. Zoals de Vlaamse herstelrechtdenker Lode Walgrave het stelt: the European perspective is that confidence in community seems rather naïve, and perhaps even dangerous. Communities are not always available, nor are they always good.56
Zo is de Franse term voor community in het land van oorsprong zwaar beladen met negatieve connotaties. Het gelijkheidsbeginsel, het principe dat eenieder gelijk wordt behandeld, is een van de belangrijkste principes van het Franse recht. En voor de Fransen staat het concept van de community te zeer op gespannen voet met het gelijkheidsbeginsel.
55 56
Shapland 2008: 26 Walgrave 2003a: 495
45
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Community riekt voor hen niet alleen naar voorkeursbehandelingen voor specifieke groepen, het is naar hun beleving een vreemde, niet passende factor die kunstmatig tussen de burger en de overheid geplaatst wordt. Rechtspreken en handhaven horen thuis in de handen van de overheid en er is geen behoefte aan de kunstmatige creatie van een community om zodoende overheid en burgers nader bij elkaar te brengen.57 In Nederland is er sprake van een gelijkaardige situatie als in Frankrijk. Het is van belang dat er een niet al te grote kloof ontstaat tussen de samenleving en haar burgers enerzijds, en het strafrechtsysteem anderzijds, maar de community wordt niet als een instrument gezien waarmee deze kloof kan worden gedicht. Binnen het Nederlandse perspectief is er een groter vertrouwen in de factor van de staat dan in de Angelsaksische landen. Het burgerschap is een belangrijk goed, met alle rechten en plichten die erbij horen. Het is in het licht van het burgerschap, en niet zozeer dat van de community, waarin initiatieven zoals het herstelrecht gezien worden.58 Daarnaast wordt de oplossing voor de kloof tussen burger en rechtssysteem onder andere gezien in een meer helder en uitgebreider gemotiveerd vonnis, om zodanig de rechtspraak begrijpelijker en inzichtelijker te maken voor leken.59 Verder wordt het uitoefenen van rechtspraak op een lokaal niveau, het zogenaamde 'proximity justice' als een oplossing gezien, de 'Justitie in de Buurt' projecten zijn een voorbeeld van deze 'proximity' aanpak. De community als actieve actor blijft echter ook in deze vernieuwing buiten beschouwing. Het project is gericht op het dichterbij brengen, de community zelf wordt niet actief bij de activiteiten betrokken. Daarnaast is het karakter van het Nederlandse rechtssysteem van zodanige aard dat de roep om lekenrechtspraak, waar herstelrechtelijke en andere community initiatieven onder vallen, zo goed als ongehoord is. De invoering van daadwerkelijke lekenrechtspraak is in Nederland zo goed als onvoorstelbaar. 57 58 59
Shapland 2008: 8 Walgrave 2003a: 496 Bosch & Stolwijk 2006: 1261
46
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Niet alleen maakt lekenrechtspraak nauwelijks onderdeel uit van de Nederlandse geschiedenis, invoering daarvan impliceert tevens een ingrijpende wijziging van het Nederlandse strafprocesrecht.60 Belangrijker nog is dat de Nederlandse samenleving het professionele karakter van het rechtssysteem na aan het hart is. Rechtspreken en -handhaven is een taak die niet licht opgenomen mag worden, en aangezien eenieder recht heeft op de best mogelijke behartiging van belangen dient dit niet aan leken overgelaten te worden, is de Nederlandse opvatting.61 In Angelsaksische landen is men meestal een stuk huiveriger voor professionalisering. Zo is in die landen een aanzienlijk deel van de community organisaties welke herstelrechtelijke praktijken aanbieden zeer sceptisch over professionalisering of standaardisering van de werkzaamheden.62 Het aspect van de community vertegenwoordiging en de intieme banden die ontstaan tussen de coördinator en de deelnemers worden aangetast door verplichte trainingen en een bepaalde mate van standaardisering. Zij zijn van mening dat de professionaliteit de diversiteit smoort en zorgt voor een prefab-aanbod van herstelrecht.63
Common en civil law De geconstateerde verschillen tussen de diverse landen komen niet enkel voort uit nationale verschillen. Ook het in een land gehanteerde rechtssysteem is van grote invloed op de rol van de community binnen dit systeem. Wereldwijd zijn de rechtssystemen onder te verdelen in grofweg drie soorten recht, te weten civil law, common law en religieus recht. Laatstgenoemde blijft hier buiten beschouwing, de toepassing ervan beperkt zich tot islamitische landen welke geen onderdeel van dit scriptie vormen. Civil law is het meest dominante rechtssysteem.
60 61 62
63
Roos, De 2006 Shapland 2008: 12 Zelf heb ik dit aan den lijve kunnen ondervinden tijdens mijn stage aan het Restorative Justice Centre in Nieuw Zeeland. Dit academische centrum werd door de 'practitioners' met de nodige argwaan en skepsis bekeken. Bartkowiak & Jaccoud 2008: 225-226
47
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Common law kent haar oorsprong in Engeland en wordt, op een enkele uitzondering na, toegepast in alle voormalige kolonies van dit land, waaronder de Verenigde Staten, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland. Simpel gesteld ligt de distinctie tussen civil en common law erin dat binnen het civil law het geschreven recht de dominante factor is terwijl binnen het common law het precedent de dominante factor is. Dit laatste wordt ook wel het ‘gewoonterecht’ genoemd. Binnen het common law ligt de focus dan ook niet zozeer de geschreven regels als meer op de rechterlijke uitspraken. Dit onderscheid heeft gevolgen voor alle aspecten van het juridische discours. Met betrekking tot de community is er, zoals al geconstateerd, binnen het common law systeem een nadruk op de community die binnen het civil law systeem ontbreekt. Eenzelfde geldt voor de inbreng van leken, de impact van leken op het rechtssysteem is afhankelijk van het toegepaste systeem, het common law systeem biedt veel meer ruimte en mogelijkheden voor lekeninbreng dan het civil law systeem.64
Conclusie Binnen het juridische denkkader, afhankelijk van het specifieke land en het toegepaste rechtssysteem, kan de community op zeer diverse manieren worden geïnterpreteerd. Opvallend hierbij is dat de interpretatie van gelijkaardige rechtsprincipes tot radicaal verschillende uitkomsten kunnen leiden. Elk land wenst de best mogelijke berechting voor haar verdachten, maar wat precies onder de best mogelijke rechtsuitvoering valt verschilt. Een belangrijk onderscheid bestaat er tussen de landen met een civil law praktijk en de landen met een common law praktijk. In het Verenigd Koninkrijk is bijvoorbeeld berechting door een gelijke het hoogste goed. In landen als Frankrijk en ook Nederland is men echter van mening dat de berechting juist in de handen van een professional thuishoort. De rol van de community is niet uniform, maar afhankelijk van de culturele en juridische context.
64
Vanfraechem 2003: 324
48
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Wel wordt in beide discoursen de community unaniem als een geografische community gezien. Voor andere vormen van de community is binnen het juridische discours geen ruimte
De vraag is in hoeverre die verschillende interpretaties gevolgen hebben voor de inhoud en praktijk van het van oorsprong Angelsaksische herstelrecht in een Nederlands juridisch discours. En daarnaast welke specifieke functies de community in het herstelrecht heeft en hoe die functies worden ingevuld. De beantwoording van deze vragen is onderwerp van het volgende hoofdstuk.
49
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
H4. Concepten van community in de theorie van het herstelrecht Inleiding De community is geen eenvoudig te definiëren of af te bakenen begrip. Ook binnen het wetenschappelijke herstelrechtelijke discours is men hiervan bewust. De Vlaamse herstelrechtdenker Lode Walgrave stelt dan ook dat: ...the more restorative justice reflection goes beyond practice and aims at developing a coherent theory, the more community is hard to define and to theorize. Trancending the inspiration of practitioners to build workable theoretical concepts clearly reveals the weaknesses of the notion of community. Trying to develop a fully-fledged systemic restorative response to criminality comes up against the unresolvable fluidity of the notion, and thus the impossibility of its use in even a minimally formalized system.65
Het herstelrecht is ontstaan uit de praktijk, de theorie is er later omheen gevormd, met betrekking tot het concept van de community is dit duidelijk zichtbaar. Daarnaast is er echter ook de tendens waarneembaar dat de praktijk niet altijd waar kan maken wat in de theorie wordt beloofd. Dit hoofdstuk gaat nader in op de theorie van de community binnen het herstelrecht, met als doel een evaluatie van het theoretische begrip community. Allereerst zullen enkele centrale community noties uit de herstelrechtelijke theorie uiteengezet worden. Hierbij wordt zowel gekeken naar de vorm, als de taken, van de community binnen het herstelrecht. In het eerste hoofdstuk is het aspect van de community binnen het herstelrecht reeds kort besproken. De community is een essentiële pijler binnen het herstelrecht, wat precies bedoeld wordt met de factor community is echter niet altijd even duidelijk.
65
Walgrave 2002b: 73
50
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
De community heeft binnen het herstelrecht niet één specifieke betekenis of taak, maar wordt in meerdere hoedanigheden toegepast met verschillende functies. In het tweede deel van dit hoofdstuk zal dieper worden ingegaan op betekenis en taak van de community in het herstelrecht.
Concepten van community De in het tweede hoofdstuk genoemde vormen van community zijn ook binnen het herstelrechtelijke discours bekend, en de nodige wetenschappelijke discussies vinden plaats rondom de vraag naar welke soort community daadwerkelijk gerefereerd wordt binnen het herstelrecht. De meest algemene vorm van community, te weten de geografische community, is de community waar Nils Christie in 1977 naar refereerde in zijn artikel over de ‘gestolen conflicten’. Het was de geografische community die de afhandeling van delicten in handen diende te krijgen, volgens Christie, het liefst in de vorm van zogenaamde community rechtbanken. Het gros van de herstelrechtdenkers is echter van mening dat de geografische community tegenwoordig te zwak is om daadwerkelijk partij binnen een herstelrecht-activiteit te zijn.
Als oplossing voor dit dilemma stelt de Amerikaanse herstelrechtdenker Paul McCold voor dat de nadruk niet moet liggen op de geografische community maar juist op de micro-community. McCold heeft het hier dan niet enkel over het bij elkaar brengen van de micro-communities van zowel dader als slachtoffer. Hij is van mening dat juist door het gepleegde delict en de erop volgende herstelrechtbijeenkomst, een unieke micro-community ontstaat. Slachtoffer, dader en hun naasten worden binnen een herstelrechtbijeenkomst door de krachtige aan het systeem inherente mechanismen bij elkaar gebracht in een adhoc microcommunity.
51
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Oftewel, de community is vóór het delict en de herstelrechtbijeenkomst plaatsvinden niet te definiëren en bestaat uit allen die geraakt zijn door de het delict en aan de bijeenkomst deelnemen.66 Deze oplossing is een soort van ‘kip of ei’ redenering, het is uiteindelijk nog steeds niet duidelijk welke actoren nu daadwerkelijk de community representeren, het zijn volgens McCold simpelweg de mensen die zich aangesproken voelen en nauw bij het delict betrokken zijn. Mede vanwege de vage definiëring van deze adhoc community
kent McCold's idee
nauwelijks navolging in de herstelrechtelijke literatuur.
De Britse herstelrechtdenker Gerry Johnstone is van mening dat er nog steeds sprake is van hechte communities, maar dat ze worden opgemaakt uit individuen welke een hechte inter-persoonlijke relaties hebben die niet geografisch hoeven te zijn. Johnstone heeft het hier over de micro-communities in ruime zin. Het zijn communities opgebouwd uit vrienden en familie, maar ook zeer hechte interesse communities vallen volgens Johnstone onder deze categorie en zijn een geschikte vorm van community binnen het herstelrecht.67 Deze mening wordt niet door alle herstelrechtdenkers unaniem gedeeld. In werkelijkheid is de vraag in hoeverre de macrocommunity bij de herstelrechtelijke activiteiten dient te worden betrokken, een voortdurend punt van discussie binnen het herstelrechtelijke discours. De Nederlandse abolutionist Herman Bianchi bijvoorbeeld, ziet het beperken van de herstelrechtelijke praktijk tot de microcommunity als zijnde te privaat en te ver van de community verwijderd.68 Johnstone geeft toe dat de praktijk van het herstelrecht te weinig recht aan de factor van de community doet. Hij stelt dat er de laatste jaren veel verbeterd is maar dat desondanks de community nog steeds een vaag ideaal is binnen het herstelrechtelijke discours.
66 67 68
McCold & Wachtel 1998: 299 Johnstone 2003: 250-251 Bianchi 1985: 63-65
52
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Walgrave sluit zich qua concept van community aan bij de communitaristen. Er zou niet zozeer naar de fysieke concepten als meer naar de idealen van de community moeten worden gekeken. Oftewel, de sociale normen en waardes die aan de community inherent zijn, zoals respect, solidariteit, wederzijds begrip en vertrouwen.69 Walgrave sluit zich hierbij aan maar stelt tevens dat het communitarisme een zodanig rijk scala aan variaties herbergt dat het een riskante oplossing blijft, de dreiging van absolutisme ligt om de hoek.70
De Amerikaanse herstelrechtdenker Pavlich is van mening dat het begrip community zodanig problematisch is dat het begrip het beste volledig kan worden vervangen binnen het herstelrecht. Hij ziet een oplossing in het concept van de ‘hospitality’, oftewel de gastvriendelijkheid. Dit voorstel is vooral ook een reactie op het exclusiegevaar dat inherent is aan het concept van de community. Door niet vanuit de community maar vanuit de gastvriendelijkheid te denken wordt eenieder, ongeacht de community waar hij van afkomstig is, als een gast verwelkomt en op die manier ingesloten in het samenzijn. Helaas brengt Pavlich dit voorstel enkel als een theoretisch idee en blijft onduidelijk hoe het concept van de gastvrijheid in de praktijk gehanteerd kan te worden.71
Voorgaande uiteenzetting laat zien dat er bij lange na geen consensus is over de specifieke vorm en taken van de community binnen het herstelrechtelijke discours, dit ondanks de voortdurende stroom aan publicaties. Betekent dit dat de mogelijkheden van het herstelrecht zodanig door de onduidelijkheid van de gebruikte concepten worden ingeperkt dat het herstelrecht een onwerkbare aanpak blijft? Zo dramatisch is het niet, om met de woorden van de Britse herstelrechtdenkster Mara Schiff te besluiten: In essence, it seems that rather than denying the possibilities of restorative justice, these concerns highlight the need to further discuss and distinguish who 69 70 71
Walgrave 2004: 68-69 Weisberg 2003: 343-347 Pavlich 2004: 178-180
53
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
and what falls under the umbrella of community and how and to what degree such entities can be powerfully incorporated into the justice process.72
Welke functies heeft de community binnen het herstelrecht? De community speelt als derde pijler binnen het herstelrechtelijke discours een onmisbare rol. Lode Walgrave heeft de herstelrechtelijke literatuur erop nagekeken en is tot drie cruciale functies gekomen.73 Volgens Walgrave dient de community binnen het herstelrecht als ondersteuning, als instrument om schaamte en berouw op te roepen, en als indirect slachtoffer. Een ander essentieel aspect aan de community, welke Walgrave uit de literatuur wist te destilleren, is dat herstelrechtelijke praktijken deze community tevens versterken. Elk van deze aspecten verdient een nadere uitleg.74
De community als kring van naasten Ten eerste is de community een extensie van zowel dader als slachtoffer. Zowel dader als slachtoffer worden aangespoord om hun naasten mee te nemen naar een herstelrechtbijeenkomst. Deze community van naasten; familie, partner, vrienden en anderen waarmee men in nauw contact staat, staat bekend onder de noemer ‘micro-community’, ook wel de ‘community of care’ genoemd. Deze microcommunity bestaat uit de mensen wier mening en welzijn er het meest toe doen. Het is deze micro-community die de benodigde persoonlijke, emotionele en materiële zorg en ondersteuning verleent die het ons mogelijk maakt om traumatische ervaringen te verwerken. Tegelijkertijd zijn het ook deze personen die we het meest raken bij het overschrijden van de norm. Het vertrouwen wordt aangetast en de gevoelens van schaamte kunnen groot zijn. 75 In deze hoedanigheid is de community geen op zichzelf staande pijler binnen het herstelrechtelijke proces maar een verlengstuk van dader en slachtoffer.
72 73 74 75
Schiff 2004: 329 Walgrave 2002: 75 Walgrave 2002: 79 McCold 1996: 156
54
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
De micro-community leidt evenzeer onder het delict als slachtoffer en dader, en binnen het herstelrechtelijke proces is het dan ook zaak om zowel slachtoffer, als dader, als de micro-community, en de onderling bestaande relaties, waar mogelijk te herstellen.
De community als moreel kompas De community wordt binnen het herstelrecht ook instrumentaal gebruikt, en wel om de dader op zijn schuld en verantwoordelijkheden aan te spreken. De community kan dankzij haar normatieve overredingskracht als geen ander de dader op zijn sociale verantwoordelijkheid wijzen. De staat en haar rechterlijke apparaat staat voor deze taak simpelweg te ver van de dader af. De community kan de dader de impact van zijn daden doen inzien en heeft directe invloed op de bereidwilligheid van het dader om daadwerkelijk herstel mogelijk te maken.76 Het hieraan gelieerde concept van de reintegrative shaming is in het eerste hoofdstuk reeds kort besproken. McCold en Wachtel hebben de kern van dit concept trefzeker weten te verwoorden: For community justice initiatives to be effective they must capitalize on the fact that people act in a certain way because they want to avoid experiencing the external shame of disapproval by people they care about and because of the internal shame experienced through conscience. Conscience is largely developed through a maturation process in which the behavioral values of interdependence become internalized. Where conscience is not fully developed, approval of others is the primary motivator, not punishment or fear of punishment.77 Oftewel, de community kan als een informeel sociaal controlemechanisme dienen door het creëren, versterken en herstellen van onderlinge banden en door het stimuleren van het vergroten van de interne controle en het geweten.78
76 77 78
Johnstone 2002: 151 McCold & Wachtel 1998: 296 idem
55
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Communities hebben een gedeelde waarden- en normenset en de leden worden aangespoord deze eigen te maken en toe te passen. Dat het juist de community en bijvoorbeeld niet de samenleving of de staat is die dergelijke processen kan bewerkstelligen, komt doordat deze factor het dichtste op het individu staat.79 Onduidelijk aan dit aspect is welke community hier daadwerkelijk mee bedoeld wordt. Het concept van de ‘integrative shaming’ werkt het beste met de naasten van slachtoffer en dader, oftewel de zogenaamde micro-community. Als er echter ook vertegenwoordigers van de wijdere community bij een herstelrechtbijeenkomst aanwezig zijn, is het de vraag in hoeverre deze actoren daadwerkelijk een proces van re-integrerende schaamte weten te bewerkstelligen. Onderzoek uit Australië heeft aangetoond dat onbekende deelnemers aan de herstelrechtbijeenkomst nauwelijks bijdragen aan de gevoelens van schaamte en berouw bij de dader.80
De community als slachtoffer Verder is de community, naast het slachtoffer en de dader, ook een van de ‘stakeholders’ binnen het proces. Deze community wordt niet als een primaire maar als een secundaire stakeholder gezien. De gevolgen van de daad beperken zich niet enkel tot het slachtoffer, de dader en hun directe omgeving, ook de community wordt geraakt door het delict, zij het niet zo direct en aangrijpend als de primaire stakeholders.81 Het gepleegde delict veroorzaakt onrust en tast het veiligheidsgevoel van haar leden aan. Hierbij wordt gerefereerd naar een geografische community, bijvoorbeeld een buurt of een wijk, de andere vormen van community blijven in dit aspect buiten beschouwing. Bij het oplossen van dit slachtofferschap van de geografische community is zowel een taak voor de dader als voor de community zelf weg gelegd. Door het toegeven van zijn fouten bevestigd de dader zijn deelname aan de community en accepteert hij de heersende moraal van de community.
79 80 81
Ashworth 2002: 582 Zernova 2007: 96 McCold 1996: 161
56
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Wanneer de dader oprechte excuses aanbiedt en poogt de situatie te herstellen is het aan de community om de dader (weer) in haar midden op te nemen en te accepteren.82
De community als overwinnaar Tenslotte wordt de community binnen het herstelrecht ook als een doel op zichzelf gezien. Herstelrechtelijke activiteiten zijn erop gericht om sociale relaties te herstellen en de participatie van verschillende partijen te bevorderen. Hiermee is de herstelrechtelijke aanpak een instrument waarmee de community haar zelfregulerende capaciteiten kan vergroten. Op deze wijze werken herstelrechtelijke praktijken mee aan gezonde en sterke communities, waarin de leden zich veilig en op hun gemak voelen.83 Het herstelrecht is in deze hoedanigheid een instrument waarmee uiteindelijk de communities zelf versterkt worden. Gerry Johnstone citeert Cayley die stelt dat: Community...is made from conflict as much as from cooperation; the capacity to resolve conflict is what gives social relations their sinew. Professionalizing justice ‘steals the conflicts’, robbing the community of its ability to face trouble and restore peace. Communities lose the confidence, their capacity and finally their inclination to preserve their own order. They become instead consumers of police and court ‘services’, with the consequence that they largely cease to be communities.84
In deze visie doet het er niet toe hoe vitaal de community daadwerkelijk is, integendeel, hoe zwakker de community, des te groter is de behoefte aan herstelrechtelijke praktijken waarmee het gevoel van communiteit nieuw leven kan worden ingeblazen. Zoals Nils Christie het in 1977 verwoordde: ...one of the major ideas behind the formulation ‘Conflicts as Property’ is that it is neighbourhood-property. It is not private. It belongs to the system. It is
82 83 84
Roche 2003: 29 Walgrave 2002b: 75 Johnstone 2002: 152
57
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
intended as a vitaliser for neighbourhoods. The more fainting the neighbourhood is, the more we need neighbourhood courts as one of the many functions any social system needs for not dying through lack of challenge85. Deze theorie klinkt mooi maar de praktijk heeft tot op heden nog niet kunnen aantonen dat herstelrechtelijke praktijken daadwerkelijk een versterkend effect op de community hebben.
Enkele kanttekeningen Uit voorgaande blijkt dat de community een aantal belangrijke functies binnen het herstelrecht vervult. Zo is de community in de vorm van de micro-community tot steun voor dader en slachtoffer. Dezelfde micro-community is ook de factor welke essentieel is voor de zogenaamde reintegrative shaming. Verder wordt de community als een slachtoffer van het delict gezien. Daarnaast wordt het herstelrecht tevens gezien als een versterker van de community. Er dienen echter ook enkele kritische kanttekeningen geplaatst te worden met betrekking tot de praktijk van de community binnen het herstelrecht.
Allereerst dient opgemerkt te worden dat de betrokkenheid van de community in de praktijk niet altijd even vanzelfsprekend en eenvoudig is. Het mobiliseren en activeren van de community kan in de praktijk een ware uitdaging zijn, vooral ook juist in die communities waar herstelrecht er het meest toe doet. De bereidheid tot deelname is over het algemeen het grootst in welvarende, goed georganiseerde communities met lage criminaliteitscijfers. De noodzaak is echter het grootst in de minder sterke communities, waar de criminaliteitscijfers hoog en de inkomens laag zijn. Het is namelijk juist in die communities waar de mechanismen van het herstelrecht een significante invloed kunnen hebben op de moraliteit van het individu.86
85 86
Christie 1977: 12 Crawford 2002: 109
58
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Crawford drukt dit helder uit: yet the central paradox by a century of research into community crime prevention remains that community responses to crime are easiest to generate in exactly those areas where they are least needed and hardest to establish in those where the need is the greatest.87 Meest problematisch zijn echter de risico's die aan de deelname van de community kleven. Het is niet vanzelfsprekend dat de community ook daadwerkelijk een herstelgerichte aanpak kent. Zo werd enkele jaren geleden tijdens een herstelrechtbijeenkomst in Canberra, Australië, door de deelnemers besloten dat de dader ter herstel een T-shirt diende te dragen met daarop de tekst 'I am a thief'. Ondanks dat de verschillende stakeholders een actieve bijdrage aan de bijeenkomst leverde, leidde dat in dit voorbeeld niet automatisch tot een herstelrechtelijk gewenste uitkomst. Braithwaite, van wie dit voorbeeld afkomstig is, stelt dan ook dat: if we have a conference in which all of the parties with a stake in the offense participate actively and it is decided to boil the offender in oil and criticize the victim for bringing the trouble on herself, for outcome reasons we would not want to say the conference was restorative.88
De vraag hierbij is hoe om te gaan met verschillende morele standaarden. Academische herstelrechtdenkers hebben een duidelijke moraal voor ogen als ze schrijven over de herstelrechtelijke praktijk. Maar het staat niet zondermeer vast dat de communities die met herstelrechtelijke praktijken aan de slag gaan, eenzelfde moreel referentiekader kennen. De empowering (bekrachting) van de community staat hierbij duidelijk op een gespannen voet met de herstelrechtelijke doelen.89
87 88 89
Crawford 1998: 159 Zernova 2007: 51 Zernova 2007: 51-52
59
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Conclusie Binnen het internationale herstelrecht-discours is er vooralsnog geen overeenstemming over de precieze rol en hoedanigheid van de community. De belangrijkste functies welke uit de herstelrechtelijke literatuur naar voren komen zijn die van de community als steun, als indirect slachtoffer en als instrument om schaamte en berouw op te roepen. Daarnaast stelt ook menig herstelrechtprogramma dat het de community weet te versterken, echter een wetenschappelijke onderbouwing van deze bewering blijft vooralsnog uit. Deze drie genoemde functies tonen aan dat de community een cruciale rol in het herstelrecht kan spelen, maar tegelijkertijd zijn er echter ook enkele valkuilen waar men waakzaam voor dient te zijn. Zo is de betrokkenheid van de community niet altijd even vanzelfsprekend en is het tevens mogelijk dat de community niet de rijke bron van herstelrechtelijke waarden en normen is welke men verwacht aan te treffen.
In het volgende hoofdstuk richt de aandacht zich op de praktijk van het herstelrecht en de rol die de community daarin speelt. In de theorie is de factor en de rol van de community niet altijd even helder, is sprake van eenzelfde situatie in de praktijk of geeft deze praktijk ons juist duidelijke richtlijnen met betrekking tot de entiteit van de community?
60
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
H5. De community in de praktijk van het herstelrecht Inleiding In het herstelrechtelijke discours is er volop discussie over de functie en de plaats van de community binnen het herstelrecht. In dit hoofdstuk wordt nader naar de praktijk van het herstelrecht gekeken en de rol die de community daarin speelt. Op welke manieren wordt de community in de praktijk vertegenwoordigd, welke verschillen zijn er in de diverse herstelrechtpraktijken en welke community wordt in de praktijk van het herstelrecht vertegenwoordigd? Allereerst zal de aandacht zich richten op de praktijk van het Angelsaksische herstelrecht. Hierbij zullen tevens de specifieke community gerelateerde aspecten van de diverse vormen ter sprake komen. Vervolgens wordt er naar de situatie in Nederland en Vlaanderen gekeken en naar de wijze waarop de factor van de community in de Nederlandstalige landen vertegenwoordigd wordt. In het volgende hoofdstuk is het vervolgens mogelijk beide analyses te vergelijken om zodanig antwoord te kunnen geven op de vraag hoe de vertaalslag in de praktijk plaats vindt.
De community in het Angelsaksische herstelrecht Binnen het academische discours is er volop aandacht voor de rol van de community binnen het herstelrecht. Maar in hoeverre vertaalt deze theoretische nadruk op de community zich naar de praktijk van het herstelrecht? Hoe betrek je nu daadwerkelijk een community bij herstelrechtelijke activiteiten? Een community is geen tastbare factor, wie is het dan die de community vertegenwoordigd binnen de herstelrechtelijke praktijk? Uit voorgaande is reeds gebleken dat traditionele juridische initiatieven gericht op de community, zonder uitzondering op de geografische community gericht zijn.90 Binnen het herstelrecht is er echter vooral een nadrukkelijke rol voor de micro-community weggelegd.
90
Zie hiervoor het hoofdstuk: Community in het juridische discours (vanaf pagina 43)
61
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Hoe werkt dit in de praktijk? Is er voor de geografische community ook een rol weggelegd en zoja, hoe wordt deze geografische community vertegenwoordigd?
Met Jan van de buurtvereniging om de tafel In het Angelsaksische herstelrecht wordt de geografische community voornamelijk gerepresenteerd door zogenaamde community groups , of andere NGO's. Dit zijn groepen die vanuit een specifieke insteek in en voor een bepaalde community opereren. Vooral kerkelijke gemeenschappen zijn, niet onbegrijpelijk, actief binnen het herstelrecht.91 Daarnaast zijn ook organisaties op het gebied van jongeren- en buurtwerk vertegenwoordigd. Binnen het herstelrechtelijke discours wordt de community veelal gelijkgesteld met deze community organisaties.
Als overkoepelende internationaal opererende organisatie levert vooral de christelijke organisatie Prison Fellowship International een grote bijdrage aan de praktijk van het herstelrecht. Via lokale afdelingen biedt deze organisatie herstelrechtelijke activiteiten aan in onder andere de Verenigde Staten, Canada, Nieuw-Zeeland en Australië. In de activiteiten van de Prison Fellowship wordt de factor van de community vertegenwoordigd door de leden van de lokale afdelingen. Deze leden coördineren op vrijwillige basis herstelrechtbijeenkomsten in hun regio. Daar het zwaartepunt van de activiteiten van Prison Fellowship op gedetineerden ligt, gaat het veelal om bijeenkomsten waarbij de dader in detentie zit en de herstelrechtbijeenkomst plaats vindt in een penitentiaire inrichting.92
Het gros van de op de community georiënteerde herstelrecht-initiatieven werkt op eenzelfde manier als Prison Fellowship. Lokale organisaties leveren vrijwilligers aan, die na enige bijscholing als herstelrechtcoördinatoren aan de slag gaan. Deze bijeenkomsten vinden meestal plaats op de locatie waar de community organisatie gevestigd is, zoals een buurtcentrum of een kerk. 91 92
Johnstone 2007: 512 Kurki 1999: 265
62
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
De vrijwillige herstelrechtcoördinatoren verzorgen de voorbereiding, begeleiding en nazorg van de herstelrechtbijeenkomst. De vrijwilliger heeft over het algemeen geen inhoudelijke rol, binnen een FGC of de VOM is het immers van essentieel belang dat het proces in de handen van de deelnemers en niet de organisatoren is. De taak van de coördinatoren blijft beperkt tot het informeren, voorbereiden en faciliteren. Over het algemeen ontvangen de organisaties hier een financiële onkostenvergoeding voor, de coördinatoren zelf werken veelal op vrijwillige basis. Deze vergoeding komt van staatswege, bijvoorbeeld middels een subsidie van het ministerie van justitie of de lokale overheid.93 De meeste organisaties die herstelrechtelijke praktijken aanbieden, werken met een klein aantal betaalde krachten voor de organisatie achter de schermen, en een groep vrijwilligers voor het werk in het veld.
Inzoomen op slachtoffer en dader In al deze initiatieven, waarin lokale organisaties de coördinatie van de herstelrechtbijeenkomsten op zich nemen, is de functie van de community gericht op ondersteuning, facilitering en continuïteit van het herstelrecht. De functies van de community als slachtoffer en als moreel kompas komen binnen deze aanpak niet aan bod, deze functies zijn voorbehouden aan de micro-communities. Bij de Victim Offender Mediation (de VOM), de meer mediërende vorm van herstel, ontbreekt zelfs de micro-community van slachtoffer en dader. Binnen deze vorm is het mogelijk dat een partner of naaste ter ondersteuning met de dader of het slachtoffer meekomt naar de bijeenkomst, maar het is niet de bedoeling dat deze persoon een actieve inbreng in het proces heeft. Binnen de VOM is de aandacht puur op het slachtoffer en de dader gericht, de secundaire stakeholders van naasten en de verdere community, blijven in deze aanpak buiten beschouwing.94
93 94
Alberta Solicitor General and Public Security 2007 Zernova 2007: 8
63
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Kijken naar het grote geheel Een herstelrecht-initiatief waarin de community een meer actieve rol speelt, is de cirkelmethode. Bij deze methode staat het eenieder van de geografische community vrij om actief deel te nemen. Door middel van buurtblaadjes, maar ook door het geven van presentaties door vrijwilligers, worden leden van de community uitgenodigd om deel te nemen aan een cirkelbijeenkomst. De coördinatie is telkens in handen van een getrainde vrijwilliger uit de community.95 In de cirkelmethode worden de leden van de community aangespoord om actief deel te nemen aan het proces, bijvoorbeeld door oplossingen aan te dragen. Leden van de community hebben een significante inbreng met betrekking tot de besluitvorming, implementatie en naleving. Bijzonder aan de cirkelmethode is dat de analyse van de groep zich niet beperkt tot het delict zelf, maar tevens kijkt naar overstijgende problemen in de community die deels debet zijn aan het delict en hier actief oplossingen voor zoekt.96 Dit brede blikveld is tevens de reden waarom leden van de community binnen deze aanpak een actieve rol spelen. De nadruk ligt niet zozeer op het specifieke delict maar op het grotere geheel waar het delict uit is voortgekomen. Leden van de community worden in dit proces aangesproken om mee te denken over mogelijkheden ter verbetering van de community. Op deze wijze draagt de cirkelmethode niet enkel bij aan de 'empowerment', de bekrachtiging, van de community, maar biedt ze tevens de mogelijkheid tot voortdurende aanpassing van de identiteit van diezelfde community.97
Hoeksteen van de samenleving In de traditionele aanpak van de Family Group Conference (FGC), zijn het professionals in plaats van vrijwilligers welke verantwoordelijk zijn voor de coördinatie van de bijeenkomsten. Wel is de grotere kring van naasten, de microcommunity, van essentieel belang binnen de FGC.
95 96 97
Kay pranis, persoonlijke communicatie Pranis 1997 Pranis (geen datum)
64
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
De micro-community verleent niet enkel de nodige steun aan zowel slachtoffer en dader, ze dient ook als moreel referentiekader en als katalysator voor het inzetten van positieve veranderingen. De micro-community heeft binnen de FGC een actief aandeel, het is met zijn kring van naasten dat de dader een plan van herstel opstelt, en het is ook tevens deze micro-community welke de dader ondersteunt bij het daadwerkelijk uitvoeren van het plan. Buiten de micro-community is de rol van de community echter beperkt, vooral ook juist omdat de coördinatie van een FGC niet in de handen van een lokale vrijwilliger, maar in die van een professional ligt. In de oorspronkelijke Nieuw-Zeelandse aanpak is er enkel ruimte voor leden van de community wanneer ze relevante informatie aanleveren. Indien dit het geval is, mogen leden van de community, over het algemeen sociaal werkers, docenten, politieagenten, en in mindere mate buurtbewoners, deelnemen voor dat gedeelte van de bijeenkomst waar de informatie relevant is, het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat mensen van buiten de nauwe kring van naasten zich al te zeer in het proces mengen. Het streven van de FGC is er immers primair op gericht om de whanau, de familie en haar netwerk, te bekrachtigen, de entiteit van de grotere community is hierbij van te verwaarlozen waarde.
Buiten Nieuw-Zeeland zijn er echter ook variaties op het FGC-systeem waar de community een nadrukkelijkere rol in het proces speelt. In de Verenigde Staten, maar in mindere mate ook in Australië bijvoorbeeld, zijn er programma's waarbij de coördinator op eigen initiatief leden van de community kan uitnodigen om deel te nemen aan een FGC.98 Binnen deze initiatieven gebeurd dit niet enkel omwille de gemeenschap zelf, er is vaak ook de nodige schaamte en onwelwillendheid bij de jeugdige dader om zijn eigen naasten mee te nemen naar een FGC. Daar deze initiatieven, in tegenstelling tot de Nieuw-Zeelandse aanpak, niet wettelijk zijn ingekaderd, missen ze de overredingskracht die de Nieuw-Zeelandse aanpak kenmerkt, en is het mogelijk dat daders zonder ondersteuning bij een bijeenkomst verschijnen. 98
Dignan & Maguire 2004: 116-117
65
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Dit gemis kan dan deels worden goedgemaakt door de aanwezigheid van enkele leden van de community.99 Daarnaast wordt de aanwezigheid van leden van de geografische community binnen de FGC ook gebruikt om de dader te tonen dat hij nog steeds een waardevol lid van de gemeenschap is, zelfs voor degenen die de dader überhaupt niet kennen.
De community in het Nederlandse herstelrecht In Nederland zijn er twee organisaties welke herstelrechtelijke activiteiten aanbieden. De Eigen Kracht Centrale organiseert Echt Recht conferenties voor delicten waar een minderjarige dader bij betrokken is. Slachtoffer in Beeld biedt slachtoffer-dader gesprekken aan bij delicten waar zowel minder- als meerderjarige daders betrokken zijn. Bij minderjarige daders past Slachtoffer in Beeld tevens de Echt Recht methode toe, vanuit de overtuiging dat deze aanpak in bepaalde gevallen meer effect sorteert. Beide organisaties werken vanuit dezelfde overtuiging, maar kennen wel elk hun eigen aanpak.
Slachtoffer in Beeld werkt volgens de VOM methode, waarbij slachtoffer en dader middels een persoonlijk gesprek nader tot elkaar komen. Deze bijeenkomsten worden begeleid door een professionele bemiddelaar van Slachtoffer in Beeld, en er wordt geen gebruik gemaakt van vrijwilligers. Het is ongebruikelijk dat er tijdens een slachtoffer-dader bijeenkomst naast slachtoffer, dader en bemiddelaar, anderen aanwezig zijn. Het meenemen van een partner ter ondersteuning gebeurd zelden, maar het komt wel incidenteel voor dat een slachtoffer begeleid wordt door bijvoorbeeld iemand van Bureau Slachtofferzorg. Deze persoon speelt geen inhoudelijke rol in het proces. Een uitzondering hierop vormen de slachtofferdader gesprekken voor minderjarige daders, hierbij wordt de aanwezigheid van de ouders van de dader zeer op prijs gesteld. Van de ouders wordt dan geen actieve inbreng verwacht, zij zijn slechts ter ondersteuning aanwezig.
99
Bazemore & Schiff 2005: 204-205
66
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Bij minderjarige daders bestaat er ook de mogelijkheid om een Echt Recht conferentie, zoals deze door de Eigen Kracht centrale worden aangeboden, te organiseren.
De Eigen Kracht centrale draait volledig op de Echt Recht methode. Deze vorm is nauw verwant aan de FGC methode, waar de naasten van slachtoffer en dader een actieve inbreng hebben. De Echt Recht methode werkt met vrijwillige coördinatoren die veelal in het veld werkzaam zijn. Hierdoor worden de herstelrecht-activiteiten slechts indirect door de Eigen Kracht Centrale uitgevoerd, in eerste instantie vallen ze onder de hoedanigheid van de organisatie waar de coördinator werkzaam is. De Nederlandse Echt Recht methode maakt geen gebruik van de aanwezigheid van een politieambtenaar. Bij een Echt Recht conferentie probeert men zoveel mogelijk mensen te betrekken. Tijdens een Echt Recht bijeenkomst wordt een dader gemiddeld door 4,9 personen vergezeld, een slachtoffer neemt gemiddeld 3,2 mensen mee.100 Het uitgangspunt hierbij is tweeledig, zo dient er een evenwicht te zijn tussen de hoeveelheid mensen die slachtoffer en dader meenemen naar de bijeenkomst. Een Echt Recht conferentie waar een dader vergezeld wordt door een hele groep aan naasten terwijl het slachtoffer enkel zijn partner heeft meegenomen, of andersom, wordt als niet wenselijk gezien. Daarnaast wordt in een Echt Recht conferentie eenieder die door het conflict geraakt is aangemoedigd om deel te nemen. De kring van deelnemers wordt dus ook door het delict zelf bepaald. Is er bijvoorbeeld sprake van mishandeling op het voetbalveld, dan worden bijvoorbeeld de trainers en bepaalde spelers gevraagd om deel te nemen aan de bijeenkomst. Hierbij is zowel de nabijheid tot de dader/slachtoffer als de nabijheid tot het delict van belang.
100
Beek, Van & Gramberg 2007: 28
67
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
De community in het Vlaamse herstelrecht Het Vlaamse herstelrecht is, in tegenstelling tot het Nederlandse herstelrecht, juridisch in het strafrechtsysteem ingebed. Er is een landelijk netwerk van herstelrechtorganisaties welke nauw met het parket samenwerkt, en vooral op het gebied van het jeugdstrafrecht zoveel mogelijk geschikte strafzaken probeert door te sluizen. Deze herstelrecht-organisaties werken enkel met professionele coördinatoren die zich voltijds als bemiddelaar inzetten, van vrijwilligers wordt op geen enkele wijze gebruikt gemaakt. Een uitzondering hierop vormt het Bureau Alternatieve Afhandeling Leuven, waar sinds 2005 vrijwilligers worden opgeleid tot coördinator. De invoering van vrijwilligers is voortgekomen uit de behoefte om de samenleving een nadrukkelijkere rol in het herstelrecht-proces te geven.101
De coördinatie van de herstelrecht-bijeenkomsten is in Vlaanderen onderverdeeld in herstelrechtelijke activiteiten voor minder-, en herstelrechtelijke activiteiten voor meerderjarige daders. De herstelrechtelijke afhandeling van delicten waar een volwassen dader bij betrokken is, ligt in handen van de organisatie Suggnomè. De aanpak van Suggnomè vertoont de meeste gelijkenis met de praktijk van de VOM, al vinden er ook regelmatig bemiddelingen plaats waar het uiteindelijk niet tot een slachtoffer-dader gesprek komt. In dit geval brengt de coördinator van Suggnomè boodschappen aan beide partijen door. Komt het wel tot een daadwerkelijke ontmoeting, dan is het voor zowel slachtoffer als dader mogelijk om een naaste mee te nemen ter ondersteuning. Een actieve inbreng wordt van de naasten niet verwacht.
Voor de herstelrechtelijke afhandeling van delicten waar minderjarige daders bij betrokken zijn, is er sprake van een nationaal netwerk van 'Bureaus voor Alternatieve Afhandeling'. Elk juridische arrondissement in Vlaanderen heeft een dergelijk bureau.
101
Bemiddelingsdienst Arrondissement Leuven 2005: 4
68
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Deze bureaus bieden over het algemeen twee vormen van herstelrecht aan, te weten de herstelbemiddeling en de zogenaamde HERGO, het herstelgerichte groepsoverleg. Bepaalde bureaus beperken zich niet enkel tot de herstelgerichte aanpak, maar kennen ook nog andere methodes en doelgroepen waar mee gewerkt wordt. De herstelbemiddeling werkt volgens de VOM methode maar, in tegenstelling tot de situatie in bijvoorbeeld Nederland, is er in binnen de Vlaamse herstelbemiddeling wel ruimte voor een actieve inbreng van de ouders van de dader. Hierin worden de aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid die ouders voor hun kind dragen weerspiegeld.102 Buiten de ouders van de dader en de professionele coördinator, zijn in een herstelbemiddeling enkel slachtoffer en dader aanwezig. Het zogenaamde Herstelgerichte Groepsoverleg is gebaseerd op de Nieuw-Zeelandse praktijk van de FGC.103 Hierbij wordt, in het bijzijn van een professionele coördinator en een politieambtenaar, slachtoffer, dader en hun beider achterban, gestimuleerd om samen tot herstel te komen. Het daadwerkelijke herstel neemt in de Vlaamse aanpak een belangrijke plaats in. De jeugdige dader wordt aangespoord om, op welke manier dan ook, de geleden schade te compenseren. Dit herstel kan ook in natura plaatsvinden, bijvoorbeeld door bepaalde klusjes voor het slachtoffer uit te voeren. Zogenaamde herstelbetalingen vormen een belangrijk onderdeel van de Vlaamse aanpak. Bij een herstelbetaling biedt de dader het slachtoffer een financiële vergoeding aan voor de geleden schade. Hiervoor hebben de meeste Vlaamse provincies zelfs een zogenaamd vereffeningfonds in het leven geroepen. Middels het vereffeningfonds is het voor de dader mogelijk om een bepaald bedrag voor het slachtoffer te vergaren. De dader werkt een bepaald aantal uren voor een organisatie met een sociaal of maatschappelijk doel, waarna het fonds ervoor zorgt dat een evenredige vergoeding bij het slachtoffer terecht komt.
102 103
BAAL Limburg (geen datum) Walgrave 2003b: 315-319
69
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Deze aanpak zorgt er niet enkel voor dat de dader daadwerkelijk een belofte tot herstelbetaling kan maken en nakomen, het geeft de dader ook de mogelijkheid om, door in de lokale community werkzaam te zijn, te werken aan het herstel van de aan de community toegebrachte schade.
Conclusie In het Angelsaksische herstelrecht wordt de community op verschillende manieren gerepresenteerd. Naast de actieve inbreng van de micro-community in diverse herstelrechtpraktijken, wordt in een groot deel van de programma's ook de geografische community, zij het slechts zeer marginaal, vertegenwoordigd door de aanwezigheid van een professionele coördinator uit de buurt. De cirkelmethode kent een nog grotere inbreng van de geografische community, in deze aanpak worden ook alle buurt- en/of dorpsbewoners gestimuleerd om actief deel te nemen aan de diverse cirkelprocessen. De VOM methode daarentegen, blijft bij de kern van het herstelrecht en richt zich primair op de dader en het slachtoffer, hier blijft de micro-community buiten zicht. Binnen de FGC methode wordt van de micro-community een actieve inbreng verwacht en meestal ontbreekt de representatie van de geografische community, daar de coördinatie veelal in handen van professionals is. Er zijn binnen de FGC methode echter de nodige uitzonderingen waar de geografische en ook interesse-community een actieve inbreng kunnen hebben.
In het Nederlandse herstelrecht wordt de community veelal in de hoedanigheid van de micro-community vertegenwoordigd, vooral binnen de Echt Recht methode wordt hierbij getracht zoveel mogelijk betrokkenen deel te laten nemen. De Eigen Kracht Centrale werkt daarnaast ook met vrijwillige coördinatoren, al zijn deze niet zozeer geografisch als organisatorisch gebonden.
70
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
In het Vlaamse herstelrecht daarentegen, wordt, op een enkele uitzondering na , enkel gebruik gemaakt van professionele coördinatoren, zowel in de aanpak van minder- als meerderjarige daders. De Vlaamse VOM methode richt zich zoveel mogelijk op slachtoffer en dader, waardoor de micro-community binnen deze aanpak buiten schot blijft. Uitzondering hierop vormen de ouders van minderjarige daders welke, als verantwoordelijken voor hun minderjarige kind, juist actief bij het proces betrokken worden. In een zogenaamde HERGO, een herstelgericht groepsoverleg, wordt de kring van de micro-community zo groot mogelijk gemaakt en worden ook nadrukkelijk leeftijdsgenoten en andere naasten als de familie uitgenodigd om deel te nemen. Een unieke constructie tenslotte is de vereffening, waarbij de minderjarige dader middels een vereffeningfonds door het doen van vrijwilligerswerk bij lokale maatschappelijke organisaties een financiële vergoeding voor het slachtoffer kan vergaren.
In het volgende hoofdstuk wordt nader ingegaan op de verschillende aspecten van de community binnen het herstelrecht. Hierbij worden de theorie en de praktijk van de rol van de community in het herstelrecht nader bekeken.
71
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
H6. De herstelrechtelijke community uiteengerafeld Inleiding De praktijk van het Angelsaksische en Nederlandstalige herstelrecht kent de nodige overeenkomsten en verschillen. In dit hoofdstuk worden deze overeenkomsten en verschillen nader bekeken. Niet enkel wordt verklaard waarom bepaalde aspecten anders in het Nederlandstalige herstelrecht geïmplementeerd worden, tevens wordt gekeken welke implicaties dit voor de praktijk van het Nederlandstalige herstelrecht heeft. Maar voordat een vergelijking van de praktijken van de beide groepen aan de orde is, wordt er eerst naar de entiteit van de community gekeken en hoe de vertaalslag van de theorie naar de praktijk plaatsvindt. Kan de praktijk waarmaken wat in de theorie beloofd wordt? En is de community uit de praktijk dezelfde community als die waar in de theorie over gerept wordt?
De theorie vs. de praktijk De community is, zowel in de theorie als in de praktijk, geen eenvoudig te duiden aspect. Dit wordt ook gereflecteerd in de levendige discussie die op wetenschappelijk niveau gevoerd wordt. In deze discussies worden de nodige problemen rondom de factor van de community gesignaleerd, waarbij talloze oplossingen worden geopperd. De aangedragen oplossingen voor deze problemen zijn creatief, zoals het inruilen van de factor van de community voor de notie van de gastvrijheid, of het loslaten van deze factor en het omarmen van de eraan inherente waardes en idealen.104 Maar hoe weerspiegelt de theorie zich in de praktijk? Hoe worden de verschillende rollen van de community, zoals deze in het voorgaande hoofdstuk uiteengezet zijn, in de praktijk ingevuld? En naar welke community wordt nu daadwerkelijk gerefereerd binnen het herstelrecht?
104
Zie voor een uiteenzetting van deze voorstellen pagina 54 en verder
72
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Is dit een en dezelfde community of is er sprake van een scala aan community vormen welke allen verschillende functies bekleden en doelen nastreven? En wat zegt de praktijk over de verankering van de factor van de community in het herstelrecht?
Naar welke community in het herstelrecht gerefereerd wordt, is een onderwerp van verhitte discussie. Aan de ene kant is er het nostalgische verlangen naar de communities van weleer; die van de hechte dorps- en geloofsgemeenschappen. In de realiteit van onze huidige, westerse, urbane en geïndividualiseerde wereld kom je deze factor echter nauwelijks nog tegen. Veel herstelrechtdenkers zien dan ook de micro-community, ook wel de 'community of care' genoemd, als de voornaamste factor waar het begrip community in het herstelrecht naar verwijst.105 Dit wordt ook weerspiegeld in de praktijk.
De nadruk ligt op de micro-community De micro-community bestaat uit de familieleden en naasten welke slachtoffer en dader tijdens de bijeenkomst bijstaan, en al dan niet actief aan de bijeenkomst deelnemen. Deze micro-community vervult zowel de functie van steunverlener, als die van moreel kompas. Beide functies zijn in onze moderne maatschappij exclusief aan de micro-community voorbehouden. Een geografische of interesse community kan in onze moderne maatschappij dit gevoel van schaamte niet langer opwekken. Niet enkel staat zij hiervoor te ver van de dader af, de huidige geografische en interesse communities worden gekenmerkt door vrijblijvendheid. Deze communities zijn niet de conformerende communities van weleer, maar worden juist gekenmerkt door hun open en vrijwillige karakter. Het staat eenieder vrij om uit deze communities te stappen. Het is niet altijd even makkelijk maar het is wel eenvoudiger dan ooit om banden met buren, vrienden en zelfs familie te verbreken.106
105 106
McCold 2007 Bazemore & Schiff 2005: 133-136
73
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Het is dan ook zeer de vraag in hoeverre de losse en vrijblijvende factor van de geografische of interesse community in de praktijk daadwerkelijk de integrerende beschaming van Braithwaite tot stand kan brengen.107
Daadwerkelijk slachtofferschap? De micro-community is de entiteit waar volgens vele herstelrechtdenkers naar wordt gerefereerd indien het begrip community ter sprake komt. In de praktijk kan deze micro-community echter niet alle functies van de community vervullen. Uit voorgaande is gebleken dat de community actief deelneemt aan het herstelrechtelijke proces omdat ze de nodige steun kan verlenen, een beschamende kracht heeft én omdat de community tevens als indirect slachtoffer vertegenwoordigd dient te worden. Deze laatste functie kan de micro-community echter niet vervullen. In deze functie wordt namelijk naar de community als de grotere entiteit, zoals bijvoorbeeld de geografische community, verwezen. Walgrave ziet dit als volgt: Community is also advanced as a party with a stake in the process: besides the victim and his private community, larger communities may be a secondary victim which has suffered his own harm through social unrest or threat, which must also be addressed by the restorative process.108 In de praktijk wordt de geografische community echter nauwelijks vertegenwoordigd, over het algemeen is het enkel de vrijwillige coördinator welke binnen de herstelrechtelijke bijeenkomst de grotere factor van de community vertegenwoordigd. McCold stelt: Delineating the role of the community in the restorative justice paradigm is essential to complete the theoretical structure. While individual citizens have been involved as volunteer mediators or service providers, the programs have all failed to include a strong role for the whole community.109
107 108 109
Johnstone 2002: 50-51 Walgrave 2002b: 75 McCold 1996: 87
74
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
De community wordt binnen een traditionele herstelrechtbijeenkomst enkel vertegenwoordigd door de coördinator maar van deze coördinator wordt geen inhoudelijke inbreng verwacht, hoe kan dan het indirecte slachtofferschap van de community tijdens de bijeenkomst ter sprake worden gebracht? De vraag is in hoeverre het slachtofferschap van de community een concreet distinct slachtofferschap behelst. In het bijzonder indien de community als een geografische factor wordt gezien, ontstaat er een problematische situatie. Is het slachtofferschap van deze geografische community een daadwerkelijk gegeven of raakt het begrip community hier al te zeer verward met dat van de samenleving? McCold stelt dat dit in de praktijk inderdaad het geval is, er wordt volgens hem onnodig een aparte categorie van slachtofferschap in het leven geroepen.110 In de praktijk zijn het slachtofferschap van de samenleving en het slachtofferschap van de community verschillende noemers voor hetzelfde verschijnsel. Het is in het herstelrechtelijke discours dan ook niet nodig om actief het slachtofferschap van de community te herstellen. De rol van de geografische community ligt volgens McCold in het faciliteren van herstelrechtelijke activiteiten voor slachtoffers, daders en hun micro-communities. De community kan dat bereiken alleen al door het mogelijk maken en actief ondersteunen van herstelrechtelijke activiteiten, zowel praktisch als financieel: In the aftermath of crime, the local community and the wider society also want assurance that what happened was wrong, something was done about it, offenders were held accountable, relationships were restored, steps were taken to prevent its reoccurrence and that justice was done in every case possible... So the most important role for secondary stakeholders, such as neighbors, citizens and officials, is to ensure that restorative justice processes are readily available to everyone and that they are supported and funded111.
110 111
McCold & Wachtel 1998: 297 McCold 1996: 168
75
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Van een verdere betrokkenheid zou de geografische community zich moeten onthouden omdat anders de mogelijkheid tot heling van de primaire stakeholders belemmert wordt: Reparation decided by a judge or a community panel actually interferes with healing as it deprives primary stakeholders of the opportunity to express their feelings, tell their story and collectively identify and address harms, needs, and responses. Such macro-community interference, although currently in vogue, is inconsistent with the essence of restorative justice.112
Het slachtoffer is het slachtoffer Wordt namelijk te zeer getracht om het indirecte slachtofferschap van de geografische community centraal te stellen, dan bestaat het gevaar dat het directe slachtoffer zelf wederom uit het oog verloren wordt. Het herstelrecht is mede uit de slachtofferbeweging voortgekomen, een beweging die de rechten en positie van het slachtoffer wilde verbeteren. Het herstelrecht, waar het slachtoffer een actieve en gelijkwaardige rol is toegedaan, is een van de successen van deze beweging. Niet langer is het slachtoffer een passieve toeschouwer in de rechtsprocedure, maar een actieve actor in de praktijk van het herstelrecht. Richt men zich in deze praktijk te zeer op het secundaire slachtofferschap van abstracte factoren als de community, dan bestaat de reële kans dat het oorspronkelijke slachtofferschap wederom ondersneeuwt. Hier is het wederom McCold die dit treffend weet te verwoorden: A fundamental principle of restorative justice is that society is not the victim, government is not the victim, the victim is the victim.113 Nils Christie wist in 1977 de juridische wereld danig op te schudden met zijn stelling dat conflicten door juridische professionals van de slachtoffers gestolen zijn.
112 113
McCold 1996: 169 McCold & Wachtel 1998: 297
76
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Zijn idee van het 'eigendom' van een conflict herinnert er ons er nogmaals aan hoe eenvoudig het is om de focus op het slachtoffer an sich te verliezen en te vervallen in een abstracte strafafhandeling.114
McCold stelt dat het indirecte slachtofferschap van de geografische community niet al te dramatisch geïnterpreteerd dient te worden. Het vertoont slechts in de verte gelijkenissen met het directe slachtofferschap van het slachtoffer zelf en behoeft geen directe reactie. In werkelijkheid wenst de geografische community volgens McCold enkel de geruststelling dat er daadwerkelijk iets wordt ondernomen om het toegebrachte leed en de schade waar mogelijk te herstellen. De geografische community hoeft zijns inziens niet daadwerkelijk actief deel te nemen aan de bijeenkomst, zij hoeft deze bijeenkomsten enkel mogelijk maken. De deelname van een coördinator uit deze gemeenschap is een uitstekend voorbeeld van hoe deze facilitering in de praktijk vorm kan krijgen.
Community Methodes, gericht op herstel of de community? Binnen bepaalde herstelrechtelijke praktijken is er echter wel een nadrukkelijke rol voor de geografische community weggelegd. De cirkelmethode bijvoorbeeld, nodigt leden van de geografische community uit om actief deel te nemen aan de verschillende cirkels en besluitvormingsprocessen. Doen deze methodes dan geen recht aan de positie van het directe slachtoffer of werken ze juist vanuit een ander kader? Dergelijke initiatieven, zoals de reeds genoemde cirkelmethode bijvoorbeeld, maar ook praktijken zoals ‘community sentencing boards’ en het Nederlandse 'Justitie in de Buurt', zijn voorbeelden van community-gecentreerde praktijken. Het is de geografische community en niet zozeer de individuele stakeholders, zoals slachtoffer en dader, welke in deze praktijken centraal staan. In het bijzonder de cirkelmethode staat hiermee met beide benen in een ander discours.
114
Christie 1977
77
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Enerzijds zorgen de aspecten van de slachtoffer-daderkringen voor een herstelrechtelijke nadruk, anderzijds is de actieve inmenging van de geografische community een teken dat deze aanpak tevens onder de noemer community justice valt.
Dit verschil tussen de herstelrechtelijke en de community aanpak komt mede voort uit de verschillende ontstaansgeschiedenissen van beide praktijken. Zoals reeds in het eerste hoofdstuk uiteen is gezet, komt het herstelrecht voort uit diverse ontwikkelingen, maar boven alles is duidelijk dat het herstelrecht is ontstaan vanuit een zogenaamde bottom-up ontwikkeling. Het community justice daarentegen is altijd duidelijk in het juridische kader ingekaderd geweest. In hoofdstuk drie is besproken hoe de juridische blik op de community van oudsher puur op de geografische community gericht is en de praktijken van de community justice komen hier uit voort.115 De verschillen tussen de beide aanpakken, die van het herstelrecht en die van de ‘community justice’, zijn niet altijd even duidelijk. In de realiteit is nog lang niet uitgemaakt óf het herstelrecht en het community justice daadwerkelijk wel twee verschillende factoren zijn of dat er eerder sprake is van een verregaande vermenging, dit is nog steeds het onderwerp van een, bij tijd en wijle zeer felle en altijd levendige wetenschappelijke discussie .116 In principe ligt het onderscheid tussen het herstelrecht en het community justice erin dat community justice puur op de aanpak van criminaliteit op het niveau van de community gericht is. Criminaliteit wordt als een sociaal probleem gezien dat de kwaliteit van leven in geografische communities aantast. Door deze geografische community middels diverse projecten nauwer bij de aanpak van criminaliteit te betrekken, hoopt men niet alleen deze communities te versterken, men hoopt ook de criminaliteit in de communities zelf omlaag te brengen.117 115 116
117
Shapland 2008: 1-29 Lees voor een overzicht van deze, heftige en in sterk contrast met het vergevingsgezinde onderwerp van het herstelrecht staande, discussie zeker het themanummer van Contemporary Justice Review rondom het onderscheid tussen ‘community justice’ en herstelrecht van 2004 (volume 1) Kurki 2000
78
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Het herstelrecht is een zeer specifieke aanpak waarbij de community enkel als een middel wordt gezien in een proces waar juist de directe stakeholders, het slachtoffer en de dader, centraal staan. Binnen het community justice wordt de community dan ook als doel op zichzelf gezien, terwijl de community binnen het herstelrechtelijke discours voornamelijk als een middel wordt gezien.118
Is versterking van de community mogelijk? Een uitzondering op dit middel-denken is de aanname dat het herstelrecht tevens de community versterkt. Hierin wordt niet de community, maar juist het herstelrecht als middel gezien. Het herstelrecht is een instrument welke communities kunnen inzetten voor de eigen ontwikkeling. Zoals Bazemore en Schiff het stellen: restorative justice is empowering in that it takes a ball away from the feet of a judge and puts it at the feet of a group of citizens. The type of responsibilizing that then goes on depends on how those citizens decide to exercise their political imagination in the use of that little piece of power.119 Wetenschappelijk is nog niet aangetoond dat herstelrechtelijke praktijken daadwerkelijk communities kunnen versterken.120 Braitwaite weet talloze voorbeelden te geven waarin de micro-communities van families dankzij de herstelrechtelijke aanpak uit een neerwaartse spiraal hebben weten te stappen. Maar ook hij geeft toe dat het zeer veel optimisme vergt om te stellen dat de kracht van de herstelrechtelijke aanpak daadwerkelijk de geografische communities kan revitaliseren en versterken.121 Concluderend stelt hij dan ook dat: One might summarize that the evidence of restorative justice restoring communities is of very small accomplishments of micro-community building and
118 119 120 121
Mccold 2004: 18-22 Bazemore & Schiff 2001: 78-79 Kurki 2000: 240-242 Braithwaite 1999: 36-37
79
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
of modest numbers of community members going away overwhelmingly satisfied with the justice in which they have participated.122
De cirkelmethode vormt ogenschijnlijk een uitzondering hierop. Deze methode is er immers tevens op gericht om de onderliggende oorzaken van criminaliteit bespreekbaar te maken en aan te pakken. Indien er echter geen financiële middelen voorhanden zijn om deze oorzaken aan te pakken, verwordt de methode tot een loze kreet. En dat is wat in de praktijk veelal het geval is. De cirkels kunnen enkel aanbevelingen doen ter verbetering van de lokale community maar het ontbreekt ze aan de middelen om deze veranderingen ook daadwerkelijk in te zetten. In de realiteit hebben de deelnemers aan cirkelconferenties bovenal een signalerende functie, de mogelijkheden om de community te versterken zijn ook binnen de cirkelmethode beperkt.123
De community van het herstelrecht in de Lage Landen De versterkende krachten van de herstelrechtelijke aanpak dienen dus, evenals de rol van de geografische community, in een bescheiden licht geplaatst te worden. De kracht van de combinatie van herstelrecht en de community zit hem vooral in de micro-community, de kring van familieleden en naasten, welke de nodige steun kunnen verlenen en essentieel zijn in het mechanisme van de re-integrerende beschaming. In Nederland en Vlaanderen is er sprake van eenzelfde nadruk. Ondanks dat het woord community, of de directe vertaling van de term, gemeenschap, onvindbaar is in het Nederlandstalige herstelrecht-discours, is er wel degelijk een primaire rol voor de micro-community weggelegd. De geografische community speelt echter geen wezenlijke rol in het Nederlandstalige herstelrecht.
122 123
Braithwaite 1999: 38 Kay Pranis, persoonlijke communicatie
80
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
In zowel Nederland als Vlaanderen worden de VOM en de FGC methode aangeboden. De cirkelmethode wordt vooralsnog niet toegepast in Vlaanderen of Nederland, noch elders in Europa. De VOM methode kent, buiten de eventuele aanwezigheid van een vrijwillige coördinator uit de geografische community, geen inmenging van community leden. In Nederland en Vlaanderen wordt, met betrekking tot de VOM, enkel gebruik gemaakt van professionele coördinatoren. De summiere rol die de geografische community in de VOM methode kan spelen gaat dan ook niet op voor de situatie in Nederland en Vlaanderen. Een uitzondering hierop is het reeds genoemde initiatief van het Bureau Afhandeling in Leuven, waar ze met zowel vrijwillige als professionele vrijwilligers werken. Binnen dit Leuvense experiment worden de vrijwillige coördinatoren echter niet gezien als afgevaardigden van de geografische community, maar als afgevaardigden van de samenleving.124 Zo is in de visietekst over de deelname van vrijwillige coördinatoren het woord community steevast vervangen door de term 'samenleving': Vanwaar nu het idee om vrijwilligers een plaats te geven binnen de bemiddeling? Binnen het herstelrecht zijn drie eenheden belangrijk, namelijk daderslachtoffer-samenleving. Binnen de herstelbeweging wordt ernaar gestreefd om de afhandeling van een misdrijf terug te geven aan de mensen (zijnde dader, slachtoffer en hun achterban). Wanneer we misdrijven echter beschouwen als inbreuken op personen en relaties is naast dader en slachtoffer ook de samenleving een betrokken partij. Bijgevolg dient de samenleving een plaats te krijgen binnen de bemiddeling.125
Dit fragment komt oorspronkelijk uit een Engelstalige publicatie waarbij het woord community steevast naar het Nederlands vertaald word als 'samenleving'.
124 125
Bemiddelingsdienst Arrondissement Leuven 2005 Bemiddelingsdienst Arrondissement Leuven 2005: 4
81
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Dit lijkt vreemd maar zo opmerkelijk is dit niet. In hoofdstuk drie is reeds besproken hoezeer de juridische cultuur en geschiedenis van invloed is op nieuwe rechtsinitiatieven. Zowel binnen het Vlaamse als het Nederlandse rechtssysteem is er nauwelijks ruimte voor de factor van de community. Dit niet omdat ze in de realiteit afwezig zou zijn, maar meer omdat de rechtsdiscoursen van beide landen geen community traditie kennen. Landen met het common law systeem, in het bijzonder Angelsaksische landen, kennen een lange traditie in zowel het gebruik van leken in het rechtssysteem, als initiatieven gericht op de geografische community. Nederland en Vlaanderen kennen deze traditie echter niet, in beide landen ligt de nadruk juist op het professionele karakter van het rechtssysteem. Het vertalen van de term community met de term samenleving is taalkundig niet correct en lijkt haast misleidend, maar valt te begrijpen binnen het specifieke Vlaamse strafrechtdiscours.
Een proces dat grotendeels in handen is van leken en waar in verschillende cirkels niet enkel het delict, maar tevens het grotere kader besproken wordt, past niet in ons juridische systeem. Dit is niet alleen vanwege de elementen van de lekeninspraak en communitie-inbreng. Juridische innovaties komen voornamelijk voort uit de wens om efficiënter, doelmatiger en bovenal goedkoper te kunnen werken. De cirkelmethode is echter niet goedkoop, laat staan efficiënt en doelmatig, het is juist een zeer chaotisch proces met verrassende uitkomsten.
Met betrekking tot de FGC methode kan hetzelfde over de coördinatie gezegd worden als met betrekking tot de VOM, die is in handen van professionals. De Eigen Kracht Centrale werkt met vrijwillige coördinatoren maar deze worden niet als vertegenwoordigers van de geografische community gezien. De Eigen Kracht Centrale maakt voor hun Echt Recht bijeenkomsten enkel gebruik van vrijwilligers die de herstelrechtelijke methode in hun eigen professionele setting toepassen. De coördinatoren van de Eigen Kracht Centrale kunnen dan ook niet als afgevaardigden van de geografische community gezien worden.
82
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
De reden waarom de Eigen Kracht centrale geen gebruik maakt van community organisaties is niet alleen te verklaren vanuit het culturele aspect, de oorzaak is tevens pragmatisch. Het gebruik van community organisaties is, zoals hiervoor reeds uiteengezet, onbekend binnen het Nederlandse strafrechtdiscours. Er zijn wel initiatieven, zoals 'Justitie in de Buurt', waar het rechtssysteem dichter bij de samenleving wordt gebracht, maar aspecten van die samenleving, lees community, naar het rechtssysteem brengen, is een volledig nieuwe gedachte. Het implementeren van een volledig nieuwe aanpak vergt een hoop geduld en doorzettingsvermogen, en is in het licht van de herstelrechtelijke aanpak niet noodzakelijk. De community speelt immers een instrumentele rol in het herstelrecht, ze is geen doel op zich maar een middel waarmee herstelrechtelijke processen en uitkomsten bereikt kunnen worden. Bij het vertalen van de Angelsaksische herstelrecht praktijken is er dan ook gekozen voor het implementeren van de activiteiten in een ander, meer toepasselijker kader. In plaats van een compleet nieuw discours op te zetten is er, zowel vanuit cultureel als pragmatisch oogpunt, gekeken welk reeds bestaande discours passend is voor de herstelrechtelijke doelen die worden nagestreefd. En uiteindelijk is er gekozen voor de implementatie van herstelrechtelijke praktijken in het omvangrijke netwerk van de professionele jeugdhulpverlening. Aangezien de community een middel is om bepaalde herstelrechtelijke doelen te bereiken, is het niet noodzakelijk dat deze factor ook in het Nederlandse herstelrecht vertegenwoordigd wordt. De Nederlandse strafrechtcultuur is namelijk onbekend met dit begrip en het is nutteloos om deze factor koste wat kost te willen implementeren, puur omdat het in de oorspronkelijke aanpak voorkomt. Wordt hierbij tevens meegenomen dat de term community binnen het internationale herstelrechtdiscours voornamelijk doelt op de micro-community dan blijkt de schade in de werkelijkheid mee te vallen. De geografische community is in de vertaalslag van het Engels naar het Nederlands verloren gegaan maar in werkelijkheid was de geografische community sowieso slechts summier in het herstelrecht-discours aanwezig.
83
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
En de micro-community speelt in het Nederlandstalige herstelrecht een evenzeer essentiële rol als in het Angelsaksische herstelrecht. Dat deze benoemd worden met de term ‘naasten’, in plaats van de term ‘micro-community’, kan verwarrend werken maar duidt niet op een afwezigheid van de micro-community.
De herstelrechtelijke aanpak is in Nederland en Vlaanderen in zwang geraakt omdat het een innovatieve aanpak is die bepaalde hiaten in de aanpak van criminaliteit kan opvullen, niet omdat het een aanpak is waar de kracht van de community wordt benut.126 Het aspect van de geografische community is een bijkomstigheid, een extra waar in de Nederlandstalige context geen behoefte aan is, een zogenaamde dooie mus waar men zowel in Vlaanderen als in Nederland niet echt warm voor loopt. De kans dat het geografische community aspect in de toekomst alsnog voet aan de Nederlandstalige grond gaat krijgen is klein. Niet alleen is de factor van de geografische community een onbekend gegeven in onze rechtsgeschiedenis en -cultuur, er is ook simpelweg geen behoefte aan een extra laag in onze samenleving. In het huidige systeem zijn het de lagere overheden, zoals gemeentes, waar taken naar worden gedecentraliseerd, er is geen sprake van een Amerikaanse situatie waar middels decentralisatie een groot deel van de sociale taken op het bordje van de community organisaties terecht komen.127
Conclusie De community is binnen het herstelrechtelijke discours een complexe factor die voor felle discussies weet te zorgen. Ondanks de vele beloftes die de herstelrechtelijke theorie doet met betrekking tot de community, de rol die ze speelt en de mogelijkheden die ze heeft, blijkt de community in de praktijk vooral te worden vertegenwoordigd door de micro-community. Deze micro-community verleent de nodige steun en dient ook om de zogenaamde reintegrative shaming op gang te brengen. 126 127
Shapland 2008: 12 Willemsens & Walgrave 2007: 496
84
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Het indirecte slachtofferschap kan de micro-community niet vertegenwoordigen binnen een herstelrechtelijke bijeenkomst. Dit indirecte slachtofferschap is echter een zeer diffuus gegeven en kent zozeer raakvlakken met het slachtofferschap van de samenleving dat het de vraag is in hoeverre er sprake is van een apart slachtofferschap. Het voorbeeld van het Leuvense initiatief waar de term community steevast met 'samenleving' wordt vertaald, is hier een goede illustratie van. Het slachtoffer zelf is het slachtoffer en daar dient de nadruk op te liggen, het te zeer centraal stellen van het indirecte slachtofferschap van andere stakeholders, tast de positie van het slachtoffer, waar zo hard voor geijverd is, te zeer aan.
Het versterkende effect van het herstelrecht op de community heeft men vooralsnog niet kunnen aantonen en het is twijfelachtig in hoeverre hier daadwerkelijk sprake van is. Wetenschappelijk onderzocht is het nog niet, maar waarschijnlijk is het versterkende effect vooral merkbaar op de kleinschalige, intieme sfeer, oftewel op het niveau van de micro-community.
De vertaalslag van het begrip community naar het Nederlands wordt gekenmerkt door de continentale rechtscultuur. Het Nederlandstalige herstelrecht kenmerkt zich door het professionele karakter en de primaire focus op het slachtoffer en de dader. In de Nederlandse Echt Recht en de Vlaamse HERGO aanpak, wordt de kracht van de micro-community op eenzelfde wijze als in de Angelsaksische landen benut. In de slachtoffer-dader bemiddelingen van het Nederlandse Slachtoffer in Beeld en het Vlaamse Suggnomé is, door het gebruik van professionele coördinatoren, geen enkele representatie van de community aanwezig. Een uitzondering hierop vormen de bemiddelingen waarbij er sprake is van een minderjarige dader, hierbij gaat men uit van een actieve aanwezigheid van ouders.
85
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Een bijzonder aspect aan het Vlaamse herstelrecht-discours voor minderjarige daders is, dat zij middels het vereffeningfonds een financiële compensatie aan het slachtoffer kunnen aanbieden. Hiervoor dient de jongere vrijwilligerswerk te doen in lokale sociale instellingen. Deze compensatie, die in de verte enigszins op de Nederlandse Halt-straf lijkt, kan met enige creativiteit worden gezien als een wijze waarop de dader zijn herintegratie in de geografische community kan bewerkstelligen.
In de praktijk is het dus vooral de micro-community welke een actieve rol in het herstelrecht-proces heeft. Maar is de factor van de micro-community voldoende, mede in het licht van de veelbelovende theorieën rondom de community in het herstelrecht? Brengt het herstelrecht in deze hoedanigheid daadwerkelijk delicten terug in de handen van hen die er toe doen? Bestaat er niet de kans dat op deze wijze de herstelrechtelijke aanpak tot een puur private aangelegenheid verwordt? En in hoeverre kan er in de theorie nog over de community gesproken worden als deze term in de praktijk enkel naar de factor van de micro-community, oftewel de kring van familie en naasten, verwijst? En hoe kan het herstelrecht dan de reintegratie van de dader in de community bewerkstelligen als deze community in werkelijkheid niet bestaat? Deze scriptie werpt uiteindelijk meer vragen op als dat ze kan beantwoorden, desondanks wordt in de hierop volgende conclusie getracht afdoende antwoorden op bovenstaande vragen te formuleren.
86
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Conclusie Deze scriptie gaat over de, in vergelijking met Angelsaksische praktijken, bescheiden rol van de community in het Nederlandstalige herstelrecht. Gebleken is dat de community wel degelijk onderdeel uitmaakt van het Nederlandstalige herstelrecht maar niet in de traditionele hoedanigheid van de geografische community. Het is, zowel in het Angelsaksische, als in het Nederlandstalige herstelrecht, de micro-community die de toon zet. De geografische community speelt slechts een beperkte rol in de praktijk van het herstelrecht en de interesse community wordt enkel betrokken indien het delict zich in de sfeer van deze community heeft afgespeeld. Dit is niet enkel het geval in Nederland en Vlaanderen, maar juist ook in de Angelsaksische landen. Doordat in Nederland en Vlaanderen de coördinatie van de bijeenkomsten grotendeels in handen van professionals is ontbreekt hier de aanwezigheid van de geografische community. Hier zijn het dan ook enkel de naasten van de micro-community welke de community vertegenwoordigen. In de Angelsaksische herstelrechtpraktijken wordt middels de coördinatie van de bijeenkomsten de geografische community bij het proces betrokken. Daarbuiten is, dus niet enkel in Europa maar ook in Angelsaksische landen, de inbreng van de geografische community echter beperkt.
Het is de micro-community die toonaangevend is in het herstelrecht. Niet enkel omdat het deze community is die in staat is tot het bieden van de juiste ondersteuning en het op gang brengen van de ‘reintegrative shaming’. Het is ook juist de micro-community waar de re-integratie van de dader dient plaats te vinden. De verbindingen in onze geografische communities zijn niet sterk en dwingend maar eerder losjes en vrijblijvend. Het is dan zeer de vraag of je uit een dergelijke community kunt worden gestoten, laat staan re-integreren, en hoe belangrijk dit is voor een dader.
87
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Persoonlijk ben ik van mening dat de nadruk dient te liggen op de re-integratie van de dader in zijn eigen micro-community, en hiervoor is de herstelrechtelijke aanpak een uitstekend instrument. De familieleden en naasten van de dader zijn zich maar al te zeer bewust van het delict en de gevolgen ervan. En tevens is het deze micro-community van familie en naasten die het meest essentieel is voor de dader en het voorkomen van zijn isolement. Het is deze kring van familie en naasten welke de dader weer in hun midden dient op te nemen, waar de reintegratie dient plaats te vinden.
Maar is de factor van de micro-community voldoende, mede in het licht van de veelbelovende theorieën rondom de community in het herstelrecht? Als de geografische community geen stakeholder in het proces is, brengt het herstelrecht dan ook daadwerkelijk delicten terug in de handen van hen die er toe doen? Of verwoordt de herstelrechtelijke aanpak tot een private aangelegenheid? Het is niet zozeer de vraag of het herstelrecht zo tot een private aangelegenheid wordt, naar mijn mening is dit al het geval. De nadruk ligt in het herstelrecht niet op het publieke en openbare, maar juist op het private en intieme. Herstelrecht is gericht op het samenbrengen van de intieme kring betrokkenen en naasten. In de herstelrechtelijke procedure gaat het om de verbindingen tussen mensen, over het bespreekbaar maken van het gebeurde, met echte mensen in duidelijke taal. Des te groter de groep betrokkenen, des te lager is het gevoel van veiligheid en geborgenheid, en daarmee ook gelijk de bereidheid om persoonlijke verhalen te delen en emoties te uiten.
De geografische community is nauwelijks gebaat bij de herstelrechtelijke aanpak. De initiatieven op het gebied van community justice zijn beter toegesneden op de entiteit van de geografische community. Binnen de herstelrechtelijke taak is de versterking van de community een positief bij-effect, het is geen doel op zich.
88
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Er hoeft dus ook niet koste wat kost aan deze versterking vast te worden gehouden, door het loslaten van de premisse van de community versterking verliest de herstelrechtelijke aanpak niet plots aan kracht.
Het is vooral binnen de theorie van het herstelrecht waar de onduidelijkheid over de rol van de community ontstaat. In de praktijk is de rol en de hoedanigheid van de community redelijk uniform maar in de theorie wordt de term op verschillende wijzen gehanteerd en worden onverenigbare doelen aan de community toegewezen. Het is dan ook vooral binnen de theorie van het herstelrecht waar een nadere afbakening en preciezere definiëring van termen, doelen en factoren dient plaats te vinden.128 De vele discussies welke binnen het herstelrechtelijke discours gevoerd worden tonen aan dat hier al volop aan gewerkt wordt.
128
Von Hirsch (et al) 2004: 22-23
89
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Literatuurlijst Alberta Solicitor General and Public (2007) Security Alberta Community Restorative Justice Grant Program van http://www.solgps.alberta.ca/safe_communities/crime_prevention/Publications/ Alberta%20Community%20Restorative%20Justice%20Grant%20Application%20 Form.pdf geraadpleegd op 28-10-2008. Ashworth, A. (2002) ‘Responsibilities, Rights and Restorative Justice’, The British Journal of Criminology 42: 578-595. BAAL Limburg (geen datum) Herstelbemiddeling via http://www.baallimburg.be/index_herstel.html geraadpleegd op 03-11-08. Bartkowiak, I. & Jaccoud, M. (2008) ‘New directions in Canadian justice: from state workers to community ‘representatives’’ in Shapland, J. (ed.) Justice, Community and Civil Society, a contested terrain, 209-234 (Uffculme, Devon: Willan Publishing). Baumeister, R. (2001) Meanings of life (New York, NY: Guilford Press). Bazemore G. & Umbreit M. (2001) 'A Comparison of Four Restorative Conferencing Models', Juvenile Justice Bulletin via www.ncjrs.gov geraadpleegd op 12-09-08. Bazemore, G. & Schiff M. (2001) Restorative community justice, repairing harm and transforming communities (Cincinnati, OH: Anderson Publishing). Bazemore, G. & Schiff M. (2005) Juvenile Justice Reform and Restorative Justice, Building theory from Practice (Cullumpton: Willan Publishing). Beck, U. & Beck-Gernsheim (1994) Riskante Freiheiten: Individualisierung in modernen Gesellschaften (Frankfurt am Main: Suhrkamp). Beek, van F. & Gramberg, P. (2007) Gewoon normaal tegen elkaar doen, herstelbijeenkomsten Echt Recht 2000-2006 (Voorhout: Wesp). Bemiddelingsdienst Arrondissement Leuven (2005) Visietekst Vrijwilligers, via http://www.oikoten.be/bal/indexx.php?id=722 geraadpleegd op 01-11-08.
90
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Bergh,van den G. (1980) Village justice in Staphorst (Nijmegen: Instituut voor Volksrecht, Katholieke Universiteit Nijmegen). Bianchi, H. (1985) Gerechtigheid als vrijplaats, de terugkeer van het slachtoffer in ons recht (Baarn: Ten Have). Blad, J.R. (2004) ‘Inleiding tot een herstelgericht detentieregime’, Tijdschrift voor Herstelrecht 4: 7-23. Bosch, M. & Stolwijk S. (2006) Arresten strafrecht en strafprocesrecht (Deventer: Kluwer). Bottoms, A. (2003) 'Some Sociological Reflections on Restorative Justice' in Von Hirsch, Roberts, J.V., Bottoms, A., Roach, K., and Schiff, M. (red) Restorative Justice, Competing or Reconcilable Paradigms?, 79-113 (Oxford: Hart Publishing). Boutellier, H. Moll, M. Steketee, M. & Woerds, ter S. (2006) Herstelbemiddeling voor Jeugdigen in Nederland (Assen: VanGorcum). Braitwaite, J. (1989) Crime, Shame and Reintegration (Cambridge: Cambridge University Press). Braithwaite J. (1999) 'Restorative Justice: Assessing optimistic and pessimistic accounts', Crime and Justice, 25: 1-127. Budford, G., Merkel-Hoguin, L. & Nixon, P. (2003) 'Learning with families : A Synopsis of FGDM research and evaluation in Child Welfare. Promising results, potential new directions', International FGDM research and evaluation in Child Welfare, 206-232. Christie, N. (1997) 'Conflicts as Property', oorspronkelijk in British Journal of Criminology, 17: 1-15, in Roche, D. (2004) Restorative Justice (Darthmouth: Ashgate Publishing) Clerck, de I. (2001) Restorative Justice, common law vs. civil law (onuitgegeven masterthesis, Leuven: KU Leuven). Cohen, A.P. (1982) Belonging, Identity and Social Organisation in Britisch Rural Cultures (Manchester: Manchester University Press). Crawford, A. (1998) Crime Prevention and Community Safety: politics, policies and practices (Dorchester: Mass Longman).
91
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Crawford, A. (2002) 'The State, Community and Restorative Justice: Heresy, Nostalgia and Butterfly Collecting' in Walgrave L. (red) Restorative Justice and the Law, 101-129 (Cullompton: Willan Publishing). Curry, D. & Decker, S. (2003) Confronting gangs: crime and community (Los Angeles, CA: Roxbury). Daly, K. (2001) ‘Conferencing in Australia and New Zealand: Variations, Research Findings and Prospects’ in Morris, A. & Maxwell, G. (red) Restorative Justice for Juveniles: Conferencing, Mediation and Circles, 59-84 (Oxford: Hart Publishing). Daly, K. (2002) 'Restorative Justice: The Real Story', Punishment and Society, 4: 5579. Dignan, J. & Maguire, M. (2004) Understanding Victims and Restorative Justice (Berkshire: Open University Press). Elias, N. (1974) ‘Foreword’ in Bell, C.R. & Newby, H. (red) (I-XXVII) The sociology of community, a selection of readings (London: Frank Cass Publishers). Etzioni, A. (1996) The New Golden Rule, Community and Morality in a Democratic Society (New York, NY: Basic Books). Ferwerda, H.B., Smulders, A., Verhagen, G. & Tijhof, K. Halt: het alternatief? De effecten van Halt beschreven (Meppel: Boom). Galaway, B. & Hudson, J. (1996) (red) Restorative Justice, International Perspectives (Monsey, NY: Criminal Justice Press). Galpin, C.J. (1962) The social anatomy of an agricultural community (Madison, WI: Madison Publishers). Infantino, L. (1998) Individualism in modern thought, from Adam Smith to Hayek (London: Routledge). Johnstone, G. (2002) Restorative Justice, Ideas, Values, Debates (Cullompton: Willan Publishing). Johnstone, G. (red) (2003) A Restorative Justice Reader, Texts, sources, contexts (Cullompton: Willan Publishing). Johnstone, G. & Van Ness, D. (2007) Handbook of Restorative Justice (Cullompton: Willan Publishing).
92
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Kersten, K. (1995, 26 juli) ‘Restorative Justice, an enlightening experience’ The Star Tribune, 14. Kurki, L. (1999) ‘Restorative and community justice in the United States’, Crime and Justice, a Review of Research, 27: 235-303. MacIntyre, A. (1985) After virtue, a study in moral theory (London: Duckworth). Mackay, R., Bosnjak, M., Deklerck, J., Pelikan, C., Van Stokkom, B., Wright, M. (red) (2007) Images of Restorative Justice Theory (Frankfurt: Verlag fur Polizeiwissenschaft) Macrae A. & Zehr, H. (2004) The little book of Family Group Conferences,(Intercourse, PA: Good Books). Makkai, T. & Braitwaite, J. (1993) ‘Reintegrative shaming and Compliance with Regulatory Standards’, Criminology, 32 (3): 361-385. Mason, A. (2000) Community, solidarity and belonging, levels of community and their normative significance (Cambrige: Cambridge University Press). McCold, P. & Wachtel, B. (1998) 'Community is not a place: a new look at community justice initiatives' in Johnstone, G. (red) A Restorative Justice Reader, 294-302 (Cullompton: Willan Publishing). McCold, P. (1996) 'Restorative Justice and the Role of the Community' in Galaway, B. & Hudson, J. (red) Restorative Justice, International Perspectives, 84-101 (Monsey, NY: Criminal Justice Press). McCold, P. (2000) 'Towards a Holistic Vision of Restorative Juvenile Justice: A Reply to the Maximalist Model', Contemporary Justice Review, 3: 357-414. McCold, P. (2004) 'Paradigm Muddle: The Treath to Restorative Justice Posed by Its Merger with community justice', Contemporary Justice Review, 7: 1-12. Mennonite Central Committee VS (1994) Restorative Justice: Making things Right (video). Ministerie van Justitie (2005) Justitie in de Buurt (JIB) (Den Haag: Directie Voorlichting). Monballyu, J. (2006) Zes eeuwen strafrecht: de geschiedenis van het Belgische strafrecht (Leuven: Acco).
93
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Morris, A. & Maxwell, G. (red) (2001) Restorative Justice for Juveniles: Conferencing, Mediation and Circles (Oxford: Hart Publishing). Newton, M. (2002) Savage girls and wild boys: a history of feral children (London: Faber & Faber). Pavlich, G. (2001) 'The force of Community' in Strang, H. & Braithwaite, J. (red) Restorative Justice and Civil Society, 56-68 (Cambridge: Cambridge University Press). Pavlich, G. (2004) 'What are the Dangers as well as the Promises of Community Involvement' in Zehr, H. & Toews, B.(red) Critical Issues in Restorative Justice, 173-83 (Monsey, NY: Criminal Justice Press). Philippa, M., Debrabandere F., Quak, A., T. Schoonheim, N van der Sijs (2008) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands (Amsterdam: Amsterdam University Press), via www.etymologie.nl geraadpleegd op 04-10-08. Pranis, K. (1997) Restoring Community: The Process of Circle Sentencing via http://www.corr.state.mn.us/rj/publications/circle.htm geraadpleegd op 21-1008. Pranis, K. (2007) 'Restorative Values' in Johnstone, G. & Van Ness, D. Handbook of Restorative Justice, 59-73 (Cullompton: Willan Publishing). Pranis, K. (zonder datum) Restorative Circles via http://www.pficjr.org/Resources/focus/english/circles/ geraadpleegd op 24-1008. Putnam, R.D. (2000) Bowling alone, the Collapse and Revival of American Community (New York, NY: Simon & Schuster). Richards, K. (2004) Exploring the History of the Restoratice Justice Movement (onuitgegeven paper), via www.restorativejustice.org geraadpleegd op 11-09-08. Roche, D. (2003) Accountability in Restorative Justice (Oxford: Oxford University Press). Roche, D. (2004) Restorative Justice (Darthmouth: Ashgate Publishing). Roos, de T. (2006) Is de invoering van lekenrechtspraak in de Nederlandse strafrechtpleging gewenst?, Rapport in opdracht van het Ministerie van Justitie via:
94
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
http://www.justitie.nl/images/lekenrechtspraak.doc_6588_tcm34-78942.pdf geraadpleegd op 01-10-08. Schiff, M. (2004) ‘Models, Challenges and the Promise of Restorative Conferencing Strategies’ in Von Hirsch, Roberts, J.V., Bottoms, A., Roach, K., and Schiff, M. (red), Restorative Justice, Competing or Reconcilable Paradigms?, 315-338 (Oxford: Hart Publishing). Shapland, J. (ed.) (2008) Justice, Community and Civil Society, a contested terrain (Uffculme, Devon: Willan Publishing). Strang, H. & Braithwaite, J. (red)(2001) Restorative Justice and Civil Society, (Cambridge: Cambridge University Press). Suggnomé (2005) Waarom? Slachtoffer-dader bemiddeling in Vlaanderen (Antwerpen: Garant). Swaaningen, van R. (2008) ‘Sweeping the street: civil society and community safety in Rotterdam’ in Shapland, J. (ed.) Justice, Community and Civil Society, a contested terrain, 87-106 (Uffculme, Devon: Willan Publishing). Tönnies, F. (1979 [1887]) Gemeinschaft und Gesellschaf, Grundbegriffe der Reine Soziologie (Darmstadt: Wissenschaftliche Buchgesellschaft). Vanfraechem, I. (2003) ‘Implementing Family Group Conferences in Belgium’ in Walgrave, L. (red) Repositioning Restorative Justice, 313-327 (Cullompton: Willan Publishing). Vanfrachem, I. (2007) ‘Community, society and state in restorative justice; an exploration’ in Mackay, R., Bosnjak, M., Deklerck, J., Pelikan, C., Van Stokkom, B., Wright, M. (red) Images of Restorative Justice Theory, 73-91(Frankfurt: Verlag fur Polizeiwissenschaft) Von Hirsch, Roberts, J.V., Bottoms, A., Roach, K., and Schiff, M. (red) (2004) Restorative Justice, Competing or Reconcilable Paradigms? (Oxford: Hart Publishing). Walgrave, L. & Bazemore, G. (red) (1999) Restorative Juvenile Justice, repairing the harm of youth crime (Monsey, NY: Willow Tree Press).
95
Diënne Hoofs
Universiteit voor Humanistiek Knooppunten
Walgrave, L. (red) (2002a) Restorative Justice and the Law (Cullompton: Willan Publishing). Walgrave, L. (2002b) ‘From Community tot Dominion: in search of social values for restorative justice’ in Weitekamp, E. & Kerner, H.J. Restorative Justice, theoretical foundations, 71-89 (Cullompton: Willan Publishing). Walgrave, L. (2003a) ‘Regional Reviews’ in Johnstone, G. (red) A Restorative Justice Reader, Texts, sources, contexts, 468-534 (Cullompton: Willan Publishing). Walgrave, L. (red) (2003b) Repositioning Restorative Justice (Cullompton: Willan Publishing). Walgrave, L. (2004) ‘Imposing Restoration Instead of Inflicting Pain’ in Von Hirsch, Roberts, J.V., Bottoms, A., Roach, K., and Schiff, M. (red) Restorative Justice, Competing or Reconcilable Paradigms?, 56-84 (Oxford: Hart Publishing). Weisberg, R. (2003) ‘Restorative Justice and the Danger of ‘Community’ Utah Law Review, 1: 343-373. Weitekamp, E. & Kerner, H.J. (2002) Restorative Justice, theoretical foundations (Cullompton: Willan Publishing). Weitekamp, E. (2003) 'The History of Restorative Justice' in Johnstone, G. (red) A Restorative Justice Reader, Texts, sources, contexts, 111-124 (Cullompton: Willan Publishing). Wielemans, W. (1993) Voorbij het individu (Leuven/Apeldoorn: Garant). Willemsens, J. & Walgrave, L. ‘Regional Review: Europe’ in Johnstone, G. & Van Ness, D. Handbook of Restorative Justice, 468-533 (Cullompton: Willan Publishing). Zehr, H. (2002) The little book of Restorative Justice (Intercourse, PA: Good Books). Zehr, H. & Toews, B. (2004) (red) Critical Issues in Restorative Justice (Monsey, NY: Criminal Justice Press). Zernova, M. (2007) Restorative Justice, Ideal and Reality (Aldershot, Hampshire: Ashgate Publishing).
96